Protocol bloeddruk en middelomtrek versie april 2012
Middelomvang en Bloeddruk
GECKO Next-5 MIDDELOMTREK Voorbereiding •
Klaarleggen automatisch meetlint
•
Zorg dat het kind jasjes, truien of overgooiers uit heeft, een dun aansluitend shirt mag worden aanhouden.
Meten •
Laat het kind op de grond of een (stevige) tafel of stoel staan o Het kind mag niet zittend gemeten worden, omdat dit de uitslag van de meting beïnvloedt.
•
Bepaal de bovenkant van de bekkenkam en de onderkant van de ribbenboog.
•
Bepaal vervolgens zowel links als rechts het punt precies in het midden van de vorig beschreven punten.
•
Leg het meetlint losjes over deze punten (horizontaal) en zorg dat het lint goed tegen de huid aanligt.
•
Zorg dat het meetlint niet gedraaid is.
•
Druk op het witte knopje, het meetlint trekt nu op de juiste spanning strak.
•
Probeer de buikomvang te meten aan het einde van een rustige uitademing. o Probeer bij een huilend/ onrustig kind, eerst het kind te kalmeren.
•
Lees de buikomtrek af op de millimeter nauwkeurig en noteer dit.
•
Doe de meting 2 keer. Indien er 2 verschillende resultaten uitkomen, meet je nog een derde keer. Een verschil van ongeveer een halve cm is normaal.
•
Noteer het gemiddelde van 2 goede metingen op de millimeter nauwkeurig. Pagina 1 van 5
Protocol bloeddruk en middelomtrek versie april 2012
BLOEDDRUK
Voorbereiding •
Zet de meter klaar en sluit het kindermanchet aan (dit is de kleinst beschikbare manchet).
•
Zorg dat het kind dikke bovenkleding (jasjes, truien, vesten) uit heeft
•
Laat het kind rustig en ontspannen zitten
•
Ontbloot de linkerbovenarm of meet over dunne kleding. Meet niet over dikke kleding en vermijd dat kleding heel strak om de arm zit.
•
Leg de manchet om de bovenarm, zo dat de groene markering aan de binnenkant van de arm zit en naar beneden wijst.
•
Laat het kind ontspannen rechtop zitten
•
De manchet moet op dezelfde hoogte zitten als het hart, enkele centimeters boven de elleboogplooi.
•
Maak de manchet vast.
•
Start de bloeddrukmeting met O/I Start
•
Probeer in de tijd dat de bloeddruk gemeten wordt, het kind zo rustig mogelijk te laten
Meten
zitten. •
Noteer de bovendruk (SYS), onderdruk (DIA) en de hartslag (PULSE).
•
Noteer de eerste meting. (zie printscreen onderaan dit document)
•
Herhaal de bloeddrukmeting drie keer achter elkaar, met 1 minuut ertussen en noteer alle drie de metingen in het KD+, met de eerste meting als eerste enzovoort.
Bij vragen kunt u contact opnemen met: Mw. Jojannie de Pijper, coördinator GECKO Next-5, UMCG 06-40313181
[email protected] Of met Eva Corpeleijn, projectleider GECKO Drenthe, UMCG 050-3610889
[email protected]
Pagina 2 van 5
Protocol bloeddruk en middelomtrek versie april 2012
Extra informatie en tips bloeddrukmeting De bloeddruk wordt bepaald door de activiteit van het hart en de weerstand van de bloedvaten. De bloeddruk bestaat uit een boven- en een onderdruk, waarbij de bovendruk de maximale druk is van het bloed op de slagaderwand tijdens de samentrekking van de linkerkamer van het hart. De onderdruk is de minimale druk van het bloed op de slagaderwand tijdens het rustmoment tussen twee samentrekkingen van de linkerkamer van het hart. Bloeddrukmeting bij kinderen kan lastig zijn en lukt niet altijd. Veel voorkomende oorzaken van een onnauwkeurige meting:
Manchet te los
Zit de manchet goed? Meten aan de linkerarm: Zorg dat de luchtslang langs de binnenkant van de onderarm naar beneden en langs de middelvinger loopt.
Bewegen of praten tijdens de meting
Voorwaarts leunen
Meten aan de rechterarm: Zorg dat de luchtslang aan de zijkant van de elleboog zit.
Manchet Bij deze bloeddrukmeter is geen kleinere manchet beschikbaar. Indien de kindermanchet te klein is kan de manchet voor volwassenen worden gebruikt. Meting hoog of laag Indien de meting (te) hoog of (te) laag uitvalt, probeer dan de meting te herhalen. Indien de gemeten bloeddruk afwijkend is, kan dat liggen aan het moment van de dag, de apparatuur of onrust bij het kind. Indien er een te hoge bloeddruk wordt gemeten die reëel lijkt, zie protocol ‘wat te doen bij hoge bloeddruk’ op de website www.geckodrenthe.umcg.nl onder ‘downloads’. Normaalwaarden 4-6 jarigen (American Association Pediatrics 2004): Jongens: Meisjes: Bovendruk < 110 mmHg (gemiddeld 97) Bovendruk < 107 mmHg (gemiddeld 93) Onderdruk < 89 mmHg (gemiddeld 61) Onderdruk < 69 mmHg (gemiddelde 54) Pagina 3 van 5
Protocol bloeddruk en middelomtrek versie april 2012
Let op: Op de bloeddrukmeter staat de Systolische bloeddruk boven de Diastolische bloeddruk weergegeven. In het schema zoals hierboven is weergegeven zijn deze twee metingen omgedraaid. Let dus goed op waar welke meting wordt geplaatst.
Pagina 4 van 5
Protocol bloeddruk en middelomtrek versie april 2012
Bij alle onderstaande genoemde metingen kan bij een Technisch probleem 888 worden ingevuld. Wanneer een kindje niet wil meewerken dan dient 999 te worden vermeld.
In bovenstaande printscreen is een extra item aangemaakt wanneer er sprake is van 1) een technisch probleem waardoor de bloeddruk niet gemeten kan worden of 2) wanneer een kind niet wil meewerken aan de bloeddrukmeting. In geval van een technisch probleem dient de code 888 ingevuld te worden en wanneer geen medewerking wordt verkregen dient code 999 ingevuld te worden.
Pagina 5 van 5