Memo DARE ,CMS en LCMS DARE in relatie tot CMS en LCMS
1 Inleiding Tijdens de bestuursvergadering van E-merge op 29.11.2002 heeft het bestuur gevraagd om een korte studie naar de relatie tussen het initiatief Digitaal Platform (DARE) van Surf, Content Management Systemen (CMS) en Learning Content Management Systemen (LMCS). In dit memorandum wordt hiertoe ingegaan op: - Definiëring en functionaliteit van LCMS en CMS. Volledigheidshalve wordt daarbij ook kort ingegaan op de Elektronische Leeromgeving (ELO zoals bijv. Blackboard) en Learning Management Systemen (LMS) vanwege de nauwe onderlinge samenhang; - Een beschrijving van het Dare-project (Digital Academic Repositories 1) onder leiding van Surf; - Huidige markt en marktverwachtingen ten aanzien van CMS en LCMS en de keuze van E-Merge voor HIVE; - Samenhang tussen DARE, CMS en LCMS. Volledigheidshalve wordt hieronder (Box 1) een overzicht gegeven van de drie hoofdprocessen binnen het elektronisch leren. Box 1: Onderwijsmateriaal, onderwijsproces en de administratie Het elektronisch leren kan volgens Sloep en Westera in drie hoofdprocessen onderscheiden worden:
1.
Het ontwikkelen en beheren van onderwijsmateriaal (‘content’) Dit betreft ontwikkeling van bronnen- en leermateriaal zoals teksten, video’s, collecties hyperlinks, leertaken of –opdrachten en ingangs- en eindtoetsen. Ook het ontwikkelen van een didactische werkvorm die aangeeft hoe opdrachten worden uitgevoerd en hoe met het bronnenmateriaal wordt gewerkt, valt hieronder. Allerlei software kan gebruikt worden om onderwijsmateriaal te ontwikkelen, en voor hergebruik aan te passen.
2.
Het elektronisch ondersteunen van het feitelijke onderwijsleerproces Dit is de virtuele ‘werkruimte’ voor de studenten, materiedeskundigen en moderatoren. Deelnemers treffen hier ‘boekenplanken’ met bronnenmateriaal, communicatiefaciliteiten, oefensituaties en feedbackmogelijkheden. De leer- en onderwijsactiviteiten worden elektronisch ondersteund.
3.
De administratieve ondersteuning van het onderwijsleerproces Hier gaat het om diverse administratieve en beheersprocessen zoals het inschrijven van studenten, het volgen van de studievoortgang, het roosteren en dergelijke.
1
‘Repositories’ zijn lokaal bij de instellingen onderhouden informatiesystemen voor wetenschappelijke output.
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
1 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS 2 Definiëring/Functionaliteit 2.1
CMS
Een CMS richt zich op de levenscyclus van content: • Creëren, verzamelen en bewerken • Beoordelen en goedkeuren • Beheren en aggregeren • Toegankelijk maken en distribueren • Archiveren en vernietigen Een CMS biedt de mogelijkheid om ongestructureerde informatie in kleinere eenheden dan documenten te beheren. Ook faciliteert een CMS het hergebruik van informatieobjecten, bijv. door het mogelijk maken van publicatie in verschillende vormen en via verschillende media. Content Management is al enkele jaren een begrip in de wereld van websites en uitgeverijen. Binnen universiteiten beginnen met name universitaire bibliotheken gebruik te maken van CMS ten behoeve van de ontsluiting, beheer en publicatie van (digitale) wetenschappelijke informatie.. Ook voor het beheer van universitaire websites kan een CMS belangrijk instrument zijn. Een veel gebruikte standaard bij een CMS is eXtensible Mark-up Language (XML) waarmee de inhoudelijke structuur en bronnen van informatie ‘medium neutraal’ kunnen worden beschreven.
2.2
LCMS
LCMS is een CMS welke speciaal voor het maken en beheren van leercontent is gemaakt (en daarmee nauw gerelateerd aan het ontwikkelen en beheren van onderwijsmateriaal zoals genoemd in Box 1). De ‘gewone’ CMS-produkten zijn (nog) niet voor het onderwijs ingericht. Met een goed LCMS is het mogelijk om leerobjecten (een eenheid leerstof die zelfstandig toegevoegde waarde heeft voor het leerproces) individueel dan wel in teams te ontwikkelen en te beheren (o.a. versie- en variatiebeheer). Belangrijke zaken daarbij zijn: ondersteunen van het ontwikkel- en samenwerkingsproces; opslaan van de content in de kleinst mogelijke betekenisvolle eenheid (herbruikbare leerobjecten voor verschillende doelgroepen); het scheiden van inhoud en vorm; zodanig opslaan dat de content gemakkelijk en betekenisvol is terug te vinden en te hergebruiken. Voordelen daarvan zijn dat content op maat kan worden gedistribueerd (personalisatie), zowel wat betreft inhoud, vorm als omvang (wat, hoe en hoeveel). Binnen een LCMS is het mogelijk om verschillende ‘auteurs’ (docenten en/of studenten inclusief het beheer van auteursrechten) te ondersteunen die ieder hun eigen ontwikkeltool (van tekstverwerkers als Word tot meer geavanceerde tools als Dreamweaver of Authorware) kunnen gebruiken. Een LCMS faciliteert het ontwikkelen en beheren van leerstof op een gestructureerde wijze maar kan ook gebruikt worden ter ondersteuning van samenwerking door studenten en het ‘tracken and tracen’ van studenten ten aanzien van de wijze waarop zij omgaan met de lesinhoud. Hoewel CMS en LCMS qua functionaliteit in principe een grote overlap vertonen zijn er, zoals hierboven reeds genoemd ook duidelijke verschillen. Deze zijn met name: - CMS maken veelal gebruik van XML als onderliggende standaard; LCMS-produkten van zogeheten SCORM (Sharable Content Object Reference Model);
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
2 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS -
2.3
LCMS- producten zijn gericht op een sterk integratie met de ELO; Bij een CMS is dit niet, of veel minder, het geval. LCMS gaan uit van workflow/templates gebaseerd op onderwijsprocessen, CMSprodukten zijn gericht op publicaties. Dat betekent bijv. dat een LCMS uitgaat van kleine herbruikbare leerobjecten opgeslagen in een beperkt toegankelijke ‘Learning Object Repository’. CMS-produkten daarentegen gaan uit een open structuur, een zorgvuldig proces van peer review, grote documenten en een brede en open toegang.
ELO en LMS
Een LCMS is nauw gerelateerd aan een ELO en aan LMS-produkten welke in principe met name gericht zijn op het elektronisch ondersteunen van het leerproces en de administratieve ondersteuning van het leerproces (zie box 1). Een ELO is feitelijk de afspeelomgeving voor een LCMS. De ELO dient als portal voor de student (toegang tot vakken, communicatie, creëren van communities e.d). Het LCMS levert de ‘inhoud’ via de ELO. Via bijv. Blackboard wordt inmiddels echter ook een overvloed aan content beschikbaar gesteld (dictaten, powerpoint-presentatie, streaming video, etc.). Dit gebeurt echter veelal op individuele niveau (per vak /docent) zonder verdere uitwisseling met andere docenten. De term leermanagementsysteem (LMS) wordt internationaal vaak gebruikt ter aanduiding van softwaresystemen die zowel primaire processen als secundaire processen ondersteunen. Een LMS is in de praktijk vaak een combinatie van een studentinformatiesysteem (SIS) en een elektronische leeromgeving (ELO). Het onderscheid tussen LCMS, ELO en LMS is allesbehalve eenduidig. Er is sprake van een toenemende overlap in functionaliteit en integratie van systemen. (zie ook punt 4 hieronder). Zie ook de bijlage voor een voorbeeld van de integratie/samenhang van verschillende systemen.
4. Het Dare-project Het DARE (Digital Academic Repositories)- project is een initiatief van de gezamenlijke Nederlandse universiteiten om al hun onderzoeksresultaten digitaal toegankelijk te maken. Het project is zeer recent van start gegaan. Ook de Koninklijke Bibliotheek, de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek werken aan dit samenwerkingsproject mee. De coördinatie ligt in handen van Stichting SURF DARE speelt in op de ontwikkelingen in de wetenschappelijke informatievoorziening. Informatie- en communicatietechnologie is daarin een dominante rol gaan spelen. DARE streeft naar modernisering van de Nederlandse wetenschappelijke informatiehuishouding door het realiseren van een infrastructuur en het bieden van geavanceerde diensten voor het digitaal vastleggen, toegankelijk maken, bewaren en distribueren van de Nederlandse wetenschappelijke productie. De zichtbaarheid van en toegang tot de wetenschappelijke output wordt daarmee sterk verbeterd. Uitgangspunt van DARE is dat dat gebeurt binnen alle instellingen op een vergelijkbare wijze, met behoud van de eigen verantwoordelijkheid en onder eigen beheer, zonder doublures in de opslag en de onderhoudsinspanningen. De binnen het kader van DARE te hanteren standaarden (gebaseerd op OAI, Open Archive Initative) sluiten nauw aan bij de internationale ontwikkelingen opdat de informatie zowel nationaal als internationaal optimaal uitwisselbaar zal zijn. Digitale beschikbaarheid, op basis van open, internationale standaarden, vereenvoudigt het verdere gebruik van de informatie
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
3 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS voor verschillende doeleinden. Te denken valt aan publicatie in traditionele of nieuwe (elektronische) tijdschriften, duurzame opslag bij de Koninklijke Bibliotheek, opname in het Open Sources-systeem van NWO en verwerking in digitale leeromgevingen voor het onderwijs. Binnen DARE is een link naar ELO’s (verwerken van onderzoeksinformatie in digitale leeromgevingen) een specifiek aandachtspunt). Voor wat betreft de IT-architectuur voor de realisatie van bovenstaande doelstellingen staat het project nog volledig in de opstartfase (inventarisatie). CMS en Systemen voor onderzoeksinformatie van de deelnemende instellingen zullen onderling uitwisselbaar moeten zijn. Dat zal naar verwachting op termijn lijden naar een grotere mate van standaardisering, bijv. ten aanzien van CMS.
5. De markt 5.1
De toekomst
De CMS en LCMS-markt is volop in beweging. Marktanalisten verwachten een consolidatie van de CMS en LCMS-markt binnen een aantal jaren. Deze consolidatie kent een aantal aspecten: 1. CMS-producten zullen qua functionaliteit steeds meer op elkaar gaan lijken; 2. CMS-, Portal- en LCMS producten zullen geleidelijk samensmelten tot één categorie van producten. Die producten zullen sterk modulair in opbouw zijn. Specifieke LCMSprodukten zullen naar verachting verdwijnenen 3. Het aantal spelers in de markt zal sterk afnemen als gevolg van overnames en het wegvallen van ondernemingen die financiële en innovatieve daadkracht ontberen. Generieke software fabrikanten (zoals Microsoft) zullen de CMS-markt gaan betreden en proberen daarin snel tot de top door te stoten 4. In de toekomst zullen CMS-produkten ook SCORM als standaard gaan ondersteunen. 5. De ontwikkelaars van ELO’s zullen de nu nog beperkte CMS functionaliteit binnen de ELO verbeteren.
5.2
Huidige LCMS-produkten
De DU heeft recent (voorjaar 2002) een uitvoerige studie gemaakt van alle beschikbare LCMS-produkten. Een belangrijke conclusie daarbij is dat LCMS als product nog lang niet volwassen is. De DU heeft op basis van 10 criteria (o.a functionaliteit, gebruik van standaarden kwaliteit, stabiliteit leverancier, mogelijkheden voor integratie met ELO, oriëntatie HO) in eerste instantie 4 mogelijke pakketen geselecteerd (Click2Cearn, Harvest Road (Hive), N@tschool en , Thinktanx). Op basis van een verdere selectie kiest de DU in principe voor het product Hive. Belangrijke afweging daarbij is de oriëntatie op het HO, de volledige integratie (‘building block’) met Blackboard en de beperkte kosten. Het is bij uitstek geschikt om versiebeheer, hergebruik en het delen van content voor elektronische leeromgevingen te ondersteunen De keuze voor Hive binnen E-merge gebeurt feitelijk om dezelfde reden als hierboven genoemd. Feitelijk gaat het hier om een pragmatische keuze waarbij de ‘één op één’ integratie met Bb (‘legoblok’) en de (vooralsnog) beperkte kosten een belangrijke rol spelen.
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
4 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS Nadeel is dat Hive een klein Australisch bedrijf is. Zoals hierboven aangegeven is de kans groot dat de positie van Hive in de markt aanzienlijk zal veranderen.. Toepassing van Hive dient dan ook uitdrukkelijk als pilot te worden gepositioneerd. Daarbij dienen vooraf cases te worden beschreven die men gaat onderzoeken en criteria te benoemen die van belang zijn voor de wijze van beoordeling van de pilotresultaten.
6. Relatie DARE- CMS –LCMS Op dit moment is er nog een beperkte relatie tussen enerzijds de ontwikkelingen rondom CMS/DARE binnen universiteiten en anderzijds de LCMS-pilot in E-merge verband. Hierbij kan worden opgemerkt dat de ontsluiting van content (wetenschappelijke informatie) door bibliotheken mijlenver voor ligt in vergelijking met content voor het onderwijs. Dit is ook niet verwonderlijk gezien de missie van bibliotheken. In deze zin mag ook verwacht worden dat de CMS- ontwikkelingen binnen bibliotheken veel sneller zullen verlopen dan de LCMSontwikkelingen binnen het onderwijs (organisatie moet nog worden ingericht met specifieke aandacht voor de samenwerking tussen docenten) een LCMS zal ook moeten worden ingericht op basis van het gekozen onderwijsmodel). De relatie tussen een LCMS en CMS zal in de komende jaren echter veel sterker worden onder invloed van twee ontwikkelingen: - Het hierboven genoemde proces van integratie van systemen (CMS-LCMS-ELO-SIS) - De integratie van wetenschappelijke informatie in het onderwijs (integratie met de elektronische leeromgeving). Hier zijn al een aantal concrete voorbeelden van beschikbaar (bijv de virtuele kenniscentra van de BTUD/TUD) voor een aantal vakgebieden). Ook het project DARE heeft deze ambitie. Bovenstaande onderstreept nogmaals het belang om HIVE te positioneren als een pilot.
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
5 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS 7. Bronnen: -
Advies over de toepassing van Content Management Systemen binnen de TU Delft, You We I, december 2002 LCMS pakket evaluatie, Digitale Universiteit, april 2002 (Learning) objects of Desire, promises and Practicality. Lory Morimer in ASTD’s online magazine, april 2002 The Evolution of the Learning Content Management System By Shelley R. Robbins in in ASTD’s online magazine, april 2002. ELO’s, DLO’s en LMS’en: achtergronden en soorten, Verstelle, Sloep en de la Parra, ICT in het hoger onderwijs, 2002 Presentatie DU over LCMS op de LCMS-dag aan de Universiteit Maastricht, 31 oktober 2002 Plan van Aanpak Dare-project, Surf, november 2002 Content management en e-learning, Presentatie Wouter Keller, 12-12-01
Joost Groot Kormelink Manon Gorissen
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
6 van 7
15-01-2003
Memo DARE ,CMS en LCMS Bijlage: Voorbeeld van de integratie/samenhang van verschillende systemen.
memocmslcms.doc dto316.1 dto300.1
7 van 7
15-01-2003