Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
2
Colofon
Redactionele informatie Redactie
Auteurs
Renée Kuit
Els de Boer
Jurjen Bakker
Wim Molenaar
Cor Hylkema
Peter van Hinte
Carine van Oosteren
Carine van Oosteren
Marian Huisman
Michiel Overkamp
Jeroen Slot
Marcel Janssen
Jan van Poorten
Wim van Zee
Idske de Jong
Robert Selten
Vormgeving, zetwerk, omslag, druk en afwerking Stadsdrukkerij Amsterdam n.v. Foto’s omslag Cor Hylkema, Frans Mensonides en Fotobank Intranet Amsterdam Bronvermelding Het overnemen van gegevens is met de volgende bronvermelding toegestaan: O+S Amsterdam
Verklaring der tekens .
= de gegevens ontbreken
–
= nul
0(0,0)
= het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid
niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen x
= geheim
*
= niet berekend i.v.m. kleine aantallen
prijs: € 15,– incl. BTW en excl. verzendkosten maart 2008
3
Voorwoord
In de Metropoolregio Amsterdam hebben we elkaar nodig. Alleen door samen te werken kunnen we de potentie die de regio heeft volledig benutten. Onze regio is divers, de verschillende gebieden en onderdelen van de regio vullen elkaar aan, bijvoorbeeld op het gebied van economie, wonen en toerisme. We hebben elkaar ook nodig voor het oplossen van maatschappelijke vraag stukken. Vraagstukken zoals bereikbaarheid en de overlast die dat met zich meebrengt, die zich niet laten beperken tot een gemeentegrens. Maar ook voor vraagstukken in het sociaal domein. Al jaren bestaan er regionale samenwerkingsverbanden. Daarover kunt u lezen in het eerste hoofdstuk van deel 2 van deze publicatie. Met de vorming van de Metropoolregio Amsterdam is een belangrijke mijlpaal bereikt. Verdergaande samenwerking betekent extra mogelijkheden voor overleg tussen overheden en bedrijfsleven, maar ook met de rijksoverheid en het buitenland. De komende jaren zal het belang van dit platform naar mijn overtuiging alleen maar toe nemen. Het bedenken van oplossingen en het maken van beleid kan niet zonder feiten en cijfers. Al een aantal jaar bestaat de publicatie “Regio Amsterdam in beeld: Feiten en cijfers over het RSA gebied”. Dit jaar wordt de regio voor het eerst gedefinieerd als de Metropoolregio Amsterdam. Deze publicatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat de resultaten van een onderzoek naar woon-werkverkeer dat is uitgevoerd door de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. In het tweede deel vindt u de belangrijke gegevens aan over bevolking, wonen en economische ontwikkeling. Ik vertrouw erop dat het toenemende belang van de regio in de komende jaren zijn weerslag zal krijgen in deze publicatie, die door de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam is samengesteld. Maarten van Poelgeest Voorzitter Metropoolregio Amsterdam
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
4
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
Deel 1 Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Onderzoek uitgevoerd in opdracht van en in samenwerking met de gemeenten: Almere Amstelveen Amsterdam Haarlem Haarlemmermeer Purmerend Zaanstad
6
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
7
Inhoud
blz.
Samenvatting en conclusie
Inleiding
15
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer Belang voor de Metropoolregio Amsterdam Korte schets geschiedenis woon-werkverkeer Afweging vervoermiddelkeuze Nieuwste ontwikkelingen
19 19 21 23 26
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Pendel in de Metropoolregio Amsterdam Inleiding Totale pendelstromen Kenmerken van pendelaars Pendel per gemeente
33 33 33 36 42
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Beleving van woon-werkverkeer Inleiding Overeenkomsten en verschillen tussen gemeenten Almere Amstelveen Amsterdam Haarlem Haarlemmermeer Purmerend Zaanstad
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
9
55 55 55 59 66 72 79 87 94 101
8
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
9
Samenvatting en conclusie
Een goede bereikbaarheid over de weg en met het openbaar vervoer is van essentieel belang voor een concurrerende regio. Dit geldt in het bijzonder voor de Metropoolregio Amsterdam, die een dominante economische positie inneemt in Nederland. De arbeidsmarkt is in sterke mate regionaal georiënteerd. Dit zorgt voor aanzienlijke pendelstromen vanuit de randgemeenten naar Amsterdam, maar ook voor pendelstromen tussen de verschillende rand gemeenten. Een deel van de dagelijkse files in Nederland is dan ook te vinden in de regio Amsterdam en de totale filelengte blijft groeien. Vooral de A10 tussen De Nieuwe Meer en het Coenplein is een berucht pijnpunt. Ontoereikende infrastructuur De zware belasting van het infrastructuurnetwerk is de laatste dertig jaar ont staan door diverse samenhangende maatschappelijke en ruimtelijke ontwikke lingen, zoals suburbanisatie, individualisering en welvaartsgroei. De omvang en kwaliteit van de infrastructuur (spoor en weg) is onvoldoende meegegroeid met deze ontwikkelingen. Lange tijd is er geprobeerd om meer mensen gebruik te laten maken van het openbaar vervoer om zo de wegen te ontlasten. Dit is echter niet eenvoudig omdat naast reistijd en kosten nog diverse andere factoren een rol spelen bij de vervoermiddelkeuze. Vooralsnog is het ov voor woon-werkverkeer geen volwaardig alternatief: een goede samenhang tussen de verschillende vervoersmodaliteiten ontbreekt en de frequentie en snelheid van vooral de hogesnelheidsverbindingen zijn te laag. Oplossingen Voortdurend wordt gezocht naar nieuwe manieren om de regio bereikbaar te houden, op nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau. De invoering van rekeningrijden in combinatie met een verbetering van het regionale openbaar vervoer lijken de meest kansrijke opties. Ervaringen in het buitenland, zoals bijvoorbeeld in Londen en Stockholm, wijzen uit dat rekeningrijden daar tot een vermindering van de congestie en derhalve een betere bereikbaarheid heeft geleid. De beschikbaarheid van een betaalbaar en betrouwbaar alternatief is hierbij een vereiste. Het verdient aanbeveling om daarnaast te blijven investeren in andere oplossingen, zoals verbetering van de bestaande infrastructuur, carpoolen, flexibele werktijden en thuiswerken.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
De grootste pendelstromen in de Metropoolregio Amsterdam, 2005
0URMEREND
:AANSTAD
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
!LMERE
(AARLEM
10
$IEMEN
!MSTELVEEN
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Pendelaars uit de grote gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam zien echter weinig in het rekeningrijden als oplossing voor de drukte op de weg. Degenen die er het meest positief over denken, reizen nu zelf niet met de auto. De pende laars verwachten dat vaker thuiswerken meer bijdraagt aan het oplossen van het fileprobleem. Het is wel de vraag in hoeverre dit tot een reële verbetering kan leiden, aangezien niet elke baan zich hiervoor leent en er al redelijk vaak wordt thuisgewerkt in de banen en sectoren (dienstverlening en openbaar bestuur) die dit wel toelaten. Vaker met de fiets gaan, een ander alternatief voor de drukte op de weg, is eveneens maar in beperkte mate een oplossing. Omvang en samenstelling van woon-werkverkeer In 2005 bestond de werkende beroepsbevolking in de Metropoolregio Amsterdam uit 980.000 mensen. Hiervan werkt de helft in de eigen woonplaats. De rest pendelt naar een andere gemeente, meestal binnen de regio (35%), de rest werkt buiten de regio. Binnen de regio verschilt het aandeel pendelaars per gemeente. De mate waarin er gependeld wordt, is afhankelijk van de hoe veelheid werkgelegenheid in de gemeente zelf en het aanbod passende banen. Amsterdam vormt de beste illustratie. Het grootste deel van de Amsterdamse werkzame beroepsbevolking werkt in Amsterdam. Slechts 30% werkt in een andere gemeente, vooral in Haarlemmermeer, Amstelveen, Utrecht of Den Haag. De meeste pendelaars uit de Metropoolregio werken in Amsterdam.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
Samenvatting en conclusie
11
Schiphol is de tweede magneet van de regio; er werken meer Amsterdammers in Haarlemmermeer dan dat er mensen vanuit deze gemeente naar Amsterdam pendelen. Tussen 2000 en 2005 is de werkzame beroepsbevolking in de Metropoolregio Amsterdam met 1,3% afgenomen, terwijl het aantal banen toenam met 4,8%. Het gevolg was dat de pendel naar de regio is toegenomen. Binnen de regio bleven de pendelstromen gelijk, op Almere na. Hier steeg het aantal banen meer dan de werkzame beroepsbevolking en daardoor nam de pendel naar Almere toe. Binnen de regio Binnen de regio wordt vooral gependeld door mannen (65% van totaal), tussen de 25 en 45 jaar, met een middelbare of lagere opleiding. Ze reizen vooral met de auto en de trein, zijn daar respectievelijk gemiddeld een half uur of ruim een uur mee onderweg en werken vooral in de zakelijke dienstverlening, gezondheids zorg, transport en logistiek, openbaar bestuur, detailhandel en industrie. De regio uit Inwoners uit de Metropoolregio Amsterdam die buiten de regio werken, zijn eveneens overwegend van het mannelijk geslacht (72%), iets ouder, tussen de 25 en 49 jaar en iets hoger opgeleid, vooral hoger en middelbaar, en hebben ook vaak een hoger inkomen. Ook deze groep pendelaars reist het vaakst met de auto (60%), dit duurt gemiddeld 55 minuten. De trein komt op een tweede plaats. Deze forensen zijn bijna 1,5 uur onderweg. De pendelaars die de regio uit gaan, werken nog vaker dan de pendelaars die in de regio blijven in de zakelijke dienstverlening. Andere sectoren waar relatief veel pendelaars vanuit de regio werken zijn de gezondheidszorg en de bouw nijverheid. Naar de regio toe Drie kwart van de pendelaars die vanuit de rest van Nederland in de Metropool regio werkt is een man. De meesten zijn tussen de 25 en 49 jaar en zijn vooral hoger opgeleid (43%), maar ook middelbaar (32%) en lager opgeleid (20%). Deze categorie pendelaars kiest even vaak voor de trein als voor de auto. Met de trein worden langere afstanden afgelegd en de gemiddelde reisduur is dan ook 25 minuten langer dan voor een automobilist. Deze pendelaars werken wederom vooral in de zakelijke dienstverlening, maar daarnaast in de gezond heidszorg, transport en logistiek, industrie en financiële diensten. Invloed van woon-werkverkeer op het dagelijks leven Er is onderzocht in welke mate woon-werkverkeer van invloed is op het
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
12
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Pendelstromen naar en uit de Metropoolregio Amsterdam, 2005
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
dagelijks leven van een huishouden. Hiervoor is een internetenquête gehouden onder 12.000 inwoners van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. De auto is favoriet De meeste pendelaars in de regio kiezen voor de auto, ondanks de files. Het openbaar vervoer komt op een tweede plaats. Forensen kiezen voor het openbaar vervoer omdat dit soms sneller is dan een ander vervoermiddel, relatief goed koop is en vanuit milieuoverwegingen. De fiets wordt niet vaak gebruikt voor woon-werkverkeer in een andere gemeente. De mensen die hier toch voor kiezen doen dit vaak omdat ze zo aan hun conditie werken en omdat het goed koop is en niet belastend voor het milieu. Een extra voordeel is dat fietsers het minst last hebben van de stress die het woon-werkverkeer kan veroorzaken. Langer dan anderhalf uur per dag onderweg De maximaal aanvaardbare reistijd voor woon-werkverkeer is gemiddeld drie kwartier voor een enkele reis. Een relatief groot deel van de pendelaars is langer onderweg. Ook hier variëren de resultaten per gemeente. In Almere en Amsterdam is de helft van de pendelaars langer dan drie kwartier onderweg, in Amstelveen gaat het om 20%.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
13
Samenvatting en conclusie
Relatie tussen lange reistijd en gemiddelde stressscore, 2007 LANGER DAN MINUTEN ONDERWEG
!LMERE
!MSTERDAM
0URMEREND
:AANSTAD
(AARLEM
(AARLEMMERMEER
!MSTELVEEN
GEMIDDELDE STRESSSCORE bron: O+S
Er is een relatie tussen de stressscore en het percentage forensen dat langer dan 45 minuten onderweg is voor een enkele reis (de maximaal aanvaarde reistijd voor woon-werkverkeer). Hoe langer men dagelijks onderweg is, hoe hoger de stressscore. Dit geldt vooral voor automobilisten. Pendelaars uit Almere hebben het meeste last van stress en zijn ook het langst onderweg. Vrouwen hebben meer last van stress dan mannen, vooral als er ook nog thuis wonende kinderen zijn. Andere factoren die stressverhogend werken zijn vaak in de file staan en het hebben van een pendelende partner. Overige impact van het woon-werkverkeer Bijna de helft heeft moeite met het pendelen. Automobilisten het vaakst. Bij de helft van de huishoudens die met pendelen te maken heeft, is het woon-werk verkeer aanleiding geweest om veranderingen door te voeren. Men is dichterbij huis gaan werken, minder dagen gaan werken, minder gaan werken of minder dagen maar dan wel langer per dag, vaker thuis gaan werken of verhuisd naar een plek dichterbij het werk. Het pendelen gaat vooral ten koste van het gezinsleven, waarvoor minder tijd overblijft. Ook is er minder tijd om zelf te koken, voor sport en andere hobby’s, voor familie en vrienden en komt het boodschappen doen in de knel.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
14
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
15
Inleiding
De economische positie van de Randstad staat onder druk. Dit komt onder andere doordat de Randstad minder goed bereikbaar wordt, vergeleken met andere delen van Nederland en met buitenlandse regio’s. Een goede bereikbaar heid is van essentieel belang voor een regio die wil concurreren. De stijgende filedruk, plannen om de luchtkwaliteit te verbeteren, geluidhinder, fijn stof, schonere auto’s en een beter openbaar vervoer zijn slechts enkele voorbeelden om de actualiteit en reikwijdte van mobiliteit en bereikbaarheid te schetsen. Volgens een recente studie van de oeso is het verbeteren van de bereikbaarheid, zowel naar als binnen de Randstad belangrijk om optimaal gebruik te kunnen maken van de nabijheid van de vier grootste steden van Nederland en hun aangrenzende gebieden.1 Dit kan volgens de oeso gerealiseerd worden door te blijven investeren in infra structuur, beter gebruik te maken van de bestaande infrastructuur (bijvoorbeeld door verkeersmanagement, carpoolen en flexibele werktijden) en door met het invoeren van rekeningrijden de toegang tot bestaande infrastructuur te beperken. Tegelijkertijd zijn er verbeteringen nodig in het openbaar vervoer (ov). De Metropoolregio Amsterdam is een belangrijk gebied binnen de Randstad. Volgens de oeso-studie kan een betere bereikbaarheid van de Metropoolregio Amsterdam leiden tot een hogere economische groei van heel Nederland. 2 Steden als Londen en Stockholm hebben al laten zien dat rekeningrijden succes vol kan zijn, onder andere dankzij de aanwezigheid van een goed ov-systeem.3 Ook volgens de projectgroep Noordvleugel 2040, die de kansen en dilemma’s voor dit gebied in 2007 heeft onderzocht, is het verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid van de regio een van de speerpunten en is een goed regio naal ov-net onontbeerlijk voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Het aanbod van ov schiet nu nog tekort, de snelheid blijft achter en het netwerk is onvoldoende toegerust op kriskrasverkeer. 4 In vergelijking met andere Europeanen maken Nederlanders relatief weinig gebruik van het openbaar vervoer voor de dagelijkse activiteiten (respectievelijk 21% en 11%). Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat het openbaar vervoer vooral populair is in de voormalige Oost-Europese landen.5 Voor de meeste West-Europeanen is de auto veruit het meest gebruikte vervoermiddel.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
16
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Het belangrijkste transportmiddel voor dagelijkse activiteiten (procenten)
,E 3L TLA OW ND "U AKI J ( LGA E ON RI 2O GA JE EM RIJE E %S NIÑ T 4S LAN J D ,I ECH TO IÑ UW 3P EN AN ' RIE 0O JE K ,U EN LEN XE LAN M D 0O BUR RTU G G - AL :W ALT A / 6E OS EDE RE TE N NI NR GD I + )T JK ON AL . IN IÑ ED KR ER IJK LA "E ND $ $ UI LGI EN TS Ñ EM LAN A D &R RKE AN N &I KRIJK NL A )E ND 3L RLAN OV D E #Y NIÑ PR US
MOTOR
FIETS
LOPEND
/6
AUTO
RATIO /6 OP AUTO bron: EU
Nederlanders vormen een uitzondering, zij gebuiken hun auto minder vaak, maar omdat Nederland en dan vooral de Randstad relatief dichtbevolkt is, leidt het gebruik hier toch tot problemen. Nederlanders vallen vooral op door de populariteit van de fiets. Volgens dit onderzoek is de fiets in Nederland een even belangrijk transportmiddel voor de dagelijkse activiteiten als de auto. Zowel op nationaal, regionaal als gemeentelijk niveau worden er maatregelen voorgesteld om de bereikbaarheid te verbeteren. Het verbreden van snelwegen tussen Amsterdam en Almere, als alternatief voor de ondertunnelde snelweg langs het Naardermeer, is hier een voorbeeld van. Andere voorbeelden zijn de proeven met rekeningrijden rond Amsterdam en meer ov-verbindingen in de vorm van een metroverbinding naar Schiphol, het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Amstelveen en een supersnelle zweeftrein van Almere naar Schiphol.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
17
Inleiding
Belang en omvang van woon-werkverkeer De mobiliteit van de Nederlander is de afgelopen eeuw explosief gegroeid door verbeteringen in de infrastructuur en door een veel ruimer aanbod van steeds comfortabeler vervoermiddelen. De mogelijkheden om zich te verplaatsen zijn hierdoor sterk toegenomen. De belangrijkste motieven voor verplaatsing zijn het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer. Samen met verplaatsingen voor het volgen van onderwijs zijn ze verantwoordelijk voor 40% van alle verplaat singen in Nederland.6 Onder woon-werkverkeer wordt verstaan dat iemand in een andere gemeente werkt dan waar hij of zij woont. Onderzoeksvragen Het eerste deel van deze publicatie is gewijd aan het woon-werkverkeer. Op basis van landelijke bronnen is er veel informatie over beschikbaar. Op regionaal niveau wordt weinig onderzoek gedaan.7 Er is vooral weinig aandacht voor de beleving van woon-werkverkeer door de pendelaars. Het onderzoek naar de woon-werkverkeer in de regio kent daarom de volgende twee centrale vragen: 1. Wat is de omvang en samenstelling van de pendelstromen binnen de regio, de regio uit en naar de regio toe. 2. Hoe beïnvloedt woon-werkverkeer het leven van de pendelaars en het huishouden waarvan ze deel uitmaken. Het onderzoek valt uiteen in drie delen: 1. Literatuurstudie Het onderzoek begint met een korte literatuurstudie. Er wordt ingegaan op de ontwikkelingen die de toename van woon-werkverkeer hebben gestimuleerd, de keuze voor een vervoermiddel en nieuwste ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de omvang van de pendelstromen. 2. Kwantitatieve analyse van de pendelstromen Het tweede hoofdstuk is gebaseerd op een kwantitatieve analyse van twee landelijke bestanden, de Enquête beroepsbevolking (ebb) en het mobiliteits onderzoek Nederland (mon). Er is onderzocht wat de omvang en samenstel ling is van de pendelstromen binnen de regio, de regio uit en naar de regio toe. Bovendien is uitgezocht wie de pendelaars zijn, met welk vervoermiddel ze vooral reizen en in welke bedrijfstakken. 3. Panelonderzoek Het derde deel bestaat uit een onderzoek onder de internetpanels van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. De panelleden is gevraagd in welke mate woonwerkverkeer ingrijpt in hun dagelijkse leven.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
18
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Bijdragen regiogemeenten O+S Amsterdam heeft het onderzoek uitgevoerd, bijgestaan door de hierboven genoemde gemeenten. Het panelonderzoek is door elke gemeente zelf uitge voerd en zij schreven ook elk hun eigen paragraaf. Michiel Overkamp schreef daarnaast het eerste hoofdstuk, de literatuurstudie. Bovendien is het onder zoek begeleid door een commissie die is samengesteld uit de deelnemende gemeenten. De leden van de commissie zijn: Marian Huisman (Almere), Jurjen Bakker (Amstelveen), Peter van Hinte, Idske de Jong en Carine van Oosteren (Amsterdam), Bert Kuypers en Wim Molenaar (Haarlem), Michiel Overkamp (Haarlemmermeer), Jan van Poorten (Purmerend) en Renée Kuit (Zaanstad).
Noten 1
Bron: OECD Teritorial Reviews: Randstad, The Netherlands, 2007.
2
Bron: Wegen naar economische groei, RPB, 2006.
3
Bron: zie noot 1.
4
Bron: Horizon in beeld, Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040, 2007.
5 Bron: Eurobarometer reports: Attitudes on issues related to EU Transport Policy, juli 2007, http:/ec.europe.eu/public_opinion. 6
Bron: De Bosatlas van Nederland, 2007.
7 In het tweede deel van deze publicatie is een hoofdstuk gewijd aan regio-indelingen zoals de RSA, de Noordvleugel en de Metropoolregio Amsterdam.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
19
1
Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
Elke morgen stap ik rond zeven uur in de auto om vanuit mijn woonplaats Hoofddorp naar het werk in Amsterdam te gaan. Ik rijd hier met files een uurtje over; terwijl ik in de dagelijkse file op de A9 sta, scheer ik me nog even en neem de laatste stukken voor de dag door. Er zeggen wel eens mensen, ‘Jaap, waarom ga je niet met het OV?’ Ik hecht echter aan mijn vrijheid en ook moet ik in de loop van de dag nog vaak naar klanten toe, die op een bedrijventerrein zitten, dat slecht bereikbaar is met het openbaar vervoer. Bovendien haal ik op het einde van mijn werkdag ook nog mijn dochter op van de naschoolse opvang. Zonder auto zou dat allemaal niet gaan.
Bovenstaand verhaal zou zomaar een willekeurige forens kunnen zijn, waarvan je er honderdduizenden hebt in de Metropoolregio Amsterdam. Dagelijks zijn de wegen in de regio vol met mensen, die op weg zijn tussen hun werk en woning. Dit hoofdstuk heeft als doel om inzicht te geven in de oorzaken en gevolgen van de woon-werkverkeerstromen, de beweegredenen om voor een bepaald vervoermiddel te kiezen en de nieuwste ontwikkelingen om het gedrag van pendelaars te beïnvloeden.
1.1 Belang voor de Metropoolregio Amsterdam De Amsterdamse regio heeft een dominante economische positie in Nederland. In de regio woont 13% van alle Nederlanders en 17% van alle bedrijven zijn er gevestigd. Twaalf procent van het BNP wordt in de Amsterdamse regio verdiend.1 Ter vergelijking, voor de regio Rotterdam is dit acht procent. De aan wezigheid van Schiphol en de sterke positie van de commerciële dienstverlening in de regio dragen bij aan de dominante economische positie. Het aantal werk zame personen in de regio is bijna een miljoen (2005). De Amsterdamse regio is één van de dichtstbevolkte regio’s van Nederland met gemiddeld 1.500 inwoners per vierkante kilometer. Uit een studie van het Ruimtelijk Planbureau (rpb) blijkt bovendien dat de arbeidsmarkt in de Amsterdamse regio zich onderscheidt
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
20
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
1.1 Nederlandse file top 15, 2007 ¬EN¬MEER KILOMETERMINUTEN
+AMPEN ,ELYSTAD
"EVERWIJK :AANDAM
¬TOT¬¬ KILOMETERMINUTEN
(AARLEM
¬TOT¬¬ KILOMETERMINUTEN
!MSTERDAM
.UNSPEET (ARDERWIJK
!LMERE
(OOFDDORP
%RMELO
"USSUM (ILVERSUM
_ !PELDOORN
,EIDEN
!MERSFOORT
S¬'RAVENHAGE $ELFT
5TRECHT
'OUDA
%DE
_ !RNHEM
2OTTERDAM
(OOGVLIET
4IEL :WIJNDRECHT $ORDRECHT
.IJMEGEN
'ORINCHEM
/SS
S (ERTOGENBOSCH 7AALWIJK /OSTERHOUT
5DEN
bron: VerkeersInformatieDienst
door meer ‘kriskras’ woonwerkrelaties binnen het stedelijke netwerk dan in de Haagse en Rotterdamse regio: niet alleen zijn de pendelstromen vanuit de rand gemeenten naar Amsterdam aanzienlijk maar ook de pendelstromen tussen de verschillende randgemeenten zijn groot.2 Dit zorgt voor enorme dagelijkse ver keersstromen binnen de Amsterdamse regio, waarbij ruim de helft van het ver keer in de spits woon-werkverkeer is. Volgens een andere studie van het rpb zijn veel wegen in het Amsterdamse stedelijk netwerk zwaarbelast.3 In bovenstaande figuur is te zien waar de meeste files in Nederland stonden in 2007. Hieruit blijkt dan ook dat een deel van de dagelijkse files in de regio Amsterdam te vinden is. De totale filedruk is in 2007 met ruim 10 procent toegenomen ten opzichte van 2006. Sinds 2002 is de filedruk met 40 procent opgelopen. In 2007 hebben de files geleid tot maatschappelijke (directe) schade van meer dan een miljard euro. Een belangrijk deel van deze schade is het gevolg van de files in de Amsterdamse regio. Uit een oeso-onderzoek komt verder naar voren dat de achterblijvende infrastructuur in de Randstad in belangrijke mate bijdraagt aan de lagere econo mische groei ten opzichte van andere Europese stedelijke regio’s sinds 2000.4 Naast de schade die files berokkenen aan transporteurs, belemmeren files ook de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Het zoekbereik voor een passende baan wordt verkleind, omdat minder plaatsen bereikbaar zijn binnen een acceptabele reistijd. Daarbij is er een afname van de betrouwbaarheid van reistijd waar te nemen
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
21
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
door overbelasting van het wegen- en spoorwegnet. Dit draagt er toe bij dat bedrijven niet optimaal gebruik kunnen maken van het potentieel op de arbeids markt in de Amsterdamse regio. De bereikbaarheidsproblematiek vormt dus een bedreiging voor de concurrentiepositie van de Amsterdamse regio binnen Europa.
Belangrijkste files in de regio Amsterdam Files worden uitgedrukt in kilometerminuten. Dit is de gemiddelde filelengte in kilometers, vermenigvuldigd met de duur van de file in minuten. De langste file (in kilometerminuten) in de regio Amsterdam is te vinden op de A10 tussen De Nieuwe Meer en het Coenplein (nr. 2). Andere hoog genoteerde filemeldingen zijn te vinden op de A1 Amersfoort richting Amsterdam bij Muiderberg (nr. 12) en Muiden (nr. 13). Files in de Amsterdamse regio die buiten de top 15 vallen zijn te vinden op de A9: Amstelveen richting Diemen bij Holendrecht (nr. 19), de A8: Zaandam richting Amsterdam bij het Coenplein (nr. 20), de A4: Delft richting Amsterdam bij De Nieuwe Meer (nr. 21), de A1: Amsterdam richting Amersfoort bij Hoevelaken (nr. 24) en de A9: Amstelveen richting Diemen bij Diemen (nr. 27). bron: VerkeersInformatieDienst
1.2 Korte schets geschiedenis woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer is qua omvang en afstand sterk toegenomen in de afgelo pen eeuw. Begin 20e eeuw werden de huizen voor arbeiders nog naast de fabriek gebouwd, zodat hun woon-werkverkeer minimaal was. Het grootste deel van de bevolking had geen keuze qua woon- en werkplaats, omdat hun vervoersmo gelijkheden beperkt waren. Sinds de jaren zestig is de afstand tussen wonen en werken echter enorm toegenomen. Een aantal sociaal economische, ruimtelijke, demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen hebben hieraan bijgedragen.5 Oorzaken Sociaaleconomische ontwikkelingen Het opleidingsniveau is de afgelopen veertig jaar enorm toegenomen, waardoor meer mensen een specialistisch beroep hebben. Voor deze groep hoger opge leiden is het vaak lastiger om een passende werkplek dichtbij huis te vinden en bovendien zijn zij bereid om verder te reizen voor een aantrekkelijke baan. Verder heeft de toename van de welvaart in de laatste veertig jaar ervoor gezorgd dat steeds meer mensen zich een rijbewijs en een auto konden veroorloven.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
22
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
De reële kosten van aanschaf en gebruik van de auto zijn steeds lager geworden. Een Volkswagen kostte in 1960 één modaal jaarinkomen, terwijl dit tien jaar later nog maar een kwart was. De afgelopen jaren heeft het bezit van een tweede en zelfs derde auto een grote vlucht genomen. Ruimtelijke ontwikkelingen en beleid De vraag naar (auto)mobiliteit is sterk gefaciliteerd en bevorderd door het aan bod van nieuwe infrastructuur. Vooral de lengte van het autosnelwegennet is de afgelopen 35 jaar sterk toegenomen. In 1970 was de lengte krap 1.000 kilometer, terwijl de lengte anno 2007 ruim 2.400 kilometer is. Dit heeft ondanks de toe genomen filedruk geleid tot een sterke reductie van de reistijden per auto. Deze reductie bedroeg in deze periode ongeveer 50 procent. Het gevolg is dat men in minder tijd meer bestemmingen kan bereiken. De toegenomen mobiliteitsmogelijkheden hebben een belangrijke faciliterende, en later ook een zichzelf versterkende rol gespeeld bij de spreiding en scheiding van wonen, werken, voorzieningen en recreëren. Deze ruimtelijke uitsortering van functies werd door de overheid gestimuleerd door het aanwijzen van over loop- en groeikernen. Later zijn er wel pogingen gedaan om ook bedrijven naar deze groeikernen te krijgen, maar dit is op veel plaatsen niet gelukt. Door deze uitsortering van functies is er veel extra mobiliteit ontstaan binnen een stedelijk netwerk. Demografische, sociale en culturele ontwikkelingen De groei van de mobiliteit na 1975 is vooral gerealiseerd door de grote groep babyboomers, die massaal suburbaan ging wonen en bleven werken in de stad. De toegenomen individualisering in de afgelopen dertig jaar heeft bijgedragen aan een toename van het aantal kleinere gezinnen en eenpersoonshuishoudens. Bovendien hebben de verschillende gezinsleden in toenemende mate een eigen activiteitenpatroon ontwikkeld. Verder heeft emancipatie bijgedragen aan een grotere arbeidsparticipatie van vrouwen en zijn er meer tweeverdieners gekomen. Daardoor is er een nieuwe rolverdeling binnen huishoudens ontstaan waardoor het combineren van taken (arbeid, huishouden of educatie) steeds normaler is geworden. Hierdoor ontstaan complexere verplaatsingsketens. De auto is dan het meest flexibel inzetbare vervoermiddel om zo min mogelijk tijd aan deze verplaatsingen kwijt te zijn (zie figuur 1.2: De auto als spil van de spagaatfamilie).
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
23
Ten slotte zijn de eisen aan de woning en het woonmilieu hoger en specifieker geworden, waardoor de kans verkleind wordt om een woning nabij het werk te vinden. Veel mensen willen namelijk graag wonen in een groene, rustige omgeving, terwijl ze in de stad werken (suburbaan wonen). Bovendien kunnen ze vaak in de stad niet het type woning (eengezinswoning met een tuin) vinden dat ze zoeken of is dit type woning in de stad onbetaalbaar. Gevolgen Het gevolg van deze ontwikkelingen is dat de dagelijkse actieradius van mensen de afgelopen decennia is opgerekt van het lokale naar het regionale schaalniveau. Het kan zo zijn dat iemand in Almere woont, in Amsterdam werkt en regelmatig voor een hobby in Purmerend vertoeft, terwijl de partner werkt op Schiphol en regelmatig gaat winkelen in Amsterdam. Deze mate van mobiliteit was enige decennia terug ondenkbaar.
1.3 Afweging vervoermiddelkeuze In debatten over de fileproblematiek wordt regelmatig als oplossing aangedragen dat meer mensen met het ov zouden moeten gaan reizen. Mensen uit de auto krijgen, blijkt echter niet zo eenvoudig te zijn. Waarop baseren mensen hun keuze voor een vervoermiddel voor woon-werkverkeer? Deze keuze wordt grotendeels bepaald door een afweging van de aspecten reistijd, reiskosten en een aantal overige aspecten.6 Reistijd De reistijd van deur tot deur speelt een belangrijke rol bij de keuze voor een bepaald vervoermiddel. De maximale aanvaardbare reistijd voor woon-werk verkeer is gemiddeld drie kwartier voor een enkele reis.7 De verplaatsingstijd bestaat afhankelijk van het vervoermiddel uit verschillende onderdelen, waar door niet alleen de rittijd een rol speelt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je met de auto het snelst op de plaats van bestemming bent maar dat het zoveel tijd kost om een parkeerplaats te vinden, dat het reistijdvoordeel ten opzichte van de fiets verloren gaat. Niet alleen de objectieve verplaatsingstijd speelt een rol maar ook de ervaren lengte hiervan. Tien minuten wachten op de bus duurt voor je gevoel immers langer dan tien minuten rittijd. Wachttijd speelt dan ook vooral een rol bij het ov.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
24
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
vervoermiddel
onderdelen verplaatsingstijd
auto
parkeerlooptijd, autorittijd, parkeerzoektijd, parkeerlooptijd
openbaar vervoer
voortransport, wachttijd overstap, OV-rittijd, looptijd
overstap, wachttijd overstap, natransport
fiets
fiets paktijd, rittijd, stallingtijd
lopen
verplaatsingstijd bron: Van Wee en Dijst, 2002
Reiskosten Mensen geven een min of meer vast aandeel van het inkomen uit aan mobiliteit. Voor autobezitters is dit gemiddeld tussen de tien en vijftien procent van het inkomen. Het effect van een stijging van de autokosten op het gebruik van het ov is gering. De vaste kosten van het autobezit zijn namelijk hoog. Dit stimuleert het gebruik van de auto, omdat de meeste mensen een duurbetaalde auto niet werkloos voor de deur laten staan. Bovendien ontvangen werknemers vaak een reiskostenvergoeding van hun werkgever, waardoor ze voor woon-werkverkeer minder prijsbewust zijn. Voor bezitters van een auto van de zaak geldt dit nog in sterkere mate. Overige aspecten Naast tijd en kosten zijn er nog meer factoren van belang bij de keuze van een vervoermiddel voor woon-werkverkeer. Hierbij kan gedacht worden aan (dis) comfort, (fysieke) inspanning, betrouwbaarheid (reistijd), flexibiliteit, ongeval risico, stress, informatie, (sociale) veiligheid, imago, (kans op) slecht weer en toegankelijkheid voor invaliden. Sommige factoren (zoals onveiligheid) hebben een directe invloed, andere beïnvloeden vooral de keuze tussen vervoermid delen (bijv. imago). De betrouwbaarheid van het verkeerssysteem is één van de belangrijkste aspecten naast de reistijd en -kosten. Een redelijk vertrouwen in het tijdstip waarop men de plaats van bestemming bereikt, is nodig om afspraken te kunnen plannen. Bij comfort gaat het om de beleving van de verplaatsing. Deze wordt beïnvloed door het al dan niet hebben van een zitplaats, hoe com fortabel de wachtruimtes zijn of het hebben van airco in de auto. Met (fysieke) inspanning wordt de moeite bedoeld die een verplaatsing kost. Een voorbeeld hiervan is een voortraject van vijf minuten naar de bushalte lopen, voordat de werkelijke reis begint. Autorijden kost relatief weinig fysieke inspanning, maar vraagt wel om alertheid vanwege het drukke verkeer. Flexibiliteit zegt iets over de mate van vrijheid. Met het openbaar vervoer is men gebonden aan vertrek tijden, terwijl met de auto een vertrek op elk moment mogelijk is. Flexibiliteit speelt sterk mee bij forensen die dagelijks op meerdere locaties komen voor
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
25
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
afspraken bij klanten. De auto wordt door hen als meest flexibele vervoermid del gezien. De factor informatie heeft vooral te maken met de beschikbaarheid van kennis over alternatieve vervoermiddelen en de informatievoorziening tijdens de reis. Wie dagelijks met de auto gaat, weet waarschijnlijk niet waar de dichtstbijzijnde bushalte is en hoe laat, hoe vaak en waarheen de bus gaat. Dit gebrek aan kennis over vervoersalternatieven kan een drempel vormen om het gedrag te veranderen. Ten slotte spreken de factoren: stress, ongevalrisico, (kans) op slecht weer en toegankelijkheid voor invaliden voor zich. Deze ‘overige fac toren’ beïnvloeden elkaar natuurlijk. Een slechte informatievoorziening over de opgelopen vertraging met de trein, zorgt voor een onbekende aankomsttijd. Deze onbekende aankomsttijd zorgt voor onbetrouwbaarheid van het systeem en kan bovendien bijdragen aan stress, omdat men het risico loopt een bepaalde afspraak niet te halen. In de volgende figuur is te zien hoe een tweeverdienerfamilie verschillende ver plaatsingen combineert. Een vader doet ’s middags na z’n werk bijvoorbeeld eerst boodschappen, waarna hij zijn zoon van het kinderdagverblijf haalt en ten slotte naar huis gaat. Voor deze groep spelen naast afstand en reistijd sterk de aspecten betrouwbaarheid, stress en flexibiliteit mee bij de keuze van het vervoermiddel. De auto sluit vaak het meest aan bij de wensen van deze groep. 1.2 De auto als spil van de spagaatfamilie
WERKPLEK¬ VOORZIENINGEN
!MSTERDAM WONING KINDERDAG VERBLIJF (AARLEMMERMEER WERKPLEK¬ SCHOOL (AARLEM
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
26
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Niet-rationele afwegingen Bij de keuze voor een vervoermiddel spelen ook minder rationele afwegingen als voorkeur (houdt iemand van autorijden of reizen per trein) en status (ervaart de forens de auto wel of niet als statussymbool) mee. Deze niet-rationele factoren maken het beïnvloeden van het verplaatsingsgedrag nog ingewikkelder.
1.4 Nieuwste ontwikkelingen Zoals uit de vorige paragraaf blijkt is het gedrag van pendelaars niet eenvoudig te beïnvloeden. Toch wordt er voortdurend gezocht naar nieuwe manieren om de woon-werkverkeer te verminderen of beter te reguleren. Telewerken Meer telewerken, oftewel plaatsonafhankelijk werken, wordt vaak genoemd als een oplossing voor het bestrijden van de dagelijkse fileproblematiek. Telewerken kan bijdragen aan een duidelijke afname van het aandeel woon-werkverkeer in de spits. Het gevaar bestaat wel dat de vrijgekomen ruimte op de weg weer wordt opgevuld door nieuw verkeer. Dit wordt ook wel het faciliteren van latente vraag genoemd. De grootste reistijdeffecten zijn echter te vinden bij de telewerkers zelf. Eén dag thuiswerken betekent 20% minder reistijd per week (uitgaand van een volledige werkweek). Uit onderzoek blijkt bovendien dat thuiswerkers productiever zijn dan hun collega’s die uitsluitend op kantoor werken.8 In de regio Amsterdam waren eind 2004 ongeveer 60.000 telewerkers (6% van de beroepsbevolking) te vinden. Bijna de helft van de telewerkers werkt in de zakelijke dienstverlening. Telewerkers werken gemiddeld een dag per week thuis. Bijna de helft van de werknemers geeft aan in een functie te werken waar telewerken mogelijk is. Uit enquêtes blijkt dat ongeveer een derde van alle werk nemers zou willen telewerken. Er bestaan wel grote verschillen tussen sectoren. In de zakelijke en financiële dienstverlening, handel en het openbaar bestuur kunnen en willen meer werknemers telewerken dan in andere sectoren. Volgens onderzoek van tno is er een potentieel van zo’n 250.000 thuiswerkers in de regio Amsterdam.9 Belemmeringen voor telewerken zijn dat werkgevers die toestemming weigeren, werknemers het zelf niet durven of obstakels in de thuissituatie. Om de eerste twee belemmeringen weg te nemen, is het belangrijk dat er meer positieve aandacht en ondersteuning komt voor telewerken in organisaties. Hiervoor is een cultuuromslag nodig in organisaties waarbij sturen op output de plaats inneemt van aanwezigheid.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
27
Flexibele werktijden Flexibele werktijden die spitsvermijdend rijden mogelijk maken, kunnen grote bereikbaarheidseffecten hebben. Woon-werkverkeer maakt namelijk ongeveer de helft uit van het verkeer tijdens de spits. Er zijn testen gedaan door de vu, waarbij een groep automobilisten, die buiten de spits reden beloond werden met een bedrag rond de drie euro per keer. Het effect was dat het autogebruik licht afnam en dat het drukker werd na de spits. Zonder de financiële prikkel bleek men echter toch weer terug te vallen in het oude gedrag.10 Een randvoorwaarde voor het spitsvermijdend rijden is dat de werkgever de mogelijkheid biedt om werktijden flexibel in te delen. Anders Betalen voor Mobiliteit: rekeningrijden of kilometerheffing De filosofie achter rekeningrijden of kilometerheffing is dat niet het bezit, maar het gebruik van de auto belast moet worden. Kilometervreters betalen weliswaar meer, maar daar staat tegenover dat zij (door kortere files) minder reistijdverlies hebben. De samenstelling van het verkeer verandert hierdoor, omdat reizigers een verschillend belang hechten aan reistijd en reiskosten. Voor het zakelijk en vrachtverkeer zal de reistijdwinst opwegen tegen de extra kosten. Voor het sociaalrecreatieve en woon-werkverkeer kan deze afweging tot gevolg hebben dat een grote groep mensen toch liever kiest voor een ander vervoermiddel of buiten de spits rijdt. Het kostenaspect weegt voor deze groep namelijk zwaar der dan bij de zakelijke en vrachtrijders. Als compensatie voor de toegenomen gebruikskosten worden de aanschafkosten voor nieuwe auto’s (bpm-belasting) en de wegenbelasting sterk verlaagd. Een (ongewenst) gevolg hiervan kan zijn dat het autobezit toeneemt. Het rpb schetst in een rapport dat beprijzing van het wegverkeer gunstige gevol gen heeft voor de filedruk.11 Er worden drie scenario’s bekeken, een zogenaamde vlakke kilometerheffing, een dergelijke heffing aangevuld met een congestiehef fing en een variant waarbij de opbrengsten van de heffingen geïnvesteerd worden in infrastructuur. De congestieheffing in combinatie met de extra investeringen in de infrastructuur hebben het grootste effect op de filedruk omdat de weg capaciteit vergroot wordt terwijl het verkeersaanbod afneemt. Het verwachte resultaat is 9% minder verkeer. Het RPB voorziet bij deze variant echter ook een groter ruimtebeslag van infrastructuur en meer milieubelasting. Een vlakke kilometerheffing heeft wel effect (4% minder verkeer), maar aangevuld met een congestieheffing is het effect veel groter (19% minder verkeer). Recentelijk heeft het kabinet besloten om met ingang van 2011 kilometerheffing te gaan invoeren. Het eerste jaar gaan vrachtwagens betalen per gereden kilometer en een jaar later gaat dit – gefaseerd – voor personenauto’s gelden.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
28
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Via de kilometerheffing betaalt de automobilist naar plaats, tijd en milieu kenmerken (de vervuiler betaalt). Er zal gewerkt worden met een satelliet systeem en niet met tolpoorten.12 De introductie van kilometerheffing beïnvloedt het personeelsbeleid van som mige bedrijven. Zo biedt de Rabobank haar personeel een mobiliteitsbudget aan. Dit budget kunnen zij opmaken aan een leaseauto, maar men kan er ook voor kiezen om een ns-jaarkaart aan te schaffen. Het geld dat overblijft gaat naar de levensloopregeling van de werknemer of wordt uitbetaald. Beoogd wordt om de werknemer hierdoor bewuster te maken van de kosten van mobiliteit en te stimuleren hier zuiniger mee om te gaan.13 Transferia Sinds de jaren ’90 zijn er op diverse plaatsen nabij steden transferia gerealiseerd, die moesten bijdragen aan het verminderen van autoverkeer in binnensteden. De meeste transferia waren in de begintijd niet zo succesvol. De laatste tijd worden ze steeds populairder doordat stadscentra steeds verder dichtslibben en beginnen weggebruikers in te zien dat het gebruik van een transferium ook echt reistijd winst oplevert. Bovendien zijn de kosten voor het parkeren bij een transferium vele malen lager dan in de binnenstad en worden er voordelige combitickets aangeboden.14 De aansluiting op een frequent ov-net is erg belangrijk, zodat de overstaptijden beperkt en het vrijheidsgevoel aanwezig blijven. Uit studies blijkt dat transferia positief bijdragen aan het verminderen van de parkeerdruk en verkeersdrukte in het centrum, maar dat ze nauwelijks effect hebben op het aantal autokilometers.15 De ns is van plan om meerdere regiopoort stations te ontwikkelen, waarbij het makkelijk is om over te stappen van de auto op de trein.16 Deze stations zijn in tegenstelling tot de vroegere transferia verder van de stad gelegen en moeten er toe bijdragen dat automobilisten een overstap op de trein kunnen maken voordat ze in de file naar het stadscentrum belanden. In Barneveld-Noord is al een dergelijk station nabij de snelweg gerealiseerd. Het is nog te vroeg om te zeggen in hoeverre dit initiatief succesvol is. Aantrekkelijker OV Om het ov aantrekkelijker te maken voor automobilisten, zet de Metropoolregio Amsterdam in op een aantal kwaliteitsverbeteringen. Deze verbeteringen hebben vooral betrekking op uitbreiding en verbetering van de ov-infrastructuur en betere overstapmogelijkheden tussen verschillende ov-vormen in de regio Amsterdam.17 Bovendien wil de gemeente Amsterdam het ov langer laten door rijden ‘s avonds.18 Deze verbeteringen zullen een positieve invloed hebben op de omvang van het ov-aanbod en de betrouwbaarheid van het systeem. Andere voorbeelden van verbetering zijn de Noord/Zuidlijn, de hogesnelheidslijn (hsl)
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
29
en Hoogwaardig Openbaar Vervoer (hov), zoals de Zuidtangent.19 Een andere manier om het ov aantrekkelijker te maken is gratis openbaar ver voer. De regering heeft negen van dergelijke proeven aangekondigd. Met gratis wordt bedoeld dat de gebruiker er niets voor hoeft te betalen. Gratis openbaar vervoer leidt tot een forse toename van het gebruik ervan. Slechts een klein deel van die extra gebruikers bestaat uit voormalige automobilisten. De rest betreft vooral mensen die toch al met het openbaar vervoer reizen, maar nu vaker of ver der gaan reizen. Een andere consequentie van gratis ov is dat de kwaliteit ervan afneemt doordat een deel van de trams, metro’s en bussen overvol zullen raken. De kosten van de maatregel zijn enorm omdat er extra materieel noodzakelijk is, terwijl de oorspronkelijke inkomsten van betalende gebruikers wegvallen. Voor specifieke doelgroepen (zoals gehandicapten, jongeren en ouderen) en bepaalde trajecten (bijv. van de stadsrand naar binnenstad) kan gratis of goedkoop ov wel een oplossing zijn.20 Conclusie De zware belasting van het infrastructuurnetwerk in de Randstad is de laatste dertig jaar ontstaan door diverse samenhangende maatschappelijke en ruimte lijke ontwikkelingen, zoals suburbanisatie, individualisering en welvaartsgroei. De omvang en kwaliteit van de infrastructuur (spoor en weg) is onvoldoende meegegroeid met deze ontwikkelingen. Lange tijd is er geprobeerd om meer mensen het openbaar vervoer in te krijgen en zo de wegen te ontlasten. Dit is echter niet eenvoudig omdat naast reistijd en kosten nog diverse andere factoren een rol spelen bij de vervoermiddelkeuze. Voortdurend wordt er gezocht naar nieuwe manieren om de regio bereikbaar te houden, op nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau. De invoering van reke ningrijden, het beter benutten van transferia, telewerken en investeringen in fietsverbindingen, de Noord/Zuidlijn, de hsl en hov zijn hier voorbeelden van. Het is maar de vraag of deze maatregelen voldoende zijn om het infrastructuur netwerk te ontlasten. Dit blijft een belangrijke opgave omdat de aantrekkelijk heid van de regio door de toegenomen mobiliteit onder druk staat.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
30
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Literatuurlijst Rapporten
• OV-visie 2007-2020, Gemeente Amsterdam, 2007. • Manshanden W. en O. Merk, De Randstad als groeimetropool, ESB, 21 september 2007. • Evaluatie transferia, MuConsult, 2000. • Actieplan Spoor, NS, 2007. • Horizon in beeld, Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040, 2007. • OECD, Territorial Reviews: Randstad, The Netherlands, 2007. • Filemonitor 2005, Rijkswaterstaat, 2006. • Files en de ruimtelijke inrichting van Nederland, RPB, 2006. • Vele steden maken nog geen Randstad, RPB, 2006. • Beprijzing van het wegverkeer – De effecten op doorstroming bereikbaarheid en de economie, RPB, 2007.
• Altijd weer die auto! – Sociaal en gedragswetenschappelijk onderzoek en het verkeersen vervoerbeleid, SCP, 2000.
• Mobiel in de tijd – op naar een autoafhankelijke maatschappij 1975-2000, SCP, 2003. • Beleidsadvies Domotion, TNO, 2004. • Wee van B. en M. Dijst, Verkeer en vervoer in hoofdlijnen, 2002. Websites
• • • •
VerkeersInformatieDienst, www.verkeersinformatiedienst.nl Centraal Bureau voor de Statistiek, www.cbs.nl Projectbureau Spitsmijden, www.spitsmijden.nl Autokompas, www.autokompas.nl
Krantenartikelen
• • • • •
Trouw, In de bus de file voorbij zoeven, 11 september 2007. Trouw, Telewerken tegen verkeersinfarct, 12 mei 2007. De Volkskrant, Kilometerheffing vanaf 2011, 1 december 2007. NRC, Gratis openbaar vervoer werkt averechts voor milieu, 20 juni 2007. NRC, Amsterdam over drie jaar spitsheffing, 8 november 2007.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
1 Ontwikkelingen in het woon-werkverkeer
31
Noten 1
Bron: CBS, 2005.
2
Bron: RPB, 2006.
3
Bron: RPB, 2006.
4
Bron: OECD, Territorial Reviews, 2007.
5 Bron: Belangrijkste bron voor de schets van de geschiedenis van het woon-werkverkeer, SCP, 2003. 6 Bron: Wee van B. en Dijst M., Belangrijkste bron voor uitleg over vervoermiddelkeuze, 2002. 7
Bron: Idem.
8
Luyckxs S., Telewerken tegen verkeersinfarct, Trouw, 12 mei 2007.
9
Bron: Beleidsadvies Domotion, TNO, 2004.
10 Bron: www.spitsmijden.nl 11 Bron: zie noot 9. 12 Bron: De Volkskrant, Kilometerheffing vanaf 2011, 1 december 2007. 13 Bron: www.autokompas.nl 14 Bron: Trouw, In de bus de file voorbij zoeven, Trouw, 11 september 2007. 15 Bron: Evaluatie transferia, MuConsult, 2000. 16 Bron: Actieplan Spoor, NS, 2007. 17 Bron: Horizon in beeld, Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040, 2007. 18 Bron: Gemeente Amsterdam, 2007. 19 Bron: Hoogwaardig openbaar vervoer is stads- en streekvervoer dat voldoet aan hoge eisen op het gebied van doorstroming (hoge gemiddelde rijsnelheid). 20 Bron: NRC, Gratis openbaar vervoer werkt averechts voor milieu, 20 juni 2007.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
32
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
33
2
Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de omvang en samenstelling van de pendel stromen binnen de Metropoolregio Amsterdam, de regio uit en naar de regio toe. Gestart wordt met de pendelstromen op hoofdlijnen. Daarna wordt een verge lijking gemaakt tussen de pendel in 2000 en 2005 en wordt duidelijk gemaakt wie de pendelaars zijn en met welke vervoermiddelen ze reizen.
2.2 Totale pendelstromen Op basis van de laatste gegevens van de enquête beroepsbevolking van het Centraal Bureau voor de Statistiek bestond de werkende beroepsbevolking in de Metropoolregio Amsterdam in 2005 uit 980.000 personen, 13% van de totale werkzame beroepsbevolking in Nederland.1 In de Metropoolregio Amsterdam werkt 51% van de werkzame beroepsbevolking in de eigen woonplaats, wat betekent dat 49% van de werkzame beroepsbevolking buiten de woongemeente werkt. Het aandeel pendelaars verschilt per gemeente. In figuur 2.1 is het saldo van de inkomende en de uitgaande pendel weergegeven. In gemeenten als Almere, Zaanstad en Purmerend pendelen enerzijds veel meer mensen naar een andere gemeente dan er mensen naar de gemeenten zelf pendelen. Aan de andere kant pendelen er veel meer mensen naar gemeenten als Amsterdam, Velsen en Haarlemmermeer. De totale werkgelegenheid in de Metropoolregio Amsterdam is ruim 50.000 arbeidsplaatsen groter dan de werkzame beroepsbevolking. Dit betekent dat er meer mensen naar de Metropoolregio Amsterdam pendelen dan er van uit de regio naar elders in Nederland pendelen. 143.000 inwoners uit de Metropoolregio werken in een gemeente buiten de regio en bijna 200.000 pendelaars komen vanuit een gemeente buiten de regio naar de regio toe.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
34
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.1 Het saldo van de inkomende en uitgaande pendel, 2005 POSITIEF ¬MEER¬DAN¬¬MENSEN POSITIEF ¬TOT¬EN¬MET¬¬MENSEN ONGEVEER¬GELIJK 0URMEREND
NEGATIEF ¬TOT¬EN¬MET¬¬MENSEN NEGATIEF ¬MEER¬DAN¬¬MENSEN
6ELSEN
:AANSTAD
/OSTZAAN
!MSTERDAM
(AARLEM
!LMERE $IEMEN
(AARLEMMERMEER
!MSTELVEEN
!ALSMEER ,AREN
5ITHOORN
(ILVERSUM
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
In figuur 2.2 zijn de grootste pendelstromen binnen de Metropoolregio Amsterdam weergegeven. Er wordt binnen de Metropoolregio Amsterdam 2.2 De grootste pendelstromen in de Metropoolregio Amsterdam, 2005
0URMEREND
:AANSTAD
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
!LMERE
(AARLEM
$IEMEN
!MSTELVEEN
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
35
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.3 Pendelstromen naar en uit de Metropoolregio Amsterdam, 2005
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
veel gependeld. De meeste mensen in de Metropoolregio Amsterdam werken in hun eigen gemeente, 51% van de werkende beroepsbevolking. Een andere grote groep, 35%, pendelt wel maar blijft binnen de Metropoolregio. Deze twee groepen samen zorgen voor kris-krasverkeer. De grootste pendelstromen zijn op Amsterdam gericht (zie figuur 2.2). De enige uitzondering is de stroom pendelaars vanuit Amsterdam naar Haarlemmermeer. Deze is groter dan de stroom vanuit Haarlemmermeer naar Amsterdam. In figuur 2.3 zijn de pendelstromen van en naar de Metropoolregio Amsterdam zichtbaar gemaakt. De grootste pendelstromen gaan van en naar de Zuidvleugel. Ook pendelen veel mensen uit de rest van Noord-Holland en Utrecht naar de Metropoolregio Amsterdam. Ontwikkelingen tussen 2000 en 2005 Tussen 2000 en 2005 is de werkzame beroepsbevolking in de Metropoolregio Amsterdam met 1,3% afgenomen, terwijl het aantal banen toenam met 4,8%. Het gevolg was dat de pendel naar de Metropoolregio Amsterdam tussen 2000 en 2005 is toegenomen. Binnen de Metropoolregio Amsterdam bleef het aan deel pendelaars vrijwel overal gelijk. Almere vormt de belangrijkste uitzonde ring, hier is de werkgelegenheid meer toegenomen dan de beroepsbevolking.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
36
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.3 Kenmerken van pendelaars Op basis van het mobiliteitsonderzoek Nederland (mon)2 kan worden bepaald wie de pendelaars zijn. Het mon is net als de ebb gebaseerd op een steekproef. Deze leveren niet precies dezelfde resultaten maar de verschillen vallen binnen de betrouwbaarheidsmarge van de enquêtes. Vrouwen pendelen minder dan mannen Figuur 2.4 en de daarop volgende figuren in deze paragraaf zijn steeds gebaseerd op het totale aantal pendelaars in Nederland. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: • mensen die binnen de Metropoolregio Amsterdam wonen en werken, • mensen die naar de Metropoolregio Amsterdam pendelen voor hun werk, • mensen die in de Metropoolregio Amsterdam wonen en erbuiten werken, • mensen die elders in Nederland wonen en werken en niet in dezelfde gemeente wonen en werken. Elk van deze groepen telt op tot 100%. Uit figuur 2.4 blijkt dat vrouwen dichterbij huis werken dan mannen en daarom ook minder vaak pendelen. Vergeleken met overig Nederland is het aandeel vrouwen dat binnen de Metropoolregio Amsterdam pendelt groter en is het aandeel vrouwen dat naar en vanuit de Metropoolregio pendelt juist kleiner.
2.4 Pendel naar geslacht en gebied, 2005 (procenten)
MAN
VROUW
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO bron: MON 2005
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
37
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.5 Pendel naar leeftijdsgroepen en gebied, 2005 (procenten)
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO
AR
AR
JA
AR
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
JA
AR
JA
AR
JA
AR
JA
AR
JA
AR
JA
AR
JA
JA
JA
AR
bron: MON 2005
Er wordt vooral gependeld door mensen tussen de 30 en 44 jaar. Oudere en jongere mensen werken vaker in hun eigen woonplaats. In de Metropoolregio Amsterdam is de verdeling iets anders: hier pendelen juist wat minder werk nemers tussen de 30 en 44 jaar en wat meer oudere werknemers (55+). De Metropoolregio trekt vooral veel jonge werknemers, van 20-30 jaar. Inwoners uit de Metropoolregio Amsterdam tussen de 30 en 39 jaar werken juist wat vaker buiten de regio. 2.6 Pendel naar opleidingsniveau en gebied, 2005 (procenten)
BASISONDERWIJS
LAGER BEROEPSONDERWIJS MIDDELBAAR ONDERWIJS
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO
HOGER ONDERWIJS
bron: MON 2005
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
38
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.7 Pendel naar inkomensklassen en gebied, 2005 (procenten) % 40 35 30 25 20 15 10 5 0
< 7.500 euro
7.500 < 15.000 euro
15.000 < 22.500 euro
22.500< 30.00 euro
pendel binnen Metropoolregio
pendel naar Metropoolregio
pendel vanuit Metropoolregio
pendel buiten Metropoolregio
30.000 euro en meer
bron: MON 2005
Vooral mensen met een hogere opleiding pendelen Als de werkende bevolking wordt ingedeeld naar opleidingsniveau dan wordt duidelijk dat vooral hoger opgeleide mensen pendelen, mensen met alleen basis onderwijs of lager beroepsonderwijs pendelen veel minder. In de Metropool regio Amsterdam wijkt de verdeling iets af van Nederland: naar verhouding pendelen er iets meer mensen met basisonderwijs en met middelbaar onderwijs. Hoger opgeleiden pendelen vooral vanuit en naar de Metropoolregio. Opleidingniveau en inkomen houden verband met elkaar. Mensen met een hoger inkomen hebben vaak ook een hogere opleiding en pendelen veel meer dan mensen met een lager inkomen, die vaak ook lager opgeleid zijn. De reden voor het grotere aandeel pendelaars met een lager opleidingsniveau en een lager inkomen moet worden gezocht in de aanwezigheid van twee grote werkgevers, die relatief veel lager geschoolde banen hebben: Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer en Corus Staal in Velsen. Daarnaast reizen veel lager geschoolde mensen uit de Amsterdamse randgemeenten voor hun werk naar Amsterdam. Weinig pendel in detailhandel en horeca Op basis van de enquête beroepsbevolking van het cbs is de pendel per bedrijfs tak berekend. In de landbouw, horeca en detailhandel, bedrijfstakken met veel laaggeschoolde arbeid, wordt weinig gependeld: de meeste mensen werken in hun woongemeente.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
39
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.8 Pendel naar activiteit van het bedrijf en gebied, 2005 (procenten) 20
%
15 10 5
uw
en
bo
ijv
nd
dr
be
la
n
ts nu
m
un
ic
at
ie
d
ije er
ev tg
co
te
le
ui
m
a
ei rh
re c
bo
uw
ni
jve
ho
l
ng ni
de
e ov
er
ig
rle
ve st
di
en
gr oo
th
an
rw
ijs
en st
de
en
di
on
l
rie
an
ci
ël
e
in
du
st
de
r de
ta
ilh
an
fin
k
st
uu
ie ba
ar
be
or g
st
en
op
po
rt
en
lo
gi
sz id
he
nd tra
ns
lij
ge
ke za
zo
ke
di
en
st
en
0
pendel binnen Metropoolregio
pendel naar Metropoolregio
pendel vanuit Metropoolregio
pendel buiten Metropoolregio bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Een verdeling van de pendelaars naar sector laat zien dat in de Metropoolregio Amsterdam vooral mensen met een baan in de zakelijke dienstverlening pende len. Dit geldt zowel voor mensen die binnen als mensen die naar en vanuit de Metropoolregio pendelen. Binnen de Metropoolregio wordt ook veel gependeld door mensen die in de gezondheidszorg, in de sector transport en logistiek, in het openbaar bestuur en in de detailhandel werkzaam zijn. Behalve zakelijke dienstverlening zijn gezondheidszorg, transport en logistiek, financiële sector en in de groothandel sectoren waar relatief veel werknemers van buiten de regio werken zijn. Bouwnijverheid is een sector die voor veel uitgaande pendel zorgt, naast zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. Veel OV-gebruik pendelaars in de Metropoolregio Amsterdam De manier waarop de pendelaars zich verplaatsen is voor de hele Metropoolregio Amsterdam te bepalen uit het mobiliteitsonderzoek (mon). Het aantal respon denten is te klein om het meest gebruikte vervoermiddel per gemeente te bepalen. Bijna de helft van de pendelaars maakt binnen de Metropoolregio Amsterdam gebruik van de auto. Dit is minder dan in de rest van Nederland, daar reist ruim
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
40
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.9 Pendel naar vervoerwijze (hoofdvervoermiddel) en gebied, 2005 (procenten)
EIGEN AUTO
BEDRIJFS OF LEASEAUTO
PASSAGIER AUTO
TREIN
BUSMETRO TRAM
BROMFIETS
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO
FIETS
bron: MON 2005
twee derde van de pendelaars per auto. Binnen de Metropoolregio maken pendelaars veel minder gebruik maken van een bedrijfs- of leaseauto dan de pendelaars die naar de regio komen of buiten de regio werken. Pendelaars die in de Metropoolregio wonen en buiten de Metropoolregio werken hebben juist vaker de beschikking over een bedrijfs- of leaseauto. Binnen de Metropoolregio wordt door alle werkenden veel gebruik gemaakt van het openbaar vervoer, ook door de mensen die in dezelfde gemeente wonen en werken. De laatstgenoemde groep maakt vooral gebruik van de bus, metro of tram. De trein wordt vooral gebruikt door pendelaars die van buiten de regio komen. Het aandeel van de fiets is in de Metropoolregio Amsterdam kleiner dan erbuiten. De bromfiets wordt nauwelijks gebruikt voor pendel naar en vanuit de Metropoolregio. Op basis van het mobiliteitsonderzoek is ook de reisafstand en de reisduur van de pendelaars bekend. Pendelaars die in de Metropoolregio wonen en werken, reizen over kortere afstand dan mensen die erbuiten wonen en wer ken maar ze zijn er wel relatief lang mee bezig. De mensen die vanuit en naar de Metropoolregio pendelen zijn het langst onderweg. Pendelaars die naar de Metropoolregio komen, leggen de grootste afstand af en zijn ook het langst onderweg. Dit geldt vooral voor treinreizigers. Treinpendelaars van buiten
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
41
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.10 De gemiddelde reisafstand van de pendelaars naar hoofdvervoermiddel en gebied, 2005 KM
AUTO
TREIN
BUSMETROTRAM
BROMFIETS
FIETS
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO
TOTAAL
bron: MON 2005
de Metropoolregio zijn bijna anderhalf uur onderweg voor een enkele reis. In die tijd leggen ze nog geen 70 kilometer af. Automobilisten zijn gemiddeld minder lang onderweg. De afstand die zij afleggen is ook korter, rond de 50 kilometer als ze buiten de regio werken of als ze van buiten de regio komen. In vergelijking met de pendelaars buiten de Metropoolregio Amsterdam leggen de pendelaars die binnen de Metropoolregio wonen en werken kleine afstanden af. Binnen de regio is de afstand gemiddeld 20 kilometer. Hier doen ze een half uur over. Een groot deel van pendelaars binnen de Metropoolregio tussen de 30 en 40 kilometer, dit zijn vooral mensen die tussen Almere en Amsterdam pendelen (circa 36 km, de grootste pendelstroom binnen de Metropoolregio). 2.11 De gemiddelde reisduur van de pendelaars naar hoofdvervoermiddel en gebied, 2005 MINUTEN
AUTO
TREIN
BUSMETROTRAM
BROMFIETS
FIETS
PENDEL BINNEN -ETROPOOLREGIO
PENDEL NAAR -ETROPOOLREGIO
PENDEL VANUIT -ETROPOOLREGIO
PENDEL BUITEN -ETROPOOLREGIO
TOTAAL
bron: MON 2005
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
42
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.12 De pendelafstand naar soort gebied (enkele reis), 2005 (procenten) % 30 25 20 15 10 5
to t2 2, ,5 km 5 5, < 5 - < km 7, 7,5 5 - < km 10 10 - < km 20 20 - < km 30 30 - < km 40 40 - < km 50 50 - < km 60 60 - < km 70 70 - < km 80 80 km 90 < 9 -< 0k m 10 10 0 -< 0k m 12 12 5 -< 5k m 15 15 0 -< 0k m 17 17 5 -< 5k m 20 20 0 -< 0k m 30 >= 0 k m 30 0 km
0
pendel binnen Metropoolregio
pendel naar Metropoolregio
pendel vanuit Metropoolregio
pendel buiten Metropoolregio bron: MON 2005
De mensen die voor hun werk naar en vanuit de Metropoolregio pendelen, reizen juist vaak meer dan 50 kilometer. Mensen die naar de Metropoolregio pendelen reizen vaker meer dan 150 kilometer dan de mensen die vanuit de Metropoolregio pendelen, zij reizen vooral afstanden van minder dan 150 kilo meter.
2.4 Pendel per gemeente In deze paragraaf is voor alle gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam met een werkende beroepsbevolking van meer dan 20.000 mensen een overzicht gegeven van de in- en uitgaande pendel. Per gemeente is een figuur toegevoegd die de inkomende en uitgaande pendel in pijlen laat zien. De dikte van de pijlen correspondeert met het aantal mensen dat pendelt. Omdat het aantal mensen dat pendelt per gemeente verschilt is steeds een andere maat voor de dikte van de pijlen gebruikt. De grootste pendelstroom per gemeente geeft steeds het absolute aantal pendelaars weer. 2.4.1 Pendel van en naar Almere
In Almere is de werkzame beroepsbevolking veel groter dan de werkgelegen heid ter plekke. Veel mensen uit Almere werken daarom elders, maar 44% van de werkzame beroepsbevolking werkt in de gemeente Almere zelf (34.000
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
43
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.13 De grootste pendelstromen van en naar Almere, 2005
,ELYSTAD
!MSTERDAM
$RONTEN
$IEMEN (AARLEMMERMEER
7EESP
(UIZEN
(ILVERSUM
!MERSFOORT
5TRECHT
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
mensen). Volgens het CBS telt de werkzame beroepsbevolking in de gemeente Almere in 2005 ruim 77.000 mensen; volgens de gegevens van lisa telt Almere in 2005 in totaal 52.000 arbeidsplaatsen van 12 en meer uur per week.3 Uitgaande pendel Meer dan de helft van de werkzame beroepsbevolking van Almere werkt buiten de gemeente (43.500 mensen). Ruim 19.000 van hen pendelen naar Amsterdam. Ze werken vooral in de financiële sector, de gezondheidszorg, de zakelijke dienstverlening, in het openbaar bestuur en in het onderwijs. Daarnaast werken er bijna 4.300 mensen in de gemeente Haarlemmermeer, bijna de helft van hen werkt in de luchtvaart of dienstverlening voor het vervoer. Dit gaat om banen op Schiphol en omgeving. Volgens gegevens van Regioplan werken er op de luchthaven Schiphol zelf bijna 3.300 mensen uit Almere.4 Naast autochtone Nederlanders pendelen veel mensen van Surinaamse afkomst uit Almere naar Haarlemmermeer. Inkomende pendel In de gemeente Almere werken bijna 23.000 mensen die niet in Almere wonen. De meeste mensen komen uit Lelystad, Amsterdam en Weesp. Mensen die naar Almere pendelen werken vooral in de gezondheidszorg, de zakelijke dienstverle ning en in de groothandel.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
44
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.14 De grootste pendelstromen van en naar Amstelveen, 2005
(AARLEM
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
!LMERE $IEMEN
!ALSMEER (ILVERSUM
5ITHOORN $E¬2ONDE¬6ENEN
5TRECHT @S¬'RAVENHAGE
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
In vergelijking met de uitgaande pendel reizen er meer autochtone Nederlanders en westerse allochtonen naar Almere. Het aandeel mensen van Surinaamse afkomst in de inkomende pendel is veel geringer dan in de uitgaande pendel. 2.4.2 Pendel van en naar Amstelveen
De werkzame beroepsbevolking in Amstelveen is bijna even groot als het totale aantal banen. Toch werkt slechts 31% van de werkzame beroepsbevolking in Amstelveen in de gemeente zelf (10.500 mensen). Volgens het cbs telt de werk zame beroepsbevolking in de gemeente Amstelveen ruim 34.000 mensen, volgens gegevens van lisa zijn er in 2005 in Amstelveen 33.500 arbeidsplaatsen. Uitgaande pendel Ruim twee derde van de werkzame beroepsbevolking van Amstelveen (23.000 mensen) werkt buiten de gemeente. De meesten pendelen naar Amsterdam (10.900 mensen). De Amstelveners die in Amsterdam werken zijn vooral actief in de gezondheidszorg, de zakelijke dienstverlening en in de financiële sector. Daarnaast werken er ruim 3.100 mensen in de gemeente Haarlemmermeer, meer dan de helft van hen werkt in de luchtvaart. Bijna 1.900 mensen uit Amstelveen werken op de luchthaven Schiphol zelf.5
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
45
Inkomende pendel In Amstelveen werken 21.500 mensen, die buiten Amstelveen wonen. Ruim 40% van hen komt uit Amsterdam. Daarnaast pendelen veel mensen uit Uithoorn, Haarlemmermeer en De Ronde Venen naar Amstelveen. De mensen die naar Amstelveen pendelen werken vooral in de financiële sector en in de zakelijke dienstverlening. 2.4.3 Pendel van en naar Amsterdam
Amsterdam is de grootste gemeente in de Metropoolregio Amsterdam en biedt de meeste werkgelegenheid. De pendelstromen van en naar Amsterdam zijn ook groter dan van en naar de andere gemeenten. In Amsterdam is het aantal banen groter dan de werkzame beroepsbevolking zodat de inkomende pendel groter is dan de uitgaande pendel. Volgens gegevens van lisa zijn er in 2005 in Amsterdam 408.000 arbeidsplaatsen, volgens het cbs telt de werkzame beroeps bevolking in de gemeente Amsterdam ruim 338.500 mensen. Ruim 74% van de Amsterdammers werkt in de eigen gemeente (250.000 mensen). Uitgaande pendel Bijna 89.000 Amsterdammers werken buiten de gemeente Amsterdam. De grootste uitgaande pendelstroom is naar de gemeente Haarlemmermeer (13.500 mensen), 6.100 mensen werken in de luchtvaart en de dienstverlening voor het vervoer. Dit zijn vooral banen op Schiphol en omgeving. Volgens gegevens van Regioplan werken er 10.000 mensen uit Amsterdam op de luchthaven Schiphol zelf. Daarnaast werken veel Amsterdammers in Amstelveen, Utrecht, Den Haag en Diemen. De Amsterdammers die buiten de gemeente werken zijn vooral actief in de zakelijke dienstverlening, de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en het onderwijs. Inkomende pendel De inkomende pendel is in de gemeente Amsterdam groter dan de uitgaande pendel: bijna 189.000 mensen reizen vanuit hun woonplaats naar hun werk in Amsterdam. De grootste pendelstroom komt uit Almere (19.000 mensen), daarnaast komen er veel mensen uit Zaanstad, Amstelveen, Purmerend, Haarlemmermeer, Haarlem en Den Haag. Mensen die voor hun werk naar Amsterdam reizen zijn vooral actief in de zakelijke dienstverlening, de financiële sector, de gezondheidszorg en het openbaar bestuur. De pendelstromen tussen Amsterdam en Den Haag zijn ongeveer even groot (ruim 6.000 mensen). De Amsterdammers, die in Den Haag werken zijn vooral actief in de zakelijke dienstverlening, de overheid en het onderwijs.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
46
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.15 De grootste pendelstromen van en naar Amsterdam, 2005 (OORN
:AANSTAD
,ELYSTAD
0URMEREND
6ELSEN
(AARLEM
!LMERE $IEMEN
(AARLEMMERMEER
!MSTELVEEN (ILVERSUM
S¬'RAVENHAGE
5TRECHT
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
De Hagenaren die naar Amsterdam pendelen, werken vooral in de gezondheids zorg, de zakelijke en financiële dienstverlening en in de groothandel. 2.4.4 Pendel van en naar Haarlem
De werkzame beroepsbevolking in Haarlem is groter dan het aantal arbeids plaatsen. Volgens het cbs telt de werkzame beroepsbevolking in de gemeente Haarlem ruim 69.000 mensen, 43% van hen werkt in de gemeente Haarlem (ruim 29.500 mensen), bijna 39.000 Haarlemmers werken buiten de gemeente. Volgens lisa zijn er in 2005 in de gemeente Haarlem bijna 55.000 arbeids plaatsen. Uitgaande pendel De grootste uitgaande pendelstroom is naar de gemeente Haarlemmermeer (9.000 mensen), 2.200 mensen werken hier in de luchtvaart en de dienstverle ning voor het vervoer. Daarnaast werken hier veel mensen in de zakelijke dienst verlening. Volgens gegevens van Regioplan werken op de luchthaven Schiphol zelf ruim 2.500 mensen uit Haarlem. Ook werken er veel Haarlemmers in Amsterdam, Heemstede, IJmond (Velsen en Beverwijk) en Den Haag.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
47
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.16 De grootste pendelstromen van en naar Haarlem, 2005
"EVERWIJK 6ELSEN (AARLEMMERLIEDE¬ (AARLEM
(EEMSTEDE
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
S 'RAVENHAGE
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Inkomende pendel De inkomende pendel is in Haarlem kleiner dan de uitgaande pendel: ruim 21.500 mensen reizen vanuit hun woonplaats om in Haarlem te komen werken. De grootste pendelstroom komt uit Velsen (4.300 mensen), daarnaast komen er veel mensen uit de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer. Er werken ook veel mensen uit de randgemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en uit Heemstede in Haarlem. De mensen die voor hun werk naar Haarlem reizen zijn vooral actief in het open baar bestuur, de zakelijke dienstverlening en de gezondheidszorg. Er werken ook veel mensen van buiten Haarlem in de Haarlemse industrie. 2.4.5 Pendel van en naar Haarlemmermeer
Volgens het lisa zijn er in 2005 in de gemeente Haarlemmermeer ruim 115.000 arbeidsplaatsen, dit aantal is bijna twee keer groot als de werkzame beroeps bevolking in de gemeente Haarlemmermeer (64.000 mensen). De inkomende pendel is groter dan de uitgaande pendel. De helft van de werkzame beroeps bevolking in de gemeente Haarlemmermeer werkt in de gemeente zelf, ruim 5.550 mensen werken op de luchthaven Schiphol.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
48
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.17 De grootste pendelstromen van en naar Haarlemmermeer, 2005
6ELSEN
:AANSTAD
!MSTERDAM
(AARLEM
!LMERE
(AARLEMMERMEER !MSTELVEEN !ALSMEER
!LPHEN¬AAN¬DE¬2IJN
S 'RAVENHAGE
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Uitgaande pendel Bijna 32.000 inwoners van Haarlemmermeer werken elders. De grootste uit gaande pendelstroom gaat naar Amsterdam (bijna 10.000 mensen). Veel mensen werken daar in de financiële en zakelijke dienstverlening. Daarnaast werken veel mensen uit Haarlemmermeer in Haarlem (bijna 3.000 mensen). Er werken ook veel mensen in de aangrenzende gemeenten Amstelveen en Aalsmeer en in Den Haag. Inkomende pendel De inkomende pendel is in Haarlemmermeer veel groter dan de uitgaande pendel: ruim 78.000 mensen reizen vanuit hun woonplaats om in Haarlemmermeer te komen werken. De grootste pendelstroom komt uit Amsterdam (13.500 mensen), daarnaast komen er veel mensen uit de gemeenten Haarlem, Almere, Den Haag en Amstelveen. Een belangrijk deel van de pendelaars werkt op de luchthaven Schiphol. Volgens gegevens van Regioplan werkten hier in 2005 bijna 58.000 mensen, het groot ste deel hiervan komt van buiten de gemeente Haarlemmermeer. Naast de luchtvaart en dienstverlening ten behoeve van het vervoer zijn veel inkomende pendelaars werkzaam in de zakelijke dienstverlening, de gezondheidszorg en het openbaar bestuur. Dit zijn vooral werknemers van de douane en de marechaus see, die ook op Schiphol werken.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
49
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.18 De grootste pendelstromen van en naar Hilversum, 2005
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
!LMERE
"USSUM
7IJDEMEREN
(UIZEN
"AARN !MERSFOORT
5TRECHT
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
2.4.6 Pendel van en naar Hilversum
Het aantal banen in de gemeente Hilversum overtreft de werkzame beroeps bevolking. Volgens lisa zijn er in 2005 in de gemeente Hilversum bijna 42.000 arbeidsplaatsen. Volgens gegevens van het cbs telt de werkzame beroepsbevolking in de gemeente Hilversum bijna 37.000 mensen, 42% van hen werkt binnen de gemeente (16.000 mensen), ruim 21.000 mensen uit Hilversum werkt elders. Uitgaande pendel De grootste uitgaande pendelstroom vanuit Hilversum gaat naar Amsterdam (ruim 5.400 mensen). Veel mensen werken daar in de zakelijke dienstverlening en bij de overheid. De pendelstromen naar andere gemeenten zijn veel geringer. Naar Baarn en Utrecht pendelen bijna 1.500 mensen. Daarnaast pendelen veel mensen naar Bussum en Haarlemmermeer. Inkomende pendel De inkomende pendel in Hilversum is bijna even groot als de uitgaande pendel: bijna 23.000 mensen reizen vanuit hun woonplaats naar hun werk in Hilversum. De grootste pendelstromen komen uit Amsterdam en Utrecht (± 2.500 mensen). Dit zijn mensen die vooral in de sectoren cultuur, sport en recreatie en in de
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
50
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
2.19 De grootste pendelstromen van en naar Purmerend, 2005
"EEMSTER
%DAM 6OLENDAM
:AANSTAD
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
bron: CBS/EBB/bewerking
gezondheidszorg werken. Daarnaast werken veel mensen uit de gemeente Almere, Huizen, Wijdemeren en Amersfoort in Hilversum. De mediabedrijven in Hilversum trekken veel mensen van buiten de gemeente. 2.4.7 Pendel van en naar Purmerend
De werkzame beroepsbevolking in Purmerend is groter dan het aantal banen. Veel mensen werken dan ook buiten de gemeente Purmerend. Volgens gegevens van het cbs telt de werkzame beroepsbevolking in de gemeente Purmerend ruim 36.000 mensen, slechts 38% werkt binnen de gemeente (14.000 mensen). Volgens lisa zijn er in Purmerend ruim 20.000 banen. Uitgaande pendel Bijna 23.000 inwoners uit Purmerend werken buiten de eigen gemeente. De grootste uitgaande pendelstroom vanuit Purmerend gaat naar Amsterdam (bijna 12.000 mensen). Veel mensen werken daar in de zakelijke dienstverlening en bij de overheid. De pendelstromen naar andere gemeenten zijn veel geringer. Ruim 2.000 mensen pendelen naar Haarlemmermeer (waarvan bijna 800 naar de luchthaven Schiphol), rond de 1.000 mensen pendelen naar Zaanstad en Alkmaar.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
51
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.20 De grootste pendelstromen van en naar Velsen, 2005
!LKMAAR
(EERHUGOWAARD
(EEMSKERK "EVERWIJK :AANSTAD
(AARLEM
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Inkomende pendel De inkomende pendel is in Purmerend kleiner dan de uitgaande pendel: bijna 7.800 mensen reizen voor hun werk naar Purmerend. De grootste pendel stromen komen uit de omliggende gemeenten, deze pendelaars werken vooral in de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en het onderwijs. Daarnaast reizen bijna 1.400 mensen uit Amsterdam voor hun werk naar Purmerend, zij werken vooral bij het openbaar bestuur en in de zakelijke dienstverlening. 2.4.8 Pendel van en naar Velsen
Het aantal banen is in Velsen groter dan de werkzame beroepsbevolking. Volgens lisa zijn er in Velsen ruim 30.000 banen, volgens het cbs bestaat de werkzame beroepsbevolking van Velsen uit 25.500 mensen. De grootste werkgever in Velsen is Corus Staal, waar veel mensen van buiten Velsen werken. Bijna 44% van de werkzame beroepsbevolking in Velsen werkt buiten de gemeente (ruim 11.000 mensen). Uitgaande pendel Meer dan 14.000 inwoners uit Velsen werken elders. De grootste uitgaande pendelstroom gaat naar Haarlem (ruim 4.300 mensen). Het gaat veelal om
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
52
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
banen in de gezondheidszorg en bij het openbaar bestuur. Daarnaast werken veel mensen in Amsterdam, in de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en in de financiële sector, en Haarlemmermeer. De pendelaars uit Velsen werken vooral in de luchtvaart en de dienstverlening voor het vervoer. Volgens gegevens van Regioplan werken op de luchthaven Schiphol zelf ruim 650 mensen uit Velsen. Inkomende pendel De inkomende pendel is veel groter dan de uitgaande pendel: in totaal reizen bijna 19.500 mensen voor hun werk naar Velsen. Het grootste deel van de men sen die naar Velsen pendelen werkt in de metaalindustrie. Corus is met bijna 10.000 banen de belangrijkste werkgever van Velsen. De grootste inkomende pendelstroom naar Velsen komt uit buurgemeenten Beverwijk en Heemskerk. Ruim de helft van hen werkt in de metaalindustrie. Daarnaast pendelen veel mensen uit Amsterdam en Alkmaar voor hun werk naar Velsen, ook zij werken vooral in de metaalindustrie. 2.4.9 Pendel van en naar Zaanstad
In Zaanstad is de werkzame beroepsbevolking groter dan het aantal banen. Volgens het cbs telt de werkzame beroepsbevolking bijna 60.000 mensen, volgens lisa zijn er in Zaanstad bijna 49.000 banen. Bijna 48% van de werkzame beroepsbevolking van Zaanstad werkt in de gemeente Zaanstad. Uitgaande pendel Ruim 31.000 inwoners van Zaanstad werken buiten de gemeente. De grootste uitgaande pendelstroom vanuit Zaanstad gaat naar Amsterdam. Hier werken bijna 15.000 inwoners uit Zaanstad, vooral in het openbaar bestuur en in de gezondheidszorg. Er werken ook veel Zaankanters in de Amsterdamse zakelijke dienstverlening, detailhandel en bouwnijverheid. Ook werken er veel mensen uit Zaanstad in de gemeenten Haarlemmermeer en Uithoorn. In Haarlemmermeer werken ze vooral in de vervoerssector en in de zakelijke dienstverlening. Volgens gegevens van Regioplan werken er bijna 1.000 mensen uit Zaanstad op de luchthaven Schiphol. De overige pendelstromen zijn vooral op de buurgemeenten gericht. Inkomende pendel De inkomende pendel (13.000) is in Zaanstad veel geringer dan de uitgaande pendel. De grootste inkomende pendel naar Zaanstad komt uit Amsterdam. De Amsterdammers die naar Zaanstad pendelen werken vooral in de transport sector en in het onderwijs. Behalve uit Amsterdam pendelen er veel mensen uit de buurgemeenten Wormerland en Purmerend naar Zaanstad. Veel mensen uit
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
53
2 Pendel in de Metropoolregio Amsterdam
2.21 De grootste pendelstromen van en naar Zaanstad, 2005
!LKMAAR
7ORMERLAND
0URMEREND
"EVERWIJK 6ELSEN
:AANSTAD
!MSTERDAM
(AARLEMMERMEER
5ITHOORN
bron: CBS/EBB/bewerking O+S
Purmerend werken in de Zaanse industrie, de mensen uit Wormerland werken vooral in het onderwijs en de industrie.
Noten 1 De meest recente enquêtegegevens dateren van 2005. Het CBS berekent op basis van de enquêtegegevens de gehele beroepsbevolking. Hier worden steeds afgeronde getallen gepubliceerd. In de Metropoolregio Amsterdam zijn ruim 1.500 mensen geënquêteerd. 2 Het mobiliteitsonderzoek Nederland is in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat verricht. Het onderzoek maakt uitspraken mogelijk over de totale mobiliteit van de in Nederland wonende mensen. Hiervoor zijn circa 64.000 mensen geënquêteerd, waarvan er ruim 1.700 mensen in de Metropoolregio Amsterdam wonen. Het onderzoek richt zich dus niet specifiek op woon-werkverkeer. Om aan te sluiten bij de laatste gegevens van de enquête beroepsbevolking van het CBS (2005) zijn de MON-gegevens van 2005 gebruikt. 3 LISA staat voor Landelijk InformatieSysteem Arbeidsmarkt, een landelijke bron voor werkgelegenheid. 4 Tap, W.R. en Weening, H.A., Overzicht werkgelegenheid luchthaven Schiphol per 31 oktober 2005, Regioplan, Amsterdam, 2006. 5
Idem.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
54
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
55
3
Beleving van woon-werkverkeer
3.1 Inleiding In het najaar van 2007 is aan 12.000 panelleden van de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad een vragenlijst voorgelegd naar de beleving van het woon-werkverkeer. Een meerderheid (58%) heeft aan dit onderzoek meegedaan. De (ongewogen) resultaten hiervan zijn in dit hoofdstuk verwerkt. Per gemeente wordt nader ingegaan op de respons. Elke gemeente begint met een portret van een bestaande pendelaar, ontleend aan het panelonderzoek. Eerst wordt ingegaan op de belang rijkste overeenkomsten en verschillen tussen de gemeenten.
3.2 Overeenkomsten en verschillen tussen gemeenten De mate waarin er gependeld wordt varieert van gemeente tot gemeente. Amsterdam en Zaanstad vormen de extremen: in Amsterdam pendelt 30% van de panelleden, in Purmerend 70% en in Zaanstad 72%. De andere gemeenten zitten hier tussen in. 3.1 Mate van pendel per gemeente, 2007 Zaanstad Purmerend Haarlemmermeer Amstelveen Haarlem Almere Amsterdam 0
10
20
30
40
50
60
70
80 % bron: O+S
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
56
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
De helft van de forensen heeft er moeite mee Forenzen wordt niet door iedereen als bezwaarlijk ervaren. Ongeveer de helft vindt het vervelend om iedere dag een tijd onderweg te zijn van huis naar werk. Automobilisten hebben er in het algemeen meer moeite mee dan mensen die voor een ander vervoermiddel kiezen. Bovendien neemt de mate van bezwaar toe naarmate men langer onderweg is. De auto is favoriet De auto is het meest gebruikte vervoermiddel. Dit geldt voor alle gemeenten. Verder blijkt dat zelfstandige ondernemers vaker gebruik maken van de auto dan mensen die in loondienst werken en mannen weer vaker dan vrouwen. Er zijn ook verschillen tussen gemeenten. Zo neemt men in Haarlemmermeer het vaakst de auto om naar het werk te gaan en is Almere een goede tweede. Meer dan de helft van de automobilisten past hun reistijden aan om de files zoveel mogelijk te ontlopen. Er zijn automobilisten die regelmatig in de file staan. Niet iedereen heeft hier evenveel last van. Sommigen beschouwen dit als quality time, nemen even afstand van hun werk en luisteren naar muziek of de radio. De fiets is beter De fiets lijkt het beste vervoermiddel. Pendelaars die fietsen hebben het minst last van stress en werken bovendien aan hun conditie. Vooral in Amstelveen maken veel pendelaars gebruik van de fiets (18%). Langer dan anderhalf uur per dag onderweg De maximaal aanvaardbare reistijd voor woon-werkverkeer is gemiddeld drie kwartier voor een enkele reis. Een relatief groot deel van de pendelaars is langer onderweg. Ook hier variëren de resultaten tussen de gemeenten. In Almere en Amsterdam is de helft van de pendelaars langer dan drie kwartier onderweg, in Amstelveen gaat het om 20%. Stressscore In het onderzoek onder de panelleden is geprobeerd een indruk te krijgen van de effecten van het forenzen. Dat is niet eenvoudig, omdat werken en op en neer reizen met elkaar verweven zijn. Toch is geprobeerd hier een beeld van te krijgen door expliciet te vragen naar het effect hiervan. Zo is er gevraagd naar de mate van stress die het forenzen oplevert voor het huishouden. Deze vraag is alleen beantwoord door panelleden die aangaven dat ze tijdsdruk of stress ervaren door het forenzen. De gemiddelde stressscore ligt tussen de 5 en 6 (op een schaal van 1 tot 10).
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
57
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.2 Relatie tussen lange reistijd en gemiddelde stressscore, 2007 % langer dan 45 minuten onderweg 60
Almere
Amsterdam
50
Purmerend
40
Zaanstad
Haarlem 30
Haarlemmermeer
20
Amstelveen
10 0
0
1
2
3
4
5
6 7 gemiddelde stressscore bron: O+S
Lang onderweg leidt tot stress Er is een relatie tussen de gemiddelde stressscore en het percentage forensen dat voor een enkele reis langer dan 45 minuten onderweg is. Hoe langer men dagelijks onderweg is, hoe hoger de gemiddelde stressscore (zie figuur 3.2). Dit geldt vooral voor automobilisten. Pendelaars uit Almere hebben het meeste last van stress en zijn ook het vaakst lang onderweg. Vrouwen hebben meer last van stress dan mannen, vooral als er ook nog thuis wonende kinderen zijn. Andere stressverhogende factoren zijn het hebben van een pendelende partner en vaak in de file staan. Pendelen is de aanleiding voor veranderingen In alle gemeenten geeft ongeveer de helft van de panelleden aan dat het woonwerkverkeer aanleiding is geweest voor veranderingen. Men is dichterbij huis gaan werken, minder gaan werken of minder dagen maar dan wel langer, vaker thuis gaan werken of verhuisd naar een plek dichterbij het werk. Minder tijd voor het gezinsleven Het pendelen gaat vooral ten koste van het gezinsleven. Hier blijft minder tijd voor over. Ook is er minder tijd om zelf te koken, voor sport en andere hobby’s, voor familie en vrienden en komt het boodschappen doen in de knel. Oplossingen voor de drukte op de weg Rekeningrijden wordt niet gezien als de oplossing is voor het fileprobleem. De meeste panelleden denken niet dat rekeningrijden hun eigen gedrag zal wijzigen dan wel de files zal verminderen. Alleen de panelleden van Amsterdam zijn
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
58
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
redelijk positief gestemd. Hier zijn vier van de tien respondenten van mening dat rekeningrijden niet alleen zo snel mogelijk moet worden ingevoerd, een even groot deel denkt bovendien dat ze dan zelf in het algemeen de auto minder gaan gebruiken. Opvallend genoeg wordt dit vooral gezegd door mensen die nu op een andere manier naar hun werk gaan. Van vaker thuiswerken wordt meer verwacht, als bijdrage aan het verminderen van de mobiliteit en het fileprobleem. Er wordt al redelijk vaak thuisgewerkt, in Haarlem zelfs door bijna de helft van de respondenten, maar het gaat nu nog om een beperkt aantal dagen per maand. Overigens is thuiswerken niet bij elke baan een optie. Soms mag het niet van de werkgever en soms leent de aard van het werk zich er niet voor. Vaker met de fiets gaan is volgens een deel van de pendelaars ook een oplossing om de drukte op de weg te verminderen. Ook hier geldt dat dit maar in beperkte mate een oplossing is. De fiets is alleen een optie als het werk niet al te ver van de woning verwijderd is. Bij de pendelaars waar dit het geval is, heeft een deel al voor de fiets gekozen.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
59
3.3 Almere 3.3.1 P ortret van een pendelende automobilist
met wisselende werkplekken
Edwin (41): Ik heb een baan in de automatisering. Voor mijn werk ga ik naar wisselde plekken in Nederland, maar de laatste tijd ben ik regelmatig op ons kantoor in Naarden. Dat is vlak na de Hollandse Brug. Zonder files doe je er 12 minuten over, maar in het spitsuur kost het me drie kwartier om er te komen. Anderhalf uur per dag voor zo’n klein stukje, dat vind ik wel te gek voor woorden, en dat vijf dagen per week. Ik moet ook regelmatig naar IJsselstein, vlak onder Utrecht, en dan ben ik tegenwoordig zo’n anderhalf uur onderweg terwijl het eigenlijk een stuk van drie kwartier is. Het is zo frustrerend om zo lang stil te staan, maar ik heb geen alternatief, omdat ik ook klanten elders in het land moet bezoeken. Ik heb wel eens geprobeerd de tijd te gebruiken voor telefonisch overleg met collega’s via conference-call, maar mijn baas was toen niet blij met de hoge telefoonkosten. Als ik klanten in het land bezoek ben ik vanzelfsprekend veel langer onderweg. Mijn dagindeling is dus niet elke dag hetzelfde. Soms ga ik ’s middags vroeger naar huis om de file te vermijden, maar dan moet ik ’s avonds thuis werken om de volgende dag voor te bereiden. In het weekend besteed ik tijd aan vakliteratuur om bij te blijven op mijn vakgebied. Het is voor mijn partner niet echt gezellig dat ik in mijn vrije tijd met mijn werk bezig moet zijn. Als ik minder reistijd had was dat ook niet nodig, maar ik wil toch mijn carrière niet door de dagelijkse files in de waagschaal stellen. Het belangrijkste wat er door de lange reistijden bij inschiet is sport. Ik mis dat enorm, maar het is niet te combineren met zulke lange dagen van huis. Ik ben inmiddels 12 kg aangekomen, dus het is al met al ook nog eens slecht voor mijn gezondheid!
3.3.2 Almere en woon-werkverkeer
Almere en woon-werkverkeer horen bij elkaar. De vele forensen zorgen voor volle treinen en bussen en verstopte wegen bepalen het beeld van forenzend Almere. De files rond de Hollandse Brug en de Stichtse Brug zijn berucht: de aansluiting van de A6 en de A27 op de A1 in de ochtend en andersom in de avondspits is voor menig Almeerder een gevreesd onderdeel van de dag. Wat zijn de gevolgen van het woon-werkverkeer voor het privéleven? Hoe hoog zijn de kosten in termen van tijdsinvestering en ergernis? Komen activiteiten in de privésfeer hierdoor in de knel? Deze en andere vragen willen wij door middel van dit onderzoek beantwoorden.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
60
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.3.3 Respons
Voor dit onderzoek is een vragenlijst voorgelegd aan het gemeentelijke inter netpanel van Almere, dat bestaat uit 1.449 leden. De vragenlijst is ingevuld door 800 personen, een respons van 55%. Autochtone Nederlanders zijn in de respons iets oververtegenwoordigd (80% tegen 68% in de bevolking) en het grootste deel van de respondenten is tussen 25 en 55 jaar oud. De helft van de ondervraagden leeft als ‘paar met kinderen’ en 30% als ‘paar zonder kinderen’, 11% is alleenstaand en 5% vormt een eenoudergezin. Van de respondenten heeft 66% een baan in loondienst en 9% is zelfstandig ondernemer. Daarnaast is bijna een kwart werkzoekend, student, huisvrouw, afgekeurd of gepensioneerd. De helft van de respondenten is hoger opgeleid en 36% heeft een middelbare opleiding gevolgd. 3.3.4 Resultaten
Iets minder dan de helft van de panelleden in dit onderzoek heeft zijn of haar baan buiten Almere (48%).1 Veruit de grootste groep pendelaars gaat naar Amsterdam (37%). Bijna één op de vijf werkt binnen de rest van regio, waarvan de stroom naar Haarlemmermeer (6%) het grootst is. Daarnaast gaat 7% naar Utrecht en 4% richting Lelystad. Een op de vijf werkt in andere plaatsen ver spreidt over een groot gebied van midden Nederland, waaronder ook Het Gooi. Bijna een op de zes (14%) heeft geen vaste werkplek. Als er sprake is van een werkende partner geldt voor deze partners ongeveer dezelfde spreiding van het werkgebied. Het enige opvallende is dat pendelende partners iets vaker in de buurt van Almere werken. Auto of OV? Veruit de meeste forensen (68%) reizen per auto naar hun werk, vrijwel allemaal met een eigen of lease auto. Zeven procent deelt een auto voor het woon-werk verkeer (carpoolen). Vrijwel alle overige forensen gebruiken het ov, waarbij drie maal zo veel forensen de trein gebruiken (22%) als de bus (7%). Andere vervoermiddelen worden nauwelijks gebruikt voor het woon-werkverkeer. Zelfstandige ondernemers nemen vaker de auto dan mensen in loondienst. Vooral snelheid is een reden om de auto te nemen om naar het werk te gaan. Maar er is ook een groep die de auto overdag voor andere zaken (werk of privé) nodig heeft. Andere motieven voor de keuze voor de auto zijn het vrije en onafhankelijke gevoel, het ontbreken van goed ov en de kosten. Redenen om te kiezen voor het ov hebben vooral te maken met snelheid en de kosten. Het milieu is voor 22% een reden om voor het ov te kiezen. Daarnaast werden ook
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
61
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.3. Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
68 (incl. carpoolen)
anders totaal
1.
2.
3.
snelst (56%)
overdag ook nodig
onafhankelijk (29%)
OV
belangrijkste redenen hiervoor
29
(36%)
snelst (54%)
goedkoopst (31%)
beter voor milieu (22%)
3 100 bron: Almere
het ontwijken van de files en ‘omdat het meer ontspannen is’ genoemd als redenen om te kiezen voor het ov. Ruim de helft van de respondenten reist 5 dagen per week naar het werk. Nog eens een kwart reist 4 dagen per week. De overigen reizen minder dagen per week naar het werk. Het grootste deel van de forensen is 45 minuten of langer onderweg van huis naar werk. Gemiddeld is deze groep iets meer dan een uur (1 uur en 8 minuten) onderweg. De langste reistijden, voor overigens een kleine groep forensen, bedragen twee uur of meer voor een enkele reis. Om de fileproblemen het hoofd te bieden past bijna twee derde van de autopen delaars de reistijd voor het woonwerkverkeer aan door eerder van huis te gaan. Toch staat meer dan de helft van de forensen vaak in de file, en een kwart soms. De werkzaamheden aan de Hollandse Brug sinds voorjaar 2007 hebben volgens metingen van de VerkeersInformatieDienst (vid), een positief effect gehad op de files in de Flevopolder. De groei van de files aan de overzijde van de brug volgen 3.4 Reistijd, 2007 (procenten) ¬n¬¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN ¬MINUTEN¬EN¬LANGER
bron: Almere
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
62
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.5 Ik zou vaker thuis willen werken, 2007 (procenten) HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS GEEN¬MENINGNVT
bron: Almere
het normale landelijke groeipatroon van de files in Nederland. De helft van de respondenten merkt in de reistijd dan ook geen verschil tussen de situatie nu en die van voor de werkzaamheden aan de Hollandse Brug. Ruim een derde is echter van mening dan de reistijden langer zijn geworden. Gemiddeld zeggen zij nu 20 minuten langer onderweg te zijn. Thuiswerken Bijna 40% van de ondervraagden werkt wel eens thuis, gemiddeld 4 dagen per maand. Ruwweg is dit ongeveer een dag per week. Niet elke soort werk leent zich voor thuiswerken. Dat is dan ook veruit de belangrijkste reden (door 76% genoemd) om het werk niet thuis te (kunnen) doen. Bij een kwart staat de werkgever het thuiswerken niet toe. Uit de antwoorden op de stelling “Ik zou vaker thuis willen werken” blijkt dat 41% dat wel graag zou willen. De impact van het woon-werkverkeer Het forenzen is voor bijna twee derde van de forensen belastend. Eén op de vijf ervaart het forenzen als zeer bezwaarlijk en voor 43% is het enigszins bezwaarlijk. Mensen die het forenzen niet bezwaarlijk vinden gebruiken de reistijd om afstand te nemen van de thuis, dan wel de werksituatie, om naar muziek te luisteren of om te lezen. Eén van de bezwaren van het forenzen is de tijdsdruk en de stress die het oplevert voor de forensen. Dit geldt voor bijna driekwart van de forensen. Het grootste deel (41%) ervaart vaak of geregeld stress door het forenzen en nog eens 30% ervaart soms stress. Forensen waarvan de partner (ook) pendelt ervaren meer stress dan forensen waarvan de partner niet pendelt. Huishoudens met twee pendelende partners staan dus het meest onder druk van de effecten van
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
63
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.6 Hoe bezwaarlijk is het om te forenzen?, 2007 (procenten) 50
%
40 30 20 10 0 zeer bezwaarlijk
enigszins bezwaarlijk
nauwelijks bezwaarlijk
niet bezwaarlijk bron: Almere
het woon-werkverkeer. Vrouwen ervaren meer stress dan mannen, terwijl de meeste stress wordt ervaren in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar. Paren met en zonder kinderen ervaren in ongeveer gelijke mate stress door het forenzen. Alleenstaanden en eenoudergezinnen ervaren minder vaak stress. Forensen met een havo, vwo of hogere opleiding ervaren meer stress dan forensen met een mbo opleiding of een lagere opleiding. Met welk vervoermiddel men reist maakt niet uit voor de mate waarin men stress ervaart. Op een schaal van 1 tot 10 waarbij 10 zeer veel stress is en 1 geen stress, wordt het stressniveau door respondenten gemiddeld met een 6 gewaardeerd. Mensen die vaak of geregeld stress ervaren waarderen hun stressniveau met gemiddeld een 7. Forenzen en privéleven, een moeilijke combinatie Het forenzen heeft een behoorlijke impact op het privéleven van vrijwel alle forensen. Het forenzen gaat vooral ten koste van het gezinsleven, dit geldt voor twee derde van de forensen. Sporten en andere hobby’s komen in het gedrang (52%) evenals de contacten met familie en vrienden (42%). Ook de tijd voor huishoudelijke activiteiten, zoals zelf koken (36%) en boodschappen doen (21%) staat onder druk. Vermoeidheid en irritatie worden ook naar voren gebracht als negatieve bijkomstigheden van het woon-werkverkeer. Een oplossing om de tijdsdruk of stress te verminderen zou volgens de forensen gezocht moeten worden in vaker thuis te werken (40%) of variabele werktijden (33%), maar ook in ruimere openingstijden van winkels en bedrijven (18%). Andere oplossingen die genoemd worden zijn vooral betere infrastructuur: betere verbindingen met de Randstad in de vorm van wegen en ov en aanpak van het fileprobleem.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
64
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.7 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Almere
Als het forenzen minder tijd zou kosten zou men de gewonnen tijd vooral beste den aan vrienden en familie en aan hobby’s. Ook creatieve activiteiten en sociale contacten in de buurt en sporten zouden meer tijd krijgen van de mensen die nu forenzen. Aan politieke, religieuze of buurtactiviteiten zouden maar weinig forensen extra tijd besteden. Toch heeft 41% van de forensen niets gedaan om de situatie te veranderen. Een kleine groep (rond de 10%) besloot dichter bij huis te gaan werken, minder te gaan werken of meer thuis te gaan werken. Ook besloot een kleine groep om de werktijden aan te passen, dus om eerder of juist later te beginnen en dan ook eerder of later te stoppen om de files te vermijden. Ook in de toekomst denkt twee derde van de respondenten geen actie te onder nemen om de gevolgen van het woon-werkverkeer op te vangen. Rekeningrijden geen oplossing Het rekeningrijden wordt door veruit de meeste forensen niet als oplossing gezien voor de filevorming en de reistijden. Men vindt dan ook niet dat dit zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. Respondenten geloven niet dat de files teruggedrongen zullen worden door rekeningrijden. Veruit de grootste groep zal als het zover is dan ook even snel de auto pakken als nu.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
65
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.8. Oordeel over rekeningrijden, 2007 (procenten)
REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL¬MOGELIJK WORDEN¬INGEVOERD
DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN¬DE¬FILES WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD NEEM¬IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL DE¬AUTO HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENINGNVT bron: Almere
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
66
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.4 Amstelveen 3.4.1 Portret van een fietsende pendelaar van Amstelveen
naar Amsterdam
Elle is 39 jaar en woont in Randwijck, in het noorden van Amstelveen. Ze werkt als leidinggevende bij een bedrijf in Amsterdam en fietst in een halfuur naar haar werk. Het fietsen bevalt Elle goed, ze fietst lekker langs de Amstel en zelfs als het regent gaat ze met de fiets. Nog niet zo lang geleden werkte Elle in Alkmaar, waar zij met de auto naartoe ging. Omdat ze elke dag naar Alkmaar moest, heeft ze haar 36-urige werkweek verdeeld over vier dagen. De reis naar Alkmaar duurde ongeveer drie kwartier. Echt vervelend vond Elle de reis niet, maar ze wilde graag fietsend naar haar werk en vond de reistijd zonde van haar vrije tijd. Ook merkte ze dat het aantal files in Nederland elk jaar toeneemt. Om deze redenen besloot ze om dichter bij huis werk te zoeken. Uiteindelijk kon ze bij dezelfde werkgever aan de slag in een vestiging in Amsterdam. Vanwege haar functie is thuiswerken geen optie. Elle woont samen met haar man. Hij werkt in Houten en rijdt daar met zijn leaseauto in ongeveer drie kwartier naartoe. In de toekomst wil hij ook liever dichter bij huis werken. Openbaar vervoer is voor Elle geen goede optie, ze vindt het openbaar vervoer vaak vies en ook te duur. Toen ze nog in Alkmaar werkte, zou de reis met het openbaar vervoer aanzienlijk langer duren dan met de auto. Het is jammer dat er geen treinstation is in Amstelveen. Openbaar vervoer is volgens Elle een taak van de overheid, privatisering van de NS is volgens haar geen goede beslissing geweest. Ook het aantal ritten van lokale buslijnen moet volgens Elle niet verminderd worden als er even wat minder reizigers zijn. Het verbreden van snelwegen (zoals de A2 en de A9) en rekeningrijden gaan volgens Elle geen files oplossen. Bij de beleidsvorming over woon-werkverkeer zou er meer rekening gehouden moeten worden met de prijsstelling van het openbaar vervoer en met het milieu. Verbetering van het openbaar vervoer ziet zij daarom als een belangrijke oplossing om het aantal files terug te dringen.
3.4.2 Respons Voor dit onderzoek naar woon-werkverkeer is het Amstelveense digitale burger panel benaderd. Van de 787 panelleden hebben er 617 de vragenlijst ingevuld, dat betekent een respons van 78%. De man/vrouw verdeling van de responden ten is gelijk aan die van de gehele Amstelveense bevolking boven de 18 jaar.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
67
De jongeren (18-24 jaar) en ouderen (boven de 75 jaar) zijn ondervertegen woordigd in het panel. Tussenliggende leeftijdscategorieën zijn oververtegen woordigd, dat geldt met name voor de leeftijdscategorie 40 tot en met 54 jaar. De respondenten zijn iets hoger opgeleid dan de gemiddelde Amstelvener. Ook valt op dat gehuwden/samenwonenden met of zonder kinderen zijn over vertegenwoordigd en alleenstaanden behoorlijk zijn ondervertegenwoordigd in het panel. De panelleden wonen verspreid over de verschillende wijken. Het digipanel kan niet als volledig representatief voor de Amstelveense bevolking van 18 jaar en ouder worden gezien, maar komt daar wel dicht bij in de buurt. 3.4.3 Resultaten De helft (52%) van de respondenten werkt buiten Amstelveen. Als ook naar de werkplaats van de partner wordt gevraagd blijkt dat in totaal 61% van de panel leden en/of hun partner voor hun werk naar een andere gemeente pendelt, 14% werkt binnen de gemeente en 25% werkt niet meer. Gehuwden/samenwonen den met kinderen en hoger opgeleiden pendelen meer dan gemiddeld. Vrouwen geven vaker dan mannen aan dat hun partner buiten de gemeente werkt.
De helft van de Amstelveense pendelaars werkt in Amsterdam en 15% werkt in de gemeente Haarlemmermeer. De overige pendelaars werken in de grotere steden of in omliggende gemeenten, een klein deel heeft geen vast werkadres. De meeste respondenten die voor hun werk naar een andere gemeente reizen, gaan met de auto, in veel mindere mate reizen ze met de fiets en het openbaar vervoer (zie tabel 3.9). De motor en scooter of bromfiets worden nog veel minder vaak gebruikt. Als men in Amsterdam werkt, gaat men minder vaak met de auto en vaker met de fiets en het openbaar vervoer. In tabel 3.9 staan ook de belangrijkste redenen die de respondenten noemen om voor het betreffende vervoermiddel te kiezen. Zo geven respondenten die met de auto naar het werk gaan aan dat zij in de eerste plaats voor de auto kiezen omdat zij daarmee het snelst op hun werk zijn, in de tweede plaats dat zij de auto de rest van de dag ook (soms) nodig hebben en in de derde plaats vanwege slechte openbaar vervoerverbindingen. Invloed forenzen Respondenten die met de fiets of het openbaar vervoer pendelen vinden het forenzen minder bezwaarlijk dan respondenten die met de auto pendelen. Van de respondenten vindt 10% het zeer bezwaarlijk en 26% het enigszins bezwaarlijk om te forenzen. De rest vindt forenzen nauwelijks tot niet bezwaar lijk. Respondenten die het niet of nauwelijks bezwaarlijk vinden om te forenzen, zijn die mening voornamelijk toegedaan omdat zij dan even afstand kunnen
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
68
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.9. Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
60
1.
2.
3.
snelst
rest van de dag
slechte aansluitingen
fiets
belangrijkste redenen hiervoor
18
conditie/gezondheid
OV snelst
afhankelijk
snelst
goedkoop
beter voor milieu
2
*
*
*
motor
2
*
*
*
totaal
100
OV
18
(soms) ook nodig vrijer en minder
scooter/bromfiets
* Te weinig respondenten.
bron: Amstelveen
nemen, naar muziek of radio kunnen luisteren of omdat de reistijd kort is. Van de pendelaars reist 42% vijf dagen, 31% vier en 17% drie dagen per week naar het werkadres. Relatief weinig respondenten reizen een, twee of meer dan vijf dagen. In figuur 3.10 staat weergegeven wat de reistijd van de pendelaars is. Een op de vijf pendelaars doet 45 minuten of langer over de reis naar het werk adres, dat zijn voornamelijk pendelaars die met de auto of het openbaar vervoer reizen. Er zijn weinig fietsers die meer dan 45 minuten onderweg zijn naar hun werk, voor fietsers is 45 minuten blijkbaar een grens. Vier op de tien pendelaars werkt wel eens thuis. Thuiswerkende pendelaars werken gemiddeld 4,1 dagen in de maand thuis. Mannen en hoger opgeleiden werken iets vaker thuis dan respectievelijk vrouwen en middelhoog en lager opgeleiden. Pendelaars die met de auto gaan werken iets vaker thuis en pende laars die met het openbaar vervoer gaan werken juist minder vaak thuis dan gemiddeld. Verreweg de meest genoemde redenen om niet thuis te werken zijn 3.10 Reistijd, 2007 (procenten)
MINDER¬DAN¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN ¬MINUTEN¬EN¬LANGER WEET¬NIET
bron: Amstelveen
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
69
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.11 Ervaart u stress door forenzen van uzelf en/of uw partner naar reistijd?, 2007 (procenten) 100
%
80 60 40 20 0
< 15 min.
15 – < 30 min.
nee, (vrijwel) nooit
ja, soms
30 – < 45 min. ja, geregeld
>=45 min.
gemiddeld
ja, heel vaak bron: Amstelveen
het werk dat zich daar niet voor leent, en in mindere mate een werkgever die thuiswerken niet goedkeurt en de onwil van de forens zelf. Stress door forenzen Zes op de tien pendelaars ervaart vrijwel nooit stress door het forenzen van henzelf en/of hun partner, 26% ervaart soms stress, 11% geregeld en 2% ervaart vaak stress (zie figuur 3.11). Pendelaars die met de fiets naar het werk gaan erva ren minder stress dan respondenten die met de auto of het openbaar vervoer gaan. Lager opgeleiden ervaren ook relatief minder vaak stress. Tussen mannen en vrouwen en tussen huishoudens met en zonder kinderen is weinig verschil in het ervaren van stress door forenzen. Uit figuur 3.11 blijkt dat hoe langer de reistijd van de respondent is, hoe meer stress wordt ervaren. Bijna de helft van de pendelaars die met de auto naar het werk gaan staat nooit in de file voor woon-werkverkeer, 14% staat vaak in de file. Hoe vaker respon denten in de file staan, hoe meer stress zij ervaren. Vervolgens is gevraagd om op een schaal van 1 tot en met 10 aan te geven in welke mate men stress ervaart, waarbij: 1 = geen stress en 10 = heel veel stress. Het gemiddelde stressniveau ligt op 4,5. Als wordt gekeken naar vervoermid delen dan is er alleen voor fietsers een afwijkend stressniveau, dat is met een 3,7 duidelijk lager dan het gemiddelde. Thuiswerken en variabele werktijden zijn de meest genoemde manieren om stress te verminderen. Andere oplossingen zijn ruimere openingstijden van winkels, banken en kinderopvang.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
70
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.12 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Amstelveen
De helft van de forensen geeft aan dat forenzen ten koste gaat van het gezinsleven en een op de vijf is van mening dat forenzen geen invloed heeft op het gezin. Door het forenzen is er volgens een substantieel deel ook minder tijd voor sport/ hobby’s, zelf koken, vrienden en familie en voor het ophalen van kinderen (zie figuur 3.12). Ruim de helft van de respondenten heeft geen wijzigingen in de woon- of werk situatie doorgevoerd vanwege het forenzen. Degenen die dat wel gedaan hebben zijn dichterbij huis gaan werken, meer gaan werken of verhuisd om de reistijd te verkorten. Een aantal respondenten gaf aan werktijden te hebben aangepast. Respondenten die wijzigingen in hun situatie hebben doorgevoerd geven overigens vaker aan stress te ondervinden door het forenzen. Twee op de vijf respondenten overweegt wijzigingen in de woon- of werksituatie voor de toe komst. Het meest overwogen wordt: dichter bij huis werken, meer thuiswerken en minder werken. Stellingen De panelleden is een vijftal stellingen voorgelegd over rekeningrijden, thuiswer ken en met de fiets naar het werk gaan. Ongeveer de helft van de respondenten is het oneens met de stelling dat rekeningrijden zo snel mogelijk moet worden ingevoerd en bijna zes op de tien is het oneens met de stelling dat files worden teruggedrongen door rekeningrijden. Respondenten die met de auto naar het werk gaan zijn meer tegen rekeningrijden en verwachten daar ook minder effect
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
71
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.13 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten) DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN VERHUISD¬OM¬REISTIJD¬NAAR¬WERK¬IN¬TE¬KORTEN MINDER¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬MINDER¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN LANGER¬PER¬DAG¬WERKEN ¬MINDER¬DAGEN PARTNER¬WERKT¬LANGER¬PER¬DAG ¬MINDER¬DAGEN BEDRIJF¬AAN¬HUIS¬GESTART PARTNER¬IS¬MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬GESTOPT¬MET¬WERKEN GESTOPT¬MET¬WERKEN ANDERS GEEN¬WIJZIGINGEN
bron: Amstelveen
van dan respondenten die met de fiets of het openbaar vervoer gaan: acht op de tien respondenten die met de auto naar het werk gaan geeft aan nog steeds de auto te nemen als rekeningrijden wordt ingevoerd. Een derde van de respondenten geeft aan vaker thuis te willen werken en een kwart geeft aan dat zij vaker de fiets zouden moeten nemen naar het werk. 3.14 Oordeel over rekeningrijden, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN
IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Amstelveen
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
72
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.5 Amsterdam 3.5.1 Portret van een pendelaar op het traject Zuidoost-Den Haag
Olifiera is 33 jaar en woont samen met zijn vrouw en dochtertje in Zuidoost. Hij en zijn vrouw zijn allebei forens, hij reist naar Den Haag en zij naar Almere. Olifiera werkt nu ongeveer zes jaar in Den Haag, het werk bevalt goed, maar het reizen bevalt helemaal niet. `s Ochtends tussen 6.00 en 6.30 uur gaat hij de deur uit. Eerst brengt hij zijn dochtertje naar zijn moeder. Zij brengt haar wat later naar de oppas. Daarna reist hij met de bus, dan met de metro en vervolgens met de trein naar Den Haag. In Den Haag neemt hij de bus of tram voor het laatste stukje naar zijn werkadres. De gemiddelde reisduur van een enkele reis is twee uur. Als alles meezit doet hij er één uur en vijf minuten over, maar dat komt niet zo vaak voor. Vooral in de winter zijn er veel vertragingen. “Meestal vertrek ik rond 6.30 uur zodat ik om 8.30 uur op mijn werk ben. Dus als ik om 8.00 uur een vergadering heb, dan vertrek ik echt om 6.00 uur omdat er dan nog minder bussen en metro’s rijden”. De auto nemen is geen optie, omdat er vaak lange files staan. De vrouw van Olifiera werkt in Almere, zij reist met de bus en de trein. Haar gemiddelde reisduur is ongeveer 1 uur en 45 minuten voor een enkele reis. Meestal vertrekt ze rond kwart voor zeven en is dan om half negen op haar werk in Almere. Het forenzen valt beide zwaar. Vooral in de winter, “als er meer vertragingen zijn” en het langer donker is. Hierdoor heeft het forenzen in de winter dan ook meer invloed op het huishouden dan in de zomer. Het reizen in het donker beïnvloedt vooral de stemming van Olifiera en zijn vrouw, “we worden er extra chagrijnig van”. Daarnaast ziet Olifiera door de lange reistijd zijn dochtertje minder dan gewenst. Thuiswerken is niet echt een optie omdat hij in Den Haag vaak naar klanten moet. Maar omdat het reizen zo tegenvalt is Olifiera inmiddels toch op zoek naar een baan dichter bij huis. Toen hij dit aan zijn huidige baas meedeelde werden hem andere werktijden aangeboden, “maar vier uur reistijd blijft vier uur reistijd”.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
73
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.5.2 Respons
Voor dit onderzoek is het panel van O+S benaderd. Van de 3.398 panelleden hebben er 1.572 meegedaan, een respons van 46%. De ondervraagde panelleden wonen verspreid over de stad en zijn gemiddeld 46 jaar oud. Iets meer dan de helft is man, de meerderheid heeft een Nederlandse nationaliteit en twee derde heeft een hoog opleidingsniveau. Van de ondervraagden is een derde alleen staand, 27% betreft de huishoudvorm ‘paar met kinderen’, 28% betreft een ‘paar zonder kinderen’ en zes procent is één ouder met kind(eren). Een kwart werkt zelf buiten Amsterdam, van 9% werkt de partner buiten Amsterdam en bij 5% werken zowel de respondent als de partner daarvan buiten Amsterdam. 3.5.3 Resultaten
De grootste stromen pendelaars vanuit Amsterdam gaan richting Haarlemmer meer (11%), Utrecht (10%) en Den Haag (7%). Daarnaast heeft 14% geen vast werkadres en pendelt dus naar verschillende plaatsen. De meeste pendelaars gebruiken de auto (52%) of het openbaar vervoer (40%). Pendelaars die met de auto naar hun werk gaan reizen relatief vaak naar Haarlemmermeer of hebben geen vast werkadres. De trein wordt vooral gebruikt door forensen die naar grotere plaatsen in de buurt reizen zoals Utrecht, Den Haag, Haarlem en Hilversum. De fiets wordt gebruikt door forensen die relatief kleine afstanden moeten overbruggen, zij gaan vooral naar Amstelveen, Diemen 3.15 Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
52
1.
2.
3.
snelst (65%)
geen goede OV
rest van de dag
motor
belangrijkste redenen hiervoor
2
snelst (100%)
aansluiting (32%)
(soms) ook nodig (29%)
vrijer en minder
geen goede OV
afhankelijk (33%)
verbinding (22%) snelst (61%)
scooter/bromfiets
0
fiets
5
vrijer en minder
conditie/gezondheid
afhankelijk (78%)
(74%)
snelst (50%)
beter voor milieu (39%) goedkoopst en tijd
OV
40
anders totaal
snelst (100%)
1
–
–
om te werken (23%) –
100
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
bron: Amsterdam
74
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
en Haarlemmermeer. De meeste mensen die fietsend naar hun werk gaan, werken binnen Amsterdam en behoren daarom niet tot de pendelaars. De belangrijkste reden om voor een vervoermiddel te kiezen is de snelheid waarmee je op het werk komt. Daarnaast wordt de auto vooral gebruikt omdat er geen goede OV aansluiting is of omdat de forens de auto de rest van de dag (soms) ook nodig heeft. Het openbaar vervoer wordt ook gebruikt uit milieu overwegingen, omdat het voor de forens het goedkoopst is of om nog of alvast wat te werken. Een klein deel van de forensen gaat met de fiets. De fiets wordt om andere redenen gebruikt: om minder afhankelijk te zijn, omdat het goed is voor de conditie en gezondheid van de forens en omdat het het snelste vervoer middel is. Van de forensen die met de auto naar hun werk gaan staat 35% vaak in de file, 41% soms en 24% staat zelden in de file. Forensen die vaak in de file staan vinden het forenzen bezwaarlijker dan forensen die zelden of nooit in de file staan. Verschillen naar achtergrondkenmerken Zelfstandig ondernemers (72%) gebruiken vaker de auto dan werknemers in loondienst (47%). Mannen en (echt)paren zonder kinderen gaan ook relatief vaak met de auto naar hun werk. Daarnaast valt op dat het gebruik van het open baar vervoer afneemt en het gebruik van de auto toeneemt naarmate het inko men stijgt. Hoge inkomens forenzen veel vaker met de auto dan forensen met een lager inkomen. Invloed forenzen Een op de acht forensen vindt het forenzen zeer bezwaarlijk en 41% vindt het forenzen enigszins bezwaarlijk. De rest van de forensen is van mening dat het forenzen nauwelijks tot niet bezwaarlijk is. De mate van bezwaarlijkheid van forenzen hangt samen met het type vervoermiddel dat gebruikt wordt: (brom) fietsers vinden forenzen nauwelijks bezwaarlijk, reizigers met het openbaar vervoer hebben al meer moeite met het forenzen maar de autorijders hebben er het meeste moeite mee. De meest genoemde redenen om het forenzen niet of nauwelijks bezwaarlijk te vinden zijn: • tijd om afstand te nemen van het werk, • tijd om te lezen (vooral treinreizigers), • tijd om naar muziek en/of de radio te luisteren (vooral autoreizigers), • gewenning, • beperkte reistijd.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
75
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.16 Ervaren stressniveau door forenzen (van de partner), 2007 GEMIDDELDE
¬MINUTEN¬ ¬MINUTEN ¬MINUTEN¬EN¬LANGER
VAAK¬FILE SOMS¬IN¬DE¬FILE NOOIT¬IN¬DE¬FILE
RAPPORTCIJFER
bron: Amsterdam
De gemiddelde reistijd loopt uiteen van een paar minuten tot meerdere uren. De helft van de forensen zijn 45 minuten of langer aan het reizen voordat ze op hun werk komen. De mensen die 45 minuten of langer reizen doen er gemid deld 84 minuten over (1 uur en 24 minuten). Forensen vinden het reizen vaker enigszins bezwaarlijk als ze 45 minuten of langer moeten reizen. Over het algemeen is het forenzen minder bezwaarlijk naarmate de reistijd korter is. Ruim de helft van de forensen (54%) werkt wel eens thuis. Eén op de vijf van hen werkt minder dan een dag per maand thuis. De forensen die minimaal één dag per maand thuiswerken doen dat gemiddeld één dag per week. Thuiswerken heeft geen invloed op het al dan niet bezwaarlijk vinden van forenzen. De meest genoemde redenen om niet thuis te werken zijn: • het werk leent zich er niet voor (62%), • het mag niet van de werkgever (22%) en • de forens zelf werkt liever niet thuis (13%). Stress door forenzen Twee derde van de respondenten ervaart stress door het zelf forenzen en/of het forenzen van de partner. Negen procent hiervan ervaart heel vaak stress, 19% geregeld en 37% ervaart soms stress. De respondenten konden daarnaast een score geven aan de mate van stress die zij ervaren door het forenzen (van hun
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
76
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.17 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Amsterdam
partner). Een 10 staat voor heel veel stress en een 1 voor geen stress. Het gemid delde stressniveau is een 5,2. Opvallend is dat respondenten waarvan de partner pendelt – onafhankelijk of de respondent zelf ook pendelt – vaker stress ervaren door forenzen dan meer en vaker stress ervaren dan respondenten waarvan de eventuele partner niet pendelt. Vrouwen en jongeren ervaren vaker stress door forenzen dan mannen en ouderen. Van de mannen van 55 jaar en ouder ervaart 54% geen stress door het forenzen, van de vrouwen tot 40 jaar ervaart slechts een kwart nooit stress door forenzen. De ervaren stress neemt toe naarmate men langer moet reizen naar het werk adres. Ook de mate van stress neem toe. Forensen die 45 minuten of langer reizen ervaren vaker ‘vaak stress’ dan mensen die minder dan 45 minuten reizen. Het stressniveau loopt langzaam op met de gemiddelde reistijd. Forensen die 15-29 minuten reizen geven het stressniveau gemiddeld een 4,1, forensen die 30-44 minuten reizen geven gemiddeld een 4,7 en forensen die 45 minuten of langer reizen hebben het hoogste gemiddelde stressniveau, 5,4. Naast reistijd zijn ook files van invloed. Forensen die vaak in de file staan ervaren een hoger stressniveau dan forensen die soms of nooit in de file staan. Het forenzen heeft vooral invloed op de tijd die besteed kan worden aan het
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
77
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.18 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten) MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN MINDER¬GAAN¬WERKEN DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN WERKT¬LANGER¬PER¬DAG ¬MINDER¬DAGEN¬PER¬WEEK VERHUISD¬OM¬REISTIJD¬NAAR¬WERK¬IN¬TE¬KORTEN PARTNER¬IS¬DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬MINDER¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN BEDRIJF¬AAN¬HUIS¬GESTART PARTNER¬WERKT¬LANGER¬PER¬DAG ¬MINDER¬DAGEN GESTOPT¬MET¬WERKEN MIJN¬PARTNER¬IS¬GESTOPT¬MET¬WERKEN ANDERS GEEN¬WIJZIGINGEN
bron: Amsterdam
gezinsleven, aan sport en aan hobby’s. Vier op de tien forensen hebben minder tijd voor vrienden en familie en een derde heeft te weinig tijd om boodschappen te doen. Forensen die van mening zijn dat het pendelen geen merkbare invloed heeft op hun huishouden ervaren minder stress dan forensen die vinden dat het forenzen wel invloed heeft op hun huishouden. Bijna de helft van de forensen heeft in het verleden veranderingen doorgevoerd vanwege het woon-werkverkeer. Zij zijn bijvoorbeeld meer thuis gaan werken, minder gaan werken of dichter bij huis gaan werken. Opvallend is dat het gemid delde stressniveau van forensen die in het verleden geen wijzigingen hebben doorgevoerd vanwege het woon-werkverkeer lager is dan dat van forensen die al wel wijzigingen hebben doorgevoerd. Stellingen Alle panelleden hebben een vijftal stellingen voorgelegd gekregen over rekening rijden, thuiswerken en met de fiets naar het werk gaan, dus ook de mensen die zelf niet of binnen Amsterdam werken.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
78
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.19 Oordeel panel over rekeningrijden, thuiswerken en fietsen, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENING¬RIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO
IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Amsterdam
De meningen over rekeningrijden zijn verdeeld. Veertig procent van de panel leden vindt dat rekeningrijden zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. Vooral forensen die met het ov reizen of op de fiets naar hun werk gaan zijn voorstander van rekeningrijden. Een derde – onder hen veel ov-reizigers – denkt dat de files zullen worden teruggedrongen door rekeningrijden. Bijna 40% van de panel leden zegt minder met de auto naar het werk te gaan als rekeningrijden wordt ingevoerd. Opvallend genoeg wordt dit vooral gezegd door personen die nu meestal niet met de auto naar hun werk gaan. Van de forensen die met de auto naar hun werk gaan zegt 9% de auto vaker te zullen laten staan als rekeningrijden wordt ingevoerd. Bijna veertig procent van alle respondenten zou wel vaker willen thuiswerken, ruim 20% wil dit niet. Een groot deel van de respondenten die niet pendelen gaat waarschijnlijk al met de fiets naar het werk of heeft geen baan: 40% vindt de stelling ‘Ik zou vaker de fiets moeten nemen naar mijn werk’ niet op zichzelf van toepassing. Twintig procent van alle respondenten is van mening dat ze inderdaad vaker de fiets zouden moeten pakken.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
79
3.6 Haarlem 3.6.1 P ortret van een pendelaar op het traject Haarlem-Amsterdam
(Zuideramstel)
Mieke is 45 jaar, werkt als controller/auditor bij een Japanse bank. De laatste vier jaar werkt ze in Amsterdam. Eerst twee jaar in het centrum en vanaf begin 2006 in het WTC in Zuideramstel. Het eerste jaar reisde ze met het openbaar vervoer naar het WTC. Eerst met de auto naar het station HaarlemSpaarnwoude, dan de trein en daarna de metro. Sinds begin 2007 is ze in het gelukkige bezit van een abonnement voor de parkeergarage van het WTC en reist ze met de auto op en neer. Haar reistijd is nu elke dag een halfuur korter; ze gaat later van huis en is eerder thuis. Bovendien voelt ze zich veel fitter; wachten op kille stations hoeft niet meer. De auto biedt ook meer comfort. De treinen waren vaak overvol, zodat je opeengepakt moest staan. Over de vertragingen op het spoor en de gevolgen voor haar vrije tijd heeft ze het dan nog niet eens gehad. Nu is ze altijd ruim op tijd als ze gaat sporten of naar het theater gaat. En ze hoeft ook nooit bang te zijn dat ze te laat komt. Van files heeft ze nauwelijks last. Vanuit Haarlem-Noord rijdt ze door het havengebied en daarna de Ring op. Alleen op de terugweg staat ze soms kort in de file. Er zal heel wat moeten gebeuren, voordat ze weer overstapt op het openbaar vervoer. Een snelle, directe verbinding van haar huis naar het WTC. Of als rekeningrijden héél erg duur wordt…
3.6.2 Respons
Alle 1.937 leden van het Haarlemse Digipanel zijn uitgenodigd deel te nemen aan deze enquête. Er kwamen 1.150 reacties terug, dat is een respons van 59%. De man/vrouw verhouding in de respons ligt op 51/49%. Van de respondenten die aangaven buiten Haarlem te werken, is ruim 80% in loondienst en 10% zelf standig ondernemer. Van de groep forensen is 76% samenwonend of gehuwd: 43% met en 33% zonder kinderen. 16% is alleenstaand.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
80
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.6.3 Resultaten
Omvang pendel Van de panelleden werkt 51% buiten Haarlem, bij 12% is dat alleen de partner. Bij de overige respondenten is geen sprake van pendel. 3.20 Wie pendelt?, 2007 (procenten) ALLEEN¬ZELF
ALLEEN¬DE¬PARTNER BEIDEN GEEN¬VAN¬BEIDEN
bron: Haarlem
Binnen de huishoudens waarin gependeld wordt, zijn mannen vaker pendelaar dan vrouwen: 40% respectievelijk 28%. Vrouwen hebben derhalve ook vaker een pendelende partner. In huishoudens met kinderen pendelen de partners vaker allebei. De meeste forensen reizen vijf dagen per week van en naar het werk (45%), 30% doet dat 4 dagen per week en 22% 3 dagen of minder. Mannen pendelen vaker per week dan vrouwen. Een derde van zowel de respondenten als de partners werkt in Amsterdam. Haarlemmermeer komt op de tweede plaats. Partners werken iets vaker in de buurt van Haarlem. Degene die het verst weg moet, werkt in Londen. Vervoermiddel In de tabel 3.21 is te zien met welk vervoermiddel de pendelaars naar hun werk gaan en wat voor die keuze de belangrijkste redenen zijn. Auto en trein worden beide vooral gekozen vanwege de snelheid. Naar Amster dam gaat men verhoudingsgewijs vaker met de trein (40%), hetzelfde geldt voor verder liggende bestemmingen als Utrecht en Den Haag. De auto is populair voor werklocaties als de IJmond, Haarlemmermeer en Amstelveen. De meeste automobilisten reizen alleen; er wordt slechts sporadisch gecarpoold (2%).
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
81
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.21 Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
57
scooter/bromfiets
1.
2.
3.
snelst
auto rest van de dag
vrijer en minder
motor
belangrijkste redenen hiervoor
25 9
nodig
afhankelijk
snelst
beter voor milieu
goedkoopst
conditie/gezondheid
goedkoop
vrijer en minder afhankelijk
fiets
6
beter voor milieu
snelst
goedkoopst
OV
3
–
–
–
totaal
100
bron: Haarlem
De fiets, vooral gekozen vanwege gezondheids- en conditieoverwegingen, is een vervoermiddel dat populair is bij pendel in de nabijheid van Haarlem. Een keuze voor de bus komt vooral voort uit milieuoverwegingen: het gaat hier vooral om reizigers naar Haarlemmermeer, vermoedelijk met de Zuidtangent.2 Andere redenen om voor de auto te kiezen zijn de combinatie van baan en vestigingsplaats, het moeten meenemen van zware spullen, het combineren van het werk met het brengen van kinderen naar de opvang en het hebben van onregelmatige diensten. De keuze voor het openbaar vervoer wordt behalve het milieuaspect en/of de snelheid ook bepaald door het niet hebben van een auto/rijbewijs, het ontspannende karakter van de reis, gebrek aan parkeermogelijkheden bij het werk en een verplichting van de werkgever.
3.22 Vindt u forenzen bezwaarlijk?, 2007 (procenten)
ZEER¬BEZWAARLIJK ENIGSZINS¬BEZWAARLIJK
NAUWELIJKS¬BEZWAARLIJK NIET¬BEZWAARLIJK WEET¬NIET
bron: Haarlem
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
82
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Bijna de helft van de pendelaars vindt het forenzen enigszins of zeer bezwaarlijk; de andere (bijna) helft vindt het niet of nauwelijks bezwaarlijk. Busreizigers zijn het minst positief: 59% vindt forenzen enigszins of zeer bezwaarlijk. Bij trein- en autoreizigers gaat het om ongeveer de helft en van de fietsers ondervindt één op de vijf enig bezwaar. Respondenten waarvan ook de partner pendelt ervaren het forenzen vaker als bezwaarlijk dan respondenten die alleen zelf pendelen. Er is geen duidelijk verschil tussen meerpersoonshuis houdens met of zonder kinderen. De belangrijkste reden waarom men forenzen niet of nauwelijks bezwaarlijk vindt is dat men even afstand kan nemen van het werk (49%). Eén op de drie vindt het prettig om even naar muziek/radio te luisteren en iets meer dan één op de vijf vindt tijd om nog wat te lezen. Bij “overige redenen” komt vooral naar voren dat de afstand te kort is om bezwaarlijk te zijn. Verder is voor fietsers het forenzen minder bezwaarlijk vanwege het buiten zijn en het onderhouden van de conditie. Reistijd In de grafiek zijn de reistijden dagelijks van huis naar werk te zien (enkele reis). Twee derde blijkt een halfuur of meer onderweg te zijn en een derde zelfs meer dan 45 minuten. Enkele respondenten zijn meer dan 2 uur onderweg. Uitgaande van de belangrijkste vervoermiddelen zijn de fietsers het snelst ter plekke: 53% binnen het halfuur. Van de automobilisten is drie kwart minder dan drie kwartier onderweg. Trein- en busreizigers doen er langer over: meer dan de helft is langer dan drie kwartier onderweg. Van degenen die per auto pendelen staat 40% vaak in de file en 20% soms. Een derde heeft daar (vrijwel) nooit last van. Vooral reizigers naar Amsterdam 3.23 Reistijd, 2007 (procenten) MINDER¬DAN¬¬MINUTEN
¬n¬¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN ¬MINUTEN¬EN¬LANGER WEET¬NIET
bron: Haarlem
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
83
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.24 Stress in relatie tot reistijd, 2007 (procenten)
¬MINUTEN¬EN¬LANGER
¬n¬¬¬MINUTEN
MINDER¬DAN¬¬MINUTEN
HEEL¬VAAK
GEREGELD
SOMS
VRIJWEL ¬NIET bron: Haarlem
en mensen zonder vast werkadres staan vaak in de file. Iets meer dan de helft van degenen die soms of vaak in de file staan probeert deze te vermijden door eerder van huis te gaan, een kwart past de reistijd niet aan. Thuiswerken Thuiswerken komt voor bij 46% van de respondenten, maar het gaat meestal om een beperkt aantal dagen per maand. Een derde van de “thuiswerkers” doet dit minder dan 1 dag per maand. Van degenen die 1 dag of meer thuiswerken gaat het bij driekwart om maximaal 6 dagen per maand. Van de respondenten die niet thuiswerken geeft 77% aan dat het werk zich er niet toe leent. 18% meldt dat het niet mag van de werkgever en 10% werkt zelf liever niet thuis (men kon meerdere antwoorden geven). Knelpunten door woon-werkverkeer Op de vraag of men tijdsdruk of stress ervaart door het zelf forenzen en/of dat van de partner, antwoordt 38% ontkennend. De overige 62% ervaart wel, en dan vooral “soms”, stress. Als er een partner is die ook forenst ervaart men vaker tijdsdruk of stress dan als de respondent of partner alleen forenst. Ook is er in dat geval meer sprake van “geregeld” ervaren stress. Fietsers ervaren weinig stress of tijdsdruk. Er blijkt een duidelijke relatie met de reistijd: hoe langer die is, des te vaker en ook groter de tijdsdruk/stress. Van degenen die langer dan 45 minuten onder weg zijn, heeft 78% hier last van.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
84
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.25 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Haarlem
De gemiddelde “stressscore” (de mate waarin forenzen stress oplevert in het huishouden) is 5 op een schaal van 1 (geen stress) tot en met 10 (heel veel stress). De score loopt op naarmate de reistijd langer is. Ook als men in de file staat is de score hoger (5,3) dan als men daar geen last van heeft (4,3). ov-reizigers ervaren meer stress (5,6) dan automobilisten (4,9). Invloed op het huishouden Het forenzen heeft vooral invloed op de tijd die besteed kan worden aan het gezinsleven, zelf koken en sport. Daarnaast heeft één op de drie pendelaars minder tijd voor familie en vrienden en een kwart heeft te weinig tijd om boodschappen te doen. Als mogelijkheid om de tijdsdruk en stress te verminderen is vaker thuis werken voor veel respondenten (39%) een goede oplossing. Verder kiest een derde voor variabele werktijden en één op de vijf respondenten zou ruimere openingstijden van winkels e.d. op prijs stellen. Bij de spontaan gegeven antwoorden domine ren het terugdringen van files en beter openbaar vervoer. Aanpassingen vanwege het woon-werkverkeer De vraag is of het woon-werkverkeer tot bepaalde aanpassingen binnen het huishouden heeft geleid: bij 55% van de respondenten is dit niet het geval. De mensen die hier wel voor gekozen hebben zijn bijvoorbeeld dichterbij huis gaan werken, meer thuis of minder gaan werken.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
85
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.26 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten) DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN MINDER¬GAAN¬WERKEN MINDER¬DAGEN¬MET¬MEER¬UREN¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬MINDER¬GAAN¬WERKEN DICHTER¬BIJ¬WERK¬GAAN¬WONEN PARTNER¬DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN BEDRIJF¬AAN¬HUIS¬GESTART ANDERS
bron: Haarlem
Een minderheid van de pendelaars heeft vanwege het pendelen tot veranderin gen besloten. Nog minder mensen zijn van plan om in de toekomst tot dergelijke veranderingen over te gaan. Driekwart van de respondenten is dat niet van plan. Voor zover die plannen er wel zijn betreft het vooral dichterbij huis gaan werken of meer thuis werken. 3.27 Oordeel panel over rekeningrijden, thuiswerken en fietsen, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO
IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Haarlem
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
86
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Stellingen Rekeningrijden blijkt weinig populair onder de panelleden; ook verwacht men er weinig effect van. Er is meer animo voor het thuiswerken: ruim 40% voelt daar wel iets voor. Autorijders zijn nog stelliger in hun afwijzing van het rekeningrijden: 60% is tegen de invoering van rekeningrijden tegen 48% voor alle forenzende panel leden. Ook de bereidheid van automobilisten om over te stappen op de fiets is gering, maar dit hangt ongetwijfeld samen met de reisafstand.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
87
3.7 Haarlemmermeer 3.7.1 Portret van een autopendelaar Hoofddorp-Velserbroek
Mirjam woont in Hoofddorp. Zij werkt als Verenigings Management Adviseur bij de tennisbond in Velserbroek. Ze rijdt hier in een halfuur tot drie kwartier vanuit haar woonplaats naar toe. Van files heeft ze nauwelijks last, omdat ze tegen de file inrijdt. Dit traject legt ze af sinds drie jaar, want toen is haar werkgever verhuisd van Haarlem naar Velserbroek. Het forenzen ervaart ze niet echt als bezwaarlijk; temeer omdat ze lekker radio kan luisteren en nauwelijks last van files heeft. Tijdens de werkzaamheden aan de A9 in augustus en september jl. reed ze echter binnendoor door Heemstede en over de Randweg naar Velserbroek. Dit kostte haar in de normaal rustige vakantieperiode 10 tot 15 minuten extra reistijd. Gelukkig kan zij sinds begin oktober weer gebruikmaken van de A9. Het meest ergert Mirjam zich aan mensen die ongeduldig rijden en snijden. Het openbaar vervoer is voor Mirjam geen alternatief, omdat ze dan veel langer onderweg is. Bovendien heeft ze voor haar werk regelmatig haar auto nodig. Ze bezoekt dan overdag en ’s avonds tennisverenigingen die op grote afstand van haar werk gelegen kunnen zijn. Haar werkgebied is namelijk geheel Noord-Holland en delen van Zuid-Holland en Utrecht. Bij deze bezoeken heeft ze meer last van de files in de Metropoolregio Amsterdam. Het is volgens Mirjam vooral een ramp om in de avondspits ten noorden van het Noordzeekanaal te komen.
3.7.2 Respons
Het Haarlemmermeerse digipanel bestaat voornamelijk uit (echt)paren waarvan ruim de helft thuiswonende kinderen heeft. De man/vrouw verdeling is bijna gelijk en de gemiddelde leeftijd van de respondenten is 49 jaar. Bijna de helft van de respondenten heeft een opleiding op hoog niveau afgerond (hbo of univer siteit) en bijna twee derde van de respondenten heeft een baan in loondienst. In totaal zijn ruim 1.300 panelleden benaderd, een respons van 58%. 3.7.3 Resultaten
Ruim de helft (57%) van de panelleden en/of hun partner pendelt voor hun werk naar een andere gemeente. Bij de (echt)paren met thuiswonende kinderen is dit aandeel zelfs ruim twee derde. Bij de hoog opgeleiden wordt bovengemid deld vaak gependeld door het panellid zelf of door beiden. Van de mensen met
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
88
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.28 Wie pendelt?, 2007 (procenten)
IK¬WERK¬BUITEN¬(AARLEMMERMEER
MIJN¬PARTNER¬WERKT¬BUITEN¬(AARLEMMERMEER WIJ¬WERKEN¬BEIDEN¬BUITEN¬(AARLEMMERMEER IK¬EN¬MIJN¬PARTNER ¬WERKEN ¬BINNEN DE¬GEMEENTE IK¬EN¬MIJN¬PARTNER ¬WERKEN ¬NIET¬MEER
bron: Haarlemmermeer
een middelbare opleiding werken er juist relatief veel in Haarlemmermeer en pendelen dus niet. Ten slotte geven vrouwen vaker dan gemiddeld aan dat zij beiden pendelen of dat hun partner pendelt over de gemeentegrens. De belangrijkste werklocatie voor de respondenten is Amsterdam. Veel res pondenten geven aan in een andere gemeente te werken dan in de keuzelijst genoemd wordt. De belangrijkste hiervan is de buurgemeente Aalsmeer (3%). Overige meermaals genoemde gemeenten zijn: Uithoorn, Noordwijk en Velsen. Ruim een tiende van de respondenten zegt geen vast werkadres te hebben; een derde hiervan is zelfstandig ondernemer. Ongeveer eenzelfde aandeel respon denten werkt in Haarlem. Opvallende afwezige in de belangrijkste bestemmin gen is Leiden, dat niet verder komt dan drie procent. De werkbestemming van de partner wijkt niet zoveel af van die van de respondent. Bij de partner werkt 3.29 Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
77 13
fiets
4
motor
2.
3.
auto rest van de dag
geen goede aansluiting
(soms) ook nodig (37%) met het OV (35%)
goedkoopst (50%)
snelst (36%)
anders (34%)
conditie/gezondheid
snelst (50%)
vrijer en minder
(93%)
afhankelijk (50%)
2 *
*
*
goedkoopst
2 *
*
*
*
totaal
1. snelst (64%)
OV
scooter/bromfiets
belangrijkste redenen hiervoor
100
* Klein aantal respondenten.
bron: Haarlemmermeer
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
89
3 Beleving van woon-werkverkeer
echter een groter aandeel in een ‘andere’ dan in de lijst genoemde gemeenten. Deze gemeenten zijn de buurgemeenten Aalsmeer (5%), Heemstede, Lisse en Uithoorn. Onder de digipanelleden is de auto duidelijk favoriet als vervoermiddel voor woon-werkverkeer. Als belangrijkste reden hiervoor is opgegeven dat men met de auto het snelst op de plaats van bestemming is. Opvallend is dat het hebben van vrijheid en het minder afhankelijk zijn pas op de vierde plaats komt als motief voor de keuze van de auto als vervoermiddel (30%). Binnen de gemeente blijken er verschillen in de keuze voor een bepaald vervoermiddel te bestaan. In Badhoevedorp gaan meer mensen dan gemiddeld met de fiets naar hun werk. Dit komt waarschijnlijk door de nabijheid van Amsterdam waar veel Badhoevedorpers werken. In Hoofddorp is het aandeel mensen dat met het ov reist wat groter dan gemiddeld. In de andere kernen van Haarlemmermeer is de auto zeer dominant voor gemeentegrensoverschrijdend woon-werkverkeer. Opvallend is dat de keuze voor het ov vooral gemaakt wordt vanwege de lagere kosten en minder vaak omdat dit de snelste vervoerswijze is. Andere redenen om te kiezen voor het ov zijn parkeerproblemen en het vermijden van files. Opvallend is dat de respondenten die naar Amsterdam reizen meer gebruik maken van het ov (23,7%) of de fiets (9,1%) dan de overige respondenten. De respondenten zonder vast werkadres gebruiken bijna allemaal de auto. Naar Haarlem is binnen het ov de bus dominant. Dit komt waarschijnlijk door de Zuidtangent. Een aanzienlijk deel van de respondenten die langer dan 45 minuten onderweg zijn naar hun werk, reist met de trein (29,1%), terwijl de dominantie van de auto bij deze categorie kleiner is (53,5%). De auto is het meest dominant bij een reistijd tussen de 15 en 29 minuten.
3.30 Reistijd, 2007 (procenten) MINDER¬DAN¬¬MINUTEN
¬n¬¬¬MINUTEN
¬n¬¬¬MINUTEN ¬MINUTEN¬EN¬LANGER WEET¬NIET
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
bron: Haarlemmermeer
90
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.31 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Haarlemmermeer
Reistijd en files Bijna driekwart van de respondenten heeft maximaal drie kwartier nodig om naar hun werk te komen. De meeste respondenten reizen vier of vijf dagen per week naar hun werkadres; ongeveer een zesde van de respondenten doet dit drie dagen. Drie vijfde van de respondenten die met auto of motor gaan, zegt soms of vaak in de file te staan naar hun werk. Iets meer dan de helft van de filerijders zegt hun reistijd hieraan aan te passen en gaat ’s ochtends eerder van huis. Iets meer dan een kwart zegt hier geen rekening mee te houden. Forenzen: bezwaarlijk? De helft van de respondenten zegt het forenzen enigszins tot zeer bezwaarlijk te vinden. Er bestaat geen duidelijk verband met de keuze voor een vervoermiddel. Respondenten, die het forenzen niet of nauwelijks bezwaarlijk vinden, geven als belangrijkste redenen dat men even afstand van het werk kan nemen (56%) en dat men tijd heeft om naar muziek en/of de radio te luisteren (38%). Bij de groep respondenten die 45 minuten of langer onderweg is, zegt ruim drie vijfde van de respondenten het enigszins tot zeer bezwaarlijk te vinden. Stress of tijdsdruk en gevolgen van het forenzen voor het huishouden Bijna de helft van de respondenten ervaart vrijwel nooit stress of tijdsdruk door
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
91
3 Beleving van woon-werkverkeer
het forenzen. Ongeveer drie tiende zegt hier soms last van te hebben en bijna een kwart heeft hier regelmatig of vaak last van. De frequentie waarmee men stress ervaart door het forenzen blijkt af te hangen van de reistijd. Respondenten die 45 minuten of langer moeten reizen naar hun werk geven duidelijk vaker aan stress te ervaren dan de groep die korter dan 30 minuten reist. Ook de huishoud situatie is van belang voor de frequentie van ervaren stress en tijdsdruk. Paren met thuiswonende kinderen zeggen namelijk vaker dan gemiddeld stress te ervaren. Er bestaat geen duidelijke relatie tussen het geslacht van de respondent en ervaren stress. Bij de meeste respondenten die stress ervaren, zorgt het forenzen voor minder tijd voor het gezinsleven. Een derde van de respondenten heeft minder tijd voor sport en hobby’s. Bovendien zegt een deel minder tijd te hebben om te koken. Oplossingen Vaker thuis werken (45%) en variabele werktijden (37%) worden gezien als de belangrijkste oplossingen voor het verminderen van tijdsdruk en stress door het forenzen. Ruim een derde van de respondenten werkt op dit moment al wel eens thuis. Men doet dat dan gemiddeld één dag per week. De belangrijkste redenen om niet thuis te werken zijn dat het werk zich er niet voor leent (74%) of dat het niet mag van de werkgever (24%). Van de respondenten met meer dan 45 minu ten reistijd, zegt bijna de helft van de respondenten wel eens thuis te werken. Keuzes vanwege woon-werkverkeer Bijna de helft van de respondenten heeft de woon- of werksituatie aangepast 3.32 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten)
DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN MINDER¬GAAN¬WERKEN VERHUISD¬OM¬DE¬REISTIJD NAAR¬WERK¬IN¬TE¬KORTEN WERKT¬LANGER¬PER¬DAG MINDER¬DAGEN¬PER¬WEEK MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN ANDERS GEEN¬WIJZIGINGEN
bron: Haarlemmermeer
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
92
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
vanwege het forenzen. De meest gemaakte aanpassingen zijn dat respondenten dichterbij huis werken, minder werken, minder, maar wel langere werkdagen maken of verhuizen om de reistijd naar werk te bekorten. De aanpassing die voor de toekomst het meest overwogen wordt is om zelf dichterbij huis te gaan werken (7%) of dat de partner dit gaat doen (4%). Bijna driekwart zegt voor de toekomst geen wijzigingen vanwege woon-werkverkeer te overwegen. Stellingen De digipanelleden is gevraagd naar hun mening over rekeningrijden. Er bestaat weinig steun voor het rekeningrijden onder de digipanelleden. Een meerderheid van de respondenten is het er niet mee eens dat het zo snel mogelijk ingevoerd moet worden. Een nog grotere groep gelooft niet dat hiermee de files terugge drongen kunnen worden. Bovendien zeggen de meeste respondenten dat zij de auto niet laten staan als het rekeningrijden wordt ingevoerd. Zoals verwacht zijn vooral de automobilisten tegen rekeningrijden. Opvallend is dat respondenten 3.33 Oordeel panel over rekeningrijden, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Haarlemmermeer
3.34 Oordeel panel over thuiswerken en fietsen, 2007 (procenten)
IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Haarlemmermeer
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
93
die niet (meer) forenzen positiever zijn over de invoering van rekeningrijden dan de respondenten die wel forenzen. Naast de stellingen over rekeningrijden is de digipanelleden voorgelegd of zij vaker de fiets zouden moeten nemen of willen thuiswerken. Een derde van de respondenten zegt wel vaker thuis te willen werken en een kwart zegt dit juist niet te willen doen. Een relatief kleine groep zegt dat zij vaker de fiets naar het werk zouden willen nemen. Voor een aanzienlijk deel van de respondenten is de fiets waarschijnlijk ook geen alternatief voor woon-werkverkeer omdat de afstand te groot is.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
94
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.8 Purmerend 3.8.1 Portret van buspendelaar op het traject Purmerend-
Amsterdam-West
Marc is 37 jaar en een geboren Purmerender. Al een kleine 20 jaar reist hij met de bus naar Amsterdam. Eerst voor zijn studie en nu voor zijn werk. Tegen 7.00 uur gaat hij ‘s ochtends de deur uit. Hij hoeft niet ver te lopen. In 3 minuten is hij bij de bushalte en al snel verschijnt de Qliner die hem naar zijn werk in Amsterdam-West zal brengen. De laatste tijd wordt het wel drukker in de bus. Omdat het een van de laatste instaphaltes is voordat de bus de stad verlaat en de busbaan opdraait, komt het vaker voor dat hij moet staan. Hij zorgt er dan ook voor dat hij zich bij de halte ‘tactisch’ opstelt om een van de laatste zitplaatsen te kunnen bemachtigen. De comfortabele bus waar hij een toeslag voor betaalt, brengt hem via de ringweg A10 en de Coentunnel rechtstreeks naar Amsterdam-West. De tijd in de bus brengt hij meestal door met wat dommelen, muziek luisteren of met lezen in de gratis ochtendkrant. Hij vindt het prettig om op deze manier ontspannen aan een werkdag te kunnen beginnen. Doordat de bus voor een groot deel over vrije busbanen rijdt, heeft hij nauwelijks last van de files. Niet ver van zijn werk stapt Marc uit en als hij zijn kamer binnengaat, is het nog maar net 7.30 uur. Marc werkt als application-designer bij een automatiseringsbedrijf en hoewel hij over de technische mogelijkheden beschikt om vanuit huis te kunnen werken, maakt hij daar maar weinig gebruik van. Door zijn coördinerende functie moet hij veel overleggen met collega’s en vanuit huis gaat dat niet zo goed. Wel is hij minder dagen per week gaan werken. De zesendertig uur verdeelt hij nu over vier werkdagen. De vrouw van Marc heeft eveneens een baan in Amsterdam waar zij met de bus naar toe gaat. Als Marc ‘s avonds om 18.00 uur van zijn werk thuiskomt zorgt hij, op de dagen dat zijn vrouw werkt, voor het avondeten. Zijn vrouw haalt dan de kinderen van de kinderopvang. Al met al is Marc best tevreden over het forenzen per bus naar Amsterdam: “Ik denk dat er heel wat Amsterdammers zijn die langer onderweg zijn naar hun werkplek in Amsterdam dan ik vanuit Purmerend”.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
95
3.8.2 Respons
In oktober 2007 is het Purmerendse internetpanel gevraagd om mee te werken aan een regionaal onderzoek over de beleving van het forenzen. De vragenlijst is in Purmerend voorgelegd aan bijna 1.100 panelleden in de leeftijd van 25 tot 64 jaar. Ruim 900 panelleden vulden de vragenlijst in zodat de respons 84% bedroeg. De verhouding man/vrouw onder de respondenten is nagenoeg in evenwicht en de gemiddelde leeftijd bedraagt 45 jaar. Paren met kinderen zijn met 42% het meest voorkomende huishoudentype, gevolgd door paren zonder kinderen (38%), alleenstaanden (14%) en eenoudergezinnen (5%). Van de deelnemers aan de enquête heeft 38% een middelbare opleiding afgerond, eenzelfde percentage is hoog opgeleid. 3.8.3 Resultaten
In 70% van de huishoudens is er minstens één persoon die pendelt. Bij de overige huishoudens werkt men uitsluitend in Purmerend of er werkt niemand. In huishoudens waar de respondent een lage opleiding heeft genoten, wordt minder gependeld dan in huishoudens waar de respondent een middelbare of hoge opleiding heeft voltooid. Helft van de forensen werkt in Amsterdam Ongeveer driekwart van de respondenten werkt in loondienst of als zelfstandige. Van alle werkenden doet 30% dat in Purmerend en 70% daar buiten. De belang rijkste werkgemeente is Amsterdam. Ruim de helft van de pendelaars werkt daar. Daarnaast werken er in Zaanstad en Haarlemmermeer relatief veel Purmerenders. Andere gemeenten die meerdere keren genoemd worden maar die niet boven de 2% uitkomen zijn Utrecht, Amstelveen, Haarlem, Alkmaar en Hoorn. Snelheid belangrijk bij keuze vervoermiddel Voor de Purmerendse pendelaars is de auto het belangrijkste vervoermiddel om op het werk te komen. Ruim de helft gaat meestal met de auto. Een op de tien automobilisten doet dat als carpooler. Van de bus maakt 24% van de pendelaars gebruik en van de trein 12%. Bus en trein zijn samen dus goed voor ruim een derde deel van de verplaatsingen. De overige vervoerswijzen zoals motor, brom fiets en fiets spelen geen rol van betekenis. In het woon-werkverkeer naar Amsterdam speelt de bus een veel grotere rol. Werkt men in Amsterdam dan gaat men even vaak met de bus als met de auto. De twee vervoerwijzen nemen ieder meer dan 40% voor hun rekening.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
96
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.35 Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
54
belangrijkste redenen hiervoor 1.
2.
3.
snelst (43%)
auto rest van de dag
vrijer (29%)
(soms) ook nodig (39%)
bus
24
trein
12
snelst (77%)
goedkoopst (18%)
beter voor milieu (15%)
3
snelst (89%)
–
–
motor
snelst (78%)
beter voor milieu (22%) goedkoopst (20%)
scooter/bromfiets
2
vrijer (67%)
–
–
fiets
1
conditie/gezondheid
–
–
–
–
rest totaal
4
(60%) –
100 bron: Purmerend
De belangrijkste reden om voor de auto te kiezen is dat dit de snelste manier is om op het werk te komen. Bijna even vaak kiest men voor de auto omdat men deze de rest van de dag (soms) ook nodig heeft. Ook voelt men zich met de auto vrijer en minder afhankelijk. Bij een kwart van de automobilisten speelt het ont breken van goede aansluitingen met het openbaar vervoer een rol bij hun keuze en een op de tien vindt het te riskant om voor het openbaar vervoer te kiezen vanwege vertragingen. Zowel bij de bus- als de treinreizigers kiest driekwart voor het openbaar vervoer omdat dit voor hen de snelste manier is. Zij noemen deze reden veel vaker dan de automobilisten. Purmerendse pendelaars die met het openbaar vervoer reizen doen dat vooral vanwege de snelheid en veel minder omdat dit beter voor het milieu of de goedkoopste manier is. De helft vindt het forenzen enigszins tot zeer bezwaarlijk Van alle Purmerendse pendelaars is meer dan 40% minstens drie kwartier onder weg om van huis op het werk te komen. Een bijna even groot percentage pende laars (37%) doet daar een halfuur tot drie kwartier over, terwijl 22% binnen een halfuur op het werk is. Bijna de helft van de pendelaars (48%) zegt het forenzen enigszins tot zeer bezwaarlijk te vinden. Hoe langer de reistijd is, hoe meer het forenzen als bezwaarlijk wordt ervaren. Een reistijd tot een halfuur vindt 30% bezwaarlijk en bij een reistijd van drie kwartier of langer is dit 57%. Verder valt op dat auto
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
97
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.36 Reistijd, 2007 (procenten)
MINDER¬DAN¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN ¬n¬¬¬MINUTEN
¬MINUTEN¬EN¬LANGER
bron: Purmerend
mobilisten en treinreizigers het forenzen vaker bezwaarlijk vinden (ruim de helft) dan de busreizigers (een op de drie). Zij die het forenzen niet of nauwelijks bezwaarlijk vinden noemen als redenen dat men dan even afstand kan nemen van het werk (50%), dat men tijd heeft om naar muziek of radio te luisteren (33%) en dat men tijd heeft om te lezen (23%). Daarnaast gebruikt 9% de tijd om wat te werken. Van de forensen die met de auto of motor naar het werk gaan, zegt 61% vaak en 20% soms in de file te staan. De overige 19% staat (vrijwel) nooit in de file. Van de automobilisten die soms of vaak in de file staan past 60% hun reistijd aan door ’s ochtends eerder van huis te gaan. Een op de vijf houdt geen rekening met de files. Meer dan 80% forenst minimaal 4 dagen per week Ruim de helft van de pendelaars werkt vijf dagen per week en meer dan een kwart werkt vier dagen. Bijna 30% van de Purmerendse forensen werkt wel eens thuis. Van deze thuiswerkers doet 70% dat minstens 1 dag in de maand. Gemiddeld werken zij één dag per week thuis. De pendelaars die nooit thuis werken noemen als belangrijkste reden dat het werk zich hier niet voor leent (80%). Andere redenen zijn dat zij er geen toestemming van hun werkgever voor krijgen (19%) en dat zij het liever zelf niet willen (7%). 30% ervaart geregeld tot heel vaak stress Ongeveer 30% van de respondenten zegt geregeld tot heel vaak stress of tijdsdruk te ervaren door het forenzen. Bij 35% is dat soms het geval en 35% heeft daar (vrijwel) nooit last van.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
98
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.37 Invloed van forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS
bron: Purmerend
Automobilisten hebben vaker last van stress dan busforensen. Leeftijd, geslacht en opleidingsniveau van de forensen zijn niet aantoonbaar van invloed op de mate waarin men stress ervaart. De reistijd is hier wel van invloed op. Hoe langer de reistijd is, hoe vaker men stress of tijdsdruk voelt. Ook voelt men meer stress als men vaker in de file staat. Aan alle respondenten die wel eens stress of tijdsdruk ervaren door het forenzen is gevraagd op welke manier het forenzen hun huishouden beïnvloedt. Bij de meesten komt dat doordat er minder tijd voor het gezinsleven overblijft (64%), er minder tijd is voor sport en hobby’s (44%) en minder tijd om zelf te koken (35%). Minder stress door vaker thuiswerken en variabele werktijden Als oplossingen om de tijdsdruk of stress te verminderen noemden de panel leden het meest ‘vaker thuiswerken’ (37%), ‘anders’ (36%) en ‘variabele werk tijden’ (34%). Nadere uitsplitsing van de door de respondenten geformuleerde antwoorden laat zien dat de groep ‘anders’ voornamelijk bestaat uit responden ten die de oplossingen zoeken in verbeteringen van de wegen, minder files en in verbeteringen van het openbaar vervoer. Minder dan de helft van de huishoudens zegt in het verleden aanpassingen te hebben gedaan in verband met het woon-werkverkeer. De meest genoemde veranderingen zijn: dichterbij huis werken (13%), minder werken (8%) en meer uren per dag maar minder dagen per week (7%). Voor de nabije toekomst zegt
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
99
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.38 H oe zou de tijdsdruk of stress door het forenzen voor u verminderd kunnen worden?, 2007 (procenten) VAKER¬THUIS¬WERKEN ANDERS VARIABELE¬WERKTIJDEN RUIMERE¬OPENINGSTIJDEN¬VAN WINKELS ¬BANKEN ¬KAPPERS ¬ETC MEER¬PERSOONLIJKE¬DIENSTVERLENING GOEDKOPERE¬KINDEROPVANG RUIMERE¬OPENINGSTIJDEN VAN¬KINDEROPVANG BETERE¬TAAKVERDELING¬THUIS¬
bron: Purmerend
ongeveer driekwart van de huishoudens geen veranderingen te overwegen in verband met het woon-werkverkeer. Weinig steun voor rekeningrijden Aan alle panelleden, dus niet alleen de forensen maar ook de panelleden die niet werken of dit uitsluitend in Purmerend doen, is de vraag voorgelegd in hoeverre zij het eens zijn met een vijftal stellingen. Drie stellingen gaan over rekeningrijden, de andere twee over vaker met de fiets naar het werk en over vaker thuiswerken. 3.39 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten) DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN MINDER¬GAAN¬WERKEN WERKT¬LANGER¬PER¬DAG MINDER¬DAGEN¬PER¬WEEK MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬MINDER¬GAAN¬WERKEN ANDERS GEEN¬WIJZIGINGEN
bron: Purmerend
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
100
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.40 Oordeel panel over rekeningrijden, thuiswerken en fietsen, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO
IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Purmerend
De panelleden zijn niet erg enthousiast over het invoeren van rekeningrijden. Een ruime meerderheid (58%) is er tegen dat rekeningrijden zo snel mogelijk wordt ingevoerd. Een nog omvangrijker groep (70%) denkt niet dat de files hier mee teruggedrongen zullen worden en iets meer dan helft van de panelleden is niet van plan om dan minder snel de auto te nemen. Onder de pendelende auto mobilisten is de weerstand tegen het rekeningrijden het grootst. Driekwart is tegen de invoering en 87% zal bij invoering de auto niet vaker laten staan. Een van de drie panelleden is het eens met de stelling ‘Ik zou vaker thuis willen werken’. Onder de forensen is deze voorkeur iets groter dan onder de Purmerenders die in hun woonplaats werken. Bij de stelling “ik zou vaker de fiets moeten nemen” speelt de afstand naar het werk een belangrijke rol. Van de panelleden die buiten Purmerend werken vindt nog geen 10% dat hij of zij vaker de fiets zou moeten nemen. Onder de panel leden die hun werkadres in Purmerend hebben, komt het percentage uit op 38.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
3 Beleving van woon-werkverkeer
101
3.9 Zaanstad 3.9.1 P ortret van een fietsende forens op het traject Zaanstad-Amstelveen
Sinds ruim een half jaar werkt Jasper (28 jaar) in Amstelveen. Nadat hij een keer vanuit Zaanstad naar het Amsterdamse Bos was gefietst, bedacht hij dat zijn werk eigenlijk niet veel verder ligt en besloot hij voortaan op de fiets te gaan. ’s Ochtends om tien voor half negen gaat hij de deur uit, fietst naar de Hempont, steekt over en doet er vervolgens ongeveer drie kwartier over om op de plaats van bestemming te komen. Weer en wind, het maakt allemaal niet uit. Maar als het ooit eens tien graden onder nul is en het gevaarlijk wordt om op de fiets te stappen zal hij het laten. Op de terugweg is de reis vaak wat langer omdat het niet altijd even goed uit te mikken is om exact op de ponttijden te rijden. Vaak is hij pas tegen half acht/kwart voor acht thuis en heeft dan net even tijd om de supermarkt binnen te rennen en iets gemakkelijks te eten mee te nemen. Reizen met het openbaar vervoer is langzamer en je hebt vaak (over)volle wagons, en in de file staan is ook geen optie. Af en toe neemt Jasper toch de auto omdat hij deze dan de rest van de dag nodig heeft, om bijvoorbeeld een beurs te bezoeken. Het is heel prettig om het nuttige van het fietsen (“het is een perfecte cardio work-out”) met het nuttige van het werken te verenigen. Jasper werkt op een marketingafdeling bij een bedrijf aan onder meer het opzetten van een grote database. Dit leent zich niet voor thuiswerken. Het nuttige van het fietsen (goed voor de conditie) heeft zich overigens ook vertaald in een afname in lichaamsgewicht. Sinds april is hij al twaalf kilo afgevallen.
3.9.2 Respons
Najaar 2007 is het Zaanpanel benaderd voor een regionaal onderzoek naar de invloed van het forenzen op het huishouden. In totaal zijn bijna 2.000 panelleden benaderd, waarvan 56% heeft meegedaan aan het onderzoek. Het panel vooral uit mensen met Nederlandse nationaliteit, iets meer dan de helft mannen en voor bijna de helft hoger opgeleiden. De gemiddelde leeftijd van het panel is 47 jaar. De grootste groep (42%) van de respondenten hoort tot de (echt)paren met kin deren, vier procent tot de eenoudergezinnen. Een derde hoort tot paren zonder (thuis)wonende kinderen en 13% is alleenstaand. De spreiding over de wijken is goed, behalve in Poelenburg en Pelders-Hoornseveld waar een kleine onder- en in Zaandam West en Nieuw West waar een kleine oververtegenwoordiging is.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
102
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.41 Met welk vervoermiddel pendelt men en wat zijn de belangrijkste redenen hiervoor?, 2007
% dat daarvan
vervoermiddel
gebruik maakt
auto
60
belangrijkste redenen hiervoor 1.
2.
3.
snelst (57%)
auto rest van de dag
vrijer en minder
OV
26
fiets
8
(soms) ook nodig (39%) afhankelijk (30%)
snelst (63%)
goedkoper (31%)
milieu (25%)
conditie/gezondheid
vrijer en minder
goedkoper (43%)
(84%)
afhankelijk (66%)
anders
3
–
–
–
motor
2
snelst (78%)
vrijer en minder
goedkoper (33%)
scooter/bromfiets
1
afhankelijk (44%) goedkoper (57%)
totaal
snelst (57%)
vrijer en minder afhankelijk (57%)
100
bron: Zaanstad
3.9.3 Resultaten
Zaanstad is overduidelijk een forensenstad. In de huishoudens van 72% van de ruim 900 werkzame respondenten, reist tenminste één persoon per huishouden voor het werk naar een andere gemeente. Veertig procent van de respondenten pendelt als enige persoon binnen het huishouden, bij 19% pendelt respondent én partner en bij 15% forenst alleen de partner. Bijna de helft van de respondenten werkt in Amsterdam (47%), zes procent in Haarlemmermeer (Hoofddorp), 4% in Purmerend, 3% in Alkmaar en 2% in Beverwijk. De overige forensen werken elders in de regio of daarbuiten. Negen procent heeft geen vast werkadres. Op de fietsende pendelaars na vinden alle pendelaars dat hun vervoermiddel hen het snelst naar de plaats van bestemming brengt. Zie tabel 3.41. Het merendeel van de pendelende Zaankanters reist met de auto naar het werk (60%). Hiervan doet 5% aan carpooling. Voor een derde deel reizen de auto pendelaars naar Amsterdam, voor twee derde is dat zeer verspreid naar andere gemeenten in de regio of daarbuiten. De belangrijkste redenen om met de auto te reizen zijn dat men hiermee het snelst op het werk is, men de auto de rest van dag (soms) ook nodig heeft en men zich vrijer en minder afhankelijk voelt. Als overige reden noemt men soms ook dat bagage en apparatuur kan worden meegenomen of dat het handig is om de kinderen te brengen of te halen.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
103
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.42 Mate van bezwaar en hoe vaak in de file staan, 2007 (procenten)
NIET¬BEZWAARLIJK
NAUWELIJKS¬BEZWAARLIJK
VRIJWEL ¬NOOIT
SOMS
VAAK
ENIGSZINS¬BEZWAARLIJK
ZEER¬BEZWAARLIJK bron: Zaanstad
In totaal 26% van de forensen reist met het openbaar vervoer, waarvan het merendeel (88%) met de trein. De meeste reizigers gaan naar Amsterdam (68%). De belangrijkste redenen voor deze keuze zijn dat dit het snelst gaat en goed koper en beter voor het milieu is. Enkele respondenten gaan met de bus en (binnen Amsterdam) met de tram. Vanwege de ligging van Zaanstad ten opzichte van Amsterdam pendelt men in Zaanstad ook veel met de fiets (8%). Voor hen zijn verreweg de belangrijkste redenen dat het goed voor de conditie en gezondheid is, het een gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid geeft en het goedkoop is. Bezwaar of geen bezwaar? Iets meer dan de helft (53%) van de respondenten vindt het forenzen enigszins of zeer (12%) bezwaarlijk. Voor respondenten die met de auto reizen, geldt dit in nog iets sterkere mate, 61% heeft er bezwaar tegen. Bijna driekwart van de fietsers heeft juist vaker nauwelijks of geen bezwaar. En verder geldt in het algemeen: hoe langer de reistijd, des te meer bezwaar. Meer dan de helft van de autoforensen staat vaak in de file. Twintig procent soms en 24% vrijwel of helemaal nooit. Toch vindt ruim een derde van de panelleden die vaak in de file staan het reizen desondanks niet bezwaarlijk. Ook een korte of een langere reistijd maakt hierbij niet uit. Bijna de helft van de respondenten heeft juist geen of nauwelijks bezwaar om te forenzen. Men kan afstand nemen van het werk (49%), heeft tijd om naar de radio of muziek te luisteren (35%), om te lezen (17%) of om alvast/nog wat te werken (8%). Bij een aantal respondenten wegen mogelijke bezwaren ten aanzien van het forenzen niet op tegen het plezier in het werk.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
104
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.43 Ervaren stress en tijdsdruk door het forenzen naar geslacht, 2007 (procenten)
HEEL¬VAAK
GEREGELD
SOMS
VRIJWEL ¬NOOIT
MAN
VROUW
bron: Zaanstad
Werkdagen en thuiswerken Bijna de helft van de pendelaars werkt vijf dagen (of zelfs meer), 31% werkt vier dagen. Een derde deel van de forensen werkt wel eens thuis, gemiddeld is dit bijna 4 dagen per maand. Langere reistijd hangt samen met een hoger percentage forensen dat wel eens thuis werkt. Gevraagd naar de redenen waarom anderen niet thuiswerken, wordt geantwoord dat het werk er zich niet goed voor leent. Als tweede reden blijkt de werkgever het niet goed te vinden. De derde reden is dat men het zelf liever niet wil of dat de thuissituatie zich er niet toe leent. Stress binnen het huishouden? Bijna dertig procent van de respondenten ervaart binnen het huishouden geregeld of heel vaak tijdsdruk of stress door het forenzen. Iets meer dan dertig procent heeft er soms last van. Bijna veertig procent ervaart nooit stress. Meer vrouwen ervaren stress of tijdsdruk dan mannen (zie grafiek). Vooral de jongere vrouwen (tot 40 jaar) ervaren meer stress. Ook forensen die vaak in de file staan ervaren de stress of tijdsdruk meer dan anderen. Daarnaast is er een duidelijk verband tussen forensen die stress of tijds druk ervaren en de mate waarin men het forenzen bezwaarlijk vindt. Hoe groter het bezwaar, hoe vaker men tijdsdruk of stress voelt. Opvallend is overigens dat het nauwelijks uitmaakt of men tot een huishouden met kinderen behoort of niet. Het maakt wél uit of binnen het huishouden alléén de partner forenst. Dan wordt er binnen het huishouden meer stress ervaren.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
105
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.44 Invloed van het forenzen op het privéleven, 2007 (procenten) MINDER¬TIJD¬VOOR¬GEZINSLEVEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬SPORTHOBBYS MINDER¬TIJD¬OM¬ZELF¬TE¬KOKEN MINDER¬TIJD¬VOOR¬VRIENDENFAMILIE TE¬WEINIG¬TIJD¬OM¬KINDEREN¬OP TE¬HALEN¬BIJ¬SCHOOLOPVANG TE¬WEINIG¬TIJD¬VOOR¬BOODSCHAPPEN MEER¬KINDEROPVANG¬NODIG MEER¬HUISHOUDELIJKE¬HULP¬NODIG ANDERS GEEN¬INVLOED
bron: Zaanstad
Op een schaal van een tot tien kon men aangeven in welke mate men de stress ervaart. De gemiddelde score is een vijf. Forensen die met de auto reizen en een langere reistijd hebben, geven gemiddeld een hoger cijfer, namelijk rond de zes. Invloed van het forenzen op het huishouden Aan alle respondenten is gevraagd op welke manier het forenzen invloed heeft op het huishouden. Ongeveer één op de tien respondenten ondervindt geen merkbare invloed van het forenzen. Voor de overige respondenten is dit wel het geval. Bijna 60% vindt dat er minder tijd voor het gezinsleven is. Op de tweede plaats vindt men dat er minder tijd voor sport en hobby’s is (circa 40%) en/of dat men minder tijd heeft om zelf te koken. Ook is er minder tijd voor familie en vrienden (circa 30%). De forenzende panelleden gaan er vanuit dat de stress zou kunnen worden verminderd door vaker thuis te werken (40%), flexibeler werktijden te krijgen (32%), ruimere openingstijden van winkels, banken, kappers, etc. In wat minde re mate zou goedkopere kinderopvang of kinderopvang met ruimere openings tijden (12%) kunnen bijdragen aan de vermindering van de stress. In hetzelfde verband worden meer persoonlijke dienstverlening (8%) en/of een betere taak verdeling thuis (3%) genoemd. Ook wordt een aantal verkeerstechnische moge lijkheden geopperd, zoals het realiseren van de tweede Coentunnel, verbetering van de verkeersdoorstroming, van het openbaar vervoer etc.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
106
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
3.45 Welke keuzes zijn gemaakt vanwege het forenzen?, 2007 (procenten) MINDER¬GAAN¬WERKEN DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN WERKT¬LANGER¬PER¬DAG ¬MINDER¬DAGEN¬PER¬WEEK PARTNER¬IS¬MINDER¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬DICHTER¬BIJ¬HUIS¬GAAN¬WERKEN VERHUISD¬OM¬REISTIJD¬NAAR¬WERK¬IN¬TE¬KORTEN PARTNER¬WERKT¬LANGER¬PER¬DAG ¬MINDER¬DAGEN BEDRIJF¬AAN¬HUIS¬GESTART PARTNER¬IS¬MEER¬THUIS¬GAAN¬WERKEN PARTNER¬IS¬GESTOPT¬MET¬WERKEN GESTOPT¬MET¬WERKEN ANDERS GEEN¬WIJZIGINGEN
bron: Zaanstad
Bijna de helft (46%) van de forensen heeft in het verleden wijzigingen door gevoerd in de woon- of werksituatie vanwege het woon-werkverkeer. Men is minder gaan werken, dichter bij huis, meer thuis gaan werken en/of langere dagen gaan maken om minder dagen van huis weg te zijn. Meer dan de helft van de forensen heeft geen aanpassingen gedaan. Respondenten die geregeld of vaak stress ervaren hebben relatief vaker hun woon- of werksituatie gewijzigd. Gevraagd naar dergelijke aanpassingen in de toekomst verwacht (opnieuw) het merendeel dat zij niets zullen veranderen (54%). Als men dit wél doet, zullen het ongeveer dezelfde aanpassingen zijn als hierboven genoemd. Het vermelden waard is dat enkele respondenten als gevolg van de filedruk hun motorrijbewijs hebben gehaald en met de motor forenzen en dat een enkeling bewust dicht bij een station is gaan wonen. Stellingen Tot slot is het gehele panel – ook degenen die niet (meer) of binnen Zaanstad werken – gevraagd een oordeel te geven over een vijftal stellingen.
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam
107
3 Beleving van woon-werkverkeer
3.46 Oordeel panel over rekeningrijden, 2007 (procenten) REKENINGRIJDEN¬MOET¬ZO¬SNEL MOGELIJK¬WORDEN¬INGEVOERD DOOR¬REKENINGRIJDEN¬ZULLEN DE¬FILES¬WORDEN¬TERUGGEDRONGEN ALS¬REKENINGRIJDEN¬WORDT¬INGEVOERD¬NEEM IK¬VOOR¬MIJN¬WERK¬MINDER¬SNEL¬DE¬AUTO HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Zaanstad
Een aanzienlijk deel van de respondenten (53%) is het (helemaal) niet eens met een snelle invoering van het rekeningrijden. Automobilisten zijn hier aanzienlijk meer op tegen dan de overige reizigers. Men verwacht al helemaal niet dat dit de oplossing van het fileprobleem zal zijn (64%). Opvallend is dat de fietsers optimistischer zijn gestemd wat dit betreft. Als het rekeningrijden wordt inge voerd verwacht maar dertien procent minder snel de auto te nemen. Opvallend is dat niet-forensen er vaker van uitgaan de auto minder snel te nemen (32%) dan de forensen zelf (24%). Bijna dertig procent van de forensen zou vaker de fiets willen nemen of thuis willen werken. 3.47 Oordeel panel over thuiswerken en fietsen, 2007 (procenten) IK¬ZOU¬VAKER¬THUIS¬WILLEN¬WERKEN IK¬ZOU¬VAKER¬DE¬FIETS¬MOETEN NEMEN¬NAAR¬MIJN¬WERK HELEMAAL ¬MEE¬EENS
NEUTRAAL
HELEMAAL ¬MEE¬ONEENS
GEEN¬MENING bron: Zaanstad
Noten 1 Dit is iets minder dan het percentage pendelaars in de actieve Almeerse beroepsbevolking, namelijk 53%. Bron: Sociale Atlas 2007, Gemeente Almere, 2007. 2
Snelle busverbinding van Haarlem, via Hoofddorp en Schiphol, naar Amsterdam-Zuidoost.
Metropoolregio Amsterdam in beeld 2007
108
Deel 1 – Woon-werkverkeer in de Metropoolregio Amsterdam
Feiten en cijfers over de Metropoolregio Amsterdam