Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Adviesdienst Verkeer en Vervoer
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Meer zicht op logistieke ketenregie Op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Meer zicht op logistieke ketenregie Op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Notitie betreffende het onderzoek naar logistieke ketenregie aansluitend op de discussie over 'kennisintensieve activiteiten in de logistiek'
Rotterdam, oktober 1997 Adviesdienst Verkeer en Vervoer Afdeling Goederenvervoer (VMG) Dr ir Marco Kerkhof
tel.: fax:
010 282 5701 010 282 5643
Email:
[email protected]
Inhoudsopgave Verantwoording
1
Inleiding
2
Verduidelijking van het begrip en de functie van logistieke ketenregie
2
Onderverdeling van logistieke keten regisseurs
3
Markt voor logistieke keten regisseurs
6
Het (potentiële) belang van de drie typen logistieke keten regisseurs
8
Conclusies en aanbevelingen
9
Literatuur
10
Verantwoording Het onderzoek naar logistieke ketenregisseurs is uitgevoerd door CMG TTI, daarbij begeleid door een onderzoeksbegeleidingsteam, bestaande uit vertegenwoordigers van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat en Economische Zaken, het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam en Nederland Distributieland. Na het verkennende literatuuronderzoek is in het onderzoek gebruik gemaakt van interviews met ketenmanagers en (potentiële) ketenregisseurs om huidige structuren, processen en ontwikkelingen in kaart te brengen. M.b.t. ketenregie is verder ingegaan op zaken als uitbesteding van operationele activiteiten, inzet van informatietechnologie, prestatieindicatoren, invloed op besluitvorming, scholingsniveau, (potentiële) doelgroep en/of markt.
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Meer zicht op logistieke ketenregie Inleiding ln de eerste helft van 1997 is in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat onderzoek verricht om inzicht te krijgen in het (economisch) belang van de logistieke ketenregisseur en de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland voor deze ketenregisseurs. Het onderzoek naar logistieke ketenregisseurs is voortgekomen uit een (belangrijke) verschuiving c.q. verrijking in het denken over Nederland als ontkoppelpunt voor logistieke informatiestromen. De visie waarin grote knooppunten zich naast fysieke transportknooppunten tevens ontwikkelen tot brainports, informatieknooppunten of regiecentra wint de laatste tijd steeds meer aan belang. In dergelijke knooppunten worden allerhande transportgerelateerde activiteiten verricht, maar vooral ook worden goederenstromen gecoördineerd. De typische transportarbeid wordt in deze visie dus deels achter een terminal verricht, door een hoog opgeleide logistieke ketenregisseur. De kernvraag in het onderzoek is of het beleid zich sterk moet richten op de ketenregie, gegeven de gedachten dat deze functie hoogwaardig, kennisintensief, strategisch belangrijk en milieuvriendelijk is. In augustus 1997 is het eindrapport opgeleverd. In deze notitie zal met name worden ingaan op het (economisch) belang van de logistieke keten regisseur.
Verduidelijking van begrip en functie van logistieke ketenregie In een eenvoudige, ongecompliceerde keten is de rol van de ketenmanager gericht op het ontwikkelen van (keten-) strategieën, en coördinatie, sturing en controle van de bijdragen van de verschillende ketenspelers zodanig dat een totaal (keten) produkt ontstaat. Daarbij is de ketenregiefunctie als subfunctie van ketenmanagement te beschouwen, zodanig dat de ketenregiefunctie zich vooral concentreert op dat deel van de managementfunctie dat zich bezighoudt met het besturen. Tegenwoordig wint de opvatting terrein dat fysieke en niet fysieke logistieke keten-activiteiten door de ketenmanager kunnen worden uitbesteed aan een daarin gespecialiseerde dienstverlener. Met name de wens tot het 'lean' maken van de eigen verladersorganisaties kan leiden tot de overweging tot het uitbesteden van de regiefunctie. Een toenemend aantal dienstverleners speelt momenteel in op bovenvermelde trend. Dit zijn (bestaande en nieuwe) dienstverleners die zich als ketenregisseur, met ketenregie als belangrijkste kernactiviteit, op de markt positioneren. Figuur 1 Het keten-hiërarchie model L o g istic
chain
C h a i n in t c g r a t o r
Supply
Supply
Primary and secondary p r o d u clio n
chain
integrator
Transport
Transport integrator
W archousc
W are house integrator
In te r-c o m p a n y t r a f f i c Transport
Transport integ rato r
integrator
Warchousc
W archousc intcg rato r
D istrib utio n c h a i n
D istribution
integrator
Transport
Warchousc
Transport in te g rato r
Warchouse in te g ra to r
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
3
Samenvattend wordt logistieke ketenregie gezien als een functie die gericht is op het op afstand besturen van activiteiten in een logistieke keten die door andere ketenspelers worden uitgevoerd en waarvoor performance-eindverantwoordelijkheid (uitgedrukt in begrippen als produktiviteit, kosten, doorzet, enz.) wordt gedragen. De uitbestede activiteiten kunnen daarbij zowel een volledige hoofd- als subketen betreffen. Ketenregie staat dus los van het niveau in de keten.
Onderverdeling van logistieke ketenregisseurs ln het onderzoek zijn de logistieke ketenregisseurs nader gesegmenteerd, aangezien aangenomen wordt dat er een relatie bestaat tussen het niveau waarop de logistieke ketenregisseur acteert in de logistieke keten en de management- en/of sturingsactiviteiten die uitgevoerd worden door ketenmanagers c.q. logistieke ketenregisseurs. Zo kan men verwachten dat de management- en sturingsactiviteiten van een ketenmanager en/of een logistieke keten regisseur, die de totale logistieke keten beslaan, hoogwaardiger en kennisintensiever van aard zijn dan de activiteiten van bijvoorbeeld een transportketenmanager en -regisseur, welke slechts de transport (sub) keten beslaan. Ook de 'herkomst' van de logistieke keten regisseurs kan bij segmentering van belang zijn. Dit kan bijvoorbeeld weer zijn weerslag vinden in o.a. het niveau en mate van kennis en ervaring welke binnen de verschillende type organisaties aanwezig mag worden geacht. Zo lijkt het aannemelijk dat een ketenregisseur afkomstig uit de verladerswereld eerder zal acteren op het niveau van de totale logistieke keten, terwijl een partij met een transportachtergrond zich eerder zal oriënteren op subketen-riweau. De segmentering heeft geresulteerd in drie typen ketenregisseurs die naar herkomst zijn onderscheiden. Hierna volgt per type regisseur een korte toelichting van de herkomst, wordt ingegaan op invloed die de ketenregisseur heeft op (de vorming van) logistieke ketens, wordt gekeken naar het kennis- en ervaringsniveau van de ketenregisseur, en worden enkele voorbeelden aangegeven. Ter completering van de gesignaleerde ketenregie-ontwikkelingen wordt tenslotte kort ingegaan op een nieuw type ketenregisseur dat langzaam aan meer vorm begint te krijgen.
Ketenregisseur type I, (voormalige) logistieke stafafdeling van een verlader/reder
Type I ketenregisseur betreffen (voormalige) logistieke stafafdelingen van de zogenaamde 'global players', zoals een multinationale verlader of een containerrederij. Dit type ketenregisseur kent de problematiek van de integrale logistieke keten, denkt innovatief en staat open voor nieuwe denkbeelden ('open minded'), is flexibel en wordt door de ketenmanager dan ook zeer serieus genomen en nauw betrokken bij de strategische en tactische besluitvorming. Daarnaast zijn deze ketenregisseurs doorgaans kapitaalkrachtig (daarbij veelal 'leunend' op de oorspronkelijke 'moeder'organisatie). Daardoor zijn ze in staat tot het aangaan van een substantieel commitment, hetgeen in sterk toenemende mate wordt gevraagd door de ketenmanager welke overweegt te gaan uitbesteden. Al met al zal dit type ketenregisseur een grote invloed hebben op de logistieke ketens van de ketenmanager(s). Dit blijkt uit het feit dat voorstellen van de regisseur tot (her)inrichting van de keten veelal door de ketenmanager worden overgenomen. Dit type ketenregisseur beschikt centraal in de organisatie over een hoog kennis- en ervaringsniveau (HBO/Universitair/Postacademische 'executive MBA/MBI program' hogere managementopleidingen, eventueel gekoppeld aan een internationaal 'training on the job' rotation programma), hetgeen overeen komt met het kennis-
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
4
ervaringsniveau van het gemiddelde logistieke management van de multinationale verlader en/of het multimodale transportmanagement van de wereldwijd opererende containerrederij. Vaak wordt de vereiste kennis uit het buitenland binnengehaald. Naast het feit dat de benodigde kennis in Nederland slechts deels voorhanden is, heeft dit ook te maken met de behoefte om marktkennis en -ervaring van relevante buitenlandse markten 'in huis te halen'. De strategische 'denktank' functie (universitair/postacademiscrï/HBO niveau) van de logistieke ketenregisseur wordt centraal vervuld, doorgaans op of nabij het hoofdkantoor van de 'moeder'organisatie. Vanuit de centrale 'denktank' worden tactisch/operationele detachementen (HBO/MBO) geplaatst op operationele locaties, doorgaans een produktie- en/of distributie-site van de ketenmanager. Voorbeelden van dit type ketenregisseur zijn: ACS, Caterpillar Logistics Services, DATREX, IBM International Logistics Center (ILC), Mercantile, P&O Nedlloyd Global Logistics, Ryder Logicorp.
Ketenregisseur type II, de hoogwaardige logistieke dienstverlener
Type II ketenregisseurs betreffen hoogwaardige logistieke dienstverleners waarvan het merendeel van de omzet bestaat uit het besturen van de logistieke keten. Dit type ketenregisseur is gebonden aan een transport- en/of warehousing-netwerk, waardoor de logistieke dienstverlener meer beperkt blijft tot het zogenaamde 'capaciteitsdenken' (o.a. 'hoe krijg ik mijn netwerk en/of mijn warehouse zo goed mogelijk gevuld?'). Dit maakt deze partij minder 'open minded' en minder flexibel in diens logistieke denken. Daardoor zal dit type ketenregisseur, hoe hoogwaardig deze ook is, door de ketenmanager minder geschikt worden geacht als strategische gesprekspartner. Dit wordt nog versterkt door het feit dat de ketenmanager vreest voor een te grote verwevenheid met, en daardoor gebondenheid aan, het logistieke netwerk en het informatiesysteem van de dienstverlener. Dit type keten regisseur wordt echter wel vaak bij de strategische besluitvorming van kleinere produktieen/of handelsbedrijven betrokken. Ook bij dit type keten regisseur is sprake van een scheiding van de denktank en de operationele activiteiten. De 'denktank' functie (universitair/HBO niveau) van de logistieke keten regisseur wordt centraal vervuld, doorgaans op het hoofdkantoor van de 'moeder'organisatie. Vanuit de centrale 'denktank' worden tactisch/operationele detachementen (HBO/MBO) geplaatst op operationele locaties, doorgaans een produktie- en/of distributie-site van de ketenmanager en/of warehouses en distributie-sites van de 'moeder'-organisatie. Voorbeelden van dit type ketenregisseur zijn: AEI, Buyers Consolidated, FedEx, Fumess Logistics, Koninklijke Frans Maas Groep (Royal Frans Maas Logistics), Kühne & Nagel, Panalpina, Schenker Eurologistics, TNT Contract Logistics, UPS.
Keten regisseur type III, de 'lean & mean' regie-organisatie
Type III ketenregisseurs betreffen kleinschalige 'lean & mean' regie-organisaties die met informatie- en communicatietechnologie (ICT) de logistieke en/of transportketen transparant en daardoor beheersbaar maken. Het betreft kleinschalige 'platte' organisaties die zich als dienstverlener met het zogenaamde 'pipeline management' als kernactiviteit op de internationale logistieke/transport markt aanbieden aan 'global' verladers. Kenmerkend voor deze organisaties is dat ze handig gebruik
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
5
maken van hoogwaardige IT toepassingen teneinde de transport- en/of logistieke keten relatief snel transparant en daardoor beheersbaar te maken ten behoeve van de ketenmanager (transparant maken van een 'black box'). De door de 'lean & mean' logistieke regie-organisatie geleverde dienstverlening bevindt zich momenteel nog in een 'pioniersstadium' en wordt over het algemeen door de verlader als 'kwalitatief hoogwaardig' maar ook als 'nog onvolwassen' benaderd. Het takenpakket van dit type ketenregisseur beperkt zich tot het uitvoeren van door de ketenmanager verstrekte opdrachten tot aansturing van bepaalde operationele activiteiten, het behalen van door de ketenmanager aangegeven performancelevels en het verzorgen van relevante, door de keten manager gevraagde rapportages. Kortom: de rol van de 'lean & mean' ketenregisseur beperkt zich veelal tot het uitvoeren van, doorgaans hoogwaardige, opdrachten. Ondanks het feit dat dit type logistieke ketenregisseur hoogwaardige diensten op operationeel/tactisch niveau uitvoert wordt laatstgenoemde qua prijs door de ketenmanager als een 'commodity' benaderd. Dit maakt dit type ketenregisseur (tot op heden) niet tot de ideale logistieke gesprekspartner op strategisch niveau, zodat de 'lean & mean' ketenregisseur nauwelijks tot geen invloed heeft op de (herinrichting van de logistieke keten(s) van de ketenmanager(s). Dit type ketenregisseur lijkt op de kleine expeditiekantoren met een hoge informatiseringsgraad. Behendig gebruik makend van ICT hebben deze expediteurs directe invloed op de operationele routing van zendingen en de 'modal split'. Het bestaansrecht van deze expediteur wordt echter in hoge mate bepaald door de voordelen die te behalen zijn uit in- en verkoop van distributielogistieke diensten. De expediteur is er dan ook bij gebaat om deze in-/verkoop voordelen zoveel mogelijk 'uit het zicht te houden van de ketenmanager', hetgeen hij dan ook doet. Vandaar dat de logistieke ketenmanager de activiteiten van expediteurs en transporteurs vaak aanduidt met 'black box'. De ketenmanager huurt type III ketenregisseur juist in om deze 'black boxes' transparant en daardoor beheersbaar te maken. Type III ketenregisseur wordt dan ook afgerekend op basis van diens vermogen tot het realiseren van de logistieke (sub)doelstellingen (performances) ten behoeve van de ketenmanager d.m.v. het transparant maken van de betreffende distributielogistieke keten. De lean & mean ketenregisseur kan deze functie enkel realiseren indien zij in staat is een neutrale positie in te nemen ten opzichte van de uitvoerende spelers in de keten, zoals bijvoorbeeld de hierboven omschreven expediteur. Over het algemeen beschikt het personeel over voornamelijk HBO opleidings- en ervaringsniveau. Informatica speelt daarbij een belangrijke rol. De 'lean & mean' ketenregisseur detacheert doorgaans diens personeel op locatie van de centrale logistieke stafafdeling van de ketenmanager. Tijdens het onderzoek kwam enkel dienstverlener A.L.I.S. naar voren als een organisatie die beantwoordt aan de hierboven geschetste typologie van 'lean & mean' keten regisseur.
Naar een nieuw type ketenregisseur
Naast de voorgaande typen logistieke ketenregisseurs is er een nieuw type ketenregisseur in opkomst: de ketenregisseur die voortkomt uit een (of meerdere) samenwerkingsverband(en). Aangezien dit type ketenregisseur zich nog in een conceptueel stadium bevindt (ontwikkelingsfase voorafgaand aan de introductiefase in een levenscyclus), wordt zij hier slechts ter completering van de andere drie (reeds operatineel zijde) typen logistieke ketenregisseurs genoemd.
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Zo kan het initiatief van vervoerders, logistieke dienstverleners en verladers, ontstaan in de Brabantse Corridor worden genoemd om te komen tot een operationeel Virtual Freight Station (VFS) waarbinnen afstemming en coördinatie van verschillende goederenstromen zal plaats vinden teneinde een verhoogde efficiency en effectiviteit binnen de logistieke keten te bewerkstelligen. Het VFS kan de regie voeren over activiteiten, kan activiteiten faciliteren of kan activiteiten overnemen. Het betreft hier een initiatief dat nog in een conceptueel stadium verkeert. Het is heden (nog) niet mogelijk te voorspellen op welk niveau het VFS zal gaan acteren en communiceren met de logistieke ketenmanager. Daarom is het niet mogelijk een betrouwbare indicatie te geven omtrent de mate van invloed die door het VFS kan worden uitgeoefend op de (herinrichting van logistieke ketens. Tevens kan E2E ('End to End'), de joint venture van CSC en TNT, hier worden genoemd. E2E combineert de hoogwaardige denktank functies van zowel TNT als CSC, twee multinationale ondernemingen die behoren tot de wereldtop van logistieke respectievelijk IT dienstverleners. E2E beoogt de complete verantwoordelijkheid voor het 'End to End' ketenproces van de verlader met assets (distributiecentra, personeel, materieel, enz.) over te nemen. Dit alles met als doelstelling om substantiële verbeteringen te realiseren in het ketenproces door het combineren van hoogwaardige kennis op de gebieden logistiek (TNT kennis) en IT (CSC kennis), waarbij kosten en service levels worden gegarandeerd en performance-metingen worden gerealiseerd op basis van de 'key' performance indicatoren van de verlader. Het E2E initiatief is vrij uniek en bevindt zich nog in een zeer prille opstartfase. Of dit initiatief zal aanslaan in de markt zal de toekomst leren.
Tabel 1 Vergelijking van de drie typen logistieke ketenregisseurs Type logistieke ketenregisseurs
Criteria Betrokkenheid bij en/of invloed op strategische besluitvorming van de ketenmanager t.a.v. (her)inrichting logistieke (sub)keten 'Virtuality' (mate van uitbesteding; niet zelf doen van operationele activiteiten) Hoogwaardige kennis/opleidingsniveau Inzet van Informatie/CommunicatieTechnologie (ICT) Legenda:
+/-:
.4-++
: ++ •
+/- ;
+++
++ +++
+++
I
: (Voormalige) stafafdeling van verlader/reder
II III
: :
•
Hoogwaardige logistieke dienstverlener 'Lean & mean' regie-organisatie
Markt voor logistieke keten regisseurs Op basis van het onderzoek moet worden geconstateerd dat de markt voor logistieke ketenregisseurs nu nog een geringe omvang heeft (zij bevinden zich nog in de introductiefase van hun levenscyclus). Wel zijn we op basis van het onderzoek van mening dat de logistieke ketenregisseurs onder de juiste randvoorwaarden de potentie heeft uit te groeien tot een volwassen markt. Illustratief hierbij is het
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
interview in het Financieel Dagblad van 30 juni j.1. met managing directer van Nedlloyd Flowmasters. Williams geeft aan dat de plek van Nedlloyd Flowmasters het kloppende hart is van de Europese distributieactiviteiten van Nedlloyd, waarbij Flowmasters als een soort chef-kok in de Nedlloyd-keuken logistieke totaal recepten samenstelt voor grote bedrijven. Multinationals die zich terugtrekken op hun kernactiviteiten gaan in toenemende mate de complexe pull-gerichte logistieke ketenactiviteiten uitbesteden. In het interview constateert Williams dat logistieke engineering & ketenregie een enorme (groei)markt is, waarbij tot nu toe nog maar weinig partijen in staat zijn om de keten op adequate wijze geografisch en transporttechnisch aan elkaar knopen. Met de segmentering van de logistieke keten regisseurs naar herkomst wordt tegelijkertijd een onderverdeling aangegeven waarin elk van de drie types logistieke ketenregisseurs een eigen specifieke markt(segment) bestrijken. Hierna zal per type ketenregisseur kort worden aangegeven op welke (potentiële) markt ze opereren.
Ketenregisseur type I, (voormalige) logistieke stafafdeling van een verlader/reder
De (potentiële) markt voor deze ketenregisseurs bestaat voornamelijk uit grote multinationale verladers, welke een groot deel van hun activiteiten uitbesteden. Vooral voor de zogenaamde 'kop-staart' ingestelde ketenmanager is dit type logistieke ketenregisseur vaak de ideale logistieke partner. De ketenmanager kan zich een lange termijn relatie met deze ketenregisseur veroorloven, aangezien de ketenregisseur in principe alle transport- en (het merendeel van de) warehousingactiviteiten uitbesteed aan subcontractanten. Deze subcontractors zijn doorgaans hoogwaardige dienstverleners met als core business transport respectievelijk warehousing. Daarbij wordt transport in de ogen van de logistieke ketenregisseur gezien als een commodity. Daarom zal de regisseur met de transportleverancier een korte termijn relatie aangaan op basis van 'scherpe' tarieven. Warehousing is in de ogen van de ketenregisseur een meer 'kwetsbaar' geachte activiteit, waardoor met de warehouse subcontractor een langere termijn relatie wordt aangegaan, waarbij de overeengekomen prijs voor de warehousing activiteiten (eventueel in combinatie met 'value added' activiteiten) vaak performance gerelateerd is. Doordat de uitvoering van bovenvermelde activiteiten wordt uitbesteed kan deze ketenregisseur zich flexibel naar de ketenmanager opstellen, waardoor de ketenregisseur optimaal kan inspelen op veranderende eisen en wensen van de ketenmanager.
Ketenregisseur type II, de hoogwaardige logistieke dienstverlener
De (potentiële) markt voor deze ketenregisseurs wordt voornamelijk gevormd door die verladers die, naast ketenregie, tevens hoogwaardige kennisintensieve ketenactiviteiten willen uitbesteden. De hoogwaardige logistieke dienstverlener zal daarbij vaak worden ingeschakeld door kleine en middelgrote produktie- en/of handelsbedrijven. Overigens moet worden opgemerkt dat het grootste deel van de in Nederland vertegenwoordigde verladers behoort tot de bovengenoemde groep en daarmee in aanmerking komen om hun logistieke sturingsactiviteiten uit te besteden aan type II logistieke keten regisseur. Aangezien de invulling van de logistieke ketenregiefunctie beïnvloed wordt door het transport- en/of warehousing-netwerk van de ketenregisseur, zijn grote multinationals vaak minder geïnteresseerd in samenwerking met dit type ketenregisseur.
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Ketenregisseur type III, de 'lean & mean' regie-organisatie
De (potentiële) markt voor deze ketenregisseurs wordt gevormd door die verladers die hun ketenregiefunctie niet (volledig) uit handen willen geven, maar wel behoefte hebben aan het transparant doen maken van de logistieke keten ('black box') teneinde deze beheersbaar te maken. Zij geven er de voorkeur aan deze functie uit te besteden aan een daarin gespecialiseerde dienstverlener. Deze vorm van ketenregie bevindt zich nog in een pril stadium. Wel is geconstateerd dat er een klein, maar groeiend, aantal expeditie-organisaties is die, op basis van opgedane kennis en ervaring, zou kunnen kiezen voor een ontwikkeling naar de rol van 'lean & mean' ketenregisseur. Tevens is er een langzaam toenemend aantal IT dienstverleners die op termijn de rol van 'lean & mean' ketenregisseur zouden kunnen vervullen. Deze IT dienstverleners richten zich vooralsnog op het transparant maken van de informatieketen^) en worden doorgaans afgerekend op basis van de te leveren informatieperformance en niet, zoals de 'lean & mean' ketenregisseur, op het realiseren van logistieke performances. Deze IT dienstverleners staan voor een strategisch keuzevraagstuk betreffende de rol die zij in de markt wil vervullen: die van IT en/of logistieke ketenmanager.
Het (potentiële) belang van de drie typen logistieke ketenregisseurs Met de segmentering van de logistieke ketenregisseurs naar herkomst wordt tegelijkertijd het ontwikkelingstraject aangegeven die elk van de drie types logistieke ketenregisseurs (kunnen) volgen. Daarmee kan tevens het (potentiële) belang van de desbetreffende logistieke keten regisseur worden geduid. Hierna zal per type ketenregisseur kort worden aangegeven wat de basis van het bestaansrecht van de ketenregisseur en wat het belang is voor (logistieke activiteiten in) Nederland.
Ketenregisseur type I, (voormalige) logistieke stafafdeling van een verlader/reder
De grootste potentie van deze ketenregisseurs ligt op het gebied hoogwaardige strategische logistieke kennis. Het belang van deze dienstverlener voor Nederland wordt bepaald door de mate waarop deze ketenregisseur een bijdrage kan leveren aan het verhogen van het strategische logistieke kennisniveau van de T&D dienstverleners, en daardoor het versterken van de concurrentiekracht van deze sector, in Nederland. In Nederland is het strategische logistieke kennisniveau van de mondiale verlader slechts deels voorhanden. Daar waar Nederland qua operationeel/tactisch opleidingsen kennisniveau in de wereld een koppositie inneemt, schort het aan de specifieke kennis die nodig is om een gelijkwaardige 'sparring partner' te zijn voor de grote 'global' ketenmanagers. Indien Nederland er in zouden slagen het strategisch logistieke kennis- en ervaringsniveau van deze logistieke ketenregisseurs (en die van de mondiale verladers) over te brengen op de Nederlandse T&D dienstverleningssector, zou dat de concurrentiekracht van deze sector aanzienlijk versterken. Op dit moment is dit type ketenregisseurs slechts mondjesmaat in Nederland aanwezig. Echter, momenteel of in de naaste toekomst is er een aantal van dit type ketenregisseurs zich aan het oriënteren op de vestiging van de 'denktank' functie op het Europese continent. Indien Nederland er in slaagt om deze spelers naar zich toe te halen, kan dat een positieve uitwerking hebben op het kennisniveau van de in Nederland aanwezige T&D dienstverleners in het algemeen en de hoogwaardige 'full service' logistieke dienstverleners (type II ketenregisseurs) in het bijzonder. Daar waar het marktmechanisme dat in onvoldoende mate kan, zou de Nederlandse overheid een actieve rol kunnen spelen.
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
Ketenregisseur type II, de hoogwaardige logistieke dienstverlener
Het belang van type II ketenregisseur, 'de hoogwaardige logistieke dienstverlener' wordt in belangrijke mate bepaald door de marktpotentie. Daar waar type I ketenregisseur zich richt op de grootschalige multinationale verladers (de 'global players'), besteden de met name in Nederland vertegenwoordigde verladers hun logistieke sturingsactiviteiten uit aan type II ketenregisseur. Naast het uitvoeren van de regiefunctie zal deze hoogwaardige logistieke dienstverlener een beperkt aantal activiteiten zelf blijven doen. Dit betreft met name hoogwaardige warehouse gerelateerde activiteiten (zoals bijvoorbeeld 'cross docking') en kennisintensieve logistieke ketenactiviteiten (zoals postponed manufacturing, value added logistics en services, flow management of logistic engineering), door de logistieke dienstverlener vaak 'de krenten uit de pap' genoemd. Met andere woorden, het betreft hier een ontwikkelingstraject van logistieke dienstverlener tot 'full service' logistieke ketenregisseur. Indien het kennisniveau van type I ketenregisseur, voor deze 'full service' dienstverleners zou kunnen worden gemobiliseerd zou dat een niet onbelangrijke versnelling van het hier beschreven ontwikkelingstraject tot gevolg kunnen hebben.
Ketenregisseur type III, de 'lean & mean' regie-organisatie
De dienstverlening van dit type ketenregisseur bevindt zich nog in een pril stadium in de introductiefase van de levenscyclus. De dienstverlening is vooral gericht op het transparant maken van delen van de keten. Het betreft een nieuwe dienstverlening die nog naar volwassenheid kan groeien. Zolang deze dienstverlening dit stadium nog niet ontgroeid is, wordt de betekenis voor Nederland niet groot geacht. Echter, voor de langere termijn is het niet uitgesloten dat deze dienstverlening, mits onder de juiste randvoorwaarden, kan uitgroeien tot een volwaardige markt. Zeker indien een aantal expediteurs zich in deze richting zouden (willen) ontwikkelen. Momenteel zijn er immers een aantal organisaties die naar type III ketenregisseur toe groeien. Ook hier kan het 'kennis'-uitstralingseffect van type I ketenregisseur procesversnellend werken.
Conclusies en aanbevelingen Tot voor kort werd er veel geschreven en gesproken over het fenomeen logistieke ketenregie, maar was er onvoldoende duidelijkheid of ketenregisseurs ook daadwerkelijk in de praktijk bestaan. Deze notitie heeft beoogd daar meer inzicht in te geven. Daarbij is een logistieke ketenregisseur opgevat als een organisatie die, ten behoeve van een andere organisatie (de 'ketenmanager') op afstand activiteiten in een logistieke keten bestuurt, die door andere ketenspelers worden uitgevoerd en waarvoor performance-eindverantwoordelijkheid wordt gedragen. De ketenregiefunctie wordt heden ten dagen opgepakt door drie typen ketenregisseurs, die naar herkomst zijn te scheiden. Het betreft voormalige stafafdelingen van multinationale verladers, hoogwaardige dienstverleners en 'lean en mean' ketenregisseurs, met elk een eigen functie, doelgroep en meerwaarde. Zo hebben de drie typen ketenregisseurs elk een eigen specifiek belang voor Nederland. De belangrijkste meerwaarde van type I ketenregisseur ligt vooral op het gebied van de hoogwaardige strategische logistieke kennis. Voor de type II en III ketenregisseurs ligt het belang vooral in de markt. Type II ketenregisseur is vooral succesvol op de markt van de in en nabij Nederland vertegenwoordigde verladers die de ketenregiefunctie willen uitbesteden. Type III ketenregisseur blijkt een geschikte
Meer zicht op logistieke ketenregie, op weg naar kennisintensieve activiteiten in de logistiek
10
partner te zijn voor die verlader die de ketenregiefunctie niet volledig wenst uit te besteden maar wel gebaat is bij het transparant maken van de keten. Samenvattend heeft de markt voor de logistieke ketenregisseurs nu nog een geringe omvang, maar onder de juiste randvoorwaarden heeft ze de potentie uit te groeien tot een volwassen markt, waarbij verschillende segmenten (kunnen) worden bedient. Op basis van het onderzoek zijn aandachtspunten geformuleerd voor marktpartijen en overheid. Onderstaande aandachtspunten dienen zo veel mogelijk gerealiseerd te worden door partijen in de markt. Indien voorzien wordt dat de marktwerking onvoldoende effect zal sorteren dient de overheid een actieve rol te vervullen d.m.v. een aangescherpt overheidsbeleid. De volgende punten verdienen daarbij primair de aandacht: • het inspelen op ketenregisseurs type I, de, die zich oriënteren op de vestiging van de 'denktank' op het Europese continent. Nederland zou er in moeten slagen om in de komende periode van 3 tot 5 jaar een aantal van deze ketenregisseurs naar zich toe te halen; • Het versterken van de positieve effecten van vestiging van type I ketenregisseurs in Nederland en het stimuleren van marktinitiatieven die kunnen leiden tot andere en/of nieuwe vormen van ketenregisseurs; • het in Nederland creëren van een logistiek kenniscentrum en een hoogwaardige logistieke opleiding op internationaal top-niveau; dit kan ondermeer worden vormgegeven door de logistieke kennis van multinationale verladers en de reeds in Nederland gevestigde ketenregisseurs te mobiliseren; • het overall stimuleren van de logistieke ketenregisseursmarkt in Nederland.
Literatuur A.T. KEARNEY (1994), De rol van ketenmanagement in de Nederlandse T&Dsector, Amsterdam: A.T. Kearney A.T. KEARNEY (1995), Globalisering: 'Nieuwe ronde, nieuwe kansen', Amsterdam: A.T. Kearney. BAARENDS, E. (1997), Transportmakelaars gaan DC verdringen, In: Nieuwsblad Transport d.d. 23/01/97. BERG, L. VAN DEN & H.ARJEN VAN KLINK (1995), Van havenstad naar Havennetwerk. Een nieuwe toekomstvisie voor mainport Rotterdam?, Rotterdam: ECTAL. BUCK CONSULTANTS INTERNATIONAL (1995), Het ruimtelijk gedrag van logistieke dienstverleners, Nijmegen: Buck Consultants International. KENNY A. (1997), Assessing the relative advantages and disadvantages of outsourcing to increase the cost effectiveness and efficiency of your distribution: Clarifying the role of the new generation of third party service providers. Handout Reebok Logicon 1997. KERKHOF, M. & B. KUIPERS (1996), Vestigingsklimaat logistieke ketenregisseurs, Probleemstellende Notitie, Rotterdam: AVV. NEHEM CONSULTING GROUP (1994), Vestigingsklimaat Scheepvaart en Scheepvaartgerelateerde bedrijven, 's-Hertogenbosch etc: Nehem CG. TOJA E. (1997), Developing and implementing an effective pan-european ECR strategy to effectively integrate demand management into your supply chain. Handout Johnson & Johnson Logicon 1997.