memo aan
onderwerp
van datum
de gemeenteraad Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, e 2 triaal 2012 Burgemeester en Wethouders 6 november 2012
Geachte gemeenteraad, Met deze memo en het bijgaande statusrapport informeren wij u over de stand van zaken op het terrein van bijstandsverlening en re-integratie. Dit is een aanvulling op de in de planning & control cyclus verstrekte informatie. Wij stellen u voor om dit statusrapport en deze memo ter kennisgeving aan te nemen.
Cliëntenbestand In de afgelopen jaren is het cliëntenbestand in Gouda gestaag gedaald. Het Goudse cliëntenbestand telde op 1 januari 2006 toen het economisch veel beter ging nog 1.698 cliënten. Op 31 augustus 2012 ontvangen 1.296 cliënten een uitkering. Zie tabel 1. Tussen 2006 en 2009 daalde het aantal cliënten steeds. In de loop van 2010 nam het cliëntenbestand echter flink toe als gevolg van de economische crisis en de aanzuigende werking van de Wet investeren in jongeren (WIJ; in werking getreden op 1 januari 2010). Het jaar 2011 begon met een fors cliëntenaantal. In 2011 hielden de in- en uitstroom van de WWB en de WIJ elkaar, ondanks de slechte situatie op de arbeidsmarkt, redelijk in evenwicht. In 2012 stijgt het cliëntenbestand weer licht, maar het aantal cliënten is nog ruim onder het niveau van 2009. In vergelijking met de benchmark-gemeenten heeft gemeente Gouda een relatief laag aantal cliënten. Zie tabel 2 en figuur 2 in het statusrapport.
Instroom en uitstroom Het Goudse cliëntenbestand verandert voortdurend. Cliënten stromen in en uit de uitkering. Over de gehele periode 2006 tot en met augustus 2012 was de instroom gemiddeld 50 cliënten per maand en de uitstroom gemiddeld 55 cliënten per maand. In 2010 nam het aantal cliënten dat uit de uitkering uitstroomde sterk af, terwijl het aantal mensen dat een beroep deed op een uitkering bleef stijgen. In 2011 was de in- en uitstroom redelijk in evenwicht. In de eerste helft van 2012 verandert dat beeld en is de instroom gemiddeld bijna 20% hoger dan de uitstroom, resulterend in een toenemend aantal cliënten. Zie tabel 4. Vanwege de aanhoudend slechte situatie op de arbeidsmarkt wordt voor de tweede helft van 2012 geen verbetering in de uitstroom verwacht.
Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, 2e triaal 2012
pagina 1
Poortwachter Als reactie op de toename van de instroom in 2010 zijn maatregelen aan de poort genomen om deze te beperken. Vanaf april 2011 krijgt iedereen tussen 27 en 65 jaar die zich meldt voor een uitkering eerst een gesprek met de zogenaamde poortwachter. Voor de mensen jonger dan 27 werken de jongerenwerkcoaches als poortwachter. Het doel van het poortwachtergesprek is reeds in een vroeg stadium een eerste toets te doen of een aanvraag aan de orde is. Dat deze methode werkt blijkt uit het feit dat slechts drie van de tien meldingen van 27-65 jarigen resulteerde in een daadwerkelijke aanvraag voor een WWBuitkering (2011). Zie figuur 3. De meest voorkomende reden waarom geen WWB-aanvraag wordt gedaan, is dat nog recht bestaat op een andere vorm van inkomen. Van een dergelijke voorliggende voorziening dient eerst gebruik gemaakt te worden, alvorens recht op WWB kan worden aangesproken. Andere redenen om een WWB-aanvraag te ontmoedigen zijn in volgorde van voorkomen: het niet kloppen 1 van de domiciliegrond, samenwoning, dak en thuisloos zijn , het in een andere gemeente ingeschreven zijn, vermogensbezit of het ontbreken van een geldig identificatiemiddel of van een verblijfstatus.
Participatiebudget voor re-integratie Het re-integratiedeel of het Werk-deel is onderdeel van het door het rijk verstrekte participatiebudget. Dit budget is bestemd om de re-integratie van uitkeringsgerechtigden te bevorderen. In 2012 kan naast het rijksbudget van 2012 van € 2.482.286,= ook nog een deel van het overgebleven budget van 2011 besteed worden. In totaal is in 2012 ruim € 4 miljoen beschikbaar. Volgens de meest recente prognose is het beschikbare budget in 2012 toereikend.
Andere financieringsbronnen voor re-integratie Het budget voor re-integratie is sinds 2006 sterk (met 65%) afgenomen. Zie tabel 5. De gemeente Gouda spant zich voortdurend in om ook andere financieringsbronnen aan te boren voor het bevorderen van de re-integratie van cliënten. Sinds 2009 kunnen re-integratietrajecten voor jongeren gefinancierd worden uit het Actieplan Jeugdwerkloosheid. In 2013 kan dat nog enkele maanden gecontinueerd worden. Met dit extra budget is in deze periode regiobreed ingezet op het toeleiden van jongeren naar een baan, een leerwerkbaan of scholing (m.n. behalen van een startkwalificatie). Opdrachtnemers van de gemeente Gouda besteden op grond van de verplichting tot Social Return on Investment (SROI) een deel van de aanbestedingssom aan het in dienst nemen van (bij voorkeur) Goudse werkzoekenden. De inspanningen van de gemeente Gouda om cliënten ervaring op te laten doen binnen een gemeentelijke afdeling hebben al enkele malen geleid tot een arbeidsovereenkomst bij een werkgever, bijvoorbeeld als verkeersregelaar, administratief medewerker, service medewerker.
Re-integratie De focus van het re-integratiebeleid, zoals verwoord in de participatienota “Samenwerken aan werk in Gouda” (vastgesteld op 15 december 2010) ligt sterk op het realiseren van uitstroom naar werk. Het participatiebudget voor re-integratie is voor een groot deel ingezet voor cliënten waarbij een snelle uitstroom naar arbeid mogelijk werd geacht. Gezien de omvang van het te besteden budget is in 2011 een Europese openbare aanbesteding gedaan voor de inkoop van re-integratietrajecten. Waar mogelijk is een no cure no (of: less) pay financiering afgesproken waarbij aanbieders bij succesvolle afronding van een traject achteraf nog een bonus ontvangen. Het merendeel van de ingekochte trajecten is bedoeld om cliënten te laten uitstromen naar werk. Naast deze externe trajecten worden loonkostensubsidies verstrekt en individuele trajecten aangeboden. Bij cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wordt het participatiebudget ingezet voor de begeleiding naar vrijwilligerswerk of, indien noodzakelijk, naar andere vormen van ondersteuning. Een 1
Mensen die dakloos zijn kunnen een zgn. doelgroepenverklaring krijgen waarmee zij bij het Leger des Heils een briefadres kunnen aanvragen, zodat ze wel een uitkering kunnen aanvragen..
Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, 2e triaal 2012
pagina 2
kleiner deel van de ingekochte trajecten is bedoeld om beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden van cliënten om aan het werk te gaan of om cliënten een stapje hoger op de participatieladder te krijgen. Mensen die zelf mogelijkheden hebben om te kunnen uitstromen naar werk krijgen minder externe trajecten aangeboden en worden door de medewerkers van de gemeente Gouda zelf naar werk bemiddeld. De huidige situatie op de arbeidsmarkt maakt het moeilijk om cliënten aan het werk te helpen. Dat geldt niet alleen in Gouda maar is ook in andere Nederlandse gemeenten. Ondanks met de betreffende aanbieders afgesproken no-cure-less/no-pay-formule blijken de aanbieders ook slechts mondjesmaat in staat cliënten te plaatsen met een arbeidscontract. Vanwege de geringe resultaten en de afgesproken financieringssystematiek (no-cure-less-pay) heeft één van de re-integratiebureau’s zich recent dan ook genoodzaakt gezien de raamovereenkomst te verbreken. Vooralsnog is er daarom voor gekozen om binnen het beschikbare budget gebruik te maken van de diensten van het gemeentelijk SW-bedrijf Promen. Goudse burgers die zich melden voor inkomensondersteuning worden op dit moment tijdelijk naar Promen geleid. Gedurende maximaal zes maanden doen ze werkervaring op, zodat ze daarna beter bemiddelbaar zijn. Begin 2013 wordt u het beleidsplan re-integratie voor de periode 2013-2014 ter besluitvorming voorgelegd, met een voorstel voor een aangepast re-integratiebeleid.
BUIG-budget Gemeente Gouda had tot 2010 geen tekorten op de gebundelde uitkering / het inkomensdeel WWB. In 2010 was het tekort € 835.714,= (5,31%). Dit tekort was onvoldoende om voor een incidentele aanvullende uitkering vanuit het Rijk in aanmerking te komen. In 2011 was voor het eerst sprake van een tekort boven de eigen-risico grens. Het tekort bedroeg € 4.383.993,= (30,47%). De explosieve toename van het tekort in 2011 komt doordat het budget volgens de verdeelsystematiek in 2011 € 1,3 miljoen lager was, terwijl tegelijkertijd de omvang van het bestand met bijna 15% toenam als gevolg van de verslechtering van de situatie op de arbeidsmarkt. Voor eenmalige tekorten boven de 10% van het gebundelde inkomensdeel kan een beroep worden gedaan op de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). Over 2011 is een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) aangevraagd ter hoogte van € 2.945.161,=. Het definitieve BUIG budget (budget inkomensdeel) 2012 bedraagt € 16.959.404,=. Zie tabel 6. Bij het eerste ijkmoment van 2012 was een verwacht tekort gesignaleerd van € 3,2 tot € 4,2 miljoen (exclusief de aan te vragen incidentele aanvullende rijksmiddelen). Als gevolg van de verhoging van het voorlopige BUIG-budget is de prognose bijgesteld tot een verwacht nadelig resultaat van € 2,3 miljoen. Omdat het netto uitkeringstekort (van 8,5%) kleiner is dan de eigen-risico grens van 10% kan volgens de huidige prognose over 2012 geen Incidenteel Aanvullende Uitkering worden aangevraagd. Het voorlopige BUIG-budget 2013 is bepaald op € 18.549.287,=. Dit komt neer op 1.299 cliënten. Op basis van de huidige aantallen lijkt dit op dit moment een reëel te begroten bedrag. Deze opwaartse bijstelling van het budget heeft te maken met het aflopen van het bestuursakkoord aan het einde van het jaar. In dit bestuursakkoord was het budget voor een periode van vijf jaar vooraf vastgesteld. Afgesproken was dat jaarlijks alleen werd gecorrigeerd voor conjuncturele effecten en effecten van rijksbeleid. Vanaf 1 januari 2013 is het bestuursakkoord niet meer van toepassing. Dan worden de macrobudgetten weer vastgesteld op basis van volume (cliëntenaantallen) en prijs (gemiddeld uitkeringsbedrag).
Monitoring De bestedingen op het re-integratiebudget en het BUIG-budget worden nauwgezet en frequent (elke twee maanden) gemonitored in het overleg van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en het PO met de portefeuillehouder, zodat waar nodig en mogelijk snel kan worden bijgestuurd. Relevante indicatoren als de in- en uitstroom worden eveneens gevolgd. Dagelijks zijn de actuele aantallen en bedragen beschikbaar.
Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, 2e triaal 2012
pagina 3
Afhandeling van de aanvragen levensonderhoud Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de afhandeltermijn van een aanvraag WWB/IOAZ/IOAW/WIJ acht weken. Anno 2012 wordt 96% van de aanvragen Levensonderhoud WWB/IOAZ/IOAW/WIJ, en 94% van de aanvragen Bijzondere Bijstand binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Zie tabel 8. Dat de termijn niet in 100% van de gevallen wordt gehaald, heeft te maken met het toegenomen aantal aanvragen, de complexiteit van de aanvragen, maar ook met het niet op tijd inleveren van de benodigde gegevens door de cliënt. Mensen kunnen met 4 weken wel een voorschot aanvragen.
Invordering De gemeente Gouda maakt actief gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen en verhalen van onterecht ontvangen bijstand. De invordering geschiedt door het treffen van betalingsregelingen of (laten) leggen van beslag. De verhaalsmedewerkers verrichten onderzoek naar de mate waarin onderhoudsplichtigen een bijdrage kunnen leveren in de kosten van levensonderhoud van WWB cliënten. Zo nodig dwingen zij bijvoorbeeld na echtscheiding een verhaalsbijdrage af van de verdienende (ex)partner. Wanneer er sprake is van fraude, wordt alle ten onrechte verstrekte uitkering teruggevorderd. Een zorgvuldige beoordeling van uitkeringsaanvragen is belangrijk. Terugvordering van reeds verstrekte uitkeringen of kredieten verloopt over het algemeen moeizaam. Het valt niet mee om terug te vorderen van iemand met een laag inkomen of een bijstandsuitkering. In 2011 was de jaar-incassoratio (het percentage ontvangsten ten opzichte van het uitstaande debiteurensaldo) bijna 27%. Uit de benchmark waarin de incassoratio’s van verschillende gemeenten worden vergeleken blijkt dat Gouda het erg goed doet. Zie tabellen 9-11.
Handhaving rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitkeringsverstrekking Het nieuwe handhavingsbeleid is op dit moment in voorbereiding. Aan het eind van het jaar zal dit u ter informatie worden toegezonden.
Uitvoeringsorganisatie Op het terrein van de sociale zekerheid volgen de (wettelijke) veranderingen elkaar in hoog tempo op. De koersveranderingen binnen het rijksbeleid en de korte invoeringstermijnen die gemeenten daarin gegund worden leggen veel druk op de gemeentelijke uitvoeringsorganisatie. Ondanks dat de wet aanscherping WWB pas werd aangenomen op 21 december 2011 was de Gemeente Gouda op 1 januari 2012 in staat deze wet uit te voeren. Als gevolg van de aanscherping van de WWB per 1 januari 2012 is de uitvoering ingrijpend veranderd. De invoering van bijvoorbeeld de huishoudinkomenstoets betekende niet alleen dat beschikkingen moesten worden herzien, maar tevens dat de betreffende cliënten (persoonlijk) moesten worden voorgelicht daarover. Toen vervolgens de huishoudinkomenstoets op 18 juli 2012 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 weer afgeschaft moest worden, betekende dat dat alle wijzigingen in ondermeer systemen, werkprocessen en uitkeringsdossiers, beschikkingen weer moesten worden teruggedraaid. Verschillende uitkeringsaanvragen die ten onrechte waren afgewezen zijn achteraf weer gecorrigeerd. Naast de wijzigingen in de WWB hebben ook de nieuwe wettelijke regels op het terrein van inburgering (Wet inburgering aangenomen op 11 september 2012), huisbezoeken, handhaving en sanctiebeleid (beide nieuwe wetten aangenomen op 2 oktober 2012) gevolgen voor de uitvoeringsorganisatie. Als gevolg van de wetswijzigingen moeten ook diverse verordeningen worden gewijzigd. De eerste aangepaste Verordeningen zult u nog dit jaar ontvangen.
Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, 2e triaal 2012
pagina 4
Met de val van het kabinet Rutte I zijn de plannen voor de invoering van het wetsvoorstel Werken naar vermogen (Wwnv) per 1 januari 2013 op losse schroeven gezet. In het op 29 oktober 2012 gepresenteerde regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ geeft het kabinet Rutte II aan dit wetsvoorstel vervangen zal worden door een nieuwe Participatiewet die op 1 januari 2014 dient te zijn ingevoerd. Daarover informeren wij u later nader. Besloten is de regionale samenwerking met het UWV, Waddinxveen, de K-5 en Promen voort te zetten en deze vooralsnog primair te richten op een gezamenlijke werkgeversbenadering. In 2012 is hiertoe een intentieverklaring getekend. Begin 2013 zal de samenwerking operationeel zijn. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Toelichtende memo bij statusrapport bijstandsverlening en re-integratie, 2e triaal 2012
pagina 5