MEI 2013
BUITENGELUK
jaargang 1
het groeiende buitenbelevings boek
het groeiende buitenbelevings boek Door de bomen het bos niet meer kunnen zien, dit geldt tegenwoordig zeker voor het internet. Informatie vinden over planten, dieren, natuurgebieden en leuke plekjes in Nederland is bijna onmogelijk geworden, elke vereniging, stichting, provincie en dorp of stad heeft zo zijn eigen website. Het is behoorlijk versnipperd, in dit boek willen we u helpen bij het vinden van leuke buiten belevingen. Buitengeluk is een groeiend buiten-belevings boek, met als doel u te informeren over het gene wat u buiten kunt tegenkomen. Leuke plekjes om te bezoeken, leuke buiten weetjes, hoe u tuinplanten moet onderhouden en waar ze kunnen worden toegepast. Informatie over de flora en fauna in Nederland. Elke maand staat er een nieuwe buitenactiviteiten-, moestuin- en tuinkalenders in. In de loop van het jaar breidt het boek zich steeds verder uit met nieuwe hoofdstukken, planten, dieren, enz. 3 4 5 6 en 8 9 vanaf 10 vanaf 28 vanaf 34 vanaf 40 vanaf 46 62 t/m 87 88 t/m 93 94
Activiteitenkalender Tuinkalender Moestuinkalender IVN Prijswinnaars Dieren (o.a. Tuinvogels - Bijen) Inheemse planten (wilde planten) Bomen Klim- en leiplanten Struinen langs de grote rivieren In 9 stappen tot een nieuwe tuin! Buiten - dingentjes voor kinderen Onze gegevens
Opening Woestijnkas: Droogte en overleven (dehortus.nl) Beelden in Hortus Haren (www.hortusharen.nl)
24 Avondexcursies in het gebied Langeveld ten noorden van Noordwijkerhout.(www.zuidhollandslandschap.nl) 24 Maak kennis met onze dassenfamilie (www.landschapoverijssel.nl) 24 Kamerkoor Cappella Cantica nodigt u uit voor een muzikale avondwandeling. (www.utrechtslandschap.nl) 24 Vleermuizen: Dat kan het daglicht niet verdragen.(www.groningerlandschap.nl/eropuit/activiteitenagenda) 25 Lentefietstocht door diverse buurtschappen in de Achterhoek (www.glk.nl) 25 Excursie “Vroege vogels” (www.landschapoverijssel.nl) 25 Binnemiedepolder en de eendenkooi. Wandelexcursie met thema weidevogels (www.itfryskegea.nl) 25 25 25 25 25
Vollemaanswandeling Noard-Fryslân Bûtendyks (www.itfryskegea.nl) Leidse Museumnacht, de zeven grote musea in Leiden van 20:00 tot 01:00 uur geopend. Zomertentoonstelling ‘Planten van 1001 nacht’ (www.hortusleiden.nl/index.php/programma) Achter de schermen van de eendenkooi (www.staatsbosbeheer.nl/Activiteiten) Door de zoute kreken van de Slufter (www.staatsbosbeheer.nl/Activiteiten)
26 Nationaal Park De Maasduinen: Proef en bewonder (www.limburgs-landschap.nl) 26 Brabantse Wal Dag. Geniet, proef en beleef de Brabantse Wal (www.brabantslandschap.nl) 26 Publiekswandeling Landgoed Mattemburgh (www.brabantslandschap.nl) 26 Zomerconcert Beerschoten met Marinierskapel (www.utrechtslandschap.nl)
26 26 26 26 26 26
Bommeldag, over de heer Bommel, de beroemde stripheld van Marten Toonder. (www.glk.nl)
Excursie: Vennetjes van het Groote Zand (www.drentslandschap.nl/activiteiten) Klein, maar fijn. Het Limmerdie. (www.landschapnoordholland.nl/activiteit) Excursie: Duunsche Landen (www.drentslandschap.nl/activiteiten) De Hempolder is een paradijs voor weidevogels (www.landschapnoordholland.nl/activiteit) Open dag eendenkooi Batenburg (www.glk.nl)
Veel buitenplezier toegewenst,
29 Het Verdronken Land van Saeftinghe (www.hetzeeuwselandschap.nl/eropuit) 29 Groote Heide: Kinderactiviteit bodembeestjes vangen (www.limburgs-landschap.nl) 29 Kinder Natuur Activiteiten Beerschoten (www.utrechtslandschap.nl)
Wander van Laar
29 30 31 1
Bedenker en initiatiefnemer van Buitengeluk www.webshoptuinmateriaal.nl De Groene Heren
Ondersteboven naar bed. Kinderactiviteit over vleermuizen (www.brabantslandschap.nl) Varen over het Zuidlaardermeer (www.groningerlandschap.nl/eropuit/activiteitenagenda) Avondwandeling Vledderhof (www.drentslandschap.nl/activiteiten)
t/m 16 juni Glasexpositie Kasteel Cannenburch (www.glk.nl)
MEI 2013
BUITENGELUK
Natuurmonumenten organiseert in mei weer de Wilde Buiten Dagen. (www.natuurmonumenten).
5 inspirerende moestuinen
Nieuwe Terras? Plan het hoofdterras op de plek waar s’middags vanaf die uur de zon gaat schijnen.
Tuinkalender Mei IJsheiligen is één van de oudste en wellicht het bekendste begrip uit de volksweerkunde. De eerste berichten over deze “strenge heren” dateren van rond het jaar 1000. De IJsheiligen zijn St. Mamertus, St. Pankratius, St. Servatius en St. Bonifatius. Zij vieren hun naam-dagen op achtereenvolgens 11, 12, 13 en 14 mei. De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten. Het is echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar. Abrupte temperatuurveranderingen, die onder andere het gevolg zijn van het nog relatief koude zeewater, zijn kenmerkend voor dit hele jaargetijde en kunnen ook in juni nog voorkomen. Wel neemt na half mei de kans op vorst sterk af en aan het eind van deze maand zijn temperaturen onder nul heel uitzonderlijk. In dat opzicht markeren de IJsheiligen meestal de overgang naar een periode met een meer zomers karakter. Het is een algemeen bekend gegeven dat je pas na IJsheiligen kan beginnen met het planten in de volle grond. Omstreeks deze tijd komt in WestEuropa nogal eens een schade brengende nachtvorst voor. Hij begint meestal rond 7 mei met een koude noorder wind. Na deze dagen komt er in onze streek (Midden Noord-Europa) geen nachtvorst meer voor.
Ochtendterras inrichten voor maximaal 2 personen.
Perkplanten kunt u nu planten. (tweede week mei, IJsheiligen). Het gazon kan vanaf deze maand regelmatig bemest worden (bij voorkeur met kleine hoeveelheden, liever een aantal keren herhalen, dan grote hoeveelheden in een keer). Vanaf half mei kunnen de groenblijvende hagen weer voor het eerst gesnoeid worden, zoals de Buxus, de Hulst, de Liguster en de conifeer. Kijk voordat u gaat snoeien of er geen vogelnestjes aanwezig zijn. Rozen tot drie a vijf ogen terug knippen. Luizen komen rond deze tijd ook weer op bezoek, luizen kunnen steeds beter tegen bestrijdingsmiddelen. Zet voor de verandering de Larve lieveheersbeestje tegen luizen in. In onze webshop: Natuurlijke bestrijding van luizen door lieveheersbeestjes. Adalia bipunctata (100 stuks voor +/- 20m2) Een volwassen Adalia legt 20 à 50 eieren per dag. De eieren zijn langwerpig en hebben een geel-, oranjeachtige kleur. Hoewel de duur van het uitkomen afhankelijk is van het klimaat, zal deze dikwijls tussen 4 en 8 dagen liggen. Na het uitkomen, gaan de larven onmiddellijk op zoek naar bladluizen. De overlevingskansen van deze jonge larven hangen sterk af van een voldoende aanwezigheid van bladluizen dichtbij de geboorteplaats. De levensduur van de larve is afhankelijk van de klimaats omstandigheden en van de aanwezigheid van voedsel. De levensduur bedraagt ongeveer 20 dagen bij een temperatuur van ca. 20°C. Eens in het vierde larvestadium, stopt de larve met eten en verpopt. Tijdens het popstadium, dat bij 20°C 8 dagen duurt, houdt het lieveheersbeestje op met eten en blijft inactief gedurende enkele dagen. Opgepast! Het is niet dood. Wanneer de volwassen kevertjes tevoorschijn komen, verscheuren ze de pophuid. In de maanden september en oktober zoeken ze hun overwinterings plek op. Adalia bipunctata verkiest daarvoor gevels van woningen, vensterkozijnen of spleten in boomschorsen. Zet de larven in het midden van bladluishaarden uit vooraleer deze te omvangrijk worden. Zet de larven onmiddellijk na ontvangst uit. Ze kunnen maximaal 1 à 2 dagen in de koelkast bewaard worden bij 8 à 10°C. Hang de meegeleverde juten zakjes in de boom. Uitzetten van de Adalia larven gebeurt vanaf mei - juni preventief en daarna vooral in de blad-luishaarden. Essentieel bij het werken met Adalia is het tijdstip van uitzetten. Wanneer me dit te vroeg doet, is er onvoldoende voedsel voor Adalia, wanneer het te laat gebeurt, riskeert men langdurige overlast door luizen. De advieshoeveelheid Adalia voor een boom met een stamdikte van ongeveer 30 cm is ongeveer 200 stuks. In bomen met een stamdikte van 100 cm kan men het beste 600 larven uitzetten ter hoogte van de kruin. Deze aantallen zijn indicatief; de exacte hoeveelheid uit te zetten Adalias wordt afhankelijk van de bladluispopulatie vastgesteld. Op sommige plaatsen op het gazon blijft het water erg staan of blijft de grond erg nat. Je kunt een greep in de aarde steken en deze zacht heen en weer bewegen. Op deze manier kan het water dieper de grond in of u zet regenwormen in. In onze webshop: Regenwormen leven over heel de wereld. Zo lang de aarde al bestaat zetten regenwormen dood organisch materiaal om in vruchtbare grond. Doordat regenwormen op zoek zijn naar voedsel in de bodem graven ze gangen. Deze gangen zorgen voor een betere structuur van de grond, meer zuurstof en een betere drainering. Regenwormen geven een verbetering van uw tuingrond. Vaste of natte grond, harde grond, structuurbederf, het bodemleven verbeterd snel met regenwormen. Een eeuwenoude oplossing ! Één pakket regenwormen bestaat standaard uit een kartonnen doos met daarin een koelbox. De box wordt gekoeld door een koelelement. De regenwormen zijn verpakt in een geweven zak. De inhoud van deze zak is 2,5 kg regenwormen. Dit zijn ongeveer 2000 stuks wormen. De wormen worden altijd geleverd met een vaste samenstelling die bestaat uit: aardwormen, regenwormen, mestwormpjes, dauwpieren en compostwormen. Regenwormen worden altijd geleverd in 8 liter substraat wat de wormen in een goede conditie houdt tijdens het transport en bewaring. 5 kg verpakking
www.ommuurdetuin.nl www.twickel.nl www.natuurmonumenten. nl/hackfort www.amelishof.nl www.hindersteyn.nl
Moestuinkalender Mei De Kweepeer
Stro aanbrengen onder de aardbeien, zo voorkomt u dat de vruchten gaan rotten.
De fruitboom wordt niet hoger dan 5 tot 6 meter, een goede boom voor een kleine tuin(Afhankelijk van type boom). Als hij niet van het begin af aan gesteund wordt, krijgt hij een kromme stam. De talrijke dunne takken zijn bedekt met een donslaagje als ze jong zijn. De bladeren zijn van boven glanzend donkergroen, van onderen grijsachtig en behaard. De geurende witroze bloemen zijn tamelijk groot. De bloeitijd is maart/april. De rijptijd is oktober. Kweeperen zijn appelvormig of peervormig en mooi geel van kleur als ze rijp zijn. Ze kunnen wel 1200 gram zwaar worden. Als deze vruchten in de klerenkast worden gehangen geven ze aan de kleding een lekker luchtje, maar op de fruitschaal geuren ze ook heerlijk. Het vlees is stevig, en wrang van smaak als het rauw gegeten wordt, maar gekookt en met toevoeging van suiker of honing zijn ze verrukkelijk. Kweeperengelei is goed tegen diarree. Bij het oogsten oppassen dat de vruchten niet beschadigd worden, want dan bederven ze snel. In een regenachtig herfst verdient het aanbeveling de vruchten zo spoedig mogelijk te plukken, omdat anders veel rot gaat ontstaan. Bij goed herfstweer kan men de vruchten beter zo lang mogelijk aan de struik laten hangen. In ieder geval moeten de vruchten geoogst worden voor nachtvorsten gaan optreden.
Heeft u pas jonge vruchtbomen aangeplant? Verwijder dan de jonge vruchten, het is beter dat de jonge aanplant zijn energie eerst in de ontwikkeling van wortels stopt. Laat de vrucht van een handpeer groeien in een fles, wanneer de vrucht volgroeit is brandewijn erbij. Zo heeft u een origineel cadeau om weg te geven. Loop s’morgensvroeg of s’avonds (in de schemering) een rondje door de moestuin, op deze momenten kunt u het makkelijkste slakken zien en verwijderen. (in onze webshop kunt u ook slakkenvallen vinden). Ook in onze webshop: Wortelvlieg Vrij - Dit product maakt wortelen-, prei- en uien sterker en de plantaardige geurstoffen zetten de wortelvlieg op het verkeerde been. - 100% natuurlijk product Dosering: 200 gram per 20m2 Werkzame stof: Gesteentemeel. Ga zuinig om met de duizendpoten, lieveheersbeestjes en oorwormen. Duizendpoten en oorwormen voeden zich met slakken, luizen en larve van andere schadelijke insecten, Lieveheersbeestjes zijn de beste luizenruimers die je maar kan wensen.. (Oorwormpot en Lieveheesbeestjeswoning verkrijgbaar in onze webshop). Creeer een rustplekje voor egels en padden, slakken ruimers. Haal de jonge uitlopers van aardbeiplanten weg zodat alle energie de vruchten in gaat. Gras rondom de fruitbomen goed kort houden, gras remt de wortelgroei. Mei is een goede maand om pompoenen te zaaien, Wanneer u ze nu binnen zaait kiemen de zaden binnen een week. De zaailingen eind deze maand of begin juni in de volle grond. Als het blad van de bessenstruiken in mei begint op te bollen, is de bloedblaarluis waarschijnlijk actief. Aan de bovenkant van het blad worden blaasjes gevormd en aan de onderkant zit een kuiltje met daarin gelige luizen. De planten hebben er meestal weinig last van en de bessen kunt u blijven eten. Om een nieuwe aantasting het volgende jaar te voorkomen snoeit u de aangetaste toppen weg. In deze maand vormt de rabarberplant bloemstengels. De bloei kost energie en dat gaat ten koste van de sappige bladstelen. Verwijder daarom de stelen met bloemknoppen tijdig van de plant. Half mei is de beste tijd om bonen te leggen (zaaien). De grond is lekker wqrm en het zaaigoed kiemt volledig tot gezonde, sterke bonenplanten. Het risico van vroeger zaaien is dat bij een koude natte periode het zaaisel kan mislukken. Leg de bonen niet in een keer, maar met tussenpozen. Hierdoor kunt u langer oogsten. Smakelijke bloemen: Klokjesbloem (Campanula), Viooltjes (Viola), Damastbloem (Hesperis matronalis), Muskuskaasjeskruid (Malva moschata) en de Daglelies (Hemerocallis). Ze smaken mild tot licht zoet.
IVN werkt aan een duurzame samenleving. Ons idee is dat betrokkenheid bij de natuur, duurzaam handelen stimuleert. Daarom laten wij jong en oud de natuur dichtbij beleven. We verbinden hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie. Dit doen we met zo’n twintigduizend betrokken leden en een enorm netwerk van groene professionals. Dat maakt IVN een unieke partner in duurzaamheid en verantwoord ondernemen. IVN is een landelijke organisatie die mensen lokaal bij natuur betrekt. Op scholen, in Nationale Parken en in hun eigen buurt. Binnen de 170 lokale afdelingen van IVN zijn zo’n twintigduizend ervaren vrijwilligers actief. Jaarlijks organiseren zij met veel passie talloze excursies, cursussen, wandelingen, tentoonstellingen en opleidingen. Door deze laagdrempelige en educatieve activiteiten maakt een groot aantal mensen kennis met de natuur. De beroepskrachten van IVN ondersteunen de vrijwilligers bij hun activiteiten, en initiëren landelijke en regionale campagnes zoals Scholen voor Duurzaamheid, Scharrelkids en Groen Dichterbij. Zo’n 130 professionals werken vanuit de provinciale vestigingen en een landelijk kantoor in Amsterdam.
Steun IVN! IVN kan dankzij de steun van leden en donateurs steeds meer kinderen en volwassenen de schoonheid en het belang van onze natuur laten ervaren. Met een gift of lidmaatschap steun je het werk van IVN. Als lid ontvang je 4 keer per jaar het magazine Mens en Natuur. Word lid en steun het groene werk van IVN. Je bent al lid vanaf 2 euro per maand.
CBF en ANBI IVN heeft het CBF-keur voor Goede Doelen, en is aangesteld als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Dit betekent dat je het bedrag van je donatie kunt aftrekken van je belastbaar inkomen, ook als lid.
Meer weten? Neem voor meer informatie of vragen over het financieel ondersteunen van IVN contact op met onze Servicedesk via (020) 622 81 15, of mail naar
[email protected].
IVN MEI 2013
Het IVN Het is zover … de nieuwe website van Scharrelkids is nu online! Kijk op www.scharrelkids.nl. Scharrelkids.nl is in een nieuw jasje gestoken. Vol met leuke weetjes, tips en kinderactiviteiten. Dé plek voor ouders en grootouders om inspiratie op te doen om de natuur in te gaan met de kinderen. Je vindt er informatie over Scharrelkids, buitenspeeltips, praktische doe-dingen en een overzicht van alle natuurlijke speelplaatsen in Nederland. Nu kun je in één opslag zien welke natuurlijke speelplaatsen, speelbossen en speeltuinen er bij jou in de buurt liggen. Hou www.scharrelkids.nl in de gaten, dagelijks vind je er nieuwe artikeltjes, tips en weetjes!
Vrijwilliger worden bij een werkgroep: Werkgroep amfibieen en reptielen Contactpersoon: Joris Drubbel, 0297 242119
[email protected] Vogelwerkgroep Heb je belangstelling en wil je meer info neem dan contact op met Patrick Heijne (0297-230890), Tinok van Hattum (0297-534562) of Tijs van den Berg (06-19516230). Werkgroep uilen Contactpersoon: Gerhard Coster, 0297 286229
[email protected]
170 afdelingen, bijna elke dag wordt er iets georganiseerd, voor jong en oud. Deze maand o.a.
27 Vogelwandeling op maandagavond bij het Wasven, Georganiseerd door: afdeling Nuenen c.a. 29 Grootouder-kleinkindwandeling: Waterdiertjes, Georganiseerd door: afdeling ‘s-Hertogenbosch
Voor meer leuke activiteiten IVN www.ivn.nl
29 Een prachtige avondwandeling door de Rosandse Polder, Georganiseerd door: afdeling De Oude IJsselstreek 30 Open avond over bijen, Georganiseerd door: afdeling Asten-Someren
ALTIJD WEL EEN
IVN
AFDELINGEN BIJ U IN DE
BUURT
UITSLAG PRIJSVRAAG Vraag Wat zijn de Latijnse- en Nederlandse namen van de
Limburg
Noord-Brabant
Overijssel
Gelderland
De Steilrand Baarlo Maasbree Bocholtz Simpelveld Brunssum & Onderbanken Cadier en Keer De Maasdorpen De Oude Landgraaf Eijsden Elsloo Eys Geysteren Venray Heerlen Helden Heuvelland Hoensbroek Kerkrade Land van Swentibold Born Maas en Niers Maasduinen Maastricht Meerssen Meijel Munstergeleen Nuth Roermond e.o. Schinnen Sittard - Geleen Spau-Beek Stein Ubach over Worms Ulestraten Valkenburg Vijlen Vaals Voerendaal Weert e.o.
‘s-Hertogenbosch Asten-Someren Bakel Milheeze De Rips Bergeijk-Eersel Bernheze Best Cranendonck De Maasvallei De Waerdman (Waalwijk e.o.) Eindhoven Etten-Leur Geldrop Grave Groene Zoom Heeze Leende Helmond IVN Cuijk (De Groene Overlaat) Kempenland West Laarbeek Mark & Donge (Breda e.o.) Mierlo Nuenen c.a. Oirschot Oisterwijk e.o. Oss Roosendaal Sint-Oedenrode Son en Breugel Uden Valkenswaard-Waalre Veghel Veldhoven Vessem
Almelo De Grutto Wijhe-Olst Den Ham Vroomshoop Deventer Diepenheim Enschede Haaksbergen Hardenberg/Gramsbergen Hellendoorn-Nijverdal Hengelo IVN-Raalte Losser Markelo Noordwest - Overijssel Oldenzaal Rijssen Enter Zwolle
Apeldoorn Arnhem Barneveld De Oude IJsselstreek Ede Eerbeek e.o. Maas en Waal Montferland Nijkerk Nijmegen, Rijk van Noord-Midden Achterhoek Noordwest-Veluwe Oost Achterhoek Oost Veluwezoom Rijn-Waal West-Betuwe Zuidwest Veluwezoom Zutphen Warnsveld
Drenthe
Bellingwedde Groningen Haren Grootegast Hoogezand-Sappemeer Leek Nietap Noord-Groningen Veenkoloniën, Stadskanaal Westerwolde
Zuid-Holland Alblasserwaard Alphen aan den Rijn e.o. Delft Den Haag Dordrecht Goeree Overflakkee Hoekschewaards Landschap IJssel en Gouwe Leiden Nieuwkoop Rotterdam en omstreken Voorne Putten Rozenburg Zoetermeer
Aa & Hunze Assen Borger-Odoorn i.o. Eelde-Paterswolde Emmen Hoogeveen Midden Drenthe Norg Peize Roden Vries Westerveld Zuidlaren
Noord-Holland Amstelveen Amsterdam Gooi en omstreken Midden Kennemerland Noord-Kennemerland Texel Twiske Waterland West-Friesland Zuid-Kennemerland
Groningen
Utrecht Amersfoort De Bilt e.o. De Ronde Venen & Uithoorn Eemland Heuvelrug en Kromme Rijn Nieuwegein-IJsselstein e.o Vecht en Plassengebied Veenendaal-Rhenen e.o. Wijk bij Duurstede (VNMW) Woerden
Flevoland Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder e.o. Zeewolde
Friesland
Zeeland
De Lege Midden De Wâlden Heerenveen e.o. Leeuwarden Noord-Oost Friesland Ooststellingwerf Súdwesthoeke
De Zeeuwse Delta Walcheren
planten op deze bladzijde?
1 Castanea sativa, Tamme kastanje 2 Buddleja davidii, Vlinderstruik 3 Dictamus albus, Vuurwerkplant
4 Athyrium niponicum Metallicum, Regenboogvaren 5 Magnolia liliiflora Nigra, Beverboom 6 Paulownia tomentosa, Anna-paulownaboom Prijswinnaars: 1e prijs, tuinplan (waarde 450 euro). Familie T.R. Jansen uit Den Haag
2e prijs, 4 arbeidsuren van 1 van onze hoveniers. De Heer v.d. Schaft Groningen
3e prijs, webshop cadeaubon (waarde 75 euro). De heer Jean-Paul van den Eijnden
4e prijs, 4 zakken CO2 reducerende potgrond. Mevrouw E. de bruin uit Lienden
De levendbarende hagedis (Zootoca vivipara)
Het konikpaard
De dagpauwoog (Aglais io)
De blauwe pauw (Pavo cristatus)
Schotse hooglander De Baars (Perca fluviatilis)
De rugstreeppad (Bufo calamita)
Charolais-rund
De ooievaar (Ciconia ciconia)
Bijen
HOOFDSTUK
DIEREN De gewone pad of bruine pad (Bufo bufo)
Slak
De Turkse tortel (Streptopelia decaocto) De Kruisspin (Araneus diadematus) Galloway Rund
kippen De knobbelzwaan (Cygnus olor)
De kleine vos (Aglais urticae)
Het Gewone varken (Sus scrofa domesticus)
De citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) De gewone wesp (Vespula vulgaris)
Afdrukken van de haas (Lepus europaeus)
Gewone zeehond (Phoca vitulina)
Aalscholver
Naam Aalscholver Latijnse naam Phalacrocorax carbo Familie Aalscholvers (Phalacrocoracidae) Status Jaarvogel Waar Meren, kust, plassen en rivieren Voedsel Vis Nest In bomen en in kolonies Broedperiode Januari tot in mei Aantal legsels Meestal een legsel Aantal eieren Drie tot vier eieren per legsel Broedparen 20.000 tot 24.000 in Nederland website www.vogelbescherming.nl en www.vogelvisie.nl
Turkse tortel
Naam Turkse Tortel Latijnse naam Streptopelia decaocto Familie Duiven (Columbidae) Status Jaarvogel Waar Park en tuin Voedsel Granen, zaden en vruchten Nest Plat nest, in coniferen en de klimop Broedperiode Half februari tot in november Aantal legsels Twee tot vijf keer Aantal eieren Twee tot drie eieren per legsel Broedparen 50.000 tot 100.000 in Nederland website www.vogelbescherming.nl en www.vogelvisie.nl en www.sovon.nl
Vogelbescherming Nederland
Checklist vogelvriendelijke tuin Om te kunnen beoordelen hoe vogelvriendelijk een tuin is hebben we 10 punten samengesteld waar een vogelvriendelijke tuin eigenlijk aan moet voldoen. Deze 10 punten vormen de basis voor het tuinadvies. Bij je inventarisatie van de tuin loop je deze 10 punten na.
Geef de tuin een score Zijn er 5 punten van de 10 aanwezig dan krijgt de tuin een 5. Na het uitvoeren van het advies kan de klant beoordelen of de score van de tuin hoger is uitgekomen.
De 10 punten In de tuin is aanwezig:
1.
water (natuurlijke vijver of vogeldrinkschaal)
2.
gazon
3.
rijke variatie aan bloeiende (inheemse) planten (waar rupsen, vlinders, bijen en andere insecten op afkomen)
4.
(inheemse) planten, struiken, klimplanten, bomen met zaden of vruchten (bessen/noten)
5.
struiken met doornen of stekels
6.
(erf)afscheiding door middel van hagen
7.
zo min mogelijk bestrating (minder dan 1/3 van de tuin)
8.
kale muren zijn begroeid
9.
rommelhoekjes (composthoop)
10.
hangen nestkastjes voor vogels
Water Het is telkens weer een boeiend schouwspel om vanuit de huiskamer of het terras direct vogels te zien die bij het water komen. Vogels nemen graag een bad om hun veren in conditie te houden. En ze komen er regelmatig drinken, zeker tijdens warme zomerdagen. Geen plek voor een vijver: dan is een vogeldrinkschaal op een overzichtelijke plek in de tuin gegarandeerd een topattractie! Met de aanleg van een vijver moet u met het volgende rekening houden:
•
Ligging: de vijver ligt minstens de helft van de dag in de zon.
•
Vogels makkelijk bij het water kunnen (glooiende oever met een boomstronk, ruwe stenen) om te drinken/ badderen.
• de vijver heeft verschillende dieptes: een dieper gedeelte (80-100 cm) waar dieren kunnen overwinteren en een ondiep gedeelte (oeverplanten,drinken, badderen). •
Voldoende waterplanten: zij zorgen voor zuurstof in het water.
•
Houd de vijver visvrij: De vissen eten de eitjes en larven van de amfibieën.
• Voldoende dekking: na het bad poetsen vogels hun veren het liefst op een veilige plek dichtbij het water Gazon Een gazon hoeft niet saai te zijn. Laat er bijvoorbeeld madeliefjes, pinksterbloem, boterbloem, paardenbloem, klaproos, ereprijs en brunel in groeien. Het gazon ziet er plotseling kleurrijk uit en vogels en insecten zullen je dankbaar zijn. De gekleurde bloeiende kruiden in het gras worden bezocht door hommels, bijen, motten, kevers en zweefvliegen. Die worden weer gegeten door insectenetende vogels als de bonte vliegenvanger en zwaluwen. Grassen en uitgebloeide planten vormen zaden die weer gegeten worden door mussen, mezen, vinken en putters. Merel en lijster zoeken in het gazon naar wormen en larven. Nog een voordeel: zo’n gazon hoeft niet zo vaak gemaaid te worden.
Rijke variatie aan bloeiende planten Beplanting trekt allerlei insecten, wormen, slakken en andere diertjes aan. Deze vormen een belangrijke, natuurlijke voedselbron voor vogels. Het liefst willen we daarom het hele jaar door bloeiende planten in de tuin.
Planten / struiken / bomen met zaden of vruchten (bessen/noten) In een vogelvriendelijke tuin mogen struiken niet ontbreken. Ze vormen een extra mogelijkheid in de tuin waar vogels voedsel, nestgelegenheid en een veilige schuilplaats vinden. De meeste struiken bloeien in het voorjaar en dragen vruchten in het najaar. In het voorjaar trekken ze veel insecten aan en in het najaar profiteren vogels van de vruchten. Plaatst u meerdere struiken in de tuin, breng dan variatie aan in soorten zoals gemengde bottelroos, vlier, hulst, hazelnoot. Maak een keuze uit struiken die na elkaar bloeien en ook in een andere perioden vruchten dragen. Zo verlengt u het voedselaanbod voor de vogels.
Struiken met doornen of stekels Meerdere struiken met stekels/doornen of een dichte takkenstructuur bieden gelegenheid om een veilig nest te bouwen voor vogels (vuurdoorn, klimhortensia, klimop, hop). In dichte stekelige heesters kunnen vogels snel een veilig plekje vinden als er een kat of een sperwer op ‘jacht’ is (bijv. liguster of meidoorn). Doorns en stekels hebben bijvoorbeeld vuurdoorn, gemengde bottelroos of meidoorn. Bladhoudend zijn struiken zoals hulst, berberis en dwergmispel
Hagen als (erf)afscheiding Hagen zorgen voor beschutting, privacy, breken de wind, vormen een ideale levende achtergrond, verdelen de ruimte en zijn een ideale schuilplaats voor vogels. Vogels kunnen er een veilig nestje in bouwen en bij gevaar vinden ze snel dekking tussen de stevige takken van een haag. Neem je een haag waar ook nog bessen aan komen dan krijgt een haag een nog hogere natuurwaarde: je biedt vogels dan veiligheid, voortplanting en voedsel. Staat in uw tuin reeds een (kale) schutting en is een haag geen optie, zet dan een aantal klimplanten in de grond voor de schutting. Deze klimplanten bieden vogels op termijn ook een vluchtplaats of een geschikt plekje om een nest in te maken.
Weinig bestrating In een vogelvriendelijke tuin is minder dan 1/3 deel betegeld. Als u een pad of extra terras wilt kan dit ook met natuurlijk materiaal gerealiseerd worden bv van boomschors. U krijgt een mooie natuurlijke uitstraling van de tuin, regenwater kan er doorheen zakken en vogels kunnen tussen het boomschors op zoek naar kleine beestjes.
Kale muren laten begroeien Een kale gevel heeft vogels niets te bieden, maar dat wordt een ander verhaal als u er klimplanten tegen aan laat groeien. De keuze van een klimplant hangt af of de muur of gevel op de zon staat of juist schaduwrijk is. In de zon kan een vuurdoorn heel goed staan. Met een paar oogjes in de muur zet u de plant vast, want een vuurdoorn maakt geen hechtwortels. Na verloop van jaren, als de plant flink gegroeid is, zal er zeker een merel in gaan nestelen. Tussen de doornen en fijne takkenstructuur zit een merelvrouwtje veilig op haar nest. Bovendien geeft een vuurdoorn in okt/nov volop bessen, waar lijsterachtigen dol op zijn! Tegen een schaduwrijke muur doet een klimop of klimhortensia het heel goed. Tussen de bladeren en takken van deze planten kunnen vogels een nestje bouwen. Daarnaast zijn de insecten die afkomen op deze planten wanneer ze bloeien ook nog eens een extra voedselbron voor vogels!
Composthoop, rommelhoekjes en takkenhopen Met een composthoop ergens op een plekje achterin de tuin doet u de vogels een groot plezier. Tussen de planten en materialen die aan het vergaan zijn krioelt het van de kleine beestjes (kevertjes, torretjes, duizendpoten, wormen, pissebedden, etc. Vogels weten dit en zoeken in de composthoop naar deze extra voedselbron. Een takkenhoop- of takkenril vormt een goede voedsel schuil- en broedplaats voor vogels, met name heggenmus, roodborst en winterkoning. Mezen gebruiken een takkenril voor dekking en voedsel. Ook voor veel andere dieren zijn takkenwallen van betekenis, zoals amfibieën (bv padden en salamanders), insecten (bv vlinders), kleine zoogdieren (bv. egels en muizen) en veel soorten ongewervelde dieren. Een takkenril is goedkoop en eenvoudig te realiseren. Het realiseren van een takkenwal is goedkoop en eenvoudig. U kunt er prima uw snoeihout in verwerken. Begin met een aantal grote takken en stammen of stobben. Zo houdt de wal zijn vorm en blijft hij enigszins open. Zolang de ril regelmatig wordt opgehoogd, blijft deze bestaan. Een takkenwal moet groot genoeg zijn om een schuilplaats te bieden (ca 150 cm hoog en 75-100 cm breed). De lengte hangt af van de hoeveelheid ruimte, maar moet minimaal 3 meter lang zijn om voldoende bescherming te bieden. Na verloop van tijd beginnen de onderste takken te vergaan en zakt de ril in. Vanonder de wal zullen planten groeien. Door de ril telkens op te hogen met nieuw snoeihout blijft deze op hoogte.
Nestkastjes voor vogels
Geef je tuin een 10+
Veel vogels, zoals mezen, spechten en uilen, broeden in natuurlijke (boom)holtes of nissen. Deze natuurlijke nestplaatsen zijn niet overal ruim voorhanden. Vooral in stedelijk gebied zijn nestkasten een dankbaar alternatief. Een nestkast in de tuin is een waar genoegen, voor u én de vogels. Het is leuk om de bedrijvigheid te volgen, vanaf de eerste aarzelende inspectie, het af- en aanvliegen met voedsel tot het uitvliegen van de jongen. Sommige vogels hebben zelfs een tweede broedsel! Er zijn ook vogels die graag onder daken of in gaten en kieren van huizen en gebouwen broeden zoals de huismus, gierzwaluw en zwarte roodstaart. Door een betere isolatie van huizen wordt deze soorten veel nestgelegenheid ontnomen. Het is zelfs een belangrijke reden voor de achteruitgang van de huismus. Hang juist voor deze vogels nestkasten op of breng speciale dakpannen aan. Voor de huismus is de vogelvide ontwikkeld.
Een tuin kan nog aantrekkelijker gemaakt worden met de volgende punten:
Nieuwbouwwijken In nieuwbouwwijken zijn maar weinig of geen oude bomen aanwezig. Juist hier bewijzen nestkasten een uitstekende dienst. Met nestkasten komen de eerste vogels naar uw tuin.
• • • • • • • • • • • •
Zandbak voor huismussen Nestkastjes zoogdieren en insecten Geen gebruik van pesticiden Pergola Een plek voor de vogelvide onder het dak Natuurlijke nestholten in bomen of gebouwen Variatie in gelaagdheid (bomen, struiken, kruiden, gazon, water) Platdak met sedum Extra: Maak je tuin ook aantrekkelijk voor andere dieren.
Checklist Vogelvriendelijk balkon
Hoe vogelvriendelijk is uw balkon? Om te kunnen beoordelen hoe vogelvriendelijk een balkon is hebben we hebben we 5 punten samengesteld waaraan een vogelvriendelijk balkon eigenlijk aan moet voldoen.
Geef een balkon een score Zijn er 3 punten van de 5 aanwezig dan krijgt het balkon een 6.
Insectenhotel
De 5 punten
Slaapplaats voor egels
Op het balkon is aanwezig:
Vleermuizenkast Overwinteringsplek Amfibieën
1. 2.
Het plaatsen van een nestkast Met de volgende adviezen vergroot u de kans op succes met de nestkast.
• • • • • • •
Hang de kast op minimaal 2 meter hoog. Zorg ervoor dat de aanvliegroute vrij is van takken en/of bladeren.
3. 4. 5.
De invliegopening ligt ideaal gezien op het Noordoosten. De opening is dan het meest beschut voor regen en wind. (In Nederland heerst overwegend een west- tot zuidwestelijke stroming.) Hang een kast zoveel mogelijk in de schaduw; in ieder geval schaduw op het heetst van de dag. Wilt u meerdere nestkasten ophangen voor verschillende soorten, houd dan een onderlinge afstand van minimaal 3 meter aan. Hangt u meerdere nestkasten voor één soort op, dan raden we een onderlinge afstand van 10 meter aan. Maar koloniebroeders als huismus, gierzwaluw en huiszwaluw broeden weer wel dicht bij elkaar. Zorg ervoor dat de nestkasten onbereikbaar zijn voor katten. Een hulpmiddel is bijvoorbeeld gaas aanbrengen rond de boom onder het nestkastje. Tip: laat de nestkast in het broedseizoen met rust!
*
Ook een balkon kan vogelvriendelijk worden ingericht met kleine besdragende struiken in pot, (bieden ook nestgelegenheid) takkenbossen en vlechtwerken (bieden beschutting).*
Bloembakken met een rijke variatie aan bloeiende plantensoorten voor vlinders, bijen en andere insecten. Of een paar klimplanten tegen de gevel laten groeien. Nestkastjes voor vogels ophangen Een vogeldrinkschaal en een voederplaats inrichten. Vogels houden van een rustige plek. Een veelgebruikt balkon trekt minder vogels. Veel glas in de omgeving? Vogels kunnen zich doodvliegen tegen de ramen. Dit is te voorkomen door speciale raamstickers tegen de ramen te plakken. let op dit is wel afhankelijk van de draagkracht van uw balkon!
Beplanting Met beplanting kleden we de tuin aan. Vogels weten dat zéér te waarderen! Het biedt hen extra voedsel, nest- en schuilgelegenheid. Hoe gevarieerder de beplanting, hoe aantrekkelijker uw tuin voor verschillende vogelsoorten.
Bomen Bomen geven uw tuin een extra gelaagdheid, zorgen voor schaduw en trekken insecten, spinnen en andere kleine diertjes aan. Vogels vinden in bomen voedsel, ze kunnen er schuilen en sommige vogels maken in een boom hun nest. De meeste inlandse bomen dragen in het najaar vruchten. Deze vruchten trekken weer extra vogels aan in uw tuin. Vinken bijvoorbeeld zijn dol op beukennootjes, sijzen en putters eten de zaden van een els en lijsterachtigen zijn verzot op de bessen van meidoorn of lijsterbes.
Heesters In een vogelvriendelijke tuin mogen struiken niet ontbreken. Ze brengen een tweede laag aan en ook hier vinden vogels voedsel, nestgelegenheid en een veilige schuilplaats. De meeste inlandse struiken bloeien in het voorjaar en dragen vruchten in het najaar. In het voorjaar trekken ze dus veel insecten aan en in het najaar profiteren vogels van de vruchten. Plaatst u meerdere struiken in de tuin, breng dan variatie aan in soorten, zie bijlage. Maak een keuze uit struiken die na elkaar bloeien en ook in een andere perioden vruchten dragen. Zo verlengt u het voedselaanbod voor de vogels. Om u te helpen, in de bijlage, een overzicht van de bloei- en besperiode. Ook de natuurwaarde van een struik voor vogels is aangegeven.
Vaste planten Beplanting trekt allerlei insecten, wormen, slakken en andere diertjes aan. Deze vormen een belangrijke, natuurlijke voedselbron voor vogels. Het liefst willen we natuurlijk het hele jaar door bloeiende planten in de tuin, zie bijlage. Met een beetje variatie komen we een heel eind! Kijk daarvoor in het overzicht van de bloeiperiode van planten en kleur van de bloemen. Stel daarmee een plantenlijst naar eigen keuze samen. Zorg ook voor variatie bloeitijd en in hoogte. Niet alleen leuk voor het oog, maar het trekt ook verschillende soorten insecten aan.
Klimplanten, leiplanten Met klimplanten maakt u de anders kale muren, schuttingen en pergola’s aantrekkelijk voor vogels. Daarmee vergroot u de natuurwaarde van uw tuin. Varieer ook met vele soorten klimplanten die er zijn. Vogels als merels, heggenmus, winterkoning, huismus en roodborst vinden er voedsel, nestgelegenheid en een schuilplaats. Groenblijvende klimplanten, zoals klimop, bieden vogels ook in de winter een schuil- en slaapplaats.
Stinsenplanten Plant in het najaar gerust grote hoeveelheden bollen in uw tuin. Dan bent u al vroeg in het voorjaar verzekerd van bloeiende planten. Denk maar aan stinsenplanten als sneeuwklokjes en krokussen. Deze vroege bloeiers trekken meteen de eerste insecten aan. Ook later in het seizoen kunt u volop genieten van stinsenplanten als blauwe druifjes, allerlei soorten boshyacinten, daslook en lelietjes van dalen.
Waterplanten Waterplanten zijn erg belangrijk voor een goede waterhuishouding. Dat niet alleen. Veel waterplanten trekken ook een grote hoeveelheid insecten aan vanwege hun uitbundige bloei. Er is een groot scala aan waterplanten te verkrijgen. Let bij het kopen van waterplanten vooral goed op de diepte waar de plant in de vijver gezet moet staan.
Overzicht Vogelvriendelijke beplanting hoge bomen Beuk / Fagus silvatica Kleinbladige linde / Tilia cordata Zachte berk / Betula pubescens Zomereik / Quercus robur Zwarte els / Alnus glutinosa
kleine bomen Inheemse vogelkers / Prunus padus Katwilg / Salix viminalis Lijsterbes / Sorbus aucuparia Wilde appel / Malus sylvestris Zoete kers / Prunus avium
Welke bomen, struiken en planten?
struiken
Keuze uit inheemse bomen, struiken en planten is enorm. Om de keuze voor u een stuk makkelijker te maken, hebben wij de meest aantrekkelijke soorten voor u in een tabel gezet, zie bijlage 1, met informatie over: bloeiperiode, bloemkleur, besperiode, groeihoogte en voorkeur standplaats (zon, schaduw, klei, veen zand). Met deze tabel kunt u zelf uw beplanting kiezen.
Gele kornoelje / Cornus mas Hazelaar / Corylus avellana Hulst / Ilex aquifolium Sleedoorn / Prunus spinosa Trosvlier / Sambucus racemosa Wilde kardinaalsmuts / Euonymus europaeus Duindoorn / Hippophae rhamnoides Eénstijlige meidoorn / Crataegus monogyna Egelantier / Rosa rubiginosa Framboos / Rubus idaeus Gelderse roos / Viburnum opulus Bbottelroos / Rosa rugosa Hondsroos / Rosa canina Jeneverbes / Juniperis communis Krentenboompje / Amelanchier lamarckii Mahoniestruik / Mahonia aquifolium Rode bosbes of vossebes / Vaccinium vitis-idaea Rode kornoelje / Cornus sanguinea Sleedoorn / Prunus spinosa Sporkenhout / Rhamnus frangula Struikklimop / Hedera helix ‘Arborescens’ Taxus / Taxus baccata Vlinderstruik / Buddleja davidii Vuurdoorn / Pyracantha Zuurbes / Berberis verruculosa / Berberis thunbergii
Tips Kies planten met verschillende bloeiperioden. Zo kunt u er voor zorgen dat u het hele jaar door bloeiende planten heeft in uw tuin. Kies planten met verschillende groeihoogte. Variatie in groeihoogte trekt meerdere soorten insecten aan en geeft uw tuin gelaagdheid. Varieer met struiken en zorg voor verschillende bloeiperioden en perioden dat ze bessen dragen. Kies voor
in grote
een kleine bomen als
stadstuin eik en
niet beuk.
Stel voordat u naar een tuincentrum gaat al een lijst met planten op. Koop vooral niet bloeiende planten. Planten die al bloeien, zijn na een paar dagen uitgebloeid. De rest van het jaar kunt u er niet van genieten. Strooi op een zonnig plekje in de tuin, waarvoor u geen bijzondere bestemming heeft, overgebleven vogelvoer vermengd met Phacelia (wordt druk bezocht door hommels, zweefvliegen en honingbijen). Laat alles maar gewoon opkomen. De planten die er bloeien trekken veel insecten en dus ook weer vogels aan. En u wordt beloond met kleurrijk bloempallet. Bovendien bevat het gezaaide vogelvoer met name zaadhoudende planten (zonnebloemen, boekweit, gierst, raapzaad, ect) deze leveren direct weer voedsel voor vogels in de winter. Zo heeft u een extra natuurlijke voedselbron in de eigen tuin!
klimplanten, leiplanten Klimop / Hedera helix Blauwe regen / Wisteria sinensis Vuurdoorn / Pyracantha Wilde wingerd / Parthenocissus Winterjasmijn / Jasminun nudiflorum Hop / Humulus lupulus groen-geel Klimroos / Rosa Kamperfoelie / Lonicera periclymenum Klimhortensia / Hydrangea anomala ssp. petiolaris Clematis / Clematis
struiken als haag Wilde liguster / Ligustrum Haagbeuk / Carpinus betulus Vuurdoorn / Pyracantha Hondsroos / Rosa canina Veldesdoorn / Acer campestre Eénstijlige meidoorn / Crataegus monogyna Taxus / Taxus baccata
Vaste planten, inheemse planten Adderwortel / Persicaria bistorta Boerenwormkruid / Tanacetum vulgare Damastbloem / Hesperis matronalis Kogeldistel / Echinops bannaticus ‘Taplow Blue’ Dropplant / Agastache foeniculum ‘Blue fortune’ Duifkruid / Scabiosa ‘Clives Greaves’’ Duizendblad / Achillea millefolium Duizendknoop / Polygonum affine Engels gras / Armeria maritima Fluitekruid / Anthriscus sylvestris Gele dovenetel / Lamiastrum galeobdolon Grote kaardebol / Dipsacus fullonum Grote teunisbloem / Oenothera glazioviana Grote wederik / Lysimachia vulgaris Guldenroede / Solidago virgaurea Hemelsleutel / Sedum telephium Herfstaster / Aster novi-belgii Hondsdraf / Glechoma IJzerhard / Verbena bonariensis Kattestaart / Lythrum sallicaria Knoopkruid / Centaurea jacea Koninginnekruid / Eupatorium purpureum Korenbloem / Centaurea cyanus Lavendel / Lavandula officinalis Koninginnekruid / Eupatorium purpureum Lievevrouwebedstro / Galium odoratum Longkruid / Pulmonaria officinalis Look-zonder-look / Alliaria petiolata Maagdenpalm / Vinca minor Margriet / Leucanthemum vulgare Penningkruid / Lysimachia nummularia Pinksterbloem / Cardamine pratensis Ridderspoor / Delphinium elatum Groot robertskruid / Geranium robertianum Vetkruid / Sedum Sleutelbloem / Primula florindae Wilde tijm / Thymus vulgaris Vingerhoedskruid / Digitalis purpurea Vrouwenmantel / Alchemilla mollis Wilde Bertram / Achillea ptarmica Marjolein / Origanum vulgare Zenegroen / Ajuga reptans Zonnebloem / Helianthus Zonneroosje / Helianthemum Toorts / Verbascum thapsus
www.vogelbescherming.nl
Wilt u ze ontmoeten, dit kan o.a. in: De Leeuwense Waard is in feite het westelijk deel van de Drutensche Waarden. Midden in het gebied ligt een grote zandplas de Kaliwaal. Van hieruit is in de periode 1994-1997 een stelsel van stromende nevengeulen langs het dorp Beneden-Leeuwen naar het westen gegraven Vooral het oostelijk deel van het gebied is interessant voor bijzondere (stroomdal)flora en insectenfauna, mede door de aanzienlijke zandafzettingen en zandwaaiers die er de laatste jaren zijn ontstaan. De nevengeulen hebben zich vooralsnog wat minder soortenrijk ontwikkeld, vermoedelijk door de kleiige afwerking van de geulen. De komende jaren zullen er nog de nodige inrichtingswerken worden uitgevoerd, waardoor het gebied nog interessanter kan worden. Zo is begonnen met het verondiepen van de zandplas en zullen de nevengeulen ver naar het oosten worden doorgetrokken. De Leeuwense waard Waalbanddijk ter hoogte van Tesstraat Boven-Leeuwen Rode Geus wordt ingezet bij begrazing van de uiterwaarden bij fort Pannerden. Fort Pannerden Waaldijk 1 6686 MV Doornenburg Gemeente Lingewaard. De Klompenwaard te Doornenburg, toegangshek Klompenwaard, hoek Sterreschans / Waaldijk te Doornenburg
Rode Geus-runderen Na een aantal jaar ervaring opgedaan te hebben met Schotse Hooglanders en Galloways, viel op dat deze dieren niet helemaal passen in het Nederlandse klimaat. De zomers zijn te warm voor deze dikbehaarde dieren. In 2000 is daarom begonnen met het kruisen van een nieuw ras, de Rode Geus. Er is gekruist met twee rassen, waarvan één oorspronkelijk Nederlands ras: het Brandrode Rund. Dit is het meest zelfredzame ras wat nog in Nederland te vinden is. Het andere kruisingsras is de Franse Saler. De Rode Geuzen zijn op verschillende plekken in de uiterwaarden ingezet. Ze eten opvallend veel hout en doen het goed op een sober menu. Het kuddegedrag is goed ontwikkeld, de dieren hebben een sterke onderlinge binding. Naar mensen toe is de Rode Geus erg vriendelijk. De Rode Geus heeft een dieprode kleur, staat hoog op de poten en heeft een klein uier. De dikte van de vacht past bij het Nederlandse klimaat: de zomervacht is kort en glad en de wintervacht voldoende dik. Door het korte bestaan van dit ras, is het de-domesticatieproces nog niet zo ver als bij de Schotse Hooglander en Galloway. Dat is een kwestie van tijd. Rode Geuzen zijn onder andere te vinden in de Beuningse Uiterwaarden, de Lobberdense en Leeuwense Waard, bij Slot Loevestein en in de Diezemonding bij Den Bosch. bron: www.freenature.nl en wikipedia
De natuurontwikkelaars in Nederland propageren sinds het laatste kwart van de twintigste eeuw gebiedsbeheer met grote grazers. Het zijn speciale rassen van runderen en paarden die in vaak de plaats van het van oudsher aanwezige boerenvee innemen. Doordat begrazing op commerciële basis steeds minder lonend is dreigden veel marginale gronden in uiterwaarden en andere natuurgebieden dicht te groeien. Door begrazing blijft een gebied deels open waardoor er meer diversiteit is in plantengroei. Hierdoor krijgen verschillende vogels, zoogdieren en insecten de kans om te overleven of zich opnieuw te vestigen. Zonder de grazers zou een heel ander, volgens de opvattingen over natuurbeheer minder gewenst type natuur ontstaan. Bovendien laten de voorschriften van Rijkswaterstaat de vorming van bossen langs de grote rivieren meestal niet toe. Het graaswerk is grotendeels voorbehouden aan geïmporteerde grote grazers als de Schotse Hooglander, de Galloway en het Heckrund. In het verleden kwamen in Nederland van nature wel zelfredzame runderen voor, maar die zijn al eeuwen uitgestorven. Men wilde weer een “eigen” rund in Nederland hebben dat in staat is zomer en winter buiten te leven. De nieuw gefokte Rode Geus voldoet hieraan, tevens is het beest voor de recreant niet gevaarlijk en kan op natuurlijke wijze, zonder hulp van de mens, kalfjes werpen en grootbrengen.
Wilt u ze ontmoeten , dit kan o.a.
NBV
Nederlandse Bijenhoudersvereniging.
Het bijenvolk Bijen zijn sociale insecten. Ze leven in een kolonie. Elk individu heeft een taak in dienst van de kolonie te vervullen. De individuele honingbij bestaat dus eigenlijk niet. In een bijenvolk vinden we: een koningin die als enige eitjes kan leggen, duizenden onbevruchte werksters die uit die eitjes nieuwe bijen opkweken en een aantal darren (mannetjes bijen) die paren met jonge koninginnen. Om het volk te laten voortbestaan moet er heel wat gebeuren. De werksters doen hun naam eer aan: jonge werksters zijn huisbij, zij verzorgen de larfjes, bouwen de honingraat en helpen bij het opslaan van honing en stuifmeel. Na drie weken vliegen ze uit om water, nectar en pollen te verzamelen, het voedsel voor de ontwikkeling van het bijenvolk. Een werksterbij leeft in de zomer slechts zes weken. De werkverdeling in het bijenvolk is min of meer leeftijdsgebonden. Voor elke taak zijn er altijd werksters beschikbaar.
Bijen en bloemen Nectar- en stuifmeelrijke bloemen noemen we drachtplanten. Werksters herkennen ze aan vorm, kleur en geur. Drachtplanten bloeien gewoonlijk maar een korte tijd. Zodra de bestuiving tot stand is gekomen heeft de plant er immers geen belang meer bij om nieuwe bloemen aan te maken. Werksters gaan dus regelmatig op zoek naar nieuwe voedselbronnen . Gelukkig bloeien drachtplanten niet allemaal tegelijkertijd en kent elk seizoen wel een aantal bloemsoorten die veel nectar en/of stuifmeel produceren. In het voorjaar bloeit bijvoorbeeld de wilg, in de zomer de linde, in de herfst de heide. Om tijden van schaarste, zoals in ons land de winterperiode, door te komen, legt het bijenvolk een voedselvoorraad aan in de vorm van honing. Huisbijen maken honing door het indampen van de binnengebrachte nectar. De honing bevat een suikergehalte van meer dan 80% en is daardoor lang houdbaar. Honing voorziet in de energie behoefte van het bijenvolk. In de winter wordt het door de bijen gebruikt om de temperatuur in het volk ongeveer 20°C te houden, in de zomer is het voedsel voor de vele larfjes. Een bijenvolk kan enorme honingvoorraden verzamelen. Als de bloemen maar genoeg nectar leveren, leggen de bijen voorraden aan die veel groter zijn dan het volk nodig heeft. De honing kan geoogst worden door de imker. In dat geval zorgt hij ervoor dat de weggenomen voorraden weer aangevuld worden met suiker. Om te voorzien in de eiwitbehoefte legt het bijenvolk ook stuifmeelvoorraden aan.
De bijenzwerm
Het belang van bijen
Drachtgebieden en honingbijen
Het bijenvolk is zo georganiseerd dat het in tijden van overvloed snel groeit: het aantal individuen neemt toe en de voorraden worden groter. Door de toename van het aantal individuen kan het bijenvolk gaan zwermen. Zwermen is een vorm van voortplanting van het bijenvolk: een gedeelte van de werksters vliegt samen met de koningin uit. De achterblijvende werksters kweken jonge koninginnen op en beginnen een nieuw volk. Alle bijenvolken zorgen ervoor dat ze in de zwermtijd darren produceren, die met de jonge koninginnen van andere volken kunnen paren.
Honingbijen behoren net als de hommels en solitaire bijen tot de bloembestuivende insecten. Insectenbloemen zijn voor hun bestuiving en dus voortplanting afhankelijk van bloembezoek door bijvoorbeeld honingbijen.
Een imker wil gezonde bijenvolken. Niet alleen omdat het leuk is met de volken te werken en naar te kijken, maar ook omdat een imker honing wil oogsten. Het is dan ook belangrijk voor de imker te weten dat er nectar en stuifmeel leverende ‘drachtplanten’ in de buurt van de bijenvolken staan. Een imker is dus steeds op zoek naar goede drachtgebieden voor zijn of haar bijenvolken. Een imker reist met zijn bijenkasten naar een drachtgebied als hij denkt dat er veel honing te halen is. In een goed drachtgebied staat een grote verscheidenheid aan bloemen, bloeiende heesters en bomen die vanaf het vroege voorjaar tot laat in het najaar voor nectar en stuifmeel zorgen. Gemeenten kunnen gevraagd worden rekening te houden met insecten bij de keuze van de aanplant. Ook bij het opstellen van het maaischema voor de bermen kan rekening gehouden worden met de leefwijze van bloembezoekende insecten. Een berm maaien met veel bloeiende korenbloemen of luzerne is uit den boze.
De interne communicatie Het bijenhuishouden omvat vele taken: het voeren van de jonge en oude larven, het regelen (koelen of verwarmen) van de temperatuur (35°C) van het broednest, de verwerking van nectar tot honing, het produceren van was om raten te bouwen en honing op te slaan. Een andere belangrijke taak is het voeden van de koningin met eiwitrijk voedsel zodat ze duizend tot vijftienhonderd eitjes per dag kan blijven leggen. Werksters bewaken ook de woning tegen indringers en verwijderen zieke larven. De efficiëntie waarmee deze taken worden uitgevoerd grenst aan het ongelooflijke. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de communicatie in het bijenvolk al eeuwenlang een geliefd object van wetenschappelijk onderzoek is. Wie kent niet het verhaal van de ‘bijendans’? Bijen vliegen ‘s morgens niet zomaar de kast uit. Eerst gaan speurbijen op zoek naar buit en als zo’n speurbij met nectar of stuifmeel in de kast terugkomt gaat zij op de raat dansen. Als er wat te halen is op korte afstand van de kast, danst de speurbij de rondedans. Hierbij beschrijft ze gedurende enkele minuten cirkelvormige figuren waarbij ze telkens van draairichting verandert. Andere bijen dansen de voorgedanste figuren na. Intussen snuiven ze de geur op van de drachtbron die in het haar van de danseres is achtergebleven en krijgen ze informatie over de nectarkwaliteit door proefhapjes, aangeboden door de draaiende danseres. Hoe enthousiaster de bij danst, hoe aantrekkelijker de drachtbron. De zoekrichting wordt met deze rondedans niet aangegeven. Dit is niet nodig omdat de drachtbron in de buurt van de kast te vinden is. Als de drachtbron verder weg is wordt de kwispeldans gedanst. De danseres beschrijft dan de figuur van een ingedeukte acht, waarbij tijdens de doortocht van het rechte stuk hevige kwispelbewegingen worden uitgevoerd met het achterlijf. Het dansritme geeft de volgbijen informatie over de afstand naar de drachtbron: hoe verder de bron, des te trager de dans. Ook al geven de speurbijen afstand en richting aan naar een rijke drachtbron, toch zijn er altijd nog werksters die in een andere richting op zoek gaan naar voedselbronnen. Zo is de voedselvoorziening van het volk gegarandeerd.
Bijenhouden: een boeiende hobby Het fascinerende van het bijenhouden is het observeren van de darren, werksters en af en toe de koningin. Het gedrag van bijen op de bloemen, bij de vliegopening en in de kast boeit een imker altijd. En als de imker ze goed verzorgt, voelen de bijen zich prettig en is hun honing een zoete beloning voor zijn of haar werk. Honing is voor de meeste imkers niet een waarde in geld, maar het bewijs dat je op een goede manier met je bijenvolken omgaat.
Insectenbloemen en -planten stellen de vruchtzetting veilig door met kleuren, geuren en zoete nectar honingbijen en andere insecten te lokken. De honingbij vliegt van de ene bloem naar de andere om nectar te verzamelen dat in het bijenvolk in de vorm van honing opgeslagen wordt. Een gezond bijenvolk heeft altijd een voorraad honing in de raat opgeslagen, zodat er nooit een tekort aan voedsel is voor de larven en jonge bijen. Het stuifmeel van insectenbloemen heeft een typische structuur waardoor het gemakkelijk in de haren van de bloembezoekende insecten blijft hangen. Het stuifmeel laat zich dus als het ware meenemen met de honingbij die op zoek is naar nectar. Tijdens het bezoek aan een volgende bloem blijft de stuifmeel achter op de stamper waardoor er vruchtjes kunnen gaan groeien. Een belangrijke eigenschap van de honingbij is haar bloemvastheid. Dat wil zeggen dat meerdere bijen uit één bijenvolk zich tijdens een verzamelvlucht concentreren op één bloemsoort. Als de zogenaamde speurbijen een goede voedselbron, een bloem met veel nectar en stuifmeel, hebben gevonden dan wordt de locatie van deze voedselbron aan de volksgenoten doorgegeven. In korte tijd vliegen dan honderden bijen uit één en hetzelfde bijenvolk af en aan op dezelfde bloemsoort. Een bloeiende lindeboom, bijvoorbeeld, ‘zingt’ door de duizenden honingbijen vliegend van de ene bloem naar de andere. De bloemvastheid maakt dat honingbijen uitermate geschikt zijn voor bestuiving van land- en tuinbouwgewassen.
Bijen en biodiversiteit De bestuivingsactiviteiten van bijen en hommels zorgen voor een grotere variatie in vruchten en zaden, die op hun beurt een voedselbron vormen voor vogels en kleine knaagdieren. Veel van de oorspronkelijk in de natuur voorkomende bloembestuivende insecten zijn echter verdwenen doordat hun natuurlijke omgeving ernstig is aangetast door de schaalvergroting in de landbouw, verstedelijking en wegenaanleg. Gelukkig komt langzamerhand het besef terug dat bloeiende bermen langs snelwegen of landerijen niet alleen mooi zijn om naar te kijken, maar ook een onmisbare schakel vormen in het leven van veel insecten. Honingbijen dragen dus bij aan een grotere biodiversiteit mits er voldoende bloemen bloeien waar op gevlogen kan worden. Het is dan ook een goede ontwikkeling dat gemeenten steeds meer overstappen op ecologisch beheer van openbaar groen. Ook imkerverenigingen nemen vaker initiatieven tot samenwerking met gemeenten. Het openbaar groen is de laatste jaren kleurrijker geworden. Insecten, en dus ook honingbijen dragen bij aan de bestuiving van besdragende heesters. Hierdoor is het stedelijk groen een gedekte tafel geworden.
Wat is bestuiving?
Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de kleverige stamper. Daar groeit de stuifmeelkorrel via de stempelbuis naar het vruchtbeginsel en versmelt met de vrouwelijke eicel. Het zaad (de vrucht) kan gaan groeien.
Bestuiving bij professionele teelt
Als bijen een goede drachtbron gevonden hebben blijven ze deze bloemen bevliegen. Dit is erg belangrijk voor de bestuiving van bijv appels in een boomgaard. De bijen brengen dan het stuifmeel van de ene appelboom naar de volgende.
Gesproken wordt van bestuiving bij open teelt bij de bestuiving van appels, peren, bessen, zaadteeltgewassen e.d. in de open lucht. De bijenkasten worden tussen de bloeiende gewassen geplaatst. Om een optimale vruchtzetting te verkrijgen kan een kweker bijenvolken van een imker huren. Voor een goede bestuiving zijn bij appels 2 bijenvolken per ha nodig. Bij pruimen en bessen zijn dat er 4 per ha. Tijdens de bloei niet teveel regenen of te koud zijn. Deze factoren beïnvloeden de productie van stuifmeel en nectar negatief. Van Bestuiving bij bedekte teelt is sprake bij gewassen in kassen of onder plastic. Denk aan aubergines, courgettes en aardbeien e.d. De bijen worden in de kas of in de tunnel geplaatst. De kas waarin de bijen staan mag niet te nat zijn (schimmel) of te droog (geen nectar). Een teler huurt hiervoor bijenvolken. Voor de bestuiving van aubergines en paprika’s is 1 volk per 5000 m2 nodig; voor aardbeien, bessen of frambozen een volk per 3000 m2. Dit verschil komt door de hoeveelheid bloempjes die bloeien. In een kas verdwijnen bijen sneller dan in de buitenlucht. Een deel vliegt door de open ramen naar buiten en vindt de weg niet meer terug; een ander deel plakt aan het plastic of glas vast en gaat dood. N.B. Voor de bestuiving van tomaten gebruikt men hommels. Voor de zaadteelt onder glas worden vaak vliegen of solitaire bijen gebruikt.
Bijentaal
Algemeen
Manieren van bestuiving
Bestuiving kan op verschillende manieren plaatsvinden. -. Bloemen die ingericht zijn voor windbestuiving produceren heel veel licht stuifmeel. Door de wind wordt dit stuifmeel overgebracht. De stuifmeelkorrels plakken vast aan de stempel en de bevruchting kan beginnen. Bijv. hazelaar en granen. -. Bloemen die ingericht zijn voor insectenbestuiving produceren stuifmeel dat gemakkelijk aan het haarkleed van bestuivende insecten blijft hangen. Tijdens het bloembezoek gaat het stuifmeel aan de haren van de bijen zitten en wordt zo van bloem naar bloem getransporteerd. Bijv. fruitteeltgewassen en courgettes.
Bloemvastheid
Het bijenlichaam is sterk behaard. Als de bij in een bloem kruipt om nectar te verzamelen komt er stuifmeel van de helmknoppen tussen de haren. Met de poten kamt de bij dit stuifmeel zoveel mogelijk naar de stuifmeelkorfjes aan de beide achterpoten. Er blijven echter altijd stuifmeelkorrels tussen de haren achter. Bij het passeren van de kleverige stempel van een andere bloem kan dit stuifmeel vastplakken. De bevruchting kan beginnen. Speurbijen vliegen er op uit om een drachtbron (bloemen met nectar en stuifmeel) te zoeken. Als ze zulke bloemen gevonden hebben, wordt op de raten in de bijenkast de bijendans uitgevoerd. Door de manier van dansen geven de speurbijen aan in welke richting en op welke afstand een drachtbron te vinden is. De andere bijen uit het volk vliegen daar dan ook heen.
Honingbijen als bestuivers Hommels, vliegen en solitaire bijen bestuiven ook, maar de honingbij is de kampioen bestuiver! In de bijenkast leven tijdens de appelbloei zo’n 20.000 werkbijen. Dit geeft een enorme hoeveelheid bestuivers. Hommels zijn er dan nog nauwelijks. Hun koninginnen beginnen net met een nestje te maken. Ook andere bestuivers zijn pas in geringe aantallen aanwezig. Honingbijen beginnen te vliegen bij een temperatuur van 12°C. Het meest productief zijn ze tussen de 18 en 25°C. Bij temperaturen onder de 10°C blijven ze in de kast om het broednest warm te houden.
Bij het bestuiven van gewassen in open of gesloten teelten is het van belang dat er goede afspraken gemaakt worden met de kweker over bespuitingen. Deze kunnen nl. dodelijk zijn voor bijen. Ook mogen de bijenkasten, na plaatsing, niet meer verplaatst worden. Bijen kunnen hun woning, zelfs na verplaatsing van een paar meter, niet meer terug vinden.
Economisch nut Door hun bestuivingsactiviteiten zorgen bijen voor de bestuiving van heel veel gewassen. Zonder bestuiving zouden we nauwelijks vruchten of groenten hebben. Voor zaadvorming (vruchtzetting) is bestuiving noodzakelijk! Geen zaden, geen nieuwe planten. Onze dagelijkse kost zou zonder bestuiving wel erg sober worden. We zouden ook een gebrek aan noodzakelijke vitaminen krijgen. Het economisch nut van honingbijen wordt voor Nederland jaarlijks op 750 miljoen euro geschat. Na de veeteelt is dit de grootste bijdrage van de agrarische sector aan onze economie.
Bijen als bestuivers in de natuur Naast hommels, vliegen en solitaire bijen nemen de honingbijen voor 80% deel aan de bestuiving van bloemen van wilde planten en bomen. Een enorme bijdrage dus voor de verrijking van de natuur. Denk eens aan een bloeiende weide met paardebloemen of in de winter aan een struik vol met bessen waaraan de vogels zich te goed doen. Zonder bestuiving zou dit moois verdwijnen. Daarom is bijen houden niet alleen een hobby, maar ook een must! Want: honing kun je kopen, bestuiving niet!
Bijenhouden is omgaan met de natuur! Het hele jaar door let je op bloeiende bomen, struiken en planten. Je geniet van de activiteiten van je bijen. Je ziet ze landen op de vliegplank met klompjes stuifmeel aan hun achterpoten. Je ziet dat de wachtbijen ze betasten. Je ziet dat de jonge bijen voor de kast invliegen en zich oriënteren op de omgeving. Kortom: je geniet met volle teugen van je bijen.
Hoe begin je met bijen houden?
Je moet een plek hebben om een bijenkast neer te zetten. In een klein tuintje kan dat niet. De bijen hebben voor de kast een vrije uitvliegruimte nodig van zo’n drie meter. Daar poot je een haagje van ongeveer een meter hoog. Dit haagje zorgt ervoor dat de bijen omhoog vliegen. Heb je thuis geen ruimte om een kast neer te zetten, dan informeer je bij een imkervereniging in de buurt. Zij hebben meestal wel een plaats waar kasten neergezet kunnen worden. Mail eventueel naar
[email protected] om inlichtingen.
Wat zijn de werkzaamheden?
Een vuistregel is: ‘Hoe minder je in een bijenkast werkt, des te meer de bijen het naar hun zin hebben’. Het bijenjaar begint in augustus/september met het inwinteren van het bijenvolk. De bijen moeten voldoende eten hebben voor de winterrust. In een periode van ongeveer drie weken geef je de bijen in zes à zeven keer 15 liter suikerwater. Deze hoeveelheid voer is voldoende tot april van het volgende jaar. In april hou je de voorjaarsinspectie. Hoe staat het bijenvolk ervoor? Is de koningin aan de leg? Zijn er al jonge larfjes en afgedekte cellen met poppen? Hebben ze nog voer? Je hangt wat nieuwe raampjes met kunstraat in. Je maakt de bodem schoon. Na afloop vul je je waarnemingen op de kastkaart in. In mei plaats je een tweede broedkamer en later een honingkamer. Het bijenvolk gaat groeien. Het heeft plaats nodig voor broed en de opslag van stuifmeel en honing. Het bijenhouden gaat nu wat meer tijd kosten. Je moet het volk een keer per week controleren op zwermcellen. De bijen mogen je niet ontsnappen! Het volk blijft groeien en je geeft ze meer ruimte door er een tweede honingkamer op te zetten. Als alles mee zit kun je eind mei je eerste honing slingeren: voorjaarshoning! Een feestelijke gebeurtenis. Vooral als je de honing uitdeelt aan vrienden en kennissen. Daarna is de zwermtijd wel voorbij. De bijen maken zich op om de zomerdracht binnen te halen. Je hoeft maar af en toe in je kast te kijken. Half augustus kan er, als het weer goed geweest is, geslingerd worden. Bij een zomer met slecht weer moet je zorgen dat je bijen niet van honger dood gaan door ze wat bij te voeren met suikerwater. Daarna kun je, als je niet naar de heide gaat, beginnen met het invoeren van het volk voor de winterrust.
Hoe krijg je de benodigde kennis? Ga eens bij een imker kijken. Die zal je enthousiast vertellen over zijn vriendinnen in de kast. Als volgende stap word je lid van een imkervereniging. Hier hoor je van de Basiscursus bijenhouden. Ook willen imkers je met raad en daad terzijde staan. Vaak krijg je een eerste bijenvolk via de vereniging.
Wat kost het om te beginnen? Een globaal overzicht van de kosten: Een Basiscursus bijenhouden ca. € 150,Een bijenkast (bodem, 2 broedbakken, 2 honingbakken en deksel). Afhankelijk van de uitvoering en het gebruikte materiaal ligt de kostprijs tussen de € 100,- en de € 300,-. Je kunt ook zelf een bijenkast timmeren of tweedehands via de rubriek ‘Vraag en aanbod’ in Bijenhouden (het maandblad van de NBV) een kopen. - Raampjes. Deze worden per 10 stuks verkocht. Je moet ze zelf in elkaar zetten (in elke bak gaan 10 raampjes) € 9,Kunstraat per pak (ongeveer voor 20 raampjes) € 9,Beschermende kleding ( jack) € 30,Pijp, bijenbeitel, tabak, veger, draad, e.d. € 50,Een slinger met zeef kan bij de imkervereniging geleend worden. Het Bijenhuis in Wageningen verkoopt alle benodigde materialen.
Wat is minder prettig? We hebben tegenwoordig bijen die redelijk vriendelijk zijn. Ze steken niet direct als je in de kast komt. Dit neemt niet weg dat je altijd voorzorgsmaatregelen moet treffen. Een steek doet pijn. Maar voor de meeste imkers went het. Na verloop van tijd voel je alleen de steek nog even. De gestoken plek zet niet meer op. Het is wel belangrijk te weten of je allergisch reageert op bijen steken, want dan kun je heel moeilijk bijen houden. Bijen hebben last van een parasiet. De varroamijt. Deze mijten moeten twee à drie keer per jaar bestreden worden. Gelukkig zijn hiervoor dier- en milieuvriendelijke middelen.
Wat brengt het imkeren op? Veel gezonde ontspanning in de buitenlucht. Je zoekt al wandelend de omgeving af naar bloemen waaruit je bijen hun stuifmeel en nectar halen. Het plezier dat je beleeft om zittend naast je kast naar de bijen te kijken. Je kunt je omgeving blij maken met de potjes honing, die je weggeeft of verkoopt. En... je kunt tot op hoge leeftijd bijenhouden.
De NBV, het doel
Maandblad Bijenhouden
De Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) is een landelijke vereniging van imkers. De NBV zet zich in voor de promotie van de bijenhouderij en biedt haar leden, de (semi)professionele en de hobbyimker een veelzijdige ondersteuning bij het houden van bijen. De NBV leidt bijenteeltleraren op en organiseert specialistische cursussen waaronder een cursus bijenhouden voor zowel de beginnende als de gevorderde imker. Daarnaast onderhoudt de NBV contacten met organisaties van bijenhouders in buurlanden en zij vertegenwoordigt ons land bij Apimondia, de internationale Federatie van Bijenteeltverenigingen. Voor het behoud van de bijenhouderij is een goede gevarieerde bijenweide met voedselplanten voor honingbijen en andere bestuivende insecten, essentieel. Het bestuur van de NBV zet zich samen met de overheid en andere natuurorganisaties in voor het verbeteren van de bijenweide in Nederland.
Het maandblad voor bijenhouders ‘Bijenhouden’ wordt uitgegeven door de NBV. ‘Bijenhouden’ wil zowel een vakblad voor de imker zijn als een verenigingsblad voor de leden. Het blad verschijnt 11 maal per jaar.
De NBV, de organisatie De NBV is in 2006 ontstaan uit een fusie van een drietal bijen houders verenigingen: de VBBN, ZLTO en LLTB. In Nederland zijn er ongeveer 8000 imkers met samen zo’n 80.000 bijenvolken. Het merendeel van de imkers is lid van de NBV. De leden van de NBV ontmoeten elkaar tijdens de activiteiten die georganiseerd worden door de regionale afdelingen. Deze afdelingen vormen als het ware het hart van de NBV. De afdelingen worden in het hoofdbestuur vertegenwoordigd door een regiobestuur dat regelmatig met zowel het afdelings- als het hoofdbestuur overlegt. Eenmaal per jaar organiseert het bestuur van de NBV een jaarvergadering waar verantwoording wordt afgelegd aan de leden. De NBV kent diverse commissies die het hoofdbestuur ondersteunen bij de uitvoering van het beleid, bijvoorbeeld op het vlak van bijenteeltonderwijs, de bijenweide, bijenproducten en bijengezondheid. De regionale afdelingen organiseren diverse activiteiten waar imkers en potentiële imkers aan deel kunnen nemen. Voorbeelden van activiteiten zijn: een lezing, een cursus bijenhouden of een honing keuring. Sommige afdelingen hebben een gezamenlijke bijenstal waarin de (nieuwe) leden hun bijenvolken kunnen onderbrengen.
Het Bijenhuis
Het secretariaat van de vereniging zetelt in het Bijenhuis in Wageningen waar ook winkel, bijentuin en expositie gevestigd zijn. In de timmer- en waswerkplaats worden professionele imkerartikelen gemaakt.
Bijentuin De bijentuin is altijd vrij toegankelijk voor belangstellenden. De tuin is aangelegd in raatvormige vakken, die elk vol staan met planten die stuifmeel en/of nectar leveren voor insecten (de zgn. drachtplanten). Er zijn vakken met heide, bosplanten, tuinkruiden en ook vruchtbomen. In de tuin bevindt zich ook een bijenstal. Gedurende de zomermaanden juli en augustus is de expositie open op woensdag en donderdag van 13.00 tot 16.00 uur. Gedurende de andere maanden is voor een bezoek vooraf een afspraak noodzakelijk. Op afspraak kunnen, tegen een redelijke vergoeding, verjaardagspartijtjes worden georganiseerd. Behalve speelse uitleg over bijen mogen de kinderen een waskaars maken, krijgen ze limonade en ontvangt de jarige een verrassing.
Expositie Gedurende het hele jaar kunnen groepen (minimaal 10 personen) op afspraak een bezoek brengen aan de expositie over bijen in het Bijenhuis in Wageningen. Het doel van de expositie is het publiek kennis te laten nemen van de geheimzinnige wereld van de imker en ons kleinste huisdier, de honingbij. Tevens vervult de expositie ook een belangrijke functie bij het enthousiasmeren van de bezoekers om bijen te gaan houden en aspirant-imker te worden. Dat bijen voor onze honing zorgen weet iedereen wel, maar hoe komt die honing in de raten en daarna weer uit de raten in een potje? Hoe overleven de bijen een koude winter? Wat is was, propolis, koninginnengelei? Dit en nog veel meer wil de NBV de bezoekers door middel van deze expositie laten zien. In de expositieruimte bevindt zich ook een observatiekast, waar via twee glazen wanden het doen en laten van de bijen bestudeerd kan worden zonder risico gestoken te worden. De rondleidingen worden verzorgd door ervaren imkers.
Winkel Het Bijenhuis herbergt het grootste assortiment bijenartikelen en bijenproducten van Nederland. Honing, waskaarsen, honingwijn, honingkoek en honingsnoepjes, schoonheidsmiddelen op natuurlijke basis, echte bijenboenwas, boeken over bijen en bijenhouden en natuurlijk het complete assortiment dat nodig is om met bijenhouden te beginnen. Het Bijenhuis beschikt ook over een timmer- en waswerkplaats. Imkers uit het hele land komen naar het Bijenhuis voor de hier vervaardigde professionele imkerartikelen.
13 en 14 juli 2013 Open Imkerijdag meer informatie:
www. bijenhouders .nl
NBV
Nederlandse Bijenhoudersvereniging. secretariaat, Grintweg 273, 6704 AP Wageningen t 0317 422422 f 0317 424180 e
[email protected] i www.bijenhouders.nl Openingstijden secretariaat: ma. t/m vrij. van 10.00 - 15.00 uur Het Bijenhuis, winkel Grintweg 273, 6704 AP Wageningen t 0317 422733 f 0317 424180 e
[email protected] i www.bijenhuis.nl Openingstijden winkel: 1 oktober t/m 31 maart di. t/m vrij. van 8.30 - 17.00 uur 1 april t/m 30 september di. t/m vrij. van 8.30 - 17.30 uur zaterdag 8.30 - 13.00 uur
MEI 10 mei Filmvertoning ‘More than honey’ Deventer. 11 mei Selectiedag jeugdimkers 2013 Wageningen 13 mei Haagse zaaiactie Den Haag 20 mei Bijendag Appelscha 26 mei Open Dag Amsterdam
JUNI 1 juni Bloemen-, bijen- en honingfestival Deventer 2 juni Natuurmarkt Helmond 8 juni Bijenmarkt Leiden 9 juni Natuur- en Bijenmarkt Nistelrode 15 juni Tentoonstelling bijenmarkt Veenendaal 20 juni Symposium ‘Toekomst van akkerranden’ Lelystad 23 juni Open Dag Reusel
bron: www.bijenhouders.nl
Gewone rolklaver
Bosanemoon
Grote kaardebol
Egelantier
Koningsvaren
Echte valeriaan Wilde Peen
Wilde Marjolein
Akkermelkdistel
Aardaker
Maretak
HOOFDSTUK
INHEEMSE PLANTEN
(wilde planten) Gewone Klaproos
Gewone margriet
Paardenbloem
Cichorei Pinksterbloem
Echte koekoeksbloem Boerenwormkruid
Akkerwinde
Grote Kattenstaart
Koninginnekruid Gewone ereprijs
Gewone Berenklauw
Akkerhoningklaver
Inheemse planten
Alfabetische volgorde
Inheemse planten ruiken, voelen en zien:
INHEEMSE PLANTEN G Gewone Berenklauw
Groningen: www.heemtuingroningen.nl www.hortusharen.nl Heemtuin Pagedal, Onstwedderweg Stadskanaal Heemtuin Tolbert, Zandhoogte 6, 9356 VE Tolbert Friesland:
Heempark Heeg, Simmerkrite 15 Heeg Heemtuin Oudemirdum, De Brink 4, 8567 JD Oudemirdum
Drente:
Heemtuin Assen, Beilerstraat 38, 9401 PM Assen De Looackerhof, Looackers 29, 7824 NJ Emmen
Overijssel:
Hengelo-IVN heemtuin, Landmansweg 141 Hengelo Heemtuin Kampen, Flevoweg/Wederiklaan 8265, DJ Kampen Heemtuin De Goaren, Rossinistraat, 7442 GZ Nijverdal
Flevoland:
Heemtuin Lelystad, Stadspark 11, 8224 ET Lelystad
Gelderland:
IVN-Heemtuin Matenpark, achter de Ferguutgaarde, 7329 BH Apeldoorn Heemtuin Presikhaaf, Ruitenberglaan 4, 6826 CC Arnhem Natuurtuin bij Natuurcentrum Veluwe, Groot Ginkelseweg 2a, 6718 SL Ede Natuurtuin Harderwijk, Rietmeen 1, 3844 HM Harderwijk Hortus Arcadie, d’Almarasweg 22d, 6525 DW Nijmegen
Utrecht:
Heemtuin Wijk bij Duurstede, Hoge Hoffweg, 3961 DH Wijk bij Duurstede Natuurtuin Soest, Molenstraat 157, 3764 TE Soest Natuurpark Bloeyendael, Archimedeslaan 2, 3584 BA Utrecht
Noord-Holland: Dr. Jac. P. Thijssepark, Prins Bernhardlaan 8, 1182 BE Amstelveen Natuurpark Klarenbeek, Abcouderstraatweg 77, 1105 AA Amsterdam Heemtuin ‘De Dwarsgouw, Trimpad 4, 1443 WB Purmerend Zuid-Holland:
Heempark H.J. Bos, Loosduinse Hoofdstraat 1184, 2552 AV Den Haag Heemtuin Krimpen, Heemlaan, 2923 GR Krimpen a/d IJssel IVN-Heemtuin Nieuwkoop, Kennedylaan 33, 2421 EM Nieuwkoop Heemtuin in het Kralingse Bos, Kralingse Bos, Rotterdam Natuurtuin in het Westerpark, Westerpark, Zoetermeer
Zeeland: Heemtuin De Hollandse Hoeve, Kattendijksedijk 23, 4463 AL Goes Heemtuin Hortus Zelandiae, Duinvlietweg 6, 4356 ND Oostkapelle Noord-Brabant: Heemtuin Rucphen, Baanvelden 12, 4715 RH Rucphen Vlindertuin, Ariespad 5, 5503 EZ Veldhoven Natuurpark ‘De Liniehof ’, Kievitstraat 3, Made Limburg:
Heemtuin ‘In de Struyken’, Nicolaas Maasstraat 2, 45 EJ Brunssum Natuurtuinen Jekerdal, Drabbelstraat 7, 6212 XL Maastricht Heemtuin ‘De Boschhook’, Steinerbos, Stein
Gewone berenklauw, Heracléum sphondýlium, behoort tot de Schermbloemenfamilie. De wetenschappelijke naam is afgeleid van de Griekse halfgod Heracles. De plantensoort komt van nature voor in Europa. Het is een 90-150 cm hoge, overblijvende plant, die veel langs dijken, in bermen langs wegen en in graslanden en ruigten voorkomt. De hele plant is ruw behaard. De onderste bladeren zijn enkelvoudig en ondiep handlobbig, meer naar boven aan de stengel vind je enkel geveerde bladeren, met 5 soms tot 9 deelblaadjes die vaak een gelobde of gespleten rand hebben. De stengel is kantig en gegroefd. Gewone berenklauw bloeit van juni tot oktober met witte bloemen in samengestelde schermen met 15-45 schermpjes. Het onderstandige vruchtbeginsel is tweehokkig met twee stijlen. De stijlen hebben een kussentje aan de voet. De gevleugelde vrucht is een tweedelige splitvrucht met eenzadige deelvruchtjes. Gewone berenklauw komt vooral voor op zeer voedselrijke, vooral stikstofrijke, vochtige grond zowel in de volle zon als in halfschaduw. De plant groeit in verruigde bermen, tegen de rand van struwelen, in loofbossen en in ruigten. De plant kan, in mindere mate dan de verwante Reuzenberenklauw, voor gevoelige mensen lastig zijn. Bij aanraking aan de haren en in combinatie met UV licht kunnen hinderlijke jeuk en irritatie ontstaan tot zelfs brandblaren toe. De stoffen uit de plant die daar verantwoordelijk voor zijn, fucocumarines, komen algemeen bij verschillende soorten uit de Schermbloemenfamilie voor.
INHEEMSE PLANTEN G
INHEEMSE PLANTEN R Gelderse roos
De Gelderse roos, Viburnum opulus, is een struik die hoort tot de Muskuskruidfamilie. De struik komt voor in duinstruwelen, struweelranden en loofbossen waarvan de bodem goed vochtig is, maar niet blijvend doornat. Ze wortelt niet erg diep. Zeeklei, pure veengrond en sterk zure bodem wordt door de Gelderse roos gemeden. In drogere gebieden kun je Gelderse roos als een vochtindicator beschouwen. Ten tijde van de korte bloeiperiode in juni valt de Gelderse roos op door de grote schermvormige tuilen waarin twee soorten witte bloemen aan te treffen zijn. In het midden zitten de kleine vruchtbare regelmatige bloemen terwijl aan de rand tot 2 cm grote stralende onvruchtbare bloemen staan. De taak van deze randbloemen is om de aantrekkingskracht op bestuivers te vergroten. Zweefvliegen, kevers en vlinders tref je dan ook veel op de bloeiwijzen aan. In de vruchtbare bloemen vinden ze nectar en pollen. Na de bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot bolronde steenvruchten. Bij rijpheid kleuren ze scharlakenrood. Omdat de smaak bitter is mijden vogels deze vruchten. Ze hangen dan ook vaak nog in de winter aan de struiken. Pas wanneer het gevroren heeft worden ze door lijsters en pestvogels gegeten. De bladeren zijn handnervig en ze zijn diep ingesneden, waardoor ze duidelijk 3-5 lobbig zijn. De rand van de bladeren zijn grof, bochtig en ongelijk getand en aan de onderzijde van de bladeren zit een zachte beharing. De Gelderse roos komt voor in de gematigde zone van Eurazië en is ook in grote delen van Nederland vrij algemeen. Je treft de struik echter niet aan in de zeekleigebieden van Holland, Friesland en Groningen en waar het te droog is. De Gelderse roos is tegenwoordig nog het wapen van het Geldersch Landschap een natuurbeschermingsorganisatie in de provincie Gelderland.
Riet
Riet, Phragmites austrális, behoort tot de grassenfamilie en is het grootste gras dat van nature in onze omgeving voorkomt. De plant is prominent aanwezig aan waterkanten, maar je kunt ook exemplaren vinden bij voorbeeld in bossen met natte bodems in beek- en riverdalen. Riet breidt zich op drie manieren uit: door zaad, door diep in de onderwaterbodem doordringende wortelstokken en door forse, meterslange uitlopers, horizontale stengels waarbij op de knopen nieuwe planten ontstaan. De hoogopschietende blauwgrijze planten kunnen 1-3 m hoog worden. Ze kunnen behoorlijk diep in het water staan, waar ze hele kragen kunnen vormen. De onderwaterdelen worden van zuurstof voorzien door holten en luchtkanalen. De stengel staat stijf rechtop en het 1-4 cm brede tot 50 cm lange blad met spits toelopende top is grijsgroen. De rand van de bladeren is fijn getand en daardoor zeer scherp. Op de grens van de bladschede en de bladschijf zit een tongetje (ligula) in een krans van haartjes. Ook is Riet goed te erkennen aan de zogenaamde Duivelsbeet, een golving dwars over het blad waar het opgerolde blad voor het uitvouwen tegen een knoop in de stengel zat gedrukt. De planten zijn helemaal kaal, behalve in de bloeiende pluim. De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. Riet kan daardoor zeer karakteristiek staan wuiven in de wind. De aartjes zijn tot 1,5 cm lang, bevatten twee tot zes bloempjes en zijn erg harig. Tijdens de bloei zie je de bloemetjes open staan en hangen de 2 mm lange helmknoppen naar buiten. Pollen wordt afgegeven aan de lucht. Na bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een graanvrucht. Aan het eind van de herfst voor de winter aanvangt sterven de bovengrondse delen af met uitzondering van de stijve stengels. Die worden wel gewonnen om daken mee te bedekken. De oogst vindt meestal plaats nadat het flink gevroren heeft en het maaien gemakkelijk boven het ijsoppervlak kan. Rietmaaiers zorgen er altijd voor dat de afgemaaide stengels tot boven het wateroppervlak blijven uitsteken. Als ze onder water komen te staan, lopen de holtes en luchtkanalen vol water, waardoor het Riet letterlijk verdrinkt en afsterft. De overblijvende oude rietstengels zijn dus nog heel functioneel voor de plant als geheel. De plant komt tegenwoordig ook als exoot in de Verenigde Staten voor. Daar wordt de plant als invasieve soort gezien.
Malus Evereste
Platanus acerifolia
Alnus cordata
Acer campestre
Crataegus persimilis Splendens
Paulownia tomentosa
Fraxinus Raywood
Quercus cerris
Sorbus Dodong
Rhus typhina
HOOFDSTUK Magnolia soulangiana Lennei
BOMEN Betula utilis Jacquemontii
Catalpa bignonioides
Liquidambar styraciflua
Aesculus x neglecta Erythroblastos Quercus rubra
Tilia platyphyllos Acer rubrum Red Sunset
Gleditsia aquatica
Robinia margaretta Casque Rouge
Castanea sativa Carpinus betulus
Liriondendron tulipifera
Malus tschonoskii
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A B C D
Bomen voor de wat kleinere tuinen. Bomen voor de grotere tuinen. Vormbomen. (Dakbomen, leibomen, zuilbomen en bolbomen). Groenblijvende bomen.
Bomen ruiken, voelen en zien:
Betula pendula ruwe berk wordt circa 20 meter hoog en heeft een onregelmatige ovale tot langerekte kroon. De stam is wit die licht verschilvert. De bladeren zijn lichtgroen die in de herfst naar geel tot geelbruin verkleuren. De vruchten van de Betula pendula ruwe berk zijn de welbekende circa 3 cm grote katjes. De Betula pendula ruwe berk past goed in het landschap thuis je ziet hem vaak in singels maar ook in parken . De Betula pendula ruwe berk groeit nagenoeg op alle plaatsen.
Betula pendula
Bomen
Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl)
Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen)
Wilt u bomen aanschaffen? Kijk dan in onze webshop, klik op de banner tuinplanten en daarna klikt u op de banner bomen. (Hier vindt u honderden soorten bomen).
Latijnse naam Betula pendula Bloemkleur geelgroen Bladkleur groen Hoogte tot 20 meter Bloeitijd april - mei Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair / bosje
BOMEN MIDDELGROTE TUIN B
Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl)
De Tilia cordata of Winterlinde groeit in zijn jeugd vrij langzaam maar kan uiteindelijk toch wel 25 tot 30 meter hoog worden. De stam van de boom is donkerbruin en gegroefd. Jonge twijgen van de Tilia cordata zijn groen tot roodbruin. Het blad is aan de onderzijde blauwgroen en is vrij klein. De bladvoet is vrij hartvormig en soms scheef met een scherp gespitste bladtop. In de vroege zomer verschijnen aan de Tilia cordata sterk geurende bloemen in korte opstaande tuilen. Aan het eind van de zomer volgen kleine, ronde vruchten die grijs en viltig zijn, later worden deze vruchten kaal.
BOMEN GROTE TUIN T
Latijnse naam Tilia cordata Bloemkleur groengeel Bladkleur groen Hoogte tot 30 meter Bloeitijd juni Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Tilia cordata
BOMEN GROTE TUIN R
Latijnse naam Robinia pseudoacacia Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte tot 25 meter Bloeitijd mei Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort beste is zandgrond Vocht niet te nat Gebruik solitair / bosje
Robinia pseudoacacia
De Robinia pseudoacacia kan een hoogte berijken van circa 25 meter. De Robinia pseudoacacia heeft een onregelmatige ronde kroon en oneven geveerd blad,medio mei verschijnen er witte bloemen in trossen die later uitgroeien tot platte peulen. De Robinia pseudoacacia wordt veel geplant als parkboom en komt in het wild vooral op zandgronden voor.
Hedera algeriensis Gloire de Marengo
Wisteria floribunda Macrobotrys
Clematis Hagley Hybrid
Actinidia deliciosa Jenny
Hedera helix Arbori Compacta
Passiflora Perfume Passion Actinidia deliciosa Atlas
Pyracantha coccinea Red Column
Actinidia kolomikta
Clematis Dr. Ruppel
HOOFDSTUK Humulus lupulus Aureus
KLIMPLANTEN LEIPLANTEN
EN
Fallopia aubertii Polygonum
Passiflora carulea
Parthenocissus tricuspidata
Aristolochia macrophylla Clematis Nelly Moser
Pyracantha Soleil dÓr Campsis tagliabuana Indian Summer
Lonicera periclymen Serotina
Clematis Guernsey Cream
Humulus lupulus Hedera helix
Clematis tangutica
Passiflora Purple Haze
Hedera colchica Arborescens
Klim- en leiplanten
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment:
Klimplanten ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) Tuinen van Appeltern
STRUIKKLIMOP een mooie bijenplant
KLIMPLANTEN H
Wilt u klimplanten aanschaffen? Kijk dan in onze webshop, klik op de banner tuinplanten en daarna klikt u op de banner klimplanten. (Hier vindt u honderden soorten klimplanten).
Latijnse naam Hedera colchica Arborescens Bloemkleur geelgroen Vrucht blauwzwart Bladkleur glanzend groen Hoogte twee tot vier meter Bloeitijd september tot in november Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw/schaduw Groenblijvend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik tegen muur of als vakbeplanting
Latijnse naam Hedera helix Bloemkleur geelgroen Bladkleur glanzend groen, witte nerf Hoogte drie tot dertig meter Bloeitijd september tot in december Geur bitter zoet Standplaats halfschaduw/schaduw Groenblijvend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik tegen muur of als erfafscheiding KLIMOP
inheemse plant
Bijen, insekten, vogel plant
KLIMPLANTEN H
KLIMPLANTEN H
Ierse klimop, bijen, insekten en vogelplant
Hedera helix
Hedera helix Hibernica
Latijnse naam Hedera helix Hibernica Bloemkleur witgroen Bladkleur groen Hoogte vijf tot zeven meter Bloeitijd september tot in december Geur licht zoet Standplaats halfschaduw/schaduw Groenblijvend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik tegen muur of over pergola of als erfafscheiding
De Waal is een grote en woeste rivier die door ons land stroomt. De totale lengte in ons land bedraagt 82 kilometer. De Waal is de grootste arm van de Rijn, welke zich splits ter hoogte van Millingen/Pannerden in het Pannerdensch Kanaal. Rivier de Waal is de drukst bevaren rivier van Nederland. Er liggen verschillende plaatsen langs de rivier. De grootste stad aan langs de Waal is Nijmegen. Andere grote steden waar de rivier doorstroomt zijn Tiel en Zaltbommel.
De Maas is een rivier die zijn oorsprong vindt in West-Europa. Het waterpeil van de rivier kan sterk variëren, omdat de Maas voornamelijk gevuld wordt met regenwater. Hierdoor kent de rivier in de wintermaanden vaak een hoger waterpeil dan in de zomer. De Maas stroomt door Frankrijk, België en Nederland. Van oudsher is de Maas een belangrijke rivier. De rivier wordt veel gebruikt als scheepvaartroute. De rivier de Maas begint in Frankrijk en ontspringt bij Pouilly en Bassigny. Vervolgens loopt de rivier door de Franse en Belgische Ardennen.
WAAL
Over rivier de Waal liggen ook een aantal bekende bruggen. De bekendste brug is waarschijnlijk de Waalbrug bij Nijmegen. Deze brug verbindt het dorpje Lent met de stad Nijmegen. Jaarlijks wandelen (of strompelen) duizenden vierdaagse lopers over de brug heen. Een andere brug is de spoorlijnbrug tussen Arnhem en Nijmegen, een belangrijke verbinding tussen de twee grote Gelderse steden.
De Maas stroomt onder meer door de plaatsen Verdun, Sedan, Luik en Venlo. In Nederland liggen de provinciesteden Maastricht en ’s-Hertogenbosch langs de Maas.
MAAS
Zijrivieren van de Maas De Maas heeft ook een aantal bekende zijrivieren in Frankrijk, België en Nederland.
Ruimte voor de Waal De overheid is in 2006 het project ruimte voor de Waal gestart. De overheid hoopt met het project de kans op overstromingen tegen te gaan. Er is besloten om de dijk bij het dorpje Lent 350 meter verder landinwaarts te leggen. De maatregel zorgde ervoor dat zo’n 50 woningen in dit gebied moesten verdwijnen.
RIJN / LEK De IJssel is een aftakking van rivier de Rijn. De totale lengte van de IJssel bedraagt ongeveer 125 kilometer. De loop van de rivier volgt de vallei tussen de Veluwe in het westen en de Sallandse Heuvelrug in het oosten, die het IJsseldal genoemd wordt. De rivier is tussen de 1000 en 2000 jaar geleden ontstaan. Pas sinds de Middeleeuwen wordt de rivier echter gevoed door de Rijn. Sinds die tijd is de IJssel steeds breder en ook dieper geworden. Historische bronnen veronderstellen dat de IJssel in de Romeinse tijd nog niet was verbonden met de Rijn. Geschiedschrijvers tekenden op dat een veldheer genaamd Drusus twaalf voor Christus een kanaal liet graven van de Rijn naar het Lacus Flevo. Een oude stad die aan rivier de IJssel ligt is de plaats Deventer. De stad is tegelijkertijd een van de oudste steden van ons land. De nederzetting Deventer is ruim 1200 jaar geleden gesticht op een rivierduin aan de IJssel. Door de eeuwen heen heeft de rivier een belangrijke rol gespeeld voor de inwoners van Deventer. De rivier was natuurlijk zeer belangrijk voor de handel. De IJssel werd gebruikt als een soort van tolweg. Dit leverde de plaats een aardige duit op. De IJssel zorgde echter ook voor problemen. Zo overstroomde de rivier een aantal keer.
IJSSEL
struinen
Nederland is een echt waterland. Een van de bekendste rivieren die door ons land stroomt is de Rijn. De Rijn is een van de drukst bevaren rivieren in Europa. De totale lengte van deze rivier bedraagt 1320 kilometer. De naam van de Rijn komt waarschijnlijk van het Indo-Europese dat “stromen” betekent. Stromen van de Rijn De Rijn stroomt door verschillende landen. De oorsprong van de rivier ligt in het Zwitserse Graubunden. De Rijn stroomt bij het Zwitserse Koblenz Duitsland binnen. In Duitsland stroomt de rivier door het Ruhrgebied. In de jaren ’80 van de vorige eeuw kwam dit het water in de rivier niet ten goede. Vandaag de dag valt het mee met de vervuiling in het Ruhrgebied. De een na langste rivier van Europa stroomt in het plaatsje Spijk ons land binnen. Vroeger kwam de Rijn bij Lobith ons land binnen. In de loop der eeuwen is langs het stuk rivier tussen Emmerik en Arnhe, verkorting na verkorting toegepast. De rivier stroomt door ons land naar de Noordzee. Tegenwoordig ligt de Oude Rijn bij Lobith. Verschillende namen De Rijn heeft eigenlijk verschillende namen. Zo kent Zwitserland een Voor- en Achter Rijn. In Duitland is er sprake van de Midden Rijn en in Nederland wordt de naam Boven Rijn gebruikt. Lek Een andere Nederlandse rivier is de Lek. Het riviertje moet het niet van zijn lengte hebben. De totale lengte van rivier de Lek bedraagt 62 kilometer. De rivier vormt vanaf Wijk bij Duurstede de voortzetting van de Nederrijn. De rivier staat onder andere via het Amsterdam-Rijnkanaal, Lekkanaal en Merwedekanaal in verbinding met andere waterwegen.
langs de rivieren
Zo kent Frankrijk de rivieren Vrigne, Goutelle, Audry, ManisesChiers, Bar en Semois. Zijrivieren in België zijn de Bocq, Semois, Viroin, Lesse, Samber, Mehaigne, Hoyoux, Ourthe, Berwijn, Jeker, Voer en Geul. Nederland kent de volgende zijrivieren van de Maas: Jeker, Voer, Geul, Roer, Swalm, Niers, Dieze, Raam en Itterbeek. Overstromingen en de Maas De Maas komt ook regelmatig in nieuws in verband met overstromingen. Dit komt omdat de rivier een echte regenrivier is. Bij hevige regenval kan het waterpeil rap stijgen. In 1926 werd Limburg getroffen door sterke overstromingen van de rivier. Het water bereikte een hoogte van 46,92 meter boven Nieuw Amsterdams Peil (afkorting NAP). In 1933 en 1995 was het wederom goed mis en trad de rivier wederom ver buiten haar oevers. Beiden overstromingen waren te danken aan een lange periode met extreme regenval.
Hoogwaterveiligheid en natuur Enkele jaren is een grote meestromende nevengeul gegraven in Nederrijn ter hoogte van het Lexkesveer bij Wageningen. De geul is voorzien van glooiende en natuurlijke oevers. Er overheen is een bijzonder vormgegeven brug aangelegd. De geul is in opdracht van Rijkswaterstaat gegraven om de Nederrijn extra ruimte te geven op beide oevers. Zo wordt de veiligheid tijdens hoogwater vergroot Geldersch Landschap & Kasteelen beheert sinds 2009de zuidoever, Staatsbosbeheer is de beheerder van de noordoever. Wij geven we de natuur ruimte zich te ontwikkelen. Dieren
Maneswaard en de Spees
Bij de ingang van het gebied staat een informatiepaneel over de inrichting van het gebied. In de winter is het een uitstekend gebied om vogels te kijken. In alle jaargetijden kunt u er wandelen, mits het water niet te hoog staat. Beheer Op de perceelsgrenzen mogen wat knotwilgen en struweel groeien. Verder blijft het gebied open ten gunste van wintergasten en weidevogels als de kievit, watersnip en grutto. In het zomerseizoen wordt vee ingeschaard. Geldersch Landschap & Kasteelen zet oorspronkelijke Nederlandse rassen in, zoals Brandrode runderen en MRIJ (Maas Rijn IJssel) runderen.
Opheusden
Locatie Randwijkse Rijndijk, Randwijk
Vogels In de wintermaanden zijn er veel wintergasten zoals kol, brand en Canadaganzen. Aan eenden verblijven er dan vaak nonnetjes, pijlstaarten. brilduikers en grote zaagbekken. Ook de ijsvogel is regelmatig aanwezig. In een oeverwand broeden oeverzwaluwen. Riet en wilgen De vegetatie die ontwikkelt is afhankelijk van de waterdiepte. De verwachting is dat hier uiteindelijk riet met opkomende wilgen komen. Als er in de winter dik ijs ligt, proberen we vanaf de waterkant het riet te maaien en het maaisel afvoeren. Afhankelijk van de intensiteit waarmee dit kan plaatsvinden, zullen er meer of minder wilgen komen. Locatie Rijbandijk 4043 Opheusden Regio Rivierengebied - Gemeente Neder-Betuwe - Oppervlakte 39 ha
(bron: www.glk.nl)
Maneswaard en De Spees dient als overloopgebied voor de rivier bij hoog water. De natuurontwikkeling staat dan ook in dienst van het open karakter van het landschap. Uiterwaard aan de zuidzijde van de Nederrijn. Door het afgraven van grind en klei voor de steenfabrieken in de buurt, zijn grote waterpartijen ontstaan. Zij vormen een uitstekende leefomgeving voor een groot aantal watervogels.
(bron: www.glk.nl)
De nevengeul heeft er voor gezorgd dat al veel vogels naar dit gebied komen. Pioniersoorten als klein plevier en kluut zijn gesignaleerd, evenals de groenpootruiter en bosruiter. Vogels die specifiek zijn voor graslanden zoals veldleeuwerik en gele kwikstaart, graspieper, torenvalk en wulp verblijven ook al in de Schoutenwaard. Diverse eendensoorten zoals de slobeend kuifeend en krakeend zijn neergestreken. In de zomer zijn er lepelaars neergestreken, die uit natuurgebied de Blauwe kamer komen. In het voorjaar is de Schoutenwaard een nieuwe plek voor trekvogels en in de winter zijn er veel overwinterende trekvogels te zien zoals wilde ganzen, zwanen, eenden.
Randwijkse Buitenpolder en Schoutenwaard Beheer Natuurbeheer van maaien en afvoeren en/of lichte beweiding met vee moet er voor zorgen dat er in de toekomst mooie soorten komen. Geldersch Landschap & Kasteelen heeft met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu afspraken gemaakt over het te voeren beheer met het oog op veiligheid. Planten De plantenvegetatie in de Schoutenwaard is nog in het beginstadium. Wel is al de zeldzame Kruisdistel gesignaleerd. In de komende decennia zullen plantenzaden met de Rijn worden meegevoerd richting dit gebied.
De Bewoners van de Leeuwense waard
Amerongse Bovenpolder
(bron: Utrechts Landschap)
Akkerdistel, Beklierde kogeldistel, Bezemkruiskruid, Bijvoet, Bitterzoet, Blaassilene, Blauw glidkruid, Blauwe waterereprijs, Boerenwormkruid, Bonte luzerne, Canadese guldenroede, Cipreswolfsmelk, Dauwbraam, Doornappel, Duinriet, Duizendblad, Eenstijlige meidoorn, Engelse alant, Fraai duizendguldenkruid, Geel walstro, Gele waterkers, Gewone berenklauw, Gewone ereprijs, Gewone klit, Gewone margriet, Gewone rolklaver, Glad walstro, Grijskruid, Groot warkruid, Grote brandnetel, Grote kaardebol, Grote kattenstaart, Grote klit, Grote wederik, Grote zandkool, Haagwinde, Harig knopkruid, Harig wilgenroosje, Heelblaadjes, Heermoes, Heksenmelk, Hondsdraf, Hopklaver, Jakobskruiskruid, Kattendoorn, Klein hoefblad, Klein vlooienkruid, Knikkende distel, Knoopkruid, Knopig helmkruid, Koningskaars, Kruisdistel, Kruldistel, Mannetjesereprijs, Middelste teunisbloem, Moerasandoorn, Moerasdroogbloem, Moeraskruiskruid, Moerasvergeet-mij-nietje, Muskuskaasjeskruid, Muurpeper, Pastinaak, Peen, Peperkers, Pijpbloem, Poelruit, Reukeloze kamille, Ridderzuring, Rode klaver, Rode ogentroost, Rode waterereprijs, Sikkelklaver, Sint-Janskruid, Smal vlieszaad, Smalle weegbree, Stalkaars, Stinkende ballote, Vijfvingerkruid, Vlasbekje, Vogelwikke, Watergentiaan, Watermunt, Watermuur, Waterpeper, Wede, Wilde bertram, Wilde cichorei, Wilde marjolein, Wit vetkruid, Witte honingklaver, Witte klaver, Wouw, Zeepkruid, Zomerfijnstraal, Zwanenbloem, Zwart tandzaad, Zwarte mosterd, Zwarte toorts
Tussen de steenfabriek bij Elst en de stuw van Amerongen/ Maurik ligt de Amerongse Bovenpolder. Deze uiterwaard wordt in het kader van het project Noordoever Nederrijn geleidelijk omgevormd tot een rivieroeverreservaat. Het project Noordoever Nederrijn omvat 40 kilometer nieuwe natuur tussen Arnhem en Wijk bij Duurstede en heeft De Blauwe Kamer als voorbeeldgebied. Van rivierwal tot stuwdal Om in de Bovenpolder de variatie in flora en fauna te vergroten is een 45 hectare groot kwelmoeras aangelegd. Het moeras wordt gevoed door schoon grondwater (=kwel) afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug. In zo’n kwelmoeras leven bijzondere plantensoorten die behoefte hebben aan (ijzerrijk) grondwater, zoals waterviolier, lidsteng en bepaalde zeggesoorten. In de komende jaren wordt in de Bovenpolder nog een oude riviergeul uitgegraven en gaan halfwilde paarden en runderen het gebied begrazen. Door deze maatregelen ontstaan in de Bovenpolder geschikte leefgebieden voor amfibieën, kleine zoogdieren, insecten en moerasvogels zoals kwak en (zwarte) ooievaar. Mogelijk worden bij de Bovenpolder in de toekomst ook de ecologische verbindingen met de Heuvelrug hersteld. Door de aanleg van een ecoduct kunnen de dieren ongehinderd van hoog naar laag trekken en omgekeerd. De ontwikkeling van de Amerongse Bovenpolder vindt plaats in samenwerking met de provincie Utrecht, de Dienst Landelijk Gebied, het ministerie van LNV, de gemeente Amerongen, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Rijkswaterstaat.
Recreatieve voorzieningen Langs de Amerongse Bovenpolder en door het Amerongse Bos is een route uitgezet van 6 kilometer (blauw gemarkeerd). Door de Amerongse Bovenpolder loopt een wandelroute die aansluit op het Laarzenpad van Staatsbosbeheer. Het gebied ten oosten van de Veerweg, in beheer bij Het Utrechts Landschap, is geopend van 1 oktober tot 1 april. Van 1 april tot 1 oktober is het gebied gesloten. Het is dan beschermd broedgebied. Dan is echter wel open het westelijke gebied, dat wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Die sluit weer vanaf 1 oktober tot 1 april, wanneer ganzen hier komen fourageren. Wegens de aanwezigheid van vrijlevende grazers zijn honden niet toegestaan. De wandelroute langs de Amerongse Bovenpolder (door het Onderlangs) kan wel met honden worden gelopen (aan de lijn).
Sprinkhanen bruine sprinkhaan, grote groene sabelsprinkhaan, gouden sprinkhaan, greppelsprinkhaan, krasser, ratelaar, zuidelijk spitskopje libellen azuurwaterjuffer, blauwe breedscheenjuffer, bloedrode heidelibel, bruine glazenmaker, bruinrode heidelibel, gewone oeverlibel, grote roodoogjuffer, kleine roodoogjuffer, lantaarntje, paardenbijter, platbuik, rivierrombout, steenrode heidelibel, vuurlibel, weidebeekjuffer
Vogels bergeend, blauwe reiger, boomkruiper, bosrietzanger, itis, gele kwikstaart, grasmus, graspieper, grauwe gans, grote bonte specht, grote gele kwikstaart, houtduif, ijsvogel, kievit, kleine plevier, kneu, koolmees, lepelaar, matkop, meerkoet, merel, ooievaar, putter, rietgors, ringmus, spreeuw, tuinfluiter, tureluur, veldleeuwerik, vink, visdief, wespendief, wilde eend, winterkoning, witgatje, witte kwikstaart, zanglijster. Hommels akkerhommel, grote aardhommel steenhommel, weidehommel Nachtvlinders jacobsvlinder, muntvlinder, gamma uil, koperuil Vlinders argusvlinder, atalanta, bont zandoog, boomblauwtje, bruin blauwtje, bruin zandoog, dagpauwoog, distelvlinder, gehakkelde aurelia, groot koolwit, icarusblauwtje, klein geaderd witje, klein koolwitje Zweefvliegen blinde bij, Stadsreus Overige insecten wespspin, groene zandloopkever aziatisch lieveheersbeest, vierbandsmalbok Amfibieën groene kikker, bruine kikker
Leeuwense waard
Boven Culemborg, in een flauwe bocht van de Lek, ligt het uiterwaardengebied Goilberdingerwaarden. Het is een vogelrijk natuurontwikkelingsgebied. De Volencampen bestaat uit graslanden omgeven door fraaie lanen.
Bato’s Erf
Toegankelijkheid Het gebied is tot 2013 beheerd door de gemeente Culemborg. Dat was gericht op het verhogen van de natuurwaarde van het gebied, in samenhang met maatregelen voor hoogwaterveiligheid. Ook het nieuwe beheer door Geldersch Landschap is gericht op natuur en veiligheid. Het gebied blijft (deels) vrij toegankelijk en honden zijn toegestaan. Een nieuw beheerplan voor het gebied volgt.
(bron: Natuurmonumenten)
De Volencampen Een open gebied met weilanden, omzoomd door lanen met eikenbomen. U kunt er fietsen en wandelen. De Volencampen liggen in de buurt van het oude kasteel Culemborg. Dat is inmiddels verdwenen. In het laaggelegen gebied lopen veel sloten en het wordt omzoomd door een waterloop. Het gebied is verpacht als agrarisch grasland.
Werk aan het spoel De beplanting van de uiterwaard bestond vroeger vooral uit wilgenstobben. Het breed uitlopende worstelstelsel bemoeilijkte het ingraven van de vijand. Als de linie in gereedheid werd gebracht werden de wilgen gekapt om beter zicht te krijgen. In de Wereldoorlogen is de linie nog in staat van paraatheid gebracht. Er zijn toen ook nieuwe bomvrije schuilplaatsen aangelegd. Het fort Werk aan het Spoel is er daar een van. Er is nu een restaurant in gevestigd Nieuwe Hollandse Waterlinie Het uiterwaardengebied nabij buurtschap Goilberdingen is historische grond.
Planten De Goilberdingerwaarden bestaat voor een groot deel uit bloemrijk grasland en rietland. Hier en daar staan bosjes, knotwilgen en struikgewas met onder meer meidoorn. In de nabijgelegen Baarsemwaard loopt al langer een natuurontwikkelingsproject. Dat geeft een goed beeld van de toekomst van de Goilberdingerwaarden. Er groeien bijvoorbeeld oeverzegge en het watervorkje. Dieren De uiterwaard is zeer rijk aan vogels. Voorbeelden zijn visdief, brandgans, bergeend, kuifeend, kluut en verschillende soorten kleine steltlopers. Een bijzondere vogelsoort is de roerdomp. Ook leven er veel insectensoorten en verschillende soorten amfibieën in het gebied.
Goilberdingerwaard en De Volenkampen
(bron: www.glk.nl)
Bato’s erf wordt terugveroverd door de natuur, een compleet wilgenbos groeit dwars door het asfalt heen. Natuurlijk hebben de groeipuntjes van de jonge bomen zich niet door de harde laag heen geboord. Het is de werking van water en temperatuur verschillen waardoor barsten zijn ontstaan. Daar konden zaadjes kiemen of groeipunten boven de grond komen.
Het gebied was onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dat was een verdedigingslinie van de Randstad. Het bestaat uit forten en bunkers en een stelsel van dijken en gebieden die onder water konden worden gezet. De linie was tot 1963 in gebruik. Rond het schootsveld van de forten en de bunkers was het terrein leeg en vlak. Dijken en kaden werden zo aangelegd dat de vijand zich niet kon verschansen.
Het maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en ligt vlak bij fort Everdingen. In de periode 1997-2002 is er een dijkverbeteringsproject uitgevoerd en werd het gebied aangewezen voor natuurontwikkeling. Het is waardevol vogelgebied en het wordt door de bevolking van Culemborg als recreatiegebied gebruikt.
Locatie Goilberdingerdijk 4105 LB Culemborg
Bato’s Erf is ongeveer 10 ha groot en ligt vlakbij Heerewaarden langs de Waal. Tot 1982 stond er een steenfabriek. Deze is afgebroken, alle bestrating (asfalt) ligt er nog en is doorgroeid aan het raken met wilgen en bramen. Het terrein is een natuurlijk verhoging in het Waallandschap. Van oudsher lag hier al een vooruitgeschoven schans, een uitkijkpost dus, van Fort Nassau. Door de strategisch ligging heb je van hieruit prachtige vergezichten over de Waal en de plaatsen Tiel en Zaltbommel. In de omgeving van Bato’s Erf leven fraaie ideeën en plannen. Nadat het asfalt is weggehaald zou een baken of kunstwerk de plek kunnen markeren, daarmee verwijzend naar de oude schans functie. Verder wordt gedacht aan het ontwikkelen van een proeftuin voor duurzaamheids experimenten, o.a. met energiewinning. Bato’s Erf kan zo een “podium aan de Waal” worden.
Geschiedenis
Laakse Bos en Moringerwaarden
Geschiedenis
Bosrietzanger en tuinfluiter
Het Laakse Bos is een oude bosgroeiplaats. Op de oudste gevonden kaart uit 1820 is het al bos. In de loop van bijna twee eeuwen zijn de grenzen van het bos wel af en toe gewijzigd. Tot 1948 bestond het Laakse Bos voornamelijk uit dicht eikenbos.
In het Laakse Bos komen bosrietzanger en tuinfluiter voor en ook buizerd en sperwer worden regelmatig gesignaleerd.
Omdat het destijds bezit was van een Duitse familie, is het na de Tweede Wereldoorlog geconfisqueerd. Alle eiken zijn toen geveld en verkocht. Er werden populieren voor teruggeplant. De oude Maasdijk maakt ter hoogte van het Laakse Bos een rare bocht. Hier lag buitendijks vroeger een kolk. Deze is gedempt om de bocht uit de dijk te halen. De dijk heeft hier nu een verbreding. De Moringerwaarden waren de uiterwaarden tussen Appeltern en Blauwe Sluis in de tijd dat de Maas hier nog sterk meanderde. In de jaren dertig van de 20ste eeuw werd de Maas rechtgetrokken en liep vanaf dat jaar strak tussen Appeltern, Meegen en Maasbommel door. Het grootste deel van de Moringerwaarden, de oude Maasarm en de uiterwaarden in de voormalige binnenbocht werden door zandwinning omgevormd tot het watersportgebied de Gouden Ham. Het door Geldersch Landschap beheerde stukje Moringerwaarden is het enige dat nog over is van het oorspronkelijke gebied. In het kader van een natuurontwikkelingsproject is er klei afgegraven, waardoor een gevarieerd geheel is ontstaan.
Het Laakse Bos bestaat uit voormalige populierenbossen die worden omgevormd tot eiken-essenbos. Verder elzenhakhout, meidoornhagen, grasland en moeras. De Moringerwaarden zijn een natuurontwikkelingsgebied met plassen, wilgenmoeras en grasland. Belang van het Laakse Bos
Waterviolier en meidoornhagen Er zijn uitgegroeide meidoornhagen en in het elzenbroekbos groeit kale jonker. In het moeras komt in de weelderige begroeiing waterviolier voor. De natuurwaarden in de Moringerwaarden moeten zich nog ontwikkelen.
(bron: www.glk.nl)
Omdat het Laakse Bos een van de weinige bossen in de omgeving is, is het van belang voor de flora en fauna in het gebied.
Beheer In zowel de het Laakse Bos als de Moringerwaarden staan de natuurwaarden bij het beheer voorop. Het bos in het Laakse Bos zal zich ontwikkelen tot een natuurlijk bos. De graslanden op de dijk en in de lagere delen worden ontwikkeld tot schrale graslanden. Hierbij worden onder andere brandrode runderen ingezet, een zeldzaam huisdierras. Een deel van de Moringerwaarden kan zich spontaan ontwikkelen. Dat gedeelte ligt namelijk in een stroomschaduw, dus spontane groei van bos remt de rivier niet. Een groot deel wordt echter opengehouden ter wille van de eenden en ganzen, die gebruik maken van de plas en de grazige delen. Locatie Noord-Zuid 6629 KG Appeltern
Struinen en fietsen
Bever of rat?
Vanuit Nijmegen fietst u zo de Gelderse Poort in. Maar zet onderweg de fiets eens aan de kant. In de Millingerwaard en grote delen van de Ooijpolder mag u namelijk vrij rondlopen. Paden zijn er nauwelijks. Stevige schoenen zijn dus aanbevolen. Een goede uitvalsbasis is bezoekerscentrum Grenspost Gelderse Poort.
Eind jaren negentig heeft Staatsbosbeheer in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds zeven beverfamilies uitgezet. Die redden zich uitstekend. Er zwemmen nu ongeveer 80 bevers. De kans dat u een beverrat tegenkomt, is groter. Hij is een stuk kleiner en heeft een ronde in plaats van een brede, platte staart. Maar het aantal bevers groeit; zo ook de kans dat u wel degelijk een bever te zien krijgt. Bevers eten graag schors en takken van bomen die ze eerst omknagen. Door hun knaagwerk maken ze open plekken die voor afwisseling in moerasbossen zorgen. Bevers laten zich zelden zien, maar hun sporen zijn makkelijk te ontdekken. Witte schilfertjes hout op het water zijn restanten van een bevermaal. Een wirwar van takken op de grens van land en water is een beverburcht. Een boom die bijna, of helemaal, is doorgeknaagd: het resultaat van noest knaagwerk van vier indrukwekkend grote snijtanden. De Gelderse Poort is het eefgebied van zo’n tachtig bevers en broedgebied van zwarte stern, blauwborst en grauwe gans. Zilverreiger, lepelaar, veldleeuwerik en kwartelkoning zijn in het gebied teruggekeerd. De jonge rivierbossen en ruige vlaktes worden begraasd door runderen en paarden.
In de uiterwaarden grazen konikpaarden en runderen. Houd veilige afstand, vooral als ze jongen hebben. ‘s Winters en in het voorjaar staan delen van de uiterwaarden onder water. Zorg voor warme kleding, want in de open vlakte kan de wind flink opsteken. Deelgebieden Onder de Gelderse Poort vallen de gebieden Bemmelsche Waard, Bisonbaai, Erfkamerlingschap, Erlecomsche Waard, Fort Lent, Gendtsche Waard, Geuzenwaard, Groenlanden, Huissensche Waarden, Kandia, Kekerdomse Waard, Klompenwaard, Lentsche Waard, Lobberdensche Waard, Loowaard, Millingerwaard, Ooijpolder, Oude Rijnstrangen, Oude Waal, Stadswaard en Tolkamerdijk. Grootte gebied, Ca. 1.800 hectare (3.000 hectare in 2015). Honden zijn welkom, mits aangelijnd. In de Millingerwaard lopen twee gemarkeerde wandelroutes. De gele paaltjes volgend kom je bij de Millinger Theetuin uit en struinend de blauwe paaltjes volgend kom je bij vogelkijkhut Flevopost uit. Bij hoog water kunnen deze wandelroutes tijdelijk niet begaanbaar zijn! Startpunt: parkeerplaats De Lange Paol, aan de Botstestraat richting Millingen a.d Rijn.
Het rivierenlandschap achter Nijmegen ziet er weer uit zoals het ooit door de natuur gemaakt is. Wilde runderen en paarden, bevers en ganzen bevolken een ruig gebied waar de rivier gewoon mag overstromen. Laarzen aan! In de Gelderse Poort, aan de oevers van Rijn en Waal achter Nijmegen, zijn ze nodig! Vijftien jaar geleden graasden hier nog koeien op strakgeschoren weilanden. Toen gaf Staatsbosbeheer wind, water en dieren vrij spel. De rivieren vormden duinen, de wilde paarden en runderen boetseerden een mozaïek van graslanden, ruigtes, struiken en waterplassen: tezamen maakten ze een rivierenlandschap zoals dat er uit gezien moet hebben voordat de mens zich ermee ging bemoeien. Een landschap zonder paden, waar je overal kunt struinen en waar je zomaar op een kudde galloways kunt stuiten. In de winter vormt de dijk langs de Waal een prachtige tribune om de overwinterende ganzen te bekijken; het zijn meer dan 150.000! En die witte schilfertjes die daar op het water drijven, zijn dat niet stukjes boombast, de restanten van een bevermaal?
Ten noordoosten van Nijmegen. In de Gelderse Poort worden kilometers oeverland teruggegeven aan de rivier. De Millingerwaard was als eerste aan de beurt. Daarna volgden andere gebieden zoals de Groenlanden, de Bisonbaai, Klompenwaard, Erlecomsewaard, Oude Waal en recent de Stadswaard. Landbouwgrond maakte plaats voor nieuwe natuur. Het resultaat is verbluffend. Overal ontstaan plassen, moerassen en ruige bosjes. Een paradijs voor vissen, vogels en insecten. En overal duiken nieuwe plantjes op. Jaarlijks overwinteren meer dan 150.000 ganzen in de Gelderse Poort. In de winter is de dijk langs de Waal een prima tribune voor het ganzenspektakel.
(bron: staatsbosbeheer.nl)
Gelderse Poort
Met de rug naar paaltje 044, kijkend over het water, kunt u deze beverburcht zien . (Millingerwaard)
Bevers spotten in een kano (Flevoland) Kom speuren naar de Bever in het Horsterwold, stadslandgoed de Kemphaan of het Zuigerplasbos. Samen met de boswachter van Staatsbosbeheer kano je door het leefgebied van de bever. Natuurlijk verblijven ook andere wilde dieren in dit gebied, die hun sporen achter laten. Een avontuurlijke tocht in de schemer met na afloop nog een drankje. In het Horsterwold is er de mogelijkheid om vooraf een heerlijke Beverhap te nuttigen en op de Kemphaan kan je bij Restaurant Dubbel-Op een beverpannenkoek eten.
Bevertochten in de Biesbosch
(bron: staatsbosbeheer.nl)
Ga mee op een van de Bevervaartochten in de Biesbosch. We varen langs prachtige beverburchten, de karakteristieke glijbanen en sporen van bevervraat. In het voor- en najaar is de kans op het daadwerkelijk zien van de dieren zelf wat kleiner dan in de zomer. Dus ga mee op speurtocht naar de beversporen, of op safari naar Bevers in de Biesbosch. Meld je via onderstaande link aan.
Beheer Nederland is een echt rivierenland. Eeuwenlang kronkelden de grote rivieren door het lage land. Ze brachten zand, klei en slib. Wierpen nieuw land op en overstroomden dat weer. Er leefden otters, bevers en heel veel vogels. Toen de mens de rivier temde, verdween de riviernatuur. Er kwamen dijken en kunstmatige oevers. De uiterwaarden werden weiland en bouwland. Het water kon geen kant meer op. Grensoverschrijdend herstel Staatsbosbeheer is hard bezig met het herstel van het oude rivierlandschap. Samen met het Wereld Natuur Fonds, Rijkswaterstaat, het ministerie van EL&I, Stichting Ark, de waterschappen en de provincie Gelderland. Vóór het jaar 2015 zal in de Gelderse Poort een ruig aaneengesloten natuurgebied zijn ‘gebouwd’ van pakweg 3.000 hectare. Met de 2000 hectare in Duitsland wordt het grensoverschrijdende project dan zo’n 5000 hectare groot. Een enorme klus. Bijna alle uiterwaarden langs de Gelderse rivieren gaan op de schop. Landbouwgrond en klei worden afgegraven. Soms worden er zelfs zomerdijken weggehaald. Dit gebeurt op een manier die past bij wat de rivier zelf ook gedaan zou hebben. Deze manier van ingrijpen noemen we cyclische verjonging waarbij een goede balans tussen veiligheid en natuur uitgangspunt is.
Weg met het prikkeldraad Voor de natuur heeft dat enorme gevolgen. In de uiterwaarden zal weer plaats zijn voor nevengeulen, oftewel zijriviertjes. Daarin kunnen vissen hun eitjes leggen. Er zullen spontaan rivierbossen opschieten, zogenaamde ooibossen. De bevers en de visarenden voelen zich nu al thuis in de Gelderse Poort. En straks misschien ook edelherten en dassen. En de mensen? Die krijgen er vele strekkende kilometers natuurgebied bij. Zonder prikkeldraad en bordjes ‘verboden toegang’. Maar ook de veiligheid neemt toe. Want de rivier zit niet langer in het keurslijf van kunstmatige dijken en oevers. Staat het water heel hoog, dan kan het de uiterwaarden in stromen. De periodieke wateroverlast, zoals in 1993 en 1995, is dan de hopelijk verleden tijd. Herstel rietmoerassen Staatsbosbeheer is in december 2009 begonnen met herstelwerkzaamheden in de Ooijse Graaf. Van oudsher is de Ooijse Graaf leefomgeving van onder meer roerdomp, karekiet en slobeend. De rietmoerassen in en langs de oude rivierloop maken het voor hen een belangrijk gebied. Wilgen nemen echter steeds meer ruimte in van het riet. Die worden nu verwijderd. De werkzaamheden duren nog tot medio 2012 en vinden plaats in het najaar en de winter, zodat er geen verstoring van broedvogels plaatsvindt.
Ooijpolder erg druk , Millingerwaard lekker rustig en meer te zien! o.a. de Zwarte stern
Waar en wanneer? (www.staatsbosbeheer.nl) zaterdag 25 mei (18.00-22.00), Horsterwold Zeewolde zondag 26 mei (18.00-22.00), Stadslandgoed de kemphaan Almere woensdag 5 juni (19.00-22.00), Biesboschcentrum Drimmelen zaterdag 8 juni (18.00-22.00), Stadslandgoed de kemphaan Almere vrijdag 14 juni (18.00-22.00), Zuigerplasbos Lelystad woensdag 19 juni (19.00-22.00), Vissershang Hank zaterdag 22 juni (18.00-22.00), Horsterwold Zeewolde vrijdag 12 juli (19.00-22.00), Biesboschcentrum Drimmelen zaterdag 13 juli (18.00-22.00), Stadlandgoed de kemphaan Almere woensdag 24 juli (18.00-22.00), Stadslandgoed de kemphaan Almere vrijdag 26 juli (19.00-22.00), Vissershang Hank zaterdag 16 november (10.00-13.00), Biesboschcentrum Dordrecht
De dWaalfilm is een interactieve computerfilm op internet. De dWaalfilm bestaat uit meer dan 100 korte filmpjes, die zijn ingebed in rivier panorama’s. Vanachter de computer geeft het alvast een voorproefje , van hoe het is om langs de rivier de Waal te dwalen . Interactief, omdat er geklikt moet worden in het landschap op een sterretje , waardoor een filmpje of foto te voorschijn komt. In elk van die kleine filmpjes wordt ongeveer en minuut verteld over een onderwerp dat verband houdt met de rivier. Denk bijvoorbeeld aan overstromingen , natuurlijke begrazing, dijkenbouw of nevengeulen . Samen aaneengeschakeld vertellen de korte filmpjes een groot rivierengebied verhaal . Dat is een inspirerend verhaal dat verwondering kan wekken . Zoveel wildernis, natuur en schoonheid , samen met bedrijvigheid en transport, zo dichtbij.
www.dwaalfilm.eu
In samenwerking met Rombus ontwikkelde ARK de Dwaalfilm. De Dwaalfilm is een filmische struintocht langs de Nederlande rivieren . Een volledige versie is online te bekijken . www.dwaalfilm.eu
Struinen langs de rivieren . Struinen langs de rivieren is wandelen over onverharde paden , langs water en duinen door de uiterwaarden . Struinen betekent genieten van ongerepte flora en fauna. Een aanrader Als je de natuur langs de rivieren op een bijzondere manier wilt ontdekken , is struinen een echte aanrader. Wandelen langs rivierduinen en zandstranden . Langs kruiden en bloemen , luisteren naar de golven en onderweg een veldboeket plukken . Op pad Struinen betekent genieten van ongerepte flora en fauna. Met de broodtrommel in de rugzak , de verrekijker in de aanslag en de wandelschoenen aan .
andere films over de rivieren
www.freudeamflussfilm.eu www.amice-film.eu www.maasfilm.eu
Struinkaarten en zoekkaarten verkrijgbaar bij www.ark .eu
In 9 stappen tot een nieuwe tuin!
1
De Jan en Annie tuin!
2
De 12 belangrijkste punten!
3
Waarom is het nodig om een tuinplan te ontwikkelen?
4
Een wensenpakket samenstellen .
5
Uitgangssituatie
6
Het ontwerp
7
Materiaalkeuze
De Jan en Annie voortuin 1. Pad van 90 cm breed . 2. Lamp vaak kapot. 3. Te grote solitairs. 4. Bolboom. 5. Grind , split of grond met bloeiers. 6. Focus op de voordeur. 7. Haagje of hekje . 8. Onvriendelijke entree
vooroordelen inventariseren moodboard / sferen
plattegrond zon , schaduw wind bodemonderzoek privacy omgeving
lijnenplan schetsplan defintief ontwerp
bestrating erfafschedingen opbergen en overkappen waterpartijen verlichting accessoires
8
Beplanting
9
De aanleg
onderhoudsvriendelijk moestuin / kruidentuin sferen , geuren en kleuren seizoenen
verwerking en onderhoud
De Jan en Annie achtertuin 1. Door de vlakken lijkt de tuin kleiner. 2. Containers in het zicht. 3. Lichtpunten op ooghoogte . 4. Coniferen en / of Laurierkers als haag. 5. Schutting het liefst zo hoog mogelijk . 6. Jan in de schaduw, Annie in de zon . 7. Te grote solitairs. 8. Overzichtelijk , geen verassingen . 9. Gazon is kindvriendelijk?! en niet te vergeten , het terras tegen de woning
DE JAN EN ANNIE TUIN! (BESEFFEN)
fouten vermijden Budgetteren overbodige arbeid ergernis besparen
De meest voorkomende voor- en achtertuin van Nederland .
STAP 1
voortuin achtertuin hoe kan het anders!
De voor- en achtertuin van Jan en Annie de Vries
Eerst de 12 belangrijkste punten .
1. Zittend
1. Door de vlakken lijkt de tuin kleiner. 2. Achter leibomen ivm inkijk van buren . 3. Schutting het liefst zo hoog mogelijk . 4. Overzichtelijk , geen verassingen . 5. Geen perspectief, uitzicht uit huis wordt bepaald door meubels.
We zitten binnen en kijken naar buiten , het zonnetje schijnt, we lopen naar buiten en gaan in het zonnetje zitten
2. 1. 20+ Gemiddeld gezien is de start van onze ooghoogte , zittend op een stoel tussen de 110 en 120 cm ( bij zitvlak stoel van 45 cm). Een element dichtbij en hoger dan 120 cm of lager dan 100 cm, zorgt ervoor dat u dingen wel of niet kunt zien .
(BESEFFEN)
Wanneer u nu een lange man en een kleine vrouw hand in hand ziet lopen , weet u nu dat ze elkaar zittend hebben ontmoet.
Kan het anders? NATUURLIJK kan het anders! Voorbeeld van voortuin .
In de volgende stappen , proberen wij het u zo goed mogelijk uit te leggen hoe het anders kan . Advies: Neem de tijd .
4. Solitairs De aanschaf van tuinplanten is vaak impulsief. Kijk Jan , wat een leuk blauw boompje is dit! Ja Annie , leuk voor in de voortuin . Aan het einde van de jaren zeventig en begin van de jaren tachtig, was de blauwe Cedrus erg populair. (We werken contineu aan verbeteringen van informatie bij onze producten in de webshop).
3. Rood en de 9 groenen Ondanks de meerderheid , valt rood als eerste op. Automatisch kijken we eerst naar de rode en dan pas naar de 9 groenen rondjes. Te veel blikvangers in een tuin zorgen voor een onrustig geheel en de waarde van de blikvangers indivudueel , wordt minder.
DE 12 BELANGRIJKSTE PUNTEN!
DE JAN EN ANNIE TUIN!
De achtertuin van Sanne en Dave (Sanne , dochter van Jan en Annie)
Zittend 1. 20+ Rood en de 9 groenen Solitairs 60 – 70% Het hoekje om Perspectief / Massief Balans Waar zijn we / privacy Zon / schaduw Genieten? Dieren in de tuin?
STAP 2
STAP 1
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De (achter)tuin wordt vooral vanuit binnen , zittend bekeken . (de eettafel speelt hier een belangrijke rol in).
5. 60 tot 70%
8. Balans
Het genieten van uw tuin gebeurt vooral van binnenuit, dus bij de inrichting van uw tuin moet u ook de kijk positie vanuit uw woning meenemen in het ontwerp.
Het in balans zijn van de tuin heeft met een aantal zaken te maken .
De beplanting in het zicht (vanuit binnen) moet vooral wintergroen zijn .
A. Het evenwicht tussen groen en verharding.
Of u nu in Bergeijk , Lienden , Zwaanshoek , Axel , Nooddorp, Appelscha , Borne , Veendam, Dronten , Overloon , Wieringenwerf of Harmelen woont. Vaak is het daar, koud , regenachtig, winderig en donker. De meeste tijd van het jaar zit u binnen en niet in uw tuin . Wilt u meer van de tuin genieten , dit kan bijvoorbeeld door een veranda, serre of een andere soort overkapping. Optie Spanje , kan natuurlijk ook!
6. Het hoekje om Wanneer de looplijnen in de tuin , “bijvoorbeeld het pad dat in een rechte lijn naar de voordeur loopt ” mist u de tuin bijna in z’n geheel . Als er bezoek of als u zelf thuis komt, bent u gefocust op de voordeur en niet op de tuin . Het hoekje om, zorgt ervoor dat u onbewust meer meemaakt voordat u bij de deur bent. (voorbeeld bij Jan en Annie tuin)
nature rust en evenwicht in de tuin . Bijvoorbeeld wanneer het gazon 3, 2 meter breed is, is de ideale lengte 3, 2 - 6,4 0f 9,6 meter.
C. De hoogte van de beplanting, 40 tot 50% lager dan 90 cm (vaste planten , siergrassen , kleine heesters, etc.) en 40 tot 50% hoger dan dan 90 cm. (hagen , (vorm)bomen , heesters, klimopscherm). Vergeet vooral het z.g.n . plafond niet (bomen of groen op een pergola). 10.
Met de stoel door de tuin heen gaan en dan bepalen wat u wel en wat u niet wilt zien . Goed kijken hoe de inkijk in uw tuin is. Met een klein boompje op de juiste plaats kunt u al makkelijk vrijzitten , een erfafscheding van 3 meter hoog is echt niet nodig.
Zon / schaduw
De ideale plek van het hoofdterras is waar de zon vanaf 15.00 uur gaat schijnen . Ochtend zitje inrichten voor twee personen .
11.
Genieten?
Tijdsbalans tussen onderhoud en het genieten van de tuin .
7. Perspectief / Massief Er zijn tal van mogelijkheden om de tuin dieper of breder te maken . Groot blad dichtbij en klein blad verder weg, zorgt voor meer diepte in de tuin . Ook verschillende niveau’s in verharding en verschillende hoogtes van beplanting zorgen hiervoor (120+). Wanneer de tuin vanuit elke plek goed te overzien is, krimpt de tuin en is er tevens geen spanning en wordt alles dus erg voorspelbaar. Massieve vlakken zorgen ook voor een krimpend effect. De hele tuin vol met bestrating of halfverharding, hoge erfafscheidingen en leibomen achteraan , zorgen ervoor dat de tuin erg klein lijkt. Gazon is hier ook een goed voorbeeld van . Wel lekker groen , maar het vlak zorgt ervoor dat u kijk er snel overheen gaat. (aan de kant van een voetbalveld denk je wel eens, kunnen ze niet sneller lopen! Maar wanneer je er zelf loop zijn de afstanden toch heel anders).
Elke tuin heeft onderhoud nodig, maar een tuin vol met een groenblijvende bodembedekker geeft minder werk dan een tuin met veel zichtbare grond en weinig beplanting. Gazon heeft gemiddeld 35 keer per jaar aandacht nodig. Een dakplataan geeft meer snoeiwerk dan een dakeik . Alles heeft te maken met de keuzes van de beplanting, materialenen en de goede voorbereiding van de aanleg.
vervolg: DE 12 BELANGRIJKSTE PUNTEN!
vervolg: DE 12 BELANGRIJKSTE PUNTEN!
Tussen half september en half april zijn we vooral binnen!
B. Het werken met het getal 1,6(18) geeft van
9. Waar zijn we / privacy
STAP 2
STAP 2
(Erg belangrijk!!!)
De ideale verhouding tussen groen en verharding is 2/3 groen en 1/3 verharding.
12.
Dieren in de tuin?
Wel of geen dieren in de tuin laten we even in het midden . Wilt u dieren in uw tuin , dan moet aan vier voorwaarden voldoen .
Waarom is het nodig om een tuinplan te ontwikkelen?
STAP 2
vruchten , noten en zaden voor de vogels. Laat blad in de winterdag onder heesters en bomen liggen , ruim de bladeren pas in het voorjaar op (wat er nog van over is). Vuile bomen o.a. de Berk en de Esdoorn zitten vol met luizen , die op hun beurt weer vogels aantrekken . (Plan geen terras of parkeerplaats onder deze bomen , i .v.m. de luizenpoep).
vervolg: DE 12 BELANGRIJKSTE PUNTEN!
Opening van de vogelnestkastjes richting het noorden . Coniferen als solitair of als haag. Klimopwand als erfafscheiding. Brandnetels in pot voor de vlinders. Zuurstof planten in de vijver voor padden , kikkers en salamanders. Bij ruimte , een hoge kleiwand voor de oeverzwaluw en de ijsvogel . Composthoop voor de ringslang. Ruimte creëren onder de dakpannen voor mussen en de gierzwaluw. Dakpannen stapelen voor hagedissen en insecten .
Een tuinplan helpt niet alleen fouten te vermijden , geld , tijd , overbodige arbeid en ergernis te besparen , maar het is ook een werkje dat plezier geeft. Op de tekentafel is een boom gemakkelijker te verplaatsen dan in de tuin . Met behulp van een goed tuinplan kan van uw tuin op de meest economische wijze het beste worden gemaakt. In een huiskamer zetten we een bank neer, een stoel , een tafel . Als dat allemaal niet goed staat, wordt de zaak volgende week of volgende maand verplaatst. Een boom, een struik kunnen we wat moeilijker naar willekeur oppakken . Om nog maar te zwijgen over een vijver of een zitkuil . Of je nu je tuin zelf wenst te ontwerpen of laat ontwerpen door een professionele tuinontwerper of architect, in beide gevallen is het nuttig voor jezelf te bepalen wat je wensen en verwachten zijn . De tuinontwerper kan je wensen in een tuinplan projecteren . Het eindresultaat kan er alleen maar bij gebaat zijn . De ontwerper of uzelf moet zich een idee vormen van de wensen . Op deze wijze ontstaat een leefprogramma voor de tuin , zij het dat in vele gevallen wordt beperkt door de ruimte van de tuin en door de financiële middelen . Op deze manier kan een kleine tuin ook een eigen karakter hebben . Je zal je verlangens en wensen tegen elkaar moeten afwegen . Je kan beter een beperkt aantal wensen verwezenlijken . En de tuinarchitect? Die moet de opdrachtgever het gevoel kunnen geven hebben dat de tuin voor hem persoonlijk is aangelegd .
Water, In de vorm van een vijver een poeltje of een waterschaaltje .
Fouten vermijden , Planten op de verkeerde plek , teveel pieken en dalen door het
Bescherming, bomen en heesters waar vooral de vogels in kunnen vluchten .
Onderbeplanting (bodembedekkers), prettige schuilplaatsen voor padden , egels en insecten . Struiken met doornen of stekels, ideale bescherming tegen katten en roofvogels.
Nestruimte , vogel-, vlinder-, insecten- en of vleermuiskastjes ophangen .
jaar heen . Vlonder terrasjes maken , terwijl ze in de toekomst nooit gebruikt worden . Boompje aanplanten , jaren later een knots van een boom. Speeltoestellen met knal kleuren in het zicht vanuit de woning. Containers mooi wegwerken . Teveel in te weinig ruimte plannen . Rekening met de ontwikkeling van het gezin , voordat u het weet, spelen ze niet meer thuis. Te weinig ruimte op het hoofdterras (teveel ruimte voor het hoofdterras). Zomerbloeiende planten plannen , waar u in de zomer verblijft. Bomen op een plek aanplanten , met als gevolg dat de buren niet meer praten . Impulsieve aankopen vermijden .
Budgetteren , Een tuin aanleggen doen we niet elk jaar en het kost een paar centen .
Hoeveel? Wanneer u de inkoop van de materialen en de aanleg van de tuin helemaal zelf doet, kost een tuin tussen de 45 en 75 euro per vierkante meter (erfafscheidingen , bestrating, beplanting, enz,). Gazon is de goedkoopste m2, dan de beplanting, verharding. De bouwwerken (erfafscheiding, vijver, pergola) zijn de duurste m2. Laat u de uitvoering aan een hovenier over, dan kost de tuin tussen de 100 en 150 euro (nieuwe tuinen tot 200 m2). Als de tuin alleen uit verharding en of gazon bestaat zijn de kosten uiteraard minder. De goed verhouding tussen materiaalkosten en arbeidskosten is 60% - 40% tot 50% - 50%. Arbeidskosten mogen nooit hoger zijn dan de materiaal kosten .
Overbodige arbeid , Bij een verbouwing aan het huis of bij een nieuwbouw, de vraag stellen . Wat kan de aannemer of de elektricien voor de tuin betekenen? (bijv. muurtjes of de elektra aansluiting van de buitenverlichting). Om de paar jaar planten verzetten , omdat ze te groot worden voor de aangewezen plek . Elk voorjaar opnieuw planten kopen , want het viel het afgelopen jaar toch tegen . Ergernis besparen , In uitvoering en de financiën .
STAP 3 WAAROM IS HET NODIG OM EEN TUINPLAN TE ONT WIKKELEN?
Voeding, nectar (bloemen) voor vlinders en insecten . Bodemleven (Gazon),
Een wensenpakket samenstellen .
WENSEN
Mijn tuinstijl is:
Vormen:
strak , modern tijdloos minimalistisch exotisch klassiek romantisch mediterraan familietuin gemakkelijk japanse tuin watertuin natuurlijk daktuin landelijk kindvriendelijk diervriendelijk anders, nl …………………….........
0 0 0 0 0 0 0
strak rechte lijnen rondingen organisch diagonale lijnen niveau verschillen anders, nl …………………………..
Gebruik v/d tuin: 0 leeftuin
0 kijktuin 0 combinatie leef en kijktuin 0 onderhoudsvriendelijk
Bestrating:
0 0 0 0 0 0 0 0
Materialen:
0 0 0 0 0 0
Bouwkundige elementen:
grind / split gebakken producten beton producten natuursteen producten terras in de zon terras in de schaduw terras aan het water formaat terras …. m2 ( 2,5 m2 per persoon ) 0 anders, nl . ………………………. hout metaal glas steen hergebruik anders, nl …………………………..
0 waterpartij vijver (vissen ), waterspiegel , waterornament 0 luifel , pergola, prieel 0 bbq. , keukenblok , etc. 0 Berging, tuinhuis, veranda, haardhoutopslag, fietsenstalling 0 verhoogde plantvakken 0 speeltoestellen , zandbak , schommel , etc. 0 muurtjes 0 zwembad 0 anders, nl …..............................
Erf afscheidingen: 0 tuinmuur
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Specifiek:
0 container-plek aantal containers …. st. 0 werkplek 0 parkeerplek aantal parkeerplaatsen ..st. 0 plek voor droogmolen 0 plek voor barbecue 0 openhaard / kachel 0 sproeisysteem / beregening 0 privacy
Beplanting:
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
schutting hardhout schutting anders...................... aluminium schutting wilgenschutting haag groenblijvend haag bladverliezend begroeid scherm afsluitbaar aanwezig, nl ………………........ anders, nl …………………...........
gazon kruiden vaste planten heesters ruimte voor bollen en knollen waterplanten hagen coniferen bomen vormbomen siergrassen rozen klim-, leiplanten groente / fruit anders, nl …. sfeer …………………………… geur kleur snij goed ruimte voor perkgoed kuipplanten winterharde kuipplanten allergieen specifieke planten …………….. hergebruik planten …........
0 Bouwvergunning, kapvergunning Uitvoering van de werkzaamheden:
0 0 0 0 0 0
in eigen beheer deels zelf doen door hovenier in fasen gespreid in jaren z.s.m.
Kostenraming (budget): Kosten nieuwe tuin tot ongeveer 200 m2: Uitvoering in eigen beheer +/- 70 euro per m2. Uitvoering door hovenier tussen de 100 en 150 euro per m2.
EEN WENSENPAKKET SAMENSTELLEN
EEN WENSENPAKKET SAMENSTELLEN
Inventariseren van de wensen , laat ieder afzonderlijk van elkaar een wensen lijst maken . Hebt U veel tijd om in de tuin te werken? Werkt U graag in de tuin? Wat wenst U in de tuin te kunnen doen? Hoeveel mensen maken gebruik van de tuin? Siergazon of speelgazon? Niveauverschillen? Welke materialen spreken U het meest aan? Wenst U verlichting in de tuin? Zullen er dieren in de tuin rondlopen? Bent U voorstander van modern of van klassiek? Welke planten ziet u graag? Rozen , dwergsparren , heide , rhododendron’s, vaste bloeiende planten , snijbloemen , siergrassen , varens, waterplanten , sierheersters, bosgoed , bomen , wilde planten , bamboes, bolgewassen , klimplanten , hagen , coniferen ..
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
STAP 4
STAP 4
Voor je aan de slag gaat met tekenen moet je eerst eens voor jezelf en je gezin een wensenpakket samenstellen . Maak een lijstje van wensen die jij en je gezin zouden kunnen koesteren vooraleer over te gaan tot het uittekenen van een tuinplan .
Uitgangssituatie .
-
het het het het
terrein terrein terrein terrein
is is is is
te te te te
diep smal kort breed
Met optische effecten kan je een kleine tuin groter doen lijken; een smalle tuin breder doen lijken; een korte , brede tuin langer doen lijken e .d .m. De bodemgesteldheid is een factor die de keuze aan beplanting en bouwelementen mee gaat bepalen . Natte , vochtige gronden vragen een andere beplanting dan droge , zanderige gronden . De draagkracht van de bodem bepaalt/beperkt de mogelijkheden van verhardingen . Probeer zoveel als mogelijke de natuurlijke omgeving in je tuinplan te betrekken: een waterloop, een muur, een weiland , een bos. Met de bestaande beplanting dien je rekening te houden: een oude eik kan je niet verplaatsen en je moet er rekening mee houden , zowel qua vormgeving, verharding als qua plantenkeuze in de omgeving ervan . Vaak zal je met de vraag geconfronteerd worden of de bestaande planten op het perceel kunnen behouden worden . Vooral bij ophogingen en graafwerken kunnen zich problemen stellen om bomen te behouden . Hoogteverschillen In een terrein zal de gehele inrichting , de vorm van de ruimten , en het verloop van de paden van de tuin in zeer belangrijke mate bepaald worden door de niveaulijnen . Op terreinen met belangrijke hoogteverschillen kunnen paden pas goed aangelegd worden na een zorgvuldige opmeting. Het is daarom belangrijk dat je de hoogte en het verloop van hoogteverschillen van je terrein opmeet. Anders kan je nooit tot een degelijk tuinplan komen . Mogelijks is het terrein nu vlak . Niveauverschillen zijn met verschillende materialen te verwezenlijken . Door eventueel verschillende hoogten aan te brengen creëren we als het ware een derde dimensie in de tuin , dit levert een duidelijk vergrotend effect op, zeker in kleinere tuinen .
De omgeving
Oriëntatie van de tuin , zon en schaduw bepalen
De omgeving van de tuin bepaalt in belangrijke mate de inrichting. Bevindt het perceel zich in een wijde of dichte omgeving, in een dorp, in de stad ,op het platteland , tussen de weilanden , in de duinen , in een bos, in een oude of moderne stadskern? Door een nauwkeurige observatie kan u zich een beeld vormen van uw omgeving. Dit alles is een inspiratiebron bij het maken van een eigentijds tuin-ontwerp. Kijk goed om u heen welke planten het goed doen .
De oriëntatie van de tuin bepaalt ook in belangrijke mate de inrichting! Je hebt allerlei wensen voor ogen maar heeft u er ook de ruimte voor ? Uit de vele mogelijkheden om van een plekje grond een fijne tuin te maken , moet u gaan kiezen . Op je stuk grond is niet alles te realiseren . In de eerste plaats moeten we de zonnige en schaduwrijke plaatsen in de tuin bepalen , ook de lichtinval en de overheersende windrichting hebben een belangrijke invloed op het ontwerp. In zekere zin komt dit overeen met het bepalen van de noord pijl . Anderzijds is het vaststelling van de noordzijde niet voldoende . Het is noodzakelijk om bijvoorbeeld de schaduw van een bestaande boom, het huis, een muur in de tuin te bepalen en op te meten . Het beste is om op verschillende uren van de dag de tuin in te gaan en te noteren welk gedeelte in de zon en welk gedeelte in de schaduw ligt. Als u straks een plaats voor een terras gaat zoeken en de planten gaat uitkiezen , heeft u deze gegevens nodig!
UITGANGSSITUATIE
UITGANGSSITUATIE
Velen kijken wat angstig bij het horen van ontwerpen van tuinen . Ontwerpen is hetzelfde als inrichten , en eigenlijk hebben we allen daar al ervaring mee , nl . met het inrichten van ons huis. In ons huis bepalen we waar de eetkamer komt en wat we met de verschillende ruimten gaan doen . Het ontwerpen van een tuin is net volgens hetzelfde principe . Bij het ontwerpen van een tuin gaan we ook bepalen waar we de tuin voor wensen te gebruiken , we kiezen een stijl die bij ons past, we maken er een mooi geheel van en we letten op enkele praktische zaken . Haal uit je antwoorden een centraal thema : een tuin voor de kinderen , een tuin om in te liggen , een tuin met veel bloeiende planten , een tuin die weinig onderhoud vraagt. Kies een stijl of thematuin die U het allermooist vindt. Het is uw tuin en U moet zich er prettig in voelen! Kies één bepaalde stijl in plaats van zoveel mogelijk combinaties van verschillende stijlen met elkaar te combineren . Als u een degelijk antwoord hebt gevonden op je wensen kan je beginnen met een basisplan . In de eerste plaats heeft u een plattegrond nodig van je perceel . Kies een schaal ( schaal 1: 50 is een prettige maat om mee te werken) en vul op je plan de afmetingen van het huis, schuur, oprit, .. en zo verder in . Meet ook alle ramen en deuren . Bepaal vervolgens de noord pijl . Als u straks de beplanting en de plaats van bijvoorbeeld het terras gaat invullen , heeft u deze gegevens nodig. Het volgende is het invullen van de terrassen en paden en alle andere bouwelementen , zoals afscheidingen , muurtjes, pergola’s, zandbak , tuinhuis, schommel , .. Tenslotte volgt de beplanting.
De verhoudingen en afmetingen van het terrein bepalen of beperken in hoofdzaak de toekomstige vorm van je ontwerp. Vooral bij kleine terreinen zal de begrenzing u min of meer tot een bepaalde vorm dwingen . Onregelmatig gevormde terreinen bieden de mogelijkheid verrassende hoeken te vormen . Vaak heeft u als eigenaar te maken met een zogenaamde ‘ongunstige terreinvorm’.
STAP 5
STAP 5
Een plattegrond opmaken De omgeving Het terrein Hoogteverschillen Oriëntatie van de tuin , zon en schaduw bepalen De windrichting De noord pijl bepalen Vaste regels Een stijl bepalen voorbeelden van thema’s Structuren
Het terrein
Uitgangssituatie . De windrichting
behalve maaien moeten we een gazon bemesten , verluchten en besproeien bij droogte . Bij een werkelijk goed onderhoud stellen we vast dat een gazon het duurste onderdeel van de tuin is. Water in de tuin speelt een belangrijke rol , het trekt de bezoekers als een magneet aan . Een fontein of waterval brengt nog meer leven . De beste plek voor een vijver is nabij een zitgelegenheid (vanuit de woning gezien).
Een stijl bepalen
Geef steeds op je plattegrond de noord pijl aan . Deze noord pijl staat op de bouwtekening. Heeft u geen bouwtekening, dan kan je met behulp van een kompas het noorden bepalen . Aan de hand van de noord pijl kunt u op de tekening zien hoe de ligging van de tuin ten opzichte van de stand van de zon is. Houd er rekening mee dat de hoeveelheid zonlicht in de tuin ook afhankelijk is van de hoogte van het huis en de lengte van de tuin . Een tuin op het noorden kan heel zonnig zijn als hij maar lang genoeg is en het huis niet te hoog.
Bijna iedereen is gesteld op een tuin met een patroon , een lijn , een vorm, een stijl , een tuin met een zekere logica en harmonie . Er zijn talrijke stijlen van tuinen , evenzo er verschillende bouwstijlen zijn . Een toegepaste stijl in een tuin is soms niet ‘uw’ smaak , maar door een aantrekkelijke combinatie van duidelijke consequente vormen herken je wel duidelijk een stijl in de tuin . Alhoewel uzelf een andere stijl zou kiezen , sta je toch vol bewondering voor de gerealiseerde tuin . Wanneer je een keuze maakt om een tuinstijl toe te passen , kies dan een stijl waarin je je goed in voelt. Kies een stijl die jezelf mooi vind . Kies nooit een tuinstijl omdat anderen het mooi zouden vinden . Kies bijvoorbeeld nooit voor een wilde tuin als u bijvoorbeeld graag van nette , strakke boorden houdt. Uzelf leeft toch in en rond de tuin? En niet de anderen . De sfeer van je tuin is dan ook buitenmatig belangrijk . Tuinstijlen zijn ook modegevoelig. Laat u daar niet teveel door leiden . Wat vandaag in is, is binnen 10 jaar misschien ouderwets. Kies ook één bepaalde stijl en probeer niet zoveel mogelijk verschillende stijlelementen door elkaar te gebruiken . Kies een stijl die past bij uw manier van leven en die in het huis en tuin merkbaar overeenstemmen .Naast het thema klassiek of modern zijn ook de kleuren richting gevend voor de aanleg van de tuin . Gebruik je binnenshuis neutrale kleuren dan wordt een kleurige buitentuin mogelijk .
Vaste regels Bij verder bepalen van de inrichting houden we best rekening met vaststaande tuinregels: De afscheiding om een privacy tuin te creëren breekt de wind = dit komt de gewassen te goede de achtergrondkleur dient als contrast De zitplekjes als we van de veronderstelling uitgaan dat een tuin ontspanning betekent, dan zullen we er ook willen zitten of liggen , een zitplekje dus dit biedt mogelijkheden tot het creëren van intimiteit De eisen voor een zitplekje zijn: ochtendzon , avondzon , zonnig niet winderig of tochtig, beschut (het N. en 0. afschermen) afgeschermd tegen lawaai , rustig met een mooi uitzicht op de rest van de tuin , gezellig logisch , geen storend element in de tuin comfortabel , goede bestrating waarin geen stoelen wegzakken Het gazon het gazon gaat pas een rol spelen in de tuinen vanaf 100 m2 het gazon is per m2 veruit het goedkoopst esthetisch wordt de tuin door de horizontale vlakken rustiger en aantrekkelijker kies tussen speel- en siergazon bijna alle kleine kinderen houden niet van gras, nat - vuil - insekten
Als algemene regel geldt dat een tuin het mooist is wanneer 1 duidelijke stijl wordt toegepast. Er zijn zijn: -
verschillende stijlen maar de belangrijkste en meeste gebruikte stijlen de moderne stijl de klassieke of formele stijl de romantische stijl de landelijke stijl
De moderne stijl De moderne stijl is een sobere stijl * strakke lijnen * een rustige beplanting * een asymmetrische indeling !
UITGANGSSITUATIE
UITGANGSSITUATIE
De noord pijl
STAP 5
STAP 5
Teveel aan wind kan het leven in de tuin onaangenaam maken . Wind is een belangrijke factor waarmee we rekening mee moeten houden . Vaak brengen we aan de windzijde een scherm aan . Die kan uit plantenmateriaal of bouwmaterialen bestaan . De ergste wind blaast overwegend uit het westen en het noordoosten . Aan de kust en het westen van het land staat een windscherm aan de westenzijde om de zeewind te keren . In het oosten van het land plaats je een windscherm aan de noordoostenzijde om de ergste vrieswinden tegen te houden . Bij het plaatsen van een windscherm houden we rekening met de hoogte . Het windscherm mag niet teveel schaduw geven . Ook aan een terras is een windscherm vaak noodzakelijk wil men er heerlijk kunnen vertoeven .
Onderhoud
Uitgangssituatie .
De landelijke stijl * een populaire stijl * wekt associaties op met de oude boerentuinen * veel rozen groeien langs de deuren * maak gebruik van klimplanten * zorg voor een ontspannen beplanting * gebruik maken van inheemse planten * maak gebruik van streekeigen bouwmaterialen
Voorbeelden van thema’s - de natuurtuin - de kruidentuin - de bordertuin - de watertuin - de zonnetuin - de vijvertuin - de kindertuin - de fruittuin Normaal is de stijl van en in je huis ook terug te vinden in je tuin . Structuren Wanneer u heeft bepaald welke stijl bij uw tuin past is het moment aangebroken om na te denken over de structuren: de paden , de ornamenten , de hagen , het gazon e .d .m. Historisch gezien vormen tuinen een onderdeel van de bowkunde . Een tuin is ook het bepalen van de ruimte waarin u gaat leven . De tuin is voor de eerste plaats bedoeld voor mensen , niet voor planten . Allerlei elementen gaan we combineren om tot de juiste stijl te komen die bij ons past. De sleutel ligt in het zich losmaken van allerlei vooroordelen . Hoe meer tijd en geld je kan besteden aan bouwkundige elementen in de tuin , hoe mooier de tuin zal zijn en hoe gemakkelijker hij later te onderhouden zal zijn . Structuren zijn immers de basiselementen van een ontwerp. Als algemene regel wordt aangenomen dat hoe meer structuur de tuin heeft, hoe onderhoudsvriendelijker de tuin zal zijn .
UITGANGSSITUATIE
UITGANGSSITUATIE
De romantische stijl De romantische stijl is veel losser en natuurlijker. Vaak denken we aan de Engelse cottagetuin stijl , al is vormt die maar 1 onderdeel van de romantisch stijlen . De tuinen zijn gezellig, soms op het rommelige af. De vormen en de indeling zijn minder belangrijk dan de keuze van de beplanting. * Gebruik uitbundige en kleurrijke vaste planten met een lange bloeitijd: lavendel , vingerhoedskruid , botanische rozen en geurende kruiden mogen niet ontbreken . * klimrozen aan pergola * niet te brede paden met oude bouwmaterialen * paadjes die afscheiden * hagen van taxus, hulst * in vorm geknipte buxus * veel potten met bloeiende éénjarigen * vaste planten rond en tussen struiken en rozen * pastelkleuren * schrille contrasten tussen primaire kleuren * hoofdkleuren met andere kleuren er rond * bolgewassen tussen de vaste planten randen van haagjes markeren de border * toevallige ontstane kleurencombinaties * wirwar van planten * toevallige ontstane paden * hekken * banken * wilde bloemen tussen de beplanting inzaaien * groenten en éénjarigen tussen de planten . Romantische tuinen zijn voor velen de ultieme droom. Vergeet echter niet dat ze arbeidsintensief zijn .
Het is niet makkelijk om voor dat stukje grond een stijl te gaan bepalen . De grote verscheidenheid aan stijlen brengt u in verwarring. Welk effect heeft uw stijlkeuze op het uiteindelijk uitzicht van de tuin? Erg behulpzaam is de stijl van de woning eens van naderbij te bekijken . Ongetwijfeld heeft uw huis zijn stempel al gedrukt op de inrichting ervan .
STAP 5
STAP 5
De klassieke of formele stijl * strak en geometrisch * symmetrische indeling * identieke plantenstroken aan beide kanten van de tuin * kleine plantvlakken in het midden met een duidelijk patroon * het patroon is vierkant, rond , hartvormig of krulvormig * randen van perken zijn afgezet met haagjes van buxus * grote potten met buxusbollen of laurierstruiken op een stam * een ornament: beeldje of zonnewijzer
HET ONT WERP.
Ruimte wordt meer en meer een kostbaar bezit. Daarom moeten we iedere centimeter in onze tuin zo goed mogelijk benutten . Om de beschikbare ruimte te kunnen indelen hebben we vooreerst een plattegrond nodig. Nu u bepaald heeft in welke stijl de tuin zal ontworpen worden kan u van start gaan met het eigenlijke plan .
In de eerste plaats heeft u een plattegrond nodig van het perceel . Beschik je (nog) over een bouwtekening van de bouwarchitect? Hierop kan je de afmetingen terugvinden van het gehele perceel . Dat is altijd nuttig voor het bepalen van je schaal en de grootte van het papier. Neem hier eventueel een kopie van en gebruik het als basis van uw meetschets. Let op: bij het nemen van een fotokopie worden niet altijd de juiste schaal exact overgenomen: laat een kopie nooit vergroot of verkleind nemen . De meetschets Neem een stuk papier voor een meetschets van de tuin . We gaan nu de tuin in voor de opmaak van een ruwe schets waarop we de afmetingen gaan noteren . Dit wil zeggen we beginnen met de omtrek van ons perceel (de tuingrenzen) op papier neer te zetten . Heeft het perceel ongelijke zijden dan moet u alle zijden opmeten en noteren . Dit is geen erg moeilijk werk . Ga vooral nauwkeurig te werk , dit komt het tuinplan later ten goede . De meetschets voor de basis voor de plattegrondtekening op schaal . Het eerste element dat we aan de tekening toevoegen is de woning. Bij het opmeten van de woning begin je best met de achtergevel . Geef er duidelijk ramen en deuren op aan , graag ook met de draairichting van de deuren . De plattegrond tekenen Op basis van onze vorige werkschets kunnen we nu op de (teken)tafel een nauwkeurige plattegrond op schaal gaan uittekenen . Kies een schaal zodat de tekening past op je papier. Er zijn speciale linialen voor schaaltekenen die het tekenen op schaal wat eenvoudiger kunnen maken . Gaat de tuin niet op een A3 blad , neem dan verschillende bladeren en leg deze naast elkaar. Dat is makkelijk om later vele kopieën te maken . De ruwe meetschets die u heeft opgemeten gaan we nu omzetten in een nette en nauwkeurige plattegrond . Op de plattegrond tekening brengen we alle bestaande vaste elementen aan , die ook in de nieuwe tuin zullen behouden blijven
De inrichting van de tuin kan in zeer belangrijke mate bepaald worden door de niveaulijnen . Op terreinen met belangrijke hoogteverschillen kunnen paden pas goed aangelegd worden na een zorgvuldige opmeting. Het is daarom belangrijk dat je de hoogte en het verloop van hoogteverschillen van je terrein opmeet. Anders kan je nooit tot een degelijk tuinplan komen . Mogelijks is het terrein nu vlak en wil je daar verandering in brengen . Door verschillende hoogten aan te brengen creëren we als het ware een derde dimensie in de tuin , dit levert een duidelijk vergrotend effect op, zeker in kleinere tuinen . Het goed vaststellen van hoogte is vooral belangrijk bij de uitvoering van tuinwerken: paden , opritten en terrassen moeten altijd minimum 1,5 % afwateren (1,5 cm per lopende meter). Zon en schaduw, de noord pijl bepalen Geef op de plattegrond de noord pijl aan , je kan die eventueel ook terug vinden op je bouwplan . Herneem eventueel nog eens deel 2 (bepalen van zon , noord , windrichting edm). In deel twee heeft u een tekening ontworpen met de gegevens van welke delen van de tuin in de zon en in de schaduw liggen . Als u straks een plek voor een terras of een plantenkeuze gaat bepalen heeft u deze gegevens nodig. Een zeer handig extra hulpmiddel zijn foto’s Maak van de tuin foto’s van uit zoveel mogelijk verschillende hoeken . Neem daarbij ook foto’s vanuit de woning en kies de belangrijkste ramen waar u de tuin doorheen kan zien . Met foto’s en een plattegrond kunt u makkelijker bepalen wat u aan het oog wil onttrekken , welke delen storend zijn , hoe u het zich met de buren kan afschermen edm. Zulke informatie komt je altijd van pas. Het is van belang de lijnen en gezichtshoeken vanuit de ramen van het huis aan te duiden , dit zowel op het gelijkvloers als op de bovenverdieping(en): woont u bijvoorbeeld op de eerste verdieping dan staat of valt uw tuin met zijn patroon , woont u op het gelijkvloers dan is de ooghoogte het belangrijkste uitgangspunt van uw tuinplan . Probeert u zich tevens ook de tuin voor te stellen wanneer je met het gezicht naar de woning staat gekeerd . (doe dit zittend).
HET ONT WERP
HET ONT WERP
Tekenen op schaal 1:50 of 1:100
Hoogteverschillen meten en optekenen
STAP 6
STAP 6
Tekenen op schaal Welke schaal? De meetschets De plattegrond tekenen Hoogteverschillen meten en optekenen Zon en schaduw, noord pijl bepalen Foto’s zijn een handig hulpmiddel
Vaste elementen worden doorgaans op een herkenbare manier op de plattegrond weergegeven waardoor de plattegrond ook duidelijker en prettiger oogt: - de woning omtrek met een dikkere lijn - een haag met een zigzag lijntje - een cirkel met stip voor een bestaande boom - een gekartelde cirkel met stip voor een nieuwe boom - een cirkel zonder middenstip voor een heester - het gazon met fijne stippelpuntjes of heel lichtgroen ingekleurd - wolkjes voor groepen van heesters - teken tegels in het terras - hoogtelijnen worden aangeduid met stippellijnen
Bestrating.
Opbergen en overkappen .
In de loop der jaren raken uw huis en uw tuin steeds meer verweven met elkaar. Vormen en materialen raken steeds meer in balans. Kleuren worden zorgvuldig op elkaar afgestemd . Dat geldt ook voor de bestrating van uw terras of oprit. In onze webshop vindt u altijd een passende siertegel . Met de uitstraling, de kleur en het formaat dat bij uw huis en uw smaak past.
Uw keuze wat betreft de bestrating is gemaakt. Een van de basiselementen voor uw nieuwe tuin is daarmee gelegd . Voordat u verder gaat met de beplanting, is het goed om na te denken over de overige vaste elementen in uw tuin . Hebt u voldoende bergruimte voor uw tuinspullen? Heeft of wilt u een open haard of tuinkachel? Wilt u ‘s avonds wat langer buiten zitten? Zijn de containers uit het zicht?
beton
openhaardhout
berging
afdakje
natuursteen gebakken houten vlonder
kleedhokje
MATERIAALKEUZE
MATERIAALKEUZE
Oud Hollands
STAP 7
STAP 7
split / grind
Erfafscheidingen .
Met gesloten ogen genieten van de zon op je gezicht, met op de achtergrond het geluid van kabbelend water. Met open ogen genieten van vissen die langzaam voortbewegen , wuivende rietkragen en de schoonheid van een bloeiende waterlelie . De merel die een bad neemt, gemoedelijk naast de kikker die aan het zonnebaden is. Het lijkt wel een droom, maar het is mogelijk in uw eigen tuin . Hoe mooi ook aangelegd , dankzij een waterpartij leeft een tuin pas echt. Water is een must voor iedere tuin .
Of u nu goed overweg kunt met uw buren of juist totaal niet, voldoende privacy is in beide gevallen belangrijk . Denk dus goed na over uw erfafscheiding. Kiest u voor groen of heeft u liever iets dat meer onderhoudsarm is?
romantisch
heidemat
bamboe
cortenstaal
vogelbadje
MATERIAALKEUZE
MATERIAALKEUZE
natuurlijk
aluminium begroeid scherm hout
STAP 7
STAP 7
Waterpartijen .
schanskorf stenenmuur modern
wilgentenen
Accessoires.
Evenals binnen de kleding, zijn er binnen de tuinverlichting ook tientallen trends te bespeuren . Elk seizoen zijn er weer nieuwe vormen , kleuren en materialen . Ook qua techniek is er steeds weer wat te beleven . De tuinverlichting van vandaag is effectief, sfeervol en dient als onmisbaar accessoire , waarmee uw tuin net dat beetje extra krijgt.
Hoe mooi een tuin ook is ingericht en aangeplant, pas met de juiste accessoires voelt buiten pas echt als een verlengstuk van binnen . Een comfortable loungebank , een gezellige eethoek en sfeervolle verlichting zijn daarvoor een eerste vereiste . Maar ook bloembakken , potten , schalen en vazen spelen een belangrijke rol . En wat denkt u van een smaakvol kunstobject, windlichtjes en vuurkorven? Een tuin wordt zo een plek waar het heerlijk wonen , werken en ontspannen is.
STAP 7
STAP 7
Verlichting.
MATERIAALKEUZE
MATERIAALKEUZE
Beplanting.
zonnig
eten
wintergroen
bloei
schaduw
en m r o v vruchten
natuurlijk
kleur
BEPLANTING
BEPLANTING
bollen en kno llen
STAP 8
STAP 8
Groen , groener, groenst! Een groene tuin maakt dat het een heerlijke plek is om in te leven en van te genieten . Welke planten de beste keuze zijn , is afhankelijk van de omstandigheden in uw tuin . Jammer genoeg worden planten vaak impulsief aangeschasft, het uiteindelijke resultaat is dan nog weleens teleurstellend . Steeds meer tuinen veranderen in een stenen massa. De meeste mensen denken nog steeds dat planten veel onderhoud vragen , maar er zijn echt honderden planten die geen onderhoud nodig hebben . Hoe meer grond u ziet des te meer onderhoud er in een border zit.
geur
lente herfst winter
zomer vogels vlinders
Vanuit binnen gezien , moet u vooral wintergroene planten toepassen , want in de wintermaanden zit u in huis en het is nu niet echt aantrekkelijk om tegen een kaal vlak te kijken . Wilt u kruidentuintje? In een kleine tuin is het beter om vaste kruidenplanten in de plantvakken te verwerken en de eenjarige in pot te zetten . Doe dit ook met groente , want in de wintertijd is de uitstraling van een groente- en kruidentuin niet bepaald fraai te noemen . In een kleine tuin wordt het al gauw een beeldbepalend element, dus doe daar voorzichtig mee .
kleigrond volgende maand: vervolg Beplanting zeewind en De aanleg zandgrond zicht vanuit binnen wintergroen
BUITEN - dingentjes voor kinderen
Wat voor dieren zitten er in jouw tuin!?
Het is lente! De vogeltjes zijn druk aan het fluiten en aan het nestjes maken. Maar welke vogels zitten er eigenlijk bij jouw in de tuin?
Boomklever
Heggenmus
Boomkruiper
Houtduif
Ekster
Huismus
Gaai
Kauw
Goudvink
Koolmees
Groenling
Koperwiek
Grote bonte specht
Kramsvogel
Hier een kort lijstje met de meest voorkomende tuinvogels! Welke kun jij vinden?
Merel
turkse tortel
Pimpelmees
Vink
Wat is een vogel?
Snavel
Misschien denk je dat het vermogen om te vliegen het belangrijkste kenmerk van vogels is, maar dat is niet helemaal waar. Er zijn vogels zoals de struisvogel en de kiwi (een Nieuw Zeelandse vogelsoort) die niet kunnen vliegen, maar wel vogels zijn. Andersom zijn er veel dieren die wel kunnen vliegen, maar die toch geen vogels zijn zoals de vleermuizen en insecten. Het belangrijkste kenmerk van vogels is dat ze veren hebben. Geen enkel ander dier heeft veren. De meeste vogels kunnen wel vliegen. Daarvoor hebben ze holle botten, want je moet natuurlijk zo licht mogelijk zijn om in de lucht te kunnen blijven.
Aan snavels zie je wat vogels eten. Roofvogels hebben een sterke haaksnavel waarmee ze stukken vlees van de prooi kunnen afscheuren. Reigers hebben een dolkvormige snavel waarmee ze vissen spietsen. Vogels die onder water vissen vangen, zoals de zaagbek, hebben een hele rij met scherpe uitsteeksels aan de snavel. Het lijken wel tanden. Vogels die insecten eten, zoals de roodborst, hebben een kort dun snaveltje waarmee zelfs de kleinste insecten nog te pakken zijn. Zaadeters zoals mussen en vinken hebben juist een korte dikke snavel. Zij moeten de zaadjes open breken en daarvoor hebben ze een sterke snavel nodig.
Hoe zijn vogels ontstaan?
Roodborstje
Winterkoning
Spreeuw
Zanglijster
De eerste dieren met veren leefden ongeveer 150 miljoen jaar geleden. Dat is de tijd van de dinosauriërs. In een Duitse steengroeve zijn fossiele afdrukken gevonden van de eerste vogel: de Archaeopterix. Deze vogel was zo groot als een kraai, maar had wel een langere staart. In de periode daarna zijn er steeds nieuwe vogelsoorten bijgekomen. Veel daarvan zijn ook weer uitgestorven. Op dit moment leven er in de wereld ongeveer 10.000 vogelsoorten. Er sterven nog steeds vogels uit, maar nu vaak door invloed van mensen. Poten
Staartmees
Stadsduif
Zwarte kraai
De poten verraden hoe vogels leven. Reigers en ooievaars hebben lange poten waarmee ze makkelijk door hoog gras of door water kunnen lopen. Daar vinden ze hun voedsel als muizen en vissen. Roofvogels hebben sterke klauwen met scherpe nagels waarmee ze hun prooi goed kunnen vasthouden. Deze vogels leven dan ook van andere dieren die flink kunnen tegenspartelen. Veel zangvogels eten insecten of zaden. Deze vogels hebben korte pootjes waarmee ze makkelijk door bomen en struiken kunnen “rennen” of waarmee ze over de grond kunnen hippen. Deze pootjes knijpen vanzelf dicht, zodat ze niet van de takken vallen als ze voedsel zoeken of slapen. Natuurlijk ken je ook wel de poten van een eend met zijn grote zwemvliezen. Hiermee kunnen ze heel goed door het water roeien. De meeste vogels hebben 3 tenen die naar voren wijzen en één kleine teen die naar achteren wijst. Bij spechten is dat anders. Die vogels klimmen langs boomstammen omhoog en dan moeten ze veel grip hebben. Daarom kan één teen opzij gedraaid worden.
Vleugels Ook door goed naar de vleugels te kijken, kun je veel te weten komen over de vogel. Veel zeevogels hebben lange smalle vleugels waarmee ze zelfs in een flinke storm nog moeiteloos kunnen zweven. Zonder wind hebben ze heel veel moeite met vliegen. Roofvogels en ooievaars houden juist niet van harde wind. Zij hebben juist heel brede vleugels waarmee ze op de thermiek uren lang kunnen zweven. Als de zon de grond verwarmt, wordt de lucht erboven ook warm en die stijgt dan op. Deze opstijgende warme lucht heet thermiek en kan kilometers hoog komen. Boven zee ontbreekt deze opstijgende lucht en daarom vliegen roofvogels en ooievaars het liefst over land. Kleine vogels flappen de hele tijd om in de lucht te blijven. De soorten die helemaal naar Afrika vliegen hebben net iets langere vleugels dan de neefjes en nichten die niet zo ver vliegen. Ogen Vogels die veel in het water duiken om te eten, hebben ogen met een extra beschermingsvlies. Zo kunnen ze met de ogen open onder water hun voedsel vinden en hebben geen duikbril nodig. Om afstand goed in te schatten heb je twee ogen nodig die dezelfde kant uit kijken. Uilen en roofvogels vangen prooien en moeten de afstand tot de prooi goed kunnen inschatten. Daarom hebben uilen grote ogen die aan de voorkant in de kop zitten. Zo kunnen ze ook in het donker heel goed de afstand inschatten van de prooi. Omdat de ogen zo groot zijn kunnen ze niet bewegen in de kop. Als en uil achter zich wil kijken, moet hij zijn hele kop draaien. Ook roofvogels vangen prooien. Zij hebben de ogen daarom ook vooraan in de kop, maar deze kunnen wel een klein beetje bewegen.
Vogels die veel vijanden hebben, zoals zangvogels en weidevogels, hebben de ogen aan de zijkant van de kop. Zonder de kop te draaien, kunnen ze bijna helemaal om zich heen kijken en zo rovers al van verre zien aankomen. De ogen van vogels zijn ook zo bijzonder omdat ze ultra violet licht (UV-licht) kunnen zien. Mensen kunnen dat niet zien. Muizenpies weerkaatst het UV-licht. Daar maken torenvalken gebruik van want ze kunnen vanuit de lucht zo’n piesspoor volgen en komen dan vanzelf bij een smakelijke muis. Ook veel andere vogels als grasparkieten en mezen kunnen UV-licht zien. Voor ons lijken deze vogels allemaal op elkaar, maar als je er een UV lamp op schijnt en een speciale bril opzet, lijken sommige delen van deze vogels wel licht te geven. Daar herkennen ze elkaar aan. Reuk Over de vraag of vogels kunnen ruiken bestaat veel onduidelijkheid. De Nieuw Zeelandse kiwi zoekt in de nacht naar wormen in de grond. Bij het puntje van zijn snavel zitten de neusgaten en hij vindt de wormen vooral door te ruiken. Veel gieren in Afrika leven op de open vlaktes en zweven op grote hoogte op zoek naar dode dieren. Die vinden ze vooral met hun heel scherpe ogen en waarschijnlijk kunnen deze vogels niet zo goed ruiken. Andere gieren leven meer in bosgebieden. Dan heb je niet zo veel aan goede ogen, maar moet je dode dieren vooral vinden op de stank. Deze gieren kunnen juist wel heel goed ruiken. Van veel vogels is onbekend of ze kunnen ruiken, maar onderzoek heeft aangetoond dat spreeuwen geschikt nestmateriaal kunnen ruiken. Dus het is waarschijnlijk wel zo dat vogels kunnen ruiken, maar de ene soort veel beter dan de andere.
Veren
Geluid
We hadden al gezegd dat het belangrijkste kenmerk van vogels de veren zijn. De onderlaag bestaat uit kleine donsveertjes. Die houden het lichaam warm. Daaroverheen liggen als een soort dakpannen de veren over elkaar. Die maken het verenpak goed waterdicht en met deze veren pronken de vogels. Deze veren worden ook gebruikt om te vliegen. Voor vogels die veel op en in het water leven, is het niet genoeg dat de veren als dakpannen over elkaar liggen. Zij moeten de veren goed insmeren met een soort vet. Daarvoor hebben ze aan het begin van de staart (op de stuit) een speciale klier waar dit vet wordt gemaakt. Ze smeren dit vet met de snavel en de kop over hun hele verenkleed en kunnen dan zonder problemen duiken en zwemmen.
Vogels zijn bekend om hun mooie zang, maar waarom zingen vogels eigenlijk? Vogels maken verschillende geluiden om met elkaar te “praten”. Meestal zijn het de mannetjes die het mooiste zingen. Ze vertellen hun soortgenoten dat die plek al bezet is (het territorium). Vrouwtjes kiezen de mannetjes die het mooist en het langst zingen. Een mannetje dat lang kan zingen heeft een goed leefgebied en kan dus veel voedsel voor de jonge vogels vinden. Dat zijn de beste mannen. Vogels zingen meestal alleen in het voorjaar. Dan moeten ze hun territorium verdedigen en een vrouwtje zoeken. Na de broedtijd is zingen niet meer nodig. Het trekt dan alleen maar de aandacht van roofdieren en dus stoppen de meeste vogels dan met zingen. Naast de zang kennen vogels ook verschillende andere geluiden. Er zijn korte roepjes waarmee ze elkaar aangeven waar ze zitten. Vogels die in groepen trekken roepen ook steeds naar elkaar zodat ze weten waar de soortgenoten zijn. Als er gevaar is laten ze een alarmgeluid horen om de soortgenoten te waarschuwen.
Rui Veren slijten en doen dan hun werk niet meer. Ze moeten dan vervangen worden. Dit heet de rui. De meeste vogels ruien na het broedseizoen in augustus. De drukke broedperiode is dan voorbij en de vogels hebben de tijd om hun verenpak te wisselen. Dit kost veel energie en daarom houden ze zich heel rustig en laten zich niet zo vaak meer zien. In september zijn ze klaar en hebben weer allemaal nieuwe veren. Daarmee kunnen vogels de koude winter overleven of ze kunnen ermee naar Afrika trekken. De meeste vogels ruien enkele veren tegelijk. Zo kunnen ze blijven vliegen. Eenden en ganzen ruien alle slagpennen tegelijk. Dat zijn de veren aan het eind van de vleugels waarmee ze vliegen. Ze kunnen dan enkele weken niet vliegen. Dat is natuurlijk wel gevaarlijk want ze kunnen niet snel wegkomen als er een roofdier komt. Daarom trekken ze voor de rui naar rustige gebieden met veel water. Op het water zijn ze veilig voor vossen, katten en honden.
Broeden De meeste vogels bouwen in het voorjaar een nest. Sommige vogels, zoals mezen, broeden het liefst in holtes en maken ook gebruik van nestkasten. Merels maken zelf een nest in een struik. Eenden maken in een graspol een nest en roofvogels en ooievaars hebben vaak grote nesten in bomen die ze elk jaar opnieuw gebruiken. Dan worden de eieren gelegd. Het aantal varieert van 1 tot wel 14. De meeste zangvogels hebben 4 of 5 eitjes, maar eenden hebben er vaak wel 8 en koolmezen kunnen er wel 14 leggen. Natuurlijk kan een vrouwtje nooit alle eitjes tegelijk leggen. Meestal legt ze elke dag een ei. Bij veel zangvogels, eenden, ganzen en weidevogels (zoals de kievit), begint het vrouwtje pas met broeden als alle eitjes gelegd zijn. Zo zorgt ze ervoor dat alle jongen op dezelfde dag uit het ei komen en ook op dezelfde dag het nest verlaten. Roofvogels en uilen beginnen al met broeden als het eerste ei gelegd is. Zo komen de jongen na elkaar uit het ei en is het oudste jong het grootst en het sterkst. Als er weinig voedsel te vinden is, zullen de kleinste jongen het niet overleven en worden dan vaak door de grotere broers en zussen opgegeten. Zo zorgen roofvogels en uilen ervoor dat de kans het grootst is dat er in ieder geval 1 of 2 jongen groot worden. Als alles meezit, kunnen alle jongen volwassen worden. Bij de meeste zangvogels duurt het broeden
Wordt juniorlid!!!
Vogeltrek
ruim 2 weken en blijven de jongen ook ruim 2 weken in het nest. Bij grotere vogels duurt het wat langer. De jongen van zangvogels komen kaal en naakt uit het ei. Ze blijven in het nest tot ze veren hebben en kunnen fladderen. Dit noemen we “nestblijvers”. Bij eenden, ganzen en weidevogels, komen de jongen al helemaal bedekt met dons uit het ei. Ze kunnen binnen een dag lopen en verlaten dan ook meteen het nest. Dit noemen we “nestvlieders”. De ouders wijzen ze de voerplaatsen, maar ze moeten meteen zelf eten zoeken. De jonge zangvogels krijgen het voer van de ouders in het nest. Grotere vogels hebben maar 1 nest per jaar. Veel zangvogels hebben wel 2 of 3 nesten per jaar. Er worden veel jonge eendjes en zangvogels geboren. Toch nemen de aantallen van deze vogels niet heel erg toe. Dat komt omdat veel jonge vogels worden opgegeten door katten, sperwers, reigers, snoeken, enz. Bij slecht weer gaan er ook veel dood door de kou en nattigheid. Dit hoort allemaal bij de natuur. Er blijven toch genoeg jongen over zodat het aantal vogels ongeveer gelijk blijft.
Sommige vogels blijven het hele jaar op dezelfde plek, zoals de merel en de huismus in jouw tuin. Maar heel veel andere vogels broeden op andere plaatsen dan waar ze overwinteren. Ganzen broeden bijvoorbeeld in het hoge noorden van Scandinavië en Rusland, maar in de winter is het daar de hele dag donker en is het gras bedekt met een dikke laag sneeuw en ijs. Daarom komen ze graag naar onze sappige weilanden waar ze de hele winter genoeg kunnen eten. De zwaluwen die bij ons broeden, eten alleen insecten. In de winter zijn die hier niet te vinden en dus trekken deze vogels in de herfst naar Afrika. In het volgende voorjaar komen ze dan weer terug. Er zijn ook vogels die in het hoge noorden broeden en die helemaal in Afrika overwinteren. Dat zijn pas echt de lange afstandsvliegers zoals de rosse grutto en de kanoet. Maar hoe vinden vogels de weg en hoe kan het dat een zwaluw na een reis van duizenden kilometers weer in dezelfde schuur terugkomt als waar hij vorig jaar heeft gebroed? Vogels die overdag vliegen oriënteren zich op de stand van de zon. Ze kijken ook naar het landschap en volgen vaak rivieren, de kustlijn of bosranden. Vogels die ’s nachts vliegen kijken naar de stand van de sterren en de maan. Maar wat doen ze dan als het bewolkt is? Zoals je weet heeft de Aarde een magnetisch veld. Een kompasnaald wijst het noorden aan. De meeste vogels hebben een soort ingebouwd kompas en kunnen ook zonder dat ze de zon, maan of sterren kunnen zien, hun weg vinden. Hoe ziet de vogelagenda eruit? Voor de meeste vogels ziet een jaar er zo uit. In het voorjaar zoeken ze een broedgebied en een partner om samen jongen groot te brengen. Kleine vogels broeden vaak wel 2 of 3 keer. Grote vogels broeden maar één keer per jaar omdat het veel langer duurt voor de jongen kunnen vliegen en zelfstandig zijn. Na het broeden gaan ze ruien. In de herfst gaan veel vogels op trek en de vogels die hier blijven maken zich klaar voor de lange winter. En in het voorjaar begint het hele verhaal weer opnieuw.
Als juniorlid van Vogelbescherming kom je op voor de vogels! En als juniorlid krijg je 5x per jaar het spannende magazine Vogels Junior. Vogels Junior gaat over beesten, buiten en beschermen en is speciaal bedoeld voor jou! Je vindt er de mooiste foto’s, posters, gekke weetjes en nuttige informatie over dieren en het beschermen van natuur. Maar je leest bijvoorbeeld ook over de favoriete natuur van Bekende Nederlanders en portretten van mensen die werk maken van natuurbescherming.
Kijk voor meer info op:
www.vogelbescherming.nl /juniorlid
BTW TARIEF GEEN 21% BTW, MAAR 6% BTW!!! Vanaf 1 maart 2013 is het btw tarief voor tuinaanleg en tuinonderhoud verlaagd. Het verlaagde tarief loopt tot 1 maart 2014. Heeft u plannen, reageer dus tijdig!!!
Wander van Laar www.webshoptuinmateriaal.nl De Groen Heren TUINARCHITECTUUR Webshop Tuinmateriaal Buitengeluk
[email protected] Telefoon: 06 25083440
WWW.WEBSHOPTUINMATERIAAL.NL