WATE NO. ! INGEK.
L
• 2012.10436 H M
LEI
1 4 MEI 2012
Waterschap Roer en Overmaas
Sittard, 10 mei 2012
AAN HET D A G E L I J K S B E S T U U R
UITNODIGING voor de vergadering van het dagelijks bestuur, te houden op maandag 14 mei 2012, om 15.00 uur in de Bestuurskamer van het waterschapshuis te Sittard. ./.
De agenda en de daarbij behorende stukken treft u hierbij aan. De voorzitter,
N.B. Let op de afwijkende vergaderdag en het afwijkend aanvangstijdstip.
121096/TI
Waterschap Roer en Overmaas
AGENDA VOOR D E V E R G A D E R I N G VAN H E T D A G E L I J K S B E S T U U R VAN 14 MEI 2012 nr.
onderwerp/voorstel
1
Besluitenlijst van de vergadering van het dagelijks bestuur van 24 april 2012
besluit
Voorstel: vaststellen. 2
Ingekomen stukken, openstaande vragen en acties. WBL-. BsGW-. UvW- en G R HWH-aangelegenheden. beantwoording van vragen en mededelingen Voorstel: besluiten conform de geformuleerde voorstellen.
3
Lijst van te verzenden stukken Voorstel: instemmen met verzending van de in de lijst omschreven brieven.
4
Commissievergaderingen 29 mei 2012/ 5 iuni 2012 Voorstel: commissievergaderingen van 29 mei 2012 annuleren.
5
Standaarduitvoeringsovereenkomst B s G W voor W R O Voorstel: 1. instemmen met de aangeboden Standaarduitvoeringsovereenkomst Heffing en Invordering belastingen en uitvoering Wet WOZ Waterschap Roer en Overmaas en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen; 2. periodiek (jaarlijks) een audit instellen of de vaststelling en de inning van de aanslag geschiedt conform de hierafrr ' gestelde eisen van juistheid, volledigheid en getrouwheid, alsmede de afspraken in de nu voorliggende standaarduitvoeringsovereenkomst.
121145/TI
1/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel
6
Beroepschriften teqen afaewezen verzoeken om kwijtscheldina
besluit
Voorstel: instemmen met de afwijzingen en betrokkenen hiervan in kennis stellen. 7
Verlening, krediet voor ICT-vervangingen; 4e kredietverlening 2012 Voorstel: een krediet van € 300.000 verlenen voor ICT-vervanging en vernieuwing voor de jaren 2012 en 2013.
8
Netcentrisch werken Voorstel: instemmen met het in deze notitie verwoorde standpunt ten aanzien van de implementatie van netcentrisch werken.
9
Evaluatie / actualisatie Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Voorstel: 1. de Evaluatie van het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 voor kennisgeving aannemen; 2. instemmen met een verkorte vaststellingsprocedure voor het opstellen van een geactualiseerd Beheersplan Waterkeringen 2013-2015.
10
Project 'Herinrichting deeltraject Kaniel en vernieuwing waterinlaat nabii de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem. inclusief de aanleg van een stapelmuur nabii de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht'; vaststelling ontwerp-proiectplan en beschikbaarstelling uitvoeringskrediet; 3e kredietverlening 2012 Voorstel: 1. het Projectplan Waterwetproject 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem,
121145/TI
2/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht' in ontwerp vaststellen en dit gedurende 6 weken ter inzage leggen; 2. voor het project 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem', inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht' een uitvoeringskrediet van € 1.485.000 beschikbaar stellen. 11
Aanvraag afkoppelsubsidie van de gemeente Voerendaal Voorstel: positief beschikken op de aanvraag en een bijdrage van € 6.300,- beschikbaar stellen voor het project Afkoppelen regenwater Colmont.
12
Aanvraag afkoppelsubsidie van de gemeente Sittard-Geleen Voorstel: positief beschikken op de aanvraag en een bijdrage van € 5.670,- beschikbaar stellen voor het project Afkoppelen ijshal Glanerbrook te Geleen.
13
Jaarrekening 2011 van Stichting Het Waterschapshuis Voorstel: de jaarstukken 2011 van Stichting Het Waterschapshuis voor kennisgeving aannemen.
14
Uitgebreide analvse iaarrekeningresultaat 2011. ten opzichte van de primitieve begroting
v''
Voorstel: 1. de uitgebreide analyse van het jaarrekeningresultaat 2011 ten opzichte van de primitieve begroting voor kennisgeving aannemen;
121145/TI
3/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
2. deze analyse samen met de jaarrekening toezenden aan de commissies. 15
Vaststelling programmarekening 2011 Voorstel: instemmen met de bijgevoegde conceptnotitie aan de commissie Middelen en Financieel Beleid.
16
Rondvraag
f
121145/TI
4/4
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 1
B E S L U I T E N L I J S T VAN DE V E R G A D E R I N G VAN HET D A G E L I J K S B E S T U U R VAN 24 APRIL 2012 Aanwezig: de heren L.H. Dohmen, H.M.G. Hartmann, C.H.J.M. Lebens, J.H.J. van der Linden en R.L.M. Sleijpen voorzitter: secretaris/directeur: adjunct-directeur:
de heer J . J . Schrijen de heer J.M.G. In den Kleef mevrouw M.H.M.G. Leenders-Stassen
Afwezig met bericht van verhindering:
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
0
Presentatie H. Tolkamp inzake stand van zaken KRW
Voor kennisgeving aangenomen.
1
Besluitenlijst van de verqaderina van het daqeliiks bestuur van 10 april 2012
Conform voorstel besloten.
Voorstel: vaststellen. 2
Inqekomen stukken, openstaande vraoen en acties. WBL-, BsGW-. UvW- en G R HWH-aanqeleqenheden, beantwoordinq van vraqen en mededelinqen I
Ingekomen stukken
1. Overzicht van verzoekschriften die de Nationale ombudsman in 2011 over Waterschap Roer en Overmaas heeft ontvangen. Voorstel: voor kennisgeving
Ter kennisneming toesturen aan de leden van het algemeen bestuur.
aannemen.
2. E-mailbericht van dr. W.F.A. HeemsDe voorzitter zal een reactie sturen. kerk d.d. 7 april 2012 inzake de vergunning van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 21 maart 2012 voor i het kruisen van Rijkswegen 67 en 73 ' ten behoeve van een aardgastransportleiding op het traject OdiliapeelMelick. ;
121022/KL
1/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel Voorstel: voor kennisgeving 3.
besluit aannemen.
Uitnodiging voor de afscheidsreceptie van burgemeester Bruis op donderdag 10 mei 2012 te Venlo.
De afscheidsreceptie zal worden bijgewoond door de voorzitter.
Voorstel: bespreken. II
Openstaande vragen en acties
Lijsten van openstaande vragen en acties uit het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de commissies. Voorstel: voor kennisgeving
Conform voorstel besloten.
aannemen.
Ill WBL-aangelegenheden Niet
-
voorhanden.
IV BsGW-aangelegenheden Niet V
-
voorhanden. UvW-aangelegenheden
1. Brief van de Unie van Waterschappen van 4 april 2012 met daarbij gevoegd de 'Atlas van de lokale lasten 2012' van het COELO. De brief van de Unie van waterschappen is bijgevoegd. De atlas zelf ligt, gelet op de omvang ervan, voor u ter inzage. Voorstel: voor kennisgeving
Conform voorstel besloten.
aannemen.
2. Brief van de Unie van Waterschappen van 4 april 2012 inzake content website belastingsamenwerking.
Conform voorstel besloten.
Voorstel: ter afdoening in handen stellen van y BsGW.
121022/KL
2/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
3. Nieuwsbrief voorzitters en secretarissen/directeuren van de Unie van Waterschappen, week 13, week 14 en week 15.
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving
aannemen.
VI G R HWH-aangelegenheden Niet
-
voorhanden.
VII Beantwoording van vragen Niet
-
voorhanden.
VIII Mededelingen Mededeling inzake verantwoording vordering Landsbanki Island in de jaarrekening 2011. Voorstel: voor kennisgeving 3
De heer Sleijpen zal een gesprek met de accountant hieromtrent beleggen.
aannemen.
Liist van te verzenden stukken Brief aan College van Gedeputeerde Staten van Limburg inzake Habitattoets GGOR Turfkoelen
Brief tekstueel aanpassen. Overigens conform voorstel besloten.
Voorstel: instemmen met verzending van de brief. 4
Evaluatie drooate 2011 Voorstel: het rapport Evaluatie droogte 2011 voor kennisgeving aannemen.
5
Evaluatie hooqwater ianuari 2012 Voorstel: de evaluatie hoogwater januari 2012 voor ,.kennisgeving aannemen.
6
Evaluatie 2011 aanpak wateroverlast en bodemerosie, voorstellen voor het continueren van het beleid vanaf 2013
121022/KL
De aanbevelingen worden overgenomen. Notitie met betrekking tot de noodstuwen in het DB aan de orde stellen.
In de tabel met de piekafvoeren tevens de capaciteit van de watergangen vermelden. Overigens conform voorstel besloten.
Conform voorstel besloten.
3/4
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
Voorstel: de evaluatie 2011 voor kennisgeving aannemen. 7
StandDuntbeoalinq oobrenoststiiqinq meeriarenramina 2013-2017 Voorstel: een standpunt innemen over de stijgingspercentages van de opbrengst waterschapslasten voor de meerjarenraming 2013-2017.
7a
Evaluatie grondwaterbeleid: een tussenstand Voorstel: 1. instemmen met de aangeboden evaluatienotitie, met name het loslaten van maximale pompcapaciteit bij landbouwkundige grondwateronttrekkingen en dit vooreerst actief te gedogen gedurende 2012 en 2013; 2. niet instemmen met de aanbeveling om reeds in 2013 de bestaande algemene regel betreffende peilgestuurde drainages aan te passen.
8
Met de in de tabel op pagina 4 aangehaalde stijgingspercentages waarbij rekening is gehouden met de meerjarenraming 20132017, inclusief de marginale meerkosten en een verantwoorde inzet van de egalisatiereserves, wordt ingestemd.
Conform voorstel besloten. De voorzitter en de heer Van der Linden zullen deelnemen aan het bestuurlijk overleg op 9 mei 2012. -
Rondvraaq Geen gebruik van gemaakt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van
De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijerv
121022/KL
4/4
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 2
Onderwerp Ingekomen stukken, openstaande vragen en acties, WBL-, BsGW-, UvW- en G R HWHaangelegenheden, beantwoording van vragen en mededelingen Portefeuillehouders) Diverse Afdeling Diverse Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterheheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Niet van toepassing. Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012 5 juni 2012 5 juni 2012 26 juni 2012
Voorstel Besluiten conform de geformuleerde voorstellen voor afdoening.
nr.
omschrijving 1
voorstel voor afdoening
Ingekomen stukken
1
./.
Uitnodiging voor de startbijeenkomst van het project Water ABC op dinsdag 5 juni 2012 in Boskoop.
Bespreken.
2
./.
Brief van de Provinciale Archiefinspecti@,,van 19 april 2012 inzake inspectiebezoek ;ö0 21 juni 2012. F
Vooralsnog voor kennisgeving aannemen.
3
./.
Persbericht van de NWB Bank inzake de op 26 april 2012 gehouden Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Voor kennisgeving aannemen.
121060/TI
1/3
Waterschap Roer en Overmaas
nr.
omschrijving
voorstel voor afdoening
2 ./.
Mededeling inzake afdoening opschonen sifonduiker en profiel Geleenbeek.
Instemmen met verzending van de bijgevoegde concept-brief aan Rijkswaterstaat.
3 ./.
Mededeling inzake betekenis Natuurakkoord, KRW en P A S voor het beleid van W R O .
Instemmen met verzending van de bijgevoegde concept-brief aan Gedeputeerde Staten van Limburg.
4 ./.
Mededeling inzake kwijtscheldingsbeleid.
Voor kennisgeving aannemen en deze mededeling met het rapport van de Unie van Waterschappen opnemen op de lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor het algemeen bestuur.
5
Voor zover voorhanden, zullen verdere mededelingen mondeling ter vergadering worden gedaan.
De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121060/Tl
3/3
Van: Hanneke Oosterbaan fmailto:
[email protected] Verzonden: donderdag 19 april 2012 16:12 Aan: Peter Leendertse CC: Hanneke Oosterbaan Onderwerp: vooraankondiging Startbijeenkomst Water ABC: Borgen van waterkwaliteit! geprint Beste mensen, Hierbij stuur ik u een vooraankondiging van de startbijeenkomst van Water ABC (Aanpak, Borging en Certificering van waterkwaliteit)! Ik wil u, mede namens opdrachtgever Jaap van Wenum van LTO, van harte uitnodigen voor deze interactieve start. De startbijeenkomst van het project Water ABC is dinsdagmiddag 5 juni vanaf 13.00 uur, in Boskoop. Water ABC is een unieke aanpak om waterkwaliteitsknelpunten rond gewasbescherming op te lossen. Het is een initiatief van de platformleden duurzame gewasbescherming. Bijgevoegd vindt u de informatieflyer. Vooruitblik op het programma: Enkele sprekers (o.a. Dijkgraaf Gert Verwolf -voorzitter van het BOOT-overleg-, Carlos Nijenhuis voorzitter van Nefyto- en Peter Bontekoe -LTO voorzitter boomkwekerij-) zullen hun kijk geven op de unieke aanpak, borging en certificering van de waterkwaliteit. Verder willen we graag met u van gedachten wisselen over de kansen van borging om de resterende waterkwaliteitsknelpunten op te lossen. We zijn te gast bij een boomkwekerij in Boskoop in de regio van Hoogheemraadschap Rijnland. Samen willen we daar ook ter plekke de mogelijke kansen voor de boomkwekerij onder de loep nemen. Wellicht kunnen we samen al een emissieroute in het Boskoopse afsluiten. We horen graag of u of een collega aanwezig kunt zijn. U kunt u aanmelden door een e-mail te sturen naar Hanneke Oosterbaan
[email protected], 0345-470745). Met vriendelijke groet, Dr. Peter C. Leendertse T 0345-470751 M 06-22229255 E
[email protected] twitter: @WaterABC_nl of http://twitter.eom/#i/WaterABC
Water A B C Water ABC CLM Onderzoek en Advies BV Postbus 62, 4100 AB Culemborg Godfried Bomansstraat 8, 4103 WR Culemborg
nl
mm §§§§fl • l i ÏÏÊÈÊÊBËÊÊÊÊÊr
•
WÊÊÊm
111
• l •iif
Water ABC
•
Aanpak, Borging & Certificering van waterkwaliteit
Waarom water A B C ? Waterkwaliteitsknelpunten in oppervlaktewater en drinkwaterwinning zijn hardnekkig. Uit de Evaluatie Duurzame Gewasbescherming (2012) blijken de knelpunten veroorzaakt door gewasbeschermingsmiddelen nog niet opgelost. Dit ondanks de resultaten vanuit het convenant Duurzame Gewasbescherming. Inmiddels is er wel veel kennis beschikbaar over emissieroutes en effectieve maatregelen. Een blijvende en geborgde toepassing van deze maatregelen is er echter nog niet. In het project Water ABC staat juist die borging centraal.
Borging van maatregelen
I fit* i
Br
K
Water ABC is een unieke aanpak om waterkwaliteitsknelpunten rond gewasbeschermingsmiddelen op te lossen via borging. Het is belangrijk dat de beschikbare maatregelen om de knelpunten aan te pakken breed in de praktijk toegepast worden. Dit kan op verschillende manieren geborgd worden: via certificering door de markt (afnemers), of door aanvullende eisen in bestaande certificaten (o.a. VKL certificaat loonwerkers, Voedselveiligheid certificaat Akkerbouw, MPS, Milieukeur e.d.). Ook kan gedacht worden aan aanpassing van regelgeving (activiteitenbesluit, provinciale verordeningen) of bijvoorbeeld de invulling van groen-blauwe diensten (bijv. GLB+ pakket). Welk soort borging geschikt is hangt af van het knelpunt, de emissieroutes en maatregelen, en de
iii
•
Ontwikkeling van borging in werkgebieden Water ABC gaat aan de slag in 5 verschillende werkgebieden. Met de stakeholders in deze gebieden wordt bekeken welke maatregelen effectief zijn en welke instrumenten perspectief bieden om toepassing van de maatregelen te borgen. Vervolgens wordt de borging concreet uitgewerkt en in de betreffende werkgebieden in de praktijk gebracht. De uitvoering van het project is in de volgende werkgebieden gestart en/of in voorbereiding: a Regio Boskoop, werkgebied Hoogheemraadschap van Rijnland: hier ligt het accent op de boomkwekerij. h Regio Zuidoost Nederland, werkgebied Waterschap Aa en Maas, accent op mais. m Regio Noord en Zuid Holland, werkgebied van Hoogheemraadschap Rijnland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, accent bollenteelt. a Regio Friesland en Flevoland, werkgebied van Wetterskip Fryslan en Waterschap Zuiderzeeland, accent puntemissies akkerbouw. m Brabant en Bommelerwaard, werkgebied van Brabant Water en Dunea, accent op kwetsbare gebieden (diverse sectoren).
Illllil Provinciale Archiefinspectie
201202979
provincie
limburg
Watersch.-^ Roerden ü*crimuis
2 3 APR. 2012 Aan het dagelijks bestuur van Waterschap Roer & Overmaas t.a.v. de heer Smeets Postbus 185 6130 AD SITTARD
I
i aan
-J Ons kenmerk Faxnummer Bijlage(n)
pai.L12.029 I 1
Behandeld Doorkiesnummer 's-Hertogenbosch
T.M.F. van der Heijden (073) 681 25 43 19 april 2012
Onderwerp Te ontvangen informatie ten behoeve van het inspectiebezoek Geacht bestuur, In het kader van het door Gedeputeerde Staten uit te oefenen toezicht op de zorg voor de archieven heb ik in overleg met de heer Smeets voor uw gemeente een inspectiebezoek gepland op donderdag 21 juni 2012 aanvang 10.00 uur. Namens Gedeputeerde Staten wordt het toezicht op de zorg voor de archieven uitgeoefend door de provinciaal archiefinspecteur, de heren Koch en Van der Horst zullen namens deze de inspectie uitvoeren. Wellicht ten overvloede merk ik op dat onder zorg voor de archieven de algemeen bestuurlijke verantwoordelijkheid van de overheidsorganen wordt verstaan. In de praktijk krijgt dit vorm in zorg voor toereikende huisvesting (archiefruimte en archiefbewaarplaats), voor voldoende en gekwalificeerd personeel, voor regelgeving en voor voldoende middelen ter uitvoering van de werkzaamheden. De inspecteur kan namens Gedeputeerde Staten tekortkomingen in zorg, beheer en openbaarheid signaleren en de besturen daarop aanspreken. Ter voorbereiding op het inspectiebezoek, stel ik het op prijs de navolgende informatie voor 1 juni 2012 te ontvangen. Gelieve deze informatie te sturen naar. Provinciale Archiefinspectie Noord-Brabant/Limburg Postbus 90151 5200 MC 's-Hertogenbosch Mocht u onderstaande informatie digitaal beschikbaar hebben, dan heb ik er geen bezwaar tegen, deze in digitale vorm te ontvangen. U kunt deze sturen naar:
[email protected]. Hoogachtend,
de provinciaal archiefinspecteur, mw. drs. M.H. van den Heuvel-Habraken
Bijlage: informatie ten behoeve van inspectiebezoek
Organisatie 1. Een overzicht van het aantal medewerkers, formatief en effectief, belast met registratie en archivering alsmede hun opleiding en jaar van afronding; 2. een kopie van het meest recente organisatieschema van uw organisatie; 3. een overzicht van de gemeenschappelijke regelingen waaraan uw gemeente deelneemt; inclusief adresgegevens; 4. een overzicht van de privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan uw gemeente op basis van Gemeentewet artikel 160 deelneemt;
Wet- en regelgeving 5. een kopie van het Besluit Informatiebeheer als bedoeld in uw archiefverordening; 6. een kopie van het e-rnailprotocol, voorzover niet geïntegreerd in het Besluit Informatiebeheer; 7. een kopie van de paragraaf "procedures met betrekking tot de verplaatsing of veiligstelling van objecten met cultuurhistorische waarde" uit het gemeentelijke rampenplan; 8. een kopie van het calamiteitenplan voor de informatievoorziening voorzover dat is vastgesteld; 9. een of meer recente jaarverslagen als bedoeld in uw vastgestelde archiefverordening; 10. een kopie van het informatiebeleidsplan, voor zover vastgesteld; 11. een kopie van het informatiebeveiligingsbeleid voor zover vastgesteld; 12. een kopie van de inspectierapportages door de archiefdiensten;
Registratie 13. het gemiddeld aantal ingekomen, interne en uitgaande documenten, inclusief fax- en e-rnailberichten, dat per maand voor registratie in aanmerking komt; 14. een overzicht van de registratiesystemen waarin archiefstukken worden ingeschreven;
Analoge archivering 15. de periode en de omvang van het dynamisch archiefbestand in strekkende meters; 16. de periode en de omvang van uw semi-statisch archief in strekkende meters en opgave van de ruimten waar deze bestanden worden bewaard; 17. de periode en de omvang van uw oud-archief in strekkende meters; 18. de aanwezigheid van andere archieven (bijvoorbeeld van gemeenschappelijke regelingen, commissies c.d):
Digitale archivering 19. een overzicht van alle ICT-systemen die archiefbescheiden bevatten of genereren; 20. een overzicht van de aanwezige digitale bestanden die. voor selectie en eventuele bewaring in aanmerking komen, inclusief hun omvang (in MB, GB of TB); 21. een kopie van de procedure voor het bewaren, converteren en migreren van digitale bestanden, voor zover vastgesteld; 22. indien beschikbaar een kopie van de procedure op basis waarvan dc website van uw organisatie wordt gearchiveerd.
n w b ]
b a n k
Persbericht
Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de NWB Bank
In de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB Bank) gehouden op 26 april 2012 in Den Haag hebben de aandeelhouders de jaarrekening 2011 vastgesteld. In het licht van de Bazel IIIkapitaaleisen zal de winst na vennootschapsbelasting, welke over het jaar 2011 is vastgesteld op € 75 miljoen, in zijn geheel worden toegevoegd aan de algemene reserves van de bank. Aan de leden van de directie en de Raad van Commissarissen is door de aandeelhouders decharge verleend voor het door hen gevoerde beheer respectievelijk gehouden toezicht over 2011. Voorts hebben de aandeelhouders ingestemd met de voordracht door de Raad van Commissarissen tot herbenoeming van mevrouw drs. E.F. Bos als commissaris van de vennootschap voor een termijn van vier jaar. Mevrouw Bos is lid van de Raad van Commissarissen sinds 2008. De heer ir. E.H. baron van Tuyll van Serooskerken is wegens gezondheidsredenen op eigen verzoek afgetreden als commissaris van de vennootschap. De heer Van Tuyll was lid van de Raad van Commissarissen sinds 2001. De Raad van Commissarissen zal zich beraden over de ontstane vacature. In de vergadering is tevens op voordracht .van de Raad van Commissarissen de heer R.A. Walkier herbenoemd als voorzitter van de directie van de NWB Bank voor een periode van vier jaar. De heer Walkier is lid van de directie sinds 1993 en is voorzitter van de directie sinds 2008.
Den Haag, 27 april 2012 De directie Nederlandse Waterschapsbank N.V., Rooseveltplantsoen 3, 2517 KR Oen Haag. Informatie voor media: mevrouw mr. Heieen van Rooijen, general counsel, tel. 070-4166251, e-mail:
[email protected]. Hoofddoelstelling van de NWB Bank is het zo goed en goedkoop mogelijk financieren van de Nederlandse publieke sector. Door zijn solide status en financiële deskundigheid is de bank in staat op de internationale financiële markten ruim voldoende gelden aan te trekken tegen gunstige voorwaarden. Daarbij kent de NWB Bank een zeer lage kostenstructuur. De NWB Bank streeft niet naar maximale winst, maar naar een bij het karakter van de bank passend optimaal resultaat.
Waterschap Roer ©n Overmaas
- 1 MEI
Irkjek Nt
'
2012
U.m. Vz . Seor./ O*.
Onmarkingwn
AOJ Dt-.
•j.c. «Tan
Tc;-r afd aan
Van: Reuber, Jens (DLB) fmailto:
[email protected] Verzonden: woensdag 2 mei 2012 9:09 Aan: Heegde ter, Harrie; Kosters, Waas (DLB); Broedt van der, Patrick, gedeputeerde; j Ferlnga, R. (Roel) • DGW;
[email protected]:
[email protected]: Aarsen, LF.M. van den (Lilian) - DGW; l.lltiensiahorstaandemaas.nl: mvandonaeneiwaalwllk.nl;
[email protected]: polaaadommel.nl:
[email protected]:
[email protected]:
[email protected]: reln.duoontaiwDiii.nl: ).wnjaa?^<wldaland,nl; H,hpekseniaeio55,nl CC: Jongh de, Hans (LGW); bvdreelaahrabantnl: Jan' 'Hulshof; Frandsfflvan-Zandbrink.nl: Molleman, Jan; rvheeswllkiabrabant.nl: Lsantbergenfflbrabantsedelta.nl: Janssen, Aldo (OLB);
[email protected]: Hermans, Ger; Verhoef, Frans;
[email protected]:
[email protected]: mvdwouwffldommel.nl: Hartog de, Henk; Looljen Sanders, Marieke;
[email protected]: Zetten, Rlen van (WD);
[email protected]:
[email protected]:
[email protected]:
[email protected]: b.peelen(ahorstaandemaas.nl: Goudriaan, Jaap; Creemers, Rob (LG); henkvanwezeigixs4all.nl:
[email protected]:
[email protected]: Leushuls, Hans (DLB);
[email protected]: tgiizd.vnr@)<s4all.nl:
[email protected]:
[email protected]:
[email protected]:
[email protected]: m,sMeflpo°|@wsrl'"l;
[email protected]: Crijns, Lea (DLB); Nljenhub, A. te (Anouk) - DGW;
[email protected]: Kluljfhout, Ir. J.D. (Hans)
Onderwerp: Kernboodschap SDM van 25-4-2012 Geachte dames en heren, Bijgevoegd de kernboodschap van de laatste vergadering van de Stuurgroep Delta Maas DP | Rivieren van 25-4-2012, opgesteld in overleg tussen de programmadirecteur, de secretaris van de stuurgroep en de riviertakmanager. Deze kernboodschap kunt u gebruiken voor de terugkoppeling binnen uw eigen organisatie. Verder zal de kernboodschap ter kennisneming aan de Stuurgroep Delta Rijn en de Klankbordgroep Maas worden gezonden. Met vriendelijke groet, mede namens Lilian vd Aarsen en Harry ter Heegde, Jens Reuber DP I Rivieren Riviertakmanager Maas
Kernboodschap Stuurgroep Delta Maas 25 april 2012 door: Harry ter Heegde, Lilian vd Aarsen en Jens Reuber, 2 mei 2012 aan: leden Stuurgroepen Delta Maas en Delta Rijn; leden Klankbordgroep Delta Maas doel: kernboodschap voor terugkoppeling naar de eigen bestuurlijke achterban Actualiteiten Tevreden kijkt de SDM terug op het diner pensant, waar op witte donderdag het Verhaal van de Maas' is geboren. De SDM ziet het 'verhaal' als weergave van de bestuurlijke aandachtspunten die binnen het Deltaprogramma Rivieren/Maas spelen en als basis voor verdere communicatie op weg naar de regioprocessen. De SDM stelt het verhaal vast met de oproep, de inhoud te verinnerlijken en geeft aan het programmabureau mee, ten behoeve van de communicatie het 'verhaal' op een beeldende wijze uit te werken. Voortgang opdracht reoioprocessen De SDM geeft een aantal aandachtspunten voor de regioprocessen mee. Afgesproken wordt, dat de provincies in overleg met de waterschappen het regioproces gaan trekken. Doelgroepen in het regioproces zijn allereerst de bestuurlijke partners in de regio en in latere instantie belangengroeperingen en burgers. De KBG wordt vanaf het begin bij het regioproces betrokken. Naast het streven naar maatwerk per deelgebied is de integrale opgave de hoogwaterbescherming, ingebed in de inrichting/ontwikkeling van het betreffende gebied met zijn diverse gebruiksfuncties. De SDM geeft aan, het regioproces zoveel mogelijk te beperken tot hoofdlijnen en vraagt nadrukkelijk het onderwerp "meerlaagse veiligheid" mee te nemen. Voor de volgende vergadering op 20 juni 2012 verwacht de SDM een concreet voorstel voor de opdracht aan de regio voor de regioprocessen. Dit voorstel dient afgestemd te zijn tussen de projectpartners en bevat geen vraagpunten of verschillende opties. Bij dit voorstel is zowel een gebiedsindeling - ook Vlaanderen dient betrokken te worden - als ook een heldere verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden gevoegd, opgesteld door de provincies samen met de waterschappen. De namen van de trekkers zullen de provincies op korte termijn aan het programmabureau aanleveren. Deltaprogramma 2013 De SDM herkent het gebied Maas onvoldoende in de voorliggende tekst van het Delta program ma 2013. Naar overtuiging van de SDM dienen de Maas-onderdelen van het Deltaprogramma 2013 door de projectpartners binnen Maas zelf te worden geformuleerd en aangeleverd. Dit wordt ingebracht in de vergadering van de landelijke Stuurgroep Deltaprogramma op 26 april 2012. Teksten worden binnen 3 weken na heden via het programmabureau aan staf DC aangeleverd. Voortgang mogelijke strategieën Er zijn grote twijfels bij de haalbaarheid van de strategie "systeemingrepen". Deze strategie wordt wel meegenomen in het proces waarin kan worden aangegeven of deze of onwenselijk of niet realiseerbaar is. Qua communicatie in de fase voor de zomer wordt - gezien de beperkte tijd afgesproken, op hoofdlijnen te communiceren en niet technisch inhoudelijk op detailniveau. Stand van zaken RiinMaasDelta/Iisselmeer Via een korte presentatie wordt de actuele stand van zaken toegelicht. Interessant tussenresultaat, dat een mogelijke veranderipg*-'Van de afvoerverdeling bij de rijntakken nauwelijks tot geen invloed heeft op de Maa$L 'Wel hebben de knoppen "Volkeraksluizen", "Haringvlietsluizen" en "stormvloedkering nieuwe waterweg" invloed op de toekomstige mogelijkheden voor afvoer van maaswater. Andersom hebben maatregelen langs de Maas zoals berging/retentie invloed op de wateraanvoer benedenstrooms. Vandaar belangrijk volgtijdigheid in besluiten goed op elkaar af te stemmen.
UITNODIGING BESTUURDERSDAG 2012 UNIE VAN WATERSCHAPPEN "Samenwerking binnen het Bestuursakkoord Water" 18 juni 2012- Floriade, Venlo
Geachte voorzitters, secretaris-directeuren, AB- en DB-leden, Wij nodigen u van harte uit voor de Bestuurdersdag 2012 van de Unie van Waterschappen op 18 juni aanstaande. Het thema van dit jaar is samenwerking binnen het Bestuursakkoord Water. Samenwerking is essentieel voor alle onderdelen van het Bestuursakkoord; tussen waterschappen onderling en met andere partijen als gemeenten en provincies. Als waterschapsbestuurders maken we de balans op: hoe verloopt de samenwerking binnen het Bestuursakkoord Water, wat zijn de succes- en faalfactoren, de knelpunten en wat hebben we nu nodig om de samenwerking tot een succes te maken? We laten ons inspireren door sprekers over succesvolle samenwerkingsverbanden en het tot stand komen van allianties. Daarnaast zullen middels praktijkvoorbeelden succesfactoren en valkuilen bij samenwerking van waterschappen worden belicht. Bovendien is er ruime gelegenheid om andere waterschapsbestuurders te ontmoeten. Tot slot kunt u de prachtige Floriade bezoeken, inclusief het Waterpaviljoen dat tot stand is gekomen door onder andere de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Wij rekenen op uw komst! Met vriendelijke groet, Albert Vermuë Directeur Unie van Waterschappen PRAKTISCHE INFORMATIE Bestuurdersdag 2012 Unie van Waterschappen 18 juni 2012,11.30-16.00 uur Locatie: Floriade, Venlo U vindt alle praktische informatie (routebeschrijving, programma, bezoekersinformatie Floriade) op: www.inschriiven.uvw.nl AANMELDEN Aanmelden kan tot 1 juni via: www.inschriiven.uvw.nl. Deelname is gratis.
ra
-5 O bc
73
CD ra 0 EU
m
CD CO CD
0
co
" ö
CD CD
CD
CO
H
I Oj co
1
bO C
o -£re
«s C
c e N
C
ë C/3
s -T3 O ja
-o a c 3 Ui
y
i
-5
Cu
wiïm
-JC
ÊÊÊ
5
-a
*-*
'\
-O
'3. e
c
>'.
O
re >
bO *C
i)
g
02 -O
c
a
•l
-ë
N
e
O
_U
dj
-S § bp
J3
O
N IU
Ö O
-ö -O
c
e O
a c
c
_Q
Si*
CO
e cl a
s c
-34
II
C
Cl
<ü
IU
-O
O
C
CL,
iU
o _o
ca
JU
^0
wm
•5 44
*
<s » C
|
> "I
E
S i
-3
ra
S
<s 2*
41
IS
o 5
1
—
=3
=§
o ^ W
C
1 a
S I
s
1
4
1 a a
UN IC VAN WATERSCHAPPEN :::::!:!»::!:::!h!SuhMS!»!&i&^
":••::::!:::!»»!:!!:»!»:$:»::::
^ ^ • U K K I K H K H I K K : : ; ; ; : : ! : : : ^ : : : ^ ^
::::::::9;:H:I!::::::E!:!!:::::
Nieuwsbrief voorzitters en secretarissendirecteuren week 16 Gevolgen val kabinet voor waterschappen Nu het kabinet een demissionaire status heeft gekregen, zal de Tweede Kamer besluiten moeten nemen over het al dan niet controversieel verklaren van beleidsonderwerpen. De procedurevergaderingen van de verschillende Kamercommissies zijn het voorportaal van de afweging over dit al dan niet controversieel verklaren. De reguliere vergaderingen in de Kamer zijn vooralsnog opgeschort, waaronder ook de plenaire behandeling van het wetsvoorstel over de waterschapsverkiezingen. De val van het kabinet komt voor de waterschappen ongelegen. Enkele belangrijke wetsvoorstellen lagen klaar voor parlementaire behandeling of waren in voorbereiding. Wetsvoorstel indirecte verkiezingen en overige voorstellen Het huidige voorstel, indirecte verkiezingen na de gemeenteraadsverkiezingen 2014, zal in de Tweede Kamer hoogstwaarschijnlijk niet meer kunnen rekenen op een meerderheid. Tijdens de hoorzitting over de waterschapsverkiezingen leek wel voldoende steun aanwezig te zijn voor het regelen van uitstel van de verkiezingen, maar het is nog onduidelijk op welke wijze het ministerie hiervoor een voorstel zal doen. De kans is groot dat er met name draagvlak bestaat voor een oplossing die ruimte biedt aan het voeren van een discussie over de bestuurlijke positie toekomst van de waterschappen voorafgaand aan de keuze van de wijze van verkiezen. Voor de overige onderwerpen geldt dat het Ministerie van l&M doorgaat met de uitwerking tot verzocht wordt hiermee te stoppen. Dit geldt voor de afspraken over het nieuwe belastingsysteem, maar ook voor het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma en de Omgevingswet, waarbij de datum voorde inwerkingtreding echter twijfelachtig is. Het uniebureau heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin wij de betrokken Kamercommissies verzoeken oog te hebben voor het belang van stabiliteit in de watersector en de wetsvoorstellen die een goede uitvoering van het Bestuursakkoord Water mogelijk maken. Lobby richting Tweede Kamerverkiezingen Het uniebureau is al enkele weken bezig met de lobbyacties ter voorbereiding op de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Hierdoor kunnen wij snel inspelen op de ontstane situatie. De verschillende politieke partijen zullen nu in hoog tempo zowel een kieslijst als een verkiezingsprogramma moeten samenstellen. Het uniebureau bereidt voor alle verschillende politieke partijen tekstsuggesties voor over de toekomst'van het waterbeheer. Bestuursakkoord Water In het programmateam Doelmatig waterbeheer (10 april) is stilgestaan bij de toekomstige invulling van het Bestuurlijk overleg Water. Al eerder is geconstateerd dat het door de Minister van l&M voorgezeten Bestuurlijk Koepel Overleg (BKO) zo breed is dat het zich niet leent voor een inhoudelijke gesprek over specifieke wateronderwerpen. De Staatssecretaris heeft ingestemd met een voorstel om de Stuurgroep Doelmatig waterbeheer voor te zitten, waarbij de agenda wordt gevoed door het Bestuursakkoord water en het Directeurenoverleg water. Deze NWO-achtige opzet zal naar verwachting na de zomer in werking treden. l&M bereidt dit verder voor. IPO en Unie gaan een bijeenkomst voorbereiden over interbestuurlijke verhoudingen. Deze bijeenkomst is erop gericht om goede praktijken landelijk uit te wisselen. Doelgroep zijn dijkgraven en gedeputeerden. De bijeenkomst wordt komend najaar gepland. Het zwemwaterdossier is besproken. Er ligt nog geen geschikte notitie om nadere besluitvorming over mogelijke overdracht van operationele zwemwatertaken van provincies naar waterschappen te ondersteunen. l&M pakt dit op, ter voorbereiding van de stuurgroep öp 22 mei. Voor het opnemen van het NBW in het Bestuursakkoord water is een plan van aanpak in de maak. Vanuit doelmatigheid kan gekeken worden hoe deze opgave (regionaal) kan worsten aangepakt en of het doelmatig is dit nu te doen. Daarbij zouden de klimaatscenario's 2013 eigenlijk gelijk betrekken moeten worden. Uit de inventarisatie zou ook naar voren moeten komen of het een regionale, bovenregionalêöf nationale opgave is. Agenderen van het onderwerp in de stuurgroep helpt om de opgaven in beeld te houden en knelpunten te signaleren. Als knelpunt kan, na de inventarisatiefase, ook de financiering aan de orde komen.
1
HIP
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Maria Theresialaan 99 6043 CX Roermond Postbus 1275 6040 KG Roermond
Belastingsamen werking Gemeenten en Waterschappen
DIRECTIE
T:
088 84 20 444
E:
[email protected]
KvK-np.^ -5-24-2629-7
r -erscr-.ap
Aan het Algemeen Bestuur van het waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD Sittard
2orto
2 5 APR. 2012 3o.yg
aan
'J
Uw kenmerk:
'•srrramgr-
Uw brief van:
Rehandela door-
PA
'fanning & CSnFrdT™ «,
v
a
n
Bergen
Telefoonnummer:
Ons kenmer<:
BS12.1101
Bijlage(n;:
1
Onderwerp:
Bestuursrapportage 4 kwartaal 2011 van BsGW
E-mail: e
Datum:
3 april 2012
Geacht bestuur, 1. Inleiding Onlangs is de Bestuursrapportage BsGW kwartaal 4 - 2011 besproken in het Algemeen Bestuur van BsGW. Hierbij sturen wij u ter informatie een korte samenvatting van de belangrijkste punten uit deze Bestuursrapportage. De volledige Bestuursrapportage is ter kennisname bijgevoegd. 2. Exploitatieresultaat De exploitatiekosten zijn in het kalenderjaar 2011 achtergebleven op de raming, hetgeen resulteert In een positief resultaat van € 508 duizend. De besluitvorming met betrekking tot het definitieve exploitatieresultaat zal plaatsvinden bij de vaststelling van de jaarrekening 2011 door het Algemeen Bestuur dd 28-6-2012. Uit interne analyse van dit resultaat is gebleken dat dit een optelsom van incidentele effecten betreft. Naast de bij oprichting van BsGW afgesproken kostenreductie, vloeien er dan ook geen extra structurele kostenverlagingen uit voort voor de begroting 2012 en verder. 3. Begrotingswijzigingen In het 4 kwartaal zijn noodzakelijke begrotingswijzigingen doorgevoerd. De dekking van deze wijzigingen is geheel binnen de begroting opgevangen. In de bestuursrapportage zijn de begrotingsaanpassingen nader toegelicht. e
4. Investeringsuitgaven .; De investeringsuitgaven zijn € 854 duizend lage? dan de begrote investeringsuitgaven van 2011 ad. € 1,3 miljoen. ICT-infrastructuur en -beheer worden niet In eigen huis uitgevoerd maar uitbesteed. Dit betekent dat er nu zonder investeringen sprake is van vaste jaarlijkse ICT-kosten. De investeringsuitgaven nemen hierdoor met € 716 duizend aften opzichte van de begroting 2011. De bijbehorende afschrijvingskosten zullen budgettair neutraal worden overgeheveld naar ICT-kosten in de exploitatie.
BsGW Belastingsemer.werking Gemeenten en Wate-sciappen is een samenwerkingsverband voor heffina en innino van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en uitvoering van de wet~WQ7 van"
Gemeente Venlo Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Afdracht geïnde belastingen
Kalenderjaar
bedragen x e l.OOO,-
Prognose
Realisatie
%
t/m
%
WRO
70.964
100,0%
74.781
WPM
46.176
100,0%
48.968
106,0%
Gemeente Venlo
38.306
100,0%
39,504
103,1%
155.446
100,0%
163.253
105,0%
Totaal
105,4%
Van de opgelegde belastingen 2011 Is per 31 december 2011 € 163,3 miljoen als ontvangsten afgedragen aan de deelnemers. De prognose afdracht voor het kalenderjaar 2011 bedroeg € 155,5 miljoen. De afdrachten aan alle deelnemers liggen hiermee in het kalenderjaar 2011 boven de prognose.
Openstaand saldo belastingen Aandeel belastingjaren Totaal Totaal van alle belastingjaren - belastingjaar 2007 - belastingjaar 2008 - belastingjaar 2009 - belastingjaar 2010 - belastingjaar 2011 Totaal van alle belastingjaren - waarvan vervallen
j
8.970
1
30 90 1.090 2.730 5.030 8.970 5.290
j ' j ! j
8.970 30 90 1.090 2.730 5.030 8.970 5.290
I n bedragen * e ï.ooo,WPM WRO 3.720 20 70 440 1.160 2.030 3.720 2.490
2.400 10 20 210 760 1.400 2.400 1.150
Venlo 2.8SO
440 810 1.600 2.850 1.650
Openstaand saldo belastingen I n verhouding tot de opgelegde aanslagen
aandeel belastingjaren
Totaal Totaal van alle belastingjaren
8.970
8.970
WRO 3.720
WPM 2.400
Venlo 2.850
- belastingjaar 2007
0,3%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
- belastingjaar 2008
1,0%
0,1%
0,1%
0,0%
0,0%
- belastingjaar 2009
12,2%
0,7%
0,6%
0,4%
1,1%
- belastingjaar 2010
30,4%
1,6%
1,5%
1,5%
2,0%
- belastingjaar 2011
56,1%
2,9%
2,6%
2,7%
3,8%
100,0%
1,2%
1,0%
1,0%
2,3%
0,6%
0,5%
1,3%
Totaal van alle belastingjaren - waarvan vervallen
59,0.§è
0,7%
Het openstaand saldo van de belastingvorderingen bestaat voor 59% uit aanslagen waarvan de vervaldatum Inmiddels is verstreken. Het overgrote deel heeft betrekking op belastingjaar 2011. De invorderingsacties zijn in juni volgens planning opgestart waarbij zich tot nog toe geen noemens-
- 3-
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 LUST VAN OPENSTAANDE VRAGEN EN ACTIES UIT HET DAGELIJKS BESTUUR DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT HET DAGELIJKS BESTUUR
RIGHTDATUM VOOR AFHANDELING
13/03/2012
Naar aanleiding van het artikel 'Twitterverkeer kan crisis helpen indammen' uit Binnenlands Bestuur van 6 maart 2012, is gevraagd een voorstel hieromtrent in het DB aan de orde te stellen.
01/07/2012
27/03/2012
Naar aanleiding van een brief van de Unie van Waterschappen van 14 maart 2012 inzake het natuurakkoord KRW en PAS, is gevraagd een notitie op te stellen omtrent de betekenis van het natuurakkoord voor het beleid van WRO.
14/05/2012
•
121083
STAND VAN ZAKEN
De gevraagde notitie is geageneerd voor de DB-vergadering van 14 mei 2012.
Waterschap Roer en Overmaas
LIJST VAN OPENSTAANDE VRAGEN EN ACTIES UIT HET ALGEMEEN BESTUUR DATUM VERGADERING
29/11/2011
121083
VRAAG/ACTIE UIT HET ALGEMEEN BESTUUR
In de op te stellen integrale nota over het kwijtscheldingsbeleid ook ingaan op het al dan niet verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers en op het voorkomen van een 'dubbele' inkomens- en vermogenstoets in het geval van kwijtschelding van enerzijds gemeentelijke belastingen en anderzijds waterschapslasten.
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
01/07/2012
STAND VAN ZAKEN
Een mededeling hieromtrent is geagendeerd voor de DB-vergadering van 14 mei 2012.
Waterschap Roer en Overmaas
LIJST VAN OPENSTAANDE VRAGEN EN ACTIES UIT DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
30/08/2011
In 2012 zal een nieuw klanttevredenheidsonderzoek met betrekking tot het watertoetsloket worden uitgevoerd.
01/01/2013
27/03/2012
Toegezegd is, dat de commissie te zijner tijd zal worden geïnformeerd over de eindbalans landbouwkundige onttrekkingen.
30/10/2012
27/03/2012
Toegezegd is, dat het aantal gemeentelijke overstorten in beeld zal worden gebracht. Daarbij zal tevens worden aangegeven waar verbetering mogelijk is (zie ook actielijst commissie WS).
29/05/2012
De stand van zaken met betrekking tot de basisinspanning per 9 mei 2012 is geagendeerd voor de DB-vergadering van 14 mei 2012.
27/03/2012
Toegezegd is, dat tijdens een themabijeenkomst van het algemeen bestuur zal worden ingegaan op social media.
22/05/2012
Tijdens de themabijeenkomst van 20 mei 2012 zal een presentatie hieromtrent worden verzorgd.
121083
STAND VAN ZAKEN
Waterschap Roer en Overmaas
LUST VAN OPENSTAANDE VRAGEN EN ACTIES UIT DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID
DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
01/11/2011
Gevraagd is om een evaluatie van de Stimuleringsregeling NKG.
01/09/2012
01/11/2011
Toegezegd is, dat te zijner tijd een integrale notitie omtrent het kwijtscheldingsbeleid in de commissie aan de orde zal worden gesteld (zie ook lijst van openstaande acties AB).
01/07/2012
121083
STAND VAN ZAKEN
Een mededeling hieromtrent is geagendeerd voor de DBvergadering van 14 mei 2012.
Waterschap Roer en Overmaas
LIJST VAN OPENSTAANDE VRAGEN EN ACTIES UIT DE COMMISSIE WATERSYSTEMEN DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE WATERSYSTEMEN
RiCHTDATUM VOOR AFHANDELING
27/03/2012
Toegezegd is, dat een overzicht zal worden opgesteld waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke gemeenten niet voldoen aan de basisinspanning met betrekking tot de gemeentelijke overstorten (zie ook actielijst commissie ABA).
29/05/2012
121083
STAND VAN ZAKEN
De stand van zaken met betrekking tot de basisinspanning per 9 mei 2012 is geagendeerd voor de DB-vergadering van 14 mei 2012.
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 BEANTWOORDING VAN V R A G E N UIT V E R G A D E R I N G E N VAN HET D A G E L I J K S B E S T U U R , D E COMMISSIES EN HET A L G E M E E N B E S T U U R vraag van
mevrouw J.C.L. Aelen / mevrouw J . S . E . Van Wersch
uit de vergadering van
commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden / commissie Watersystemen
datum
27 maart 2012
VRAAG Gevraagd is naar de stand van zaken met betrekking tot de basisinspanning.
./.
ANTWOORD De stand van zaken is inzichtelijk gemaakt in bijgevoegd overzicht.
121133/HER
Waterschap Roer en Overmaas
STAND VAN Z A K E N BASISINSPANNING P E R 9 MEI 2012 Gemeente
Overstorten aantal
Beek
BIS stand van zaken m * 3
totaal te realiseren m
3
gereed%
7
16020
100
Brunssum
12
31770
92
Echt-Susteren
20
28292
95
8
10980
100
Voormalig Margraten
43
10113
82
Gulpen-Wittem
33
11589
58
Heerlen
52
118980
75
Kerkrade
16
38880
60
Landgraaf
8
39510
67
Maasgouw
3
11040
80
Maastricht
30
94320
83
Meerssen
21
12690
67
Nuth
22
13410
55
Onderbanken
10
9180
84
Roerdalen
22
19150
82
Roermond W R O
39
Schinnen
19
13500
91
Simpelveld
10
10924
71
Sittard-Geleen
67
72720
62
Stein
6
30150
60
Vaals
8
6810
59
Valkenburg aan de Geul
21
17280
97
Voerendaal
14
12465
75
Eijsden-Margraten Voormalig Eijsden
90
* N.B.: de cijfers van de basisinspanning geven een globale stand van zaken weer en zijn geen absolute waarden. Het geeft wel de richting aan of een gemeente veel of weinig aan de basisinspanning heeft gedaan. De basisinspanning zal veelal ook op alternatieve manieren zoals afkoppelen, hogere afvoercapaciteit, samen met KRW-maatregelen en dergelijke worden gerealiseerd. Een aantal gemeenten heeftin 2011 weinig of niets aan de realisatie gedaan in afwachting van het opstellen van een basisrioleringsplan of het sluiten van een afvalwaterakkoord. Voorts is nog niet alle informatie van de gemeenten ontvangen. En ten slotte zijn in 2011 diverse projecten opgestart,teil behoeve van de basisinspanning maar nog niet afgerond en dus niet meegenomen in het ovemcfit.
121133/HER
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 MEDEDELING INZAKE UITSPRAKEN RAAD VAN S T A T E BESTEMMINGSPLANNEN CENTRUM E N K E R N E N VAN D E G E M E E N T E V A L K E N B U R G AAN D E G E U L De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft eind 2010 een tweetal bestemmingsplannen vastgesteld: het bestemmingsplan 'Centrum Valkenburg' en het bestemmingsplan 'Kernen 2010'. ./.
Op 1 februari 2011 (zie bijlage) bent u geïnformeerd over het feit dat beide plannen door de gemeente in procedure zijn gebracht en vastgesteld zonder dat de Watertoets heeft plaatsgevonden en zonder enig vooroverleg met het waterschap. Omdat de gemeente vervolgens, in afwijking van de ambtelijk gemaakte afspraken, slechts een deel van onze zienswijzen en opmerkingen in de plannen heeft verwerkt, is beroep bij de Raad van State ingesteld tegen beide bestemmingsplannen. Op 6 januari 2012 heeft de Raad van State ons beroep tegen het bestemmingsplan 'Centrum Valkenburg' niet-ontvankelijk verklaard omdat daarop de Crisis- en Herstelwet van toepassing is. Ons beroep is daarom niet inhoudelijk behandeld. Ons beroep tegen het bestemmingsplan 'Kernen 2010' is wel inhoudelijk behandeld en op 25 april 2012 heeft de Raad van State uitspraak gedaan. Het beroep is volledig gegrond verklaard en het bestemmingsplan is vernietigd op de door ons aangegeven onderdelen waar de waterbelangen onvoldoende waren gewaarborgd. De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul moet het bestemmingsplan op die onderdelen binnen 6 maanden opnieuw vaststellen.
./.
Met de gemeente Valkenburg is inmiddels ambtelijk afgesproken dat zowel in het bestemmingsplan 'Centrum Valkenburg' als in het bestemmingsplan 'Kernen 2010' aanpassing van de bestemmingen (voorschriften en verbeelding) zal plaatsvinden op basis van de gegevens en wensen van het waterschap (zie bijgevoegd besprekingsverslag). De uitspraken liggen voor u ter inzage. •
121067/DRU
mum
110143 Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 01-02-2011 MEDEDELING INZAKE B E R O E P E N T E G E N DE BESTEMMINGSPLANNEN CENTRUM EN KERNEN VAN DE GEMEENTE VALKENBURG De gemeente Valkenburg heeft onlangs een tweetal bestemmingsplannen vastgesteld: het bestemmingsplan 'Centrum Valkenburg' en het bestemmingsplan 'Kernen Valkenburg'. Beide plannen zijn in procedure gebracht en vastgesteld zonder dat de Watertoets heeft plaatsgevonden. Voorafgaand aan de terinzagelegging van de plannen heeft op geen enkele wijze overleg plaatsgevonden met het waterschap. Vanwege het ontbreken van vooroverleg waren wij genoodzaakt om zienswijzen in te dienen tegen de conceptbestemmingsplannen. Vervolgens heeft op ons verzoek ambtelijk overleg plaatsgevonden teneinde de waterbelangen alsnog veilig te stellen. Het ambtelijk overleg was positief en wij hebben alle kaartmateriaal en noodzakelijke aanpassingen in de bestemmingen en in de voorschriften tijdig en conform afspraak aangeleverd aan de gemeente. Zonder de ambtelijk afgesproken afstemming vooraf zijn de plannen door de gemeente vastgesteld. Net als bij de terinzagelegging van het concept zijn wij niet rechtstreeks door de gemeente geïnformeerd. Omdat in afwijking van de gemaakte afspraken slechts een deel van onze zienswijzen en opmerkingen in de plannen is verwerkt, was het instèllen van beroep bij de Raad van State de enige resterende mogelijkheid om de waterbelangen alsnog op correcte wijze in de plannen te kunnen waarborgen. De verzonden beroepschriften liggen voor u ter inzage en spreken voor zich.
110143/DRU
Glebbeek | In den Kleef | Leenders | Lutgens | Schrijen | Sonnemans | afdelingssecretariaat NWO | FaZa | aanwezigen WRO (origineel archief WRO)
llllllllllllll 120604
Waterschap Roer en Overmaas
BESPREKINGSVERSLAG onderwerp :
Bestemmingsplannen en waterbelang
datum
:
6 februari 2012
plaats
:
gemeentehuis Valkenburg
Aanwezig namens gemeente Valkenburg: • Freddy de Groot • Ad Keuters • Wilma Hendriks Aanwezig namens Waterschap Roer en Overmaas: • Marlies Leenders • Rob Drummen
Aanleiding gesprek: borging waterbelangen in bestemmingsplannen Valkenburg. Vastgesteld wordt dat de totstandkoming van de bestemmingsplannen "Centrum" en "Kernen" door allerlei omstandigheden niet goed is gegaan. De waterbelangen zijn slechts gedeeltelijk opgenomen in de bestemmingsplannen. Voor de toekomst moet dit anders en in ieder geval moet voorkomen worden dat het waterschap haar belangen bij de Raad van State moeten bevechten/veiligstellen. Afgesproken wordt dat de gemeente zowel in het bestemmingsplan Kernen als in het bestemmingsplan Centrum de door het waterschap aangegeven aanpassingen zal doorvoeren in de voorschriften en op de verbeelding. Dit met uitzondering van de watergangen die niet permanent watervoerend zijn (de gemeente wil dubbelbestemming in plaats van enkelvoudige bestemming). Eerst worden echter de uitspraken van de Raad van State afgewacht. Naar aanleiding daarvan zal een "veegplan" worden opgesteld. Omdat het nemen van een voorbereidingsbesluit vrijwel nagenoeg evenveel inspanning vergt als het in procedure brengen van een ontwerpplan heeft een voorbereidingsbesluit niet de voorkeur. Teneinde onduidelijkheden en ongewenste situaties te voorkomen wordt afgesproken dat de gemeente Valkenburg initiatiefnemers/vergunningaanvragers met klem zal wijzen op de regels van het waterschap (Legger/Keur) noodzakelijke toestemming/vergunning van het waterschap. Afgesproken wordt dat het waterschap voortaan de. digitale bestanden zal aanleveren voor het gehele gemeentelijk grondgebied in plaats var) -alleen voor het betreffende bestemmingsplan. Dit in verband met onduidelijkheden bij de begrenzingen.
Sittard, 22 februari 2012 Opgemaakt door: Rob Drummen Verspreid aan voorzitter, directie, afdelingen en aanwezigen W R O
120804
1/1
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 M E D E D E U N G INZAKE AFDOENING OPSCHONEN SIFONDUIKER EN P R O F I E L GELEENBEEK In het weekend van 13 en 14 november 2010 is in het gebied waar de Rode Beek, Geleenbeek en Vloedgraaf samenkomen (Baakhoven), wateroverlast ontstaan. Onderzoek wees uit dat op dat moment bij de sifonduiker onder A2 en Julianakanaal te Oud-Roosteren een opstuwing van 1,25 meter heeft plaatsgevonden. De sifonduiker ligt met vergunning ten name van Rijkswaterstaat in de Geleenbeek. Het uitgangspunt in deze vergunning is dat de sifonduiker een doorvoer van 62 m /s moet garanderen met een opstuwing van 0,55 meter. De in het betreffende weekend maximaal gemeten afvoer bedroeg circa 40 m /s. Hieruit werd geconcludeerd dat de afvoercapaciteit ter plaatse aanmerkelijk minder was dan uit eerder namens Rijkswaterstaat uitgevoerd onderzoek was gebleken. Uit dat onderzoek op basis van ontwerpgegevens bleek namelijk dat er een opstuwing van een 0,5 meter wordt gerealiseerd bij een afvoer van 45 m /sec. Dit betekent dat het werk niet voldoet aan de uitgangspunten van de vergunning. Hiermee heeft het waterschap geconstateerd dat er een overtreding van de vergunningsvoorwaarden plaatsvindt. 3
3
3
Op grond van de vergunning is Rijkswaterstaat tevens onderhoudsplichtige van de sifonduiker en het beektraject tot aan de brug Hoge Weg/Aasterbergweg te Echt-Susteren. Bij een door het waterschap uitgevoerde controle is geconstateerd dat aan de uitstroomzijde van de sifonduiker (= westzijde Julianakanaal) een grind/zandafzetting aanwezig was. Op basis van de sterke opstuwing die heeft plaatsgevonden werd aangenomen dat ook in de sifonduiker sprake is van een sterke sedimentafzetting waardoor de afvoercapaciteit, die al te weinig was, sterk is afgenomen. Gelet op de wateroverlast die hierdoor is ontstaan, was het vanuit waterstaatkundig oogpunt absoluut onwenselijk dat deze situatie bleef voortbestaan. Het waterschap heeft op 16 februari 2011 een brief aan Rijkswaterstaat verzonden met het verzoek om het achterstallig onderhoud aan de sifonduiker en het beektraject uit te voeren. Deze brief heeft er toe geleid dat door Rijkswaterstaat in eerste instantie de zand/slibafzetting aan de uitstroomzijde van de sifonduiker heeft laten verwijderen. Verder is door Rijkswaterstaat opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de onderhoudstoestand van de sifonduiker. Uit dit onderzoek is gebleken dat in alle kokers (4 stuks) van de sifonduiker sedimentatieafzetting aanwezig was. Op basis van dit rapport d.d. 17 maart 2011 is door Rijkswaterstaat besloten om (in eerste instantie) de meest vervuilde koker (= zuidelijkst gelegen koker) te laten reinigen. Deze werkzaamheden zijn onder toezicht van het waterschap uitgevoerd conform gemaakte afspraak. De sedimentatieafzetting van de overige 3 kokers was volgens Rijkswaterstaat van dien aard dat het schoonmaken geen significant effect voor de afvoercapaciteit zou opleveren. Het nog uit te voeren achterstallig onderhgAfcï .wenst Rijkswaterstaat onder te brengen in een toekomstig integraal onderhoudscontract* Dtt contract treedt naar verwachting per 1 januari 2013 in werking. Het voornemen van Rijkswaterstaat is om o.a. het opschonen van de overige 3 kokers in dit contract mee te nemen. Een en ander is in de brief van Rijkswaterstaat van 28 december 2011 aan het waterschap meegedeeld.
121071/VAN
1/2
CONCEPT Waterschap Roer en Overmaas
Rijkswaterstaat Waterdistrict Maastricht Maas Postbus 25 6200 MA MAASTRICHT
Sittard, uw kenmerk : RWS/DLB-2011/13 uw brief van : 28 december 2011 ons kenmerk : 201203287
behandeld door doorkiesnummer e-mail
mr. C.M.H. Jeuriëns-Vanneer 046-4205754
[email protected]
onderwerp
afdoening aanschrijving geconstateerde overtreding Geleenbeek (Groenbeek) duiker
Bij brief van 16 februari 2011 (kenmerk 201101196) hebben wij u aangeschreven de door ons geconstateerde overtreding van de vergunningvoorwaarden in en nabij de sifonduiker onder het Julianakanaal ongedaan te maken. De sifonduiker ligt met vergunning ten name van Rijkswaterstaat in de Geleenbeek. Het uitgangspunt in deze vergunning is, dat de sifonduiker een doorvoer van 62 m /s moet garanderen met een opstuwing van 0,55 meter. Dit uitgangspunt wordt op dit moment ook nog gehanteerd. Uit eerder namens Rijkswaterstaat uitgevoerd onderzoek bleek, dat er echter reeds een opstuwing van een 0,5 meter wordt gerealiseerd bij een afvoer van 45 m /s. Hiermee is het werk niet in overeenstemming met de vergunningvoorschriften. 3
3
Het waterschap heeft u in bovengenoemde brief dan ook verzocht in overleg met het waterschap deze overtreding op te heffen en om het achterstallig onderhoud aan de sifonduiker en beektraject uit te voeren. Deze brief heeft er toe geleid dat u in eerste instantie de zand/slibafzetting aan de uitstroomzijde van de sifonduiker heeft laten verwijderen. Verder is door u opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de onderhoudstoestand van de sifonduiker. Uit dit onderzoek is gebleken dat in alle kokers (4 stuks) van de sifonduiker sedimentatieafzetting aanwezig was. Op basis van dit rapport d.d. 17 maart 2011 is door u besloten om (in eerste instantie) de meest vervuilde koker (= zuidelijkst gelegen koker) te laten reinigen. Deze werkzaamheden zijn onder toezicht van het waterschap uitgevoerd conform gemaakte afspraak. Het nog uit te voeren achterstallig onderhoud wénst u onder te brengen in een toekomstig integraal onderhoudscontract. Dit contract treedt naar verwachting per 1 januari 2013 in werking.
Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard telefoon 046-4205700 • fax 046-4205701 e-mail
[email protected] • website www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 btw-nummer NL 8123.61.155.B01
ISO 9001:2008 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 MEDEDELING INZAKE B E T E K E N I S NATUURAKKOORD, KRW EN PAS VOOR HET B E L E I D VAN WRO
./..
./.
In de vergadering van de Uniecommissie watersystemen (CWS) van 17 februari 2012 werd reeds uitgebreid van gedachten gewisseld over de samenhang tussen het Natuurakkoord en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de uitvoering van de maatregelen uit de waterbeheerplannen volgend uit de Kaderrichtlijn Water (KRW), de GGOR en de aanpak van de verdroging (bijv. in de TOP gebieden. Het betreffende C W S agendastuk, alsmede de daarop geschreven annotatie zijn volledigheidshalve bijgevoegd. In de C W S is afgesproken dat door de Unie een brief aan de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, alsmede aan de voorzitter van de IPO-delegatie Vitaal Platteland zou worden gestuurd. De desbetreffende brief van 13 maart 2012 is in afschrift aan alle waterschappen verzonden met de suggestie om de brief door te zenden aan de provincie. Zie eveneens bijgevoegde bijlagen. In de C W S is ook melding gemaakt van de vorming van een klankbordgroepje uit de Werkgroep watersystemen om de Unie-opstelling zowel ten aanzien van de provincie als het Rijk uit te werken. Dat heeft onlangs geleid tot een gesprek tussen de IPO-projectleiding Vitaal Platteland en deze klankbordgroep. In dat gesprek is duidelijk geworden dat IPO een informatieachterstand had met betrekking tot de prioriteiten die vanuit de waterschappen worden gegeven aan de uitvoering van de maatregelen uit de waterbeheersplannen en met name de hiermee verbonden KRW-verplichtingen. Tevens is duidelijk geworden dat door het reduceren van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van de KRW-maatregelen wordt gehinderd omdat de beoogde synergie wegvalt, waardoor zowel het tempo zal verlagen en de kosten zullen stijgen voor de waterschappen. De voorgenomen hydrologische maatregelen voor het realiseren van de WB21doelstellingen, de GGOR, Natura2000 en KRW waren ingepland met de bekende investeringsruimte van de verschillende overheden en deelnemers. Daaraan zijn ook de benodigde waterschapstarieven verbonden. Dat betekent dat de voor het realiseren van de gewenste (extra) hydrologische maatregelen voor de P A S geen ruimte is, zonder dat dit ten koste gaat van bestaande verplichtingen op het gebied van veiligheid, normering wateroverlast (NBW) en de Europese KRW-verplichtingen, namelijk dat we de aangekondigde maatregelen ook zullen uitvoeren. Vermoedelijke knelpunten Inmiddels is uit voorlopige, ruwe inventarisaties van diverse waterschappen gebleken dat door de korting op de E H S (uit het natuurakkoord) en de wens om de PAS met hydrologische maatregelen versneld uit te voeren, de* realisatie van de reeds voorgenomen maatregelen voor KRW, Natura2000 en G@QR en zelfs WB21 behoorlijk in de weg kan gaan zitten. ' Alle waterschappen zijn nog bezig om iri beeld te brengen waar de eventuele knelpunten kunnen ontstaan. Daarmee zijn we ook bij W R O bezig in overleg met de provincie Limburg. Daarbij wordt in Limburg reeds als gezamenlijk uitgangspunt gehanteerd om KRW en Natura2000 zo veel mogelijk te sparen (en dus doorgang te doen vinden), maar door de overlap tussen de diverse instrumenten en de synergie tussen de verschillende
121089/TP
1/2
S
UNIH VAN WATCRSCHAPPrN
Bijlage
O p l e g notitie
Agendapunt
CWS 12-3a
Onderwerp Onderhandelingsakkoord Natuur / PAS Bijlagen CWS 12-3a en b Portefeuillehouder prof.dr. S.M.M. Kuks Opsteller ir. C. van Bladeren Datum behandeling 17 februari 2012 Gevraagd besluit Kennis te nemen van de stand van zaken; Onderstrepen van de noodzaak van allertheid van de waterschappen in de regionale processen en van het positie Een nadere strategie te formuleren en daarbij te overwegen om als waterschappen gezamenlijk in beeld te brengen welke taken en maatregelen t.a.v. PAS tot de waterschapsverantwoordelijkheid gerekend mogen worden (en derhalve ook welke dus niet). Samenvatting In de concept-ledenbrief is de positie en de stand van zaken omtrent het onderhandelingsakkoord Natuur en PAS beschreven. 1. Positie van de waterschappen
De door de Staatsecretaris gewenste helderheid zal vooral moeten voortkomen uit de regionale processen in de provincies. De waterschappen zouden daarom daarop allert moeten zijn en die processen benutten om: om samen met de provincies synergie tussen KRW, EHS en N2000 te verkennen,; om provincies betrokken te houden bij het faciliteren van realisatie KRW-opgave door de waterschappen en voorkomen dat de KRW een lagere prioriteit krijgt dan N2000 . In die regionale processen zal de mate van synergie tussen water en natuur in beeld moeten komen en moet duidelijk worden wat nog niet (bij de waterschappen) is geprogrammeerd. Voor de verwachtingen die aan de waterschappen gesteld worden stelt de Unie zich op het standpunt dat: de hydrologische aanpassingen 'Claimvrij' moeten zijn dwz de ruimtelijke inpassing of financiële compensatie voor de maatregelen is niet voor rekening van de waterschappen; de hydrologische maatregelen niet prioritair zijn aan de KRW-maatregelen; als er financiën van de waterschapen voor deze maatregelen nodig zijn deze dan dienen te worden ingepast binnen de.normale waterschapsfinanciering structuur en tempo (en derhalve over het algemeen niet op korte termijn kunnen worden uitgevoerd). 1
Verwezen wordt ook naar de toelichting op het Onderhandelingsakkoord Natuur (http://www.ipo.nl/sites/default/files/toelichting_op_onderhandelingsakkoord_decentralisatie_nat uur.pdf), waarin op pp.5-6 over Internationale Verplichtingen is gesteld dat provincies bij herijking EHS mede zullen inzetten op realisatie van KRW. Provincies kunnen dus niet alleen voor N2000 gaan. 1
UN IC VAN WATERSCHAPPEN :
-
-
Koningskade 40 2596 A A Den Haag
• = - - - •
}~1
'
Postadres Postbus 93218 2509 A E Den Haag Telefoon 0703519751 Fox 0703544642
CONCEPT De leden Waterschappen
Bijlage CWS 12-3b
datum
ons kenmerk
contactpersoon
25 januari 2012
-
C. van Bladeren
bijlage(n)
uw kenmerk
e-mail
1
-
[email protected]
betreft
doorkiesnummer
Onderhandelingsakkoord Natuur /Pas
070-3519827
Graag vraag ik uw aandacht voor de voortgang in het dossier Onderhandelingsakkoord Natuur en (OAN) de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Verloop van de verschillende overleggen
De Unie heeft in haar brief aan de Vaste Commissie voor EL&I dd 2 november 2011 haar visie gegeven ten aanzien van het Onderhandelings Akkoord Natuur en in het bijzonder ten aanzien van de gevolgen van het Akkoord voor de KRW en onze opvattingen tav de PAS en de daarbij genoemde hydrologische maatregelen. In November heeft het IPO contact gezocht met de Unie om tot afstemming te komen tussen Provincies en Waterschappen ten aanzien van de PAS. Kern daarvan was dat Provincies en Waterschappen het noodzakelijk achten dat er, voordat nadere afspraken gemaakt worden, eerst duidelijkheid ontstaat over de effecten van de herijking EHS op KRW en de hydrologische maatregelen PAS. Hiermee zou de periode tot uiterlijk juni 2012 zijn gemoeid. Provincies en waterschappen willen daarom een gezamenlijk proces opzetten om de benodigde duidelijkheid bij de verschillende provincies en de waterschappen te krijgen. (Zie ook bericht Unie-website PAS 22-11-2011). Inmiddels hebben de provincies zich ten aanzien van het OAN uitgesproken. De drie noordelijke provincies zijn niet akkoord gegaan evenajs' Noord-Brabant, Flevoland heeft het akkoord aangehouden. ,' y Voorts heeft nader overleg met de Staatssecretaris van EL&I, IPO en Unie 12 december 2011 plaats gevonden als ook een Algemeen overleg van de Vaste Commissie voor EL&I dat 24 januari jl. werd afgerond. De kamer heeft in het AO een motie omtrent de financiering van hydrologische maatregelen ingediend (zie bijlage). Veel blijft echter vooralsnog, ook naar het oordeel van de Kamer, onduidelijk. Daarbij is de (juridische) houdbaarheid van de PAS-systematiek wel het belangrijkste punt. De Crisis en Herstelwet vereist dat er voor 1 april a.s. een regeling func;
Waterschap Roer en Overmaas
un eve gadei nc. de urn vergadering adviseur agendapunt onderwerp ADVIES TOELICHTING r
Jniecommiss e Wa*ersys*e r e n Harry Tolkamp 4 Onderhandelingsakkoord Natuur / PAS Voor kennisgeving aannemen en gevraagd besluit ondersteunen. Van belang is dat door de waterschappen/Unie benadrukt blijft worden dat er door de waterschappen geen extra maatregelen worden genomen voor de PAS, anders dan de reeds geplande, tenzij de extra maatregelen worden bekostigd door het Rijk/provincie en zonder dat dit ten koste gaat van de reeds voorgenomen maatregelen. De prioritering van de KRW en Natura2000 en de GGOR maatregelen is tijdig gedaan. Wanneer het Rijk daar nu tb.v. het PAS andere maatregelen wenst, mag het Rijk deze ook betalen, aanvullend op het geplande maatregelen. KRW maatregelen moeten niet wijken voor PAS maatregelen. In een bijlage (hieronder) staat informatieve samenvatting van het PAS en de mogelijke consequenties als achtergrond.
PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) in het kort Het PAS is bedacht om vergunningen te kunnen verlenen voor activiteiten die depositie meebrengen, Daarvoor moet de ontwikkelruimte in een Natura2000-gebied bekend zijn, want daarbinnen moet de nieuwe depositie passen. Uit de PAS folder: Meest in het oog springende maatregelen om de effecten van stikstof op habitattypen en plant- en diersoorten te verminderen zijn gericht op het verminderen van de effecten van te hoge stikstofgehalten, naast de vermindering van de stikstofdepositie zelf. Voorbeelden van effect gerichte maatregelen zijn maaien en afsteken van plaggen, waarmee met de bovenlaag de in de grond aanwezige stikstof versneld wordt verwijderd. Het Rijk verwacht daarnaast vooral van de hydrologische maatregelen, die moeten worden genomen, dat daardoor de instandhoudingsdoelen van Natura2000 gehaald kunnen worden (door bijv. meer geschikt habitat voor diverse bedreigde soorten te scheppen) zonder dat er iets aan de depositie van stikstof verandert. Bijvoorbeeld door het opzetten van het waterpeil worden de omstandigheden in sommige habitattypen beter. Dit moet overigens per afzonderlijk Natura2000 gebied worden vastgesteld, waarvoor een aparte internettool is ontwikkeld (Aerius). Hiermee kan worden berekend hoeveel ontwikkelruimte er (nog) is om nieuwe stikstof uitstoot toe te laten, waarbij de positieve effecten voor de natuur van de herstel strategieën worden ingeschat/voorspeld. Ik zal die tooi nog eens bekijken, maar ik ben bang dat modellenwerk ons een mooier en fraaier beeld schetst dan de werkelijkheid zal zijn (dat komt dus volledig overeen met de modellen die ons de laatste mode tonen en de kleding die je op basis daarvan koopt: meestal staat het jou echt anders en minder goed dan het showmodel je deed geloven). Voor de waterschappen zit er nu het volgende probleem: Het Rijk verwacht dat de waterschappen de hydrologische maatregelen nemen en hoopt dat dit al grotendeels samenvalt met de GGOR en antiverdrpglngsmaatregelen (bijv. in TOP-gebieden) en KRW maatregelen op dit gebied, naast de reeds voorgenomen Natura 2000 maatregelen, waardoor de ontwikkelruimte al snel gevonden zal zijn. Het Rijk vergeet echter dat de GGOR maatregelen in diverse provincies nog niet in uitvoering zijn en met dezelfde grondverwerving en compensatieproblematiek kampen als de herinrichtingsprojecten van de waterschappen.
120557
UN IC VAN WATERSCHAPPEN
01201999
Bezoekadres Koningskade 40 2596 AA Den Haag
Postadres Postbus 93218 2509 A E Den Haag
Telefoon 0703519751
Fax
1 5 HAAST 2012
0703544642
Aan de dagelijkse besturen van i de leden waterschappen
~ ' / f ,
I k ; MMAkjafjWri €(.(4. datum
14 maart 2012
62970/EV
C. van Bladeren
bijlage(n)
uw kenmerk
e-mall
1
[email protected]
betreft
doorkiesnummer
Natuurakkoord KRW en PAS
070-3519827
Geachte leden, Bijgaand zend ik u een afschrift van de brief die op 13 maart jl. is verzonden aan de Staatssecretarissen van de EL&I en lenM en de voorzitter van de IPO-delegatie Vitaal Platteland. Ik geef u in overweging deze brief door te zenden aan de provincies waarmee u gesprekken voert over het Natuurakkoord, KRW en PAS.
Hoogachtend,
ir.ing. A.J. Vermuë Algemeen directeur
UNIE VAN WATERSCHAPPEN ^
,
<
=r f f 1 ;
r ï' 4" ï
5 r 1
-
? U
•' j
i
?• r
i } ! - :
» !•
f
1
I I -
r ; i
H
i I
.* 2 ?" ; C
i
F .? 1 \
~
^ = £ I ~ - F
i
s
c 'i ; 1
„
Koningskade 40
5 ?
2596AADenHaag
- 1 I ~ r '1
j
J
<
r ï
;
r
*
'
=
5
;
Postadres Postbus 93218
'
2509 A E Den H»sg
Telefoon 0703519751
t -
.-
—
.
Fax -J3Z0354jt6.42
Voorzitter IPO-delegatie Vitaal Platteland de heer N.M.J.G. Lebens p/a Postbus 16107 2500 BC DEN HAAG
datum
ons kenmerk
contactpersoon
13 maart 2012
62946 EL
C. van Bladeren
betreft
uw kenmerk
e-mail
Natuur Akkoord, KRW en PAS
-
[email protected] doorktesnummer
070 351 98 27
Geachte heer Lebens, De waterschappen hebben kennis genomen van het Onderhandelings Akkoord Natuur, de daarbij gemaakte uitvoeringsafspraken en van de behandeling van het akkoord in de Tweede Kamer. In het akkoord wordt ook gesproken over hydrologische maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). In dat kader en met het oog op de besprekingen rond de Crisis- en Herstelwet, merken de waterschappen het volgende op. 1. Waterschappen zijn mede verantwoordelijk voor het realiseren van KRW-verplichtingen. Bij de vaststelling van Stroomgebiedbeheerplannen en de vastlegging daarvan in het Nationaal Waterplan 2009-2015 is ervoor gekozen om de Nederlandse KRW-opgave haalbaar en betaalbaar te maken via maximale synergie met natuurmaatregelen. Echter, door de nu voorgenomen herijking van het natuurbeleid blijkt dat er aanmerkelijk minder synergie met natuurmaatregelen zal zijn. Deze wegvallende synergie betekent een flinke kostenverhoging en tempoverlaging van de KRW-opgave bij de waterschappen. 2. Waterschappen dragen, via hydrologische maatregelen, weliswaar zorg voor de passende waterhuishouding van de verschillende gebruiksfuncties, maar zij kunnen dat alleen doen in het tempo dat hun Investeringsruimte toelaat. Die investeringsruimte wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin stijging van de waterschapstarieven maatschappelijk aanvaardbaar is. Dat betekent dat zij de voor PAS gewenste hydrologische maatregelen niet versneld kunnen uitvoeren ten koste van bestaande verplichtingen, zoals veiligheid, normering wateroverlast (NBW), en Europese KRW-verplichtingen waaraan de waterschappen gehouden zijn. ,' 3. Het streven is om hydrologische maatregelen PAS in synergie met andere opgaven uit te voeren, maar vooralsnog is het inzicht dat dergelijke synergiemogelijkheden zich heel beperkt voordoen. In bestuurlijk overleg met de Staatssecretaris van EL&I en het IPO, op 12 december 2011, is afgesproken dat tot juli 2012 synergiemogelijkheden zullen worden onderzocht.
.
CONCEPT Waterschap Roer en Overmaas
College van Gedeputeerde Staten van Limburg Postbus 5700 6202 MA MAASTRICHT
Sittard, uw kenmerk : uw brief van : ons kenmerk : 201203340
behandeld door : H. Tolkamp doorkiesnummer : 046-4205760 e-mail :
[email protected]
onderwerp
Natuurakkoord, KRW, WB21 en PAS
Geacht college, Bijgaand doen wij u toekomen de door de Unie van Waterschappen aan de staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie respectievelijk Infrastructuur en Milieu en de voorzitter van de IPO-delegatie Vitaal Platteland toegezonden brief inzake de mogelijke gevolgen van het Onderhandelings Akkoord Natuur op de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in het kader van KRW, WB21 en Natura2000. In het akkoord wordt ook gesproken over de hydrologische maatregelen gericht op de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Met het oog op deze maatregelen brengen wij graag bijgaande brief onder uw aandacht, waarbij wij gaarne benadrukken dat de in Limburg gekozen insteek op het gebied van de gezamenlijke prioritering van de maatregelen, uitgaande van het zoveel mogelijk intact houden van de voorgenomen prioriteit voor KRW, Natura2000 en WB21 en inzet van middelen op die projecten met zoveel mogelijk doelen, op onze steun kan rekenen. Wat ons betreft worden PAS-maatregelen hierin waar mogelijk vanuit synergie meegenomen, maar er zal daarbij geen verschuiving van investeringen plaatsvinden ten laste van de waterschapsbijdragen.
Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard telefoon 046-4205700 • fax 046-4205701 e-mail
[email protected] • website www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 btw-nummer NL 8123.61.155.B01
ISO 9001:20Q8 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 MEDEDELING INZAKE K W I J T S C H E L D I N G S B E L E I D Zoals u bekend is, heeft een ad-hoc werkgroep van de Unie van Waterschappen zich de afgelopen maanden gebogen over het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen. Directe aanleiding om het kwijtscheldingsbeleid onder de loep te nemen is de huidige (toenemende) omvang van de kosten van de kwijtschelding. Daarnaast biedt de wet mogelijkheden om de kwijtschelding te verruimen. Opdracht van de werkgroep was te onderzoeken of het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen houdbaar is.
./.
Deze exercitie heeft geresulteerd in een rapport van de Unie van Waterschappen, waarin conclusies en aanbevelingen zijn opgenomen met betrekking tot mogelijkheden en onmogelijkheden van kwijtschelding. Dit rapport treft u hierbij aan. Mede naar aanleiding van het onderzoek van de Unie is aan het AB toegezegd om een eigen een notitie voor te leggen met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid. De belangrijkste conclusie van het rapport van de Unie is, dat ieder waterschap binnen de grenzen van wet- en regelgeving vrij is te bepalen of, en zo ja in welke mate, er kwijtschelding wordt verleend. De huidige situatie is zo dat het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen goeddeels uniform is. Een belangrijke aanbeveling is dat de gezamenlijke waterschappen ook in de toekomst zouden moeten streven naar een zo uniform mogelijk kwijtscheldingsbeleid. Nu de regering besloten heeft om de vermogensnormen voor vrijstelling niet te verruimen resteren er twee mogelijkheden voor verruiming: -
Voor kleine ondernemers (personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen) Omdat deze kwijtschelding niet tot geen concurrentievervalsing mag leiden, heeft deze verruiming alleen betrekking op privé-belastingschulden, dat wil zeggen belastingen die met de woonruimte van de ondernemer te maken hebben.
-
Ten aanzien van de netto-kosten voor kinderopvang Deze kwijtschelding is bedoeld als compensatie van de door de rijksoverheid beperkte kinderopvangtoeslag, ter voorkoming van armoedeval bij met name alleenstaande ouders (armoedeval wil zeggen dat het inkomen achteruitgaat als vanuit een uitkeringssituatie een baan wordt aanvaardt). De kwijtschelding heeft betrekking op de kosten die huishoudens moeten maken voor kinderopvang, na aftrek van ontvangen kinderbijslag en na aftrek van eventuele tegemoetkoming in die kosten, bijvoorbeeld door de gemeente.
Het is gewenst dat de mogelijke gevolgen van de keuzes afgestemd worden met de partners in de BsGW en dan met name met Waterschap Peel en Maasvallei. Tevens is gewenst dat afstemming plaatsvindt met d#gemeenten, in de eerste plaats met de gemeenten die deelnemen aan de BsGW. inmiddels hebben wij het initiatief genomen voor dit overleg. De resultaten van het overleg en de verschillende gevolgen van de mogelijke keuzes zullen in de vergadering van 25 september 2012 aan het algemeen bestuur ter besluitvorming worden voorgelegd. Tevens zullen daarbij de (on)mogelijkheden worden
121059/DRU
1/2
Pagina 3 van 45
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2 2.1 2.2 2.3
7 7 7
2.5 2.6 2.7
Wet- e n regelgeving e n huidig kwijtscheldingsbeleid Inleiding Bevoegdheid om kwijtschelding te verlenen Uitvoeringsregeling van toepassing bij het verlenen van kwijtschelding door de waterschappen Waterschappen zijn bevoegd in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen Waterschappen mogen ook in ruimere mate kwijtschelding verlenen Vermogen Slot
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.5
Ontwikkelingen in wet- e n regelgeving e n uitvoering Verruiming vermogensnormen Kleine ondernemers Inkomens-en vermogenstoets Praktische knelpunten Indicatie van kosten Overige opmerkingen Kosten kinderopvang Indicatie van kosten Tegemoetkoming in de kosten Geautomatiseerde kwijtschelding Geen toename kosten kwijtschelding als gevolg van geautomatiseerde toets Conclusie
11 11 13 13 13 14 14 14 15 15 15 16 16
4 4.1 4.1.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2
K o s t e n kwijtscheiding Kosten kwijtschelding Algemene oorzaken toename kosten kwijtschelding Uitvoeringskosten kwijtschelding Kosten geautomatiseerde kwijtschelding Wijze waarop waterschappen met de kosten van de kwijtschelding omgaan Ingezetenenheffing Zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing
17 17 18 18 19 19 19 20
5 5.1 5.2 5.3
Aanpassing belastingstelsel waterschappen Financiële bijdrage HWBP Kostenaandeel ingezetenen Afschaffen categoriegebonden kosten
21 21 21 22
6 6.1 6.2 6.3
K e u z e k w i j t s c h e l d i n g s b e l e i d w a t e r s c h a p p e n in breder perspectief Inleiding •'" <~' Overwegingen en aanleidingen* voor het voeren van een ruim kwijtscheldingsbeleid Overwegingen en aanleidingen voor een beperkt kwijtscheldingsbeleid
23 23 23 25
2.4
y
7 8 8 9 9
Kwijtschelding waterschappen
1
Pagina 5 van 45
Inleiding Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de portefeuillehouders Financiën van vier Zuid-Hollandse waterschappen hebben de Unie van Waterschappen enkele maanden geleden om aandacht voor de kwijtschelding gevraagd. Het hoogheemraadschap heeft dit gedaan in een brief van november 2010, de portefeuillehouders hebben het onderwerp ingebracht in het onderzoekstraject van de Taskforce Financiën van de Unie naar de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. Zowel het hoogheemraadschap als de portefeuillehouders hebben aangegeven zich zorgen te maken over (de houdbaarheid van) het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen, gegeven de actuele omvang van de kosten van de kwijtschelding, de mogelijke verdere toename van deze kosten als gevolg van wetgeving die de mogelijkheden tot het verlenen van kwijtschelding verder verruimt en de verwachtingen over een toename van de kosten van de waterschappen als gevolg van overdracht van taken door de rijksoverheid. De schrijvers gaven aan dat een verdere verruiming van de kwijtschelding de belastingdruk voor de overige belastingbetalers naar verwachting sterk zal doen toenemen. Het hoogheemraadschap gaf in dit verband aan dat in bepaalde steden in zijn gebied inmiddels sprake is van een situatie waarin 1 op de 4 huurders als gevolg van de kwijtschelding in het geheel geen belasting meer betaalt en dat dit knelt met het uitgangspunt dat een ieder die woonachtig is in het waterschapsgebied, een bijdrage in de kosten van de taakuitoefening moet leveren. Het hoogheemraadschap vroeg zich af in hoeverre het huidig kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen houdbaar is en in hoeverre een verdere toename van de kosten van de kwijtschelding redelijk is. In aansluiting op de brief van het hoogheemraadschap hebben de portefeuillehouders nog voorgesteld de ingezetenenheffing af te schaffen, hetgeen een drastische vermindering van de kosten van de kwijtschelding tot gevolg zou kunnen hebben. De betreffende correspondentie is weergegeven in bijlagen 1 en 2. 1
De Unie van Waterschappen heeft toegezegd zich met een aantal waterschappen over het onderwerp te zullen buigen. Er is een ad-hoc werkgroep kwijtschelding ingesteld (zie voor de samenstelling bijlage 3 bij deze notitie) die tot taak heeft gekregen te onderzoeken of het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen, mede in het licht van de genoemde ontwikkelingen, houdbaar is en hierover advies uit te brengen. In de voorliggende notitie formuleert de werkgroep haar advies en licht zij het toe. Voordat hiertoe in de volgende paragrafen wordt overgegaan, merkt de werkgroep over het voorstel van de portefeuillehouders Financien het volgende op. Het voorstel tot afschaffing van de ingezetenenheffing is door de Taskforce Financiën van de Unie besproken en als volwaardig alternatief betrokken in de gedachtevorming. De taskforce heeft het voorstel hiertoe met alle waterschappen gedeeld en besproken en heeft het uiteindelijk niet overgenomen. Nu de ingezetenenheffing -zoals blijkt uit de voorstellen van de waterschappen aan staatssecretaris Atsma- in zijn huidige vorm blijft bestaan , is de ad-hoc werkgroep in deze notitie van dit laatste uitgegaan. 2
1 2
Hollandse Delta, Schieland en de Krimpenerwaard, Rijnland en Delfland. Brief van de Unie van Waterschappen van 5 oktober 2011 (ons kenmerk 61014 LB) aan staatssecretaris Atsma over de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen.
Kwijtschelding waterschappen
2
Pagina 7 van 45
Wet- en regelgeving en huidig kwijtscheldingsbeleid In 2011 is in wet- en regelgeving een aantal belangrijke wijzigingen met betrekking tot de kwijtschelding doorgevoerd. Deze wijzigingen bespreken wij in hoofdstuk 3. In het voorliggende hoofdstuk beschrijven wij omwille van de volledigheid echter eerst het juridisch kader (exclusief de bedoelde wijzingen) van de kwijtschelding.
2.1
Inleiding Van belang bij de kwijtschelding zijn: • artikel 26 Invorderingswet 1990; • artikel 144 Waterschapswet; • Hoofdstuk II Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (hierna: Uitvoeringsregeling); • artikel 1 Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke- en waterschapsbelastingen (hierna: de Nadere regels).
2.2
B e v o e g d h e i d o m kwijtscheiding te verlenen Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. Artikel 26 Invorderingswet zegt namelijk dat kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. Het algemeen bestuur van een waterschap bepaalt of en zo ja, van welke belasting kwijtschelding wordt verleend. Indien kwijtschelding voor één of meer belastingen mogelijk wordt gemaakt, wordt de bevoegdheid verder door de ambtenaar belast met de invordering uitgeoefend. Artikel 144, derde lid, van de Waterschapswet zegt hierover dat de kwijtschelding door de ambtenaar wordt verleend.
2.3
Uitvoeringsregeling v a n t o e p a s s i n g bij het verlenen v a n kwijtschelding d o o r de w a t e r s c h a p p e n Op grond van tweede lid van artikel 144 Waterschapswet zijn met betrekking tot het verlenen van kwijtschelding de in de Uitvoeringsregeling gestelde regels van toepassing.
In de Uitvoeringsregeling zijn onder andere regels gesteld over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van een belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de feiten en omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg staan. Waterschappen (en gemeenten) kunnen niet van deze regels afwijken (zie voor de uitzonderingen op deze regel paragraaf 2.4 hierna). Bij gelegenheid van de introductie van de maximaal 100%-norm (zie voor een nadere duiding van dit begrip paragraaf 2.5 van deze notitie) in 1996 is dit door het kabinet weer eens bevestigd. Bij deze gelegenheid heeft het kabinet ook aangegeven dat het primaat voor het inkomensbeleid voorbehouden blijft aan het Rijk en dat de rol van de medeoverheden zich uitstrekt tot het uitvoeren van inkomensbescherpjende maatregelen op lokaal niveau . 3
3
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996-1997, 24 771, nr. 9, blz. 2.
Kwijtschelding waterschappen
Art. 1 Nadere regels,
Pagina 9 van 45
.
géfl*ünnen v%'öe he^bm^^^\m&^h ^ ^ f i ' h m S m *» wvètfe van artikel 16 van de liitvfoeringsregelihg'irtïofaejrings^et gfe ,r genoemd artikel verme'ae "; perd'énta'g'es wllieh' gesneld opfékii^Méé Het effect van het toepassen van een hogere norm voor de kosten van bestaan is dat er in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend. Door de kosten van bestaan hoger te stellen, neemt de beschikbare betalingscapaciteit voor het betalen van de waterschapsbelastingen immers af. In de praktijk komt hantering van de 100%-norm er grosso modo op neer dat een belastingschuldige die van een bijstandsuitkering of van alleen een AOW-pensioen moet rondkomen, in beginsel in aanmerking komt voor kwijtschelding. Sinds de invoering in 1996 van de mogelijkheid om in ruimere mate kwijtschelding te verlenen, zijn de waterschappen hiertoe massaal overgegaan. In 2005 hanteerden ongeveer 75% van de waterschappen een kwijtscheldingsnorm van 100%. Inmiddels hanteren vrijwel alle waterschapen deze norm. Alleen het waterschap Regge en Dinkel en het waterschap De Dommel hanteren een kwijtscheldingsnorm van 95%. Volgens de laatstgenoemde waterschappen zullen zij deze norm in ieder geval ook in 2012 handhaven. 2.6
Vermogen In beginsel moet een belastingschuldige ook zijn beschikbare vermogen aanwenden voor het betalen van zijn belastingschuld (ook als er geen betalingscapaciteit is). Bestanddelen van het vermogen zijn onder andere spaartegoeden, een auto en de inboedel. Op grond van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling worden in het kader van de kwijtschelding onder andere de inboedel tot een bedrag van 2269 en een auto met een waarde van minder dan 2269, niet tot het vermogen gerekend.. Artikel 144 Waterschapswet gaf (tot medio 2011) geen ruimte aan de waterschappen om van het voorgaande af te wijken. Met ingang van 1 juli 2011 is de wet echter aangepast en kunnen waterschappen ook ter zake van het vermogen normen stellen die ertoe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend. In hoofdstuk 3 wordt nader op deze verruiming ingegaan.
2.7
Slot Tot medio 2011 hield de bestuurlijke vrijheid van waterschappen bij het verlenen van kwijtschelding dus in dat zij: • een strakker kwijtscheldingsbeleid kunnen voeren door in het geheel geen of slechts gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen; • een ruimer kwijtscheldingbeleid kunnen voeren door de kosten van bestaan in plaats van op 90% van de bijstandsnorm, op maximaal 100% van deze norm te stellen. Alhoewel elk waterschap vrij is om binnen de grenzen van wet- en regelgeving te bepalen of en zo ja, in welke mate hij kwijtschelding verleent en welke norm voor de kosten van bestaan hij daarbij toepast, blijkt van grote verschillen in de praktijk tot nu toe geen sprake te zijn. Het is eerder zo dat sprake is van een gróte'mate van uniformiteit in het beleid zoals dat door de waterschappen wordt gevoerd. Zdals gezegd: • verlenen alle waterschappen van in ieder geval de ingezetenenheffing en de zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing woonruimten kwijtschelding (en van de overige heffingen niet), • doen de waterschappen niet aan gedeeltelijke kwijtschelding en • hanteert 92% van de waterschappen de 100%-norm voor de kosten van bestaan.
Pagina 11 van 45
3
Ontwikkelingen in wet- en regelgeving en uitvoering Met betrekking tot de kwijtschelding heeft zich in 2011 en ook aan het begin van 2012 een aantal ontwikkelingen in wet- en regelgeving en in de uitvoering voorgedaan die van invloed kunnen zijn op het toekomstig kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen. De ontwikkelingen als hier bedoeld zijn: 1. De verruiming van de vermogensnormen; 2. De mogelijkheid om kwijtschelding aan kleine ondernemers te verlenen; 3. De mogelijkheid om de netto kosten van kinderopvang aan te merken als uitgaven van een huishouden en; 4. De mogelijkheid om het recht op kwijtschelding in een geautomatiseerd proces door het Inlichtingenbureau te laten toetsen.
3.1
Verruiming v e r m o g e n s n o r m e n Op 1 juli 2011 is de Wet verruiming kwijtschelding in werking getreden . Artikel 144, vierde lid, van de Waterschapswet is gewijzigd zodat het algemeen bestuur van een waterschap voortaan ook voor de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen, regels kan stellen die ertoe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend Het effect van het hanteren van ruimere vermogensnormen is dat meer mensen voor kwijtschelding in aanmerking komen. 6
7
8
i
i dl
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer toegezegd in een ministeriële regeling nadere regels met betrekking tot de verruiming van de vermogensnormen te zullen opstellen. Deze nadere regels zullen de maximale beleidsvrijheid voor de waterschappen vormen bij het verruimen van de vermogensnormen. Omdat de hier bedoelde nadere regels tot op dit moment niet zijn vastgesteld, kunnen wij helaas niet concreet aangeven hoe ruim de maximale beleidsvrijheid voor waterschappen uiteindelijk zal zijn. Wel is het zo, dat bij de behandeling van het wetsvoorstel het voornemen bestond om de lokale overheden de ruimte te geven om tot maximaal de vermogensnormen uit de Wet werk en bijstand (Wwb) te hanteren bij het beoordelen van de vraag of een belastingplichtige voor kwijtschelding in aanmerking komt. De vermogensnormen uit de Wwb zijn hoger dan de vermogensnormen uit de Uitvoeringsregeling.
6 7 8
Zie volledigheidshalve ook de aanbiedingsbrief bij dit rapport en de ledenbrief van 15 maart jl., kenmerk 62972 JR. Wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad, provinciale staten en het algemeen bestuur om kwijtschelding van belastingen te verlenen, wetsvoorstel 32 315. Het koninklijk besluit waarbij dit heeft plaatsgevonden is in Stb. 2011, 310 gepubliceerd en de wet zelf is gepubliceerd in Stb. 2011, 309.
Pagina 13 van 45
3.2
Kleine ondernemers Door wijziging van artikel 28, eerste lid, onder e, van de Uitvoeringsregeling is het sinds 1 april 2011 mogelijk kwijtschelding te verlenen aan natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen, de zogenaamde kleine ondernemers. Voorwaarde voor het verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers is dat het niet om belastingen mag gaan die geheel of gedeeltelijk verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep . Dit teneinde concurrentievervalsing te voorkomen. Een kleine ondernemer kan dus alleen in aanmerking komen voor kwijtschelding van belastingen die met zijn woonruimte samenhangen (ook wel privé-belastingschulden genoemd). Indien er kwijtschelding aan een kleine ondernemer wordt verleend, vindt dit (net als bij natuurlijke personen die geen onderneming drijven) plaats op basis van de betalingscapaciteit en het aanwezige vermogen 10
11
3.2.1
Inkomens- en vermogenstoets Veelal zal op het moment dat een ondernemer een verzoek om kwijtschelding doet, nog geen inschatting van het netto-besteedbare inkomen gemaakt kunnen worden. Dit kan worden opgelost door de aanvrager (achteraf) een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode te laten overleggen. In de tijd die er tussen ligt, kan het waterschap aan de betrokkene uitstel van betaling verlenen". Blijkt na overlegging van de inkomensverklaring dat de aanvrager geen recht op kwijtschelding heeft, dan moet hij de belasting alsnog betalen. Het waterschap zal het verleende uitstel moeten intrekken en de invordering van de aanslag ter hand moeten nemen. Blijkt de ondernemer wel recht op kwijtschelding te hebben, dan zal het waterschap het verleende uitstel (administratief) omzetten in kwijtschelding.
3.2.2
Praktische knelpunten Ondermeer vanwege het voorgaande verwacht een aantal waterschappen dat het verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers tot knelpunten in de uitvoering zai leiden. Doorlooptijden zullen toenemen doordat feitelijk pas na afloop van het belastingjaar vastgesteld zal kunnen worden welk inkomen de ondernemer heeft genoten -Bovendien zullen de medewerkers van de waterschappen de aanslag inkomstenbelasting en/of de inkomensverklaring op zijn merites moeten kunnen beoordelen. Deze expertise is op dit moment nagenoeg niet bij de waterschappen aanwezig. Een ander aspect dat in dit verband aandacht verdient, is dat aanslagen en kwijtscheldingsverzoeken over verschillende jaren in de praktijk kunnen gaan cumuleren. Een voorbeeld. Een ondernemer dient in 2012 een verzoek om kwijtschelding in met betrekking tot een aanslag over dat jaar. Het waterschap zal dit verzoek op zijn vroegst in de loop van 2013 kunnen beoordelen (als de Belastingdienst de aangifte inkomstenbelasting over 2012 heeft verwerkt en de definitieve aanslag over dat jaar heeft vastgesteld of als de inkomensverklaring beschikbaar is). Op dat moment in 2013 zal het waterschap de aanslag over 2013 in een groot aantal gevallen ook al hebben opgelegd en is het niet ondenkbeeldig dat de ondernemer in kwestie ook voor deze aanslag kwijtschelding aanvraagt. Omdat elk verzoek afzonderlijk beoordeeld moet worden (in de inkomenssituatie van de ondernemer kan immers verandering zijn opgetreden en een toe- of afwijzing over een eerder jaar zegt daarom niet zo veel), zal het waterschap pas in 2014feitelijk een beslissing kunnen nemen op het kwijtscheldingsverzoek over 2013. Op 4ët rnoment zal het waterschap de aanslag over 2014 alweer hebben opgelegd, etc., etc.
10 Voor deze datum was het verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers alleen onder zeer strikte voorwaarden mogelijk. 11 Staatscourant. 2011, nr. 5774, van 29 maart 2011. 12 Zie paragraaf 2.5 voor een toelichting op deze termen. 13 Uitgaande uiteraard van een voor het overige volledig ingevuld kwijtscheldingsformulier.
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 15 van 45
De minister heeft aangegeven dit knelpunt voor de korte termijn te willen oplossen met een aantal maatregelen. Een daarvan betreft de kwijtschelding. De minister wil dat bij de. kwijtschelding van lokale lasten rekening wordt gehouden met de netto-kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken. Inmiddels is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 in verband met het voorgaande aangepast . De maatregel geldt met ingang van 1 januari 2012 en de leden-waterschappen zijn hierover door de Unie geïnformeerd. 18
17
3.3.1
Indicatie van kosten Het ministerie van SZW heeft becijferd dat er als gevolg van de maatregel landelijk ongeveer 15.000 personen extra voor kwijtschelding in aanmerking zouden kunnen komen. Uitgaande van een gemiddeld bedrag aan verleende kwijtschelding van 175,- (ingezetenenheffing en zuiveringsheffing) en uitgaande van genoemd aantal personen, kunnen de kosten van de kwijtschelding met ongeveer 2,7 min. toenemen . Het gaat hier om een indicatief bedrag. Er is geen rekening gehouden met het feit dat de diverse aspecten van de verruiming van de kwijtschelding met elkaar kunnen cumuleren. 18
3.3.2
Tegemoetkoming in de kosten De Minister van SZW heeft voor de maatregel een bedrag van 10 min. gereserveerd. Dit bedrag komt blijkens zijn eerdergenoemde brief ten goede aan de gemeenten, die hiervan ook het eventuele extra beslag op de bijzondere bijstand moeten betalen. De Unie heeft het ministerie van SZW dringend verzocht om ook voor de waterschappen budget beschikbaar te stellen. Op het moment van het schrijven van deze notitie had genoemd ministerie nog geen uitsluitsel gegeven over de vraag of, en zo ja op welke wijze de waterschappen financieel zullen worden gecompenseerd. Lokale overheden kunnen overigens zelf bepalen of zij bij de kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Bedacht moet wel worden dat deze discretionaire bevoegdheid in de praktijk al snel kan worden beïnvloed door beslissingen die terzake door de omgeving worden genomen.
3.4
Geautomatiseerde kwijtschelding Per 1 januari 2011 kunnen waterschappen hun verzoeken om kwijtschelding geautomatiseerd laten toetsen door de Stichting Inlichtingenbureau". Het Inlichtingenbureau vergelijkt de gegevens die het waterschap van de belastingplichtigen heeft met de gegevens van het UWV, de Rijksdienst voor wegverkeer en de Belastingdienst. Als blijkt dat het inkomen en het vermogen ten opzichte van eerder jaar (waarover het waterschap de betrokkene kwijtschelding heeft verleend) niet zijn veranderd, kan het waterschap, zonder dat de burger daarvoor iets hoeft te doen, opnieuw kwijtschelding verlenen. Door geautomatiseerd kwijt te schelden kunnen waterschappen hun uitvoeringskosten verminderen en blijven de burger administratieve lasten bespaard. Alleen burgers aan wie in een voorgaand jaar kwijtschelding is verleend , komen in aanmerking voor de geautomatiseerde kwijtscheldingstoets. Per 1 januari van dit jaar maken in totaal 17 waterschappen en belastingkantoren van de geautomatiseerde kwijtscheldingstoets gebruik. 20
16 Dit zijn de kosten van kinderopvang na aftrek van de kinderopvangtoeslag of andere specifieke tegemoetkomingen. 17 Staatscourant 31 december 2011, nr. 22974, artikel XXII. 18 Er is geen rekening gehouden met eventuele compensatie door de rijksoverheid. 19 Besluit van 13 september 2010, houdende een wijziging van het Waterschapsbesluit en het Besluit SUWI in verband met de invoering van automatische kwijtschelding van waterschapsbelastingen (Stb. 2010, 702). Hierbij is artikel 6:17 van het Waterschapsbesluit gewijzigd. 20 Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft ook de voorwaarde gesteld dat de burger toestemming moet hebben gegeven voor de geautomatiseerde verwerking van zijn gegevens.
Pagina 17 van 45
4
Kosten kwijtschelding Het verlenen van kwijtschelding kost geld. Het gaat enerzijds om zogenaamde apparaats- of uitvoeringskosten en anderzijds om de bedragen die aan kwijtschelding worden verleend. In deze notitie wordt het begrip in laatstgenoemde zin gebruikt. Waar wij de apparaats- of uitvoeringskosten bedoelen, zullen wij dat met zoveel woorden aangeven.
4.1
K o s t e n kwijtschelding In het kader van het schrijven van deze notitie heeft de Unie van Waterschappen het afgelopen jaar aan alle waterschappen dan wel de gemeenschappelijke belastingkantoren van de waterschappen gevraagd een aantal kwijtscheldingsgegevens over de laatste jaren aan te leveren. Gevraagd is onder andere naar het aantal ingediende kwijtscheldingsverzoeken, het aantal verzoeken dat is toegewezen, de gronden waarop de overige verzoeken zijn afgewezen en de bedragen die met het verlenen van kwijtschelding waren gemoeid. Aan de hand van deze gegevens heeft de werkgroep getracht het verloop en de ontwikkeling van de kwijtschelding over de afgelopen jaren in beeld te brengen. Omdat een aantal waterschappen de gegevens niet of slechts gedeeltelijk heeft aangeleverd, kan helaas geen volledig beeld van de ontwikkelingen worden gegeven. Wel bestaat een goed beeld van de totaalbedragen waarvoor door de waterschappen kwijtschelding is verleend : 21
2008 Verontreini- Ingezetegingshefnenheffing fing
33.6 min. 12.3 min. 45,9 min. (gecorrigeerd 48,9 min.)
2009 ZuiveringsWatersysheffing/ teemheffing Verontreiniingezetenen gingsheffing € 33,5 min. €18,7 min. 52,3
2010 ZuiveringsWatersysheffing/ teemheffing Verontreini- ingezetenen gingsheffing 33.9 min. € 19,7 min. 53,6 min. (gecorrigeerd 54,5 min.)
De kosten van de kwijtschelding zijn in 2009 ten opzichte van 2008 landelijk met ruim 3,4 miljoen (= circa 7%) gestegen. Het is aannemelijk dat deze stijging voornamelijk het gevolg is van de overgang naar een nieuw belastingstelsel per 1 januari 2009". De ontwikkeling van de kosten van 2009 op 2010 bedraagt 2,2 miljoen (= circa 4%). De kosten van de kwijtschelding stijgen in verstedelijkte waterschappen veelal harder dan in minder verstedelijkte waterschappen. Bijlage 4 bevat een totaaloverzicht van de door de waterschappen verleende kwijtschelding over de jaren 2008 tot en met 2010.
21 De cijfers over 2008 zijn exclusief hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Dit leidt tot een onderschatting van de cijfers over 2008 van naar schatting 3 min. De cijfers over 2010 zijn exclusief waterschap Regge en Dinkel. Dit leidt tot een onderschatting van de cijfers over het betrokken jaar van ingeschat 0,9 min. De gegevens van waterschap Hollandse Delta ontbreken volledig. Voor de vergelijking en ontwikkeling maakt dit niet uit maar het leidt wel tot een onderschatting van alle totaalbedragen. 22 Het totale aandeel van de huishoudens (de groep die vooral voor kwijtschelding in aanmerking komt) in de waterschapsbelastingen is daarbij toegenomen. Daarnaast worden er vanaf 2009 meer kosten gedekt uit de watersysteemheffing en minder uit de zuiveringsheffing (overheveling kosten passief kwaliteitsbeheer). Binnen de watersysteemheffing is bovendien het kostenaandeel van de ingezetenen toegenomen.
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 19 van 45
Het gaat hier om het gemiddelde van de som van personeelskosten en uitbestedingskosten in gevallen waarin niet van de dienstverlening van het Inlichtingenbureau gebruik wordt gemaakt of kan worden gemaakt (bijvoorbeeld omdat een burger voor het eerst kwijtschelding aanvraagt). De leden van het Invorderingsoverleg hebben in 2010 gemiddeld 27.332 verzoeken om kwijtschelding behandeld en in 2011 gemiddeld 27. 585. Dit brengt de uitvoeringskosten van de kwijtschelding over 2010 gemiddeld op circa 165.000,- per waterschap en over 2011 gemiddeld op circa 199.500,- per waterschap. 4.3
Kosten geautomatiseerde kwijtschelding De kosten voor de geautomatiseerde kwijtschelding bedragen op dit moment 5000,- per waterschap per jaar (abonnementsgeld Inlichtingenbureau). Waterschappen zullen ook indien zij van de dienstverlening van het Inlichtingenbureau gebruik maken, altijd nog eigen apparaatskosten hebben. Naar de omvang hiervan is geen onderzoek gedaan, maar het is aannemelijk dat deze (veel) lager zullen liggen dan in gevallen waarin het waterschap de kwijtschelding zelf ter hand neemt.
4.4
Wijze w a a r o p w a t e r s c h a p p e n met de k o s t e n v a n de kwijtschelding omgaan De bedragen die met het verlenen van kwijtschelding zijn gemoeid worden door de waterschappen in de tarieven van de waterschapsbelastingen verdisconteerd. Als gevolg hiervan draaien degenen die niet voor kwijtschelding in aanmerking komen (of er wel voor in aanmerking komen maar geen verzoek indienen), voor deze kosten op. De vraag die politiek/bestuurlijk bij veel waterschappen leeft, is of de kosten van de kwijtschelding door alle categorieën (moeten) worden gedragen, of dat alleen de categorieën waarvoor kwijtschelding aan de orde is, deze kosten (moeten) dragen. Op deze vragen wordt in het vervolg van deze paragraaf ingegaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de ingezetenenheffing en de zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing.
4.4.1
Ingezetenenheffing De kosten die voor de waterschappen zijn verbonden aan de zorg voor het watersysteem worden via de kostentoedeling aan de belanghebbende categorieën (ingezetenen, eigenaren gebouwd, eigenaren natuur, eigenaren ongebouwd) toegedeeld. Het is de werkgroep gebleken dat er een aantal manieren is waarop waterschappen rekening houden met de kosten van kwijtschelding, namelijk: 1. de begrote kosten van de kwijtschelding worden als uitgaven (lees: kosten in verband met de taakuitoefening) in aanmerking genomen. Via de kostentoedeling dragen alle categorieën vervolgens bij aan de financiering van de kwijtscheldingskosten; 2. de begrote kosten van de kwijtschelding worden niet als kosten in verband met de taakuitoefening in aanmerking genomen. De kosten van de taakuitoefening (dus exclusief de kosten van de kwijtschelding) worden via de kostentoedeling op de gebruikelijke wijze aan de diverse belanghebbende categorieën toegedeeld. Nadat op deze wijze het kostenaandeel van de categorie ingezetenen is bepaald, worden de kosten van de kwijtschelding als zijnde gederfde belastingopbrengsten hierbij opgeteld. Vervolgens wordt het tarief van de belasting voor.de?e categorie vastgesteld. De kosten van de kwijtschelding drukken in dit geval dus èxclusief op de categorie ingezetenen. 3. De kwijtscheldingskosten worden aangemerkt als categoriegebonden kosten als bedoeld in artikel 120, eerste lid, tweede volzin van de Waterschapsweten rechtstreeks bij de betrokken categorie (in dit geval de ingezetenen) in rekening gebracht. Het effect is gelijk als beschreven onder 2.
Pagina 21 van 45
5
Aanpassing belastingstelsel waterschappen Zoals afgesproken in het Bestuursakkoord Water hebben de waterschappen in het afgelopen jaar voorstellen tot aanpassing van hun belastingstelsel aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aangeboden. Het Bestuursakkoord Water gaat uit van inwerkingtreding per 1 januari 2014, maar er wordt gestreefd naar een versnelde invoering en wel per 1 januari 2013. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van de voorstellen zoals die inmiddels in het conceptwetsvoorstel zijn opgenomen. Voor zover voor het onderhavige onderwerp van belang, luiden de voorstellen als volgt: • De kosten die zijn gemoeid met de financiële bijdrage van de waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) worden via de watersysteemheffing verhaald; • Het kostenaandeel van de categorie ingezetenen is afhankelijk van de inwonerdichtheid in het gebied van het waterschap en bedraagt afhankelijk van deze dichtheid: minimaal 20 % en maximaal 40%; minimaal 30% en maximaal 50% minimaal 40% en maximaal 60%. • De mogelijkheid om zogenaamde categoriegebonden kosten rechtstreeks aan de betrokken categorie toe te rekenen, wordt afgeschaft. De vraag is wat de gevolgen van deze voorstellen voor de kwijtschelding zijn.
5.1
Financiële bijdrage H W B P De financiële bijdrage van de waterschappen aan het HWBP bedraagt dit en volgend jaar 81 min., in 2014 € 131 min. en vanaf 2015 € 181 min. per jaar. Zonder nadere maatregelen zal de consequentie van deze financiële participatie zijn dat de opbrengsten en de tarieven van de watersysteemheffing zullen stijgen. De Taskforce Financien van de Unie heeft becijferd dat bij een toename van de lasten met 181 min., de opbrengst van de watersysteemheffing ten opzichte van de situatie in 2011 landelijk gemiddeld met ongeveer 17 % zal stijgen . Uitgaande van het huidige kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen zullen in dat geval ook de kosten van de kwijtschelding toenemen. De toename zal dan voornamelijk bij de watersysteemheffing aan de orde zijn. De hogere kosten van de kwijtschelding zullen eventueel gecompenseerd kunnen worden door lagere zuiveringskosten. 24
Met de nodige nadruk wordt opgemerkt dat de waterschappen zich in het Bestuursakkoord Water ertoe hebben verbonden geen lastenstijging als gevolg van het HWBP bij de burger door te voeren. Dit zo zijnde, ligt ook een stijging van de kwijtscheldingskosten op grond hiervan niet in de lijn der verwachting. 5.2
K o s t e n a a n d e e l ingezetenen In de belastingvoorstellen bedraagt de bandbreedte bij de bepaling van het ingezetenenaandeel 20%. In de actuele situatie is dit 10%, met een mogelijkheid van verhoging met eveneens 10%. In feite kunnen de watersclïiÉtppen hun ingezetenenaandeel op dit moment dus al binnen een bandbreedte van 20%^bepalen. In zoverre verandert er met de voorstellen dan ook niet veel.
24 Bijlage 6 van het bijlagenboek behorende bij het Eindrapport van de Taskforce Financiën.
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 23 van 45
6
Keuze kwijtscheldingsbeleid waterschappen in breder perspectief
6.1
Inleiding De ontwikkelingen die wij in de voorgaande paragrafen hebben geschetst, roepen de vraag op of het huidige kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen houdbaar is. Met name de mogelijkheden om de kwijtschelding te verruimen kunnen in theorie tot een forse toename van de kwijtscheldingsbedragen leiden. Maar ook de financieel-economische situatie waarin Nederland op dit moment verkeert en de oplopende werkloosheid kunnen potentieel voor een toename zorgen. Hoe staan de waterschappen tegenover deze ontwikkelingen en zijn er naast de directe financiële effecten andere zaken die van invloed zijn op het te voeren kwijtscheldingsbeleid? Zouden de waterschappen een ruim of juist een beperkt kwijtscheldingsbeleid moeten voeren? In dit hoofdstuk zal op deze vragen nader worden ingegaan.
6.2
O v e r w e g i n g e n en a a n l e i d i n g e n v o o r het v o e r e n v a n e e n ruim kwijtscheldingsbeleid Aan het voeren van een ruim kwijtscheldingsbeleid kunnen de volgende overwegingen of aanleidingen ten grondslag liggen: Sociale gezicht waterschappen Het voeren van een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid kan voor een waterschap een middel zijn om bij te dragen aan het oplossen van financiële noodsituaties bij de sociaal zwakkere ingezetenen van het waterschapsgebied. Met een ruimhartig beleid kan het waterschap met andere woorden zijn sociale gezicht tonen. Dit brengt echter meteen ook een dilemma met zich mee: het voeren van een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid en het tonen van een sociaal gezicht kan het draagvlak voor de waterschapsbelastingen bij bepaalde groepen in de maatschappij vergroten, maar het kan net zo goed tot weerstand of onvrede leiden bij andere groepen. Dit laatste kan bijvoorbëeld het geval zijn bij de groep personen die wél belasting betaalt en die de facto dus opdraait voor de kosten van de kwijtscheiding. Zoals eerder in deze notitie aangegeven, kunnen de kosten van de kwijtschelding in het geval van de ingezetenenheffing in de huidige situatie over alle categorieën worden omgeslagen, maar het is ook mogelijk om de kosten uitsluitend ten laste van de categorie ingezetenen zelf te brengen. In het geval van de zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing betalen alle belastingplichtigen, dus Ook de bedrijven, mee aan de kosten van de kwijtschelding. Maatschappelijke druk Indien waterschappen een minder ruimhartig kwijtscheldingsbeleid voeren dan inliggende gemeenten kan de maatschappelijke druk (van burgers, belangenorganisaties, gemeenten, politiek, etc.) op waterschappen toenemen om eenzelfde kwijtscheldingsbeleid als gemeenten te voeren . 26
25 Zo heeft de voormalig staatssecretaris van V&W in maart 2008 nog de wens uitgesproken dat alle waterschappen de 100%-kwijtscheldingsnorm zouden hanteren (zonder de waterschappen overigens iets te willen opleggen).
Kwijtschelding waterschappen
6.3
Pagina 25 van 45
O v e r w e g i n g e n e n a a n l e i d i n g e n voor e e n beperkt kwijtscheldingsbeleid Aan het voeren van een beperkt kwijtscheldingsbeleid kunnen de volgende overwegingen of aanleidingen ten grondslag liggen: Verlenen van kwijtschelding is strijdig met uitgangspunt dat een ieder bijdraagt aan de kosten van de taakuitoefening Uitgangspunt bij de heffing van waterschapsbelastingen is dat een ieder die woonachtig is in het gebied van het waterschap, belang bij de taakuitoefening heeft en een bijdrage in de kosten daarvan levert. Indien een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd, komt dit er in de praktijk op neer dat (grote) groepen belastingschuldigen die wel belang hebben bij de teken van het waterschap, daarvoor niet betalen. Indien de kwijtschelding beperkt wordt gehouden, wordt aan het uitgangspunt van de waterschapsbelastingen zo min mogelijk afbreuk gedaan. Effect op de tarieven Waterschappen zijn financieel nagenoeg volledig afhankelijk van hun belastinginkomsten. De bedragen die met de kwijtschelding zijn gemoeid, worden linksom of rechtsom dus via de heffing verhaald en bepalen dus mede de hoogte van het tarief van de belasting. Hoe ruimer het kwijtscheldingsbeleid, hoe groter het effect daarvan op de tarieven. Bij een beperkt kwijtscheldingsbeleid is het effect op de tarieven vanzelfsprekend ook minder groot. Rol waterschappen bij oplossen financiële noodsituaties Het verlenen van kwijtschelding kan bij waterschappen een andere plaats hebben dan bij gemeenten. Dit heeft te maken met het verschil in taken tussen gemeenten en waterschappen. Gemeenten hebben een duidelijke rol op liet gebied van het oplossen van financiële noodsituaties dan wel het bieden aan ondersteuning aan burgers die in een dergelijke situatie verkeren. Voorbeelden zijn de uitvoering van de Wet werk en bijstand (het sluitstuk van de sociale zekerheid) en het verlenen van bijzondere bijstand. Daarnaast hebben veel gemeenten een minimabeleid in de vorm van noodfondsen, schuldregelingen, etc. Kwijtschelding vormt in een aantal gevallen onderdeel van dat beleid. Waterschappen zijn daarentegen functionele overheden zonder taken op voornoemd sociaal-maatschappelijk gebied. Dit zou voor de waterschappen een argument voor het voeren van een beperkt kwijtscheldingsbeleid kunnen zijn. Beperking armoedeval Het verlenen van kwijtschelding kan in een aantal gevallen tot de zogenaamde armoedeval leiden of deze verscherpen. De armoedeval treedt onder andere op als de overgang van een uitkering naar een betaalde baan niet of nauwelijks loont omdat tegenover de brutoinkomensstijging een netto-inkomensachteruitgang staat als gevolg van het wegvallen van inkomensafhankelijke voorzieningen (zoals de kwijtschelding). Hoe ruimer het kwijtscheldingsbeleid, hoe groter in beginsel de armoedeval en hoe beperkter het kwijtscheldingsbeleid, hoe beperkter de armoedeval in beginsel is. Vanuit de problematiek van de armoedeval bezien, is er dus veel voor het voeren van een beperkt kwijtscheldingsbeleid te zeggen . 28
28 Het is opmerkelijk dat de rijksoverheid geen consequent beleid lijkt te voeren als het om de kwijtschelding in relatie tot de armoedeval gaat. Terwijl bekend is dat de kwijtschelding een van de oorzaken van de armoedevalproblematiek is, worden er steeds meer maatregelen doorgevoerd waarmee de kwijtschelding -en dus ook de problematiek- worden verruimd.
j •
*
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 27 van 45
7
Oplossingsrichtingen
7.1
Inleiding Zoals in de voorgaande hoofdstukken is aangegeven, zijn er diverse ontwikkelingen die potentieel tot een toename van de bedragen en de uitvoeringskosten van de kwijtschelding kunnen leiden. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving zijn daar een van, maar ook ontwikkelingen op financieel-economisch gebied moeten worden genoemd. De vraag is hoe de waterschappen met deze ontwikkelingen willen omgaan en of de ontwikkelingen voor de waterschappen een reden zijn tot aanpassing van het bestaande beleid dan wel het maken van bepaalde keuzes, bijvoorbeeld ten aanzien van de toepassing van de geboden verruimingsmogelijkheden. In dit hoofdstuk wordt een aantal oplossingsrichtingen geschetst met hun voor- en nadelen en het oordeel van de werkgroep daarover.
7.2
A l g e h e l e afschaffing of beperking kwijtschelding Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting. Waterschappen die de huidige kosten van de kwijtschelding als een knelpunt ervaren, zouden dus ervoor kunnen kiezen in het geheel geen kwijtschelding meer te verlenen. Dit is wel een rigoureuze oplossing en het zal in de praktijk niet altijd ook daadwerkelijk een oplossing blijken te zijn, bijvoorbeeld omdat het waterschap in een aantal gevallen zeer veel moeite zal moeten doen om de belastingschuld in te vorderen (met overigens wisselend resultaat) of omdat het aantal oninbare aanslagen toeneemt. Een optie die minder ver gaat dan totale afschaffing van de kwijtschelding is het verlenen van gedeeltelijke kwijtschelding. Waterschappen zijn hiertoe bevoegd. Het verlenen van gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat een waterschap een bepaald deel van de belastingaanslag (bijvoorbeeld de helft) voor kwijtschelding in aanmerking laat komen en het ander deel niet. Het deel (dat niet voor kwijtschelding in aanmerking komt, moet door de burger dus in ieder geval betaald worden. Hieronder worden eerst de voor- en nadelen van algehele afschaffing besproken. Vervolgd wordt met een bespreking van de voor- en nadelen van gedeeltelijke kwijtschelding.
7.2.1
Algehele afschaffing kwijtschelding Voordelen algehele afschaffing • draagt bij aan uitgangspunt dat een ieder dient bij te dragen aan de kosten van de taakuitoefening; • geen lastenverschuivingen als gevolg van de kwijtscheiding; • past bij opvatting dat waterschap geen rol heeft in armoedebeleid; • past bij opvatting dat de sociale bijstand voldoende moet zijn voor de betaling van lokale belastingschulden; • levert een besparing op, want geen uitvoeringskosten kwijtschelding meer. Nadelen algehele afschaffing • waterschappen kunnen desgewenst sociale gezicht niet tonen; • geen politiek-maatschappelijk draagvlak voor afschaffing; • onbegrip burger; * imagoschade waterschappen; • uitvoeringskosten inning en invorg&flng waterschapsbelastingen nemen naar verwachting sterk toe; .* • toename percentage oninbare'belastingaanslagen (als gevolg waarvan nog steeds niet een ieder zal bijdragen aan de kosten van de taakuitoefening en er toch lastenverschuivingen plaatsvinden); • kan belastingsamenwerking met gemeenten bemoeilijken. r
)
Pagina 29 van 45
In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het bij handhaving van het huidige beleid praktisch bijkans onmogelijk zal om de kosten van de kwijtschelding te handhaven op om en nabij het huidige niveau. Dit heeft te maken met het feit dat ontwikkelingen in de conjunctuur en ontwikkelingen in de belastingbedragen tot een natuuriijke aanwas binnen de kwijtschelding leiden. De tweede opmerking heeft specifiek betrekking op de toename van de kosten van de kwijtschelding als gevolg van de verruimingsmogelijkheden. Als het het streven van de waterschappen is om dit tegen te gaan, dan spreekt het voor zich dat zij de wettelijk toegestane mogelijkheden van verruiming niet dan wel beperkt zouden moeten toepassen. Zoals eerder • aangegeven speelt de mogelijkheid van verruiming op dit moment op drie fronten, namelijk de verruiming van de vermogensnormen, de verruiming naar kleine ondernemers en de verruiming in verband met de kosten van kinderopvang. Het beperkt toepassen van deze mogelijkheden kan in verschillende varianten en combinaties plaatsvinden, door steeds een of twee van de geboden mogelijkheden niet te benutten (en de overige wel). Omdat het steeds om discretionaire bevoegdheden van de waterschappen gaat, hebben zij deze ruimte. De meest vergaande mogelijkheid waarmee een stijging van de kwijtscheldingskosten als gevolg van de verruiming kan worden voorkomen, is door geen van deze mogelijkheden te benutten. 7.3.1
In het geheel niet verruimen Voordelen van in het geheel niet verruimen • geen extra toename aantal kwijtscheldingsgerechtigden; • geen extra toename kosten kwijtschelding; • geen extra lastenverschuivingen; • past bij opvatting dat waterschap geen rol heeft in armoedebeleid; • geen verdere toename uitvoeringskosten kwijtschelding. Nadelen van in het geheel niet verruimen • onbegrip burger (het onbegrip zal groter zijn wanneer gemeenten wél en de waterschappen niet verruimen); * er kan een maatschappelijke en politieke druk op waterschappen ontstaan om wel te verruimen (deze druk wordt groter wanneer gemeenten wél verruimen); • imagoschade waterschappen (deze kan groter zijn wanneer gemeenten wél verruimen); • de mogelijkheden van samenwerking met gemeenten worden bemoeilijkt wanneer waterschappen niet en gemeenten wel verruimen. De nadelen kunnen worden beperkt indien ook de (inliggende) gemeenten ervoor zouden kiezen om de verruimingsmogelijkheden niet toe te passen. Dit zal in een aantal gevallen strategisch bestuurlijk overleg tussen waterschappen en gemeenten vergen. Oordeel werkgroep over oplossingsrichting in het geheel niet verruimen Uit een oogpunt van het beheerst houden van de kosten van de kwijtschelding is dit een aantrekkelijke optie. Omdat het om nieuwe maatregelen gaat, zal de maatschappelijke en politieke ophef indien waterschappen niet voor verruiming kiezen, minder groot zijn dan in de situatie wanneer bestaand beleid word} versoberd of wanneer een eventuele keuze voor verruiming op enig moment in de toeffprrist weer ongedaan zou worden gemaakt. De keuzes die de gemeenten ten aanzien van de verruiming maken zijn een factor van belang, omdat de publieke opinie over het beléid van de waterschappen naar verwachting mede door deze gemeentelijke keuzes zal worden gevormd. Hoeveel gemeenten op dit moment voor verruiming hebben gekozen, is niet bekend. Wel is bekend dat een aantal grote gemeenten kwijtschelding aan kleine ondernemers mogelijk heeft gemaakt. Hetzelfde geldt voor Hollandse Delta, De Stichtse Rijnlanden en de Hefpunt-waterschappen.
Kwijtschelding waterschappen
7.5
Pagina 31 van 45
C o n c l u s i e s met betrekking tot b e s p r o k e n o p l o s s i n g s r i c h t i n g e n Aanpassingen in huidig kwijtscheldingsbeleid De werkgroep is van oordeel dat het vanwege politiek/maatschappelijke en imagooverwegingen moeilijk dan wel zeer onwenselijk is het huidige kwijtscheldingsbeleid te versoberen (een versobering kan plaatsvinden door de gangbare 100%-norm te verlagen of door af te stappen van het gebruik om volledige kwijtschelding te verlenen). Als versobering van de kwijtschelding al onwenselijk is, dan geldt dat naar de mening van de werkgroep des te meer voor volledige afschaffing van de kwijtschelding. Dit betekent dus dat het huidige kwijtscheldingsbeleid als een gegeven moet worden beschouwd en dat van daaruit keuzes voor de vormgeving van het beleid in de toekomst moeten worden gemaakt. De verruiming van de kwijtschelding speelt daarin een belangrijke rol. Indien waterschappen het huidige kwijtscheldingsbeleid toch willen aanpassen, dan ligt een aanpassing in de vorm van gedeeltelijke kwijtschelding naar de mening van de werkgroep het meest voor de hand. Verruiming kwijtschelding Als het om de verruiming van de kwijtschelding gaat, heeft de werkgroep voor geen van de geschetste oplossingsrichtingen een sterke voorkeur. Verruimen (geheel dan wel beperkt) lijkt onder andere uit kostenoverwegingen geen logische optie. Maar ook het besef dat nu verruimen en later weer afschaffen of beperken (bijvoorbeeld omdat de kosten tegenvallen) een zeer moeilijk begaanbare weg is, noopt tot de nodige voorzichtigheid bij het maken van keuzes. Dit impliceert dat zich nu een belangrijk afwegingsmoment voor de waterschappen voordoet: gaan de waterschappen wel of niet van de ontstane verruimingsmogelijkheden gebruik maken? De verwachting over de toename van de kosten van de kwijtschelding als gevolg van de verruiming (zowel totaal als per afzonderlijke verruimingsmogelijkheid) zal hierbij een belangrijke rol spelen. Maar er zal ook niet voorbij kunnen worden gegaan aan de vraag of er voor het waterschap een reden is om een bepaalde groep personen (bijvoorbeeld de kleine ondernemers) wel tegemoet te komen en een andere groep (bijvoorbeeld alleenstaande ouders met jonge kinderen) niet. Dit zijn geen eenvoudige afwegingen. De werkgroep pleit er daarom ai met al voor dat waterschappen de nodige terughoudendheid bij het verruimen van de kwijtschelding betrachten. Indien de huidige kosten van de kwijtschelding voor waterschappen al het maximum vormen, zou verruiming zeker niet aan de orde moeten zijn. Waterschappen moeten er rekening mee houden dat een eventuele keuze voor verruiming op een gegeven moment wellicht niet meer uit de weg zal kunnen worden gegaan, bijvoorbeeld omdat gemeenten en/of collega-waterschappen deze mogelijkheden in de praktijk wél zijn gaan benutten. Eerder in deze notitie hebben wij dit de beïnvloeding door de omgeving genoemd.
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 33 wan 45
Conclusies en aanbevelingen Conclusies 1.
Elk waterschap is vrij om binnen de grenzen van wet- en regelgeving te bepalen of, en zo ja in welke mate er kwijtschelding wordt verleend. 2. Ondanks deze vrijheid is het kwijtscheldingsbeleid van de waterschappen op dit moment goeddeels uniform. Er is ook een grote mate van uniformiteit met het kwijtscheldingsbeleid van de gemeenten. 3. De externe omgeving kan in ruime mate van invloed zijn op het te voeren kwijtscheldingsbeleid. 4. De huidige omvang van de kwijtschelding is niet voor elk waterschap een knelpunt. 5. Er is macro geen duidelijke trend waarneembaar van een zeer sterke stijging van verleende kwijtscheldingsbedragen . Wel is sprake van verschillen per waterschap waarbij de stijging in verstedelijkte waterschappen veelal groter is dan in minder verstedelijkte waterschappen. 6. De aanhoudende financieel-economische crisis zal naar verwachting tot een toename van de kosten van de kwijtschelding leiden. 7. Uitgaande van de realisatie van doelmatigheidsvoordelen zal de cofinanciering van het HWBP op zichzelf niet tot een stijging van de opbrengst van de watersysteemheffing evenmin tot een toename van de kosten van de kwijtschelding leiden. 8. De voorgenomen afschaffing van de mogelijkheid om kwijtscheldingskosten als zogenaamde categoriegebonden kosten in aanmerking te nemen, behoeft niet per definitie tot een lastenverschuiving naar andere categorieën te leiden. 9. Op basis van de huidige inzichten over het aantal personen dat baat bij de geboden verruimingsmogelijkheden zou kunnen hebben en uitgaande van volledige benutting van deze mogelijkheden door de waterschappen, is becijferd dat de kosten van de kwijtschelding landelijk met ongeveer 20 miljoen kunnen toenemen. 10. Elke wijziging van het huidige kwijtscheldingsbeleid ten nadele van de burger zal maatschappelijk en politiek op (veel) weerstand en onbegrip stuiten en het imago van de waterschappen schaden. 11. Elke wijziging van het huidige kwijtscheldingsbeleid ten nadele van de burger zal de druk op het invorderingsproces van de waterschappen en de druk op het aantal oninbare vorderingen doen toenemen. 12. Een beslissing om de kwijtschelding te verruimen zal in de toekomst niet danwel alleen met imagoschade teruggedraaid kunnen worden. 13. Geautomatiseerde kwijtschelding leidt tot een vermindering van uitvoeringskosten en tot een afname van het aantal gevallen waarin de kwijtschelding onterecht wordt toegekend. 14. Als het aantal kwijtscheldingsgerechtigden afneemt doordat een strenger kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd of doordat kwijtscheldingsverzoeken anders worden getoetst, kan dit een opwaartse druk op het aantal oninbare vorderingen geven. 31
31 De stijging van 2008 op 2009 vormt hierop een uitzondering.
Pagina 35 van 45
Bijlage 1: Voorstel portefeuillehouders Financiën vier ZuidHollandse waterschappen en reactie Tasforce Financiën
NOTITIE Betreft: VEREENVOUDIGING WATERSYSTEEMHEFFING. Opgesteld door. Portefeuillehouder Financiën WSHD in samenwerking met de portefeuillehouders Financiën van HHD, KHR en HHSK VOORSTEL Oe watersysteemheffing wordt uitsluitend geheven over het te beschermen bezit, dat wil zeggen zoveel mogelijk op basis van de waaide van de onroerende zaak - behoudens correcties en/of reducties uit hoofde van wettelijke en/of andere regelingen - bij voorkeur op te leggen samen met de gemeentelijke OZB-heffing. INLEIDING. Eerdere ervaringen met vereenvoudigingsvaorstellen (o.a. Commissie-Togtema) en recente ontwikkelingen en ervaringen op het gebied van met name kostentoedeling, kwijtschelding en oninbaarheid leidden bij veel betrokkenen binnen de waterschappen tot de gedachte om voor de watersysteemheffing een drastische vereenvoudiging te ontwikkelen die tegemoet zou kunnen komen aan (vrijwel) alle bezwaren van de huidige watersysteemheffing. Deze gedachte werd opgepakt en besproken in het informeel overleg van de portefeuillehouders Financiën van ZuidHollandse waterschappen. De conclusie van dit overleg was dat het zinvol werd geacht om deze gedachte in een voorstel uit te werken en de Taskforce Financiën en de werkgroep herziening belasting van de Unie van Waterschappen te verzoeken om deze wijze van watersysteemheffing als volwaardig alternatief te onderzoeken en in de voorstellen op te nemen. OVERWEGINGEN. 1: Ook nu - na de ontwikkelingsgang van de methode-Oldambt via de methode-Delfland naar de huidige waterschapswet - wordt de watersysteemheffing door veel belastingbetalers als tamelijk onbegrijpelijk ervaren, hetgeen onder meer wordt veroorzaakt door de kostentoedeling, de toeslag vanwege bijzondere omstandigheden, het onderscheid in en Indeling bij verschillende betaalcategorieën en de infrastructuur als deel van het ongebouwd. Ook de door de Raad van State in haar uitspraak van 28 juli 2010 bevestigde beleidsvrijheid ten aanzien van de kostentoedeling (Waterschap Hollandse Delta vs. Gedeputeerde Staten van Zutd-Holland) doet niet af aan bezwaren die bij delen van de bevolking/belastingbetalers leven. 2: Veel inwoners zien waterschappen als een soort "nutsbedrijven'" (eerder onderzoek door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat naar de oorzaken van de lage opkomst bij waterschapsverkiezingen wijst daarop); een consequentie daarvan kan zijn dat waterschapsheffingen afs "nutstasterr zijn op te vatten, die in het totale lastenpatroon bij de vaststelling van het bijstandsbedrag door de gemeenten meegerekend zouden moeten kunnen worden. 1
3: Het voeren van een inkomenspolitiek behoort niet tot de kerntaken van het waterschap als functionele democratische overheidsinstelling. Desalniettemin hebbende waterschappen een beleid op het terrein van kwijtschelding en oninbaarheid dat In de meeste gevallen Identiek ts aan dat van de inllggende gemeenten.
Kwijtschelding waterschappen
De portefeuillehouders Financiën, A.Van£ekhout(W5HD) T.VandeKlugt(HHSK) H. Pluckel (HHR) A. Wiegman (HHD) Februad 20U
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 39 van 45
Bijlage 2: Brief Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
MuiixiulFvm) U3 POUb
« 4
Hoogheemraadschap van
Schieland en de Krimpenerwaard
Unie van Waterschappen Archief - Bibliotheek
13 NOV 2010
Aan de Unie van Waterschappen t.a.v. het dagelijks bestuur Postbus 93218 2509 AE OEN HAAG
Ons kenmerk 2010.09905 Contactpersoon mr. R. Jonkman Dooiklesnummer 010 4S 37 249
No.
Uw Kenmerk Bijlagen Onderwerp
Datum
J 9 UW. 201C
KwQtschekllngsbeleKl waterschappen
Geachte heer, mevrouw, In deze brief willen wij de houdbaarheid van het huidige kwijtscheldingsbeleid In relatie tot de recente ontwikkelingen, de herziening van het belastingstelsel alsmede de wijze waarop de overige waterschappen omgaan met de kwijtschelding, onder uw aandacht brengen. B|j het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (hierna: HHSK) is de laatste jaren sprake van eenforsestijging in de omvang van de kwijtschelding. De zelfde zorgen horen wij van andere waterschappen, met name die met grote steden (n het beheersgebied. Bovendien is er ook een stijging van de omvang van oninbare belastingsaanslagen. Deze ontwikkelingen leiden er toe dat de voor de bedrijfsvoering benodigde belastingopbrengsten door een kleiner wordend aantal ingezetenen moet worden opgebracht, hetgeen voor deze groep leidt tot een verhoogde belastingdruk. Immers, vanuit het Rijk wordt een en ander niet aangevuld. Nu de mogelijkheid tot het verkrijgen van kwijtschelding In de praktijk nog beperkt Is tot de huurders, zien wij In een stad als Rotterdam reeds de groei naar een verhouding dat 1 op 4 huurders ter plaatse in het geheet geen waterschapslasten meer betaalt. De vraag rijsttotwelk percentage de kwijtschelding mag groeien voordat wij oordelen dat er van het gezamenlijk opbrengen van de gezamenlijke lasten om in een gebied te kunnen wonen, werken en recreëren, geen sprake meer is. Voorts ligt er bij de Tweede kamer een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet voor, waarover de unie al heeft geadviseerd, dat beoogt om de bevoegdheid van respectievelijk de raad, de provinciale staten en het algemeen bestuur om kwijtscheldingteverlenen, verder te verruimen. Naast de praktische reeds bestaande mogelijkheid om In afwijking van het Rijk de Inkomensels van 90 % van de bijstandsnorm te verruimen naar 100 %, zal door het wetsvoorstel ook de vermogenseis van het maximale eigen vermogen door het algemeen bestuur sterk kunnen worden verruimd. Ook huiseigenaren met een overwaarde van hun woning vanrondde 45.000 € kunnen indien zij aan de bovenaangehaalde inkomenseis voldoen, kwijtschelding van belasting krijgen. Daarnaast wordt het ook voor kleine zelfstandigen en zzp-ers mogelijk kwijtschelding te verkrijgen voor hun privé-beJastingen, waarmee een stuk rechtsongelijkheid wordt opgeheven. Indien, net als destijds bij de mogelijkheid van verruiming van de Inkomensnorm, ook de verruiming van de vermogensnorm straks maximaal en massaal wordt benut door gemeenten, en vervolgens in het spoor daarvan door de waterschappen, zal naar onze verwachting dé stijging van de omvang van de kwijtschelding nog aanzienlijk toenemen.
wwwjchielandendekrlmpenenvaaid.nl
Pagina 41 van 45
Kwijtschelding waterschappen
Bijlage 3: Samenstelling ad-hoc werkgroep kwijtschelding Ellen Huijbregts Marcel Alsemgeest Ruben Jonkman Rikus van Loon Marcel van Putten Ruud Oudshoorn Annette Govaarts-Renne Anton Smits Virginia Anches
De Dommel Waternet Schieland en de Krimpenerwaard Hefpunt Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland Belastingsamenwerking West Brabant Veluwe Unie van Waterschappen
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 43 van 45
Bijlage 4: Kwijtscheldingskosten 2008-2010
2008
Waterschap:
Wat is het totaalbedrag (€) van de verleende kwijtschelding? 2009
2010
ZuiveringshefZuiveringshefZuiveringsheffïng/verontreinigin Watersysteem- fing/verontreinigin Watersystee fing/verontreinigln Watersysteemgsheffing heffing rteffing gsheffing m-heffing gsheffing ingezetenen ngezetenen ingezetenen woonruimten woonruimten woonruimten 185.515 £ 422.991 £ 443.456 531.961 € 849.740 £ 931.913 € € Aa en Maas 2.536.688 £ 5.413.868 £ 4,336.918 € 4.293.318 5.351.846 € Amstel, Gooi en V € 6.663.006 € 432.750 £ 556.120 € 1.146.932 € 502.562 € 1.339.401 € 1.212.166 € Brabantse Delta 189.934 € 826.708 € 239.856 £ 316.958 £ 142.094 De Dommel € 772.291 e 1.899.278 £ 1.126.665 680.468 £ De Stlchtse Rijnlar e 2.194.745 e 1.836.036 € 1.018.926 £ 4.200.000 5.200.000 € 1.600.000 £ 5.700.000 € 3.700.000 £ 6.000.000 € e Delfland 572.816 £ 582.239 £ 1.591.904 € 559.318 e 1.630.323 € 1.657.142 £ FryslSn 263.828 £ 265.092 £ 518.663 £ 284.063 502.303 € Groot Salland € 631.342 € 1.905.141 £ 1.890.905 2.027.980 £ L696.752 £ 2.260.137 € 2.277.050 e Hollands Noordert € 1.501.711 leeg £ £ Hunze en Aa's € 1.340.750 leeg 1.430.032 leeg leeg leeg leeg leeg leeg leeg leeg € € 1.589.026 leeg € 1.488.672 leeg 1.534.175 leeg Noorderzijlvest 87.000 £ 162.000 € 442.000 € 157.000 Peel en Maasvalle € 384.000 € 453.000 € 152.850 € 296.700 € Reesten Wieden € 384.300 € 380.775 € 302.900 439.800 € 171.861 £ 482.091 € 379.258 leeg leeg Regge en Dlnkel € 323.113 € 29.300 € 31.000 € 10.800 £ € 103.000 € 72.600 € 28.000 Rijn en Ijssel 1.395.200 £ e 2.816.70O € 2.408.000 £ 1.603.600 2.056.000 € 1.340.400 £ Rijnland 774.999 £ 1.519.554 € Rivierenland € 1.963.855 € 804.725 € 888.980 1.409.201 € 1.033.000 e 361.000 £ 271.000 € Roer en Overmaas € 1.086.000 € 1.124.000 £ 393.000 351.161 £ 510.414 £ Scheldestromen € 722.239 € 621.970 € 501.232 660.132 € € leeg 2.188.000 € L302.000 £ 2.200.000 € 1.422.000 Schieland en de K leeg 180.211 £ 111.098 € 626.201 £ 693.596 € 268.203 e 501.726 € Vallei & Eem 121.335 € 153.213 £ Velt en Vecht € 507.189 € 408.353 £ 438.292 € 180.950 7.307 € &262 £ € 18.205 e 17.473 € 11.514 € 5.559 Veluwe 412.698 £ Zuiderzeeland e 797.254 € 458.762 € 778.682 € 890.308 € 512.905 Totaal Gemiddelde
e e
33.661.050 £ 1.463.524 £
12.323.017 £ 586.810 £
33.589.155 € ia716.S71 € 850.753 € 1.399.548 £
33.911.037 € 1.474.393 £
19.706.710 938.415
Kwijtschelding waterschappen
Pagina 45 van 45
Bijlage 5: Overzicht verleende kwijtschelding en oninmaar 2011 2011 Ing. Waterschap Aa en Maas Hoogheemraadschap Am stel. Gooi en Vecht Waterschep BBa BuRertrJIkt W&larachap Brabantse Delta ItooghBemraadachap van Deffland Waterschap De Dommel WMtaretoFryBian Waterschap Oraal Salend HoogrwamraadRchari Hollands Noorderkwartier WatarschepHolamlie Oats Watencrtap Home en Aa* Waterschap Noordoratlveet Waterschap Peel en Maasvalel Waterschep Raast en wieden Walamehap Rsnge en Dlnkel Waterschep RQn en Uasel HooatieernniadBcriati van RiWand Waterschap Rivierantaml Waterschap Roer en Overmaas Waterschap Stftekteatromen Hoooheemraadichap van Schieland en de Krinpenerwaard Hoopheemraadschap De Slichtte Rjjntanden Wetenschap Vallei & Eem Waterschep VaS en Vocht Waterschep Veluwe Waterschap Zuiderzaeland TOTAAL
KWIJTSCHELDING |Zh | Totaal |*(1)
1 |H(Z) jtig.
|Zh
ONINBAAR jTotaal
UttMl.W
•tfc'.M'M'l 533.000 3.673.000 126.000 eooooo 300.000 1.767.000
1.216500 S.87650Q 394.000 1.250.000 610509 2.139500
433.000 464.000 216.000 aoftooa 09.000 21.000 1.700.000 901.000 611.000 471.000
1.051J0O0 1.0BB.OOO 643O00 371500 217500 51500 2.284500 1544509 1.409500 892.000 3.273500 2.00650T. J-3.1B1.000 5.9% 70556! .•'869.000 2.9% 4#500 689,000 4.6% 288500 395.000 1.7% 1.0S25TJ0 1510.000 5,1% 35.185.000 61.029.000
1
1.185.000 264500 199.000 127.000 578.000 20.364.000
|%(Z)
•nun. .. .; • 3 5 2 BOES 1
1.740.000 6.2% «548.000 7.7* 510.000 2.060.000 5.6* 810.000 3*% 3509.000 44% 5500.000 1.464.000 4.4% 1562.001 65» 759.DOC 3,2» 677500 35» 316.000 0.9% 72.000 0.2% 3.964.000 4,3» 2.636.000 3,8* 1220.000 4\6» 1.O83.0OO 3.6%
S,2% 6.7%
xmjtm
HA*
6,0% 2,6% 34% 4.2% 6,6% 2,8% 3.0% 0,8% 02% 3.7% 3.1% 3,6% 2,6% 5,0% 2,5% 3,7% M% 4.6%
1
350.000 983,000 68500 278500
391501 1.483500 120.000 276500
0,5% 1.0%
92500
190.000
0,2%
79.00C 47.00C
79.000 47.000
6.000
7.00C
13.O0C
180.000 35.000
299.000 35.000
4B850C 70500
0.5% 0,1%
0,6% 0,1%
8.000
17500 1.081500 78500 18200 17500
0,1%
0,1% 2.0%
14.000 ' 8.000 6,000
8500 1.061500 62500 10.200 11.000
32500 1.629.000
40.000 4.263.200
72500 5.992.200
41500 500.000 62.000
98.000
1,5% 0.9% 0,2% 0.2% 0.1% 0,1%
Ing m I - ingazeterwr* effing ZhonZ" zuwDringBhefilng wwnrufmten {inckiaisr veronüelnignTeahflffing vvoonruimten) Hat kw^lt^^lngsbedreg zoals aangegeven bij de Zh van het hoogheemraadschap van Schietend «n de Krimpenerwaard betreft hel iotas! van deze heffing on de mgeraterwr*offing Voor da post oninbaar geldt hetzelfde. Idem: de post oninbaar fn hel geval van Hunze en Aa*a en Noanierz^ivesL De gegevens oninbw» van Groot Satland, Hegge en Dlnkel. Rijn en Usee! en Velum komen later in het jaar beschikbaar.
Waterschap Roer en Overmaas
Agendapunt 3
DB-vergadering 14-05-2012
Onderwerp Lijst van te verzenden stukken Portefeuillehouder J.J. Schrijen / J.H.J. van der Linden Afdelingen Beheer / Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Instrumenten / Watersysteem Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Instemmen met verzending van de in de lijst omschreven brieven.
nr
brief aan
als reactie op brief van
onderwerp
1
De heer E . J . Reijke Mevrouw S.M.A. ReijkeZandbergen Slenakerweg 29 6271 P E Gulpen
20 18 18 20
handhavingsverzoek
2
Landinrichtingscommissie voor de herinrichting Centraal Plateau Postbus 1237 6040 K E Roermond
De segretaris/directêur,
mg. J.M.G. In den Kleef
121054/TI
maart 2011, augustus 2011, december 2011 en april 2012
Herinrichting Centraal Plateau; Waterbestek (4e bufferbestek)
CONCEPT Waterschap Roer en Overmaas
De heer E. J . Reijke Mevrouw S.M.A. Reijke-Zandbergen Slenakerweg 29 6271 P E G U L P E N
Sittard, uw kenmerk : uw mail van : 20 maart 2011,18 augustus 2011, 18 december 2011 en 20 april 2012 ons kenmerk : 201203197
behandeld door : L.E.J.G, Jaspers-Dauven doorkiesnummer : 046-4205833 e-mail
: [email protected]
onderwerp
handhavingsverzoek
Geachte heer en mevrouw Reijke, Wij hebben diverse mails van u ontvangen waarin u verzoekt om handhaving. In het onderstaande wordt hier nader op ingegaan. Informatiebord In uw mails geeft u aan dat in de Gulp, ter hoogte van de Slenakerweg 29 te Gulpen, regelmatig kinderen en honden spelen. U geeft aan dat de waterkwaliteit niet goed is, omdat er op deze plek een riooloverstort aanwezig is. Daarom heeft u verzocht een informatiebord te plaatsen. Wij hebben geconstateerd dat de Gulp, ter hoogte van de Slenakerweg 29 te Gulpen, bacteriologisch verontreinigd is. Door in aanraking te komen met het water kunnen klachten zoals diarree, maag- en darmstoornissen, virus- en wondinfecties ontstaan. De Gulp ter hoogte van de Slenakerweg 29 te Gulpen 'nodigt uit' tot recreatie. Het is dan ook van belang om de mensen over de slechte waterkwaliteit en de gevaren hiervan te informeren. Wij hebben daarom besloten om een informatiebord over de slechte waterkwaliteit te plaatsen. Eiland Verder geeft u in uw mails aan dat in de Gulp, ter hoogte van de Slenakerweg 29 te Gulpen, een 'eiland' is ontstaan. U geeft aan dat op dit 'eiland' regelmatig mensen recreëren. Omdat dit in strijd is met de Keur verzoekt u om adequate' maatregelen te nemen.
Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard telefoon 046-4205700 • fax 046-4205701 e-mail [email protected] • website www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 btw-nummer NL 8123.61.155.B01
ISO 9001:2008 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas Pagina 2 van 3
Bij de herinrichting van de Gulp is een nieuwe brug gemaakt en er zijn stapelstenen in de oever geplaatst ter voorkoming van uitspoeling en afkalving van het talud. De materialen die zijn toegepast zijn 'natuurlijke' materialen. Bij de oplevering van de werkzaamheden in september 2010 was er geen 'eiland' aanwezig. In relatief korte tijd is het 'eiland' ontstaan door de dynamiek van de Gulp. Doordat het 'eiland' gevolgen kan hebben voor de afvoer van het water is het van belang dat dit 'eiland' wordt verwijderd. Wij zullen het 'eiland' op korte termijn (planning is voor 15 juni 2012) verwijderen. Daarnaast zal de Gulp ter hoogte van de Slenakerweg 29 te Gulpen in het onderhoudsplan worden opgenomen, waardoor regelmatig onderhoud in de toekomst is gegarandeerd. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
201203197
Waterschap Roer en Overmaas Pagina 3 van 3
MEDEDELINGEN Bezwaar Tegen deze beschikking kan bezwaar worden gemaakt (artikel 7:1 Awb) door het indienen van een bezwaarschrift bij het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas, Postbus 185, 6130 AD te Sittard, binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is toegezonden. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; de vermelding van de datum en het nummer van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; -
de motivatie van het bezwaar.
Voorlopige voorziening Als een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek in te dienen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht, sector Bestuursrecht, Postbus 1988, 6201 BZ Maastricht. Het verzoekschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; de vermelding van de datum en het nummer van het besluit waar het verzoek betrekking op heeft; de motivatie van het verzoek. Digitale voorlopige voorzieningen Het is ook mogelijk om digitaal voorlopige voorzieningen instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx. Daarvoor dient men wel te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). De precieze voorwaarden staan op voornoemde site.
201203197
CONCEPT Waterschap te Roer en Overmaas
Landinrichtingscommissie voor de herinrichting Centraal Plateau Postbus 1237 6040 K E ROERMOND
Sittard, uw kenmerk : uw brief van : ons kenmerk : 201203430
behandeld door : W. Coenen doorkiesnummer : 046-4205853 e-mail : [email protected]
onderwerp
Herinrichting Centraal Plateau; Waterbestek (4e bufferbestek)
Op 2 december 2011 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Limburg het Waterschap Roer en Overmaas schriftelijk bericht inzake het financieringstekort herinrichting Centraal Plateau waar op dat moment sprake van was. In de betreffende brief wordt gemeld dat het college van Gedeputeerde Staten prioriteit heeft gelegd bij onder andere het afronden van het bestek waterbeheersing. Verder wordt in de brief aangegeven dat het college om tot afronding van de herinrichting Centraal Plateau te komen uw commissie heeft laten weten bereid te zijn voor de nog uit te voeren maatregelen op het gebied van ontsluiting, kavelaanvaardingswerken en waterbeheersing circa € 1,6 miljoen te reserveren. Dit betreft het aandeel dat normaliter ten laste van het rijk zou komen. Wij zijn uiteraard op de hoogte van het feit dat bij DLG het 'Waterbestek herinrichting Centraal Plateau' in voorbereiding is. Voor de in dit bestek opgenomen 12 te realiseren regenwaterbuffers heeft u eerder POP2-subsidie aangevraagd. Inmiddels heeft u ons bericht dat buffer 66 geen onderdeel meer uitmaakt van het bestek. Op uw subsidieaanvraag heeft de provincie Limburg u op 6 maart 2012 een subsidieverleningsbeschikking (POP.216.45090) toegezonden. In deze beschikking is een projectsubsidie van maximaal € 787.408 (EU-POP-subsidie) aan de provincie ten behoeve van genoemd waterbestek verleend. In de beschikking zijn een aantal voorwaarden en verplichtingen vermeld die het noodzakelijk maken dat genoemd waterbestek zo spoedig mogelijk in uitvoering komt, teneinde te voorkomen dat subsidie (deels) verloren gaat. Zo is.önder andere als verplichting in de beschikking het volgende opgenomen: ^' project loopt van 1 november 2011 tot uiteÉjk 1 december 2012. Wijzigingen in de looptijd dienen tijdig vooraf met opgaaf van redenen aan G S te worden voorgelegd;
Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard telefoon 046-4205700 • fax 046-4205701 e-mail [email protected] • website www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 btw-nummer NL 8123.61.155.B01
ISO 9001:2008 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas Pagina 2 van 2
-
de voorschotbetaling loopt volgens het in de beschikking opgenomen kasritme tot en met 1e kwartaal 2013. Wijziging en/of uitstel hiervan dient vooraf door G S te worden goedgekeurd.
Daar aanbesteding van het waterbestek nog door uw commissie moet plaatsvinden is de feitelijke start van de aanleg van de 11 regenwaterbuffers niet meer voor augustus / september 2012 te verwachten. De uitvoeringsperiode tot 1 december 2012 is daarmee volgens ons niet meer reëel. Om geen subsidiegelden voor dit project verloren te laten gaan verzoeken wij u daarom het volgende: 1. zo spoedig mogelijk tot aanbesteding van het waterbestek over te gaan; 2. ons een formeel bijdrageverzoek te sturen voor de waterschapsbijdrage in dit project; 3. bij de provincie uitstel aan te vragen voor de looptijd en het daaraan gekoppelde kasritme teneinde de toegezegde subsidie van € 787.408 niet (deels) verloren te laten gaan. Dit indien mogelijk vooruitlopende op de eerste voortgangsrapportage die uiterlijk 15 juni 2012 bij de provincie binnen moet zijn. Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet. Hoogachtend, het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
201203430
ik
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 4
Onderwerp Commissievergaderingen 29 mei 2012/5 juni 2012 Portefeuillehouders) J.J. Schrijen Afdeling Bestuur en Communicatie Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Commissievergaderingen van 29 mei 2012 annuleren.
Toelichting De eerstvolgende vergaderingen van de commissies Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden, Middelen en Financieel Beleid en Watersystemen zijn ingepland op dinsdag 29 mei 2012. De voor die vergaderingen te agenderen stukken zullen in de vergadering van 26 juni 2012 ter besluitvorming aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. Omdat het binnen het reguliere vergaderschema onmogelijk is de zienswijze met betrekking tot de begroting 2013 van het Waterschapsbedrijf Limburg (aanlevering uiterlijk 15 mei 2012) en de voorjaarsrapportage (peildatum 1 mei) tijdig „voorafgaand aan de commissievergaderingen van 29 mei 2012 in het dagelijks bestuur a|n*de orde te stellen, is in uw vergadering van 20 december 2012 besloten een extra gecprtibineerde commissievergadering in te plannen op dinsdag 5 juni 2012. In deze extra gecombineerde commissievergadering zullen de navolgende (financiële) aangelegenheden aan de orde worden gesteld: - zienswijze met betrekking tot de begroting van het WBL;
121086/WU
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
-
de voorjaarsrapportage; de meerjarenraming 2013-2017; de jaarrekening 2011.
Inmiddels is gebleken dat er -buiten de reguliere stukken zoals de besluitenlijsten en de vergaderstukken van de Unie van Waterschappen- voor de op 29 mei 2012 ingeplande reguliere commissievergaderingen (vooralsnog) geen vergaderstukken voorhanden zijn. In verband hiermee wordt voorgesteld de commissievergaderingen van 29 mei 2012 te annuleren en eventueel zich nog aandienende onderwerpen te agenderen voor de extra gecombineerde commissievergadering van 5 juni 2012 (aanvang 18.30 uur). De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
j
121086/WIJ
2/2
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 5
Onderwerp Standaarduitvoeringsovereenkomst BsGW voor WRO Portefeuillehouders) C.H.J.M. Lebens / J.J. Schrijen Afdeling Strategie en Beleid Bestuursprogramma Pagina 10, 1e bullet Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel 1. instemmen met de aangeboden Standaarduitvoeringsovereenkomst Heffing en Invordering belastingen en uitvoering Wet WOZ Waterschap Roer en Overmaas en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen; 2. periodiek (jaarlijks) een audit instellen of de vaststelling en de inning van de aanslag geschiedt conform de hieraan gestelde eisen van juistheid, volledigheid en getrouwheid, alsmede de afspraken in de nu voorliggende standaarduitvoeringsovereenkomst.
Toelichting Bij het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) is ook de Standaarduitvoeringsovereenkomst Heffing en Invordering belastingen en uitvoering Wet WOZ Waterschap Roer en Overmaas en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen-,aan de orde geweest. De standaarduitvoeringsovereenkomst dient Ier uitwerking van de gemeenschappelijke regeling. Er is hierbij sprake van een standaarduitvoeringsovereenkomst omdat deze overeenkomst nagenoeg gelijk is voor alle deelnemers van BsGW. In de 'Specifieke Voorwaarden' is invulling gegeven aan de afspraken die specifiek betrekking hebben op de relatie tussen ons waterschap en BsGW.
121065/WI
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
In de standaarduitvoeringsovereenkomst worden onder meer geregeld: • De bevoegdheden en dienstverlening van BsGW die behoren bij de taakuitoefening van het heffen en invorderen van de waterschapsbelastingen. Daarbij is het heffen van belastingen niet gecombineerd. Dit wordt per afzonderlijke deelnemer uitgevoerd. • Het stelsel van contacten en afspraken tussen ons waterschap als opdrachtgever en BsGW als opdrachtnemer, zoals de benodigde informatie-uitwisseling voor het heffen van belasting. • Welke belastingen BsGW uitvoert en hoe de kosten daarvan via de 'kostenverdeelmethodiek' over de deelnemers worden omgeslagen. • De werkwijze en de interne bedrijfsvoeringscyclus (begrotingen, jaarrekening, managementrapportages) van BsGW en hoe deze met ons waterschap wordt gecommuniceerd. • De voorwaarden waaronder nieuwe deelnemers tot BsGW kunnen toetreden. De Standaarduitvoeringsovereenkomst Heffing en Invordering belastingen en uitvoering Wet WOZ Waterschap Roer en Overmaas en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen treft u ter beoordeling hierbij aan. Voorgesteld wordt in te stemmen met deze standaarduitvoeringsovereenkomst, waarna ondertekening kan plaatsvinden. In het verlengde van de voorliggende standaarduitvoeringsovereenkomst vraag ik uw aandacht voor het volgende. Zoals bekend wordt de rechtmatigheid van de werkzaamheden van BsGW jaarlijks gecontroleerd door de accountant van BsGW. Dit aspect is hiermee voldoende gewaarborgd. Door de toename van het aantal deelnemers, alsmede de bedrijfsfilosofie van BsGW, wordt de relatie tussen BsGW en ons waterschap voor wat betreft de uitvoering van de oplegging van de waterschapsheffingen steeds zakelijker. Gelet hierop, stel ik u voor om periodiek (jaarlijks) een audit / onderzoek in te stellen of de vaststelling en de inning van de aanslag geschiedt conform de hieraan gestelde eisen van juistheid, volledigheid en getrouwheid, alsmede de afspraken in de nu voorliggende standaarduitvoeringsovereenkomst. De opdrachtverlening en bepaling van de reikwijdte van een dergelijke audit dient te gebeuren door uw bestuur. Beoogd effect Een duidelijk afsprakenkader voor de taakuitoefening van BsGW en het relatiebeheer met ons waterschap. De secretaris/directeur,
k
ing. J.M.G. In den Kleef
121065/WI
212
Bslastingsa m enwerk ing Gemeenten en Waterschappen
Waterschap Roer en Overmaas
Standaarduitvoeringsovereenkomst Heffing en Invordering belastingen en uitvoering Wet WOZ Waterschap Roer en Overmaas en Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Datum ondertekening: XX-XX-2012
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Inhoudsopgave Doelstelling Artikel 1 Uitgangspunten Artikel 2 Aard en omvang van de taken Artikel 3 Resultaatgebieden Artikel 4 Te leveren informatie door de deelnemer Artikel 5 Beschikbaar stellen van faciliteiten Artikel 6 Eigendoms- en gebruiksrechtgegevens Artikel 7 Archief Artikel 8 Afdracht Artikel 9 Accountantsverklaring Artikel 10 Bescherming en beveiliging van gegevens Artikel 11 Accountmanagement Artikel 12 Toetreding en goodwill Bijlage 1 Productbladen Bijlage 2 Marap-model Bijlage 3 Specifieke voorwaarden
Pagina 2 van 34
3 3 4 5 6 6 6 6 6 6 7 7 7 9 24 33
Standaarduitvoeringsovereenkomst W a t e r s c h a p Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Doelstelling Vanaf 2011 is de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) een openbaar lichaam op basis van de wet Gemeenschappelijke Regelingen. De taken van BsGW zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling en bestaan uit een zo doelmatig mogelijke uitvoering van enige wettelijke bepaling of beleidsregel met betrekking tot: a. de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, inclusief activiteiten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, zoals dit door de deelnemende gemeente na bereikte overeenstemming daarover expliciet is bepaald. De specifieke voorwaarden worden bij de uitvoeringsovereenkomst gevoegd. b. de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en - als hiervan afgeleid belang - de werkzaamheden met betrekking tot de administratie van gegevens ten behoeve van bestuursverkiezingen in het beheersgebied van de deelnemers. c. de uitvoering van de Wet WOZ, waaronder de waardebepaling en de waardevaststelling. Deze uitvoeringovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas dient ter uitwerking van de "Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen" en is (nagenoeg) identiek met de standaardovereenkomst met de andere deelnemers aan BsGW. Aan deze standaarduitvoeringsovereenkomst zijn de volgende bijlagen verbonden: Bijlage 1. productbladen Bijlage 2. MARAP-model Bijlage 3. specifieke voorwaarden In geval van strijdigheid tussen de specifieke voorwaarden en de standaardovereenkomst prevaleren de specifieke voorwaarden. Partijen besluiten tot de navolgende hoofdvoorwaarden: Artikel 1 Uitgangspunten Voor de dienstverlening gelden de volgende uitgangspunten: a. De deelnemer is krachtens haar wettelijk opgedragen taak verantwoordelijk voor de heffing en invordering van belastingen, de uitvoering van de Wet WOZ en de daaraan verbonden taken. De uitvoering van deze taken is door de deelnemer neergelegd bij BsGW binnen het kader van deze uitvoeringsovereenkomst. b. De identiteit van de deelnemers is naar burger en bedrijf optimaal herkenbaar daar de aanslagbiljetten, WOZ-beschikkingen, WOZ-taxatieverslagen, uitspraken op bezwaar, besluiten naar aanleiding van kwijtscheldingsverzoeken en overige correspondentie en website namens de deelnemer worden gepresenteerd. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt door BsGW zo ingericht dat de klant het contact zal ervaren als contact met de deelnemer. c. Aanslagregels van verschillende deelnemers worden niet gecombineerd op 1 biljet. Voor de burger/bedrijf komt het over alsof hij/zij rechtstreeks zaken doet met zijn de deelnemer. d. De standaard uitvoeringsovereenkomst is voor elke deelnemer van toepassing. De nadere afspraken per deelnemer worden vastgelegd in de specifieke voorwaarden en als bijlage aan de uitvoeringsovereenkomst toegevoegd. Specifieke voorwaarden per deelnemer hebben betrekking op: o De door BsGW uit te voeren Belastingen o Liaison o Bestuurlijke termijnkalender o P&C cyclus o Gegevensuitwisseling / o Heffingskalender / e. Jaarlijks worden afspraken gemaakt en vastgelegd -Óver heffingopbrengsten, kwijtschelding en oninbaar op basis van onderbouwde prognoses. De contacten hierover vinden met name plaats op strategisch en tactisch niveau, in lijn met de in de bijlage opgenomen planning & control cyclus. Deze afspraken maken deel uit van de specifieke voorwaarden. f. De bevoegdheid om beleid vast te stellen en te wijzigen ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ berust bij de deelnemer. BsGW adviseert bij alle beleidsvoorstellen. In deze overeenkomst geldt als beleid: o het vaststellen van de belastingverordeningen; o het vaststellen van de belastingtarieven; o het vaststellen van het kwijtscheldingsbeleid; Pagina 3 van 34 e
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
o
het nemen van besluiten op ingestelde administratieve beroepschriften tegen fiscale beschikkingen (kwijtschelding); o de financiële beleidscyclus van de deelnemer (begroting, kadernota, MARAP, jaarrekening); o beleidsvraagstukken van College en Raad/DB en AB van de deelnemer (vragen ex art. Rgl.V.Orde); o het vaststellen van beleidsregels; (m.u.v. beleidsregels die van belang zijn voor de uitvoering van de BsGW-taken (bv aanwijzing belastingplichtigen; ambtshalve verminderingen; aan te duiden als beleidsregels die door de heffingsambtenaar worden vastgesteld.) o het vaststellen van de 4-jaarlijkse Nota lokale heffingen; o managementletter van de accountant van de deelnemer; o het vaststellen van een kader voor de kostenonderbouwing van tarieven g. Het leveren van informatie en het leveren van overige bijdragen ter voorbereiding van het hierboven vermelde beleid alsook de voorbereiding van het beleid als bedoeld in artikel 2, een en ander inclusief de advisering bij bestuursvoorstellen, is een verantwoordelijkheid van BsGW. Het BsGW zal zich in dit kader conformeren aan de in de specifieke voorwaarden opgenomen bestuurlijke termijnkalender van de deelnemer. BsGW en de deelnemer informeren elkaar over en weer tijdig over alle ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op het beleid, de uitvoering daarvan en de noodzaak tot wijziging van het beleid. Daarbij zijn inbegrepen het adviseren over én het opstellen van de concept- verordeningen en beleidsregels voor de in de specifieke voorwaarden genoemde gemeentelijke belastingen. h. De deelnemer en BsGW streven uit een oogpunt van kostenbeheersing, efficiency en duidelijkheid richting belastingplichtige naar een maximalisering van harmonisatie van beleids- en uitvoeringsregels. Afwijking in de beleids- en uitvoeringsregels van partijen kan leiden tot (financiële) gevolgen. i. BsGW streeft uit een oogpunt van kostenbeheersing en efficiency naar een uniforme verantwoordingsrapportages naar de deelnemers. De modellen van de standaard verantwoordingsrapportages zijn in de bijlage 2 opgenomen. Afwijkingen c.q. maatwerk in de verantwoordingsrapportages van partijen kan leiden tot (financiële) gevolgen. j . De dienstverlening heeft betrekking op de heffing en inning van belastingen die vanaf de toetreding door BsGW worden opgelegd. De heffing en inning van oude jaren vallen buiten deze overeenkomst. Hierover kunnen separaat afspraken worden gemaakt die in de specifieke voorwaarden worden vastgelegd. Artikel 2. Aard en omvang van de taken a. BsGW is verantwoordelijk voor volledige uitvoering van deze taken namens de deelnemer conform de wet en regelgeving, de Waarderingsinstructie , richtlijnen, protocollen, taxatiewijzers etc. De dienstverlening kan betrekking hebben op de activiteiten (met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van beleid) inzake de heffing en (dwang)invordering van de volgende belastingen, te weten: o Onroerende-zaakbelastingen (OZB) o Rioolheffing (inclusief grootverbruik); o Afvalstoffenheffing; o Hondenbelasting; o Baat- en bouwgrondbelasting o Toeristenbelasting o Verontreinigingsheffing o Zuiveringsheffing o Watersysteemheffing ingezetenen o Watersysteemheffing ongebouwd o Watersysteemheffing natuurterreinen o Watersysteemheffing gebouwd Bovenstaande belastingen behoren tot het basispakket van BsGW. De uitvoeringskosten van deze belastingen worden bepaald op grond van de eenheidstarieven die conform de bestuurlijk vastgestelde kostenverdeelmethodiek berekend worden. b. Van de volgende belastingen worden bij toevoeging aaivde samenwerking bepaald of toepassing van het eenheidstarief mogelijk is. Indien dit niet mogelijk Èlijkt, worden de kosten op basis van maatwerkafspraken gecalculeerd en per deelnemer:^ rekening gebracht. o Parkeerbelastingen; o Leges; o Marktgelden; o Havengelden; o Brandweerrechten; o Lijkbezorgingrechten; o Bedrijfs Investerings Zone BIZ; o Reclame belasting o Forensenbelasting; Pagina 4 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW c. d.
e.
f. g. h.
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
o Afvalstoffenheffing indien wordt overgegaan op DIFTAR Bij de ontwikkeling van nieuwe belastingen zal onderzocht worden of de kosten voor de uitvoering conform het eenheidstarief en de kostenverdeelmethodiek of op basis van maatwerk bepaald worden. Partijen kunnen in overleg besluiten belastingsoorten toe te voegen dan wel af te voeren. De werkzaamheden op het gebied van heffing en invordering van de in de specifieke voorwaarden genoemde belastingen omvatten onder meer: o advisering van concept-verordening(en) (zoveel mogelijk conform modelverordeningen) en beleidsregels voor vaststelling door de deelnemer o de opbouw, het onderhoud en het beheer van de diverse voor de belastingheffing benodigde bestanden (heffingsplichtigen, objecten, grondslagen); o het berekenen, opmaken en verzenden van aanslagen inclusief automatische verminderingen in verband met verhuizingen en alleen-bewoningen; o de (dwang)invordering van aanslagen; o het afhandelen van de klantenreacties via telefoon, e-mail, web-calls en schriftelijk; o het informeel afhandelen van klachten; o afhandeling bezwaar- en beroepzaken; o afhandeling verzoeken om kwijtschelding en uitvoering geautomatiseerde kwijtschelding; o voorbereiding afhandeling (aanlevering concept bestuursvoorstel) beroepschriften kwijtschelding; o het oninbaar verklaren van aanslagen heffingen; o afdracht aan de deelnemer van de ten behoeve van de deelnemer ontvangen gelden; De werkzaamheden met betrekking tot de WOZ omvatten: o de administratie en registratie van WOZ-gegevens, -objecten en objectkenmerken; o de verwerking van mutaties uit binnengemeentelijke en externe bronnen in het kader van de WOZadministratie o de permanente marktanalyse o de objectafbakening o de jaarlijkse (modelmatige) waardebepaling o het produceren van WOZ-waardebeschikkingen en taxatieverslagen; o het afhandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen de WOZ-waardebeschikking en de herwaardering. o Het voeren van de correspondentie met de waarderingskamer o Gegevensleveringen aan externe partijen BsGW adviseert bij de beleidsvoorbereiding en draagt zorg voor de uitvoering van het in artikel 1 sub e genoemde beleid. Aanlevering vindt plaats conform tijdsplanning van de deelnemer. Aan de deelnemers wordt "control op de verbonden partij" BsGW geboden door voorafgaand aan de bestuurlijke behandeling van (financiële) stukken een gemeenschappelijke bijeenkomst te beleggen met de afgevaardigden van de deelnemers, voorafgaand aan de AB-vergaderingen van BsGW BsGW wordt belast met de uitvoering van belastingheffing en -invordering en de WOZ-administratie en de uitvoering vindt plaats binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving. In het kader van de Wet WOZ geldt bovendien dat BsGW zich zal conformeren aan de Waarderingsinstructie en beoordelingsprotocollen van de Waarderingskamer alsook de landelijke taxatiemodellen ten behoeve van de waardebepaling van niet-woningen.
Artikel 3 Resultaatgebieden a. BsGW levert aan het Dagelijks Bestuur van de deelnemers: o Kwartaal managementrapportage over de bedrijfsvoering BsGW en ontwikkeling van de prestaties conform model bijgevoegd in bijlage 2. o De managementletter van de accountant b. BsGW levert aan iedere deelnemer conform de specifieke voorwaarden: o onderbouwde prognoses van opbrengsten, oninbaar en kwijtschelding en afdrachtplanning. De prognoses worden in overleg met de deelnemers opgesteld en uiteindelijk als taakstelling voor BsGW door de deelnemer vastgesteld. o Een uitvoeringsrapportage (binnen 14 dagen na hét verstrijken van het kwartaal). De uitvoeringsrapportage conform model bijgevoegd in bijlage 2 bevat de volgende informatie: - Het overzicht van opgelegde belastingen en verminderingen gespecificeerd naar belastingsoort en belastingjaar afgezet tegen de heffingprognoses - De kwijtschelding per belastingjaar afgezet tegen de kwijtscheldingsprognose - Het oninbaar lijden per belastingjaar afgezet tegen de oninbaarprognose - De afdracht van belastinggelden per belastingjaar ten gunste van de deelnemer afgezet tegen de afdrachtprognose - aantallen, doorlooptijden en afdoeningstermijnen van ontvangen klantreacties gesplitst naar communicatiekanaal en onderwerp; o Per 15 februari een door de accountant gewaarmerkte rapportage over de cumulatieve Pagina 5 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Betastrngeamenwerking Gemeenten en Waterschappen
gegevens t/m het vierde kwartaal, aangevuld met een overzicht en onderbouwing van nog op te leggen aanslagen en de debiteurenstanden t/m 31/12. o Een jaarverslag met de financiële jaarrekening, de accountantsverklaring over de rechtmatigheid alsmede een rapportage over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de taakuitoefening o Alle wettelijk vereiste informatie Artikel 4 Te leveren informatie door de deelnemer Iedere deelnemer levert aan het BsGW: o Voor 15 december de getekende en gepubliceerde (inclusief een kopie van de publicatie) belastingverordening voor zover deze belasting door het BsGW wordt verzorgd; o Tijdig de door het dagelijks bestuur van de deelnemer getekende aanwijzingsbesluiten zoals vermeld in bijlage 1 van de Gemeenschappelijke Regeling ; o Alle overige informatie die voor de belastingheffing van belang is zoals nader uitgewerkt in de productbladen en specifieke voorwaarden. Artikel 5 Beschikbaar stellen van faciliteiten Deelnemer dient raadpleegfaciliteiten beschikbaar te stellen die voor de uitvoering van de heffing en inning van belastingen en de uitvoering van de wet WOZ noodzakelijk zijn: - raadpleegfunctie diverse geautomatiseerde systemen - grafische kaarten, cyclorama's en luchtfoto's - bouwdossiers Artikel 6 Eigendoms en gebruiksrecht gegevens De door BsGW verzamelde gegevens worden zonder aanvullende kosten aan de deelnemers ter beschikking gesteld voor zover dit past binnen de taakuitoefening van de deeelnemer en BsGW en past binnen kaders van wet- en regelgeving. BsGW kan de verrijkte gegevens binnen kaders van wet- en regelgeving - tegen betaling aan derden ter beschikking te stellen. De deelnemers blijven eigenaar van het gebruiksrecht voor de relevante basisregistraties. Met de implementatie van de ODB en het Belastingsysteem Taxi zullen de afspraken omtrent de gegevensuitwisseling herijkt worden. De kosten voor ontwikkeling van specifieke informatieverzoeken vallen buiten deze overeenkomst en worden separaat bij de deelnemer in rekening gebracht. Artikel 7 Archief Alle inkomende en uitgaande stukken worden opgenomen in het digitale archief van BsGW. De fysieke stukken worden op scandatum bewaard, e.e.a. overeenkomstig de bepalingen in de Archiefwet. Indien voor de afhandeling van een zaak inzage in een bij de deelnemer bewaard dossier nodig is, dan wordt dit dossier door de deelnemer ter beschikking gesteld. Als voor de afhandeling van een zaak, dan wel ten behoeve van beleidsvorming inzage nodig is in een bij de BsGW in beheer zijnde dossier, dan legt de BsGW dit dossier ter inzage. Artikel 8 Afdracht a. Bij de begrotingsronde wordt een afdrachtplanning gesplitst naar heffingsontvangsten (na vermindering en kwijtschelding) per deelnemer en ontvangsten op vervolgingskosten en invorderingsrente. Hierin zijn de terugbetalingen reeds gesaldeerd. Het totaalbedrag van deze planning sluit aan op de door de BsGW opgestelde.prognose (netto) opgelegde heffing per deelnemer. b. Elke week worden de verwerkte (=gekoppelde) ontvangsten, rekeninghoudend met a.g.v. vermindering / kwijtschelding te restitueren bedragen en een minimaal banksaldo van € 100.000,- de ontvangen heffing afgedragen aan de deelnemers; De afdracht wordt vergezeld van een begeleidend formulier/fax waarin de te ontvangen afdracht door deelnemer is uitgesplitst naar oorspronkelijk belastingjaar. c. Er vindt geen afdracht plaats, indien het per saldo af te bedragen bedrag < € 100.000,=. Een saldo < € 100.000,= wordt uiterlijk binnen een maand afgedrage/v aan de deelnemers. Artikel 9 Accountantsverklaring >" a. BsGW draagt er zorg voor dat jaarlijks voor 15 februari door een registeraccountant een verklaring wordt afgegeven inzake de organisatie en uitvoering van het financieel administratieve verwerkingsproces en de rechtmatigheid met betrekking tot: o de juiste toepassing van de door de deelnemer opgegeven tarieven en codes; o de volledigheid en juistheid van de door BsGW verstrekte gegevens inzake de heffing en inning, waaronder begrepen de kwijtscheldingen en niet geïnde posten; o juistheid en volledigheid van de berekende aanslagen en WOZ-beschikkingen; o juistheid en volledigheid van de ontvangen bedragen. Pagina 6 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW b.
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
De accountant moet in de accountantsverklaring een uitspraak doen of BsGW binnen de afgesproken controletolerantie is gebleven.
Artikel 10 Bescherming en beveiliging van gegevens a. Partijen dragen zorg voor een afdoende opslag en beveiliging van geautomatiseerde gegevensbestanden. b. Gebruik van de gegevens is toegestaan binnen de mogelijkheden van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Artikel 11 Accountmanagement a. De deelnemer wijst een contractmanager aan die aanspreekpunt is voor de accountmanager van BsGW. Tot de taken van de contractmanager behoren o.a.: o het toezien op de juiste uitvoering van deze overeenkomst door de deelnemer; o het toezien op de juiste uitvoering van deze overeenkomst door de BsGW; o het zijn van aanspreekpunt voor zowel de BsGW alsook voor bestuurders en ambtenaren binnen de eigen organisatie voor alle zaken die met deze uitvoeringsovereenkomst te maken hebben; o overleg, communicatie en onderhandeling omtrent productbladen, concept-begrotingen, rapportages en -rekening, welke concepten worden voorgelegd aan de bevoegde organen voor definitieve besluitvorming en vaststelling; o Tevens worden in de 'specifieke voorwaarden' liaisons aangewezen voor specifieke of meer specialistische contacten. b. BsGW wijst een accountmanager aan die aanspreekpunt is voor de contractmanager van de deelnemer. Indien geen accountmanager is aangewezen, fungeert de directeur van BsGW als accountmanager. Tevens worden in de ^specifieke voorwaarden' liaisons aangewezen voor specifieke of meer specialistische contacten Artikel 12 Toetreding en goodwill a. In het kader van de toetreding tot BsGW zal er door een onafhankelijke derde een objectieve nulmeting worden verricht die inzicht geeft in de huidige uitvoeringskosten voor belastingen en WOZ van de toetreder en een kwaliteitsoordeel geeft over de administratie met betrekking tot belastingen en WOZ van de toetreder. b. De kosten voor de nulmeting worden voor 50% door BsGW en 50% door de toetreder gedragen. c. De kosten voor het bereiken van het gevraagde kwaliteitsniveau van de administratie met betrekking tot belastingen en WOZ vallen buiten de uitvoeringsovereenkomst en worden door de toetreder gedragen. d. De kosten voor migratie en implementatie van de toetreder in BsGW vallen buiten de uitvoeringsovereenkomst en worden door de toetreder gedragen. e. De toetreder zal gespreid over een periode van 6 jaar goodwill in rekening worden gebracht ter hoogte van € 12,50 per inwoner.
Pagina 7 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastlngeamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend te Roermond en Sittard. Datum: Het Dagelijks Bestuur van Waterschap Roer en Overmaas:
De secretaris/directeur, Ing. J.M.G. In den Kleef
De voorzitter, Dr. I J . Schrijen
Het Dagelijks Bestuur van BsGW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen:
De directeur, W.C.G. Fiddelaers
De voorzitter, mr. J.H.G.M. Teeuwen
Pagina 8 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Bijlage 1. Productbladen Productgroep Product
Omschrijving
Doelgroep
Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen
Kwaliteiten
Heffen Gecombineerde aanslag gemeente (het heffen op één aanslagbiljet van: onroerende zaak belasting, hondenbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolheffing) Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de onroerende zaak belasting, hondenbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolheffing. Het op basis van de registraties opstellen van belasting- en heffingenkohieren voor de gecombineerde aanslag en het vervaardigen en verzenden van de gecombineerde aanslag Alle belasting- en heffingsplichtigen voor onroerende zaak belasting, hondenbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolheffing Circa xxxxx aanslagregels uiterlijk 28 februari van ieder kalenderjaar, met uitzondering van aanslagoplegging vanwege wijzigingen of ontstaan van de belastbare feiten gedurende het kalenderjaar. 1. Het gecombineerde aanslagbiljet waarop in ieder geval de aanslagregels voor OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing en voor zover van toepassing- hondenbelasting voorkomen, worden Conform vastgestelde prognose jaarlijks opgelegd. De jaarrun wordt uiterlijk met een dagtekening van 28 februari van het betreffende belastingjaar verzonden. 2. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 3. BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 4. BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen ( 6 weken) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 5. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact 6. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur 7. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belafttjhebbende heeft gemaakt in de bezwaar- en beroepfase 8. Er vindt een continue controle plaats op objecten, subjecten en belastbare feiten binnen het totale werkgebied van de BsGW. De controles bestaan in ieder geval uit: 9. een jaarlijkse huis-aan-huis controle van de hondenbelasting voor minimaal een kwart van het grondgebied van de gemeente. Elk jaar zal een ander kwartgedeelte van de Pagina 9 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Gemeente worden gecontroleerd zodat elk huishouden eens in de 4 jaar aan een controle zal worden onderworpen; 10. een jaarlijkse leegstandscontrole bij niet-woningen aan de hand van het bestand van de Kamer van Koophandel, c.q. het nieuwe Handelsregister (als authentieke basisregistratie) en aan de hand van controles in het veld rond de datum van 1 januari en registratie objecten in aanbouw. 11. systematische tijdigheid, volledigheid- en integriteitcontroles van de belasting- en WOZ-administratie; betreffende controles worden minimaal l x per jaar uitgevoerd door BSGW. Doel, beoogd effect/outcome
Activiteiten
Realisatie extern in samenwerking met Gegevensrelaties
Een rechtsgelijke behandeling van alle belastbare feiten (belastingen en heffingen) in overeenstemming met de daarvoor door de gemeente gestelde verordeningen. Het verkrijgen van financiële middelen in overeenstemming met de vastgestelde prognose opbrengsten Beheren van gegevens over adressen, objecten, subjecten, het beheren van de aan BsGW overgedragen heffingen (wo. Onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing/reinigingsrechten, rioolrechten en hondenbelasting, ...) bouw- en woningtoezicht van de gemeente, kadaster, WML, Kamer van Koophandel, GBA • De gemeente levert wekelijks de mutaties in aan- nieuwen verbouw en sloopvergunningen • De gemeente levert maandelijks de BAG-mutaties (adresmutaties (niet) authentiek en vergunningsvrije objecten • De gemeente levert jaarlijks de bestemmingsplanwijzigingen, bodemverontreinigingen en gronduitgifteprijzen
Pagina 10 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving
Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen Kwaliteiten
Trefwoorden Doel, beoogd effect/outcomè
Activiteiten
Heffen Baatbelastingaanslag Het registreren en beheren van gegevens en kenmerken voor de (periodieke) baatbelastingaanslag. Het op basis van de registraties opstellen van de kohiers voor de aanslag en het vervaardigen en verzenden van de baatbelastingaanslag. Alle belastingplichtigen voor de baatbelasting Xxx aanslagregels Voor af te spreken datum van ieder kalenderjaar 1. Conform vastgestelde prognose jaarlijks opleggen van baatbelastingaanslagen 2. BsGW draagt zorg voor de mutaties betreffende strekkende meters object, aantal volle vierkante meters of het aantal classificatiemeters en zorgt voor de vastlegging hiervan. De mutatievastlegging gebeurt jaarlijks uiterlijk in de 2e week van januari 3. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 4. BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 5. BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen (6 weken) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 6. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaar- en beroepfase. 7. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het le contact 8. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur Baatbelasting Het opleggen van de baatbelasting volgens de gemeentelijke verordeningen. H#ï: verkrijgen van financiële middelen in overeenstemmpg met in overeenstemming met de vastgestelde prognose opbrengsten. Het invoeren en controleren van belastingtarieven volgens de verordening en het produceren van de aanslagrun.
Realisatie extern in samenwerking met
Pagina 11 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingaamen werking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving
Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen Kwaliteiten
Heffen Toeristenbelasting Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken voor de aanslag toeristenbelasting. Het verzoeken om het doen van aangifte en de aangifte controleren. Het op basis van de registraties en aangiftes opstellen van de kohiers voor de aanslag en het vervaardigen en verzenden van de aanslag toeristenbelasting. Alle belastingplichtigen voor de toeristenbelasting Xxx aanslagregels 1. Conform vastgestelde prognose jaarlijks opleggen van toeristenbelasting 2. Aanslagen toeristenbelasting worden op basis van aangifte opgelegd. Aan belastingplichtigen wordt jaarlijks, voorafgaande aan het belastingjaar, de keuze voorgelegd op welke wijze zij voornemens zijn het aantal overnachtingen aan te tonen. Daarbij kan gekozen worden voor: o Het bijhouden van een nachtverblijfregister dat ter voldoening aan de aangifteplicht wordt overgelegd voor 1 april van het jaar volgend op het belastingjaar; o Het overleggen van een gespecificeerde opgave of aangifte waaruit het aantal overnachtingen blijkt, voorzien van een accountantsverklaring voor 1 april van het jaar volgend op het belastingjaar. 3. Er vindt een tweejaarlijkse controle van de boekhouding > van ondernemers plaats die aangifte doen voor de toeristenbelasting Uitgangspunt is dat de boekhouding van iedere belastingplichtige eens in de twee jaar wordt gecontroleerd; 4. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 5. BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 6. BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke terpenen (6 weken) en zal in gevallen van onverhoopt termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 7. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaar- en beroepfase. 8. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij Pagina 12 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
het l e contact 9. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur Trefwoorden Doel, beoogd effect/outcome
Activiteiten
Toeristenbelasting Het opleggen van de aanslag toeristenbelasting volgens de gemeentelijke verordeningen. Het verkrijgen van financiële middelen overeenkomstig de vastgestelde prognose opbrengsten. Het beheren van gegevens over adressen, objecten, subjecten. Het verzoeken om en controleren van de aangifte toeristenbelasting. Het registeren van de grondslag toeristenbelasting en het produceren van de aanslagrun.
Realisatie extern in samenwerking met
Pagina 13 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Omschrijving
Heffen Rioolheffing grootverbruik Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de rioolheffing grootverbruik Het verzoeken om het doen van aangifte en de aangifte controleren. Het op basis van de registraties en aangiftes opstellen van de kohiers voor de aanslag en het vervaardigen en verzenden van de aanslag rioolheffing grootverbruik. .
Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen
Alle belasting- en heffingsplichtigen rioolheffing grootverbruik Circa xxxxx aanslagregels De aanslagen rioolheffing grootverbruik worden opgelegd in het jaar volgend op het belastingjaar.
Kwaliteiten
1. Conform vastgestelde prognose jaarlijks opleggen van Rioolheffing grootverbruik 2. Aangifteformulieren ter bepaling van de rioolheffing grootverbruik worden jaarlijks verzonden vóór aanvang van het 3e kwartaal. Ter bepaling van het grootverbruik rioolheffing wordt, voor zo ver mogelijk, gebruik gemaakt van verbruiksgegevens welke extern worden verkregen van de Waterleidingmaatschappij Limburg 1. Ingeval een aangifteplichtige in gebreke blijft voor wat betreft het terugzenden van het aangifteformulier rioolheffing grootverbruik zal er een herinnering c.q. een aanmaning worden toegezonden. Blijft de aangifteplichtige na toezending van een herinnering c.q. een aanmaning nog in gebreke dan zal dit leiden tot ambtshalve aanslagoplegging. 2. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 3. BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 4. BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen (6 weken) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 5. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaaren beroepfgse 6. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact 7. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur
Doel, beoogd effect/outcome
Een rechtsgelijke behandeling van alle belastbare feiten (belastingen en heffingen) in overeenstemming met de daarvoor door de gemeente gestelde verordeningen. Het verkrijgen van Pagina 14 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Activiteiten
Realisatie extern in samenwerking met
financiële middelen in overeenstemming met de vastgestelde prognose opbrengsten Het beheren van gegevens over adressen, objecten, subjecten. Het verzoeken om en controleren van de aangifte rioolheffing. Het registeren van de grondslag rioolheffing en het produceren van de aanslagrun. WML, Kamer van Koophandel,
Pagina 15 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belaatingsamen werking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Productcode Omschrijving
Doelgroep
Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen
Kwaliteiten
Heffen Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de Watersysteemheffing gebruikers/ingezetenenheffing, (on) gebouwde eigendommen, Verontreinigingsheffing woningen en Zuiveringsheffing woningen. Het op basis van de registraties opstellen van belasting- en heffingenkohiers voor de gecombineerde aanslag en het vervaardigen en verzenden van de (gecombineerde) aanslag Alle belasting- en heffingsplichtigen voor Watersysteemheffing gebruikers/ingezetenenheffing, (on) gebouwde eigendommen, Verontreinigingsheffing woningen en Zuiveringsheffing woningen Circa 1.140.000 aanslagregels. uiterlijk 31 maart van ieder kalenderjaar, met uitzondering van aanslagoplegging vanwege wijzigingen of ontstaan van de belastbare feiten gedurende het kalenderjaar. 1. Conform vastgestelde prognose jaarlijks opleggen van de gecombineerde aanslagen waterschapsheffingen (zuiveringsheffing en watersysteemheffing). De jaarrun wordt uiterlijk 31 maart van ieder jaar verzonden; Als randvoorwaarde hierbij geldt dat de inliggende gemeenten de toestand per 1-1 met betrekking tot WOZ binnen 8 weken na 1-1 leveren aan Waterschap Roer en Overmaas. 2. Er vindt een continue controle plaats op objecten, subjecten en belastbare feiten binnen het totale werkgebied van de BsGW. 3. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 4. BSGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 5. BSGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen (6 weken) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 6. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaaren beroepsfase „ 1
t
.t'
7. BsGW voert jé'arlijkse controle uit op volledigheid van verantwoording van oppervlakten in de belastingen, voordat de aanslagen worden aangemaakt en verzonden 8. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact 9. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur 10. De kwaliteitsnormering en -meting wordt conform de BOGGopzet doorontwikkeld Pagina 16 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Doel, beoogd effect/outcome
Activiteiten
Realisatie extern in samenwerking met Gegevensrelaties
Een rechtsgelijke behandeling van alle belastbare feiten (belastingen en heffingen) in overeenstemming met de daarvoor door het waterschap vastgestelde verordeningen. Het verkrijgen van financiële middelen in overeenstemming met de vastgestelde prognose opbrengsten Beheren van gegevens over adressen, objecten, subjecten, het beheren van de heffingen (Watersysteemheffing gebruikers / ingezetenenheffing, (on)gebouwde eigendommen, Verontreinigingsheffing woningen/bedrijven en Zuiveringsheffing woningen/bedrijven) WOZ-gemeenten, kadaster, WML, Kamer van Koophandel, 1. Het waterschap verstrekt het advies nav bezwaar/beroep tegen de classificatie binnen 4 weken na aanvraag 2. BsGW levert uiterlijk op 20 januari van dat desbetreffende jaar een overzicht met de bebouwde percelen per 1-1. 3. Het waterschap verstrekt jaarlijks de onderverdeling van de oppervlakte gebouwd, ongebouwd natuur, overig ongebouwd of weg voor 20 februari 4. BsGW zal conform het convenant "gegevensuitwisseling" met kenmerk 101727/DS gegevens van natuurlijke en nietnatuurlijke personen wekelijks verstrekken. Het convenant zal bij de introductie van de Overheidsdatabase en TAX-I worden herzien
j
j
it J
Pagina 17 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving
Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen
Kwaliteiten
Doel, beoogd effect/outcome
Heffen aanslag Waterschap Zuiveringsheffing / Verontreinigingsheffing bedrijven Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de Zuiveringsheffing/Verontreinigingsheffing bedrijven Het verzoeken om het doen van aangifte en de aangifte controleren. Het op basis van de registraties en aangiftes opstellen van de kohiers voor de aanslag en het vervaardigen en verzenden van de aanslag zuiveringsheffing bedrijven Alle belastingen heffingsplichtigen Zuiveringsheffing/ Verontreinigingsheffing bedrijven Circa 26.400 aanslagregels uiterlijk 31 maart van ieder kalenderjaar, met uitzondering van aanslagoplegging vanwege wijzigingen of ontstaan van de belastbare feiten gedurende het kalenderjaar 1. De voorlopige aanslagen zuiverings- en verontreinigingsheffing voor bedrijven worden voor 95% met dagtekening 31 januari van ieder jaar verzonden. 2. De definitieve aanslagen worden opgelegd in het jaar volgend op het belastingjaar. 3. Er vindt een continue controle plaats op objecten, subjecten en belastbare feiten binnen het totale werkgebied van de BsGW. 4. De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 5. BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot belastingen en WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 6. BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen (6 weken) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 7. BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaaren beroepsfase, 8. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact V 9. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur 10. De kwaliteitsnormering en -meting wordt conform de BOGGopzet doorontwikkeld. Een rechtsgelijke behandeling van alle belastbare feiten (belastingen en heffingen) in overeenstemming met de daarvoor door het waterschap vastgestelde verordeningen. Het verkrijgen van financiële middelen in overeenstemming met de vastgestelde Pagina 18 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Activiteiten Realisatie extern in samenwerking met Gegevensrelaties
prognose opbrengsten Beheren van gegevens over adressen, objecten, subjecten, het beheren van de Zuiveringsheffing bedrijven) WML, Kamer van Koophandel, WOZ-admin gemeenten •
BsGW zal conform het convenant gegevens van nietnatuurlijke personen wekelijks verstrekken
Pagina 19 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen Kwaliteiten
Doel, beoogd effect/outcome
Activiteiten Realisatie extern in samenwerking met
WOZ WOZ beschikking Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken van objecten. Het bepalen van de waarde van objecten voor de WOZ beschikking (op de gecombineerde aanslag). Alle belastingplichtigen met een object waarvoor de WOZ geldt. Circa xxxxx beschikkingen voor woningen en niet-woningen Via tijdstippen van het product gecombineerde aanslag 1 De WOZ-beschikkingen en de aanslagen voor de onroerendezaakbelastingen worden uiterlijk 28 februari van ieder jaar verzonden; het aantal beschikkingen/aanslagen dat wordt verzonden is minimaal gelijk aan het percentage dat is vastgelegd in de normatiek van de Waarderingskamer 2 BsGW zich zal conformeren aan de Waarderingsinstructie en beoordelingsprotocollen van de Waarderingskamer alsook de landelijke taxatiemodellen ten behoeve van de waardebepaling van niet-woningen. 3 De taxatieverslagen voldoen aan de eisen van de Waarderingskamer. 4 De uitvoering wet- WOZ binnen BsGW dient de de kwalificatie "goed" van de waarderingskamer te scoren 5 De dienstverlening ten behoeve van de klant wordt zo ingericht dat deze het contact ervaart als contact met de deelnemer. 6 BsGW borgt dat de dienstverlening aan de balie met betrekking tot WOZ snel en effectief door de deelnemer kan worden verleend door eenduidige informatievoorziening en communicatielijnen. 7 BsGW is bij de bezwaarafhandeling gehouden aan de wettelijke termijnen (beslissing binnen het kalenderjaar) en zal in gevallen van onverhoopte termijnoverschrijding verantwoordelijk zijn voor de eventuele consequenties die hieruit voortvloeien zoals in het kader van de Wet dwangsom en beroep. 8 BsGW vergoedt naar aanleiding van een ingewilligd verzoek, de kosten die belanghebbende heeft gemaakt in de bezwaar- en beroepsfase, 9 Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact 10 Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur Het bepalen van de waarde van onroerende zaken zodat de gemeente (via BsGW ) in staat is onroerend zaakbelasting te heffen en betreffende WOZ-waarde ook kan leveren aan de (wettelijk bepaalde) afnemers. Beheren van objectgegevens en kenmerken, het verwerken van bouw- en sloopvergunningen, het bepalen van de waarde van objecten en het uivoeren van de (permanente) marktanalyse. Het Kadaster, afdeling bouw en woningtoezicht van de gemeente, KvK
Pagina 20 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Beiastingaamen werking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving
Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen Kwaliteiten
Kosten Trefwoorden Doel, beoogd effect/outcome
Activiteiten
Innen
Het innen van de belastingen en afdragen van de ontvangsten aan de deelnemer en het invorderen van niet tijdig ontvangen belastingen. Alle belasting- en heffingsplichtigen Voor circa 35.000 aanslagbiljetten Volgt in tijd op het versturen van aanslagen 1. Bij de begrotingsronde wordt prognose kwijtschelding, oninbaar en een afdrachtplanning opgesteld naar heffingsontvangsten (na vermindering en kwijtschelding) per deelnemer en ontvangsten op vervolgingskosten en invorderingsrente. Hierin zijn de terugbetalingen reeds gesaldeerd. Het totaalbedrag van deze planning sluit aan op de door de BsGW opgestelde prognose (netto) opgelegde heffing voor Waterschap Roer en Overmaas. 2. De invorderingsacties worden jaarlijks uitgevoerd in twee identieke (dwang)invorderingscycli. Beide cycli starten in de 3e maand na het opleggen van de aanslag en bestaan uit een aantal opeenvolgende invorderingsacties. De opzet van een (dwang)invorderingscyclus is erop gericht om de optimale effectiviteit van invordering te bereiken. 3. De doelstelling van een invorderingscyclus is om het proces van innen van een vervallen vordering afgerond te hebben voor het opleggen van de nieuwe aanslag bij de betreffende belastingschuldige. Door de resultaatgerichte werkwijze wordt een zo vroeg mogelijke ontvangstdatum verkregen en door de strakke, gerichte en herkenbare aanpak wordt de betalingsmoraal van een debiteur verbeterd 4. Kwijtscheldingsverzoeken worden binnen 6 weken afgehandeld. 5. Administratieve beroepen kwijtschelding worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld. 6. Telefonische contacten worden voor 90% afgehandeld bij het l e contact 7. Digitale berichten (mail) worden beantwoord binnen 48 uur 8. De kwaliteitsnormering en -meting wordt conform de BOGG-opzet doorontwikkeld
Het invorderen van niet tijdig ontvangen belastingen en heffingen. Het afdragen van ontvangen gelden en aan de deelnemer. Verwerken ontvangsten en restituties Pagina 21 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst W a t e r s c h a p Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Afdragen van ontvangsten Afhandelen kwijtscheldingsverzoeken Aanmaken herinnering, aanmaning, dwangbevel, hernieuwd bevel Uitvoeren precasso, Beslaglegging voorlopige teruggaaf (VT), bank, Onder derden, roerende zaken, Realisatie extern in samenwerking met
Extern deurwaarderskantoor, Rijksbelastingdienst, inlichtingenbureau, banken
Pagina 22 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Productgroep Product Productcode Omschrijving Doelgroep Bijzondere verantwoordelijkheden Aantallen Leveringstijdstippen Kwaliteiten Kosten Trefwoorden Doel, beoogd effect/outcome Activiteiten Realisatie extern in samenwerking met
Exoten
Pagina 23 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belasti ng samenwerking Gemeenten en Waterschappen
Bijlage 2 . MARAP-model
Externe marap (managementrapportage) Xe kwartaal 201x
Status: Versie: Datum: Pagina 24 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
fl^K mmr v
M M l l l f
\
Belastingsamenwerking
WW
I
Gemeenten en Waterschappen
TOELICHTING R a p p o r t a g e periode: t/m X e kwartaal 20xx 1. O v e r z i c h t o p g e l e g d e heffingen e n verminderingenRecapitulatie heffingen belastingjaar 20xx (bedragen x € 1.000) Omschrijving heffing
Bruto opbrengst Vermindering/ Netto-opbrengst heffing vemiet/ontheff. heffing
Prognose opbr. Heffing
Gemeentelijke heffingen: Afvalstoffenheffing Baatbelasting Hondenbelasting Onroerende zaakbelasting Rioolheffïng Toeristenbelasting
€ € € € € €
€ € € € € €
€ € € € € €
€ € € € € €
Waterschapsheffingen: Watersysteemheffingen Verontreinigingsheffing Zuiveringsheffing Totaal alle heffingen:
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
Ontwikkeling realisatie prognose gemeentelijke heffingen x €1 min €50,0 ' lg " i ^
€40,0
4
BS • H f •HM Bil Ifllf musSSfSi
1 PBN
x
S f
~7XT WÈÊÊÊÈÈ
€30,0
WÊÊÊÈÊÊÊ
€20,0 €10,0 €•
K
ë> &
é
/
^
#
I realisatie
&
#
#
^
prognose
Ontwikkeling realisatie prognose waterschapsheffingen x €1 min €50,0 €40,0
111
sip • w
/ • >
mÊÊÊmWf
ISP
H l
€30,0
E B H l
m
A
€20,0
. . .
3*" '
€10,0 € -
^
é
^
^
^
&
I realisatie — — p r o g n o s e
Pagina 25 van 34
#
&°
%
realisatie
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
2. K w i j t s c h e l d i n g per hefflnqsiaar
Recapitulatie kwijtschelding belastingjaar 20xx (bedragen x € 1.000) Omschrijving
Bedrag kwijtschelding
Kwijtschelding van gemeentelijke heffingen Kwijtschelding van waterschapsheffingen
Prognose kwijtschelding
€ €
€ €
Ontwikkeling realisatie prognose kwijtschelding gemeentelijke heffingen 5,00% 4,00%
fill MM H l 10'
WÊÊ ft~,
•
•Si
lili
Rlll^
>
3,00% 2,00% 1,00% 0,00%
#
é
/
^
#
6° a
prognose
Ontwikkeling realisatie prognose kwijtschelding waterschapsheffingen 5,00% 4,00%
jjlpjj
3,00%
MM
PP
ÈflÉ ill
•lil
2,00% 1,00% 0,00%
f
&
K
f
é
/
*
^
N
I realisatie — — p r o g n o s e ;
Pagina 26 van 34
a>
#
/
%
realisatie
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
3. O n i n b a a r per heffingsiaar
Recapitulatie oninbaar belastingjaar 20xx (bedragen x € 1.000) Omschrijving
Bedrag oninbaar
Oninbaar geleden gemeentelijke heffingen Oninbaar geleden waterschapsheffingen
Prognose oninbaar
€ €
€ €
Ontwikkeling realisatie prognose oninbaar gemeentelijke heffingen. 2,00%
WSÊ
WÊÊÊÈÊÊ& WÊÈIÈWÊÈ WÈSÊÊÊ H f mÊÊÊÊM
i
1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
#
^
^
/
^
Hf> ^
• realisatie
^
ef> #
i?
prognose
Ontwikkeling realisatie prognose oninbaar waterschapsheffingen. 2,00%
WÊÈIÈ^^^^^ WÊÊÊÊÊÈ WÊÊÊÈlllllPii
1,50%
WÈÈÈm WÊË
BBII
iiBtÉiiiti
1,00% 0,50% 0,00% •
^>
^
é
^
^ö
v
4
-prognose
Pagina 27 van 34
&
%
realisatie
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
4. Invordering
realisatie
prognose -'-jaar
Bddragon x €1.000,-
t/m
% 0,0%
Gemeentelijke heffingen
€0
Waterschapsheffingen
€0
€0
0,0%
Totaal afgedragen heffing
CO
CO
0,0%
€0
Ontwikkeling realisatie prognose afdracht gemeentelijke heffingen
•
€50,0 •
€40,0
;•
•Hp • H I9H mm mm
Ui
llilfi
€30,0 €20,0 €10,0 €•
^
^
/
^ • realisatie
&
#
&
£
#
prognose
Ontwikkeling realisatie prognose afdracht waterschapsheffingen x €1 min
€50,0
Wm
€40,0 €30,0 €20,0 €10,0 €
èP
K
^
é
&
/
&
I realisatie —'—prognose
Pagina 28 van 34
&
#
6®°
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
BelastingBamenwerking Gemeenten en Waterschappen
5. K l a n t e n z a k e n • • « « » • • •
Bezwaarreacties worden binnen de doorlooptijd i.h.k.v. de Wet Dwangsom afgehandeld. Gemiddelde doorlooptijd voor afhandeling bezwaarreacties is xx werkdagen / x weken + x dagen. De interne doelstelling voor beoogde doorlooptijd (4 weken) wordt daarmee behaald/niet behaald, echter blijft deze doorlooptijd ruim binnen de wettelijk vereiste doorlooptijd. xx% van de ontvangen telefoongesprekken in het KCC wordt beantwoord en afgehandeld. XX% van alle beantwoorde telefoongesprekken wordt afgehandeld bij het eerste contact. Daarmee wordt de doelstelling (90%) behaald/niet behaald. aantallen bezwaar- en beroepschriften per belastingsoort en WOZ en belastingjaar. de aantallen gegronde bezwaren (bij de OZB is ook de bijbehorende WOZ-waarde relevant), ongegrond en niet-ontvankelijk mbt de bezwaar- en beroepschriften de aantallen/percentages m.b.t. toegekende en afgewezen kwijtscheldingsverzoeken en administratieve beroepschriften voortgangspercentages m.b.t. de afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken, bezwaren, beroepen, etc.
Pagina 29 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Bijlage externe marap xx-xx-20xx S t a n d gemeentelijke heffingen 2 0 X X (bedragen x € 1.000,-) Stand: XX-XX-20XX Totaal 20XX bedrag Pro jnose opbrengst
6'-.:
-
Opgelegde heffingen
€
Vervolgingskosten
€
XXXX %
.
bedrag 100% €
% 100% gem.dagtekening
-
€ €
€
Vervaldatum verstreken
wBÊÊÊÊÊKm e
€
-
€
I
dd-mm-j]
€
Invorderingsrente
Totaal opgelegd
€
gem.dagtekening Ontvangsten totaal
dd-mm-jj
Ontvangen heffing
€
Ontvangen vervolgkn. / i-rente
-
Oninbaar
€ €
€
Kwijtschelding
Totaal ontvangen
€
I Openstaand saldo
I Vervallen openstaande saldo
G
-
€
e
€
€
€
I Afdrachten aan Gemeenten
I Vervolgingskosten
-
Prognose Opgelegd
€
Ontvangen / Realisatie
€
Oninbaar
-
Prognose
€ '• -
€
Realisatie
€ •
€
-
Kwi tschelding -
Prognose Realisatie
€
€ €
Pagina 30 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer e n Overmaas
BsGW
B eta sting sa men werking Gemeenten en Waterschappen
S t a n d w a t e r s c h a p s h e f f i n g e n 20XX (bedragen x € 1.000,-) Stand: XX-XX-20XX Totaal 20XX bedrag Prognose opbrengst
Waterschap A bedrag
%
€••:..-
•
100%
%
bedrag 100%
€
Waterschap B
€ gem.dagtekening
-
€
Vervolgingskosten
€
€
€
€
€
€
€. •.<&"•. _ '. i-. i ©*.- ' *
100% gem.dagtekening
Opgelegde heffingen
Invorderingsrente Totaal opgelegd
dd-mm-jj
%
€
dd-mm-jj
I Vervaldatum verstreken
€
€
gem.dagtekening
-
-
Ontvangsten totaal Ontvangen heffing Ontvangen vervolgkn. / i-rente Oninbaar
Kwijtschelding Totaal ontvangen Openstaand saldo
H
H
€
€
€
€ €
€
€
€
€
€ €
' -
% V-V*, fe
gem.dagtekening dd-mm-jj
dd-mm-jj
•
WÊIÈÈÊÈÊSt^ Vervallen openstaande saldo
WÊBÊÊ
€
€
Afdrachten aan Gemeenten
ۥ
€
€
-
€ €
€ €
-
€
€
€
€
Vervolgingskosten Prognose Opgelegd Ontvangen / Realisatie
-
. '• >
' .
WÈÊÊÈiÈÈÊÊÊÊÊÊÈÉ €
'-, -
€
Oninbaar
-
Prognose Realisatie
éi €
Kwijtschelding
-J -
Prognose Realisatie
€. €
Pagina 31 van 34
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Opdrachtgever:
Gemeente
Heffingsjaar: Gemeentelijke heffingen
20XX
Stand:
31-12-20XX
Voorbeeld is indicatief
Arvalstjffenr affinq Omschrijving
Aantal Prognose! Realisatie
Verschil Aantal
%
Tarief
Verschil Aantal |
%
Verschil Prognose Realisatie Bedrag - € - € - € - €
Gemeente X Eenpersoonshh. Meerpersoonshh.
%
Gemeente Y Eenpersoonshh. Meerpersoonshh.
Totaal afvalstoffenheffing Baatbelasting Omschrijving
Aantal Prognose | Realisatie
Tarief €
Totaal belastbaar Hondenbelasting Omschrijving
Aantal Prognose | Realisatie
Verschil Aantal |
Bedrag Prognose | Realisatie €
€
€
€
€
€
Bedrag Prognose | Realisatie
Tarief %
Verschil Bedrag |
%
Verschil Bedrag |
%
1e hond 2e en vlg hond kennels Totaal hondenbelasting
€
€
€
€
-
€
€
€
€
-
€
€
€
€
-
€
-
Omschrijving
Tarief
WOZ-waarde (x€ 1.000,-) Verschil % Prognose Realisatie Bedrag (x€ 1.000,-)
Prognose
Bedrag Realisatie -
Eigenaar woning Eigenaar niet-woning Gebruiker niet-woning Totaal onroerende zaakbelasting Rioolheffing Omschrijving
Aantal Prognose | Realisatie
fl&tÉiffpfiifis Verschil Aantal |
Tarief
€
Overnachtingen Totaal belastbare overnachtingen
Realisatie
Verschil Aantal |
€
-
€ €
Bedrag Prognose | Realisatie
%
€
Aantal Prognose
€
-
1§É
Kleinverbruik Grootverbruik Totaal rioolheffing Toenstenbelasting Omschrijving
Verschil Bedrag
-
€
€
€
€
€
€
Bedrag Prognose | Realisatie
Tarief %
"
€
-
Totaal gemeentelijke heffingen
Pagina 32 van 34
€
Verschil Bedrag € € €
€
Verschil Bedrag € €
€
€
€
-
I
%
I
%
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Opdrachtgever: Heffingsjaar. Watersysteemheffing Ingezetenen Omschrijving
Waterschap 20XX
Aantal ingezetenen Prognose Realisatie
Stand: 31-12-20XX
Voorbeeld is indicatief
Verschil Aantal |
Verschil Bedrag Prognose Realisatie Bedrag | € € - €
Tarief % €
Firjpnaren qeLouvtde orroerende zaken Omschrijving Verschil WOZ-waarde (x € 1.000,-) Prognose Realisatie Bedrag % (x€ 1.000,-) € Gebouwd € € € Afronding Totaal
bi jemrti njtuurtcm mpn Omschrijving Aantal hectare Prognose | Realisatie Natuur
S •..•i'v ji. ,
Tarief
iliiiiiliiiiiiililiif Bedrag Prognose Realisatie
%
Verschil Bedrag
€
€
€
€
€
€
%
jl Verschil Aantal |
Tarief % €
E genaren ongebouwde onroerende zaken (excl natuurterreinen Omschrijving Verschil Aantal hectare Prognose Realisatie Aantal Ha. | % Ongebouwd Wegen Totaal Subtotaal Watersysteemheffing
Verschil Bedrag |
Bedrag Prognose | Realisatie €
-
Tarief
€
Bedrag | Realisatie
Prognose
%
€
Bedrag
€
€
-
€
€
€
€
-
€
€
€
-
€
€
€
-
€
€
Verschil | %
Verontreinigingsheffing oppervlaktewateren Verontrelningsheffïng Aantal VE's Prognose | Realisatie
Tarief
Verschil Aantal VE's | %
Bedrag | Realisatie
Prognose
WVO-W WVO-B Subtotaal Verontreinigingsheffing
Bedrag
€
-
€
€
-
€
€
€
-
€
€
Verschil | %
€
Zuiveringsheffing Siiilfhlw^ Aantal VE's Prognose | Realisatie ZUI-W ZUI-B Subtotaal Verontreinigingsheffing
Tarief,
Verschil Aantal VE's | % .<
Totaal netto opgelegde heffing
Pagina 33 van 34
Bedrag Prognose | Realisatie - € € € - € € - €
Bedrag € € €
€
€
-
€
Verschil | %
Standaarduitvoeringsovereenkomst Waterschap Roer en Overmaas
BsGW
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
B i j l a g e 3. S p e c i f i e k e v o o r w a a r d e n
Pagina 34 van 34
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 6
Onderwerp Beroepschriften tegen afgewezen verzoeken om kwijtschelding Portefeuillehouders) C.H.J.M. Lebens Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing Waterbeheersplan Niet van toepassing Programma begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Instemmen met de afwijzingen en betrokkenen hiervan in kennis stellen.
Toelichting Op grond van het thans geldende kwijtscheldingsbeleid kunnen degenen aan wie een aanslag watersysteemheffing ingezetenen en/of een aanslag zuiverings-/verontreinigingsheffing is opgelegd, in aanmerking komen voor kwijtschelding. De formele basis voor het gevoerde kwijtscheldingsbeleid ligt vast in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de ter uitvoering van dit artikel gestelde nadere regelgeving, in casu de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In laatstgenoemde regelgeving zijn de regels van het te voeren kwijtscheldingsbeleid opgenomen en is vastgelegd onder welke voorwaarden al dan niet kwijtschelding kan worden verleend. Op basis van deze bepalingen^an kwijtschelding worden verleend indien de belastingschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen.
121058
1/3
Waterschap Roer en Overmaas
De bevoegdheid om (in eerste aanleg) te beschikken op ingediende kwijtscheldingsverzoeken berust op grond van artikel 144 van de Waterschapswet bij de ambtenaar belast met de invordering (= directeur Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen). Tegen de afwijzende beslissing kunnen verzoekers in beroep komen bij uw bestuur (administratief beroep). Bij de beoordeling van het beroepschrift wordt uitgegaan van de gegevens die zijn vermeld in het eerste verzoek alsmede van de kwijtscheldingsnormen die van toepassing waren bij de beoordeling van het eerste verzoek. Tegen een afwijzing van het beroepschrift staan geen verdere rechtsmiddelen open. Onderstaande heffingsplichtigen hebben een beroepschrift ingediend tegen de afwijzende beslissingen op ingediende kwijtscheldingsverzoeken. Om privacyredenen zijn alleen de namen van de betrokkenen vermeld. 1. L M . van Kouwen (2012) 2. M. Boukhari (2012) 3. P.M.J. Lenaers (2012) Reclamanten voeren aan ten onrechte een afwijzende beslissing op hun verzoek om kwijtschelding te hebben gekregen omdat men over voldoende betalingscapaciteit zou beschikken. De door reclamanten verstrekte gegevens vormen de basis voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek en de berekening van de betalingscapaciteit. Gelet op de verstrekte informatie heeft er een herberekening plaatsgevonden, waaruit is gebleken dat de bovengenoemde belastingplichtigen over voldoende betalingscapaciteit beschikken om de betreffende aanslagen (gedeeltelijk) te voldoen. Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld de beroepschriften melde reclamanten ongegrond te verklaren en de beroepen af te wijzen.
van bovenver-
4. G. Dassen-van Sluijs (2011) Reclamant dient een beroepschrift in buiten de termijn van drie maanden na de laatste betaling op de aanslag. Op basis van het ter uitvoering van artikel 26 van de Invorderingswet en de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 in de Leidraad Invordering Waterschapsheffingen vastgestelde uitvoeringsbeleid ten aanzien van kwijtschelding is kwijtschelding van al betaalde belastingaanslagen alleen dan mogelijk indien het verzoek om kwijtschelding wordt ingediend binnen drie maanden nadat de (laatste) betaling op de belastingaanslag heeft plaatsgevonden. Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld het beroepschrift de reclamant ongegrond te verklaren en het beroep af te wijzen.
van
bovenvermel-
5. J . Muller (2012, gemotoriseerde voertuigen) 6. F.B. Boeren (banksaldi, 2012) Reclamanten voeren aan ten onrechte een afwijzende beslissing op het verzoek om kwijtschelding te hebben gekregen omdat men over vermogen zou beschikken. Onder vermogen wordt verstaan de waarde in het economische verkeer van de bezittingen, verminderd met de schulden van de belastingschuldige.
121058
2/3
Waterschap Roer en Overmaas
Genoemde reclamanten hebben voldoende saldo op de bankrekening wat (vrij) opneembaar is of hebben vermogen in de vorm van onroerend goed, het bezit van een gemotoriseerd voertuig met een waarde van meer dan € 2.269,00 of het bezit van meer dan één gemotoriseerd voertuig. Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld de beroepschriften melde reclamanten ongegrond te verklaren en de beroepen af te wijzen.
van bovenver-
Beoogd effect Afhandeling van ingediende beroepschriften. Communicatie De beslissingen zullen aan betrokkenen worden meegedeeld. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121058
3/3
Waterschap | Roer en Overmaas *
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 7
Onderwerp Verlening krediet voor ICT-vervangingen; 4e kredietverlening 2012 Portefeuillehouders) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestu ursprog ramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bedrijfsvoering Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Een krediet van € 300.000 verlenen voor ICT-vervanging en vernieuwing voor de jaren 2012 en 2013.
Toelichting In het kader van de doorontwikkeling van de automatisering en de documentaire informatievoorziening worden dit jaar vijf ICT-projecten gestart, waarvan er enkele zullen doorlopen tot in 2013. Van deze vijf ICT-projecten hebben er twee betrekking op de vervanging van technisch en financieel afgeschreven hardware. Het betreft een aantal centrale systemen en de GIVwerkplekken. Twee andere projecten zijn het gevolg van de toenemende hoeveelheid digitale informatie bij het waterschap. Het b e t r e f f e n uitbreiding van de online opslagcapaciteit en een optimalisatie van de backupvooreienifig. Gezien de steeds grote afhankelijkheid van digitale informatie is het wenselijk om betere en snellere herstelmogelijkheden te hebben als een calamiteit heeft plaatsgevonden ten aanzien van de informatievoorziening. Het vijfde en laatste project heeft betrekking op de doorontwikkeling van de documentaire informatievoorziening naar een procesmatige c.q. zaaksgewijze inrichting.
121030/JA
1/3
Waterschap Roer en Overmaas
./.
De vijf projecten zijn nader gespecificeerd in de bijlage. Beoogd effect Het up-to-date houden van de ICT-omgeving door middel van het toepassen van nieuwe en bewezen ontwikkelingen in de markt. Financiële consequenties In de Programmabegroting 2012 is met bovengenoemde investeringen, evenals de bijbehorende kredietverlening van € 300.000 in 2012 rekening gehouden (P2300426). De netto investering wordt geactiveerd en in 5 jaar afgeschreven. De hogere jaarlijkse exploitatiekosten vanaf 2012 van € 4.400 van de 'doorontwikkeling DIVvan zoeken naar vinden' kunnen worden opgevangen binnen de huidige budgetten. Met de stijging van de jaarlijkse exploitatiekosten vanaf 2014 van € 30.000 vöor de aanpassingen met betrekking tot de centrale backupvoorziening is in de concept Meerjarenraming 2013-2017 nog geen rekening gehouden. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121030/JA
2/3
Waterschap jgj Roer en Overmaas
BIJLAGE j
SPECIFICATIE ICT-PROJECTEN
, I
In deze bijlage zijn opgenomen: een korte omschrijving, de geraamde kosten en de doorlooptijd van de ICT-projecten die gepland staan te starten in 2012 en 2013. 1. Vervangen van 7 centrale systemen In het kader van reguliere vervanging dienen 7 centrale computersystemen te worden vervangen en te worden uitgebreid. • Geraamde kosten: € 55.000,• Doorlooptijd: 2012-2013
"1 3 5 ^ 1 I
2. Vervanging 9 stuks grafische werkplekken GIV De huidige 9 stuks grafische werkplekken t.b.v. de geografische informatievoorziening (GIV) bij afdeling Beheer zijn financieel en technisch afgeschreven. • Geraamde kosten: € 40.000,• Doorlooptijd: 2012 3.
Uitbreiden opslagcapaciteit met 2 TB. Om voldoende opslagcapaciteit te waarborgen voor de huidige ICT-omgeving dient in 2012-2013 de capaciteit te worden uitgebreid met 2 TB van effectief 12 TB naar 14 TB. Door de groei van digitale documenten, databases en geografische data is deze uitbreiding noodzakelijk. • Geraamde kosten: € 20.000,• Doorlooptijd: 2012-2013
4.
Aanpassen/vervanging centrale backupvoorziening De huidige backupvoorziening is gebaseerd op een back-up die in het tijdsvenster buiten kantoortijden (19:00-07:00 uur) wordt gemaakt. Hierbij wordt alle centrale data gekopieerd naar een interne centrale opslagomgeving t.b.v. back-up. Vervolgens wordt deze back-up-data ook nog weggeschreven naar tapes die op een andere locatie van het waterschap worden opgeslagen. In het kader van een ernstige calamiteit van de centrale ICT-omgeving dient het waterschap de back-ups te herstellen vanaf tapes hetgeen zeer tijdrovend is (schatting is meerdere weken). Nieuwe technieken maken het mogelijk om op een efficiëntere manier de data op een externe locatie veilig te stellen via een dataverbinding tussen de beide locaties. Deze nieuwe technieken zorgen voor een kortere hersteltijd van de data (schatting is een week). Het veiligstellen van data op een externe locatie door middel van een dataverbinding zorgt voor hogere jaarlijkse exploitatiekosten. • Geraamde kosten: € 60.000,• Jaarlijkse exploitatiekosten: € 30.000,• Doorlooptijd: 2012-2013
5.
Doorontwikkeling DIV - Van zoeken naar vinden In het kader van de doorontwikkeling van de digitale documentaire informatievoorziening wordt de digitale documentaire informatie procesmatig ingericht (het zogenaamde zaaksgewijs werken). Deze doorontwikkeling moet resulteren in het eenvoudiger en sneller kunnen registeren van digitale informatie en het sneller kunnen terugvinden van deze digitale informatie. Dit laatste kunnen we realiseren door documenten grotendeels geautomatiseerd te laten registeren in het document managementsysteem. -y'~ • Geraamde kosten: € 125.000,• Jaarlijkse exploitatiekosten: € 4.432,75 • Doorlooptijd: 2012-2014
] I | I | S , j | J
v
121030/JA
3/3
KREDIETVERLENING Dienstjaar 2012, nummer 04 Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas van 14 mei 2012 BESLUIT: de investeringen in bovengenoemd dienstjaar als volgt te wijzigen 2
1 Volgnr.
Omschrijving
3 Nieuwe of verhoging van de bestaande post
4 Verlaging van de begrotingspost
Nieuwe raming na wijziging
5
Uitaaven P2300426
Activiteiten automatisering
€ 300.000
Totaal uitgaven
€ 300.000
€ 300.000 €0
Inkomsten P2300426
Activiteiten automatisering
€0
Totaal inkomsten
€0
De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
121033A/ER
€0 €0
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 8
Onderwerp Netcentrisch werken Portefeuillehouders) L H . Dohmen / J.H.J. van der Linden Afdeling Nieuwe Werken en Onderhoud Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Veiligheid Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Instemmen met het in deze notitie verwoorde standpunt ten aanzien van de implementatie van netcentrisch werken.
./.
Toelichting Op 1 juni 2012 worden in de Uniecommissie bestuurszaken, communicatie en financiën de ontwikkelingen besproken met betrekking tot informatiemanagement waarbij de belangrijkste ontwikkeling is de introductie van een netcentrische werkwijze. In dit verband zij kortheidshalve verwezen naar de bijgevoegde brief van de Unie van Waterschappen van 25 april 2012 betreffende crisisbeheersing. De nieuwe werkwijze komt erop neer dat partijen, die betrokken zijn bij een crisis, alle relevante informatie continu delen. Bij het netcentfisch werken gaat het erom een snellere beeldvorming voor de beslissers te vinden (bijvoorbeeld tijdens regionale crises bij Regionaal Operationeel Team, Regionaal Beleidsteam ót ten behoeve van landelijke beeldvorming). Het netcentrisch werken is in ieder geval geen informatiesysteem, zoals FLIWAS of LCMS (het systeem dat de Limburgse Veiligheidsregio's gaan gebruiken ter vervanging van Veiligheidsnet). Het is een werkwijze waarbij informatiesystemen als ondersteunde tooi dienen bij het netcentrisch werken en geen doel op zichzelf zijn.
121129/VIN
1/3
Waterschap Roer en Overmaas
De oude werkwijze van down-up door middel van het versturen van situatierapportages (sitraps) en besprekingen, wordt ingeruild voor het centraal beschikbaar krijgen, delen, coördineren en filteren van informatie. Deze nieuwe werkwijze moet worden vormgegeven vanuit vier perspectieven: organisatie; processen; mensen; en techniek. Het netcentrisch werken vraagt om een nieuwe inrichting waarbij informatiebehoefte en informatievoorziening bij elkaar komen. In de bijgevoegde brief van de Unie wordt voorgesteld om via de Unie te komen tot een gezamenlijk traject voor alle waterschappen voor de netcentrische werkwijze. Huidige situatie in Limburg Via notities van de Unie, het landelijk overleg calamiteitencoördinatoren, de landelijke werkgroep crisisbeheersing, de goede contacten met de Limburgse Veiligheidsregio's en Rijkswaterstaat Dienst Limburg is en wordt Waterschap Roer en Overmaas geïnformeerd over de stand van zaken rondom het netcentrisch werken. De in de Unie-brief genoemde landelijke ontwikkelingen zoals het implementeren van netcentrisch werken bij de Veiligheidregio's, de implementatie bij enkele waterschappen, de grootschalige oefening in november 2012 (de oefening is vooral gericht op 'laag ' Nederland en een aantal specifieke dijkringen. Waterschap Roer en Overmaas neemt hier niet aan deel), het modelconvenant, visie Stowa en Unie, keuze ICT-instrument door Rijkwaterstaat, zijn bekend. Op 5 februari 2012 heeft het waterschap ambtelijk een landelijke bijeenkomst bijgewoond met betrekking tot dit onderwerp bij Het Waterschapshuis te Amersfoort. Doel van de bijeenkomst was het peilen van het commitment om met betrekking tot dit onderwerp gezamenlijk op te trekken. De behoefte komt voort uit landelijke en regionale evaluaties van oefeningen en calamiteiten. Ook vanuit de media en tegen de achtergrond van de opkomst van sociale media is er behoefte aan het sneller delen van informatie tussen de partners. De Limburgse Veiligheidsregio's willen netcentrisch gaan werken. Daarbij hebben zij als ondersteuning gekozen voor het informatiesysteem LCMS. Momenteel zijn de Veiligheidsregio's bezig met de implementatie hiervan. Op 2 februari 2012 is het Convenant tot Samenwerking in de Rampenbestrijding en Crisisbeheersing van de Waterkolom Limburg (Waterschap Peel en Maasvallei, Waterschap Roer en Overmaas en Rijkswaterstaat Dienst Limburg) getekend. In dit convenant (afgeleide van het landelijke modelconvent) is ook de intentie opgenomen dat de partijen streven naar werken volgens de netcentrische wijze van informatievoorziening en afspraken maken over toegang tot eikaars netcentrische applicaties. Het ondertekenen van het convenant is tevens een tussenstap naar een intensievere samenwerking met de Veiligheidsregio's Zuid-Limburg en Limburg-Noord, waarbij het netcentrisch werken ook onderwerp van de samenwerking zal zijn. Waterschap Roer en Overmaas ziet het belang in van landelijke samenwerking op het gebied van informatievoorziening bij crises, het delen van informatie en het maken van gezamenlijke afspraken hierover. Vanuit Waterschap Roer en Overmaas bestaat er terughoudendheid om hierbij een keuze te maken voor een landelijk informatiesysteem (tooi). Dit vanwege de teleurstellende ervaringen met FLIWAS, waaraan Waterschap Roer en Overmaas heeft deelgenomen. De ervaring leert dat landelijke trajecten en het gezamenlijk optrekken bij de keuze voor een landelijk systeertrlangdurige trajecten zijn, waarbij rekening moet worden gehouden met de wensen van afte gebruikers. Het resultaat hiervan is vaak dat niet aan alle wensen en eisen kan worden voldaan en dat de gebruikerseisen worden veralgemeniseerd, met als gevolg dat het informatiesysteem uiteindelijk niet voor iedereen voldoende toepasbaar is en gebruikers verder van het systeem af komen te staan.
121129/VIN
2/3
Waterschap Roer en Overmaas
Het moet niet de tooi zijn die leidend is. Waterschap Roer en Overmaas vindt juist dat de samenwerking in de regio, dus met de Veiligheidsregio's en andere regionale partners, meer nadruk moet krijgen. Temeer omdat op 2 februari 2012 het Convenant tot Samenwerking in de Rampenbestrijding en Crisisbeheersing van De Waterkolom Limburg is getekend. Ook de onbekendheid met de netcentrische werkwijze en het afwachten op ervaringen met netcentrisch werken speelt een rol in onze terughoudendheid. In verband met eerder gestelde prioriteiten binnen het taakveld calamiteiten en de terughoudendheid ten aanzien van een landelijk systeem, ligt de focus van het waterschap op het samenwerkingsconvenant met de Limburgse partners en de informatievoorziening in de regio en niet op het vanuit een landelijk gezamenlijk traject implementeren van netcentrisch werken.
./.
Het in deze notitie verwoorde standpunt ten aanzien van de implementatie van netcentrisch werken ware in te brengen in de vergadering van de Uniecommissie bestuurszaken, communicatie en financiën van 1 juni 2012. Een hiertoe strekkende annotatie treft u eveneens hierbij aan. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121129A/IN
3/3
UN IU VAN WATERSCHAPPEN
lllllli 201203
I
Bezoekadres Koningskade 40 Z596 A A
Waterschap Roer è è Overmaa
Postbus 93218 2509 A E Den Haag
Ir
n
Telefoon
1 MEI 2012
0703519751
Fax
11
92=
V Aan de leden-waterschappen t.a.v. de voorzitters
Den Haag
Postadres
I
i
070 354 46 42
Tor atd Oir.
1
"-iien;m««n
1
aan
We Le. R Q AlDtrÉIW 4A.
datum
ons kenmerk
contactpersoon
25 april 2012
63340 JR
M.M.A. Bentvelsen
bijlage(n)
uw kenmerk
e-mall
mbentvelsen@uvw. nl betreft
crisisbeheersing
doorkiesnummer
070 351 98 32
Geachte collega, Als portefeuillehouder waterveiligheid, waaronder ook crisisbeheersing, wil ik graag het volgende met u delen. De afgelopen jaren hebben de veiligheidsregio's zich meer en meer ontwikkeld tot dé partij die bij een crisis de regie voert. Ook bij een watergerelateerde crisis, zoals ernstige wateroverlast of de brand in Moerdijk (waar het bluswater een groot probleem vormde). De ervaringen met incidenten in de afgelopen jaren leert ons dat het voor waterschappen essentieel is om goed aangehaakt te zijn bij de veiligheidsregio's. Hiertoe is in 2011 door de Unie, het veiligheidsberaad en RWS onder andere het modelconvenant opgesteld. De belangrijkste ontwikkeling met betrekking tot informatiemanagement in de laatste jaren is de introductie van een netcentrische werkwijze. Deze werkwijze komt erop neer dat partijen, die betrokken zijn bij crises, alle relevante informatie continu delen. Dat heeft een aantal belangrijke pluspunten. Door het delen van essentiële informatie voor beeldvorming met daarbij een actuele duiding wat die beelden voor hen kunnen betekenen (oordeelsvorming), zijn partners in de crisisbestrijding veel eerder betrokken in het besluitvormingsproces. Wanneer alle betrokkenen continu beschikken over de relevante informatie, kan de tijd die in een operationeel team of een bestuurlijk team besteed moet worden aan beeldvorming en oordeelsvorming, sterk worden ingekort. Daardoor kan er meer aandacht besteed worden aan de besluitvorming. Dit wordt steeds belangrijker naarmate het aantal betrokken partijen en hiërarchische lagen toeneemt Ook kan de buitenwacht sneller en eenduidiger worden geïnformeerd. De veiligheidsregio's zijn inmiddels #ér gevorderd met het implementeren van het netcentrische werken. Willen waterbeheerders en dus ook waterschappen als partner in de crisisbeheersing de informatievoorziening ook in deze werkwijze blijven faciliteren, dan Is het noodzaak om bij deze ontwikkeling aan te sluiten. In het modelconvenant, basis voor het regionaal maken van afspraken over samenwerking, wordt hier al op geanticipeerd.
Pagina 2 van 3
Een bijkomend motief om aan te haken bij het netcentrische werken, is het gebruik tijdens de grootschalige 'Oefening Overstromingen' van november 2012. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie draagt een belangrijk deel van de kosten van de oefening en stelde als voorwaarde daarvoor, dat de netcentrische werkwijze in de oefening een plek moet krijgen. Voor een aantal waterschappen is het netcentrische werken geen onbekende materie. Bij de bestrijding van de ernstige wateroverlast in de noordelijke provincies in januari 2012 is door de veiligheidsregio's in Groningen en de waterschappen effectief gebruik gemaakt van een netcentrische werkwijze. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is begonnen met de implementatie binnen de eigen organisatie, geheel conform de werkwijze (organisatie en processen van het informatiemanagement, techniek, cultuur) van de veiligheidsregio's en voortbordurend op hun ervaringen. De Zuid-Hollandse waterschappen hebben gezamenlijk afgesproken om dit voorbeeld te volgen, maar pleiten ook voor een landelijke coördinatie. Tenslotte wil ik nog noemen dat de Unie en Stowa gezamenlijk een visie op de informatievoorziening bij crises hebben opgesteld. Ook in dit rapport wordt het belang van netcentrisch werken duidelijk onderbouwd. Rijkswaterstaat heeft in haar meerjarenplan aangegeven dat de rol van de organisatie als adequate crisisbeheerser één van de speerpunten van de komende jaren zal zijn. Zij wil daarin graag samen met de waterschappen optrekken. In de Stuurgroep Management Overstromingen heeft RWS voorgesteld om samen met de waterschappen te werken aan een verbeterde onderlinge informatievoorziening bij crises zoals hoogwaterdreiging of problemen met waterkwaliteit De reeds bestaande afspraken bij droogte zijn een voorbeeld hoe dat kan worden vormgegeven. Daarnaast wil RWS samen onderzoeken welk (bestaand) ICT instrumentarium daarbij een rol kan spelen. Een dergelijke samenwerking past uitstekend binnen de afspraken van het Bestuursakkoord Water, met dien verstande, dat voor de waterschappen de afstemming met de veiligheidsregio centraal staat. Ik stel, alles overziend, daarom dringend voor om via de Unie te komen tot een gezamenlijk traject voor alle waterschappen. Juist omdat de waterschappen op dit vlak nog weinig gebonden zijn aan bestaande systemen liggen er grote kansen om hier efficiënt samen op te trekken. Om de gezamenlijke aanpak tot een succes te maken stel ik de volgende uitgangspunten voor: • De waterschappen maken ruimte in de jaarplanning en de begroting om in het jaar 2013 in ieder geval een start te maken met de implementatie van netcentrisch werken. Uiteraard kunnen daarbij verschillen zijn in tempo. Uitgangspunt kan zijn dat de waterschappen die al enige ervaring hebben met het netcentrische werken de krachten verder bundelen en dienen als kwartiermakers voor de waterschappen waar het proces nog moet worden opgestart. • Alle waterschappen spreken, ook bestuurlijk, de veiligheidsregio's aan op de afspraken die in het modelconvenant worden voorgesteld. • Via de Unie wordt een platform ingericht. De basis voor dit platform vormt de al bestaande werkgroep "Informatievoorziening" In het platform kunnen waterschappen ervaringen delen, afspraken maken over een uniforme aanpak, conform de landelijke, netcentrische werkwijze van de veiligheidsregio's, met een planning die de afzonderlijke waterschappen past. Zo zal een belangrijk thema zijn de vraag of, hoe en in welk tempo waterschappen hun werkwijze met betrekking tot informatievoorziening bij crises moeten aanpassen. Vanuit de optiek van crisismanagement is één werkwijze, intern en extern, landelijk, verreweg de te prefereren weg. Vanuit dit platform wordt ook m#t het veiligheidsberaad over operationele keuzen overlegd (zoals welke versie van LCMj® wordt gebruikt). • Het op te richten platform is ook het aanspreekpunt voor Rijkswaterstaat RWS kan in het platform participeren en het platform zal de Unie adviseren over de inhoud van het landelijk waterbeeld, de regionale waterbeelden en de keuze voor een ICT-instrument. Voor deze acties stel ik voor om eind 2012 al een advies afgerond te hebben.
i—r
Pagina 3 van 3
Bovenstaande voorstellen zullen op 1 juni in de Commissie bestuurszaken, communicatie en financiën worden besproken. Ik ga ervan uit dat u als voorzitter van uw waterschap het belang van een gezamenlijke en vlotte aanpak kan onderschrijven en dit ook in uw eigen bestuur aan de orde stelt.
Hoogachtend,
ing. J.M. Geluk
Waterschap Roer en Overmaas
unievergadering daturn vergadering adviseur agendapunt onderwerp ADVIES
Uniecommissie Bestuurszaken Communicatie en Financiën Chantal Vink Netcentrisch werken Waterschap Roer en Overmaas ziet het belang in van landelijke samenwerking op het gebied van informatievoorziening bij crises, het delen van informatie en het maken van gezamenlijke afspraken hierover. Vanuit Waterschap Roer en Overmaas bestaat er terughoudendheid om hierbij een keuze te maken voor een landelijk informatiesysteem (tooi). Dit vanwege de teleurstellende ervaringen met FLIWAS, waaraan Waterschap Roer en Overmaas heeft deelgenomen. De ervaring leert dat landelijke trajecten en het gezamenlijk optrekken bij de keuze voor een landelijk systeem langdurige trajecten zijn, waarbij rekening moet worden gehouden met de wensen van alle gebruikers. Het resultaat hiervan is vaak dat niet aan alle wensen en eisen kan worden voldaan en de gebruikerseisen worden veralgemeniseerd met als gevolg dat het informatiesysteem uiteindelijk niet voor iedereen voldoende toepasbaar is en gebruikers verder van het systeem af komen te staan. Het moet niet de tooi zijn die leidend is. Waterschap Roer en Overmaas vindt juist dat de samenwerking in de regio, dus met de veiligheidsregio's en andere regionale partners, meer nadruk moet krijgen. Temeer ook omdat op 2 februari 2012 het Convenant tot Samenwerking in de Rampenbestrijding en Crisisbeheersing van De Waterkolom Limburg is getekend. Ook de onbekendheid met de netcentrische werkwijze en het afwachten van ervaringen met netcentrisch werken, spelen een rol in de terughoudendheid. In verband met eerder gestelde prioriteiten binnen het taakveld calamiteiten en de terughoudendheid ten aanzien van een landelijk systeem, ligt de focus van het waterschap op het samenwerkingsconvenant met de Limburgse partners en de informatievoorziening in de regio en niet op het vanuit een landelijk gezamenlijk traject implementeren van netcentrisch werken.
TOELICHTING
121128
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 9
Onderwerp Evaluatie / actualisatie Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Portefeuillehouders) L.H. Dohmen / H.M.G. Hartmann Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Programma 1 Plannen; Beheersplan Waterkeringen 2009-2012; paragraaf 6.1 evaluatie Programma begroting Veiligheid Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel 1. de Evaluatie van het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 voor kennisgeving aannemen; 2. instemmen met een verkorte vaststellingsprocedure voor het opstellen van een geactualiseerd Beheersplan Waterkeringen 2013-2015.
./.
Toelichting Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 (BpWk), dat op 24 november 2008 is vastgesteld door het algemeen bestuur, geeft een overzicht van het door het waterschap te voeren beleid ten aanzien van de primaire en regionale waterkeringen. De randvoorwaarden voor dit beleid zijn de Europese, landelijke en provinciale wet- en regelgeving. Voor de planperiode 2009-2012 zijn diverse maatregelen voorgenomen. In de bijgevoegde notitie en de bijlagen is het Beheersplan Waterkerpgen 2009-2012 geëvalueerd. Deze evaluatie bouwt voort op de tussentijdse Stand^Vah Zaken Beheersplan Waterkeringen 20092012, welke in uw vergadering van 27 septemoer 2011 voor kennisgeving is aangenomen. Aangezien de planperiode dit jaar afloopt, wordt in het vervolg van deze notitie ook ingegaan op de actualisatie van het beheersplan voor de periode 2013-2015.
121072/MBE
1/2
Waterschap ^ Roer en Overmaas m
3
Planperiode 2013-2015 Het huidige BpWk is impliciet onderdeel van het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015. Omdat de planperiodes van beide plannen niet gelijk lopen, is het wenselijk om de planperiode van het nieuwe beheersplan waterkeringen aan te passen aan de planperiodecyclus van het overkoepelende waterbeheersplan. Om te komen tot een nieuw plan voor de planperiode 2013-2015, waarin nieuwe ontwikkelingen en maatregelen zijn opgenomen, zijn drie opties denkbaar: 1. volstaan met een verlenging van het huidige BpWk, aangevuld met een nieuwe lijst van voorgenomen activiteiten; 2. een kort en bondig actueel interimplan; 3. een nieuw volwaardig Beheerplan Waterkeringen. Optie 1 kost beperkte tijd om op te stellen en vraagt ook niet om een lange vaststellingsprocedure. Maar het leidt ook niet tot een werkbaar document, dat meerwaarde heeft en voldoende ruimte biedt aan de diverse recente ontwikkelingen. Optie 3 leidt tot een werkbaar document, maar kost erg veel tijd om op te stellen. Daarnaast moet een lange vaststellingsprocedure doorlopen worden. Dit levert echter geen meerwaarde op omdat er geen beleidswijzigingen aan de orde zijn. Optie 2 leidt tot een werkbaar document, wat beperkte tijd kost om op te stellen. Daarom wordt deze optie voorgesteld. Voor de periode 2013-2015 wordt een kort en bondig maar wel actueel interimplan gemaakt waarbij de nadruk komt te liggen op de verdere beleidsuitwerking van de landelijke ontwikkelingen en een aantal concrete activiteiten en maatregelen.
./.
Planning Voor een interimpian kan een korte procedure volstaan. In Artikel 3.9 lid 2 van de Omgevingsverordening Limburg staat dat het dagelijks bestuur kan besluiten tot een verkorte procedure voor het actualiseren van het maatregelenplan. Uit de evaluatie blijkt dat het huidige beleid voldoet, maar dat nieuwe actuele ontwikkelingen wel opgenomen moeten worden. Gezien de intensieve samenwerkingsverbanden wordt wel voorgesteld om Rijkswaterstaat, de Provincie Limburg en de betrokken gemeenten te consulteren. Inmiddels is bij Gedeputeerde Staten van Limburg geïnformeerd of ook de provincie akkoord gaat met een verkorte procedure zoals hier wordt voorgesteld (zie bijlage 2). Het concept-interimplan wordt op 26 juni 2012 aan uw bestuur aangeboden, waarna de consultatieronde kan plaatsvinden. In september wordt het voorstel weer aan u aangeboden, zodat u het na vaststelling van het ontwerp op 30 oktober 2012 aan de verschillende commissies kan voorgeleggen. Vervolgens kan het algemeen bestuur het interim plan op 27 november 2012 behandelen en vaststellen. Financiële consequenties Aan deze evaluatie en het voorstel tot actualisatie van het beheersplan waterkeringen zijn geen financiële consequenties verbonden. De financiële consequenties die uit het actuele interimplan waterkeringen komen, worden bij he^aanbieden van het plan beschreven. Dë secretaris/directeur, se< se csetaris/airecK
4
^
g/jOvl.G. In den Kleef
121072/MBE
2/2
Waterschap Roer en Overmaas
Evaluatie Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 1. Inleiding Dit jaar loopt de werkingsduur van het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 (BpWk) ten einde. Om het beleid te kunnen voortzetten en eventueel een nieuw plan vast te stellen, is het goed om het huidige BpWk te evalueren. De uitkomst geeft input voor het opstellen van een nieuw beheersplan. Deze evaluatie geeft aan wat de bevindingen en conclusies zijn van het beleid en de maatregelen van de afgelopen vier jaar. Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012, dat door het algemeen bestuur op 24 november 2008 is vastgesteld, geeft een overzicht van het door het waterschap te voeren beleid ten aanzien van de primaire en regionale waterkeringen. De randvoorwaarden voor dit beleid zijn de Europese, landelijke en provinciale wet- en regelgeving.
./.
Op 27 september 2011 heeft het dagelijks bestuur kennis genomen van de notitie Stand van zaken Beheersplan Waterkeringen 2009-2012. Deze tussentijdse stand van zaken geeft een beeld van de voortgang van de in het beheersplan opgenomen acties en de nieuwe ontwikkelingen sinds het vaststellen van het BpWk. Deze evaluatie bouwt voort op de tussentijdse stand van zaken. Om veel herhaling te voorkomen is die notitie ter informatie bijgevoegd (bijlage 1). Deze evaluatie is het startpunt voor het opstellen een nieuw beheersplan waterkeringen. 2. Is bereikt wat is voorgenomen? Het Beheersplan Waterkeringen bevat een aantal uit te voeren maatregelen, die in deze evaluatie centraal staan. Het achterliggende doel van dit beleid is het bieden van bescherming tegen overstromingen. Wanneer er naar dit achterliggende doel gekeken wordt, kan er gesteld worden dat het veiligheidsgevoel van de mensen die door waterkeringen worden beschermd over het algemeen voldoende is. Echter, de waterkeringen voldoen nog niet overal aan de eisen die gesteld worden door de waterbeheerder. De zorg voor waterveiligheid blijft dus ook in de toekomst belangrijk. Uit de toetsing van de waterkeringen blijkt dat de waterkeringen op veel plaatsen nog niet volledig voldoen aan de gestelde normen. Daarnaast moeten nog op verschillende locaties Maaswerkenprojecten worden uitgevoerd. Die leiden tot lagere waterpeilen bij piekafvoeren en daarmee tot een betere bescherming bij hoogwater. Ook is het project 'Sluitstukkades' in uitvoering. Momenteel wordt nieuw (landelijk) beleid ontwikkeld, onder andere via het Deltaprogramma. Dat leidt bijvoorbeeld tot een hogere afvoerpiek waarmee moet worden gerekend. Op dit moment moeten waterkeringen in Limburg een bescherming bieden tegen een afvoergolf die 1 keer in de 250 jaar voorkprfjt'. In de deelprogramma's Rivieren en Veiligheid wordt onderzocht of dit beschermingsniveau moet veranderen. Deze en nog enkele andere recente ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat de waterkeringen ook in de toekomst nog aanpassingen (versterking en verhoging) nodig hebben en/of dat er andere maatregelen genomen moeten worden.
121073
1
Roer en Overmaas
Het BpWk bevat een aantal doelen voor de planperiode 2009-2012 in de vorm van beleidsuitgangspunten en maatregelen / acties . De uitvoering hiervan is gericht op een beter inzicht, de controle op en de verbetering en instandhouding van veilige waterkeringen. Op zeven na zijn alle maatregelen / acties uit het BpWk afgerond en uitgewerkt. De uitgevoerde maatregelen en acties hoeven niet te leiden tot het wijzigen van het vastgestelde beleid. Hierdoor is grotendeels bereikt wat was voorgenomen. Een overzicht van de uitgevoerde maatregelen en acties is opgenomen in bijlage 1 'Tussentijdse stand van zaken beheersplan waterkeringen 2009-2012', die op 27 september 2011 door het dagelijks bestuur voor kennisgeving is aangenomen. In aanvulling hierop zijn de afgelopen tijd nog drie maatregelen uitgewerkt: 1. De beleidsuitgangspunten voor robuust ontwerpen zijn voor de W R O situatie in concept uitgeschreven. De landelijke uitgangspunten zijn in de Limburgse situatie niet toepasbaar in verband met de eis van overstoombaarheid van de Maaskaden. Vandaar dat er criteria zijn opgesteld waar het aanleggen of verbeteren van nieuwe waterkeringen in WRO gebied aan moeten voldoen. 2. In 'het vrijstellingsbesluit voor medegebruik van waterschapsobjecten door wandelaars' uit 2009 zijn diverse trajecten van de waterkeringen opgenomen. In de meeste gevallen zijn dit trajecten die in de praktijk al waren opengesteld en die de benodigde voorzieningen hebben, maar die nooit formeel waren vrijgesteld. Er is één nieuw traject opgenomen bij Roosteren. Hier zijn inmiddels ook klappoorten geplaatst. 3. Voor de bestrijding van mollen in de waterkeringen is onderzoek gedaan naar welke beleidsuitgangspunten hiervoor het beste gehanteerd kunnen worden. Gebleken is dat er geen vastgesteld landelijk beleid is. De norm die is vastgesteld in het BpWk van 10 molshopen per 25m2 is het best bruikbare en kan gehandhaafd blijven. In onderstaande tabel staan de zeven maatregelen/acties die nog niet zijn afgerond en de reden hiervoor. Activiteit uit BpWk niet gerealiseerd voor 2012
Toelichting
Wanneer wei?
Beleidswijziging nodig?
Onderzoek naar strekdammen
Strekdammen behoren nu tot de 'overige' waterkeringen en maken daardoor geen deel uit van de primaire waterkeringen. Deze strekdammen zijn wel publiekrechtelijk beschermd. De resultaten van het onderzoek dat Rijkswaterstaat momenteel doet, worden afgewacht.
2013
Nee
Onderzoek naar compartimenteringsdijken
Dit onderzoek wordt meegenomen in het regioproces van het Deltaprogramma Rivieren. Het principe Meerlaagse Veiligheid is hierop van toepassing.
Start in august us 2012, realisatie voorzien in 2013
Nee
Inventarisatie naar mogelijke locaties en noodoverlaat- en inlaatconstructies voor retentiegebieden
Deze inventarisatie kan pas worden uitgevoerd na de realisatie van de huidige rivierkundige maatréplën (Maaswerken).
Na 2012
Nee
121073
2
Roer en Overmaas
./.
Activiteit uit BpWk niet gerealiseerd voor 2012
Toelichting
Wanneer wel?
Beleidswijziging nodig?
Afstemmen beleid t.a.v. jachtrecht / beheer en schadebestrijding met natuurbeschermingsorganisaties.
Afstemming is afhankelijk van nieuwe Natuurwet.
Na 2012 "
Nee
Visie Risicobeheersing
Opstellen van een lange termijn visfie over het beheer en onderhoud van de waterkeringen om zip een continu beeld te krijgen van de huidige toestand en. risico's van de waterkeringen. De uitvoering is door prioritering niet in de huidige planperiode gelukt en daarom doorgeschoven naar volgende planperiode.
2013
Nee
Verlengde 3e toetsronde primaire waterkeringen
De 3e Toetsronde primaire waterkeringen is in 2011 afgerond. Deze Toetsronde wordt nu verlengd om het aantal keringen met 'geen oordeel' status te verminderen.
20122014
Nee
Opstellen beleidsuitgangspunten gedifferentieerde beschermingszone
Afhankelijk van de Verlengde 3e Toetsronde primaire waterkeringen worden deze beleidsuitgangspunten in komende planperiode opgesteld.
Na 2012
Nee
In de afgelopen planperiode zijn er verschillende nieuwe activiteiten bijgekomen. Een eerste overzicht is al opgenomen in de tussentijdse stand van zaken. Een Volledig overzicht is opgenomen in de tabellen van bijlage 2 en 3. Deze nieuwe maatregelen en acties moeten voor een nieuwe planperiode verankerd worden in een beheersplan. Veel van deze aspecten zijn ook op landelijk niveau nog volop in ontwikkeling. Hierdoor kan het nog niet direct als beleid worden geïmplementeerd. Wel kan op de formele vaststelling vooruitgelopen worden. 3. Conclusies evaluatie De maatregelen en acties die opgenomen zijn in het BpWk zijn bijna allemaal uitgevoerd en leiden niet tot voorstellen voor beleidsaanpassingen. Wel is het gewenst het BpWk te actualiseren, zodat nieuwe ontwikkelingen worden ingebed in de verdere beleidsvoorbereiding.
121073
3
Waterschap Roer en Overmaas
Bijlage 1. Tussentijdse stand van zaken Beheersplan Waterkeringen 2009-2012
121073
DAGELIJKS BESTUUR VAN 27 SEPTEMBER 2011 Beslissing Conform voorstel besloten.
. |,. ' x
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 27-09-2011
Agendapunt 6
Onderwerp Tussentijdse stand van zaken Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Portefeuillehouder(s) L.H. Dohmen/H.M.G. Hartmann Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Pagina 9, 5e bullet Waterbeheersplan Programma 1 Plannen, Beheersplan Waterkeringen 2009-2012; paragraaf 6.1 evaluatie Programma begroting Veiligheid Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie WS Algemeen bestuur
27 september 2011
Voorstel De stand van zaken met betrekking tot het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 voor kennisgeving aannemen.
Toelichting Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 (BpWk), dat op 24 november 2008 is vastgesteld door het algemeen bestuur, geeft een overzicht van het door het waterschap te voeren (strategische) beleid ten aanzien van de primaire en regionale waterkeringen. De randvoorwaarden voor dit beleid zijn de Europese, landelijke en provinciale wet- en regelgeving. Voor de planperiode 2009 -2012 zijn diverse maatregelen voorgenomen. De thans voorliggende notitie en de bijlagen geven een stand van zaken met betrekking tot deze maatregelen, alsmede met betrekking tot de nieuwe ontwikkelingen sinds het vaststellen van het BpWk. y' r
.<*'•
./.
Stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen In bijlage 1 'Stand van zaken beheersplan waterkeringen' wordt de stand van zaken per juli 2011 geschetst met betrekking tot de belangrijkste uit het BpWk voortkomende actiepunten.
111108/BME
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
./.
In bijlage 2 is de stand van zaken met betrekking tot een aantal nieuwe ontwikkelingen uitgewerkt, die niet in het BpWk zijn opgenomen. Over het algemeen zijn de meeste voorgenomen activiteiten uit het BpWk gerealiseerd of in uitvoering. Geconstateerd kan worden dat de uitvoering van de maatregelen van het BpWk goed op schema ligt en dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat ingrijpende beleidsaanpassingen noodzakelijk zijn. Een aantal zaken moet nog opgepakt worden. Deels zijn we hiervoor afhankelijk van externe partijen. Voor deze activiteiten is het moeilijk in te schatten of deze voor het einde van de planperiode afgerond kunnen worden. Op het gebied van veiligheid en waterkeringszorg staan de ontwikkelingen in Europa en Nederland niet stil. Voor een volledig overzicht van de nieuwe ontwikkelingen wordt u verwezen naar bijlage 2 'Nieuwe ontwikkelingen'. Financiële consequenties Aan deze tussentijdse stand van zaken BpWk zijn geen financiële consequenties verbonden. Wel wordt vermeid dat de in het plan opgenomen maatregelen kunnen worden uitgevoerd binnen de financiële kaders zoals deze in het BpWk zijn opgenomen. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
111108/BME
2/2
Waterschap Roer en Overmaas
BIJLAGE 1 STAND VAN ZAKEN B E H E E R S P L A N WATERKERINGEN
./.
Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 dat op 24 november 2008 is vastgesteld door het algemeen bestuur, geeft een overzicht van het door het waterschap te voeren (strategische) beleid ten aanzien van de primaire en regionale waterkeringen / het programma Veiligheid. De randvoorwaarden voor dit beleid zijn de verschillende wet- en regelgevingen, zowel provinciaal, nationaal als Europees. In de planperiode 2009-2012 worden de in het BpWk opgenomen maatregelen nader uitgewerkt. Deze notitie geeft een stand van zaken met betrekking tot deze maatregelen. Kort samengevat: 'Wat hebben we ons in het BpWk voorgenomen en hoe is de stand van zaken per juli 2011?' Voor de meer recente ontwikkelingen sinds het vaststellen van het BpWk wordt verwezen naar bijlage 2. Veiligheidstoets Conform de Waterwet is de beheerder van een primaire waterkering verplicht iedere zes jaar de veiligheid van deze primaire waterkeringen te toetsen aan de veiligheidsnorm die is vastgelegd in deze wet. Ons waterschap heeft de afgelopen toetsperiode de eerste keer de waterkeringen getoetst op de wettelijke normen (landelijk was het de derde toetsronde). Van april 2009 t/m september 2010 is deze toetsing uitgevoerd. De volledige toetsingsrapportage is op 20 december 2010 door het dagelijks bestuur vastgesteld (document nummer 101768/POT Kabinet). Voor de waterkeringen die aan de hand van de wettelijke normering niet goedgekeurd zijn, moet een plan worden opgesteld, waarin de maatregelen worden opgenomen die nodig zijn zodat deze keringen wei aan de wettelijke norm voldoen. Alle maatregelenplannen worden opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit programma regelt de landelijke prioritering en financiering van de maatregelenplannen. Momenteel worden, aan de hand van de toetsresultaten, de maatregelen plannen voor de niet-goedgekeurde waterkeringen opgesteld. Sluitstukkades Onder de sluitstukkades zijn de projecten gevat die het 'sluitstuk' vormen van de totale realisatie van onze waterkeringen en de rivierkundige maatregelen in de Grensmaas en Zandmaas als gevolg van de overstromingen in 1993 en 1995. De Staat der Nederlanden en de Limburgse waterschappen hebben op 29 september 2010 de Bestuursovereenkomst inzake planstudie sluitstukkaden Maasdal gesloten. Hierin zijn maatregelen en de bijbehorende financiering voor de realisatie van een beschermingsniveau van 1/250 voor door het waterschap aangegeven prioritaire kadetrajecten. De prioritaire kademaatregelen zijn bijna alle te realiseren sluitstukkaden (behalve die aan de Alexanderhaven in Roermond). Voor het totaal aan nog benodigde maatregelen was onvoldoende budget beschikbaar. Ons waterschap krijgt van het Rijk een taakstellend budget van 23 miljoen euro voor het realiseren van de prioritaire kademaatregele/r: In de overeenkomst is een aantal verplichtingen opgenomen waaraan het waterschap moet voldoen om over het genoemde bedrag te kunnen beschikken. Op basis van de overeenkomst dienden binnen 4 maanden na ondertekening een plan van aanpak en een beheerplan ter goedkeuring aan het Rijk te worden voorgelegd. Dit is eind februari 2011 gebeurd.
111109
1/5
Waterschap Roer en Overmaas
3
Op basis van de huidige inzichten wordt verwacht dat medio september 2011 de goedkeurig wordt verleend. Na goedkeuring kan het waterschap starten met het verrichten van planstudies die nodig zijn voor alle publiekrechtelijke besluiten voor de uitvoering van het project sluitstukkades. Beheren en optimaliseren calamiteitenorganisatie Dit is een continu proces en wordt doorlopend gedaan. De implementatie van de ambitie om de calamiteitenorganisatie in 4 jaar te ontwikkelen tot 'expert', waarbij medewerkers zelf en intuïtief de juiste handelingen verrichten en de juiste beslissingen nemen, kost wat meer tijd dan voorzien. Voor het benoemen van rollen, taken en verantwoordelijkheden van functionarissen en calamiteitenteams was meer tijd nodig dan vooraf was ingeschat. Hierdoor hebben minder inhoudelijke oefeningen plaatsgevonden. Vanwege de keuze voor een andere methodiek is er ook meer tijd nodig voor het opstellen van een nieuw calamiteitenplan. In 2011 wordt de nieuwe methodiek uitgewerkt in een Beleidsplan Opleiden en Oefenen Calamiteitenbestrijding voor de periode 2012-2015. Opstellen Risicokaarten Maaskeringen Het waterschap heeft in samenwerking met RWS 'waterbeelden' gemaakt van de scenario's dijkdoorbraak en overstroming van de Maaskeringen. Dit zijn 13 animatiefilmpjes, geprojecteerd op een luchtfoto per kadetraject waarop inundaties bij hoog water van de Maas modelmatig zijn gesimuleerd. Deze informatie vormt de basis voor risicokaarten die door de gemeenten en veiligheidsregio's gemaakt zullen worden. Het waterschap kan zelf de informatie verder gebruiken voor de preparatie op het waterbeheer in het nazorgproces van een overstroming. Prognoses en voorspelperiode Met Rijkswaterstaat is afgesproken dat tijdens hoogwater van de Maas naast 12 uurvoorspellingen ook voorspellingen voor de afvoer over 24 en 48 uur worden verstrekt. Wel worden vanwege de grotere onzekerheden ook de bandbreedtes groter. Tijdens de afgelopen hoogwaters (november 2010 en januari 2011) zijn deze voorspellingen ook gebruikt. Veiligheidsnormen regionale waterkeringen De Provincie Limburg legt in de Omgevingsverordening Limburg vast welk veiligheidsniveau geldt voor de als regionale waterkering aangewezen keringen. In de Provincie Limburg is slechts één waterkering als regionaal aangewezen, namelijk Oolderveste te Roermond. Hiervoor heeft de provincie een op deze situatie afgestemde norm opgelegd. De provincie heeft nog geen uitgangspunten vastgesteld om te komen tot algemene veiligheidsnormen voor regionale waterkeringen in Limburg. Dit vindt ook een oorzaak in het feit dat vooralsnog geen andere regionale waterkeringen door de waterschappen zijn voorgedragen om aan te wijzen. De provincie heeft toegezegd om in overleg met de waterkeringbeheerders voor toekomstige regionale keringen passende normen vast te stellen. Waakvlamovereenkomsten Waakvlamovereenkomsten borgen de aanwezigheid van specifieke (hulp)middelen ten tijde van hoogwater. Deze overeenkomsten met voornamelijk aannemersbedrijven zijn gesloten. Beleid ontwikkelen bij overstromingen en dijkdoorbraak en optimaliseren nazorg bij doorbraak of overstroming In het kader van een afstudeeropdracht heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden om de nazorg bij overstromingen en dijkdoorbraken te optimaliseren.
111109
2/5
Roer en Overmaas
De uit dit onderzoek geconcludeerde aanbevelingen zullen in 2011 en 2012 samen met de gemeenten en de Veiligheidsregio verder worden uitgewerkt en waar nodig worden doorgevoerd. Er zijn in dit verband ook gesprekken opgestart met Rijkswaterstaat en Waterschap Peel en Maasvallei over de verantwoordelijkheden en taakinvulling onder deze omstandigheden. Uit dit onderzoek is ook gebleken dat voor WRO geen wijziging van het vastgestelde beleid nodig is. Activiteiten inventariseren als gevolg van de uitvoering van de Maaswerken, onderzoek naar uit te voeren maatregelen Dit is een continu proces en wordt doorlopend gedaan. Onderzoek erosiebestendigheid grasmat In het kader van de (3e) vijfjaarlijkse toetsing is dit onderzoek uitgevoerd. Op 11 februari 2010 is het rapport Vegetatie op de Maasdijken van Waterschap Roer en Overmaas opgeleverd. Er is een meetnet opgezet om de vegetatie in kaart te brengen. Voor meer inzicht wordt dit meetnet de komende jaren uitgebreid. Actualiseren Keur De Keur is geactualiseerd en is sinds 22 december 2009 werking. Reguliere activiteiten in het kader van toezicht keur Dit is een continu proces en doorlopend gedaan. Opstellen beleidsuitgangspunten gedifferentieerde beschermingszone Dit is afhankelijk van de toetsing en wordt in 2011 opgepakt. Vaststellen geactualiseerde legger Met de invoering van de Waterwet is in 2010 de leggerplicht aangepast voor wateren en herbevestigd voor de waterkeringen. Voor het vaststellen van de leggers conform de Waterwet is een termijn gegeven tot 23 december 2012. De actualisatie wordt naar verwachting binnen de gestelde termijn afgerond. De leggers van de Waterkeringen worden momenteel in concept opgesteld en zullen op korte termijn in procedure worden gebracht. Het beheersregister moet worden bijgehouden en actueel gehouden Dit is een continu proces en wordt doorlopend gedaan. Onderzoek compartimenteringsdijken Dit is afhankelijk van het standpunt van de provincie. In ons beheersgebied zijn voor zover nu bekend drie compartimenteringsdijken gelegen die nader moeten worden onderzocht. Van groot belang is de compartimenteringsdijk bij Echt. In deze dijk bevindt zich een afsluiter (schuif) in beheer bij Rijkswaterstaat. In het kader van de actie Storm, de overdracht areaal van RWS naar waterschappen, heeft in 2011 overleg plaatsgevonden met RWS voor de overdracht van dit waterstaatswerk. Deze overdracht is voorzien in het vierde kwartaal van 2011. Verder betreft het de Molendijk tussen Stevensweert en Ohé en Laak en de kering bij de Alfons Ariënstraat / John F. Kennedysingéf in Maastricht. Mogelijk dat ook de noordelijke kering van de Geul tussen het Julianakanaal en Bunde wordt meegenomen in dit onderzoek.
111109
3/5
Waterschap Roer en Overmaas
Onderzoek strekdammen De provincie Limburg stelt een beleidsnotitie op over het toekomstig beheer van de strekdammen langs de Maas. De betreffende werkzaamheden liggen echter stil. Het waterschap wacht vooralsnog actie vanuit de provincie af. Noodoverlaat en iniaatconstructies Er wordt een inventarisatie uitgevoerd van de noodzaak van noodoverlaat- en iniaatconstructies in de dijkringen in ons beheersgebied. Deze afweging over het al dan niet realiseren van noodoverlaat- en iniaatconstructies zal plaatsvinden in het project voor de realisatie van de zogenaamde prioritaire kademaatregelen. Pomplocaties en voorzieningen opnemen in de calamiteiten(bestrijdings)plannen De locaties en voorzieningen voor pompen voor het uitslaan van water tijdens hoogwater van de Maas zijn opgenomen in de calamiteitenplannen. In maart 2010 zijn 5 pompen met grote capaciteit ('Betsy XXL') aangeschaft. Regulier onderhoud Dit is een continu proces en wordt doorlopend gedaan. Controleren aanwezigheid en actualiteit onderhoudsplannen Van alle waterkeringen is gecontroleerd of er een actueel onderhoudsplan aanwezig is. Waar dit niet het geval was, is dit gemaakt of aangepast. Beheersregister en onderhoudsplan Oolderveste opstellen De afspraken met de gemeente Roermond over het te voeren onderhoud zijn opgenomen in een onderhoudsplan. De gegevens hierover zijn opgenomen in het beheersregister. Sluisdeuren Roer Voor de nieuwe sluisdeuren in de Roer is een onderhoudsplan opgesteld. Optimaliseren onderhoudsbehoefte van groene kaden Als vervolg op het onderzoek 'erosiebestendigheid grasmat' is in 2010 gestart met het opstellen van een vlakdekkend beheers- en onderhoudsplan van de groene kaden. In 2011 wordt dit afgerond. De resultaten en aanbevelingen van dit onderzoek worden meegenomen in de onderzoeksplannen. Visie Risicobeheersing met onderhoud Aan de hand van het huidige onderhoud wordt in beeld gebracht welke risico's met betrekking tot de toestand van de waterkeringen worden gelopen. Wanneer nodig zal het onderhoud aangepast worden. Dit onderzoek is momenteel in uitvoering. Hierbij wordt afstemming gezocht met het proces Toetsing Waterkeringen. In de planperiode wordt als gevolg van slijtage 40% van de aanwezige afrastering vervangen Tot en met de eerste helft van 2011 zijn naar schatting 30% van de afrasteringspalen vervangen. Langs de trajecten waar in plaats van schapen grootvee graast, zoals in Borgharen en delen van Itteren, is de schapencjpaad vervangen door puntdraad. Daar waar integrale begrazing met de aanliggende percelen plaatsvindt, zoals bij 'de Rug' en 'Kokkelert (trajecten met jaarrondbegrazing door WML), is de afrastering verwijderd. De overige 10% wordt in de 2e helft van 2011 en in 2012 gerealiseerd. 1
111109
4/5
Waterschap Roer en Overmaas
Reguliere activiteiten muskusrattenbestrijding Dit is een continu proces en doorlopend uitgevoerd. Onderzoek beleidsuitgangspunten mollen- en muskusrattenbestrijding Het onderzoek naar de beleidsuitgangspunten voor mollen- en muskusrattenbestrijding is uitgevoerd. Geconcludeerd is dat de gehanteerde beleidsuitgangspunten kunnen worden gehandhaafd en dat het beleid niet hoeft niet te worden aangepast. Reguliere activiteiten in het kader van repressieve handhaving keur Dit is een continu proces en wordt doorlopend gedaan. Opstellen protocol voor inspectierapportages Vanaf het aanstaande hoogwaterseizoen 2011/2012 worden de inspectierapportages voor de buitendienst opgesteld door het team Handhaving, van de afdeling Beheer. Dit gebeurt dan conform het protocol Inspecties kunstwerken van derden in waterkeringen. Naar aanleiding van het onderzoek Visie Risicobeheersing met onderhoud zal dit protocol in 2012 verder worden afgestemd met het proces Toetsing Waterkeringen. Actief aankoopbeleid en verwerven van eigendom van de kernzone van de waterkeringen Dit aankoopbeleid wordt doorlopend nagestreefd. Wanneer het mogelijk is om het eigendom van de kernzone van een waterkering te kunnen verwerven, Wordt dit gedaan. Voorzieningen voor medegebruik Dit is afhankelijk van de toetsing en wordt in 2011 opgepakt. Afstemmen van het beleid voor het jachtrecht, het beheer en de schadebestrijding met natuurbeschermingsorganisaties Dit wordt in 2011/2012 opgepakt.
111109
5/5
Waterschap Roer en Overmaas
BIJLAGE 2 NIEUWE ONTWIKKELINGEN Na de vaststelling van het beheersplan waterkeringen zijn er enkele grote nieuwe ontwikkelingen en projecten aan de orde, die mee bepalend zijn voor het beleid met betrekking tot de veiligheid en de waterkeringszorg. Europese Richtlijn Overstromingsrisico's Op 23 oktober 2007 is de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) door het Europees Parlement en de Raad van Europa vastgesteld. Deze richtlijn verplicht de Lidstaten om, op basis van een aantal inhoudelijke en procedurele eisen, een voorlopige risicobeoordeling (uiterlijk 22-12-2011), overstromingsgevaar- en overstromingsrisicokaarten (uiterlijk 22-12-2013) en overstromingsrisicobeheersplannen (uiterlijk 22-12-2015) te maken. Het doel is de (grensoverschrijdende) negatieve gevolgen van overstromingen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het culturele erfgoed en de economische bedrijvigheid te beperken. De implementatie van de richtlijn is een primaire verantwoordelijkheid van de Waterdienst. Ons waterschap levert inbreng vanuit ons beheersgebied zowel ten aanzien van de Maas als van de regionale wateren die onder de ROR vallen. De provincie heeft voor Limburg een coördinerende rol. De van ons gevraagde werkzaamheden liggen op schema. Floodwise Binnen het Interregproject Floodwise wordt samen met 15 andere Europese partners bij wijze van pilot in 4 Europese stroomgebieden een grensoverschrijdende implementatie van de ROR uitgewerkt. Het waterschap voert samen met Wasserverband Eifel-Rur een proefproject uit voor de Roer. Het project is gestart in 2010 en loopt tot eind 2012. Toetsing waterkeringen Conform de Waterwet is de beheerder van primaire waterkeringen verplicht iedere zes (was vijf) jaar de veiligheid van deze primaire waterkeringen te toetsen aan de veiligheidsnorm die is vastgelegd in deze wet. Deze toetsing vindt in het hele land op uniforme wijze plaats. Via het Bestuursakkoord Water (21 april 2011) is een aantal aanpassingen doorgevoerd: • De vierde toetsing wordt uitgesteld totdat er duidelijkheid bestaat over de actualisering van de normering en een bijbehorend Toets- en Ontwerpinstrumentarium. • Wel wordt de derde toetsing verlengd voor die keringen waarover geen oordeel kan worden gegeven in de Landelijke Toetsrapportage (denk hierbij aan de waterkeringen in Roermond). • Uiterlijk in 2017 zal een nieuwe toetsronde starten op basis van het dan vastgestelde toetsinstru menta riu m. Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-3) Voorde waterkeringen die aan de hand van de wettelijke normering niet goedgekeurd zijn, moet een plan worden opgesteld, dat de maatregelen bevat die nodig zijn zodat deze waterkeringen wel aan de wettelijke norm voldoen. Alle maatregelenplannen worden opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprpgramma. Dit programma regelt de landelijke prioritering en financiering van de maatregejériplannen. Momenteel worden, aan de hand van de toetsresultaten, de maatregelenpjafiinen voor de niet-goedgekeurde waterkeringen opgesteld.
111316
1/2
Roer en Overmaas
Deltaprogramma Het eerste Deltaprogramma of Deltaplan nieuwe stijl is op Prinsjesdag 2010 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het Deltaprogramma beoogt het voor Nederland op orde krijgen van de waterkeringen zodat de veiligheid voldoende is gewaarborgd en om voorbereid te zijn op de toekomst. En daarbij de juiste maatregelen te nemen voor een veilig en aantrekkelijk Nederland met voldoende zoetwater. Het Deltaprogramma voert als nationaal programma geplande waterwerken uit en bereidt ook vijf 'deltabeslissingen' (beleidsbeslissingen op hoofdlijnen met de bijbehorende belangenafweging en prioritering) voor in negen deelprogramma's. Het betreft drie algemene deelprogramma's zijnde Veiligheid, Zoetwatervoorziening, Nieuwbouw en herstructurering en vijf gebiedsgerichte deelprogramma's: Rivieren, Kust, I Jsselmeergebied, regio Rijnmond / Drechtsteden, de Zuidwestelijke delta en het Waddengebied. Voor de waterkeringen binnen ons gebied zijn de deelprogramma's Veiligheid en Rivieren het belangrijkst. In het deelprogramma Veiligheid wordt beoordeeld in hoeverre de huidige beschermingsniveaus van de dijkringen in Nederland tegen overstromingen nog voldoende overeenkomen met de economische waarden en mogelijke slachtoffers bij overstromingen. In dit deelprogramma worden verder de deltadijken onderzocht (dijken die in principe niet kunnen / mogen falen) en het beleid voor buitendijks bouwen. Met behulp van regionale proefprojecten onderzoekt men het concept van de 'meerlaagse veiligheid' (waarbij rampenbeheersing en ruimtelijke ordening naast het voorkómen van overstromingen worden ingezet). Een van de proefprojecten voor meerdaagse veiligheid betreft dijkring 90 (Maastricht oostoever). Het deelprogramma Rivieren richt zich op de grote rivieren in Nederland, dus op de Maas, de Rijn en de IJssel en verdere vertakkingen. De hoeveelheid water die onze rivieren moeten afvoeren, kan in de toekomst vaker extreem zijn. Meer water vergroot de kans op overstromingen in het rivierengebied. Het rivierengebied dient ook in de toekomst veilig en aantrekkelijk te blijven, ook nadat het programma 'Ruimte voor de Rivier' en de Maaswerken zijn afgerond. Bij het bepalen van de maatregelen om het rivierengebied te beschermen, worden binnen dit deelprogramma ook de belangen van de natuur, waterkwaliteit, scheepvaart en grondstoffenwinning meegewogen. Regionaal (rampen)actieplan Hoogwaterbescherming Maas: De Veiligheidsregio's hebben de wettelijke verplichting voor het opstellen van regionale rampenbestrijdingsplannen. Ons waterschap levert hier bijdragen aan. Een eerste opzet Het regionaal bestrijdingsplan Hoogwater Maas is in eerste opzet opgesteld. In dit plan wordt ook het nazorgtraject van het verwijderen van drijfvuil opgenomen.
111316
2/2
Waterschap Roer en Overmaas
Bijlage 2. Overzicht van nieuwe beleidsontwikkelingen Onderstaande activiteiten komen voort uit landelijk beleid dat W R O na besluitvorming wordt geacht over te nemen, regionaal te vertalen en vervolgens uit te voeren. Nieuw landelijk beleid
Toelichting
Wanneer
Deltaprogramma Veiligheid
Het Deltaprogramma is in ontwikkeling.
2009-2015
WRO volgt de beleidsontwikkeling Na besluitvorming volgt implementatie.
Nieuwe wettelijke beschermingsniveaus primaire waterkeringen
Er worden nieuwe wettelijke normen voor de primaire waterkeringen ontworpen.
2014
WRO volgt de beleidsontwikkeling. Na besluitvorming volgt implementatie.
Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering
Via dit deelprogramma wórden voorstellen ontwikkeld voor Meerlaagse Veiligheid en Klimaatbestendige Stad. Uitwerking van 3 lagen: preventie (waterkeringen), gevolgen beperking (ruimtelijke ordening) en rampenbeheersing (veiligheidsregio)
2009-2012
WRO volgt de beleidsontwikkeling. Na besluitvorming volgt implementatie.
2012-2015
WRO volgt de beleidsontwikkelingen. Na besluitvorming volgt implementatie.
Meerlaagse veiligheid toepassen in de watertoets
Bij concrete R.O.plannen via de watertoets invulling geven aan laag 2 gevolgenbeperking.
2012-2015
Het algemene beleidsuitgangspunt van Meerlaagse veiligheid wordt momenteel al in beperkte mate toegepast.
DeltaprogrammaRivieren (Maas)
Voor het deelprogramma rivieren is er voor de Maas een programmabureau opgericht die invulling geeft aan de veiligheid tegen overstromingen op de lange termijn.
2009-2015
WRO participeert in de beleidsontwikkelingen. Na besluitvorming volgt implementatie.
Gebiedsproces Maas
Dit is onderdeel van het deelprogramma rivieren.
2009-2015
WRO is betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Bestuursakkoord Water
De afspraken van het BAW worden momenr, teel op Rijks- en , v* Unieniveau uitgewerkt.
2011-2015
WRO volgt de beleidsontwikkeling. Na besluitvorming volgt implementatie.
Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas 10 november 2011
Deze afspraken worden momenteel op Limburgniveau uitwerkt
2012-2027
WRO is betrokken bij de uitwerking.van de afspraken.
Meerlaagse veiligheid
121073
Implementatie WRO
1
Waterschap Roer en Overmaas
Nieuw landelijk beleid
Toelichting
Wanneer
Implementatie WRO
Waterwet (calamiteiten)
In de Waterwet staan er bepalingen voor de calamiteitenzorg die nader uitgewerkt moeten worden
2012-2015
Implementatie bij WRO is gebeurd met de herziening van het Calamiteitenplan. De uitvoering vindt momenteel plaats.
Convenant Waterkolom Limburg (2 februari Z012)
Tijdens Hoogwater Maas wordt er samengewerkt met WPM en RWS om één waterbeeld a f te geven.
Nadere uitwerking in 2012
Implementatie door WRO vólgt na nadere uitwerking.
Convenant met veiligheidsregio's samenwerken in de rampenbestrijding en crisisbeheersing
Naast samenwerking in de waterkolom wordt er ook een convenant afgesloten met de veiligheidsregio's.
2013
Na afsluiten convenant volgt implementatie beleidsafspraken.
121073
2
Waterschap Roer en Overmaas
Bijlage 3. Onderstaande acties worden voorgesteld om op te nemen in de het nieuwe beheersplan.
! j
Beleid maken
Toelichting
Wanneer
Beleidswijziging nodig?
Sluitstukkades
Waterkeringen die verbeterd worden in het kader van de bestuursovereenkomst Inzake planstudie sluitstukkaden Maasdal en de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas.
2013-2020
Nee
Prioritaire kademaatregelen
Waterkeringen die met voorrang verbeterd worden in het kader van planstudie sluitstukkaden Maasdal.
2013-2015
Nee
Verlengde 3e toets-ronde primaire waterkeringen
De 3e Toetsronde primaire waterkeringen is in 2011 afgerond. Deze Toetsronde wordt nu verlengd om het aantal keringen met 'geen oordeel' status te verminderen.
2012-2014
Nee
Opleiden Trainen en Oefenen (OTO)
Voor de calamiteiten organisatie is een nieuw opleiden trainen en oefen traject ingezet. In de planperiode wordt dit ingezet en geïmplementeerd.
2013-2015
Nee
Optimaliseren onderhoudsbehoefte groene keringen
Het monitoringsnetwerk voor de groene keringen wordt uitgebreid en geoptimaliseerd:
2013-2015
Nee
Lange termijn visie onderhoud.
Er moet een visiedocument komen dat in beeld brengt welke risico's we bereid zijn te lopen en welke consequenties hier aan vast zitten.
2013-2015
Nee
Informatie verstrekking tijdens calamiteiten
Tijdens periodes van hoogwater en calamiteiten verwacht de omgeving tegenwoordig accurater en actueler geïnformeerd te worden dan voorheen. Hiér moet beleid op^ntwikkeld worden. J®
2013-2015
Ja
1
i
121073
-^-.^
.
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 10
Onderwerp Project 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht'; vaststelling ontwerp-projectplan en beschikbaarstelling uitvoeringskrediet; 3e kredietverlening 2012 Portefeuillehouders) J.H.J. van der Linden / L.H. Dohmen Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Programma 2 Watersysteem, paragraaf A.2.2 Programma begroting Watersysteem Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel 1. het Projectplan Waterwetproject 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht' in ontwerp vaststellen en dit gedurende 6 weken ter inzage leggen; 2. voor het project 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem', inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht' een uitvoeringskrediet van € 1.485.000 beschikbaar stellen.
Toelichting Het watersysteem van de Kanjel en Gelei is gelegen in de gemeenten Meerssen en Maastricht. Een onderdeel van dit systeem betreft hét bovenstroomse traject nabij de Rothemermolen en het traject van de Kanjel nabij de Willem Alexanderweg. De herinrichting van dit onderdeel is in dit voorstel aan de orde.
121034/ARN
1/5
Waterschap Roer en Overmaas
Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabii de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem De Nieuwe of IJzeren Molen, ook wel Rothemermolen genoemd, is gelegen aan het Geulke in Rothem. Ter hoogte van deze molen wordt het Kanjel- en Gelei-systeem gevoed doordat water wordt ingelaten vanuit het Geulke in de Kanjel. Door met behulp van de lossluizen van de molen het water in het Geulke op te stuwen, wordt het mogelijk om water in het relatief vlak liggende watersysteem van de Kanjel in te laten. Het eerste deel van de Kanjel loopt onder het molengebouw door waarna het vervolgens een open beek wordt. Het project betreft het traject van circa 210 meter van de Kanjel tussen de Nieuwe- of IJzeren Molen en de Maastrichterweg in Rothem. In het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 heeft de Kanjel een algemeen ecologische functie. De aanvoer van water vanuit het Geulke richting de kasteelvijvers in de landgoederenzone verloopt sinds jaar en dag niet naar tevredenheid van de kasteeleigenaren. Regelmatig is er sprake van een watertekort en kunnen de vijvers moeizaam of niet op peil worden gehouden en is de doorstroming van de vijvers te weinig. Dit wordt veroorzaakt doordat er te weinig en geen constante wateraanvoer is vanuit het Geulke. De ligging van het bovenstroomse deel van de Kanjel onder het molenpand bemoeilijkt het onderhoud en het beheer. Dit komt de situatie van de aanvoer van water naar de landgoederenzone dan ook zeker niet goede. Inmiddels heeft het waterschap de lossluizen van de Rothemermolen in eigendom verworven en hiermee ook het bedieningsrecht in handen. Dit maakt het mogelijk om maatregelen te treffen die zorgen voor een constante wateraanvoer van circa 90 l/s naar het watersysteem van de Kanjel en Gelei. In het gehele watersysteem van de Kanjel en Gelei is slib aanwezig. Op het traject dat benedenstrooms is gelegen van dit project (vanaf de Maastrichterweg tot aan het Julianakanaal) is de kwantiteit en kwaliteit van het slib in beeld gebracht. De Provincie Limburg heeft bij besluit van 21 december 2009, gelet op de aanwezigheid van ecologische risico's en verspreidingsrisico's, een saneringsbeschikking afgegeven. Na het indienen van wijzigingen is op 28 december 2011 opnieuw een besluit genomen. Door de provincie is in deze saneringsbeschikking en het daaraan ten grondslag liggende saneringsplan (opgesteld in het kader van de Wet bodembescherming) als voorschrift opgenomen dat nieuwe verontreiniging van de te saneren locatie moet worden voorkomen, door bovenstrooms in het watersysteem (verontreinigd) slib af te vangen met een te realiseren slibvang, c.q. sedimentatiezone. Deze sedimentatiezone moet worden gerealiseerd, voordat gestart wordt met de saneringswerkzaamheden in het Kanjel- en Gelei-systeem. In de afgegeven beschikking is sprake van ernst en spoed. De aanleg van de sedimentatiezone wordt dan ook gerealiseerd in dit project en ligt direct bovenstrooms van de Maastrichterweg. De te treffen maatregelen: Het automatiseren van de 2 lossluizen van de Rothemermolen. Dit om zo veel mogelijk een constante wateraanvoer vanuit het Geulke naar het watersysteem van de Kanjel en Gelei te bewerkstelligen. De 2 lossluizen zijn'ln '2010 gerenoveerd en voorzien van een gemotoriseerde aandrijving. - Aanleg van een nieuwe waterinlaat en omlegging van de Kanjel. Om een goed te beheren en te onderhouden situatie te creëren, wordt een nieuwe inlaat gemaakt boven-' strooms van de huidige inlaatlocatie. Ook wordt de Kanjel om het molenpand gelegd en vervolgens aangesloten op de huidige open loop. De huidige inlaat en de loop onder het
121034/ARN
2/5
Waterschap Roer en Overmaas
-
-
-
molenpand wordt om historische redenen intact gelaten. Dit intact te laten Kanjeltraject wordt in de legger gewijzigd van een primaire naar een secundaire waterloop. Het aanwezige slib in de Kanjel verwijderen. Aanleg van een sedimentatiezone met ontwateringsterrein. De sedimentatiezone houdt in dat de Kanjel wordt omgelegd en verlengd. Over een traject van circa 100 m wordt de beek verbreed tot circa 15 meter. Bovendien wordt de beek circa een meter verdiept ten opzichte van de huidige beekbodem. Hierdoor kunnen zwevende deeltjes bezinken. De sedimentatiezone wordt rondom voorzien van een maeraszone van enkele meters breed en het terrein wordt landschappelijk ingepast met de aanplant van bomen. Er wordt 1 es gerooid om de nieuwe inlaat te kunnen maken. De inlaat is zodanig ontworpen dat een monumentale beuk wordt gespaard. In de uitvoering wordt rekening gehouden met de ligging van een leiding van het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) ter hoogte van de nieuw te graven Kanjel benedenstrooms van de sedimentatiezone en het ontwateringsterrein. De nieuw te graven loop kruist de leiding op 2 plaatsen. Indien nodig worden maatregelen getroffen ter bescherming van de leiding. Op verzoek van de gemeente Meerssen wordt langs de sedimentatiezone aan de oostzijde recreatief medegebruik mogelijk.
Aanleg van een stapelmuur nabii de Willem Alexanderweg in Maastricht Tussen de gevangenis en de Willem Alexanderweg in Maastricht zijn aan de oostzijde 7 woningen gelegen waarvan de tuinen grenzen aan de Kanjel. Aan de westzijde van de Kanjel is een bergbezinkbasin gelegen met een overstortleiding op de Kanjel. De lengte van dit deel van de Kanjel betreft circa 140 meter. Van de oever van de oostzijde van de Kanjel, ter hoogte van de woningen gelegen aan de Willem Alexanderweg met huisnummers 23 tot en met 35 in Maastricht, is de stabiliteit van het beektalud onvoldoende waardoor afschuiving optreedt. Dit veroorzaakt overlast in de vorm van verzakking van de aangrenzende tuinen. Om dit op te heffen wordt aan deze zijde van de Kanjel een grondkerende constructie gemaakt door een stapelmuur van Ardenner grès te realiseren. De te treffen maatregelen: - Aanleg van een stapelmuur van Ardenner grès met een lengte van circa 140 meter en circa 2 meter hoog. Direct achter de stapelmuur wordt een hek geplaatst. Dit hek komt in eigendom, beheer en onderhoud bij de Woningstichting Servatius. Het in de Kanjel aanwezig slib wordt over dit traject verwijderd. Een meerstammige taxusstruik wordt gerooid. ./.
Beide locaties zijn op de bijgevoegde overzichtskaart en kadastrale kaart aangegeven. Beoogd effect Met het automatiseren van de lossluizen van de Rothemermolen, het maken van een nieuwe inlaat en het omleggen van de Kanjel, wordt gestreefd naar een permanente wateraanvoer van 90 l/s vanuit het Geulke naar de Kanjel. Met de realisatie van de sedimentatiezone wordt'oóvenstrooms in het watersysteem van de Kanjel en Gelei de zwevende delen van het ingelaten water vanuit het Geulke afgevangen. Hiermee wordt voldaan aan de eis van de Provincie Limburg zoals deze is gesteld in de afgegeven saneringsbeschikking.
121034/ARN
3/5
Waterschap ^ Roer en Overmaas
Met de aanleg van de stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht wordt een grondkerende constructie gerealiseerd die de oever van de Kanjel verstevigt zodat de aangrenzende tuinen niet meer kunnen verzakken. Aanbesteding Conform de door het dagelijks bestuur vastgestelde Uitvoeringsregels voor inkoop en aanbesteden zal dit werk openbaar worden aanbesteed conform de ARW 2005. De raming van het werk bevindt zich boven het drempelbedrag van € 250.000 exclusief btw. Planning en risico's Het is de bedoeling dat het werk in het 4e kwartaal 2012 - 1e kwartaal 2013 wordt uitgevoerd, afhankelijk van de tijdsduur van de te doorlopen benodigde procedures. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is voor de uitvoering van de geplande werken een omgevingsvergunning vereist. Bij de gemeenten, eigenaar van de grond waarop een slibvang, beektracé en/of stapelmuur wordt aangelegd, moet daarom een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden ingediend. Voorde aanleg van de inlaatconstructie en om te leggen Kanjel is een omgevingsvergunning (onderdelen bouw-, aanleg- en kapvergunning) aangevraagd bij de gemeente Meerssen. Op grond van het vigerende bestemmingsplan dient voor dit onderdeel een buitenplanse ontheffing conform artikel 2.12 Wro te worden doorlopen. Voor de aanleg van de sedimentatiezone dient een bestemmingsplanherziening te worden doorlopen. Deze procedure loopt tot minimaal juli 2012, hetgeen ook afhankelijk is van het al dan niet indienen van zienswijzen. In het kader van de archeologie wordt een verkennend booronderzoek uitgevoerd ter hoogte van de Rothemermolen. Als de conclusie hiervan is, dat het terrein niet wordt vrijgegeven ter hoogte van de sedimentatiezone, moet vervolgens nog een omgevingsvergunningprocedure worden doorlopen voordat alle vergunningen verkregen zijn voor de uitvoering. Afhankelijk van de resultaten van het verkennend booronderzoek moet wellicht ook een programma van eisen voor de archeologische uitvoeringsbegeleiding opgesteld worden en worden goedgekeurd door de gemeente Meerssen. Voor de aanleg van de stapelmuur in Maastricht wordt nog een omgevingsvergunning (onderdelen bouw- en kapvergunning) aangevraagd. Tot slot dient ten behoeve van de werkzaamheden nabij de Rothemermolen bij de provincie Limburg nog een ontheffing van de Omgevingsverordening te worden aangevraagd. Dit vanwege de ligging in het Bodembeschermingsgebied Mergelland. Het verkrijgen van de ontheffing kan een risico vormen. Verder worden nog gesprekken gevoerd met Woningstichting Servatius en de huurders van de woningen aan de Willem Alexanderweg om afspraken te maken ten behoeve van de uitvoering. Ook is het waterschap nog in gesprek met het WBL om een deel van het parkeerterrein van de RWZI Limmel te mogen gebruiken voor het lossen en opslaan van de stapelstenen. De beekloop benedenstrooms van de sedimerftatiezone en de ontwateringsterrein zijn gelegen in de beschermingszone van een WBL-transportleiding. De nieuw te realiseren beekloop kruist deze leiding op 2 plaatsen. De transportleiding betreft de aansluiting van Meerssen. Het WBL is met de gemeente Meerssen in gesprek om deze leiding over te dragen. De gemeente zal de leiding gaan gebruiken als bergingsriool.
121034/ARN
4/5
Waterschap Roer en Overmaas
Er dient met het WBL en indirect de gemeente Meerssen nog overeenstemming te worden bereikt over het plan, de uitvoering hiervan en de te treffen voorzieningen.
./.
Procedure Op grond van artikel 5.4 van de Waterwet is voor het project 'Herinrichting van een deeltraject van de Kanjel en vernieuwing van de waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem in de gemeente Meerssen, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht' een projectplan opgesteld, dat u ter beoordeling hierbij aantreft. Overeenkomstig artikel 5.4, lid 2 van de Waterwet bevat dit projectplan een beschrijving van de voorgenomen werken, de wijze waarop deze worden uitgevoerd en een beschrijving van de te treffen voorzieningen gericht op het ongedaan maken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van de werken. Nadat het projectplan in ontwerp is vastgesteld, zal dit conform het bepaalde in artikel 3.11 Algemene wet bestuursrecht na voorafgaande bekendmaking gedurende 6 weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze termijn kunnen zienswijzen worden ingediend. Na afloop van de termijn van tervisielegging zal het projectplan - met inachtneming van eventueel ingediende zienswijzen - definitief kunnen worden vastgesteld. Tegen het vastgestelde projectplan kan degene wiens belang rechtstreeks bij het projectplan is betrokken beroep instellen conform artikel 8.1 Algemene wet bestuursrecht. Hij dient daartoe binnen zes weken na bekendmaking van het projectplan beroep in te stellen bij de rechtbank. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze over het ontwerp van dit projectplan naar voren heeft gebracht. Financiële consequenties en bijdragen derden De uitgaven van de herinrichting van een deeltraject van de Kanjel en vernieuwing van de waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen in Rothem, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht (P1006502), kunnen op basis van de huidige inzichten als volgt worden weergegeven: Planvoorbereiding Grondkosten J e activeren uren
€
Z, Totaal
80.000 175.000 15.000 1-215.000
~€~~'T485".00Ö
Voor dit onderdeel van het Kanjel- en Gelei-project zijn vooralsnog geen bijdragen van derden voorzien. Met een kredietverlening in 2012 en de uitvoering van bovengenoemde maatregelen is in de Programmabegroting 2012, programma Watersysteem rekening gehouden. De netto investering wordt geactiveerd en in 30 jaar afgeschreven. De jaarlijkse exploitatiekosten met betrekking tot het onderhoud, zoals opgenomen in de vastgestelde meerjarenraming 2012-2016, blijven gelijk. De secretaris/directeur,
igTikM.G. In don Kleef-"
121034/ARN
5/5
KREDIETVERLENING Dienstjaar 2012, nummer 3 Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas van 14 mei 2012 BESLUIT: de investeringen in bovengenoemd dienstjaar als volgt te wijzigen 1
2
Volgnr.
Omschrijving
3 Nieuwe of verhoging van de bestaande post
4 Verlaging van de begrotingspost
Nieuwe raming na wijziging
5
Uitgaven P1006502
Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat IJzeren Molen
€1.485.000
Totaal uitgaven
€1.485.000
€1.485.000 €0
Inkomsten P1006502
Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat IJzeren Molen
€0
Totaal inkomsten
€0
De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
121132
€0 €0
Waterschap Roer en Overmaas
Projectplan Waterwet project 'Herinrichting van een deeltraject van de Kanjel en vernieuwing van de waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem in de gemeente Meerssen, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht'
121035/ARN
1/11
Waterschap Roer en Overmaas
Projectplan 'Herinrichting van een deeltraject van de Kanjel en vernieuwing van de waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem in de gemeente Meerssen, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht' Waterschap Roer en Overmaas is voornemens, gelet op artikel 5.4 van de Waterwet, het projectplan 'Herinrichting van een deeltraject van de Kanjel en vernieuwing van de waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem in de gemeente Meerssen, inclusief de aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in de gemeente Maastricht' vast te stellen en uit te voeren in overeenstemming met het bepaalde in dit projectplan. 1
Projectbeschrijving Overeenkomstig artikel 5.4 lid 2 van de Waterwet bevat dit projectplan een beschrijving van de voorgenomen werken (1.1), de wijze waarop deze worden uitgevoerd (1.2) en een beschrijving van de te treffen voorzieningen gericht op het ongedaan maken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van de werken (1.3 en 1.4).
1.1
Voorgenomen wijziging Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem De Nieuwe of IJzeren Molen, ook wel Rothemermolen genoemd is gelegen aan het Geulke in Rothem. Ter hoogte van deze molen wordt het Kanjel en Gelei systeem gevoed doordat water wordt ingelaten vanuit het Geulke in de Kanjel. Door met behulp van de lossluizen van de molen het water op te stuwen in het Geulke wordt het mogelijk om water in het relatief vlak liggende watersysteem van de Kanjel in te laten. Het eerste deel van de Kanjel loopt onder het molengebouw door waarna het vervolgens een open beek wordt. Het project betreft het traject van ca. 210 m van de Kanjel tussen de Nieuwe- of IJzeren Molen en de Maastrichterweg in Rothem. In het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2012-2015 heeft de Kanjel een algemeen ecologische functie. De aanvoer van water vanuit het Geulke richting de kasteelvijvers in de landgoederenzone verloopt sinds jaar en dag niet naar tevredenheid van de kasteeleigenaren. Regelmatig is er sprake van een watertekort en kunnen de vijvers moeizaam of niet op peil worden gehouden en is de doorstroming van de vijvers te weinig. Dit wordt veroorzaakt doordat er te weinig en geen constante wateraanvoer is vanuit het Geulke. De ligging van het bovenstroomse deel van de Kanjel onder het molenpand bemoeilijkt het onderhoud en het beheer. Dit komt de situatie van de aanvoer van water naar de landgoederenzone dan ook zeker niet goede. Inmiddels heeft het waterschap de lossluizeri van de Rothemermolen in eigendom verworven en hiermee ook het bedieningjsfêcht in handen. Dit maakt het mogelijk om maatregelen te treffen die zorgen vooreen constante wateraanvoer van ca. 90 l/s naar het watersysteem van de Kanjel en Gelei. In het gehele watersysteem van de Kanjel en Gelei is slib aanwezig. Op het traject dat benedenstrooms is gelegen van dit project (vanaf de Maastrichterweg tot aan het Julianakanaal) is de kwantiteit en kwaliteit van het slib in beeld gebracht.
121035/ARN
3/11
Waterschap Roer en Overmaas
De Provincie Limburg heeft, gelet op de aanwezigheid van ecologische risico's en verspreidingsrisico's, een saneringsbeschikking, d.d. 21 december 2009 met kenmerk CAS200900016812 DOC200900121133, afgegeven. Na het indienen van wijzigingen is op 28 december 2011 opnieuw een besluit genomen. Door de provincie is in deze saneringsbeschikking en het daaraan ten grondslag liggende saneringsplan (opgesteld in het kader van de Wet bodembescherming) als voorschrift opgenomen dat nieuwe verontreiniging van de te saneren locatie moet worden voorkomen, door bovenstrooms in het watersysteem (verontreinigd) slib af te vangen met een te realiseren slibvang, c.q. sedimentatiezone. Deze sedimentatiezone moet worden gerealiseerd, voordat gestart wordt met de saneringswerkzaamheden in het Kanjel- en Gelei systeem. In de afgegeven beschikking is sprake van ernst en spoed. De aanleg van de sedimentatiezone wordt dan ook gerealiseerd in dit project en ligt direct bovenstrooms van de Maastrichterweg. De te treffen maatregelen: Het automatiseren van de 2 lossluizen van de Rothemermolen. Dit om zo veel mogelijk een constante wateraanvoer vanuit het Geulke naar het watersysteem van de Kanjel en Gelei te bewerkstelligen. De 2 lossluizen zijn in 2010 gerenoveerd en voorzien van een gemotoriseerde aandrijving. - Aanleg van een nieuwe waterinlaat en omlegging van de Kanjel. Om een goed te beheren en onderhouden situatie te creëren, wordt een nieuwe inlaat gemaakt bovenstrooms van de huidige inlaatlocatie. Ook wordt de Kanjel om het molenpand gelegd en vervolgens aangesloten op de huidige open loop. De huidige inlaat en de loop onder het molenpand wordt om historische redenen intact gelaten. Dit intact te laten Kanjel traject wordt in de legger gewijzigd van een primaire naar een secundaire waterloop. Het aanwezige slib in de Kanjel wordt verwijderen. Aanleg van een sedirhentatiezone met ontwateringsterrein. De sedimentatiezone houdt in dat de Kanjel wordt omgelegd en verlengd. Over een traject van ca. 100 m wordt de beek verbreed tot ca. 15 meter. Bovendien wordt de beek circa een meter verdiept ten opzichte van de huidige beekbodem. Hierdoor kunnen zwevende deeltjes bezinken. De sedimentatiezone wordt rondom voorzien van een moeraszone van enkele meters breed en het terrein wordt landschappelijk ingepast met de aanplant van bomen. Er wordt 1 es gerooid om de nieuwe inlaat te kunnen maken. De inlaat is zodanig ontworpen dat een monumentale beuk wordt gespaard. In de uitvoering wordt rekening gehouden met de ligging van een leiding van het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) ter hoogte van de nieuw te graven Kanjel benedenstrooms van de sedimentatiezone en het ontwateringsterrein. De nieuw te graven loop kruist de leiding op 2 plaatsen. Indien nodig worden maatregelen getroffen ter bescherming van de leiding. Op verzoek van de gemeente Meerssen wordt langs de sedimentatiezone aan de oostzijde recreatief medegebruik mogelijk. Aanleg van een stapelmuur nabij de Willenjfilexanderweg in Maastricht Tussen de gevangenis en de Willem Alexanderweg in Maastricht zijn aan de oostzijde 7 woningen gelegen waarvan de tuinen'grenzen aan de Kanjel. Aan de westzijde van de Kanjel is een bergbezinkbassin gelegen met een overstortleiding op de Kanjel. De lengte van dit deel van de Kanjel betreft ca. 140 meter.
121035/ARN
4/11
Waterschap Roer en Overmaas
Van de oever van de oostzijde van de Kanjel, ter hoogte van de woningen gelegen aan de Willem Alexanderweg met huisnummer 23 tot en met 35 in Maastricht, is de stabiliteit van het beektalud onvoldoende waardoor afschuiving optreedt. Dit veroorzaakt overlast in vorm van verzakking van de aangrenzende tuinen. Om dit op te heffen wordt aan deze zijde van de Kanjel een grondkerende constructie gemaakt door een stapelmuur van Ardenner grès te realiseren. De te treffen maatregelen: - Aanleg van een stapelmuur van Ardenner gres met een lengte van ca. 140 meter en ca. 2 meter hoog. Direct achter de stapelmuur wordt een hek geplaatst. Dit hek komt in eigendom, beheer en onderhoud bij de Woningstichting Servatius. Het in de Kanjel aanwezig slib wordt over dit traject verwijderd Een meerstammige taxusstruik wordt gerooid. Beide locaties zijn op de bijgevoegde overzichtskaart en kadastrale kaart aangegeven. 1.2
Wijze van uitvoering Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem De 2 lossluizen van de Rothemermolen zijn in eigendom van het waterschap. Het terrein waar grotendeels de inlaatconstructie wordt gemaakt, de es wordt gerooid en Kanjel in wordt omgelegd is eigendom van derden waarmee een zakelijk recht is overeen gekomen. Het Geulke is in eigendom van het waterschap. De aanleg van de sedimentatiezone vindt plaats op eigendom van het waterschap. De stapelmuur wordt geplaatst op het eigendom van de gemeente Maastricht. De taxusstruik die gerooid wordt en het verwijderen van de huidige erfafscheidingen vindt plaats op het eigendom van de Woningstichting Servatius. De aanleg van de sedimentatiezone met verlegging van de Kanjel en de aanleg van het nieuwe beektracé om de molen gebeurt door in de bodem ter plaatse graafwerkzaamheden uit te voeren. Dit graafwerk zal zoveel mogelijk met een hydraulische graafmachine plaats vinden. Indien geëist vanuit de archeologie zal de ontgraving laagsgewijs plaats vinden. In eerste instantie wordt in den droge gegraven. De aansluitingen met de huidige beekloop wordt op het laatste moment gegraven en dit zal pas gaan plaatsvinden nadat het sterk verontreinigde slib uit de huidige beekloop is verwijderd. De vrijkomende grond, indicatief in delen als klasse industrie, wordt afgevoerd. Ter hoogte van de aan te leggen inlaat is in de landbodem een sterke zinkverontreiniging aanwezig waarvoor door de provincie Limburg een saneringsbeschikking is afgegeven. De verwijdering van deze zinkverontreiniging dient plaats te vinden onder saneringscondities en volgens het ingediende deelsaneringsplan en volgens de voorschriften uit de saneringsbeschikking. Het destijds beschikte waterbodemdeel is in deze beschikking na invoering van de Watérwet komen te vervallen. Inzake de handelswijze in het kader van het Besluit loEeti buiteninrichting en het besluit bodemkwaliteit wordt verwezen naar de memo vah het waterschap welke van toepassing wordt verklaard.
121035/ARN
5/11
Waterschap Roer en Overmaas
Het verwijderen van het sterk verontreinigde slib (> interventiewaarde) uit het beektracé zal eveneens met een graafmachine gaan plaatsvinden. De graafmachine dient voorzien te zijn van een milieuknijper of een vergelijkbare beste bestaande techniek. Bij de uitvoering van de graafwerkzaamheden in sterk verontreinigde waterbodem (zijnde o.a. slib) in de beek dient zo min mogelijk vertroebeling plaats te vinden en dient mors te worden voorkomen. De in 2009 afgegeven saneringsbeschikking is voor wat betreft het waterbodemdeel niet meer van kracht, omdat in de tussentijd de Waterwet in werking is getreden. Het sterk verontreinigde slib wordt afgevoerd naar een erkende (vergunde) eindverwerker. De sedimentatiezone zal na naar verwachting 1 keer per 5 jaar worden leeggehaald, waarbij het uitkomende materiaal, indien van voldoende kwaliteit, op het langs de sedimentatiezone aangelegde ontwateringsterrein wordt gezet. Na droging wordt het uitkomende materiaal van de locatie afgevoerd. Tussen de nieuw te graven Kanjel benedenstrooms van de sedimentatiezone en het ontwateringsterrein is een WBL (Waterschapsbedrijf Limburg) transportleiding gelegen. Deze leiding betreft de aansluiting van Meerssen en is een betonnen leiding met een inwendige diameter van 1 meter. De dekking van deze leiding ten opzichte van de onderkant van de nieuwe beekbodem is ruim 2 m. Op 2 plaatsen kruist de leiding de nieuw te graven beekloop. Tijdens de uitvoering zal rekening gehouden worden met de leiding en indien noodzakelijk zullen voorzieningen worden aangebracht ter bescherming van de leiding. Aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht Voor de aanleg van de stapelmuur zal in beperkte mate grondverzet plaatsvinden. De grond van de verzakte oever wordt weggenomen en op deze plaats wordt de stapelmuur geplaatst. De stapelmuur wordt met een hydraulische kraan gemaakt. De vrijkomende grond, waarvan de bovengrond indicatief in te delen is als klasse industrie en de ondergrond indicatief in te delen is als klasse AW 2000, wordt afgevoerd. Voordat de stapelmuur wordt geplaatst wordt het slib over genoemd traject verwijderd. Het slib is indicatief in te delen als klasse B en wordt met een graafmachine met een milieuknijper of een vergelijkbare best bestaande techniek verwijderd en afgevoerd. Inzake de handelswijze in het kader van het Besluit lozen buiteninrichting en het besluit bodemkwaliteit wordt verwezen naar de memo van het waterschap welke van toepassing wordt verklaard. 1.3
Te treffen voorzieningen Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of IJzeren Molen te Rothem Om de overkluizing te kunnen aanleggen dient er 1 es met een diameter van 60 cm te worden gerooid. De Kanjel wordt bovenstrooms overkluisd aangelegd om de monumentale beuk te sparen. Verder wordt struikgewas verwijderd om de nieuwe beek te kunnen aanleggen. y.Aanleg van een stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht Om het stapelwerk te kunnen maken worden de bestaande erfafscheidingen verwijderd en wordt een meerstammige taxus ter hoogte van de tuin van de woning Willem Alexanderweg 29 gerooid. Verder dient de tuin- en oeverinrichting tussen de erfafscheidingen en de Kanjel te worden verwijderd.
121035/ARN
6/11
Waterschap Roer en Overmaas
Bekeken wordt of een deel van het parkeerterrein van de RWZI Limmel gebruikt kan worden voor het lossen en opslaan van de Ardenner gres stapelstenen. De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen. Deze gedragscode stelt de waterschappen in staat gebruik te maken van de mogelijkheden die het Vrijstellingenbesluit biedt. Door te werken volgens de voorwaarden van het Vrijstellingenbesluit vervalt de administratieve last die met het aanvragen van ontheffingen is gemoeid. De gedragscode bevordert verder de structurele inbedding van soortbescherming in het handelen van waterschappen en schept duidelijkheid vooraf. De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd met (een) hydraulische graafmachine^). Het noodzakelijke grondtransport zal via vrachtauto's plaatsvinden. Dit kan enige verkeersoverlast voor de omgeving met zich meebrengen. De uit te voeren werkzaamheden nabij de Willem Alexander in Maastricht is relatief dicht bij bebouwing en vindt plaats in de bijbehorende tuinen. Dit kan mogelijk overlast veroorzaken. 1.4
Schade Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die uitvoering van het project in de weg staat. Voor eventueel financieel nadeel dat onverhoopt ontstaat als gevolg van de uitvoering van het projectplan kan een benadeelde een beroep doen op artikel 7.14 van de Waterwet. Dit artikel bepaalt dat aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan een vergoeding wordt toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze is verzekerd. Het verzoek tot vergoeding van de schade bevat een motivering en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde schadevergoeding. Op de hier bedoelde verzoeken om schadevergoeding is naast artikel 7.14 van de Waterwet ook de Regeling Nadeelcompensatie Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
2
Toetsing Waterwet De toepassing van de Waterwet is gericht op: a. het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c.
vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
Voor dit project betekent dit concreet het volgende: a. Met Overstromingen, wateroverlast en waterschaarste het automatiseren van de lossluizen, de aanleg van een waterinlaatconstructie en de omlegging van de Kanjel wordt gestreefd naar een constante wateraanvoer van ca. 90 l/s vanuit het Geulke. Dit voor zover het wateraanbod vanuit het Geulke dit toelaat. Het watersysteem is in de huidige conditie niet op orde door de aanwezige hoeveelheid slib.
121035/ARN
7/11
Waterschap Roer en Overmaas
Door de aanleg van de sedimentatiezone wordt naast de eis uit het saneringsplan (om herverontreiniging van verontreinigd slib tegen te gaan) er voor gezorgd dat de Kanjel verder stroomafwaarts minder snel dichtslibt. Dit zorgt voor langere en betere doorstroming van het oppervlaktewater, waardoor overstromingen en wateroverlast in de directe omgeving van de Kanjel wordt tegengegaan. De aanleg van de beektracé en sedimentatiezone geeft daarmee invulling aan de volgende beleidsplannen/opgaven: - Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015; - Kaderrichtlijn Water; - Nationaal Bestuursakkoord Water; - Waterbeheer 21e eeuw. b. Chemische en ecologische kwaliteit De primaire functie van een sedimentatiezone is dat zwevende deeltjes neerslaan ter voorkoming van herverontreiniging van het Kanjel- en Geleisysteem, nadat het watersysteem is gesaneerd en opgeschoond. Hierdoor wordt de ecologische kwaliteit van het gehele watersysteem positief beïnvloed. Daarnaast heeft de sedimentatiezone een secundaire functie doordat het potenties heeft om op kleinere schaal natuur te ontwikkelen, met name in de rondom de sedimentatiezone aan te leggen moeraszone. c.
Gevolgen maatschappelijke functies watersystemen Doordat in de sedimentatiezone de zwevende deeltjes de kans krijgen om neer te slaan, wordt herverontreiniging van het Kanjel- en Geleisysteem, nadat het Kanjel- en Geleisysteem is gesaneerd en opgeschoond, voorkomen. Dit voorkomen van herverontreiniging is een eis uit de verkregen saneringsbeschikking van provincie Limburg. De stapelmuur verstevigt de oever van de Kanjel ter plaatse, zodat plaatselijk verzakking van de oever wordt tegengegaan van de aanliggende woningen van de Willem Alexanderweg 23 - 35 te Maastricht.
3
Uitvoerbaarheid
3.1
Planologische inpassing Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is voor de uitvoering van de geplande werken een omgevingsvergunning vereist. Bij de gemeenten op wiens grondgebied een slibvang, beektracé en/of stapelmuur wordt aangelegd zal derhalve een aanvraag voor een omgevingsvergunning moeten worden ingediend. Toetsing aan de vigerende (gemeentelijke) bestemmingsplannen vindt ook plaats. Voor de aanleg van de sedimentatiezone wordt een herziening van het bestemmingsplan doorlopen. Ten behoeve van de aanleg van de inlaatconstructie met overkluizing dient een buitenplanse ontheffing^onform artikel 2.12 te worden doorlopen. De overige maatregelen passen binnen-de vigerende bestemmingsplannen.
121035/ARN
8/11
Waterschap Roer en Overmaas
3.2
Andere noodzakelijke vergunningen en relevante besluiten Naar aanleiding van dit projectplan dient de Legger der Wateren van het Waterschap Roer en Overmaas te worden aangepast. De legger bestaat uit kaarten en teksten. In de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van wateren en waterkeringen. Ook worden daarin de zogeheten kunstwerken vermeld zoals bruggen, stuwen en duikers. De legger is bepalend voor de verplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers op het gebied van de instandhouding van de waterstaatswerken. Voor alle waterstaatswerken gelden regels voor diverse activiteiten. Deze regels zijn vastgelegd in de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas. Op grond van de Keur mogen door derden geen activiteiten aan of bij waterstaatswerken worden uitgevoerd zonder vergunning van het waterschap (watervergunning). Ook kunnen in de legger onderhoudsverplichtingen worden geregeld. Voor de leggerwijziging zal separaat aan dit projectplan een besluit worden genomen. De overige vergunningen en besluiten zijn verder van belang: Omgevingsvergunning, onderdelen; kapvergunning, bouwvergunning en aanlegvergunning Ontheffing Provinciale Milieuverordening Vergunning van het Waterbedrijf Limburg De door instanties te verlenen vergunningen zijn allen onderhevig aan een vergunningprocedure waarbij derden een zienswijze kunnen indienen. Naar verwachting leveren de vereiste vergunningen geen problemen op.
3.3
Planning De procedure met betrekking tot herziening van het bestemmingsplan loopt minimaal tot juli 2012, de omgevingsvergunningen worden naar verwachting eerder afgegeven. Bij een positief resultaat hiervan wordt de aanbestedingsprocedure opgestart en zal in de periode van het 4 kwartaal van 2012/1 kwartaal van 2013 de uitvoering plaats vinden. e
3.4
e
Overige uitvoeringsaspecten In het kader van de voorbereiding van het project zijn enkele (vooronderzoeken uitgevoerd die noodzakelijke informatie ten behoeve van de uitvoering verschaffen. De volgende onderzoeksrapporten zijn hierdoor beschikbaar: 1. 'In-situ partijkeuring grond ten behoeve van de aanleg van een watergang bij de Rothemermolen te Meerssen', d.d. 30 juni 2009. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. 2. 'Deelsaneringsplan incl. onderzoek ten behoeve van de aanleg van een watergang bij de Rothemermolen te Meerssen', d.d. 23 juli 2009. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. ./ 3. 'Verkennend bodemonderzoek herinrichting slibvang Kanjel', d.d. 30-1-2012. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. 4. 'Nader waterbodemonderzoek Kanjel en Gelei', d.d. 8-9-2009. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. 5. 'Archeologisch bureauonderzoek Kanjel 2 te Meerssen, gemeente Meerssen', d.d. 27 maart 2012. Opgesteld door Econsultancy.
121035/ARN
9/11
Waterschap Roer en Overmaas
6. 'Archeologisch bureauonderzoek Kanjel 1 te Maastricht, gemeente Maastricht', d.d. 23 juni 2011. Opgesteld door Econsultancy. 7. 'Vooronderzoek Conventionele Explosieven t.p.v. herinrichting slibvang Kanjel', d.d. 23 juni 2011. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. 8. Notitie; 'Herinrichting slibvang Kanjel en Gelei onderdeel 3, flora en fauna quickscan', d.d. 24 juni 2011. Opgesteld door het adviesbureau Royal Haskoning. 9. 'Meerssen, Rothemermolen, Boomveiligheid controle bruine beuk', d.d. 14-92011. Opgesteld door Pius Floris Boomverzorging. 10. 'Aanvullende gegevens deelsaneringsplan inclusief onderzoek Rothemermolen te Meerssen', 19 oktober 2009, uitgevoerd door adviesbureau Royal Haskoning 11. Saneringsbeschikking provincie Limburg onder kenmerk CAS200900014419 DOC200900123125 d.d. 26 november 2009 12. Saneringsbeschikking provincie Limburg onder kenmerk CAS200900016812 DOC200900121133 d.d. 21 december 2009 13. Besluit zijnde wijziging op de saneringsbeschikking door provincie Limburg op 16 december 2011 14. Memo's van het waterschap, d.d. januari 2012 en d.d. februari 2012. Opgesteld door Henk Bodelier en Yvonne Eggels. 4
Risico's Ten behoeve van aanleg van de inlaatvoorziening en omleidingsbeek is een omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente Meersen. Om de sedimentatiezone te kunnen aanleggen dient het bestemmingsplan te worden herzien. Momenteel vindt er ter hoogte van de Rothemermolen in het kader van de archeologie een verkennend booronderzoek plaats. Afhankelijk van de resultaten hiervan dient wellicht na het doorlopen van de bestemmingsplan procedure nog een omgevingsvergunning te worden aangevraagd voor de aanleg van de sedimentatiezone. Ook zal afhankelijk van de resultaten van het verkennend booronderzoek mogelijk nog een programma van eisen opgesteld dienen te worden ten behoeve van archeologische begeleiding tijdens de uitvoering. Dit programma van eisen dient te worden goedgekeurd door de gemeente Meerssen. De omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van de stapelmuur dient nog te worden aangevraagd bij de gemeente Maastricht. Omdat tijdens deze (vergunning)procedures door derden zienswijzen ingediend kunnen worden blijft hier een risico aanwezig dat de vergunning(en) uiteindelijk niet wordt verkregen of het bestemmingsplan niet wordt aangepast. Ook dient de Ontheffing van de Omgevingsverordening nog te worden aangevraagd bij de provincie Limburg ten behoeve van de werkzaamheden nabij de Rothemermolen. Verder is het waterschap in gesprek met de Woningstichting Servatius en de huurders van de woningen aan de Willem Alexanderweg om te komen tot definitieve afspraken ten behoeve van de uitvoering. Ook met het Waterschapsbedrijf Limburg vinden nog gesprekken plaats om een deel van de parkeerplaats van de RWZI Limmel te mogen gebruiken voor het lossen en opslaan van Ardennergres stapelstenen. De te realiseren beekloop benedenstrooms^van de sedimentatiezone en de te realiseren ontwateringsterrein zijn gelegen in de^êeschermingszone van een WBL transportleiding. De nieuw te realiseren beekloop kruist deze leiding op 2 plaatsen. De transportleiding betreft de aansluiting van Meerssen. Het W B L is met de gemeente Meerssen in gesprek om deze leiding over te dragen. De gemeente zal de leiding gaan gebruiken als bergingsriool.
121035/ARN
10/11
Waterschap Roer en Overmaas
Er dient met het WBL en indirect de gemeente Meerssen nog overeenstemming te worden bereikt over het plan, de uitvoering hiervan en de te treffen voorzieningen. 5
Procedure Na definitieve vaststelling kan degene wiens belang rechtstreeks bij het projectplan is betrokken tegen dit projectplan beroep instellen conform artikel 8.1 Algemene wet bestuursrecht. Hij dient daartoe binnen zes weken na bekendmaking van het projectplan beroep in te stellen bij de rechtbank. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van beroep. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen over het ontwerp van dit projectplan naar voren heeft gebracht. Een beroepschrift moet in tweevoud worden gericht aan de rechtbank Maastricht, Postbus 1988, 6201 BZ Maastricht, onder overlegging van een afschrift van dit projectplan. Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Maastricht, op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld. Voor de behandeling van het beroep en/of het verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Wij verzoeken u vriendelijk een afschrift van het beroep en/of het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te zenden aan het dagelijks bestuur van Waterschap Roer en Overmaas.
6
Contactpersoon uitvoering Mireille Arntz treedt op als projectleider vanuit Waterschap Roer en Overmaas.
121035/ARN
11/11
.Geul
Weert Geul
*,
%
Overlaat Vaeshartelt
Zonnevang 10.817
Geu ke
vijver Kruisdonck Rothem 10.813
Groene C
Rothem Legenda «•«•••» Nieuwe loop (primair) Huidige loop (wordt secundair)
1
Huidige loop handhaven
1
Huidige loop te dempen
Overzicht m.b.t. project 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij nieuwe of ijzeren molen te Rothem'.
Get.: Kanjel
06-03-'12 H.D.
Gew.: Schaal: 1 :10000 Tek.nr.: K12-033 Blad:
Blsoord
1 van 2 bladen
Formaat: A4 ) Topografische Dienst Kadaster
Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD Sittard Tel. 046-4205700
Meerssen B
6464
Legend Eigendom WRO. Overzichtskaartje (schaal 1:25.000)
Achter
Kadastrale situatie t.b.v. grondverwerving en vestiging zakelijk recht met Habets Bouwontwikkeling t.b.v. project 'Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat nabij nieuwe of ijzeren molen te Rothem'. Get.:
evang ïesharte
i Gevestigd zakelijk recht
06-03-'12 H.D.
Gew.: Schaal: 1 :2000 Tek.nr.: K12-033 Blad:
2 van 2 bladen
Formaat: A4 © Topografische Dienst Kadaster
Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185
6130 AD Sittard Tel. 046-4205700
Legenda oammmm
nieuwe stapelmuur aan rechteroever
Overzicht m.b.t. project 'Herinrichting deeltraject Kanjel e n vernieuwing waterinlaat nabij nieuwe of ijzeren molen te Rothem, onderdeel a a n l e g stapelmuur nabij de Willem Alexanderweg in Maastricht'. Get.
15-03-2012 J.S.
Gew. Schaal: 1 : 10000 Tek.nr.: K12-35 Blad: Formaat: A4 Topografische Dienst Kadaster
Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD Sittard Tel. 046-4205700
3836
/\
4835
Maastricht 1
Maastricht G
Legenda
Overzichtskaartje (schaal 1:25.000)
|
| eigendom gem. Maastricht
|
| eigendom woningstichting Servatius
Kadastrale situatie t.b.v. grondverwerving m.b.t Project 'Herinrichting deeltraject Kanjel e n vernieuwing waterinlaat nabij de Nieuwe of Ijzeren Molen te Rothem, onderdeel aanleg stapelmuur nabij de Willem A l e x a n d e r w e g in Maastricht'. Get.: 15-03-2012 Gew.: Schaal: 1 : 1000 Tek.nr.: K12-034 Blad: Formaat: A4 ©Topografische Dienst Kadaster
Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD Sittard Tel. 046-4205700
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 11
Onderwerp Aanvraag afkoppelsubsidie van de gemeente Voerendaal Portefeuillehouders) J.H.J. van der Linden Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Bladzijde 5, 3e bullet Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Watersysteem Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Positief beschikken op de aanvraag en een bijdrage van € 6.300,- beschikbaar stellen voor het project Afkoppelen regenwater Colmont
Toelichting Om in aanmerking te komen voor een bijdrage op grond van de Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007-2012 heeft de gemeente Voerendaal op 29 maart 2012 een afkoppelplan ingediend voor het project Afkoppelen regenwater Colmont. De aanvraag van de gemeente Voerendaal, die voor u ter inzage ligt, is getoetst aan de hiervoor opgestelde criteria. Na ontvangst van aanvullende gegevens op 2 mei 2012, blijkt de aanvraag te voldoen aan de voorwaarden. In totaal is voor gemeentelijke afkoppelprojecten in Voerendaal € 15.000,- beschikbaar. Met het afkoppelen van 3.500 m aan dakoppervlak, komt het project in aanmerking voor een bijdrage van € 6.300,-. Dit bedrag is volledig bescfiikbaar. 2
Beoogd effect De stimuleringsregeling heeft tot doel gemeenten, particulieren en bedrijven te stimuleren om bestaand verhard oppervlak af te koppelen van het riool. Met een financiële bijdrage in de meerkosten van het scheiden van schone en vuile waterstromen, geeft het waterschap aan het belang van afkoppelen te ondersteunen.
121075/RE
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
Duurzaamheid Afkoppelen van regenwater draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast en verdroging, aan besparing op zuiveringskosten en aan het terugdringen van overstorten. Financiële consequenties De stimuleringsregeling geldt voor de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2012. Voor de periode 2007 t/m 2011 is in totaal € 1.500.000,- gereserveerd, waarbij het bedrag is verdeeld over de gemeenten naar rato van het aanwezige verhard oppervlak. Voor de gemeente Voerendaal is in totaal € 15.000,- beschikbaar voor gemeentelijke projecten. Dit is de eerste aanvraag van de gemeente Voerendaal. Na toekennen van de bijdrage van € 6.300,- voor het project Afkoppelen regenwater Colmont, is voor Voerendaal nog € 8.700,- beschikbaar. De bijdrage is voorzien in de post 'bijdrage afkoppelen gemeenten' (07500-440205). Communicatie De beschikking op de aanvraag wordt aan de gemeente bekend gemaakt. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121075/RE
2/2
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 12
Onderwerp Aanvraag afkoppelsubsidie van de gemeente Sittard-Geleen Portefeuillehouders) J.H.J, van der Linden Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuursprogramma Bladzijde 5, derde bullet Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Watersysteem Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel Positief beschikken op de aanvraag en een bijdrage van € 5.670,00 beschikbaar stellen voor het project Afkoppelen ijshal Glanerbrook te Geleen.
Toelichting Om in aanmerking te komen voor een bijdrage op grond van de Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007-2012 heeft de gemeente Sittard-Geleen op 28 februari 2012 een afkoppelplan ingediend voor het project Afkoppelen ijshal Glanerbrook te Geleen. De aanvraag van de gemeente Sittard-Geleen, die voor u ter inzage ligt, is getoetst aan de hiervoor opgestelde criteria. Na ontvangst van aanvullende gegevens, blijkt de aanvraag te voldoen aan de voorwaarden. In totaal is voor gemeentelijke afkoppelprojecten in Sittard-Geleen € 120.000,- beschikbaar. Met het afkoppelen van 3.150 m aan dakopperyJjik komt het project in aanmerking voor een bijdrage van € 5.670,-. Dit bedrag is volledig beschikbaar. 2
Beoogd effect De stimuleringsregeling heeft tot doel gemeenten, particulieren en bedrijven te stimuleren om bestaand verhard oppervlak af te koppelen van het riool. Met een financiële bijdrage in de
121031/RE
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
meerkosten van het scheiden van schone en vuile waterstromen geeft het waterschap aan het belang van afkoppelen te ondersteunen. Duurzaamheid Afkoppelen van regenwater draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast en verdroging, aan besparing op zuiveringskosten en aan het terugdringen van overstorten. Financiële consequenties De stimuleringsregeling geldt voor de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2012. Voor de periode 2007 t/m 2011 is in totaal € 1.500.000,- gereserveerd, waarbij het bedrag is verdeeld over de gemeenten naar rato van het aanwezige verhard oppervlak. Voor de gemeente Sittard-Geleen is in totaal € 120.000,- beschikbaar voor gemeentelijke projecten. De bijdrage van € 5.670,- waarvoor het project Afkoppelen ijshal Glanerbrook te Geleen in aanmerking komt, is volledig beschikbaar. Daarmee komt het restant budget voor de gemeente op € 114.330,-. De bijdrage is voorzien in de post 'bijdrage afkoppelen gemeenten' (07500-440205). Communicatie De beschikking op de aanvraag wordt aan de gemeente bekend gemaakt. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121031/RE
2/2
Waterschap ^ Roer en Overmaas 2
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 13
Onderwerp Jaarrekening 2011 van Stichting Het Waterschapshuis Portefeuillehouders) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterheheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bedrijfsvoering Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
Voorstel De jaarstukken 2011 van Stichting Het Waterschapshuis voor kennisgeving aannemen.
./.
Toelichting Bijgaand treft u aan de jaarrekening 2011 van Stichting Het Waterschapshuis. Het boekjaar 2011 is afgesloten met een positief resultaat van € 110.878, welk resultaat wordt toegevoegd aan een aantal bestemmingsreserves. Beoogd effect Financiële afsluiting van het boekjaar 2011 van Stichting Het Waterschapshuis. Financiële consequenties De bijdrage voor W R O bedroeg conform de oorspcohkelijke begroting 2011 € 625.004. Na een 1e en 2e herziening van de begroting 2CM1 bedroeg de bijdrage van W R O € 512.847. De secretaris/directeur,
k
ing. J.M.G. In den Kleef 121093/HOU
Inkomende post - 5084
Deloitte
Detoltto Accountants B.V. KroonparkIO
6831GV Arnhem Postbus 30265
6803 A6 Arnhem Nederland Tet(088)2882888 Fa* ©88) 2889777 www.detoltte.nl
ControleverWarrag van de onafhankelijke accountant Aan het bestuur van Stichting Het Waterschapshuis te Amersfoort Wij hebben de in de jaarstukken, in paragraaf 3.1 tot en met paragraaf 3.7.6, opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Het Waterschapshuis te Amersfoort gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de rekening van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid, van Het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van dé jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Dezerisico-inschattingenhebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Deldtte Accountants 8.V.IS ingeschreven In het handelsregister van de Kamer van Koophandel te
Rotterdam onder nummer 24362853,
Member of
Detoitte Touche Tohroatm Limited
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 1 van 2
3100247545/0637/cv/mvl2
Inkomende post - 5084
Deloitte.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Het Waterschapshuis per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Arnhem, 19 april 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: M.CJ.M. Bekker RA
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 2 van 2
3100247545/0637/cv/mvl2
•••• j
Waterschaps
)
Jaarstukken 2011 Stichting Het Waterschapshuis - April 2 0 1 2 Decos nr. 2012-2927
J i j
-
Jaarstukken 2011 1 2 3
Bestuursverslag... Kerngegevens.............. Jaarrekening 2011..... • 3.1 Balans per 31 december 2011 3.2 Staat van baten en lasten 2011 3.3 Kasstroomoverzicht 2011 3.4 Waarderingsgrondslagen 3.4.1 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 3.4.2 Voorzieningen voor personeelsbeloningen 3.4.3 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat , 3.4.4 Grondslagen voorde opstelling van het kasstroomoverzicht 3.5 Toelichting Balans 3.5.1 Immateriële vaste activa 3.5.2 Materiële vaste activa 3.5.3 Onderhanden werk 3.5.4 Vorderingen en overlopende activa 3.5.5 Liquide middelen 3.5.6 Algemene reserves 3.5.7 Bestemmingsreserves 3.5.8 Afrekening Waterschappen 3.5.9 Kortlopende schulden 3.5.10 Saldo Projectrekeningen 3.5.11 Overige passiva 3.6 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen.. 3.6.1 Meerjarige financiële verplichtingen 3.6.2 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 3.7 Toelichting Staat van baten en lasten 2011 3.7.1 Algemeen 3.7.2 Toelichting baten 3.7.3 Toelichting lasten 3.7.4 Financiële baten en lasten 3.7.5 Bijzondere baten en lasten 3.7.6 Ondertekening 4 Overige gegevens...... • • 4.1 Gebeurtenissen na balansdatum 4.2 Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2011 4.3 Controleverklaring 5 Kanteling HWH begroting 2011 6 Afrekening waterschappen •
April 2012
*HetWaterschapshuis • •
,
•
••••• 2 ..5 7 7 8 9 10 10 10 11 11 12 12 12 13 14 14 14 15 16 16 16 17 18 18 18 19 19 19 19 22 22 23 24 24 24 24 25 28
1
0**0 Jaarstukken 2011
I
HetWaterschapshuis
Bestuursverslag
Inleiding
Voor u ligt de jaarrekening 2011 van de stichting Het Waterschapshuis (HWH). In dit jaarverslag wordt gerapporteerd over het afgelopen boekjaar, waarin een positief resultaat van € 110.878 is behaald. De stichting Het Waterschapshuis is op 28 december 2005 opgericht en heeft haar zetel te Amersfoort. Na een voorzichtig begin zijn de financiële en uitvoerende activiteiten van HWH inmiddels tot wasdom gekomen. Het verslag over de financiële verantwoording over 2011 vindt u bijgevoegd bij dit document. Programma's
In • • • •
2011 heeft Het Waterschapshuis de volgende programma's uitgevoerd: Diensten Basis Diensten Externe Dienstverlening Diensten Data Bedrijfsfunctie: o Keringen o Watersysteembeheer o Vergunningverlening en Handhaving o Afvalwaterzuivering • Architectuur en Standaarden In het programma Diensten Basis is de aanbesteding van het Beheer en Onderhoud van IRIS succesvol aanbesteed. Daarnaast is de GeoVoorziening tot stand gekomen om invulling te geven aan de Europese wettelijke verplichting van INSPIRE. Diensten Externe Dienstverlening heeft de in 2010 ingezette aanpassing van het programma aan de veranderende aandacht en financiering van de Rijksoverheid doorgezet. De focus ligt op een beperkter aantal producten en diensten rondom wet- en regelgeving van de Rijksoverheid. Het besluitvormingsproces voor een nieuwe gezamenlijke voorziening voor de website van de waterschappen is afgerond. De uitvoering van Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) binnen het programma Diensten Data Is in 2011 voorspoedig verlopen. De samenwerking met Rijkswaterstaat heeft in 2011 duidelijk meer kracht en diepgang verkregen. Een resultaat van die intensieve samenwerking binnen AHN heeft de weg geëffend naar een duidelijke verdere uitbouw van de samenwerking met Rijkswaterstaat. Dit heeft mede geleid tot de samenwerking rond Beeldmateriaal. De deelnemende overheden aan Beeldmateriaal zijn: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Kadaster, Rijkswaterstaat, ProRail, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (incl. CBS), Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Veiligheid en Justitie (incl. vts Politie Nederland)), de provincies en de waterschappen. Binnen de bedrijfsfuncties programma's is het volgende gerealiseerd. Vergunningverlening en Handhaving
In release 1.1B van IRIS zijn de functionele verbeteringen met de hoogste prioriteit als gevolg van de invoering van de Waterwet gerealiseerd. Dit op basis van de eerder uitgevoerde impactanalyse. Tevens is het keuzetraject IRIS VenH uitgevoerd. De uitkomsten hiervan worden in een business case vastgelegd. Daarnaast is de koppeling met OLO Water voorbereid. Afvalwaterzuivering
Het keuzetraject IRIS Lis is uitgevoerd en heeft als resultaat dat de module IRIS LIS functioneel dient te worden opgewaardeerd. Tevens is de business case Z-Info voorbereid. Keringen
De in beheername van Digispectie is voorbereid. De overdracht van de functionaliteit van de IRIS module Boezemwaterkeringen naar IRIS Keringen is voorbereid zodat IRIS BWK kan worden uitgefaseerd. De in beheername van het centrale informatiesysteem Vangstregistratie is voorbereid.
April 2012
2
Jaarstukken 2011
m HetWaterschapshuis
Watersysteembeheer
Het keuzetraject IRIS OWA is uitgevoerd. Het project IRIS Datamodel WATIS en Legger is gestart. In 2011 is binnen het programma Architectuur en Standaarden in samenwerking met de waterschappen een basis gelegd voor een gezamenlijke referentiearchitectuur voor de informatievoorziening van de waterschappen, de WILMA. De WILMA is nog niet af en wordt in 2012 doorontwikkeld. De WILMA is via internet toegankelijk gemaakt voor onderlinge uitwisseling en gebruik in de programma's en projecten. Er is met en voor de architecten van de waterschappen een opleidingsprogramma gerealiseerd om het werken met en onder architectuur te ondersteunen en te bevorderen. Bedrijfsvoering
De hybride situatie waarbij zowel een stichtingsbestuur als een dagelijks bestuur a.i. actief was, heeft veel gevraagd van de bestuursondersteuning, de keuzes die er gemaakt moesten worden ten aanzien van te volgen wet- en regelgeving en de daarmee gepaard gaande 'routes' inzake onder meer goedkeuring begroting en opstellen jaarrekening. Per eind 2011 is een nieuw bestuur aangesteld, zie hoofdstuk 2. Binnen de afdeling Bedrijfsvoering is een aantal stappen gezet, waarvan de voornaamste het overhevelen en in eigen beheer nemen van de financiële administratie van Het Waterschapshuis is. Met dankzegging aan waterschap de Dommel voor de diensten van de afgelopen jaren, was per 2011 de tijd rijp om de financiële administratie als ruggengraat van de HWH organisatie dichter naar de organisatie toe te halen en een professionaliseringsslag in te zetten. Ook is voor een beperkt aantal uren per maand een controller ingehuurd. Per 2012 is aanvullend budget beschikbaar gesteld door de waterschappen om de controlfunctie in te richten. De opmerkingen van de accountant in het jaarrekeningrapport van 2010 zijn ter harte genomen. De controle op de jaarrekening 2011 is aanzienlijk beter verlopen dan in voorgaande jaren. Dit geeft aan dat HWH steeds beter'in control' is ten aanzien van de financiële stromen. Daarnaast is per 2011 de P&O functie in eigen beheer genomen, is een inkoopadviseur in dienst genomen en is modernisering van de it omgeving van HWH ingezet. Op alle drie de onderdelen is beleid ontwikkeld en profiteert de organisatie van meer kennis in huis. Tevens heeft er een archiefinspectie plaatsgevonden door de Provincie Utrecht, in het kader van HWH als Gemeenschappelijke regeling, Hier is een advies uit voortgekomen waar in 2012 opvolging aan zal worden gegeven, Vanwege het belang van juiste en tijdige communicatie is een communicatieteam ingericht. In 2012 vormt dit onderdeel een speerpunt voor bedrijfsvoering. Ten aanzien van het vergadercentrum, dat een enorme toename van het aantal bezoekers heeft gekend in 2011, heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Op basis van de evaluatie worden voorstellen gedaan, deze liggen thans ter besluitvorming voor. Het HWH bestuur heeft reeds ingestemd met verlenging van het huurcontract, dat oorspronkelijk een duur van 3 jaar kende en zou verlopen per 31-12-2012, Begroting 2012
De begroting 2012 wordt als stuurinstrument gebruikt. Aanvankelijk was de programmering van HWH op werkvelden gebaseerd (bijv. "het werkveld IRIS"). In deze werkvelden werden verschillende bedrijfsfuncties (kwaliteit, kwantiteit, veiligheid etc.) naast elkaar gebruikt. In 2011 is er voor gekozen om die organisatie beter te laten aansluiten op de praktijk van de waterschappen door de HWH programma's te baseren op bedrijfsfuncties. Als gevolg hiervan en in het kader van de professionalisering van HWH zijn in 2011 per bedrijfsfunctie programmaplannen opgesteld, waarin op hoofdlijnen is vastgesteld welke doelstellingen voor 2012 zijn onderkend. Vervolgens zijn die programmaplannen in de jaarplannen van 2012 verder uitgewerkt. De jaarplannen zijn dan ook gedetailleerder dan de programmaplannen. In dit verband wil ik één van de succesvolle activiteiten van HWH noemen: de aanbesteding van het project beeldmateriaal. In dit project heeft HWH haar rol als aanbestedende dienst niet alleen namens de waterschappen maar ook namens het Kadaster, het Rijk, Prorail en vele anderen goed op de kaart gezet. In dit project zal van aanzienlijke geldstromen sprake zijn. HWH is daar op voorbereid.
April 2012
3
Jaarstukken 2011
*
HetWaterschapshuis
Conclusie Het jaar 2011 is voor Het Waterschapshuis een belangrijk jaar geweest, waarin zij zowel wat betreft de bedrijfsvoering als de uitvoering en beheer van projecten belangrijke stappen heeft gezet op de weg naar een volwassen organisatie. Hoewel die weg nog niet volledig is afgelegd, is het bestuur er van overtuigd dat er een duidelijke voortgang geboekt is. J.A.M. Vos Voorzitter Stichting Het Waterschapshuis Stichtingsbestuur Het Waterschapshuis Namens deze: 19 april 2012
Drs. J.W.A. van Enst
April 2012
4
Jaarstukken 2011
2
HetWaterschapshuis
Kerngegevens
Algemeen
Naam: Stichting Het Waterschapshuis Adres: Stationsplein 89, 3818 LE Amersfoort Doelstelling
Het Waterschapshuis is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. Het Waterschapshuis heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in dat de kosten van beheer en onderhoud en nieuwe projecten scherper in beeld moeten worden gebracht. Dit wordt ten behoeve van de begroting 2014 opgepakt. de natte sector. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven. Doelen • het aantoonbaar verbeteren van de efficiëntie en het vergroten van de innovatieve slagkracht op het gebied van ICT-processen van de in Nederland gelegen waterschappen; • het vergroten van de kwaliteit en vergroten van het bereik van de ICT-toepassingen, die door de waterschappen worden gebruikt; • het bevorderen van de onafhankelijkheid van de waterschappen van leveranciersapplicaties; • het verbeteren van het imago als professionele moderne overheid; • bijdragen aan het zo goedkoop en effectief mogelijk uitvoeren van de waterschapstaken en het vertalen van het gewenste informatiebeleid naar strategische inzet van ICT-middelen voor de doelmatige bedrijfsvoering, • op bovengenoemde terreinen samenwerking realiseren met de andere overheden en daaraan verbonden partijen. Missie
Rendement stuurt samenwerking, resultaten zijn zichtbaar. Het Waterschapshuis wil door samenwerken de kwaliteit en kwantiteit van ICT diensten en de innovatieve slagkracht vergroten. Door het verbeteren van de efficiëntie en het verhogen van de onafhankelijkheid van leveranciers wordt gestreefd naar kostenbesparing. Het Waterschapshuis wil dit op een transparante en inspirerende manier doen met aandacht voor zowel de aanbod- als vraagkant van de waterschappen. Samenstelling stichtingsbestuur per 31 december 2011
Per 28 december 2011 kende het stichtingsbestuur de volgende samenstelling: Dhr. H. van 't Land, Voorzitter; Dhr. H. Loijenga, Secretaris; Dhr. R. Viergever, Penningmeester; Dhr. M.E.P. van Haersma Buma lid; Dhr. J. Geluk, Lid; Dhr. G. Dalhuisen, Lid; Dhr. J. van der Veen, Lid.
Voor het gehele bestuur gold dat hun termijn als bestuur statutair in december 2011 zou eindigen. Herbenoeming was volgens de statuten niet mogelijk. Gelet op de transitie van de stichting HWH naar de Gr HWH moest er wel een bestuur worden benoemd. Om het aantal bestuursleden te beperken zijn de statuten van de stichting HWH op twee plaatsen aangepast. Het aantal termijnen waarvoor een bestuurlid kan worden benoemd is vervallen. Verder is ook het aantal bestuurleden niet meer vastgesteld op 7, maar op een aantal dat zelf door het bestuur kan worden vastgesteld. Het nieuwe bestuur heeft dit aantal vastgesteld op 5. Per 29 december 2011 bestaat het stichtingsbestuur uit de volgende leden: De heer J.A.M. Vos (voorzitter) De heer GJ. van den Brandhof (Secretaris) De heer H. Ruben (Penningmeester) April 2012
5
# *m Jaarstukken 2011
Het Waterschapshuis
De heer A.F. Kolkman (Lid) De heer H. Pluckel (Lid) Begeleidingscommissies
Bij grote projecten of omvangrijke systemen worden er begeleidingscommissies (voorheen programmacommissies) ingesteld. De begeleidingscommissies ondersteunen HWH bij de uitvoering van de programma's. Begeleidingscommissies hebben geen verantwoordelijkheid voor de programmering (vraagkant) van HWH. Daarvoor zijn kringen van proceseigenaren en het i-platform (I&A managers) actief, die de programmaraad over nieuwe onderwerpen voor HWH adviseert. Deze adviezen worden door de programmaraad gebundeld en voorzien van een positieve business case alsmede intentie verklaringen van waterschappen die willen deelnemen aangeboden aan het bestuur van HWH. Op basis van de adviezen van de programmaraad, de business case, de intentieverklaringen en een positief advies over de uitvoerbaarheid van het programma door HWH, zal het bestuur een besluit nemen. Met dit besluit geeft het bestuur van HWH de directeur van HWH de opdracht om een project uit te voeren. De directeur die namens HWH verantwoordelijkheid heeft, heeft dus ook de bevoegdheid om bij de uitvoering besluiten te nemen. De begeleidingscommissies begeleiden hem daarbij. Tegelijkertijd worden de begeleidingscommissies bij hun werk bijgestaan door een wijzigingsadviescommissie (WAC). In een WAC worden mogelijke verbeteringen in een programma besproken. In een WAC zitten daarom inhoudelijk deskundigen aan tafel. De WAC legt haar ideeën voor aan de begeleidingscommissie. In de WAC en in de BC worden door HWH medewerkers van waterschappen benoemd die niet hun eigen waterschap vertegenwoordigen, maar zitting hebben namens alle waterschappen. Om te voorkomen da de individuele stem van de waterschappen in dit proces verloren gaat zijn er naast de BC en de WAC ook gebruikersoverleggen georganiseerd. Tijdens deze overleggen krijgen waterschappen de gelegenheid om namens zichzelf opmerkingen te maken. Deze opmerkingen worden dan binnen de WAC en BC gewogen en op hun merites beoordeeld. Op dit moment zijn de volgende begeleidingscommissies actief: Watersysteembeheer Waterkeringenbeheer Afvalwaterzuivering Vergunningverlening en Handhaving Diensten Architectuur en Standaarden Organisatie en beheer in 2011
In december 2005 is Het Waterschapshuis een stichting geworden. Dit was noodzakelijk, omdat er diverse projecten binnen Het Waterschapshuis zijn, waarvoor een juridische status noodzakelijk was en is. Zo worden er met diverse leveranciers gesprekken gevoerd over mantelcontracten, er worden applicaties beheerd en er worden namens de waterschappen aanbestedingen gedaan. Het bestuur verschaft de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen tijdig alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting die deze mocht verlangen. De Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen is bevoegd inzage te (doen) nemen van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting. Het bestuur legt jaarlijks voor aanvang van elk boekjaar een jaarplanning van activiteiten met bijbehorende begroting ter advies voor aan de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen. In 2010 zijn de eerste stappen gezet ten aanzien van de transitie van Stichting naar Gemeenschappelijke regeling. Per 1 juli 2010 is de Gemeenschappelijke regeling HWH van kracht geworden. De transitie van de activa en passiva van de stichting naar de Gr heeft echter nog niet plaatsgevonden. Qua procedure heeft de begroting 2011 in het jaar 2010 reeds de Gr route gevolgd en is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Gr HWH. Omdat de transitie nog niet had plaatsgevonden werd tevens door het AB besloten dat de begroting aan de stichting zou worden overgedragen, zodat deze de begroting kon gaan uitvoeren. De stichting heeft daartoe de begroting eveneens vastgesteld. Totstandkoming jaarrekening
Bij de totstandkoming van deze jaarrekening is, anders dan in voorgaande jaren, het uitgangspunt genomen de project inkomsten en uitgaven inzichtelijk te maken in de staat van baten en lasten. De gekantelde indeling naar bedrijfsfuncties is als basis gehanteerd voor deze jaarrekening.
April 2012
6
•••••
Jaarstukken 2011
#
HetWaterschapshuis 3 3.1
Jaarrekening
2011
Balans per 31 december 2011
Activa (na resultaat bestemming) 31-12-2011
31-12-2010 €
Vaste activa
€
immateriële vaste activa
729.853
5.470.219
materiële vaste activa
516.105
387.916
1.245.958
5.858.135
1.616.364
7.465.557
16.303.571
5.740.516
1.649
2.863
17.921.585
13.208.936
Totaal vaste activa
Vlottende activa
onderhanden werk vorderingen en overlopende activa liquide middelen Totaal vlottende activa
Tot;i::l activa
,. |,9.41 «7.543
19.067.072,
Passiva (na resultaat bestemming) 31-12-2010
31-12-21011 €
€
bestemmingsreserves
2.279.638
2.168.759
Totaal eigen vermogen
2.279.638
2.168.759
afrekening Waterschappen
2.349.300
2.844.902
crediteuren
1.483.526
6.501.630
10.174.264
5.224.010
2.133.047
1.694.831
747.769
632.941
Totaal vlottende passiva
16.887.906
16.898.313
Totaal passiva
19.167.543
19.067.072
Eigen vermogen
Vlottende passiva
rekening-courant NWB Bank saldo projectrekeningen overige passiva
April 2012
7
Jaarstukken 2011 3.2
HetWaterschapsh uis
Staat v a n baten en lasten 2011
Exploitatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
14.289.371
20.108.672
5.035.931
830.949
38.186
87.513
20.146.858
5.123.444
Baten bijdrage waterschappen overige opbrengsten Incidentele baten
17.533
Wijzigingen in Onderhanden Projecten
3.099.346 Subtotaal
18.237.198
Lasten kapitaallasten personeelskosten duurzame gebr.goederen
595.942
1.554.429
645.040
2.613.600
3.758.200
2.246.234
46.270
gebruiks- en verbruiksgoederen
119.316
huren en rechten
286.803
belasting en verzekering
18.190 63.831
996.500
167.057
5.696
overige diensten door derden
7.183
14.399.642
13.721.729
1.081.134
0
30.000
0
Subtotaal
18.067.268
20.060.858
4.228.669
Bedrijfsresultaat
lf;0 'PA
% 000
onvoorzien
-:p. y>j
r
^^^86^00 ^^^24^75
Financiële baten en lasten
Bijzondere baten
11.211.285
Bijzondere lasten
-11.211.285 Subtotaal
0
0
0
P
110.878
0
V/i'öJi
Resultaatbestemming: afschr.rente ODB/ESB
939.837
Resultaatbestemming: budget sociaal plan
-33.239
64.511
Resultaatbestemming: business case
120.000
-92.315
Resultaatbestemming: jaarrekening Transitie Resultaatbestemming: algemeen Transitie
50.000 -30.789
101.726 -193.959
Resultaatbestemming: AHN Resultaatbestemming: Kantoormeubilair 3«i',ul:;bfit na resuitaatbejiemininrj
April 2012
54.907 0
0
0
8
Jaarstukken 2011
3.3
HstWaterschapshuis
Kasstroomoverzicht 2011
De kasstroom binnen de Stichting is geanalyseerd met behulp van de zogenaamde indirecte methode. Dit betekent dat als basis de resultaatbepaling uit de verlies- en winstrekening is genomen. Hierna zijn correcties gedaan met betrekking tot aanvullende ontvangsten/uitgaven en voor in werkelijkheid niet ontvangen/uitgegeven bedragen. Kasstroomoverzicht
2:011
2010
1. Kasstroom uit operationele activiteiten:
169.931
1.088.735
595.942
645.040 -295.687
-4.714.029 -4.960.661
-4.294.961 7.103.943
-59.053
-24.975
-8.967.870
4.222.095
- investeringen materiële vaste activa - (des)investeringen immateriële vaste activa
-237.851 4.254.253
-97.583 -740.636
Totaal kasstroom (1. en 2.)
-4.551.463
3 333 876
-5.221.147 -10.172.615
-8.605.023 -5.221.147
-4,9:51.468
3.383.876
Bedrijfsresultaat Correcties voor: - afschrijvingen (kapitaallasten) - mutaties voorzieningen correctie bestemmingsreserves Veranderingen in vlottende middelen: - correctie vlottende activa - correctie vlottende passiva Ontvangen/Betaalde interest: Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten:
Saldo liquide middelen 31 december 2010 Saldo liquide middelen 31 december 2011 Kasstroom
April 2012
9
0 *0 ff) He t Waterschapsh uis
Jaarstukken 2011 3.4 3.4.1
Waarderingsgrondslagen Grondslagen
voor de waardering
van activa en passiva
Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De richtlijn RJ 640 "Organisaties-zonderwinstoogmerk" wordt hier gehanteerd. Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa komen voort uit de in Het Waterschapshuis onderkende programma's. Deze activa worden gewaardeerd tegen de historische verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Projecturen worden gewaardeerd tegen de integrale salariskosten op basis van inzet van fte's. De afschrijving start op het moment van ingebruikname. De economische levensduur bedraagt veelal 5 jaar. Een deel van de immateriële activa is nog "in opbouw". Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname.
Onderhanden werk
Ook het Onderhanden werk komt voort uit de hiervoor bedoelde programma's. Het grote verschil met de Immateriële vast activa is dat de onder dit hoofd opgenomen zaken niet tot eigendom van HWH leidt. Bijdragen van de deelnemers vereffenen de Onderhanden Werk positie van HWH. Vlottende activa
De vlottende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid gevormd. Deze voorziening is via de statische methode gevormd. Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd op nominale waarde en staan ter vrije beschikking. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het saldo van de rekening baten en lasten. De reserves zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. 3.4.2
Voorzieningen
voor
personeeisbelonlngen
Stichting Het Waterschapshuis is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Deze pensioenregeling wordt gefinancierd door afdrachten aan het bedrijfstakpensioehfonds. De pensioenverplichting uit de regeling wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of, en zo ja welke, verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele verplichtingen, waar onder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor de stichting en worden in de balans opgenomen in een voorziening. Een pensioenvordering wordt in de balans opgenomen wanneer de stichting beschikkingsmacht heeft over de pensioenvordering, wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die de pensioenvordering in zich bergt zullen toekomen aan de stichting, en wanneer de pensioenvordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Ultimo 2011 waren er voor Stichting Het Waterschapshuis geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie. April 2012
10
#
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Vlottende passiva
De schulden op korten termijn zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. 3.4.3
Grondslagen
voor de bepaling van het
resultaat
Opbrengstverantwoording
Deels worden de kosten doorbelast aan de waterschappen op basis van de ook door de Unie van waterschappen gehanteerde 4 5 / 5 5 regel. Hierbij wordt 4 5 % van de kosten gelijkelijk over de waterschappen omgeslagen en 5 5 % verdeeld naar rato van de belastingopbrengsten van de waterschappen. Een ander deel wordt aan de opdrachtgevers doorbelast, gebaseerd op de geleverde prestaties, bijvoorbeeld IRIS waar op basis van afgenomen modules aan de waterschappen wordt gefactureerd. Verder worden de verdeelsleutel naar oppervlakte en de evenredige kostenverdeelsleutel gehanteerd. Opbrengsten van diensten worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht. De kostprijs van deze diensten wordt aan dezelfde periode toegerekend. Kosten
De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 3.4.4
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en de rekening courant onder de vlottende passiva. Ontvangen interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest en betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
April 2012
11
•
Jaarstukken 2011
3.5
HetWaterschapshuis
Toelichting Balans
3,5.1
Immateriële
waste activa
Dit betreft niet tastbare activa van Het Waterschapshuis, zowel aangeschaft als verkregen via projecten. IRIS 1.0 is eigendom van Het Waterschapshuis en wordt in 5 jaar lineair afgeschreven, wat gelijk is aan de economische levensduur. De afschrijving wordt doorbelast aan de betrokken waterschappen. De ingebruikname van IRIS is gerealiseerd in de tweede helft van 2008. De waterschapsdatabase (ODB/ESB) is ultimo 2011 volledig afgewaardeerd. Het resultaat hiervan is verwerkt in bijzondere lasten. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.5.4 Vorderingen overlopende activa. Software t.b.v. kantoorautomatisering wordt in drie jaar afgeschreven. Boekwaarde ultimo 2010
Aanschaf waarde
IRIS 1.0
1.184.338
2.368.602
ODB/ESB Software
4.256.816 29.231
37.656
2.563
Totaal
5.470 385
2.406.258
345,358
Immateriële vaste activa
3.5.2
Materiële
vaste
Investering 342.795
Afwaardering
Curn. Afschrijving Boekwaarde afschrijving 2011 ultimo 2011 1.657.985
473.721
710.617
18.420
12.558 486.279
19.236 729.853;
-4.599.611 -4.599.611
0 1.676,405
activa
Dit betreft de tastbare activa van Het Waterschapshuis. Dit zijn geactiveerde kosten van verbouwing en inrichting van het kantoor in Amersfoort, kantoorinventaris en hardware. Het kantoor is per 1 januari 2010 voor een periode van tien jaar gehuurd. De kosten van verbouwing en Inrichting van het kantoor worden eveneens in tien jaar afgeschreven. Voor de faciliteringsovereenkomst met InformatieHuis Water (IHW) is kantoorruimte op de 4 verdieping gehuurd voor een periode van 5 jaar. Kosten van IHW verbouwing en inrichting worden eveneens in 5 jaar afgeschreven. Kantoorinventaris wordt in 5 jaar afgeschreven, hardware in 3 jaar. de
Boek waarde ultimo 2010
Aanschaf waarde
Investering
307.183
524.334
184.806
Kantoorinventaris
41.995
62.599
18.132
Hardw are
38.738
85.715
34.915
672.647
237,852
156.542
Materiele vaste activa Verbouw ing/inrichting
Totaal
April 2012
387.916
,
Gum. Af»c*rifvmg Boekwaarde afschrijving 2011 ultimo 2011 103.086
70.741
421.248
14.271
11.799
48.328
39.185
27.123
46.530
109.663
516.105
12
Jaarstukken 2011 3.S.3
Onderhanden
HetWaterschapshuis werk
Het onderhanden werk geeft aan hoeveel werkzaamheden zijn verricht (door opdrachtnemer) waarvoor nog geen factuur gestuurd is naar de deelnemende waterschappen (opdrachtgever). Er is echter wel opdracht verkregen voor de werkzaamheden, waarbij een maximaal investeringskrediet is vastgesteld (maximale voorfinancieringsfaciliteit). De vereffening van OHW positie wordt volgens vastgestelde sleutel verrekend middels bijdragen aan de deelnemende waterschappen. O n d e r h a n d e n Werk OHW belastingsysteem UBS OHW WION (IRIS) OHW Roadmap2011 OHW IRIS verbeterplan OHW Aanbesteding & transitie IRIS
Stand ultimo 2010 6.268.879
Uitgaven 2011
Ontvangsten 2011
342.795
50.438
Afwaardering Ultimo 2011 6.611.674
Max. Invest. Krediet
0
n.v.t.
50.438
0
n.v.t.
148.313
-33.645
350.000
0
114.668
121.483
162.491
283.974
1.257.585
0
352.086
510.840
-158.754
377.000
1.918.000
1.024.757
2.129.634
1.236.391
n.v.t.
OHW Beeldmateriaal
0
213.637
213.637
0
OHW IRIS Keringen
0
42.989
42.989
725.000
OHW IRIS BWK
0
0
0
12.376
OHW IRISWatis
0
80.400
80.400
1.003.530
OHW IRIS Bagger
0
4.690
4.690
130.800
OHW IRIS Ergo
0
3.419
3.419
147.530
OHW Bronsyst. Flora en fauna en
0
44.713
44.713
355.000
OHW Meetnet beheer/planning
0
47.136
47.136
80.000
OHW IRIS OWA
0
11.850
11.850
165.000
345.268
50.268
244.873
0
180.992
OHW AHN inw inning en controle
OHW IRISV&H
0
OHW IRIS KIM
0
295.000
OHW IRIS Rioken
0
6.682
6.682
358.946
OHW IRIS LIS
0
11.096
11.096
41.066
OHW IRISZIS
0
0
0
50.000
-228.482
n.v.t.
OHW Z-INFO Totaal
0
177.598
406.080
7,465.557
4,091.153
3.32:3.671
6.611, .674
i.'616.364
Tenzij specifiek vermeld, zal OHW geen activa van HWH opleveren. HWH activeert dus geen kosten, zij financiert voor en brengt de rentelasten en projectkosten in rekening. Het vereffenen van de OHW positie bij HWH door de deelnemende waterschappen kan gedurende de looptijd van de uitvoeringsfase of na afloop. Door de afronding TAX-i is de belastingapplicatie UBS opgenomen als ontvangst, zijnde een vordering op de deelnemende waterschappen. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.5.4 Vorderingen overlopende activa. Het positieve resultaat van IRIS beheer is overeenkomstig het bestuursbesluit van september 2 0 1 1 als financieringsbron voor aanbesteding en transitie IRIS aangewend en zodoende als ontvangst opgenomen. Ontvangsten 2 0 1 1 betreft zowel bijdrage ter vereffening van OHW positie van HWH als (incidenteel) restant saldo projectrekeningen 2 0 1 0 als financieringsbron.
April 2012
13
#
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Meerjarig ziet het verloop van Onderhanden Werk er als volgt uit: Onderhanden Werk cumulatief 2007-2011
10.734.372
Totaal uitgaven 2007-2009 Totaal uitgaven 2010
2.770.452
Totaal uitgaven 2011
4.091.153 17.595.977
Totaal ontvangen 2007-2009
4.008.216
Totaal ontvangen 2010
2.031.052
Totaal ontvangen 2011
3.328.671
Totaal afwaardering 2011
6.611.674 15.979.613
Totaal
3.5.4
1,616.364
Vorderingen
en overlopende
activa
Vorderingen en overlopende Ultimo 2011
Debiteuren Te ontvangen / vooruitbetaalde bedragen Voorziening dubieuze debiteuren Totaal
Ultimo 2010
1.354.629
2.330.928
15.074.762
4.238.387
-125.820
-828.799
16.303,571
5.740.516
In 2011 zijn in lijn met het bestuursbesluit enkele vorderingen ten aanzien van Oracle ten laste van de voorziening gebracht, waardoor zowel het saldo debiteuren als de voorziening is afgenomen. Per 27 maart 2012 staat van deze debiteuren nog een bedrag open van € 842.000. De verwachting is dat een aantal vorderingen oninbaar is. Hiervoor is de voorziening dubieuze debiteuren ultimo 2011, voornamelijk ter dekking eventuele oninbaarheid omtrent deelname aan Oracle APPS en waterschapsnet. Afronding TAX-i is opgenomen als te ontvangen bedrag van de deelnemende waterschappen. Dit betreft zowel ODB/ESB als UBS. Op 23 maart 2012 is overeenstemming bereikt inzake de afronding van het project Tax-I. Om die reden zijn de bedragen onder de Immateriële Vaste Activa (€4.599.611) en Onderhandenwerk (€ 6.611.674) afgeboekt en opgenomen als vordering € 11.211.285. De feitelijke verrekening per waterschap wordt in 2012 beoogd. Ten aanzien van de verdeelsleutels zal de bestuurlijke commissie nader advies uitbrengen. 3.5.5
Liquide
middelen
Liquide middelen
Kas (Amersfoort)
>
Ultimo 2011
Ultimo 2010
28
61
Rabobank
1.621 ^ ^ 2 ^ 0 2
Totaal
1.649
3.5.6
Algemene
reserves
De Stichting mag overeenkomstig de Statuten geen algemene reserves hebben.
April 2012
14
Jaarstukken 2011 3.5.7
HetWaterschapshuis
Bestemmingsreserves Stand ultimo 2010
A&S rente en afschrijving ODB/ESB Bedrijfsvoering Sociaal Plan Bedrijfsvoering Jaarrekening Transitie Bedrijfsvoering Transitie Algemeen
Toevoeging 2011
Onttrekking 2011
1.935.837
Ultimo 2011 1.935.837
64.511
33.239
31.272
30.789
70.937
50.000
50.000
101.726
Business Cases
16.685
120.000
136.685
Kantoormeubilair
0
54.907
54.907
2.168.759
174.907
Totaa 1
64.028
2.279.638
Bestemmingsreserves zijn uit het vermogen gereserveerde gelden die bij bestuursbesluit kunnen worden gebruikt voor de aangewezen bestemmingen. Voor het project ODB/ESB zijn de bijdragen voor afschrijving en rente geparkeerd. In 2011 zijn hiervoor geen bijdragen geïnd. Na de afronding van hetTAX-i project zal deze bestemming worden verrekend. In 2011 is € 33.239 euro onttrokken uit de bestemmingsreserve sociaal plan. Het budget van het sociaal plan is bestemd voor extra reiskosten van de werknemers, een financiële tegemoetkoming/afkoop naar aanleiding van de verhuizing, en waar nodig verhuispremies. Tevens dienen er de komende jaren de reiskosten van de werknemers van de oude locaties Edam en Boxtel uit bekostigd te worden. Omdat de transitie niet in 2011 heeft plaats gevonden is de bestemmingsreserve voor een extra jaarrekening gehandhaafd. De uitgaven voor de voorbereiding Transitie / Gemeenschappelijk Regeling (GR) / zijn naast geïnde gelden van 2011 gedekt uit onttrekking van de bestemmingsreserve. In 2011 is € 120.000 geïnd voor de tweejaarlijkse studie Business Case. Dit bedrag is toegevoegd aan de reeds bestaande bestemmingsreserve Business Cases. Aan het bestuur is voorgesteld een bedrag van € 54.907 beschikbaar te stellen voor het aanschaffen van kantoormeubilair en herinrichting van de werkplekken voor het gehele kantoor van HWH. De huidige werkplekken worden dagelijks door zowel interne medewerkers als externen en bezoekers gebruikt, maar zijn Arbo-technisch niet geschikt. Tevens is een uitbreiding van het aantal werkplekken wenselijk.
April 2012
15
Jaarstukken 2011 3.S.8
Afrekening
Het Waterschapshuis Waterschappen
Afrekening Waterschappen
Ultimo 2011
Ultimo 2010
Resultaat jaarrekening 2007-2009
0
799.987
Afrek. WS 2007-2009
0
380.984
32.399
32.399
289.683
539.683
Afrek. WS A&S rest. 2010 Afrek. WS E overh.rest.2010 Afrek. WS Iris 2010
133.273
133.273
Afrek. WS Appl beheer Logica 2010
829.323
829.323
0
129.253
951.653
0
112.969
0
Naar incidentele baten en lasten 2011 Afrek. WS Projecten 2011 Afrek. WS Facilitaire diensten 2011 Totaal
2.349,300
In 2011 is een bedrag van € 829.316 afgerekend met de waterschappen. Het restant afrekening waterschappen is conform bestuursbesluit d.d. 20 april 2011 verdeeld naar de werkvelden. Afrekening waterschappen voor applicatiebeheer Logica 2010 zal worden meegenomen bij de financiële afronding van het TAX-i project. Op 12 december 2011 heeft het bestuur besloten ten behoeve van de ontwikkeling van INSPIRE en de Geovoorziening een bedrag van resp. 100.000 en 150.000 uit afrekening waterschappen e-overheid te bestemmen voor het uitvoeren van INSPIRE annex 2 en 3 projecten. Tijdens de bestuursvergadering van 29 februari 2012 is voorgesteld om afrekening waterschappen 2007-2009 te bestemmen voor de tekorten op Oracle en het vergadercentrum. Restant is toegevoegd aan het resultaat van HWH. In hoofdstuk 6 is een overzicht opgenomen dat per waterschap aangeeft welk bedrag er aan afrekening waterschappen staat, exclusief applicatiebeheer Logica 2010. 3.5.9
Kortlopende
schulden
Kortlopende schuilden
Crediteuren
Ultimo 2011
Ultimo 2010
1.483.526
6.501.772
RC Bank
10.174.264
5.224.010
Totaal
11.657.789
11.725.782'
De crediteuren ultimo 2011 hebben voornamelijk betrekking op werkzaamheden door waterschappen en derden ten behoeve van projecten. Ultimo 2010 zaten de Oracle facturen opgenomen in het saldo voor een bedrag van € 3,8 miljoen. De rekening courant bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) betreft het negatieve banksaldo. Voor dit banksaldo staan de waterschappen borg. De huidige kredietlimiet bedraagt € 14,3 min. Dit is het totaal aan borgstellingbedragen minus 10% afslag vanwege het feit dat de huidige regeling niet aan de eisen van de NWB voldoet. Tevens is genoemd bedrag exclusief de borgstelling van de twee waterschappen die beperkende voorwaarden hebben gesteld. Het Waterschapshuis voert in 2011 (en 2012) overleg met de NWB over de borgstellingwijze ten behoeve van de Gemeenschappelijke Regeling. 3.5.10 Saldo
Projectrekeningen
Voor een aantal activiteiten en projecten (voorheen ingedeeld naar werkvelden) heeft Het Waterschapshuis een regie/beheerfunctie, In 2011 is de onderverdeling gekanteld van werkvelden naar Bedrijfsfuncties en Diensten. De regie/beheerfunctie van HWH betreft het met een specifieke doelbestemming (van de betrokken waterschappen) geïnde gelden die door middel van projectmanagement door het Waterschapshuis gestuurd worden. Prestaties worden op basis van een begroting per jaar omgeslagen over de deelnemende waterschappen. Verschillen tussen realisatie en begroot leiden tot een saldo op een projectrekening.
April 2012
16
••V
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Positieve bedragen (schuld aan waterschap) betreft begrote en doorbelaste bedragen met betrekking tot prestaties die nog niet werden gerealiseerd. Realisatie moet nog plaatsvinden. Het betreft vooruit ontvangen bedragen. Negatieve bedragen (vordering op waterschappen) betreffen uitgaven die niet werden begroot/doorbelast aan waterschappen. Het betreft vooruit betaalde bedragen. Door de HWH kanteling van werkvelden naar bedrijfsfuncties en diensten, zijn ook de saldo projectrekeningen gekanteld. De specifieke doelbestemming is daarbij gehandhaafd, alleen valt het binnen een andere rubricering. De gekantelde saldi zijn overeenkomstig het bestuursbesluit d.d. 20 april 2011. Saldo projectrekeningen
Ultimo 2011
Ultimo 2010
Werkveld IRIS
0
546.650
Werkveld E-dienstverlening
0
860.297
Werkveld A&S
0
16.810
Werkveld OSP
0
96.656
Werkveld AHN
0
174.417
Exploitatie bedrijfsfuncties
136.000
0
Programma bedrijfsfuncties
424.032
0
Programma diensten
559.716
0
Programma diensten data
668.302
0
Programma A&S
167.954
0
Programma IHW
117.594
0
59.448
0
Programma Fac.Diensten
.2.133.046
Totaal
1,694.830 ]
Binnen het programma faciliterende diensten zijn de restant gelden met specifieke doelbestemming contract management Oracle en faciliteringsovereenkomst IHW gehandhaafd (resp. € 17.654 en € 41.794). 3.5,11
Overige
passiva
De overige passiva zijn als volgt te specificeren: Overige passiva
Ultimo 2011
Ultimo 2010
Te betalen salaris/toonheffing
109.408
144.090
Vakantietoeslag/ verlofuren
210.557
111.308
BTW
119.653
153.687
Nog te betalen kosten
308.151
223.861
Totaal
747.769
632.946
April 2012
17
0* m m
Jaarstukken 2011
3.6 3.6.1
HetWaterschapshuis
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Meerjarige
financiële
verplichtingen
Hieronder een overzicht van de grootste contracten aangegaan door Stichting Het Waterschapshuis.
nr.
Contra ctom s c hr ij vi n g
Jaarlijks contract bedrag
Eind datum
2013 2013 2015 2013 2012 2020 2012 2012
1 Oracle licenties 2 Luchtfotografie 3 IRIS 4 Luchtfotografie 5 CMS 6 Huur kantoorpand 7 Watertoets 8 IRIS
3.756.979 1.487.500 800.000 345.100 551.826 279.974 218.890 190.000
Huurovereenkomst; de Stichting is een 10-jarige huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot de huur van de 3 etage van het pand aan het Stationsplein te Amersfoort, ingaande 1 januari 2010. Ten behoeve van de faciliteringsovereenkomst met IHW is HWH tevens een huurovereenkomst aangegaan van 5 jaar voor een gedeelte de 4 verdieping, ingaande 1 januari 2011. de
de
Naast de bovenstaande 10 leveranciers heeft stichting HWH een langlopende samenwerking met Rijkswaterstaat inzake het Actueel Hoogtebestand Nederland en met het ministerie van Infrastructuur & Milieu inzake de BAG. In beide overeenkomsten is de bijdrage van HWH vastgelegd en is de hoogte van de vergoeding niet beïnvloedbaar door de afdeling inkoop. 3.6.2
Niet in de balans opgenomen
rechten en
verplichtingen
Stichting Het Waterschapshuis is bezig met het verkrijgen van een ruling voor de verkoop aan nietwaterschappen door Het Waterschapshuis. De vooraftrek van HWH BTW voor 2009 en 2010, zoals opgenomen in het voorstel aan de Belastingdienst, is verwerkt in de financiële administratie/jaarrekening 2011 als incidentele baata. Voor 2011 is geen vooraftrek gedaan inzake HWH BTW omdat de ruling nog niet geaccordeerd is. De vooraftrek van AHN BTW voor 2010 is middels suppletie aangifte teruggedraaid. Zodra de ruling door de Belastingdienst wordt geaccordeerd zal AHN BTW 2010 en 2011 worden verwerkt. Op het moment dat de ruling wordt goedgekeurd door de Belastingdienst, kan dit bedrag in de administratie worden verwerkt als zijnde te vorderen BTW. Enkele deelnemers aan het Belastingenproject hebben Het Waterschapshuis gedurende het project middels een brief op de hoogte gesteld van bijkomende kosten als gevolg van het niet opleveren van het systeem. De bestuurlijke commissie TAX-i, ingesteld ten behoeve van afronding van het project, zal in mei 2012 een advies uitbrengen ten aanzien van de verrekening van het saldo onderhanden werk en eventuele bijkomende kosten. Bestuurlijke besluitvorming wordt beoogd in het tweede kwartaal van 2012.
April 2012
18
Jaarstukken 2011 3.7
HetWaterschapshuis
Toelichting Staat van baten en lasten 2011
3.7.1
Algemeen
3.7.2
Toelichting
In 2011 zijn alle uitgaven en ontvangsten opgenomen in de staat van baten en lasten. Voorgaande jaren was hierin alleen de bedrijfsvoering opgenomen. De werkvelden liepen via onderhanden werk en/of saldo projectenrekening. De werkvelden zijn gekanteld naar bedrijfsfuncties en diensten. baten Realisatie
Begroting
Realisatie
Baten
2011
2011
2010
Bijdrage Waterschappen
14.289.371
20.108.672
5.035.931
830.949
38.186
87.513
20.146.858
5.123,444
Overige opbrengsten
17.533
Incidentele Baten Wijzigingen in Onderhanden Projecten
3.099.346 18.237.198
Totaal
De bijdragen van de waterschappen werden gefactureerd conform de begroting. Werkelijke baten zijn 1,8 miljoen lager dan begroot doordat een aantal programma onderdelen niet meer actueel waren. Daarnaast is er buiten de begroting gefactureerd.
Wijzigingen in Onderhanden Projecten Mutatie OHW / IVA Doorbelaste kapitaallasten aan projecten
2.011
Toegelicht in
1.559.276 zie 3.5.3 473.722 zie 3.5.1
Doorbelaste rentekosten aan projecten
1.007.423 zie 3.7.3 58.925 zie 3.7.4
Totaal
3.099.346
Doorbelaste personeelskosten aan projecten
3.7.3
Toelichting
lasten
Kapitaallasten
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
Afschrijving immateriële vaste activa
486.279
598.160
Afschrijving materiële vaste activa
109.663
46.880
Totaal
595.942
1.554,42.9
645,040
In 2011 zijn de afschrijvingslasten van IRIS 1.0 voor een bedrag van € 473.722 doorbelast aan de waterschappen via IRIS Beheer. De overige immateriële afschrijvingskosten betreft software. Materiële vaste activa is opgebouwd uit gebouwen, kantoorinventaris en hardware. In de begroting 2011 waren de afschrijvingslasten aanzienlijk hoger geraamd onder andere door raming van kapitaallasten ODB/ESB.
April 2012
19
9*0 Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
Personeelskosten Lonen en salarissen
1.912.878
1.431.757
Sociale lasten
172.552
366.881
Pensioenlasten
268.174
344.497
Personeel van derden
73.741
1.904
Studiekosten
72.805
23.606
Overige personeelskosten
113.450
Totaal
77.589
2,613.600
3.758.200
2.246.234
De rubricering van de personeelskosten is in 2011 anders dan 2010. Voor het jaar 2011 is aangesloten op de onderverdeling in de salarisadministratie die door waterschap De Dommel wordt gevoerd. De post Overige personeelskosten betreft onder meer reiskosten, afkoop verhuizing, overige en keuzesysteem. In 2011 is een bedrag van €1.007.423 doorbelast naar projecten inzake personeelskosten. In de begroting 2011 was nog een aanzienlijke stijging van de persöneelkosten voorzien. Op realisatiebasis zijn de personeelskosten veel minder gestegen. Daartegenover staat een hoger inhuur van extern personeel. De verdeling van de PTE's is hieronder opgenomen. rte'ü HWH
2011
Totaal medewerkers 31/12 Totaal bezetting in fte 31/12
2010 35
28
33,16
27,17
Fte's 2011 per programma Bedrijfsvoering 13,05
Diensten 8,17
Bedrijfsfuncties
A&S
IHW
5,71
3,00
3,23
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
In het kader van de "Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens" vermelden wij dat in de verslagperiode geen sprake was van dergelijke topinkomens.
Duurzame gebruiksgoederen
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
5.044
415
Hardware & Software
41.226
17.775
Totaal
46.270
Inventaris
0
18.190
Inventaris betreft de aanschaf van klein inventaris. Software is de aanschaf van licenties door HWH en het contract voor beheer en onderhoud op licenties. Kosten van hardware, niet zijnde klein inventaris, zijn geactiveerd. De kosten zijn in de begroting opgenomen onder gebruiks- en verbruiksgoederen.
April 2012
20
••V #
Jaarstukken 2011
Gebruiks- en verbruiksgoederen
HetWaterschapshuis
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
Kantoorbenodigdheden
36.794
Boeken en tijdschriften
1.427
1.880
Drukwerk
9.758
8.774
Voeding, drank enz.
24.811
2.970
Representatie
22.495
8.619
Vergaderingen
22.513
5.514
Abonnementen Totaal
33.836
1.519 119.316
2.238 996.500
63,831
Door toenemend gebruik van het vergadercentrum zijn de kosten van voeding, drank, representatie, vergaderingen aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2010. Deze kosten zijn toegerekend aan het vergadercentrum. In de begroting 2011 staat voor bedrijfsvoering een post opgenomen voor goederen en diensten van derden (€975.500) en onvoorzien (€21.000). Een gedeelte van dit begrote bedrag is aangewend binnen Overige diensten door derden.
Huren en rechten Onroerende zaken Roerende zaken
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
,2011
2.010
208.077
159.435
78.726
7.622
De huurlasten zijn gestegen in 2011 als gevolg van de uitbreiding op de 4 Informatiehuis Water (IHW). Roerende zaken zijn leaseauto's.
Belastingen en verzekering
de
verdieping ten behoeve van
Realisatie
3eg roting
Realisatie
2011
2011
2010
Belastingen
3.868
4.046
Verzekering—
1.828
3.137
In de post belastingen betreft de Gemeentelijke belastingen. Verzekeringen betreft de aansprakelijkheidsverzekering voor het bestuur.
April 2012
21
•••• #
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Overige diensten door derden
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2011
2010
Contributies Advisering door derden
7.481
36.061
2.378.200
223.660
10.694
167.934
164
136
Reis en verblijfkosten Bankkosten Advertenties en reclame
17.968
11.732
Telefoon en telefax
74.166
75.260
Internet en E-mail
19.298
11.946
Licenties software oracle
3.756.979
Schoonmaak en onderhoud
38.261
Servicekosten
7.311
60.735
Faciliteringsovereenkomst HWH Diensten door derden (projecten)
135.000 7.900.695
Overige en onvoorzien
547.095
Totaal
14,399.642
13.721.729
1.081.134
De post Advisering door derden betreft accountantskosten, juridische advieskosten, administratie/organisatie adviezen en andere ingehuurde adviezen. De realisatie is hoger dan het begrote bedrag, maar moet in relatie worden gezien met de begrote uitgaven van gebruiks- en verbruiksgoederen. 3.7.4
Financiële baten en lasten
Financiële Baten en lasten
Realisatie
Begroting
Realisatie
2,011
2011
2010
Rente baten Rente lasten
59.053
Totaal
" 59..0'53 ;
24.975 86.000
24,975"
De rentelasten over het jaar 2011 zijn doorbelast naar de projecten die gebruik maken van de voorfinancieringsfaciliteiten door HWH. Dit is opgenomen bij de baten: Wijzigingen in Onderhanden Projecten. 3.7.5
Bijzondere
baten en lasten
Door de afronding van TAX-i is zowel het immateriële activa in aanbouw (ODB/ESB) als het onderhanden werk (UBS) afgewaardeerd. Deze bijzondere last zal verrekend worden met de deelnemende waterschappen zodra er een besluit is genomen ten aanzien van de onderlinge verdeling van de kosten. Deze bijdrage is een bijzondere baat voor HWH. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.5.4 Vorderingen overlopende activa.
April 2012
22
jr
Jaarstukken 2011 3.7.6
0**0
a
HetWaterschapshuis
Ondertekening
Voorakkoord:
Datum: 19 april 2012 Directeur Het Waterschapshuis Drs. J.W.A. van Enst Was getekend: J.W.A. van Enst
Datum: 19 april 2012 Voorzitter stichtingsbestuur Het Waterschapshuis De heer J.A.M. Vos (voorzitter) Met kennisgeving afwezig bij de vergadering van het stichtingsbestuur d.d. 19 april 2012
De heer GJ. van den Brandhof (Secretaris) Was getekend: GJ. van den Brandhof
De heer H. Ruben (Penningmeester) Met kennisgeving afwezig bij de vergadering van het stichtingsbestuur d.d. 19 april 2012
De heer A.F. Kolkman (Lid) tevens plv. voorzitter Was getekend: A.F. Kolkman
De heer H. Pluckel (Lid) Was getekend: H. Pluckel
April 2012
23
0**0
#
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
4 4.1
Overige gegevens Gebeurtenissen n a b a l a n s d a t u m
Project Belastingen Op 23 maart 2012 is bekendgemaakt dat het TAX-i project, het project voor een gezamenlijk belastingsysteem, is afgerond. Het Waterschapshuis heeft in de afgelopen 5 jaar namens de waterschappen 11 miljoen euro geïnvesteerd in ICT systemen voor het ontsluiten van basisregistraties en het heffen en innen van belastingen. Een deel hiervan betreft het contract met Logica. Als gevolg van een langere doorlooptijd dan voorzien, is het project ingehaald door de tijd. De waterschappen hebben hierdoor andere beslissingen moeten nemen en daarom hebben Het Waterschapshuis en Logica in goed overleg besloten niet verder te investeren. De totale investering was begroot op 25 miljoen euro. Het Waterschapshuis en Logica hebben een beëindigingsovereenkomst gesloten waarbij Logica tegen vergoeding het recht heeft verkregen op doorontwikkeling en verkoop van een deel van het ICT-systeem (de Overheiddatabase). Ook zal Logica op afroep nadere diensten verlenen aan het Waterschaphuis, de Waterschappen en samenwerkingsverbanden waarin de Waterschappen actief zijn. Na afronding van het project volgt afrekening. Naar verwachting wordt er een besluit genomen ten aanzien van de onderlinge verdeling van de kosten in het 2 kwartaal van 2012. e
Gemeenschappelijke regeling (Gr) Per 1 juli 2010 is de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH) in werking getreden. De activa-passiva transitie behelst de overgang van alle materiële en immateriële zaken die zich thans in de stichting Het Waterschapshuis bevinden naar het met de Gr HWH opgerichte gemeenschappelijk openbaar lichaam (de rechtspersoon). De transitie heeft ten tijde van het opstellen van deze jaarrekening nog niet plaatsgevonden. 4.2
Voorstel t o t b e s t e m m i n g wan hert r e s u l t a a t o v e r h e t b o e k j a a r -
2011
Het bestuur stelt voor het resultaat over het boekjaar 2011 ten bedrage van € 110.878 als volgt te bestemmen: • te onttrekken aan bestemmingsreserve budget sociaal plan € 33.239 • te onttrekken aan bestemmingsreserve budget algemeen Transitie € 30.789 • toe te voegen aan bestemmingsreserve business cases € 120.000 € 54.907 • toe te voegen aan bestemmingsreserve kantoormeubilair Dit voorstel is reeds verwerkt in de balans
4.3
Controleverklaring
Voor de controleverklaring zoals afgegeven door Deloitte wordt verwezen naar de volgende pagina.
April 2012
24
Jaarstukken 2011 5
Het Waterschapshuis
K a n t e l i n g H W H begroting 2 0 1 i
Ten tijden van het opstellen van de HWH begroting 2011 was de interne organisatie gestoeld op werkvelden. Om meer aansluiting te vinden bij de waterschappen is de indeling naar werkvelden verlaten en is een opsplitsing naar bedrijfsfunctie en dienst opgesteld. Voor de begroting 2011 is deze kanteling ook uitgevoerd. Vertrekpunt is de begroting zoals behandeld in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen op 1 december 2011. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2011 zijn hierin de volgende mutaties reeds geaccordeerd: • Besparing van 5% op begroting e-overheid; € 161.206 • Besparing ter hoogte van 2% van begroting bedrijfsvoering; € 42.110 • Niet geïnde en/of te innen bijdragen uit werkvelden; € 6.418.810 • Restanten 2010 saldo projectrekening van de werkvelden, conform bestuursbesluit d.d. 20 april 2011 meegenomen als budget; € 1.551.221 • Buiten begroting geïnde bijdragen; € 330.727 Bovenstaande mutaties zijn wel meegenomen in de kanteling van de begroting c.q. de toerekening naar bedrijfsfuncties. De indeling naar opbrengsten- en kostensoorten is op moment van begrotingswijziging niet gemaakt. In de kolom begroting 2011 zoals opgenomen in de jaarrekening volstaan we met de begrotingscijfers uit de primaire begroting 2011. De bedragen per werkveld na bovenstaande mutaties, maar vóór kanteling, zijn als volgt Werkveld
Begroot
IRIS Basis IRIS Bedrijfsfuncties E-Overheid Actueel Hoogtebestand Nederland Architectuur & Standaarden Belastingen Faciliterende diensten Bedrijfsvoering
3.916.043 280.000 3.518.766 1.951.942 3.043.069 1.149.010 2.069.002 2.063.389 17.991.221
Werkveld I R I S Basis Programma Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering
April 2012
Bedrijfsfunctie
BF Watersysteem beheer Waterkwantiteit BF Watersysteembeheer Waterkwaliteit BF Waterkeringenbeheer BF Afvalwaterzuivering BF Vergunningverlening & Handhaving Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis
Informatiesysteem Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF IRIS Beheer IRIS basis Roadmap 2011 AanbestS transitie IRIS
Begroot 54.780 54.780 109.560 109.560 98.606 425.233 2.703.163 155.210 148.313 56.840 3.916.045
25
•
# HetWaterschapshuis
Jaarstukken 2011 Werkveld I R I S Bedrijfsfuncties Programma Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering
Bedrijfsfunctie BF Watersysteem beheer Waterkwaliteit BF Waterkeringenbeheer BF Afvalwaterzuivering BF Vergunningverlening & Handhaving Diensten - Basis Diensten - Basis
Informatiesysteem Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF Exploitatie BF WION Portaal WION Portaal
Begroot 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 30.000
Werkveld e-overheid Progr am ma Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering ° 9 - 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Prog. 2 Fac. diensten P r
Bedrijfsfunctie BF Waterkeringenbeheer BF Vergunningverlening & Handhaving BF Vergunningverlening & Handhaving BF Vergunningverlening & Handhaving BF Vergunningverlening & Handhaving BF Vergunningverlening & Handhaving Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Basis Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Externe dienstverlening Diensten - Data Diensten - Data Diensten - Data Diensten - Data Diensten - Data Architectuur & Standaarden
Inform atiesysteem Begroot Vangst-registratie Exploitatie BF OLO Water Publicatie Vergunningen Digitaal Aangifte bedrijven IRIS V&H Exploitatie BF CMS Basis Geoportaal Aanbesteding Statistieken Aanbesteding hosting CM Vervanging CMS Waterscl Ontwikkelen Geovoorzieni Exploitatie BF Bekendmakingen Decentrale Regelgeving Waterschapsloket IMI e-formulieren Beheer Antwoord Beheer Mijn overheid Kennis & innovatie Exploitatie BF Waters chapsgrenzen INSPIRE exploitatie INSPIRE bouw (UvW) Thesaurus Beheer RIES Diwanet
ïBefJfiijfsïuhcIie Diensten - Data Diensten - Data
Informatiesysteem AHN exploitatie 2011 AHN 2
53.695 81.394 332.000 45.000 50.860 295.000 241.082 603.365 105.000 152.124 110.700 145.699 220.612 210.000 25.000 50.000 72.000 15.000 40.000 35.000 50.000 174.568 50.000 5.000 58.209 102.458 100.000 10.000 85.000 3.518.766
Werkveld AHN JPrógfaimma
Prog. 1 Uitvoering Prog. 1 Uitvoering Totaal
33.942 I 1.918.000 j 1.951.942
Werkveld Architectuur & Standaarden Programma
Bedrijfsfunctie
Prog. 1 Uitvoering Prog. 2 Fac. diensten
Architectuur & Standaarden Oracle TECH
Totaal
April 2012
Begroot
696.810 2.346.259 3.043,069
26
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Werkveld Belastingen Programma
IProg. 2 Fac. diensten
Bedrijfsfunctie
[Oracle APPS
1.149.010
Werkveld Faciliterende diensten
Programma Prog. 2 Fac. diensten Prog. 2 Fac. diensten Geldstroom derden Geldstroom derden Geldstroom derden Geldstroom derden Geldstroom derden
Bedrijfsfunctie Vergader centrum Aanloop kosten Basis Registr. Topogr. Basis Registr. BAG IDsW Mijn overheid.nl Aquo-kit
Begroot
118.000 100.000 667.000 267.000 367.000 500.000 50.000 2.069.000
April 2012
27
Jaarstukken 2011
€
HetWaterschapshuis
Afrekening waterschappen
Voor 2010 bedragen is de werkelijke bijdrage aan een werkveld als richtlijn genomen. Voor 2011 bedragen is de werkelijke verrekening per informatiesysteem gehanteerd.
A&S E-Overh restitut restituti restrtuti Diwane Vergun IRIS CMS WION P n in gen basis ie 2.010 e 2010 e 2.010 kosten t Basis Portaal 1.255 2.244 2.147 Aa en Maas 11.898 3.382 2.045 1.050 2.081 1.184 2.181 Amstel, Gooi en Vecht 13.129 5.265 3.438 2.147 2.045 1.336 2.122 12.247 Brabantse Delta 1.658 5.534 2.532 2.147 2.045 1.718 2.004 1.338 De Dommel 1.231 11.858 2.190 2.147 3.420 2.045 2.241 1.050 1.155 De Stichtse Rijnlanden 1.312 11.119 2.147 7.417 2.045 1.527 2.540 2.108 1.342 2.436 3.344 2.147 Delfland 9.956 7.417 2.291 404 1.773 Fryslan 1.377 8.141 2.743 2.147 2.004 6.533 1.451 780 10.551 2.147 Groot Salland 5.880 1.804 2.045 1.813 1.815 949 Hollands Noorderkwartier 2.675 2.147 14.294 4.650 3.856 2.045 1.432 2.149 2.047 Hollandse Delta 1.988 12.590 5.880 3.332 2.147 2.045 1.909 2.164 1.766 1.058 2.189 2.147 Hunze en Aa's 5.880 1.813 144 1.155 8.176 734 Noorderzijlvest 10.474 6.802 1.832 2.147 2.045 2.100 965 1.930 694 Peel en Maasvallei 10.406 3.382 1.694 2.147 2.045 890 1.050 2.149 1.522 2.147 Reest & Wieden 616 10.819 5.880 2.045 1.527 1.919 799 1.074 11.592 2.147 Regge en Dinkel 4.688 2.144 2.045 1.432 2.007 1.131 1.002 Rijn en Ussel 10.926 5.534 2.080 2.147 2.045 2.018 1.096 1.623 2.000 12.824 4.650 2.992 2.147 2.045 1.584 1.432 2.189 Rijnland 2.147 Rivierenland 1.973 13.109 4.342 3.095 2.045 1.991 1.639 1.336 Roer en Overmaas 1.185 11.235 1.845 2.212 2.147 2.045 573 1.167 1.889 2.147 Scheldestromen 2.241 2.045 1.183 1.718 2.075 Scheldestromen - Zeeuwse Elanden 5.534 823 10.838 Scheldestromen - Zeeuw s-Vlaanderen 396 10.118 3.690 Schieland en de Krimpenerwaard 1.102 2.158 2.147 2.045 11.095 6.456 1.718 2.089 1.139 792 10.572 1.849 2.147 Vallei en Bern 4.650 2.045 1.432 2.122 973 2.147 468 10.569 4.957 1.460 1.527 Velt en Vecht 2.045 1.889 765 10.500 1.772 2.147 2.045 Veluwe 750 5.265 2.100 1.977 932 4.342 2.037 2.147 Zuiderzeeland 838 10.649 2.045 1.241 1.994 1.074 Delta Waterlab 925 1.704 Hefpunt Lococensus 1.829 1.802 Tricijn Het Waterschapshuis 1.886 RWS Data ICT Dienst 2.863 . 289.683 133.273 59.302 45,000 41.613 53.613 29.500 Totaal 32.3
April 2012
28
Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Vervolg afrekening waterschappen
Aanbest. Aanbest. De ce ntra Watersc
Aa en Maas Amstel, Gooi en Vecht Brabantse Delta De Dommel De Stichtse Rijnlanden Delfland Fryslan Groot Salland Hollands Noorderkwartier Hollandse Delta Hunze en Aa's Noorderzijlvest Peel en Maasvallei Reest & Wieden Regge en Dnkel Rijn en Ussel Rijnland Rivierenland Roer en Overmaas Scheldestromen Scheldestromen - Zeeuwse Blanden Scheldestromen - Zeeuws-Vlaanderen Schieland en de Krimpenerwaard Vallei en Eem Velt en Vecht Veluwe Zuiderzeeland Delta Waterlab Hef punt Lococensus Tricijn Het Waterschapshuis RWS Data ICT Dienst
Ge opart aa.l
Statistie ken
hosting CMS
3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175
5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433
4.100 4.100 4.100 4.100 4.100
-
-
-
3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175 3.175
5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433 5.433
4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100
1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711
3.175 3.175 3.175 3.175 3.175
5.433 5.433 5.433 5.433 5.433
4.100 4.100 4.100 4.100 4.100
1.711 1.711 1.711 1.711 1.711
-
-
76 204
April 2012
le Re gel- napslok ge ving et 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711 1.711
-
-
-
-
5.433 5.433 5.433 5.433
4.100 4.100 4.100 4.100
-
152.124
110 700
-
3.744
3.642 2.987 1.964
2.384
1.657 2.335 2.265 3.259
IMI 568 870 641 554 642 846 694 456 975 843 554 464 429 385 542 526 757 783 560 567
546 468 369 448 515
-
-
eBeheer Beheer form ulie A n t w o o r Mi,n ren d overheid 191 1.522 2.156 191 1.522 2.156 191 1.522 2.156 191 1.522 2.156 191 1.522 2.156
-
191 191 191
191 191
191 191
191 191
191
191 191 191
-
-
-
191
-
-
-
41 073
24 238
-
-
1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522 1.522
2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156 2.156
-
-
1.522 1.522
2.156 2.156
1.522 1.522 1.522 1.522 1.522
2.156 2.156 2.156 2.156 2.156
-
-
-
-
-
-
-
-
-
29
# •# Jaarstukken 2011
HetWaterschapshuis
Vervolg afrekening waterschappen
Aa en Maas Amstel, Gooi en Vecht Brabantse Delta De Dommel De Stichtse Rijnlanden Delfland Fryslan Groot Salland Hollands Noorderkw artier Hollandse Delta Hunze en Aa's Noorderzijlvest Peel en Maasvallei Reest & Wieden Regge en Dinkel Rijn en Ussel Rijnland Rivierenland Roer en Overmaas Scheldestromen Scheldestromen - Zeeuw se Elanden Scheldestromen - Zeeuw s-Vlaanderen Schieland en de Krimpenerw aard Vallei en Eem Velt en Vecht Veluw e Zuiderzeeland Delta Waterlab Hefpunt Lococensus Tricijn Het Waterschapshuis RWS Data ICT Dienst Totaal !
I 1
e 6.478 9.925 7.311 6.322 7.333
7.918 5.208 11.133 9.620 6.320 5.290 4.891 4.393 6.191 6.006 8.638 8.935 6.387 6.470
6.230 5.337 4.216 5.115 5.882 -
161.548
n ze n 189 290 213 184 214 282 231 152 325 281 184 154 143 128 181 175 252 261 186 189
ie 451 692 510 441 511 673 552 363 776 670 440 369 341 306 431 419 602 623 445 451
us 4.169
182 156 123 149 172 -
434 372 294 357 410 -
4.169 4.169 4.169 4.169 4.169
-
-
-
-
5.000
11 932
4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169 4.169
95'..8'8:8
Totaal 57.430 65.472 62.357 57.296 62.715 49.697 40.646 58.384 70.961 67.501 54.902 57.764 52.526 56.600 60.398 60.129 67.829 61.058 54.144 41.544 17.195 14.204 59.608 55.180 53.288 56.014 55.803 925 11.237 11.362 11.525 11.419 2.863 1 519 977
Bovenstaand totaal € 1.519.977 vermeerdert met applicatiebeheer Logica 2010 ad € 829.323 vormt samen de balanspost afrekening waterschappen ad € 2.349.300.
i
J 'i
April 2012
30
Inkomende post - 5084
Deloitte
Deloitte Accountant* B.V. KroonparkIO 6831 GV Arnhem Postbus 30265 6803 AG Arnhem Nederland Tel: (088) 2882888 Fax (088) 2889777 www.deioItte.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het bestuur van Stichting Het Waterschapshuis te Amersfoort Wij hebben de in de jaarstukken, in paragraaf 3.1 tot en met paragraaf 3.7.6, opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Het WaterschapshuisteAmersfoort gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de rekening van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van Het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekerring die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeensternrning met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijktemaken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeensternrning met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van derisico'sdat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van dezerisico-inschattingenneemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Deloitte Accountants B.V. Is Ingeschreven In het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 1 van 2
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
3100247545/0637/cv/rovl2
Inkomende post - 5084
Deloitte.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Het Waterschapshuis per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeerostemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Arnhem, 19 april 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: M.C J.M. Bekker RA
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 2 van 2
3100247545/0637/cv/mvl2
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 14
Onderwerp Uitgebreide analyse jaarrekeningresultaat 2011, ten opzichte van de primitieve begroting Portefeuillehouders) R.LM. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing Waterbeheersplan Niet van toepassing Programma begroting Bedrijfsvoering Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2011
-
5 juni 2012
-
Voorstel 1. de uitgebreide analyse van het jaarrekeningresultaat 2011 ten opzichte van de primitieve begroting voor kennisgeving aannemen; 2. deze analyse samen met de jaarrekening toezenden aan de commissies.
Toelichting Bij de behandeling van de standpuntbepaling opbrengststijging meerjarenraming 2013-2017 in uw vergadering van 24 april 2012, agendapunt 7, is het resultaat van de jaarrekening 2011 aangehaald. Daarbij gaf u aan een uitgebreide analyse over het verschil tussen de primitieve begroting en de jaarrekening op prijs te stellen. Met de voorliggende notitie wordt invulling gegeven aan uw verzoek. In de primitieve begroting 2011 werd uitgegaap van een tekort van € 1.823.600 terwijl bij het opmaken van de jaarrekening het resultaat een overschot laat zien van € 1.936.646.
121070/VER
1/2
Waterschap Roer en Overmaas
Enerzijds zijn de opbrengsten gestegen en anderzijds zijn de kosten gedaald:
Opbrengsten Kosten Tekort / overschot ./.
Primitieve begroting 76.687.789 80.511.389 -/-1.823.600
Jaarrekening 8l£T7l»i' 79.680.435 1.936^46
Mutatie Absoluut 2.929.292 -/- 830.954 3.760.246
Relatief 3,72% -/-1,03%
In de bijlage worden de hogere opbrengsten en de lagere kosten (afgerond) nader toegelicht. Kortheidshalve volsta ik verder dan ook met een verwijzing daarnaar. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
121070/VER
2/2
CS CO
r-. o
I < _» in i CM O ) <
oi Ö ( CN CO ï
en oo r
00 co ' O ( t*- O < T- 00 <
o> co ( oo co c r» co c 00
r-
o = o-
O)
to
o
OIO O O OiO
O! O-'
tólai'. CO CNjcg
: to m <
m
of
OiO OiO
(
o jfl
£ •c
li
iü
•5 I to i CW Pi
-i §!
2i li .oi
«J|
2.'
T3J TV
°>
2
. a l c
!i'=
=1'
-ë
1
MS.
: -II | iAj (1> CM
D f f i 9)
2* w J2 O»
(2 &
: «I-s
13
§••§ c
x::
iflfi
•g.
a>
Jet O!
(Si
SS
£ E d>
JÉ O
-r*.
ra
CC t
cm co h- O . CO T-"
cn o (
CM CO < cd oo r
- to <
00 CO * O *t <
r--" ö < v- CO t
cn o> < oo co ( r-- co < ^ ^ t ra 00 r- ( i to IO (
O O O.O' O 'O
O O O
_
o \QT oio'
O O O
o O tO
•g- cd
iri.'Oii (O S ;
CO (O' CN CM'
_ O^O V-'T-
to
Ja ü. .C « (0 O Oi O «
s
OIO O O O'O
s
O
c .S
ï
E
iö
S .2.
g
.Ê o 'Ë 2 E E
s
m n
1
p oo E •c a
>gI ^
Oco
g
ra
I
c'S
to
£ g P
a> cn $
S S ai-S 1 ;
VP
g
,»l.C
I
"
ra t
2 o>
•Si§ ! lEi
91 '
-D
r
;
0
£ 8-' o
™ o! O • • » ! e > J 01 c 'O B . 0£1 C5, -i TT 3J Ol © 3 G S3 .£ ü X ) O0)) 01' o o S 9 S
§ »!€ I l l O
-
!I iSi £ d 0)
OJ
.Ei
c
O
ai
T3
T3:>'
.2? c c , Ol: 03 § .£1=5 <£ J5' C : Si. J< O l
i_ C ' , Si. W Q = : § Sj-c -o "SiSi 3 £5 " 0 JS^ :
•E
(D> >
» «5 » ^ E E3 IE" - ^ °> ° , » c o 4 o Ir, • ' E c S -o ! 3
o
w
.£'TJ
g £;«
af e
MI'S 2 £ ^ OJ ; OJ i c f o QJ oi a>;
J
:5 c « J
OJ O
• * ^ I ÖJ "~
ra: «
_ o o <3
® > ^ g^ o«
..g : f f I lof ' S S I Is O I
ra| = S
o
E
x sra!oji
1
gi. (0!
0)
O) O)*«) C
: »"• E 'I •2! 5 1
.! j
Ei
« -_ a>
:8!| !
N O
oj "S!
'Sé xi
E o
E S 'is o
o e E S i «i >i oi Q)i
ca: O O.
s»|| 2
o s'
Ol
aï « cora *~ E;
Big; O O
u s e
SS*3§!l
* »
8 5 c 5
ra 3
ill
1 3
5? ! ! i » (2 » § i ? m ? „ <
8 a os «SS O
^
,E 'O • : •
1
c i ra
£
S (O' IX
!
:
g
2
t»^-
(O:
«U
ra
i=
4t
^
fö.
o
OJ
«li
2 5'
ra
.'" '
s
P-Il.Sb_E_. K
E';
ei coi
0 01
!s a| ! i | 3I§11 I &1 a> -5 i£
o i o
E .
;o«s
HP S S 8 ! S S» •o
EI '
OJ! ™
;o
oil
&-S V O):
oji-^ -*i 2: c) o>; 0J O)-
o J: c c ra raX
1,1 F| 'Ë
'
e»
ai is È E
•e H! ci.
ra 1 e -o -o .-e
'S;
-r. as
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012
Agendapunt 15
Onderwerp Vaststelling programmarekening 2011 Portefeuillehouders) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bedrijfsvoering Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
14 mei 2012
-
5 juni 2012
—
26 juni 2012
Voorstel Instemmen met de bijgevoegde concept-notitie aan de commissie Middelen en Financieel Beleid.
./.
Toelichting Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Middelen en Financieel Beleid inzake vaststelling van de programmarekening 2011. De bijgevoegde concept-notitie spreekt naar mijn oordeel voor zich. Kortheidshalve volsta ik verder dan ook met een verwijzing daarnaar. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. in den Kleef
121069/PDA
Waterschap Roer en Overmaas
DB-vergadering 14-05-2012 Agendapunt: Sittard, AAN D E COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL B E L E I D
Onderwerp: Vaststelling programmarekening 2011
./.
Hierbij bieden wij u de programmarekening 2011 aan (bijlage 1). Hierin wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de opgaven die voortvloeien uit de taakstelling van het waterschap. Deze programmarekening is een uitvloeisel van de programmabegroting 2011. De voorliggende programmarekening is gebaseerd op de programmabenadering die met name tot uitdrukking komt in hoofdstuk 2 voor het beleidsmatige deel en hoofdstuk 7 voor het financiële deel. Het jaar 2011 is ondanks de gevolgen van de Europese schuldencrisis en de daaruit voortvloeiende Rijksbezuinigingen zowel beleidsmatig als financieel naar tevredenheid verlopen. Wel moeten we constateren dat het investeringsniveau dat we ons hadden voorgenomen niet volledig is gehaald. Gelet op de barrières waarmee het waterschap tegenwoordig geconfronteerd wordt bij de voorbereiding en uitvoering van herinrichtingswerken is dit echter verklaarbaar. Exploitatieresultaat De jaarrekening 2011 sluit met een batig saldo van € 1.936.646. Dit saldo is het totaal van een positief resultaat van € 1.727.396 op de taak watersysteembeheer en een positief resultaat van € 209.250 op de taak zuiveringsbeheer. Het batig saldo wordt met name beïnvloed door een tweetal incidentele gebeurtenissen die zich na balansdatum hebben plaatsgevonden en gelet op de richtlijnen nog in de jaarrekening zijn verantwoord, te weten: de dotatie aan de voorziening TAX-i (€ 500.000 i.p.v. € 1.000.000); en de opwaardering van de vordering van Landsbanki (€ 1.050.000). Indien bovenstaande gebeurtenissen zich niet zouden hebben voorgedaan zou het positief resultaat beperkt zijn gebleven tot € 386.646. Op begrotingsbasis was rekening gehouden met een exploitatietekort van € 1.823.600 dat in het dienstjaar dan ook volledig is weggewerkt. Financieel gezien mogen we dan ook stellen dat 2011 positief verlopen is. De verbetering van het resultaat met afgerond € 3.760.000 is een gevolg van lagere kosten (€ 2.645.000) en hogere opbrengsten (€ 1.115.000).
121068/PDA
1/5
Waterschap ^ Roer en Overmaas
De daling van de kosten wordt onder meer veroorzaakt door de afname van de rente en afschrijving met € 280.000 door de gedaalde marktrente en een lager investeringsniveau, de afname van de goederen en diensten met € 577.000 door lagere onderhoudskosten en doordat de post onvoorzien van € 1.566.000 in het verslagjaar niet is aangewend. Daarnaast heeft in verband met de financiële afwikkeling van de beëindiging van het belastingsysteem TAX-i een dotatie aan de voorziening TAX-i plaatsgevonden van € 500.000, die in de oorspronkelijke opzet nog € 1.000.000 bedroeg. De toename van de opbrengsten is met name een gevolg van het feit de vordering van Landsbanki in verband met nieuwe inzichten over het recoverypercentage is opgewaardeerd met€ 1.050.000. Verder is sprake geweest van een gerealiseerde meeropbrengst waterschapslasten van € 40.000 over het belastingjaar 2009 en is van het Waterschap Peel en Maasvallei een bijdrage ontvangen in de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2011 ad € 215.000. Daartegenover zijn de interne rentebaten als gevolg van een lager rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten en de interne verrekeningen, die volledig bestaan uit de geactiveerde lasten, afgenomen. Dat 2011 financieel goed is verlopen stemt ons tot tevredenheid. Daardoor kan de inzet van de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing' in het verslagjaar zelfs helemaal achterwege blijven. Dit betekent dan ook dat onze inwoners hier de komende jaren van kunnen profiteren. Het is namelijk mogelijk vanuit de egalisatiereserves extra middelen in te zetten om de stijgingspercentages van de toekomstige waterschaplasten te beperken tot een acceptabel en maatschappelijk aanvaardbare niveau. Voor een nadere toelichting op het resultaat verwijzen wij u naar hoofdstuk 9. Resultaatsbestemming In de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) is opgenomen dat reserves alleen via de resultaatsbestemming kunnen worden gevoed of onttrokken. Dit betekent dat indien een begrotingstekort wordt onttrokken aan een reserve om een sluitende begroting te presenteren, deze onttrekking in de programmarekening niet automatisch mag worden geëffectueerd. Hiervoor is bij de resultaatsbestemming opnieuw besluitvorming noodzakelijk van het algemeen bestuur. De vastgestelde programmabegroting 2011 sloot met een exploitatietekort van € 1.823.600. terwijl de voorliggende jaarrekening sluit met een batig saldo van €1.936.646. Dit saldo is opgebouwd uit: een positief resultaat op de taak watersysteembeheer van € 1.727.396; en een positief resultaat op de taak zuiveringsbeheer van € 209.250. In de jaarrekening is bij de bestemming van het batig saldo 2011 rekening gehouden met de navolgende onderdelen: 1. stimuleringsregelingen; 2. rentetoerekening reserves; 3. minimale stand 'algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer'; 4. egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten.
121068/PDA
2/5
Waterschap Roer en Overmaas
Ad 1. Stimuleringsregelingen Het waterschap kent een tweetal stimuleringsregelingen, te weten de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' en de 'regeling stimuleren niet kerende grondbewerking met bodembedekking'. Omdat in het verslagjaar op de beschikbare budgetten voor de stimuleringsregelingen een onderuitputting heeft plaatsgevonden en het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen, is het noodzakelijk om de restantbedragen via de resultaatsbestemming toe te voegen aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak' en de 'reserve niet kerende grondbewerking'. In 2007 is de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' vastgesteld voor de periode 2007-2011. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 300.000 opgenomen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 127.712 bedragen. Omdat het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen dient het restantbedrag ad € 172.288 te worden toegevoegd aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak'. In 2008 is de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) vastgesteld voor de periode 2008-2012. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 500.000 geraamd. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 12.479 bedragen. Doordat het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen dient ook hier het restant bedrag ad € 487.521 te worden toegevoegd aan de 'reserve niet kerende grondbewerking'. Resumé Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen € 172.288 toe te voegen aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak' en € 487.521 toe te voegen aan de 'reserve niet kerende grondbewerking'. Ad 2. Rentetoerekening reserves Zoals aangehaald dienen reserves te worden gevoed bij resultaatsbestemming. Dit geldt ook voor de rentebijschrijving aan de reserves. In de 'Nota reservebeleid 2008' die op 21 april 2008 door het algemeen bestuur is vastgesteld, is (evenals in de Nota reserves en voorzieningen 2012) opgenomen dat aan de 'egalisatiereserves waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing' rente wordt toegerekend en wordt toegevoegd via de resultaatsbestemming. Aangezien in 2011 na de toevoeging aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak' en de 'reserve niet kerende grondbewerking' nog sprake is van een aanzienlijk resultaat op de taak watersysteembeheer die, conform de bestendige beleidslijn zal worden toegevoegd aan de egalisatiereserve watersysteemheffing, is het niet noodzakelijk om de rentetoevoeging te effectueren. Dit zelfde geldt ook voor de taak zuiveringsbeheer waar het positieve resultaat van deze taak ook volledig zal worden toegevoegd aan de egalisatiereserve zuiveringsheffing. Wij zijn dan ook voornemens om in het verslagjaar geen rente (die overigens beperkt is gebleven tot 0,90%) toe te voegen. Resumé Wij zijn voornemens het algemeen bestuur<-voor te stellen om in 2011 geen rente toe te voegen aan de 'egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing'.
121068/PDA
3/5
Waterschap Roer en Overmaas
Ad 3. Algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer Op basis van de in 2011 doorgevoerde risico inventarisatie heeft het algemeen bestuur de minimale omvang van de 'algemene reserve watersysteembeheer bepaald op het bedrag van de geïnventariseerde risico's bij een veronderstelde kans van optreden van 15% voor de categorie middelgrote risico's. De minimale stand van de algemene reserve is bij genoemd percentage € 1.900.000. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2011 € 4.025.570 (5% van het begrotingstotaal) en voldoet dan ook ruimschoots aan de gestelde norm. Resumé Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen de algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer, ook gelet op eventuele frictiekosten van een fusie, te handhaven op € 4.025.570. Ad 4. Egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten Na de bestemming van het batig saldo genoemd onder bovengenoemde onderdelen resteert voor de taak watersysteembeheer een positief resultaat van € 1.067.587 dat conform de bestendige beleidslijn zal worden toegevoegd aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing'. Ook het resultaat van de taak zuiveringsheffing dat € 209.250 positief is zal conform deze beleidslijn worden toegevoegd aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing' die tot doel heeft om ongewenste fluctuaties te beperken tot een acceptabel niveau. Resumé Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen om € 1.067.587 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing' en € 209.250 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing'. Ter verduidelijking zijn onderstaand de effecten op de reserves van de beschreven onderdelen in een overzicht samengevat. Stand per31-12-2011
Reserves
Algemene reserve watersysteembeheer-en zuiveringsbeheer
4.025.570
Egalisatiereserve waterysteemheffing -toevoegingi.v.m. positief resultaat taak watersysteembeheer
6.596.648
Egalisatiereserve zuiveringsheffing -toevoeging i.v.m. positief resultaat taak zuiveringsbeheer
4.038.862
Bestemmingsreserve afkoppelen verhard oppervlak -toevoeging vanuit batig saldo 2011 ,r Bestemmingsreserve niet kerende grondbewerking' - toevoeging vanuit batig saldo 2011
121068/PDA
Besluitvorming jaarrekening 2011
Stand na besluitvorming 4.025.570 7.664.235
1.067.587 4.248.112 209.250 976.260
-r'
1.148.548 172.288
589.733
1.077.254 487.521
4/5
Waterschap Roer en Overmaas
Accountantsverklaring Op 14 mei 2012 heeft Ernst & Young accountants een goedkeurende accountantsverklaring voor de programmarekening 2011 afgegeven voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid.
./.
Accountantsverslag Naar aanleiding van de controle van de programmarekening 2011 heeft Ernst & Young accountants het accountantsverslag 2011 (lees managementletter) uitgebracht. Dit accountantsverslag treft u eveneens hierbij aan (bijlage 2). Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen: 1. de programmarekening 2011 vast te stellen: 2. over 2011 geen rente toevoegen aan de 'egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing'. 3. het batig saldo van de jaarrekening 2011 ad € 1.936.646 als volgt te bestemmen: € 172.288 toevoegen aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak'; € 487.521 toevoegen aan de 'reserve niet kerende grondbewerking'; € 1.067.587 toevoegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing'; € 209.250 toevoegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing'. Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J . J . Schrijen
121068/PDA
5/5
/ /
ƒ
/ / )
/ >
/ /
1i c 9. 4/0 "Or
J
c fa
'in,
o(J
Qe
4?
t
'0
*0 dn
6t
r S
z
n
9
1
01
4i /
6
-4
3 Or
11111""
Ml ERNST & YOUNG
Ernst & Young Accountants L L P Stationplein üc 6 2 2 1 Bl' Maastricht Postbus 100 6200 AC Maastricht Tel.:+31 ( 0 ) 8 8 - 4 0 7 3526 Fax:+31 (0) 8 8 - 4 0 7 3455 wivw.ey.nl
Aan het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185 6130 AD SITTARD
Maastricht, 7 mei 2012
8TQGAX/BKAS/PS
Geacht bestuur, In aansluiting op onze controle van de jaarrekening over 2011 van Waterschap Roer en Overmaas hebben wij het genoegen u hierbij de resultaten van onze controle te presenteren. Daar u gedurende het jaar intern adequaat wordt geïnformeerd over de financiële gang van zaken, alsmede de voortgang van de verbetertrajecten, beperken wij ons in deze rapportering tot de hoofdpunten. Dit accountantsverslag gaat in op onze controle, de reikwijdte van onze opdracht, onze controleverklaring en onze belangrijkste controlebevindingen. Het bevat tevens onze mededelingen uit hoofde van onze functie als externe accountant aan het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur, voor zover noodzakelijk geacht. Het accountantsverslag is uitsluitend bestemd voor gebruik door u en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Waar mogelijk gaan onze bevindingen vergezeld van aanbevelingen voor verbetering. Het concept hiervan hebben wij op 7 mei 2012 besproken met de heer P. Daelmans. De onderwerpen die in dit accountantsverslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast bij de uitvoering van de controle van de jaarrekening. De in dit accountantsverslag opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel omtrent de jaarrekening 2011. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
Drs. P.L
Janssen RA
Ernst & Young Accountants LLP Is een limited liability partnership gevestigd in Engeland en Wales met registratienummer 0C33SS94. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van eenï vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst S Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London 5E17EU, Verenigd Koninkrl|k. heelt naar hooldvestlglng aan Boompjes 258.3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bi| de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen. Oeze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam en zijn in te zien op www.ey.nl.
>!1 ERNST & YOUNG
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding Reikwijdte van de opdracht Controleaanpak De goedkeurinqs- en rapporteringstoleranties Belangrijke aandachtspunten voor de controle Uitvoering van werkzaamheden Analyse resultaat 2011 Verplichte mededelingen van uw accountant
1 1 1 1 2 2 2 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Bevindingen met betrekking tot verslaggeving en jaarrekeningcontrole Activering Hoogwaterbeschermingsprogramma Vordering Landsbankl Voorzieningen Cash flow positie . Voortgezette controle Dividenduitkering Nederlandse Waterschapsbank Afsplitsing BsGW
3 3 4 4 5 5 5 6
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
interne beheersing en rechtmatigheid Inkopen en aanbesteding Projectbeheer Treasury Personeel Heffingen Schattingen
6 7 7 7 7 8 8
4
Interne beheersing en geautomatiseerde gegevensverwerking
8
5
Informatie uit hoofde van onze functie als externe accountant
9
/
/
/
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIL IIIIIIIIIIIIÈII/IIIÈ min
in
4 k
ü t ko
<
I
S
O1
t n 1
Pagina 1
Ml ERNST
Reikwijdte opdracht
BBVW
1
Inleiding
1.1
Reikwijdte van de opdracht
Conform de door u aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2011 van Waterschap Roer en Overmaas (WRO) gecontroleerd. Deze jaarrekening is, onder verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur van WRO, opgesteld in overeenstemming met de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) en de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, zoals opgenomen in de Waterschapswet. Het is onze verantwoordelijkheid om een controleverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
1.2 Controleaanpak
&YOUNG
Controleaanpak
Onze cunliole Is venitlil in oveieenslemitiliig mei Nedetlands recht. Onze controleaanpak is onder andere gericht op het inventariseren en beoordelen van de voor de jaarrekening van belang zijnde risico's. Wij hebben onze controleplanning in overleg met het Dagelijks Bestuur opgesteld. Gedurende de controle van de jaarrekening 2011 is de aandacht met name gericht op: - het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening van WRO; - financiële rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties over 2011 als opgenomen in de jaarrekening van WRO; - het geven van feedback aan het bestuur over onze bevindingen ten aanzien van de administratieve organisatie en interne beheersing van de significante bedrijfsprocessen in het kader van de jaarrekeningcontrole en rechtmatigheid.
1.3 Waterschapsbesluit
Vaststelling toleranties
De goedkeurings- en rapporteringstoleranties
Op grond van het Waterschapsbesluit stelt het Algemeen Bestuur de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. Het normenkader en de goedkeurings- en rapporteringstoleranties zijn op 30 november 2010 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. U heeft ons voor het boekjaar 2011 opgedragen om bij onze oordeelsvorming uit te gaan van de hierna vermelde goedkeuringstolerantie: Goedkeuringstolerantie
Goedkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
<%
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
> 1% < 3%
i 3% ]
s 3%
> 3% <10%
2 10%
|
1
Op grond van de (concept)jaarrekening 2011 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten afgerond € 797.000 (1%) en voor onzekerheden € 2.390.000 (3%). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring worden afgegeven. Hierbij merken wij op dat controleverschlllen in het kader van getrouwheid tegelijkertijd controleverschlllen zijn in het kader van rechtmatigheid. De rapporteringstolerantie, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden in dit verslag, is door het Algemeen Bestuur bepaald op € 100.000.
Pagina 2
Ml ERNST & YOUNG
1.4
Belangrijke aandachtspunten voor de controle
Op basis van onze gesprekken over de belangrijke financiële en operationele ontwikkelingen is een aantal aandachtspunten voor de Jaarrekening 2011 onderkend. Aan de volgende punten werd extra aandacht besteed bij het nader uitwerken van onze controleaanpak: - activering kosten in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma; - vordering Landsbanki; - voorziening TAX-i.
1.5
Uitvoering van werkzaamheden
In het kader van de reguliere jaarrekeningcontrole hebben wij de interim-controle uitgevoerd in november 2011 en de jaarrekeningcontrole in maart en april 2012. Ten aanzien van dc jaarafsluiting kunnen wij opmerken dat dc oplevering cn dc afsluiting wederom goed zijn verlopen. De kwaliteit van de opgeleverde financiële informatie voldoet in ruime mate aan de daaraan te stellen eisen. Gedurende de jaarrekeningcontrole hebben wij eveneens follow-up gegeven aan de werkzaamheden tijdens de interim-controle. Aangezien nog niet alle interne controlewerkzaamheden ten aanzien van het proces inkopen & aanbestedingen waren afgerond op het moment van de interim-controle hebben wij tijdens de eindejaarscontrole de resterende werkzaamheden verricht. Hierbij hebben wij geen bevindingen geconstateerd en concluderen dat de interne beheersing voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
2.6
Analyse resultaat 2011
Het resultaat van WRO is als volgt opgebouwd: (in duizenden euro's)
2007
2006
Financiële baten Personele baten Goederen en diensten aan derden Bijdragen van derden Waterschapsbelastingen Geactiveerde lasten
441 235 85 3.771 76.698 387
624 261 92 2.414 76.660 450
Totaal baten
81.617
80.501
Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Bijdragen aan derden Voorzieningen/onvoorzien
10.120 10.068 57.366 1.566 560
10.400 9.998 57.943 2.358 1.626
Totaal lasten
79.680
82.325
Resultaat 2011
1.937
(1.824)
IIIIIIIIH
l'
1111
"""
111
Analyse afwijking realisatie-begroting
In het verslagjaar is een positief resultaat behaald van € 1.937.000 ten opzichte van € 1.824.000 negatief begroot. Dit wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door de onderstaande punten die allen een positieve impact hebben op het resultaat: - lagere kosten voorziening/onvoorzien ter hoogte van € 1.066.000; - hogere bijdragen van derden als gevolg van correctie afwaardering vordering Landsbanki ten bedrage van € 1.050.000 (zie paragraaf 2.2); - lagere kosten als gevolg van het achterblijven ten opzichte van de begroting van de bijdragen aan derden € 792.000 (als gevolg van bijdrage stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlakte en stimuleringsegeling niet-kerende grondbewerking); - lagere onderhoudskosten en diensten door derden van gezamenlijk € 406.000; hogere bijdragen van derden € 282.000, voornamelijk veroorzaakt door de vereveningsbijdrage van WPM in de vervuilingseenheden, die niet was begroot.
1.7 Verplichte mededelingen
HI ERNST & YOUNG
Verplichte mededelingen van uw accountant
In hoofdstuk 5 maken wij u een aantal (verplichte) mededelingen bekend betreffende de inrichting en uitvoering van onze controle.
2
Bevindingen met betrekking tot verslaggeving en jaarrekeningcontrole
Iri dit hoofdstuk belichten wij onderwerpen die naar onze mening bijzondere aandacht dienen te hebben van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur.
2.1 HWBP
Bijdrage WRO
Activeren en afschrijven
Activering Hoogwaterbeschermingsprogramma
Op 4 november 2009 heeft de Unie van Waterschappen een toekomstgericht plan voor het waterbeheer in Nederland aan staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat gepresenteerd. Met het plan zal in 2011 een bezuiniging van € 100 miljoen op de rijksbegroting worden bereikt (€ 81 miljoen Hoogwaterbeschermingsprogramma en € 19 miljoen vervallen bijdrage muskusrattenbestrijding). Met de invoering van het plan moeten de Nederlandse waterschappen de komende jaren een deel van de nationale begroting (het Hoogwaterbeschermingsprogramma: het versterken van de dijken in Nederland) gaan betalen. Voor het WRO is de hoogte van de bijdrage in het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor 2011 circa € 3,3 miljoen. Deze bijdrage neemt de komende jaren toe. In 2014 bedraagt de bijdrage van WRO aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma € 5,4 miljoen en in 2015 zelfs € 7,4 miljoen. De verwerking van deze extra kosten de komende jaren is uitvoerig besproken binnen het bestuur. Er is gekozen om de kosten gemoeid met het hoogwaterbeschermingsprograrnma te activeren en af te schrijven over 30 jaar. Wij verenigen ons met de deze ^werkingswijze, zoals voorgaand jaar reeds besproken.
IIIII||||N"
H
M ERNST & YOUNG
111111
2.2 Vordering Landsbanki
Positieve uitspraak Hoge Raad
Voorzichtigheidsprincipe
Recente berichtgeving
Terugname afwaardering
Overschrijding te ontvangen gelden
Vordering Landsbanki
WRO heeft ultimo boekjaar een vordering van € 5,0 miljoen op de failliete staatsbank Landsbanki Island. WRO werkt samen met andere lagere overheden, verenigd in de Noord-Holland Groep, die het initiatief hebben genomen om de middelen die uitstaan bij Landsbanki terug te vorderen. In het verleden is het recovery percentage op 74% gesteld. Dit heeft geresulteerd in een afwaardering van € 1,3 miljoen. Op 28 oktober 2011 heeft de Hoge Raad de deposito's van de wholesalehouders (mede WRO) preferent verklaard. Hierdoor is de kans dat het overgrote deel van de uitgezette gelden wordt terugontvangen realistisch geworden. In het najaar 2011 hebben wij overleg gepleegd met het Waterschap omtrent de waardering van de vordering Landsbanki. Uit hoofde van voorzichtigheid is destijds besloten om de vordering niet te verhogen, aangezien er nog steeds een redelijke mate van onzekerheid bestond of de vordering geheel terug ontvangen zou worden, alsmede over het tijdstip waarop de gelden ontvangen zouden worden. Pas op het moment dat de daadwerkelijke ontvangsten de vordering zouden overschrijden, zou dit verwerkt worden. Gedurende het opstellen van de jaarrekening is uit recente berichtgeving gebleken dat de vordering zeer waarschijnlijk in zijn geheel ontvangen gaat worden. Dit is onder andere het gevolg van de recente verkoop van een winkelcentrum door Landsbanki. Aangezien de geldende wet- en regelgeving (Waterschapswet) voorschrijft dat de vordering gewaardeerd wordt op de meest realistische inschatting van de mogelijkheid tot invordering, is het niet meer toegestaan om de afwaardering geheel te handhaven. Gegeven het mogelijke koersrisico van de vordering bedraagt de beste inschatting van de vordering 95% procent van de nominale waarde, zijnde € 4.750.000. Als gevolg hiervan heeft het waterschap € 1.050.000 (21%) teruggenomen van de afwaardering van 26% in 2009. Op het moment dat in de toekomst blijkt dat de ontvangen gelden de vordering van € 4.750.000 overschrijden, worden deze op dat moment ten gunste van het resultaat verantwoord. Op basis van de huidige beschikbare informatie zijn wij van mening dat de vordering juist is gewaardeerd.
2.3
Voorzieningen
Voorzieningen
In de jaarrekening 2011 zijn de volgende voorzieningen opgenomen: - voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen; - voorziening TAX-i.
Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen
Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen WRO heeft een voorziening opgenomen voor pensioen- en uitkeringsverplichtingen ultimo 2011 ten bedrage van,£''711.000. Deze voorziening heeft ten doel om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioen ontvangen. In 2011 is € 60.000 gedoteerd aan de voorziening op basis van een actuariële berekening van RAET.
Pagina 5
M ERNST & YOUNG
Tenslotte heeft er in 2011 een onttrekking plaatsgevonden ten bedrage van € 7.000 ter dekking van de pensioenkosten van de voormalig bestuursleden. Het saldo van de voorziening ultimo boekjaar is toereikend.
Voorziening TAX-i
Voorziening TAX-i Het Waterschapshuis heeft ultimo 2011 circa € 11,0 miljoen aan Logica betaald voor de afronding van een belastingsysteem. Het waterschap verwacht dat dit de uiteindelijk te betalen kosten zullen zijn. Deze kosten worden door de deelnemende waterschappen aan het Waterschaphuis betaald naar rato van de belastingopbrengst. De verwachte bijdrage voor WRO bedraagt € 0,5 miljoen. De berekening voor de verwachte bijdrage is door ons beoordeeld en aannemelijk bevonden. Derhalve is in de jaarrekening een voorziening gevormd voor een bedrag van € 0,5 miljoen. Wij kunnen ons verenigen met de verwerkingswijze van WRO.
2.4 Teruglopende liquiditeitspositie
Beperking rentelasten
Wet Fido Nieuwe langlopende lening
WRO heeft, evenals vorig jaar, als gevolg van het reguliere seizoenspatroon een teruglopende liquiditeitspositie in het eerste en het vierde kwartaal. Normaliter worden deze tekorten ondervangen door het afsluiten van nieuwe langlopende leningen. Echter WRO heeft getracht om binnen de grenzen van wet Fido de rentelasten te beperken. Gezien de ontwikkelingen op de financiële markt heeft WRO liquiditeitstekorten opgelost met kortlopende financiering. Door het afsluiten van kortlopende financieringen in plaats van langlopende leningen wordt gedurende het boekjaar een rentevoordeel behaald van circa € 193.000. Wij hebben geconstateerd dat WRO er op toe ziet dat binnen de kaders van wet Fido en de kaders zoals aangegeven door het bestuur, wordt geopereerd. Gegeven de dalende liquiditeiten en om te opereren binnen de kaders van wet Fido heeft het waterschap in 2011 een langlopende lening afgesloten, met stortingsdatum 31 mei 2012, ter hoogte van € 17,0 miljoen.
2.5 Voortgezette controle
Voortgezette controle
Wij hebben geconstateerd dat één investeringsfactuur ten bedrage van € 38.400 in 2012 verantwoord is, terwijl deze betrekking heeft op 2011. Doordat deze factuur onze controletolerantie overstijgt, dienen wij deze te melden in ons accountantsverslag en op te nemen als bijlage in de bevestiging bij de jaarrekening.
2.6
Leverage ratio 3%
Cash flow positie
Dividenduitkering Nederlandse Waterschapsbank
Het Bazels Comité van Banktoezichthouders heeft nieuwe vermogens- en liquiditeitseisen gesteld aan banken. Naar verwachting worden deze eisen vanaf 2018 van kracht. Één van de nieuwe eisen heeft betrekking op de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen, de zogenoemde leverage ratio. Op het moment dat deze eisen van kracht worden dienen de banken een leverage ratio van 3% te hebb.©fi. Op basis van de balansgegevens per 31 december 2011 heeft de Nederlands^ Waterschapsbank (NWB) een leverage ratio van 1,8%. Bij een gelijkblijvend balanstotaal dient de bank in de periode 2011-2018 € 843 miljoen aan het eigen vermogen toe te voegen om aan de nieuwe vermogens- en liquiditeitseisen te voldoen.
Pagina 6
=U ERNST & YOUNG
2011 voorlopige laatste dividend
Om aan deze eisen te voldoen heeft de NWB besloten in 2011 voorlopig de laatste keer dividend uit te keren aan de aandeelhouders. In het verslagjaar is € 266.000 dividend ontvangen van de NWB. WRO heeft in de begroting van 2012 rekening gehouden met het feit dat geen dividend meer ontvangen zal worden.
2.7
Afsplitsing BsGW
Met ingang van 1 april 2011 is Unit Waterschapsheffingen afgesplitst van het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) en is verder gegaan als een verzelfstandigde organisatie onder de naam Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). Als rechtsvorm is gekozen voor een openbaar lichaam op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De Waterschappen Roer en Overmaas (WRO), Peel en Maasvallei (WPM) en de gemeente Venlo zijn de eerste deelnemers in de Gemeenschappelijke Regeling. Daarnaast blijft de dienstverleningovereenkomst met Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) bestaan. De oprichting van de BsGW heeft met terugwerkende kracht plaats gevonden vanaf 1 januari 2011. BsGW behartigt als uitvoeringsorganisatie'van de deelnemende waterschappen en gemeente de zorg voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen. Om deze overgang van WBL naar BsGW soepel te laten verlopen heeft WRO gedurende 2011 de nodige aandacht besteed aan de relatie met de BsGW. De bijdrage aan de BsGW door WRO bedraagt € 3.663.000 voor het jaar 2011, waarvan € 185.000 een eenmalige initiële storting bedraagt ter opbouw van het weerstandsvermogen van het BsGW. Als gevolg van de splitsing van de BsGW is de bijdrage aan WBL € 5.112.000 lager dan in de initieel begroot.
3 Waterschapswet
Interne beheersing en rechtmatigheid
Vanaf de invoering van de Waterschapswet in 2009 dient WRO zichtbaar aan te tonen dat de interne beheersorganisatie zodanig is ingericht dat beheersingsmaatregelen zijn geïmplementeerd in de bedrijfsprocessen, die de rechtmatigheid van de baten, lasten en balansmutaties waarborgen. WRO is verantwoordelijk voor het opstellen van een juist en volledig normen- en toetsingkader als wel het uitvoeren van toetsingswerkzaamheden in het kader van rechtmatigheid.
Beoordeling significante bedrijfsprocessen
Wij hebben de beheersorganisatie met betrekking tot de significante bedrijfsprocessen in het kader van de controle van de jaarrekening beoordeeld, Hierbij hebben wij gebruik gemaakt van de door WRO intern uitgevoerde controlewerkzaamheden. Concern control heeft een controle uitgevoerd op de naleving van interne en externe regelgeving ten aanzien van inkopen en aanbestedingen. Hiernaast zijn door een medewerker financiën toetsingswerkzaamheden uitgevoerd op het personeelsproces. De toetsingswerkzaamheden hebben betrekking op Indiensttreding, ultdiensttredlng en vaste en variabele looncomponenten. Wij hebben door middel van een review vastgesteld dat deze werkzaamheden op een gedegen en adequate wijze zijn uitgevoerd. Aanvullend hebben wij toetsingswerkzaa'rfllieden uitgevoerd op de werking van significante beheersingsmaatregelen voor de door ons aangemerkte significante processen: - inkopen en aanbestedingen; - projectbeheer; - treasury;
H
l
j
l
l
l
H
1
P
a
g
i
n
a
7
EH ERNST & YOUNG
-
Conclusie
personeel; heffingen; schattingen.
Op basis van onze review- en toetsingswerkzaamheden kunnen wij concluderen dat de interne beheersorganisatie in algemene zin toereikend is en voldoet aan de daaraan te stellen eisen. In onderstaande paragrafen worden de kernpunten naar aanleiding van onze werkzaamheden ten aanzien van de administratieve organisatie en interne beheersing kort belicht.
3.1 Inkopen en aanbestedingen
Inkopen en aanbesteding
Concern control heeft ten aanzien van het proces inkopen en aanbestedingen tnptsingswprk7aamhf?d
3.2
Projectbeheer
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden is vorig jaar geconstateerd dat geen schriftelijke vastlegging geschiedt van periodieke projectevaluaties. De focus ligt bij het waterschap op het vermijden van budgetoverschrijdingen. Budgetoverschrijdingen dienen te allen tijde tijdig aan het bestuur gemeld te worden. Sinds 2011 wordt elke zes weken een projectenoverleg gevoerd. In dit overleg worden alle projecten zowel financieel als Inhoudelijk behandeld. Het projectenoverleg wordt middels notulen gedocumenteerd, echter de inhoudelijke opvolging is beperkt en wordt beperkt gedocumenteerd. Periodieke evaluatie alle projecten
Wij adviseren inhoudelijke opvolging te geven aan de projectevaluaties en deze opvolging te documenteren. Op deze manier wordt de projectbeheersing verbeterd. Wij hebben vernomen dat vanaf 2012 strikter wordt toegezien op opvolging van de projectevaluaties en dat dit deugdelijk wordt gedocumenteerd. Gedurende de interim-controle 2012 zullen wij beoordelen of de verbeteracties voldoende zijn.
3.3 1 maart 2011
Ten aanzien van het proces treasury zijn geen bevindingen geconstateerd naar aanleiding van onze werkzaamheden. WRO hanteert een treasurystatuut en rapporteert transparant en toereikend over haar kapitaalpositie tussentijds en in de jaarrekening. Het treasurystatuut is inmiddels geactualiseerd en is in de vergadering van 1 maart 2011 vastgesteld door het Algemeen Bestuur.
3.4 Personeel
Treasury
Personeel
Gegeven de omvang, aardden gevoeligheid van de post personeelslasten in de jaarrekening van WRO is het personeelsproces als significant proces geïdentificeerd.
imiillliiiii H "
' Ml ERNST & YOUNG
111
WRO heeft maandelijks toetsingswerkzaamheden uitgevoerd op indiensttredingen, uitdiensttredingen en mutaties van vaste en variabele looncomponenten. Wij hebben een review uitgevoerd op deze werkzaamheden en onze aanbevelingen medegedeeld in de managementletter d.d. 12 december 2011. Wij constateren geen significante tekortkomingen en wij hebben in onze controle gesteund op de effectieve werking van het personeelsproces.
3.5 Heffingen
Het proces heffingen is met uitzondering van het vaststellen van de tarieven, de verantwoordelijkheid van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). De tarieven zijn vastgesteld door het Algemeen Bestuur in overeenstemming met wet- en regelgeving en is gecommuniceerd met de BsGW. De verantwoordelijkheid van oplegging en invordering van (waterschaps-) heffingen ligt bij de BsGW. Op basis van de Waterschapswet dient BsGW de gestelde eisen in het kader van rechtmatigheid te waarborgen. De BsGW rapporteert in de vorm van eindafrekeningen over de kohierjaren aan WRO. De eindafrekening 2011 is door de accountant van de BsGW gecontroleerd op getrouwheid en rechtmatigheid en voorzien van een goedkeurende controleverklaring. Wij maken voor onze jaarrekeningcontrole van WRO gebruik van deze eindafrekening en bijbehorende controleverklaring.
3.6 Schattingen
Schattingen
' benadrukken het belang van een tijdige beoordeling van de voorzieningen, veronderstellingen en uitgangspunten. Tijdens de jaarrekeningcontrole hebben wij de plausibiliteit van de door WRO gehanteerde veronderstellingen en uitgangspunten beoordeeld evenals de betrouwbaarheid van de schattingsposten. Er heeft tijdig afstemming plaatsgevonden over de uitgangspunten en veronderstellingen van het WRO. Wij kunnen ons verenigen met de gevormde voorzieningen.
w i
4 Geautomatiseerde gegevensverwerking
Heffingen
Interne beheersing en geautomatiseerde gegevensverwerking
^ kaóer van onze jaarrekeningcontrole hebben wij aandacht besteed aan de geautomatiseerde gegevensverwerking en met name op de interne beheersing omtrent logische toegangsbeveiliging en change management. Dit heeft geen significante tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de automatische gegevensverwerking aan het licht gebracht.
m
Wij hebben u in onze vorige managementletters geadviseerd om verbeteringen aan te brengen in de processen rondom logische toegangsbeveiliging en change management. Deze aanbevelingen zijn intern geëvalueerd en u bent van mening dat de huidige administratieve organisatie omtrent IT toereikend is om de risico's in voldoende mate te mitigeren. Wij nemen deze aanbevelingen derhalve in deze rapportage niet meer op. ,.-V'
Pagina 9
iü ERNST & YOUNG
5
Informatie uit hoofde van onze functie als externe accountant
Aandachtsgebied
Mededeling
Verantwoordelijkheid accountant naar Nederlands recht, m e t Inbegrip v a n bespreking soort t e verstrekken verklaring Do jaarrekening is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de Algemeen Bestuur. Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke, doch geen absolute, mate van zekerheid wordt verkregen dat de j'aarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onderdeel van onze controle is het verkrijgen van voldoende inzicht in de relevante interne beheersingsmaatregelen om onze controlewerkzaamheden te plannen en om de mate, het tijdstip en de diepgang van onze toetsing te bepalen. Wij hebben geen opdracht ontvangen tot controle van de interne beheersing van de financiële verslaggeving en hebben deze dan ook niet uitgevoerd.
Wij zijn voornemens om na afronding van onze laatste werkzaamheden een goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening van WRO over het boekjaar geëindigd op 31 december 2011 te verstrekken.
i
Controleverschlllen Wij informeren het Algemeen bestuur omtrent afwijkingen (gecorrigeerd of niet) die wij tijdens onze controle hebben vastgesteld en die naar ons oordeel individueel dan wel gezamenlijk een belangrijke invloed hebben op de financiële verslaggeving door de onderneming. Wij informeren het Algemeen Bestuur eveneens omtrent niet-gecorrigeerde controleverschlllen waarvan het management heeft aangegeven dat zij van oordeel is dat deze zowel individueel als gezamenlijk niet materieel zijn voor de jaarrekening als geheel.
Er is geen sprake van significante afwijkingen met betrekking tot de controle over 2011.
Zie b{jlage 1 Overzicht controleverschillen. r
Pagina 10
Mill""
11111111"
Ml ERNST & YOUNG
Aandachtsgebied
Mededeling
Onze mening over de kwaliteit van de door de onderneming gehanteerde versiaggevingsgrondslagen Wij bespreken onze mening omtrent de kwaliteit van de grondslagen van de financiële verslaggeving van de onderneming en niet slechts omtrent de aanvaardbaarheid daarvan. DP7P hpspreking omvat tevens de gevolgde bestendige gedragslijn bij de toepassing van de grondslagen, schattingen en de duidelijkheid en volledigheid van de jaarrekening en de daarmee samenhangende toelichtingen.
Naar onze mening zijn de door het management gekozen waarderingsgrondslagen aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties Dit geldt tevens voor het tijdstip waarop die transacties hebben plaatsgevonden, de periode waarin zij zijn verantwoord en de desbetreffende toelichtingen in de jaarrekening.
Verslaggeving omtrent belangrijke ongebruikelijke transacties en controversiële aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen Wij stellen vast of het Algemeen Bestuur is geïnformeerd over de gehanteerde werkwijze met betrekking tot de verslaglegging omtrent belangrijke ongebruikelijke transacties en de gevolgen van de verwerking van belangrijke controversiële aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen, waarvoor geen gezaghebbende regelgeving of algemeen aanvaarde grondslagen bestaan.
Ons is niets gebleken van enige door het waterschap verantwoorde significante ongebruikelijke transactie of enige door het waterschap gehanteerde significante verslaggevingsgrondslag met betrekking tot controversiële aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen waarvoor onvoldoende gezaghebbende aanwijzingen bestaan.
Gevoelige schattingen Bij het opstellen van de Jaarrekening dient gebruik te worden gemaakt van schattingen. Bepaalde schattingen zijn bijzonder gevoelig vanwege hun belang voor de jaarrekening en de mogelijkheid dat toekomstige gebeurtenissen in belangrijke mate afwijken van de beoordelingen van het management. Wij stellen vast of het Algemeen Bestuur is geïnformeerd over het proces dat het management hanteert voor het formuleren van bijzonder gevoelige schattingen en over de grondslag voor onze conclusies ten aanzien van de redelijkheid van die schattingen.
Onze mening is uiteengezet in het hoofdstuk 2.3 en 3.6 (respectievelijk voorzieningen en schattingen)
] s J
HIP
Pagina 11
llll""
M ERNST
AYOUNG
Aandachtsgebied
Mededeling
Te rapporteren verschillen van inzicht met het management Met het Algemeen Bestuur bespreken wij ieder te rapporteren verschil van inzicht, ongeacht of het naar tevredenheid is opgelost, met betrekking tot aangelegenheden die, afzonderlijk of tezamen, van belang kunnen zijn voor de jaarrekening van de onderneming of voor de controleverklaring.
Geen.
Overleg met andere accountants Wanneer ons is gebleken dat het management met andere accountants heeft overlegd over boekhoudkundige, controle- of verslaggevingkwesties bespreken wij onze visie op belangrijke aangelegenheden waarop dit overleg betrekking had met het Algemeen Bestuur. Ernstige moeilijkheden in de omgang met het management tijdens de uitvoering van de controle Wij informeren het Algemeen Bestuur over eventuele ernstige moeilijkheden die in verband met de uitvoering van de controle in de omgang met het management zijn ondervonden.
Hiervan is ons niets gebleken.
i i
Geen.
j
jaarrekening tot gevolg hebben
] I
i i i
i
Fraude en illegale handelingen waarbij het hoger kader is | betrokken en fraude en illegale 1 handelingen die een onjuistheid van materieel belang in de Wij informeren Algemeen Bestuur over fraude en illegale handelingen waarbij het hoger kader is betrokken en over fraude en illegale handelingen (of deze nu door het hoger kader of door andere werknemers zijn veroorzaakt) die een onjuistheid van materieel belang in de jaarrekening tot gevolg hebben.
;
Er is ons niets gebleken van zaken die dienen te worden gemeld.
Pagina 12
Ml ERNST
&YOUNG
Aandachtsgebied
Mededeling
Significante tekortkomingen en materiële leemtes in de interne beheersing van de financiële verslaggeving Wij meiden alle significante tekortkomingen en materiële leemtes in de interne beheersing die wij gedurende onze controle hebben vastgesteld.
Hiervoor verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van dit accountantsverslag en voor een uitgebreide bespreking van onze werkzaamheden in het kader van de interne beheersing verwijzen wij naar de door ons uitgebrachte interim-managementletter d.d. 12 december 2011
Continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking Artikel 2:393 lid 4 Burgerlijk Wetboek vereist dat de accountant in het kader van de controle van de jaarrekening verslag uitbrengt omtrent ! zijn bevindingen met betrekking tot de 1 continuïteit en betrouwbaarheid van de | geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen.
De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht.
Onafhankelijkheid Ten minste eens per jaar communiceren wij als volgt met het Algemeen Bestuur — Wij verstrekken een schriftelijke beschrijving van alle betrekkingen tussen Ernst & Young en de met ons verbonden entiteiten enerzijds en de onderneming en de met haar gelieerde entiteiten of personen met een financial reporting oversight role bij de onderneming anderzijds die redelijkerwijs kunnen worden gezien als zijnde van invloed op onze onafhankelijkheid;
Wij dienen mondeling en schriftelijk van onze onafhankelijkheid melding te maken, ook al concluderen wij dat er geen zaken zijn die redelijkerwijs kunnen worden gezien als zijnde van invloed op onze onafhankelijkheid. Ook dienen wij de strekking van onze bespreking met het Algemeen Bestuur te documenteren. Voorbeeld: Wij hebben alle zaken geanalyseerd die onze onafhankelijkheid gedurende het jaar zouden kurjwén bedreigen.
Illll
Ml ERNST &YouNG
Pagina 13
Aandachtsgebied
Mededeling
-
Op basis van onze analyse concluderen wij dat wij onafhankelijk zijn geweest in de zin van de Nederlandse wet- en regelgeving.
-
Wij bespreken met het Algemeen Bestuur de mogelijke effecten die dergelijke betrekkingen op de onafhankelijkheid zouden kunnen hebben; en Wij bevestigen schriftelijk dat wij ten opzichte van de onderneming onafhankelijk zijn in de zin van de Nederlandse wet- en regelgeving.
W 0)
ro c
T3 .tf O TO
c ra ra
ro
O
CL
•c »
O) O C T)
c ü lil
SS
l i o
ü UI O
3 Q
£2
£
•C U
s
tl
E o o
il
fl>
c
e
E
a
(A
o
S3 SS
£ E 3
o^
3
O
• c <
SE
ii •
O CN ó 0>
C
•a „ O £
2-
5f o 0)
O
CS "O
I 2
4-*
s 8Ë ü 3" o 3 3 at
'•5 3 <
O
c
8 ^
E
o c • 0)
3 O
ra
1 ml
n
f É
«2
O
T>
ü&
ra
IcO c
c OJ
IE o uj i_ >
e o O OJ
_2 ca
2 o
•5
c E
S in
ü
Ö
O
f*v ï .
£ 'ü k\ O
ro
2
c
o c
•o
e «
l i l
^
<= 49 o E g»Q. oj .g o
li" Il Ji E
•
9: ^ §2
e o
— 1 —
Waterschap Roer en Overmaas
Programmarekening 2011
•r
( I
Inhoudsopgave 1
Inleiding / samenvatting
7
1.1
Inleiding
7
1.2
Samenvatting
9
Deel I Jaarverslag
15
2
Programmaplan
17
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
18 21 24 26 28 31 35
3
4
5
Programma Plannen Programma Watersysteem Programma Veiligheid Programma Zuiveren Programma Instrumenten Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen Programma Bedrijfsvoering
Overige paragrafen
39
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Ontwikkelingen en uitgangspunten Incidentele opbrengsten en kosten Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen Waterschapsbelastingen Het weerstandsvermogen 3.5.1 Weerstandscapaciteit 3.5.2 Risico's
39 41 43 44 47 47 47
3.6
De financiering 3.6.1 Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid 3.6.2 Liquiditeitspositie 3.6.3 Treasurybeheer
51 51 54 55
3.7 Verbonden partijen 3.8 Bedrijfsvoering 3.9 EMU-saldo 3.10 Topinkomens
57 57 58 58
Waterschapsbedrijf Limburg
59
4.1 4.2 4.3 4.4
59 59 60 60
Relatie Begroting / begrotingswijzigingen Geldstroom Reservepositie
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
61
5.1 5.2 5.3 5.4
61 61 61 62
Relatie Begroting / begrotingswijzigingen Geldstroom Reservepositie
Waterschap Roer en Overmaas /121063
•.
3
Deel II Jaarrekening 6
7
8
Balans met
toelichting
65
6.1 6.2 6.3 6.4
Balans Indeling en waardering balansposten Vaste activa Vlottende activa 6.4.1 Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar 6.4.2 Liquide middelen 6.4.3 Kortlopende vorderingen 6.4.4 Overlopende activa
65 66 67 71 71 71 71 73
6.5
Vaste 6.5.1 6.5.2 6.5.3
74 74 75 76
6.6
Vlottende passiva 6.6.1 Netto vlottende schulden 6.6.2 Overlopende passiva
77 77 77
6.7
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
79
passiva Eigen vermogen Voorzieningen Vaste schulden
Exploitatierekening naar programma's
81
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
83 85 88 90 91 93 94
Programma plannen Programma watersysteem Programma veiligheid Programma zuiveren Programma instrumenten Programma bestuur, externe communicatie en belastingen Programma bedrijfsvoering
Exploitatierekening naar kostendragers 8.1 8.2 8.3 8.4
9
63
97
Kostentoerekening Kostendrager Dekkingsmiddelen Realisatie kostendragers 2011 versus gewijzigde begroting 2011
97 98 99 100
Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten
103
9.1 9.2 9.3
105 109 112
Toelichting op kosten Toelichting op opbrengsten Exploitatieresultaat
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
113
Voorstellen
115
4
Programmarekening 2011
Deel III Bijla gen Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage 1 Bijlage J Bijlage K
Vaste Activa Reserves en voorzieningen Vaste schulden Personeelslasten Berekening van het rente-omslagpercentage Kostenverdeelstaat Begroting Waterschapsbedrijf Limburg Programma's en beleidsproducten Treasury Opbouw EMU-saldo Meerjarig Investeringsplan
Waterschap Roer en Overmaas
5
1 1.1
Inleiding / samenvatting Inleiding
Hierbij bieden wij u de programmarekening 2011 aan waarin verantwoording wordt afgelegd over de opgaven waarvoor wij als waterschap in het verslagjaar zijn geplaatst. Het jaar 2011 is ondanks de gevolgen van de Europese schuldencrisis en de daaruit voortvloeiende Rijksbezuinigingen vanuit beleidsmatig als financieel oogpunt naar tevredenheid verlopen. Wel moeten we constateren dat het investeringsniveau dat wat we ons hadden voorgenomen niet volledig is gehaald. Gelet op de barrières waarmee het waterschap heden ten dagen geconfronteerd wordt bij de voorbereiding en uitvoering van herinrichtingswerken is dit echter verklaarbaar. Doordat het mogelijk is gebleken om de kosten in het verslagjaar aanzienlijk te beperken is 2011 financieel goed verlopen. Dit biedt dan ook een goede basis voor de toekomst. Zo kan de inzet van de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing' in het verslagjaar beperkt blijven en de inzet van de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing' zelfs helemaal achterwege blijven. Dit betekent dan ook dat onze inwoners hier de komende jaren van kunnen profiteren. Het is namelijk mogelijk vanuit de egalisatiereserves extra middelen in te zetten om de stijgingspercentages van de toekomstige waterschaplasten te beperken tot een acceptabel en maatschappelijk aanvaardbare niveau. In deze programmarekening kunt u lezen hoe wij invulling hebben gegeven aan de beleidsvoornemens in het verslagjaar. Naast de inleiding en samenvatting, bestaat de programmarekening uit drie onderdelen, te weten • Deel I: Het Jaarverslag o Programmaverantwoording o De paragrafen o Relatie met Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) o Relatie met Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) • Deel II: De jaarrekening o De balans met toelichting o Exploitatierekening naar programma's o Exploitatierekening naar kostendragers o Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten o De controleverklaring o Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief bestemming van het resultaat • Deel III: De bijlagen Jaarverslag
Het jaarverslag begint met een financiële verantwoording van de uitvoering van het programmaplan bestaande uit de netto kosten per programma. Verder wordt in de programmaverantwoording ingegaan op een drietal vragen: • Wat hebben we bereikt Onder 'wat hebben we bereikt' wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop in het verslagjaar de gestelde doelen zijn gerealiseerd.
Waterschap Roer en Overmaas
7
•
•
Wat hebben we gedaan De teksten 'wat hebben we gedaan' vermelden wat we gedaan hebben om datgene te bereiken wat we bereikt hebben. Voor zover kwantificeerbaar wordt een en ander door middel van kengetallen nader toegelicht. Wat kost het In dit onderdeel wordt de financiële realisatie in het verslagjaar gecomprimeerd weergegeven en wordt de afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting gepresenteerd.
Daarnaast zijn in het jaarverslag de verplichte paragrafen volgens de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de ontwikkelingen gedurende het verslagjaar, de incidentele kosten en opbrengsten en de onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen. Ook wordt aandacht besteed aan de waterschapsbelastingen, het weerstandsvermogen en de financiering. Verder worden de (eventuele) verbonden partijen toegelicht en komt de bedrijfsvoering aan de orde. Tot slot wordt het EMU saldo nog in beeld gebracht en aandacht besteed aan de topinkomens. Jaarrekening
De jaarrekening vormt de basis voor de controleverklaring en is door de accountant onderzocht op getrouwheid en rechtmatigheid. De jaarrekening betreft dan ook het cijfermatige deel van de programmarekening en is opgesteld in overeenstemming met de landelijke beleid- en beheerproducten (BBP) structuur. De BBP-opzet bestaat onder meer uit een systematiek van doorberekening van overheadkosten. Ook maken de controleverklaring en het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief de bestemming van het rekeningresultaat deel uit van de rekening. Verder omvat de jaarrekening de balans per 31 december 2011. In hoofdstuk 6 treft u een weergave aan van de balanspositie van het waterschap per 31 december 2011, met een nadere uiteenzetting per afzonderlijke balanspost. In de jaarrekening wordt ook ingegaan op de financiële realisatie van de programma's. Het zwaartepunt van de beleidsmatige aspecten is opgenomen in het jaarverslag terwijl de presentatie op de financiële aspecten een plek krijgt in de jaarrekening. Tot slot wordt in de jaarrekening nog ingegaan op de kostendragers (lees taken) en kosten en opbrengsten en wordt een korte analyse gegeven op de kostensoorten gewijzigde begroting 2011 versus realisatie. Bijlagen
In deel III zijn de bijlagen en het meerjarig investeringsplan (MIP) inclusief de af te sluiten projecten opgenomen. In het MIP wordt de realisatie versus de raming van de investeringsprojecten weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven welke projecten zijn afgerond en financieel kunnen worden afgesloten. In totaal zijn elf bijlagen bijgevoegd, waaronder de staat van vaste activa, reserves en voorzieningen, vaste schulden en personeelslasten.
8
Programmarekening 2011
1.2
Samenvatting
In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het resultaat van de exploitatie op programma- en kostensoorten niveau gepresenteerd evenals de investeringen. Verder wordt nog een korte toelichting op beide onderdelen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2011 gegeven. Ten slotte wordt nog een overzicht gepresenteerd met de belangrijkste cijfers van ons waterschap. Exploitatie op orogrammaniveau Het voorgenomen beleid kan op programmaniveau op basis van de netto kosten in het verslagjaar als volgt worden weergegeven.
Programma
2011 Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
3.029.578 13.331.670 1.675.941 44.765.317 6.774.548 7.922.663 ! 0
Programmatotaal
77.499.717
Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Toevoeging bedrijfsreserve Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Toevoeging voorziening TAX-i Resultaat 2010 Waterschapsbedrijf Limburg Dvidenden en overige algemene opbrengsten Opwaardering vordering Lansbanki
0 82 557 { 184 838 500 000 ; 1.801 456 654 302 ; 1.050 ooo ; [
Totaal netto kosten
74.761 354
Opbrengst waterschapsbelastingen, inclusief kwijtschelding en oninbaarverklaringen
76.698 000
Exploitatieresultaat
1.936 646
Voor een nadere toelichting op de programma's wordt verwezen naar hoofdstuk 2. Exploitatie op kostensoortenniveau Omdat in de jaarrekening de verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2011 op kostensoortenniveau worden verklaard kan het resultaat van de jaarrekening volgens de indeling van de kostensoorten als volgt worden weergegeven. Kosten/Opbrengsten
Kosten Opbrengsten Exploitatieresultaat
Waterschap Roer en Overmaas
2 0 1 1
Realisatie
79.680.435 81.617.081 1.936.646
9
Het totaal van de kosten en opbrengsten over 2011 resulteert in een positief resultaat van € 1.936.646. Ten opzichte van de gewijzigde begroting zijn, afgerond op duizendtallen, de kosten met € 2.645.000 afgenomen en de opbrengsten toegenomen met €1.115.000. In totaliteit is sprake van een daling van het kostenniveau met 3,21% en een stijging van het opbrengstenniveau met 1,39%. Kosten en opbrengsten realisatie 2011 versus gewijzigde begroting 2011
Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen van de kosten en de opbrengsten ten opzichte van de gewijzigde begroting 2011 weergegeven en kort toegelicht. Kosten (afgerond op € 1.000) Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Bijdragen aan derden Toevoegingen aan voorzieningen Onvoorzien
Bedrag -280.000 70.0001 -577.000 \ -792.000 | 500.000 i -1.566.000
De post rente en afschrijving is afgenomen omdat de berekende rente over de eigen financieringsmiddelen (lees interne rentelasten) aanzienlijk lager is als gevolg van de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten. De afschrijvingskosten zijn door een lager gerealiseerd investeringsniveau eveneens afgenomen. De personeelslasten zijn door de wettelijke voorgeschreven reservering van het aantal overlopende vakantiedagen 2011 versus 2010 en een te hoge tussentijds aframing van de salariskosten toegenomen. De sociale lasten echter zijn afgenomen omdat de werkelijke premiepercentages ten opzichte van de in de raming gehanteerde percentages lager zijn. De goederen en diensten van derden zijn lager uitgevallen door de daling van het onderhoud derden, de onderhoudskosten van hard- en software en adviezen van derden. Daarnaast dalen de kosten van afrasteringen, grafische data, energie en exposities en educatie eveneens. De lagere bijdrage aan derden is, naast de lagere bijdrage aan Het Waterschapshuis, een gevolg van de onderschrijdingen op de uitgaven die gemoeid zijn met de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' en de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking'. De stijging van de toevoegingen aan de voorzieningen is een gevolg van de toevoeging aan de 'voorziening TAX-i' die niet was voorzien. Tot slot kan nog worden vermeld dat de post onvoorzien niet is aangewend. Opbrengsten (afgerond op € 1.000)
j j
j
Financiële baten Personele baten Goederen en diensten aan derden Bijdragen van derden Bijdragen van derden WPM Waterschapsbelastingen Interne verrekeningen
Bedrag -183.000 -26.000 -7.000 1.141.000 215.000 38.000 -63.000
De financiële baten zijn afgenomen door de lagere opbrengst van de interne en externe rentebaten als gevolg van de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten. De personele baten zijn afgenomen door een lagere bijdrage van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap en ziekte.
10
Programmarekening 2011
Daarnaast is als gevolg van de werkelijk bestede uren een lagere bijdrage ontvangen voor de detachering van twee medewerkers. De goederen en diensten aan derden zijn afgenomen door een lagere provinciale bijdrage voor de controle van het zwemwater. De bijdragen van derden is toegenomen door de bijdrage van Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) in de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2011. Daarnaast is de bijdrage voor de muskusrattenbestrijding hoger en is van het ministerie van Veiligheid en Justitie een bijdrage ontvangen in het kader van de Regeling tegemoetkoming schade bij overstroming van de Maas in januari 2011. Verder is gelet op het te verwachten recoverypercentage de vordering van Landsbanki opgewaardeerd (zie ook paragraaf 3.5.2). De waterschapsbelastingen zijn als gevolg van een gerealiseerde meeropbrengst over het belastingjaar 2009 toegenomen. De interne verrekeningen bestaan volledig uit geactiveerde lasten en zijn afgenomen doordat in 2011 minder uren aan projecten zijn besteed dan verwacht. Voor een uitgebreidere toelichting op de kostensoorten wordt verwezen naar hoofdstuk 8. Investeringen Het investeringsvolume, met uitzondering van bedrijfsvoering, die betrekking hebben op het watersysteem zijn gebaseerd op het Waterbeheersplan WRO 2010-2013, het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012, de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), Waterbeleid 21e eeuw (WB21), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water. De netto investeringsuitgaven in 2011 per programma kunnen als volgt worden weergegeven. 2011 Programma
Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bedrijfsvoering
40.189 7.429.655 3.309.744 ; 292.543 < 440.575
Totaal netto investeringsuitgaven in 2011
11.512.706
In de primitieve begroting werd nog uitgegaan van een netto investeringsniveau van €11.115.000. Gedurende het verslagjaar waren de inzichten in de investeringen echter zodanig dat de totale netto investeringsuitgaven via de voor- en najaarsrapportage neerwaarts zijn bijgesteld tot € 11.073.631. Daarnaast heeft de kredietverlening van de bijdrage van het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2011 van 29 november 2011 ertoe geleid dat het investeringsniveau met € 3.346.445 is bijgesteld tot€ 14.420.076. Netto investeringsuitgaven realisatie 2011 versus gewijzigde begroting 2011 Ten opzichte van deze bijstelling zijn de netto gerealiseerde investeringsuitgaven uiteindelijk € 2.907.370 lager dan verwacht wat vooral tot uitdrukking komt in de programma's watersysteem en bedrijfsvoering. Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen van de netto gerealiseerde investeringsuitgaven per programma ten opzichte van de gewijzigde begroting 2011 weergegeven en voor de programma's watersysteem en bedrijfsvoering kort toegelicht.
Waterschap Roer en Overmaas
11
Netto investeringsuitgaven (afgerond op € 1.000)
i j !
Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten
j
Bedrijfsvoering
Bedrag -43.000 -1.869.000 -87.000 -53.000 -854.000
•
Watersysteem. Het lagere investeringsniveau op dit programma wordt vooral veroorzaakt door twee waterstaatkundige werken, te weten de reconstructie van de kademuren Geul in Valkenburg en de ontkluizing in Onderbanken. De werkzaamheden van de reconstructie van de kademuren Geul in Valkenburg lopen iets achter waardoor het geplande investeringsniveau op dit project niet is gerealiseerd. Bij de ontkluizing in Onderbanken blijft de facturering door de gemeente achter ten opzichte uitgevoerde werkzaamheden. Omdat de gemeente Onderbanken trekker van het project is en het waterschap slechts een bijdrage betaald zijn wij voor de projectrealisatie dan ook volledig afhankelijk van Onderbanken.
•
Bedrijfsvoering. Het lagere investeringsniveau op dit programma wordt vooral veroorzaakt doordat het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst is doorgeschoven naar 2012. Verder hebben de projecten in het kader van informatiebeleid, informatiebeveiligingsbeleid en informatiearchitectuur vertraging opgelopen door interne en externe ontwikkelingen (Het Waterschapshuis). Ook de investeringen in het kader van de e-overheid zijn niet gerealiseerd doordat de planning van de overheid achterloopt. Tot slot kan nog worden vermeld dat een aantal vervangingsinvesteringen op automatiseringsgebied zijn achtergebleven door nieuwe ontwikkelingen en zijn doorgeschoven naar 2012.
Voor een uitgebreidere toelichting op de netto investeringsuitgaven per programma wordt verwezen naar hoofdstuk 7.
12
Programmarekening 2011
In één oogopslag / Waterschap Roer en Overmaas in cijfers
In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste cijfers van ons waterschap weergegeven waardoor in één oogopslag inzicht wordt verkregen in de financiële positie van het waterschap. Onderdeel
Jaarrekening 2010
2011
524.000
1.936.646
1
Exploitatiesaldo
2
a. Exploitatie kosten
78.529.000
79.680.435
b. Exploitatie opbrengsten
79.053.000
81.617.081
3
Afschrijvingen
6.575.000
7.158.000
4
Aflossingen langlopende geldleningen
5.447.000
5.192.000
5
Verhouding afschrijving / aflossing
1,21
1,38
6
Personeelskosten (excl bestuur)
9.197.000
9.654.000
7
Aantal fte's
129,22
133,12
8
Personeelskosten perfte
71.200
72.500
9
Bruto investeringen
12.284.000
12.805.000
10 Boekwaarde vaste activa
92.710.000
97.065.000
11 Eigen vermogen
17.703.000
18.227.000
743.000
1.296.000
13 Langlopende geldleningen
60.288.000
55.095.000
14 Opbrengst waterschapslasten (netto)
77.118.000
76.698.000
15 Aantal ingezetenen (huishoudens)
313.700
312.000
16 Tarief ingezetenen per woonruimte
34,54
35,54
17 WOZ-waarde gebouwd (x€ 1.000)
80.600.000
77.137.000
12 Voorzieningen
18 Tarief gebouwd (percentage van WOZ-waarde) 19 Aantal belastinghectaren ongebouwd 20 Tarief ongebouwd per hectare 21 Aantal belastinghectaren natuur 22 Tarief natuur per hectare 23 Aantal vervuilingseenheden 24 Zuiveringsheffing perve
Waterschap Roer en Overmaas
0,0193%
0,0199%
56.041
57.300
30,27
31,84
14.033
14.033
1,77
2,32
1.027.000
1.029.750
49,13
49,12
13
2
Programmaplan
In dit programmaplan wordt het naar de programma's onderscheiden en te realiseren beleid voor het waterschap over het verslagjaar weergegeven. Het programmaplan is opgebouwd uit zeven programma's die door het bestuur zijn vastgesteld. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het bestuur het beleid van het waterschap vaststelt.
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
3.303.620 14.801.500 1.101.052 44.403.909 6.690.239 9.112.148 -127.500
3.316.576 14.635.550 1.311.051 44.974.818 6.697.467 8.108.603 61.147
3.029.578 13.331.670 1.675.941 44.765.317 6.774.548 7.922.663 -
Program m atotaal
79.284.968
79.105.212
77.499.717
Programma
Opgemerkt kan worden dat het programma bedrijfsvoering een bijzondere functie heeft. Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Hier worden de ondersteunende activiteiten verantwoord en uiteindelijk doorberekend naar de programma's. Alle kosten die betrekking hebben op de huisvesting, informatiebeleid en automatisering behoren tot het programma bedrijfsvoering. Evenals de kosten van juridische, facilitaire, financiële en personele aangelegenheden. Ook de salariskosten en de rente en afschrijvingen worden verantwoord binnen dit programma. Het overgrote deel van de doorberekening van deze kosten naar de programma's vindt eenmaal per jaar plaats. Tussentijdse wijzigingen op bovenstaande onderdelen worden niet doorberekend naar de programma's. Per programma is de programma-inhoud en de doelstellingen uit de begroting 2011 weergegeven en wordt ingegaan op drie vragen: • Wat hebben we bereikt Onder 'wat hebben we bereikt' wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop in het verslagjaar de gestelde doelen zijn gerealiseerd. • Wat hebben we gedaan De teksten 'wat hebben we gedaan' vermelden wat we gedaan hebben om datgene te bereiken wat we bereikt hebben. Voor zover kwantificeerbaar wordt een en ander door middel van kengetallen nader toegelicht. • Wat kost het In dit onderdeel wordt de financiële realisatie in het verslagjaar gecomprimeerd weergegeven en wordt de afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting gepresenteerd. Deze gecomprimeerde weergave wordt nader gespecificeerd en toegelicht in hoofdstuk 6.
Waterschap Roer en Overmaas
17
2.1
Programmaplannen
Programma*inhoud Dit programma is vooral gericht op het opstellen van eigen plannen en overige beleidsaspecten. Ook de kosten voor studie en onderzoek voor het formuleren van nieuw beleid maken hier deel vanuit. Het belangrijkste beleidsplan is het Waterbeheersplan (WBP) met de nieuwe beleidsaspecten zoals de Kaderrichtlijn Water, Waterbeheer 2 1 eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Maar ook hiervan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen, zoals plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, het Beheersplan Waterkeringen en het Calamiteitenplan, het grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht worden tot dit programma gerekend. s
Wat willen we bereiken Waterbeheersplan Waterschap Roeren Overmaas
2010-2015
Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas (WBP) 2010-2015 is op 29 september 2009 door het algemeen bestuur vastgesteld en per 1 januari 2010 in werking getreden. De in het plan opgenomen beleidsvoornemens worden uitgewerkt en/of in uitvoering gebracht. Het waterbeheersplan maakt deel uit van de algemene plansystematiek met onder andere het Provinciaal Waterplan en het Stroomgebiedsbeheersplan Maas. Op de maatregelen die voor de Kaderrichtlijn Water in het Stroomgebiedsbeheersplan Maas zijn opgenomen, is een resultaatverplichting van toepassing. Van waterbeheersplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen
Voorbeelden hiervan zijn de beoordeling van plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, beheersplan waterkeringen, calamiteitenplan, grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht. Dit zijn over het algemeen reguliere processen en werkzaamheden. Wat hebben we bereikt • De samenwerkingen in de afvalwaterketen met gemeenten binnen ons beheersgebied hebben gestalte gekregen. De samenwerkingen Maas en Mergelland, Westelijke Mijnstreek en Parkstad lopen goed en zijn bestuurlijk bekrachtigt. De samenwerking met EchtSusteren, Roerdalen en Roermond dient nog verder vorm te krijgen. • Om te komen tot een grondgebruiksmogelijkhedenkaart is het noodzakelijk om de actuele grondwaterstanden in voldoende mate in beeld te hebben. Voor de gebieden Grootbroek/Eerselen en Turfkoelen/Flinke Ven (fase 1, Pilot) zijn in het kader van het project AGOR (Actueel Grond en Oppervlaktewater Regime) de huidige grondwaterstanden opnieuw in beeld gebracht. Wat hebben we gedaan Waterbeheersplan Waterschap Roeren Overmaas
•
2010-2015
AGOR fase 1 is nagenoeg afgerond en AGOR fase 2 (laatste fase) is opgestart.
Van Waterbeheersplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen
•
18
Internationale afstemming van KRW-maatregelenprogramma's: deelgenomen is aan (ambtelijke) klankbordgroepen van Duitse waterbeheerders ter voorbereiding van planvorming en uitvoeringsprogramma's voor de Selzerbeek (Stadt Aachen), de Rode beek (Kreis Heinsberg) en de zijbeken van de Roer (Wasserverband Eifel-Rur).
Programmarekening 2011
•
•
•
•
• •
•
In het kader van het Interreg-project Floodwise zijn samen met het Wasserverband EifelRur grensoverschrijdende overstromingskaarten en overstromingsrisicokaarten voor de Roer gemaakt. Overleg is geweest over het instellen van een Rodebachforum voor de afstemming van de waterhuishoudkundige maatregelen in het stroomgebied van de Rode beek tussen WRO en de Duitse gemeenten Ubach-Palemberg, Gangelt en Selfkant. Dit heeft echter niet geleid tot grensoverschrijdende samenwerkingsafspraken. De eerste aanzet voor de evaluatie van het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 is gemaakt. De beschrijving van de stand van zaken is afgerond, de evaluatie met eventuele voorstellen voor wijziging van het beleid volgt in 2012. Landelijk is het Deltaprogramma in het leven geroepen. Vanuit het Deltaprogramma wordt gekeken wat noodzakelijk is om tot een veilig én aantrekkelijk Nederland, nu maar ook in de toekomst, te komen. Het waterschap doet mee aan het programma Zoetwater in de vorm van het project Deltaplan Hoge Zandgronden waarin voor Zuidoost Nederland onderzocht wordt hoe met klimaatverandering om te gaan op de hoge zandgronden, met name gerelateerd aan droogteproblematiek. Tevens wordt hierbij een visie geformuleerd om te komen tot een klimaatbestendig regionaal watersysteem in 2050. Het project loopt tot en met 2014. De andere programma's, projecten en ontwikkelingen worden gevolgd en een notitie zal volgend jaar worden opgesteld met de afweging waar we als waterschap ons op zouden moeten gaan richten. Drie afvalwaterakkoorden (vanuit de OAS Hoensbroek, OAS Susteren en OAS RimburgKaffeberg) zijn in voorbereiding, afronding in 2012. Het voornemen om het certificaat Zilver voor duurzaam terreinbeheer te behalen is bestuurlijk vastgesteld. Dit houdt in dat er niet meer met bestrijdingsmiddelen gespoten wordt maar alleen nog in incidentele gevallen wordt aangestipt. Het watertoetsloket is in 2011 betrokken bij meer dan 130 ruimtelijke plannen, variërend van kleine initiatieven tot grootschalige plannen zoals structuurvisies. In de meeste gevallen (78%) is het advies van het waterschap opgevolgd. Het digitale watertoetsloket is in gebruik genomen en goed ontvangen door gemeenten en adviesbureaus. Verder is een nieuwe factsheet opgesteld en werd de notitie Water in ruimtelijke plannen geüpdatet; beide ondersteunen planmakers bij het integreren van de waterbelangen in ruimtelijke plannen. Het aantal getoetste waterplannen is achtergebleven bij de verwachting. Oorzaak hiervan is dat gemeenten minder ruimtelijke plannen ter advisering hebben aangeboden. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is de wereldwijde economische crisis die zich (ook) in de bouwwereld heeft gemanifesteerd. 2011 Gewijzigde Kengetallen
j
Aantal adviezen / beoordelen plannen
j
Aantal oefeningen / trainingen mbt calamiteitenbestrijding
Waterschap Roer en Overmaas
Begroting
begroting
Realisatie
250
180
131
6
6
5
19
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.1. 2011 Financiële gegevens programma plannen
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Gewijzigde Begroting
begroting
Realisatie
3.303.620
3.316.576
3.029.578
80.000
83.631
40.189
Netto kredietvotering
20
Programmarekening 2011
2.2
Programma
Watersysteem
Programma-inhoud
Dit programma betreft het realiseren en onderhouden van waterhuishoudkundige werken van het watersysteem, zijnde het waterkwantiteit- en het passieve waterkwaliteitsbeheer. Het programma omvat de inrichting van stromende en stilstaande wateren in zowel het landelijke gebied als de bebouwde omgeving. Hiertoe behoren ook beekherstel en maatregelen ten behoeve van de verbetering van vismigratie evenals duurzaam stedelijk waterbeheer, waterbodemsanering (baggeren), aanpak diffuse bronnen van watervervuiling en andere (fysieke) maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Verder behoren de inrichting van het watersysteem op basis van de nieuwe normering, voorkomen van wateroverlast, aanleg regenwaterbuffers en retentie, aanpak van bodemerosie en oppervlakkige afstroming in hellend gebied, gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) en peilbeheer tot dit programma. Wat willen we bereiken
In 2010 wordt uitvoering gegeven aan de maatregelen zoals opgenomen in het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015. Concreet betekent dit onder andere: • stedelijke gebieden moeten worden beschermd tegen wateroverlast; • inrichting van het watersysteem moet voldoen aan de wateroverlastnormering en toegekende functies; • oppervlaktewateren moeten optrekbaar zijn voor trekvissen; • waar mogelijk verwijderen van overkluizingen binnen stedelijk gebied; • zorgen dat schoon regenwater niet meer in het rioolsysteem terecht komt; • in het kader van het GGOR bekijken hoe de waterhuishouding dient te zijn, zodat de gewenste natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen; • sanering van vervuilde waterbodems; • juist en goed afgestemd onderhoudsniveau van het watersysteem, rekening houdend met de hydrologische en ecologische functies; • verder onderzoek naar de uitvoering en kosten van onderhoudsbaggerwerkzaamheden vanuit baggeruitvoeringsplan; • voor muskus- en beverratbestrijding onder het gestelde landelijke normeringgetal blijven. Wat hebben we bereikt
• • •
•
Het onderhoud is conform planning uitgevoerd. Het streefgetal voor de bestrijding van muskus- en beverratten is ruimschoots gehaald. Het watersysteem is het gehele jaar 2011 goed op orde gebleken. In de tweede week van januari zijn maatregelen getroffen in het kader van de bescherming tegen hoogwater Maas (programma Veiligheid), maar ook het regionale watersysteem is ondermeer in augustus weer op de proef gesteld. Gedurende deze periode hebben zich geen noemenswaardige feiten voorgedaan die de goede werking van het watersysteem hebben ondermijnd. Enkele grotere projecten in het stedelijke gebied zijn in uitvoering als ook het vergroten van 35 regenwaterbuffers. Een aantal herinrichtingprojecten in landelijk gebied zijn in voorbereiding.
Waterschap Roer en Overmaas
21
Wat hebben we gedaan • In de maand januari is de aandacht vooral uitgegaan naar de bestrijding van het hoogwater Maas en de goede werking van het regionale watersysteem. Hierdoor is relatief veel tijd en aandacht van de medewerkers van de buitendienst uitgegaan naar inspectiewerkzaamheden en eventuele herstelmaatregelen naar aanleiding van de zware regenbuien. • In de verslagperiode zijn conform planning de maaiwerkzaamheden uitgevoerd. Ook het planmatige groenonderhoud, dat eind december 2010 openbaar is aanbesteed, is conform planning uitgevoerd. • Gedurende de periode van droogte in het voorjaar is de situatie in het watersysteem nauwlettend gevolgd. Noodstuwen zijn geplaatst en organisatorische voorbereidingen getroffen om snel en adequaat te kunnen reageren. • In de verslagperiode is gewerkt aan de implementatie van het nieuwe onderhoudsbeheersysteem (OBS). • In 2011 zijn in totaal 297 meldingen binnen gekomen die betrekking hadden op het watersysteem. • In het kader van onderzoeksprogramma van het WBP 2010-2015 zijn watersysteemverkenningen uitgevoerd naar potenties en doelstellingen voor de KRW-waterlichamen Anselderbeek en de Maasnielderbeek. Daarnaast participeert het waterschap in een project van Waterleidingsmaatschappij Limburg (WML),waarin wordt onderzocht in hoeverre 'nieuwe' stoffen (geneesmiddelen en hormonen) in het oppervlaktewater een probleem vormen en wat de meest effectieve oplossing hiervoor zou kunnen zijn. • In het kader van het recreatief medegebruik zijn waterleerpaden ontwikkeld in Jabeek langs de Quabeeksgrub, in Roermond langs de Roer en Hambeek, in Obbicht langs Kingbeek en in Stein langs de Ur. Een nieuwe excursiefolder is ontwikkeld voor het publiek (scholen, verenigingen) waarin verschillende wandelingen beschreven zijn. Bij alle substantiële projecten van het waterschap zijn informatieborden opgeleverd. Verder zijn speciale poorten met voorzieningen voor wandelaars geplaats langs de Vloedgraaf bij Nieuwstadt en is een veertigtal van zulke poorten aangeschaft voor andere open te stellen trajecten langs beken.
Kengetallen
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Aantal projecten in voorbereiding *
25
43
Aantal projecten in uitvoering
20
14 ;
46 13 297 ;
Aantal meldingen / klachten mbt het w atersysteem
130
Aantal muskusrattenvangsten per uur
0,2
0,2
0,20
Aantal beverrattenvangsten per uur
0,1
0,0
0,03!
100%
100%
ioo%;
% Uitgevoerd maaibestek
242
Realisatie
Kengetal aantal meldingen/klachten met betrekking tot het watersysteem
In het verslagjaar zijn in totaal 420 meldingen geregistreerd. Hiervan hadden 297 meldingen betrekking op het watersysteem (restant is hoog water Maas). Voor wat betreft het aantal ontvangen meldingen kan worden opgemerkt dat sprake is van een afwijking (stijging) ten opzichte van de prognose. Verklaring hiervoor kan gevonden worden in: • hoog Water Maas situatie in januari 2011, in een korte tijd is een grote hoeveelheid neerslag gevallen in het stroomgebied van de Maas en zijbeken in ons werkgebied; • een aantal hevige regenvallen (in juni) en het noodweer met storm in augustus hebben gezorgd voor een toename van meldingen van onder andere omgewaaide bomen en afgebroken takken;
22
Programmarekening 2011
•
een toename van het aantal maaimeldingen in het zuiden van ons werkgebied. Deze stijging kan het gevolg zijn van de lange droogteperiode in het begin van het verslagjaar (april-mei) waardoor een uitgestelde (explosieve) groei en bloei van de flora is ontstaan, die bij de burgers niet onopgemerkt is gebleven.
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.2.
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
14.801.500 7.949.000 9.564.000
14.635.550 9.299.000 9.564.000
13.331.670 7.429.655 5.091.324
Financiële gegevens programma watersysteem
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
IMS
1
s
I
a
i
i
Kasteel Hoensbroek en het wandelpad in aanleg bij de ontkluizing van de Caumerbeek.
Waterschap Roer en Overmaas
23
2.3
Programma
Veiligheid
Programma-inhoud Dit programma omvat de aanleg en onderhoud van waterkeringen, de hoogwateractiviteiten (dijkbewaking) en calamiteitenbestrijding. Onder deze noemer zijn de (uitvoerings-) maatregelen gebracht die voortkomen uit het Beheersplan Waterkeringen. Wat willen we bereiken Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Waterschap Roer en Overmaas bevat een integrale beleidsvisie voor het waterkeringbeheer en beschrijft de werkwijze van het waterschap, nu en in de toekomst, voor het beheer van de waterkeringen. Het beheersplan geeft een overzicht van het te voeren strategische beleid voor de primaire en regionale waterkeringen. Ook legt het de basis voor een adequaat beheerinstrumentarium dat in aansluiting op het beheersplan wordt opgesteld. Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van waterkeringbeheer is voldoen aan de veiligheidsnorm en daarmee het waarborgen van de veiligheid van het achterland tegen overstromingen bij waterstanden lager dan de maatgevende waterstand. Dit betekent enerzijds dat de waterkerende functie van de waterkeringen gehandhaafd moet blijven en anderzijds dat de werking van kwelwatervoorzieningen en sluiting van demontabele keringen in hoogwatersituaties gewaarborgd moet zijn. Wat hebben we bereikt • We hebben uitvoering gegeven aan het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 van WRO. • De waterkeringen hebben tijdens het hoogwater Maas van afgelopen januari voldaan aan de geldende veiligheidsnormen (incl. kwelwatervoorzieningen en sluitingen van demontabele keringen en coupures). • Door een daadkrachtig en efficiënt optreden tijdens deze periode heeft de calamiteitenorganisatie van het waterschap zich van haar beste kant laten zien. Wat hebben we gedaan • In februari van dit jaar is door het waterschap het Plan van Aanpak (PvA) en Beheersplan Waterkeringen in het kader van het project sluitstukkades aangeboden aan Rijkswaterstaat (RWS). Deze plannen zijn vervolgens door RWS beoordeeld. In september is het PVA definitieve goed gekeurd door RWS. In de 2 helft van 2011 is gestart met de voorbereiding (uitvoeren planstudies) van het project Sluitstukkades. • In januari is de calamiteitenorganisatie opgeschaald in verband met een hoogwatersituatie van de Maas. De totale calamiteitenorganisatie is nagenoeg in touw geweest van 7 januari tot 17 januari. De afvoer van de Maas heeft uiteindelijke een maximum bereikt van 2.277 m3/s. De opschaling en het treffen van de benodigde maatregelen voor het sluiten van de waterkeringen is goed verlopen. Ook de calamiteitenorganisatie heeft goed gefunctioneerd. Naar aanleiding van dit hoogwater heeft een evaluatie plaatsgevonden waarin de aandacht voornamelijk uitgegaan is naar eventuele verbeterpunten (zowel technisch als organisatorisch). • De werkzaamheden aan de Grensmaas leiden tot het dalen van de waterstanden in een maatgevende situatie. Het waterschap volgt deze werkzaamheden en geeft daar waar nodig adviezen en past de betreffende bestrijdingsplannen aan. e
24
Programmarekening 2011
De afrekening tussen Rijkswaterstaat en het waterschap met betrekking tot het project 'realisatie keringen in de Roer' heeft plaatsgevonden en een aanzienlijk voordeel voor het waterschap opgeleverd (zie verder paragraaf 9.2 toelichting op de opbrengsten). In het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma is gewerkt aan een plan van aanpak voor het verbeteren van die waterkeringen die ook met de (huidige en toekomstige) waterstandverlagingen nog niet voldoen. In het kader van de calamiteitenzorg is gewerkt aan het opstellen van de bestrijdingsplannen Afvalwater en Droogte. Tevens is het bestrijdingsplan Hoogwater Maas bijgewerkt op basis van de ervaringen van het afgelopen hoogwater. In de verslagperiode is (ambtelijk) gestart met het vormgeven van het Programmamanagement Veiligheid. Eind 2011 zijn de geïnventariseerde knelpunten geprioriteerd. 2011 Kengetallen
Begroting
Gewijzigde begroting
Aantal projecten in voorbereiding Aantal projecten in uitvoering Aantal meldingen / klachten mbt veiligheid Aantal opschalingen calamiteitenorg. hoogw ater w aterkeringen
Realisatie
1
1
0
0
47
56
3
5
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.3. 2011 Financiële gegevens programma veiligheid Begroting Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
1.101.052 3.326.700
Gewijzigde begroting
Realisatie
1.311.051
1.675.941
3.396.445
3.309.744
3.326.700
3.462.445
l r
- * mm
m mm
Beelden vanuit de auto tijdens het hoogwater in januari 2011.
Waterschap Roer en Overmaas
25
2.4
Programma
Zuiveren
Programma-inhoud Dit programma omvat de investeringen en onderhoudskosten die gemaakt worden voor het zuiveringsbeheer dat deel uitmaakt van de waterketen. De investeringen, het beheer en onderhoud van zuiveringstechnische werken (rioolwaterzuiveringsinstallaties, BBP: gezuiverd afvalwater) plus slibverwerking, het rioleringsbeleid en de kosten voor het rioolwatertransportsysteem (BBP: transport afvalwater) maken hier deel van uit. Ook de samenwerking in de waterketen behoort tot dit programma. Wat willen we bereiken De uitvoering van het programma zuiveren vindt plaats door het Waterschapsbedrijf Limburg. Het waterschapsbedrijf is belast met het transporteren en zuiveren van afvalwater en het drogen van het ontwaterde slib. In het strategie- en masterplan Zuiveringsbedrijf 2009-2013 is dit nader uitgewerkt. Uitgangspunten hierbij zijn: • bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan; • investeren in slagvaardige en innovatieorganisatie die snel kan reageren op die veranderende omgeving; • samenwerking met derden daar waar bedrijfsmatige en maatschappelijke voordelen te behalen zijn. Wat hebben we bereikt • Het zuiveringsrendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) van het waterschapsbedrijf is in het jaar 2011 aanzienlijk hoger dan in voorgaande jaren. In vergelijking met 2010 en met de plancijfers (1.617.000) zijn 5% meer inwonerequivalenten (1.700.000) verwijderd. De combinatie van een geavanceerde procesregeling en een nauwgezette sturing op de rwzi's geeft dit resultaat. • Het verwijderen van meer vervuiling leidt tot productie van meer zuiveringsslib. Het doseren van minder metaalzouten (in 2011 3800 ton tegenover 4700 ton in 2010) leidt tot een lagere productie van (chemisch) zuiveringsslib. Per saldo is de slibproductie in 2011 hoger dan het plancijfer 2011 en dan in het voorgaande jaar. • Zowel de slibontwateringsinstallaties als de beide slibdrogers werken goed. De droger in Susteren heeft in het begin van het jaar minder goed gewerkt. In februari is de warmtewisselaar vervangen en sinds die tijd werkt ook deze installatie goed. Wat hebben we ervoor gedaan • Om de beste resultaten te bereiken is in 2011 ruim aandacht geschonken aan het opleiden, begeleiden en bijscholen van de medewerkers van de unit Operations. • De contactmomenten met de medewerkers zijn benut om bij eenieder bewust te maken dat het functioneren van het individu direct invloed heeft op de kwaliteit van het product. • De technoloog wordt nauwer en nadrukkelijker betrokken de procesvoering. Op basis van de expertise van de technoloog wordt de aansturing van het zuiveringsproces verbeterd en kan hierin sneller worden ingegrepen. • In Venlo wordt een installatie voor thermische drukhydrolyse gerealiseerd en in 2012 in bedrijf genomen. Hiermee wordt het energieverbruik verlaagd. Ook de omvang van de slibproductie wordt hierdoor verlaagd met als gevolg dat de kosten van de afzet van ontwaterd slib zullen dalen.
26
Programmarekening 2011
• • •
De droger Hoensbroek is gesloten. Het ontwaterd slib van de locatie Hoensbroek en Wijlre wordt extern afgezet. De rwzi's Susteren en Venray zijn per 2011 ingrijpend gerenoveerd. De invoer van het nieuwe procesautomatiseringssysteem (WAUTER) is grotendeels gerealiseerd en verkeert in de implementatiefase.
llïlIïlllllIlllSlïllilIlllllillIlllllIïl Kengetallen Aantal m3 getransporteerd afvalwater % voldoen aan afnameverplichtingen Aantal ton slib ontwaterd en gedroogd Aantal ton gedroogd slib afgezet naar BioMill Aantal ton gedroogd slib afgezet naar verbrandingsinstallatie/stortplaats Aantal in voorbereide Gemeentelijke Rioleringsplannen
Begroting
Gewijzigde begroting
Realisatie
156.731 100,0% 25.423 25.423
156.731 100,0% 25.423 25.423
142.678 98 27.991 21.413
4.217
4.217
6.578
12
12
-
NB bovenstaande kengetallen zijn 'Limburg breed', een uitsplitsing per waterschap is momenteel niet voorhanden
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.4. l l ï l l t l l ï l l l l l f i ^
Financiële gegevens programma zuiveren Begroting
> j j
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
Waterschap Roer en Overmaas
Gewijzigde begroting
44.403.909 44.974.818 - [ - | - > - '
Realisatie 44.765.317 -
27
2.5
Programma
Instrumenten
Programma-inhoud
Dit programma omvat een aantal (beheers) instrumenten die het waterschap tot zijn beschikking heeft om de taakuitoefening op een adequate manier te kunnen uitvoeren. Hieronder vallen de Leggers, de vergunningverlening en handhaving op grond van de keur en de Waterwet, maar ook de veiligheidstoets op grond van de Wet op de Waterkering. Daarnaast heeft het Waterschap enkele financiële regelingen (subsidies voor afkoppelen en aanpak riooloverstorten, stimuleringsregeling niet-kerende grondbewerking). Tevens wordt de monitoring tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken
Zowel de Waterwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn eind 2009 in werking getreden. Gelijktijdig met de invoering van de Waterwet zijn ook de nieuwe Keur, de Algemene regels op grond van de Keur van het waterschap en de nieuwe Beleidsregels vergunningverlening in werking getreden. Werkprocessen, formats en dergelijke worden hierop aangepast. Ook worden afspraken gemaakt over de externe samenwerking en afstemming met Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten. Doel is om het proces vergunningverlening en handhaving in 2010 integraal te laten plaatsvinden. Eén vergunning voor alle water gerelateerde aspecten; bij samenloop in het winterbed van de Maas samen met Rijkswaterstaat. De wettelijke termijn voor de afhandeling van de vergunningen wordt hierbij in acht genomen. Voor de indirecte lozingen dient de wettelijke adviestaak in overleg met gemeenten en provincie te worden ingevuld. In 2010 moet duidelijk worden of en op welke manier het waterschap gaat participeren in de regionale uitvoeringsdiensten (Wabo). Binnen 3 jaar dienen de leggers aan de regels van de Waterwet en de Waterverordening van de provincie te voldoen. Vragen ten aanzien van het waterbeheer voor zowel het waterkwantiteit als -kwaliteit worden met behulp van het meetnet oppervlaktewater zo goed mogelijk beantwoord. De verzamelde gegevens worden intern en extern gerapporteerd en zijn via het internet te ontsluiten. Wat hebben we bereikt
• •
•
• •
28
Door het invoeren van de stimuleringsregeling aanpak riooloverstorten wordt gestimuleerd dat overstorten worden gereduceerd. Gemeenten en provincie vragen het waterschap regelmatig om advies met betrekking tot indirecte lozingen; in een aantal gevallen is het Waterschap Roer en Overmaas ook bij het vooroverleg betrokken. Klanten zijn geholpen bij het verwezenlijken van hun plannen: grondwateronttrekkingen, realisatie ruimtelijke ontwikkelingen, lozingen, etc. Gebleken is (uit een eerste inventarisatie via een enquête) dat onze klanten over de dienstverlening tevreden zijn. Een nieuwe Handhavingvisie is vastgesteld. Het Integraal Water en nitraatmodel Heuvelland (IwanH) is opgeleverd. Hiermee is het inzicht in de relatie tussen grond- en oppervlaktewater in Zuid-Limburg verbeterd en zijn mogelijkheden ontstaan om vlakdekkende modelberekeningen en analyses uit te voeren over het gedrag van grondwater en nitraat in Zuid-Limburg.
Programmarekening 2011
Wat hebben we gedaan • De stimuleringsregeling voor burgers, bedrijfsleven en gemeenten voor het afkoppelen van regenwater is voortgezet. In het programmajaar 2011 is 61.040 m2 afgekoppeld. Vanaf het instellen van de regeling is 225.950 m2 met subsidie afgekoppeld. • Tot op heden blijven de aanvragen voor de stimuleringsregeling Groene Berging achter bij wat gewenst is. Deze beperkt in aantal aanvragen die gedaan zijn hebben nog niet geleid tot toekenning van subsidie. • Conform het 'Plan van Aanpak vaststelling Legger' is voortvarend gewerkt aan de realisatie van de nieuwe Legger. • In contacten met gemeenten wordt de nieuwe ( vooral ondersteunende) rol van ons waterschap met betrekking tot indirecte lozingen uitgedragen. Daarnaast zijn gemeenten gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid in deze. De nadruk ligt nu nog vooral samenwerking. • Vergunningen zijn verleend en meldingen afgehandeld conform het vereiste in de Waterwet en de Algemene Wet Bestuursrecht evenals de Keur en Algemene en Beleidsregels. • Een nieuwe handhavingvisie is vastgesteld en wordt inmiddels uitgevoerd. • Met gemeenten en provincie is afgestemd over uit te voeren gezamenlijke handhavingsacties. Dit heeft ook tot concrete uitvoering geleid. • Het monitoringsplan indirecte lozingen is conform Toezichtplan 2011 uitgevoerd. In de aanvoer van de RWZI's is op diverse plekken in het rioleringssysteem onderzoek gedaan naar een aantal onwenselijke stoffen. Hierbij is tevens gezocht naar de meest optimaal te gebruiken monitoringsplekken. • Het areaal aan waterkeringen wat voor 1 april 2013 in het kader van de verlengde 3 toetsronde hoogwaterveiligheid moet worden onderzocht is bepaald. Gestart is met die gevallen waar het criterium 'geen oordeel' op van toepassing was. In overleg met Rijkswaterstaat is bezien voor welke van die gevallen nut en noodzaak aanwezig was voor verder onderzoek. • Het inzamelen, verwerken en bewerken van grondwater - en waterstand gegevens in een cyclisch proces. In de periode van droogte dit voorjaar is extra aandacht besteed aan additief monitoren van de grondwaterstanden en de effecten op het watersysteem. • In het kader van de uitvoering van het meetplan zijn de afvoermeetstations Meerssen en Roosteren vernieuwd. • Aanvragen voor het leveren van waterkwaliteitsgegevens zijn behandeld. Het betreft o.a. landelijke kwaliteitsrapportages, uitwisseling met de Vlaamse milieumaatschappij en Duitse waterbeheerders ten behoeve van verdere planvorming voor de Europese Kaderrichtlijn Water. • Monitoringsrapportages zijn opgesteld van beekherstelprojecten (Hemelbeek, Merkelbekerbeek en bronloopjes Pepinusbeek) en anti-verdrogingsprojecten (Melickerven, Horsterpias, Turfkoelen en Schrevenshofsbroekje). • Het stimuleringsprogramma voor de toepassing van niet-kerende grondbewerking en een bodembedekking in de winter, dat loopt in de periode 2008-2012, is ook in 2011 gecontinueerd. De belangrijkste activiteit was het aanbieden van een stimuleringsbijdrage van € 50/ha/jaar. e
Waterschap Roer en Overmaas
29
Kengetallen
2011 Gewijzigde begroting
Begroting 140 l 250 1.000 3 15 i 60 282.000 155.000 10.000
Aantal vergunningen Aantal meldingen Aantal inspecties Aantal bestuursrechterlijke maatregelen Aantal strafrechterlijke maatregelen Aantal gegevensleveringen Aantal LOW punten (aantal fysisch chemische analyses) Aantal m2 afgekoppeld verhard oppervlak Aantal Ha NKG (stimuleringsregeling 'niet kerende grondbewerking')
:
Realisatie
120 ? 250 1.400 3 10 60 l 340.000 i 155.000 i 10.000 i
128 216 1.700 3 :. 8I 75 | 362.738 61.040 P.M.
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.5. llllllllllïlB^^^
Financiële gegevens programma instrumenten Begroting
Gewijzigde begroting
6.690.239 466.000 400.000
6.697.467 346.000 400.000
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotenng
&4
mm
Realisatie 6.774.548 292.543
iilii
• H
mik SaMt&n»
mm
WÈÈ
sur
m
mm M l
1
T . . tBtflM
IP
WÊÊÈËÈ WÈm ï
•«te;
SM
mm •ver
ï*6
dn
m MS
•>»>«
Wandelbord in het Gulpdal.
30
Programmarekening 2011
2.6
Programma Bestuur, externe communicatie
en belastingen
Programma-inhoud Dit programma bevat alle aspecten die gemoeid zijn met het bestuur, de externe communicatie en de belastingheffing. Het vaststellen van de belastingtarieven is expliciet een taak van het bestuur. Wat willen we bereiken Bestuur Op 1 januari 2009 is het nieuwe algemeen bestuur aangetreden. Van de 25 leden zijn er 16 gekozen op basis van het lijstenstelsel. Er is een coalitie gevormd, bestaande uit de fracties Waterbelang, Overig Ongebouwd en Bedrijven, die samen 5 zetels in het dagelijks bestuur bezetten. Verder heeft de'portefeuillehouder'zijn intrede gedaan. De ambities van het nieuwe bestuur zijn vastgelegd in het op 17 februari 2009 vastgestelde Bestuursprogramma 2009-2012. Het waterbeheersplan en het Beheersplan Waterkeringen zijn uitgangspunt geweest voor dit bestuursprogramma. Het spreekt voor zich dat uitvoering van het bestuursprogramma in de komende bestuursperiode de hoogste prioriteit heeft. Communicatie De communicatiewerkzaamheden ondersteunen de primaire processen van het waterschap. Het vergroten van het communicatiebewustzijn is van cruciaal belang. De in de Meerjarenraming 2010-2014 genoemde focus op specifieke doelgroepen en samenwerking met derden bij de uitvoering van en communicatie over projecten moet leiden tot een beter begrip van en hogere waardering voor (de activiteiten van) het waterschap bij de Zuid-Limburgse bevolking. De nieuwsbrieven worden vaker uitgegeven, speciale edities, waarbij een thema of een doelgroep centraal staat. De digitale communicatie wordt in 2010 verder verbeterd. Bij het waterschap binnenkomende klachten worden zo snel mogelijk opgepakt. Belastingheffing De BsGW is belast met het, namens de waterschappen Roer en Overmaas, Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo, uitvoeren van de belastingheffing en presenteert zich als zodanig richting de klanten als dienstverlener namens beide waterschappen. Onder de uitvoering van de belastingheffing wordt verstaan het integraal opleggen en innen van waterschapsheffingen ten behoeve van het Waterschap Roer en Overmaas, het Waterschap Peel en Maasvallei en de gemeente Venlo. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende elementen: kwaliteit en volledigheid van de op te leggen heffing, tijdigheid van de invordering, klantgerichtheid, kwaliteit en zorgvuldigheid richting belastingplichtigen en het voeren van een heffings- en invorderingsproces op een transparante en betrouwbare wijze tegen zo laag mogelijke kosten.
Waterschap Roer en Overmaas
31
Wat hebben we bereikt Bestuur
De uitvoering van het Bestuursprogramma 2009-2012 verloopt via planning. Communicatie
Zichtbaarheid van het waterschap bij het brede publiek, zowel ouderen als jongeren, is gerealiseerd door de inzet van de reguliere communicatiekanalen, deelname aan 4 publieksevenementen, openstelling van 4 waterleerpaden en de uitgave van enkele publicaties. Zichtbaarheid is eveneens gerealiseerd door proactieve persuitingen, o.a. over maatregelen tegen hoogwater Maas en beken, rondom droogte en bij gerealiseerde uitvoeringswerken. Ook is de inzet van online communicatie geïntensiveerd. Belastingheffing
• •
Per 1 april 2011 is de BsGW opgericht. De aanslagoplegging 2011 heeft geen vertraging opgelopen.
Wat hebben we ervoor gedaan Bestuur
De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de Bestuursprogramma 2009-2012 per 1 mei 2011, is op 5 juli 2011 aan het algemeen bestuur voorgelegd. In het verslagjaar is onverminderd doorgewerkt aan de uitvoering van de doorlopende en de nog uit te voeren actiepunten uit het bestuursprogramma. Als voorbeelden van sinds 1 mei 2011 gerealiseerde acties kunnen worden genoemd. • Per 1 juli 2011 is een nieuwe werktijdenregeling ingevoerd die meer mogelijkheden biedt om aan persoonlijke wensen van medewerkers tegemoet te kunnen komen (actiepuntl). • Het Plan van aanpak visie waterbeheer 2020 en evaluatie waterschapsbestel werd vastgesteld (actiepunt 4). • De cijfers over de gevolgen van de bevolkingskrimp zijn op hun actualiteit getoetst (actiepunt 6). • Drie afvalwaterakkoorden zijn in voorbereiding (OAS Hoensbroek, OAS Echt-Susteren en OAS Rimburg-Kaffeberg). Twee bevinden zich in de afrondende fase (actiepunt 10). • Het stijgingspercentage van vastgestelde tarieven waterschapslasten 2012 ligt ruimschoots onder het inflatiepercentage (actiepunt 20) De tariefstijging in 2011 bedroeg voor de categorie gebouwd 2,51%; ongebouwd 0,91%; natuurterreinen 0,86%; ingezetenen 1,15% en zuiveringsheffing 1,24% terwijl het inflatiepercentage in 2011 in Nederland 2,34% heeft bedragen. • De Bestuursovereenkomst waterveiligheid Maas is ondertekend. Met deze overeenkomst is de nakoming van de eerder -vóór de overname van het HWBP door de waterschappenmet de staatssecretaris gemaakte afspraken over het op peil brengen van de Limburgse waterkeringen, verzekerd (actiepunt 21). • De evaluatie van de regeling inschakeling derden bij onderhoudswerkzaamheden is op 5 juli 2011 voorgelegd aan het algemeen bestuur (actiepunt 23). • De gemeente Bergen en Nederweert zijn tot de BsGW toegetreden (actiepunt 26) • De Unie van Waterschappen heeft bij brief van 5 oktober 2011 de voorstellen tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen aangeboden aan de staatssecretaris. Deze voorstellen vormen het vertrekpunt bij de werkzaamheden van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu die moeten leiden tot wijziging van het belastingstelsel en opheffing van de gevolgen van de weeffout in dit stelsel voor de categorie Overig Ongebouwd (actiepunt 29).
32
Programmarekening 2011
Communicatie • Om een beter begrip en een hogere waardering voor (de activiteiten van) het waterschap bij burgers te krijgen, is actief deelgenomen aan vier publieksevenementen: Parkdag Maastricht (juni), opening Oliemolen/ Caumerbeek Heerlen (mei), de Fish Migration Day, locatie ECI vispassage Roermond (mei) en Dag van de Dijk (september). Vooral deelname aan de landelijke Fish Migration Day heeft voor veel publiciteit gezorgd (landelijk radiooptreden, aandacht in regionale en lokale media). De dag zelf was zeer goed bezocht met circa 700 bezoekers. • De openstelling van 4 nieuwe waterleerpaden (Roer, Ur, Kingbeek, Quabeeksgrub) heeft voor veel zichtbaarheid in regionale media gezorgd. De waterleerpaden zijn gerealiseerd in samenwerking met gemeenten en natuurorganisaties, ook de externe communicatie is gezamenlijk opgepakt. • Tijdens het hoogwater in januari en de droogte in het voorjaar is proactief gecommuniceerd over de maatregelen die WRO nam. Dit heeft geleid tot media-aandacht in regionale en lokale media en samenwerking met andere organisaties (WPM, RWS, Provincie) in communicatie over dit onderwerp. • Er is actief gecommuniceerd met omwonenden en regionale media over ondertekening Maasakkoord (november) en over diverse uitvoeringsprojecten, zoals Rode Beek Schinveld, kademuren Valkenburg, realisatie 35 regenwaterbuffers, aanleg buffer Horstergrub, renovatie lossluizen Lombok Maastricht. Verschillende monitoringsgegevens over waterkwaliteit en- kwantiteit zijn actief gedeeld met een breed publiek via de publicatie Water in beeld 2010. Daarnaast zijn lopende en toekomstige projecten van het waterschap overzichtelijk gepresenteerd via 29 projectfactsheets (online en print) en een korte webfilm via ons YouTube-kanaal. • Om een bredere doelgroep te bereiken is actiever ingezet op online communicatie, o.a. via de overstap naar een digitale nieuwsbrief, een online jaarverslag en opstart van Facebook. Ook is de inzet van Twitter geïntensiveerd. • Om zowel ouderen als jongeren het waterschapswerk te laten beleven is ingezet op stimulering van deelname aan excursies en wandelingen via een nieuwe brochure. Deze is met een grote mailing onder aandacht van doelgroepen gebracht (november). Om jeugd te laten kennismaken met het thema water is lespakket water rondom de Rode Beek Schinveld ontwikkeld en gepromoot bij basisonderwijs in die omgeving. De landelijke leerlijn Droppie Water voor basisonderwijs is eveneens voortgezet. • Aansluitend bij de wens om als waterpartner voor gemeenten op te treden is een specifieke brochure voor gemeenten opgesteld die hierbij aansluit. Via een uitgebreid artikel is regionaal en landelijk aandacht geschonken aan de detachering vanuit het waterschap bij gemeente Maastricht. Belastingheffing • De aanslagoplegging 2011 is conform planning verlopen. In de verslagperiode heeft evenals voorgaande jaren een gespreide aanslagoplegging plaatsgevonden in de periode 31 januari t/m 31 maart 2011. • Voor WRO is per 31 augustus 2011 door de BsGW voor het heffingsjaar 2011 een bruto bedrag van € 78.515.000 opgelegd wat overeenkomt met een percentage van 99,3%. • Het invorderingsproces in het verslagjaar had betrekking op de belastingheffing 2011 en een restantdeel van de belastingheffing 2010 en voorgaande jaren. Gelet op de vervaldatum van de gespreide aanslagoplegging zijn door de BsGW in het verslagjaar in totaliteit 43.700 aanmaningen voor ons waterschap verstuurd. Hiervan hadden er 38.200 betrekking op het belastingjaar 2011 en 5.500 op oude belastingjaren.
Waterschap Roer en Overmaas
33
•
Na het verstrijken van de vervaldatum van de aanmaning is in het verslagjaar het proces van de 1e cyclus dwanginvordering (met een doorlooptijd van 8 maanden) opgestart waarin een aantal opeenvolgende invorderingsacties worden ondernomen. In februari en augustus 2011 zijn voor de openstaande posten dwangbevelen betekend wat erin heeft geresulteerd dat in het verslagjaar in totaliteit voor ons waterschap per post 17.200 dwangbevelen zijn betekend. Hiervan hadden er 14.000 betrekking op het belastingjaar 2011 en 3.200 op voorgaande belastingjaren. Voor de resterende posten in het verslagjaar een telefonisch incassotraject opgestart waarop aansluitend in november 2011 deurwaardersacties en het loonvorderingstraject is opgestart. In het verslagjaar zijn voor ons waterschap 21.500 verzoeken om kwijtschelding ontvangen. Hiervan zijn 18.100 verzoeken toegewezen, waarvan het merendeel betrekking had op het belastingjaar 2011. De overige 3.400 zijn afgewezen.
Kengetallen
I
Aantal bezoekers w ebsite Aantal bezoeker Hyves Aantal volgers op Tw itter Aantal excursies / lezingen Aantal perscontacten % Opgelegde aanslag % Afdracht ontvangsten
Begroting 80.000 2.000 150 90 350 100% 98,7%
2011 Gewijzigde begroting 80.000 2.000 ? 675 90 390 100%; 98,7%
Realisatie 86.000 2.000 800 56 465 99,3% 98,6%
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.6. Financiële gegevens programma bestuur, externe communicatie en belastingen Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
34
Begroting 9.112.148
2011 Gewijzigde begroting 8.108.603:
Realisatie 7.922.663
Programmarekening 2011
2.7
Programma
Bedrijfsvoering
Programma-inhoud Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Naast de financiële administratie en de voorbereiding van de producten uit de planning- en controlcyclus vallen hier alle beleidsaspecten onder die gemoeid zijn met o.a. de huisvesting, informatiebeleid en automatisering, juridische, personele en facilitaire aangelegenheden. Wat willen we bereiken De bedrijfsvoering binnen onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de werking van de primaire processen, de realisatie van bestuurlijke doelstellingen en de sturing van de organisatie. Het voortdurende streven is om ons te ontwikkelen tot een professionele partner voor onze omgeving. Dit betekent een organisatie die haar werkprocessen integraal beheerst en gericht is op interne en externe samenwerking en ondersteuning. Begrippen als efficiënt, effectief en rechtmatig zijn dan ook in dit streven een vanzelfsprekendheid. Wat hebben we bereikt • Invoering van de 36-urige werkweek en de realisatie van een nieuwe werktijdenregeling voor de binnendienst en de buitendienst per 1 juli 2011. • Invoering van planningsgesprekken waarbij ook op functiecompetentieniveau afspraken worden gemaakt. • Over het dienstjaar 2010 heeft de accountant in de verslagperiode een goedkeurende verklaring afgegeven over de getrouwheid en een positieve verklaring over de rechtmatigheid. • Op onderdelen invulling gegeven aan IRIS (Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem) Fase 2. • Voldaan aan de vanuit INSPIRE gestelde wettelijke verplichtingen • Het project 'Geodata op orde' gestart om de kwaliteit van de geo-data volgens vastgestelde specificaties op orde te brengen. Wat hebben we ervoor gedaan Control: organisatorische maatregelen • Risicomanagement In 2011 is een onderzoek naar het meten van de effectiviteit van repressieve en preventieve maatregelen ter beteugeling van de tien grootste financiële risico's afgerond. Met het oog op uniforme toepassing van risicomanagement bij waterschappen heeft WRO methodologische ondersteuning verleend aan WBL en Aa en Maas. •
Integriteit In het kader van het integriteitbeleid is in het eerste kwartaal een dilemmatraining voor medewerkers verzorgd. In het najaar van 2011 heeft het dagelijks bestuur eveneens een dilemmatraining gevolgd. In het kader van de integrale audit inkopen en aanbesteden is onder meer specifiek aandacht besteed aan de naleving van de integriteitsbepalingen ten aanzien van het proces inkopen en aanbesteden. Dit heeft bijgedragen aan een groter integriteitsbesef bij het proces inkopen, onder meer op het gebied van functiescheiding.
Waterschap Roer en Overmaas
35
•
Subsidies Een verkennend onderzoek naar de inrichting en werking van het proces van subsidie verwerving is gestart. Inmiddels heeft WRO zich aangesloten bij het Samenwerkingsverband van Subsidie coördinatoren Waterschappen (SSW) en onderzoekt in dat kader, in het licht van 'opdrogende subsidiemogelijkheden' ook alternatieve financieringsmogelijkheden, aangeduid als externe financiering.
•
Kwaliteitsmanagement Met het gereedkomen van de beschrijving van 8 bedrijfsprocessen is invulling gegeven aan het verbreden van de ISO 9001:2008 scope.
•
Audits Zowel de processen inkopen en aanbesteden als het aangaan van kasgeldleningen zijn in 2011 aan een intern onderzoek door concerncontrol onderworpen. De uitkomsten hebben geleid tot procedurele bijstellingen van het proces inkoop en aanbesteding en vormden voor de externe accountant mede de basis voor zijn oordeelsvorming over de rechtmatigheid van jaarrekening.
•
Van Goed naar Beter Flankerend aan de doorontwikkeling van hardcontrols is in het kader van 'Goed naar Beter' in 2011 onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van softcontrols. De bevindingen hebben bijgedragen tot een toegenomen bewustzijn bij het management van de betekenis van soft controls voor de effectiviteit van de voorgestelde verandermaatregelen in het kader van de organisatie doorontwikkeling.
Personeel en organisatie
• • •
Reguliere personele activiteiten. Voorbereiding invoering van het Individueel keuzebudget per 1 januari 2012. Per 1 juli 2011 nieuwe werktijdenregeling geïmplementeerd.
Financiën
Voor de upgrade van het financiële systeem van Coda die samen met WPM en het WBL is opgepakt is begin 2011 een impactanalyse opgesteld. Na beoordeling van deze analyse is door de gezamenlijke partijen opdracht gegeven voor de upgrade van het financieel systeem. In het 4 kwartaal van het verslagjaar is gestart met de ontwikkeling van de workflowmodule ten behoeve van de digitale afwikkeling van facturen. e
Financiën P&C-cylcus
In het verslagjaar zijn de programmarekening 2011, de meerjarenraming 2012-2016, de vooren najaarsrapportage 2011, de zienswijzen op de begroting 2012 en meerjarenbegroting 2012-2016 BsGW en WBL en de programmabegroting 2012 opgesteld en door het bestuur vastgesteld. E-overheid
In 2011 is de dienstverlening naar de burger verder vergroot door de ingebruikname van het Omgevingsloket online, waarbij gemeenten samen met de waterschappen een aanvraag voor een omgevingsvergunning behandelen.
36
Programmarekening 2011
Automatisering Naast het reguliere beheer van de operationele ICT-infrastructuur is in het verslagjaar gestart met de uitvoering van het activiteitenplan automatisering voor 2011 t/m 2012. In het jaar 2011 heeft o.a. de migratie plaatsgevonden van de werkplekken naar Microsoft Windows 7 en Microsoft Office 2010. Het applicatielandschap van het waterschap is tijdens deze Windows 7 migratie heroverwogen en teruggebracht met 75 stuks naar ongeveer 310 toepassingen. De server omgeving is grotendeels gemigreerd van Windows Server 2003 naar Windows Server 2008. Facilitaire aangelegenheden Bij facilitaire zaken heeft in 2011 een verdere doorontwikkeling plaatsgevonden met betrekking tot het gebruik en vastlegging van facilitaire meldingen en meubilair in de toepassing Topdesk. Bij gebouwenbeheer is eind 2011 een openbare aanbesteding uitgezet voor de schoonmaak, glasbewassing, sanitaire middelen en brand- en sluitronde. Documentaire informatievoorziening De digitale informatievoorziening en digitalisering van documenten zijn in 2011 binnen de organisatie verder doorontwikkeld en uitgevoerd. Een pilot is gestart met betrekking tot zaaksgewijs werken. Geografische informatievoorziening • IRIS fase 2 o Als vervanger van het verouderde Geocad systeem is het nieuwe landmeetkundig meetsysteem 'Mobiel Watis' geïmplementeerd. Hiermee worden de landmeetkundige gegevens direct als objecten in de IRIS database gemuteerd. o Onderzoek is uitgevoerd naar de vervangingsmogelijkheden van het huidige V&H systeem dat aansluit op de IRIS database. Op basis van ontwikkelingen vanuit de markt en initiatieven vanuit Het Waterschapshuis is besloten om de keuze voor de vervanging van het huidige V&H systeem uit te stellen tot begin 2012. o Om aan te sluiten op de basisregistraties zou gebruik gemaakt worden van de samen met Het Waterschapshuis te ontwikkelen Overheidsdatabase (ODB). Deze ODB is in 2011 niet gerealiseerd. Daardoor kon niet via deze ODB aangesloten worden op de basisregistraties. Door Het Waterschapshuis naar alternatieven gezocht om in 2012 alsnog aan te kunnen sluiten. o Mobiele applicatie ontwikkeld voor het uitvoeren van veldcontroles. •
Wetgeving Voor INSPIRE zijn de relevante meta-datasets bepaald en beschikbaar gesteld via de in samenwerking met HetWaterschapshuis ontwikkelde Geo-voorziening.
•
Kwaliteitsverbetering Geo-data . Het project voor het daadwerkelijk op orde brengen van de geo-data is gestart met het volledig objectgericht maken en de inhoudelijke controle van alle kunstwerken en de aanbesteding van het meetwerk voor de ontbrekende gegevens van de modelbeken.
Buitendienst • In verslagperiode is het nieuwe onderhoudsbeheersysteem (OBS) aangeschaft en is gestart met de implementatie hiervan.
Waterschap Roer en Overmaas
37
•
In het kader van de huisvesting van de buitendienst en de opslag van de calamiteitenmaterialen is de aanschaf van het pand aan de Leonard Langweg in Holtum niet doorgegaan. Binnen de daarvoor opgestelde kaders wordt naar een nieuwe oplossing gezocht.
lllllllllllllllllllllllllIlM Kengetallen % Ziekteverzuim exclusief zw angerschaps- en bevallingsverlof % Ziekteverzuim inclusief zw angerschaps- en bevallingsverlof Aantal poststukken Aantal bijlagen bij poststukken Beschikbaarheid ICT omgeving onder w erktijd Aantal facturen Aantal bezw aarschriften Aantal fte's
Begroting 1,9% 2,9% 11.500 4.300 95% 5.000 5 138,48
Gewijzigde begroting 4,0%: 5,0% 11.500 4.300 95% | 4.800 5 ; 138,48 :
Realisatie 5,0% 6,0% 11.947 4.882 99,94% 4.804 5 138,48
Wat kost het
Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.7.
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
-127.500 2.620.000 6.200.000
61.147 1.295.000 2.500.000
440.575 970.000
Financiële gegevens programma bedrijfsvoering
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
38
Programmarekening 2011
3
Overige paragrafen
3.1
Ontwikkelingen
en
uitgangspunten
Op 29 juni 2010 heeft het algemeen bestuur bij de vaststelling van de meerjarenraming 2011-2015 ingestemd met de technische uitgangspunten voor de programmabegroting 2011. Voor een uitgebreide toelichting hierop wordt naar deze notitie verwezen. Onderstaand zijn de interne en externe factoren waarmee in de begroting 2011 rekening was gehouden gecomprimeerd weergegeven. Onderdeel
Uitgangspunt 2011
Interne factoren Basis
Jaarrekening 2009 Gewijzigde begroting 2010 Waterbeheersplan 2010-2015 Bepalingen beleidsvoorbereiding en verantwoording Waterschappen (BBVW) Burgerlijk Wetboek BW II
Verplichte uitgaven
Begroting Waterschapsbedrijf Limburg
Afschrijving
Nota vaste activa 2008
Reserves
Nota reservebeleid 2008
Oninbaarheid
0,50% van het belastingvolume
Onvoorzien
0,40% van het begrotingstotaal
Investeringsniveau
€ 8.915.000, exclusief te activeren uren en huisvesting
Externe factoren Kosten / Inflatie
2,00%
Personeelskosten
2,00%
Rente langlopende leningen
4,50%
Rente kortlopende leningen
2,50%
Rente reserves en voorzieningen
2,50%
De gevolgen van de kredietcrisis en de daaraan gerelateerde economische situatie in het verslagjaar hebben - evenals de voorgaande twee jaar - een aanzienlijk effect hebben gehad op de gehanteerde uitgangspunten (zie ook paragraaf 3.6.1). Indien uitgangspunten worden afgezet tegen de realisatie in het verslagjaar hebben zich op een aantal onderdelen afwijkingen voorgedaan die onderstaand in het kort kunnen worden toegelicht.
Waterschap Roer en Overmaas
39
• Kosten / Inflatie In de begroting 2011 was rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2% terwijl de daadwerkelijke inflatie in het verslagjaar 2,34% bedroeg (zie ook paragraaf 3.6.1). • Personeelskosten In de begroting 2011 was rekening gehouden met een indexering van de loonsom van 2%. In de CAO voor de waterschappen die een looptijd had van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012 is geen loonstijging voorzien, wel hebben de werkgeverslasten een stijging laten zien. De stijging van de loonsom is dan ook uitgekomen op genoemd percentage. • Rente langlopende leningen Voor langlopende leningen was in de begroting 2011 uitgegaan van een rentepercentage van 4,5%. Door de gevolgen van de schuldencrisis in Europa is de stijging van de langlopende rente in het verslagjaar beperkt gebleven en bedroeg op het einde van het verslagjaar 3,27% (zie ook paragraaf 3.6.1). • Rente kortlopende leningen Door de alsmaar aanhoudende schuldencrisis en het achterblijvende economisch herstel is de stijging van de kortlopende rente (lees debetrente) in het verslagjaar eveneens beperkt gebleven. Bij de begroting 2011 werd nog uitgegaan van een percentage van 2,50% terwijl dit aan het einde van het verslagjaar 1,05% bedroeg (zie ook paragraaf 3.6.1). • Rente reserves en voorzieningen Over de reserves en voorzieningen wordt rente toegerekend aan de exploitatie. Het rentepercentage dat hierbij gehanteerd wordt, is op begrotingsbasis gelijk aan het rentepercentage van de kortlopende geldleningen. Doordat ook de stijging van de korte (credit)rente in het verslagjaar zeer beperkt is geweest, wijkt dit percentage aanzienlijk af van de raming. Bij de begroting 2011 werd nog uitgegaan van een percentage van 2,50% terwijl de korte creditrente aan het einde van het verslagjaar slechts 0,75% bedroeg.
40
Programmarekening 2011
3.2
Incidentele opbrengsten en kosten
Incidentele opbrengsten en kosten kunnen leiden tot minder inzicht in het reguliere (meerjarig) beeld van opbrengsten en kosten, en dus de netto kosten. Daarnaast zijn deze elementen relevant voor het beoordelen van de financiële positie. In de BBVW is dan ook voorgeschreven dat de incidentele opbrengsten en kosten in een aparte paragraaf dienen te worden toegelicht. Bij hantering van het begrip incidenteel is sprake indien opbrengsten en kosten zich maximaal drie jaar voordoen. Incidentele opbrengsten en kosten
Jaar van vrijval
Bedrag
Opbrengsten
Meeropbrengst waterschapslasten
n.v.t.
37.591
Bijdrage Rijkswaterstaat keringen Roer
n.v.t.
388.035
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie tegemoetkoming schade overstroming Maas
n.v.t.
64.722
Opwaardering vordering Landsbanki
n.v.t.
1.050.000
2012
300.000
2013
500.000
Kosten Hoog Water Maas januari 2011
n.v.t.
229.620
Kosten TAX-i
n.v.t.
500.000
Kosten
Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 20072011 Stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking 2008-2012
Opbrengsten
De opbrengst waterschapslasten zijn door een gerealiseerde meeropbrengst over het belastingjaar 2009 en rekeninghoudende met een correctie voor oninbaar en kwijtschelding € 37.591 hoger. Hierbij is sprake van een beperkte incidentele opbrengst die de financiële positie in het verslagjaar slechts marginaal beïnvloed. In 2011 is het project 'realisatie keringen Roer' financieel afgewikkeld tussen Rijkswaterstaat en het waterschap. Op basis van de 'target price' komt het gerealiseerde voordeel ten goede van beide partijen. Voor ons waterschap heeft de afrekening geresulteerd in een incidentele opbrengst van € 338.035. In verband met de overstroming van de Maas in januari 2011 is van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en tegemoetkoming ontvangen in het kader van de Regeling tegemoetkoming schade bij overstroming van de Maas in januari 2011 van € 64.722. In 2009 is gelet op het te verwachten recoverypercentage de vordering op Landsbanki Island afgewaardeerd met€ 1.300.000 tot 74% van de nominale vordering (€ 5.000.000). In verband met recente positieve berichtgeving over het recoverypercentage van Landsbanki is in overleg met de accountant de vordering aangepast tot 95%. In het verslagjaar is de vordering opgewaardeerd met 21% van de nominale vordering ofwel € 1.050.000 en heeft een éénmalig positief effect op de exploitatie in 2011.
Waterschap Roer en Overmaas
41
Kosten In 2007 is de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' vastgesteld voor de periode 2007-2011. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 300.000 geraamd. Vanaf 2012 komt deze regeling te vervallen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 127.712 bedragen. In 2008 is de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) vastgesteld voor de periode 2008-2012. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 500.000 geraamd. Vanaf 2013 komt deze regeling te vervallen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 12.479 bedragen. De kosten in verband met de overstroming van de Maas in januari 2011 waren in het verslagjaar € 229.620. Door de waterschappen is eind 2011 een commissie aan het werk gesteld die met Logica tot een afronding van het belastingsysteem TAX-i wil komen. Het aandeel voor ons waterschap bedraagt € 500.000. In 2011 is hiervoor de voorziening TAX-i gevormd.
42
Programmarekening 2011
3.3
Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves
en
voorzieningen
In de BBVW is opgenomen dat onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen expliciet dienen te worden toegelicht in de begroting en de programmarekening. De onttrekkingen in het verslagjaar kunnen als volgt worden weergegeven: Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Bestemmingsreserves
Calamiteiten watersysteembeheer Afkoppelen verhard oppervlak Niet kerende grondbewerking
862.409 250.000
862.409 250.000
Voorzieningen
Pensioen / uitkeringsverplichtingen Totaal onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen
1.112.409
7.000
7.599
1.119.409
7 599
Reserve afkoppelen verhard oppervlak Op 24 juni 2007 heeft het algemeen bestuur de regeling 'stimuleren afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2007-2011' vastgesteld. Met deze subsidieregeling worden Limburgse waterbeheerders gestimuleerd hemelwater op bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. In het verslagjaar is 61.040 m2 afgekoppeld en voldaan uit de reguliere bijdrage. Hierdoor heeft in 2011 geen onttrekking aan de reserve plaatsgevonden. Reserve niet kerende grondbewerking Op 10 december 2007 heeft het algemeen bestuur het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie vastgesteld. Dit heeft geleid tot het instellen van de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' die geldt voor de periode 2008-2012. In het verslagjaar is een beperkt aantal hectare aanmerkt als niet kerende grondbewerking en voldaan uit de reguliere bijdrage. Hierdoor heeft in 2011 geen onttrekking aan de reserve plaatsgevonden. Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen De 'voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen' is in 2002 ingesteld. Het doel van deze voorziening is om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioenen ontvangen. In het verslagjaar is aan deze voorziening € 7.599 onttrokken. Voor een uitgebreidere toelichting op de reserves en voorzieningen zie hoofdstuk 6.
Waterschap Roer en Overmaas
43
3.4
Waterschapsbelastingen
De financieringsstructuur bestaat uit twee heffingen, te weten een watersysteem heffing en een zuiveringsheffing. De watersysteem heffing en zuiveringsheffing (indirecte lozingen) zijn geregeld in de Waterschapswet. Daarnaast is de verontreinigingsheffing (directe lozingen op oppervlakte water) op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) blijven bestaan. De kosten van de waterkwantiteit, de waterkering en de zogenoemde passieve kwaliteit (o.a. integraal waterbeheer, monitoring en sanering van verontreinigde waterbodems), worden gefinancierd uit de watersysteemheffing, opgebracht door inwoners en de eigenaren van gebouwde, ongebouwde onroerende zaken en natuurterreinen. De zuiveringsheffing is toegespitst op de kosten van de zuivering, het transport van afvalwater en de verwerking van het zuiveringsslib. Op 29 juni 2010 heeft het algemeen bestuur de 'Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer 2011' vastgesteld die op 1 januari 2011 in werking is getreden en de basis is voor de berekening van de tarieven van het watersysteembeheer voor 2011. Voor de belastingtarieven 2011 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • de geraamde opbrengst waterschapslasten 2011; Belastingopbrengst
•
Begroting 2011
Watersysteem heffing Zuiveringsheffing Verontreinigingsheffing
28.529.250 49.840.650 736.800
Totaal
79.106.700
de belastingmaatstaven zoals verwoord in de notitie 'prognose opbrengst waterschapsheffing 2011' van de voormalige unit waterschapsheffingen van het WBL.
Watersysteemheffing Naast de opbrengst 2011 beïnvloedt nog een aantal elementen de tarieven van de watersysteemheffing, te weten: 1. de kostentoedeling per 1 januari 2011 van het watersysteembeheer; Watersysteembeheer
44
Kostentoedelingsverordening 2011
Ingezetenen Zakelijk gerechtigden gebouwd Zakelijk gerechtigden ongebouwd Zakelijk gerechtigden natuurterreinen
40,00% 52,02% 7,90% 0,08%
Totaal
100,00%
Programmarekening 2011
2. de tariefsdifferentiatie voor verharde wegen waarbij een gedifferentieerd tarief is gehanteerd dat 100% hoger is dan het tarief voor het 'overig ongebouwd'; 3. de rechtstreekse toedeling van categoriegebonden kosten aan de betreffende categorieën, te weten de perceptiekosten, de kosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de kosten van verkiezingen; 4. het reguliere accres en het effect van de hertaxatie bij het gebouwd als gevolg van de jaarlijkse herwaardering van de Wet WOZ. Uitgegaan is van een waardedaling in ons beheersgebied van 2,75%; 5. de activering van de bijdrage die gemoeid is met de overname van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Voor de bepaling van de tarieven voor de categorie gebouwd wordt als heffingsmaatstaf een percentage van de WOZ-waarde gehanteerd. Bij de berekening van het tarief gebouwd is uitgegaan van een percentage van vier decimalen achter de komma. In verband met de jaarlijkse herwaardering van de WOZ is de waardepeildatum één jaar voor het begin van het kalenderjaar, waarvoor de WOZ-waarde geldt. De waardepeildatum voor het belastingjaar 2011 was 1 januari 2010. Zuiveringsheffing
Het tarief van de zuiveringsheffing is bepaald door de opbrengst zuiveringsbeheer te delen door het aantal vervuilingseenheden van de indirecte lozingen, te weten 1.014.750 voor 2011. Verontreinigingsheffing
Het tarief voor de verontreinigingsheffing is gelijk aan het tarief van de zuiveringsheffing. Het aantal vervuilingseenheden van de directe lozingen bedroeg in 2011 15.000. Tarievenoverzicht
Onderstaand zijn de tarieven 2011 weergegeven zoals die door het algemeen bestuur op 30 november 2010 zijn vastgesteld en gehanteerd zijn bij de aanslagoplegging 2011. Tarieven
i;:;|f|;|j|B |
Watersysteembeheer
| | | | j l
Ongebouwd (per hectare): - Openbare landwegen - Overig ongebouwd Natuur (per hectare) Gebouwd (percentage van WOZ-waarde) Ingezetenen (per wooneenheid)
63,68 31,84 2,32 0,0199% 35,54
Zuiveringsbeheer
Zuiveringsheffing (per heffingseenheid)
{
49,12
Verontreinigingsheffing
Verontreinigingsheffing (per heffingseenheid)
49,12
Opbrengst waterschapslasten
Voor een totaal overzicht van de belastingopbrengsten en een analyse raming versus realisatie wordt verwezen naar paragraaf 8.3 en 9.2.
Waterschap Roer en Overmaas
45
Kwijtschelding en oninbaarheid De totale belastingopbrengst wordt gecorrigeerd voor kwijtschelding en oninbaarheid. • Kwijtschelding wordt alleen verleend voor het ingezetenendeel van de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Bij kwijtschelding wordt als norm 100% van de bijstandsnorm gehanteerd. Daarnaast wordt automatisch kwijtschelding verleend aan de groep AOW'ers die een vermogen hebben van € 2.269 of minder en verder geen aanvullend pensioen. • Voor de oninbaarheid is in 2011 een percentage gehanteerd van 0,5% van de opbrengst. Voor een verdere toelichting op deze onderdelen wordt verwezen naar paragraaf 8.3 en 9.2.
46
Programmarekening 2011
3.5
Het
weerstandsvermogen
Weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de organisatie beschikt of kan beschikken om risico's die niet op enige andere manier zijn afgedekt binnen de begroting op te kunnen vangen. De relatie tussen de omvang van de financiële restrisico's (geïnventariseerde risico's, na het nemen van preventieve, repressieve en correctieve maatregelen) en de weerstandscapaciteit wordt aangeduid als weerstandsvermogen. Schematisch kan het weerstand vermogen als volgt worden weergegeven. Weerstandcapaciteit
Risico's
Weerstandsvermogen Indien weerstandsvermogen aanwezig is, wordt voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot directe begrotingsmaatregelen zoals bezuinigingen of inkomstenverhogende maatregelen. Hierdoor wordt voorkomen dat de door het bestuur vastgestelde kaders en de programmadoelstellingen schoksgewijs dienen te worden aangepast. 3.5.1
Weerstandscapaciteit
Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit worden de volgende onderdelen betrokken: • de reserves (met name de algemene reserve); • de post onvoorzien; • de belastingcapaciteit; • bezuinigingsmogelijkheden. Met de weerstandcapaciteit worden de middelen en mogelijkheden bedoeld die kunnen worden ingezet om tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma's. 3.5.2
Risico's
Op grond van de BBVW dient het waterschap jaarlijks in de begroting en jaarrekening een afzonderlijke paragraaf op te nemen waarin wordt ingegaan op het weerstandsvermogen waarbij een relatie dient te worden gelegd tussen risico's en weerstandscapaciteit.
Waterschap Roer en Overmaas
47
Samengevat kunnen de risico's en het weerstandsvermogen als volgt schematisch met elkaar in verband worden gebracht.
11
ineatFOMien
NMin rkinn
Reguliere
voorziening
risico's Qoringv belokenl»
I
geen maatregel
Niet requliere
weerstandsvermogen
risico's ar
voorziening
Risicomanagement
Het in beeld brengen van risico's en getroffen beheersmaatregelen vormt een belangrijk onderdeel van risicomanagement. Op 29 september 2009 heeft het algemeen bestuur de 'Kadernota Risicomanagement' vastgesteld. De methodiek voor het identificeren en kwantificeren van risico's is in de kadernota beschreven. Deze drukt het risico uit in: • kans op optreden van een gebeurtenis; en • het gevolg van deze gebeurtenis. Risico inventarisatie 2011
Omdat de bepaling van het benodigdé weerstandsvermogen een jaarlijks terugkomende actie is, is de risico inventarisatie 2010 geactualiseerd naar de situatie per ultimo 2011. Zoals aangegeven is de benodigde weerstandscapaciteit gelijk aan de som van de financiële restrisico's. Met het oog op de resultaten van de 'risico inventarisatie 2011' is de minimale hoogte van de algemene reserve bepaald op het bedrag van de geïnventariseerd risico's (bij een veronderstelde kans van optreden van 15% voorde categorie middelgrote risico's). De minimale stand van de algemene reserve is dan € 1.900.000. In de risico inventarisatie ultimo 2011 zijn 41 risico's opgenomen: 18 strategische risico's, 10 compliance risico's en 13 operationele risico's. Onderstaand zijn de belangrijkste financiële risico's nader toegelicht.
48
Programmarekening 2011
Borgstelling Het Waterschapshuis Het algemeen bestuur van het waterschap heeft op 24 november 2008 een borgstelling van € 771.000 afgegeven ten behoeve van de kredietlimiet van de rekening-courant verhouding van 'Het Waterschapshuis' met de 'NWB bank'. Dit onder de voorwaarde, dat voor de toekomst afdoende wordt geregeld dat de borgstelling slechts wordt aangesproken voor zover het waterschap participeert in projecten. Indien 'Het Waterschapshuis' in een positie terecht komt dat niet meer aan de financiële verplichtingen ten opzichte van de NWB bank kan worden voldaan, kan ons waterschap hierop worden aangesproken en de borgstelling worden geëffectueerd. Opbrengst watersysteemheffing Aangezien de berekening van de tarieven watersysteemheffing, naast de 'prognose opbrengst waterschapsheffingen' die jaarlijks voor de begroting door de BsGW wordt afgegeven, gebaseerd zijn op prognosegegevens kan dit in de realisatie (lees belastingoplegging) afwijken. Opbrengst zuiveringsheffing Het aantal vervuilingseenheden in ons beheersgebied is de basis voor de opbrengst zuiveringsheffing. De in 2011 gerealiseerde zuiveringsheffing is gebaseerd op de prognose opbrengst waterschapsheffingen zoals opgenomen in de jaarlijkse afrekening van de BsGW. Omdat de afwikkeling van de zuiveringsheffing een periode van vijfjaar omvat en hierbij sprake is van voorlopige en definitieve aanslagen, kan de daadwerkelijke realisatie over de hele periode afwijken. Oninbaar / kwijtschelding Voor het bedrag van oninbaarheid is in het verslagjaar een percentage gehanteerd van 0,5% van de opbrengst waterschapslasten. Het effect van oninbaarheid is echter, gelet op het heffing- en invorderingstraject, pas na enkele jaren duidelijk. Ook niet beïnvloedbare factoren kunnen een effect hebben op de oninbaarheid, zoals de gevolgen van de economische situatie en hogere aanslagen. Dit is ook van toepassing op de kwijtschelding, waarbij de economische situatie eveneens een belangrijke rol speelt. Renterisico's Renterisico's spelen bij de beoordeling van financieringsvraagstukken een belangrijke rol. Aangezien de rentepercentages van de geldleningportefeuille voor de restantlooptijd van de geldleningen vastliggen, is bij het renterisico slechts sprake van een kort termijnrisico. Plotselinge rentestijgingen kunnen tot een incidenteel tekort leiden op de begrootte rekeningcourantrente. Door het (eventueel) afsluiten van nieuwe langlopende geldleningen neemt het risico enigszins toe. De rentelasten worden verantwoord op de hulpkostenplaats kapitaallasten en verdisconteerd in het rente-omslagpercentage. Een stijging van de marktrente betekent een verhoging van de renteomslag en leidt tot een extra budgettaire last voor het waterschap. Voor het opvangen van mogelijke renteschommelingen is geen voorziening gevormd. Uitzetting bij Landsbanki Island Het waterschap heeft op 30 mei 2008 een deposito van € 5.000.000 geplaatst bij Landsbanki Island. De rating van de bank voldeed op het moment van plaatsing aan de Wet Fido. De looptijd van het deposito (15 december 2008) is verstreken en Landsbanki heeft niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. Na een langdurig juridisch proces heeft de Hoge Raad van IJsland op 28 oktober 2011 de claim van de Noord-Hollandgroep, waar het waterschap deel van uit maakt, als preferent erkend.
Waterschap Roer en Overmaas
49
De preferente claim voor Roer en Overmaas is vastgesteld op € 5.234.012. Op 9 januari 2012 is de eerste uitbetaling van € 1.625.618 ontvangen. In de jaarrekening 2009 is op basis van een door de Deloitte accountants opgestelde recoverynotitie de vordering van Landsbanki verlaagd met € 1.300.000 (recoverypercentage van 74%) tot € 3.679.113 (inclusief de uitkering uit het depositogarantiestelsel ad € 20.887). Inmiddels is duidelijk geworden dat gelet op het recoverypercentage dat volgens de Winding Up Board van Landsbanki al boven de 100% ligt van de preferente claims zal het openstaande balansbedrag minimaal worden terugontvangen. Daarnaast is eind maart 2012 de verkoop van de Engelse supermarktketen 'Iceland Foods' afgerond waarvan Landsbanki voor 67% eigenaar was. Voor Landsbanki resulteert deze transactie in een boekwinst van ongeveer € 450 miljoen. Gelet op deze nieuwe inzichten en de accountantsrichtlijnen is het noodzakelijk gebleken om in de jaarrekening 2011 voor de vordering van Landsbanki een recoverypercentage van 95% aan te houden. Dit heeft er dan ook in geresulteerd dat de vordering in het verslagjaar is opgewaardeerd met€ 1.050.000. De overige 5% worden beschouwd als een restrisico. Van een restrisico is sprake als de activa van Landsbanki onvoldoende ten gelden kan worden gemaakt en/of door koersverschillen veroorzaakt, omdat de uitbetaling van de vordering in buitenlandse valuta plaatsvindt. Waterschapsbedrijf Limburg / Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Het waterschap staat garant voor eventuele tekorten van het WBL en de BsGW voor zover dit de reservepositie (lees weerstandsvermogen) van deze partijen, die tot stand is gekomen op basis van een risico-inventarisatie, overschrijdt. De netto risico's bij het WBL en de BsGW zijn op basis van een risico inventarisatie per ultimo 2011 becijferd op respectievelijk € 2.700.000 en € 385.000 en vormen de basis voor de hoogte van de algemene reserve. Tot slot kan nog worden vermeld dat het WBL en de BsGW 2011 hebben afgesloten met en positief resultaat van respectievelijk afgerond € 3.500.000 en € 508.000.
50
Programmarekening 2011
3.6
De financiering
De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's. De basis van treasuryfunctie wordt gevormd door het treasurystatuut. Het nieuwe treasurystatuut van het WRO is op 1 maart 2011 door het algemeen bestuur vastgesteld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasuryfunctie bij het waterschap omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering hiervan vereist adequaat handelen in een steeds complexere geld- en kapitaalmarkt. Drie componenten zijn bij de financiering van belang, te weten: 1. rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid; 2. liquiditeitspositie; 3. treasurybeheer. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie aan. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de treasuryparagrafen van de begroting en de programmarekening. In de begroting wordt de uitvoering van het treasurybeleid opgenomen door middel van concrete plannen. In de programmarekening gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de realisatie. Tevens dient in de begroting en programmarekening de berekening van de renterisiconorm te worden opgenomen. Om inzicht te verschaffen in de treasuryactiviteiten van het waterschap is de realisatie weergegeven van deze activiteiten in 2011. In dit verband kan nog worden opgemerkt dat tussentijds is gerapporteerd over de treasuryactiviteiten gedurende het eerste halfjaar van het verslagjaar. 3.6.1
Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid
In dit onderdeel worden de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen genoemd die in het verslagjaar invloed hebben gehad op de rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid. Interne ontwikkelingen Tijdige aanslagoplegging is een jaarlijks terugkomend aandachtspunt. In het verslagjaar werd een (integrale) aanslag opgelegd voor zowel de watersysteemheffing als de zuiveringsheffing. Dit werd uitgevoerd door de BsGW. Bij de watersysteem heffing is het waterschap sinds de invoering van de Wet WOZ voor de aanslagoplegging grotendeels afhankelijk van gemeenten. Dit heeft bij de aanslagoplegging in 2011 niet tot problemen geleid. Voor de geblokkeerde objecten, die een gevolg zijn van de nog niet afgewikkelde bezwaarschriften tegen de WOZbeschikking door de gemeenten, worden nog aanvullende kohieren opgelegd. De aanslag over het belastingjaar 2011 is gespreid opgelegd in de periode 31 januari tot 31 maart 2011.
Waterschap Roer en Overmaas
51
Externe ontwikkelingen Financiële crisis De Europese schuldencrisis heeft de financiëlè markten in 2011 stevig in zijn greep gehouden. Bezuinigingen en het trage herstel van de arbeidsmarkt hebben het groeitempo in de 2 helft van 2011 aanzienlijk gedrukt. Voor de landen binnen de eurozone was het macro-economisch beeld dan ook niet rooskleurig. In het verslagjaar heeft Nederland een economische groei doorgemaakt van 1,2%. Ten opzichte van 2010 (+1,7%) lijkt de afzwakking beperkt, maar achter het groeicijfers gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de tweede helft van 2011. In het 4 kwartaal van 2011 was zelfs sprake van een negatieve groei met -0,7% terwijl het percentage van de eurozone in het geheel -0,3% in deze periode was. De inflatie in de eurozone is in het verslagjaar uitgekomen op 2,8%. De Nederlandse inflatie is in vergelijking met de andere Europese landen lager uitgevallen en heeft in 2011 2,34% bedragen. e
e
Rente(visie) De Amerikaanse Centrale Bank (Fed) heeft in 2011 de rente ongewijzigd gelaten en gehandhaafd op het niveau van 0,25%. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de renteverhoging in april en juli 2011 door de oplaaiende schuldencrisis en de daaruit volgende groeivertraging in december van het verslagjaar volledig teruggedraaid door een verlaging van de rente tot 1,25%. De Europese schuldencrisis heeft in het verslagjaar dan ook een belangrijk effect gehad op de financiële markten. Bij de vaststelling van de begroting 2011 is het rentepercentage van 2,5% voor de korte rente gelet op de diverse financiële en economische indicatoren verlaagd naar 1,75%. De korte rente is in de eerste 6 maanden van het verslagjaar door de beperkte economische groei en de oplopende inflatie iets gestegen. Door de aanhoudende schuldencrisis, de bezuinigingen en de daling van de economische groei heeft de korte rente in de 2 helft van het jaar echter een daling ingezet die de eerdere stijging volledig teniet heeft gedaan. De lange rente, die in tegenstelling tot de korte rente niet wordt bepaald door de ECB maar door de markt, is in het verslagjaar eveneens gedaald. e
De renteontwikkeling kan als volgt cijfermatig en grafisch worden weergegeven. Renteniveau NWB per Rentevorm
01-01-2011
01-07-2011
31-12-2011
0,80%
1,20%
1,05%
3,20% 3,51% 3,65% 3,71%
3,47% 3,69% 3,78% 3,83%
2,72% 3,05% 3,19% 3,27%:
Korte rente
rekening courantrente Lange rente
10 jaar gelijk 15 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 20 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 25 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar
52
Programmarekening 2011
Renteverloop 2011 4,50%
j
4,00%
i
3,50%
!
1
3,00% 2,50%
Debetrente
2,00%
• 2 5 jaar gelijk
1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Cv
e>
De renteontwikkeling heeft geen gevolgen gehad voor de liquiditeitspositie, alleen voor de hoogte van de rentekosten. Omdat de renteontwikkeling achter is gebleven bij de raming heeft dit in het verslagjaar geen negatief effect gehad maar zelfs geleid tot een tussentijdse neerwaartse aanpassing van de rentekosten. Landsbanki Island Door de financiële crisis zijn veel financiële instellingen in de problemen geraakt. Naast het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008 zijn de drie IJslandse banken (Glitner, Kaupthing en Landsbanki) in oktober 2008 door de IJslandse staat genationaliseerd. Doordat de IJslandse staat echter te klein was om alle verplichtingen te voldoen zijn diverse partijen gedupeerd en hebben particulieren, bedrijven en overheden in Nederland (waaronder ons waterschap) uitstaande deposito niet terugontvangen (zie paragraaf 3.5.2 risico's). Deze problematiek heeft er landelijk toe geleid dat de 'wet regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden' (wet Ruddo) is aangescherpt. Het treasurystatuut van het waterschap is hierop aangepast en op 1 maart 2011 vastgesteld. De treasuryactiviteiten bij het waterschap zijn in het verslagjaar beperkt gebleven tot de NWB bank.
/ •
m
Waterschap Roer en Overmaas
53
3.6.2
Liquiditeitspositie
Liquiditeitspositie De liquiditeitspositie van het waterschap in 2011 kan als volgt worden weergegeven. Liquiditeitstekort (-) of Liquiditeitsoverschot (+) (afgerond op € 1.000)
Eind maand
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December *
-23.251.000 -30.090.000 -24.337.000 -20.626.000 -11.276.000 -10.209.000 -2.287.000 1.049.000 -317.000 -4.617.000 -9.477.000 -19.677.000
*
Tussen 31 januari 2011 en 31 maart 2011 is de aanslag 2011 met vervaldatum 30 april 2011 en 30 juni 2011 opgelegd.
In het verslagjaar is sprake geweest van een afkalvende liquiditeitspositie. In de eerste helft van het verslagjaar zijn we geconfronteerd met een negatieve liquiditeitspositie die in het 3 kwartaal als gevolg van de aanslagoplegging 2011 tijdelijk is omgeslagen in een positief verloop. Aan het einde van het 4 kwartaal is echter weer sprake geweest van een aanzienlijk negatief verloop. Het rekeningcourantsaldo op het einde van het verslagjaar sluit dan ook met een tekort van € 19.677.000. e
e
Ook in 2011 was de financieringsconstructie van het waterschap een punt van aandacht. Uitgangspunten hierbij waren de beperking van de rentekosten, de minimalisering van de renterisico's op lange termijn binnen kaders van de wet Fido en de kaders zoals aangegeven door het algemeen bestuur. Debetrente
In het verslagjaar zijn (tijdelijke) liquiditeitstekorten door middel van kasgeldleningen gefinancierd. Onderstaand is weergegeven welke bedragen door middel van deze systematiek in 2011 zijn gefinancierd en welk voordeel, uitgedrukt in percentage, is behaald ten opzichte van de korte rente.
54
Programmarekening 2011
Rentepercentage Kasgeldlening Debetrente Bedrag Financiële instelling NW B-Bank
Periode 01-01-2011 tot 31-01-2011 04-01-2011 tot 07-02-2011 25-01-2011 tot01-03-2011 01-02-2011 tot 04-03-2011 08-02-2011 tot 08-03-2011 24-02-2011 tot 28-03-2011 04-03-2011 tot 01-04-2011 09-03-2011 tot 08-04-2011 01-04-2011 tot 02-05-2011 04-05-2011 tot 06-06-2011 08-06-2011 tot 08-07-2011 24-10-2011 tot 24-11-2011 24-11-2011 tot 23-12-2011 02-12-2011 tot 31-12-2011 20-12-2011 tot 31-12-2011
11.000.000 5.600.000 5.800.000 12.000.000 5.700.000 6.500.000 6.000.000 8.500.000 15.500.000 10.000.000 5.000.000 3.800.000 5.000.000 4.500.000 7.500.000
0,77% 0,72% 0,78% 0,87% 0,86% 0,84% 0,81% 0,86% 0,88% 1,20% 1,17% 1,32% 0,90% 0,72% 0,60%
0,80% 0,80% 0,80% 0,90% 0,90% 0,90% 0,90% 0,90% 0,90% 1,20% 1,20% 1,50% 1,25% 1,25% 1,05%
Voordeel 0,03% 0,08% 0,02% 0,03% 0,04% 0,06% 0,09% 0,04% 0,02% 0,00% 0,03% 0,18% 0,35% 0,53% 0,45%
i Creditgelden In augustus van het verslagjaar is sprake geweest van een zeer beperkte overliquiditeit. Dit heeft echter niet geleid tot het uitzetten van gelden anders dan de rekeningcourantrekening bij de NWB. Kasgeldlimiet Indien bij een negatieve liquiditeitspositie van het waterschap de kasgeldlimiet (voor 2011 € 18.556.000, te weten 23% van het begrotingstotaal) drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden, is het op grond van de wet Fido verplicht de vlottende schuld te consolideren door middel van een vaste geldlening. Indien dit aan de orde is, dient het negatieve rekeningcourantsaldo, dat uitstaat tegen de lage debetrente, te worden omgezet in een vaste geldlening. In het verslagjaar was de liquiditeitspositie van dien aard dat het niet noodzakelijk is gebleken om een langlopende geldlening aan te trekken. 3.6.3
Treasurybeheer
Risicobeheer Dit onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van het waterschap. Onder risico's worden zowel renterisico's (vaste schuld en vlottende schuld) als ook kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en voor zover relevant, valutarisico's verstaan. Het renterisico op de vlottende schuld wordt ingeperkt door het hanteren van de kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de begroting per 1 januari voor het gehele verslagjaar aangehouden, vermenigvuldigd met het door ministeriële regeling vastgestelde percentage (30% voor waterschappen). Over het verslagjaar kan dit als volgt worden weergegeven. Kasgeldlimiet 2011 (x€ 1.000) i
Ruimte (+)/Overschrijding (-)
Waterschap Roer en Overmaas
1e kwartaal 7.333-
2e kwartaal 4.517
3e kwartaal 18.037
4e kwartaal 7.299
55
Uit dit overzicht is af te leiden dat de kasgeldlimiet in 2011 alleen in het eerste kwartaal is overschreden. De berekening van de kasgeldlimiet is opgenomen in bijlage I. Naast de kasgeldlimiet geeft de renterisiconorm inzicht in de feitelijke risico's op de vaste schuld. De renterisiconorm voor de waterschappen is bepaald op 30% van het begrotingstotaal en kan voor 2011 als volgt worden weergegeven: Toets rente risiconorm (x € 1.000)
2011
Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld
24.203 5.192
Ruimte (+) / Overschrijding (-)
19.011
Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat het waterschap over het verslagjaar heeft voldaan aan de toets van de renterisiconorm. De berekening is eveneens opgenomen in bijlage I. Kredietrisico's op verstrekte geldleningen hebben zich in het verslagjaar niet voorgedaan, aangezien geen leningen van dien aard aan derden zijn verstrekt. Het liquiditeitsrisico is beperkt gebleven door de treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Het koersrisico is nihil aangezien het waterschap alle betalingen en ontvangsten heeft verricht in euro's. Kasbeheer Om de kosten voor het geldstroomverkeer te kunnen beperken is in het verslagjaar de gehanteerde beleidslijn voortgezet. Dit betekent dat het liquiditeitsgebruik beperkt wordt door de geldstromen op waterschapsniveau op elkaar af te stemmen, het betalingsverkeer door één bank (NWB bank) elektronisch te laten uitvoeren en de betalingsopdrachten uitsluitend centraal door financiën te laten verwerken.
56
Programmarekening 2011
3.7
Verbonden
partijen
Waterschapsbedrijf Limburg
Het WBL is een volledige dochter van de beide Limburgse waterschappen. Het is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijk kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg'. Voor een uitgebreide toelichting op de relatie met het WBL wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
De BsGW die op 1 april 2011 is opgericht is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. De BsGW behartigt de zorg voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen van de deelnemende waterschappen en gemeenten. Voor een uitgebreide toelichting op de relatie met de BsGW wordt verwezen naar hoofdstuk 5. NWB bank
WRO is één van de partijen die aandelen heeft in de Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB bank). De NWB bank richt haar diensten exclusief op de overheidssector. De bank draagt zorg voor financiering van provincies, gemeenten en waterschappen en verstrekt langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Verder financiert de bank overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor de waterschappen is de bank huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. De vennootschap wordt bestuurd door een directie die bestaat uit twee of meer directeuren. De raad van commissarissen bestaat uit minimaal zeven en maximaal elf leden en houdt onder meer toezicht op de directe. In de algemene vergadering van aandeelhouders heeft elk aandeel A één stem en een aandeel B vier stemmen. Het waterschap heeft evenals in het vorige verslagjaar 535 aandelen A en 146 aandelen B. Het Waterschapshuis
WRO is één van de 25 deelnemende waterschappen die participeert in de 'Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis'. 'Het Waterschapshuis' fungeert als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen en levert zodoende een bijdrage aan het verbeteren van de informatie- en de bedrijfsprocessen van de waterschappen ter bevordering van de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering door de waterschappen. De regeling is op 1 juli 2010 in werking getreden.
3.8
Bedrijfsvoering
Onder bedrijfsvoering wordt verstaan het geheel van interne organisatieonderdelen en processen die ondersteunend zijn ten behoeve van de primaire processen. Voor een toelichting op de bedrijfsvoering wordt verwezen naar paragraaf 2.7.
Waterschap Roer en Overmaas
57
3.9
EMU-saldo
Achtergrond EM U-problematiek In het kader van een verantwoorde ontwikkeling van de economie en het monetaire stelsel binnen de landen die deelnemen aan de EMU (Economische en Monetaire Unie), is in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt. Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort (lees overheidstekort) van een lidstaat niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het EMU-saldo is opgebouwd uit het totaal van het Rijk, de sociale fondsen, gemeenschappelijke regelingen en de decentrale overheden (waaronder de waterschappen). Indien de overheden in een jaar meer uitgeven dan ontvangen (op kasbasis) is sprake van een negatieve bijdrage aan het EMU-saldo. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen, zijn in oktober 2004 bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het kabinet en de decentrale overheden (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen). De kern van het akkoord is dat gezamenlijk wordt opgetrokken om ervoor te zorgen dat het vastgestelde maximumtekort (3% van het BBP) niet wordt overschreden. Het EMU-tekort van de medeoverheden is in het dienstjaar gemaximeerd op 0,5% van het BBP. De EMU-grens voor medeoverheden wordt de macroreferentiewaarde genoemd. EMU-saldo 2011 In het kader van de verbetering van de informatievoorziening dient in de begroting en het jaarverslag het eigen EMU-saldo te worden opgenomen. De moeilijkheid is dat waterschappen, net zoals de andere decentrale overheden, een ander boekhoudstelsel gebruiken dan waarop het EMU-saldo is gebaseerd. De'waterschappen hanteren het baten- en lastenstelsel, terwijl het EMU-saldo is gebaseerd op transactiestelsel (lees kasbasis). De informatie ten behoeve van het EMU-saldo moet dan ook een vertaalslag ondergaan. Verder geldt dat bij de waterschappen de investeringen (inclusief de bijdrage van het HWBP) grote invloed hebben op het EMU-saldo, zeker omdat zij gemiddeld over alle waterschappen gezien een factor 3 groter zijn dan de jaarlijkse afschrijvingen. Omdat het investeringsvolume van de waterschappen aanzienlijk is, hebben de waterschappen per definitie een EMU-tekort. Bij ons waterschap is over 2011 sprake van een EMU-tekort van afgerond € 1.865.000. In de BBVW is opgenomen dat in het jaarverslag een specificatie van het EMU-saldo dient te worden opgenomen van het dienstjaar en het vorig dienstjaar. De berekening van het EMUsaldo van 2010 en 2011 is opgenomen in bijlage J.
3.10
Topinkomens
Op basis van de Wet openbaarmaking uit publiek middelen gefinancierde topinkomens dient het waterschap in het jaarverslag de functionarissen te vermelden, waarvan de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn het gemiddelde belastbare loon van ministers te boven gaat. In het verslagjaar is deze norm niet overschreden waardoor dit niet van toepassing is.
58
Programmarekening 2011
4 Waterschapsbedrijf Limburg 4.1
Relatie
WRO heeft in het verslagjaar voor de uitvoering van het zuiveringsbeheer en het laboratorium (door Intertek) gebruik gemaakt van de diensten van het WBL. Het WBL is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijke kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg'. Door de oprichting van de BsGW per 1 april 2011 voert het WBL alleen het zuiveringsbeheer uit. Voor de verhouding waterschappen ten opzichte van de gemeenschappelijke regeling geldt de hoofdregel dat het beleid voor de aan de regeling opgedragen taken een bevoegdheid blijft van de waterschapsbesturen. Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft een uitvoering- en voorbereidingsbevoegdheid. Daarmee is de regeling een vorm van afgeleid bestuur. In de regeling zelf is aangegeven welke uitvoerende taken aan het WBL worden overgedragen. De beoogde bevoegdheidstoekenning aan het bestuur van de regeling wordt ingevuld via delegatie en mandaat. De verhouding tussen waterschappen en regeling betekent in dit verband dat: • de reikwijdte van de gedelegeerde/gemandateerde bevoegdheid exact is omschreven; • de waterschapsbesturen beleidsregels vaststellen voor de toepassing van bevoegdheden; • bij mandaten de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat is opgenomen; • per delegatie en mandaat rapportageverplichtingen over het gebruik zijn afgesproken. Voor de relatie met het WBL worden een aantal randvoorwaarden gehanteerd om te komen tot een goed functionerende uitvoeringsorganisatie: • een helder waterschapsbeleid waarbinnen en waarmee het WBL aan de slag kan; • een goede onderlinge informatievoorziening tussen de organisaties waardoor een vaste opdracht- en verantwoordingscyclus kan groeien en past bij de beleidsverantwoordelijkheid van de waterschappen en de uitvoeringsorganisatie; • een open en soepele samenwerkingshouding tussen de ambtelijke organisaties onderling vanwege de vele interacties in het dagelijkse werk tussen het systeem- en het ketenbeheer; • heldere werkafspraken over een praktische invulling van de advies- en voorbereidingstaken van het bedrijf ten behoeve van de besluitvorming door de waterschapsbesturen; • integrale productverantwoordelijkheid als één van de belangrijkste organisatorische uitgangspunten. Aan de relatie met het WBL is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed. Onderdelen die in 2011 aan de orde zijn gekomen, zijn de begroting, de begrotingswijzigingen en de tussentijdse rapportages.
4.2
Begroting /
begrotingswijzigingen
Het algemeen bestuur van ons waterschap heeft op 5 juli 2011 de zienswijze op de conceptbegroting 2012 van het WBL vastgesteld. Het algemeen bestuur van het WBL heeft, rekeninghoudend met onze zienswijze, de begroting 2012 op 28 juli 2011 definitief vastgesteld. De oprichting van de BsGW per 1 april 2011 heeft geleid tot een aanpassing van de begroting 2011 van het WBL. Hierdoor is de primitieve raming van € 51.346.598 in het verslagjaar gewijzigd en teruggebracht naar € 46.233.920.
Waterschap Roer en Overmaas
59
4.3
Geldstroom
Voor wat betreft de geldstroom van het waterschap naar het WBL kan het volgende worden vermeld. Vertrekpunt van de geldstroom vormt de vastgestelde begroting van het WBL (inclusief eventuele begrotingswijzigingen) en de afgesproken verdeling van het begrotingstotaal over de beide waterschappen. De verdeling van het zuiveringsbeheer is gebaseerd op het aantal vervuilingseenheden. Het watersysteembeheer wordt procentueel verdeeld, te weten 65% Roer en Overmaas en 35% Peel en Maasvallei. Het aandeel van ons waterschap in het WBL bedroeg in 2011 na formele oprichting van de BsGW € 46.233.920 en is opgebouwd uit een zuiveringsdeel van € 45.793.920 en watersysteemdeel van € 440.000. De raming is gelijk aan de realisatie. Bestuurlijk is afgesproken dat geen verrekening over en weer plaatsvindt op basis van de werkelijke exploitatiecijfers, maar dat een eventueel positief exploitatieresultaat van het WBL wordt ingezet om de reservepositie van het bedrijf te verbeteren en/of wordt afgedragen aan de beide waterschappen. Op basis van het aangehaalde bedrag voor ons waterschap is voor de uitvoering van de te verrichten activiteiten aan het WBL in 2011 maandelijks een bedrag van € 3.852.827 betaalbaar gesteld (begrotingsbedrag gedeeld door twaalf maanden).
4.4
Reservepositie
Het WBL heeft over 2011 een positief resultaat behaald van afgerond € 3.500.000. De algemene reserve van het WBL bedraagt op basis van de risico-inventarisatie 2011 per 31 december 2011 (voor resultaatsbestemming) € 2.700.000.
60
Programmarekening 2011
5 5.1
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Relatie
WRO maakt sinds de oprichting van de BsGW per 1 april 2011 voor de uitvoering van de belastingheffing gebruik van de diensten van de BsGW. De BsGW is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijk kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen'. De BsGW behartigt als uitvoeringsorganisatie van de deelnemers (gemeenten en waterschappen) de zorg voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen. De oprichters en (eerste) deelnemers in de Gemeenschappelijke regeling BsGW (per 01-04-2011), de zogenaamde 'founding fathers', zijn het WRO, WPM en de gemeente Venlo. Voor de verhouding deelnemers ten opzichte van de gemeenschappelijke regeling geldt de hoofdregel dat het beleid voor de aan de regeling opgedragen taken een bevoegdheid blijft van de deelnemers. Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft een uitvoerings- en voorbereidingsbevoegdheid. Daarmee is de regeling een vorm van afgeleid bestuur. Aan de relatie met de BsGW is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed. Onderdelen die in 2011 aan de orde zijn gekomen, zijn de begroting, de begrotingswijzigingen en de tussentijdse rapportages en de geldstroom van en naar de BsGW.
5.2
Begroting /
begrotingswijzigingen
Het algemeen bestuur van ons waterschap heeft op 1 maart 2011 ingestemd met de formele oprichting van de BsGW per 1 april 2011 en de conceptbegroting 2011. Het aandeel van ons waterschap in de begroting 2011 van de BsGW inclusief de initiële storting in de opbouw van het weerstandsvermogen van € 3.663.399 is in het verslagjaar niet gewijzigd. Daarnaast is op 5 juli 2011 door het algemeen bestuur van ons waterschap de zienswijze op de conceptbegroting 2012 van de BsGW vastgesteld. Het algemeen bestuur van het BsGW heeft, rekeninghoudend met onze zienswijze, de begroting 2012 op 30 juni 2011 definitief vastgesteld.
5.3
Geldstroom
Wat betreft de geldstroom kan het volgende worden vermeld. Deze bestaat uit twee stromingen, te weten de stroom van de het waterschap naar de BsGW en vice versa. WRO naar BsGW Vertrekpunt van deze geldstroom is de vastgestelde begroting van de BsGW. Na vaststelling van de begroting is het aandeel van de deelnemers een verplichte uitgave. Het aandeel van ons waterschap in de BsGW bedroeg in 2011 € 3.478.561 en is opgebouwd uit een zuiveringsdeel van € 1.250.278 en watersysteemdeel van € 2.228.283. De raming is gelijk aan de realisatie. Bestuurlijk is afgesproken dat geen verrekening over en weer plaatsvindt op basis van de werkelijke exploitatiecijfers, maar dat een eventueel positief exploitatieresultaat van de BsGW wordt ingezet om de reservepositie van het bedrijf te verbeteren en/of wordt afgedragen aan de deelnemers.
Waterschap Roer en Overmaas
61
Op basis van het aangehaalde bedrag voor ons waterschap is voor de uitvoering van de te verrichten activiteiten aan de BsGW in 2011 maandelijks een bedrag van € 289.880 betaalbaar gesteld (begrotingsbedrag gedeeld door twaalf maanden). Daarnaast heeft op basis van een aandeel voor WRO van 48,01% in het verslagjaar nog een éénmalige initiële storting van € 184.838 plaatsgevonden in de opbouw van het weerstandvermogen van de BsGW. De totale bijdrage aan de BsGW bedroeg in 2011 dan ook € 3.663.399. BsGW naar WRO
Uitgangspunt voor deze geldstroom vormt de aanslagoplegging en invordering door de BsGW. De door de BsGW geïncasseerde belastinggelden, de rechtstreekse inkomstenbron voor het waterschap, komt meteen ter beschikking aan het waterschap. De afspraak is dan ook dat de ontvangsten van de belastingaanslag rechtstreeks ten goede komt aan het waterschap, behoudens een bedrag van € 100.000 voor corrigerende effecten op de aanslag. Van het opgelegde bedrag is in het verslagjaar€ 75.112.515 ontvangen en afgedragen. Aangezien in de prognose (gebaseerd op ontvangstenpatroon 2010) werd uitgegaan van een afdracht van € 76.159.881, is over het belastingjaar 2011 een bedrag van € 1.047.366 minder ontvangen. Het werkelijke ontvangsten kunnen gelet op de aanslagoplegging in 2011 afgezet tegen de raming als volgt grafisch worden weergegeven: € 20.000.000
€ 15.000.000
€ 10.000.000 Begroting
Realisatie € 5.000.000
€0
jan
fcb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug sept
okt
nov dec
-€ 5.000.000
5.4
Reservepositie
De BsGW heeft over 2011 een positief resultaat behaald van afgerond € 508.000. De algemene reserve van de BsGW bedraagt op basis van de risico-inventarisatie 2011 per 31 december 2011 (voor resultaatsbestemming) € 385.000.
62
Programmarekening 2011
6
Balans met toelichting
In dit hoofdstuk wordt de balans 2011 weergegeven met een toelichting op de individuele balansposten. De balansindeling is opgesteld volgens de BBVW. Het nog te bestemmen resultaat 2011 maakt onderdeel uit van het eigen vermogen. Bij de vaststelling van de jaarrekening neemt het algemeen bestuur een besluit ter dekking of bestemming van het resultaat.
6.1
Balans
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
j j i
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa
3.533.612 89.070.207 106.405 92.710.224
2.541.992 94.416.807 106.405 97.065.204
i j
Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar Liquide middelen Kortlopende vorderingen Overlopende activa Vlottende activa
3.679.113 6.664 4.243.395 190.369 8.119.541
4.729.113 875 3.712.766 561.145 9.003.899
100.829.765
106.069.103
TOTAAL ACTIVA l ! i |
i i
Bgen vermogen: Algemene reserves Bestemminsreserves tariefsegalisatie Overige bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
4.016.384 10.268.015 3.418.849 523.824
4.025.570 10.635.509 3.565.993 1.936.646
Voorzieningen Vaste schulden Vaste passiva
743.269 60.289.225 79.259.566
1.295.678 55.095.918 76.555.314
Netto vlottende schulden Overlopende passiva Vlottende passiva
19.111.638 2.458.561 21.570.199
25.665.528 3.848.261 29.513.789
100.829.765
106.069.103
TOTAAL PASSIVA
Waterschap Roer en Overmaas
65
6.2
Indeling en waardering
balansposten
Onderstaand wordt de indeling en waardering per balanspost toegelicht Vaste activa Indeling: immateriële, materiële en financiële vaste activa. Waardering: historische kostprijs. Ontvangen subsidies, bijdragen van derden en de afschrijvingen worden hierop in mindering gebracht. De mutaties in de vaste activa zijn opgenomen in bijlage A. De afschrijvingen worden op lineaire basis, volgens de verwachte levensduur, berekend. Het eerste jaar worden de afschrijvingen voor een halfjaar meegenomen. De afschrijvingstermijnen die in het verslagjaar voor nieuwe investeringen worden gehanteerd zijn conform de 'nota vaste activa 2008' en kunnen schematisch als volgt worden weergegeven. Activa
Afschrijvingstermijn
Gebouwen Waterstaatkundige werken Vervoermiddelen / Inventaris Automatisering Immateriële activa
30 jaar 30 jaar < 10 jaar 5 jaar ^ 10 jaar
Wijziging afschrijvingsmethode en -termijn in verslagjaar
In het verslagjaar zijn geen afschrijvingstermijnen van investeringsprojecten aangepast. Vlottende activa Indeling: voorraden, uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar, liquide middelen, kortlopende vorderingen, effecten en overlopende activa ('nog te ontvangen' en 'vooruitbetaalde' bedragen). Waardering: nominale waarde. Vaste passiva Indeling: eigen vermogen (algemene reserves, bestemmingsreserves en exploitatieresultaat sluitpost van activa/passiva en kosten/opbrengsten), voorzieningen en vaste schulden (vaste geldleningen en waarborgsommen). Waardering voorzieningen en vaste schulden: nominale waarde. De mutaties in de vaste passiva zijn opgenomen in bijlage B, eigen vermogen en voorzieningen, en bijlage C, vaste geldleningen. Vlottende passiva Indeling: netto vlottende schulden (kasgeldleningen, negatieve bank- en girosaldi, schulden aan leveranciers en schulden in verband met te betalen belastingen, sociale- en pensioenpremies) en overlopende passiva ('nog te betalen' en 'voor uit ontvangen' bedragen). Waardering: nominale waarde.
66
Programmarekenirig 2011
6.3
Vaste activa
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa
3.533.612 89.070.207 106.405
2.541.992 94.416.807 106.405
92.710.224
97.065.204
Immateriële en materiële vaste activa In bijlage A worden immateriële en materiële vaste activa nader gerubriceerd. Onderstaand worden de mutaties in de onderhanden werken van de materiële vaste activa weergegeven en nader toegelicht. Onderhanden w e r k e n
31-12-2010
Financieel afgesloten projecten per 31/12/2010 netto investeringsuitgaven afschrijvingen boekw aarde
12.774.867 3.329.993 9.444.874
Niet tot uitvoering gekomen projecten netto investeringsuitgaven afschrijvingen boekw aarde Nieuw gestarte projecten netto investeringsuitgaven afschrijvingen boekwaarde
863.686 215.021 648.665
0 0 0
31-12-2011
12.774.867 3.329.993
238.268
410.397
453.289 453.289
3.658.566 65.071
3.658.566, 65.071
;
3.593.495
Overige onderhande projecten netto investeringsuitgaven afschrijvingen boekwaarde
30.374.226 3.453.248 26.920.978
8.039.509 1.363.089
Netto investeringsuitgaven Afschrijvingen Boekwaarde
44.012.779 6.998.262 37.014.517
11.698.075 1.666.428
38.413.735; 4.816.337 33.597.398' 13.185.264 3.329.993
42.525.590 5.334.697 37.190.893
De onderhanden werken kunnen worden onderverdeeld in: • De financieel afgesloten projecten per 31/12/2010. Na vaststelling van de jaarrekening 2010, in 2011, zijn deze projecten overgeheveld van de onderhanden werken naar werken in exploitatie en komen per ultimo van het verslagjaar niet meer voor onder de onderhanden werken. • Niet tot uitvoering gekomen projecten. In het verslagjaar is gebleken dat een aantal voorbereidingsprojecten niet tot uitvoering komen. Deze zijn in het verslagjaar afgesloten en versneld afgeschreven (zie 9.2), waardoor de boekwaarde per 31 december van het verslagjaar nihil is. • De projecten die in het verslagjaar zijn gestart en de overige onderhanden werken. Beiden worden onderstaand nader gespecificeerd en toegelicht.
Waterschap Roer en Overmaas
67
De projecten die in het verslagjaar zijn gestart
Netto uitgaven (afgerond)
Project 1.
De bijdrage aan het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).
3.346.000
2.
Herinrichting deeltraject Kanjel en vernieuwing waterinlaat Rothemermolen. Om het watersysteem van de Kanjel en Gelei te voorzien van een permanente water aanvoer vanuit het Geulke worden de lossluizen van de Rothemermolen geautomatiseerd. Ook wordt een nieuw tracé voor de Kanjel aangelegd bovenstrooms van de molen. Bovenstrooms van de huidige inlaat wordt een nieuwe loop gegraven die benedenstrooms het molengebouw aantakt. Bovenstrooms van de Maastrichterweg wordt een slibvang aangelegd. Deze zorgt ervoor dat overtollig zand en slib worden opgevangen en kunnen worden afgevoerd. Langs de tuinen van aanwonenden Willem- Alexanderweg in Maastricht wordt de oever van de Kanjel voorzien van stapelwerk.
3. De 3 fase voor het vergroten van een aantal regenwaterbuffers (zie overige onderhanden werken).
217.000
e
4.
5.
23.000
In de komende jaren wordt de informatisering doorontwikkeld. Dit bestaat uit een enterprise architectuur (beschrijving van inrichting, structurering en samenhang van een organisatie met haar producten en diensten etc, inen externe samenwerking, informatievoorziening en technologische infrastructuur), een nieuw informatiebeleidsplan en een informatiebeveiligingsplan. Ook moet het waterschap haar verplichtingen nakomen betreffende e-overheid en worden ICT-ontwikkelingen gecontinueerd.
49.000
De verbetering waterverdeling Maasnielderbeek - vijverpartijen Roermond. Om wateroverlast te beperken wordt meer berging in de vijvers gecreëerd. Om zowel het schone water als het overstortwater beter te regelen, worden twee regelbare stuwen geplaatst: ter hoogte van de ingang van overkluisde Maasnielderbeek nabij de Eiermarkt en nabij de Dennemarkenhof. Deze stuwen regelen dat het schone water van de Maasnielderbeek bij droge periodes via de Leigraaf wordt afgevoerd. Bij regenval vinden overstorten plaats: dan wordt het overstortwater via de overkluisde Maasnielderbeek afgevoerd.
13.000
6. Diverse overige projecten
11.000
De overige onderhanden werken
De investeringsuitgaven van de overige onderhanden werken hebben voor 86%, afgerond € 6.780.400 betrekking op 6 projecten. De overige uitgaven hebben betrekking op diverse projecten in voorbereiding en uitvoering:
68
Programmarekenirig 2011
Project
Netto uitgaven (afgerond)
Herinrichting Mergelland Oost. Dit wordt uitgevoerd door de Landinrichtingscommissie namens Rijk en Provincie Limburg. Diverse werken worden gerealiseerd die moeten zorgen voor beperking van wateren modderoverlast en beek- en natuurherstel. Afronding van de uitvoering is voorzien voor 2011-2012.
2.679.000
2. Opheffen overkluizing Rode Beek Schinveld. Het ontkluizen en afkoppelen van verhard oppervlak leidt tot minder wateroverlast. De opengemaakte beek en heringerichte kern geven een impuls aan de lokale economie en recreatiemogelijkheden in de kern van Schinveld. De'uitvoering is gepland voor de periode 2010-2012.
1.410.000
1.
3.
Herinrichting Centraal Plateau. Deze herinrichting wordt uitgevoerd door de Landinrichtingscommissie namens Rijk en Provincie Limburg. Diverse werken worden gerealiseerd die moeten zorgen voor beperking van wateren modderoverlast en beek- en natuurherstel. De afronding van de uitvoering is voorzien in 2012.
734.000
Reconstructie kademuren Valkenburg. De kademuren in het centrum van Valkenburg aan de Geul worden gerenoveerd en de Walramstuw wordt aangelegd. Dit ter bescherming tegen wateroverlast. Door afkoppeling van verhard oppervlak komt er minder schoon water in het riool. De aanleg van een vistrap leidt tot opheffing van het vismigratieknelpunt. In overleg met gemeente Valkenburg wordt gewerkt aan het terugbrengen van cultuurhistorische elementen in en rond de Geul. De uitvoering is gepland voor de periode 2000-2013.
721.000
5. Opheffen overkluizing Caumerbeek. Het scheiden van schoon water en rioolwater door het verwijderen van de overkluizing (koker) rond de Caumerbeek en Loopgraaf. De Caumerbeek krijgt gedeeltelijk een natuurlijke loop. Door aanleg en verbetering van fiets-, wandel- en struinpaden nemen recreatiemogelijk heden toe. Door rioolaanpassingen, het afkoppelen van verhard oppervlak van het riool en het scheiden van schoon bronwater en rioolwater komt minder schoon water in het riool terecht, wat de werking van de rioolwaterzuivering Hoensbroek verbetert. De uitvoering van fase 1 is voorzien voor de periode 2010-2012.
636.000
6. Vergroten regenwaterbuffers fase 1. Volgens nieuwe normering (Waterbeheer 21e eeuw) voor het voorkomen van wateroverlast geldt in het werkgebied van Waterschap Roer en Overmaas een beschermingsniveau van 1:25. Dit heeft gevolgen voor de bestaande buffercapaciteit: een deel van de bestaande regenwaterbuffers voldoet niet aan deze normering. Deze regenwaterbuffers worden in fasen vergroot. De uitvoering van fase 1 is voorzien voor 2011-2012.
601.000
4.
7. Diverse overige projecten
1.259.000
In het meerjarig investeringsplan (MIP), bijlage K, worden de uitgaven en inkomsten in 2011 per project weergegeven. De afwijkingen tussen de bijgestelde raming en de realisatie worden in hoofdstuk 7 toegelicht.
Waterschap Roer en Overmaas
69
Bovendien geldt voor wat betreft de grondaankopen dat elke aankoop wordt toegewezen aan een project. Dit wil echter niet zeggen dat alle projecten ook in uitvoering zijn genomen. De waarde van de gronden die verantwoord zijn op projecten die nog in voorbereiding zijn, vertegenwoordigd per 31 december van het verslagjaar een waarde van € 3.952.394. Financiële vaste activa De financiële vaste activa kunnen per balansdatum als volgt worden gespecificeerd: Aandelen Nederlandse Waterschapsbank j I i
99 aandelen A (a€ 113,45 nominale waarde 100% ) 436 aandelen A (a € 180,30 nominale w aarde 159% ) 146 aandelen B ( a € 453,78 waarop gestort 25%) Totaal financiële vaste activa
31-12-2011 11.231 78.611 16.563 106.405
Volgens de systematiek van de netto vermogenswaarde vertegenwoordigen de aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank een waarde van € 14.139.420, zijnde de huidige waardering van € 106.405 en een stille reserve van € 14.033.015.
70
Programmarekening 2011
6.4
Vlottende activa
Omschrijving Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar Liquide middelen Kortlopende vorderingen Overlopende activa Vlottende activa
6.4.1
31-12-2010
31-12-2011
3.679.113 6.664 4.243.395 190.369 8.119.541
4.729.113 875 3.712.766 561.145 9.003.899
Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar
Het waterschap heeft op 30 mei 2008 een deposito van € 5.000.000 geplaatst bij Landsbanki Island. Het betrof een korte uitzetting die afliep op 15 december 2008. Op het moment dat de looptijd van het deposito was verstreken heeft Landsbanki niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. De uitzetting blijft echter in de verantwoording gerangschikt onder de uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar. In 2009 is in overleg met de accountant de vordering op Landsbanki Island afgewaardeerd met € 1.300.000 tot 74% van de vordering. Daarnaast is in 2009 vanuit het depositogarantiestelsel een vergoeding ontvangen van De Nederlandsche Bank. In het verslagjaar is in overleg met de accountant de vordering op Landsbanki opgewaardeerd tot 95% van de nominale waarde van € 5.000.000. 6.4.2
Liquide middelen
Onder de liquide middelen worden de creditposities van het waterschap bij diverse bankrelaties en het bedrag in kas verantwoord. Het saldo per 31 december bedroeg bij de diverse banken € 853. In de kas bevond zich een bedrag van € 22. 6.4.3
Kortlopende vorderingen
Omschrijving j ! ;
Vorderingen op belastingdebiteuren Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen Overige vorderingen Kortlopende vorderingen
31-12-2010
31-12-2011
2.656.291 795.157 791.947 4.243.395
2.435.056 576.778 700.932 3.712.766
Vorderingen op belastingdebiteuren De stand van de belastingdebiteuren primo en ultimo van het verslagjaar kan als volgt worden weergegeven:
Waterschap Roer en Overmaas
71
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
Belastingdebiteuren 2004 Openstaande belastingdebiteuren
44.384
oi
Belastingdebiteuren 2005 Openstaande belastingdebiteuren
13.274
0
Beiastingdebiteuren 2006 Openstaande belastingdebiteuren
24.668
0
Belastingdebiteuren 2007 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kw ijtschelding belastingdebiteuren
-17.411 -60.696 -61.870
22.720 -10.108 -47.742
Belastingdebiteuren 2008 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
274.011 -170.093 -133.957
58.074 -68.965 -112.988
Belastingdebiteuren 2009 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kw ijtschelding belastingdebiteuren
906.808 -209.654 -67.512
289.143 -156.056 -23.493
Belastingdebiteuren 2010 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kw ijtschelding belastingdebiteuren
2.453.126 -315.524 -23.263
893.220 -256.702 -90.736
0 0 0 2.656.291
2.332.473 -314.142 -79.642 2.435.056
Belastingdebiteuren 2011 Opgelegde / nog op te leggen aanslagen Betalingen aanslagen Gerealiseerde oninbaar Gerealiseerde kw ijtschelding Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kw ijtschelding belastingdebiteuren Vorderingen op belastingdebiteuren
mutaties 2011 79.116.000 -74.781.311 -81.858 -1.920.358
Gedurende het verslagjaar heeft de BsGW de afwikkeling van openstaande vorderingen van zowel het huidige als de oude jaren ter hand genomen. De openstaande vorderingen zijn beoordeeld en voorzien van een goedkeurende controleverklaring door Ernst & Young accountants, gedateerd op 6 februari 2012. Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen Het saldo per 31 december kan worden gerubriceerd in subsidies en bijdragen gerelateerd aan investeringsprojecten en aan de exploitatie: • In relatie tot de investeringsprojecten van € 464.781 heeft grotendeels betrekking op nog te ontvangen subsidie ter financiering van diverse regenwaterbuffers. • De exploitatiebijdragen van € 111.997 hebben voornamelijk betrekking op een nog te ontvangen bijdragen in het kader van de muskus- en beverratbestrijding.
72
Programmarekening 2011
De nog te ontvangen bijdragen en subsidies zijn per 31 december van het verslagjaar voor € 100.763 direct opeisbaar en in het eerste kwartaal 2012 afgenomen tot € 6.857. Het saldo van de niet opeisbare vorderingen van € 476.015 is in het eerste kwartaal 2012 afgenomen tot €404.981. Overige vorderingen Het saldo per 31 december 2010 van € 700.932 heeft grotendeels betrekking op nog openstaande vorderingen als gevolg van grondverkopen. Daarnaast is de bijdrage van WPM betreffende de vereveningsbijdrage nog niet voldaan. En is de vergoeding voor de projectbegeleiding van de ontkluizing Rode beek Schinveld nog niet ontvangen. Evenals de bijdrage voor een tegemoetkoming in calamiteitenkosten, gebaseerd op de Regeling tegemoetkoming schade bij overstroming van de Maas in januari 2011. De overige vorderingen zijn per 31 december van het verslagjaar voor € 107.338 direct opeisbaar en in het eerste kwartaal 2012 afgenomen tot € 4.973. Het saldo van de niet opeisbare vorderingen van € 593.594 is in het eerste kwartaal 2011 afgenomen tot € 52.419. 6.4.4
Overlopende activa
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
i
Nog te ontvangen bedragen
-45.023
268.717
!
Vooruitbetaalde bedragen
235.392
292.428?
Overlopende activa
190.369
561.145
Nog te ontvangen bedragen Het saldo 31 december van het verslagjaar heeft vooral betrekking op een gemeentelijke bijdrage in de kosten van de vervanging van enkele kunstwerken. Vooruitbetaalde bedragen Het saldo per 31 december 2011 heeft betrekking op facturen die in het verslagjaar of eerder zijn ontvangen en zijn verwerkt in de administratie, terwijl de kosten betrekking hebben op de exploitatie 2012. Hiervan heeft € 139.455 betrekking op rente en aflossing van geldleningen. Daarnaast is € 106.502 het gevolg van vooruitbetaalde onderhoudscontracten in het kader van automatisering. De overige vooruitbetaalde kosten hebben voornamelijk betrekking op kosten in het kader van abonnementen, het wagenpark en de huur van Parklaan 15.
Waterschap Roer en Overmaas
73
6.5 6.5.1
Vaste passiva Eigen vermogen
Omschrijving | !
31-12-2010
+
-/-
31-12-2011
Algemene reserves Algemene reserve w atersysteem-en
4.016.384
9.186
-
Bestemmingsreserves tariefsegalisatie Egalisatiereserve watersysteemheffing Egalisatiereserve zuiveringsheffing
5.979.973 4.288.042
616.675 -
249.181
Overige bestemmingsreserves Calamiteiten w atersysteembeheer Stimuleringsregeling afkoppelen Niet kerende grondbew erking
2.000.000 862.409 556.440
113.851 33.293
523.824
1.936.646
523.824
1.936.646
18.227.072
2.709.651
773.005
20.163.718
4.025.570;
| j
Nog te bestemmen resultaat E g en Vermogen
-
6.596.648 4.038.861
2.000.000; 976.260 589.733
In bovenstaand overzicht wordt het saldo aan het begin van het verslagjaar, de vermeerderingen, de verminderingen en het saldo aan het eind van het begrotingsjaar gepresenteerd. Onderstaand wordt per reserve het doel, de gewenste omvang en de mutatie in het verslagjaar nader toegelicht. Algemene reserve watersysteem- en zuiveringsbeheer Doel: bufferreserve voor het waterschap voor zowel.de taken die voortvloeien uit het watersysteembeheer als het zuiveringsbeheer. Omvang: het minimaal niveau van deze reserves is op basis van de risico-inventarisatie 2011 bepaald op € 1.900.000. Mutatie: het resultaat 2010 is gedeeltelijk toegevoegd aan deze reserve. Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing Doel: om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de watersysteemheffing te beperken tot een acceptabel niveau. Omvang: bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die aan deze besluitvorming ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren. Door deze reserve te minimaliseren of te maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. Mutatie: het resultaat 2010 is gedeeltelijk toegevoegd aan deze reserve. Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing Doel: om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de zuiveringsheffing te beperken tot een acceptabel niveau.
74
Programmarekening 2011
Omvang: bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die hieraan ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren. Door deze reserve te minimaliseren ofte maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. Mutatie: het tekort op het resultaat 2010 van het zuiveringsbeheer is onttrokken aan deze reserve. Bestemmingsreserve calamiteiten watersysteembeheer Doel: bestrijding van de kosten van hoogwatersituaties. Omvang: gemaximeerd op € 2.000.000. Mutatie: geen. Reserve stimuleringsregeling afkoppelen Doel: het waterschap wil met de 'Regeling stimuleren afkoppelen bestaand verhard oppervlak' gemeenten, bedrijven en particulieren stimuleren het hemelwater van bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. Omvang: de regeling geldt voor de periode 2007-2011 en bestaat uit vijfjaarlijkse bijdragen uit de exploitatie van € 300.000. Om ongewenste schommelingen in de exploitatie te voorkomen is de 'reserve stimuleringsreling afkoppelen' ingesteld. Mutatie: het resultaat 2010 is gedeeltelijk toegevoegd aan deze reserve. Reserve niet kerende grondbewerking Doel: het algemeen bestuur heeft in haar vergadering van 10 december 2007 besloten tot wijziging van het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie. In dit verband zijn middelen in de exploitatiebegroting vrijgemaakt voor een stimuleringsregeling voor de toepassing van niet-kerende grondbewerking. Omvang: het betreft een bedrag van € 300.000 voor 2008 en € 500.000 per jaar voor de jaren 2009 t/m 2012. Om een goede uitvoerbaarheid van deze regeling mogelijk te maken is de 'reserve niet-kerende grondbewerking' ingesteld. Mutatie: het resultaat 2010 is gedeeltelijk toegevoegd aan deze reserve. Nog te bestemmen resultaat In het verslagjaar is het positieve resultaat 2010 van € 523.824 conform het voorstel met betrekking tot de resultaatsbestémming 2010 verantwoord. Het positieve resultaat 2011 van € 1.936.646 wordt in hoofdstuk 9 van de exploitatierekening nader toegelicht. 6.5.2
Voorzieningen
Omschrijving I I
31-12-2010
+
-/-
31-12-2011
Pensioen / uitkeringsverplichtingen TAX-i
743.269
60.008 500.000
7.599
795.678< 500.000
Voorzieningen
743 269
560 008
7 599
1.295.678
Waterschap Roer en Overmaas
75
In bovenstaand overzicht wordt het saldo aan het begin van het verslagjaar, de vermeerderingen, de verminderingen en het saldo aan het eind van het begrotingsjaar gepresenteerd. Onderstaand wordt per voorziening het doel, de gewenste omvang en de mutatie in het verslagjaar nader toegelicht. Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen Doel: om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioen ontvangen. Omvang: afhankelijk van jaarlijks door Raet BV ontvangen opgave. Mutatie: op basis van de actuariële opgave van Raet BV is in het verslagjaar toegevoegd aan deze voorziening en zijn de salariskosten van voormalige bestuursleden aan deze voorziening onttrokken. Voorziening TAX-i Doel: om de kosten die gemoeid zijn met de beëindiging van het belastingsysteem TAX-i te bekostigen. Omvang: op basis van de huidige inzichten en in overleg met de accountant bepaald op € 500.000. Mutatie: de voorziening is bij het opmaken van de jaarrekening 2011 ingesteld. De storting is, op advies van de accountant en na instemming van het dagelijks bestuur, ten laste van de exploitatie 2011 gebracht. 6.5.3
Vaste schulden
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
Onderhandse leningen van binnenlandse banken Waarborgsommen
60.287.505 1.720
55.095.458 460
Vaste schulden
60.289.225
55.095.918
Onderhandse leningen van binnenlandse banken In het verslagjaar zijn geen nieuwe geldleningen aangetrokken en zijn de reguliere aflossingen betaald. Het kortlopend deel van de langlopende schulden, te weten de aflossingen 2012, bedraagt €5.192.046. De leningen zijn grotendeels afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verder zijn leningen afgesloten bij de Algemene Spaarbank Nederland (ASN bank), Bank Nederlandse Gemeenten en de Rabobank. Waarborgsommen In het kader van onderhoud door derden wordt voor de verstrekking van sleutels een waarborgsom ontvangen. In 2008 is een borgstelling van € 771.000 voor 'Het Waterschapshuis' afgegeven ten behoeve van de kredietlimiet van de rekening-courantverhouding met de Nederlandse Waterschapsbank. Dit onder toevoeging van de eis dat voor de toekomst afdoende wordt geregeld dat de borgstelling slechts kan worden aangesproken voor zover het waterschap participeert in projecten. Deze borgstelling is niet financieel gemaakt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.5.2.
76
Programmarekening 2011
6.6 6.6.1
Vlottende
passiva
Netto vlottende
schulden
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
Kasgeldleningen Negatieve bank- girosaldi Schulden aan leveranciers Schulden in verband met te betalen belastingen, sociale premies en pensioen-premies
14.200.000 2.300.530 2.107.585 503.523
12.000.000 7.684.673 5.442.003 538.852
Netto vlottende schulden
19.111.638
25.665.528
Kasgeldleningen Kasgeldleningen worden afgesloten om tijdelijke liquiditeitstekorten te overbruggen. Zie ook paragraaf 3.6.2. Het saldo van de kasgeldleningen per 31 december vervalt in 2012: € 4.500.000 per 5 januari en € 7.500.000 per 20 januari. Negatieve bank- en girosaldi Het saldo van deze balanspost betreft het negatieve saldo bij de Nederlandse Waterschapsbank N.V.. Schulden aan leveranciers Het verloop van de crediteuren kan als normaal worden beschouwd. In principe worden facturen binnen 30 dagen betaald. In het eerste kwartaal 2012 is het saldo afgenomen tot€ 3.705. Schulden in verband met te betalen belastingen, sociale en pensioenpremie De te betalen belastingen, sociale premies en pensioenpremies worden binnen de afgesproken termijnen betaald. Het saldo per ultimo 2011 is in het eerste kwartaal 2012 geheel afgenomen. 6.6.2
Overlopende passiva
Omschrijving
31-12-2010
31-12-2011
Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen
2.427.161 31.400
2.627.496 1.220.765
Overlopende passiva
2.458.561
3.848.261
Nog te betalen bedragen Het grootste deel van het saldo ultimo 2011, € 1.129.209, heeft betrekking op de rentekosten van vaste geldleningen die in 2012 vervallen maar betrekking hebben op 2011. Op deze wijze worden de jaarlijkse rentekosten toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Bovendien zijn verplichtingen op de balans opgenomen die zijn te karakteriseren als zogenaamde arbeidsgerelateerde verplichtingen. Het betreft het vakantiegeld en de niet opgenomen vakantiedagen. Het in 2011 opgebouwd recht vakantiegeld over de maanden juni tot en met december van medewerkers en bestuurders per 31 december bedraagt € 284.863. De reservering van de niet opgenomen vakantiedagen is financieel gemaakt en bedraagt op het eind van het verslagjaar € 587.495.
Waterschap Roer en Overmaas
77
Daarnaast zijn in het begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen. Per 31 december van het verslagjaar dienen nog facturen van totaal € 625.929 te worden ontvangen. Hiervan heeft € 317.709 betrekking op het onderhoud van de watersystemen. Daarnaast zijn voor onderzoek en advies € 75.489 nog niet in rekening gebracht en is in het kader van de subsidieregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak € 75.291 nog niet definitief in rekening gebracht. Bovendien is € 67.935 voor de ondersteuning van automatisering technische aangelegenheden nog niet gefactureerd, evenals € 36.302 in het kader van educatieprojecten en € 27.191 voor de verkrijging van het 'bewijs van goede dienst'. De overige nog te betalen bedragen zijn heel divers van aard. In het eerste kwartaal 2012 is het saldo van deze verplichtingen afgenomen tot € 487.130. Vooruitontvangen bedragen Het saldo per 31 december 2011 heeft betrekking de afkoopsom voor het beheer en onderhoud van Oolderveste. Bovendien is van de provincie een voorschot ontvangen voor de kosten in verband met de invoering van de Europese Zwemwaterrichtlijn. Ten slotte is een voorschot ontvangen van Rijkswaterstaat voor de kosten van de planstudie voor de uitvoering van sluitstukkaden Maasdal.
78
Programmarekening 2011
6.7
Niet uit de balans blijkende
verplichtingen
Naast de in balans opgenomen verplichtingen is het waterschap verplichtingen aangegaan voor toekomstige jaren. Onderstaand worden de belangrijkste financiële verplichtingen die het jaarbedrag van € 20.000 exclusief BTW overschrijden genoemd. De verplichtingen zijn gerubriceerd in 0-1 jaar, 1-5 jaar en >5 jaar. 0-1 jaar
; i |
Onderhoud software Catering Huur multifunctionals Dataverbinding loodsen Digitale abonnementen
1-5 jaar
Huur parklaan 15 Onderhoudsbestekken beplanten Onderhoudsbestekken maaien
> 5 jaar
Waterschap Roer en Overmaas
Jaarlijks
66.400 37.000 37.000 31.900 26.400
Jaarlijks
64.000 628.400 2.993.000
Jaarlijks
79
7
Exploitatierekening naar programma's
In het jaarverslag is in hoofdstuk 2 per programma een toelichting gegeven op wat we hebben bereikt en wat we hebben gedaan. Bovendien is in het jaarverslag per programma een overzicht van financiële gegevens opgenomen. In de exploitatierekening naar programma's worden de in het jaarverslag per programma opgenomen financiële gegevens gespecificeerd en wordt de afwijking tussen de realisatie en de gewijzigde begroting nader toegelicht naar de onderdelen: • wat kost het; • welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid; en • kredietvotering. Wat kost het De bijdrage aan het WBL wordt verantwoord op diverse programma's. In deze bijdrage is de opbrengstverevening van € 215.366 met WPM verdisconteerd. Dit betreft de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2011. Voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen naar paragraaf 9.2, toelichting op opbrengsten. De afwijking van de bijdrage aan het WBL ten opzichte van de gewijzigde begroting is het gevolg van deze opbrengstverevening. De bijdrage aan de BsGW wordt verantwoord op diverse programma's. Omdat de realisatie gelijk is aan de gewijzigde begroting is geen nadere toelichting op dit onderdeel noodzakelijk. De verklaring van de afwijkingen tussen realisatie en gewijzigde begroting van het 'programma bedrijfsvoering' kan in zijn algemeenheid als volgt worden toegelicht: •
Rente en afschrijvingen.
De afwijking in de afschrijvingen wordt positief beïnvloedt door de lagere netto investeringsuitgaven in het verslagjaar. Naast de hoogte van de investeringsuitgaven is ook de afschrijvingstermijn van een investering van invloed op de hoogte van de afschrijvingen. Een lager toegerekende rentepercentage (0,90% op realisatiebasis ten opzichte van 2,50% op begrotingsbasis) is van invloed op de rentetoerekening. De extra afschrijvingen hebben een negatief effect gehad (zie ook paragraaf 9.1 toelichting op kosten). •
Personeelskosten.
Op begrotingsbasis worden de geraamde uren doorberekend aan een bepaald programma. De realisatie op het betreffende programma is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde uren (lees bestede tijd). •
Overige kosten.
De toerekening van de overige kosten betreft de toerekening van de ondersteuning, die onderdeel uitmaakt van het programma bedrijfsvoering. Het betreft de toerekening van de organisatieonderdelen die niet direct aan een bepaald programma gerelateerde werkzaamheden verrichten, maar hier diensten voor verrichten zodat de direct betrokken organisatieonderdelen hier op een verantwoorde wijze invulling aan kunnen geven. Het betreft onder andere facilitaire, administratieve en automatisering technische diensten. Indien de kosten van deze onderdelen in de realisatie afwijken van de gewijzigde begroting, mag duidelijk zijn dat de toerekening hiervan eveneens afwijkt. Voor de verklaring van de afwijking in de kosten van de ondersteuning wordt verwezen naar de toelichting in paragraaf 7.7, exploitatierekening van het programma bedrijfsvoering.
Waterschap Roer en Overmaas
81
Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid / Kredietvotering Voor wat betreft dit onderdeel kan worden vermeld dat de individuele investeringsprojecten gerubriceerd per programma zijn opgenomen in het meerjarig investeringsplan (MIP). Het MIP maakt integraal deel uit van de programmarekening (zie bijlage K). Naast de gerealiseerde investeringsuitgaven en -inkomsten zijn hierin ook de beschikbaar gestelde kredieten opgenomen. In 2011 zijn per programma aan kredieten gevoteerd/verleend, waarna jaaroverschrijdende uitgaven en inkomsten worden verantwoord.
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
9.564.000 3.326.700 400.000
9.564.000 3.326.700 400.000
5.091.324 3.346.445
6.200.000
2.500.000
970.000
19.490.700
15.790.700
9.407.769
Netto kredietvotering per programma
j i | | !
Rannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering Totaal netto kredietvotering
82
Realisatie
Programmarekening 2011
7.1
Programmaplannen
Wat kost het
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
452.544
446.164
419.518
452.544
446.164
419.518
Programma plannen
Kosten Opbrengsten Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW en doorberekende kosten Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
200.029
219.365
218.343
196.381 1.810.106 644.560
196.381 1.810.106 644.560
173.704 1.585.964 632.049
Netto kosten programma plannen
3.303.620
3.316.576
3.029.578
Jaarlijks draagt het waterschap financieel bij aan onderzoek dat in gemeenschappelijk belang voor het waterbeheer in Nederland wordt verricht. Een groot deel van de kosten op dit programma heeft hierop betrekking. De genoemde bijdrage is dit jaar iets hoger dan begroot. Maar de bijdragen aan gebiedsgerichte plannen en plannen van derden vallen daarentegen lager uit dan waarmee rekening was gehouden. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Programma plannen Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
80.000
80.000 3.631-
61.406 21.217
Netto investeringsuitgaven programma plannen
80 000
83.631
40.189
De uitgaven van de projecten 'Gewenst Grond- en Oppervlakteregime (GGOR)' en het project 'Actueel Grond- en Oppervlaktewater Regime (AGOR)' zijn lager dan begroot. Daarnaast zijn nauwelijks uitgaven gemaakt op het project 'inventariseren overige gebieden' dit project wordt dan ook afgesloten. De gerealiseerde inkomsten betreffen een Europese subsidie voor het project Aquadra.
Waterschap Roer en Overmaas
83
Kredietvotering SlflSllIlltl^ Programmaplannen
Gewijzigde Begroting
begroting
j
Uitgaven
-
-•
j
Inkomsten
-
-s
Netto k r e d i e t v o t e r i n g p r o g r a m m a plannen
-
Realisatie
In het verslagjaar is geen kredietverlening door het dagelijks bestuur noodzakelijk gebleken.
84
Programmarekening 2011
7.2
Programma
watersysteem
Wat kost het
Programma watersysteem Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
4.093.000 293.676
4.122.050 : 488.676
3.281.021 357.730
Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW en doorberekende kosten
3.799.324
3.633.374
2.923.291
Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
7.149.300 2.125.460 1.727.416
7.149.300 2.125.460 1.727.416
7.317.649 1.636.234 1.454.496
14.801.500
14.635.550
13.331.670
Netto kosten programma watersysteem
De kosten zijn ruimschoots binnen het beschikbare budget gebleven. De onderschrijdingen hebben onder andere te maken met. • • •
Minder bijdragen voor de stimuleringsregeling 'afkoppelen verhard oppervlak' dan begroot De afrekening voor subsidies 'niet kerende grondbewerking met de provincie en dienst regelingen heeft nog niet plaatsgevonden. Lager uitgevallen stortkosten maaisel door het droge (minder groeizame) voorjaar.
Slechts enkele budgetten binnen het programma zijn overschreden. Zo is het baggerbudget overschreden in verband met niet geplande afvoer van een partij slib uit de Strijthagerbeek in Eijgelshoven. De afname van de opbrengsten zijn het gevolg van de lagere renteopbrengsten eigen financiering ten gevolge van de lagere rentestand. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
10.519.000 2.570.000
10.369.000 1.070.000
8.618.318 1.188.664
7.949.000
9.299.000
7.429.655
Programma watersysteem
Uitgaven Inkomsten Netto investeringsuitgaven programma watersysteem
De geplande investeringsuitgaven voor 2011 zijn voor 83% gerealiseerd, de geplande investeringsinkomsten voor 111%.
Waterschap Roer en Overmaas
85
Het lagere investeringsniveau op dit programma wordt voornamelijk veroorzaakt door twee waterstaatkundige werken: • De werkzaamheden die gemoeid zijn met de reconstructie van de kademuren Geul in Valkenburg lopen iets achter waardoor het geplande investeringsniveau op dit project niet is gerealiseerd (uitgaven € 1.300.000 lager). • Bij de ontkluizing in Onderbanken blijft de facturering door de gemeente achter ten opzichte uitgevoerde werkzaamheden. Omdat de gemeente Onderbanken trekker van het project is en het waterschap slechts een bijdrage betaald zijn wij voor de realisering van de investeringsuitgaven op dit project dan ook volledig afhankelijk van Onderbanken (uitgaven € 633.000 lager). De overschrijding van de inkomsten worden o.a. veroorzaakt door een ontvangen bijdrage van de gemeente Echt-Susteren voor het project 'kunstwerken Vloedgraaf fase 2'. Projecten die in 2011 in uitvoering waren: • Herinrichting Vlootbeek • Herinrichting Centraal Plateau • Herinrichting Mergelland Oost • Overkluizing Rode Beek, Schinveld • Overkluizing Caumerbeek, Heerlen • Kademuren Valkenburg • Herstel lossluizen Lombok, Maastricht • Regenwaterbuffer Horstergrub, Margraten • Vergroten regenwaterbuffers fase 1 Kredietvotering 2011 Gewijzigde
Programma watersysteem Begroting
begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
9.793.000 229.000
9.793.000 229.000
5.278.824 187.500
Netto k r e d i e t v o t e r i n g p r o g r a m m a w a t e r s y s t e e m
9.564.000
9.564.000
5.091.324
Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur)
Het dagelijks bestuur heeft voor het programma watersysteem in totaal voor € 5.091.324 aan netto kredieten verleend: • € 4.000.000 aanvullend krediet voor het project 'herinrichting Centraal Plateau'. Sinds de vaststelling van het landinrichtingsplan voor de herinrichting Centraal Plateau is de landinrichtingscommissie bezig om de in dit plan opgenomen waterbeheersingsmaatregelen uit te voeren. • € 657.500 voor het project 'herstel lossluizen molen Lombok'. De lossluizen van de Molen Lombok in de Jeker te Maastricht bevinden zich in een zeer slechte onderhoudstoestand. De thans aanwezige 4 deuren raken zeer regelmatig verstopt waardoor ingrijpen in de waterafvoer noodzakelijk is.
86
Programmarekening 2011
•
•
€ 196.824 krediet voor het project 'Aanleg regenwaterbuffer Horstergrub'. Als slotmaatregel om de waterhuishouding van de Horstergrub in het stroomgebied van de Voer te verbeteren moet ter hoogte van Mheer de regenwaterbuffer Horstergrub worden aangelegd. € 287.000 voor het project Herinrichting ontkluizing Eyserbeek Simpelveld. De gemeente Simpelveld heeft de wens geuit tegelijkertijd/parallel aan de herinrichting van de markt ook de Eyserbeek her in te richten.
Als gevolg van het feit dat in het verslagjaar veel tijd en energie is gestoken in de voorbereiding van een aantal grotere projecten zijn minder kredietverleningen aan het dagelijks bestuur voorgelegd dan verwacht.
Waterschap Roer en Overmaas
87
7.3
Programma
veiligheid
Wat kost het Programma veiligheid Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
272.875 81.250 i
482.875 81.250 ï
432.699 113.972
Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW cn doorberekende kosten
191.625
401.625
318.727
Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
192.013 423.775 293.639
192.013 423.775 293.638
292.463 651.020 413.731
1.101.052
1.311.051
1.675.941
Netto kosten programma veiligheid
Het kosten van het Programma Veiligheid zijn met name iets lager doordat minder kosten voor onderhoud ten gevolge van het Hoogwater Maas noodzakelijk zijn geweest en minder kosten voor de waakvlamovereenkomst zijn gemaakt. De geplande onderhoudswerkzaamheden aan de waterkeringen zijn uitgevoerd en de geplande beheerskosten van de calamiteitenorganisatie waren toereikend. De hogere inkomsten hebben te maken met een ingediende schadevergoeding bij de dienst regelingen in het kader van de Regeling tegemoetkoming schade bij overstroming van de Maas in januari 2011 voor tegemoetkoming van deze kosten die € 64.722 bedroeg. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn hoger dan waarmee rekening was gehouden. Dit is voornamelijk het gevolg van de extra personeelskosten in verband met de calamiteit Hoogwater Maas in januari. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
100.000 100.000
3.446.445 50.000
3.392.455 82.710
3.396.445
3.309.744
Programma veiligheid
Uitgaven Inkomsten Netto investeringsuitgaven programma veiligheid
Vanwege de langdurige discussie met het Rijk om te komen tot een akkoord /goedkeuring van het Plan-van Aanpak (PVA) en beheersplan van het project sluitstukkades, zijn de uitgaven beperkt gebleven tot het opstellen hiervan. De geraamde planstudiekosten zijn hierdoor niet gerealiseerd. De bijdrage van Rijkwaterstaat voor het project 'sluitstukkades' is hoger dan waar in de begroting rekening mee was gehouden.
88
Progcammarekening 2011
Kredietvotering
Programma veiligheid Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
3.326.700
26.326.700 23.000.000
26.346.445 23.000.000
Netto kredietvotering programma veiligheid
3.326.700
3.326.700
3.346.445
Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur)
Het dagelijks bestuur heeft voor het programma watersysteem in totaal voor € 3.346.445 aan netto kredieten verleend: • Voor de uitvoering van het project 'Bestuursovereenkomst Sluitstukkaden Maasdal' is een budgettair neutraal krediet verleend met uitgaven en inkomsten van € 23.000.000. • Voor de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2011 is een krediet verleend van € 3.346.445.
Waterschap Roer en Overmaas
89
7.4
Programma
zuiveren
Wat kost het
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg
44.403.909
44.974.818
44.765.317
Netto kosten programma zuiveren
44.403.909
44.974.818
44.765.317
Programma zuiveren
Kosten Opbrengsten Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW en doorberekende kosten
Op dit programma wordt alleen de bijdrage aan het WBL verantwoord en de eventuele opbrengstverevening met WPM. De bijdrage 2011 van totaal € 46.233.920 is grotendeels, voor 97.3%, gerelateerd aan het programma zuiveren. Omdat de realisatie niet afwijkt van de raming is geen nadere toelichting op dit onderdeel noodzakelijk. Van WPM in het verslagjaar € 215.366 ontvangen, hiervan wordt eveneens 97.3% op het programma zuiveren verantwoord, zijnde de verevening van het aantal (indirecte) vervuilingseenheden per 31 december 2011 (zie ook paragraaf 9.2). Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid / kredietvotering Binnen dit programma zijn geen investeringsuitgaven en kredietvotering aan de orde. Daarom worden deze overzichten niet gepresenteerd. De investeringen worden uitgevoerd door het WBL. De exploitatiekosten van de investeringen werken door in de verschuldigde bijdrage aan het waterschapsbedrijf.
90
Programmarekening 2011
7.5
Programma
instrumenten
Wat kost het
Programma instrumenten Begroting Kosten Opbrengsten Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW en doorberekende kosten Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten Netto kosten programma instrumenten
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
342.200
367.400
298.523
45.000
65.000
61.599
297.200
302.400
236.924
485.433
487.461
485.190
690.935
690.935
610.803
3.812.576
3.812.576
3.806.227
1.404.095
1.404.095
1.635.404
6.690.239
6.697.467
6.774.548
De onderschrijding van de kosten betreft diverse kleinere componenten waaronder de lagere kosten voor abonnementen voor gegevensverstrekking door derden, lagere energiekosten monitoring kwantiteit, lagere kosten onderhoud software en lagere kosten voor de aanschaf van eigen middelen. Als gevolg van aanvullende afspraken in het kader van de nieuwe zwemwaterregelgeving ontvangt het waterschap extra gelden van de provincie. In het kader van de Europese Zwemwaterrichtlijn is een bedrag ontvangen. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn hoger dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Programma instrumenten Begroting Uitgaven Inkomsten Netto investeringsuitgaven programma instrumenten
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
466.000 >
346.000 v
292.543
466.000
346.000
292.543
De lagere uitgaven betreffen vooral de latere opstart van het project 'Opmaken/herzien leggers'.
Waterschap Roer en Overmaas
91
Kredietvotering
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Uitgaven Inkomsten
400.000
400.000
Netto kredietvotering programma instrumenten
400.000
400.000
Programma instrumenten
Realisatie
In het verslagjaar is de geplande kredietverlening door het dagelijks bestuur niet aan de orde geweest.
92
Programmarekening 2011
7.6
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Wat kost het
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
1.137.588 18.895
2.353.777 18.895
2.351.030 18.531
Netto, exclusief bijdrage aan het WBL, de BsGW en doorberekende kosten
1.118.693
2.334.882
2.332.499
6.167.627
469.333 3.478.561
467.147 3.478.561
752.720 657.368 415.740
752.719 657.368 415.740
748.128 425.390 470.938
9.112.148
8.108.603
7.922.663
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Bijdrage aan Belastingsamenw erking Gemeenten Waterschappen Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten Netto kosten programma bestuur, externe communicatie en belastingen
De lagere kosten zijn onder andere het gevolg van een afname van de uitgaven op de post 'exposities en educatie': als gevolg van samenwerking met 20 waterschappen in realisatie van een film over afvalwaterzuivering is het mogelijk geweest de film goedkoper te laten maken. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Voor dit programma waren geen investeringsuitgaven verwacht en zijn geen investeringsuitgaven verantwoord. Kredietvotering In het verslagjaar is geen kredietverlening door het dagelijks bestuur noodzakelijk gebleken.
Waterschap Roer en Overmaas
93
7.7
Programma
bedrijfsvoering
Wat kost het 2011 Programma bedrijfsvoering
Kosten Opbrengsten
Gewijzigde Begroting
begroting
Realisatie
22.791.584 623.000
23.089.730 732.500
22.500.326 646.127
22.168.584
22.357.230
21.854.199
1.076.195 5.976.254 4.436.014
1.076.196 5.976.254 4.436.014
976.200 5.969.104 4.126.241
10.057.54314.805.5408.921.464-i
10.057.54314.805.5408.921.464-
10.118.94714.073.9398.732.858-
Netto, e x c l u s i e f bijdrage aan h e t W B L . d e B s G W e n doorberekende kosten
Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten Naar programma's: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten Netto k o s t e n p r o g r a m m a b e d r i j f s v o e r i n g
127.500-
61.147
De netto kosten zijn lager dan verwacht. Naast de diverse kleine verschillen hebben de belangrijkste afwijkingen betrekking op: • De rente en afschrijvingen van investeringsprojecten. Deze kosten worden in totaliteit in eerste instantie verantwoord binnen dit programma. Voor een toelichting wordt dan ook verwezen naar hoofdstuk 9, de exploitatierekening naar kosten en opbrengsten. • Lagere sociale lasten als gevolg van het feit dat bij de berekening van de premies in de begroting rekening is gehouden met de op dat moment geldende percentages (2010) en de percentages voor 2011 lager zijn uitgevallen en over minder fte sociale lasten zijn betaald. • Hogere kosten voor adviezen van derden, overwegend veroorzaakt door de kosten van inhuur externe ondersteuning in het traject van Goed naar Beter (o.a. ISO/programma veiligheid/bewijs van goede dienst/upgrade Coda) en de kosten van juridische bijstand en adviezen in een aantal personele bezwaar- en beroepsprocedures. • Lagere onderhoudskosten m.b.t. hard- en software omdat diverse kosten zijn komen te vervallen en externe netwerk verbindingen later zijn opgeleverd dan gepland. • Een lagere bijdrage aan 'Het Waterschapshuis', als gevolg van het feit dat de vervanging van het Content Management Systeem (CMS) is uitgesteld en de bijdrage van TAX-i in 2011 niet in rekening is gebracht. • Lagere kosten geografische data. De afname van de inkomsten zijn onder andere het gevolg van lagere bijdragen van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap, ziekte en WAO van een aantal medewerkers en de lagere geactiveerde lasten met betrekking tot uren van projectleiders op eigen projecten. De toegerekende kosten binnen het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden.
94
Programmarekening 2011
Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid llilllllS^
Programma bedrijfsvoering Begroting Uitgaven Inkomsten
Netto investeringsuitgaven programma bedrijfsvoering
Gewijzigde begroting
Realisatie
2.620.000 !
1.295.000 t
440.575
2.620.000
1.295.000
440.575
Het lagere investeringsniveau op dit programma wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst is doorgeschoven naar 2012. Verder hebben de projecten in het kader van informatiebeleid, informatiebeveiligingsbeleid en informatiearchitectuur vertraging opgelopen door interne en externe ontwikkelingen (Het Waterschapshuis). Ook de investeringen in het kader van de e-overheid zijn niet gerealiseerd doordat de planning van de overheid achterloopt. Tot slot kan nog worden vermeld dat een aantal vervangingsinvesteringen op automatiseringsgebied zijn achtergebleven door nieuwe ontwikkelingen en zijn doorgeschoven naar 2012. Kredietvotering
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
6.200.000
2.500.000
970.000
Netto kredietvotering programma bedrijfsvoering
6.200.000
2.500.000
970.000
Programma bedrijfsvoering
Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur) Het dagelijks bestuur heeft voor het programma watersysteem in totaal voor € 970.000 aan netto kredieten verleend: • Voor het project 'Beleids- en activiteitenplan Informatievoorziening en Automatisering 20112014' is een krediet verleend van € 250.000. Dit in het kader van de doorontwikkeling van de informatisering, het voldoen aan de verplichtingen betreffende e-overheid en het continueren van in gang gezette en noodzakelijke ICT-ontwikkelingen. • Door de verandering in de wet- en regelgeving worden andere en hogere eisen gesteld aan de kwaliteit en de digitale beschikbaarheid van de geografische gegevens, de geo-data. Om aan deze eisen te kunnen voldoen is een krediet beschikbaar gesteld van € 270.000. • Voor de noodzakelijke vervangingen en aanpassingen in het kantoorgebouw is een krediet verleend van € 450.000.
Waterschap Roer en Overmaas
95
8
Exploitatierekening naar kostendragers
In dit hoofdstuk wordt de begroting naar kostendrager weergegeven. Het waterschap kent twee kostendragers, te weten het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer. Watersysteembeheer
Het watersysteembeheer bevat de kosten van het waterkwantiteitsbeheer, het waterkeringsbeheer en van het passieve kwaliteitsbeheer (verbeteringen van de waterkwaliteit in de diverse waterlichamen). Bovendien bevat het watersysteembeheer een deel van de kosten voor de aanslagoplegging en invordering van de belastingopbrengsten. De uitvoering van deze taak is met ingang van 1 april 2011 overgegaan van het WBL naar de BsGW. De kosten van het watersysteembeheer worden opgebracht door inwoners en eigenaren van gebouwde en ongebouwde onroerende zaken en natuurterreinen. Zuiveringsbeheer
Het zuiveringsbeheer bevat de kosten voor het zuiveren en transporteren van afvalwater en de verwerking van het zuiveringsslib. Deze taak wordt uitgevoerd door het WBL. Ook een gedeelte van de kosten van bestuur, externe communicatie en vergunningverlening en handhaving van het WBL worden tot het zuiveringsbeheer gerekend. Daarnaast bevat het zuiveringsbeheer een deel van de kosten voor de aanslagoplegging en invordering van de belastingopbrengsten, uitgevoerd door de BsGW. De kosten van het zuiveringsbeheer worden opgebracht door zowel de huishoudens als de bedrijven op basis van het aantal vervuilingseenheden. De wijze van toerekening van de kosten naar de beide kostendragers wordt onderstaand kort toegelicht. Bovendien wordt per kostendrager een toelichting gegeven op de dekking van deze kosten; de 'dekkingsmiddelen'.
8.1
Kostentoerekening
De principes die gehanteerd zijn bij de kostentoerekening bepalen hoe de kosten worden toegerekend aan de uiteindelijke kostendragers (lees taken). Deze kostendragers vormen de basis voor de opbrengst waterschapslasten. Omdat de kostentoerekening van groot belang kan zijn op de hoogte van de belastingtarieven en waarvoor bestuurlijke aandacht noodzakelijk is, is in de voorschriften opgenomen dat hier in de begroting expliciet aandacht aan dient te worden geschonken. Binnen ons waterschap worden de interne kosten toegerekend op basis van bedrijfseconomische principes. Alle indirecte kosten worden doorberekend naar de producten die onderdeel uitmaken van programma's en bovendien onderdeel uitmaken van de taak watersysteembeheer en/of de taak zuiveringsbeheer. Een uitgebreide toelichting op de kostentoerekening is opgenomen in bijlage F. De kosten van het zuiveringsbeheer bestaan enerzijds uit het aandeel van het zuiveringsbeheer van de aan het WBL en de BsGW te betalen bijdragen. Anderzijds bestaan de kosten van het zuiveringsbeheer uit een gedeelte van de kosten van bestuur, externe communicatie en vergunningverlening en handhaving.
Waterschap Roer en Overmaas
97
In de bij deze begroting opgenomen bijlage G is de verdeling van de bijdrage aan het WBL over de beide kostendragers opgenomen. In 2012 heeft € 45.793.920 van deze bijdrage betrekking op het zuiveringsbeheer. In bijlage G is ook de verdeling van de bijdrage aan de BsGW over de beide kostendragers opgenomen. In 2012 heeft € 1.316.820 van deze bijdrage betrekking op het zuiveringsbeheer. Daarnaast worden een gedeelte van de kosten van bestuur, externe communicatie en vergunningverlening en handhaving van € 935.112, toegerekend aan de taak zuiveringsbeheer. Het totaal van de kosten van het zuiveringsbeheer komt hierdoor in 2012 uit op € 48.045.852 (zie bijlage H). Het restant van de waterschapsbegroting is toegerekend aan het watersysteembeheer.
8.2
Kostendrager
Het resultaat van de kostentoerekening naar de kostendragers en de bijbehorende dekkingsmiddelen per kostendrager kan volgens de programma indeling voor 2011 als volgt worden weergegeven:
Kostendragers 2011
Kostendrager Watersysteem Zuiverings beheer beheer
Totaal
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen
2.811.235 13.331.670 1.675.941 5.888.662 5.354.152
44.765.317 885.886 2.568.511
3.029.578 13.331.670 1.675.941 44.765.317 6.774.548 7.922.663
Programmatotaal
29.061.660
48.438.057
77.499.717
82.557
82.557
118.296 320.288
66.542 179.712
184.838 500.000
900.728 654.302 1.050.000
900.728
1.801.456 654.302 1.050.000
26.895.214
47.866.140
74.761.354
Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Toevoeging reserve Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Toevoeging voorziening TAX-i Resultaat 2010 WBL Dividenden en overige algemene opbrengsten Opwaardering vordering Landsbanki Totaal netto kosten
218.343
Voor een nadere opbouw van de programma's met bijbehorende beleidsproducten wordt verwezen naar bijlage H.
98
Programmarekening 2011
8.3
Dekkingsmiddelen
De netto kosten per kostendrager zijn gedekt door de opbrengst waterschapsbelastingen en kan voor het verslagjaar als volgt worden weergegeven:
Dekkingsmiddelen 2011
Kostendrager Watersysteem Zuiverings beheer beheer
Totaal
Opbrengst waterschapsbelasting Correctie kw Ijtschelding Correctie oninbaarverklaringen
29.345.000 -578.000 -144.390
50.011.000 -1.682.000 -253.610
79.356.000! -2.260.000 ; -398.000
Dekkingsmiddelen
28.622.610
48.075.390
76.698.000
Voor een toelichting op de opbrengst waterschapsbelastingen, inclusief kwijtschelding en oninbaarverklaringen wordt verwezen naar paragraaf 2.6 en 9.2.
Waterschap Roer en Overmaas
99
8.4
Realisatie kostendragers
2011 versus gewijzigde begroting 2011
In artikel 4.33 van het Waterschapsbesluit is opgenomen dat naast de in de jaarrekening naar kostendragers genoemde bedragen ook het bedrag van de begroting en de begroting na wijziging van het verslagjaar dient te worden weergegeven. Watersysteembeheer Onderstaand wordt de realisatie van de netto kosten en de dekkingsmiddelen van het watersysteembeheer versus de begroting en de gewijzigde begroting weergegeven. Indien sprake is van een aanmerkelijk verschil ten opzichte van de gewijzigde begroting wordt dit kort toegelicht. Programma's en dekkingsmiddelen watersysteembeheer Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering Programmatotaal Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Toevoeging reserve Belastingsamenw erking Gemeenten en Waterschappen Toevoeging voorziening TAX-i Resultaat 2010 WBL Dividenden en overige algemene opbrengsten Opw aardering vordering Landsbanki
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
3.098.086 14.801.500 1.101.052 5.710.133 5.649.828 -127.500
3.091.706 14.635.550 1.311.052 5.735.133 5.689.846 61.146
2.811.235 13.331.670 1.675.941 5.888.662 5.354.152 -
30.233.099
30.524.433
29.061.660
75.000
1.566.141
-
118.188 -
118.296 320.288
-
900.700 653.557 -
900.728 654.302 1.050.000
463.059 -
-
Totaal netto kosten
29.845.040
30.654.505
26.895.214
Opbrengst w atersysteemheff ing Opbrengst verontreinigingsheffing Correctie kwijtschelding Correctie oninbaarverklaringen Onttrekking egalisatiereserve ontw ikkeling w aterschapslasten w atersysteemheff ing
28.529.250 736.800 -355.000 -139.610
28.565.700 736.800 -578.000 -142.390
28.657.180 687.820 -578.000 -144.390
1.073.600
1.073.600
Dekkingsm iddelen
29.845.040
29.655.710
28.622.610
-998.795
1.727.396
Exploitatie re s u Itaat
lllllllllllllllil
-
De realisatie op het programmatotaal is positief uitgevallen door een afname van het netto kostenniveau. Mede als gevolg van het feit dat de wijzigingen in het programma bedrijfsvoering tussentijds niet worden doorberekend naar de overige programma's wordt voor een toelichting op de afwijking van de individuele programma's verwezen naar hoofdstuk 7. Van de bijgestelde post onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas is geen gebruik gemaakt en de toevoeging aan de voorziening TAX-i (zie 6.5.2) en de opwaardering van de vordering Landsbanki was niet voorzien (zie 6.4.1).
100
Programmarekening 2011
Voor een toelichting op de hogere opbrengst watersysteemheffing wordt verwezen naar paragraaf 2.6 en 9.2. De onttrekking aan de egalisatiereserve
ontwikkeling
waterschapslas-
ten watersysteemheffing is niet gerealiseerd omdat onttrekkingen aan reserves door middel van afzonderlijke besluitvorming zijn voorbehouden aan het algemeen bestuur. Zuiveringsbeheer Onderstaand wordt de realisatie van de netto kosten en de dekkingsmiddelen van het zuiveringsbeheer versus de begroting en de gewijzigde begroting weergegeven. Indien sprake is van een aanmerkelijk verschil ten opzichte van de gewijzigde begroting wordt dit kort toegelicht.
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
Rannen Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen
205.534 44.403.909 980.106 3.462.320
224.870 44.974.818 962.334 2.418.758
218.343 44.765.317 885.886 2.568.511
Programmatotaal
49.051.869
48.580.780
48.438.057
89.600
82.943
82.557
-
66.481 -
66.542 179.712
-
-900.700
900.728
Programma's en dekkingsmiddelen zuiveringsbeheer
Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Toevoeging reserve Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Toevoeging voorziening TAX-i Resultaat 2010 WBL
-
Totaal netto kosten
49.141.469
47.829.504
47.866.140
Opbrengst zuiveringsheffing Correctie kw ijtschelding Correctie oninbaarverklaringen Onttrekking egalisatiereserve ontw ikkeling w aterschapslasten zuiveringsheffing
49.840.650 -1.200.000 -249.181
50.012.520 -1.682.000 -252.221
50.011.000 -1.682.000; -253.610
750.000
750.000
Dekkingsmiddelen
49.141.469
48.828.299
48.075.390
998.795
209.250
Exploitatieresultaat
llllllllflllfïlll
-
De realisatie op het programmatotaal is ook hier door een afname van het netto kostenniveau positief uitgevallen. Voor een toelichting op de afwijking van de individuele programma's wordt verwezen naar hoofdstuk 7. De toevoeging aan de voorziening TAX-i was niet voorzien(zie paragraaf 6.5.2) en de onttrekking aan de egalisatiereserve
ontwikkeling
waterschapslasten
zuiveringsheffing
is
niet gerealiseerd omdat onttrekkingen aan reserves door middel van afzonderlijke besluitvorming zijn voorbehouden aan het algemeen bestuur.
Waterschap Roer en Overmaas
101
9
Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten
Naast de programmaopzet blijft de insteek naar kostensoorten in de BBVW een verplichting. In onderstaand overzicht worden dan ook de kosten en opbrengsten gepresenteerd van de begroting, de gewijzigde begroting en de realisatie 2011. Ilïllflllllllllllllïllllll^ Omschrijving kosten Begroting
Gewijzigde begroting
Realisatie
4101 4102 4103 41
Externe rentelasten Interne rentelasten Afschrijvingen van activa Rente en afschrijvingen
2.967.929 357.571 6.889.043 10.214.543
2.827.929 357.571 7.214.284 10.399.784
2.789.270 173.112 7.157.726 10.120.108
4201 4202 4204 4205 4206 42
Salarissen huidig personeel en bestuurders Sociale premies Overige personeelslasten Personeel van derden Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Personeelslasten
8.051.490 1.387.029 320.480 150.000 157.000 10.065.999
7.751.490 1.387.029 302.980 400.000 157.000 9.998.499
7.929.742 1.298.826 295.815 401.992 141.757 10.068.132
4301 4302 4303 4304 4307 4308 4309 4310 4310 4310 43
Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiks- en verbruiksgoederen Energie Huren en rechten Verzekeringen Belastingen Onderhoud door derden Overige diensten door derden Overige diensten door derden WBL Overige diensten door derden BsGW Goederen en diensten van derden
230.400 493.500 197.700 320.500 119.250 35.550 4.252.275 1.866.174 51.346.598 58.861.947
230.400 499.000 214.200 152.200 128.250 69.110 4.464.275 2.288.758 46.233.920 3.663.230 57.943.343
190.156 417.671 183.027 142.733 121.597 66.548 4.297.282 2.049.894 46.233.920 3.663.399 57.366.227
841.000 452.900 1.293.900
1.917.620 439.900 2.357.520
1.258.710 307.250 1.565.960
75.000 75.000
60.000 1.566.141 1.626.141
560.008
80.511.389
82.325.287
79.680.435
4402 Bijdragen aan overheden 4403 Bijdragen aan overigen 44 Bijdragen aan derden 4501 Toevoegingen aan voorzieningen 4502 Onvoorzien 45 Toevoegingen voorzieningen / onvoorzien Totaal kosten
Waterschap Roer en Overmaas
-
560.008
103
Begroting
2011 Gewijzigde begroting
Realisatie
27.000 357.571 463.059 647.630
500 357.571 265.522 623.593
1.161 173.112 266.264 440.537
75.000 16.000 91.000
105.000 156.000 261.000
88.024 147.134 235.158
5.000 51.250 56.250
5.000 87.250 92.250
2.550 7.106 75.705 85.361
30.000
225.000
30.000
1.801.400 388.035 2.414.435
316.287 215.366 1.801.456 1.438.185 3.771.294
15.357.295 11.083.614 2.056.959 31.382 736.800 13.175.400 36.665.250 -388.791 -1.555.000 77.162.909
15.360.253 11.103.461 2.068.986 33.000 736.800 13.266.440 36.746.080 -394.611 -2.260.000 76.660.409
15.400.657 11.105.548 2.069.251 32.544 737.000 13.264.700 36.746.300 -398.000 -2.260.000 76.698 000
500.000 500.000
450.000 450.000
386.731 386.731
78.687.789
80.501.687
81.617.081
-1.823.600
-1.823.600
1.936.646
1.823.600
1.823.600
1.936.646
Omschrijving opbrengsten
I 8101 Externe rentebaten i 8102 Interne rentebaten i 8103 Dividenden en bonusuitkeringen 81 Financiële baten | 8201 Baten in verband met salarissen en sociale lasten ! 8202 Uitlening van personeel 82 Personele baten
i j 8302 Verkoop van duurzame goederen | 8304 Opbrengst uit grond en w ater I 8306 Diensten voor derden 83 Goederen en diensten aan derden j 8401 Bijdragen van overheden ! 8401 Bijdragen van overheden WPM j 8401 Bijdragen van overheden WBL i 8402 Bijdragen van overigen 84 Bijdragen van derden I 8501 Opbrengst omslag gebouwd i 8502 Opbrengst ingezetenenomslag ! 8503 Opbrengst omslag ongebouwd I 8504 Opbrengst omslag natuurterreinen j 8505 Opbrengst verontreinigingsheffing | 8506 Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven | 8507 Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens • 8508 Oninbaarverklaringen j 8509 Kwijtscheldingen 85 Waterschapsbelastingen
l i 8603 Geactiveerde lasten 86 Interne verrekeningen Totaal opbrengsten Exploitatieresultaat; saldo opbrengsten minus kosten Negatief exploitatieresultaat: dekking uit reserves Positief exploitatieresultaat: resultaatsbesteming
In de voorschriften is opgenomen dat de kostensoorten dienen als informatieve waarde voor het algemeen bestuur waardoor een toelichting hierop niet verplicht is. Gelet op het feit dat een toelichting de inzichtelijkheid van deze componenten ten goede komt is er - evenals voorgaande jaren - voor gekozen om op hoofdlijnen een korte toelichting te geven op de exploitatierekening van het waterschap naar het gezichtspunt van de kostensoorten versus de gewijzigde begroting. Dit is ook de lijn die gevolgd is in de begroting, de voorjaarsrapportage en de najaarsrapportage 2011 waar eveneens een beschouwing is gegeven naar dit gezichtspunt.
104
Programmarekening 2011
9.1
Toelichting op kosten
Onderstaand is de verdeling van de werkelijke kosten over het verslagjaar grafisch weergegeven.
Bijdragen aan derden 2,0%
Goederen en diensten van derden 72,0%
Toevoegingen voorzieningen / Onvoorzien 0,7% Rente en afschrijvingen 12,7%
Personee sasten 12,6%
Rente en afschrijvingen De totale kosten van rente en afschrijving hebben in het verslagjaar € 10.120.108 bedragen, waarvan € 2.962.382 rente en € 7.157.726 afschrijvingen. Deze kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op investeringsprojecten in materiële activa. Rente Het resultaat op de externe rentelasten is ten opzichte van de gewijzigde raming € 38.659 positief en wordt beïnvloed door een afname van de rekening-courantrente. Het percentage van de rekening-courantrente waarmee in de raming rekening was gehouden is in het verslagjaar ondanks het economische herstel aanzienlijk achtergebleven. Hierdoor is het renteniveau van de debetrente lager uitgevallen dan waarmee rekening was gehouden. De berekende rente over de eigen financieringsmiddelen, de interne rentelasten, wijkt eveneens aanzienlijk af van de raming, € 184.459 positief. Dit wordt veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, gelet op de renteontwikkeling beperkt is gebleven tot 0,90%. Afschrijvingen Het resultaat op de afschrijvingskosten is ten opzichte van de gewijzigde begroting € 56.558 positief. Dit is een gevolg van een lager gerealiseerde netto investeringsniveau in het verslagjaar van € 2.907.370. Het betreft hierbij vooral een aantal investeringen met een korte afschrijvingstermijn wat dan ook geresulteerd heeft in een afname van de afschrijvingskosten met€ 373.589.
Waterschap Roer en Overmaas
105
Daarnaast dient eenmaal per jaar te worden nagegaan of de activa die op de balans zijn vermeld, nog wel worden gebruikt en of deze, mede gegeven de te verwachten resterende gebruiksduur, nog tegen de juiste waarde zijn gewaardeerd. Een natuurlijk moment voor deze evaluatie is bij het opstellen van de jaarrekening. Indien de activa tegen een te hoge waarde op de balans staan, dient de waardevermindering ten laste van de exploitatierekening te worden gebracht. De immateriële en materiële vaste activa zijn bij het opstellen van de jaarrekening beoordeeld. Deze beoordeling heeft erin geresulteerd dat door de herinrichting van de Eyserbeek op de markt in Simpelveld het beektracé dat in het begin jaren 90 in Simpelveld is heringericht en nog een boekwaarde heeft, in het verslagjaar versneld is afgeschreven. Ook worden in het verslagjaar een aantal investeringsprojecten uit onderhanden werken die niet tot uitvoering komen financieel afgesloten. Het betreft voorbereidingskosten die conform de 'nota vaste activa 2008' over een zo kort mogelijke periode (in één keer) dienen te worden afgeschreven. Tot slot zijn gelet op de 'nota vaste activa 2008' een klein aantal projecten, waarvan de boekwaarde kleiner of gelijk is dan € 2.500, in het verslagjaar extra afgeschreven. In totaliteit is dan ook € 317.031 voor versnelde afschrijving in aanmerking gekomen dat als volgt kan worden gespecificeerd. Projecten
Bedrag
Waterstaatkundige projecten
Recontructie Eyserbeek markt Simpelveld
100.059
Projecten die niet tot uitvoering komen
Landschapspark De Graven / operatie Bottleneck Herinrichting Ransdalerveld Verbeteren onderhoudsmogelijkheden watersysteem Realisatie centrale opslag calamiteitenmaterialen en steunpunt buitendienst Projecten met een boekwaarde kleiner dan € 2.500
154.378 -7.082 22.663 46.484 529
Voor een uitgebreide toelichting op het investeringsniveau 2011 wordt verwezen hoofdstuk 7. Hierin worden per programma de investeringen nader toegelicht. Personeelslasten De personeelslasten van € 10.068.132 hebben grotendeels betrekking op de salariskosten en de sociale premies van het personeel en bestuur, van € 9.228.568. Op de personeelslasten resteert ten opzichte van de gewijzigde begroting een tekort van € 69.633. Dit wordt vooral veroorzaakt door de toename van de post salarissen van bestuur en personeel met € 178.252. Hiervan wordt € 100.616 veroorzaakt door de wettelijk voorgeschreven financiële reservering van het hogere aantal overlopende vakantiedagen 2011 versus 2010. De restantoverschrijding van € 77.636 is een uitvloeisel van de te hoge tussentijdse aframing. Door de gemiddeld lagere dan geraamde personeelssterkte - werkelijke formatie 133,12 fte en normatieve formatie 138,96 fte - zijn in het verslagjaar de salariskosten Afgeraamd. Dit had echter moeten worden opgesplitst naar zowel de salariskosten als de sociale lasten. Hierdoor is op de salariskosten dan ook sprake geweest van een te hoge aframing. Deze wordt echter volledig gecompenseerd door de lagere sociale lasten.
106
Programmarekening 2011
De sociale lasten zijn afgenomen met € 88.203. Dit is een gevolg van het feit dat bij de berekening van de premies in de begroting rekening is gehouden met de op dat moment geldende percentages (2010) en de percentages voor 2011 lager zijn uitgevallen. Tevens zijn over minder fte sociale lasten betaald. Doordat minder gebruik is gemaakt van wachtgeldverplichtingen is de post uitkeringen voormalig personeel en bestuur in 2011 onderschreden met€ 15.243. Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 57.366.227 en bestaan voor ruim 87% uit de bijdrage aan het WBL en de BsGW. Hiervan geldt dat de begroting gelijk is aan de jaarrekening. In het verslagjaar bedroeg de bijdrage aan het WBL € 46.233.920 en aan de BsGW € 3.663.399 (inclusief de éénmalige initiële storting in het weerstandsvermogen van € 184.838). Het totaal van goederen en diensten van derden (exclusief de bijdrage aan het WBL en de BsGW) kende ten opzichte van de gewijzigde begroting een overschot van € 577.116. Binnen deze hoofdgroep hebben zich op alle onderdelen onderschrijdingen voorgedaan. •
Het overschot op het onderdeel duurzame gebruiksgoederen bedraagt € 40.244 en is vooral een gevolg van de lager kosten voor afrasteringen, werkmaterieel en gereedschap, meubilair en aankoop hard- en software.
•
De overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen zijn gedaald met € 81.329. Dit wordt veroorzaakt door een groot aantal kleine posten waarbij de belangrijkste zijn de afname van de kosten van computersupplies, grafische data en middelen beheer.
•
De energiekosten zijn gedaald met € 31.173 door een lager energieverbruik (gas en elektriciteit) en een contractverandering voor gas. Ook de kosten van benzine en diesel zijn lager uitgevallen.
•
De huren en rechten, verzekeringen en belastingen zijn in totaliteit afgenomen met € 18.682. Dit wordt veroorzaakt doordat de huurprijs van de bilocatie Parklaan 15 in verband met een contractaanpassing is verlaagd en voor een aantal verzekeringen nieuwe polissen zijn afgesloten.
•
Op onderhoud derden heeft zich een overschot voorgedaan van € 166.993. Zo zijn vooral de stortkosten voor het afvoeren van vuil en maaisel die gemoeid zijn met het profielonderhoud en onderhoud groenvoorziening gedaald met € 63.668. Verder heeft zich nog een onderschrijding van € 82.110 voorgedaan bij het onderhoud van hard- en software doordat onderhoudskosten zijn vervallen en externe netwerkverbindingen later zijn opgeleverd dan gepland.
•
Op het onderdeel overige diensten door derden resteert nog een overschot van € 238.864. De adviezen van derden zijn afgenomen met € 145.822. Zo zijn de advieskosten voor externe ondersteuning voor automatisering in het verslagjaar beperkt gebleven. Verder zijn geen saneringsonderzoeken voor herinrichtinglocaties en kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd en zijn de advieskosten voor de nieuwe maaibestekken voordelig uitgevallen.
Waterschap Roer en Overmaas
107
De advieskosten voor Kwaliteit Arbo en Milieu (KAM) echter zijn toegenomen in verband met het ISO-proof maken van de organisatie. Daarnaast laten een aantal kleine posten op dit onderdeel een onderschrijding zien waarbij de belangrijkste de afname van de portokosten, kosten gegevensverstrekking derden, kosten waakvlamovereenkomsten en exposities en educatie zijn. Laatstgenoemde is een direct gevolg van het feit dat het mogelijk is gebleken om een film over afvalwaterzuivering samen met 20 waterschappen te realiseren. Bijdragen aan derden De bijdragen aan derden van € 1.565.960 zijn ten opzichte van de gewijzigde begroting gedaald met € 791.560. Op het onderdeel 'bijdrage aan overheden' wordt dit in het verslagjaar voornamelijk veroorzaakt door de onderschrijdingen op de uitgaven voor de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' en 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) van respectievelijk € 172.288 en € 487.521. Verder is in 2011 op het onderdeel 'bijdrage aan overigen' de bijdrage aan het projectbureau Maas (Kaderrichtlijn water) beperkt gebleven. Ook is de bijdrage aan 'Het Waterschapshuis', als gevolg van het feit dat de vervanging van het Content Management Systeem (CMS) is uitgesteld en de bijdrage van TAX-i in 2011 niet in rekening is gebracht, met € 111.497 onderschreden. Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien De toevoeging aan de voorzieningen en de post onvoorzien bedraagt in het verslagjaar € 560.008 en is ten opzichte van de gewijzigde begroting afgenomen met€ 1.066.133. Dit wordt veroorzaakt door de toevoeging aan de 'voorziening TAX-i' van € 500.000 en doordat van de post onvoorzien, die in het verslagjaar tussentijds is bijgesteld tot € 1.566.141, geen gebruik van is gemaakt.
108
Programmarekening 2011
9.2
Toelichting op opbrengsten
Onderstaand zijn de werkelijk opbrengsten over het verslagjaar grafisch weergegeven.
Interne verrrekeningen 0,5% Waterschapsbelastingen 94,0%
Financiële baten 0,5% Personele baten 0,3% Goederen en diensten aan derden 0,1% Bijdragen van derden 4,6%
Financiële baten De financiële baten van € 440.537 zijn opgebouwd uit externe en interne rentebaten alsmede uit de dividenduitkering van de NWB bank. De externe rentebaten zijn in het verslagjaar beperkt gebleven. Het reguliere banksaldo in 2011 heeft geleid tot een marginale opbrengst van de rente rekening-courant van €1.161. Het niveau van de interne rentebaten bedraagt € 173.112 en is ten opzichte van de gewijzigde begroting afgenomen met€ 184.459. Dit wordt veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, door het zwakke economische herstel, beperkt is gebleven tot 0,90%. De hogere stand van de reserves en voorzieningen ten opzichte van de begroting heeft de daling van de interne rentebaten daartegenover enigszins gecompenseerd. Tot slot is van de NWB bank is op basis van het aandelenbezit in het verslagjaar nog een dividenduitkering ontvangen van € 266.264. Vooruitlopend op de nieuwe eisen van de zogenaamd leverage ratio die voorschrijft dat het eigen vermogen van banken vanaf 2018 tenminste 3% van het balanstotaal dient te zijn is dit vooralsnog de laatste dividenduitkering van de NWB bank. Personele baten De opbrengsten personele baten van € 235.158 hebben betrekking op bijdrage van derden in de salariskosten. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is deze post met € 25.842 afgenomen.
Waterschap Roer en Overmaas
109
Dit is het gevolg van een lagere bijdragen van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap, ziekte en WAO van een aantal medewerkers. Daarnaast zijn de opbrengsten voor de uitleen van een tweetal medewerkers aan de gemeente Maastricht op basis van de werkelijk bestede uren eveneens lager uitgevallen. Goederen en diensten aan derden De goederen en diensten aan derden van € 85.361 hebben betrekking op de verkoop van buitengebruik gesteld materieel, verleend jacht- en visrecht, controle van zwemwater t.b.v. de provincie, uitwisseling van geografische gegevens en de onderhoudsvergoeding van Oolderveste. De opbrengsten zijn in het verslagjaar ten opzichte van de bijgestelde begroting gedaald met € 6.889. Naast het feit dat de opbrengst van verkoop buitengebruik gesteld materieel, jacht- en visrecht en de verkoop van geografische gegevens in het verslagjaar hoger is dan verwacht wordt dit volledig veroorzaakt doordat de provinciale bijdrage voor de controle van het zwemwater is achtergebleven bij de raming. Bijdragen van derden De bijdrage van derden van € 3.771.294 hebben voornamelijk betrekking op de landelijke provinciale bijdrage voor de muskusratten- en beverrattenbestrijding, de afdracht van het positieve resultaat van het boekjaar 2010 van. het waterschapsbedrijf, de vereveningbijdrage vervuilingseenheden (ve's) tussen de beide Limburgse waterschappen en de opwaardering van de vordering op Landsbanki. Ten opzichte van de bijgestelde begroting zijn de 'bijdragen van derden' toegenomen met € 1.356.859. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door de opwaardering van de vordering op Landsbanki met € 1.050.000 (zie 6.4.1). Daarnaast wordt de stijging veroorzaakt door de verevening van het aantal (indirecte) ve's van € 215.366 per 31 december 2011 van WPM is verantwoord. De oorzaak van de verevening is dat het aantal ve's op basis van de realisatie over 2011 per beheersgebied afweek van de door de voormalige unit waterschapsheffing afgeven prognose bij de begroting 2011. Naast het feit dat het aantal ve's inkomsten genereert, wordt dit ook gehanteerd als verdeelsleutel bij de toerekening van de kosten van begroting van het waterschapsbedrijf. Gelet op een in 2005 afgesloten vereveningsovereenkomst vindt op basis van de geconstateerde verschillen op het einde van het jaar dan ook een verevening plaats tussen de beide waterschappen. Bovendien kan nog worden vermeld dat de bijdrage van het LCCM (Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding) voor de muskusrattenbestrijding hoger is uitgevallen en van het ministerie van Veiligheid en Justitie een bijdrage van € 64.722 is ontvangen in het kader van de Regeling tegemoetkoming schade bij overstroming van de Maas in januari 2011. Waterschapsbelastingen Na afloop van het verslagjaar is door de BsGW een door de accountant gewaarmerkte afrekening waterschapsheffingen 2007 tot met 2011 inclusief toelichting overlegd. Deze afrekening vormt de basis voor de verantwoording in 2011. Op basis van deze afrekening heeft de (bruto) opbrengst van de waterschapsbelastingen in het verslagjaar € 79.356.000 bedragen en is als volgt samengesteld:
110
Programmarekening 2011
Watersysteemheffing
Gebouwd Ingezetenen Ongebouwd Natuur
15.400.657 11.105.548 2.069.251 32.544
Verontreinigings heffing
Verontreinigingsheffing
737.000
Zuiveringsheffing
Zuiveringsheffing bedrijven Zuiveringsheffing huishoudens
13.264.700 36.746.300
Verder is belastingopbrengst gecorrigeerd voor kwijtschelding en oninbaarverklaringen van € 2.658.000 waardoor de netto opbrengst waterschapsbelastingen in het verslagjaar € 76.698.000 bedraagt. De specificatie van deze correctie ziet als volgt uit: Correctie belastingopbrengsten
i j
Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen
2.260.000 398.000
Ten opzichte van de bijgestelde begroting is de netto opbrengst waterschapsbelastingen in 2011 toegenomen met € 37.591. Deze toename bestaat voornamelijk uit een hogere opbrengst watersysteemheffing die gebaseerd is op de afrekening waterschapsheffingen 2011. Daarnaast is de correctie voor de oninbaar en kwijtschelding toegenomen. De toename van de watersysteemheffing en de ontwikkeling van het aantal vervuilingseenheden is onderstaand toegelicht. Watersysteemheffing De opbrengst watersysteemheffing is, in het verslagjaar ten opzichte van de gewijzigde raming toegenomen met € 42.300. Dit betreft de hogere opbrengst waterschapslasten over het belastingjaar 2009 die een gevolg een van het feit dat de WOZ-waarde van de categorie gebouwd hoger is uitgevallen dan waarmee rekening was gehouden door de BsGW. Zuiveringsheffing Voor wat betreft de zuiveringsheffing kan nog worden opgemerkt dat in het verslagjaar in de Provincie Limburg het aantal ve's met 7.500 is toegenomen ten opzichte van de begroting. Een en ander kan als volgt worden weergegeven. Aantale vervuilingseenheden
- Waterschap Peel en Maasvallei - Waterschap Roeren Overmaas Totaal
Waterschap Roer en Overmaas
2011 Begroting
Realisatie
572.500 1.014.750
580.000 1.014.750
1.587.250
1.594.750
111
Als gevolg van de toename van het aantal ve's (begroting versus realisatie) bij ons collega waterschap en de daardoor ontstane verschillen tussen beide waterschappen, heeft in 2011 een verevening plaatsgevonden om ongewenste schommelingen in de exploitatie te voorkomen. Zoals aangegeven onder 'bijdrage van derden' heeft dit geresulteerd in een verevening van €215.366 met WPM. Interne verrekeningen De interne verrekeningen van € 386.731 bestaan volledig uit geactiveerde lasten. Conform de BBVW en de 'nota vaste activa 2008', worden een gedeelte van de werkzaamheden van waterschapspersoneel verricht ten behoeve van investeringswerken geactiveerd. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is deze post met € 63.269 gedaald doordat op realisatiebasis minder uren aan projecten zijn besteed dan geraamd.
9.3
Exploitatieresultaat
Gelet op bovenstaande uiteenzetting resulteert het saldo van kosten en opbrengsten over 2011 in een positief resultaat van € 1.936.646. In de begroting 2011 werd nog uitgegaan van een exploitatietekort van € 1.823.600. Dit betekent dan ook dat het exploitatieresultaat in het verslagjaar ten opzichte van de raming een positieve ontwikkeling heeft laten zien. Voor de bestemming van het positieve resultaat wordt verwezen naar het aan deel II gevoegde 'Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief bestemming van het resultaat'.
112
Programmarekening 2011
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit financieel verslag opgenomen jaarrekening 2011 van het Waterschap Roer en Overmaas te Sittard gecontroleerd, bestaande uit de balans per 31 december 2011 en de rekening 2011 van lasten en baten naar soort met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van de verantwoording financieel beheer, beide in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Tevens is het dagelijks bestuur verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de begroting en met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Dagelijks bestuur is daarnaast verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 109, tweede lid, van de Waterschapswet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en het controleprotocol dat d.d. 30 november 2010 vastgesteld is door het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het Waterschap Roer en Overmaas. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van het
Waterschap Roer en Overmaas
113
Waterschap Roer en Overmaas gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is d.d. 30 november 2010 vastgesteld door het algemeen bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van de activa en passiva van het Waterschap Roer en Overmaas per 31 december 2011 en van de baten en lasten over 2011 in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder uw verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 109, lid 3, onder d, Waterschapswet melden wij dat de verantwoording financieel beheer, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Maastricht, 14 mei 2012 Ernst & Young Accountants LLP Drs. P.L.C.M. Janssen RA
114
Programmarekening 2011
Voorstellen Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening
en bestemming
van het positieve
saldo
Het dagelijks bestuur van Waterschap Roer en Overmaas verklaart dat deze jaarrekening ingevolge artikel 103, lid 3 van de Waterschapswet ter inzage is gelegd en dat van die neerlegging en verkrijgbaarstelling openbare kennisgeving is geschied. Mede gelet op de verklaring van de accountant van 14 mei 2012, die in onderhavige jaarrekening is opgenomen, wordt voorgesteld de jaarrekening 2011 conform het volgende conceptbesluit vast te stellen. Het batig saldo over het dienstjaar 2011 bedraagt € 1.936.646. In hoofdstuk 8 is het aangehaalde saldo verdeeld over de twee taken. Het watersysteembeheer sluit met een positief resultaat van € 1.727.396 en het zuiveringsbeheer met een positief resultaat van € 209.250. Voorgesteld wordt om van het batig saldo van € 1.936.646 een bedrag van € 172.288 toe te voegen aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak', € 487.521 toe te voegen aan de 'reserve niet kerende grondbewerking', en € 1.067.587 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing' (watersysteembeheer); en € 209.250 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing' (zuiveringsbeheer). Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
Waterschap Roer en Overmaas
115
Vaststelling van de jaarrekening
en bestemming
van het positieve
saldo
Het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas; Overwegende dat het dagelijks bestuur de jaarrekening 2011 heeft overlegd; Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur inzake de vaststelling van de jaarrekening 2011 en de bestemming van het voordelig saldo; Mede gelet op de bepalingen voor vaststelling van de jaarrekening zoals die zijn opgenomen in de Waterschapswet; BESLUIT 1.
de jaarrekening 2011 vast te stellen tot de volgende totalen: balans per 31 december € 106.069.103; rekening van kosten en opbrengsten 2011 respectievelijk € 79.680.435 en € 81.617.081.
2. het batig saldo ad € 1.936.646 als volgt te bestemmen: wafersysfeembe/ieer - € 172.288 toe te voegen aan de 'reserve afkoppelen verhard oppervlak'; - € 487.521 toe te voegen aan de 'reserve niet kerende grondbewerking'; - € 1.067.587 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing'; zuiveringsbeheer
-
3. J
€ 209.250 toe te voegen aan de 'egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing'.
Het voor 2011 per programma beschikbaar gestelde krediet dat niet is verleend ad € 6.382.931 intrekken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 26 juni 2012. De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
Waterschap Roer en Overmaas
117
m oi co
CM CO CO CM CO M" CN CO
Ol
t t CO CO IO, co O) CO CO CO rO Ol CO CO
CN
O z z
111
OO CO CO
1-
ui
m cn
CL
00
OJ
iri iri r>-
r—
T- \t s r- n s CM cn o co co CM
oi
O cr> co" u>
*CMCO OJ in cn co co' in to
T-
T-
CM IO CO CM CO Ui TT f- CO CM CM O CM CO Ol CO oj co ^- crj co CO CO ID N CO O
co cn ro co
co"
CO CM CO
co co CM co ui m co u) o cn IO co co ui ut -rt co co co co' TT' r-^ co i- r- CO CO IO IO CO CO CO CO T- O a) t o W cd
CO TJCM OJ
Ol ci
N
2s
oj 5
T- CM
u> m T- co CM "* IO (O CM CO O Ui "et" co co cd d ui cd CM C COCM CM-r*3- O CM M Ol 1- Tj-
CD CO CM CO
IO
— t co
CO (O N. CO
CO
co co S 5 cq
I
•8
IS-
d>
1- -rf O co co CO CO CO T-
S3
CM
$
4
t
•
sf *
o g
< > i—
O
<
UI H
Cf)
< >
O Ol CO CD O CD Ö CM co n co e co
CM c r-T-n CD oj CO' W CO
ccnn co
co C— rO CMTJ- CM co
CM CO <4" Ö CM O)
CM
c n CO
IN CO N CO
CO
co r—
1
o s1- r-co i 3 co c co o
CO 2
n
T-
CD
CO CO
CM
c oN s in s I- o' c o s o •*
CM 1
m t-
o eft oj co to in co
CN
m
o in co
CM O CD
Ï - CM
IO
co cd fin
IO Ol CM Ö W CO O O T- r- co CM cd CM r-'
00 CM CM co co co oj *— oi CM co
(0 CD
I k
> O
s c= co co cd 5 co
CO ' N CN LO CN r-CO Ol Ol CO
C O C N K OO OO IO CO CC O CCN oi oi in co' 1- r- CM O co co r- CM co' ui d Ol
I
s
X c
<
o " ino' co ^ s "* g foIOms cr> CN
§
et
if CM
s 3
< Ui
O <
_i
00
O CM
c § a> c ; * • g S * c
3 E O
O)
c 'c
I ai c
l i t s *
Si
E
£
3
f •" ?
• I I E
ro
E
M I S
KJ o x» o
CP
I
1
i
2 5 > c 3 Ol
3
O C
5
11
!
os E E
O O o o'> OO)
CN
CM
O Ui UI
oom
Z UI
O z LU N
CC
O O > z
2 3 Z
OO O O O
00
UI
co UI
£
I
UI CO UI
CC
CD >
O c
CD O
CC Q. Cü
ra £
D>
« 5
2
c
i
•I f 1t1 m ui o < _i
m
S L ID L V)
jj- tp cc S
•
£ i
S £
I&
CD
« w O) « to m £
Q.
CD
Q.
is 5 s 5
? w orao «
E2 «
S2
E oi it o s 4 UJ ? m S
CP XI
cc •£
TJi C
werki
w
CC CL Q . CO O XI "O
g. "E o> (0 co g € O) ID E
E S c
s
CD •Q CD
£
•g> ü
1
EX CL
1
Afko Niet
^
°>
sreserves teem
"ro
5
K
stem iteite elen rend
ra
UJ LU
s.
2
co E E
to CM
CM O
(0 ï*3
z Lil LU
ca o > S
0£
•*
LO
LO
CM
co
g»
CM CM
h~
S
CO
oo
ÏS
<s T— rC
<ü
O CM
r-
LO"
00 00
O
oo
cd co
tri LO 00
r—
O
00
e» a> co «o CM
CM
CN
5s e
>
bi
oo
o> a>
o •
CM
CM
oo ro co
CM
IO
LO
o o o ö CM
iri
ai
T-
U)
>* m et o
tri in
•o c ra (O c eg
i'i
<8 SP 4s co
l2
LU O _l 3 X O co LU
r-
o
o
t--
T-
•* co
oo CM
co
CD
co
s
t-~
o
O
O O 00
CM
o> tr-
ui
T— CB
O)
>
c
sz 0)
ai a> E i_
a
>
LO LO
a > to O)
CM O
O)
o o a> tri
o> CM
CM
oo o
o o co
to
s
CM
co c
CD >
O
to
O CD
CC CL
CO
co
43 0)
Q. CO
c
S co I 5 c
ü LU O < _l ffi
C
"5 £
JC
E O
ts a >
JQ
CD -7
CD CD
LU
CD co
•o
co CC
O s c co
JÉ
m
S to
a -j
5
(0
3 X O co ui (—
CD
13
c;
co
•a
O ) (/> 8o c X) co O =
11
E a> O
B —
o
c e
~m
c
o o 'óï
JÉ C
co CQ co <
< >
1
co
E E
co
O CM O LU UI
a ö "O CN
co •* co oi CM •*
rf o O
-
CM CM
CM co
co co uo' CM
CM cd
C D 00 id CM
o> CM CD cd O CM
CM O t~ cd O co
CM CD IO ö co MCM
IO
ro
CM O r~ld I-~ LO
CM CO LO ö co CM
LO
ro CO cd hCM
co CM O cd co CO
O
CO CM O cd
O IO co
cn cn
co
co
LO
cn
CM
cn cd
n m
cc:
co •* CD CM CM
O O
CM CM
CM CO cd MCM
00 ro
cd
00
CM
cn
ro e m c
«
_ ra a "SS
LO 00
O
**
00
CM cd CM CM
CO CD •* cd CO
o CM co cd C M LO
CM CD CM oi CM
CO CM CO Ö CO
1^-
co
a> IO oi
O CM oi
O
co O hl<
•* CO co cd
co
co
ro
X—
O h-' co co
co
CM
S «
co Ol
CM o> iri CM co
O
00
co oi •>*
O» Ol co O co"
CM O
co
co co CD
LO
O
ui
iri
ro co
5
•>!•
co
ro
co o> ro ö CM
CO id
oi O CM
co CM cd C M 00
ro
•<*
CM co IO co CM
Ol Ol oi
i^ 00
co o o ö ro co
O O oi Ol
o o CM
LO a> coco
CM
3
co
ro ro co-
LO
ro co oo' o
od oo
O co Ol
CM Ol
od
co cn ö
c o es CM
o T
—
CO
CM at
—I
c_Jo Ui UI
z O
07 CC Ui CL
to
00_
O O oi
IO r--"
O) ca
O)
ro cd
c
'E
•<*
1^
CM Ti-
co
co Ol
£ CD
> O
Cl)
o
CC
O
2 a> ai
UI
O
<
m
c
co O)
2 1=
O)
1
EI o o 0
ca > 3c a>
5
O
U
co
s
•§
t
at
o
>
UI UI
c
z O
O c e
sf I 5 I m 0)
UI H
O JS i_
2 at
I^ *»O §Ec 1 I a .- — s coI m m o o .
z
3
CU
~
S
O CM
C3>
c 'c CD
ui Q. _l
>- ü CQ
fó
>
O
H
O
I-
CL
0
.-
j2
ra N
c
E s> CD xy
ft x:= XI
O
.£
CD
•° "»
S ffi
c co J2 § 5> <= s ? S?'§
CO O X!
J8
2
Q
1
O O XI c 0)
O
00
oi
CM
x—
CM CD CM
co"
CO CD
3
.9 —' c
~o
CD
O
£ Ü §-
'o ë s §
CD
>-
>
CO
B
£
si
rf *— I—
CM CO ^
CO CO CD
CO
P
oCO OJ cS •i \< oci 00 00
O)
IO
<-
£E~ >
CO
cro ~Zc 2> S.c 2. E. ® 2•- #t! «> .5 2 •£» co
S
*N CO CD — X
O o to
CO
CO CO
1-
Gemiddeld 94.887, 701. 94.185,
1
s
CM IO CO
c
=Ö
CO CO
S>
CO
Tf
r-
to'
CM CM
CO
=- a ^
= ë = a
I
a
c i f
P
Is 8 s •a o CD
1
O
ro J
XI
E l
s
le
"O
? sI § ? 5S ai n c b Tf O) r § 8 5 » X I «= OJ S > cro o 2f ï i 5
32 £I
co 5i2
£
m
CD
•§!# oc ro> « "r•2o "gE g" « ±:o c o ro c o «i2 ° co roco xiXcIo roCOX I XI
CD 43
_CD
o
CD •*-
IS
>
CD
Ü
co
•=.
CO
43 CO
crao
0J
CD
CO
XI
O
a,
c
XI
2
CO Ü
o
'fcC O JcS o 2r ro c ro ccoo ro CO
C
JE
T
CD
(E
ro o ro
O CO
CO
—
I- (-
~
O CO
CD
C
CD —
O
I-
™.i
fj OS E i3 l•g i £ 5 •g ro CO
u
CO
«>
CD
g o
l i s
CD
O
§
O f5sÜ' cr
"5 -5E
Ü
"g co
XI
43
CO
1
ro
CP
=1
£
ü
^
oS E *
ra
r•*
3
CD
CD.
•C
O
CO
CD
CO
O 43
C g i §g 2 2> 2. CD CD
CM
oo
5>
2. "5S)5 ™ 2, 2> .S I l l s "O
0
CD c
00 CO CO
/12/10 92.710, 759, 91.951,
Si
f s
I f <8 ~
CM
CO
•g ro co § È § 3 t t ro2 ro £co _ro c= -coco .2 £ s £ o S ins .2 & %
.8CO
o>
CO
ID
1/12/11 97.065, 644. 96.420.
C
C OB T }CO
1
o
« O m
XI
—
&
43
l
"55 XI E T3
CO
uO
I-
O
s
22D roö£
XI
3
xi
•S
E
CD
S
111 CO
oro 3ro 2• = XI — "3ro —cc*o c£oX I I— I— CD 43
43
OO O N CO N CO CO LO t o c q o i co
O) c J5
S
T-
OO O)
CM O CD CM O CN CO T -
O CO N co CO O T - ID W Tn ca co o i
S co co ID
TT
CO
T-
t
10
N rO If> CO N
i i
CM
c o !>•
CC CO CO OO CD ffl CO Ol CO ^ CO OS CO CO W N «3
0P(ON(Dt-U)OSr-
n
IOO *COCOr-NtOeOt-
co o CO CD O O
t CO CO ID N oi oi CM c o D CM
o CO O oi CD C5)
o CD (O cd LO O
O) O CO co CD
g
O 73 • CM Ol CM '
„S = 2, 2 *
N ^ lf> T CO CM CO CM CO CM CO
CD
CO OO CM T -
IO
O
,
CA
c w o m c o o - ^ - o o - c - c o i n u > r - . c M ' « r c o < o ^ ' 0 « - c o ai CM" ö o i co" CM" co" c d «- OS "Ct Cö CM co c a cn c o <0 1I O CM CM f-
' Oï CO c o
d
co
»*? ° -g a mi
lS
CM CO Cft O cc o> o i r--'
CO CM CO 00 N t I O CM CO '
CM CM
£O
ii
CO tl» O» io OO in
Oi N "tf oi O)
O
T-
CO CO C M Ol oi CO LO
-é
co cn
-* f*CO ^ - T CM CO -^f
ia
co oi « Oï c o CO LO
©
Oï O) O- Oï
N CO N CD OJ ^ O } CM O O O CD -tj" CM O CM T J - CM Oï N-
*— O CO
CM C D O CM T"~ ö CO TjCO V -
CD'
CO'
T -
CO
en
CO T CD Oï LO LO
fJL
O
CO Oï IO CD CO Oi 05 TT CO
CO O T- C D
LO O
CM
O Ï ^ O TC M Ol
iri
tó co co cd cd o ï O ) ffl t O W Ol t OO CO CM Tf CD CÖ
00 CM
CM T-
CO CO
^
u
s <
oO tg CM CM
CO c o
Ui LO IO L O
c o c o -^j- C O CO T tf CM CD N M LO LO S
CO 00 Ui r».
co O l CM co co
-
LO
tó CO T T | ? t-
r*-
ui -«t
cd
•<* C O CO
O
C O CM
CM r-
I IS. 1^ (0 CO O O
II
N CO CO CO (O IO ö n T(O C M
t CO O co*
N CO
LO CO Ol oi ^
LO IO LO LO
cr>
O 00 CM CO CM O» tf r- O) CO TT CM Ol LO TJ-
5
OÏ
CD LO O
r-
e» co o i N O tO) c o c o
N CO
CO CO CO CD CM CO ^ oi (Oroc o c o r v c o N io
CM CD O t O ) CD t CO CM aN>
CM CO CM Oï co •<-
o>
T-
IO IO
r>~ T - o T - i o O CO L O CM
f
CD S
Oï oo' CO CM ICO CO CM LO CD co c d
S S S S3 IS'
S
N
*
CO
LO
S
LO
OI
^ 6 CO O CO
T}-
00
s
CO CM
1 - CM c*5
> O
CU O
cc
a. co
i E CU
®
ira' E O
J «
c S £ co 5 ra e e g .
E CD
Sr
.E
ra S, _
co
•2|
CD
I Si Cl LU CL ÜC
dl t
li tl
Q Ü
© (ö
£ E
J 3 I
« N E © CO
(0
goo >
l
5r
'I •D
!
I I $1
=
IJS
C
•n
ta
CO ö) OI
c
e e r •=
1
C L » 03 CD CD P $ OJ © co ~ i_ C 0J CD CD CD O CD £ m m CD
i
JZ SZ XZ 5
?
n
to en T - N
t
o
O O
*-
O) O)
c '5 c 'c cS c E c 5Ë
"55 %ffl__ ,E .£ ° g
J=
:
Ol I
m
t_J
m cj
CD C Ö CO
C O
:>x >x
3
i
v c
g •
Ë
O
e ,
co p
3
CD
CD
>
^ m £ 5 t5
t X
CQ ui CO O T - CM CM CO CO CO
:
111
S e
ll co S
> O
2
co E E CB
O CN
O LU
LU
DC C O C O C O f f l O O S C O C O
niocooi^eocotoco CD N-~
CO IO* CO CÓ"
CD
3 S
LO LO LO* CN
X
X
X
X
H
to
_l LU LU O
O t co 3 N N O CO
o:
LU >
' LO* LO* N*
N-*
z
LU H CO
O
X
~
.2
CU rO) C ® TB
C
CO
ra ro•£ <" £ d
co ro ro 5 g
1
•g -g O
0)
£
|
Cü
«
O
0
w a
» -6 £ = ro
s
o.
cn
itaa
—
Q
ila _ Ï Sc n < €o -» aO m LL LU CJ>
X
X
co a
g ~ra_g to ra-g
C
c 1
X
5
0) 0)
ü
ro _. o. o co XJ ~E
o .£.
X
C 3 K5 JÉ
D> CD
PI LO u>
X
CO
51 4? 8 8 1 5co sco D ï i_ C CÖ " o CÖ CO c S
•JZ
O)
w
ra
g> c c •g co .E o o CÖ c
11 XI
CO
co . .
II #c S1 S
M
ra '5 co X O *
T3 £ m O
£
-raro o O
c= CD
CD
$
co ó)
xi co co -~ XI o XI c
roco ra 8» 2e | -s
•I s < x O s2
O
O
E
€ € CU CD
§ S
"O
T3
_CD
CD (jj
Q)
CQ
CO
0)
_O
I §
co c: c c OJ co CO X I
TJ
s co 0 CU
2 co Ü 'c £ ro ••5 g> C
O
Oï
2
i
^ x:
~ -g -ë
I
c B o P •g 5
(0 O
XI
C;
» i
S
co
Ü
O
O) 2 = - — co 2 co co o 'c 2 tij £ !5 o 3 3
E
-S
•
.S |5 (o ü
C0
~ .3 § 3 C ö E ® | 'c
|S§ g i l
O
O Q_
.Q
g" s
u =E e co
ra o
o (5 » c
I a
.-e 'co 'p
I ro P 9-
•er
0
c
£
: E •= o CD ro o
o CÖ CD
o
E *
T - N C O ^ i O C O S C O O l O t 0 0 0 0 0 0 £0 C 0Q 0 O- C - - C -
BIJLAGE G Programma's en beleidsproducten WBL
BEGROTING WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG
Bruto kosten
2011 Overige opbrengsten
REKENING 2011
Aandeel Zuivering
Netto kosten
Aandeel WRO
Watersysteem
1.587.250
Zuivering
Watersysteem
1.014.750
Eigen plannen
265.754
265.754
265.754
Rioleringsplannen en subsidies lozingen
77.371
77.371
77.371
49.465
Plannen
343.125
343.125
343.125
219.365
169.900
Getransporteerd afvalwater
16.933.572
598.332
16.335.240
16.335.240
10.443.335
Gezuiverd afvalwater
34.419.331
190.100
34.229.231
34.229.231
21.883.202
Verwerkt slib
20.026.911
242.744
19.784.167
19.784.167
12.648,281
Zuiveren
71.379.814
1.031.176
70.348.638
70.348.638
44.974.818
Monitoring watersystemen
440.000
880.000
880.000
880.000
74.238
74.238
74.238
Instrumenten
954.238
954.238
74.238
Bestuur
734.120
734.120
734.120
469.333
Externe communicatie Bestuur, Externe communicatie en belastingen
734.120
734.120
734.120
469.333
72.380.121
71.500.121
129.738
129.738
72.509.859
71.629.859
-
-
WVO-vergunningen en meldingen
47.461
Handhaving WVO
Programmatotaal
Onvoorzien
73.411.297
1.031.176
129.738
880.000
880.000
47.461
440.000
45.710.977
440.000
82.943
Mutaties 'algemene' reserves
Totaal netto kosten
73.541.035
1.031.176
Geactiveerde lasten bouwprojecten
1.646.760
1.646.760
Geactiveerde lasten
1.646.760
1.646.760
692.959
692.959
75.880.754
3.370.895
Door baten gecompenseerde kosten
Waterschapsbedrijf Limburg (WBL)
Programma's en beleidsproducten BsGW
Belastingheffing Invordering Bestuur, Externe communicatie en belastingen Mutaties 'algemene' reserves
Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)
Waterschap Roer en Overmaas
Bruto kosten
2011 Overige opbrengsten
-
72.509.859
880.000
-
-
-
71.629.859
880.000
Aandeel Netto kosten
Zuivering
45.793.920
440.000
-
-
-
-
440.000
45.793.920
Aandeel WRO
Watersysteem
Zuivering
Watersysteem
2.515.631
2.515.631
772.804
1.742.827
772.804
1.742.827
962.930
962.930
477.474
485.456
477.474
485.456
3.478.561
1.250.278
2.228.283
1.250.278
2.228.283
184.838
66.542
118.296
66.542
118.296
3.663.399
1.316.820
2.346.579
1.316.820
2.346.579
3.478.561
-
184.838
3.663.399
•
135
BIJLAGE H
PROGRAMMA'S EN B E L E I D S P R O D U C T E N
Programma's, beleidsproducten en
R E K E N I N G 2011
Kostendrager Watersysteem
Zuiverings
beheer
beheer
Egen plannen Plannen van derden Rioleringsplannen en subsidies lozingen
1.032.575 1.698.237 80.423
169.108 49.235
1.201.683 1.698.237 129.658
Plannen
2.811.235
218.343
3.029.578
d e k k i n g s m i d d e i e n 2011
Totaal
Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen Baggeren en saneren van w aterlopen
12.916.032 415.638
12.916.032 415.638
Watersysteem
13.331.670
13.331.670
691.504 712.033 272.404
691.504 712.033 272.404
1.675.941
1.675.941
Calarriteitenbestrijding w atersystemen Aanleg en onderhoud w aterkeringen Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding Veiligheid
Getransporteerd afvalwater Gezuiverd afvalwater Verwerkt slib
10.394.688 21.781.266 12.589.363
10.394.688 21.781.266 12.589.363
Zuiveren
44.765.317
44.765.317
Beheersinstrumenten w aterkeringen Beheersinstrumenten watersystemen Beheer hoeveelheid water Monitoring w atersystemen Keur Vergunningen en keurontheffingen Handhaving keur Vergunningen en meldingen Handhaving Handhaving grondwaterbeheer
867.396 148.278 646.796 2.577.451 729.605 468.814 10.330 150.868 208.634 80.490
Instrumenten
5.888.662
885.886
6.774.548
Belastingheffing Invordering Bestuur Externe communicatie
3.464.256 485.455 1.040.721 363.720
775.508 477.475 1.017.939 297.589
4.239.764 962.930 2.058.660 661.309
Bestuur, externe communicatie en belastingen
5.354.152
2.568.511
7.922.663
29.061.660
48.438.057
77.499.717
-
82.557
82.557
118.296 320.288
66.542 179.712
184.838 500.000
900.728 654.302 1.050.000
900.728 -
1.801.456 654.302 1.050.000
Totaal netto k o s t e n
26.895.214
47.866.140
74.761.354
Opbrengst w aterschapsbelasting Correctie kwijtschelding Correctie oninbaarverklaringen
29.345.000 -578.000 -144.390
50.011.000 -1.682.000 -253.610
79.356.000 -2.260.000 -398.000
Dekkingsmiddelen
28.622.610
48.075.390
76.698.000
Exploitatieresultaat
1 727 396
209.250
1.936.646
Programmatotaal
Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Toevoeging reserve Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Toevoeging voorziening TAX-i Resultaat 2010 WBL Dividenden en overige algemene opbrengsten Opwaardering vordering Landsbanki
Waterschap Roer en Overmaas
468.814 10.330 198.108 208.634
867.396 148.278 646.796 2.577.451 729.605 937.628 20.660 348.976 417.268 80.490
137
BIJLAGE I
TREASURY
KASGELDLIMIET (X € 1.000)
1e kwartaal
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Financieringstekort (-) / overschot (+)
Ruimte (+) / overschrijding (-)
REKENING 2011
2e kwartaal
80.677 23% 18.556 -25.889
7.333-
3e kwartaal
4e kwartaal
80.677 23% 18.556 -14.039
80.677 23% 18.556 -519
80.677 23% 18.556 11.257-
4.517
18.037
7.299
TOETS RENTERISICONORM (x € 1.000)
2011
Renterisico op vaste schulden 1a 1b 1
Renteherziening vaste schulden o/g Renteherziening vaste schulden u/g Netto herziening vaste schulden (1a - 1 b)
2
Betaalde aflossingen
5.192
3
Renterisico op vaste schuld (1+2)
5.792
.
Renterisiconorm 4a
Begrotingstotaal (ingaande 1-1-2011)
4b
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage (ingaande 1-1-2011)
4
80.677
30%
24.203
Renterisiconorm (4ax4b)
Toets renterisiconorm 4
Renterisiconorm
3
Renterisico op vaste schuld
5
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (4-3)
Waterschap Roer en Overmaas
24.203 5.192
+
19.011
139
BIJLAGE J
OPBOUW EMU-SALDO
REKENING 2011
Onderdeel
2010
2011
bedrag
bedrag
x € 1.000
x € 1.000
1. EMU-exploitatiesaldo
+
524
2. Invloed investeringen - bruto-investeringsuitgaven + investeringssubsidies + verkoop materiële en immateriële vast activa + afschrijvingen
+ + +
12.284 432
3. Invloed voorzieningen + toevoegingen aan voorzieningen ten laste van de exploitatie - onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. de exploitatie - betalingen rechtstreeks uit voorzieningen 4. Deelnemingen en aandelen - boekwinst + boekverlies
EMU-saldo volgens rekening (+ overschot / - tekort)
Waterschap Roer en Overmaas
+
+
+
1.937
-
12.805 1.293
6.575
+ + +
175
+
560
147
-
8
-
+
-
4.725
-
7.158
-
1.865
141
CO puii-
l- iu in
CM
ö * LU
CO
ft
to LU
LU
0£
1
CO
to to
IO
s
to CO
to
CN
LU
CN CM
co
CO
LO O
O CO m
CD to
3
in
CO co
CO
CO CM CN
CO
CD O
sto
co
8
Ol
CO Ol
CO to CO to CO
s
CO
co
Oi
in
CM
to
8 in
oi
Ol
O Ol CN r-
s Ol
CM
8
CM
in oi co
in
m
8
in
to
8 m
oi • * CO
CO
CO to OI OI
CD CD
oi
O CO
Ol
CN
8
3S
co co
CO CO Ol to to
8 CCMO
o co oi
O Ol
Ol Ol
CO CO
** co
to co
Oi co in in
to CO CO CO
3
CM CM
CO CO
8
co co to to
cn
OI Ol
CO CO
LU
CO
oi
m
to
in
£C O 2
in co
oi o i
in
CM
- * CN
111
CO 00 CO CO
Ol
CM
CO LU
88
CM
as
LU
3
OI
CO
OS
CO LU
CM CM
o i co
3
in in co
8 CO 3
fcs
in
3 g CM
to in o to oi o i
t ö OI
OT
to to to
co
CO i»ro in Ol
co m to CO CO CO
oi
8
in m
in
8
in
in oi
CO Ol
O tC»M Ol
CO CO to to
CO to to CO CO
Ol OI
CO L X
m LX
to tx
s
CO
cn o i in co to
CO LU
in
LU LU C4
S oi
LU
m
3
CO
to
CO
8 CD
8
8
CO
cn
8 co
in oi
Ol
oi
CM
CM
-f
CO in CM
o to CO
in
o
oi
CM
to
CO CO
CO OI Ol
in in CD tD
t o tX
CQ L X
8
O to OI
a
CN
CN to CO
IS
Ol
co t x
C5
t»
m
or
co
8
3 3
co t x
to CO
CM
co t x
co t x
co tX
s
CO
m LX
s
CO in OI OI
CO
tx
m tr
8 OI s to
m
LU
s §
8.
8
ra
S
a
C3
CO CM
I!
s
iu
43
3 s
s
I
g
CD
5
g
CO
I
CD
rr (0 CD
co
m
ce
oc
CO
CM
N
c5 S-
1 2
S
CO
CO
to
to
CO
Ol
CO
CO
to
CO
UJ
to LU
m
LX
co
co
co
CD
ca
£0
2
CM
s s
00 to CO
Ol
CO
CD
to
CM
Ol oi
to
s
in CM
CM
Ol
8
8
CM
CO
Oi CO
s
in
m
in
as
O
LU
te
CM
H LU ui z ïo O iu o
LU
LU
w
LO
co CO
LU
3
CD
LU LU
LU CO
co
co
s
LO
LO CN
co
IO
CO O
CN
Ol
CN
co
O) CN
%8
-3- CD
co
8 co co co
s
LO
CD
O Ol
in
co
s
co co
CN
LO
co cn
LO
tn co
m
tn
CN
m
tn co
CN
tn
CN
CO
co
LO
CO co m
CN
CN
CN
CN CO CO
LO
E z
to
CD
CN
8! I
O
co
LO LO CN CN
LO LO CN CN
CD
LO LO
Ol O
CO CO co co
O) Ol
co co
CN CN CO co
CO CO
LO
co
tfi
CN LU
tX
a z
CO
LU
LU
co
CM
E 01
CN
LU
CN CN CO LU
2
CN
10
LX
tCDo CDm
LU
in tn
in r— Ol O
co CN
CN
CO
o tn
co
mo
tn CN
LO
o O) Ol O)
CO CD
CO
tn
co co
CN
co
CN
in co oi
co
CO
(0
LU
CC
tn
LU LU
8
8
co
CN
tn
CO co CO
CN LO
LU
co
CN
co
tn
CN
LO LO CO
CN CN
tn ccm cc
LO LO
to
cc
CO
co
co t r
tn
in
to m
CN
CQ CC
3 LO TT
LO
CN LO LO CN CN
co co
CQ CC
LO
tn to
co co
CN CN
tn rr
cn ccca cc
in in Ol Ol
CN
to rr
co t r
CO
co
co t x
co t x
co
cc
co
to t x
cn r r
ffl
8
CN
CN LO
S
CO LO
CO
CN
cc m
CO
co co
cc
co er m
tfi t0
cc CD
co
ra ai O)o
CO
ra ü
3? -c
cu
5
0)
CO
S co
CU
CD O)
«ro8
E ¥ coc
.5
co
E CÜ
ca
5
CD ca
CD O)
cu cu
C D cu ca
cu 3
ca
cu CQ
co
CU
CQ co
CO cu
J3
C D £ (D
CD <
oi
O)
cu
C D
cu
cu
co
3
c/>
ra
CU CO
CU OJ
O)
Ol
cu
CO X
Cu
m
Ë
d CN CU
ca
CU CU
CO CN
LU
& 2
CN
co
tn
CD
8 CO
co
co
CD
CO
co
co
co
CD
CD
CN CD
Q)
cu
to
ca
CS
CU
ca
CU
ra
a> co co
LO
CD
Cd ca
JC
cu
CU
cu
CU
co
co
CO
(0 cu
Ol
co
co
co
co
co
O O
O)
O)
CU
LU
Cu
S
cu
01
CU ca
5
0)
ra
Ol
ï at
CU
co
CU
O)
CU
8
O)
O Cu
CD
ca
ca
S
Ë
s
Ü ai
LU
CU
CD -o
C/3
ca ca
CU
co cc ca
CD
co
CO
CN CN
co
0)
co
O CN
O)
CO
CO CO
to D)
O
z z
8iu-uj•_ i-„Oui
s
4.000
CM
w
CM
r--
CO CO CM CM CO CO
o e o r-ico t~
CM
oi
cg
Z
4.967
CM CM CO CM LO CO
»,«»•••
3.766 2.939
967 1.015
CM
8
CM
CM CM CM CM
co m i"-
O O
1'
O
m co
0
CM
01
•*
co IO co
8
co co eo coco CO
CD
O
co rcd ro
co
CM
O
8
s
rCM
O
CO
CM
O O
u
co co
O
8 «
O co IO O
co co CM CM CM CM
O O CM CM
co m o r— ro
eo eo LO IO
CM CM
2.000
2.500
< _J 0. CO O
E
co co CO CO
CM C I eo eo r-- r~
9.376 6.384
Lf) r~ cn
oi
O
CO
CM
0-
O CM 0_
co
or
m
969 1.017
3.809 2.992
cr
!
8 8
2.000 1.410
eo CM SS «O V
CM
in
1.582 1.582
O
CM CM CM CM
LO CC
co or
CO
co
8
CM"
co or
Q O
LO CO
to in o r» Ios
m
or
co
CM
•E
1 co
i e 'CD
O CO
O
O
O
eo eo o co CM
0-
1 jE
I
O CO JC
coco co CD
I
O) C
N
•£
1 C
s -
£
n
O CO
5
CD
o o CL
CD
E
3
O»
c M
™
1 f
Herinrichting Kautalbeek, kam Beek Inclusief OAS (Optimalisatie afvalwatersysteem westelijke mijnstreek)
CM
cn o
•o
Herinrichting Hongerbeek
o O
Grondverwerving meandering waterlopen
:
NWO
eo
cr
P21/303/01 NWO
3
tn
O
O
8
CM
reo co co
Kleine investeringswerken 2011/2012
O
CQ
P21/301/14
O
co
CM
Te activeren uren Waterstaatkundige Werken
O
co or
r~ CM
CO
eo p«-
O
co
00 co co
NWO
8
§ 8
4.341-
O
co
O LO
0 co 01 CD '
8
CO
P21/301/10
g
£0 CC
Waterstaatkundige projecten
Herinrichting Mergelland-Oost
o
P18/003/02
CO
oin » *»
00 «J
P21/301/06
Herinrichting Centraal Plateau o
CO
CQ CC
P21/301/04
Herinrichting Anselderbeek, Kerkrade o
m cc
or
co
CO CM )S-
CM CM
s
33
co co
:
P20/003/01 NWO
Wegaanpassing Beutenaken CO
m
1-
;
ï
O CO
cc
IO
Verbetering onderhoudsmogelijkheden watersystemen
CO
to
4.000-
2.100 cc
CM CM
Herinrichting Ransdalerveld
CO
Oi Oi
S3
s
Herinrichting Beek
or
CO co co IO
OMN
CL
co
O
S
O O r»
OMN
g 3
CO
or
O
S
CM CM CO CM IO CO
O
1
OMN
s
as
8"
"*
1
OMN
o
or
CM
cn
OMN
r-U ttUJ ...
CQ
OMN
NWO
O
or
P13/001/08 NWO
Herinrichting Deeltraject Kanjel Rolhem
m ï
1.000
4,368 4,368
CM CM CO CO
IS
1.600 2,762
IS
3.622 3.622
i-
NWO
CM CM
in r--
m
co co
oot
o r-CM
in
001.
S
TJ-
268268-
— t
Recreatief medegebruik
ro co to
3.154
CM * CM CM
P21/101/01 BOA
o— r
DC < -J DC LU LU
2.260 110
CD
s
co eo io i o
CM CM
CM
P20/004/01
I
5,168 5,102
,eo
LU H CO LU >
LU O < _l -J m
8
•*
cn
in o
2.000 1.410
CO CM CM
8.666-
1.210
LO LO
CM CM
co co
EO
O
1.529 1.529
SS
co to
"
2.600-
2.260 110
CO LO
SS
O IO
o O co
4.325
3.745 3.745
CM CM CO CO
O O
IO
o eo m
CO
T
O LO
o
2.890 2.890
CM CM
co
O CM
6.000-
LO
-* cn
2,100
9.786 8.644 6.569
to
1.600 2.679
O
CO
3.154
CO O CO CM
10Q
CM T CM CM
m
1.000
CO CM
8.193
DC
4,545 4,479
LU
3.005
LU
O co
o
O. O O co O
z
z
z
co O O
8
§
co O
pO
CD
O Q_
co O
0.
O eo O
3
g co o
ccoo co
5 O OJ O. CÖ
CC JC
!2
«> co o
CM
CD £ co E E
CM
CD
8
CD
CN
O LU t_ LU iu
na©
P Uf « G O
LU
s
LU
LU
co
LU LU
CO cn
co C M
C M
C M
tr> en
cn cn
CM
LU CO
o
r»- co I- CO s
IO
C M O IO to
os o>
"* C M IO IO
CO CO
co r>CO CO
ta
CM
s
oD CO C
CM
C M
LO
C M
LO
3
co CM
g
s
IO
C M
CO
g
CO g
C M IO P-
CO CO
si
IO CO CO CD
s
s
C M
• * CM
C M C M cn
g
IO
CO
C M C M
CO CO
gg
eo eo
C M C M
co eo LO
Oi cn
in sm
O to
CM
Ol Ol
LU O S C Ol 10 c o T f C O
CO C O co eo
to co IO IO
CO CM IO
CM
CO
CD LU CO
LU
E
LU «
a
z
CM
co co CO CO
in LU
C M co co co CO CO CO CO
IS
2
co co
C M C M
to
C D O r«- co C M
LU
co en to to Ol CD
Ol tn
m co
3
C M cn IO C M
tn co to
ts> Oi in W CO
3
CM CM CM
(0
O C M
O CM
O CO CM
8 C M
s
g
LU
0£
LO
LU LU
8 LU
CM
g
C M
8
LO co
g
CO
8
C M
CO
CM
CO
eo
g
O CO
tn
io C M
o
IO CM
to
C M
CM
CD CD
C M C M Ol Ol
C M C M
Ol O co
Ol Ol
to
in m
TO 0)
m or
m
or
UJ .a
to cr
co t r
m
or
to or
co or
I
or
m
or
is E CO
CO
co or
5 S CO JC
co or
co or
a: tn
i
!
i co
> 2
< 2to
om
O
CO
CO
CO
CO
CO
CO
g
co
co C M
to
C M
CO
C O to
to
co
co
to
CO
CD co
E
cn
CO
co
2
I
6 E org
CO
t o or
1
cn
05
co or
TO
UJ
8
C B
to cn
m
s
I LU
co or
8.
S
LU
cn
ro
to
CM
a. CD
co to
eo
CO
to
CO
CO
C O
C M CO
lil U LU
CO
tn
CO
C O
co
C M
TO C M to co
CO
TO
O CM
O
_ E
-
O LU |_ S— LU LU '
gs
in
CM CM
CO
LU LU
CO to co
CC CM CM
r-
CM
8
CM !•CO CM IO CM
IO CM
O
8
8
8
O
O
CO
8
§
ta
O
•
CM
IO
CM
O
™ &
8
8
8
8
8
8
tn io
CM
**
•* -*
IO to CM CM
CO
O
CM CM
co t-
CO T-
§
CM
•
CM
cn oi o> Ol
CM CM CM CM
CO
co CM CM oo 1-
s
O
co
O co O
W
LO
A toA
IO
tn eo CM
co
CO 00
O — f co co LO
IO
o g
» CO
85
CD LO CO CO CM
s
CM
s
IO IO
m •
§ tn
CM CM
ca CD IO IO
00
CO
o> •*
Ol
to m co co CM CM
O O
CO CM
co co
CL CO
O
s
o;
O co
z
CO CM CM CO
LU
— f co
Ol CO
Ol IO
*ï
CO co
Ol
Ol
LU >
O
CM CM O CO
DC <
T-
CM
CM
r--
O
•f
CM
co
CM CM
•
CM
IO
to to
CM IO
' co
O CM
fes
'~
co CM eo
CM T-
IO CM CO
CO
O
8
T-
CD CO CO CO
O
O
co — eo tco
CO CM
2
LU LU
8
O O
O O
O O
O O
lO
IO co
O CO
8
8
8
CO
to
O co **
co co
1
p«-
co co
r-
o rIO
•
CM
CM
Is
8
8
O O
• co
O) LO
m
CM
CO
IO CM
•
CM
(C
TJ-
tn to
co §>
33
O in
I
co co có co
co eo
CM CM
CO CO
LO IO CO CO CM CM
;
ï
Vismigratie Gulp, fase 1 en 2
Vispassage Baalsbruggermolen Kerkrade
O
O
O
O z
O z
to
P13/Q01/04
P12/001/13
co
co
O z
CM
9
O O 00 CL
O co
cc
m cc
:
co CC ï
m cc
CO LT
CO CC
CO
ï
i
;
ï
1 € co
s
•ï
tp
2
Cd
1 €
11
OO) CD co O cc
ico O
s g to O 0-
s
CO
O co O O
co g tn 0-
•s o o Z & È c jo
o
nra s e CD PO
O
CO
O 9 CM
9
IO
a
I
1 2
(0
s
<
(!)
tS
!
& O rr co O
ïO
oi
CM O
8
0_
§ 2 o co O
O O
1
B
ë
ro 2
E
M €
CD
1
I8
o S
s 8
0.
00
O § O
8
m CC
O
z
co O 5ï
CC
§ 1
(O O CL
xz
CD j*: Cd
ie: c c X
CO CC
CO
t
:
CC
m cc
2
c
3
CD C •®
<
LL
cr
O
O)
•e -i=
CD
1
i CD
s c
CD
•o cu CQ S" É
c
CD C
c
a I 1 ic CD
£
O CO
X O CO
Io
z g
O & z g
O Z co
O z g
O z O
8
8
g o
O co O
CD O CL
CO O 0.
8 O
CL
CO
cc
ï
2 e
co or
CO
O CL
O CO
CL
Drie Regenwaterbuifers in de gemeenten EchtSusteren, Gutpen-Wittem en Roerdalen
ï
cc
Wateroverlast stroomgebied Ur, Stein
CO
Vispassage Wittemermolen Wïttem
t
m cc
CO
Merstet kademuren en vispassage Commandeursmoten
CQ
Si
co cc
O
ro
LU
cc
P10/001/33 NWO
ï
CO
Aanleg regenwaterbuffer Onze Lieve Vrouwenbos te Beek
CC
P01/001/05 NWO
CQ
Verbetering waterverdeling Maasnielderbeek
« E
O <
ccoo
CO
CM
O co O z
CM
O
1 CL
CD
ê CD 1
O) O CC Q. CO sz
O
tn B IS
o CN
CD
co E E
CM
00
3
P !M f-
— I UI ill
s LU
IO
UJ
UI
LU
C M CO
L LU U
C M
C M
G> CO
C M
C M
g
g
C M
CM CM
C M CO CO CO C M
s
co
Ol C M C M
CO C M
CM
CO CO IO IO CM CM
IO co 01 IO C M
CM t~ CM
C M C M CO C M
CM CM
cn CM
g
KI
CM
CO
g
in
co CO CO
IO
CO CO
g
IO
C M CO
g
Ol Ol
g
CO C M Tfr C M
cn co CD C M CO
CM
r-~ CD
CM
C O
CM
CO co
CM IO IO
l i
LU
C M C M C M Ol Ol
co eo co co LO IO C M C M C M CD CD
CD CD
CM CM
N C4 M CM
CM CM
s
S3
g
CO
LU
(9
CM CM
CM
CM
2
8 CM
LU CO
LU
LU LU
CD CO
cn co co C M C M O)
Ol C M
g
s UI
CM CM
3
C D
$5
L U CO UJ LU UI
M
CM
co
eo co
s
CM
to
CM eo O) Ol CO CD C M
g
g
to
eo C M
co Oi C M C M C D CO
CM3
C M Ol 3
CM
CO
CMCM CM
CD CO
g
CD
C M
CM
g
g CO
CM o tn
é> to
to
g
o co
CO LO
CO CO
IO CM
rt C M
CO
CO CO
CM
8
C O to
co o r
to tr
C M cn oi
CM CM
CD CD
co or
co or
03
TO TO
CM OL GO tr
to or
co or
to o; m or m or
ca tr
to or
t o or
GO
co or
or
co or
O)
£0
S
DC
to
(0 DO
s
s E
a or
to
00
E £
i CO
CM
C*J
E
E
I
O) CO
Hi
C O
S E
&
UJ
Ï
CO
111
E
ED
to
LU
!
S CO O S
to
1& CO
< to
C>
!
cn co to
CO
U UJ
LU CQ
CO
to
g
CO
C M
C M
C M
CO to
C M
C M
C M
C M
C M
C M
C M
CM
D)
LO
Si
CD
CO
to
s
s s
CO
ffl CO
eo
co
E S
£
UJ C M
ro
CO
TO CD
S
DC — CM
O
co
CM
CM
Se
LU LU
co
CC
10 CM
eo
eo
CO CM
OJ
co co
IO
co co — r CM
CO CM CO s
8
Ol
CO
CM CM
O CO
I-
to
tn Ol IO
CM CO
O CM
O
'
O LO
* CO
Is
O to
(O 10 co
LO
CO CM CO CO
t»s Uï ICM- P~ -r-
0
s
O
CM
tM r-
CL CO
§
O
8
CM
LO Cl CM CM
CO
UJ
S
O
CO
CD
o>
LO T
CO CO
CO •*
S
O CM *J-
O) eo 10 CM CM
I•V CO
O co IO CM
§ t-
co to LO
O O CM CM
IO lO (O CO
CM CM CM CM CM CM
CO CO
LO
eo co I-- CM
eo CM O CO CO I-
LO
Lo
O CM
s
00 co CO
8
8
co CM
SS
O CÖ L O "ï" CM
tD
— r
Sg
UI
s
8
CO
co
I-
CM
IO LO CO CO co CO
O 0
CM CO
CO
CO
• CO
CM 00
0
ep
LO
tO
CO CO 1CM CM
CM CM
Oi CO TT tO CM CM
fj" CM co co
1
z
Of LU CO LU
> Z
eo eo tO f-
CO CM
CO
T-
«
s
CM CM
s
CO CM CO
Ol Oï LO
LU LU
It
IO O) t- co co f». CM ^
O T CM
s•
§
p •
co r--
CO CM CO CO
INCO
CD
s
CD
01 IO ICM - — Tt s
O LO
•* T eo
8
eo 00
0 0
8
CM CO CM
8
CM
LO
LO
< O co
P
C (0 CL
"33 CD
E « 'ö c
1 CD
c
I
O
CO Z3
CM
CM
CM
0.
CL-
CO
0.
CC
ro ra 2 c 0 O) c
•§ tD
ï
O) c
"5 w •o CD
ra >LO
O z
CM
0.
CC
co cr
•
83
Ol
LO 0-
10 10 co co co co
CO
CO
Ol 01 CM CM
Q CO to to CM
CM CM
CC
m CC
EO
CC
CQ
CC
CO
OC
CO
cc
CO
cc
CO
ra X LUh01-
O to
CC
a
K3 S
BJ UI < 5 o ö s £ O
1 •* <
"5
EZ CD XI c
co
5 "5
CC tz
1
co ro c
CQ O) c •c 42
CQ IO
% E
o. (O £
c _ c ra a.
0 f,, ,
c
&
c
2
w
0
8
1
E
ra c ra c
<
* 1 To
CQ
I S
O C
uy C Q CD
CD LO >
ffl 73 Ë 3
1 CD CD tij
ra u ffl ro ra S
c ui
a 2
a
a
01
0
g
1
CM
CO CM
0
CO
CM 0.
g CM CL
O g CL
& co
Ü JE
p
CO
è
cc
.£ ro
Pis
CC
CD O
C
LO
P
LO 0.
S 9
CD
CQ
P21/301/09 NWO
CO
Belastingsysteem TAX-I
CC
O O CM CM
LO tO
P23/007/06
CO
0 10
CM
Verkiezingen 2012
co cc
CO co LO (O
CO CO TT
CD
CD
0 r»
eo LO CM
P23/007/05 MID
CM CM CM CM CM CM
Ol T
CO
o
3/900/02
ondrzkn progr instrumenten wbp 10-15
LO LO to CO
S ï •e- CM
1/305/01
CQ
**
1/201/01
_i
CC
(O
1/104/01
(!) <
CM CM
1/102/09 BOA
IO
LU
LO Oï
CM
CD
o S
•
S
O
s I
CM CO
I-
Opmaken / herzien ieggers
w
8
CM
iToetsing werknormen Nationaal Bestuursakkoord Water
SS
LO
O
i
O»
Veiiigheidstoetsing waterkeringen Maas 20 2017 {4e toetsronde)
o> «O
0£ <
3/900/04
o
O g eo CM CL
CD
"2 O O. 0 ra as
?
tD tn O
e CM
S
g co
CL
O CM
ro c 'c
8
p ui — I tü ui ui
CM
UI
CM CM
Ui
fM
Lu
LU
DC
ta
UI UI
s
UJ
co
to
CO
8
CO Oi
s
Oi
ol
Oi
CN co
IO C M
s
CM
O
Ë
co
Z
C M
co co
C Ö to
ui
(O
cCo M
O)
CM
2
UI tO Ui
CM
UI
CO
co co C O
ui
2
CO
DC
sco
Ui
tco o
s
eo
G> IO C M
CO Ui CM
LU
C D
Ui
tP
g
ui
C M
CM
C M
CM
o tg 03
i
IO
CM
CM
ra o CO
ra C O f»
cc
m
ca cc
CQ cc
co cr
CD CD
s
CC
ca
C M CO
C M
ca LL.
5 V) £0 IO
S 3
5
ra
8
LO
C M
cn
CN O)
a> CO
LU
CD
co O UJ
Lu
ui
CD CÖ
Ui C M
C M
C M eo C M
CD
CO
8 C M
co
D)
C M
ï
1
c• (J) CL
O
HL
c
(0 GJ
"O c O ö) c CD
c
'Ë
O O > c
«j a
J
c CD
E
0 O)
-a
0
co > c CD ^£ CO IN c (0
CO
CD T3 C 0 •D 0 i_ 0 X! L_ O O
O O ca
-o —C b O O) CD X! CD c CD "g O) a5 c IN
TJ
c
8 D) C t»
O) c
TJ "55 i_ O)
o O > c ro *-
t XI O) o <
CD c •« O CÖ CD ë" CD Q. T 3 co
' N
CD <
CD T3 C O Tc 0 o ^ c co co xi c O v_ CO c CD CO c CD XI O O
+-
o
C -O.
co •035O IIo> co CO 00 CN èö CN UO I 00 Oi 00 s
s
s
a> E 0) 73
O O O O O O ö ö O O O ICN 00 s
>
O O O
ö
O Is
LO
CÖ
ü
0 c "c 0 ti ^ 0 >T -
NI LU 15 I X t= £
> X! 0 5
1
0 co
§ 0 XI c 0 S0 XI o O >0 0
• ï
0 © O ^
CO c e 0 'e O 0 XI c co co XI c p a. O
c? 0 «a> -g O >o c ro Q. 0 XI ro
co 0 ^ ro co XI ^ c -<-• •iZ 03 0 -£=
ro
§ S
0 D 3 0> 0 X! C 0 0 E 0 O) co ^—1 0 x: c ro ro ' "E o «s c 0 E o c 0 . co c: ^ 0 o S S ro
I?
CD XI 0 c 0 0 E 0 _c?
3
c
E
CO 1 -
CD XI co -g 0 CD C < C CD XI — > is CO D TJ CO 0 C CO x: C D c ro "2 S o Q. 0 0 o 0 c c 5 XI > CD CO ro XI CO üc= O i_ i s 0COCN 0 2 £ o =£ 0 "g Io CD CD
a>
ro
L_
0
a o JX c ro ro
_0
(O
CD
a
L_
J£
O XI C co co
N
CD
co cö cn
>
0 XI _C CO O c x: o
c
s
O CO
"O c ro w CD T3
>
c
CN Q> O 00 ^ CN I - LO •<- CN
0 "co _3 O c xf co ro ro > 0 co 0 XI 0
CL
CS
5
O
0 > 0 _ ro
ro &
xï = o 0 N xi
tn
O CM k.
O
n E
ej> o <ü
•o O CL
C © O O
CL
O)
c.
"iZ
Q> •+-> w
o > c c O
HM
co co ra
E i
CD
C
CU Q5
o CC Q. CO SZ O
2
a> ro
5
o
c
0
0 0
•4—»
O O
XI
0 0
> 0
0 XI
3
CD 0
co co xi c
_ tico c:
c
CO O
ro o h~ *-
0 TJ O XI 0 CO
LO .CD CM X3
o £
c
CN J 2
CÖ
co "2
§1 > 0 55, _co co
i
3 0
O 0
c c
ro
N
o o
(0 0 > O
L_
c
CÖ _CÖ
0 0
co 'c
L_
0
0 v. 0 > O CO
£ o
0 0
0 ° -
CÖ CÖ
co £
c
co
81
c 'c i_
O CN
0 T5 C CÖ
lm
CD
B
> c o) S
Si
E
CD
O CD TJ
0
Q .
c
0
-Q
3
C CD
tö XJ
42 CO
CD
==*
' N
Q.
O
5
co O)
c
Ui
C 0
CD >
CD
I
0)
0 0 O CO 0 X5 03
co co o
oo
*
c
'•5 *S c
S
ca
C 03
0 CO
T3
O
> co x: co •D "0 X
•c O
EZ 0
•+—'
0
x> 0
0 XI
c
0
O
co
co .32 c
0 > 0 TJ
c ro > c
0 3
ex 0 co c
0 > 0
O O 0 :0 O
co 0 co co c
c ro c
0 O
0
"E
0
•e
0 >
O XL
c
cz
0 0
co
0
*: 0 0
s
CÖ 03 * s co
o_
c 0 XI
c
-Q £ • * ^7 03 LO | T l t F co
r
11 <° 3 cocjy
x c 0 co c
'c?
LO
0 X
0
0
CL
O CÖ •*=•
v
o
O 0
O
CD
c c
0
9
'5 :32 Xl o 0 co §
a
ro
1 1
ü
'
CD
r;
Ij
T-
L.
, _
51
Ia
CO
1
"te ro ©co c
=5 g® C 0
0 >
0 3
"O O
0 0
0
"E
i— 0
co
o "ü 0 > o co 0
ro
5 .32 c x 52 co £ c ' N
Je 5 in 0
0
.2 % 0 c > a>
3 O 0) co c O O 0)
:«
c ro > c0 3
O co co
an
CÖ CÖ
0
E c ro ro -t-» jo o >
de
> c
c
0
Lü X
LO
T-
LO
T-
Oi CN CO T-
CN
CN
T-
T-
CN
co
s O CD O
cc CL
CO
35
.a
© > 2
ï: o ï
a 5 s £
s £ £ £ c Z S ! S ! £ ! S ! £ ! £ !
t
< <
0
0
J=
E
o O
0
CO
"5
5 co C° co
E
O
^ CÖ
C
0
x
O
TJ
0 0 <: 3
_0
0
»
0
C
co > 0
CL
CO
0
0 £ 0 TFJ 5ï 0
c
CD CO
O)
CO
c
c
CL
0
c
CD *-> O CD
CD
0
TJ
o c
1 5
[O © Q> O)
13
•Q •Q
CD
CD
2
Q C 0) *•»
C .® "O
c 52 o
'3
O) O
*J X
O
"33 o
0
%—
,c
jQ i
O O
TJ
>
£ CD
•e O
,_ CD O) £
ö
c
§
ro _ro
0
TJ
c
£
•g
1-
"S
i i
O
c u
t I
e c CD
1 3
c
!
O X O
c
73 0
0 0
S:
I
O
Is
o O
ra CS
1_
D TJ
CD
O
o
co
0
5
0
c
C
3 J£ O C
0
tt
0
CD
0
E
3
CO (O cr 3 TJ
c ro > CÖ c
£ _ro 1
O.
ro z
o
TJ
CÖ
CO ro s—
0 '5 CO XI 3 0 XI CD 0 > O >
sco
"g
<4->
ro 52 >
4—<
CO T J T J
o
o 0 X
0)
4ü
_0
"cö O
CL
C
0 0 0 c
0
SS 3
CO
C°
S,
^
—
0 C?
£ 0
L_
O) TJ
£ 0
^ C
CÖ
c
"33
TJ CD O
c
co
. O
TJ
OJ
0
CN
E w 03
>
o i— 0 _C0 T J — T J M— 3
XI
C 0 oo J£ c L_ 0 0 c
0 0
CÖ 0
co "w O
CL
c ro 0 co > ro 0 c CO «p 0 3 c c E c co c ^ ro £ S oo O
0 co > O 0 0. Q
0
0
H-<
TJ
03
CL
5
._ 0 X
«5
£
c CZ •
_
o. o
co co 0
0 OJ CO
ro ro
'CO CÖ
X!
CO
0
c
co oo
03 ' ~
o
0
^
c :i,^CI
C
Ol T J
8 >|
C
O] T J
ro
£
-ü; co 3
•8
0 0 o TJ co E CO c ro uE o 9 'co
0
CS
*
•£ ^
E 0 £ co ro
TJ C 'c 0 ra c _ J ro 5
0 O) O 0 °
0 > O CÖ c ra i_ 0
CL
ro c £ ^ £ 0co g» § o c 2 jo
« ,5
0 0
T -
0
c ro co TS
E
T5
£•
ro
0 0
0
O
J»C
o ro 03
C
CÖ 0 CÖ
E c ro
O) o .
E £ > O c=. LU
i
0
E
CO CO
N
o o
CO
o.
o
03
0
xs
c. •c Q c
£"
TJ
•c
ro ro
~8
0> 0
c
0
TJ
TJ
£= O TJ
m CO
TJ
S2 c
>
c
0
jS o c x:
S- ^0 ro
o
i -
TJ
O)
ro
CD
5
£ S3
03
0
C
0 X 0
-CÖ XI 3 ro co _ 03 0 0 %
0 CO 0 0 Q . O O C L o> O CO '<3 o i 0 ro co CO o . T J ro C o _ro £ oro L~ o c 0 o TJ
ro
(D
c
z
co c fl>
0
co
0
*i
0 >
4?
> r-
• s
c ro :=, ro ro N cz E ro &_
45 0 co co
®
_OJ T03 O X > v- E
0
C 0 ö 0) CD CÖ — co 0 tv X> >
CO c 0
0
V-
—
CD
co c "c 0 j>e
2 o co co
C CD ">
0
TJ
0 > 0
O
"° £
cz "S 0 .92, co 2 0 > w CCfL CL
0
1 §
c ro
i"
c
0
O o
>
C CÖ ro
c E> &
£
0
5 "2
w 0 co >, C33 lil 0
i
E ro co ^
(0
A-s
g
CN
co O)
_c
c
o
0
0 0 ( 0
CO
co :
n
X
0-
0 •g 'o CÖ S ro x O
o ro
-Qö.-
CD CD
c
tj0)
É T i»
0
XO O
0 0
c
°
0
O
x
ro
c
_ro
TJ
C
0
2 -2 0 u •£
C
0 > O
^
8
o co
0
TJ
0 0 CO S ••—»
c
CÖ
ro E CL
i_
£ 1
ro
C
O
Q.
w CO
tö
w
X! T J 0 |Q ,
CL
§
CO CÖ
co co 2 E
0 0
0 > 0
| c
co > > c
> >
"c
"c <: TJ
c
5
>
co co ro 0
{5
0 "_o 'co
> £ O O
03 0
TJ
4?
r c05 £ 8J 03
x _co ro £2 c £
c
•§ ro o i l 0
LU ~_
0
> SS c
8 >
g
05
S 03 "2 'M 03 * ; o co
>
03
_ . 0 ro co O ö| cn 0> 3
c
X O
0 > 0
TJ
0 CO 0
2 0 . ro 5 c:
0
o
O. c
0 0
§ £ x cz w 0 S> o
1 ? ro
I t
c ro § >
2 g F -D ®
O
c
0
11 i
£ c
CO
c
ro
>
TJ
0
JO. XJ X J -Q
O
0
S— 0
0
ro ro
.£ to •c
0
> o 0
ro <: c ro > ro c
£ o o o >
OJ
co ~
©
P.
2
Et co
5 cz ro j*
0
o
<0 D
.£
0
0
E © 0)
0
JC
_j C
TJ
0
0 0
-=
c
—
£ 5
Ü
£2 §• cro 0 o TJ
: ^ !=
CO 0
!_
CN
-S
o
I —
0
TJ
.E j^
<° =D C
0
0
0
E
X
«
0 TJ
ro
co 0
Io
0
0
c
§
>
TJ
*
8
c
CO
CO
.!=
0
c •;=
I ro
O O O CM CL
W
z
-i. to
"3 0
I* CL
X?
0
CO O
05
c TJ - g 1- 'tn c c & %
3 J*
c
co L_
03
ro T J x> ^ !S 0ro
0 hro c
O
co
TJ 0
ocE
0
"c ro ro c
X2
03
0
£ .??
O O JC
—•
ro ro ro ro ro ro
c TJ
0
0
-«—*
I ooo
ro c C L o 0£ c >0 > ro .o? c0
c O 0 > c c 0 ro V 0£ > * o; 0
CN O
0 0
•S 2 O S
3
03 fc E
>
Io
0
o .£
0
3
J*
l |c
CO
CO
Ö
2 0 C O c\i 0 2 co 0 LO TJ W c co ro
^ro i 0
0
OH
0
"I ro I § F ro
CO
O
0 3
>
0
O
5
X3
0 TJ 0 -*-<
CO E co co
„ p
=S" 0
>
°i C —
3
«
E
"T 0 c0 o I o o o
to 0
.ro cv 0 . ro
3 3
'3
JC 0
"55
O
ro -o
co
§
0
o
0
0
0
Q
c S
©
]5
1 i
^
c 5 ro d. j ^
X3
3 3 TJ 0
TJ
ü
©
to c
0
'c7
0. 0 .
Ü
0
1-
c ro >
TJ c ©
CL
c © 0
c
C 03
c-
© tO
O
© X
c -E
•B ro — © ro 0 'cT E -o C C L ro co * J Qro N ü? ro
C
O O O O
°
C O C O
TJ
C CO
JQ
to © ro p
0
.£ ©
^*
JC
JQ
c c TJ 0 TJ c 0 _ro c 0
c 3
c
e ~
c
0
Q IS
0
o
0
s
co co E 0
•55
0 >
s
L_
0
c v TJ O c© 0 o © TJ ,© co c X3 ® • c CM
© © 2 0. ia co ro CL
LU T
w
c © ro co
co
CM CL
0
.S> ro ro ro
'N i_
©
ro
0
c
c E ro ro cz c 0 0 o -*—' co to 0 o ro j^ 0 ro 0 c Xi 0
©
52
Q
c ©
c
"TJ
ro
3
ro "2 o 'co
© JJ£ X 3
3
:
£
ZL
0
c
to
0
©
£ o
TJ c
CO
32 JcX:
"N 0
0
ro ro g © ro g P E 0 c -g 0 <
5
1©
ro ©
f ! E
N ©
-
O CM O
ro 3
—
0
O
tö ro ro
0
^ 'N 0
0
_l
Ö j
E
c "o E 0 c 0 .92 o 32 ^—'
O
© TJ t—
JsC
ro co .£,4:
J*
C
© TJ
ro TJ
O
'3
ro $ 'tö o
"3
*J
J>;
ro JQ
§
5
C
© ©
ro ="
I CO
(E15 mc © © t? TJ
i3 CL J *
C
N
c
TJ
0
to to E
c
© ^ o ra ü ro 0 3 • 2 . ? =5© o c
0
c
*—< +J
1I
0
1 ^o o
O
£ © 42
0
© ro
tj
1 §o
£ > Jsi © ro © ©X
ro
I!
'E o o
©
TJ c
TJ 0 c © © ro c c ro .w ro £ ro
0 TJ 0
r
© ro ro
c TJ" W © .S2 ro E «= ro o TJ X J to ro
C35 03
O O
c ©
co 0 'to © o o 0 co L_ ro >
c ê © 0
ro 2
^
C
i i JC
c >
1
ro
>
C
c "2 © ö
o
CM
^
c 'p" © © CL ro ~
to ©
co O co
O
ro
i E _ ^ i ro /i, C —
N
© w
0
TJ
.
S
E
JQ C
0 * 0
c ©
S ro|
JC
© © ro co
c: -c
O
5 $ o
© > © o
c
TJ TJ
TJ ©
"co
"55
o .£ >© > _i
E
©
c ©
© >
c5
>
c ro >
0
O
2 15 ro ©
o c
2 co
2 ©
0
TJ
il
0 5
c
0
0
ci _
CL
cz
11 I& ©
TJ © X
>
to ro 3 ro 1- X5
© © O
* ;
a5> ro
O
E
03
É
E
0
c ro 0 > TJ
TJ tO
0 CO
>
•£
-
0
C3
v
03,
=s co
0
4? ro 0
© c
CO J£
§ "S
Q i O
ro
S
~
c Jat 0 -ro TJ > 3 O JC J * co ro
0 0
C
ro
0
O LU co
0
TJ
ro © c ro - f t co — .3d -
X
SS ft 03
E
>- ro
CO
0
0
O •
E
=«
2
© ©
TJ c
TJ 0
N
3
J^£
ro VU» c
CL
O C
TJ c
0
TJ 0
ro . o 2 Q. 0 x
05
TJ
0
"g" Q.
E
0
c
fe
CS
o
co
aT 9?
.4-1
ro
C 3 ^
0 >
co LO£
c
5
E
£ 0 0
L_
._
c
> c ro ro
0
TJ
•
ro ro ro
t
0
JC
0 ©
E
03
k. CO 0 0 ro 4? ro ro c0 TJ ro O
— 3 «= ro ro • S E 0 0 c g E TJ e § o ^ ro c o c Q_ 0 :§. 2.3 N c
TJ 0
0
0
LU E
0 ©
c
c ©
c
c
0
0 JX:
O
X3
ro
1 oI
—
0
c ro ro TJ
CL
0
0 CO
C
= 7
M—
-J| CO o
ro <= 2 JJ cb
TJ
0
0
0
0
W
>
o ro o ro ^ ro ££ TJ
J^
0 5
> ro M _ _ro 0
1 ro o=
TJ
w
o "g -32 ro o o CO ^ J C > .!= c TJ o c o 0) © ft q t o S2. o o CO
0
O
0
ro •= 0
£ 0 >
co ro ^ o l o 0 i 0* 0 J* '2" 1o © © CL
ro
TJ C
I&
3» 0 ro .2. ro ft *« ; 0
0
£
X
Q
0 0
c
2 Tro cn
0
1 o J
c 1
E
o
O
J*
«S c ft -5? "c? c 0 0 c 0 o OJ o. C O co .S2 J C 0
co
TJ
Q. O
g>
i~ 0
0
0 0
c
CD
X5
cz
c
CD
•?r © - N .ti © TJ TJ Q
©
C!3
l « Jü
C
c
0
0
~ö
ro 5
Tj
ro
> ©
ro c ©
cz
is ro
enko st zijl de een euw
2 ro .2. co © s ro
CO
CD-
0
£
. g xs
CO CD — XJ c 0
c ro
E
0
0
C 0
CO
c
0
XJ C C
CO
0 0
•>
0 >
c/> ro
0 c c
OJ O
o g
/-"» W 'N
—
&
m
c
D.
CL
1 i 0
0
XJ
C o ro > c
03 S ^ al ro X J
iS
E ro N
AO
ro fc,
E c 0
0 0
'S;
•
0 "c
koo ie p nodig
©
E
®
ro __ CD CZ XIro > tö
>
to 0 0
sz
c
JO
co ro ^ ro 5 " 0 O XI O co 2> x : c _to to O o 0 ro '5 . O "ë c -0 XJ DJ 8 "° 0 t5 0 O O m C XJ XJ co D_ 2 0 >ii 3) c " - C L CÖ C CO C O > ro *- c co © 0 0 X J -5 ro cz £ ro © 0 0
©
ro x : c _ ro | £ a 0 -3 m to ö -o §
W ® 3 ro c 0 & COL X_ — ro ro ^ .£ xi E "^ 0 1 o 0 ro 0 -o o C L O > C 0 ro ro £ 0 _ Q
•4-»
_ 0 0
E
0
10 O
£
c
0_
XJ
o 0
.2
o
o co <jy c
o -o o ro
c: 0
"55 co
XJ
ro .ts
ro 3
co
ro
0 0
cz 0 0
XJ
§
E
c ro
co o . ro .2 o cö E .E X! •o > co CD
d. |
1 £ ^ $ o .2.1 ro > o
§
O "? LU j= ro >
£?
*co 1 s. '£
O
0 x:
co ro s cz 0 0 1ü
jë # ro © cl
^ O O
> to 'to ro
w
H
9
©
2 C >D x0: ~ c 0 ° 0 c o ro ro ro o >
8o CL
ro ro
2 5co
0 ro .co £ ro (0 X J ro X0J © S "5 £ "§ J2 # ro •ti 0 g 0 ro Of X J co > co £ co O O 0 O m 0 c
XI ro co ro c ro ro
CZ
Ê -8
CN O O CM CM
0.
XJ N 0
'L.
c
0
XJ
O
O
XJ
£
11
E %
•S ^ o £
XJ
JX: