Meer over Charissa op de volgende pagina…
1
#
feb 2010 jaargang 6 Praktijk is een vaktijdschrift over praktijk leren van de kenniscentra beroeps onderwijs bedrijfsleven
Calibris ECABO GOC Kenteq VTL
ver 10 tips o en nicer commu rlingen e e l w u met ale via soci en netwerk
Inspiratie opdoen op een vismarkt
Beoordelen op de werkvloer
Leren varen via een dubbele cockpit
Durf eens wat meer te spelen met uw stagiairs P. 10
Mening praktijkopleiders legt steeds groter gewicht in de schaal P. 12
Leerlingen nemen het gezag met één druk op de knop over P. 22 februari 2010 PRAKTIJK 1
Inhoud
10
grafimedia
16
sport
22
transport & logistiek
34
economie
Leren varen via dubbele cockpit
30 Praktijkopleiders spelen met Fish! 08 Vmbo-directeur Ad Machielse (Duhamel College) noemt behoefte aan vakmanschap groter dan ooit
12 Beoordelen op de werkvloer
Leerbedrijf en school pakken praktijkleren samen aan
28
Hoe communiceert u met uw leerlingen via sociale netwerken?
24 Service level agreements Scholen en kenniscentra leggen hun afspraken vast
32 Ouders van mbo-leerlingen over hun ambities en verwachtingen 05 PRAKTIJKBERICHTEN 07 DE PRAKTIJK VAN WALTER VOLL 19 WAT BEZIELT JONGEREN? 26 GASTCOLUMN 27 NETWERKEN: ECONOMISCH NETWERK GRONINGEN 37 DAGBOEK VAN EEN MBO-LEERLING 38 NIEUWS VAN DE KENNISCENTRA 40 DE ACHTERKANT VAN DE PRAKTIJKOPLEIDER 2 PRAKTIJK februari 2010
Op de cover
Laat de tevredenheid van uw stagiairs eens meten
Waarom kies je voor dit vak? Ik wil graag iets voor mensen betekenen en ze helpen bij het oplossen van hun problemen. In dit werk heb ik direct contact met de cliënten. Ik krijg overal mee te maken; van schuldhulpverlening tot verslavingsproblematiek en het aanvragen van toeslagen. Ik bouw een goede basiskennis op.
LEERLING debbie:
‘Mijn begeleider doet heel veel moeite voor zijn stagiairs’
Wat is CentraM? CentraM is een instelling voor hulp- en dienstverlening. Ik loop stage op de afdeling Informatie en Advies van het dienstencentrum Bos en Lommer. Mensen kunnen langskomen op het inloopspreekuur met allerlei vragen. We helpen ze om zo zelfstandig mogelijk hun leven te leiden.
Wat vind je het leukste aan deze stage? Het geeft echt voldoening als ik iemand volledig kan helpen. Dan is het werk ook echt leuk. Ik zit nu aan het einde van mijn stage en ik merk dat ik veel zelfstandiger kan werken. Ik vraag nog wel veel, maar dat kan hier gelukkig.
Welke opleiding doe je? Ik zit in het 3e jaar van de opleiding Juridische dienstverlening. Eigenlijk wilde ik maatschappelijk werk gaan doen, maar die opleiding werd hier niet aangeboden. Toen werd het Juridische dienstverlening, want dat lag er het dichtst bij.
En straks? Daar twijfel ik nog over. Maatschappelijk werk trekt me nog steeds, dus misschien wil ik toch nog de hbo-opleiding daarvoor doen. Of ik ga werken en probeer om via mijn werkgever een opleiding te volgen. Ik wil in ieder geval graag mensen helpen en goed worden in mijn vak!
15 Danspedagoog/coach Benjamin Feliksdal
20 Tien tips
Mentorteq stroomlijnt het leren op de werkvloer
CHARISSA ROOSENDAAL (24), MBO-LEERLING - volgt de opleiding Juridische dienst verlening op mbo-niveau 4 - loopt stage bij Stichting CentraM in Amsterdam
Mening praktijkopleiders legt steeds meer gewicht in de schaal
vindt tot vervelens toe hameren op discipline niet werken
techniek
TEKST SUZANNE VAN DER BURGT FOTO REMCO BOHLE
februari 2010 PRAKTIJK 3
PRAKTIJK is het tijdschrift voor praktijkleren in het beroeps onderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 108.000 en richt zich op leerbedrijven, regionale opleidingencentra, vmboscholen, overheidsorganisaties en andere partijen in het beroepsonderwijs. Uitgever: ECABO, in nauwe samenwerking met Calibris, GOC, Kenteq en VTL. De kenniscentra vormen de schakel tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Een goede aansluiting tussen leren en werken is het doel. Dit doen zij door de erkenning en begeleiding van leerbedrijven en het onderhouden van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Verder bieden ze effectieve oplossingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Redactie: Bart van den Born, Karien Brinkman, Suzanne van der Burgt, Famke Derksen, Els Frankenmolen, Marleen Hallie en Lucy Holl (hoofdredacteur) Redactieadres: ECABO Disketteweg 6, Postbus 1230, 3800 BE Amersfoort, T 033 450 46 46 F 033 450 46 66 E
[email protected] I www.ecabo.nl Ontwerp: Lava grafisch ontwerpers, Amsterdam Vormgeving: Def., Amsterdam Druk: Thieme Rotatie Overname van artikel uit Praktijk is toegestaan met bronvermelding. Abonnement: PRAKTIJK wordt kosteloos toegezonden aan erkende leerbedrijven voor het mbo in de sectoren van de deelnemende kenniscentra. En verder aan een keur aan onderwijsinstellingen en andere partijen in het beroepsonderwijs.
Hebt u nieuws over onderwijs en arbeidsmarkt? Mail naar
[email protected].
Praktijkberichten
Redactioneel Tien geboden Wat is dat toch met die jongeren van tegenwoordig? Volgens het ene recente onderzoek (van onderzoeksbureau Motivaction) zijn ze altijd uit op genot en hebben ze vooral aandacht voor vrienden, internetten, uiterlijk en geld. Motivaction spreekt in ‘De Grenzeloze Generatie’ zelfs van een sociale tijdbom. Volgens het andere onderzoek (van muziekzender MTV) zijn jongeren eigenlijk heel traditioneel en willen de meesten niets liever dan later gewoon een gezin stichten net als hun ouders. Ze willen alles doen om hun gewenste toekomst vorm te geven. Wie het niet redt, is simpelweg lui, zeggen ze zelf. Geloof in jezelf, respecteer je ouders en wees eerlijk, staan bovenaan hun tien geboden anno 2010 (zie pagina 19). De ouders van mbo-leerlingen hebben er eveneens het volste vertrouwen in dat het goed komt met hun kinderen, zo blijkt uit onderzoek van Hiteq, centrum voor innovatie. Hun kroost gaat het redden op de arbeidsmarkt, denkt de meerderheid. En dat geloven de mbo’ers zelf ook, kwam al uit eerder onderzoek naar voren. Hoe kijkt u tegen de leerlingen in uw organisatie aan? Optimistisch, meewarig, afwachtend, hoopvol… Multimedia-expert Jelle Koolstra zegt het verderop in dit nummer in zijn tien tips over het gebruik van sociale netwerken mooi: “U hoeft niet te doen alsof u een 17-jarige bént, maar wees wel geïnteresseerd in die 17-jarigen.” Lucy Holl, hoofdredacteur Praktijk
[email protected]
TEKST LUCY HOLL
Véél input
Stagiair zoekt begeleiding
Zorg bij leren op de werkvloer voor een balans tussen a ssimilatie en accommodatie. Ofwel: bouw voort op de k ennis die een leerling al heeft (assimilatie) én zorg voor compleet nieuwe input waarvoor net wat meer inspanning nodig is (accommodatie). Aldus één van de adviezen in de publicatie ‘Leren door werk’ van Cindy Poortman en Karel Visser.
De jongerenorganisaties CNV Jongeren, FNV Jong, ISO, JOB en LSVB hebben een tijdlang de site www.stageklachten.nl open gesteld voor klachten van stagiairs. Dat leverde vooral klagers op over begeleiding, stagecontract en taken. Minstens zo i nteressant zijn de aanbevelingen in het eindrapport, onder meer voor de leerbedrijven: •F aciliteer: bied een bureau, maar bijvoorbeeld ook gemotiveerde collega’s. • Vergoed stagekosten: niets is verplicht, maar v ergoed op zijn minst de onkosten. • I nvesteer in begeleiding: stagiairs kosten tijd, maar zijn ook waardevolle krachten met veel toegevoegde waarde door hun enthousiasme en out-of-the-box denken. •W erk samen met de onderwijsinstelling: weet wat de leerlingen moeten leren en vertel wat het bedrijf verwacht.
Download de publicatie van Expertisecentrum Beroepsonderwijs via www.ecbo.nl
Diversiteit kost weinig en levert veel op Bedrijven met medewerkers van diverse etnische komaf, hebben daar economisch baat bij. Aldus het TNO-onderzoek ‘De meerwaarde van etnische diversiteit; goed voor de business’. TNO bekeek de ervaringen van mkb’ers met autochtone en allochtone medewerkers. Ze kunnen beter uit de voeten op de arbeidsmarkt, hebben een grotere afzetmarkt en hun bedrijfsvoering is beter. TNO ontwierp een checklist om ook zelf de meerwaarde van diversiteit te bepalen.
Download het rapport via www.stagevragen.nl
“Ik vind de manier van les krijgen binnen het Vakcollege wel origineel. En veel praktijk is leuk!” Aldus een leerling van het Vakcollege Techniek van het Da Vinci College in Roosendaal. De 1600
Download het rapport met de checklist via www.tno.nl
leerlingen van de inmiddels dertig ‘ambachtsscholen’ blijken erg gemotiveerd en behalen goede studieresultaten. Ze leren in zes jaar tijd een vak, waarbij vmbo en mbo in elkaar overlopen. Zie ook pagina 8.
Voor informatie of wijzigingen: T 033 450 46 39 F 033 450 46 57 Calibris is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfs leven voor zorg, welzijn en sport. www.calibris.nl.
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: Stichting MOOI in Den Haag, gericht op het verbeteren van het welzijn van de inwoners van Den Haag.
ECABO is het kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheids beroepen. www.ecabo.nl. GOC is het kenniscentrum voor de grafimediabranche. www.goc.nl. Kenteq is het kenniscentrum voor werktuigbouwkunde/ metaal, elektrotechniek en installatietechniek. www.kenteq.nl. VTL is het kenniscentrum voor de transport en logistiek. www.vtl.nl
FOTO bastiaan van Musscher
4 PRAKTIJK februari 2010
1 Fina Buceta Stillero
Wie: Fina Buceta Sillero, opleidingscoördinator Prijs: Beste leerbedrijf van het Jaar Calibris Leerlingen: Jaarlijks ruim 48 mbo-leerlingen van opleidingen zoals Sociaal maatschappelijke dienstverlening en Sociaal cultureel werk.
Wij hebben gewonnen, omdat… leerlingen bij ons in grote teams samenwerken en docenten ook in huis lesgeven. Onderwijs en praktijk sluiten daardoor goed op elkaar aan. De komende tijd gaan we... meer inzetten op vmboleerlingen. De sollicitanten voor maatschappelijke stages komen er nu echt aan; als welzijnsorganisatie willen we daarop inspelen.
ik het theoretisch kader en praktijkleren beter op elkaar afstemmen. Een veelgehoorde klacht in onze branche is dat het theoretische gedeelte van de opleidingen van een te laag niveau is. De prijs heeft… nog meer draagvlak voor stagiairs binnen ons bedrijf gecreëerd. Nu we de prijs en meer ervaring hebben, zijn leerlingen niet meer weg te denken uit onze organisatie.
Als ik staatssecretaris van onderwijs zou zijn, dan... zou februari 2010 PRAKTIJK 5
Praktijkberichten
De praktijk van:
Goede zaak
Wat vindt ú daar nu van?
✓Het Ronald McDonald Centre en het ROC van
Gedijen leerlingen beter als ze begeleid worden door een jonge praktijkopleider, of heeft een wat oudere praktijkopleider de voorkeur? Hebt u ideeën daarover, mail dan naar
[email protected] en we besteden er wellicht aandacht aan in dit blad.
[email protected]
Beroepen in beeld Begin maart gaat de website www.beroepeninbeeld.nl van de samenwerkende kenniscentra live. Jongeren kunnen via tientallen beroepenfilmpjes uitzoeken wat ze leuk vinden, wat ze willen en wat ze kunnen. De kenniscentra doen nog veel meer als het gaat om beroepenoriëntatie. Het evenement ‘Kom in het leerbedrijf’ (dit jaar van 8 tot en met 26 maart), de VMBO-Carrousel en de gastlessen-op-maat en heldere arbeidsmarkt- en stage-informatie zijn daar voorbeelden van. Alles staat op een rij in ‘Beter beeld’. Download die brochure via www.colo.nl
Amsterdam werken samen aan een uniek leerbedrijf: ruim honderd leerlingen van 13 mbo-opleidingen gaan stagelopen in het Centre, een nieuw sport- en spelcentrum voor mensen met een handicap of chronische aandoening in Amsterdam-Noord. ✓Leerbedrijf De Sapfabriek in Ede heeft samen met de bedrijven Festo en Duursma/W&O een nieuw trainingscentrum geopend. Technisch personeel wordt er bijgeschoold op het snijvlak van mechanica, pneumatiek en elektrotechniek. ✓De eerste MBO-certificaten Ondernemerschap zijn uitgereikt. Mbo-studenten kunnen zo’n certificaat bemachtigen als ze laten zien dat zij ondernemend zijn. De bijbehorende stichting stimuleert onderwijs in ondernemersvaardig heden.
Let op uw houding! Hoe zit u erbij als u met uw leerling overlegt? Lichaamstaal zegt álles, aldus ex-FBI-agent Joe Navarro, auteur van ‘What Every Body Is Saying’, dus u bent gewaarschuwd.
1. U legt uw handen achter uw hoofd en
leunt achterover: u bent duidelijk de baas.
2. U zet uw vingertoppen tegen elkaar: u
straalt vertrouwen en concentratie uit.
Miljardensector Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is in 2008 een kleine 38 miljard euro (6,3% van het bruto binnenlands product) uitgegeven aan onderwijs. Dat is bijna 7% meer dan het jaar daarvoor. Bedrijven namen ruim drie miljard euro voor hun rekening, onder meer voor de begeleiding van BOL- en BBL-leerlingen en voor het opleiden van hun medewerkers. Ze kregen 544 miljoen euro aan subsidies en belastingkorting terug. Dat is 37% meer dan een jaar e erder door een aantal nieuwe regelingen.
Stagetekorten te lijf De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven hebben een c entraal meldpunt voor tekorten aan stageplaatsen of leerbanen in het leven geroepen. Ze willen zo snel mogelijk gerichte actie kunnen ondernemen. In het kader van het actieplan Jeugdwerkloosheid doen ze er samen met bedrijven en scholen alles aan om voldoende stageplaatsen en leerbanen te houden.
3. Uw duimen wijzen omhoog: dat duidt op zelfverzekerdheid en positivisme.
4. U verstopt uw duimen: u komt onzeker over.
5. U houdt uw hoofd een beetje scheef: u staat open voor andere mensen.
6. U raakt uw nek aan: u voelt zich niet op uw gemak en twijfelt.
7. U raakt uw keel aan: u straalt angst of bezorgdheid uit.
Leerling gezocht? Stage of leerbaan in de aanbieding? Meld het bij uw ROC of kenniscentrum. Dan komen ze te staan op www.stagemarkt.nl
Training
Walter Voll
TEKST ED SCHLÜPER FOTO Rainier Isendam
Naam: Walter Voll Bedrijf: To P&O, bureau voor personeel- en organisatieadvies in Houten Functie: Eigenaar/zelfstandig P&O-adviseur Bijzonder: Walter Voll zat bij de eerste groep die bij kenniscentrum VTL de nieuwe training tot praktijkbeoordelaar/assessor volgde.
“Sinds januari 2009 ben ik zelfstandig personeel- en organisatieadviseur. Na 25 jaar bij diverse bedrijven in het p&o-vak actief te zijn geweest, dacht ik: ‘Ik wil mij nu als zelfstandige verder ontwikkelen en niet meer in dienstverband.’ Ik richt mij vooral op het midden- en kleinbedrijf, want daar is de behoefte aan ondersteuning groot. Ik ben op alle p&o-gebieden actief. Het vak in zijn volle glorie vind ik leuker dan een bepaald specialisme. Heel erg mooi vind ik het ontwikkelen van het individu en alles wat erbij hoort. Zoals het kijken naar competenties, waar mensen goed in zijn. Wij worden een competentiegerichte maatschappij. In elke functieomschrijving staat tegenwoordig welke competenties iemand moet hebben om die functie goed te kunnen vervullen. Met het oprukken van competenties wordt de erkenning van verworven competenties (EVC) ook steeds belangrijker. Ik hou me daar veel mee bezig. Onlangs ook weer in een aantal outplacementtrajecten. Bij EVC gaat het erom dat mensen zich in de loop der jaren hebben ontwikkeld, alleen weten ze dat nog niet van zichzelf. Zij hebben vaak een goed niveau bereikt, maar hebben de kans nog niet gehad of gezien om dat te vertalen – te kwalificeren – in een diploma of certificaat dat aangeeft wat ze waard zijn. Ook bedrijven weten vaak niet wat voor vlees ze in de kuip hebben. Mensen, maar ook organisaties groeien door competenties te ontwikkelen. Want EVC is óók een vertrekpunt voor verdere ontwikkeling. Als je weet waar iemand staat, kun je kijken hoe die kan doorgroeien en welke opleiding of begeleiding nodig is om daar te komen. Helaas hebben lang niet alle bedrijven kennis van EVC en het beoordelen van competenties in huis. De opleiding tot praktijkbeoordelaar die ik dit najaar bij VTL volgde, legt daarvoor een prima basis. Je
leert wat competenties zijn, waar je naar moet kijken en wat EVC is. Ook passeren allerlei middelen de revue die bij beoordeling worden toegepast zoals het portfolio, het kwalificatiedossier, 360 graden-feedback, het competentiegericht interview en het werkplekbezoek. De training is geen eenrichtingsverkeer; de deelnemers krijgen wat theorie en daar wordt dan mee geoefend. Zo deden we ook rollenspellen. De hele dag door kregen we feedback op wat we deden. Omdat ik al lang meedraai, was voor mij veel al bekend. Nuttig voor mij was het onderwerp ‘digitaal vastleggen van het EVC’, een belangrijk traject waar de training veel aandacht aan besteedt. Ik vond het al met al een goede training. Goed opgebouwd en zo helder van opzet dat die ook voor leken prima te volgen is. Mensen die de training hebben gevolgd, zijn in staat om in EVC- of andere praktijkbeoordelingstrajecten mee te draaien. Ik kan hem daarom zeker aan bevelen.”
Leer beoordelen in de praktijk De nieuwe, kosteloze training praktijkbeoordelaar/assessor (drie dagdelen) van kenniscentrum VTL is bedoeld voor iedereen die competentiegerichte examenproducten wil kunnen beoor delen. Praktijkopleiders van VTLleerbedrijven, mbo-docenten en BPVcoördinatoren kunnen meedoen. De deelnemers kunnen naderhand ingezet worden bij bijvoorbeeld een proeve van bekwaamheid of als assessor bij een EVC-traject. Interesse? Neem contact op met uw VTL-opleidingsadviseur of mail naar
[email protected].
Melden kan via 088 - 537 82 88 of www.stagetekorten.nl
6 PRAKTIJK februari 2010
februari 2010 PRAKTIJK 7
Interview
De drie O’s, ondernemers, onderwijs en overheid, hebben elkaar hard nodig
We willen talenten van leerlingen aanboren en ontwikkelen
Directeur Ad Machielse van het Bossche Duhamel College:
“Bedrijven lopen bij ons nu de deur plat” Als werkgevers in sectoren als techniek, zorg en welzijn in de nabije toekomst ergens behoefte aan hebben, dan is het wel aan de instroom van nieuw personeel. Vers bloed in de vorm van modern vakmanschap. Het Bossche Duhamel College voor vmbo-onderwijs maakt zich er sterk voor en werkt nauw samen met het bedrijfsleven. Negen vragen aan directeur Ad Machielse. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO’S de beeldredaktie
Vakcollege is nu al een succes Directeur Ad Machielse van het Duhamel College (vmbo) in Den Bosch is een vurig pleitbezorger van modern vakmanschap; mensen met twee rechter handen zijn harder nodig dan ooit. Met zijn school maakt hij daar werk van. In
Waar schort het aan in de aandacht voor vakmanschap? “De beeldvorming van vakmanschap is vrij negatief. Er bestaat een beeld van vies werk dat slecht wordt betaald. Ook denken veel mensen dat steeds meer werk door machines wordt overgenomen. Allebei onterecht maar daardoor zijn banen in met name techniek, zorg en welzijn niet in trek. De techniek kampt al lange tijd met personeelstekorten. Op korte termijn wordt de situatie in zorg en welzijn ook steeds nijpender. Het is dus heel belangrijk dat die beeldvorming verandert.”
Hoe zien we die ambitie terug op het Duhamel College? “We werken intensief samen met het bedrijfsleven en de gemeente Den Bosch. Ik noem het de drie O’s: ondernemers, onderwijs en overheid. Voor de sector techniek hebben we die samenwerking al vastgelegd in een convenant. Voor zorg en welzijn willen we ook zover komen. Heel belangrijk is geweest dat we in 2006 de vensters hebben opengegooid. Tot die tijd waren we als school een gesloten bolwerk. Bedrijven lopen sindsdien
nauwe samenwerking met de
de deur plat. Samen hebben we opleidingen vormgegeven die verdwenen waren en die het bedrijfsleven heel graag weer terug wilde zien.”
en de kenniscentra Kenteq en Calibris wil hij ‘echte doeners’ hun talenten laten ontwikkelen. Na de
Wat is de toegevoegde waarde van het Vakcollege voor uw school? “Die is heel groot. De Vakcolleges die er nu al zijn in het land, blijken een succes. Met het vakcollege bieden we een doorlopende leerlijn van het eerste leerjaar in het vmbo tot en met het ROC. Per 1 augustus 2010 beginnen we daarmee in de techniek en vanaf het daarop volgende jaar hebben we ook een Vakcollege voor zorg en welzijn. Leerlingen beginnen met een brede oriëntatie. De opleiding is een soort trechter waarbij ze steeds meer toewerken naar een startkwalificatie. Zo laten we leerlingen talenten aanboren en ontwikkelen. Het Vakcollege is veel waardevoller dan de, voor het vmbo, totaal mislukte basisvorming. Daarmee heeft de overheid de plank erg misgeslagen!”
Hoe belangrijk is de band met het bedrijfsleven voor een vmbo-school? “Erg belangrijk. Voor de inhoud van onze programma’s, voor stages, voor promotie en een betere beeldvorming. In de driehoek van de drie O’s hebben we elkaar allemaal nodig. Gezamenlijk zijn we continu betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs, van activiteiten en van een toekomstvisie. We werken nu al aan een visie tot 2020. We hebben een groot gemeenschappelijk belang.”
Wat is de grootste bottleneck in de relatie schoolbedrijfsleven? “Wat je ziet is dat in tijden van recessie de aandacht voor de relatie verslapt. We moeten zorgen dat we het lange-termijn-belang goed voor ogen houden. Daarnaast 8 PRAKTIJK februari 2010
gemeente, ondernemers in de stad
zomer start een Vakcollege techniek, waarbij vmbo en mbo naadloos in elkaar overlopen.
ervaren we dat de zorgsector moeilijk benaderbaar is. Nu pas wordt men zich van de grote arbeidsmarktknelpunten bewust die wij al lang zagen aankomen. Ik zou graag een oproep doen aan de raden van bestuur om met het onderwijs in gesprek te gaan. Ze hebben het echt nodig!”
En wat is uw grootste wens? “Ik wil heel graag een hechtere samenwerking met de ROC’s. Onder meer om vertragende dubbelingen te laten verdwijnen. Ik ken het verhaal van een leerling handel/verkoop die de overstap maakte naar een bouwopleiding. In drie maanden tijd had hij twee jaar vmbo ingehaald. Dat zegt iets over de capaciteiten van die leerling, maar ook over het niveau van die mbo opleiding. Op die manier raken leerlingen ongemotiveerd en creëer je drop-outs. Op de breukvlakken tussen basisonderwijs en vmbo en tussen vmbo en mbo zullen we elkaar moeten naderen en vinden.”
Stuurt u docenten ook op stage? “We hebben het eerst verplicht gesteld en daar was niet iedereen blij mee. Maar laatst las ik in de schoolkrant een stukje van een docent die schreef het fantastisch te hebben gevonden. Hij had weer nieuwe dingen geleerd en voelde zich nu veel beter in staat zijn leerlingen te adviseren en stagiairs te begeleiden.”
Hoe ervaart u de samenwerking met de kenniscentra beroepsonderwijs edrijfsleven? b “We werken nauw samen met Kenteq en Calibris. Op het gebied van de promotie van de opleidingen spelen ze een belangrijke rol. En door hun goede contacten met het bedrijfsleven zijn ze heel belangrijk voor ons. Bijvoorbeeld als het gaat om stages voor leerlingen en docenten.”
Wat zou u als eerste veranderen als u staatssecretaris van onderwijs was? “In ons onderwijs hebben we een ‘knip’ op 12 en 16 jaar. Ik vraag me af of we niet beter de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen voegen bij het basisonderwijs en een knip maken op het 14e jaar. Op die leeftijd zijn leerlingen volgens mij beter in staat met een beroeps kwalificatie aan de slag te gaan.” februari 2010 PRAKTIJK 9
GRAFIMEDIA De bedrijfsadviseurs van GOC hebben al van Fish! kunnen proeven.
hele dag blij “In de Fish-filosofie gaat het om vier dingen”, vertelt Barbara van Staveren. “Het gaat om spelen, je houding kiezen, mensen blij maken en erbij zijn. Spelen is leuker dan werken dus is het belangrijk dat je op zoek gaat naar hoe je kunt spelen in je werk. Een praktijkopleider in de creatieve industrie kan natuurlijk niet – zoals ze bij Pike Place doen - met van alles gaan gooien. Maar je kunt wel andere dingen doen. Daar gaan we tijdens de regionale bijeenkomsten met de praktijkopleiders naar op zoek.” In de documentaire legt één van de medewer-
“Spelen is leuker dan werken dus is het belangrijk dat je op zoek gaat naar hoe je in je werk kunt spelen”
Praktijkopleidersbijeenkomsten van GOC over Fish!
Werken wordt spelen en anderen blij maken Een stagiair die zich voelt als een vis in het water? Als praktijkopleider kunt u daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Hoe? Bij de regionale bijeenkomsten die kenniscentrum GOC komend jaar voor zijn praktijkopleiders organiseert, maakt u kennis met een unieke methode. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO’s Raphaël Drent
Energie, passie en plezier. Daar gaat dit verhaal over. Over hoe je dat vindt in je werk en hoe je het kunt overdragen aan anderen. Liet GOC de praktijkopleiders vorig jaar kennismaken met de Generatie Einstein, dit 10 PRAKTIJK februari 2010
jaar staat Fish! op het menu. Fish! is een filosofie, een manier van werken die is ontwikkeld op een vismarkt in Seattle waar véél onvrede over het werk heerste. De medewerkers van Pike Place Fish Market waren niet te spreken over de sfeer. Plezier en motivatie waren ver te zoeken. Ze toverden hun werkplek om tot een vrolijke, inspirerende plek waar ze graag willen zijn en werken. Hun succesformule is door het Amerikaanse Charthouse Learning omgezet in een groot aantal activiteiten en middelen. Bedrijven leren hoe ook zij een nieuwe plezierige en stimulerende cultuur kunnen ontwikkelen. Tijdens de regionale bijeenkomsten voor praktijkopleiders die GOC in 2010 organiseert, maken de praktijkopleiders kennis met de Fish!-filosofie. Om zelf met meer plezier te gaan werken, maar vooral om te leren hoe ze stagiairs beter kunnen motiveren en begeleiden.
Vrolijke visverkopers Het Nederlandse bedrijf Performance Solutions heeft de exclusieve rechten om in de Benelux, Duitsland en Italië de originele Fish!-trainingen, workshops en energizers te verzorgen. Barbara van Staveren, manager business development, laat ter introductie een documentaire zien. “Die zegt in achttien minuten meer dan ik je in de hele middag zou kunnen vertellen”, legt ze uit. En ze heeft gelijk. Ruim een kwartier later ben je als kijker in de ban van Fish!. Gepakt door het virus van de vrolijke visverkopers. Ze lachen, doen gek, spreken klanten en voorbijgangers voortdurend aan. Ze maken grappen of gewoon een praatje en bovenal gooien ze met vis. En met krab en kreeft, iedere bestelling vliegt door de lucht. En ondertussen wordt de klant goed geholpen. Hoe is nauwelijks uit te leggen op papier. Zoek op YouTube naar Pike Place Fish Market en bekijk de filmpjes. Het zijn er veel want de vismarkt is echt een attractie geworden in Seattle. Maar de documentaire laat meer zien dan alleen vliegende vissen. Tussen de vrolijke beelden door zien we interviews met de medewerkers van Pike Place. Onafhankelijk van elkaar vertellen ze hoe hun werk is veranderd sinds de nieuwe filosofie leidend is geworden. Ze zijn positief, gaan dagelijks met plezier naar hun werk en de verkoop gaat onverminderd goed. Het is een enorm enthousiasmerend verhaal.
kers helder uit wat wordt bedoeld met ‘je houding kiezen’. Het gaat erom volledige verantwoordelijkheid te nemen voor al je keuzes. “Ik sta ook liever niet iedere ochtend om kwart voor zes op om naar het werk te gaan, maar ik moet. En dan heb ik de keus: de hele dag van streek zijn of toch liever de hele dag blij?” De derde basisregel – mensen blij maken – is heel concreet. “Dat is voor praktijkopleiders ook een heel belangrijke”, weet Van Staveren. “Als je anderen blij maakt, dan heeft dat een positief effect op die mensen maar ook op de sfeer op de werkvloer. Als praktijkopleider kun je er zo voor zorgen dat een stagiair zich welkom voelt en creëer je een prettige leeromgeving.” De laatste regel ‘erbij zijn’ klinkt het meest cryptisch, maar dat is het niet. “Het heeft alles te maken met aandacht”, zegt Van Staveren. “Echte aandacht voor wat je doet of voor degene met wie je bezig bent. Dat geldt dus zeker voor praktijk opleiders die met stagiairs aan het werk zijn. Door ‘erbij te zijn’ toon je echte betrokkenheid.” Verrassend perspectief De bedrijfsadviseurs van GOC hebben inmiddels van Fish! mogen proeven. “Iedereen is wel ergens goed in of heeft heel veel kennis van iets. Draag het uit, spreek het uit, deel het met anderen en je zult zien dat anderen je enthousiasme zullen delen”, zo vat adviseur Jacinta Veenstra het programma samen. ‘’Heerlijk om zo te kunnen lachen, en dan blijkt het nog zinnig te zijn ook”, zegt ze. “Eigenlijk is het gewoon gezond verstand, maar dan vanuit een heel verrassend perspectief.”
Waardevol pakket Het worden vrolijke bijeenkomsten waar praktijk opleiders veel inspiratie zullen opdoen en na afloop een waardevol pakket meekrijgen. De bijeenkomsten vinden plaats op 11 maart, 14 april, 19 mei, 26 mei, 2 juni en 16 juni. In de uitnodiging naar de praktijkopleiders van GOC staat meer informatie over de locaties en het exacte programma. Of kijk op www.goc.nl.
februari 2010 PRAKTIJK 11
Beoordelen op de werkvloer
Oordeel van de praktijkopleiders telt steeds zwaarder mee
Geschikt of ongeschikt? 5 tips als u een leerling beoordeelt
vooraf waarop u gaat beoordelen of gebruik 1. Formuleer heldere beoordelingscriteria: bepaal ROC het van de criteria en normen kan hij rekening mee houden. 2. L aat de leerling weten waarop u beoordeelt. Daar beter vaststellen hoe iemand het doet dan 3. Kies meerdere beoordelingsmomenten. U kunt . en waar bijgestuurd moet worden tie tijdens het uitvoeren van bepaalde 4. Kies diverse beoordelingsvormen, zoals observa taken, een gesprek of een produc tbeoordeling. u zaken (meest al) goed ziet. 5. Wees niet bang kritiek te uiten: vertrouw erop dat noemen. te rpunten verbete Probeer zo concreet mogelijke Kijk voor de volledige tekst op www.goc.nl (onder ‘informatie voor praktijkopleiders’)
‘praktijkleren’ >
5 valkuilen om op te letten
met uw leerling kan uw oordeel 1. Pas op voor de gekleurde bril: De opgebouwde band slechte nachtrust. een of n obleme privépr voor ook vertroebelen. Dat geldt werken bijvoorbeeld) of wat u zelf ard h (heel ert waarde uzelf in u wat eld’: evenbe 2. ‘Leve uw te beoordelen die anders iemand er vindt, ziet u ook graag in uw leerling. Het is moeilijk denkt of doet. aspect van het gedrag straalt uit naar 3. Het halo- en horneffect: uw oordeel over één bepaald gunstig (halo = stralenkrans) of de complete beoordeling. Dit kan leiden tot een totaal ongunstig (horn = duivel) oordeel. l rekening met veranderingen en 4. ‘Eens een dief altijd een dief’: houd in uw oordee ontwikkelingen. Stelt u hoge eisen, dan kan een leerling 5. Uw persoonlijkheid beïnvloedt de beoordeling. de leerling later pas dat hij niet zo faalangst krijgen. Bent u snel tevreden, dan merkt vaardig is als hij dacht. Kijk voor de volledige tekst op www.goc.nl (onder ‘informatie voor praktijkopleiders’)
‘praktijkleren’ >
Hebt u er vertrouwen in dat deze leerling zich de komende tijd goed ontwikkelt voor het beroep waarin hij wordt opgeleid? Kan hij door op de ingeslagen weg? Of kan hij beter wat anders gaan doen? Die vraag krijgen stagebedrijven steeds vaker voorgelegd. Met de komst van het competentiegericht leren wordt ook het beoordelen in de praktijk belangrijker. Een voorbeeld uit Brabant. TEKST LUCY HOLL foto LAVA
In het competentiegericht onderwijs staat de beroepspraktijk centraal. Heeft een leerling aan het eind van de rit alle kerntaken van een bepaald beroep in de vingers? Heeft hij de vereiste competenties verworven? De ROC’s zijn verantwoordelijk voor de (eind)beoordeling van hun leerlingen, want zij reiken de certificaten en diploma’s uit. Maar praktijkopleiders op de werkvloer spelen steeds vaker een actieve rol bij het beoordelen. Wat er precies van hen verwacht wordt, verschilt sterk per opleiding en per ROC. STAPELTJE Neem het Florijn College in Breda, onderdeel van het ROC West-Brabant. Dat betrekt de stagebedrijven graag actief bij de beoordeling. Als leerlingen Secretarieel op stage gaan, nemen ze altijd een stapeltje beoordelingsformulieren mee. Op die formulieren staat precies welke kerntaken en werkprocessen een leerling moet beheersen en welke competenties daarbij horen. De praktijkopleiders halen de formulieren tijdens de stage regelmatig te voorschijn om de voortgang te beoordelen. Ze bespreken een en ander met de leerling en af en toe is de docent daarbij. Bovendien vullen ze aan het eind van de stage een complete competentiemeter in: hoe goed is een leerling inmiddels in bijvoorbeeld plannen en organiseren, met druk en tegenslag omgaan, samenwerken of formuleren? De praktijkopleiders delen zo in de loop van de maanden veel minnen, minplussen, plussen en dubbelplussen uit, om het zo te zeggen. VOORUITGANG Deze manier van beoordelen vraagt wat tijd, maar het is een prettige manier van werken, zegt stagecoördinator Ellen de Kleine van de Belastingdienst Zuidwest in
12 PRAKTIJK februari 2010
Breda. Het is meteen duidelijk of een leerling vooruit gaat of niet en het voorkomt dat de praktijkopleider bij het beoordelen zaken over het hoofd ziet. “Het is goed dat leerling en leerbedrijf weten welke taken en competenties van belang zijn voor een bepaalde mbo-opleiding. Wat moet een stagiair doen op de werkvloer? Daar kunnen wij als stagebedrijf op inspelen.” Ook Jolanda Brouwers, praktijkopleider en directie secretaresse bij de GGD in Breda is blij met de beoordelingssystematiek. “Als je je een goed beeld wilt
“Doordat we competentie gericht beoordelen kunnen we veel gerichter coachen.” vormen, is competentiegericht beoordelen prettig. We bekijken het functioneren aan de hand van de daadwerkelijke taken en verantwoordelijkheden op onze werkvloer. Wat gaat iemand gemakkelijk af, waar moet aan geschaafd worden? Het geeft houvast. De sterke en zwakke punten worden duidelijk. We kunnen veel gerichter coachen, zodat leerlingen verbeteren en straks ook beter voorbereid de praktijk instromen.” EERSTE KEER “In het verleden werden als vanzelfsprekend gesprekken tussendoor gevoerd”, zegt BPV-begeleider Marina Smits van het Florijn College. “De docent sprak met de praktijkopleider en de leerling zat er vaak maar een beetje bij. En de leerling hoorde kritiek soms ook voor de eerste keer. Dan belde het bedrijf de school: ‘Het februari 2010 PRAKTIJK 13
De vloer op
gaat niet zo goed.’ ‘Heb je het er met de leerling over gehad?’, was onze reactie. ‘Nee, eigenlijk niet.’” Nu vult de stagiair de beoordelingsformulieren met taken en competenties in, de praktijkopleider doet hetzelfde. Dat geeft ze een goed handvat om het gesprek aan te gaan en de neuzen weer dezelfde richting in te zetten. Bovendien werkt de leerling hierdoor aan zijn zelfreflectie. “Voorheen kwam een leerling binnen en kreeg taken te doen. Nu weten bedrijven veel beter wat ze leerlingen van een bepaald opleidingsniveau kunnen laten doen.” Het voorkomt meteen dat iemand boven of juist onder zijn niveau stage loopt, stelt Ellen de Kleine van de Belastingdienst. “De leerdoelen zijn overzichtelijk en duidelijk. Al loop je bij minder nieuwsgierige leerlingen wel het gevaar dat ze nauwelijks buiten die leerdoelen gaan kijken. Dat is jammer.” NUCHTER EN BETROKKEN Wat moet een praktijkopleider nu in huis hebben om goed te kunnen beoordelen op die werkvloer? “Hij moet zelf heel competent in zijn vak zijn en niet vastgeroest zitten aan bepaalde ideeën”, zegt Jolanda Brouwers van de GGD. “Het is een kwestie van heel nuchter en zakelijk kunnen kijken naar de leerling en je tegelijkertijd kunnen inleven in die jongere.” Ellen de Kleine vindt het belangrijk dat een praktijkopleider goed luistert en doorvraagt en feedback kan geven op een goede manier. “Hoe geef je kritiek zodat een leerling dat toch oppakt als leermoment?” Iedere leerling heeft zo zijn eigen niveau en een praktijkopleider moet de juiste maatstaf hanteren. Marina
Smits: “Beoordelen blijft lastig. Of iemand goed beoordeelt, merk ik vaak aan de argumentatie erachter. Als je kritiek geeft, noem dan eens concrete voorbeelden van de werkvloer. Blijf niet in wollige taal steken.” Smits wantrouwt te juichende beoordelingen als ‘ik heb nog nooit zo’n goede stagiair gehad’ aan het begin of halverwege de stage. “Dat geeft de leerling geen prikkel om verder te komen of te groeien. Wees kritisch en licht toe: wat is er nodig om van een + een ++ te maken?” VOLDOENDE Het Florijn College waardeert de inbreng van de praktijkopleiders zeer, ervaren Ellen de Kleine en Jolanda Brouwers. “Wat wij vinden, telt mee.” Het stagebedrijf moet de stagiair in principe een voldoende geven op het eind, wil hij verder kunnen met zijn opleiding. Marina Smits: “Ik kan die beoordeling overrulen. Maar dat gebeurt zelden of nooit.” Volgend nummer: hoe zit het met examineren op de werkvloer?
Meer weten? Doe een training bij één van de kenniscentra GOC, Kenteq, VTL, ECABO en Calibris. Wat zijn competenties en hoe beoordeelt u deze? Hoe observeert u leerlingen, hoe voert u een beoordelingsgesprek? Kijk eens op www.goc.nl, www.calibris.nl, www.ecabo.nl, www.kenteq.nl of www.vtl.nl (zoek op (competentie gericht) beoordelen) voor handige documenten.
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: Teleperformance Maastricht, dienstverlener en contactcenter voor bedrijven in diverse branches. Wie: Patricia Didderen, p&o-manager
1 Patricia D idderen 14 PRAKTIJK februari 2010
Prijs: Leerbedrijf van het Jaar ECABO Leerlingen: Jaarlijks ruim 28 mbo-studenten van de opleidingen ICT, Teamleider Contactcenter en Contact center medewerker.
Dossie Benjamr Feliks in da l
Wij hebben gewonnen, omdat... wij binnen tweeënhalf jaar zijn uitgegroeid zijn tot een volwaardig leerbedrijf. We zijn nu zover dat stagiairs een belangrijk onderdeel van ons bedrijf vormen. Stageplekken zijn bij ons altijd beschikbaar! Een goed leerbedrijf kenmerkt zich door… ‘willen’ boven ‘kunnen’ te plaatsen. Als mensen voldoende gemotiveerd zijn, is iedereen bij ons welkom.
Onze gedrevenheid blijkt uit… het feit dat wij ook op individueel niveau begeleiding geven, iedereen is anders. Dat doen we door onder meer zelf cursussen op de werkvloer te geven. Als ik staatssecretaris van onderwijs zou zijn, dan... zou ik leraren verplicht stellen om een parttime baan in het bedrijfsleven te nemen. Veel leraren teren op oude kennis en ideeën. Ik pleit voor meer beeld bij geluid!
Op de wer
kvloer m
Benjamin et:
Feliksdal
Danser/d anspedag oog/coac dance, ja h in urba zzdans, b n a llet en ta TEKS T SU ZA NNE VA pdans N DE
altijd naar een g h erkennen va oede basis. Het gaat JA MIN FELI om het n de specifi KSDA L elke danse eke kwalite “Vanaf mij r. Ik probee n achtste b iten van r e ie n ik al acti persoonlijk d bezig. Ik ra ef met dan de ruimte te ere leerling akte geïns s pireerd do geven zoda eigen idee showfilms o r ë m t hij zijn n en emoti uit de jaren usical- en es kan inb vijftig en ze Praktijkop sterren als rengen. leiders van stig, met Fred Astair s tagebedrijv e en balletfi vooral niet Red Shoes’ en moeten lms als ‘Th naar aanle . In mijn je e gezag te idingen zo ugd heb ik en acrobati eken om h ve laten gelde el tapdans eklessen g un n. Streng a evolgd en d tot vervele mee aan ta anpakken eed vaak ns toe ham lentenjach e n eren op dis ten. Na de niet de ma een serieu cipline, da MULO ben nier! De ove ze dansop t is ik leiding in A rtuigingsk o gaan doen p le id e r zit ’m in h racht van d msterdam . Daar heb e e t n a ik tu d d urlijk overw e disciplin leerd die je e juiste ke e aangennis van za icht én nodig hebt ken. De (pra om een pro opleider m danser te w ktijk) fessionele oet orden. Mijn een rol geve bij het coachen iedere docent kon ander jong als geen e dansers n waar hij jongere zich het be zoals ikzelf zodat ze to ste bij voe inspireren t de grenze lt. , n van hun k Het is gew wilden gaa unnen eldig als jo n. Die bevl n ogenheid e g e e d instrueren n a m n sers zich g et passie vo n aanpak va heb ik altij retig orbereiden n d voor oge nele carriè ik zelf ging op een pro n gehad to re lesgeven. . A fessiols ik en n a a r ‘So you thin het tv-prog ramma k you can d ance’ kijk, die passie Na mijn ac dan zie ik terug. Mijn tieve dans indruk is d carrière bij nemers ve Het Nation at de deel onder mee rgeten om ale Ballet h r zich te verd eb ik mijn ze school in A d a a r geen tijd ie eigen dans pen of dat msterdam voor krijge opgezet, h veel eigen Modern Ja n. Dat vraa et Benjam in zz Dance C it gt om ia ti e f! Je kunt n in’s enter. Deze zijn zonde richtte zich iet succes opleiding r te focuss tevens op vol en op datg theatervorm voor ogen coaching. ene wat je hebt. In mij ing en Een goede n a rol als gas ansluiting coach ben beroepspra tdocent en op de ik geïntere ktijk bereik sseerd in va ten we via h doceer- en e id e n d kbekwaam a intensieve ar probeer uitvoering ik een acti sstages. D aan te leve leerlingen eve bijdrag e meeste ren.” liepen ook e stages bij afdeling va de amateu n mijn sch r ool, zodat Benjamin F zelfstandig zij ervaring eliksdal sc lesgeven k in hreef divers o (les)boeke n Als betrok d e n o p d e o n over dan en. ken dansc s. oach/doce K ij k op w w w.u nt zoek ik rb R BURGT fo to BEN
andance-j
azzdans.n
l
februari 2010 PRAKTIJK 15
sport SPORT
Leerbedrijf en school pakken praktijkleren samen aan
SCIANDRI en CIOS blijven voortdurend verbeteren Het werk op de werkvloer verandert in een steeds rapper tempo. Daarom is de aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk voortdurend punt van aandacht. Stagebedrijf SCIANDRI sportmanagement en onderwijsinstelling CIOS Haarlem werken succesvol samen om die veranderingen te ondervangen. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’s wim te brake
De 19-jarige Ruth Nijland loopt voor de tweede keer stage bij SCIANDRI. De vierdejaars leerling van het CIOS (voluit het Centraal Instituut Opleiding Sportleiders) in Haarlem had het vorig jaar zo naar haar zin, dat ze nu is teruggekeerd voor haar afsluitende stage. Vandaag loopt ze mee met Robin, vorig jaar nog stagiair en inmiddels in dienst als trainer en activiteitenbegeleider in het sportbuurtwerk dat SCIANDRI verzorgt in onder meer enkele Amsterdamse stadsdelen. SCIANDRI is in 2001 opgericht door Arnoud Peeters en Gert-Jan Pruijn. Zij zagen de kans om sport te positioneren als belangrijk middel op diverse sociale en maatschappelijke terreinen. De organisatie is actief in het sportbuurtwerk en de sportstimulering en in sportevenementen en -projecten. Dat doen ze met name voor kinderen, tieners en jongeren, maar ook voor specifieke doelgroepen zoals gehandicapten en ouderen. SCIANDRI organiseert, in samenwerking met gespecialiseerde partners, ook topsportevenementen die juist sociaal-maatschappelijk worden geactiveerd. SCIANDRI levert daarnaast ook diensten voor werving en selectie van sportmanagers.
CIOS-stagiair Ruth Nijland in actie met een groep kinderen.
16 PRAKTIJK februari 2010
SPORT ALS MIDDEL De inzet van stagiairs speelt een belangrijke rol bij erkend Calibris-leerbedrijf SCIANDRI. “Het past bij ons bedrijf en onze visie: een bijdrage leveren om de organisatie van sport in Nederland naar een hoger niveau te tillen ”, vertelt Linda Griët-Tillema, manager sportevenementen & -projecten en projectleider van het samenwerkingsproject met het CIOS. “Het sportbuurtwerk is een groeiende sector. Steeds meer bestuurders zien de meerwaarde van sport om maatschappelijke doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan thema’s als gezondheid, overgewicht, participatie en het tegengaan van ongewenst gedrag. Voor diverse overheden in Amsterdam, maar ook bijvoorbeeld voor een woningcorporatie in Almere, verzorgen we activiteiten,
variërend van sportbuurtwerkactiviteiten tot fiets cursussen voor allochtone vrouwen. In totaal hebben we zo’n 120 reguliere activiteiten in de week, naast de landelijke sportevenementen voor bedrijven en organisaties.” COMPETENTIES SCIANDRI groeit en de behoefte aan goed gekwalificeerde medewerkers groeit mee. Naast de omvang van de werkzaamheden komt de behoefte aan gekwalificeerd personeel voort uit de aard het werk. Het werk brengt met zich mee dat de professionals van SCIANDRI in aanraking komen met de meest uiteenlopende doelgroepen. Daar moeten ze mee leren omgaan. “Sociale competenties, zoals houding, communicatie, inschattingsvermogen en flexibiliteit zijn erg belangrijk in deze werksetting”, aldus Linda Griët-Tillema. “We merkten voorheen dat veel leerlingen van het CIOS nog niet zo’n duidelijk beeld hadden van het sportbuurtwerk. Leerlingen kiezen weinig voor onbekende stagegebieden, terwijl de arbeidsmarktkansen in deze sector wel heel goed zijn. Daarom zijn we in 2007 gestart met een intensievere samenwerking met het CIOS. We hebben toen een hele klas van derdejaars leerlingen uit de specialisatie Bewegingsagoog een stageplaats geboden binnen onze organisatie. Allemaal hebben ze dertig weken lang mee kunnen draaien.” BIB Het ministerie van Economische Zaken heeft de subsidieregeling Beroepsonderwijs in Bedrijf (BIB) in het leven geroepen om mkb-bedrijven in de gelegenheid te stellen om samen met onderwijsinstellingen het leren in de praktijk te verbeteren. “Vanuit de BIBregeling hebben we financiën gekregen waarmee we extra hebben kunnen investeren in het opleiden van CIOS-leerlingen”, vertelt Linda Griët-Tillema. “Zo hebben
Succesvol samenwerken Vijf aandachtspunten voor een succesvolle samenwerking tussen school en leerbedrijf: 1. Stel samen doelen. 2. Blijf voortdurend evalueren en verbeteren. 3. Werk op meerdere terreinen samen, bijvoorbeeld ook via gastlessen. 4. Leer elkaars dagelijkse praktijk kennen. 5. Dat iedereen in de driehoek school-leerling- leerbedrijf steeds goed op de hoogte is.
februari 2010 PRAKTIJK 17
verzorgt nu drie keer per jaar een masterclass op school, waarin leerlingen aan de slag gaan met praktijkvragen. Bijvoorbeeld hoe je om kunt gaan met lastige groepen. “Met behulp van rollenspellen en oefeningen laten we zien hoe het er in onze dagelijkse praktijk aan toe gaat, en hoe je daar op kunt inspelen. Die wisselwerking tussen theorie en praktijk is voor iedereen nuttig. De CIOS-leerlingen krijgen een reëler beroepsbeeld en weten waar ze mee te maken kunnen krijgen in de beroepspraktijk.”
we extra formatie kunnen creëren voor de begeleiding van de leerlingen en hebben we de werkbegeleiders kunnen trainen in het begeleiden van de CIOS’ers.” AFSTEMMEN Dat werpt zijn vruchten af, maar vraagt ook de nodige afstemming. Er is veel aandacht voor evaluatie en overleg. De partijen houden de vinger aan de pols hoe het gaat met de samenwerking, wat goed gaat en wat beter kan. Maar ook met de leerlingen wordt veel meer geëvalueerd. Bij het competentiegericht leren is het goed dat ze leren reflecteren op hun eigen functioneren en leerproces. , aldus Linda Griët-Tillema: “Daarnaast kijken we goed naar de inhoudelijke afstemming van theorie en stage. Bovendien hebben we veel tijd gestoken in het in elkaar schuiven van de beoordelingssystematiek. Voorheen hanteerde de school andere criteria dan wij. Nu stellen we samen doelen en bepalen aan de hand van gezamenlijke criteria of ze door een leerling zijn behaald. Dat is pure winst, voor iedereen.” De nauwe samenwerking tussen SCIANDRI en CIOS heeft ook op andere terreinen spin off. Het stagebedrijf
FIJN BEDRIJF Wat Ruth betreft is SCIANDRI een fijn leerbedrijf. “Het is een leuke club om voor te werken. De mensen zijn enthousiast en ze nemen ook echt de tijd om je te begeleiden. In mijn stage ben ik begonnen met observeren. Na verloop van tijd ga je mee lopen met de groepsleiding en ondersteun je bij de activiteiten. En zo groei je naar het moment toe dat je zelf een hele les draait en je begeleider jou observeert. Het is een leuke en leerzame plek om het werk in de praktijk te leren kennen.” Dat Ruth nu voor de tweede keer hier stage loopt, zegt eigenlijk al genoeg. Toch is het niet vanzelfsprekend dat ze na haar opleiding ook dit werk gaat doen: “Ik wil eigenlijk nog wel verder leren. Wellicht dat ik wel wat uren naast mijn studie kan bijwerken in deze sector.” VAN STAGE NAAR WERK Voor Robin is SCIANDRI van stageplaats overgegaan in werkgever. Direct na het behalen van zijn diploma kreeg hij een 24-uurs contract dat onlangs is uitgebreid tot 32 uur per week. “Geen enkele dag is hier hetzelfde”, vertelt Robin. “Je werkt steeds met andere kinderen, op andere plaatsen. De ene dag ben je bezig in het centrum van Amsterdam, dan weer heb je te maken met jongeren in Slotervaart. Het is afwisselend werk en je bent bezig met maatschappelijke doelen. Dat spreekt me aan. Het is niet sporten om het sporten, maar er zit een pedagogisch randje aan; je wilt er iets mee bereiken. Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken, en dat geldt voor veel mensen bij SCIANDRI. We zijn met hetzelfde bezig en dat voelt gewoon heel goed. Ik zit hier prima op mijn plek!”
Wat bezielt jongeren?
Jongeren
Wat houdt uw stagiairs bezig, wat willen ze, hoe leven ze. Praktijk brengt ze voor u in beeld. TEKST LUCY HOLL FOTO DEF
crisis valt wel mee Jongeren kijken niet zo somber tegen de economische crisis aan als de gemiddelde Nederlander. Dat blijkt uit het Onderzoeksrapport Jeugdwerkloosheid van Ruigrok NetPanel: vier op de tien jongeren zien de crisis als ernstig. Bijna zes op de tien merken er niets van en nog iets meer denken dat de crisis eind dit jaar wel weer voorbij zal zijn. Meisjes zijn iets bezorgder dan jongens. Ze geven de ernst van de crisis gemiddeld een 3,2 op een schaal van 1 tot 5. Bij jongens is dat een 3,0. De meerderheid heeft zijn uitgaven niet aangepast. Misschien dat er wel minder banen voor jongeren zullen zijn, denkt tweederde van de ondervraagden.
HOOGTIJDAGEN VOOR HEDONISME Jongeren van tegenwoordig zijn genotzoekers. Het ontbreekt ze aan collectieve waarden en solidairiteit. Ze zijn nauwelijks milieubewust, noch geduldig of politiek geëngageerd. Aldus onderzoeksbureau Motivaction in ‘De Grenzeloze Generatie’. Volgens de onderzoekers is sprake van een sociale tijdbom, een probleem dat de normale generatiekloof ontstijgt. Uiterlijk, internetten, vrienden en geld uitgeven krijgen alle aandacht van de jongeren. MTV schetst overigens een ander, veel rooskleuriger beeld. Zie hiernaast.
‘Jongeren hebben een slechte reputatie omdat de media ons in een slecht daglicht plaatsen. De overgrote meerderheid van jongeren weet goed en kwaad te onder scheiden en is goedgemanierd.’
WII WINT VAN Apple Jongeren vinden spelsysteem Wii van Nintendo het coolste merk van Nederland. De Wii heeft de MTV Networks Sticky Award gewonnen. Coca-Cola is tweede. Vorig jaar was Apple het coolste merk. MTV reikte de Award vorig jaar voor het eerst uit, omdat merken de wereld domineren en jongeren veelal de eersten zijn die merken oppikken. Zo’n 300 producten deden mee.
YOUTHOPIA ZONDER VAKJESGEEST Muziekzender MTV heeft aan jongeren gevraagd wat volgens hen de tien geboden en de zeven hoofdzonden van nu zijn. Het was onderdeel van een groter onderzoek ‘Youthopia’ naar hun waarden, dromen en ideale wereld. Dat onderzoek schetst een rooskleuriger beeld dan dat van Motivaction hiernaast. Wat vinden jongeren vooral belangrijk: - Traditie: ze willen veel van de ideeën van hun ouders overnemen en ook een gezin stichten. - Individualiteit: ze zien zichzelf als autonome individuen en geloven niet in het indelen van mensen in vakjes. - Eerlijkheid: vriendschappen en eerlijkheid zijn erg belangrijk nu er zoveel vrijheid van handelen is. - Gedrevenheid: jongeren hebben een sterke werkethiek en willen alles doen om hun ingebeelde toekomst vorm te geven. Misluk king is het resultaat van luiheid. - Positivisme: ze vinden het essentieel om positief en gelukkig in het leven te staan.
Lucy (19) in MTV-onderzoek
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: Het Marinebedrijf in Den Helder, onderhouds bedrijf voor schepen van de Koninklijke Marine. Wie: Theo Huiberts, afdelingshoofd kwaliteitszorg
1 Theo Huiberts 18 PRAKTIJK februari 2010
Prijs: Praktijkopleider van het Jaar ECABO Leerligen: Bij de afdeling Kwaliteitszorg: jaarlijks zo’n 4 mbo-stagiairs van de opleiding Administratief medewerker.
Ik heb gewonnen, omdat… ik een leerling niet als stagiair, maar als volwaardig medewerker van ons team benader. Leerlingen krijgen veel eigen verantwoordelijkheid om zichzelf te ontwikkelen. Wat nog beter kan, is dat… leerlingen beter voorbereid naar hun stagebedrijf gaan. Soms hebben ze geen idee wat hun te wachten staat. Nodig desnoods iemand uit de praktijk op school uit.
We leren van de leerlingen… dat ze simpelweg onmisbaar zijn voor ons. Ik werk nu meer dan vijftien jaar met stagiairs en zonder hen zou er veel werk blijven liggen. Het leukste aan leerlingen opleiden is… dat ze bij de Marine zelfstandig leren te werken, opbloeien en vol zelfvertrouwen de toekomst tegemoet zien.
ONLINE VIA MOBIEL Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt de helft van de Nederlandse jongeren tussen 15 en 25 jaar intussen al internet op zijn mobiele telefoon. Gemiddeld onder Nederlanders is dat iets van 28% en dat percentage stijgt snel. Het is goedkoper geworden en er zijn steeds meer smart phones en mobiele sites en applicaties. Dat biedt perspectieven voor stagebedrijven: zie de tien tips op pagina 20.
De tien geboden anno 2010 1 Geloof in jezelf. 2 Respecteer je ouders. 3 Wees eerlijk. 4 Neem je verantwoordelijkheid op voor je eigen leven. 5 Leef je leven voluit en doe dat met passie. 6 Houd woord. 7 Werk hard om te slagen, maar niet ten nadele van anderen. 8 Wees tolerant jegens andermans verschillen. 9 Wees gelukkig en optimistisch, zelfs in tegenspoed. 10 Creëer, vernietig niet.
De zeven hoofdzonden volgens jongeren - racisme - oneerlijkheid - pesten - hebzucht - overspel - toorn - afgunst Bron: MTV-onderzoek Youthopia
februari 2010 PRAKTIJK 19
Tips
10 tips over communiceren via sociale netwerken
TEKST jelle koolstra en Lucy holl foto jelle koolstra
1
Zorg dat u op de hoogte bent Jongeren staan vrijwel continu met elkaar in contact via bijvoorbeeld MSN, sms, microblogsite Twitter en sociale netwerken als Hyves en Facebook. Ook al doet u daar zelf niets of niet veel mee, zorg dat u weet waarover het gaat. Doe het niet af als ‘oppervlakkig’, en ‘ik hoef niet te weten wat voor pizza ze eten’. U hoeft niet te doen alsof u een 17-jarige bent, maar wees wel geïnteresseerd in die 17-jarigen.
2
Gebruik sociale netwerken om snel relevante informatie te verspreiden… Ik train een elftal met jongens van een jaar of 16, 17. Via onze eigen Hyvesgroep stuur ik razendsnel berichten rond, bijvoorbeeld als er een wedstrijd afgelast is. Een praktijkopleider kan ook zo’n groep opstarten en relevante informatie erop zetten. Dat er een interessante bijeenkomst voor de stagiairs is bijvoorbeeld. Dit is één manier, maar wel een manier die goed bij ze past.
3
… en om contacten te onderhouden en te verstevigen Nadat mijn team gespeeld heeft, zet ik meteen een wedstrijdverslag en foto’s en filmpjes op Hyves. Het
20 PRAKTIJK februari 2010
verlengt onze onderlinge contactmomenten en zorgt voor betrokkenheid. Ik regisseer de informatie en schep zo een goede sfeer. Dat kunt u eveneens. En laat uw stagiairs ook hun materiaal publiceren. De docent op school ziet het en kan een reactie achterlaten.
4
Wees niet te bang voor materiaal van de leerlingen zelf Een stagebedrijf liet een stagiair eens een bedrijfs filmpje maken en dat werd heel anders dan verwacht. Het werk kwam nauwelijks in beeld: het was een feel good-filmpje over de sportsponsoring. Die sociale insteek van het bedrijf maakte blijkbaar de meeste indruk op de leerling. U kunt veel leren van de manier waarop leerlingen uw bedrijf zien.
5
Overleg met de school waar bedrijfsfilmpjes gepubliceerd kunnen worden Zorg dat andere leerlingen de filmpjes van uw stagiairs te zien krijgen. Zet ze op de site van de school bijvoorbeeld. Dat heeft meer effect dan een stageverslag dat bijna niemand inkijkt. Het is ook een manier om nieuwe stagiairs te werven. ROC Da Vinci College heeft naast zijn officiële www.davinci.nl bijvoorbeeld www.davincimedia.nl waarop leerlingen zelf alles kwijt kunnen. Kies voor een site waar leerlingen echt willen komen.
6
Laat de leerlingen korte berichten schrijven Laat stagiairs bijvoorbeeld wekelijks ‘verplicht’ een blog schrijven. Of laat ze twitteren, korte digitale berichten posten over hun belevenissen op de werkvloer. Leerlingen lezen van elkaar wat ze meemaken. Ze melden natuurlijk ook als ze het werk saai vinden. U weet continu wat er speelt en kunt zo nodig even wat kortsluiten. Via social media krijgt u positieve maar ook
ken aan
gaat om ij als het ilemaal b e h commun n e le b a Ik van digit n e rm o v nieuwe iale catie. n om soc lijkhede e g o begeleim e d ie Ik z etten bij z te in n e netwerk giairs. onze sta hun ding van erlingen n uk als le le t e line dele h n d o Ik vin erkvloer w e d p o en log of via ervaring een web orbeeld via bijvo or erling vo Twitter. at een le d n a s a je t p e h ’s en film Ik moedig ook foto g la rs e v e zijn stag een maakt. itten om lemaal z e h t e h Ik zie
Kruis
Gebruikt u sociale netwerken als Hyves en Facebook om te communiceren met (oud-)stagiairs? Zijn er mogelijkheden met Twitter? Wat biedt uw website aan de nieuwe generatie? Het is goed om over de inzet van nieuwe digitale media na te denken, zegt multimedia-expert Jelle Koolstra. Zijn tien tips.
alle uitspra
zijn. OC toepassing van van het R u p de site die op lmpje o s te bedrijfsfi e stagiair m nieuw o n e tt e te z e prachtig werven. tie is een c u tr s . in ing Online begeleid g op live aanvullin
meer te m u wat UITSLAG is goed o t e H : a n v n n 0-1 punte lijkhede de moge in n e p verdie ia. eer eve med el wat m interacti nt nog w u k U : d n e ia. ieuwe m 2-3 punte van de n n e b nodige b e e profijt h u hebt d Proficiat, : n te n u 4-6 p ijsheid. mediaw
DOE DE TEST!
kritische reacties. Aan u de vraag: wilt u weten wat er speelt of liever mooi weer spelen?
7
Zet instructiefilmpjes online Zet filmpjes online waarin vakinhoudelijke zaken toegelicht worden, door mensen van uw het bedrijf of daarbuiten. Leerlingen kunnen kijken zo vaak ze willen. Het nieuwste van het nieuwste is augmented reality, ofwel toegevoegde realiteit. Een leerling houdt bijvoorbeeld een afbeelding uit zijn werkboek voor de webcam en op zijn scherm verschijnt automatisch een driedimensionale versie of een bijbehorend filmpje.
8
Zoek informatie over potentiële stagiairs Bekijk voor een eerste gesprek met een leerling altijd even wat er over hem te vinden is op internet. Wat doet hij in vrije tijd, waar heeft hij gewerkt? Net zoals het goed is om af en toe het eigen bedrijf te googlen. Wat is er te vinden dat leerlingen aanspreekt of wat hen juist ervan weerhoudt om een leerplek bij u te willen?
9
Bind oud-stagiairs via een netwerk Leerlingen kunnen ook na hun stage lid blijven van een sociaal netwerk van uw bedrijf. Zo houdt u betrokkenheid. De relatie is minder intensief, maar blijft warm. Dat kan goede sollicitanten voor vacatures opleveren.
≥ Wie is Jelle Koolstra? Jelle Koolstra doceerde in het verleden wiskunde en muziek en maakte radio- en tv-programma’s. Hij bedacht multimediaconcepten rondom bijvoorbeeld de Docent van het jaar en eXamens.
10
Wees mediawijs Denk na over een goede mix van alle mogelijke manieren van communicatie. Wat zet u op uw officiële website, wat op de eventuele Hyves-pagina van het bedrijf, wanneer is een ouderwets gesprek met de leerling het beste? Kijk steeds welke meerwaarde online communicatie biedt.
Samen met KPN lanceerde hij het concept ROCtv, rondom narrowcasting voor het onderwijs. Een jaar of twee geleden startte Koolstra het bedrijf ROCmedia: dat adviseert en ondersteunt scholen, bijvoorbeeld bij het opzetten van een interactieve website. Leerlingen staan centraal in de contentproductie en de manieren van communiceren. Op die manier introduceert hij een nieuwe competentie in het onderwijs: mediawijsheid.Kijk op www.rocmedia.nl
februari 2010 PRAKTIJK 21
transport en logistiek
Directeur Louwe de Boer geeft instructie.
Leerlingen nemen met één druk op de knop gezag van de schipper over
Leren varen via de dubbele cockpit van de PD147 GroupOsprey Trawlers Ltd. is een erkend VTL-leerbedrijf. Sinds kort beschikt het over een opleidingsschip in de visserij, de PD147. De stuurhut is aangepast, zodat naast de schipper een leerling kan meevaren met eigen navigatieapparatuur. Via een speciaal communicatiesysteem kan op zee contact worden gehouden met school en het thuisfront. tekst BART VAN DEN BORN EN MARLEEN HALLIE foto’s Juul Baars
Op het kantoor in Urk, dat meer wegheeft van een soort huiskamer met een koffie- annex vergadertafel, vertelt directeur Louwe de Boer honderduit over het duurzame vissersbedrijf dat hij samen met zijn broers heeft opgericht. Ze hebben niet alleen oog voor natuur en milieu, maar ook voor het opleiden van leerlingen in de branche. Leerlingen van de afdelingen nautisch en visserij van het Berechja College uit Urk, een school die visserijonderwijs aanbiedt van vmbo tot en met hbo, kunnen aan boord van het schip kennismaken met de praktijk. De Boer vertelt: “Wat nu vaak gebeurt, is dat een leerling naar een schipper toe stapt voor een 22 PRAKTIJK februari 2010
stageplek en dat de schipper daar maar wat graag gehoor aan geeft om een gaatje in de bemanning op te vullen. De stage aan boord is echter een verlengstuk van de opleiding, waarbij leerlingen de link leggen tussen theorie en praktijk. De leerlingen – over het algemeen ferme jongens – zijn gemotiveerd en fysiek ook best in staat om mee te draaien. Maar om zelfstandige vissers te worden, moeten ze álles leren. Van machinekamer tot kombuis en niet alleen het vissen zelf.” COCKPIT Om die ruimte te bieden, liet het vissersbedrijf de PD147 uitbreiden met extra slaapplekken, een eigen ruimte voor een docent en een tweede ‘cockpit’ in de brug, zoals dat in de maritieme wereld heet. Het schip biedt ruimte voor de reguliere bemanning van acht personen en maximaal vijf leerlingen met een docent. “We hadden er nog wel meer accommodatie bij kunnen bouwen, maar dat wilde ik zelf niet om clubjesvorming en ‘rotzooi trappen’ te voorkomen”, zegt De Boer. Je kunt vanaf de brug zowel vooruit kijken om te navigeren als achteruit om te zien hoe de vis op het dek wordt binnengehaald. Twee maal in de week wordt de lading gelost aan wal en dat betekent dat de bemanning vaak twee, drie dagen achtereen op elkaars lip zit op zee. Dat is in het begin best even wennen voor de leerlingen.
OVERBOORD Het vissersschip is door de dubbele brug uniek in de visserij en voor zover Louwe de Boer weet uniek in de wereld. Met een druk op de knop kan een leerling het gezag krijgen, maar de schipper kan te allen tijde de controle weer overnemen als het mis dreigt te gaan. Zo krijgt de leerling echt het gevoel van het besturen van een schip, doorgaans met het zweet in de handen. “Op de visserijschool werken de docenten met simulatoren, maar dat is niet helemaal realistisch”, legt De Boer de motivatie achter zijn project uit. “Allereerst weet de leerling dat het een simulatie is, dus komt er een keer een aanvaring, dan is er geen man overboord. Figuurlijk dan. Ten tweede wordt de werkelijkheid in de simulator doorgaans moeilijker voorgesteld dan deze eigenlijk is.” Een groot voordeel van de simulator is dat moeilijke situaties nagebootst kunnen worden die in de praktijk niet op een veilige manier te trainen zijn. Maar trainen op de brug van de PD147 combineert ‘the best of both worlds’. ECHTE GEVOEL Nu beschikt de leerling over exact dezelfde apparatuur als de schipper. Een meer realistische leeromgeving bestaat niet. Leerling en neef Jan de Boer kan zich helemaal vinden in de gedachten van Louwe de Boer: “Als je op de PD 147 vaart, krijg je het echte gevoel van het besturen van een schip. Daarbij kan de schipper
altijd ingrijpen en dat geeft een veilig gevoel.” Maar waarom doet Ekofish Group deze investeringen in tijd en geld? De Boer: “Dat vraag ik me ook wel eens af! Natuurlijk doe je het voor wat naamsbekendheid en ik wil wel quitte draaien, maar ik vind het belangrijker dat de jongens die aan boord komen een warm gevoel krijgen bij ons vak. We leveren daarmee een bijdrage aan de instroom van nieuwe werknemers. Uiteraard is een voordeel dat ik als eerste in de rij sta om een goed presterende leerling een contract aan te bieden.” POTJES Om dit project te kunnen bekostigen kreeg het bedrijf subsidie van de provincie Flevoland, de EU, Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland en de gemeente Urk. “Maar dat was enkel om het schip klaar te maken.” De Boer noemt dit fase één. De opleiding van de leerling kost door de intensieve begeleiding van de praktijk opleider, het studiemateriaal en de manager aan de wal veel geld waarvoor eveneens subsidie beschikbaar is, maar toen de PD 147 half 2009 klaar was, waren alle potjes verbruikt. Nu, in 2010, zijn er nieuwe financiële middelen, en kan het bedrijf samen met de school aan de slag met het opleidingstraject – fase twee. De Boer: “We hebben veel contact met het Berechja College. Het slagen van het project staat of valt uiteindelijk met een nauwe samenwerking met de school.”
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: DB Schenker in Tilburg, een internationaal transportbedrijf dat goederenladingen over land, water en via de lucht vervoert.
1 Gerrit van Ierland
Wie: Gerrit van Ierland, praktijkopleider Prijs: VTL praktijkopleider van het jaar 2009 Leerlingen: Jaarlijks gemiddeld 12 à 14 mbo-leerlingen van chauffeursopleidingen en de opleiding Transport & Logistiek.
Wat we net even anders doen dan andere leerbedrijven is…. dat wij ook intern uitgebreide opleidingstrajecten-op-maat aanbieden. Daardoor weten onze leerlingen goed hoe ons bedrijf in elkaar steekt. Een goede praktijkopleider is iemand die… tja, ik ben niet voor niets door de leerlingen zelf voorgedragen als beste praktijkopleider. Zelf ben ik open en eerlijk en sta ik altijd voor alles en iedereen klaar, dat waarderen mensen.
Het leukste aan leerlingen opleiden is... dat ze op een 0-punt binnenkomen, van vrachtwagens of goederenstromen hebben ze vaak weinig verstand. Na een à twee jaar kunnen ze bijna alles wat een vaste medewerker ook kan. Dat geeft voldoening. Over 5 jaar, dan... bieden we ook voor praktijkopleiders interne opleidingen en evaluatietrajecten aan. Ook bij praktijkopleiders zijn er plussen en minnen en de aandacht daarvoor groeit. februari 2010 PRAKTIJK 23
Kwaliteit Scholen en kenniscentra leggen afspraken vast in service level agreements
Praktijkleren samen naar hoger plan tillen Onderwijsinstellingen hebben het af en toe zwaar te verduren. Leerlingen klagen over de gebrekkige voorbereiding op hun stage, sommige bedrijven roepen dat ze de docenten zo weinig zien. Om dat leren in de praktijk nog beter te organiseren, sluiten steeds meer ROC’s service level agreements (SLA’s) met de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven af. Dat werkt. TEKST LUCY HOLL illustratie LAVA
Het Albeda College in Rotterdam, het Arcus College in Heerlen en het Drenthe College in Emmen hebben er één. En dat rijtje groeit. Leren op de werkvloer maakt een belangrijk deel van de mbo-opleidingen uit, zeker nu de scholen bijna helemaal zijn omgeschakeld naar competentiegericht opleiden. Het praktijkleren moet optimaal geregeld zijn. ROC’s en kenniscentra leggen daarom in SLA’s vast hoe ze samen het leren in de praktijk daadwerkelijk willen verbeteren. Hoe zorg je ervoor dat bedrijven zich verbonden voelen met het ROC en gráág leerlingen willen opleiden? Hoe kunnen de vraag en het aanbod van stageplaatsen en leerbanen in de regio op elkaar afgestemd worden? Hoe kan het matchen verbeterd worden zodat de juiste leerling op de juiste plek terecht komt? En hoe kan de kwaliteit van het praktijkleren verder omhoog? Over dat soort zaken gaat het in een service level agreement. HOGER NIVEAU Opleidingsmanager Zakelijke dienstverlening Robert Bergman van het Drenthe College is blij met het SLA dat zijn ROC heeft afgesloten met kenniscentrum ECABO. “We hebben diverse vestigingen en iedere vestiging had wel zijn eigen contacten met de kenniscentrumadviseurs. Maar nu overleggen we structureel over wat we zien gebeuren op de arbeids- en stagemarkt.” De partijen horen van elkaar wat er speelt bij de scholen en de leerbedrijven. Knelpunten schatten ze vroegtijdig in. Robert Bergman: “We willen het praktijkleren samen op een hoger niveau brengen. Dit moet geen vergaderclubje zijn. We hebben steeds de leer bedrijven voor ogen. De lol zit niet in het praten, maar in het oplossen van problemen.” HECHTE BANDEN Ook Harry van der Vis, branchedirecteur Secretarieel en Administratie bij het Albeda College in Rotterdam, wilde een hechtere en duidelijkere samenwerking met het kenniscentrum en sloot zo’n service level agreement. “In het verleden waren de kenniscentra toch vooral de instanties die de leerbedrijven erkenden en nu en dan
een cursus voor praktijkopleiders verzorgden, maar hun rol is al lang veel groter en breder geworden. Ze bieden leerbedrijven advies en ondersteuning. Ze doen meer samen met de ROC’s. Als het nodig is, gaan de adviseurs voor ons zelfs op zoek naar één geschikte stageplek voor één bepaalde leerling. Ik wilde goed vastleggen wat ROC en kenniscentrum voor elkaar en voor het bedrijfsleven kunnen betekenen.” WAAR PARTNERSCHAP Een officiële overeenkomst benadrukt dat er sprake is van een waar partnerschap. Daarbinnen is van alles mogelijk. ROC en kenniscentrum wisselen veel meer informatie uit, de overlegmomenten staan vast. Er komen betere afspraken over het benaderen van de bedrijven of over het organiseren van gastlessen en bedrijfsbezoeken voor leerlingen en docenten. Praktijkwerkboeken en allerlei andere papieren worden op hun leesbaarheid en gebruiksgemak bekeken. ROC en kenniscentrum kunnen samen nieuwe trainingen, workshops en andere bijeenkomsten voor praktijkopleiders opzetten en zo de kwaliteit van het praktijkleren bevorderen.
lees verder op pagina 26
Protocol met harde afspraken Er gebeurt veel meer om het leren in de praktijk te ondersteunen en verbeteren. Werkgeversverenigingen VNO-NCW, MKB Nederland, het ministerie van OC&W, de MBO Raad en de samenwerkende kenniscentra (Colo) legden een paar maanden geleden bindende afspraken over de beroepspraktijkvorming vast in het BPV-protocol Ze willen de samenwerking tussen leerling, school, bedrijf en kenniscentrum kwalitatief en organisatorisch verbeteren. Van wie wordt wat verwacht tijdens de voorbereiding, begeleiding, beoordeling en evaluatie? Bekijk het complete protocol op www.colo.nl (zoek op ‘BPV protocol)
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: Kaak Nederland in Terborg, producent van complete productielijnen voor de industriële bakkerijbranche. WIE: Jurgen van Aalst, hoofd p&o
1 Jurgen van Aalst 24 PRAKTIJK februari 2010
PRIJS: Beste Leerbedrijf van het Jaar Kenteq LEERLINGEN: Per jaar gemiddeld twintig BBL- en vijftien BOL-leerlingen van onder meer de opleidingen Mechatronica, Verspaning en Magazijn medewerker.
Onze gedrevenheid blijkt uit…. de continuïteit in ons personeels- en opleidings beleid. Opleidingstrajecten zijn vaak meerjarenplannen. Stagiairs zijn bij ons altijd welkom. Begeleiden vraagt bij ons vooral... om professionaliteit en persoonlijke aandacht op een spontane, natuurlijke manier.
of je de juiste leerling aanneemt. Tenslotte doorlopen we een opleidingstraject van minimaal vier jaar met de BBL- leerlingen. Deze verkiezing winnen is... een erkenning voor ons werk. De prijs winnen was niet een doel op zich, ons opleidingsbeleid had er, ook zonder de prijs, niet anders uitgezien.
Wat toch lastig blijft, is … tijdens een sollicitatiegesprek een goede inschatting maken februari 2010 PRAKTIJK 25
In ieder geval is er ook veel aandacht voor de match tussen de vraag en het aanbod van stageplaatsen en leerwerkbanen in een regio en daarmee voor mogelijke knelpunten. Robert Bergman: “Veel nieuwe competentiegerichte opleidingen kennen uitstroomrichtingen. Neem bijvoorbeeld de richting Zakelijke dienstverlening binnen de kwalificatie Juridisch medewerker. In elke uitstroomrichting is een stage verplicht. Maar zijn er wel genoeg plaatsen als al die leerlingen op een gegeven moment stage moeten lopen? Welke bedrijven kunnen we benaderen? Hoe kunnen we hier als ROC en kenniscentrum samen hard aan werken? Voorkomen is beter dan genezen.” OPLOSSINGEN Harry van der Vis noemt het voorbeeld van de afdeling binnen zijn ROC waar veel jongvolwassenen met meervoudige problemen opgeleid worden. Het is steeds weer lastig om stageplekken voor hen te vinden. “Dankzij het intensievere overleg kennen de kenniscentrumadviseurs onze situatie nu beter. Ze kwamen zelf met het plan om eens extra naar deze afdeling te kijken en samen oplossingen te bedenken.” Ook leerbedrijven gaan volgens Van der Vis merken dat er meer rekening gehouden wordt met hun wensen en hun planning. “Als ze een stageplek het hele jaar gevuld willen hebben, dan is hij het hele jaar gevuld. We luisteren naar wat bedrijven verlangen en spelen er samen op in.” TOPPERS Het Drenthe College doet voortaan bijvoorbeeld ook jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek in de regio,
zodat het heel goed weet hoe bedrijven het ROC zien. De eerste keer kwam daar overigens een opvallend positief resultaat uit, zegt Robert Bergman. “Bedrijven blijken positiever tegen ons aan te kijken dan wel eens wordt afgeschilderd in de media.” Dat is een mooie opsteker. Bergman wil samen met de adviseurs van het kenniscentrum wellicht eens kijken naar de toppers onder de leerbedrijven. “Wat maakt nu dat zij het hartstikke goed doen? Laat die bedrijven eens aangeven wat er volgens hen nodig is om praktijkopleiders te scholen.” Harry van der Vis van het Albeda College streeft naar duurzame relaties met de leerbedrijven. “We bouwen aan een bestand van bedrijven waarmee we langdurig en intensief willen samenwerken. Iedere partij in de driehoek bedrijf-school-kenniscentrum kan zijn eigen kennis en kracht inbrengen. Daar worden we allemaal beter van.”
Marktplaats vol competenties Het complete mbo leidt vanaf het nieuwe schooljaar competentiegericht op. Alle scholen zijn de afgelopen jaar intensief met de ommezwaai bezig geweest. Dat heeft ook twee goed gevulde sites opgeleverd met documenten, artikelen, lesmaterialen, praktijkvoorbeelden en filmpjes over competentiegericht opleiden en leren op de werkplek. U kunt producten up- en downloaden over onder meer opleiden, toetsen, matchen, begeleiden, matchen en beoordelen. Kijk eens op www.bpvtoolbox.nl en www.marktplaatsmbo.nl
Column Erwin Koerts is directeur bij Drukkerij Aeroprint in Ouderkerk a/d Amstel en drijvende kracht achter een groot praktijklerenproject voor het vmbo.
Andere kijk via ministages We zijn behoorlijk druk bij Drukkerij Aeroprint. Het is de tijd van het jaar, maar het zijn ook de ontwikkelingen die elkaar in rap tempo opvolgen. Zo snel dat we misschien een vervelende conclusie moeten trekken: het gaat niet goed met de grafische branche. En dan heb ik het niet over de al dan niet heersende kredietcrisis. Een veel belangrijker gevaar loert en dat is vakmanschap, of liever, het toekomstige gebrek hieraan. Onze van oudsher traditionele industrie vereist vakmanschap en specialiteit en heeft constant behoefte aan een nieuwe generatie vakmensen. De grafische scholen in Nederland zijn echter voor een groot deel veranderd in multimediapaleizen die ergens in een stoffig klaslokaal nog een drukpers hebben staan. Mensen die multimediavormgever of gamedesigner willen worden, zijn er genoeg. Da’s sexy, modern en lijkt toekomst te hebben. De jonge aanwas van grafisch geïnteresseerde vakleerlingen stokt en de branche heeft een probleem. Bij de pakken neerzitten is het slechtste wat je kunt doen. Daarom hebben we samen met een aantal partners het initiatief
26 PRAKTIJK februari 2010
genomen tot het project Beroepsoriëntatie en praktijkleren in de grafimedia. Door ministages proberen we jonge leerlingen van het vmbo Media College Amsterdam kennis te laten maken met drukpersen, inkt en papier. Enthousiasmeren en kennis laten maken met de moderne technieken in de drukkerij is een middel om meer leerlingen te laten kiezen voor een opleiding tot grafisch technicus. Schone persen, milieuvriendelijke materialen en computergestuurde persen maken het drukkersvak tot een modern en uitdagend vak. Steeds vaker is er ook overleg tussen de diverse afdelingen in het proces. Een duidelijke verbreding van het werkterrein dus.
Wie zitten er dit keer om tafel?
Groningen
Economisch Netwerk Groningen Partijen
Rijksuniversiteit Groningen, gemeente Groningen, VDW Groep, Groningen Seaports, TNT Post, GITP, provincie Groningen, Deloitte, Kamer van Koophandel, UMCG, KPN, Menzis, MKB Noord, RTV Noord, UWV, SPiN, Belastingdienst, Metrium, Nijestee, Geveke, Kramp, Van Giesesteijn, Iwebination, de scholen Noorderpoort, Alfa College en Menso Alting en kenniscentrum ECABO Frequentie
2-3 bijeenkomsten per jaar Agenda
Netwerken en praten over de ontwikkelingen rondom onderwijs en arbeidsmarkt in de regio op de langere termijn. Bijvoorbeeld: waar komen de vacatures, hoe zit het met de vergrijzing, wat kunnen we doen aan loopbaanontwikkeling en bijscholing? Kortom: hoe stemmen we het mbo af op wat de bedrijven vragen? De focus ligt op de economisch-administratieve richting. Concreet resultaat
Door het delen van informatie ontstaat wederzijds begrip en een duidelijkere kijk op waar de leer bedrijven naartoe willen met het opleiden van leerlingen. Daarnaast zijn er praktische resultaten: zo verzorgen bedrijven vaker gastlessen dan voorheen. Scholen spelen in op de wens van de bedrijven om meer aandacht te besteden aan bijvoorbeeld Nederlandse taal.
Jan Elzinga, teamleider Support van technisch dienstverlener Kramp in Leek:
“Ik doe mee om op de hoogte te blijven van de veranderingen in het mbo, en om de vinger aan de pols te houden of het wel de goede kant op gaat. Het gaat me om de match tussen onze vraag en het aanbod vanuit de scholen. Het zijn boeiende sessies met steeds wisselende deelnemers.”
Meer weten of aansluiten?
Neem contact op met ECABO-adviseurs Monique Gelinck,
[email protected] of Janine Bandringa,
[email protected]
De reacties van de leerlingen die we ontvangen bij Aeroprint zijn overwegend positief. Variërend van “Leuk, maar ik ga hier toch niets mee doen” tot “Gaaf, ik wist niet dat ik het zo leuk zou vinden”. En dat is dan ook precies het doel dat we willen bereiken. Een positieve kijk op het vak en in ieder geval de overweging laten ontstaan: “Is dit niet iets voor mij?” Ik hoop dan ook dat we samen met partijen als het GOC, de grafische scholen en de vakorganisaties kunnen voorkomen dat er straks geen vakmensen meer zijn om met folders, posters, flyers en brochures al die mooie games aan de man te brengen.
februari 2010 PRAKTIJK 27
Dubbelportret
zorg
PRAKTIJKOPLEIDER REGGIE:
LEERLING DEBBIE:
‘Ze heeft zichzelf echt laten zien’
‘Hij doet heel veel moeite voor zijn stagiairs’
LEERLING EN PRAKTIJKOPLEIDER VERTELLEN WAT ZE VAN ELKAAR VINDEN
mensen en de dynamiek die dit werk met zich meebrengt, leek me geweldig. Nou, die verwachting is absoluut uitgekomen.”
TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’S RAINIER ISENDAM
PRAKTIJKOPLEIDER REGGIE DIETS is de regionaal opleidingscoördinator bij de Regionale Ambulancevoorziening Gelderland Midden. Is verantwoor delijk voor de scholing en begeleiding van alle stagiairs binnen de organisatie. Ieder jaar komen hier meerdere mbo’ers, hbo’ers en artsen-in-opleiding leren in de beroepspraktijk. LEERLING DEBBIE VAN DE WEERD (20) voltooide onlangs haar mbo-opleiding Verpleegkunde. Ze
R: “De verpleegkundigen op de ambulance hebben een uitzonderingspositie. Ze stellen zelf een diagnose en stellen een behandelplan op, zonder tussenkomst van een arts. Dat moet je als aankomend professional wel kunnen. Je keuzes kunnen maken en je daar zeker bij voelen. Dat heeft niet iedereen. Daarom zijn we zo kritisch bij de selectie van kandidaten. We willen zeker weten dat we goed gemotiveerde mensen van het juiste niveau opleiden.”
liep stage bij de Ambulancedienst Gelderland Midden. Is nu begonnen aan de opleiding voor anesthesieassistent. Wil daarna graag op de ambulance aan het werk.
Reggie: “De ambulancedienst is een gewilde plek om stage te lopen. De school maakt een voorselectie van kandidaten; daarna kunnen de geselecteerden ons een stageverzoek met motivatie sturen. Op basis daarvan kiezen we kandidaten voor een gesprek. Daarin sprong Debbie er direct uit. Na het gesprek volgt nog een assessment waarin de theoretische kennis wordt getest. Als dat voldoet, beginnen we met de stage.” Debbie: “Op school geldt een stage bij de Ambulancedienst echt als een voorrecht dat maar voor een paar mensen is weggelegd. Na mijn eerdere stages leek dit me een buitenkans. De combinatie van zorg, contact met 28 PRAKTIJK februari 2010
D:“De gedrevenheid die hier binnen de organisatie heerst, dat is iets dat bij mij past. Ik werk graag zelfstandig en wil het goed doen. Zeker in spoedeisende situaties moet je snel kunnen beslissen en adequaat handelen. Die druk ervaar ik niet als vervelend, maar juist als een extra dimensie. Daarnaast is het erg afwisselend werk. Je weet nooit precies hoe de volgende dag eruit gaat zien.” R: “Aan het begin van de stage had ik nog wel mijn twijfels of Debbie wel assertief genoeg zou zijn. Je moet je mannetje of vrouwtje wel kunnen staan in dit werk. Je moet kunnen optreden, snel beslissingen nemen. Je krijgt te maken met lastige, heftige situaties. En ook met publiek dat je het werken lastig kan maken. Daar moet je mee om kunnen gaan. Maar vanaf het moment dat ik die twijfel heb
geuit, is ze daarmee aan de slag gegaan. Ze heeft zichzelf echt laten zien.” D:“Van nature ben ik wel het type dat even de kat uit de boom kijkt. Maar als ik eenmaal m’n draai heb gevonden, dan ga ik er ook voor. Werken op de ambulance is alleen weggelegd voor de beste, en daar moet je voor knokken. Als je de kans krijgt om het vak in de praktijk te leren, dan moet je die met twee handen pakken.” R: “Debbie heeft zich enorm ingezet en is daardoor ook heel sterk gegroeid. Ze is niet alleen vaardig, maar ook sterk op sociaal terrein. Ook dat is een belangrijke component van ons werk, waar ik steeds op hamer. Ze heeft zich ontwikkeld tot een sterke persoonlijkheid. Ze heeft het juiste gevoel voor verhoudingen, is erg leergierig en serieus bezig met het vak. Dat waardeer ik enorm.” D:“Er was al snel een ‘klik’ tussen meneer Diets en mij. Ik denk dat we dezelfde dingen belangrijk vinden in het werk. We zijn allebei open en eerlijk, punctueel en gedreven. En je merkt dat hij ook heel veel moeite voor zijn stagiairs doet als hij vertrouwen in je heeft. Zo heeft hij zelfs geregeld dat ik een keer mee mocht vliegen met de traumahelikopter. Dat is iets dat al heel lastig te regelen is voor de vaste medewerkers; dat gebeurt alleen in uitzonderlijke situaties.”
R:“Die wederzijdse ‘klik’ geeft iets extra’s aan zo’n stage. Ik vind het mooie van dit vak dat je jonge mensen op weg helpt in hun loopbaan. De ene keer gaat dat goed, de andere keer zitten er wat meer haken en ogen aan. En heel af en toe zit er iemand tussen die je het liefst gelijk zou aannemen, omdat hij of zij zo goed bij de organisatie past. Ik heb al tegen Debbie gezegd: ‘als je klaar bent met je opleiding moet je beslist solliciteren bij ons.’ Ik hoop echt dat ze dat doet.” D:“Om echt aan de slag te mogen op de ambulance moet je als verpleegkundige nog een specialisatie halen, Intensive Care of Anesthesie. Daar ben ik nu net mee begonnen, en dat duurt in totaal drie jaar. Daarna wil ik dolgraag aan de slag. En als het aan mij ligt ook heel graag hier. Ik voel me hier thuis.”
De Regionale Ambulancevoorziening Gelderland Midden maakt onderdeel uit van Hulpverlening Gelderland Midden. Sinds 2006 is de ambulancedienst erkend Calibris-leerbedrijf. Deelnemers van de mbo-opleiding Verpleegkunde niveau 4 lopen hier twintig weken stage. Ze rijden in die weken twee dagen per week mee op de ambulance, werken een dag op kantoor en gaan een dag naar school.
februari 2010 PRAKTIJK 29
techniek
Van Excelformulier naar digitaal BPV-dossier
Mentorteq stroomlijnt het leren op de werkvloer Hoe integreer je competentiegericht onderwijs in het leren op de werkvloer? Een vraag waar veel leerbedrijven mee worstelen, niet alleen in de technische sector. Het webbased programma Mentorteq werkt snel, eenvoudig en flexibel. “Het is een prachtig stuk gereedschap om leerlingen te begeleiden.” TEKST PEER BATAILLE beeld def.
maatwerk
gebruiksgemak
overzicht
toegankelijk
Mentorteq is een online programma voor de informatieuitwisseling tussen leerbedrijf, school, leerling en opleidingsadviseur. Een paar jaar geleden bedacht kenniscentrum Kenteq dat er zoiets moest komen. “Ik heb toen ‘ja’ gezegd op de vraag of ik als klankbord wilde fungeren bij de ontwikkeling van een instrument waarmee we competentiegericht onderwijs in konden passen in de beroepspraktijkvorming”, vertelt Alfons Benen, praktijkopleider bij Installatietechniek Kremer in ’s-Heerenberg. “Oude formulieren voldeden niet meer en we vonden dat we iets moesten doen in plaats van afwachten.” Enige tijd later lag ‘Mentorteq versie 0.0’ er. Benen: “Een Excelformulier waarop praktijkopleiders een en ander konden invullen. Primitief, onvoldoende, maar het idee was goed.” Hij ging samen met Kenteq en vertegenwoordigers van andere leerbedrijven aan de slag om van het Excelformulier een volwaardig programma te maken. “We hebben concreet aangegeven welke 30 PRAKTIJK februari 2010
structuur laat ruimte voor eigen invulling. Met deze concrete ‘brokken’ hebben we het online programma gevuld, waarna we ermee aan de slag konden.” Inmiddels is Mentorteq versie 2.0 in gebruik, en werkt Kenteq aan versie 3.0. Het programma is in samenspraak met bedrijfsleven en onderwijs doorontwikkeld tot een flexibel webbased programma waar zowel leerling, praktijkopleider als opleiding toegang toe hebben, en waarmee de voortgang van de leerling constant gevolgd kan worden. “Een prachtig stukje gereedschap om leerlingen te begeleiden”, vindt praktijkopleider Alfons Benen. TABBLADEN De grote kracht van het programma is de eenvoud, zeggen zowel Benen als Van Meijel. Alfons Benen: “Met één druk op de knop heb je een overzicht van alle leerlingen, met bijvoorbeeld ook hun adresgegevens. Op individueel niveau kan zowel de leerling, de praktijkopleider als de docent op school op één scherm de voortgang zien. Met gekleurde blokjes is aangegeven waar een leerling mee bezig is, wat hij al afgerond heeft, en wat hij nog moet doen. Ik vergelijk Mentorteq wel eens met het elektronisch patiëntendossier. Je ziet meteen wat goed en niet goed gaat, en je kunt zelf actie- en aandachtspunten toevoegen.” Ted van Meijel van ROC Gilde Opleidingen ziet nog meer voordelen voor de school: “Je kunt écht maatwerk aanbieden door het maken van arrangementen voor een leerling: in die periode ga je dat en dat doen. Een ander voordeel is de link naar een aantal tabbladen met theoretische ondersteuning. Ook is er een directe koppeling met de digitale leemiddelenomgeving Techniekstad.nl. De leerling kan zo altijd zelf dingen nazoeken, thuis, op school of op het werk.” Alfons Benen van Installatietechniek Kremer ziet ook een groot voordeel op sectorniveau: “Er zijn kleine verschillen tussen ROC’s. Mentorteq biedt inzicht in de
ROMPSLOMP Toch blijft er nog wat te wensen over. Met name het (eenmalig) ‘vertalen’ van de competenties die een leerling moet verwerven naar de praktijk en die vertaling vervolgens invoeren in Mentorteq kost nogal wat tijd. Daarnaast heeft een leerling een computer met internet verbinding nodig. Met name in sectoren waarin veel op locatie gewerkt wordt, zoals de techniek, is deze niet altijd voorhanden. Op het eerste gezicht is ook de tijd die het kost om het programma onder de knie te krijgen, een struikelblok. Maar dat is slechts schijn, zeggen zowel onderwijs kundige Van Meijel als praktijkopleider Benen. Ted van Meijel: “Alle gebruikers moeten leren met het programma om te gaan. Gelukkig helpt Kenteq daarbij. En maatwerk kost nu eenmaal meer voorbereidingstijd van zowel leerling, leerbedrijf als school. Maar Mentorteq werkt veel efficiënter als de oude stageklapper.” Alfons Benen voegt daaraan toe: “Uiteindelijk bespaar je tijd. Mutaties aanbrengen was vroeger handwerk op papier. Dát kostte pas tijd! Nu gaat dat veel sneller en overzichtelijker. Van die papieren rompslomp zijn we gelukkig af.”
De drie grootste voordelen van Mentorteq - Het biedt gebruiksgemak en is toegankelijk. - Het maakt maatwerk tijdens het opleiden op de werkvloer mogelijk. - Het schept eenheid en overzicht in de opleidingen. Meer weten over Mentorteq? Mail naar
[email protected].
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: Husto Transport BV uit Meppel, een middelgroot transportbedrijf dat goederenladingen door heel Europa vervoert.
items we als praktijkopleider in het programma terug willen zien. Waar willen we op letten bij de begeleiding? Past het persoonlijk ontwikkelingsplan van de leerlingen erin? Is er een snelle manier om te toetsen? Hoe zit het met de toegankelijkheid voor de leerling? Die moet alles kunnen vinden als hij inlogt.” CONCRETE BROKKEN Bij ROC Gilde Opleidingen in Roermond zag een docent van de afdeling Landbouwmechanisatie wel wat in een pilot. Ted van Meijel, onderwijskundige bij de sector Techniek: “Landbouwmechanisatie is een kleine afdeling, met goede contacten met het bedrijfsleven. Gezamenlijk hebben we de vaardigheden die een leerling moet hebben ‘vertaald’ in begrijpelijke en logische eenheden. Wat moet een leerling van een bepaald niveau bijvoorbeeld ‘kunnen en kennen’ van het klein onderhoud van landbouwmachines? En wat verstaat iedereen daaronder, want de kwalificatie-
structuur van een mbo-kwalificatie en brengt meer eenheid in de verschillende opleidingen. Een monteur uit de Achterhoek kan en weet (ongeveer) hetzelfde als een monteur uit Groningen.”
Wie: Folkert Hummel, praktijkopleider
1 Folkert Hummel
Prijs: VTL leerbedrijf van het jaar 2009 (categorie kleine leerbedrijven): Leerlingen: Elk jaar zo’n vier mbo- en hbo-leerlingen van onder meer de opleidingen Internationale Handel, Transport en Logistiek.
We zijn heel erg trots, want… we zien de prijs als een waardering voor waar we ons al jaren voor inzetten: leerlingen een stukje op weg helpen naar een mooie carrière in de sector. Ook waarborgen we onze eigen toekomst door in personeel te investeren.
De komende tijd gaan we… door met waar we mee bezig zijn! Ook al hebben we nu te maken met een overschot aan mankracht, we blijven investeren in onze medewerkers. Als de economie straks weer aantrekt, kunnen we ons dubbel en dwars waarmaken.
Wij hebben gewonnen, omdat… we een klein, hecht familiebedrijf zijn met veel persoonlijke aandacht voor leerlingen. Ook het werken met leerlingen met problemen van maatschappelijke aard gaan we niet uit de weg. Wij willen iedereen een kans bieden.
Een goed leerbedrijf kenmerkt zich door….. kansen te bieden en te creëren. Ik ben ervan overtuigd dat het enthousiasme van bedrijven groeit als ze de meerwaarde van leerlingen ontdekken. Misschien groeien ze wel uit tot het Beste Leerbedrijf van het Jaar!
februari 2010 PRAKTIJK 31
Onderzoek Hiteq-onderzoek: wat kenmerkt ouders van mbo-leerlingen?
‘Als ons kind maar gelukkig wordt’ ‘Ons kind moet het naar zijn zin hebben op het werk en gewaardeerd worden.’ Dat vinden ouders het allerbelangrijkste aan een latere baan voor hun zoon of dochter. Hiteq, centrum van innovatie, deed een onderzoek naar de kenmerken van ouders van mbo-leerlingen en publiceerde er het boekje ‘Ouders@mbo’ over.
Hiteq vroeg mbo-leerlingen in de sectoren Techniek, Economie en Zorg & Welzijn naar hun drijfveren en ideeën (zie het vorige nummer van Praktijk). Om nog meer over de achtergronden te weten te komen werden ook hun ouders ondervraagd. Wat zijn hun ambities? Hoe denken zij over de arbeidsmarktkansen voor hun kinderen? WERKPLEZIER De uitkomsten zijn typerend voor onze Nederlandse samenleving: ouders – en de moeders nog net iets meer dan de vaders - willen bovenal dat hun kroost gelukkig wordt. Ze wensen hun kinderen werkplezier, leuke collega’s en een respectvolle behandeling toe. Werk zekerheid is ook een punt; meer dan de helft van de ouders vindt een vast contract belangrijk. Maar persoonlijk geluk, en dus niet veel geld verdienen, staat voorop. Voor allochtone ouders zijn die individuele behoeften van het kind op de werkvloer overigens relatief minder belangrijk. Zij hechten wat meer aan status; het is prettig als kinderen werk doen dat de ouders trots maakt en waarmee ze een goede naam in de gemeenschap krijgen. REGIE OVER EIGEN LEVEN De leerlingen hechten aan goede sociale contacten, maar geven ‘veel geld verdienen’ en ‘goed worden in hun vak’ ook veel prioriteit. Hun opvattingen over wat succes inhoudt, komen wel overeen met die van hun ouders: jezelf zijn, eerlijk zijn en regie over het eigen leven
TEKST Suzanne van der burgt, Lucy holl illustratie Seger van Wijk
hebben scoren onder ouders én leerlingen hoog.
Download de publicatie
GOEDE KEUZE De ouders vinden merendeels dat zij goed geïnformeerd zijn over de arbeidsmarktmogelijkheden van hun kind. Opvallend is wel dat ouders erg weinig bedrijven bezoeken. Ze komen vaak niet verder dan het zoeken van informatie of het bezoeken van de open dag van een opleiding. De meesten kunnen zich vinden in de opleiding die hun kind gekozen heeft. Hoger opgeleide ouders twijfelen overigens relatief vaker aan de juistheid van de gekozen opleiding. Allochtone ouders proberen meer invloed op hun kinderen uit te oefenen dan autochtone ouders.
‘Ouders@mbo’ gratis via www.hiteq.org. Hiteq deed ook uitgebreid onderzoek onder de mbo’ers zelf. De resultaten staan in ‘Kenmerkend MBO’ en die publicaties is eveneens te downloaden.
MEER BEGELEIDING De meerderheid (58%) is tevreden tot zeer tevreden over de school waarop hun kind zit. De begeleiding zou wat intensiever mogen. Ze denken wat verdeeld over de vraag of de leerlingen nu op school het meeste leren of in de praktijk: een kwart heeft een voorkeur voor school, een derde vindt leren in de praktijk het vruchtbaarste en iets minder dan een derde vindt dat het niet uitmaakt. VOL VERTROUWEN Ruim driekwart van alle ondervraagde ouders hoopt dat zoon of dochter er na het mbo nog een opleiding achteraan doet. Tweederde van de leerlingen wil dit zelf ook. En vrijwel allemaal zijn ze vol vertrouwen: deze jongeren gaan het redden op de arbeidsmarkt. leuke collega’s
69%
werk waar hij met respect wordt behandeld
61%
vast contract
54%
veel carrièremogelijkheden
48% 42%
werk waarmee hij iets kan betekenen voor anderen
28%
veel eigen verantwoordelijkheid
17%
veel geld verdienen
0%
40%
80%
Toppers onder de leerbedrijven
Tips voor bedrijven Nodig ook ouders van mbo-leerlingen eens uit op de werkvloer. Dan ervaren ze zelf wat bepaalde beroepen inhouden. Vertel hoeveel zorg u besteedt aan de begeleiding van leerlingen. Ouders hechten daar veel waarde aan. Speel in op wat ouders belangrijk vinden: een prettige sfeer, een mooi vak leren, iets betekenen voor anderen, carrière maken…
32 PRAKTIJK februari 2010
Bedrijf: Heuvelman in Culemborg, audiovisueel dienstverlener Wie: Jeroen Croonenberg, praktijkopleider
1 Jeroen Croonenb erg
Prijs: Finalist Leerbedrijf van het Jaar GOC Leerlingen: Jaarlijks ruim vijftien mbo-leerlingen van de opleidingen Sound & Vision en Grafische vormgeving.
We zijn trots... dat we nu het imago hebben dat je een gedegen basisvakkennis bezit als je bij ons de kneepjes van het vak hebt geleerd.
We kijken vooral of leerlingen... geknipt, gewassen en geschoren zijn, sociale vaardigheden hebben en of ze beseffen dat dit geen 9 tot 5 baan is.
Als ik staatssecretaris van onderwijs zou zijn, dan... zou ik voor het av-vak één in plaats van drie kenniscentra laten bestaan. Momenteel ontwikkelen al die kennis centra richtlijnen. Dat duurt te lang en is te bureaucratisch.
Over 5 jaar dan… hoop ik de vruchten te plukken van onze investering in onderwijs en onze jongens succesvol in de markt terug te zien!
februari 2010 PRAKTIJK 33
Wehkamp.nl wil precies weten hoe de
Stagiairs vinden het prettig dat hun mening gehoord wordt.
leerlingen van de diverse mbo-niveaus tegen hun stage aankijken.
Het Servicebedrijf van zorggroep Pantein (met onder meer een ziekenhuis, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg) in Boxmeer behoorde tot de drie finalisten in de ECABO-verkiezing Leerbedrijf van het Jaar 2009. Afgelopen anderhalf jaar is veel tijd gestoken in het opzetten van een structureel opleidings- en stagebeleid. Gemiddeld biedt het Servicebedrijf nu zo’n dertig stageplekken per jaar voor leerlingen ICT, techniek, horeca, inkoop, facilitair en administratie. Pantein heeft enthousiaste, gemotiveerde praktijkopleiders en werkbegeleiders. Er wordt duidelijk tijd en geld uitgetrokken om de leerlingen een goede, vruchtbare tijd te bezorgen. Dus het zou vreemd zijn als een leerlingtevredenheidsmeting negatief zou uitpakken. Toch wilde projectleider Astrid Wolters van Pantein het wel eens van een buitenstaander horen en ze liet de ECABOadviseur een meting uitvoeren. “We hebben een range aan leerlingen van uiteenlopende opleidingen en niveaus. Genoeg te meten dus.” Ze was vooral benieuwd hoe de stagiairs dachten over de sollicitatiegesprekken, de introductie en de begeleiding door de werkbegeleiders. “Mijn functie is toch vooral een coördinerende. Ik hoor geen negatieve geluiden. Zolang je niets hoort, moet je erop vertrouwen dat het goed gaat. Maar ik wilde het wel zeker weten.” ECABO vraagt leerlingen hoe ze over hun bedrijf denken
Hoe tevreden zijn uw stagiairs écht? Hoe zit het met de tevredenheid van de leerlingen op uw werkvloer? Als u het ze zo rechtstreeks vraagt, krijgt u wellicht niet altijd een eerlijk, volledig antwoord. Daarom doen de ECABO-adviseurs op verzoek van een leerbedrijf een leerlingtevredenheidsmeting. Ze voelden bijvoorbeeld mbo-stagiairs van zorggroep Pantein en Wehkamp aan de tand. TEKST LUCY HOLL FOTO’S rainier isendam
34 PRAKTIJK februari 2010
OP GOEDE WEG Hetzelfde geldt voor incidentmanager en servicedeskcoördinator Wiena Veenstra van de afdeling ICT van online warenhuis Wehkamp.nl in Zwolle. Wehkamp is al jarenlang leerbedrijf en heeft eveneens leerlingen van alle mbo-niveaus. Het complete stageproces is in kaart gebracht en georganiseerd vanaf het moment dat een leerling zich aanmeldt tot en met de eindbeoordeling en de evaluatie. Wiena Veenstra: “Ik had het met de ECABO-adviseur over onze kwaliteit als leerbedrijf. ‘Kijk eens mee hoe we zaken nog beter kunnen invullen’, vroeg ik haar. Zo’n meting geeft een goed, onafhankelijk beeld. ‘Jullie zeggen dit wel, maar is het echt zo?’ Het is een extra toetsing of we op de goede weg zijn.” STEEKPROEF Een leerlingtevredenheidsmeting past helemaal bij het streven van de kenniscentra om de kwaliteit van het leren op de werkvloer verder te verbeteren. Bij de
meting vraagt de kenniscentrumadviseur een aantal stagiairs en leerling-medewerkers steekproefsgewijs naar hun ervaringen. Alle interviews bij elkaar geven een beeld van hoe mbo’ers de stages en leerwerkbanen bij hun leerbedrijf waarderen. Het bedrijf krijgt feedback van de stagiairs. Het kenniscentrum maakt een beknopte rapportage en de adviseur bespreekt die met het leerbedrijf. Wat gaat goed, wat kan beter? De leerlingen werken graag mee aan de metingen. Ze vinden het prettig dat ze hun mening kwijt kunnen en gehoord worden. En het is anoniem, dus ze kunnen zeggen wat ze willen. Wiena Veenstra van Wehkamp: “Het is anders dan wanneer ik iets vraag, want ik ben wel meeverantwoordelijk voor hun eindbeoordeling. Dat is een ander gevoel dan wanneer ze met een vreemde aan tafel zitten.” HOGE SCORES Uit de tevredenheidsmeting bij zowel Wehkamp als Pantein blijkt dat beide bedrijven hoog scoren op alle mogelijke vlakken en dat er weinig verbeterpunten zijn. Het zijn uitstekende voorbeelden van leerbedrijven. “De stagiairs geven ons gemiddeld een ruime 8, dat is goed nieuws”, zegt Wiena Veenstra van Wehkamp. “Ik heb nog wel een handige tip over onze introductie gekregen. Die is breed en uitgebreid. Het is goed om de leerlingen na een tijdje te vragen of ze alles wel begrepen hebben en om dingen te herhalen.” Toevallig geldt hetzelfde voor Pantein. Houd steeds weer rekening met het niveau van de stagiairs, is het advies. De stagiairs krijgen bijvoorbeeld allemaal
Waarover kan de leerling zijn ei kwijt? Informatie vooraf: wist hij bijvoorbeeld wie zijn praktijkopleider werd, wie de begeleidingsgesprekken ging houden, en hoe hij ingewerkt zou worden? Voorbereiding: wat vindt hij van de sollicitatieprocedure en de kennismaking? Kreeg hij informatie over het werk, werd er geluisterd naar zijn wensen, zijn de gemaakte afspraken duidelijk genoeg? Introductie/inwerken: was er een goede werkplek, kreeg hij genoeg informatie over het werk en de werktijden? Begeleiding en beoordeling: hoe afwisselend en uitdagend vindt hij het werk, hoeveel steun is er, kan er samengewerkt worden, kan hij zijn doelen halen, wat vindt hij van de manier van beoordelen?
februari 2010 PRAKTIJK 35
Bericht Andere zaken blijken leerlingen juist niet te deren. Ze hechten er bijvoorbeeld minder waarde aan dat de voortgangsgesprekken heel precies op de geplande data plaatsvinden: als ze zich in de praktijk van alledag maar goed ondersteund weten.
“Zo’n meting onder de leerlingen houdt een stagebedrijf scherp en alert” dezelfde informatie vooraf, maar sommigen houden bij hoog en laag vol dat ze bepaalde zaken nooit gehad hebben, zo bleek uit de tevredenheidsmeting. Het is volledig langs hen heen gegaan. “Het was te moeilijk of te veel”, aldus Astrid Wolters. “Het is hier een complexe organisatie. Ze krijgen van mij een briefje met de naam van hun werkbegeleider, het telefoonnummer, het e-mailadres, de werktijden. Sommigen herinneren zich dat helemaal niet. Die informatie moet ik anders aanvliegen.” MEER WERKDRUK Bij Pantein wordt in afwachting van de nieuwbouw nogal eens geschoven met bureaus. Leerlingen willen echter graag een vaste werkplek waar ze hun dingen neer kunnen zetten, zeiden ze verder tijdens de meting. “Het is een heel goed leerbedrijf, maar je wordt als stagiair wel een beetje uit de wind gehouden. Ik zou de echte werkdruk wel eens willen ervaren”, reageerde ook iemand.
AANSCHERPEN Bedrijven kunnen de informatie uit de tevredenheidsmeting gebruiken om net even andere accenten te leggen of het stagebeleid aan te scherpen. Tegelijkertijd heeft leerlingtevredenheid met veel meer zaken te maken, zoals de voorbereiding en begeleiding van de stage vanuit school, of de samenwerking tussen ROC en leerbedrijf. Astrid Wolters: “En één zo’n meting zegt nog niet zo veel natuurlijk. Waarom scoren leerlingen bij ons zo hoog? Dat zouden we moeten benchmarken met andere leerbedrijven.” Ze zou het een goed plan vinden om de tevredenheidsmeting landelijk in te voeren bij stagebedrijven. “Het is spannend, leuk en leerzaam. Het is een aanrader en vergt niet veel tijd van een leerbedrijf. Als we dit met zijn allen regelmatig doen, levert dat een mooie database op.” Zo’n meting biedt een goede spiegel, beaamt Wiena Veenstra. “Het houdt ons bedrijven scherp en alert.”
Ook de tevredenheid op úw werkvloer laten meten? Een meting geeft aan hoe de mbo-leerlingen denken over hun stagebedrijf. •Het bedrijf vraagt zelf een meting aan via zijn adviseur of het Bedrijfsbureau BPV (033 450 46 20,
[email protected]). De adviseur vult samen met de stagiairs de vragenlijsten in. •Het leerbedrijf krijgt een rapportage en overlegt met de adviseur over mogelijke verbeteringen. •Het gaat hier om erkende ECABO-leerbedrijven. Overleg met de adviseur van uw kenniscentrum wat er in uw sector mogelijk is.
Toppers onder de leerbedrijven
Bedrijf: PMB-UVA International in Eindhoven, producent van machines voor de tabaks- en verpakkingsindustrie (onderdeel van VDL)
1 Rob Bloks
36 PRAKTIJK februari 2010
Wie: Rob Bloks, praktijkopleider en bedrijfsleider Prijs: Beste Praktijkopleider 2009 Kenteq Leerlingen: Jaarlijks ongeveer 6 BBL-leerlingen en 15 BOLleerlingen van Middenkader engineering mechatronica. Daarnaast tientallen vmboleerlingen in het kader van ‘Jeugd en Metaal’.
Mijn motto als het om opleiden gaat is… niet praten, maar doen! Leerlingen komen binnen, krijgen een introductie en instructies over veiligheid en gaan dan meteen aan de slag. Ze moeten snel wennen, maar vormen daardoor ook een hechte groep. Als ik een leerling heb, die altijd te laat komt, dan... spreek ik hem erop aan en dat kan ik heel lang volhouden. Ik word nooit boos, want ik wil ze serieus vooruit helpen. Ze hebben soms wat extra aanmoediging nodig en die geef ik graag.
Ik leer van de leerlingen dat… mechatronica een heel mooi vak is. Vooral op de momenten dat ze mij overklassen en ik zie hoe goed ze zijn, ben ik trots en weet ik dat ik mijn werk juist heb gedaan.
Invoegen
Opties
Tekst opmaken
Aan...
Redactie Praktijk (
[email protected])
Onderwerp:
mijn stage bij Base Games
Bijgevoegd:
bord.jpg, overleggen.jpg, brainstormen.jpg, aan_het_werk.jpg, verslag_schrijven.jpg, ideeen.jpg
Leerling op stage TEKST EN FOTO’S SVEN SCHIFFER
Ik mail jullie mijn dagboek dat ik op stage bij Base Games heb bijgehouden voor Praktijk. > Dag 1 Vandaag wordt Base Games officieel geopend! Naar dit moment hebben we allemaal uitgekeken. Wethouder Werk en Inkomen Freek Ossel, de pers en mensen uit het bedrijfsleven zijn aanwezig. Gek genaoeg zijn we niet nerveus. De wethouder en Martin de Ronde van One Big Game, een bekende naam in de gamewereld, houden een toespraak. Vervolgens opent de wethouder met een gamecontroller Base Games letterlijk met een druk op de knop! > Dag 2 Nu Base Games open is, starten de onderhandelingen met onze eerste klanten en werken we aan ons eigen project Fairytail, een Exploration/Adventure game. Al schrijvend en illustrerend gaan we aan de slag met nieuwe ideeën en concepten om de magische wereld van Fairytail uit te breiden. Er wordt lang en heftig gediscussieerd over hoe de vleugeltjes van het feetje moeten wapperen. Ondanks onze meningsverschillen komen we er uiteindelijk toch uit en wordt het zelfs mooier en beter dan het originele idee. Ik weet weer dat games maken een lang en precies proces is.
Sven Schiffer volgt de mboopleiding Game Design aan het Mediacollege Amsterdam en loopt stage bij de leer onderneming van het Mediacollege, Base
> Dag 3 Vanmiddag hebben we een afspraak met een verslaggeefster van het Parool. Het interview vindt plaats aan onze vergadertafel in de werkplaats. De eerste paar vragen zijn wat algemeen, maar langzamerhand wordt het wat vrijer en persoonlijker. > Dag 4 Vandaag ontvangen we twee heren, zelfverzekerd en op hun gemak, waardoor wij ons ook snel op ons gemak voelen. Ze willen graag een game voor kleine kinderen over gezond eten. De bedoeling van het spel is om kinderen op een speelse en positieve manier duidelijk te maken dat gezond eten goed voor je is maar dat je af en toe wel een patatje mag. > Dag 5 Vandaag gaan we naar het business evenement ‘Games in the City’ in Amersfoort. Een betere plek om te netwerken is er niet voor een gamebedrijf. We wonen enkele workshops en lezingen bij, maar ons voornaamste doel is om contacten te leggen. Het lukt ons zelfs om een gesprek aan te knopen met Peter Molyneux. Hij is oprichter van Lionhead Studios en maker van de bekende Fable-games (zogenaamde Action RPG’s: een role playing game waarin je meer concentreert op de actie in plaats van het ontwikkelen van een karakter), over de fantasiewereld Albion! We vertrekken met een voldaan gevoel terug naar Amsterdam.
Games. Het studentenbedrijf is ontstaan uit samenwerking tussen het Mediacollege Amsterdam, de game-industrie en de gemeente Amsterdam. Leerlingen doen er praktijkervaring op via reële opdrachten van de gaming industrie en de crossmediasector.
Groeten, Sven Schiffer
Verzenden
De komende tijd wil ik… meer vmbo-leerlingen motiveren voor de techniek. Bij een bedrijfsbezoek moet je degene hebben die nét even wat langer bij een machine blijven staan. Grote kans dat ze over vijf jaar bij ons aan de slag zijn!
februari 2010 PRAKTIJK 37
Nieuws
calibris Plein op Skills Masters
Calibris richt op het landelijke beroepenevenement Skills Masters in Ahoy (4-6 maart) het Zorg-, Welzijn- en Sportplein in. Bezoekers krijgen er informatie over beroepen in de zorg, welzijn en sport en kunnen binnen een speciaal parcours activiteiten uitvoeren die een beeld geven van die sectoren. Zij kunnen bijvoorbeeld hun conditie of cholesterolgehalte meten, bedden opmaken en tubes zalf vullen. Ook zijn er de finales van de ZorgTopper-wedstrijden voor beste leerling-verpleegkunde. De winnaars van de regionale voorrondes in januari en februari strijden om deze titel. Meer informatie op www.zorgtopper.nl
Barometer Zorg Calibris heeft een nieuwe versie van de Barometer Zorg uitgebracht. Die geeft voor de sector Zorg op regionaal niveau een overzicht van de kansen op werk in 2012 en de beschikbaarheid van stageplaatsen in 2009. Er zijn ook Barometers voor de sectoren Welzijn en Sport. Ze staan onder ‘Cijfers & Trends’ op www.calibris.nl.
Kenniscentrum lanceert MijnCalibris
Voor alle 46.000 leerbedrijven in de sectoren Zorg, Welzijn en Sport heeft Calibris in januari MijnCalibris geïntroduceerd, een speciale omgeving op www.calibris.nl. Hiermee biedt Calibris digitale ondersteuning bij de beroepspraktijkvorming én geeft actuele informatie over onder meer de arbeidsmarkt. De leerbedrijven kunnen gemakkelijk zelf informatie 38 PRAKTIJK februari 2010
over stageplaatsen beheren en bedrijfsgegevens wijzigen. Via MijnCalibris komen stageplaatsen automatisch op www.stagemarkt.nl, de landelijke site waar leerlingen stages en leerbanen zoeken. De komende tijd groeit het aantal mogelijkheden op MijnCalibris snel.
gelegenheid, aantallen leerlingen en perspectieven voor werkgevers en voor schoolverlaters. Over de sectoren ICT en Secretarieel zijn bovendien boekjes met sectorale arbeidsmarktinformatie verschenen.
Flinke groei aantal leerlingen
Op 4, 5 en 6 maart verzorgt ECABO voor de zesde keer wedstrijden voor leerlingen ICT- of Netwerkbeheerder en Directiesecretaresse/ Managementassistent tijdens beroepenevenement Skills Masters in Ahoy Rotterdam. De beste mbo-leerlingen gaan vervolgens in november naar EuroSkills in Lissabon. ECABO heeft eerst al regionale beroepenwedstrijden op vijf ROC’s gehouden. Centrum Arbeidsmarktvraagstukken ICT, Stichting Praktijkleren en Loket MBO-ICT zijn de hoofdsponsoren. Kijk op www.skillsmasters.nl
Het aantal mbo-leerlingen in de sectoren Zorg, Welzijn en Sport blijft groeien. In totaal zijn het er nu bijna 161.000. Dat zijn zo’n 5.000 leerlingen meer dan vorig jaar. Het complete mbo telt ongeveer 12.000 leerlingen meer dan vorig jaar. Bijna één op de drie mbo-leerlingen doet een Zorg-, Welzijn- of Sportopleiding. Kijk voor de precieze cijfers per kwalificatie onder ‘Cijfers & trends’ op www.calibris.nl
Beste skills
ecabo Limburgse samenwerking In Noord- en Midden-Limburg hebben leerbedrijven, ROC Gilde Opleidingen en ECABO de Verenigde Opleiders Secretarieel Noord- en Midden-Limburg opgezet. Het VOS wil leerlingen beter voorbereiden op de regionale arbeidsmarkt en ze hiervoor behouden. De partners voelen zich samen verantwoordelijk voor het opleiden en begeleiden.
Leerling in beeld Begeleidt u stagiairs van de mbo-niveaus 1 en 2? Volg dan de kosteloze workshop ‘De leerling in beeld’ van ECABO. ECABO biedt tal van cursussen en trainingen voor praktijkopleiders in leerbedrijven, waaronder ‘Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk’ en ‘Competentiegericht begeleiden en beoordelen’. Kijk voor het overzicht met alle data en locaties op www.ecabo.nl/bedrijven
Kijk op regionale arbeidsmarkt ECABO heeft regionale gegevens over arbeidsmarkt en onderwijs in haar sectoren online gezet. Op www.ecabo.nl staan zes districtrapportages over thema’s als werk
een goede start. Maar de leermeesters willen meer, zo blijkt uit de regionale bijeenkomsten die GOC jaarlijks organiseert. Er is veel behoefte aan kennis. Dit jaar doet GOC onderzoek onder praktijkopleiders. Dat leidt tot een herzien kennisaanbod, variërend van cursussen tot workshops en seminars.
Ontdek de drukwereld
Gouden Ervaringscertificaat Almi Machinefabriek in Vriezenveen heeft uit handen van staatssecretaris Van Bijsterveldt het Gouden Ervaringscertificaat ontvangen. Deze landelijke prijs is bestemd voor een organisatie die op succesvolle wijze gebruik maakt van EVC. Kijk wat u waard bent op
Meepraten over dossiers Voor de mbo-kwalificatiedossiers is informatie uit het bedrijfsleven onmisbaar. GOC profiteert graag van de kennis en ervaring van praktijkopleiders in de creatieve industrie. We nodigen u uit zitting te nemen in een van onze klankbordgroepen. Bent u betrokken bij de aansluiting school-bedrijf en wilt u uw stem laten horen, meldt u zich dan aan. Meer informatie: Marion Kuin, (0318) 53 91 11,
[email protected].
Behoefte aan kennis Met de Basistraining Praktijk opleiders geeft GOC praktijkopleiders
Officieel EVC-aanbieder
www.mijnkenteq.nl
Kijk uw ogen uit op de Techni-Show
Ontdekdedrukwereld.nl is een unieke
website waar kinderen en jongeren kennis kunnen maken met de wereld van drukkers en nabewerkers. Ze volgen een virtuele tour door een professionele drukkerij en leren hoe drukwerk wordt gemaakt in het tv-programma Cluebie. Ze zien hoe een cd-hoes, krant en zelfs papier wordt gemaakt. En hun kleurenkennis testen in een coole colorgame.
Van 9 tot en met 12 maart is in de Jaarbeurs in Utrecht de Techni-Show, de grootste vakbeurs voor de metaalindustrie. De beursdeelname van Kenteq (stand C002 in hal 7) staat in het teken van loopbaan ontwikkeling. Meld u nu aan op www.kenteq.nl en u ontvangt een gratis toegangsbewijs.
Friek’s Techniektruck
Stage melden via GOC.nl
goc
schrijven of aanvullen. Ook u! Ga naar www.wikitransportlogistiek.nl om alvast een eerste indruk te krijgen, u te registreren of informatie aan te vullen!
Bent u op zoek naar een stagiair in de grafimediabranche? Meld het op www.goc.nl. Maak een bedrijfsprofiel aan of pas uw bestaande profiel aan. Er is een directe koppeling met Vacaturekracht.nl, de ontmoetingsplaats voor vraag en aanbod van banen in de grafimediabranche. Presenteer u als aantrekkelijke werkgever en interessant stagebedrijf. Ga naar www.goc.nl (‘Praktijkleren’).
KENTEQ
Arbeidsmarktadvies Nieuw op de Nederlandse wegen: Friek’s Techniektruck, een uniek initiatief met een wervelend programma, waarin leerlingen van 10 tot 14 jaar ondergedompeld worden in een interactieve wereld van techniek. Boek ’m nu en stap in op www.techniekfriek.nl
VTL
VTL publiceert jaarlijks een arbeidsmarktadvies met de stand van zaken op de arbeids- en de onderwijsmarkt en in de beroepspraktijkvorming. Het voorziet ROC’s en andere belanghebbende partijen van relevante informatie over het aantal arbeidsplaatsen en BPVplaatsen per UWV-district in de transport- en logistiekbranche. Bekijk de landelijke en regionale factsheets en het volledige rapport op www.vtl.nl/arbeidsmarkt-onderwijs.aspx
Werk mee aan WIKI
Kwalificatiedossiers T&L
VTL is begonnen met de ontwikkeling
De kwalificatiedossiers transport en logistiek zijn op 1 februari 2010 voor het schooljaar 2010-2011 voor een jaar vastgesteld door de staatssecretaris. Volgend jaar worden de kwalificatiedossiers voor een langere periode vastgesteld en kunnen ze alleen nog gewijzigd worden als er belangrijke veranderingen zijn, bijvoorbeeld in de wetgeving. De kwalificatiedossiers zijn te vinden op
Zakboek Praktijkopleider van een speciale online encyclopedie, Praktijkopleider in de techniek? Bestel dan nu het Zakboek Praktijkopleider, een handige organizer van kenniscentrum Kenteq vol praktische informatie over competentiegericht onderwijs, BPV, leren op de werkplek, coachen, leerstijlen, gesprekken voeren met leerlingen en beoordelen. Vraag ernaar bij uw opleidingsadviseur.
Sinds 1 januari 2010 voldoet het EVC-traject van VTL aan de kwaliteitscode van het Kenniscentrum EVC (Erkenning van Verworven Competenties). Wie die bij VTL een EVC-traject volgt is daarmee gegarandeerd van een kwalitatief goed en hoogstaand product. Mensen kunnen via het traject hun kennis en ervaring laten erkennen en vastleggen in een Ervaringscertificaat. Ze verbeteren zo hun doorgroeimogelijkheden en kansen op de arbeidsmarkt. Meer informatie op www.ervaringscertificaat.nu
de WIKI Transport en Logistiek. Iedereen kan er informatie vinden over beroepen, opleidingen en in de toekomst ook over technieken, voertuigen en nog veel meer. Uiteindelijk moet dit hét platform worden met informatie over de sector. Het idee achter een wiki is (net als op wikipedia) dat iedereen de encyclopedie gratis kan raad plegen, maar ook zelf artikelen kan
www.vtl.nl/kwalificatiestructuur.aspx februari 2010 PRAKTIJK 39
De achterkant van…
Jan de Oude praktijkopleider en directeur van technisch installatiebedrijf C.A. Berger bv in Zeewolde, erkend Kenteq-leerbedrijf
“Ik wil een computer die mij snapt” Wat doe je als je geen zin hebt om te werken? Dan ga ik het liefst een middagje golfen, mobiel bereikbaar voor belangrijke dingen. Ik ben niet zo goed, maar hou ervan om buiten te zijn en alles even los te kunnen laten.
Welke leerlingen drijven je tot wanhoop? Ik ben heel geduldig, dus daar moet heel wat voor gebeuren. Maar ik kan wel kriegelig worden als leerlingen eigenwijs zijn of niet willen. Ze moeten toch zichzélf ontwikkelen.
Wie is je grote voorbeeld? Meneer Berger, de oprichter van dit bedrijf. Ik waardeer hoe sociaal hij omging met alle medewerkers en probeer dat ook voort te zetten. Dat verdient zich zeker terug!
Wat zou je doen met een miljoen? Een comfortabel huisje kopen in Frankrijk of Italië, vanwege het mooie weer en het lekkere eten. Ontspannen is belangrijk, maar werk staat bovenaan. Vraag maar aan mijn vrouw…
40 PRAKTIJK februari 2010
TEKST MARLEEN HALLIE FOTO lex draijer
Wat zou je wel willen uitvinden? Een luisterende computer, niet te verwarren met een spraakgestuurde computer. Die ik mondeling uit kan leggen wat ik bedoel en dat hij me dan ook snapt!