ARCAD DIS NEDERLAND D BV Station nsplein 18d Postbu us 1632 6201 BP B Maastricht Tel 043 3 3523 300
MEMO
Fax 04 43 3639 981 www.arcadis.nl
Onderwerp p:
Natuurto oets BP Noordeerbrug e.o.
Projectnum mmer: B02043.00 00178.0200
Maastricht,
29 mei 20012
Opgesteld door: d M.W. Kla asberg
Van:
M.W. Klaasberg
DIVISIIE MILIEU & RUIIMTE
Ons kenmeerk: 076449160 0:0.2
Afdeling:
Divisie M M&R Maastrich ht Aan:
Miranda Pas (gemeentee Maastricht) Wetzels (gemeeente Maastriccht) Moniek W Saskia Heendricks (gem meente Maastriicht)
Kopieën aaan:
Inleid ding Het besttemmingsplaan Noorderbrrug e.o. maaakt het nieuw we Noorderbrrugtracé in h het kader van n Ruimteliijke Mobiliteeitspakket Ma aastricht (RM MP) planolog gisch mogelijjk gemaakt. D Daarnaast w wordt de vestiging g van Periferre Detailhand del (PDV) in n het Belvédère‐gebied ge eregeld. De kkomende deccennia zullen lo os van dit besstemmingspllan Noorderb rbrug ook andere ontwikk kelingen in h het Belvédère e‐gebied volgen. O Om deze onttwikkelingen n mogelijk tee maken zulleen – in fasen ‐ bestaande bedrijfspand den, infrastru uctuur en gro oenstructuren n op de scho op gaan om p plaats te mak ken voor een nieuwe stru uctuur. Door hett vele (spontane) groen, h het rommelig ge karakter, de oude vesttingwerken een de ligging g tegen het buiteengebied kom men in dit ge ebied talloze beschermdee en bedreigd de planten en n dieren voor. De mogeelijke effecten n van ruimte elijke ingrepeen – waarond der de voorg genomen onttwikkeling van RMP en PDV ‐ zullen geto oetst moeten worden aan n natuurwet‐ en regelgeviing. Het gaatt in dit gevall om bescherm mde natuurg gebieden (Na atura 2000/Naatuurbeschermingswet 1 1998, Ecologiische Hoofdsstructuur en Proviinciale Ontw wikkelingszon ne Groen) en n beschermdee soorten en hun leefgebiieden (Flora‐‐ en faunaweet). Voorliggeende notitie toetst de mo ogelijke effectten in het kad der van Flora ra‐ en faunaw wet en EHS / PO OG. De mogeelijke effecten n op Natura 2000 gebied den zijn in een n aparte notiitie in beeld gebracht.
Pagina a
1/27
Doel e en opzet van de natuurtoe ets
Ruimteelijke plan nnen RMP en PDV In deze n natuurtoets w worden de ru uimtelijke pllannen RMP en PDVgeto oetst aan de FFlora‐ en faun nawet, Ecologissche hoofdstrructuur en Prrovinciale On Ontwikkelingszone Groen n. Daarbij woordt aangegeven welke raandvoorwaarrden (lees: m mitigatie‐ en ccompensatiem maatregelen) moeten woorden gesteld d aan het bestemm mingsplan No oorderbrug e e.o. om te ko omen tot een vergunbare situatie in heet kader van n natuurw wet‐ en regelg geving. De m mitigerende een compenserende maatregelen die vooor het Bestemm mingsplan Noorderbrug v volgen uit deeze natuurto oets zijn opge enomen in dee natuurpara agraaf van de to oelichting bijj het plan en n als voorwaaardelijke bep paling vastgelegd in de pllanregels. Zie bijlage 1 en 2 vo oor de beschrrijving van h het wettelijk k kader en reg gelgeving van n flora‐ en faaunawet en E EHS/POG.
Relatiee met overrkoepelen d mitigatiie‐ en com mpensatiep plan Belvéédère In het beelang van de stedelijke on ntwikkeling en de veiligsstelling van ((beschermdee) natuurwaa arden in het Belvéédère‐gebied d kiest de gem meente doelb bewust voorr een gebiedssgerichte aan npak. Er is da aarbij gekozen n voor de onttwikkeling va an een ecolog gisch samenhangend mittigatie‐ en coompensatieplan (het zogenaamde groenbllauwe raamw werk) voor h het totale Belv védère‐gebie ed, anticipereend op de toekomsstige ruimteliijke ontwikkelingen in heet gebied. Het gaatt in feite om eeen ‘raamcon ntract’ tussen n de betrokk ken overhede en en eventueele belangen ngroepen, waarbij h het mogelijk wordt om sttapsgewijs tee bouwen aan een samen nhangend en duurzaam rraamwerk van natu uurwaarden binnen een v verstedelijken nde omgevin ng. Het groen nblauwe raaamwerk word dt daarbij gerealiseeerd vanuit d de wettelijke mitigatie‐ en n compensattietaakstellin ng vanuit de FFlora‐ en fau unawet alsmede de compenssatietaakstellling vanuit d de regelgevin ng voor de Eccologische H Hoofdstructuu ur en Provinciiale Ontwikk kelingszone G Groen. Daarb bij wordt nieet alleen het a areaalverlies gecompense eerd, maar tev vens de ecolo ogische same enhang in heet gebied verssterkt. Daarb bij wordt rech ht gedaan aa an de ecologiscche doelstellling van de E EHS en POG.. Het mitiigatie‐ en com mpensatiepla an wordt in d de loop van 2 2012 vastgesteld en is du us nog niet va an toepassin ng op dit besstemmingspllan Noorderb brug e.o. Weel voorziet he et plan al in d de planologiische vastlegg ging van een deel van hett groenblauw we raamwerk k. De met hett oog op het bbestemmingsplan Noorderrbrug e.o. verreiste mitiga atie‐ en comp pensatiemaattregelen worden uiteraarrd onderdeel van het groenblaauwe raamw werk voor hett gehele Belv védère‐gebied d, zie afbeeld ding 1.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
2/27
Afbeeldin ng 1. Begrenziing plangebied den Noorderbrrug e.o. (linkss) en Belvédère in Maastrichht (rechts) gep projecteerd op het grroenblauwe raaamwerk van dde Belvédère
Voorg genomen ruimteliijke ontw wikkeling gen Het indu ustrieterrein Bosscherveld d (Belvédèree gebied) worrdt de komen nde decenniaa grootschaliig heringerricht. Voor dee lange termijn ontwikkeelingen word dt verwezen naar het Massterplan Belv védère en de meestte recente steedenbouwku undig schetseen (zoals vasstgelegd in ‘sschetsboek raaamwerk nattuur en cultuur’)). Hieronder wordt kort iingegaan op de ontwikkeelingen op ko orte termijn vvan RMP en n PDV in het kadeer van het bestemmingsplan Noorderrburg e.o. In het kaader van besttemmingspla an Noorderb brug e.o. worrdt een deel v van het bestaaande industtrieterrein omgevorrmd tot Periffere Detailha andel (PDV; b bouwmarkteen, tuincentra, etc.), al of niet via een wijziging gsbevoegdheeid. Zie voorr de begrenziing de plank kaart van het ontwerpbesstemmingsplan Noorderrbrug e.o. Ook de v verkeerstructuur wordt ingrijpend aaangepast. Heet gaat daarbij in eerste in nstantie om d de nieuwe N Noorderbrug gtracé (met e een noordelijjke en zuidellijke variant) en de Bossch herlaan als n nieuwe ontsluitiingsweg doo or de Belvédè ère parallel a an de steilrand. Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
3/27
De werk kzaamheden worden naar verwachtin ng uitgevoerd in de perio ode 2014‐20188. Dit in nau uwe afstemm ming met de u uitvoering va an het projecct A2 Maastriicht.
Afbeeldin ng 2. De gekkozen tracés vaan de aanlandding van de N Noorderbrug (n noord en zuid)) en Bosscherllaan weergeegeven met een n rode lijn (brron: Ruimtelijjk Trechtering gsdocument RM MP, 27 septem mber 2011). Naast niieuwe bedrijv vigheid word dt een begin gemaakt meet de realisatie van een roobuuste Groenstrructuur. Het Frontenpark k vormt het ccentrale elem ment in de nie euwe groensstructuur. He et gaat daarbij o onder meer o om de aanleg g van een nattuurverbindiing (koppelstuk) tussen d de Hoge Fron nten en Lage Fro onten en bij v voorkeur ook k tussen Hog ge Fronten en n Fort Willem m. Het Fronteenpark word dt verbond den met het tee ontwikkele en Steilrandp park aan de w westzijde en het bestaand de stelsel van n spoorlijn nen en kanaleen aan de oo ostzijde. Om de v voorgenomen n ontwikkeling van PDV V mogelijk te maken zal de aanwezigee bebouwing g orden. Daarn (fabrieksshallen en en nkele huizen)) gesloopt wo naast zullen de aanwezigge bomen en struiken gekapt m moeten word den. Ook voo or de verlegg ging van de a aanlanding van de Noord derburg zulle en de nodige b bedrijfspandeen moeten w worden geslo opt. Aangezien nog geen n definitieve keuze is gem maakt p dit momen tussen d de noordelijkee en zuidelijk ke tracé, is op nt niet beken nd welke pan nden daadwe erkelijk zullen veerdwijnen. Verder d dient vermeld d te worden dat de huidiige aanlandin ng van de Noorderburg w wordt gesloo opt. Het vrijkomeende terrein krijgt onder meer de besstemming en functie natu uur en zal tott versterking g leiden van de L Lage Fronten n. Dit gebied zal worden b benut voor toekomstige m mitigatie‐ en n compenssatieverplich htingen vanu uit natuurwett‐ en regelgeving, voor zo over noodzaakelijk.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
4/27
Ecolog gisch veldonderzoek In en ron ndom het plaangebied zijn n de nodige eecologische iinventarisaties en studiess uitgevoerd. De volgendee rapporten en informatiiebronnen zijjn onder meeer als basis g gehanteerd vooor de onderrhavige natuurto oets. De uitgeevoerde onderzoeken zijn n geordend n naar jaartal. k vleermuize en toekomstiige PDV indu ustrieterrein Bosschervelld (ARCADIS, Najaaarsonderzoek 19 sep ptember 2011). kscan natuur rwetgeving z zonnecentralle Belvédère (ARCADIS, 1 april 2011)). Quick uuronderzoek k beoogde pllanlocatie cofffeecorner Brrusselseweg (ARCADIS, 4 juli 2007 en Natu 18 maaart 2011). k‐scan natuu urwetgeving plangebied B Belvédère DECL te Maasstricht (CSO,, 29 maart 20 010). Quick vincie Limbu urg met inven ntarisatiegeg gevens broed dvogels en floora uit 1995 e en 2009. Webssite van prov http:///www.limbu urg.nl/Beleid d/Natuur_en n_Landschap/Natuurgege evens. n Maastrichtt‐Lanaken 20 008 (RAVON, januari 2009 09). Moniitoring reptieelen spoorlijn populaties re eptielen op h het te reactiveeren spoortra aject Maastriicht‐Lanaken n Naar duurzame p (RAV VON, juli 20007). uurtoets stedeelijke ontwik kkeling Lanak kerveld (AR RCADIS, 28 n november 20006). Natu ort Stadsvern nieuwing Bellvédère Maa astricht (Oran njewoud, maaart 2004). Milieeueffectrappo ogisch veldon nderzoek La nakerveld 20 003 (Taken L Landschapsp lanning, 20003). Ecolo gdiereninven ntarisatie Belv védère 2003 ((VZZ, maartt 2004). Zoog ibieën, reptie elen en vissen n in de voorg genomen sta adsvernieuwiing Belvédèrre, Maastrich ht Amfi (RAV VON, novem mber 2003). we kansen v voor de muurrhagedis; een n actueel beeeld van de ve erspreiding bbuiten het ke erngebied Nieuw van d de Maastrich htse Hoge Fro onten (Tilmaans e.a., 2003)). ntarisatie van n territoriale vleermuizen n in de Noorrdwest entree e Belvédère iin 2002 ( VZZ Z, Inven 9 nov vember 2002)). waarde van de Lage Frontten en de spo oorlijn Bosch hpoort als lee efgebied voorr de muurha agedis De w (Natu uurbalans, 20001). Het Belv védère‐gebied d is het afgellopen decenn nium grondiig onderzoch ht op (bescheermde) flora en fauna. Samen m met de kenniss van de hab bitateisen (dieeren) en stan ndplaatseisen n (planten), iis er een goed d beeld van de reelevante soo orten en hun verspreiding g in het gebieed. Daarmee e is voldoend de informatie e beschikb baar voor de toetsing van n het ontwerp pbestemmingsplan Noorrderbrug e.o.. aan de Flora‐ en faunaweet, waarbij w wordt ingezet op volledigee mitigatie van negatieve e effecten.
Huidig ge beschermde natuurwa aarden Bescheermde soo rten Flora a‐ en faun awet Binnen h het plangebieed (RMP/PDV) zijn recen nt diverse beschermde so oorten planteen en dieren aangetro offen. Ondersstaande tabe el geeft een o overzicht van n de relevante e soorten, dee betreffende e bescherm mingscategorrie FFW en d de huidige fu unctie van heet gebied. Bij de vogels zijijn alleen de broedende soorten v vermeld met jjaarrond besschermde nessten.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
5/27
Baard/brandtsv vleermuis
Tabel 3
Gewone dwerg gvleermuis
Tabel 3
F
Meervleermuis
Tabel 3
F
Ruige dwergvle eermuis
Tabel 3
F
Watervleermuis s
Tabel 3
TF
Das
Tabel 3
VF
Eekhoorn
Tabel 2
V
Hazelworm
Tabel 3
X
Muurhagedis
Tabel 3
X
Rugstreeppad
Tabel 3
Kamsalamande er
Tabel 3
U
Grote keverorchis
Tabel 2
X
Klein glaskruid
Tabel 2
X
Rapunzelklokje e
Tabel 2
X
Steenbreekvare en
Tabel 2
X
Stengelomvatte end havikskruid d
Tabel 2
X
Tongvaren
Tabel 2
X
Wilde marjolein n
Tabel 2
X
Overige zzoogdieren
Reptielen n
Amfibieën n
Planten
F
F
FT
VF F
X
F
VF
X ?
F
Trega – Limmel
Vleermuizzen
Boschpoort Zuid
Status FFW
Industrie PDV -wb
Soort
Industrie PDV
Soorteng groep
Industrie Ind strie UV
Steilrand zuid
Lage Fronten
De algem mene maar b beschermde ssoorten (tabeel 1 Flora‐ en faunawet) la aten we buiteen beschouw wing, dt voor ruim omdat h hiervoor een aalgemene vrijstelling geld mtelijke plann nen.
X
X X
X
X
X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie); O overwintteringsplaats; ? voorkomen onb bekend
men zwaarder bbeschermde pllanten en dierren (tabel 2 en 3 Flora‐ en fa faunawet en jaaarrond Tabel 2. Waargenom beschermde nesten van brroedvogels) in n de verschillen nde deelgebied den binnen BP P Noorderburg g e.o. en de functie vaan het gebied voor de betreff ffende soort, v voor zover vastgesteld. Om een koppeling m mogelijk te m maken tussen de ruimtelijk ke ingrepen (en fasering hiervan) en de mogelijk k effecten op beschermde e soorten, is h het totale Bellvédère‐gebie ed ingedeeld d in een aantal deelgebiieden (zie dee kaart in bijla age 1). Deze gebieden zijjn onder mee er onderscheeiden op basiis van habitats..
Bescheermde nat uurgebied den EHS enn POG Binnen h het plangebieed is de goed derenspoorlijjn Maastrich ht‐Lanaken en n een deel vaan het spoorem mplacement aaangewezen als Provinciaale Ontwikkeelingszone G Groen, zie on nderstaande k kaart.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
6/27
Deze gro oenzone heefft tevens de a aanduiding g gekregen van n ecologische e verbindinggzone (EVZ).. Verder dient opgemerkt te w worden dat b binnen plang gebied geen n natuurgebied den liggen diie behoren to ot de Ecologissche hoofdstrructuur (EHS S). Afbeeldin ng 3. Begrenziing Ecologisch he hoofdstructtuur en Provin nciale Ontwikkkelingszone ggroen in en roond het plangebiied Noorderbrug e.o. Het betreffende POG G‐gebied is sp pontaan begrroeid en ken nmerkt zich d door de afwissseling van d de volgendee natuurdoelltypen A5.5.2 2 (Glanshaveerhooiland), A7.1 (Droge e ruigte) en A A2.1 (Doornsstruweel). De indelling is op bassis van de na atuurdoeltyp pen conform het Handboe ek streefbeellden voor natuur en wat in Limburg (provincie Limbu urg, 2002). V Verder dient iin het kader van de statu us als Ecologiische verbindiingszone verrmeld te worrden dat de P POG op dit m moment een b belangrijke m migratiefunctie heeft voor rep ptielen, dagvllinders, vleerrmuizen en k kleine grond dgebonden zo oogdieren. H Het huidige b beheer richt zich h vooral op h het deels verrwijderen van n bosopslag om te voorkomen dat heet gebied teve eel dichtgro oeit en ongeschikt wordt als leefgebieed en verbind dingszone vo oor reptielen en dagvlind ders.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
7/27
Ruimttelijke in ngrepen e en mogellijke effeccten op n natuur
Ruimtelijjke ingreep
Deelgeb bied(en)
Slopen aa anlanding Noord derbrug
Lage Fro ronten
Slopen ge ebouwen
Industrie e UV, PDV, PDV V-wb
T
T
Verwijderren bosopslag / begroeiing
Industrie e UV, PDV, PDV V-wb
T
T
Realisatie e PDV
Industrie e PDV, PDV-wb b
Realisatie e faunavoorzien ningen nieuwbou uw
Industrie e PDV
Aanleg niieuwe aanlandin ng Noorderbrug g
Industrie e UV
P
P
Aanleg Bosscherlaan / nieuwe n Sandersw weg
Industrie e UV
P
P
Aanleg Steilrandpark
Steilrand d zuid (en omge eving)
Uitbreiden groen Fronten npark
Lage Fro ronten (aanlanding Noorderbrug g)
Aanleg EVZ Frontenparkk - kanaalzone
Industrie e UV (aanlandin ng Noorderbrug)
P
P
Aanleg EVZ Frontenparkk - Steilrandpark k
Industrie e UV (tracé Noo orderbrug)
P
P
Aanleg fa aunapassages steilrand s zuid en n noord
Industrie e UV (Sandersw weg en nieuwe Sanderssweg)
P
Verlies verblijfplaatsen
Verlies leefgebied
Versnippering
Verstoring licht en geluid
Onopzettelijk p j doden
Onderstaaande tabel g geeft een ove erzicht van rruimtelijke in ngrepen die iin het kader vvan RMP/PD DV plaatsvin nden, de betrreffende dee elgebieden en n de mogelijk ke effecten op p natuurwaaarden. Daarn naast is ook een indicatie geg geven voor d de overige on ntwikkelingeen. Het gaat o overigens nieet alleen om rode ontwikk kelingen (aan nleg infrastru uctuur en beb bouwing), m maar ook om g groene ontw wikkelingen. H Het gaat dus zow wel om negatiieve als posittieve ontwik kkelingen. Dee voorgesteld de positieve iingrepen kun nnen en zullen biij toekomstig ge ontwikkelingen benut kunnen worrden om de n negatieve efffecten op besschermde natuurw waarden te m mitigeren of te e compensereen.
T P P
T P
T
T
P
P P
T=tijdelijk e effect; P=perma anent effect; (..) = mogelijk effe ect; rood = (mog gelijk) negatief effect op natuur; groen = positie ef effect op natuur; EV VZ=ecologische verbindingszon ne
Tabel 3
Positieve en negatieve effe fecten op beschhermde planten en dieren in n de verschillen ende deelgebied den binnen BP N Noorderburg ee.o. vanuit de verschillende ruimtelijke in ngrepen
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
8/27
Toetsiing aan F Flora‐ en faunawe et
Releva nte effectten Hierond der worden d de volgende e effecten besp proken en getoetst aan de e Flora‐ en faaunawet. Daa arbij wordt teevens aangeg geven welke maatregelen n mogelijk en n noodzakelijjk zijn om eff ffecten te voo orkomen of te mittigeren. pzettelijk dod den. Onop icht en geluid. toring door l Verst nippering vaan leefgebied d. Versn es van leefge ebied. Verlie blijfplaatsen.. Verliees van vaste rust‐ en verb In een ap part hoofdstu uk worden d de mitigatiem maatregelen g gegeven die betrekking h hebben op RM MP en PDV bin nnen het onderhavige besstemmingspllan Noorderb brug e.o. De mitigatiemaaatregelen zijjn in lijn met de G Gedragscodee Flora‐ en fau unawet van Bouwend Nederland en de relevantee Soortenstan ndaarden. Zie voorr de relevantee wet‐ en reg gelgeving meet betrekking g tot de Flora a‐ en faunaw wet bijlage 1. D Daarbij wordt on nder meer in ngegaan op d de verschillen nde verbodsb bepalingen e en de wijze vvan afweging g van ruimtelijjke plannen w waar beschermde soorten n in het gediing komen.
Onopzeettelijk do oden Bij de slo oop van gebo ouwen kunn nen gewone d dwergvleerm muizen die hiier verblijven n onopzetteliijk worden gedood. Hieermee wordt – onder meeer ‐ artikel 9 v van de Flora a‐ en faunaweet overtreden n. Het is mogelijk k om deze efffecten en spe ecifieke overttreding te vo oorkomen do oor bekende verblijfplaattsen (kleine o openingen in n gebouwen) af te dekken n met ‘uitvlieegflappen’. D De dieren kun nnen dan nog wel uitvliegeen maar niet terugvliegen n. Een anderee methode iss om gebouw wen in het naajaar – de perriode buiten d de kraamtijd een overwinte ering – door te tochten door middel v van openingeen. Door de slechte klimatollogische omsstandigheden n zullen vleerrmuizen de p panden verla aten. Na onggeveer 2 wek ken kan de sloop plaaatsvinden. Het is m mogelijk dat zzich zwaarde er beschermd de reptielen ((hazelworme en en muurh hagedissen) e en 1 amfibieëën (rugstreep ppad ) ophou uden op de o ongebruikte ffabrieksterreinen, hoeweel het voorkomen van deze dieeren niet is vaastgesteld in voorgaandee jaren. Nadeer onderzoek k in het voorj aar van 2012 2 zal moeten u uitwijzen of dit daadwerrkelijk het geeval is. Onopzettelijk dod den van deze e dieren kan w worden voorkom men door voo orafgaand aa an het functieevrij maken v van deze terreinen dieren n weg te van ngen en elders uiit te zetten. H Hiervoor is ontheffing vo oor de Flora‐ en faunawett nodig. Bij eeen adequaatt verplaattsingsplan is voldoende z zicht op de v erlening van n een ontheffing. In dit pllan moet worrden vastgeleg gd wanneer de werkzaam mheden plaaatsvinden en n naar welk g gebied ze worrden verplaa atst.
1
De Rugsttreeppad is een uitgesproken pionier soort die in staat is om b binnen korte tijd d (tijdsbestek vaan dagen) een niieuw gebied
te koloniseeren. Zo worden n ondiepe plasse en en poelen (all of niet van tijd delijke aard, bijv voorbeeld na zw ware regen) gebrruikt om voort te planten. De afgelo open jaren zijn a alleen Rugstreeeppadden waarg genomen ter hoogte van de Bellvedere‐berg. Err zal echter moeten worden gehouden met de mogelijke aaanwezigheid in het gehele plan ngebied. rekening m
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
9/27
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F TF F
F
F
FT
VF
Watervle eermuis
Tabe el 3
Overige zoogdiere en
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Reptielen n
Hazelwo orm
Tabe el 3
X
Muurhag gedis
Tabe el 3
X
Kamsala amander
Tabe el 3
U
Amfibieën n
X
F
F
Trega g – Limmel
Tabe el 3
Boschpoort Zuid
Statu us FFW
Baard/brrandtsvleermuis s
Industrie PDV
Soort
Vleermuizzen
Industrie UV
groep
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
Daarnaaast moet het g gebied ‘afgeg grendeld’ wo orden door m middel van reptielenscheerm om herve estiging van dierren tegen te g gaan. Dit is v vooral van beelang als de b bouwwerkza aamheden op p zich laten w wachten. Bij de aaanleg van de Bosscherlaan n onder aan de zuidelijkee steilrand iss rekening geehouden mett de hier aanweziige hazelworrm en eekhoo orn. De Bossccherlaan zal de opgaande begroeiingg en tuin niet doorsnijden. Daarmeee wordt voo orkomen datt deze soorten n onopzettelijk worden ggedood.
F
X
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect; g roen = positief effect e X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 4. Beschermde dieren (tabel 2 en 3 Flora‐ en faunawet een jaarrond beeschermde nessten van broed dvogels) in de verschilleende deelgebieeden binnen B BP Noorderburrg e.o. waar alls gevolg van de ruimtelijkee ingrepen van RMP en n PDV dieren n onopzettelijkk kunnen word den gedood (ov vertreding arttikel 9 Flora‐ een faunawet).
geluid Versto ring door licht en g Het is beekend dat vleeermuizen heel gevoelig zijn voor lich htverstoring. De plannen n zijn op dit m moment onvoldo oende uitgew werkt om hierr conclusies aaan te verbin nden. Het uittgangspunt vvoor het stedenbo ouwkundigee plan is in ieder geval daat het gebied van de Lage e Fronten en de plaatsen waar ecologiscche passagess zijn voorzie en (loopstroo ok onder de N Noorderbrug g en faunapaassage onderr de Bosscherrlaan) zo don nker mogelijk k blijven voo or migrerend de vleermuizen. Dat betekkent dat de aanweziige verlichtin ng bij de nieu uwe infrastru uctuur en hett bedrijvente errein niet geericht mogen n worden op de planologisch b begrensde groenzones. Bij de aaanleg van de Bosscherlaan n onder aan de zuidelijkee steilrand iss rekening geehouden mett de hier aanweziige das. De B Bosscherlaan zal de opgaaande begroeiiing niet doo orsnijden en h het burchtge ebied sparen.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
10/27
Tabe el 3
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F
Watervle eermuis
Tabe el 3
TF F
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Overige zoogdiere en
F
F
FT
VF
F
F
Trega g – Limmel
Statu us FFW
Baard/brrandtsvleermuis s
Boschpoort Zuid
Soort
Vleermuizzen
Industrie PDV
groep
Industrie UV
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
De rust b binnen het bu urchtgebied van de huid dige dassenbu urcht in de z zuidelijke Steeilrand binne en de aanduid ding Groen diient gewaarb borgd te worrden door aa anplant van e een wal met d doornstruwe eel tussen de burch ht en de Bossscherlaan. Da aarmee word dt verontrustting ‐ en daarrmee overtreeding artikel 10 van de Flora‐‐ en faunaweet – afdoende e voorkomen n. In het BP P Noorderbrug e.o. word den de mogellijkheden voor zware ind dustrie in hett zuidelijke d deel van Bosscherrveld uitgeslloten. Daardo oor zal de geeluidsbelastin ng niet toene emen en welllicht in de to oekomst afnemen n. Dit geldt m mogelijk wel voor de verp plaatste aanla anding van d de Noorderbbrug. Aangez zien in dit deel van n het Belvédèère‐gebied ge een broedvog gels voorkom men met jaarrond bescherrmde nesten n, is geen sprake v van kwalitatieve aantastin ng van territo oria. Anderee broedvogelsoorten zijn in dit kader niet relevant.
F
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect (n nader te bepalen n); groen = positief effect X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 5. Vleermuizen n (tabel 3 Florra‐ en faunaweet) in de verscchillende deelg gebieden binneen BP Noordeerburg e.o. die als gevollg van de ruim mtelijke ingreppen van RMP P en PDV verstoord kunnenn worden doorr licht en geluid (overrtreding artikeel 10 Flora‐ en n faunawet). B Broedvogels m met jaarrond beeschermde nessten komen niet voor in het plangebied van Noordeerbrug e.o.
Versnip ppering v an leefgeb bied Alle bescchermde diersoorten zijn n gevoelig vo oor versnippeering van hu un leefgebied d. Door de verplaattsing van de aanlanding v van de Noorrderbrug ontsstaat in theorrie een ruimttelijk barrière, die negatief kan uitpakk ken voor repttielen en zoo ogdieren. Aan ngezien het lleefgebied vaan vleermuiz zen, das en reptieelen als een v vaste verblijfplaats wordeen gezien, is in dit geval sprake van oovertreding v van artikel 111 van de Florra‐ en faunaw wet.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
11/27
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F TF F
F
F
FT
VF
Watervle eermuis
Tabe el 3
Overige zoogdiere en
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Reptielen n
Hazelwo orm
Tabe el 3
X
Muurhag gedis
Tabe el 3
X
Kamsala amander
Tabe el 3
U
Amfibieën n
X
F
F
Trega g – Limmel
Tabe el 3
Boschpoort Zuid
Statu us FFW
Baard/brrandtsvleermuis s
Industrie PDV
Soort
Vleermuizzen
Industrie UV
groep
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
F
X ?
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect (n nader te bepalen n); groen = positief effect X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 6. Beschermde dieren (tabel 2 en 3 Flora‐ en faunawet) in de verschilllende deelgebbieden binnen BP Noorderburgg e.o. waar alss gevolg van dde nieuwe infrrastructuur veersnippering ooptreedt van leefgebieden (overtreding artikel 11 Floora‐ en faunaw wet). De poten ntiele barrièrrewerking va an de aanlan nding van de Noorderbru ug en de nieu uwe Sandersw weg moet worden gemitigeerd door het rea aliseren van ffaunapassag ges. Dit is mo ogelijk door eeen ecologiscche verbindiingszone te rrealiseren onder de nieuw we aanlandin ng van de No oorderbrug tter hoogte va an de spoorlijn n. De spoorlijjn kan daarm mee als geleid ding dienen voor migrere ende dieren.. Voor reptielen is voldoend de licht nodiig om deze p passage effecctief te maken n. De nieuwe e Sanderswegg zal ook onttsnipperd moeten w worden doorr het aanlegg gen van faun navoorzienin ngen voor in iieder geval d de Das. Beide e nieuwe wegen k kunnen voor vleermuizen n passeerbaarr gemaakt w worden door de realisatie van een ‘hop pover’, oftewel h hoge bomen aan weersziijden van de weg in aansluiting op grroenstructuu ur. Hiermee k kan overtred ding van artik kel 11 van de e Flora‐ en faaunawet afdo oende worde en voorkomeen.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
12/27
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F TF F
F
F
FT
VF
Watervle eermuis
Tabe el 3
Overige zoogdiere en
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Reptielen n
Hazelwo orm
Tabe el 3
X
Muurhag gedis
Tabe el 3
X
Kamsala amander
Tabe el 3
U
Amfibieën n
X
F
F
Trega g – Limmel
Tabe el 3
Boschpoort Zuid
Statu us FFW
Baard/brrandtsvleermuis s
Industrie PDV
Soort
Vleermuizzen
Industrie UV
groep
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
F
X ?
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect (n nader te bepalen n); groen = positief effect; blauw w=neutraal effec ct X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 7. Versnipperin ngseffect op beschermde dieeren (tabel 2 en 3 Flora‐ en ffaunawet) in de verschillen nde deelgebieden n binnen BP N Noorderburg ee.o. als de gepllande mitigereende maatregeelen worden g getroffen bij de nieuw we infrastructu uur.
Verliess van leefg gebied en groeiplaaatsen Het gebiied waar de n nieuwe bedrrijven (PDV) en infrastrucctuur (RMP) is gepland vvormen nu m meer of minder h het leefgebieed van besche ermde dieren n en de groeiplaats voor planten. Dezze aantasting g vindt hoofdzak kelijk plaats in het bestaa ande industrrieterrein diee in het bestem mmingsplan n Noorderburg e.o. zijn aang gemerkt als P PDV en UV. Het toekomsstige PDV geebied zal gee en groene inrrichting krijg gen. Daarmeee zal foerageeerbied voor vleermuizen n verloren ga aan. Ook voo or de mogelijkk aanwezige e reptielen (hazelwo orm en muurrhagedis) zal geen plaatss meer zijn, o omdat het rom mmelige en rruderale karrakter met stenige b biotopen zal verdwijnen. De bescherm mde planten (waaronder steenbreekvvaren, tongva aren en stengelo omvattend haavikskruid) m moeten verpllant worden. Daarvoor m moet een ecollogisch werk kprotocol worden opgesteld co onform een g goedgekeurd de Gedragsco ode Flora‐ en n faunawet, bbijvoorbeeld van Bouwend Nederland d of de Veren niging Nederrlandse Gem meenten. Deze e gedragscod de geldt als a algemene ontheffin ng voor ruim mtelijke ontw wikkelingen in n relatie tot b beschermde vaatplanten van tabel 2. Voor het verplantten is dus geeen ontheffing g nodig voorr de Flora‐ en n faunawet. De aanleeg van de Bosscherlaan aan de westziijde van de z zuidelijke steilrand zal leiiden tot verliies van foerageeergebied van de das, hoew wel er voldo oende leefgeb bied overblijfft voor deze ssoort gelet op feit dat de bijburrcht bewoon nd wordt doo or een solitairre das (resultaten ecologiisch onderzooek ARCADIIS, februari 2012). Het iss wel noodza akelijk om viia een dassen ntunnel de hu uidige noord dzuid verbin nding in de steilraand te behou uden ter plaa ats van de nieeuwe en besttaande wege en tussen de Bossscherlaa an en de Brusselsweg.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
13/27
Tabe el 3
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F
Watervle eermuis
Tabe el 3
TF F
Overige zoogdiere en
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Reptielen n
Hazelwo orm
Tabe el 3
X
Muurhag gedis
Tabe el 3
X
Amfibieën n
Kamsala amander
Tabe el 3
U
Planten
Daslook
Tabe el 2
Steenbre eekvaren
Tabe el 2
Stengelo omvattend havik kskruid
Tabe el 2
Tongvarren
Tabe el 2
Wilde ma arjolein
Tabe el 2
F
F
FT
VF
X
F
F
Trega g – Limmel
Statu us FFW
Baard/brrandtsvleermuis s
Boschpoort Zuid
Soort
Vleermuizzen
Industrie PDV
groep
Industrie UV
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
Ter hoog gte van de Laage Fronten z zal het leefgeebied van dieren en de vestigingsmoggelijkheden van planten w worden uitg gebreid omda at de huidigee aanlanding g van de Noo orderbug worrdt afgebrok ken. Dit gebied k krijgt de besteemming groe en. Hier is du us sprake va an een positie ef effect. Hieer zullen vlee ermuizen, reptielen n en planten van kunnen profiteren. Al met aal zijn er vold doende moge elijkheden om m het verliess aan leefgebied van bescchermde dierrsoorten te mitigeeren/compen nseren binnen n het Belvéd dère‐gebied. IIn het kader van BP Noorrderbrug e.o o. gaat het om uitbrreiding van d de groenstrook van de Laage Fronten o onder de huiidige aanlan nding van de Noorderrbrug en de o ontwikkeling g van het steiilrandpark.
F
X ?
X X
X X
X
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect (n nader te bepalen n); groen = positief effect X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 8. Verlies van leefgebied van n dieren en grooeiplaatsen vaan planten (tabel 2 en 3 Flor ora‐ en faunaw wet) in de verschillendde deelgebieden n binnen BP N Noorderburg ee.o. alsmede uitbreidingsmoogelijkheden v van leefgebieden en groeiplaattsen in de deellgebieden waaar het groen wordt uitgebreiid (huidige aanlanding Noorderbrugg en steilrand dpark zuid)
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
14/27
Verliess van vast e rust‐ en verblijfpllaatsen
Soort
Statu us FFW
Vleermuizzen
Baard/brrandtsvleermuis s
Tabe el 3
Gewone e dwergvleermuiis
Tabe el 3
F
Meervlee ermuis
Tabe el 3
F
Ruige dw wergvleermuis
Tabe el 3
F
Watervle eermuis
Tabe el 3
TF F
Das
Tabe el 3
VF
Eekhoorrn
Tabe el 2
V
Overige zoogdiere en
F
F
FT
VF
Industrie PDV
groep
Industrie UV
Steilrand zuid
Soorten--
Lage Fronten
Zoals beeschreven bij het verlies a aan leefgebieed, zullen ing grepen plaatssvinden in eeen deel van h het huidige industrieterrrein. Najaarssonderzoek in n 2011 door ARCADIS heeft uitgeweezen dat in en nkele ken en bedrijffspanden verrblijfplaatsen n aanwezig zzijn van de g gewone oude en mogelijk nieeuwe fabriek dwergvlleermuis. In iieder geval d de oude Cokeesfabriek heeeft op dit mo oment de fun nctie van vleermu uisverblijfplaaats2. Nader o onderzoek in n het voorjaarr en zomer v van 2012 zal m moeten uitw wijzen welke an ndere panden n eventueel o ook worden gebruikt als verblijfplaatts. Het eerstee deel van he et voorjaarrsonderzoek heeft plaatsg gehad. Dit heeeft geen nieuwe inzichte en opgeleverrd. Bij de beo oordeling van de tee nemen mittigerende ma aatregelen wo ordt er daaro om van uitge egaan dat er in de te slop pen gebouween vaste verb blijfplaatsen zijn van de G Gewone dweergvleermuiss. Aangezien n er voldoend de mogelijk kheden zijn o om in bestaan nde of nieuw we gebouwen n het verlies aan verblijfp plaatsen te m mitigeren, is geen o ontheffing no odig voor de Flora‐ en fau unawet voorr overtreding g van artikel 11 van de Fllora‐ en faunaweet. Bij de aaanleg van de Bosscherlaan n zal de aanw wezige dasseenburcht in d de steilrand bbehouden bllijven. Bij de naderre planuitweerking (en aanleg) van dee weg zal hett burchtgebie ed (50 meter rondom de b burcht) niet versstoord of aan ngetast moge en worden om m overtredin ng van artike el 11 van de FFlora‐ en faunawet te voorkom men.
F
Rood = ne egatief effect; ge eel = mogelijk ne egatief effect (n nader te bepalen n); groen = positief effect X leefgebie ed / groeiplaats; V verblijfplaats s / kolonie / nesst; F foerageerge ebied; T trekrou ute; U uitgezet (ggeen natuurlijke e populatie);
Tabel 9. Mogelijk verrlies of verstorring van vastee verblijfplaattsen van besch hermde dieren (tabel 2 en 3 Flora‐ en faunawet) in n de verschilleende deelgebieeden binnen B BP Noorderburrg e.o. Met beh ehulp van mitigatiemaaatregelen (keu uze noordelijkk tracé aanland ding Noorderb brug, alternattieve eekhoorn nnesten en bescherminggsmaatregelen n rondom de ddassenburcht) kunnen deze eeffecten afdoennde worden gemitigeerd. Daarmee is g geen sprake vaan overtreding g van artikel 1 11 van de Florra‐ en faunaw wet.
2
Op basis van de tussentijdse onderzoek ksresultaten heeeft de Cokesfabrriek alleen de fu unctie als baltspllaats en kleine
blijf (ARCADIS, 19 september 2 2011 en 21 mei 22012). Er is geen n kraamkolonie vastgesteld en oook niet te verw wachten zomerverb gelet op dee slechte klimato ologische omsta andigheden (op pen ramen) en reecente brand in april 2012.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
15/27
Toetsiing aan E EHS en PO OG De goed derenspoorlijn n Maastrichtt‐Lanaken en n een deel va an het spoore emplacementt is aangewezen als Provinciiale ontwikkeelingszone g groen (POG) en heeft teveens de aandu uiding van eccologische verbindiingszone (EV VZ). Met de rrealisatie van n de nieuwe aanlanding v van de Noorrderbrug zal een oppervlaak van 0,23 h ha aan POG v verdwijnen. Er vindt geeen aantasting g plaats van d de Ecologisch he hoofdstrructuur (EHS S). Het verliies aan POG zal gecompe enseerd moeeten worden conform de Beleidsregell mitigatie en n compenssatie natuurw waarden (pro ovincie Limb burg, 2005). Daarbij dien nt rekening tee worden geh houden met een kwaliteitstoeeslag van 33% % van het arreaalverlies. D De compensa atietaakstelliing komt daa arbij uit op 0,3 haa aan POG. H Het uitgangspunt is verd der dat de huidige ecologiische functiee van het ecologisch netwerk behouden b blijft, namelijk k: d van waarde evolle natuurrdoeltypen (g glanshaverhooiland, drooge ruigte en De aaanwezigheid doorn nstruweel) co onform het H Handboek sttreefbeelden voor natuur en water in Limburg (prrovincie Limb burg, 2002). a de spoorlijn n Lanaken‐M Maastricht ricchting de Hooge Fronten e en Lage De eccologische veerbinding via Frontten voor repttielen, dagvlinders, vleerrmuizen en k kleine grondg gebonden zooogdieren. Binnen h het bestemmingsplan zal nieuwe POG G begrensd w worden waarrbij concreet invulling wordt voldaan aan bovengeenoemde taa ak‐ en doelsteelling. In hett hoofdstuk m mitigatie en ccompensatie e zal dit nog nadeer gespecificceerd worden n.
Mitiga atie‐ en ccompensa atiemaattregelen n natuur
Mitiga tiemaatreegelen Flo ora‐ en fauunawet In de hu uidige regelgeeving (lees: ttoetsings‐ en beoordeling gskader) met betrekking ttot de Flora‐ en faunaweet wordt het u uitgangspun nt gehanteerd d dat het leeffgebied van b beschermde diersoorten function neel behoudeen moet blijve en. Verder m mogen individuele dieren n niet gedood d of verontru ust worden. Daarmee kaan de gunstig ge staat van iinstandhoud ding van de ssoort afdoend de worden gegarand ng gekregen deerd. Deze soortbescherrming heeft b binnen de Fllora‐ en faun nawet invullin n binnen de verbo odsbepalingeen. Het Bevoegd gezag (D DR van het m ministerie van n EL&I) verlleent geen on ntheffing voor de Flora‐ en fau unawet indie en negatieve effecten in reelatie tot de b betreffende vverbodsbepa alingen afdoende worden geemitigeerd. O Op dat momeent is geen sp prake van een wettelijke overtreding en ontbreek kt de grondsllag voor een ontheffing. Hierond der worden d de mitigatiem maatregelen g gegeven die b betrekking h hebben op RM MP en PDV b binnen het ondeerhavige besttemmingspla an Noorderb brug e.o. De m mitigatiemaa atregelen zijn n in lijn met de nstandaarde Gedragsscode Flora‐ een faunawet van Bouwen nd Nederlan nd en de relev vante Soorten en.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
16/27
1. Er dieent een concreet ecologissch werkprottocol opgesteeld en toegep past te wordeen conform Gedragscode Florra‐ en faunaw wet Bouwend d Nederland d en beschikb bare Soortensstandaarden n bij het verw wijderen van b bosopslag, begroeiing, slloop van geb bouwen en de e bouwwerkkzaamheden ter voork koming van overtreding van de verbo odsbepaling gen artikel 2 e en 8 t/m 11 vvan de Flora e en faunaawet in relatiie tot de volg gende soorteen(groepen): das, eekhoorrn, steenmarrter, vleermu uizen, broed dvogels, hazeelworm, leve endbarende h hagedis, muurhagedis, ru ugstreeppad d, vaatplanten n. 2. Er dieenen faunap passages en ecologische v verbindingen n gerealiseerd d te worden cconform de randv voorwaarden n uit de Leid draad voor faaunavoorzien ningen van R Rijkswaterstaaat, namelijk: ‐ Aaanleg minim maal 20 meterr brede faunaastrook ondeer de nieuwe Noorderbru ug voor vleerrmuizen, am mfibieën en rreptielen in a aansluiting o op ecologisch he verbinding g. ‐ Reealisatie van ecologische verbinding v voor reptieleen, dagvlinde ers, vleermu uizen en overrige zo oogdieren in aansluiting op het spoorrtalud waar d de nieuwe aa anlanding vaan de Noorderburg heet spoortalud d kruist en ge enoemde fau unastrook on nder de Noorrderbrug. Daaarbij dient een veegetatie van g glanshaverh hooiland, dro oge ruigte, do oornstruweel ontwikkelt te worden in n co ombinatie meet de realisattie van zandiig/stenig sub bstraat, stapelmuren en booomstroken.. ‐ Reealisatie van een hopoverr voor vleerm muizen aan w weerzijden v van aanlandin ng Noorderb brug en veerbindingszo one voor bosssoorten tusseen Frontenpa ark en Steilra andpark. ‐ Reealisatie van een hopoverr voor vleerm muizen en da assentunnel b bij de nieuw we Sanderswe eg ter ho oogte van heet Steilrandpa ark. 3. Alvorrens gebouw wen met vleerrmuisverblijv ven te mogen slopen, die ent ter mitigaatie tijdelijke e verbllijfplaatsen aangeboden tte worden vo oor vleermuiizen afhankelijk van actu uele aanwezig gheid van muisverblijv vleerm ven in de te sslopen gebou uwen. In de d directe omgeving dient m met een factor 4 aan tijdelijke vleermu uiskasten te w worden opgeehangen aan gebouwen. IIn nieuwbou uw ‐ of in besstaande gebou n vervolgenss permanente voorzienin uwen in de d directe omge eving ‐ dienen ngen getroffe en te word den voor vleeermuizen. Maatvoering ty ype en functtie afhankelijk van te mitiigeren verbliijfsfunctie Maattvoering, locaatie en mome ent van plaattsing van dee kasten is afh hankelijk van n functie te m mitigeren verbllijfplaats en d dient te word den uitgevoeerd onder beg geleiding van n deskundigge ecoloog. 4. Voor de te verplaaatsen muurv vegetatie (Steeenbreekvareen, Stengelom mvattend haavikskruid) z zal binnen de aaanduiding Grroen een sten nige construcctie ontwikkeld te dienen n worden waaar de betrefffende plantten naartoe g geplaatst moe eten worden n. De Lage Frronten lenen zich hier goeed voor. Voo or de verpllaatsing van beschermde muurplanteen dient een cconcreet ecollogisch werkkprotocol opgesteld en toeegepast te w worden conform Gedragsccode Flora‐ een faunawet Bouwend N Nederland. 5. De ru ust binnen heet burchtgebiied van de h huidige dasseenburcht in d de zuidelijke Steilrand bin nnen de aandu uiding Groen n dient gewa aarborgd te w worden doorr aanplant va an een wal m met doornstru uweel tussen de burcht een de Bossch herlaan. 6. Binneen het Steilraandpark dien nt bosbiotoop p te worden behouden en n ontwikkeld d dat voldoet aan de leefgeebieds‐ en m migratie eisen n van Das, Eeekhoorn, vleeermuizen en Hazelworm m conform onderstaand ecolo ogisch mode el voor bosbiiotoop.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
17/27
Ecolo ogisch model
Bosbioto oop
Gidsssoorten
Eekhoorn en vleermuizen n
Volgssoorten
Das, bosv vogels, amfibieë ën (overwinterin ng)
Natuu urkern
Grotere bossen en/of lan ndgoederen mett oude bomen (> > 5 ha; 50 tot 1000 jaar), goed ontwikkelde o struik- en kruidlaag, man tel- en zoomveg getatie en bij vo oorkeur afgewissseld met bloemrijke weiden en n waterpartijen. Ook de aanwez zigheid van oud de gebouwen is gunstig vanweg ge de verblijfmo ogelijkheden voo or vleermuizen.
Stapssteen
Idem, maar met een bepe erkte omvang (1 tot 5 ha)
Corrid dor / verbinding g
Een stelse el van lijnvormig ge landschapse elementen (hage en en singels) vvormt een gesch hikte verbinding g. Deze zone diient tenminste 50 5 m breed te zijn.
7. Binneen het Fronteenpark dientt schraalland d en stenig biotoop te worrden behoud den en ontwiikkeld dat voldo oet aan de leeefgebieds‐ en n migratie eiisen van de M Muurhagediss, Levendbarrende hagediis, Hazeelworm, amfiibieën en vaa atplanten con nform onderrstaand ecolo ogisch modell. Ecolo ogisch model
Schraalla anden en stenig ge biotopen
Gidsssoorten
Veldparelmoervlinder en muurhagedis
Volgssoorten
Overige dagvlinders, d amffibieën (landbiotoop) en reptiele en
Natuu urkern
Schrale kruidenrijke vege etaties (glansha averhooiland, ka amgrasweide, kaalkgrasland, rud derale vegetaties s) al of niet met stenige biotope en (oude muren, mergelgroevees, voormalige fabriekste erreinen en spoo orwegen) en ondiepe poelen
Stapssteen
Idem, maar met een bepe erkte omvang (1 tot 5 ha).
Corrid dor / verbinding g
Ononderb broken netwerk van schrale gra azige vegetaties s. Schrale weg- en spoorberme en kunnen voldoen mits m voldoende b breed (> 5 m), ecologische e beh heerd en voldoeende schuilmoge elijkheden (struiken, stenenstapels, takkenrillen)
geschreven m mitigatiemaa atregelen zijn n als voorwaardelijke bep paling opgen nomen in de De voorg planregeels van het on nderhavige o ontwerpbesteemmingspla an. Verder zijjn bepalingen n opgenome en in de bestemm mingsomschrrijving ‘Groen n’ en ‘Groen n‐uit‐te‐werken’, die expliiciet aangeveen dat deze g gronden beschermde fauna, groeiiplaats voor bbeschermde planten. onder m meer bestemd d zijn als leefg gebied voor b De voorg geschreven m mitigatiemaa atregelen zijn n bij de verdeere planuitw werking een rrandvoorwaa arde voor de naderre inrichting van het gebiied (ten beho oud van verb blijfplaatsen en leefgebied d) en de fase ering en n uitvoering wijze van g van de werk kzaamheden n (ter voorkoming van he et onopzettellijk doden of verontru usten van dieersoorten). V Voor dit doel zal de gemeente een ope erationeel miitigatieplan u uitwerken in samen nhang met heet stedenbou uwkundige –– en civieltech hnische plan n. Indien h het verspreidingsbeeld va an beschermd de flora en fa auna binnen de te ontwikkkelen gebieden wijzigt, zzal hier op w worden geantticipeerd in d de genoemdee uitwerking gsplannen. V Verder zal de gemeentte ecologisch he monitoring g blijven uitv voeren, zoda at de mitigatiiemaatregeleen zonodig w worden bijgestuu urd om de ‘g gunstige staat van instand dhouding’ va an de betrefffende soorten n te kunnen garanderren en wetteelijke overtredingen te vo oorkomen. Al met aal wordt geco oncludeerd d dat de benod digde mitigattie om overtreding van dee Flora‐ en fa aunawet te voorkomen planollogisch en ju uridisch afdoeende is gebo orgd binnen h het bestemm mingsplan. Da aarmee staat de Flora‐ en fau unawet de uiitvoerbaarheeid van het beestemmingsp plan niet in d de weg. Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
18/27
Compeensatiema atregelen POG Het areaaalverlies van n de Provinciale Ontwikk kelingszone Groen dient gecompenseeerd te word den met een oppeervlak van m minimaal 0,3 hectare (incllusief kwantiiteitstoeslag van 33%) in aansluiting o op het spoortalu ud in de aan nduiding Gro oen waar de n nieuwe aanlanding van d de Noorderbburg het spoo ortalud kruist. H Het compensaatiegebied iss aangegeven n op de bij heet bestemmin ngsplan behoorende verbe eelding. Daarbij d dient een com mbinatie van n de natuurd doeltypen A5 5.5.2 (Glansha averhooiland d), A7.1 (Dro oge ruigte) een A2.1 (Doornstruweel) conform het t Handboek S Streefbeelden n voor natuu ur en water in n Limburg g (provincie L Limburg, 200 02) ontwikkeeld te worden waarbij de e functie van Ecologische verbindiing wordt geewaarborgd v voor reptieleen, dagvlindeers, vleermuizen en overi rige zoogdierren. Hiermeee wordt afdoende invullin ng gegeven aaan de comp pensatie verp plichtingen coonform de provinciiale Beleidsreegel mitigatie e en compen nsatie natuurrwaarden. Deze com mpensatiemaaatregel is op pgenomen in n de planregeels en daarm mee zowel jurridisch als planolog gisch geborgd. Daarmee w wordt gecon ncludeerd da at de regelgev ving van de P POG de uitvoerb baarheid van het bestemm mingsplan niiet in de weg g staat.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
19/27
Bijlag ge 1 Rege elgeving F Flora‐ en n faunawe et3 De Floraa‐ en faunawet (2003) regelt de bescheerming van iin het wild voorkomendee planten en dieren. In de wet iss onder meerr bepaald dat beschermd de dieren niett gedood, gev vangen of veerontrust mo ogen worden en bescherm mde planten n niet geplukt, uitgestoken n of verzamelld (algemenee verbodsbep palingen, artikelen n 8 t/m 12). B Bovendien dient iedereen n voldoende z zorg in acht te nemen vooor alle in hett wild levende planten en d dieren (algem mene zorgpliccht, artikel 2 2). Daarnaast is het niet tooegestaan om m de directe leeefomgeving g van soorten n, waaronderr nesten en h holen, te bescchadigen, te vvernielen of te uropese Vog verstoren n. In de Flora‐ en faunaw wet zijn de so oortbescherm mingsbepalin ngen uit de Eu gel‐ en Habitatrrichtlijn geïm mplementeerd d. De Flora‐ een faunawett heeft dan oo ok belangrijkke consequen nties voor ruimtelijjke plannen. De interprettatie van de w wet is in 2009 aangescherrpt. Deze aan nscherping iss in onderstaaande uitleg opgenomen.. Verbodsb bepalingen De algem mene verbod dsbepalingen n, die handeliingen die hett voortbestaa an van planteen en diersoorten in gevaar k kunnen breng gen verbiede en, is een bel angrijk ondeerdeel van de e Flora ‐ en faaunawet. De eze verboden n zorgen erv voor dat in he et wild leven nde soorten z zoveel mogelijk met rust worden gela aten. De belangrijjkste, voor ru uimtelijke plannen relevaante wettelijk ke bepalinge en staan hieroonder genoemd. Verbodssbepalingen n Flora‐ en fa aunawet Artikel 88. Het is verb boden plante en, behorend de tot een besschermde inh heemse plant ntensoort, te p plukken, te verzam melen, af te ssnijden, uit te e steken, te v vernielen, te beschadigen n, te ontworteelen of op en nigerlei andere w wijze van hun n groeiplaatss te verwijdeeren. Artikel 99. Het is verb boden dieren n, behorendee tot een bescchermde inhe eemse diersooort, te doden n, te verwond den, te vangeen, te bemach htigen of meet het oog daa arop op te sp poren. Artikel 110. Het is verrboden diere en, behorend de tot een besschermde inh heemse dierssoort, opzette elijk te verontru usten. Artikel 111. Het is verrboden neste en, holen of aandere voorttplantings‐ of vaste rust‐ of verblijfpla aatsen van dierren, behorend de tot een beschermde in nheemse dierrsoort, te bescchadigen, te vernielen, u uit te halen, w weg te nemen n of te verstorren. Artikel 112. Het is verrboden eieren van dieren n, behorendee tot een bescchermde inheeemse dierso oort, te zoeken, te rapen, uit het nest te n nemen, te besschadigen off te vernielen n.
3
De nieuw we Natuurwet iss nog een concep pt en niet van k kracht. Naar verwachting komt deze wet dit jaaar ter behandeliing in de
kamer. Voor de onderhav vige natuurtoets is deze regelgeeving echter niett relevant. Er ka an namelijk geenn enkel recht aa an worden n. verbonden
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
20/27
Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk k van de Min nister van LN NV vrijstellin ng te krijgen v voor ruimtelijjke ontwikkeelingen. Sind ds 23 februarii 2005 is een nieuw vrijstellingenbeslu uit in werkin ng in de vorm vaan een Algem mene Maatreg gel van Bestu uur (AMvB).. Hierin zijn d de bescherm mde soorten in n vier categorieeën onderverrdeeld. Afha ankelijk van d de categorie waarin een b bepaalde sooort valt, is een ontheffin ng (of Verklaaring van gee en bedenking gen in het ka ader van de O Omgevingsvvergunning) noodzak kelijk of kan eeen vrijstellin ng gelden. H Hieronder wo orden de regels per categgorie besprok ken. Algemen ne soorten tabel 1 Voor een n aantal algemeen voorko omende bescchermde plan nten en diere en geldt sind ds 23 februarri 2005 een algem mene vrijstellling van de in artikel 8 ttot en met 12 genoemde v verboden han ndelingen biij ruimtelijjke inrichting g of ontwikk keling. De bettreffende cattegorie soorte en staan verm meld in tabe el 1 van de Flora‐ en n faunawet. D De algemene e zorgplicht ((artikel 2) geldt wel. Het komt er korttweg op neerr dat iedereen n ‘voldoende zorg’ in ach ht moet nemeen voor alle in het wild vo oorkomendee dieren (duss ook onbescheermde) en hu un leefomgeving. beschermde soorten tabel 3 Zwaar b Het zwaaarste beschermingsregim me geldt voorr soorten gen noemd in Bijlage IV van d de Habitatricchtlijn en voor de door het min nisterie van L LNV per Alg gemene Maattregel van Be estuur (bijlagge 1 AMvB a artikel 75) aangeweezen soorten n. De betreffende categoriie soorten sta aan vermeld in tabel 3 vaan de Flora‐ e en faunaweet. Ontheffing g hiervoor ka an alleen ond der de volgeende voorwaarden: den mogen he et voortbestaaan van de so oort niet in g gevaar brenge gen, én de weerkzaamhed geen alternattief voor de a activiteit, én er is g ctiviteit past b binnen één v van de in de w wet genoem mde belangen4, én de ac neer het gaatt om een onth heffingsaanv vraag in het k kader van on nder meer ru uimtelijke inrichting of wann ontw wikkeling, mo oeten de werkzaamheden n zodanig wo orden uitgev voerd dat sprrake is van ‘zorg gvuldig hand delen’. Overige soorten tabeel 2 Voor dezze categorie geldt een vriijstelling wan nneer wordt gewerkt vollgens een dooor het Ministerie van LNV goeedgekeurde gedragscode e. In de overiige gevallen is voor het o overtreden vaan verbodsbe epalingen een onth heffing ex arttikel 75 van d de Flora‐ en ffaunawet verreist. Het Miinisterie van LNV toetst ontheffin ngsaanvrageen aan een aa antal voorwaaarden. De in ngreep mag g geen effect heebben op de ‘gunstige staat van n instandhou uding’ van de e soort en veerboden hand delingen dien nen in begin nsel zoveel m mogelijk te worden voorkomen. Het kan nod dig zijn om m mitigerende ((verzachtend de) en compeenserende maatregelen te nemeen om aan de eze voorwaarrden te voldoen.
4
Onderzoeek en onderwijss, repopulatie en n herintroductiee, bescherming van flora en fau una, veiligheid vvan het luchtverrkeer,
volksgezon ndheid of openb bare veiligheid, dwingende red denen van open nbaar belang, vo oorkomen ernstiige schade eigen ndommen, belangrijkee overlast dieren n, werkzaamheden bestendig b beheer en onderrhoud landbouw w en bosbouw, bbestendig gebru uik, uitvoering g in kader van ru uimtelijke inrich hting of ontwikk keling. Het laatsstgenoemde bellang is komen tee vervallen door uitspraken door RvS iin de zaak Park Brederode van 13 mei 2009.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
21/27
Broedvo ogels artikel 111 Vanweg ge de bepalin ngen in de Eu uropese Vogeelrichtlijn, diie overgenom men zijn in dee Flora‐ en fa aunawet, geldt er v voor vogels een afwijken nd beschermiingsregime. Uit recente u uitspraken vaan de ABRvS S blijkt dat de m manier waaro op in Nederla and tot voor kort werd omgegaan me et ontheffinggen voor vogels in strijd is m met de Europ pese Vogelrichtlijn. De V Vogelrichtlijn n staat een on ntheffing alleeen toe wann neer: Er geeen andere beevredigende oplossing iss. vens sprake iis van één va an de volgen nde belangen n. Er tev herming van n flora en faun na. Besch gheid van lu uchtverkeer. Veilig sgezondheid d en openbare veiligheid. Volks Dit betek kent dat voor het verstoren van broed dende vogelss, hun eieren n of jongen (oovertreding verbodsb bepaling artiikel 11 van d de Flora‐ en fa faunawet) sleechts in uitzo onderlijke geevallen onthe effing kan worden verleend voo or een ruimtelijke ingreep p, namelijk a als voldaan is aan het bovvenstaande. In de praktijk betekent dit dat voor vog gels gestreeffd moet word den naar het voorkomen van het overrtreden van verb bodsbepaling gen. In veel g gevallen kan overtreding van verbodssbepalingen worden voorkomen dooor (verstorend de) werkzaaamheden buiiten het broed dseizoen (dee perioden da at het nest in n gebruik is vvoor het broe eden of grootbreengen van jon ngen) aan te laten vangen n. Binnen dee groep van v vogels zijn err soorten waa arvan het nest worrdt aangemerkt als een zo ogenaamde ““vaste rust‐ o of verblijfspllaats”. Dergeelijke verblijffplaatsen zijn jaarrrond bescherrmd onder arrtikel 11 van n de algemen ne verbodsbepalingen, en n vormen de meest streng beeschermde g groep. Vaste rrust‐ en verb blijfplaatsen v van vogels zijn aangewezzen in de “aa angepaste lijst jaarrrond bescherrmde vogelnesten” (Miniisterie van LN NV, 2009) en n bestaan uit de categorie eën van vogelsoo orten opgeno omen in onde erstaande tab bel. Categorie
Type verb blijfplaats broed dvogel
1
Vaste rust-- en verblijfplaatsen; nesten die e, behalve gedu urende het broedseizoen als neest, buiten het broedseizo oen in gebruik zijn z als vaste russt- en verblijfpla aats.
2
Nesten van koloniebroede ers; nesten van koloniebroederrs die elk broeds seizoen op dezeelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn, z of afhankellijk van bebouw wing of biotoop.
3
Honkvaste e broedvogels en vogels afhankkelijk van bebou uwing; nesten va an vogels, zijndde geen kolonieb broeders, die elk bro oedseizoen op dezelfde d plaats b broeden en die daarin zeer hon nkvast zijn, of affhankelijk van bebouwing b of biotoop..
4
Vogels die e zelf niet in staa at zijn een nest te bouwen; vog gels die jaar in ja aar uit gebruik m maken van hetz zelfde nest en die zelff niet of nauwelijjks in staat zijn een nest te bou uwen.
5
Niet jaarro ond beschermd, inventarisatie g gewenst; nesten n van vogels die e weliswaar vaaak terugkeren na aar de plaats waa ar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe d omgevin ng daarvan, maaar die wel over voldoende v flexibiliteit beschikken om, als de broedpllaats verloren is s gegaan, zich elders e te vestigeen.
Bescherm mingscategorieeën van nesten n van broedvoogels conform regelgeving v van de Flora‐ een faunawet (M Ministerie van LNV V, 2009).
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
22/27
Of voor het (buiten h het broedseiz zoen) wegnem men van jaarrrond besche ermde vaste rust‐ en verblijfp plaatsen een o ontheffing no oodzakelijk iis, dient te w worden vastgesteld met beehulp van ee en 5 zogenaamde Omgev vingscheck . D Daarnaast is de noodzaak tot een onttheffing med de afhankelijk k van de mogelijk kheid tot het mitigeren (in nclusief het aaanbieden va an vervangen nde nestgeleegenheid) van n negatiev ve effecten. Vleermuizen artikel 11 Ook voo or vleermuizeen (alle tabell 3 Flora‐ en ffaunawet) geeldt dat vaste e verblijfplaaatsen zwaar bescherm md zijn confo orm artikel 1 11. Niet alleen n de vaste veerblijfplaatse en (kolonies) van vleermu uizen zijn bescherm md in het kad der van de Flora‐ en faun nawet, maar ook de vaste e vliegroutess en foerageeergebieden. V Voor het al dan niet overttreden van v verbodsbepalling artikel 111 van de Flo ora‐ en faunaweet (verbod op p het beschad digen of vern nielen van va aste rust‐ en verblijfplaats tsen) moet da an ook het effecct op het totale functionerren van het leeefgebied wo orden beoord deeld in de n natuurtoets.
5
Een desku undige dient vaast te stellen of e er in de omgevin ing voldoende g gelegenheid is v voor de soort om m zelfstandig een
vervangen nd nest te vinden n.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
23/27
Bijlag ge 2 Rege elgeving E EHS en PO OG Binnen L Limburg ligt een netwerk k aan natuurk kerngebiedeen, natuuronttwikkelingsggebieden en ecologiscche verbindiingen die pla anologisch beeschermd zijn. Hierbij wo ordt ondersccheid gemaak kt in de Ecologissche Hoofdsttructuur (EH HS) en de Prov vinciale Onttwikkelingszone Groen (P POG)6. Planologgische basisb bescherming De Notaa Ruimte (Ministeries van n VROM, LN NV, V&W en EZ, 2006) ste elt dat ruimteelijke ingrep pen moeten w worden geto oetst op moge elijke negatieeve effecten voor de aanw wezige natuu ur‐ en landschaapswaarden.. Voor de geh hele EHS gelldt het ‘nee, ttenzij beginsel’. Voor de POG geldt h het ‘ja, mits regime’. Ruim mtelijke ontw wikkelingen z zijn hier in teegenstelling tot de EHS well mogelijk, m mits er een groene tegenp restatie tegen nover staat. A Anders dan bij de EHS iss het hier niet nood dzakelijk om m het zwaarw wegend maattschappelijkee belang en h het gebrek aaan alternatiev ven aan te tonen. V Voor de EHS geldt het toe etsingskader van het Stru uctuurschema Groene Ru uimte 1995 (S SGR). Dit is overgeenomen in de Nota Ruim mte. Beleidsreegel mitigatiie en compen nsatie natuurrwaarden (20 005) Het com mpensatiebeginsel van hett SGR is verd der uitgewerrkt in de Bele eidsregel miti tigatie en com mpensatie natuurw waarden van de provincie e Limburg (66 september 2 2005). De pro ovincie is hett bevoegde g gezag voor hett goedkeuren n van compen nsatieplanneen (waarin oo ok de mitigatie is meegen nomen). Directe o of indirecte aaantasting va an bos‐ en naatuurgebied d dient waar m mogelijk te w worden voork komen. De proviincie geeft sllechts een vergunning, veerklaring van n geen bezwaar of goedkkeuring wann neer: ordt gemitige eerd en gecom mpenseerd v volgens een ccompensatiep plan. De aaantasting wo n aanzien vaan de uitvoerring zijn vasttgelegd in eeen De veerantwoordeelijkheden ten comp pensatieovereeenkomst of vergunning g. plan voldoett aan de richttlijnen zoals vastgelegd in n de Beleidsrregel mitigattie en Het ccompensatiep comp pensatie natu uurwaarden v van Limburg g. Uitgangsspunt in het compensatie eplan is dat g geen netto veerlies optreed dt aan natuu ur‐, bos‐ en landschaapswaarden.. Dit uitgangspunt geldt o overigens niet alleen voo or de EHS en n de POG, ma aar ook voor: ura 2000‐gebieden (Natuu urbeschermin ngswet 1998)). Natu Gebie eden die vall len onder de Boswet. apselement b bestemde geb bieden in hett bestemmin ngsplan. De alls bos, natuur of landscha Spelregels EHS Eind 20007 hebben dee Ministeries van LNV en n VROM en d de provincie de ‘Spelregeels EHS’ uitg gebracht. Dit is een n nieuw beleeidskader vo oor het compeensatiebegin nsel, de EHS‐‐saldobenadeering en het h her begrenzeen van de EH HS. 6
Op 21 jun ni 2005 hebben d de Gedeputeerd de Staten het On ntwerpbesluit to ot wijziging van n de Ecologischee Hoofdstructuu ur ten
behoeve vaan de Wet amm moniak en veeho ouderij vastgesteeld. De Provinciale Ecologische e Structuur (PE ES) is hiermee ve ervangen door de EH HS en POG.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
24/27
De oorsp pronkelijke ‘U Uitwerking ccompensatieebeginsel SGR R’ uit 1995 iss hiermee verrvangen doo or de ‘Spelregeels EHS’. Rellevant is dat kwalitatievee effecten zoa als verstoring g en verdrogging alleen w worden meegeno omen als hett gaat om rechtstreekse w werking. Con nform Nota ru uimte geldt n namelijk gee en ‘externe werking’ vo oor de EHS. D Daarnaast wo ordt niet alleeen gekeken naar actuele e natuurwaarrden, maar ook k naar ecolog gische poten nties. Deze naatuurwaardeen zijn gebaseerd op de n natuurdoelen n van het gebied in nclusief de b bijbehorende abiotische en n biotische randvoorwaa arden. Externe w werking In de briief van 3 deceember 2004 h heeft de min nister van LN NV, mede nam mens de min nister van VR ROM, besloten n om in de No ota Ruimte h het ʹnee, tenz ijʹ‐regime op p gebieden in n de nabijheid d van de EH HS te laten vervallen n (TK 29 5766, nr. 12). In e een brief van n 5 juni 2008 h heeft de minister van LN NV nogmaals aangegeven dat ingrepen buiten de EHS niet worden beo oordeeld op h hun effecten op de wezen nlijke kenmerk ken en waard den binnen d de EHS (TK 229 576, nr. 12 2). In de bean ntwoording vvan een aanta al vragen van de v vaste Kamerccommissie vo oor LNV in 22008 is explicciet tot uitdru ukking gebraacht dat dit `Nee‐ tenzijʹ reegime niet vaan toepassing g is op ingrep pen buiten d de EHS die ge evolgen kunn nnen hebben voor de EHS zelff, de zogenaaamde ʺextern ne effectenʺ(T TK 29576, nr. 52). Deze aa anvullende rregelgeving k kan bepalend d zijn voor d de voorgenom men plannen n binnen de B Belvédère ind dien die buite ten de EHS w worden gerealiseeerd.
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
25/27
Bijlag ge 3 Deelg gebieden n natuur in en ron nd plange ebied
12
5 10
4
11
4 8
9
14
13 13
6 1 7 3
2
1 2 3 4 5 6 7
Fortt Willem Hog ge Fronten Lagee Fronten Steillrand Zuid Steillrand Noord d – Groeve Indu ustrie Rondeeel Indu ustrie UV
8 9 10 11 12 13 14
In ndustrie PDV V In ndustrie PDV V‐wb In ndustrie overig Spoorlijn – Zu uid Willemsvvaart Belvédère‐ber B rg uid Boschpoort Z B Trega ‐ Limm T mel
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
26/27
Bijlag ge 4 Rele evante kn nelpunten n Flora‐ e en faunawet in reelatie tott BP Noorrderbrug g e.o. Onderstaaande kaart projecteert h het voorkomeen van enkelle relevante b beschermde diersoorten op de plankaarrt van ontweerp BP Noord derbrug e.o ((d.d. 23 mei 2 2012). Voor n nadere detaills en toelichtting wordt naaar dit plan v verwezen.
Rode steer
Dasssenburcht (k kleine burch ht; vermoedellijk in geb bruik door so olitaire Das) Rode driiehoek Acttueel leefgeb bied hazelwo orm en mogelijke aan nwezigheid e eekhoornnestten Rode vieerkant Verrblijfplaatsen n van Gewon ne dwergvleeermuis Rood om mlijnd Acttueel leefgeb bied Muurhag gedis (globale beg grenzing)
Vo oet van de zu uidelijke steilrand Hu uidige tuin in n toekomstig ge Ste eilrandpark Ou ude Cokesfabbriek La age Fronten een spoorlijn
Ons kenme erk:
Pagina a
0764491600:0.2
27/27