Meerjarenvisie
Volkskredietbank voor Noord-Oost Groningen
Ernst Ottens ENT advies & interim Combo consultancy Oktober 2007
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. De omgeving
4
De gemeente als regisseur en opdrachtgever De klant De uitvoeringsorganisatie 3. Integrale Schuldhulpverlening (ISHV)
6
4. Basisuitgangspunten voor een meerjarenvisie van de VKB
9
basisafspraken Het basispakket Aanvullend pakket 5.
Randvoorwaarden
12
Bijlage Begrippenlijst
Meerjarenvisie VKB
14
Pagina 2
1. Inleiding Het stellen van de volgende kernvraag is aanleiding geweest om te komen tot de ontwikkeling van een meerjarenvisie voor de VKB en haar deelnemende gemeenten. “Wat verwachten de deelnemende gemeenten van de VKB in termen van doelstellingen, producten, trajecten en wat hebben de deelnemende gemeenten daar dan voor over?” De afwezigheid van een helder toekomstperspectief en de vertaling naar concrete afspraken maakt de samenwerking tussen gemeenten en VKB kwetsbaar en zorgt voor opeenvolgende discussies en vragen zonder dat deze afdoende worden afgerond naar tevredenheid van alle partijen. Samen met alle bestuurders en beleidsvormers van de deelnemende gemeenten en het management van de VKB is gezocht naar een antwoord op de kernvraag. En het antwoord is in gezamenlijkheid gevonden en verwoord in dit visiedocument. Afgesproken is om de visie op hoofdlijnen te verwoorden in dit document. Onderdeel van het visiedocument vormen twee belangrijke bijlagen waarin de uitwerking van de visie nader wordt geconcretiseerd, namelijk de bestuursovereenkomst en de dienstverleningsovereenkomst (DVO). In de bestuursovereenkomst maken de 10 gemeenten afspraken over de integrale aanpak schuldhulpverlening en de rol van de uitvoeringorganisatie hierin. In de DVO worden concrete afspraken gemaakt tussen de individuele gemeente en de VKB over de dienstverlening. In het vervolg van deze notitie komen de volge nde onderdelen aan de orde: Korte omschrijving van omgeving van: - De regisseur/opdrachtgever - De klant - De uitvoeringsorganisatie - De koers en invulling - Randvoorwaarden
Meerjarenvisie VKB
Pagina 3
2. De omgeving
De gemeente als regisseur en opdrachtgever Er is een duidelijke trend waarneembaar dat de gemeenten in diverse wetten en regelingen meer en meer de regierol voor de directe uitvoering in handen krijgen inclusief de verantwoordelijkheid over het budget. Voorbeelden daarvan zijn de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet op de startkwalificatie en de komende herziening van de Wet Sociale Werkvoorziening. Een dergelijk wettelijk kader ontbreekt voor de schuldhulpverlening. In de concepttekst van de WMO stond schuldhulpverlening als apart prestatiegebied ge noemd, maar bij de totstandkoming van de WMO is dit onderdeel niet in stand gebleven. De regierol van de gemeenten voor de schuldhulpverlening en daarmee de verantwoordelijkheid is er niet minder om, integendeel. Integrale schuldhulpverlening heeft alles te maken met de invulling van de zorgplicht van de gemeente voor haar inwoners. Op welke wijze deze zorgplicht moet worden ingevuld en hoe de uitvoering te organiseren wordt aan de gemeente overgelaten. Daarom is het nodig dat de gemeente zelf hierin haar kaders stelt. Tot op heden was het kader van de 10 gemeenten die deel uitmaken van de Gemeenschappelijke Regeling van de VKB, bewust of onbewust: alle klanten voor schuldhulpverlening worden toegelaten en alle kosten worden bij de gemeenten neergelegd.
De klant In het werkgebied van de deelnemende gemeenten is vergeleken met de rest van Nederland sprake van een hogere werkloosheid, lagere scholingsgraad en een lager inkomensniveau. Dit betekent dat in verhouding de kans dat schuldenproblematiek in het werkgebied van de VKB voorkomt groter is en daarmee in verhouding een groter deel van de middelen aan schuldhulpverlening nodig is. Zowel landelijk als regionaal zijn hierover rapportages verschenen. De provinciale staten van Groningen heeft in maart van dit jaar nog een armoedeconferentie gehouden, waarin regionale rapportages zijn besproken. Daarnaast kan worden verwezen naar het rapport ‘Maatschappelijk rendement Integrale Schuldhulpverlening’ van augustus 2007 (MDO, SWD en VKB), waarin naast de statische gegevens uit de vorige onderzoeken een berekening wordt gemaakt van het aanzienlijke rendement van integrale schuldhulpverlening. Het is wellicht zinvol te onderzoeken op welke wijze middelen van gemeenten kunnen worden gecombineerd. Een klant toeleiden naar werk kan tegelijkertijd worden gecombineerd met schuldhulpverlening. Dit duale traject kan worden gefinancierd uit het werkdeel van de WWB, immers belemmeringen die in de weg staan om uit te stromen naar werk worden in het kader van dit traject weggenomen. Het aantal klanten dat een beroep doet op schuldhulpverlening is toegenomen. Algemeen geldt dat klanten die te maken hebben met een problematische schuldsituatie zich te laat melden (de schoenendoos met ongeopende rekeningen). De exacte omvang van de problematiek is daardoor lastig te bepalen.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 4
Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat meer wordt ingezet op het ontwikkelen van producten in het kader van preventie. Duidelijk is ook geworden dat het nodig is hier tijdig mee te starten, bijvoorbeeld op de middelbare scholen, omdat problematische schuldsituaties op jonge leeftijd kunnen ontstaan (en daarmee ook het voorkomen zo snel mogelijk moet worden ingezet)
De uitvoeringsorganisatie De Volkskredietbank voor Noordoost Groningen is een Gemeenschappelijke Regeling (GR) met de volgende doelstelling. Art. 3 GR: “De bank heeft met uitsluiting van winstbejag, tot doel: a. Op zakelijke en sociaal verantwoorde wijze in de behoefte aan volkskrediet te voorzien; b. Woeker en maatschappelijke minder gewenste vormen van volkskrediet te voorkomen; c. Hulp te verlenen bij het herstellen van het geldelijk evenwicht in het budget van hen die in financiële moeilijkheden verkeren of dreigen te geraken.” De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat met name de ontwikkeling van de doelstelling van art. 3 sub c van de GR een grote vlucht heeft genomen. Er zijn nieuwe producten ontwikkeld, er is meer aandacht gekomen voor preventie en gelijkertijd is de importantie van de sociale kredietverlening bij de VKB afgenomen. Deze trend is bij alle kredietbanken waarneembaar. Het sociaal krediet is in feite niet meer het hoofdproduct. Er zijn geen wachtlijsten en de VKB is voor elke klant van de aangesloten gemeenten zeer laagdrempelig. De VKB heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een organisatie die kwaliteit hoog in het vaandel heeft, meewerkt aan landelijke en internationale ontwikkelingen en kiest voor een duidelijke profilering. Daarin schuilt de kracht van de VKB en daar bevindt zich ook haar valkuil. De beste willen zijn is één, de beste blijken te zijn is een andere. Er ontbreekt een goede benchmark en er zijn onvoldoende landelijke afspraken gemaakt over eenduidige productvoering. Dat de VKB haar processen zeer goed op orde heeft blijkt uit de ISO-certificering. Dat is echter geen sluitende aanwijzing dat klanten en opdrachtgevers tevreden zijn over de dienstverlening van de VKB. Een onafhankelijk tevredenheidsonderzoek kan hierin zekerheid geven. Dat is echter geen aanwijzing dat zowel de klanten als de opdrachtgevers tevreden zijn over de dienstverlening van de VKB. De beste zijn kan dus in die zin onvoldoende worden onderbouwd. Adviespunten: a. Gemeenten wordt geadviseerd om de mogelijkheden om (meer) gebruik te maken van andere budgetten voor de financiering van schuldhulpverlening te onderzoeken/ te benutten; b. VKB mee laten werken aan onderzoeken in het kader van schuldhulpverlening en benchmark en de activiteiten van de NVVK.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 5
3. Integrale Schuldhulpverlening (ISHV) De gemeenten hebben de regierol en zijn verantwoordelijk voor: a. Beleidsvorming en –bepaling; b. Samenwerking in de keten; c. Opdrachtgeving aan de uitvoeringsorganisaties; d. Budgetten. Ad a beleidsvorming en bepaling De integrale schuldhulpverlening is onderdeel van het armoedebeleid van gemeenten. Er zullen altijd mensen met problematische schulden zijn (3% van de bevolking) . De zorgplicht voor de hulpverlening aan haar inwoners ligt bij de gemeente. In dit hoofdstuk wordt een voorstel gedaan voor de invulling van dat deel van de zorgplicht van de integrale schuldhulpverlening, waarvoor de VKB als uitvoeringsorganisatie is aangewezen1. Ad b Samenwerking in de keten De integraliteit van de schuldhulpverlening wordt gewaarborgd door een goede samenwerking in de keten. Problematische schuldsituatie kunnen op alle terreinen en leefgebieden zichtbaar worden. Dat kan zijn bij scholen/voortgezet onderwijs, bij hulpverlenende instanties, bij werkgevers, bij handhavingactiviteiten (politie), bij de gezondheidszorg, bij de uitkeringverstrekkende instantie,bij trajecten in het kader van participatie en reïntegratie enz.. Bij de gemeente komt alles samen en daarom is de gemeente ook bij uitstek de regievoerder en daarmee ook verantwoordelijk voor de samenwerking in de keten. De integrale schuldhulpverlening vraagt ook om een integrale aanpak. Naast het oplossen van de schulden is het ook noodzakelijk de oorzaak van de schulden aan te pakken. Daarom is de samenwerking in de keten ook zo belangrijk. Inzet van de verschillende onderdelen voor de integrale schuldhulpverlening zoals Algemeen maatschappelijk werk, verslavingszorg, psychosociale hulpverlening, bijzondere bijstandsverlening, schuldregeling, inkomensondersteuning en reïntegratie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de gemeente. Ad c Opdrachtgeving aan de uitvoeringsorganisaties Als duidelijk is welke uitvoeringsorganisatie wat doet in het kader van integrale schuldhulpverlening is een belangrijke voorwaarde voor een goede samenwerking in de keten al ingevuld. De gemeente kan besluiten een groot deel zelf ter hand te nemen of het besluiten het volledig over te dragen aan één of meerdere uitvoeringsorganisaties. In beide gevallen is een heldere opdrachtformulering noodzakelijk. De praktijk is nog lastiger, want diverse onderdelen van integrale schuldhulpverlening worden uitgevoerd door verschillende organisaties. Budgetbegeleiding is een product van de VKB. De VKB heeft ook een onderdeel budgetcoaching en adviesgesprekken2. Daarnaast vervult het Algemeen Maatschappelijk Werk een rol in de begeleiding van klanten als het gaat om gedragsverandering. Het nu zo 1
De uitvoering van de integrale schuldhulpverlening gebeurt door meerdere organisaties: de VKB heeft hierin een belangrijke taak. 2 Hiermee wordt geen oordeel geveld. De VKB heeft deze producten ontwikkeld, omdat er klaarblijkelijk behoefte bestond. De gemeente moet nu gaan bepalen of dit tot de kerntaak van de VKB of het AMW behoort.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 6
geregeld dat de VKB maatschappelijk werk inkoopt namens de gemeenten en dat deze inkoop via de exploitatie van de VKB gaat. Een deel van de vaste bijdrage wordt hiervoor gebruikt. De vraag die voorligt is of de gemeenten deze situatie zien als een goede invulling van hun regierol en invulling van de integrale aanpak schuldhulpverlening. De gemeenten bepalen welke organisatie welk onderdeel uitvoert. Tijdens de bijeenkomst met vertegenwoordigers van alle gemeenten is de suggestie gedaan om de eerste gesprekken te voeren in het WMO-loket en dat daar wordt gestart met een basisintakeformulier dat door alle organisaties in de keten kan worden gebruikt. Dat vergt verder onderzoek en ontwikkeling. Belangrijk is in elk geval dat de opdrachtgeving helder is en duidelijk is welke organisatie wat doet. In het rapport “maatschappelijk rendement ISHV” wordt voorgesteld een speerpunt ambtenaar aan te wijzen die aanspreekbaar is op de coördinerende en regierol van het armoedebeleid van de gemeente (en daarmee tevens aanspreekpunt is voor de uitvoerende organisaties) Ad d Budgetten. Schuldhulpverlening en met name integrale schuldhulpverlening wordt gefinancierd uit diverse budgetten. Dat kan ook nog per gemeente verschillen. A lgemene middelen van de gemeente, welzijnsbudgetten, inkomensdeel van de WWB (bijzondere bijstand) en het werkdeel kunnen bronnen van financiering zijn. De gemeenten betalen een vaste bijdrage per inwoner aan de VKB. Deze was ingesteld vanuit een solidariteitsprincipe en oorspronkelijk bedoeld voor de dekking van de vaste kosten van de organisatie. Dat is nu niet meer het geval. De vaste bijdrage wordt nu nog voor een deel gebruikt voor de inkoop van het Algemeen Maatschappelijk Werk. De vaste bijdrage bepaalt ook voor een deel de kosten van uittreding van een lid van de GR. Naast de vaste bijdrage worden de producten nu aan de gemeenten in rekening gebracht. De vaste bijdrage voor 2007 bedraagt € 1,70 per inwoner. In deze notitie wordt voorgesteld om van alle producten de kostprijs inclusief overhead te berekenen en in rekening te brengen. Daarvoor is de vaste bijdrage niet nodig. Voorgesteld wordt om de vaste bijdrage direct te koppelen aan 3 specifieke begrotingsposten die gericht zijn op bevordering van de integraliteit van schuldhulpverlening en algemene preventie namelijk: o Inkoop Algemeen Maatschappelijk Werk o Voorlichting o Innovatie (research & development) De hoogte van de vaste bijdrage wordt bepaald door de omvang van deze drie begrotingsposten. Door de vaststelling van de begroting door het Algemeen Bestuur van de GR is de hoogte van de vaste bijdrage voor het begrotingsjaar ook bekend. De vaste bijdrage is derhalve variabel en kan per jaar verschillen. Adviespunten: a. Gemeenten kunnen goed invulling geven aan haar regietaak door duidelijke opdrachtformulering en afbakening; b. Onderzoek de mogelijkheden voor een digitaal basisintakeformulier voor de (schuld)hulpverlening; Meerjarenvisie VKB
Pagina 7
c. Geadviseerd wordt de vaste bijdrage te koppelen aan drie vaste begrotingsposten, namelijk inkoop AMW, voorlichting en innovatie. De vaste bijdrage wordt daarmee ingezet voor de bevordering van de integraliteit van de schuldhulpverlening en preventie. De hoogte van de vaste bijdrage wordt bepaald door de omvang van deze 3 begrotingsposten en kan per jaar verschillen. d. Bereken per product de integrale kostprijs.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 8
4 Basisuitgangspunten voor een meerjarenvisie van de VKB
basisafspraken a. De VKB is een uitvoeringsorganisatie van de gemeenten in het kader van het armoedebeleid en de integrale schuldhulpverlening; b. De Gemeenschappelijke regeling van de VKB wordt beschouwd als een adequate rechtsvorm en wordt niet gewijzigd; c. Er wordt noch door de gemeenten noch door de VKB ingezet op uitbreiding van de GR. Verzoeken van andere gemeenten tot toetreding worden per geval beoordeeld ; d. De minimale zorgplicht die alle gemeenten willen afnemen in het kader van de schuldhulpverlening van de VKB worden opgenomen in een basispakket; e. Alle onderdelen van het basispakket zijn vrij toegankelijk voor de inwoners van de aangesloten gemeenten (geen drempel); f. De gemeenten kiezen bewust voor een open einde financiering voor de hulpverlening in het kader van het basispakket; g. De dienstverlening in het kader van het basispakket wordt met de gemeenten afgerekend op werkelijke kosten; h. In een aanvullend pakket worden de extra producten opgenomen die de VKB heeft ontwikkeld op eigen initiatief of in opdracht en die niet tot het basispakket behoren. i. De producten uit het aanvullend pakket kunnen alleen na goedkeuring van de opdrachtgever worden ingezet. Dit kan zijn goedkeuring voor één of meer producten voor alle inwoners in een overeenkomst of goedkeuring voor één product in een individueel geval In de bestuursovereenkomst worden de afspraken van de 10 gemeenten geformaliseerd.
Het basispakket De volgende producten/diensten vormen het basispakket van de VKB: a. Intake en diagnose ten behoeve van producten uit het basispakket en in het kader van preventie (inclusief adviesgesprekken en crisisinterventie) b. Budgetbeheer ? Financieel beheer ? Licht ? Middel ? Zwaar c. Schuldregeling ? Schuldregeling voortraject ? Schuldbemiddeling ? Schuldsanering incl. saneringskrediet d. WSNP-verklaring e. Sociaal krediet met inachtneming van de Wet Fido Toelichting basispakket: Intake en diagnose: de kwaliteit van de dienstverlening start met een goede intake in maximaal vier gesprekken, waarin alles wat van belang is voor de uitvoering van één van de producten van het basispakket op tafel komt. De gemeenten hebben gekozen voor een zo laagdrempelig mogelijke Meerjarenvisie VKB
Pagina 9
vorm van dienstverlening. Dat betekent dat ook een intake en diagnose dat niet leidt tot hulpverlening van één van de producten uit het basispakket, maar tot preventieve gesprekken onderdeel uitmaken van het basispakket (de adviesgesprekken). Budgetbeheer: onder budgetbeheer wordt verstaan het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de rekeninghouder3 en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen (art. 1.1 van de gedragscode budgetbeheer NVVK). Titel 4 van de gedragscode budgetbeheer regelt de verschillende vormen van budgetbeheer, namelijk de budgetbeheer basis, budgetbeheer plus en budgetbeheer totaal 4. Een belangrijke voorwaarde voor een benchmark is dat appels met appels worden vergeleken. Daarom is het aan te raden de verschillende onderdelen van budgetbeheer van de VKB in overeenstemming te brengen met de door alle leden van de NVVK te volgen gedragscode. Schuldregeling: De vigerende gedragscode Schuldregeling van de NVVK stamt uit 2004. Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. In de gedragscode schuldregeling zijn de algemene uitgangspunten opgenomen. Op dit moment vindt een vernieuwing van de schuldregeling plaats om de effectiviteit van het zogenaamde minnelijke traject te vergroten. De WSNP-verklaring is een verklaring op basis van de Faillissementswet die een gemeente afgeeft op het moment dat een minnelijk traject niet haalbaar is en een schuldenaar toegelaten wil worden tot het wettelijke traject van schuldsanering (WSNP staat voor wet schuldsanering natuurlijke personen dat een onderdeel vormt van de Faillissementswet) Dit is een wettelijke taak die de VKB voor de gemeenten uitvoert. Sociaal krediet: een krediet dat verstrekt wordt in het kader van sociale kredietverlening, niet zijnde een saneringskrediet als bedoeld in de Gedragscode Schuldregeling. Sociale kredietverlening: kredietverlening als bedoeld in de Wet financiering decentrale overheden en waarbij de kredietnemer bewust wordt gemaakt van de risico’s van het krediet, een individueel advies wordt gegeven en waarbij niet de omzet van de kredietbank prevaleert. Op 31 mei 2007 heeft de NVVK de gedragscode Sociale Kredietverlening vastgesteld. Geadviseerd wordt om deze gedragscode, evenals de gedragscode budgetbeheer, integraal te volgen.
Aanvullend pakket De volgende producten/diensten kunnen onderdeel uitmaken van het aanvullend pakket en/of kunnen worden ingezet voor individuele inkoop: a. Preventie (coaching- en begeleidingsgesprekken) b. Cursus en training c. Bewindvoering d. Kredietverlening onderborgstelling: a. Persoonlijke lening b. Hypotheken c. Woonwagenfinanciering d. Besluit zelfstandigen e. Administratiekantoor a. Beheer PGB 3
Rekeninghouder: de natuurlijke persoon die bij een lid van de NVVK een budgetbeheerrekening aanhoudt. 4 Basis: als betalingen worden verricht ten minste voor huur/hypotheek, energie en ziektekostenverzerkering; plus: wil zeggen basis plus minimaal één reservering overeenkomstig het budgetplan en “totaal” wanneer het gaat om een onbeperkt aantal betalingen.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 10
b. Kasbetalingen c. Rekeningbeheer f. Overige zaken, inclusief toekomstige producten Toelichting aanvullend pakket: In het aanvullende pakket zijn die producten opgenomen die niet door alle gemeenten worden afgenomen of in opdracht van één of meerdere gemeenten zijn ontwikkeld of door de VKB zelf zijn ontwikkeld. De VKB heeft een productenoverzicht gemaakt. Het zou de inzichtelijkheid voor de gemeenten/opdrachtgevers vergroten als over wordt gegaan tot de ontwikkeling van een productenboek. In dit productenboek kan, bijvoorbeeld per pagina, een omschrijving worden gegeven van het product en de kosten die hieraan zijn verbonden. Indien duidelijk is wat per product aan urenbesteding nodig is voor de uitvoering en wat de totale kosten van een uitvoerend medewerker zijn dan kan per product de integrale kostprijs worden berekend. Dat geldt voor elk product van de VKB. In het productenoverzicht van de VKB worden adviesgesprekken, begeleidingsgesprekken en nazorg als het product preventie beschouwd. In deze notitie zijn de adviesgesprekken en de nazorg ondergebracht als één van de elementen van de producten uit het basispakket. Adviesgesprekken zijn een onderdeel van de intake en diagnose. Nazorggesprekken als los onderdeel bestaat niet, omdat nazorg verbonden is aan een voortraject. Nazorg is het eindonderdeel van bijvoorbeeld Budgetbeheer of schuldregeling en horen daarmee als standaard in het basispakket thuis. Coachings- en begeleidingsgesprekken zijn ondergebracht in het aanvullend pakket. De gemeente/opdrachtgever wordt met het onderbrengen van dit onderdeel in het aanvullend pakket in de gelegenheid gesteld uitdrukkelijk te bepalen op welke wijze en tot welke omvang de uitvoering van dit onderdeel gestalte krijgt. Besluitpunten: Vaststellen:
a. basisafspraken meerjarenvisie b. basispakket c. aanvullend pakket
Adviespunten: a. Laat de VKB een productenboek maken met een beschrijving per product en een kostprijs per product b. Door de vaststelling van het basispakket maken de gemeenten een bewuste keuze voor de invulling van de zorgplicht en de kerntaken van de VKB. Gemeenten kunnen daarnaast een bewuste keuze maken voor producten uit het aanvullende pakket, waarbij wordt geadviseerd in elk geval prijs/kwaliteitscriteria en vergelijking met andere organisaties bij deze keuze te betrekken. c. Volg de bepalingen van de gedragscodes budgetbeheer en sociaal krediet van de NVVK. Opvolging van dit advies impliceert dat ook de gemeenten de landelijke gedragscodes volgen.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 11
5.
Randvoorwaarden In de bestuursovereenkomst worden de volgende randvoorwaarden genoemd om te komen tot een goede uitvoering van de integrale schuldhulpverlening voor die onderdelen waarvoor de VKB verantwoordelijk. In voorgaande hoofdstukken zijn verschillende onderdelen aan de orde geweest. a. De VKB maakt per kwartaal inhoudelijke en financiële rapportages, waarbij de kosten worden toegerekend aan de periode. b. Belangrijke financiële afwijkingen in een jaar worden via een begrotingswijziging geformaliseerd. De accountant wordt gevraagd normen aan te geven voor het begrip belangrijke financiële afwijking. c. De reservepositie wordt door het bestuur geregeld in de notitie reserves en voorzieningen. d. Investeringen worden conform de geldende regelgeving geactiveerd en afgeschreven. e. Het management van de VKB krijgt de opdracht een norm te ontwikkelen voor een caseload per product per fulltime equivalent en deze te laten vast stellen in het bestuur van de VKB. Op basis van deze norm en de uurprijs inclusief de volledige overhead kan de personeelsomvang worden vastgesteld voor een lopend begrotingsjaar. f. De producten uit het aanvullend pakket zijn kostendekkend en komen noch direct noch indirect ten laste van niet afnemende gemeenten. g. Op de begroting van de VKB wordt een aparte post opgenomen voor ontwikkeling van innovatieve producten. h. De VKB neemt deel aan bestaande en te ontwikkelen benchmark voor integrale schuldhulpverlening. i. Voor elk afzonderlijk product worden prijs/kwaliteitscriteria ontwikkeld j. Integrale schuldhulpverlening veronderstelt een adequate samenwerking in de keten. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de regie in de keten. k. De gemeenten organiseren tweejaarlijks een gezamenlijke bijeenkomst om het armoedebeleid te evalueren inclusief de rol van de uitvoerende organisaties daarin. Toelichting: Ad a: om discussie over de cijfers te voorkomen is het nodig om de periodieke managementrapportages en accountantsrapportages op elkaar te laten aansluiten. Het is noodzakelijk om gebruik te maken van dezelfde uitgangspunten en cijfers. De inrichting van de managementrapportage laten aansluiten op de vigerende begroting is een goed uitgangspunt Ad b: het bestuur geeft door middel van het vaststellen van de begroting richting aan de VKB. Belangrijke afwijkingen in een jaar horen dan via een begrotingswijziging te worden vastgesteld. De accountant kan hiervoor normen aangeven. Ad c: voor de reservepositie is een norm beschikbaar. Voor voorzieningen is geen norm beschikbaar, maar er bestaan wel voorwaarden wanneer wel of geen voorziening mag worden meegenomen. Dit wordt nader uitgewerkt in een notitie Ad d: investeringen bijvoorbeeld in de automatisering meegenomen in de balanspositie Meerjarenvisie VKB
Pagina 12
Ad e: in deze notitie is verschillende malen aangegeven dat de tijdsbesteding per product x de uurprijs van de uitvoerende werknemer (incl. overhead) de integrale kostprijs geeft van een product. Vervolgens kan ook worden berekend wat de caseload is van een uitvoerende medewerker. Als de aantallen bekend zijn voor een begrotingsjaar, overeenkomstig de gemaakte afspraken met de gemeenten, kan ook de formatie worden berekend. In het bestuur moet vervolgens ook de omvang van leiding en ondersteunende medewerkers worden vastgesteld. Ad f: het basispakket wordt door alle gemeenten afgenomen. Dit geeft ook de basisformatie voor de VKB. De uitvoering van producten mogen in dit verband niet ten laste komen van alle gemeenten, maar uitsluitend van de afnemende gemeenten. Ad g: het moet de VKB mogelijk worden gemaakt om nieuwe producten te ontwikkelen en daarmee in te spelen op ontwikkelingen bij opdrachtgevers en markt. Daarvoor is het nodig om hiervoor een aparte begrotingspost mee t e nemen en vast te laten stellen. Ad h: de VKB loopt voorop in deelname aan onderzoeken. Daarnaast is het goed voor gemeenten en VKB om meer inzicht te krijgen in benchmarkgegevens. Ad i: er is al eerder aangegeven in deze notitie dat inzicht in de prijs nodig is. Daarnaast kunnen per product nadere kwaliteitscriteria worden ontwikkeld. Bijvoorbeeld over de duur van budgetbeer, resultaatbepaling van aantal geslaagde schuldregeling, hoogte saldo dubieuze debiteuren. Het is niet nodig om een waslijst van criteria te ontwikkelen, maar een aantal kerncriteria per product geeft voldoende richting. Ad j: als gemeenten geen regie voeren op samenwerking in de keten zal een uitvoeringsorganisatie zelf invulling geven aan diensterverlening waar behoefte aan is. Ad k: Het zou een goede zaak als de 10 gemeenten via een gezamenlijke bijeenkomst tweejaarlijks het armoedebeleid gaan evalueren. Aangezien armoedebeleid niet ophoudt bij de gemeentegrenzen en uitvoering daarvan voor een groot deel bovengemeentelijk plaatsvindt, is een gezamenlijke bijeenkomst van de 10 gemeenten in de GR een goede schaalgrootte.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 13
BIJLAGE Begrippenlijst Lijst van de meest voorkomende begrippen in de integrale schuldhulpverlening ontleend aan het concept normatief document voor de certificering van de schuldregeling (ministerie SZW, NVVK, NEN e.a.) Afloscapaciteit Alle inkomsten boven het vastgestelde vrij te laten bedrag die door de schuldenaar moeten worden afgedragen voor de aflossing van zijn schulden. Deze wordt vastgesteld op basis van een door de partijen geaccepteerde berekeningsmethode. Betalingsregeling een bij overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser vastgelegde regeling, waarin wordt bepaald dat de vastgestelde vordering of vorderingen van de schuldeiser op de schuldenaar volledig wordt/worden terugbetaald in een vooraf vastgesteld aantal termijnen. Budgetbeheer Budgetbeheer is het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van de inkomsten van de cliënt en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen; Het doel van budgetbeheer is het garanderen dat betalingen tijdig gedaan worden en dat er geen (nieuwe) schulden dan wel betalingsachterstanden ontstaan. Dit heeft minimaal betrekking op huur/hypotheek, nutsvoorzieningen en wettelijk verplichte verzekeringen. Budgetcoaching Budgetcoaching leert de cliënt op een verantwoorde manier met zijn geld om te gaan. Het doel van budgetcoaching is dat de cliënt zelfstandig in staat is om zijn financiële huishouden juist te kunnen voeren. Crisisinterventie Het doel van crisisinterventie is het afwenden van een crisis. Een crisis kan in ieder geval bestaan uit: Aanzegging tot woningontruiming Aankondiging afsluiting van gas, water of energie Royement van basisverzekering ziektekosten De organisatie heeft de mogelijkheid om ook andere situaties als crisis te definiëren. Indien de crisis buiten het werkveld van de organisatie moet worden opgelost, adviseert de organisatie de cliënt over andere oplossingsmogelijkheden. Bij het afwenden van de crisis moet de organisatie: De crisis verifiëren De landelijke, regionale en lokale afspraken checken Checken of herfinanciering mogelijk is Financieel beheer Het ontvangen van alle inkomens van de cliënt ter reservering van de afloscapaciteit en ter doorstorting van het restant naar de cliënt. Herfinanciering het door middel van het afsluiten van één of meer kredietovereenkomsten inlossen van de totale schuldenlast Informatie en advies Het doel van het proces Informatie en advies is het geven van advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder beroep te doen op herfinanciering, schuldregeling, of stabilisatie. Onder Informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar een externe organisatie. Tijdens Informatie en advies kan aandacht worden besteed aan: het ordenen van belangrijke papieren ten behoeve van de huishoudfinanciën en het bijhouden van contante uitgaven; zelf onderhandelen met schuldeisers over afbetaling van de schulden;
Meerjarenvisie VKB
Pagina 14
-
het maken van een overzicht van de eigen inkomsten en uitgaven (gemiddelde maandbegroting en jaarbegroting), met speciale aandacht voor reserveringsuitgaven; het regelen van betalingen, bijvoorbeeld automatisch of gespreid; het vergroten van het inkomen door gebruik te maken van financiële regelingen en voorzieningen en verwerving van werk; het geven van geldbesparende tips; het omgaan met betalingsachterstanden; sparen, lenen en verzekeren.
Intake Het doel van de intake is het vaststellen van het probleem om een plan van aanpak, prognose en/of advies te ontwikkelen Nazorg Doel van nazorg is het voorkomen van recidive. Saneringskrediet het door middel van het afsluiten van een kredietovereenkomst afkopen van de totale schuldenlast tegen finale kwijting, op basis van betaling van een percentage van de totale schuldenlast. Schuldbemiddeling een overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser(s) waarin wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald in termijnen naar draagkracht tegen finale kwijting Schuldhulpverlener persoon die in het gehele proces of in onderdelen van het proces van schuldhulpverlening werkzaam is Schuldhulpverlening Het geheel van de primaire activiteiten rondom schuldhulpverlening. Dit omvat behalve schuldregeling ook activiteiten als intake, preventie, stabilisatie en nazorg Schuldregeling Het regelen door de schuldhulpverlenende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen, leidende tot een saneringskrediet of een schuldbemiddeling Bij schuldregeling kan financieel beheer als ondersteuningsinstrument worden ingezet. Dit wordt vastgelegd in de overeenkomst met de schuldenaar. Tijdens schuldregeling vinden de volgende stappen plaats: 1. Overeenkomst met schuldenaar 2. Verzoek opgave saldo openstaande vorderingen indien dat in een eerdere fase nog niet heeft plaatsgevonden 3. Terugkoppeling van opgave saldo openstaande vorderingen richting schuldenaar indien dat in een eerdere fase nog niet heeft plaatsgevonden en opstellen definitief schuldenoverzicht welke door de schuldenaar wordt geaccordeerd 4. Definitieve keuze voor schuldbemiddeling of saneringskrediet 5. Voorstel voor schuldregeling opstellen voor elke schuldeiser 6. Overeenkomst met schuldeisers over voorstel 7. Uitvoering van voorstel De stappen 1 tot en met 6 worden in maximaal 120 dagen gerealiseerd. Vrij te laten bedrag Het bedrag dat tijdens de schuldregeling behouden wordt door de schuldenaar om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Meerjarenvisie VKB
Pagina 15