Mensen tussen haakjes
Eerste druk, oktober 2010 © 2010 M.G.M. de Groof Fotograaf coverfoto: Maurice Caron Fotograaf portretfoto: Janna Navis isbn: nur:
978-90-484-1458-1 303
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
M.G.M. de Groof
Mensen tussen haakjes
Voorwoord Voor mijn zoon Yentl, Jij bent mijn leven en ik hou zielsveel van je En alle andere mensen waar ik van hou: zij weten wie ze zijn
Hoofdstuk 1
2 oktober. Een beetje druilerige dag vandaag. Het soort waarvan men niet zeker kan zeggen welk weer het wordt. De lucht is helder, geen wolkje te zien, maar grijs. Er blaft ergens een hond en auto’s rijden op en af door de straat voor mijn deur. Terwijl ik dit schrijf, kijk ik uit het raam van mijn studeerkamer en zie ik nog en passant een jogger voorbij rennen. Tijd is iets raars. Tijd ontvouwt zich niet in facetten, maar is er gewoon. Wordt op dezelfde ‘tijd’ geconsumeerd en heeft geen begin en geen einde. Raar, maar oh zo perfect. Raar ook dat ik op dit moment aan zoiets denk. En toch ook weer niet. Want tijd is overal en nergens. Twee wandelende vrouwen passeren: druk pratend over ‘ik weet niet wat’. De geur van de uitlaatgassen van de passerende auto’s bereikt mijn neus door het open raam. Bah. Ik hoest ervan. En beken mezelf mede schuldig te maken aan die vervuiling doordat ik ook een auto heb. Wat zou het prachtig zijn als alle mensen ineens besloten, als er geen noodzaak hiervoor was, geen gebruik meer te maken van milieuvervuilende vehikels en apparaten. Wat zou dat fijn zijn en tevens beter voor onze eigen gezondheid. Wat zou het rustig worden op straat. Rustig worden in het algemeen. Geen cursus Onthaasten die er tegenop zou kunnen. Misschien zou de lucht dan niet zo grijs zijn, zoals ze nu is. Kon ik eindelijk mijn raam openzetten waarneer ik dit wilde, zonder knock-out te worden geslagen door een geur die, volgens mij, niemand kan waarderen. Het menselijk lichaam is zelfreinigend, alleen moeten we toch een beetje meehelpen om het zo te houden, want anders haalt de ‘tijd’ zichzelf en ons in en staan we misschien voor het moment van afscheid nemen. Afscheid nemen van onze energie, onze kracht, onze lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Maar ook van onszelf als persoon. Terwijl ik dit schrijf denk ik, dat de mensen die dit misschien ooit mogen of zullen lezen, ook misschien zullen denken dat ik beter iets anders had kunnen doen dan dit boek te beginnen en mijn mening en gedachten aan het papier toe te vertrouwen, zodat zij zich kunnen ergeren over het feit dat zij het
7
lezen, terwijl zij wel misschien ook iets beters te doen hebben. Een flinke wandeling maken, joggen, werken, nadenken, poetsen, koken, tv kijken, de wereld redden etc. etc… Maar kan iemand met volle zekerheid zeggen dat iets anders beter is dan het huidige wat men aan het doen is? Of bedoelt men gewoon het doen van iets dat nuttiger is voor het algemeen goed dan het verkwisten van ‘tijd’ door iets te lezen wat ons onzinnig lijkt? Ik denk dat het enige antwoord hierop is dat mensen niet meer durven te ‘zijn’. Zijn in het moment. Waarom kan niemand meer ‘stil’ zijn, ‘niets’ doen zonder zich schuldig te voelen hierover? Soms heeft een mens zoveel indrukken te verwerken elke dag van zijn of haar leven, dat men het gevoel heeft in een achtbaan te zitten die niet meer ophoudt. Het leven is snel, zegt men. Maar is dit wel zo? Is het niet zo dat wij het leven maken en dat wij voor onszelf weg rennen, bang om ingehaald te worden door iemand die ons zegt wat een idioten we eigenlijk zijn, door dit te doen? Want dat zijn we, daar ben ik van overtuigd. De bus stopt aan de halte recht tegenover mijn huis. De mensen stappen in en ondertussen ronkt hij maar door, mede ertoe bijdragend dat er weer een wolk geurstof van het laagste allooi door de kier van mijn raam naar binnendringt… Waarom kunnen auto’s niet allemaal op waterstof rijden? Fabrieken niet betere grondstoffen gebruiken die niet schadelijk voor de gezondheid zijn als ze de dampen van het verwerken hiervan de lucht insturen? Onze kant op, zodat we ze inademen als we op straat lopen. Of wandelen met onze kinderen. Fietsen, of inademen als we zitten te typen aan een geopend raam van een huis dat ligt aan een straat waar continu verkeer langskomt…? Goeie vraag, niet? Maar eigenlijk een simpele vraag, waarop iedereen het antwoordt al weet: geld. De welvaart vaart er niet wel bij als dat zou gebeuren. Het zou geld kosten dat ze nog moesten verdienen. Als u begrijpt wat ik bedoel?
8
Ja, en daar ligt de knoop. Geld is heel belangrijk voor iedereen. Niet omdat mensen het zo graag willen dat geld een van de pijlers van het bestaan is: nee. Ik denk dat als we zelf zouden kunnen en mogen kiezen en als geld niet het nummer een ‘middel’ tot het doel zou zijn, dan was geld niet meer nodig en zou het snel verdwijnen in de vergetelheid. Ja, ik weet het: dit is wat ik denk en anderen denken er misschien anders over. Dan komen we tot een ander punt. Wat het belang van geld is voor mensen die het ‘middel’ in stand willen houden? Geld is macht, macht is controle en controle is vrijheid en regelmaat. Tenminste, voor sommige mensen. Meestal voor die mensen die er veel van bezitten. Anderen vinden het een last. En waarom? Omdat het voor die meerderheid er moeilijk aan te komen is. Daarom is het ook moeilijk macht te krijgen en door die macht controle over het leven, wat weer staat voor vrijheid en regelmaat en indirect daardoor voor rust. En rust is waar het ons allemaal omgaat. Rust om te kunnen leven zoals we zelf zouden willen. Niet hoeven te denken aan rekeningen die betaald moeten worden, dagelijks ons eten bij elkaar zien te krijgen, of de druk van een baan in je nek voelen waar je je niet gelukkig in voelt. Het eeuwige ‘moeten’. Zo voelt het. Het moeten van dit en moeten van dat. Lopen in de pas van de maatschappij. Mobieltjes, dure auto’s, dure kleren, dure scholen, dure huizen, vette banen en ga zo maar door. Er komt geen eind aan. En waarom is dat zo? ‘Men’ wil erbij horen… Maar bij wat wil men horen? Bij mensen die denken dat mobieltjes, dure auto’s, dure kleren, dure scholen, dure huizen, vette banen etc. je van het is. Maar niemand wil toegeven geen snars te begrijpen van wat ‘het’ dan in feite is? Het is in feite niets. Totaal niets. Geen creatie, geen uitvinding: niks. ‘Het’ is een beeld dat mensen voor ogen hebben, zodat ze een zeker tastbaar ’iets’ hebben om zich aan vast te klampen. En om het gevoel van angst om het niet hebben van bestaansrecht, dat zich anders zou aandienen, de kop in te kunnen drukken.
9
“Niemand weet, niemand weet dat ik Repelsteeltje heet…” Repelsteeltje zijn we allemaal. Niemand uitgezonderd. Het individu, de persoon, de mens. Onze zielen zijn gelijk. Dat klinkt vreemd, dat klopt, maar toch is het zo. Repelsteeltje wil gewoon Repelsteeltje zijn, zonder dat meneer angst op de deur klopt en hem dat verbiedt. Mensen zijn mensen. We zijn uit een eenheid ontstaan, maar differentiëren ons van elkaar door angst. Angst die ontstaat door beelden die onze ogen naar onze hersenen sturen, waarna het analyseren begint. Geen houden aan. Be- en veroordeling, zonder kennis, zonder meerwaarde, pure verloochening dus. Van ons eigen bestaansrecht en ook van onze ziel. Niemand is beter of slechter dan iemand anders, het is gewoon de tijd, de daden en gedachten van ieder voor zich die ons in de vakjes stoppen met de labeltjes. Maar vooral ook het contact met elkaar en de interactie die hieruit voorvloeit, wat invloed heeft op ieder levend wezen op deze aardbol. Dieren niet uitgezonderd. We zijn weer twee dagen verder: 4 oktober. Toevallig ook nog eens dierendag. Men onderschat de belangrijkheid van dieren in het algemeen. Ze zijn er, we houden van ze of… niet. Dat ligt aan onszelf. Aan het gevoel dat het dier dat we in focus hebben aan ons geeft. Soms zijn het kameraden, vrienden, steunen en toeverlaten. Ze lossen een heleboel eenzaamheid voor veel mensen op. Ze geven rust, door rustig te zijn. Men hoeft geen ellenlange conversaties met hun te hebben. Ze staan niet met een oordeel klaar, ze trekken zich eigenlijk geen bal van je aan, maar ze mogen je… of niet. Zo zit het en niet anders. Bovendien hebben ze een kwaliteit die geen mens kan evenaren. Ze kunnen goed luisteren en praten nooit hun mond voorbij.
10
Om het kort te maken: ze zijn er gewoon, zonder voorbehoud en onvoorwaardelijk. Soms zit er in kink in de mensheid. Dan is het moeilijk voor mensen om contact met elkaar te maken en te behouden. We trekken ons terug in ons eigen wereldje, onszelf beschermend tegen de onzichtbare vijand die de gedachten van anderen beheerst. Wij willen ons niet laten maatstaven aan wat anderen van ons vinden. Wij willen gewoon onze gang gaan, zoals wij dat willen en zonder inmenging van anderen, die het misschien wel goed bedoelen, maar die toch Repelsteeltje 2, 3 en ga zo maar door heten en hun eigen kink aan het verwerken zijn. Net zoals ik overigens, hier weer typend, terwijl de gedachten die in mijn hoofd spoken zich door mijn vingers aan het papier toevertrouwen. Het is wonderbaarlijk zoals mensen zich kunnen verliezen in het verleden en in de toekomst, onderwijl geen aandacht schenkend aan het heden. Ik, voor mezelf, leef altijd een jaar voorruit. En als dan mijn volgende verjaardag nadert, dan nadert ook de spijt dat ik mijn ‘echte’ leeftijd het afgelopen jaar niet bewust heb geleefd. Maar dat is tijd… Tijd is stapelend, driedimensionaal en toch zo doorzichtig als maar kan. Tijd duurt ook veel langer als men bewust iedere minuut van zijn leven ‘ziet’ en ‘ervaart’. Maar dat is het moeilijkste van alles: in het heden vertoeven. Zorgen, dromen, gedachten, geluiden etc.: ze verplaatsen je allemaal een eind verder of een eind terug. Het heden komt alleen tot je als je een shock ervaart en hierdoor met beide benen op de aarde terechtkomt, omdat je je bewust wordt van je eigen sterfelijkheid. En daar zijn we dan: de angst voor de dood. Ik denk dat het geen exacte angst is, maar meer een angst om alles wat vertrouwd is achter te laten. Alles wat men kent, waar men van houdt, alles wat eigenlijk, naar je eigen mening, bij je hoort en door jezelf beproeft en veilig verklaard is. Men weet wat men heeft en niet wat er na dit leven allemaal is. Als er al iets is. Sommige mensen zijn er heilig van overtuigd dat er inderdaad iets is, anderen denken te weten dat het
11
allemaal ophoudt zodra men de ogen voor altijd sluit. Ik ben de eerste mening toegedaan. Noem het een gevoel, maar voor mij is dit gevoel een zekerheid. Een ‘weten’ en niets anders. Waarom? Dat kan ik niet uitleggen: het is gewoon zo. En dit gevoel is er al vanaf mijn begin, gevormd tot wat het nu is, maar nog steeds met dezelfde basis. Het is moeilijk te begrijpen waar gedachten zich naar toe kunnen bewegen. Dat zie je maar weer aan het voorgaand geschrevene. Voor velen is dit ‘gebrabbel’ en stelt het eigenlijk niets voor. Voor mij is dit een moment in de tijd wat nooit meer terugkomt. Een moment waarop ik stil sta bij iets dat alleen maar ten leve geroepen wordt door mijn gedachten. Volgende keer vertel ik misschien verder, verder breiend op nieuwe gedachten, voor nu: raam dicht, computer uit, stop.
12