1
#
Meer over Jannes op de volgende pagina...
feb. 2009 jaargang 5 Praktijk is een vaktijdschrift over praktijk leren van de kenniscentra beroeps onderwijs bedrijfsleven
Calibris ECABO Kenteq
10 tips
voor een geslaagd bedrijfsb ezoek economie
techniek
zorg
Niet te veel woorden, vooral daden
Op zoek naar de klik
Verbeteren? Vraag het de werkbegeleider!
Rotterdamse bedrijven en scholen werken intensief samen P. 14
Technische bedrijven werven speciale vakantiekrachten voor de zomer P. 23
Calibris zet hulpmiddelen voor leerbedrijven online P. 30 februari 2009 PRAKTIJK 1
Inhoud ARTIKELEN
14
23
30
techniek
zorg
11 Edwin Rutten Artiest, leraar en inspirator
economie
20 Drie prijswinnaars geven hun ideeën over begeleiden op de werkvloer 12 JOB-onderzoek: mbo’er looft leerbedrijf
13 Marcel Nuyten (FNV) over noodzaak om vak te leren
Via vakantiewerk op zoek naar de klik
Rotterdam: niet te veel woorden, vooral daden
8
Harry Starren van De Baak (VNO-NCW) over de medewerkers van de toekomst
18 10 Tips voor een geslaagd bedrijfsbezoek
26 AKA-leerling bij de tandarts
28 Metrokaart brengt communicatie school en bedrijf in beeld
32 Honderd praktijkopleiders kijken rond bij Horizon College VASTE RUBRIEKEN 5 Praktijkberichten 7 De Praktijk van… 17 Wat bezielt jongeren? 24 Opleider en leerling over elkaar 27 Dagboek van een mbo-leerling
Op de cover JANNES VAN DEN BRINK (20), MBO-LEERLING - winnaar in de categorie Beste Acteur bij de awarduitreiking van Techniek in Beeld - werkt bij installatiebedrijf Leertouwer in Barneveld en doet een mbo-opleiding tot technicus op ROC ASA SBBO in Leusden In smoking op de foto?! Ja, voor de wereldpremière van Techniek in Beeld eind vorig jaar was ik samen met mijn collega eerste monteur Martin Verhoef genomineerd als beste acteur. We hebben de award als duo gewonnen. Voor de uitreiking door RTL-presentatrice Nicolette van Dam waren we op CompetentCity, een groot evenement voor het mbo-onderwijs, aangekomen in een limousine. Na een extra rondje mochten we naar binnen over de rode loper. Het was heel leuk om dat een keer mee te maken. Wat is Techniek in Beeld? Het is een verzameling van meer dan 60 beroepenfilms, die een beeld geven van
Calibris zet hulpmiddelen voor leerbedrijven online
wat een technisch beroep inhoudt. Ikzelf speelde de monteur woningbouw/utiliteit bij een lopend project van het bedrijf waar ik werk. Het was nog even spannend of ik wel mee kon doen, want anderhalve maand ervoor had ik in mijn hand geboord. Na veel calculatiewerk op kantoor en achttien behandelingen bij de fysiotherapeut liep ik nog wel met een mitella om. Op de draaidag kreeg ik te horen dat ik definitief meedeed. Het in elkaar zetten van die technische schakeling was nog behoorlijk pijnlijk!
worden of zo. Maar dat is nog zo ver weg, dus dat zien we dan wel weer! Kijk voor de site met filmpjes van alle technische beroepen op www.techniekinbeeld.nl
TEKST MARLEEN HALLIE fotografie rainier isendam
En heeft de award een mooi plekje gekregen? Ja, hij staat nu in een vitrinekast op de zaak naast de andere prijzen die we hebben gekregen. Onder meer voor Beste Leerbedrijf en het winnen van een volleybaltoernooi. Hij staat er mooi tussen. In de film speelde je een monteur, ben je dat ook? Ik heb mijn diploma als eerste monteur al, maar ik moet eerst nog wat meer ervaring opdoen. In de middag- en avonduren doe ik momenteel een opleiding tot technicus en misschien wil ik daarna wel calculator
34 Nieuws van de kenniscentra
2 PRAKTIJK februari 2009
februari 2009 PRAKTIJK 3
PRAKTIJK is het tijdschrift voor praktijkleren in het beroeps onderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 92.000 en richt zich op leerbedrijven, regionale opleidingencentra, vmboscholen, overheidsorganisaties en andere partijen in het beroepsonderwijs. Redactie: Karien Brinkman, Suzanne van der Burgt, Famke Derksen, Marleen Hallie, Lucy Holl (hoofdredacteur), Bianca de Jong Redactieadres: ECABO Disketteweg 6, Postbus 1230, 3800 BE Amersfoort, T 033 450 46 46 F 033 450 46 66 E
[email protected] I www.ecabo.nl Ontwerp: Lava grafisch ontwerpers, Amsterdam Vormgeving: Def., Amsterdam Druk: Thieme Rotatie Zwolle Overname van artikel uit Praktijk is toegestaan met bronvermelding. Abonnement: PRAKTIJK wordt kosteloos toegezonden aan erkende leerbedrijven in de mbo-richtingen Bank- en Verzekeringswezen, Bedrijfsadministratief, Commercieel, Informatiedienstverlening, ICT, Juridisch, Kunst, Orde & Veiligheid en Secretarieel, Distributietechniek, Metaal, Installatietechniek, Elektrotechniek, Koudetechniek, Werktuigbouwkunde, Zorg, Welzijn en Sport. En verder aan een keur aan onderwijsinstellingen en andere partijen in het beroepsonderwijs. Voor informatie of wijzigingen: T 033 450 46 39 F 033 450 46 57 E
[email protected] Uitgever: ECABO, in nauwe samenwerking met Kenteq en Calibris De kenniscentra Calibris, ECABO en Kenteq vormen de schakel tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Ze dragen zorg voor de erkenning en begeleiding van leerbedrijven en onderhouden de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Met als doel een goede aansluiting tussen leren en werken. Verder bieden ze effectieve oplossingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Calibris is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor Zorg, Welzijn en Sport. www.calibris.nl. ECABO is het kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. www.ecabo.nl. Kenteq is het kenniscentrum voor Distributietechniek, Metaal, Installatietechniek en Elektrotechniek, Koudetechniek en Werktuigbouwkunde. www.kenteq.nl.
Hebt u nieuws over onderwijs en arbeidsmarkt? Mail naar
[email protected].
Praktijkberichten
Redactioneel
TEKST LUCY HOLL
ren je rot Laatst ging ik met een groep van zo’n veertig leerlingen mee op bezoek bij de Nijmeegse vestiging van chipfabrikant NXP. Het gaat helemaal niet goed bij de voormalige chipdivisie van Philips en vlak erna werd een groot aantal ontslagen aangekondigd, maar de kinderen merkten niets van alle toestanden. Het bezoek was tot in de puntjes voorbereid: de NXP’ers hadden luchtfoto’s van Nijmegen van Google Earth gehaald om aan de hand daarvan uit te leggen hoeveel putjes, groeven, gleuven en schakelingen er wel niet op een paar vierkante centimeter chip zitten en het onderwerp zo wat minder abstract te maken. Er was een ren-je-rot-achtige quiz om uit te vinden welke apparaten wel of geen chips bevatten. De kinderen mochten de witte ‘maanpakken’ uit de cleanrooms passen. Aan het eind vulden ze een leuke vragenlijst in om na te gaan wat ze opgestoken hadden. En ze kregen ieder een (afgekeurde) chip mee. Of ze bij NXP ooit één van de leerlingen terugzien voor een stage of baan, weten ze niet. Maar dat maakt niet uit, de kinderen gingen met enthousiaste verhalen naar huis en dat moet op den duur iets opleveren. NXP gaf een mooie demonstratie van hoe zo’n bezoek kan verlopen. Wellicht doet uw organisatie dit voorjaar mee met ‘Kom in het Leerbedrijf’, het landelijke evenement van de samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven van 9 tot en met 27 maart. Vorig jaar gingen bijna 9.000 vmbo-leerlingen kijken in fabrieken, tuincentra, ziekenhuizen, banken, speelzalen en andere organisaties. Dit jaar zullen het er weer minstens zo veel zijn. In het hart van deze Praktijk vindt u zoals altijd de tien tips, met dit keer nuttige tips voor een geslaagd bedrijfsbezoek. Ze komen van manager Robert Timmers van Van Duijnen Koffie in Almere die ook regelmatig schoolklassen over de vloer krijgt. Kijk eens of er iets van uw gading tussen zit. Alvast één mooie tip van hem: ‘Kauw niet alles voor, maar probeer leerlingen op hun praatstoel te krijgen.’ Lucy Holl, hoofdredacteur Praktijk
[email protected]
Allerbeste van het land Wie mag zich het ‘Beste Leerbedrijf van Nederland 2008’ noemen? Het blad Praktijk was al ter perse toen dat 12 februari bekend werd. ECABO-leerbedrijf Tweede Kamer der Staten-Generaal/Beveiligingsdienst uit Den Haag, Kenteq-leerbedrijf/machinebouwer AAE uit Helmond en VTL-leerbedrijf Transportservice Sliedrecht namen het tegen elkaar op in de landelijke finale. Alle kenniscentra konden hun favoriet voordragen. De bedrijven blinken uit door hun innovatieve opleidingsbeleid. Praktijk heeft geen voorkeur. Zowel ECABO als Kenteq en (vanaf volgend nummer ook) VTL participeren in dit blad ... Kijk voor de winnaar op www.besteleerbedrijf.nl
Nieuw talent via vakantiewerk
“Ik kan de zomervakantie wel thuis blijven zitten, maar dan ga ik me vervelen. Voor mij was dit dé uitkomst! Ik heb veel mensen leren kennen en veel geleerd van de techniek.” Aldus de 17-jarige Jorden Witteman vorig jaar na afloop van Summercollegeatwork, een initiatief van het bedrijfsleven in Leiden en omgeving om leerlingen via vakantiewerk kennis te laten maken met de technische sector. Witteman werkt inmiddels als aankomend installatie monteur bij EnergiQ Installatietechniek in Leiden. Zie ook pagina 23.
Leerlingen op excursie
Routekaart naar mbo-diploma
Krijgt u tussen 9 en 27 maart 2009 een groep leerlingen op bezoek? Dan doet uw organisatie vast mee aan ‘Kom in het Leerbedrijf’, het jaarlijkse evenement om jongeren kennis te laten maken met zeer uiteenlopende beroepen en zo het kiezen van een vervolgopleiding te vergemakkelijken. ‘Kom in het Leerbedrijf’ is een initiatief van Colo, samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven, NVS-NVL en Stichting Platforms VMBO. Via www.kominhetleerbedrijf.nl kunt u een excursiewijzer bestellen vol ideeën voor het organiseren van een geslaagd bezoek. Kijk ook naar de tips op pagina 18 en 19 van deze Praktijk.
Wat hebben een deeltijd-BOL, contractonderwijs of BBL gemeen? Het zijn stuk voor stuk trajecten die mbo-scholen bieden om een mbo-diploma te behalen. De MBO Raad heeft in de publicatie ‘Routekaart naar een (start)kwalificatie’ alle mogelijkheden op een rij gezet, plus de kosten en subsidies. Download de kaart kosteloos via www.mboraad.nl
Hoe leren Nederlanders het liefst?
- 29% einddoelgerichten: willen niet te veel moeite doen en zijn weinig kritische, maar wel sterk visueel ingestelde leerlingen. - 25% detailgerichten: volgen het meest enthousiast cursussen, en zijn niet zo visueel maar wel kritisch. - 23% taakgerichten: hebben weinig motivatie om zichzelf verder te ontwikkelen, en zijn noch kritisch, noch visueel ingesteld omdat het allemaal niet zo hoeft van hen. -2 3% kennisgerichten: hebben een ijzeren discipline en willen zoveel mogelijk weten. Ze zijn kritisch en visueel. (Bron: onderzoek Leerlekkerland van Teleac/NOT, www.teleacnot.nl)
Combinatieflyers Wat zijn de voordelen van het combineren van leren en werken? Het ministerie van OC&W heeft informatieve flyers hierover gemaakt voor zowel werkgevers, werkenden als werkzoekenden. Download ze via www.leren-werken.nl (kijk onder ‘Actueel’ > ‘publicaties’)
Kruiwagens gezocht Wilt u jongeren tussen de 14 en 23 jaar helpen bij het kiezen van een vervolgopleiding of een beroep? Meldt u zich dan aan als coach bij www.skolarz.nl. U kunt hen begeleiden bij het maken van een goede keuze of uw netwerk aanboren. In het digitale coachcenter zoekt de jongere zélf naar de coach van zijn voorkeur.
Leerling gezocht? Stageplek in de aanbieding? Meld het bij uw kenniscentrum of ROC. Of kijk op www.stagemarkt.nl of www.stagevinden.nl.
FOTO: bastiaan van Musscher
4 PRAKTIJK februari 2009
februari 2009 PRAKTIJK 5
Praktijkberichten
Meer mensen aan het werk Hoe kunt u jongeren op mbo-niveau 1 en 2 speciale kansen bieden in uw organisatie? Laat u inspireren door de vele voorbeelden in het boekje ‘Kansrijk in de praktijk’ van de samenwerkende kenniscentra. Steeds wordt aangegeven waar u meer informatie én ondersteuning kunt krijgen. De kenniscentra hebben ook de publicatie ‘Zo krijgen we meer mensen aan het werk’ uitgebracht. Daarin staat hoe zij eraan meewerken om de arbeidsmarktparticipatie in Nederland flink omhoog te krijgen, bijvoorbeeld door de versterking van het beroepsonderwijs, meer aandacht voor loopbaanontwikkeling en meer duale trajecten. Download beide publicaties kosteloos via www.colo.nl (kijk onder ‘Colo en de kenniscentra’ > ‘publicaties’).
Mooi voorbeeld! - Thales Nederland heeft het Gouden Ervaringscertificaat 2008 gewonnen voor zijn EVC-project waarbij medewerkers vooral ook zélf verantwoordelijk zijn voor hun persoonlijke ontwikkeling. Thales zet het Ervaringscertificaat in voor alle typen mbo- en hbo-functies. Een EVC-traject brengt (werk)ervaring in beeld. - Het Amerikaanse bedrijf CB&I Lummus, bouwer van raffinaderijen, creëert op zijn Haagse hoofdkantoor acht stageplaatsen voor vmbo-leerlingen van diverse richtingen. Die werken vijf keer twee weken tussen hoogopgeleide professionals. Ze mogen tijdens hun mbo-vervolgopleiding weer komen en krijgen later wellicht een baan. - In Leeuwarden is O3 (Overheid, Ondernemers en Onderwijs) gestart. Mbo- en hbo-studenten hebben de dagelijkse leiding en voeren projecten uit voor onder meer de Leeuwarder Ondernemersvereniging en de gemeente Leeuwarden. Kijk op www.o3leeuwarden.nl
De praktijk van:
welzijn
Chris Christiaan
TEKST Paul van bodegraven FOTO Rainier Isendam
Naam: Chris Christiaan Bedrijf: Der Sjtiel, een organisatie voor arbeidsrehabilitatie en Wet sociale werkvoorziening Beroep: assistent-werkbegeleider bij onderdeel ViaVia in Hoensbroek Bijzonder: Bij ViaVia werken zo’n 25 mensen met een alcohol-, drugs- of medicijnverslaving. Stapsgewijs doen ze werkervaring op.
De praktijkopleider: Anne-Claire Baksteen Organisatie: Beveiligingsdienst Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dat won onlangs de prijs voor Beste
TrendMeter over Nieuwe Nederlanders - 75% van de bedrijven met 20 tot 500 medewerkers heeft allochtone werknemers in dienst. - 86% ziet geen verschil in functioneren tussen autochtone en allochtone medewerkers. - 20% van de bedrijven kreeg stageverzoeken van allochtone leerlingen: de leerlingen lijken eerder op grotere organisaties en de overheid af te stappen. - 75% van de bedrijven is op de stageverzoeken ingegaan. - Ruim 90% is positief over de stagiairs. - Redenen om allochtone jongeren niet aan te nemen, zijn taalbeheersing, motivatie of een te laag opleidingsniveau. Bron: TrendMeter 2008 van FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling. Kijk voor het complete rapport op www.forum.nl
Wat vindt ú daar nu van?
Wat moet een praktijkopleider doen om zijn vak goed bij te houden en zo zijn leerlingen optimaal te blijven begeleiden? In een volgend nummer van Praktijk schrijven we erover. Maar wat zijn uw ideeën daarover? We plaatsen graag een aantal tips in Praktijk. Mail ons s.v.p.:
[email protected] 6 PRAKTIJK februari 2009
ECABO Leerbedrijf 2008.
Het winnen van de prijs is voor ons een onverwachte kroon op ons werk en een prestatie om trots op te zijn!
ook aan als iemand te afwachtend is. Als je iets wilt, moet je ervoor gaan!
Het opleiden van mensen vind ik leuk omdat het fantastisch is om jonge mensen te zien groeien, zowel in het vak, alsmede in hun eigen ontwikkeling.
Ik word blij als ik hoor dat stagiairs geslaagd zijn voor hun theorie- en praktijkexamen. Dat is toch het uiteindelijke doel! En vanzelfsprekend was ik heel blij toen ik hoorde dat we beste ECABO-leerbedrijf waren geworden!
Als leerlingen hier hun stage beëindigen, weet ik zeker dat ze met plezier terugkijken op een heel leuke tijd. En dat ze voldoende ervaring hebben opgedaan waar ze de rest van hun loopbaan profijt van hebben. Ik wil mijn collega-begeleiders vooral meegeven dat luisteren naar de stagiairs heel belangrijk is en dat de begeleiders ook veel kunnen leren van deze jonge mensen die wellicht een andere kijk op het leven hebben. De meeste energie haal ik uit drukke, hectische dagen. Dan kun je stagiairs laten zien hoe het er bij ons echt aan toegaat. En natuurlijk verwacht ik dat ze hun beste beentje voorzetten! Ik erger me aan stagiairs die ongemotiveerd zijn, niet luisteren en te laat komen. Maar ik erger me er
Ik wil scholen een tip geven, namelijk zorg dat het contact met het leerbedrijf goed en frequent is. Laat scholen óók aankloppen als er dingen niet goed gaan. Van wederzijdse, opbouwende kritiek is nog nooit iemand minder geworden. Ik wil leerbedrijven een tip geven, namelijk zie de stagiairs als volwaardige, volwassen medewerkers, dit schept een vertrouwensband en zal de samenwerking zeker ten goede komen. Ons belangrijkste doel in 2009 is de samenwerking met alle beveiligingspartners aan het Binnenhof te realiseren en dermate te optimaliseren dat we uiteindelijk één grote dienst worden. Hierdoor zullen er meer stagebegeleiders en stageplekken komen.
“Ik heb twintig jaar in de bouw gewerkt en daarna in de technische dienst op een camping. Daarna ben ik op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk. Der Sjtiel bood me deze betaalde baan en sinds 2004 zit ik hier. Een klein jaar geleden heb ik de mbo-opleiding leerwerkbegeleider/helpende welzijn afgerond. Ik begeleid de mensen die hier werkervaring komen opdoen. Per dagdeel zijn er zo’n twaalf à dertien mensen in huis. Ze doen assemblagewerk, ze zetten dingen in elkaar voor uiteenlopende opdracht gevers. Wij hebben onze eigen begeleidingsmethodiek ontwikkeld, gebaseerd op de ervaringen die we in de praktijk hebben opgedaan. We kijken naar de verschillende fases die iemand doorloopt. Dat begint met wennen aan de groep, contact leggen met collega’s en je houden aan de regels. Als dat allemaal in orde is, proberen we andere stappen te zetten, altijd in overleg met de cliënt. We bereiken veel, maar kunnen ook niet alles. We zijn geen hulpverleners. Als iemand psychosociale problemen heeft, verwijzen we hem door. Daar zijn we niet in gespecialiseerd, daar zijn andere kanalen voor. Rust geven en creëren is heel belangrijk in het werk met deze doelgroep. Ik probeer zo veel mogelijk spanningen en stress te voorkomen. Als ik zie dat iemand iets dwarszit, neem ik ‘m apart en ga in gesprek. Je moet voorkomen dat de spanningen overslaan op de anderen. Ik voer ook voortgangsgesprekken met de cliënten en probeer samen met hen leerdoelen of
stappen te plannen. Wij helpen hen op weg naar een normaler leven. En dat werkt! We hebben een flink aantal mensen naar een plek op de arbeidsmarkt kunnen helpen. Die functioneren en wonen op zichzelf, helemaal clean. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Sommige mensen blijven voor lange tijd bij ons. Het werken met deze doelgroep is niet altijd makkelijk, maar het levert me wel heel veel op. Het is prachtig om te zien dat mensen stappen kunnen zetten, op weg naar een betere toekomst. Veel van onze cliënten hebben alle hoeken van de hulpverlening gezien. De kracht van onze aanpak is de hoeveelheid tijd, energie en aandacht die we in deze mensen steken. Dat kost geld, maar gemeenten zien steeds meer de waarde van ons werk. Het gaat erom dat je mensen met respect tegemoet treedt. Iedereen heeft een talent dat ontwikkeld kan worden, ook deze mensen.”
Meer weten over de aanpak van Der Sjtiel? Op www.calibris.nl/leerbedrijf staat een filmpje van dit leerbedrijf. Het was één van de genomineerden voor Beste Leerbedrijf 2008 in de Calibrissectoren. Der Sjtiel is ook erkend als leerbedrijf door diverse andere kenniscentra, waaronder ECABO, Kenteq en Innovam.
februari 2009 PRAKTIJK 7
Stellingen
HARRY STARREN, DIRECTEUR VAN DE BAAK (VNO-NCW):
Harry Starren is directeur van De Baak, opleidings
‘Na vier jaar studeren is de wereld alweer veranderd’
centrum van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Hij geeft
TEKST JUDITH KUNEKEN FOTO’S Lex draijer
1 2 3 4 5
De medewerker van nu is in essentie hetzelfde als die van 50 jaar geleden. “Als je het zo beschouwt, is het altijd waar. We zoeken allemaal waardering, betekenis en geborgenheid. We willen graag ergens bij horen. Dat is van alle tijden. We veranderen wel in het gedrag en de verhoudingen die daarbij horen. We willen graag waardering krijgen, maar we zijn daarbij niet meer alleen afhankelijk van de baas.”
Nederlandse werknemers moeten vaker van werkgever of functie wisselen. “Vroeger kon je zeggen ‘Wat deed papa?’ en dan was er vaak maar één antwoord zoals slager of boer mogelijk. Nu is het niet meer zo gek als je drie keer in je leven van richting of branche bent veranderd. Er lijkt een tendens te zijn dat we wel werkzekerheid zoeken, maar dat die in de plaats komt van baanzekerheid. We zullen niet meer zo snel zeggen ‘Ik heb recht op deze baan’. De baangarantie neemt af en de bereidheid om van baan te wisselen, zal toenemen.”
Het beste motto bij leidinggeven is ‘sturen is storen’. “Een goede leidinggevende moet heel terughoudend zijn. Hoe groter de vakbekwaamheid van iemand, hoe makkelijker diegene zonder leiding kan. Tegelijkertijd verwacht die medewerker dat zijn leidinggevende de juiste arbeidsvoorwaarden en condities schept. Een goede kapper laat zich niet door zijn baas uitleggen hoe die moet knippen. Hij krijgt aanwijzingen van zijn klanten en niet van zijn baas.”
Werkgevers moeten het lef hebben om levensvreugde tijdens het werk te stimuleren. “Je kunt zeggen dat mensen tegenwoordig ook meer voor hun plezier willen werken. Steeds meer mensen maken een afweging tussen werk en vrije tijd. Dus als je het werk plezierig maakt, kiezen mensen niet alleen meer voor het werk omwille van het geld, maar ook om het plezier. Een slimme werkgever zorgt ervoor dat iemand voor meer dan alleen het geld bij hem komt werken.”
Wie stopt met leren, stopt met groeien. “Het is belangrijk dat mensen niet alleen werk doen wat ze kunnen, maar ook dingen doen waar ze van kunnen leren. Veel werkgevers zeggen: ‘Doe maar heel vaak wat je goed kan, dan kan ik het meest aan je verdienen’. Slimme bazen zeggen af en toe ook dat je dingen moet doen waar je wat van leert. Zo kunnen mensen zich blijven ontwikkelen, beter in hun vak worden en op de lange termijn meer winst opleveren.”
8 PRAKTIJK februari 2009
trainingen en hij schrijft boeken. Hij treedt bovendien vaak op als dagvoorzitter en geeft lezingen over thema’s als leiderschap, onderwijs en de arbeidsmarkt. Ook was hij presentator van het TELEAC/NOT-programma ‘Grootmeesters in management’. Starren wordt ook wel een ‘poldermanagementgoeroe’ genoemd.
Flexibiliteit is het toverwoord voor de werkgever én de medewerker van de toekomst. “Dat geloof ik, maar daar hoort wel een ander woord bij, namelijk ‘bestendigheid’. Tegenwoordig willen mensen én flexibiliteit én loyaliteit. Je moet niet alle zekerheid bij mensen weghalen. De stelling is eigenlijk: iedereen wil flexibel zijn als we maar een bepaalde basiszekerheid hebben. Flexibiliteit moet samengaan met zekerheid. In Noord Europa noemen ze dit ‘flexicurity’. Iedereen wil wel een avontuur beleven, maar we willen wel veilig thuiskomen.”
6 7
De arbeidsmarkt moet leidend zijn binnen het onderwijs. “Ik zou eerder zeggen dat de arbeidsmarkt van de toekomst ‘leidend’ moet zijn. Als iemand na drie, vier jaar klaar is met zijn studie, is de wereld alweer veranderd. We kunnen onze studenten niet helemaal ‘afronden’ omdat we niet in de toekomst kunnen kijken. Dat vinden bedrijven vaak lastig, die willen medewerkers op maat. Ik denk dat we bij steeds meer bedrijven opleiders zullen gaan zien die de laatste hand leggen aan het leerproces van pas afgestudeerden.”
8
Het competentiegericht beroepsonderwijs is een flinke verbetering. “Het geleerde in de praktijk brengen, is iets anders dan een diplomapapiertje. Je zou kunnen zeggen: ‘Hij kan best een diploma metselen hebben, maar kan hij ook een muurtje bouwen?’ Dat kunnen is het competentiegerichte onderwijs. De vraag of iemand de juiste competenties heeft om een vak te kunnen beoefenen, moeten we wel in de praktijk toetsen. Het is een vooruitgang als dat ook gebeurt. Elke advocaat is een jurist. Maar niet elke jurist is een advocaat. Het advocaat zijn is een competentie.”
9
Een goede praktijkopleider word je niet. Dat heb je in je of niet. “Ik zou niet zo snel zeggen ‘dat heb of dat heb je niet’, maar je moet er wel een bepaald talent voor hebben. Je kunt wel een goede stem hebben om zanger te worden, maar niet iedereen is dan ook direct een goede zanger. Als praktijkbegeleider moet je het boeiend vinden om jonge mensen iets te leren.”
De arbeidstekorten in bijvoorbeeld de zorg en techniek blijven de komende decennia nog wel bestaan. “Dit zal zeker doorzetten. Tegelijkertijd denk ik ook dat we moeten ophouden met klagen. Daar wordt niemand vrolijk van, laten we juist iets op de problemen verzinnen. Ik zie ook nieuwe kansen. We kunnen nieuwe combinaties maken door bijvoorbeeld internationaal samen te gaan werken. De stelling die ik graag hanteer is ‘De zaak is hopeloos, maar niet ernstig’. Ik bedoel te zeggen dat er altijd reden voor gezeur is. Als je tegen iemand uit Afrika zegt dat wij problemen hebben, dan moet je niet vreemd opkijken als die zegt: ‘Als dit problemen zijn, dan wil ik ze hebben.’”
10
februari 2009 PRAKTIJK 9
KENNIS IN HET JUISTE PERSPECTIEF. DE TECHNIEK VOOR DE TOEKOMST. De vloer op
Kijk op beroepen
Dossie Edwin r Rutten Tip! ‘Ga vooral niet doen alsof jij de wise guy be
nt,
die het allemaal heeft uitgevonden. Start altijd bij de ander.’
Op de wer
kvloer m
Edwin Ru tten
ARTIEST E
TEKS T lucy
www.techniekinbeeld.nl Korte films over beroepen in de techniek die gemaakt zijn voor jongeren die willen weten wat werken in de techniek echt inhoudt. In welk beroep werk je nu veel met collega’s samen, in welk beroep werk je erg nauwkeurig? Techniek in beeld laat zien hoe het werkelijk gaat.
et:
N DAGVOO
holl
RZITTER
voor met d e leerlinge n. Niets mo zien ontplo “Ik heb op oier dan ta oien. vijf versch lent illende lage gezeten en re scholen even zo ve le Hoe krijg je schrijfmeth Da’s niet h die kleur o odes geha andig. Toen p de wange d. er weer ee jongere? Ik werd over n van een n s noem dat ge geklaagd mijn handsc leide zelfo hrift zei m st u maar tege u r, terwijl die ntdekking. ijn vader: ‘Z n de juf da ander zijn Ik eg t de schrijf voren kan eigen talen voor niets machines b re ten naar zijn uitgevo n ge n n . ie Ik t b e n n den.’ Ik ben maar altijd nooit de be gymnasium na het tweter, de geïntere uit interess sseerde le e psycholo uitgangspu studeren e raar. Mijn gi nt bij leerl e gaan n doe nu a ingen is no ls kleine ze even wat ik alles waar oit ‘kijk ee lfstandige allemaal w ik nooit vo ns van el niet ged or geleerd ‘k ij k e e aan heb’. H ns even, w heb. a et is t jí j ga a t doen!’ Ik lijk wel bep Ik werk sin heb natuu aalde doele ds mijn 14 rn e. Samen m . M d a ie Rogier van ar ik wil ee jongeren zé et klasgen rst van Otterloo be lf horen wa oot gon ik toen e a n r speelde pia h o u f n ambitie li dat realist een bandje no, ik drum isch is. gt . Hij de en zong maakten p jazzliedjes. laten, we sp W e e O e lden twee, pleiden is week op sc een kwest drie keer p holen, op fe ie van pain er esten, en w Moeten we geld! Mijn en pleasure e jongeren a ve sociale inte rd ie n . d e n lleen plezi lligentie de vo overal hee o rs ch erpakkette otelen waa ed ik op do l goed om m n ri o n r a ll e e heen te k s leuk, leuk Nee, ik gelo hadden ge ijken. We , leuk is? of in het aa en coache nleren van s of bazen vaardighed opdrachte . stevige D e en. Niet om volgende n kregen w dat wij als e doordat m dat zo nod siast ware volwassen ensen enth ig willen, m n en ons ka en ouaar omdat artje vroege is o nog steeds m e het zo lekke en rugzakje n. Dat is bij zo. r m e mij t ge reedschap hebben. bij je te Ik werkte o veral en ne rgens en tr Jezelf ontw ten voor de of bij opdra ikkelen he omroep we cheft vooral m l eens stagi maken: ik zi je het hier et wíllen te airs aan. ‘V e leuk?’, vroe zo of iema in d nd wat han g ik staat of m dan. Was h ‘ja’, dan raa gerig erbij eteen een et antwoord dde ik hen hoop pit la ogenblikke uit van wa kijken waa a t zi li en. Ga altij t jk e r in een lee aan om te r knelpunte d rling zit en n in de org En ik leg ie en wat voo h anisatie za aal dat eru m a r oplossinge n d so m te it. s n é ven op de gr n ze hadde je hier, wat beslissinge ill: wat doe n. Kijk wie wil je nu eig n op de we d e e n rk li V vl jk en waaro ragen, vrage oer neemt, monter hu m? meur, wee heb een n, vragen. K s snel en ie ortom, gee toekomst, houden na d e f zicht op d re ge e ef iets van je stage. Ik n wil je e jezelf. Gee heb zelf no dat maakt baan geha f geluk me oit een vast jezelf ook d, behalve e e w e n e w e r wat geluk at werk vo ria. Ik geef or conserv kiger.” er nu work a to sh E o ps en gast dwin Rutten Kennis ove lessen. rbrengen is zingt, schri jft, is dagv het leukste congresse dat er is. W oorzitter b n, geeft wo e n e hebben m lastigste ij rkshops, w et zijn alle re n en erkt met ki vindt het n n het beste n ie d et er g d a steeds als t iedereen Ome Willem hem nog ziet.
februari 2009 PRAKTIJK 11
Onderzoek
JOB-onderzoek: hoe denken leerlingen over hun mbo-opleiding?
Mbo’er looft leerbedrijf Mbo-leerlingen oordelen in ruime meerderheid positief over hun stage of leerwerkplek. Ze vinden dat ze goed begeleid worden op de werkvloer en er aardig wat opsteken. Ze geven hun complete opleiding gemiddeld een 6,9. En hun school krijgt gemiddeld een 6,4. Dat blijkt allemaal uit onderzoek van JOB, de JongerenOrganisatie Beroeps onderwijs. TEKST LUCY HOLL BEELD LAVA/DEF.
• rood overwegend negatief • groen overwegend positief
uitgebreid meten. Dit jaar deden bijna 84.000 mboleerlingen van 61 verschillende onderwijsinstellingen mee aan het online onderzoek ODIN5. Het onderzoek wordt zeer serieus genomen: scholen maar bijvoorbeeld ook het ministerie van Onderwijs en de kenniscentra doen er hun voordeel mee.
Zes van de tien leerlingen oordelen positief over hun stage of leerwerkplek. Zo’n driekwart is ook tevreden met de hoeveelheid tijd die ze tijdens hun opleiding in een leerbedrijf doorbrengen, één op de tien vindt het wat te weinig, de rest wil juist wel wat meer tijd op school zitten.
COMPETENTIES OPDOEN Ruim zeven op de tien mbo-leerlingen is te spreken over het niveau van hun opleiding, bijna een kwart vindt het allemaal wat te makkelijk. Een meerderheid is positief over de hoeveelheid competenties die ze zich eigen maken. Ze vinden dat ze in voldoende mate leren om zelfstandig te werken (69%), te communiceren (66%), samen te werken (62%), te werken volgens afspraak (58%), te plannen en organiseren (54%), problemen op te lossen (52%) en zichzelf en hun werk te beoordelen (52%).
ELKE TWEE JAAR Sinds 2001 laat de JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs om de twee jaar de tevredenheid van mbo’ers
VOLDOENDE LEREN Al met al vindt bijna de helft van de leerlingen dat ze voldoende leren op school, een kwart vindt echter van
Hoe oordelen mbo-leerlingen over hun tijd op school? OORDEEL OVER LESSEN/PROGRAMMA
29%
43%
AFWISSELING ZELFSTANDIG WERKEN EN IN GROEPEN WERKEN
20%
44%
OORDEEL OVER DOCENTEN
17%
56%
OORDEEL OVER LESMATERIAAL
23%
49%
OORDEEL OVER TOETSEN OP SCHOOL
16%
60%
OORDEEL OVER STUDIEBEGELEIDING
22%
44%
OORDEEL OVER RUIMTE VOOR EIGEN KEUZE
39%
25%
TEVREDEN OVER LOOPBAANBEGELEIDING
28%
33%
Hoe oordelen mbo-leerlingen over hun tijd op de werkvloer? BOL-leerlingen (fulltime op school, af en toe tijd op stage) WEINIG MOEITE MET HET VINDEN VAN EEN STAGEPLAATS
18%
69%
VOLDOENDE LEREN OP DE STAGE
10%
74%
TEVREDEN OVER DE BEGELEIDING DOOR HET LEERBEDRIJF
11%
70%
TEVREDEN OVER DE WIJZE VAN BEOORDELING
12%
65%
GOEDE VOORBEREIDING DOOR SCHOOL OP STAGE
31%
42%
AANSLUITING VAN GELEERDE THEORIE BIJ DE PRAKTIJK
28%
43%
31%
40%
WEINIG MOEITE MET HET VINDEN VAN EEN WERKPLEK
10%
78%
VOLDOENDE LEREN OP DE WERKPLEK
7%
78%
TEVREDEN OVER DE BEGELEIDING DOOR HET LEERBEDRIJF
16%
67%
TEVREDEN OVER WIJZE VAN BEOORDELING VAN PRAKTIJKDEEL
9%
59%
VOLDOENDE KUNNEN BESPREKEN WERKERVARINGEN OP SCHOOL
16%
56%
AANSLUITING VAN GELEERDE THEORIE BIJ DE PRAKTIJK
26%
46%
CONTACT TUSSEN SCHOOL EN LEERBEDRIJF
30%
37%
BEGELEIDING DOOR SCHOOL TIJDENS DE STAGE
BBL-leerlingen (vier dagen werken, één dag naar school)
niet. Leerlingen die een competentiegerichte opleiding volgen (inmiddels is dat al 60% van alle mbo’ers) zijn net een fractie minder tevreden over wat ze leren op school dan leerlingen die nog meer in losse vakken les krijgen. Ruim de helft van de leerlingen zou opnieuw voor dezelfde opleiding kiezen, een kwart zou wat anders gaan doen. GOEDE STAGE En dan de stage- of leerwerkplek. Van de BOL-leerlingen (met een aantal aaneengesloten stageperioden) oordelen bijna zes van de tien positief over hun stages als geheel, één op de vijf is negatief. Het vinden van een plek kost de meesten weinig moeite en de begeleiding door het leerbedrijf vinden ze merendeels prima. Ze willen wel nog meer voorbereiding op school en begeleiding door hun docent. PRIMA WERKPLEK Van de BBL’ers (vier dagen werken, één dag naar school) oordelen ruim zes van de tien leerlingen positief over hun werkplek. Eén op de zeven is negatief. Ze hebben doorgaans weinig moeite een goede plek te vinden en zijn merendeels tevreden over wat ze opsteken in hun leerbedrijf. Wel mag de aansluiting tussen theorie en praktijk beter. En school en bedrijf zouden bovendien meer contact mogen hebben. MEEST TEVREDEN De gemiddelde tevredenheid verschilt overigens per opleidingsrichting. Zo zijn bijvoorbeeld BOL-leerlingen juridisch, thuis- en bejaardenzorg, gezondheidszorg, metaalbewerking, elektrotechniek en werktuigbouwkunde gemiddeld meer tevreden dan leerlingen administratief en informatica. Bij de BBL’ers scoren de leerlingen juridisch, thuis- en bejaardenzorg en sociale dienstverlening gemiddeld bijvoorbeeld hoger op tevredenheid dan de leerlingen elektrotechniek, openbare orde en veiligheid, informatica, en werktuigbouwkunde. Download het complete rapport van JOB via www.odin5.nl
Column Marcel Nuyten, CAO-onderhandelaar voor FNV Bondgenoten voor Uitzendkrachten
FLEXWERKERS HOREN ER OOK BIJ! Onlangs heb ik met de werkgeversorganisaties van uitzend bureaus afspraken gemaakt over nieuwe CAO’s voor Uitzendkrachten. Investeren in opleiden neemt een belangrijke plaats in. En dat is hard nodig. Want in een economie die steeds meer flexwerkers inzet en waarin een uitzendbaan voor veel jongeren de eerste kennismaking met het bedrijfsleven is, is het toch te gek voor woorden dat diezelfde uitzendkrachten nog steeds worden uitgesloten van veel vakopleidingen. Terwijl datzelfde bedrijfsleven kampt met een tekort aan vakmensen en iedereen de mond vol heeft over de kenniseconomie. Veel jongeren die voortijdig de school verlaten of een verkeerde opleiding kozen, komen terecht in uitzichtloze uitzendbaantjes. Dat geldt ook voor een grote groep werkloos geworden ouderen, die via een uitzendbaan weer aan werk proberen te komen. Ik ben ervan overtuigd dat er onder deze groepen nog veel mensen zitten die kansen gemist hebben en veel meer kunnen. Die kans op beter werk verdienen ze. Om ze opnieuw te motiveren voor opleidingen hebben we onorthodoxe aanpakken nodig. De combinatie van leren en werken in BBL-trajecten, de oude vakschoolaanpak en persoonlijke coaching op de werkvloer zijn de oplossing. Ouderen – en ook jongeren – kunnen we opnieuw motiveren door hun ervaring te waarderen via een officieel ervaringscertificaat. Laagopgeleiden willen graag documenten. Laten we ervaringscertificaten gebruiken om deze groep te motiveren opnieuw te gaan leren. De uitzendsector kan veel meer aan opleiding doen. Ik geloof heilig dat de uitzendsector niet alleen een rol kan spelen als bemiddelaar naar werk maar ook naar opleiding. Bij de uitzendbureau komen veel mensen – via de vestigingen en websites – binnen op zoek naar werk, uitzendbureaus hebben een uitgebreid contactennetwerk, ze kennen de vraag en opereren snel en slagvaardig. Met de nieuwe CAO’s voor Uitzendkrachten maken we een behoorlijke inhaalslag. De uitzendbranche wil extra investeren in vakopleiding met leer/werkplaatsen en coaching voor BBL-ers. Nu is de rest van het bedrijfsleven met zijn opleidingsfondsen nog aan de beurt om uitzendkrachten de kansen te bieden die ze verdienen. Laten we ophouden met discussiëren over wie de rekening van de opleiding betaalt of rechten kan laten gelden op goed opgeleide vakmensen. Uitzender of inlener! Het gaat om goed opgeleide werknemers en die vinden hun weg vervolgens vanzelf wel naar de be drijven. Laten we de rekening samen betalen en oplossingen bedenken voor problemen die het opleiden in de weg staan. Marcel Nuyten is CAO-onderhandelaar voor FNV Bondgenoten voor Uitzendkrachten en voorzitter van het O&O-fonds in de Uitzendsector (Stoof).
Bron: JOB Monitor 2008 / ResearchNed Nijmegen
12 PRAKTIJK februari 2009
februari 2009 PRAKTIJK 13
Rotterdam
Nico Bezemer van leerbedrijf HBD Total Security: “We zijn in Nederland veel geld kwijt aan de factor arbeid. Dus leid daar dan ook optimaal voor op.”
Niet te veel woorden, vooral daden Rotterdam werkt hard aan inniger relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven
Rotterdam is dit jaar de allereerste European Youth capital. Het wemelt van de projecten om jongeren hun talenten te laten ontdekken. In Rotterdam is überhaupt opvallend veel gaande tussen onderwijs en bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de beveiligingsbranche, vertelt directeur Nico Bezemer van HBD Total Security. Wethouder werk Dominic Schrijer is heel tevreden, onder meer met de Arbeidsmarktbijsluiter die leerlingen straks meer kijk op hun werkkansen geeft. TEKST LUCY HOLL FOTO joyce van tienen
In Rotterdam is een mooi project op stapel gezet: een stuk of tien beveiligingsorganisaties in de regio met ROC Albeda zijn om tafel gaan zitten. Politie erbij, kenniscentra erbij, exameninstanties erbij. In de toekomst kan er wel eens een tekort aan vakmensen ontstaan, dus laten we samen een list bedenken, was de insteek. Aan welke mensen hebben we straks behoefte? Hoe kunnen we die bereiken en goed opgeleid krijgen? “Kom bij ons in Rotterdam werken in de publieke en private beveiliging. Daar draait het om. En niet zo zeer van: kom werken bij dit of dat bedrijf”, zegt Nico Bezemer, directeur van HBD Total Security in Hoogvliet en bestuursvoorzitter van kenniscentrum ECABO. “We laten zien dat we als complete branche iets te bieden hebben en dat we met zijn allen willen investeren in opleiden en begeleiden. Iedereen zit met dezelfde problemen en vist in dezelfde vijver. Hoe trek je samen mensen over de streep?” Inmiddels is een eerste groep van ruim twintig aspirant-beveiligers in opleiding. Ze lopen mee met ervaren professionals van verschillende organisaties en ontdekken zo waar ze zich het meest thuis voelen. De bedrijven stellen zich garant voor banen. Bezemer: “Ik weet niet of mijn bedrijf er straks ook maar één nieuwe medewerker aan over houdt. De jongeren hebben geen verplichtingen. We kunnen als leerbedrijven alleen maar zorgen voor goede begeleiding, zodat de mensen zich welkom en gewaardeerd voelen.” Er is nu ook de
14 PRAKTIJK februari 2009
regioraad beveiliging, vertelt hij. Kortom, bedrijfsleven, onderwijs en kenniscentra zorgen sámen voor adequaat opgeleide mensen. BETERE INPUT HBD Total Security is al jaren leerbedrijf en heeft – los van het gezamenlijke project – gemiddeld zo’n 12 aspirant-beveiligers rondlopen tussen de 280 medewerkers. “Het boeit me enorm om mensen in de praktijk wat te leren”, zegt Bezemer. “De beveiliging is daarvoor een ideale branche. Ik wil jonge mensen graag anders tegen die werkvloer aan laten kijken.” Bezemer vindt dat scholen en bedrijven veel dichter naar elkaar op kunnen schuiven. Bedrijven kunnen méér investeren in opleiden, begeleiden van leerlingen, gastlessen geven of docenten in hun keuken laten kijken. “We moeten ons actief bemoeien met wat we in de nabije toekomst aan medewerkers in onze bedrijven willen binnenkrijgen. Lerend werken en werkend leren is broodnodig om een beroep in de vingers te krijgen. Als we als bedrijfsleven actief helpen en ondersteunen, dan krijgen we ook een betere input van de scholen.” Het is geen eenvoudig proces, weet Bezemer. “Alle partijen hebben zo hun eigen belangen, we zitten in ons geval bijvoorbeeld met de vele regelgeving in de beveiliging. En vanuit andere sectoren wordt ook aan jongeren getrokken. Maar als je er met zijn allen in gelooft, lukt het.” Het is ook een kwestie elkaar vertrouwen en elkaar zaken gunnen. Toen de beveiligingsbedrijven in Rotterdam met het project begonnen, was de arbeids-
markt zo nijpend dat ze graag samenwerkten. “Het kan natuurlijk zo maar zijn dat de situatie over een paar maanden anders is en dat dit mooie plan dan door iedereen wordt verlaten omdat ze mensen genoeg kunnen krijgen.”
leven heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en nu is het zodanig onderling georganiseerd dat er eerder te veel plaatsen zijn. We hebben met de kenniscentra een
Hippe stage EXPERTMEETINGS Sinds een paar jaar heeft Rotterdam het werkprogramma ‘Beroepsonderwijs Werkt!’ om beroepsonderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen en mismatches aan te pakken. Gemeente, ROC’s en kenniscentra hebben samen ook allerlei afspraken vastgelegd over de begeleiding van leerlingen, het erkennen van leerbedrijven, het tegengaan van discriminatie en meer. Er gebeuren mooie dingen, zegt wethouder Dominic Schrijer. “Een jaar of twee geleden zijn we begonnen met expertmeetings, omdat we als gemeente zagen dat onderwijs en bedrijfsleven toch vaak met de rug naar elkaar toe stonden. We hebben mensen uit bijvoorbeeld de zorg, de metaal en de haven- en transportsector bij elkaar gezet. Wat is in jullie sector de vraag, waar zijn knelpunten, waar moet vooral opgeleid worden, waar zitten de stages en leerwerkplekken? Heel specifiek en sectorgericht.” Het mbo- en hbo-onderwijs kan een en ander doorvertalen naar zijn opleidingen. Rotterdam is tegelijkertijd ook gericht het tekort aan stageplekken te lijf gegaan: sommige leerlingen konden hun opleiding niet afmaken omdat ze hun stage niet rond kregen. Schrijer: “Dat kan natuurlijk niet. Het bedrijfs-
De hipste stageplekken anno 2009. Die heeft de Creative Factory in Rotterdam te bieden, aldus directeur Leo van Loon. Hij bestiert de oude Maassilo aan de Maashaven Zuidzijde waar zo’n 65 jonge ondernemers in de mode, muziek, media en zakelijke dienstverlening gehuisvest zijn. De receptie van de Creative Factory wordt al helemaal bemenst door mbo-leerlingen van het Albeda College en er moeten veel meer stagiairs komen. Kenniscentrum ECABO zorgt voor de erkenning als leerbedrijf, levert een stagecoach en begeleidt de praktijkopleiders. Mogelijkheden “Vanaf het begin zijn we in gesprek met het Rotterdamse mbo- en hbo-onderwijs hoe we die wereld van school en ondernemen bij elkaar kunnen brengen. De ondernemers ontdekken op een gegeven moment dat ze alles niet alleen kunnen. Een leerling kan meewerken, ideeën inbrengen, marktonderzoek doen, helpen om de boekhouding op orde te krijgen, noem maar op. Ondernemers leren hoe het is om medewerkers te begeleiden.” Bedrijven én leerlingen reageren enthousiast. “Er gaat een wereld van mogelijkheden open.” Dit jaar biedt de Creative Factory aan zo’n dertig jongeren van uiteen lopende opleidingen een stageplek, verwacht Van Loon.
februari 2009 PRAKTIJK 15
Wat bezielt jongeren?
Rotterdam
Jongeren
Wat houdt uw stagiairs bezig, wat willen ze, hoe leven ze. Praktijk brengt ze voor u in beeld. TEKST LUCY HOLL FOTO DEF
Stageservicepunt in het Ondernemershuis, onder meer om ook moeilijk plaatsbare leerlingen te matchen.” goede voorbeeld De gemeente Rotterdam zit zelf intussen ook niet stil. Ze was bij de recente ECABO-verkiezing van Leerbedrijf van het Jaar één van de kanshebbers. Rotterdam (met haar 14.000 ambtenaren) heeft zichzelf een ambitieus doel gesteld: ze wil vanaf 2010 jaarlijks duizend stageplekken en werkervaringsplaatsen bieden. De gemeente heeft opleiden van leerlingen hoog op de agenda staan, zowel vanuit haar voorbeeldrol als (grote) werkgever als met het oog op de instroom van nieuwe medewerkers. Ze wil bijdragen aan een stijging van het gemiddelde opleidingsniveau in de stad en jonge Rotterdammers een betere startpositie op de arbeidsmarkt geven. “We zetten daarbij in op een centraal stagebeleid”, vertelt beleidsadviseur Ayla Sari. Externe én interne partijen kunnen met hun verzoeken en vragen terecht bij één centraal punt, Stageplaza
Rotterdam durft en doet • Rotterdam experimenteert met wijkscholen (waar leerlingen met complexe problemen worden geholpen met zorg, onderwijs en werk), met vakscholen (met een doorlopende leerroute van vmbo naar mbo) en met topscholen (voor bovengemiddelde leerlingen). • In Rotterdam draait de vmbo Carrousel RotterdamRijnmond, een project van ECABO, Kenteq, Calibris en KC Handel om vmbo-leerlingen meermalen op bedrijfsbezoek te laten gaan. • De kenniscentra hebben in Rotterdam één coördinator Samenwerkende Kenniscentra aangesteld, hij zorgt waar nodig voor een soepele communicatie tussen de relevante partijen. • De kenniscentra hebben samen met de ROC’s en de gemeente Rotterdam het Stageservicepunt in het Ondernemershuis opgericht. Het is een meldpunt en vraagbaak voor werkgevers en pakt knelpunten bij het matchen van leerlingen (bijvoorbeeld van mbo-niveau 1 en 2) aan. • Rotterdam heeft haar eigen Colo Barometer Rotterdam-Rijnmond, die aangeeft hoe het zit met vraag en aanbod van stageplaatsen.
16 PRAKTIJK februari 2009
Rotterdam. “Op die manier wordt het nóg duidelijker dat de gemeente één organisatie is. Iedereen weet waar hij aan toe is: de jongeren krijgen standaardvergoedingen en de onderwijsinstellingen weten dat we standaardovereenkomsten hebben.” De vele gemeentelijke onderdelen en deelgemeenten bieden uiteenlopende diensten en producten en hun werkprocessen verschillen. Ayla Sari: “Het is een leuke uitdaging om bij het opleiden oog te hebben voor maatwerk en te uniformeren. Door dat uniformeren is het gemakkelijker om met zijn allen het gevraagde aantal stages en werkervaringsplaatsen te realiseren.” De gemeente besteedt veel aandacht aan begeleiding. Dit jaar wordt samen met de kenniscentra en scholen gewerkt aan een breed aanbod van trainingen, zodat er voldoende, goed gekwalificeerde praktijkopleiders komen. Rotterdam kent ook speciale projecten voor speciale doelgroepen, bijvoorbeeld voor leerlingen op de laagste mbo-niveaus. Zo is samen met het Jongerenloket een project gestart voor jongeren die eerst eens werkervaring willen opdoen, voordat ze aan een leerwerkplek en officiële mbo-opleiding beginnen. Er zijn taalstages om inburgeraars Nederlands te laten leren. En de dienst Stadstoezicht zette samen met ECABO en het Albeda College een leerbedrijf in een parkeergarage op, voor jongeren die uit wilden vinden of de beveiliging iets voor hen is. BIJSLUITER De partijen in Rotterdam hebben afgesproken dat de ROC’s binnenkort een arbeidsmarktbijsluiter doen bij de opleidingen waarover ze jongeren informeren. Wethouder Schrijer: “Hoe groot zijn de kansen op werk, wat ga je verdienen, staan de seinen op groen of krijg je het straks moeilijk? De kenniscentra kunnen hier veel informatie leveren, ook via de Colo Barometer voor de stage- en arbeidsmarkt die ze voor Rotterdam Rijnmond bijhouden.” De wethouder heeft drie grote doelen voor ogen: minder vroegtijdig uitval, meer opleidingen die echt leiden tot werk en minder tekorten bij bedrijven aan goed gekwalificeerd personeel. “Het gevoel van urgentie dat de partijen het samen moeten doen, is er nu duidelijk.”
WERELDREDDERS Ook jongeren maken zich zorgen over de toekomst, zo blijkt uit het onderzoek ‘Citizen 2050’. Shell liet het uitvoeren onder jongeren tussen de 18 en 24 jaar oud in 27 landen. Ze vinden dat de wereld gered moet worden, maar het botst soms wel met hun eigen verlangens. Ze hebben namelijk veel wensen als het gaat om bezit, reizen, rijk zijn, een groot huis en kinderen. Ze willen daarom wel recyclen en composteren (70%), meer lopen of fietsen (61%) en besparen op elektriciteit (57%). Veel minder populair zijn echter; alleen lokaal verbouwd voedsel eten (28%) en minder verre vliegvakanties maken (22%).
KOMPAS OF GPS? Mensen van alle leeftijden gebruiken de mobiele telefoon. Maar msn’en doen vooral jongeren. En wie rijdt er massaal in de elektrische auto? Hoe zit het precies met de rol van generatie, gender, levensfase en opleidingsniveau bij het accepteren en adopteren van allerlei technologische nieuwigheden? Hiteq, centrum van innovatie, beschrijft het in de publicatie ‘Kompas of GPS? Een verkenning naar generaties en technologische ontwikkelingen.’ Status en ook ‘zinnigheid’ blijken belangrijke factoren voor oudere generaties. Voor jongeren speelt de intrinsieke motivatie een doorslag gevende rol. Download de publicatie gratis via www.hiteq.org.
EIGEN TECHNOLOGIE MEE De jongeren die u op de werkvloer krijgt, vinden het steeds normaler hun eigen telefoon, kenniswebsites, software en online netwerken op het werk te gebruiken. Een werkgever moet niet moeilijk doen over hun media- en softwaregebruik, dat blijkt uit Amerikaans onderzoek van adviesbureau Accenture. De nieuwe generatie medewerkers is opgegroeid met moderne communicatiemiddelen. Hun (toekomstige) werkgevers moeten liefst state-of-theart technologie hebben. Wie verouderde technische hulpmiddelen biedt en mensen niet toestaat om met de eigen hulpmiddelen te werken, ligt slecht in de markt. Jongeren weten via slimme omwegen toch wel bij de gewenste software of het juiste kennis- of netwerkportaal te komen.
VRIENDEN IN OVERVLOED Zo’n 90% van de jongeren hecht erg veel belang aan vriendschap. Zes van de tien jongeren vinden vriendschap zelfs belangrijker dan liefde, zo blijkt uit onderzoek van de Vlaamse jeugddienst In Petto. Vrienden hebben alles te maken met vertrouwen, amuseren en praten. Gemiddeld zeggen jongeren 43 vrienden te hebben, onder wie 13 ‘echte’ vrienden. Ze weten wat foute vrienden zijn en hebben internetvrienden die ze nooit in het echt ontmoeten. Ruim 80% heeft soms ruzie met één van hun vrienden, en 70% zegt dat hun vrienden invloed uitoefenen bij een keuze of beslissing.
“Iets moet leuk zijn, nuttig, niet te duur, veilig en efficiëntieverhogend en soms kun je nu eenmaal niet om een ontwikkeling heen.” (uit de expertmeeting van Hiteq)
TOP-10 BESTEDING VRIJE TIJD - 16% sporten -13% surfen op
ALLERCOOLST Jongeren vinden Apple met zijn iPhone en iPod het allercoolste merk van 2008. Het kreeg onlangs de Sticky Brand Award van MTV Networks. Zo’n vijfhonderd Nederlandse jongeren tussen de 13 en 24 jaar kozen de coolste merken uit vijftien uiteenlopende branches, van mobieltjes en elektronica tot jeans, cosmetica en automerken. Sneakermerk Converse eindigde als tweede, gevolgd door spelcomputermerk Wii. De drie winnaars vertegenwoordigen duidelijk zaken die jongeren belangrijk vinden: muziek, gadgets, mode en gamen.
internet - 13% studeren
“Apple = Cool en de rest gewoon iets minder ;-) Het is gewoon een accessoire voor je lijfstijl, zoiets.” (student Roland
van Veen op internet)
- 10% tv kijken - 10% bijbaan - 10% iets anders - 7% chatten - 5% gamen - 5% muziek luisteren - 3% vrijwilligerswerk Bron: YoungVotes TrendMail
februari 2009 PRAKTIJK 17
Tips
P&O-manager Robert Timmers geeft
10 tips voor een geslaagd bezoek van leerlingen aan uw bedrijf Doet uw bedrijf in maart mee aan ‘Kom in het Leerbedrijf’? Krijgt u wellicht groepen op bezoek via de vmbo Carrousel, waarbij leerlingen een ronde langs diverse organisaties maken? Of heeft uw ROC u gevraagd een bedrijfsbezoek te regelen? Robert Timmers van Van Duijnen Koffie BV en Van Duijnen Tap Service BV in Almere geeft zijn tien beproefde tips voor een geslaagd bezoek. TEKST LUCY HOLL foto ACHTERGROND WIM TE BRAKE
DOE DE TEST! Kruis all eu
itsprak en a an d e krijg W ie op u v en mins an toep tens één assing z jaar een k e ijn. er per schoolk las binn I k la een bed a t duidelijk en voor rijfsbez aan bod oek. wat leerl Ik bereid komen ingen hie zo’n bez r later z o s e ta k voor, zo g h e elf voor e e o l f g w e dat alle richt erkmog partijen elijkhed hebben aan heb er iets en . ben. Aan het begin ne UITSLAG em ik ee program ! rst het ma en d 0-1 pun e ‘huish lijke reg ten: U k oudeels’ doo unt nog r. doen om wat me Ik houd een bed er een zo c rijfsbez e o e n n succe creet m oek tot verhaal, s te mak ogelijk met vee en. 2-3 pun l aantre voorbee ten: U b kkelijke lden. ent goe maar ku d op we Bij de ro nt de pu g, ndleidin ntjes ne wat me g renne t nog van het e n r op de i we niet één naa zetten. 4-6 pun r het an pakken der, maa ten: Sch heel geri olen kom r ongetw cht wat en eruit. ijfeld gra zaken ag bij u met hun la ngs leerling en.
Stel vast wat voor doel u voor ogen hebt met een bedrijfsbezoek
Informeer collega’s
Weet wat voor leerlingen u binnenkrijgt en wat u met het bedrijfsbezoek wilt bereiken. U ondersteunt de leerlingen bij hun opleidings- en beroepskeuze. Maar tegelijkertijd is het een manier om jonge mensen te interesseren voor uw bedrijf en voor een stage op uw werkvloer. Het mes snijdt zo aan twee kanten.
Laat weten dat u met een groep leerlingen langskomt, bewerkstellig dat collega’s ook het nut ervan inzien. Maar zorg ook dat ze aan het werk kunnen blijven. Het bedrijfsproces moet wel gewoon zo veel mogelijk door kunnen blijven gaan.
Overleg goed met de school Loop het programma door met de school, vertel hoe u het aan wilt pakken. Vaak heeft de school of uw kenniscentrum wel een standaard-draaiboek beschikbaar. Maak afspraken over groepsgrootte, tijdsduur en begeleiding. Het werkt het beste als leerlingen het bezoek actief voorbereiden en met goede vragen komen.
Maak huishoudelijke afspraken bij de start van een bezoek Geef aan dat er geluisterd wordt naar wie er aan het woord is. En dat wederzijds respect tot het mooiste bezoek leidt. Bij een rondleiding laten we diverse afdelingen zien, maar probeer de mensen die aan het werk zijn zo min mogelijk te storen. Laat eventuele rommel door de leerlingen zelf opruimen. Dat werkt uitstekend.
Bereid een interactieve presentatie voor en maak het heel concreet Maak een standaardpresentatie, kijk of er een geschikte bedrijfsfilm is. Begin bijvoorbeeld met uit te leggen hoe we van jagen op wilde dieren langzaam tot handel drijven en productieondernemingen gekomen zijn. Vertel dat elke organisatie allerlei functies kent met een bepaalde in- en output. Zoom langzaam in op de beroepen bij u.
Leg wat spullen klaar Zorg dat er voor iedereen wat documentatiemateriaal klaar ligt, een schrijfblokje, een pen, iets anders leuks misschien. En dat leerlingen weten waar ze terecht kunnen als ze later een stage bij u willen lopen. Maar bied vooral een sterk inhoudelijk programma. Geef concrete voorbeelden van jongeren die hier hun stages en afstudeeropdrachten hebben gedaan. Dan komen ze vanzelf wel terug.
Verifieer wat de leerlingen is bijgebleven Check bij terugkomst van de rondleiding wat de leerlingen ervan onthouden en opgestoken hebben. “Jullie kwamen hier blanco, wie weet nu wat hij wel of juist niet wil?” Check of ze hun ogen en oren tijdens de rondleiding open gehouden hebben en ontdekt hebben of hier later voor hen ook kansen liggen.
Bespreek het ter plekke als iets niet goed loopt Het kan een keer voorkomen dat leerlingen (en docenten) een totaal ongeïnteresseerde houding aannemen. Breng dat meteen ter sprake. Bedrijven besteden veel tijd aan de voorbereiding en uitvoering van een bezoek, dus mogen ze iets terugverwachten. Stel een controlevraag: “Ik zie dat jullie niet scherp zijn, geen vragen stellen en in je stoel hangen. Is het niet interessant?”
Laat leerlingen meepraten Kauw niet alles voor, maar probeer leerlingen op hun praatstoel te krijgen. Behandel onderwerpen aan de hand van vragen en zorg voor veel afwisseling. Dat werkt heel prettig. Een korte, krachtige presentatie met veel interactie doet het prima. De spreektijd moet niet 80% rondleider en 20% leerlingen zijn, maar iets van 60/40.
≥ Wie is Robert Timmers?
draaiboeken klaarliggen om alles goed op te zetten van contact met
Robert Timmers werkt als manager P&O bij Van Duijnen Koffie BV
school, ontvangst in het bedrijf, opening, presentaties, rondleiding,
en Van Duijnen Tap Service BV in Almere, leverancier van professio-
opdrachten tot de afsluiting. Kijk ook eens op
nele koffie-, fris-/bier-, voedings- en waterautomaten. Een andere
www.kominhetleerbedrijf.nl, www.vmbocarrousel.nl en
tak van het bedrijf doet aan tapautomatisering. Van Duijnen telt
www.ecabo.nl/impresariaat
zo’n 110 medewerkers en is erkend leerbedrijf voor opleidingen in
Zoom tijdens de rondleiding door het bedrijf in op een aantal beroepen
onder meer de bedrijfsadministratie, ICT en commercieel. Er komen
Hebt u nog andere tips die goed werken? Mail ze naar
Hoe zien bepaalde beroepen er in de praktijk uit? Zorg voor een gevarieerd aanbod, maar probeer ook weer niet álles te laten zien. Pak een stuk of drie, vier kenmerkende functies bij de kop, bijvoorbeeld iets op kantoor, iets in de ICT, iets in de techniek en iets in het magazijn.
regelmatig groepen vmbo-leerlingen voor een bedrijfsbezoek.
[email protected]
18 PRAKTIJK februari 2009
Kenniscentra als ECABO (via haar Impresariaat), Kenteq en Calibris kunnen helpen bij het opzetten van een bedrijfsbezoek en hebben
februari 2009 PRAKTIJK 19
Kemo Rizvic, praktijkopleider Thermisch
praktijkopleiders
Spuiten bij KLM Engineering & Maintenance Lambèr Vugts, manager operations
op Schiphol-Oost, is Beste Praktijkopleider
center bij Simac ICT Nederland in
2008 in de Kenteq-sectoren.
Veldhoven, is Beste Praktijkopleider 2008 in de ECABO-sectoren.
5 prijswinnende tips voor praktijkopleiders - Voor de organisatie: stel opleiden centraal en geef praktijkopleiders de ruimte. - Neem de tijd voor een stagiair, zeker aan het begin van de stage. - Hang niet de allesweter uit. - Zie een stagiair voor vol aan; zowel wat betreft rechten als plichten. - Investeer in contacten met scholen.
Drie prijswinnaars over de chemie met hun leerlingen
“Goede praktijkopleider schakelt zijn eigen ego uit” Ook in praktijkopleidersland worden aan het eind van het jaar de prijzen verdeeld. De kenniscentra Calibris, ECABO en Kenteq kozen eind 2008 hun praktijkopleiders en leerbedrijven van het jaar. Wie kunnen beter vertellen over wat je als praktijkopleider moet kennen en kunnen dan drie bevlogen prijswinnaars? TEKST PEER BATAILLE FOTO’S Lex Draijer “Een passie voor opleiden.” “Een zeer sociaal bewogen man die leerlingen niet alleen zijn technische kennis overbrengt, maar ook competenties als samenwerken, collegialiteit en verantwoordelijkheidsgevoel.” “Hij weet stagiairs op een gerichte manier te motiveren en het maximale uit het leertraject te halen.” De juryrapporten laten er geen misverstand over bestaan dat Anneke Hofland (Impuls Kinderopvang, Amsterdam), Kemo Rizvic (KLM Engineering & Maintenance, 20 PRAKTIJK februari 2009
Schiphol-Oost) en Lambèr Vugts (Simac ICT Nederland, Veldhoven) opleiden in hun bloed hebben zitten. Ze gaan met elkaar in gesprek over wat zij belangrijk vinden bij het opleiden en begeleiden van stagiairs. CHEMIE “Een goede praktijkopleider moet zijn eigen ego uitschakelen”, begint Kemo Rizvic enthousiast. Als je de houding hebt: ik weet alles, jij bent leerling, jij moet
luisteren, ben je niet geschikt. Rizvic komt deze enigszins paternalistische houding helaas nog wel eens tegen bij collega-praktijkopleiders. Het is de kunst om het vertrouwen te krijgen van de leerling. Dan ontstaat er ‘chemie’. “Pas als dát het geval is, ga je opleiden. Opleiden en begeleiden moeten samengaan.” Anneke Hofland van Impuls Kinderopvang vindt daarom begeleiding en scholing van de medewerkers die daadwerkelijk met de stagiair te maken krijgen erg belangrijk. Hofland: “Bij ons wordt iedere leerling in de groep begeleid door een werkbegeleider. Ik weet wie daar geschikt voor is. Bovendien hebben de werkbegeleiders een training gevolgd over de basisvaardigheden die een werkbegeleider moet beheersen. Soms ontstaat hierdoor eerder juist een tegenovergesteld probleem: werkbegeleider en leerling zijn collega’s, en de eerste vindt het daarom soms lastig kritiek uit te oefenen op de laatste. Ook omdat in onze zorgsector de werkbegeleider soms veel jonger is dan een leerling/collega, die bijvoorbeeld op latere leeftijd (her)intreedt.” Lambèr Vugts voegt hieraan toe dat een leerling niet alleen wordt opgeleid door de praktijkopleider, maar door alle medewerkers met wie hij in contact komt. Selectie en instructie van al die mensen is daarom van groot belang. OVERALLS Lambèr Vugts van ICT-dienstverlener Simac snijdt ook Lambèraspect Vugts, manager operations center bij met de een tweede aan dat te maken heeft Simac in Veldhoven, is van Bestede organisatie: houding vanICT deNederland praktijkopleider én in de ECABO-sectoren. “Zie dePraktijkopleider stagiair als 2008 een volwaardig medewerker. Zowel
wat betreft rechten als plichten. Een stagiair moet net als alle andere medewerkers gewoon op tijd komen. Maar hij gaat ook mee met een personeelsuitje. En met Kerstmis gaat hij met een kerstpakket naar huis.” Deze gelijkwaardigheid is vooral belangrijk voor BBL-leerlingen met een leer-werkovereenkomst. Anneke Hofland: “Zij hebben bijvoorbeeld ook functioneringsgesprekken met hun leidinggevenden.” Ook Kemo Rizvic streeft bij KLM Engineering & Maintenance gelijkwaardigheid na van leerling en vaste medewerker. Maar hij heeft ook te maken met de regels die de luchtvaartindustrie stelt. Rizvic: “Onze BBL’ers lopen rond in een rode overall, terwijl de vaste medewerkers een blauwe dragen. Bedrijfsregels bepalen dat leerlingen herkenbaar moeten zijn. Een leerling mag ook nooit zonder begeleiding ergens aan werken. Daar staat tegenover dat een leerling die in vaste dienst komt, glimt van trots als hij voor het eerst een blauwe KLM-overall aan mag trekken!” ASSESSOR Het zal niemand meer verbazen dat zowel Hofland, Rizvic als Vugts vindt dat je respect moet hebben voor een stagiair en hem serieus moet nemen. Tegelijkertijd mag je niet uit het oog verliezen dat het om stagiairs of leerlingen gaat. Anneke Hofland: “Ze moeten vragen durven stellen. Ik zeg ze altijd dat domme vragen niet bestaan. Leerlingen mogen ook fouten maken; daar zijn ze leerling voor. Soms vindt een leerling het bijvoorbeeld moeilijk om een vakantiedag te vragen. Ik kan dan denken: doe niet zo moeilijk. Maar ik moet het wel serieus nemen.”
5 prijswinnende eigenschappen van een praktijk opleider - Vakkennis enthousiast over kunnen dragen. - Het vermogen wederzijds vertrouwen en respect te kweken. - Inlevingsvermogen in de wereld van de stagiair. - Kritiek kunnen leveren, maar ook kunnen complimenteren. - Eerlijkheid en oprechtheid.
februari 2009 PRAKTIJK 21
Anneke Hofland is praktijkopleider en
praktijkopleiders
techniek
–coördinator bij Impuls Kinderopvang in Amsterdam. Haar organisatie is Beste Calibris Leerbedrijf 2008.
Technische bedrijven bieden vmbo-leerlingen aantrekkelijke vakantiebaan
Op zoek naar de klik Technische bedrijven in de regio Rijnstreek werven opnieuw speciale vakantiekrachten voor de zomer. Het gaat om vmbo-leerlingen die al werkende geheel vrijblijvend met het vak kennis kunnen maken. En opvallend vaak houden de bedrijven medewerkers over aan Summercollegeatwork. TEKST ELS HIJKOOP
Bij KLM heeft Kemo Rizvic een bijzondere manier gevonden om te laten zien dat de organisatie leerlingen serieus neemt. “We willen ouders van leerlingen graag laten zien wat hun kinderen hier doen, wat ze hier leren en wat hun toekomst is”, vertelt hij. “We nodigen daarom ouders soms uit in het bedrijf. Op die dag doen de begeleiders een stapje terug, en zijn alleen de leerlingen belangrijk. Ze vertellen zélf en laten zélf zien wat ze hier doen en leren. Ouders zijn dan vaak verrast over wat hun kinderen allemaal kunnen.” Ook door de tijd te nemen voor de begeleiding van een stagiair, laat een praktijkopleider zien dat hij zijn stagiairs serieus neemt. Lambèr Vugts fungeert bijvoorbeeld bij ROC Eindhoven als extern assessor bij proeven van bekwaamheid, waarbij leerlingen alles wat ze geleerd hebben in een grote opdracht moeten laten zien. Vugts: “Daardoor houd je contact met het onderwijs, en kun je ook aangeven wat misschien anders of beter kan. Bovendien word je zo ‘gezien’ als organisatie.” Voor Anneke Hofland zijn dit soort activiteiten cruciaal: “Als je daar geen tijd voor vrij kunt of wilt maken, moet je geen leerbedrijf worden.”
MSN-GENERATIE Het is vanzelfsprekend dat een praktijkopleider over vakkennis beschikt en deze kennis ook bijhoudt. Maar hij moet zijn kennis ook enthousiast over kunnen dragen en gepassioneerd over zijn vak kunnen vertellen. En dat is meer dan aangeven dat het zo’n leuk vak 22 PRAKTIJK februari 2009
is. Lambèr Vugts: “Je moet enthousiasme voor je vak uitstralen, zodat een stagiair de adrenaline voelt stromen. Dat kun je doen door leerlingen constant te prikkelen, te stimuleren, te laten doen en voorbeelden te geven.” Kemo Rizvic vult aan uit zijn eigen praktijk: “Thermisch spuiten doe je met plasma. Een leerling denkt dan eerder aan een ziekenhuis dan aan een vliegtuigmotor. Maar als ik vertel dat je deze techniek ook kunt gebruiken om een brommer te repareren, rennen ze gelijk naar mijn afdeling toe.” Lambèr Vugts op zijn beurt: “Ik vind het belangrijk dat je jezelf in kunt leven in het leven en het leermoment van de stagiair. De huidige msn-generatie leeft en leert heel anders dan mijn patatgeneratie. Daar moet je oog voor hebben. Door af en toe eens een avondje te gaan stappen met de jonge garde van mijn voetbalteam, kom ik veel te weten!”
LEERGIERIG Het lijkt er intussen op dat een goede praktijkopleider een schaap met vijf poten moet zijn. Het aantal competenties waarover hij moet beschikken, is schijnbaar oneindig. En net als een stagiair moet ook een praktijkopleider zélf leergierig zijn. Daarom gaan Anneke Hofland en Lambèr Vugts aan het eind van het gesprek gretig in op de uitnodiging van Kemo Rizvic, om eens te komen kijken hoe hij het bij KLM Engineering & Maintenance georganiseerd heeft.
De bedrijven organiseren Summercollegeatwork voor de derde keer en doen dat samen met ROC Leiden, InstallatieWerk Zuid Holland en Kenteq. Volgens Will van der Zwet, directeur sector Noord van InstallatieWerk, ligt de kracht van de kennismaking met het vak vooral in het feit dat de leerlingen in de zomerperiode geen druk voelen. “Ze zitten niet op school en hebben geen verplicht leerdoel. Ze hoeven bijvoorbeeld geen verslagen te maken.” Ze kunnen vrijblijvend ervaren wat ze leuk en minder leuk vinden. “Wanneer er geen druk is, merk je dat ze juist ook voor andere zaken open staan. Ook de bedrijven ervaren dit als een voordeel. Zij zijn bovendien niets verplicht naar de leerlingen toe, er is geen arbeidsovereenkomst. Uiteindelijk gaat het om de klik tussen de leerling en het werk, en de leerling en het bedrijf. Of die klik er is, kunnen alle partijen in zo’n periode prima ontdekken”, aldus Van der Zwet. REALISTISCH BEELD Summercollegeatwork is opgericht
om derde- en vierdejaars vmbo-leerlingen van minimaal 16 jaar de gelegenheid te geven om in de zomer een kijkje in de keuken van een technisch bedrijf te nemen. Ze werken tegen een goed loon zo’n drie maanden aaneengesloten, inclusief drie weken vakantie, een bonus en kans op een mountainbike. Zo krijgen ze een realistisch beeld van het vak en het bedrijf. De ervaring van vorig jaar leert dat de kans groot is dat leerlingen na de vakantie een technische opleiding aan het ROC gaan volgen en bij de bedrijven blijven werken. BEWUSTE KEUZE Jongeren kunnen na de werkvakantie in ieder geval een bewustere keuze maken voor een vervolgop leiding, liefst voor de installatietechniek. Maar de initiatiefnemers zijn realistisch. Van der Zwet: “Het komt natuurlijk voor dat een leerling niet voor de installatietechniek kiest maar bijvoorbeeld voor de autotechniek. Wij hebben liever dat we met andere sectoren moeten concurreren, dan dat jongeren er laat achter komen dat ze het verkeerde beroep hebben gekozen.” DREMPEL WEG Installatiebedrijf Parlevliet uit Wassenaar doet mee aan Summercollegeatwork. Leen Parlevliet, directeur-eigenaar, is zeer enthousiast erover. “Veel jongeren hebben moeite om voor werk of stage een bedrijf binnen te stappen. Wij gaan juist naar de leerlingen toe en verlagen de drempel, dat scheelt enorm. Zo kwam vorig jaar de toen
17-jarige Sander Viet bij ons voor vakantiewerk en hij is er nog steeds. Sander heeft samen met de andere Summercollegestudents eerst een veiligheids- en gedragstraining gevolgd. Inmiddels is hij gestart met de BBL-opleiding Elektrotechniek en heeft hij een leerarbeidsovereenkomst bij ons gekregen.” Sander zit nu in het promotieteam om vmbo-jongeren enthousiast te maken voor komende zomer. UITBREIDEN Summercollegeatwork concentreert zich voorlopig nog op bedrijven en leerlingen in de provincie Zuid-Holland, in de regio’s Leiden, Den Haag, Veenstreek en Duinen Bollenstreek. Het gaat om de vakrichtingen installatie-, elektrotechniek en metaal/werktuigbouw. Ook scholen en bedrijven elders in het land zijn enthousiast over de aanpak, en daarom wordt serieus gekeken naar uitbreiding. Kijk voor meer informatie op www.summercollegeatwork.nl
februari 2009 PRAKTIJK 23
Dubbelportret
electroTECHNIEK
praktijkopleider jeroen:
leerling bruce:
‘Je hoeft niet hoogopgeleid te zijn voor creatieve oplossingen’
‘Eigenlijk kan ik hier alles’
LEERLING EN PRAKTIJKOPLEIDER VERTELLEN WAT ZE VAN ELKAAR VINDEN. TEKST MARLEEN HALLIE FOTO’S wim te brake
PRAKTIJKOPLEIDER JEROEN VAN HOFTEN (25) Is medewerker bij CE Repair Mijdrecht. Hij is sinds een half jaar verantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van vier leerlingen. LEERLING BRUCE VAN SCHAIK (20) Is tweedejaars BBL-leerling opleiding MCE (Monteur Consumentenelektronica) op het ROC Midden Nederland
en sleutelen aan mijn auto. Via via kwam ik in gesprek met de vader van Jeroen, die vroeg of elektronica niet iets voor mij was. En dat was het.” J: “Wanneer een leerling een BBL-opleiding doet, kan hij bij binnenkomst nog niet zoveel. Ze gaan immers vanaf de eerste dag vier dagen werken en één dag naar school. In het begin zetten wij hen dan in waar ze het meest nodig zijn, maar waarvoor ze nog niet zoveel kennis hoeven te hebben. Bruce pakte alles erg snel op.”
in Nieuwegein. Hij werkt sinds anderhalf jaar bij CE Repair Mijdrecht.
Jeroen: “Voordat ik bij CE Repair kwam werken, heb ik havo gedaan en het vervolgens een hele week bij de opleiding fysiotherapie volgehouden. Dat was niets voor mij, dus daarna heb ik toch gekozen voor een technische opleiding aan het ROC in Utrecht. Op mijn 23e kwam ik werken in het bedrijf waar mijn vader reeds werkzaam was en een week later kwam Bruce. Na een jaar heb ik de begeleiding van de leerlingen op mij genomen.” Bruce: “Toen ik hier binnenkwam, voelde ik mij eigenlijk meteen thuis. Ik heb hiervoor al de kappersopleiding afgerond en werkte in een kapsalon. Toch was dat niet altijd leuk als enige jongen. Ik was vaak aan het knutselen 24 PRAKTIJK februari 2009
B: “Ik kon eerst aan de slag bij de low budgetafdeling, waar de apparaten komen die te goedkoop zijn om te repareren. Vervolgens bij de expeditie, die de transporten regelt. Daarna ging ik onderdelen bestellen en registreren. Via de klantenbalie schoof ik door naar de autoradioversterkers en nu zit ik alweer drie maanden bij de home hifi. Eigenlijk kan ik hier alles!” J: “Tijdens het werk wordt Bruce meestal begeleid door zijn directe collega’s. Daarnaast hebben wij op vrijdag altijd een gesprek van een uur, waarin we bespreken hoe het gaat op school. Laatst heb ik de oefenopgaven voor een tentamen met hem doorgenomen. We zullen nooit weten of dat geholpen heeft, maar hij had wel mooi een 7.” B: “Ik doe een opleiding van drie jaar in twee jaar. Dat is best pittig. Om wat extra geld te verdienen, werk ik vijf dagen en ga ik één
avond in de week naar school. Soms is het wel moeilijk om na een lange werkweek te gaan studeren. Ik doe mijn best, maar weet niet zeker of ik alles meteen ga halen. Maar ik ben al op de helft en als iets niet lukt, dan is dat ook niet zo’n ramp.” J: “Dat probeer ik mijn leerlingen ook wel mee te geven: dat het niet zo erg is als er eens iets misgaat. Soms maak je een apparaat tijdens een reparatie echt definitief stuk door net even de verkeerde draadjes op elkaar aan te sluiten. Ik heb dat zelf ook wel meegemaakt en dan krijg je het even heel warm. Maar dat kan nou eenmaal gebeuren en het is vooral belangrijk om dat dan weer creatief op te kunnen lossen. Daar hoef je niet hoogopgeleid voor te zijn!” B: “Jeroens voorganger werd, als er iets misging niet zozeer boos, maar was vooral teleurgesteld. Eigenlijk is dat nog erger, want dat blijft nog zo lang hangen in je hoofd. Daarom probeer ik ook altijd na te denken bij wat ik doe. Dat is het belangrijkste wat ik van Jeroen heb geleerd: het maakt niet uit hoe je het doet, als je er maar over hebt nagedacht.” J: “En dat je niet altijd wat hoeft te zeggen, ha ha! Bruce is heel erg communicatief en houdt ervan om lekker te kletsen. Hij kan dan ook prima praten en werken tegelijk, vindt hij zelf. Maar helaas geldt dat niet altijd voor zijn collega’s. Dan moet hem even duidelijk gemaakt worden dat hij nu echt even stil moet zijn.”
B: “Tja, dat is zo en ik laat ook niet zomaar over me heen lopen. Later ben ik ook van plan om hogerop te komen. Eerst ga ik verder voor eerste monteur en misschien daarna voor technicus. Maar ik ben sinds mijn middelbare school al vijf jaar aan het leren dus ik vind het soms wel mooi geweest. Ik ga ook geen vakken volgen die ik al heb gedaan, dan knijp ik er gewoon tussenuit via de brandtrap.” J: “Goh, daar had ik nog helemaal niets over gehoord! Maar eigenlijk herken ik het wel en moet ik een beetje aan mezelf denken…”
Kenteq-leerbedrijf CE Repair Mijdrecht repareert audio- en hifi-apparatuur voor bedrijven en particulieren. Van dvdspelers tot autoradio’s en van harddisc recorders tot lcd-televisies. Ook doen ze bijvoorbeeld modificatie voor de industrie. De uitdaging is om steeds weer een snelle, goedkope én creatieve oplossing te verzinnen om de eind gebruiker tevreden te stellen.
februari 2009 PRAKTIJK 25
File
zorg
Edit
To...
View
Insert
Format
Tools
Actions
Help
zorg
Redactie Praktijk (
[email protected])
Cc...
Komt een leerling bij de tandarts … Een bewuste keuze is het niet geweest om een AKA-leerling als stagiair aan te nemen. De dochter van de assistente zocht een stageplaats voor haar mbo-opleiding tot Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA), maar kon geen plek vinden. “Laat maar komen, er is genoeg te doen”, zei tandarts Pierre Middelweerd. Impressie van een geslaagde stage. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’S joyce van tienen
Normaal gesproken zijn het meestal leerlingen van mbo-opleiding Tandartsassistent op niveau 4 die als stagiair van het ROC komen, maar dit keer liep het anders. “Omdat het voor Wendy, de dochter van mijn assistente, zo moeilijk bleek om een stageplaats te vinden, heb ik haar uitgenodigd om hier te komen werken”, vertelt Pierre Middelweerd, tandarts in Zwijndrecht. “Dit was voor mij de eerste keer dat er een AKA-leerling op mbo-niveau 1 stage liep, maar ik heb het niet als wezenlijk anders ervaren. De leerlingen van de tandartsassistentenopleiding hebben weliswaar veel meer theoretische bagage, maar dat is lang niet altijd nodig om het werk goed te doen. Als iemand graag wil werken en zich in wil zetten om het vak te leren, dan lukt dat prima.” STIGMA Middelweerd nam wat informatie over de AKA-opleiding mee van het ROC. “Ik heb me verbaasd over de manier waarop werkgevers worden geïnformeerd over deze doelgroep. Dat je kunt verwachten dat ze te laat komen, dat ze straattaal spreken en geen discipline hebben. Ik vind dat nogal stigmatiserend en het komt helemaal niet overeen met mijn ervaringen. Misschien heb ik gewoon veel geluk gehad met deze AKA-leerling, 26 PRAKTIJK februari 2009
maar ik kan me niet voorstellen dat er niet meer leerlingen zijn zoals Wendy.” BEGELEIDEN Het begeleiden van een AKA-stagiair vraagt wat Middelweerd betreft niet om een andere aanpak. “Het is belangrijk dat je concrete opdrachten geeft en niet te veel nieuwe kennis tegelijk aanbiedt. Afgeronde opdrachten werken het beste. Maar dat is ook zo bij een niveau 4-leerling.” Hij heeft nu een tweedejaars leerling als stagiair. Die is theoretisch heel goed, vindt hij, maar bijvoorbeeld verbaal en sociaal weer wat minder sterk dan Wendy. “Om dit vak goed uit te kunnen oefenen moet je toch ook dat aspect in de vingers hebben; met mensen omgaan, contact maken, meedraaien in het team, dat zijn allemaal zaken die heel belangrijk zijn als assistente.” AANRADER Of hij het andere leerbedrijven kan aanraden om AKA-leerlingen aan te nemen als stagiair, kan Middelweerd niet zo zeggen. “Ik denk dat het sterk afhangt van de leerling zelf. Maar ik zie geen enkele reden om dat op voorhand uit te sluiten. Ieder mens heeft een talent dat ontwikkeld kan worden. Het is de kunst om dat op de juiste manier aan te spreken.” Dat is in de stage van Wendy heel goed gelukt. “Als hier een AKAstagiair aanklopt voor een stageplaats, is hij of zij van harte welkom!”
Subject:
Stage bij Het Kontakt
Attachment:
Collega’s_lunch.jpg, foto_pand.jpg, Annemiek_en_Janneke.jpg, Anke.jpg
> Dag 1 Voordat ik aan de slag ga, pak ik meestal wat te drinken en check ik mijn mail. Vandaag ga ik verder met een artikel waar ik afgelopen vrijdag mee ben begonnen. Ik maak heel veel berichten, maar omdat het altijd over iets anders gaat en de mensen die ik moet interviewen altijd anders zijn, blijft het leuk om te doen. Thuis bereid ik me alvast voor op het interview dat ik morgen heb. > Dag 2 Voordat ik naar Het Kontakt ga, fiets ik alvast een rondje door de stad om te kijken waar ik vanmiddag moet zijn voor het interview. Op de redactie krijg ik de opdracht om naar een basisschool te bellen over een jubileum van twee leraressen die 25 jaar in het onderwijsvak zitten. Het interview gaat vrij snel en makkelijk. Al een heel verschil met de eerste keer dat ik alleen een interview moest doen! Toen vond ik het moeilijk en erg spannend om te doen.
ANNEMIEK VAN TOL (17) volgt de mbo-opleiding Medewerker marketing & communicatie – evenemen-
> Dag 3 Vandaag ga ik naar school in Den Bosch. Daar ben ik druk met een project waarin we een eigen college company moeten opzetten. We bellen een leverancier voor de verpakking van het product dat we in markt gaan zetten en we kiezen ons definitieve logo.
tenorganisatie (niveau 4) aan het Koning Willem 1 College in ’s-Hertogenbosch en loopt
> Dag 4 Donderdag is het nooit zo’n drukke dag. Vandaag schrijf ik voornamelijk wat berichten. Ik probeer nog even te bellen met iemand die een EHBO-oefening geeft, maar die blijkt niet bereikbaar. Ik vind het heel leuk om op een echte redactie te werken en om verhalen te mogen schrijven. Ik kan me inleven in allerlei soorten mensen en ik leer er heel veel van. Vooral mijn Nederlands gaat vooruit.
stage bij huis-aanhuisblad Het Kontakt in Leerdam. Ze hield voor Praktijk een dagboek bij.
> Dag 5 Vandaag plan ik een interview met een speel–o-theek en bereid me alvast een beetje voor. Werken is wel heel anders dan school. Bij Het Kontakt zit ik continu vast aan deadlines. Eigenlijk ook wel goed want ik leer er veel van. Om 15.00 uur mag ik naar huis en ga ik heerlijk genieten van mijn weekend! Groeten, Annemiek
TEKST EN FOTO’S annemiek van tol
Send
De mbo-opleiding Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent op niveau 1 biedt leerlingen de kans om kennis te maken met werken en leren. Daarna kunnen ze gerichter kiezen voor een vervolgopleiding. Het voorkomt dat zij ongediplomeerd de school verlaten. Kijk voor meer informatie over de AKA-opleidingen op www.colo.nl (onder ‘Praktijkleren’)
februari 2009 PRAKTIJK 27
Samenwerken in de regio
Wat en hoe communiceert u als bedrijf met een ROC?
De relatie tussen bedrijven en scholen kan steviger. Beide partijen wíllen ook graag meer samenwerking en afstemming, zeker nu het competentiegericht opleiden in opmars is. Maar wat kunnen ROC en leerbedrijf van elkaar ver wachten? Waar moeten ze het nodig eens over hebben? En hoe kunt u zorgen dat dit een meerwaarde oplevert voor uw organisatie? Een metrokaart over het wat en hoe van de communicatie. TEKST META BENSCHOP EN MARLEEN HALLIE BEELD PAUL DITTERS/LAVA
Hoe?
N ÉÉ
Maar hoe kan er dan gecommuniceerd worden? Dat is afhankelijk van vele factoren, zoals de opleiding, het didactisch concept van de school, de fysieke afstand of de beschikbare tijd. In het schema staan de stappen die uiteindelijk leiden tot een goede samenwerking. De metrostations bordjes ernaast lichten enkele belangrijke aspecten toe.
T AA
PR
Wilt u als bedrijf een duurzame relatie met een ROC opbouwen, denkt u dan aan de langere termijn. Opleidingen duren
Wat? Wanneer een bedrijf leerlingen opleidt, moet er regelmatig contact zijn tussen praktijkopleider en BPV-docent. Communicatie loopt als een ondergrondse onder alle gezamenlijke activiteiten door. In de onderstaande metrokaart vindt u alle mogelijke onderwerpen waarover u samen zou kunnen communiceren. U kunt samen uitstappen bij een station naar keuze.
VISIE VISIE OP LEREN VISIE OP BPV (BELEIDS) DOELEN
UITGANGSPUNTEN
immers meerdere jaren. Praat
KENMERKEN EN WENSEN LEERLING
eens met elkaar om tafel in
ENSEN LEERBEDRIJF W WENSEN BRANCHE EN REGIO
plaats van alleen maar te bellen
met alle betrokkenen en ga
of te mailen.
ANBOD ONDERWIJS (INSTELLING) A KWALIFICATIEDOSSIER EROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN B AANSLUITING ONDERWIJS ARBEIDSMARKT DOORSTROOM BEROEPSKOLOM
RT N ME
DE
AN
Opbouwen relaties en netwerk
N
E AT
PR
SA
N
E ILL
W EN
Het opbouwen van een goede
M SA
samenwerking kost aan het begin van een vernieuwings
VOORBEREIDING
traject extra inspanning.
LEERPROCES
LOOPBAANONTWIKKELING
TE UIS RL
M SA
momenten in. Hoe langer en
FACILITEREN LEERPROCES
OORLICHTING EN V WERVING
intensiever u communiceert,
PLEIDINGSVRAAG O LEERLING
proces.
des te soepeler verloopt het
Aan mbo-leerlingen is gevraagd
ATCHING LEERLING M EN BEDRIJF
PROFIEL OPLEIDERS
wat zij belangrijk vinden in hun
Organiseren communicatie
I NTAKE SCHOOL INTAKE BEDRIJF
BESCHIKBAARHEID OPLEIDERS
N
KE
EN
D EN
Plan samen gericht contact
opleiding. Ze willen bijvoor beeld ‘alle docenten op één lijn’ en ‘goede en tijdige commu nicatie’. Ook zij geven aan dat afstemming een voorwaarde is
PROFESSIONALISERING EN ONDERSTEUNING OPLEIDERS
voor succes!
VERANTWOORDELIJKHEDEN ROL- EN TAAKVERDELING
KWALIFICEREN
KWALITEIT LEERWERKPLEK
Ieder bedrijf heeft zijn eigen
AFSPRAKEN BEDRIJF-SCHOOL-LEERLING
EXAMENS
begeleiden: kennis overdragen,
EXAMENPROFIELEN WAARDERING DIPLOMA
WERKEN AAN RELATIES EVALUATIE EN NAZORG STAND VAN ZAKEN (COMPETENTIE) ONTWIKKELING LEERLING
LEERPROCES
WENS EN AANBOD BEDRIJF
UP-TO-DATE EN JUST-IN-TIME KENNIS EN VAARDIGHEDEN
AANBOD EN WENS SCHOOL
REFLECTEREN EN BEOORDELEN
LEERVRAAG LEERLING
(MINI) PERSOONLIJK ONTWIKKELPLAN PRAKTIJK(OPDRACHTEN)
BEGELEIDING EN COACHING AFSTEMMEN EN EVALUEREN
N EIE
RO
Onderhouden relatie
SAMENWERKING
EN
DO
SA
motieven om leerlingen te
DIPLOMA’S
INFORMATIE EN COMMUNICATIE
28 PRAKTIJK februari 2009
N ME
M SA
G EN
extra krachten op de werkvloer halen of meedenken over het onderwijs. Geef uw redenen om samen te werken expliciet aan. Dan kan het ROC hierop inspelen. EN
M SA
EN
KK
DE
T ON
Wilt u hierover doorpraten? Neem voor meer informatie of praktische tips
Organiseren samenwerking
contact op met de opleidingsadviseur van uw wkenniscentrum of mail naar
[email protected].
februari 2009 PRAKTIJK 29
welzijn
Calibris zet hulpmiddelen voor leerbedrijven online
“Dat bevragen van de werkbegeleiders smaakt naar meer”
Verbeteren? Vraag het de werkbegeleider! Praktisch, laagdrempelig en zelfsturend. Dat zijn de hulpmiddelen die Calibris net voor de jaarwisseling online heeft gezet. Leerbedrijven kunnen het opleiden van leerlingen zo nog verder verbeteren. Stichting Kinderopvang Vlaardingen heeft inmiddels al goede ervaringen opgedaan met de vragenlijst ‘Waardering BPV door de werkbegeleider’. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO annet delfgaauw
Na de afname van de Calibris Kwaliteitsmonitor wilde Stichting Kinderopvang Vlaardingen (SKV) gericht aan de slag met verbeteracties. SKV is een grote organisatie voor kinderopvang. Met 85 groepen en 360 medewerkers is het een van de grootste werkgevers in Vlaardingen. Jaarlijks worden er tussen de vijftig en tachtig leerlingen opgeleid, vanuit allerlei opleidingen. Het afgelopen jaar is het totale opleidingsbeleid weer eens tegen het licht gehouden, aan de hand van de kwaliteitsmonitor van Calibris. “Het is prettig als een externe partij helpt om weer eens kritisch naar de eigen organisatie te kijken”, zegt Betsy Poldervaart, manager SKV College. “Dat helpt ons ook om onze eigen blinde vlekken te zien.” STANDAARD BEVRAGEN De kwaliteitsmonitor is een vragenlijst aan de hand waarvan een aantal relevante items uit de opleidingspraktijk de revue passeren. Een van de dingen die uit de kwaliteitsmonitor naar voren kwam, is dat er te weinig zicht was op de mening van de werkbegeleiders over de beroepspraktijkvorming. De leerlingen werden aan het einde van de stages wel systematisch bevraagd op hun mening en ervaringen, maar de werkbegeleiders niet. Dat heeft ertoe geleid dat SKV sinds kort aan de slag is gegaan met het instrument ‘Waardering BPV door de werkbegeleider’, ontwikkeld door Calibris. SPIN IN WEB “De werkbegeleider is de spin in het web van de beroepspraktijkvorming”, stelt Betsy Poldervaart. “Hij leert het vak aan de leerling, en hij kan ook van alles vertellen over de stagiair en hoe de stage is verlopen. En dus vinden we het belangrijk dat de werkbegeleiders voortaan ook standaard worden bevraagd over hun ervaringen.” Een van de uitkomsten van de vragen aan de werkbegeleiders was dat zij het complex vonden om met meerdere scholen en dito lesmethodes en praktijkopdrachten te werken. Mede daarom werkt SKV nu alleen nog maar met het Albeda College samen. Monique Fiegel is pedagogisch medewerker en werkbegeleider van mbo-leerlingen. “Het is hartstikke goed 30 PRAKTIJK februari 2009
dat onze mening op deze manier een plek krijgt. Ik zie het toch een beetje als erkenning van ons belangrijke werk. Het is ook een mooie aanvulling op de informatie die de leerling achterlaat bij vertrek. Het plaatst zaken in perspectief.” “Als je zo’n vragenlijst gebruikt op alle locaties, wordt het makkelijker om te vergelijken en gericht bij te sturen”, vult Betsy Poldervaart aan. “Als uit een vragenlijst blijkt dat op een bepaalde locatie de werkbegeleiders de stages structureel lager waarderen, dan geeft dat aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan: waarom vinden jullie het minder leuk of goed? Wat zijn de knelpunten? Wat voor scholing is er nodig? Omgekeerd kun je ook gerichter complimenten uitdelen: waar loopt het bovengemiddeld goed? Hoe komt dat?” Het afnemen van de vragenlijst levert het management kortom een schat aan sturingsinformatie op. “Die informatie gebruiken we om voortdurend te werken aan verbetering.” BREED INZETBAAR De vragenlijst is uitgezet bij een beperkte groep werkbegeleiders, om te bekijken of het instrument, in eerste instantie ontwikkeld in de zorg, ook inzetbaar is in de kinderopvang. Die vraag kan dus inmiddels volmondig met ‘ja’ beantwoord worden. Betsy Poldervaart: “In 2009 gaan we dit op alle locaties voor alle werk begeleiders.” Over de vraag of ze het gebruik van vragenlijsten voor werkbegeleiders kan aanbevelen aan andere organisaties, hoeft Monique Fiegel niet lang na te denken. “Zeker doen! Als je wilt weten wat er leeft onder de werkbegeleiders en hoe zij tegen hun werk aankijken, dan is dit een waardevol instrument. Als werkbegeleider word je uitgedaagd om eens op een andere manier naar je werk te kijken, het dwingt tot reflectie. Het maakt het werk er in mijn ogen alleen maar leuker op. Daarnaast is het natuurlijk prettig dat er naar jouw mening gevraagd wordt en dat daar dan ook iets mee gedaan wordt. De meeste mensen hebben zelf prima ideeën om hun werk te verbeteren.” BLIJVEN VERBETEREN Ook Betsy Poldervaart kan het gebruik van de vragenlijst aanraden. “Als je je als organisatie wilt onderscheiden, dan ben je voortdurend bezig je dienstverlening te verbeteren. Wij willen enerzijds goede mensen opleiden, voor onszelf en voor de sector. Een goede stage en dito begeleiding is dan een voorwaarde.” Stichting Kinderopvang wil een organisatie zijn waar leerlingen graag stage lopen en die ze ook kiezen als werkgever. “En dus moet je investeren in kennis verzamelen, om zo te kunnen verbeteren. Het kost in het begin wel tijd en energie, maar ik ben ervan overtuigd dat het straks ook heel wat oplevert.”
Monique Fiegel Betsy Poldervaart
Ook iets voor uw organisatie? De kenniscentra hebben veelal een kwaliteitsmonitor om in beeld te brengen hoe het staat met het opleiden van leerlingen in een leerbedrijf. Maar daar houdt de ondersteuning vanzelfsprekend niet mee op. Zo heeft Calibris nu een aantal concrete, online hulpmiddelen om het opleiden verder te verbeteren. Welke zijn dat? - Vragenlijst ‘Waardering BPV door leerling’ - Vragenlijst ‘Waardering BPV door onderwijsinstellingen’ - Vragenlijst ‘Waardering BPV door werkbegeleider’ - Hulpmiddel motiveren & stimuleren - Hulpmiddel materiële faciliteiten Meer informatie op www.calibris.nl/leerbedrijf
februari 2009 PRAKTIJK 31
Fotostrip
‘Heerlijk, we krijgen weer een stagiair!’ Normaal gesproken komen leerlingen bij bedrijven over de vloer tijdens hun stage. Maar het is ook wel eens leuk om bedrijven binnen de schoolmuren uit te nodigen.
Zo dacht de sector Economie van het Horizon College met zijn onlangs geopende nieuwbouw in Hoorn erover. Tijdens een bedrijvencontactmiddag maakten meer dan honderd praktijkopleiders kennis met competentiegericht leren.
TEKST KARIN JANSEN FOTO’S wim te brake
14.55 uur. Leerling Rosa-Lien staat klaar bij de ontvangstbalie.
15.10 uur. Onder de loopbruggen en het bijna zwevende leereiland wordt al druk genetwerkt.
15.20 uur. Twee docenten komen bij elkaar.
We moeten de contacten met het bedrijfsleven aanhalen, want we hebben ze nodig.
Pfff, 300 bedrijven nagebeld. Nu maar hopen dat ze komen!
15.30 uur. Dagvoorzitter Ernst Reichrath speelt een Belgische professor.
En wat hoopt u hier te vinden?
We zouden dit veel vaker moeten doen, elkaar opzoeken en communiceren.
Ik wil dat ze me serieus nemen en goed aan het werk zetten. Niet alleen maar koffie halen.
16.45 uur. Tijd voor trainer Liesbeth van den Berg van ECABO.
We moeten vooral onze verwachtingen bijstellen. Een leerling weet bij de start niet direct wat de bedoeling is.
17.00 uur. Jongeren willen de praktijkopleiders graag hun nieuwe school laten zien.
Voor stageplaatsen, workshops, gastlessen…
Als ik weet hoe hier op school gewerkt en geleerd wordt, weet ik beter wat ik kan verwachten van mijn stagiairs.
Ik wil algemene informatie, zodat ik de leerling beter kan begeleiden.
Praktijkopleiders weten vaak niet wat van hen verwacht wordt. Via training en advies ondersteunen we praktijkopleiders. Jullie zijn héél belangrijk voor leerlingen.
17.10 uur. Direct gevolgd door een bezoek aan garage Westervoort, een net echte werkplek voor leerlingen bedrijfsadministratie.
Ziet er beter uit dan onze kantine…
Maandag krijg ik weer een stagiair over de vloer. Dan kan ik het geleerde direct in praktijk brengen.
Werken jullie met boekhoudsysteem King?
Stress, nooit van gehoord.
15.40 uur. Kees Sietsema, directeur sector Economie van het Horizon College.
16.30 uur. Ernst vraagt de praktijkopleiders hoe de samenwerking met scholen verbeterd kan worden.
16.20 uur. En wat vinden jongeren zelf?
16.10 uur. Jongeren zijn mediasmart en kritische whizzkids die digitaal netwerken. Wat betekent dat voor de praktijkopleider?
Zou dit zelfstandig werken wel efficiënt genoeg zijn? Maar ja, misschien leren ze wel veel meer dan ik denk.
Nee, met garage Westervoort.
17.30 uur. En dan het hoogtepunt van de middag: Rabobank Hoorn en Omstreken wordt uitgeroepen tot leerbedrijf van het jaar in West-Friesland.
Uhh, dat we jongeren meer zelfstandigheid moeten geven? Het competentiegericht onderwijs vraagt om nog meer samenwerking met het bedrijfsleven.
32 PRAKTIJK februari 2009
Op bezoek Wellicht biedt ook uw ROC dit soort bedrijven contactdagen. De adviseurs van de kenniscentra denken graag mee over de opzet ervan.
Ik ben hier heel trots op. Hoorde ik vroeger nog wel eens ‘gatsie, er komt weer een stagiair’, nu hoor ik ‘heerlijk, we krijgen een stagiair’. En zo hoort het.
februari 2009 PRAKTIJK 33
ECABO NIEUWS Laat stages werken! Dat is de titel van de nieuwe digitale nieuwsbrief speciaal voor praktijkopleiders. De nieuwsbrief bevat tips, praktische informatie en actuele ontwikkelingen die interessant zijn voor iedereen die regelmatig met stagiairs en praktijkleren te maken heeft. Aanmelden kan via
Beste leerbedrijf 2009 Wie verdient de titel Beste leerbedrijf of Beste praktijkopleider van ECABO in 2009? Vanaf nu kunnen bedrijven en praktijkopleiders voordragen worden! ECABO schrijft de wedstrijd uit onder al haar sectoren, dus zowel de economisch-administratieve, de ICT-, als de orde- en veiligheidsector. De winnaars krijgen elk 2.500 euro, te besteden aan een project rondom praktijkleren. Kijk op www.ecabo.nl/verkiezing of mail uw favoriet naar
[email protected].
www.ecabo.nl/praktijkopleiders
Transparantie in de ICT ECABO maakt op www.loketmboict.nl inzichtelijk welke (onderdelen van) certificaten van Microsoft, Cisco en Oracle ook behandeld worden binnen het mbo-ICT-onderwijs. Dat zorgt voor meer transparantie en daarmee voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Vaak vragen bedrijven in vacatures certificaten en weten ze niet dat veel onderdelen ook geïntegreerd zijn in mbo-opleidingen. Ze kunnen nu beter beoordelen hoe de mbo-diploma’s zich verhouden tot particuliere ICT-certificaten. ECABO zal ook voor andere sectoren informatie over certificering opnemen op haar website.
Extra ondersteuning Leerbedrijven die stageplaatsen aanbieden aan mbo-leerlingen op niveau 1 en 2, kunnen nog steeds zonder kosten extra ondersteund worden door ECABO-adviseurs. Het gaat dan bijvoorbeeld over extra begeleiding van de praktijkopleiders op de werkplek of deelname aan intervisiebijeenkomsten. Interesse? Neem contact op met het ECABO-bedrijfsbureau, 033 450 46 20,
[email protected]
Actuele opdrachten ECABO heeft al haar praktijkopdrachten voor bedrijfsbezoeken herschreven. Via ECABO’s impresariaat kunnen vmbo-scholen en bedrijven sinds jaar en dag gemakkelijk en efficiënt een bedrijfsbezoek regelen. De bijbehorende opdrachten zijn nu geactualiseerd en herschreven in samenwerking met mensen uit de praktijk. Meer weten:
[email protected] 34 PRAKTIJK februari 2009
Leerling in beeld Begeleidt u stagiairs van de mboniveaus 1 en 2? Volg dan de kosteloze workshop ‘De leerling in beeld’ van ECABO. ECABO biedt dit voorjaar weer tal van cursussen en trainingen voor praktijkopleiders in leerbedrijven, waaronder ‘Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk’ en ‘Competentiegericht begeleiden en beoordelen’. Kijk voor het volledige overzicht met alle data en locaties op www.ecabo.nl/bedrijven
Zet uw profiel op stagevinden.nl Hoe komt u het snelst aan een geschikte stagiair? Door uw bedrijfsprofiel en uw vacante stageplaatsen op de ECABO-site Stagevinden.nl te plaatsen en bovenal actueel en compleet te houden. Uw bedrijfsprofiel wordt automatisch gekoppeld met Stagemarkt.nl en dat is de website waar mbo-leerlingen hun persoonlijk profiel kunnen vastleggen en vergelijken met profielen van erkende stagebedrijven. Vergroot uw kansen op een geslaagde match tussen stagiair en bedrijf en ga naar www.stagevinden.nl.
kenteq NIEUWS
beroep. Zo krijgen zij een beter beeld van de mogelijkheden in de techniek. Kijk voor een indruk van de vorige Girlz Day op www.gildeopleidingen.nl
Ervaringscertificaat Kenteq heeft de website werkervaringisgoudwaard.nl gelanceerd. De site is helemaal gewijd aan het Ervaringscertificaat en biedt werkgevers en werknemers informatie over het erkennen van verworven competenties. Hoe werkt het? Is een EVC-traject zinvol voor medewerkers en bedrijf? Kijk op www.werkervaringisgoudwaard.nl
Boer zoekt klus Vanwege het grote aantal vacatures in diverse sectoren, waaronder de techniek, is LTO Noord een project gestart waarbij boeren en tuinders als ZZP’ers hun diensten buiten het erf aanbieden. Boeren zijn breed inzetbaar, oplossingsgericht en gedreven. Voor de ondersteuning van de agrariërs is een 10-stappenplan ontwikkeld. Dat is te downloaden via de website www.boerzoektklus.nl. Bedrijven kunnen hier ook opdrachten plaatsen.
Cursus praktijkopleider Ook dit jaar biedt Kenteq door het hele land de driedaagse cursus Praktijkopleider Praktijkleren aan. In de cursus met diverse modulen leren (aankomende) praktijkopleiders hoe ze hun kerntaken kunnen invullen. De opzet van het competentiegericht onderwijs komt aan bod en de deelnemers leren hoe ze een rijke leeromgeving kunnen scheppen. Na afloop zijn ze in staat om het opleiden van leerlingen binnen hun bedrijf te organiseren. Ze weten hoe ze kunnen afstemmen met school en hoe ze jongeren effectief kunnen coachen en beoordelen. Kijk op www.mijnkenteq.nl
Girlz Day speeddate ROC Gilde Opleidingen sector techniek en Kenteq houden op 10 maart een Girlz Day speeddate sessie in Roermond en Venlo. Op deze dag kunnen meiden die geïnteresseerd zijn in techniek met vakvrouwen praten over hun werkervaringen en horen wat er zoal komt kijken bij een bepaald
Calibris NIEUWS Carrousel werkt
Uitgesloten! Hiteq, centrum van innovatie, heeft een onderzoek gepubliceerd naar sociale uitsluiting bij laagopgeleide jongeren in Nederland. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen beïnvloedbare factoren (opleidingsniveau, competenties, leefom geving) en onbeïnvloedbare factoren (sociale afkomst, etniciteit). Een laagopgeleide jongere, met name de vmbo’er, heeft een sterk vergrote kans op sociale uitsluiting. De oorzaken worden simpelweg van generatie op generatie overgedragen. Download het volledige onderzoek via www.hiteq.org
De vmbo Carrousel helpt vmboleerlingen om zich een beter beeld van de beroepspraktijk te vormen en zo gerichter te kiezen. Vóór deelname aan de vmbo Carrousel is 25% van de leerlingen zeker van hun beroepskeuze, daarna is dit 36%. Dat blijkt uit onderzoek van expertisecentrum CINOP in opdracht van Calibris. Via de vmbo Carrousel maken leerlingen een ronde langs diverse leerbedrijven en oriënteren zich op alle mogelijke beroepen en opleidingen. Leerlingen geven vmbo Carrousel een ruime voldoende. Meer weten of het volledige rapport ontvangen? Mail naar Annemarie Meijer, a.meijer@ calibris.nl of kijk op www.vmbocarrousel.nl
allochtonen. Het wil een realistisch beeld scheppen van leren en werken in de zorg en op die manier jongeren interesseren voor de zorgsector. Het beeldmateriaal bestaat uit twee dvd’s. In de film ‘Leren in de zorg’ worden leerlingen gevolgd en komt aan de orde hoe het is om in de zorg te werken. In ‘Werken in de zorg’ wordt een aantal rolmodellen, mannen en vrouwen, gevolgd bij hun dagelijkse werk. Bekijk de dvd’s via www.calibris.nl
Zorg- en Welzijnplein Op 5, 6 en 7 maart is het beroepen evenement Skills Masters 2009. Calibris richt het Zorg- en Welzijnplein in. Op dit plein krijgen leerlingen informatie over het werk en de opleidingen in de sector en er zijn allerlei doemanifestaties zodat ze ervaren wat een vak inhoudt. Leerlingen kunnen iets doen in de Zorg (bed opmaken, wondver zorging) of voor Apothekers- en Doktersassistente (tubes zalf vullen, bloeddruk en cholesterol opmeten). Het evenement is gratis te bezoeken. Meer informatie op www.skillsmasters.nl
Samenwerking met OTIB voor EVC Voor de erkenning van verworven competenties (EVC) gaan Kenteq Training en Advies en OTIB gezamenlijk trajecten voor de technische installatiebranche aanbieden. Na een succesvolle pilot is besloten de samenwerking structureel te maken. Ze bieden nu EVC-trajecten aan voor heel Nederland. Het filmpje op www.mijnkenteq.nl onder ‘Ervaringscertificaat’ geeft een goede eerste indruk van een EVCprocedure.
Veilig werken Iedere werknemer hecht belang aan een veilige en gezonde werkomgeving. Daarvoor moeten zij ook zelf getraind worden. In de cursus Basis Veiligheid (VCA) wordt ingegaan op onderwerpen als arbowetgeving, risicopreventie, brandveiligheid, hijsen en tillen, gereedschappen en persoonlijke beschermings middelen. Aan het eind van deze tweedaagse cursus ontvangen de deelnemers een certificaat. Kijk op www.mijnkenteq.nl onder ‘VCA’ voor de data en locaties.
Stijgend animo voor zorg Steeds meer leerlingen uit de hoogste klassen in het middelbaar onderwijs geven aan in de zorg sector te willen werken. Dat concludeert Blauw Research uit de landelijke BeroepskeuzeMonitor 2008. Van de leerlingen heeft 34 procent (zeer) veel zin om later de zorg in te gaan. Dat is nuttig en het biedt de kans mensen te helpen. Vooral de medische beroepen zijn gewild. Maar er is ook stijgende interesse voor de psychosociale beroepen, de welzijnberoepen en de verpleegkundige beroepen.
Film meer kleur in de zorg ActiZ, Calibris en ROC Midden Nederland hebben samen de film ‘Meer kleur in de zorg’ gemaakt. De film richt zich speciaal op jonge
Open Dag van de Zorg Op 21 maart 2009 is de landelijke Open Dag van de Zorg, de kans voor instellingen om belangstellenden te informeren over de boeiende kanten van de sector in al haar facetten. De open dag is geschikt voor de werving van nieuwe medewerkers, leerlingen of vakantiekrachten. In de regio’s Amsterdam, Zaanstreek en Waterland verzorgt bureau SIGRA Dienstverlening de publiciteit. Zo kunnen instellingen gebruik maken van pr-materiaal, waaronder posters en freecards. Meer informatie en downloads op www.werkindezorg.nl
februari 2009 PRAKTIJK 35
Haal er meer uit Goede stages betekenen winst voor stagiair én leerbedrijf. Met de trainingen van ECABO leert u stagiairs meteen op het goede spoor te zetten, zodat ze snel thuis raken in uw organisatie. U ziet hoe u problemen snel kunt signaleren en verhelpen en u laat ze werkervaring opdoen die past bij hun beroepsopleiding. U ontdekt hoe u stagiairs zo kunt stimuleren, dat ze zich niet alleen blijven ontwikkelen, maar zich ook met plezier en enthousiasme inzetten voor uw bedrijf.
Trainingen voor mbo-praktijkopleiders in de economisch-administratieve en ICT-sectoren ■ Basistraining Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk (twee dagen) ■ Vervolgtrainingen (twee dagen)
• Competentiegericht begeleiden en beoordelen • Effectieve Communicatie
■ Workshop ‘De leerling in beeld’ (één dagdeel)
Workshop bestemd voor praktijkopleiders die leerlingen van niveau 1 en/of 2 begeleiden.
Trainingen voor mbo-praktijkopleiders in de sector Orde en Veiligheid ■ Basiscursus Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk (één dag)
• Beveiliger 2 • Coördinator 3 • Particulier onderzoeker
■ Leergang beveiligingsbranche (Diverse bijeenkomsten gespreid over drie maanden.)
Vervolgopleiding voor praktijkopleiders in de beveiligingsbranche. U wordt intensief getraind in het inwerken, begeleiden en beoordelen van uw aspirant-beveiligers. ■ Leergang Medewerker Toezicht en Veiligheid (Diverse bijeenkomsten gespreid over vijf maanden.)
Traject voor praktijkopleiders van leerlingen die de opleiding Medewerker toezicht en veiligheid volgen, waarin zowel de basiscursus als de vervolgtraining zijn opgenomen.
Meer weten? Onze cursussen en trainingen vinden plaats op ons kantoor in Amersfoort en op andere locaties in het land, maar kunnen natuurlijk ook ‘in company’ worden gegeven. Alle actuele informatie over inhoud, plaats en tijd vindt u op www.ecabo.nl/ trainingen. Of bel 033 450 47 48 / 033 450 47 32.
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven: dat werkt!