2
#
Meer over Alex op de volgende pagina…
mei 2009 jaargang 5 Praktijk is een vaktijdschrift over praktijk leren van de kenniscentra beroeps onderwijs bedrijfsleven
Calibris ECABO GOC Kenteq VTL
Nu 5 kennis centra i n één blad
Opleiden moet, ook bij tegenwind
Tien praktische tips over leerstijlen
Producten voor praktijkoplei ders op een rij
Leerbedrijven over het begeleiden van mbo’ers tijdens de recessie P. 12
Heeft u een doener, denker, beslisser of bezinner over de vloer? P. 20
Wat bieden de vijf kenniscentra van Praktijk? P. 36 februari 2009 PRAKTIJK 1
Inhoud
10
welzijn
18
grafimedia
22
techniek
24
transport en logistiek
Een sterk duo op de werkvloer
27 PAK: nieuwe kans op een loopbaan 08 Jouke de Jong (jongerenorganisatie JOB) wil alle docenten en praktijkopleiders op cursus sturen
11 Tassenontwerper Omar Munie is een waar rolmodel voor mbo’ers
12 Crisis in Nederland Opleiden moet, ook bij tegenwind
20 Tien tips over leerstijlen Favoriete manieren waarop leerlingen leren
30 In den vreemde Mbo’ers aan het werk in het buitenland
34 Amsterdams Vakwerk Hechte samenwerking tussen bedrijfsleven en scholen
36 Winkelen bij de kenniscentra Wat hebben praktijkopleiders eraan? 05 Praktijkberichten 07 De Praktijk van… 15 Wat bezielt jongeren? 16 Onderzoek onder praktijkopleiders 32 Gastcolumn 33 Dagboek van een mbo-leerling 38 Nieuws van de kenniscentra 40 De achterkant van de praktijkopleider 2 PRAKTIJK mei 2009
Chatten met de Einsteingeneratie
28 Leerling Yoeri:
‘Ik word hier op stage constant gevoed’
bedrijfsadministratie
Los toekomstig tekort aan vakmensen nu op in de regio Op de cover ALEX VAN HEEMSKERK (23), MBO-LEERLING - Loopt stage bij het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam - Is naast zijn studie GOBnetwerker bij GOBnet GOBnetwerker, wat is dat? Een GOBnetwerker is iemand die anderen voorlicht over zijn of haar vak. Hij beantwoordt vragen, motiveert en geeft informatie over opleidingen. Wanneer ben je daarmee begonnen? Voordat ik startte in de zorg, werkte en leerde ik eerst in de ICT. Ik kwam er al vrij snel achter dat het toch niet echt mijn sector was. Ik wilde mijn toenmalige opleiding wel graag afmaken, maar ben alvast verder gaan kijken. Via de website van GOBnet heb ik me georiënteerd op de mogelijkheden in de zorg. Ik vond het een goed initiatief en wilde daar graag aan meehelpen toen ik eenmaal was gestart met mijn opleiding.
ADHD-leerlingen: anders maar toch hetzelfde
Hoe bevalt het je als GOBnetwerker? Het is erg leuk! Je krijgt veel uiteen lopende vragen. Daarnaast vind ik het leuk om mensen te motiveren en ze te vertellen wat het vak inhoudt. Het beeld van een verpleegkundige is vaak toch anders dan hoe het er echt aan toe gaat. Doe je ook ander voorlichtingswerk? Jazeker, vorig jaar heb ik op beroepenevenement Skills Masters gestaan. En in het ziekenhuis geef ik samen met een collega-leerling lessen aan groepen kinderen die hier komen kijken.
basisverpleegkundige zijn er zo veel mogelijkheden: werken met kinderen, gehandicapten, op de ambulance, als anesthesieverpleegkundige of als verpleegkundig specialist bijvoorbeeld. Maar het belangrijkste? Het is werk dat veel voldoening geeft. Je kunt iets voor een ander betekenen. Meer weten of GOBnetwerker worden? Kijk op www.GOBnet.nl TEKST FAMKE DERKSEN FOTO remco bohle
Waarom vind je het werken in de zorg zo leuk? Het is heel divers. Je draagt een grote verantwoordelijkheid en er wordt van je verwacht dat je je constant blijft ontwikkelen. Ik vind het interessant om samen met mensen tot oplossingen te komen en houd wel van een beetje hectiek. Nog andere redenen om in de zorg te werken? Je kunt alle kanten uit. Na je opleiding tot
mei 2009 PRAKTIJK 3
PRAKTIJK is het tijdschrift voor praktijkleren in het beroeps onderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 115.000 en richt zich op leerbedrijven, regionale opleidingencentra, vmboscholen, overheidsorganisaties en andere partijen in het beroepsonderwijs. Uitgever: ECABO, in nauwe samenwerking met Calibris, GOC, Kenteq en VTL. De kenniscentra vormen de schakel tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Een goede aansluiting tussen leren en werken is het doel. Dit doen zij door de erkenning en begeleiding van leerbedrijven en het onderhouden van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Verder bieden ze effectieve oplossingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Redactie: Bart van den Born, Karien Brinkman, Suzanne van der Burgt, Famke Derksen, Marleen Hallie, Bianca Hierck, Lucy Holl (hoofdredacteur) en Bianca de Jong Redactieadres: ECABO Disketteweg 6, Postbus 1230, 3800 BE Amersfoort, T 033 450 46 46 F 033 450 46 66 E
[email protected] I www.ecabo.nl Ontwerp: Lava grafisch ontwerpers, Amsterdam Vormgeving: Def., Amsterdam Druk: Thieme Rotatie Overname van artikel uit Praktijk is toegestaan met bronvermelding. Abonnement: PRAKTIJK wordt kosteloos toegezonden aan erkende leerbedrijven voor het mbo in de sectoren van de deelnemende kenniscentra. En verder aan een keur aan onderwijsinstellingen en andere partijen in het beroepsonderwijs. Voor informatie of wijzigingen: T 033 450 46 39 F 033 450 46 57 Calibris is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfs leven voor zorg, welzijn en sport. www.calibris.nl. ECABO is het kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheids beroepen. www.ecabo.nl. GOC is het kenniscentrum voor de grafimediabranche. www.goc.nl. Kenteq is het kenniscentrum voor werktuigbouwkunde/ metaal, elektrotechniek en installatietechniek. www.kenteq.nl.
Hebt u nieuws over onderwijs en arbeidsmarkt? Mail naar
[email protected].
Redactioneel
TEKST LUCY HOLL
Goede tijden, slechte tijden Het mbo kan in het nieuwe schooljaar veel extra leerlingen verwachten. Die nemen door de economische crisis het zekere voor het onzekere en doen er nog een opleiding achteraan. Dat zegt de MBO Raad. De zeventien samenwerkende kenniscentra zijn een stage- en leer banenoffensief begonnen, omdat ze tekorten verwachten, vooral op de mbo-niveaus 1 en 2. Ze hebben twintig concrete actiepunten geformuleerd. Mbo-leerlingen moeten die waardevolle praktijkervaring bij leerbedrijven kunnen blijven opdoen, stellen ze.
Kwalificaties klaar De beroepskwalificaties 2009-2010 voor het mbo liggen klaar. Komend schooljaar zullen de meeste lesprogramma’s van de ROC’s gebaseerd zijn op deze 240 competentiegerichte kwalificatiedossiers. In een kwalificatiedossier leggen kenniscentra, bedrijfsleven en onderwijs samen vast over welke vakkennis, vaardigheden en persoonlijke competenties een professional moet beschikken. De kwalificaties worden steeds weer aan de actualiteit aangepast. Kijk op www.kwalificatiesmbo.nl
Hoe zit het in uw leerbedrijf? Bent u noodgedwongen wat afwachtend geworden of kijkt u vooral naar de langere termijn en biedt u mbo’ers nog steeds even enthousiast stageplekken en leerbanen aan? Het is spannend wat er in juni uit de Colo Barometer komt, de barometer van de vereniging van de kenniscentra. Die maakt duidelijk wat de effecten van de recessie op het aanbod vanuit de leerbedrijven zijn. We hebben zelf voor dit nummer al aan een aantal leerbedrijven gevraagd hoe zij deze dagen met het opleiden van mbo’ers omgaan. Dat stemt redelijk optimistisch. “We willen jongeren een vak leren, want de jeugd is de toekomst van ons bedrijf”, klinkt het. En: “Het is essentieel om te blijven investeren in personeel in plaats van ons te laten verleiden tot kortzichtige besparingen.”
Leerling gezocht? Stageplek in de aanbieding? Meld het bij uw ROC of kenniscentrum. Of kijk op www.stagemarkt.nl of www.stagevinden.nl
Stage- en leerbanenoffensief De kenniscentra zijn een stage- en leerbanenoffensief gestart. Het is een antwoord op de stijgende jeugdwerkloosheid en het mogelijke gebrek aan voldoende praktijkleerplaatsen. Het offensief is gebaseerd op drie pijlers: - het intensief volgen van de ontwikkelingen per bedrijfstak plus gericht actie ondernemen samen met bijvoorbeeld gemeenten en UWV WERKbedrijf. Begin juni 2009 verschijnt een speciale Colo Barometer met nieuwe prognoses van de stagecapaciteit. - activiteiten om de 200.000 erkende leerbedrijven hun stageplekken en leerbanen te laten houden en uitbreiden. - initiatieven om de beschikbare capaciteit aan praktijkleerplaatsen beter te benutten. Dat gebeurt bijvoorbeeld via de site Stagemarkt.nl. Kijk voor 20 concrete acties op www.colo.nl
De geïnterviewde leerbedrijven komen uit zeer uiteenlopende sectoren. Vanaf dit nummer geven liefst vijf kenniscentra dit blad Praktijk samen uit. Naast ECABO, Kenteq en Calibris zijn de collega-kenniscentra GOC en VTL aangesloten. We schetsen u daarom graag een beeld van wat dit vijftal zoal te bieden heeft (zie pagina 36 en 37). Nog even één advies van een leerbedrijf uit het ‘crisis’-verhaal, wanneer u niet goed weet hoe het verder moet met dat opleiden van mbo-leerlingen: “Bel uw adviseur van het kenniscentrum.” Lucy Holl, hoofdredacteur Praktijk
[email protected]
‘It’s better to light a candle than to curse the darkness’, luidt een Chinees spreekwoord. Investeren in onderwijs, juist in deze barre tijden, is een manier om het licht brandende te houden. Scholing van werkenden vereist andere inzet dan scholing van jongeren. Ga bij werkenden uit van hun kracht, hun kwaliteit maar vooral ook van hun ervaring.” Aldus OC&W-staatssecretaris Marja van Bijsterveldt tijdens een Onderwijsdag op ROC Zadkine in Rotterdam
Opleiden met female touch Het ROC van Twente, Pius X College en Scholingsboulevard Enschede bouwen aan een opleidingstraject alleen voor meisjes. De nieuwe opleiding start schooljaar 2009-2010. Lesstof, stijl van lesgeven, inrichting van de lokalen, stages: alles krijgt een complete 'female touch'. Meisjes kunnen er vanaf het derde jaar vmbo terecht en het traject loopt door tot en met het laatste jaar van het mbo.
Festival van het Leren
VTL is het kenniscentrum voor de transport en logistiek. www.vtl.nl
Het Festival van het Leren beleeft van zaterdag 12 tot en met vrijdag 18 september zijn tweede editie. Organisaties door het hele land laten hun opleidingsaanbod zien, bijvoorbeeld via informatiemarkten, workshops en excursies. Kijk op
FOTO bastiaan van Musscher
www.hetfestivalvanhetleren.nl
4 PRAKTIJK mei 2009
Praktijkberichten
Associate degree slaat aan De Associate degree (Ad), het tweejarige hbo-programma, bevalt MKB-Nederland en VNO-NCW zeer. De afgelopen vier jaar is ermee geëxperimenteerd, maar het mag snel een permanente status krijgen, als het aan de werkgeversorganisaties ligt. De Ad voorziet in de stijgende behoefte aan een hoger kennisniveau in het bedrijfsleven. Voor medewerkers met een mbo-diploma op niveau 4 biedt de Ad een mooie kans om zich verder te scholen en binnen twee jaar een formele hogeronderwijsgraad te halen.
mei 2009 PRAKTIJK 5
Praktijkberichten
Netwerk van mobiliteitscentra Nederland telt sinds kort 33 mobiliteitscenta. Organisaties als UWV WERKbedrijf, gemeenten, werkgevers, scholen en kenniscentra werken erin samen. Mensen die door de economische crisis met ontslag worden bedreigd, worden er zo snel mogelijk aan een nieuwe baan geholpen. De mobiliteitscentra helpen bedrijven ook bij het opleiden en detacheren van medewerkers en ze regelen EVC-trajecten om verworven competenties in beeld te brengen. Kijk voor adressen op www.werk.nl (onder ‘actueel’)
Wat bepaalt tevredenheid van mbo-leerlingen vooral? (in volgorde van belangrijkheid) 1. Mate waarin ze vinden dat ze genoeg leren op school 2. Vooraf gekregen opleidingsinformatie klopt met werkelijkheid 3. Schoolgebouw schoon en veilig 4. Goede sfeer op school 5. Tevredenheid over docenten 6. Goede studiebegeleiding 7. Goed lesmateriaal 8. Goede ondersteuning
De praktijk van:
mentoring
Riëtte Blacquière
TEKST AAD VAN DE WIJNGAART FOTO rainier isendam
Naam: Riëtte Blacquière Bedrijf: The American Chamber of Commerce in the Netherlands Functie: Executive officer Bijzonder: de Amerikaanse Kamer van Koophandel regelt mentoring en stages voor vmbo-leerlingen, zodat die een goede studiekeuze kunnen maken.
Bron: JOB Monitor 2008 / ResearchNed Nijmegen
Vrouwen hoger in het mbo
Vrouwen volgen in het mbo hogere opleidingen dan mannen, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. In studiejaar 2007/2008 waren er 513.000 mbo-leerlingen. Ruim 75% van de vrouwen zat op ten minste mbo-niveau 3. Bij de mannen was dat 63%.
Goed voorbeeld - In Rotterdam is praktijkleercentrum IJsselmonde geopend. Overdag kunnen jongeren er een mboopleiding volgen. En buiten schooltijd is het een jongerencentrum. - ROC Kop van Noord-Holland in Den Helder heeft met detacheringsbureau Loopbaan.nu afspraken gemaakt over geschikte bijbanen voor de leerlingen. Die kunnen zo bijverdienen, passende praktijkervaring opdoen en extra studiepunten halen. - ROC Rivor in regio Rivierenland, acht leerbedrijven en de kenniscentra ECABO en Kenteq hebben het project ‘Kwaliteitsimpuls on the job’ opgezet. Het project legt veel nadruk op een goede match tussen leerling en bedrijf. Het krijgt subsidie van de landelijke BIB-regeling (www.senternovem.nl/beroepsonderwijsinbedrijf)
Wat vindt ú daar nu van?
Krijgt u wel eens docenten van ROC’s over de vloer? Zouden ze verplicht korte stages moeten lopen in het bedrijfsleven? In een volgend nummer van Praktijk schrijven we erover. Maar wat zijn uw ideeën daarover? Mail ons uw reactie:
[email protected]
6 PRAKTIJK mei 2009
Praktijk. Hoezo? Wat is er allemaal mogelijk bij leren op de werkplek? Daarover gaat het boekje ‘Praktijk. Hoezo?: Werkplekleren in theorie en praktijk’ van het procesmanagement MBO 2010. Dat ondersteunt het mbo bij de invoering van het competentiegericht onderwijs. Download het boekje via www.mbo2010.nl (kijk bij ‘nieuws’)
Schooluitval daalt Afgelopen schooljaar zijn minder mbo-leerlingen voortijdig gestopt met hun opleiding. Landelijk was de daling gemiddeld 6% vergeleken met peiljaar 2005-2006. Bij mbo-niveau 1 en 2 was de daling nog sterker: 10%. In het voortgezet onderwijs (waaronder het vmbo) verlieten het afgelopen schooljaar 18% minder leerlingen voortijdig hun school. Steeds meer jongeren gaan na het vmbo ook door naar het mbo. Eind vorig jaar waren er ruim 7.000 jongeren (van de 109.000 vmbo-examenkandidaten) die in het schooljaar 2006-2007 geslaagd waren, maar zich niet voor een mbovervolgopleiding hadden ingeschreven. Dit jaar is deze groep fors kleiner: 4.250 vmbo-geslaagden (van de 100.000 vmboexamenkandidaten).
Nog meer loketten En weer is er een aantal Leerwerkloketten bijgekomen: die van Haarlem, Haarlemmermeer, Alkmaar en Drechtsteden. Werkgevers, werknemers en werkzoekenden vinden er informatie over (combinaties van) leren en werken in de regio. Kijk voor alle adressen op www.lerenenwerken.nl.
“We maakten ons zorgen over de arbeidsmarkt in Nederland. Nu even niet over het aanbod van hoger opgeleiden, maar over de beschikbaarheid van gekwalificeerd en gemotiveerd personeel op de lagere niveaus. We zien namelijk dat daar veel jongeren uitvallen doordat er op school iets misgaat. Organisatieadviesbureau McKinsey & Company is één van de leden van onze Amerikaanse Kamer van Koophandel. Die heeft het probleem onderzocht en zag dat het vooral misgaat bij de keuze van of doorstroming naar een mbo-opleiding. Daarop concludeerden we dat stages voor vmbo’ers een goed middel zouden zijn om deze jongeren een beter gefundeerde keuze te laten maken.
waar de meter nu op 110 stageplaatsen staat. En ondanks de crisis lukt het nog steeds goed om bedrijven mee te laten werken. Den Haag is nu aan de beurt en we kijken ook naar Utrecht. We hebben de ambitie om het totaal aantal stageplaatsen elk jaar te verdubbelen! De hele organisatie wordt gedragen door het netwerk van onze Kamer. De leden – Nederlandse en Amerikaanse bedrijven – doen er op vrijwillige basis aan mee. De één biedt stageplekken, de ander een financiële bijdrage. Uitzendbureau Randstad is één van de meest actieve leden: die levert professionals die zorgen voor het hele voorbereidingsprogramma en de match van leerlingen met mentoren en stageplaatsen.
Dat idee was de start van Champs on Stage! Hoe het werkt? We bieden een loopbaan oriëntatieprogramma aan waarbij we voor elke leerling meteen ook tweemaal een tweeweekse stage organiseren. Daarbij worden ze begeleid door een mentor uit het bedrijfsleven. Wij zorgen voor goede stageboeken, want van vmbo’ers kun je niet verwachten dat ze in twee weken al gewoon productief meedraaien.
Waarom al die bedrijven meedoen? Enerzijds is het een perfecte vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar het is ook echt een win/win-project: door de crisis wordt de vergrijzing van de arbeidsmarkt zeker niet minder. Als we nu niet blijven vechten tegen de uitval, is er straks geen geschikt personeel te krijgen in Nederland!”
In 2007 zijn we begonnen. Dat was in Rotterdam, in een aantal wijken waar de afstand tot de arbeidsmarkt het grootst is. Veel jongeren worden daar van huis uit weinig gestimuleerd om zich goed te laten scholen. Met Champs on Stage hebben we nu stageplekken kunnen regelen voor driehonderd vmbo’ers. Maar we laten het daar niet bij. Na Rotterdam zijn we naar Amsterdam gegaan,
Ook mentor worden? Vindt u het leuk om een vmbo’er via Champs on Stage te begeleiden? U coacht een leerling met vragen over werk en opleiding en organiseert een stageplaats. De coördinerende organisatie achter Champs on Stage is Matchmaker: die regelt de match. Kijk op www.champsonstage.nl
mei 2009 PRAKTIJK 7
Stellingen
JOUKE DE JONG, VOORZITTER VAN JONGEREN ORGANISATIE BEROEPSONDERWIJS (JOB)
‘Alle docenten en praktijkopleiders zouden op cursus moeten’
Vierdejaars student mbo Bouwkunde Jouke de jong (19) is voorzitter van Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs in Amsterdam. Op het Da Vinci College in Gorinchem richtte hij een studentenraad op. Om ook landelijk iets te bereiken in de verbetering van het onderwijs solliciteerde hij bij JOB, dat mbo-leerlingen adviseert, vertegenwoordigt, informeert en ondersteunt. Meer weten: www.job-site.nl
TEKST MARLEEN HALLIE FOTO’S LEX DRAIJER
Leerlingen van tegenwoordig zijn anders dan vroeger. Dat vraagt om compleet ander onderwijs. “Om te beginnen spreken we bij JOB liever over studenten. Mbo’ers ontvangen namelijk ook studiefinanciering en hebben recht op een OV-kaart. Op het vmbo zitten leerlingen, op het mbo zitten studenten. Met de stelling ben ik het deels eens. Ik denk niet dat jongeren zo veel zijn veranderd. Het onderwijs verandert echter wel, omdat we hebben geleerd van de vorige onderwijsvormen. Competentiegericht onderwijs is weer een verbetering ten opzichte van het verleden, want leren in de praktijk zorgt voor beter voorbereide werknemers.”
Stagebegeleiders op school weten te weinig van de leerbedrijven. “Zeker! Dit probleem is een van de speerpunten van JOB. Stages maken in het mbo een steeds groter deel van de opleiding uit. Jongeren maken kennis met hun toekomstige vakgebied. Als dat fout loopt hebben ze al snel geen zin meer in hun opleiding en dus de toekomst die ze voor ogen hadden. Uitval is al een ernstig probleem in het mbo. Het zou zoveel beter zijn als de scholen bekend zijn met de bedrijven in hun regio. Laat BPV-docenten drie à vier keer per jaar bij de bedrijven op bezoek gaan. Scholen geven aan daar te weinig geld voor te krijgen, maar ik vind dat ze zich daar niet altijd achter kunnen verschuilen.”
Competentiegericht onderwijs brengt bedrijven en onderwijs veel goeds. “Dat geloof ik wel. Wanneer het goed wordt toegepast, wordt iedereen daar beter van. Nu is er nog een aantal knelpunten. Zo is de inhoud onvoldoende naar de docenten gecommuniceerd. Competentiegericht onderwijs is maatwerk en dat kost niet alleen tijd en geld, maar vraagt ook een andere manier van denken: de docent wordt meer motivator in plaats van instructeur. Eigenlijk zouden alle docenten op cursus moeten. Dat geldt overigens ook voor de praktijk opleiders bij bedrijven, die regelmatig aangeven beter geïnformeerd te willen worden.
Logisch dat jongeren in deze economische malaise minder makkelijk een leerwerkplek vinden. “Dat is een beetje dubbel. Enerzijds is er minder tijd en geld om studenten goed te begeleiden bij hun stage, anderzijds zijn het natuurlijk wel goedkope werknemers. Maar ik vind allebei een slechte ontwikkeling. Het aantal stageplaatsen is afhankelijk van de sector, maar in de meeste sectoren zijn er genoeg plaatsen beschikbaar. De stagebegeleiding vanuit school kan intensiever. Die begint al voor de start van de stage, zoals met het leren solliciteren. We zien wel dat vooral niveau 1 en 2 de dupe zijn van de crisis, en dat niveau 3 en 4 er minder onder lijden. Doorleren is dus heel verstandig.”
Jongeren moeten zich meer met hun eigen onderwijs bemoeien. “Dat zou een goede zaak zijn. Bij JOB hebben we een Academyplan ontwikkeld, waarin we een aantal doelen hebben gesteld. Een daarvan is een studentenraad op ieder ROC. Om dat te bereiken sturen we stagiairs het land in om tijdelijk een klein JOB-je op een school op te richten. Daardoor kun je in korte tijd veel bereiken, waaronder het opzetten van een studentenraad. Doordat studenten kunnen meedenken, voelen ze zich serieus genomen. En als de school helpt bij het mogelijk maken van de ideeën, kun je samen het onderwijs verbeteren.”
JOB heeft véél invloed als het gaat om de veranderingen in het onderwijs. “In vrijwel alle activiteiten waarbij JOB betrokken is, worden we serieus genomen. We zijn de belangrijkste organisatie die zich inzet voor het mbo-onderwijs, dus dat zou ook zo moeten zijn. Regelmatig zitten we om tafel met de MBO Raad en het ministerie van OC&W. We informeren studenten bijvoorbeeld over regelingen rondom hun stage. De jaarlijkse JOB monitor, het landelijke tevredenheidsonderzoek gehouden onder 84.000 mbo-studenten, vormt vaak de aanleiding tot nieuwe initiatieven.”
8 PRAKTIJK mei 2009
De generatiekloof tussen praktijkopleiders en studenten is iets van alle tijden. “Het verschil tussen jong en oud is inderdaad realiteit. Er zal altijd wel een generatiekloof zijn, maar dat hangt ook heel erg af van de instelling van de student en de praktijkopleider. Wanneer die zich in elkaar kunnen verplaatsen, is er geen enkel probleem. De scholen moeten aan hun studenten duidelijk maken wat de regels zijn wanneer ze gaan werken. Hoe gedraag je je ten opzichte van je begeleider? Zelf heb ik daar weinig moeite mee. Ik voel goed aan wat er van mij verwacht wordt en gedraag me daar ook naar.”
Voortijdig schoolverlaters blijven er altijd en komen uiteindelijk ook wel goed terecht. “Het is niet makkelijk om op je zestiende al te kiezen voor een carrière. De meeste jongeren weten het simpelweg nog niet. Sommigen gaan voor rijk worden, anderen kiezen voor de makkelijke weg of vooral wat ze leuk vinden. Alle vmbo-leerlingen hebben betere beroepsvoorlichting nodig, zodat ze de juiste keuze maken. Dan verbetert de aansluiting en voorkom je voortijdige uitval. Je moet jongeren weten te interesseren. Dankzij intensieve begeleiding op school en op de werkvloer kan die ene potentiële schoolverlater toch nog een laatbloeier worden.”
mei 2009 PRAKTIJK 9
De vloer op
welzijn
Dossie Om a r r Munie
Op de wer
Links Nazan, rechts Monique
Tips - Breng de beginsituatie goed in kaart. Wat heeft de kandidaat specifiek nodig? - Benadruk in de begeleiding de successen; benoem sterke punten. - Wees vanaf het begin duidelijk over de verwachtingen.
PAK: nieuwe kans op een loopbaan Kinderopvangorganisatie en Calibrisleerbedrijf Avonturijn in Ruurlo doet mee aan het regionale Project Arbeidsmarkt Kinderopvang (PAK), waarin mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt alsnog een diploma en baan kunnen bemachtigen in de kinderopvang. Leidsters Nazan Görmus¸ en Monique Bolster begeleiden hen. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN foto Avonturijn
“Gemeenten, UWV WERKbedrijf en bedrijven werken samen om mensen die lange tijd werkloos zijn geweest weer aan een baan te helpen”, legt Nazan Görmus¸ uit. “Vaak gaat het om mensen die door allerlei omstandigheden zonder diploma van school zijn gegaan en lastig werk vinden.” Belangrijk criterium voor Avonturijn is of de organisatie er vertrouwen in heeft dat de kandidaat goed overweg kan met kinderen. “Dat zie je vrijwel meteen”, zegt Nazan. “Je hebt het, of je hebt het niet.” Bij Avonturijn is net weer een BBL’er begonnen die werk en opleiding combineert. “Het klikte vrijwel meteen toen hij hier kwam ter oriëntatie”, vertelt Monique. “Vooral op de groep voor buitenschoolse opvang zag je meteen dat hij goed met kinderen overweg kan. Hij doet nu de opleiding voor pedagogisch medewerker. 10 PRAKTIJK mei 2009
BAGAGE Het begeleiden van deze over het algemeen wat oudere kandidaten is wel wat anders. “Het is belangrijk om je te realiseren dat ze de nodige bagage met zich meebrengen”, vindt Nazan. “Tegelijk moet je helder zijn in je verwachtingen. Het draait hier toch op de eerste plaats om de kinderen, en er moet gewoon gewerkt en geleerd worden. We zijn geen maatschappelijk werkers. Dat moet vanaf de start duidelijk zijn.” Monique heeft de opleiding Sociaal pedagogische hulpverlening afgerond en heeft daardoor behoorlijk wat kennis van de doelgroep. Calibris ondersteunt het project actief. Naast het afgeven van de erkenningen helpt de kenniscentrumadviseur de leerbedrijven bij het benutten van verschillende regelingen en het afstemmen met het ROC. OP DE RAILS Het begeleiden van deze doelgroep levert zowel Nazan als Monique ook veel op. “Het is niet lastiger”, stelt Nazan, “hooguit anders. Omdat het volwassenen zijn, kun je ze makkelijker aanspreken op hun verantwoor delijkheid. Je werkt samen met hen aan hun loopbaan.” “Je ziet ze groeien”, vult Monique aan. “Het is mooi dat je er een bijdrage aan kunt leveren dat iemand zijn leven weer op de rails krijgt.” Het vraagt wel wat meer van de organisatie, vooral als het gaat om overleg met andere partijen. “Maar daar zetten wij ons graag voor in. En als het goed is, snijdt het mes aan twee kanten; straks hebben wij er een paar leuke collega’s bij!”
kvloer m
Omar Mu nie et:
Haagse ta ssenontw erper en rolmode l voor mb o’ers TEKS T KA RIEN BR
Parijs, Mün chen en Du bai. Ik heb begin van m me direct in ijn opleidin het g afgevraa bereiken e “Op mijn a gd wat ik w n heb buite chttiende il de n gi het ROC m ng ik een a heden eige stage lope e ook vaard antal maan n gemaakt n bij Kleerm ig d e w n a a a kerij Oranje Ik wil leerl r ik nu profi eerste inst ingen mee . Ik deed er jt van heb. antie verste ge in ve lw n o d e p vanuit mijn at ze bewu rk. Het was leiding kie zen en daa st een mbo-opleid een stage rvoor gáán ing Mode & de start va Den Haag. . Als je van n je opleid Kleding in De eigenaa af in g r van de kle een duideli ogen hebt, de hele da ermakerij jk doel voo dan kun je g op pad e w r a h s n e t ik ve kreeg daard r schoppen steeds me er verantw oor al snel . oordelijkh In boel leiden m ijn bedrijf eid. Ik moch als hij weg hebben we t de was en mo plaats voo ding van a doen die ik cht dingen cht stagiair r de begele leuk vond! is tegelijke het bijzond rtijd. Ik den ere van on k dat ze p ra d at we onze ktijkbegele Vanaf mijn stagiairs n iding is vijftiende b iet zien als en ik bezig zijn collega ontwerpen stagiairs, ze m ’s e . De eerste t het van kledin drie weken g en tijden opgeleid e ben ik al m s de opleid worden ze n daarna d ijn eigen b ing raaien ze m edrijf bego o f mijn tweed b ij vo ee in het a o n rbeeld bij d nen. Ik mo e stage zelf telier cht e afdeling s bij mijn e het heel be doen! Ik kre Marketing. igen bedrijf langrijk da eg begeleid Ik vind t leerlinge ing vanuit zijn en nie tussentijd n nieuwsg school en li t bang zijn s mijn resu ie ri g o e m t ltaten zien dingen te vr Het valt m ik vanuit h . Eerst werk e op dat de agen. uis en late te te r ch vi a verschille van de leerl nische vaa In die ateli rdigheden nde ateliers ingen bepe ers werk je rkt is. Dat vi . in een grote geen proble met andere nd ik op zich ru em want d imte same n. Ik heb d aarin kunn n aar veel ku leerlingen Ik had alle en wij de nnen leren ook goed o gelegenhe . pleiden. Ik id om te vr sc bepaalde st h o o l vind wel da meer aand agen hoe e of bewerkt t de acht moet en moest word presentati beeld. Ik w besteden a e van de le en bijvooras heel nie an de e rl uwsgierig in ge so n seerd en h ll . Een goed icitatiebrie en geïntere ad totaal ge e f en een du sen schroom idelijke mo essentieel om hulp te om andere tivatie zijn als je een ka vragen. n n s wilt krijg bedrijf. Wij en bij een krijgen vee l aanmeldin stagiairs e Ik ben nu 2 gen van n het is en 2 jaar en m orm belan ijn exclusie ondersche krijgt stee grijk om je ve tassenli iden bij he ds meer be te jn t eerste co kendheid. ik onder m ntact.” Inspiratie eer uit mijn h a a l ge Omar Mun boorteland Op mijn ne ie ontwerp Somalië. gende kwa t exclusiev m ik als vlu (www.oma Nederland e tassen ch rmunie.co teling naar . Mijn tass m ) en werd in en worden u it een aantal ge roepen tot nu verkoch 2007 Nederland beste mbo t in se winkels De MBO Ra -leerling va ook bij Ma , maar ze li a n het jaar. d cy’s in New ri ep hem uit tot ggen York en wo mbo’ers. rolmodel vo rden verko or cht in INKM AN
mei 2009 PRAKTIJK 11
Leerbedrijven De kenn iscentra zijn een stage- en leerb anen offensie f gestart . Zie pagin a 5.
Opleiden moet, ook bij tegenwind Banken die omvallen, massaontslagen, bedrijven die op de fles gaan. De economie zit in een dip. Het lijkt logisch dat dit ook gevolgen heeft voor het stage- en opleidingsbeleid binnen het bedrijfsleven. Een rondgang langs enkele erkende leerbedrijven over opleiden bij economische tegenwind. TEKST PEER BATAILLE beeld LAVA
“In mijn Nieuwjaarstoespraak heb ik gezegd dat het bij ons druppelt, maar dat het bij anderen regent.” Aan het woord is Erwin Giesbers, algemeen directeur van ICT-dienstverlener Compello in Zwolle. Giesbers wil hiermee zeggen dat Compello tot nu toe slechts beperkt last heeft van de economische crisis. Op dit moment heeft hij daarom geen reden het opleidings beleid bij te stellen. Iets wat hij wel bij andere ICTbedrijven ziet gebeuren. Giesbers: “Ik ken bedrijven die vast personeel ontslaan en in plaats daarvan goedkopere stagiairs aannemen. Een gevaarlijke ontwikkeling, want je moet een stagiair altijd kunnen koppelen aan een professionele begeleider.” Erwin Giesbers krijgt hierin bijval van directeur Ad Horsten van Mulix ICT uit Bergen op Zoom. Hij moet tot zijn verdriet constateren dat de mogelijkheden om een stagiair goed te begeleiden én ook nog zinvol werk te laten doen het laatste halfjaar zijn afgenomen. Horsten: “Hier in de regio heeft de industrie rake klappen opgelopen. Dat merken we met name in het beheer van ICT. Bedrijven schakelen over van ‘ambitieus beheer’ op ‘sober beheer’, zonder extraatjes. Ze stellen het vervangen van de apparatuur op werkplekken bijvoorbeeld een jaartje uit.” De hoeveelheid werk bij klanten neemt niet alleen af, maar ook de aard van het werk verandert. Ad Horsten: “Opdrachtgevers bellen vaak alleen nog voor het hoognodige. Voor een complexe situatie, of bij een acuut probleem dat meteen moet worden opgelost. 12 PRAKTIJK mei 2009
Ik kan dan niet met een stagiair aan komen zetten, hoe graag ik dat ook zou willen. Alle luxe is weg, en een stagiair wordt door veel opdrachtgevers als een luxe gezien.” PERSONEELSTEKORT Een heel ander geluid komt uit de zorgsector. Deze sector is veel minder conjunctuurgevoelig en kampt nog steeds met een enorm personeelstekort. “Veel merken we niet van de crisis,” vertelt opleidingsadviseur Chris Nieveen van het TweeSteden ziekenhuis in Tilburg en Waalwijk. “Door een verwacht tekort aan verplegend en verzorgend personeel in de regio gaat iedereen juist meer opleiden. Wij gebruiken daar onder meer een ESF-subsidie voor opleidingsactiviteiten voor”, aldus Nieveen. “Samen met ROC Tilburg en het St. Elisabeth Ziekenhuis hebben we een opleiding voor verpleegkundigen opgezet die meer ziekenhuisgericht is dan andere opleidingen. Studenten doorlopen niet
“Wij staan dan klaar, terwijl collega’s die nu leerlingen ontslaan dan opnieuw moeten beginnen!” alle specialismen, maar we leggen veel meer de nadruk op de kennis van ziektebeelden en hoe daar als verpleegkundige (competentiegericht) mee om te gaan. Om praktische redenen hebben we van de eerste twee jaar van deze vierjarige opleiding een BOL- in plaats van een BBL-opleiding gemaakt.” Een vergelijkbare situatie schetst Borys de Braal, manager Personeel & Organisatie bij Verkaart Groep technische installatiebedrijven in Den Haag. Hij bekijkt het branchebreed: “De installatiebranche kampt al tijden met een tekort aan goed geschoold technisch personeel. We kunnen juist nú mensen aan ons binden en jongeren of zij-instromers de branche binnen
krijgen, door kwalitatief goede technische opleidingen aan te bieden. Daarom is het essentieel te blijven investeren in personeel in plaats van ons te laten verleiden tot kortzichtige besparingen. Anders ben je te laat als de crisis voorbij is.” VERKNEUKELEN De visie dat je ook in economisch zwaar weer voor je eigen bestwil moet blijven opleiden, wordt gedeeld door HRM-manager Peter van Dijk van Transportservice Sliedrecht TSS, en door senior adviseur HR Berendien Dondergoor van BDO CampsObers Accountants & Adviseurs. Peter van Dijk: “Als gespecialiseerd distributeur van keukens, meubels en witgoed merken wij het meteen als de consument de hand op de knip houdt. Toch veranderen we niets aan ons opleidingsbeleid. Opleiden blijft een hoge prioriteit houden. We gaan er
niet op bezuinigen. We willen jongeren een vak leren, want de jeugd is de toekomst van ons bedrijf.” Van Dijk lijkt zich nu al te verkneukelen bij de gedachte dat de economie weer aantrekt: “Wij staan dan klaar, terwijl collega’s die nu leerlingen ontslaan dan helemaal opnieuw moeten beginnen!” “Het specifieke aan onze branche is natuurlijk dat een deel van het werk voor onze klanten gedaan moét worden”, zegt Berendien Dondergoor van BDO in Eindhoven. “Nadelige gevolgen van een stilvallende economie gaan wij merken als we minder aanvullende adviesopdrachten krijgen of als onze klanten failliet gaan. Wij zullen echter altijd van onderaf mensen op alle onderwijsniveaus blijven opleiden. Omdat we jonge mensen een kans willen geven, maar ook omdat een kwalitatief goede instroom nodig is voor de toekomst van onze organisatie. Als je dat niet doet, snijd je jezelf in de vingers. We zijn er alert op dat vestigingen de rem er niet opgooien.” GLITTER EN GLAMOUR Jeroen Croonenberg is praktijkopleider bij audiovisueel dienstverlener Heuvelman sound & vision in Culemborg. Hij krijgt de laatste maanden extra verzoeken om stageplekken. “We horen van stagiairs die naar een stageplek informeren, dat er bij bedrijven van hun eerste keuze stageplekken vervallen. Normaal gesproken moeten wij opboksen tegen de glitter en glamour van de tv-studio’s. Ook daar wordt de spoeling kennelijk dunner, en dat is dan weer gunstig voor ons. Wij kunnen kiezen uit een groter aanbod van leerlingen.” Heuvelman heeft gemiddeld zo’n twaalf stagiairs van grafische lycea en sound & vision-opleidingen rond lopen. Dat blijft voorlopig ook zo, aldus Jeroen Croonenmei 2009 PRAKTIJK 13
Tips voor moeilijke tijden Welke tips hebben de leerbedrijven om het opleiden in economisch mindere tijden toch door te laten gaan? Een greep uit de antwoorden.
Wat bezielt jongeren?
Jongeren
Wat houdt uw stagiairs bezig, wat willen ze, hoe leven ze. Praktijk brengt ze voor u in beeld. TEKST LUCY HOLL FOTO DEF
≥ Zet een BBL-opleiding (gedeeltelijk) om in een BOL-opleiding (Chris Nieveen, TweeSteden ziekenhuis)
≥ Smeed allianties tussen bedrijfs leven, onderwijs en kenniscentra en werk samen aan innovatieve projecten (Erwin Giesbers, Compello)
≥ Bind mensen juist nu door goede opleidingen aan te bieden (Borys de Braal, Verkaart Groep)
≥ Benut stagiairs als goede en goedkope medewerkers.(Berendien Dondergoor, BDO CampsObers)
≥ Benut en verhoog de overheids subsidies die een leerbedrijf voor een leerling ontvangt (Peter van Dijk, Transportservice Sliedrecht)
UITGESLOTEN! Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje… Geldt dat nog steeds? Heeft een laagop geleide jongere in Nederland een sterk vergrote kans op sociale uitsluiting? Hiteq, centrum van innovatie, onderzocht het en zette zijn bevindingen op een rij in de publicatie ‘Uitgesloten! Sociale uitsluiting bij laagopgeleide jongeren in Nederland’. Beïnvloedbare factoren (zoals competenties, sociale en fysieke leefomgeving) en onbeïnvloedbare factoren (waaronder sociale afkomst en etniciteit) komen aan bod. Download de publicatie gratis via www.hiteq.org.
“Opvoedingsondersteuning wordt door sommigen als betuttelend ervaren, maar zal hoogstwaarschijnlijk bijdra gen aan de kansen van laagopgeleiden.”
PUBERBREIN Wat beweegt de vaak zo roekeloze, dynamische jongeren? Huub Nelis en Yvonne van Sark van adviesbureau YoungWorks hebben er een boek over geschreven: ‘Puberbrein binnenstebuiten’. Jongeren krijgen steeds meer vrijheden en verantwoordelijkheden. Maar hun brein is pas rond hun 25e volgroeid. Dit boek maakt duidelijk hoe jongeren zich ontwikkelen en toont aan waarom ze vrágen om duidelijke grenzen en goede begeleiding. Ze hebben, misschien nog wel meer dan kinderen, structuur en kaders nodig. Te koop in de boekhandel of online voor bijna 25 euro.
(uit de Hiteq-publicatie ‘Uitgesloten’)
≥ Bel uw adviseur bij uw kennis centrum (Borys de Braal, Verkaart Groep)
berg: “Als er op een gegeven moment acht stagiairs niets zitten te doen, moet er natuurlijk wat gebeuren. Maar voor het einde van het jaar verwacht ik geen verandering in ons opleidingsbeleid. Ook voor de vaste medewerkers is er in de zomer net als vorig jaar weer een Summer School, waardoor zij in die wat rustigere periode kunnen studeren. Stoppen met opleiden betekent bovendien dat je de natuurlijke aanwas en verse kennis die jongeren meebrengen gaat missen.” Directeur Gert-Jan van Paridon van Technisch Bureau Tigwelding in Almere illustreert de dilemma’s waar een kleiner bedrijf op het moment voor staat. “Tot op heden is er volop werk, maar de orderstroom vermindert wel”, zegt hij. Op dit moment heeft hij één BOL-stagiair, die vooral bezig is met lassen en bankwerken. “Die gaat bij ons niets van de crisis merken”, aldus Van Paridon. “En binnenkort heb ik een gesprek met een niveau 4-leerling, die in mei aan de slag kan. Een beetje minder werk is niet erg, er is hier altijd wel wat te doen. Een stagiair kan ook leren lassen met afvalmateriaal. Maar als ik geen werk meer heb, ga ik natuurlijk stoppen met opleiden. Terwijl ik het eigenlijk een noodzaak vind; voor de maatschappij en omdat ik zelf personeel nodig heb.” 14 PRAKTIJK mei 2009
NOODZAAK De conclusie is dat alle bovenstaande leerbedrijven het opleiden van jongeren een noodzaak vinden. Zowel voor de eigen organisatie (om klaar te staan als de recessie verdwijnt) en voor de branche, als voor de maatschappij als geheel. Iedereen doet er dan ook alles aan om ermee door te kunnen gaan, ook als ze last hebben van een krimpende economie. Of dat ook kan als de crisis langer aanhoudt, is voor iedereen koffiedik kijken. De grootte van het bedrijf speelt hierbij een belangrijke rol: voor grotere ondernemingen met meer vestigingen is opleiden vaak makkelijker dan voor een klein bedrijf dat toch al moeite heeft het hoofd boven water te houden. Daarnaast zijn er verschillen tussen de economische sectoren: de ene sector kampt met een structureel personeelstekort (zorg, installatiebranche), terwijl andere sectoren in meer (transport, ICT) of mindere mate (accountancy) conjunctuurgevoelig zijn. Berendien Dondergoor van BDO pleit er overigens voor juist nu met stagiairs aan de slag te gaan. “Het kunnen goedkope en goede medewerkers zijn”, zegt ze. “Met name mbo-leerlingen zijn vaak productief. Ze komen om in de praktijk te leren, maar ze komen niet alléén om te leren. Ze komen ook om te doen.”
VOGELTJESBOS HOEFT NIET Aromatherapie, als vogeltjesbos gestylede vergader zalen en elektronisch verstelbare bureaus hebben niet echt toegevoegde waarde voor jongeren. Het Nieuwe Werken zit niet in de buitenkant, maar in de ideeën van een bedrijf. Aldus de achttien jongeren tussen de 16 en 20 van de Raad van Anders. Ze adviseerden Microsoft afgelopen tijd over allerlei zaken rondom de werkvloer. Kijk op www.microsoft.nl/raadvananders
PERSOONLIJK CONTACT Jongeren zijn grootgebruikers van online social media, maar gebruiken deze op het werk niet méér dan hun oudere collega’s. Op de werkvloer zijn de allernieuwste mediatoepassingen helemaal niet zo belangrijk. Het gaat ook hen om de inhoud. Zij willen persoonlijk contact en hebben behoefte aan goede coaching en feedback. Dat blijkt allemaal uit het onderzoek ‘Generatie Y: onthyped’ van de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit Utrecht en communicatiespecialist Involve.
MOE MAAR GELUKKIG - 47% van de jongeren is ’s morgens moe - 15% voelt zich minstens eens per week gedeprimeerd/slap
MANAGE DIE MILLENNIALS! U krijgt steeds meer Millennials op de werkvloer, jongeren die opgegroeid zijn met 24 uur per dag connectivity. Wat tips van adviesbureau Porter Novelli om ze te managen: - Geef werk waarbij ze kunnen multitasken, maar leg wel strikte deadlines op. - Onthoud dat ze nauwelijks een grens tussen werk en privé trekken. -L aat Millennials deel uitmaken van teams, want ze werken graag samen met ‘vrienden’. - Gebruik ‘instant messaging’ (zoals chatten), want dan krijgt u waarschijnlijk het snelste antwoord. - Erger u niet aan MP3-spelers: alles tegelijk beleven, is hun manier van leven.
“Zaken die voor ons heilig zijn, kunnen Millennials koud laten. Bijvoorbeeld dat iedereen wil opklimmen in zijn werk. Of datwerk datgene is wat het leven de moeite waard maakt.”
(Topmanager Gary Stockman van Porter Novelli in ‘Intelligent Dialogue: Millennials’)
- 28% klaagt over nervositeit - 25% slaapt minstens eens per week moeilijk in. Maar - 81% voelt zich desondanks gelukkig -94% voelt zich gezond WHO-onderzoek Health Behavior in School-Aged Children
mei 2009 PRAKTIJK 15
Onderzoek
Ideale praktijkopleider levert maatwerk
2.
De ideale praktijkopleider is volgens de ondervraagde begeleiders in de leerbedrijven in ieder geval geen opvoeder en hij hoeft ook echt niet ouder dan veertig te zijn. En het is eerder een vakman dan een opleider in hart en nieren. Veel praktijkopleiders zien het als hun belangrijkste taak om de jongeren ‘soft skills’ te leren: de leerlingen moeten ervaren hoe een bedrijf werkt, wat er van ze verwacht wordt op de werkvloer en hoe het is om samen te werken en goed te communiceren. BEGELEIDEN IS VOORAL LEUK Bijna alle praktijkopleiders zijn het erover eens dat begeleiden vooral leuk is en zeker geen verloren tijd die beter in ander werk gestoken had kunnen worden. “Leerlingen kunnen allemaal toegevoegde waarde hebben. Het gaat erom dat je opdrachten geeft, die passen bij hun niveau, capaciteiten en interesses”, schrijft een praktijkopleider. WEL OF NIET OP CURSUS De meningen zijn verdeeld over de vraag of begeleiden 16 PRAKTIJK mei 2009
LANGZAAMAAN OPBOUWEN Sommige praktijkopleiders vinden dat de kennis van de leerlingen niet altijd even goed aansluit op wat er in de praktijk nodig is. Het is niet vanzelfsprekend dat een leerling bepaalde vaardigheden al bezit. Daarom is het verstandig om niet té hoge verwachtingen te hebben. “We zijn geneigd de beginsituatie bijna altijd te hoog in te schatten”, aldus één van de deelnemers aan het Praktijk-onderzoek. En nog een reactie: “Het is een kwestie van langzaamaan beginnen, de leerling eerst laten wennen in het bedrijf en dan pas tot de kern van de taken doordringen.”
IG
de
.
MA AK afspraken heldere start stage van bij de werkperiode - of de leer
DUIDELIJKE AFSPRAKEN Wat is nu de belangrijkste les die de praktijkopleiders hebben geleerd van het begeleiden van hun leerlingen in de afgelopen jaren? Dat is bijvoorbeeld dat het maken van heldere afspraken bij de start van de stageof leerwerkperiode erg belangrijk is. Leerbedrijf, leerling en school moeten duidelijk bespreken wat ze van elkaar verwachten, wat de doelen zijn en welke regels er gelden. Het kenniscentrum kan de praktijk opleider daarbij advies geven. AANPAK-OP-MAAT Net zo belangrijk is het om tijdig terug te koppelen tijdens de praktijkleertijd en de nodige feedback aan de leerling te geven. De praktijkopleiders weten dat er geen algemene, altijd succesvolle aanpak bestaat. Iedere leerling moet begeleid worden op de wijze die bij hem past. “Een uniforme aanpak voor stagiairs is er niet. Iedere persoon is anders en heeft andere vaardigheden”, stelt iemand. “Ieder mens is uniek en heeft zijn eigen manier van leren en persoonlijke behoeften. Laat de leerling zich ontwikkelen op zijn eigen kunnen en niveau”, aldus een ander. De praktijkopleiders realiseren zich dat begeleiden tijd en geduld vraagt. “Je wilt en je kan het sneller doen, maar naast je staat iemand die het nog moet leren”, merkt een praktijkopleider op.
IJD
ontwikkelen zich eigen zijn op en niveau kunnen
Handige tips voor de ideale praktijk opleider
De ideale praktijkopleider schroomt niet om een leerling op zijn sterke en zwakke punten te wijzen. Hij weet wat hij wel of niet van een stagiair mag verwachten en hij heeft veel tijd en aandacht voor zijn leerlingen. Dat blijkt uit het grote, online Praktijk-onderzoek waaraan ruim vierduizend praktijkopleiders recent meededen. “Wees consequent en toon je hart.” tekst LUCY HOLL BEELD LAVA
te leren is. De meerderheid zegt dat een praktijkopleider het begeleiden al enigszins in zich moet hebben. Daarom zijn ze ook verdeeld over een verplichte cursus voor begeleiders bij de eigen kenniscentra. Oudere en meer ervaren praktijkopleiders zien daar opvallend meer brood in dan de jongere en minder ervaren opleiders. Het is slim om goed beslagen ten ijs te komen en te leren van tips en ervaringen van anderen, vinden ze.
T EL
de leerling
1.
in en s van uurde enteq leider IPO st ABO, K tijkop verbeC k E a e r TNS N d a p r ten bij iscent e naar a t n ê lt n u u e s q k en e re n de iken d ven va gebru g. bedrij ie r in d n e is. D stverle n n ie d Calibr n ver hu van hu iders o le p o tering k ij n? prakt pleide en de over o e denk n o ? e H g is : e u 1 t Deel irs? sleven opleider in h stagia t het bedrijf k ij t rak taa ol en oede p : Hoe s t een g tie met scho f Deel 2 e e h t a la e W r : e Deel 3 nig is d : Hoe in ntrum? Deel 4 ce kennis
Groot
Laat
HET IS een van kwestie langzaamaan beginnen leerling , de laten eerst wennen het bedrijf in dan en pas tot kern de van doordringen de taken
PP tijdens KO UG nodige R de E T de aan EF praktijkleertijd E G . en feedback leerling
ne
ek en onli derzo n Praktijk e n o k a ij e leer cht v Prakt erkend opdra
4.
3.
Groot Praktijk-onderzoek (3): Wat heeft een goede praktijkopleider in huis?
Het begeleiden van stagairs BEGELEIDEN HEEFT VOORAL
16
70
10 1 2
LEUKE KANTEN
helemaal mee eens grotendeels mee eens grotendeels mee oneens
BEGELEIDEN KOST EEN MEDEWERKER VEEL TIJD DIE HIJ BETER IN ANDERE
1
9
57
31 2
helemaal mee oneens weet niet/geen mening
WERKZAAMHEDEN KAN STEKEN GOED BEGELEIDEN VALT NIET TE
11
LEREN: DAT HEB JE IN JE OF NIET PRAKTIJKOPLEIDERS MOETEN
49
17
VERPLICHT EEN CURSUS BEGELEIDINGS
33
33
34
5 2
13 3
VAARDIGHEDEN VOLGEN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Bron: TNS NIPO
mei 2009 PRAKTIJK 17
Fotostrip
Het hockeyteam dat ik coach, zet al zijn wedstrijden erop en houdt het aantal hits bij.
Chatten met de Einsteingeneratie Altijd bereikbaar via mobieltje of MSN. Netwerken als tweede natuur. Opgegroeid in een maatschappij waarin je alle informatie kunt vinden die je zoekt. Dat zijn de jongeren van nu. Hoe ga je als praktijkopleider met ze om en wat kun je van ze verwachten op de werkvloer?
Dit was het onderwerp van de onlangs gehouden regiobijeenkomst voor praktijkopleiders van GOC in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. Inez Groen, co-auteur van het boek ‘Generatie Einstein’ gaf een workshop en er was een heuse chatsessie tussen leerlingen van het Grafisch Lyceum in Rotterdam en de praktijkopleiders.
De leerlingen van mijn dansschool zetten alles wat ze doen op Youtube!
Daar staat toch alleen maar onzin op?
TEKST SUZANNE VAN DER BURGT FOTO’S Annet Delfgaauw
Inez Groen gaat uitgebreid in op het gedrag van jongeren op de werkvloer.
Theo Schoots, bedrijfsadviseur GOC, doet de inleiding.
Ze willen niet alleen maar de rotklusjes doen. Respect, authenticiteit en gezelligheid vinden ze erg belangrijk. Ze vertellen elkaar of ze hun stagebedrijf leuk vinden of juist niet.
Ik ga toch eens nadenken of ik een uitdagender opdracht voor mijn stagiair heb.
Vandaag gaan we het hebben over generatie Einstein, alle jongeren die geboren zijn na 1987. Je inleven in de leefwereld van jongeren is goed, maar zij horen zich toch ook aan te passen aan de bedrijfsregels?!
We werken aan de toekomst van de grafimediabranche: jongeren! Als bedrijfstak hebben we ze hard nodig.
De praktijkopleiders gaan chatten met wat leerlingen van het Grafisch Lyceum.
Pff, dit gaat wel heel snel, ze zijn onderling ook nog aan het chatten!
De praktijkopleiders schrijven op waarom ze meer willen weten over generatie Einstein en wat ze uit de bijeenkomst willen halen.
Zeker, ga vooral het gesprek met ze aan en bied goede begeleiding, dat zorgt voor wederzijds begrip. Hoe kunnen we jongeren moti veren? In ons bedrijf krijgen we steeds vaker problemen met jongeren, wat gaat er mis?
Vinden jullie dat MSN-en tijdens werk tijd moet kunnen? Chatten met de Einsteingeneratie
Hmm, generatie Einstein... zijn ze echt zo slim dan?
Als het een interne MSN is wel, anders niet. Het leidt te veel af. Contact met klasgenoten is wel fijn, soms kun je zo tips krijgen.
Communiceren en contact zijn superbelangrijk: gsm, MSN, Google, wikipedia. Jongeren willen communiceren, infor matie delen, chatten, en ook lachen en onzin lezen.
Een vast moment voor reflectie zou fijn zijn. Op de hoogte zijn van wat jongeren doen en wat ze bezighoudt.
Vraag eens of ze nog tips voor ons praktijk opleiders hebben? 18 PRAKTIJK mei 2009
De term Generatie Einstein is bedacht door Inez Groen en Jeroen Boschma. Samen schreven zij het boek ‘Generatie Einstein - Slimmer, sneller en socialer – communiceren met jongeren van de 21e eeuw’. Het boek (ISBN 9789043014953) is te koop in de boekhandel of online via bijvoorbeeld www.managementboek.nl. De kenniscentra organiseren regelmatig bijeenkomsten voor praktijkopleiders in de regio, vaak samen met de ROC’s. Kijk op de websites of vraag uw adviseur ernaar.
mei 2009 PRAKTIJK 19
Tips
K
10 tips over de favoriete manieren waarop leerlingen leren Uw leerlingen hebben ieder zo hun persoonlijke leerstijl, hun favoriete manier om nieuwe dingen te leren. Maar hoe kunt u daar op de werkvloer op inspelen? Tien tips aan de hand van het bekende leerstijlenmodel van de Amerikaanse pedagoog David Kolb. TEKST MONIQUE ALTEMÜHL EN LUCY HOLl
1
Onderzoek welke leerstijl uw leerling heeft David Kolb bedacht een model met vier leerstijlen: de doener, de denker, de beslisser en de bezinner. Een doener herkent u aan de vraag “Gaan we beginnen?”. Een denker aan “Moeten we dat wel zo doen? Een beslisser vraagt “Hoe kan ik het toepassen in mijn werk?” En een bezinner zegt: “Mag ik hier even over nadenken?”
2
Zorg dat een doener optimaal kan leren Hebt u een leerling die een echte doener is, laat hem dan vooral leren door het opdoen van ervaringen, het oplossen van concrete problemen en het uitvoeren van uitdagende opdrachten op de werkvloer. Hij wil snel resultaat zien en past zich ook gemakkelijk aan in nieuwe situaties.
3
… en geef hem vooral ook de kans om samen te werken De doener wil bovendien erbij horen. Contact is belang20 PRAKTIJK mei 2009
rijk voor hem, dus zorg dat hij samen kan werken. Let wel op dat hij niet té snel tot actie overgaat en niet steeds vervalt in eerder gemaakte fouten. Geef hem advies. Het is niet zijn sterkste punt om hoofd- en bijzaken uit elkaar te houden.
4
Zorg dat een denker optimaal kan leren Een denker doet u een plezier met gestructureerde werkopdrachten met duidelijke doelen. Geef hem uitdagende klussen om over na te denken en bied gelegenheid om veel vragen te stellen. Een denker kijkt graag hoe theorie en praktijk zich verhouden tot elkaar. Hij is gebaat bij kennis op papier en met heldere directe uitleg.
5
… en let daarbij wel op dat hij de praktijk niet vergeet Geef uw leerling de tijd om op eigen houtje in iets te duiken. Bied hem zekerheid, orde en rust op zijn werkplek, maar let op dat hij niet in allerlei mooie theorieën blijft hangen. Een denker werkt het liefst in zijn eentje, dus zorg dat hij toch ook regelmatig hulp aan anderen vraagt en samenwerkt.
6
Zorg dat een beslisser optimaal kan leren Hebt u te maken met een leerling van het type beslisser, laat die dan vooral leren via opdrachten waarin praktijk en theorie verweven zijn. Geef hem een concrete taak en hij gaat stap voor stap en gedreven op zoek naar een oplossing. Hij richt zich liefst op praktische zaken. Laat hem dingen uitproberen en veel oefenen.
le uitsprak ruis al
en aan
van to die op u
epassin
g zijn.
t in ingen nie dat leerl p ro e li t b jven Ik le erheden en onzek ls fe ht doen. ij c tw en opdra e e z ls a hangen
erling oe een le aak op h v r e n t te le Ik pdrach eur zijn o bij voork hte ! uitvoert. op g een ec UITSLAG at meer n leerlin e e f o is. k r ij : U zou w e n k Ik k n te e n d u p n w e 0-1 n van u f meer e van lere el teamdoener o . e manier d aan zow te inspelen im n e r ru e Ik geef gen kunn n die liev ben in e b g rl e e in h le rl n e e ls le Leerstijl : n . players a te n n e u kunt rk e 2-3 p t, maar u g houtje w ing graa aandach rl op eigen w e u le r e . n k e n ze l rk dat e op lette dan spee ren at meer Als ik me roberen, er nog w een gebo p it u il c w s r huilt E : n dingen te n 4-6 pu p in. t g in u. ik daaro erling wa le n pedagoo e e t a d ie r z o ik o v Als iddeld dan gem em meer tijd jaag ik h e h ig eft, d o n k a een ta niet op.
Doe hie r de test en check u w talent!
7
….en geef vooral aanwijzingen en advies Een beslisser gaat kordaat te werk, maar is vaak vooral gericht op de taak en niet op zijn collega’s. Zorg dat hij niet te zeer op het resultaat fixeert en vervolgens in de war raakt bij iets onverwachts. Hij leert het meest als hij kan oefenen onder begeleiding van een ervaren collega die met hem de rode draad in de gaten houdt.
8
Zorg dat een bezinner optimaal kan leren Een bezinner doet u een plezier met taken waarvoor voldoende tijd beschikbaar is. Hij wil eerst goed nadenken en dan pas handelen. Zorg dat er niet te veel druk zit op het uitvoeren van opdrachten en het nemen van beslissingen. Moedig hem veel aan, dat motiveert hem bij het uitvoeren van zijn werk.
9
…. en zorg dat hij niet in zijn twijfels blijft hangen Help een leerling zodat hij ook daadwerkelijk zijn werk uitvoert en niet in zijn twijfels en zijn te voorzichtige gedrag blijft hangen. U kunt voorbeelden geven van hoe hij iets aan kan pakken. Vraag hem regelmatig wat er in hem omgaat, zodat hij knopen kan doorhakken en vooruit komt met zijn werk.
≥ WIE IS DAVID KOLB? De Amerikaanse pedagoog Kolb stelt dat iedereen bij het leren van nieuwe zaken en uitvoeren van nieuwe taken een voorkeursstijl heeft, waarmee ze het liefst beginnen. Een leerproces bestaat altijd uit onderdompelen (iets waarnemen), verhelderen (ergens op reflecteren), verklaren (inzicht krijgen) en toepassen (oefenen). Alle vier de fasen zijn belangrijk en komen wel op een of andere
10
Ga na of u wel werkelijk meer rekening moet houden met de leerstijl Soms is het niet zo zeer de manier van leren waarop u meer in kunt spelen. Af en toe lukt het leren simpelweg niet omdat een leerling vermoeid of niet zo gemotiveerd is, of met privéproblemen kampt. En bedenk ook dat die leerstijlen niet zo zwart wit uitpakken in de praktijk.
manier terug. Maar iedereen steekt op zijn eigen favoriete manier dat leerproces in. Daarom kwam Kolb ook op die vier leerstijlen van bezinner, denker, beslisser en doener. Laat uw leerlingen zelf eens uitzoeken welke leerstijl hun voorkeur heeft. Dan kan bijvoorbeeld op
www.123test.nl/leerstijl.
mei 2009 PRAKTIJK 21
Wie doet wat? PRAKTIJKOPLEIDER - organiseert en coördineert opleidings activiteiten - realiseert een rijke en gevarieerde leeromgeving - begeleidt de leerlingen bij de uitvoering van leeractiviteiten - toetst en beoordeelt de competentieontwik keling - onderhoudt de contacten, zowel intern als met school en kenniscentrum
BEGELEIDING
Praktijkopleider en werk(plek)begeleider:
Een sterk duo op de werkvloer Nogal wat leerbedrijven, bijvoorbeeld in de techniek en de zorg, hebben ze: aparte praktijkopleiders en werk(plek)begeleiders. Maar wat is nu precies het verschil? Wie doet wat? Bij Kenteq-leerbedrijf E&C Constructiewerken staat in ieder geval één ding voorop: alles is gericht op de optimale begeleiding van de leerlingen. TEKST MARLEEN HALLIE FOTO Herbert Wiggerman
“Als die jongens hier binnenkomen, nemen ze nog alles van je aan. Maar wacht maar een paar maanden. Dan hébben ze toch een praatjes! Pas daarna beseffen ze dat ze ook af en toe hulp moeten inschakelen.” Praktijkopleider en voorman Ben van Rijn van Kenteq-leer bedrijf E&C Constructiewerken in Utrecht vindt het na vijftien jaar ervaring in het begeleiden van jongeren nog steeds een uitdaging. Ondertussen is er een soepele samenwerking ontstaan tussen hem en zijn drie werkplekbegeleiders. Een van hen is chef werkplaats André de Bruijne. Samen vormen ze een goed geoliede machine binnen het bedrijf van ongeveer 25 medewerkers. E&C bouwt staalconstructies, vooral voor bruggen. Het leerbedrijf heeft al jaren leerlingen, meestal van de BBL-opleiding constructiebankwerker/lasser van ROC ASA SBBO in Leusden. OPLOSSING In een leerbedrijf hebben praktijkopleider en werkplek22 PRAKTIJK mei 2009
begeleider ieder zo hun eigen taken. In kleine bedrijven, zoals bij E&C Constructiewerken, zullen beide functies vaak met elkaar verweven zijn. Dan neemt de werkplekbegeleider deels ook de opleidingsactiviteiten voor zijn rekening. In grotere bedrijven met meerdere leerlingen vervult de praktijkopleider de functie van opleidings coördinator en begeleiden de werkplekbegeleiders de leerlingen tijdens hun dagelijks werk op de werkvloer. Elk bedrijf vindt hiervoor zijn eigen werkbare oplossing. STRENG Bij E&C begeleidt praktijkopleider Ben in principe alle leerlingen. Hij bespreekt met hen regelmatig de opdrachten uit het BPV-werkboek dat ze van school meekrijgen. “Daar schijn ik nogal streng in te zijn”, lacht Ben. Hij stuurt ze afwisselend langs de werkplekbegeleiders, die de jongens op locatie begeleiden en beoordelen. Zo gaan ze soms mee op montage, waar een brug daadwerkelijk in elkaar gezet wordt. Regelmatig praten de praktijkopleider en werkplekbegeleiders met elkaar, meestal met de leerling erbij. André: “Dan kijken we hoe het is gegaan en wat er de volgende keer beter kan. Soms hebben we twee leerlingen tegelijkertijd en kunnen ze van elkaar leren, maar meestal scheiden we ze, omdat het anders iets te gezellig wordt.” VAKANTIEWERK Voor of in de zomervakantie laat E&C de leerlingen via een uitzendbureau of als vakantiewerk al twee maanden rondsnuffelen en met iedereen een paar dagen meelopen. “Ze kunnen dan kijken wat ze leuk vinden en in de meeste gevallen is dat lassen,” vertelt Ben van
Rijn. Toch worden alle leerlingen zo breed mogelijk opgeleid. “Soms levert dat wel wat gemopper op, want dan moeten ze werkzaamheden doen, die misschien niet direct met hun opleiding te maken hebben, zoals slijpen en poetsen. Maar we zijn een flexibel bedrijf, dus je moet hier veel kennen en kunnen. Daar schrikken ze nog wel eens van.” GOEDE MATCH André de Bruijne vult aan: “Daarom hebben we niet zo lang geleden besloten om wat selectiever te zijn bij de sollicitatieprocedure. Ze lopen hier toch een paar jaar rond en we hebben wel eens gehad dat iemand net het laatste half jaar niet afmaakte. We hebben toen uitgebreid met hem gepraat, maar helaas.” Sindsdien proberen ze een leerling vooraf beter in te schatten. Wat wil hij graag leren? Wat doet hij in zijn vrije tijd? Durft hij vragen te stellen? Op die manier is de kans op een goede match veel groter. KWALITEITEN André en Ben zijn goed op elkaar ingespeeld. Zo vullen ze altijd samen de driemaandelijkse beoordeling van een leerling in en maken goede afspraken over de invulling van het opleidingstraject. Ze kunnen blindelings op elkaar vertrouwen. Ieder heeft daarbij zijn eigen kwaliteiten. Ben: “André’s sterke punt is dat hij wat geduldiger is. Wanneer leerlingen vakantiedagen willen opnemen, persoonlijke problemen hebben of naar de tandarts moeten, dan komen ze meestal bij hem. Ja, André is de sociale van ons twee.” Ben is technischer ingesteld en vindt het prachtig om op het gebied van de
WERPLEKBEGELEIDER - begeleidt het vakinhoudelijke leerproces - brengt normen, richt lijnen en voorschriften over - controleert de werkzaamheden op de werklocatie - werkt efficiënt samen met de leerling in opleiding - onderhoudt de contacten met de praktijkopleider
constructies alles goed te begeleiden. Hij is een echte leermeester, die de fijne kneepjes van het lasvak kent. TROTS Binnenkort komt de 17-jarige zoon van Ben stagelopen. “Maar niet bij mij hoor. We kunnen het prima vinden en sleutelen in het weekend vaak aan brommers, maar op het werk is het anders. Dan lijkt het me beter als André hem onder zijn hoede neemt.” Toch is Ben zichtbaar trots dat zijn zoon in de voetsporen van zijn vader treedt. Bij E&C kom je vaker meerdere generaties tegen op de werkvloer. André: “Af en toe werken hier ook enthousiaste gepensioneerden en die kunnen met hun ervaring heel veel voor de leerlingen betekenen.” IN DIENST In de praktijk komt ongeveer één op de drie BBL-leerlingen echt in dienst bij E&C. Sommigen vinden het salaris in de metaal niet hoog genoeg, anderen gaan “er even tussenuit” en komen niet meer terug. Maar dat is absoluut geen reden om geen leerlingen aan te nemen. “Want”, menen Ben en André, “als je het niet doet, blijft het tekort aan nieuwe mensen in de metaal groeien. En dan hebben we in de toekomst een heel groot probleem.” Kenteq biedt diverse cursussen voor praktijkopleiders en heeft ook een speciale tweedaagse cursus Werkplek begeleider praktijkleren. Daarin leren werkplekbegeleiders om in te spelen op alledaagse situaties bij het begeleiden en beoordelen van leerlingen of collega’s in opleiding. Meer informatie: www.mijnkenteq.nl (kijk onder ‘werkplekbegeleider’). mei 2009 PRAKTIJK 23
Hoe kunnen praktijkopleiders omgaan met leerlingen met ADHD of autisme?
Anders, maar toch hetzelfde In de media komt het met de regelmaat van de klok aan bod: het groeiend aantal ADHD’ers en autisten. In het beroeps onderwijs melden zich vaker leerlingen met aandoeningen zoals ADHD, PDD-NOS of het Aspergersyndroom. Hoe kunnen leerbedrijven daarmee omgaan? Wat is de beste manier van begeleiden op de werkvloer? TEKST JUDITH KUNEKEN foto’s joyce van tienen “Vroeger bleef hyperactiviteit of autistisch gedrag een beetje ‘in de lucht’ hangen, een kind of volwassene was ‘anders’. Nu is er veel meer bekend en weten we dat een aandoening zoals ADHD geen psychologisch, maar een neurologisch probleem is”, zegt Sonja Koster, maatschappelijk werker en eigenaar van de Praktijk voor Counselling in Zeist. Voor kenniscentrum VTL ontwikkelde zij een brochure over hoe praktijkbegeleiders om kunnen gaan met ADHD’ers, en leerlingen met PDDNOS of het Aspergersyndroom, ook wel mensen met autisme genoemd. Ook in haar praktijk ziet zij steeds meer jongeren met ADHD of een vorm van autisme. “Er is meer begrip in de samenleving ontstaan, het taboe is eraf. We weten nu veel meer. Maar door de toenemende invloed van prikkels van buitenaf zoals internet, reclame en televisie hebben mensen ook meer last van hun aandoening en horen we er meer over.” BEGRIP Bij VTL-leerbedrijf Scheepvaartonderneming Visser leidt eigenaar Marcel Visser al een aantal jaren BBLleerlingen op zijn schip op tot matroos. De BBL’ers combineren werken en school. De leerlingen wonen en
werken een aantal maanden aan boord van zijn schip dat chemicaliën door Europese binnenwateren vervoert. Hij heeft veel ervaring met de begeleiding van leerlingen met ADHD of een vorm van autisme. “Het valt mij op dat leerlingen vaker dan voorheen durven te zeggen dat er iets met ze is. We hebben er nu ook echt namen voor. Vroeger werden ze afgedaan als ‘lastig’ of ‘onhandelbaar’. Nu zie je dat werkgevers er voor openstaan en dat er meer begrip op de werkvloer is.” MAATWERK Het begeleiden van leerlingen met ADHD, PDD-NOS of het Aspergersyndroom vereist volgens Sonja Koster veelal maatwerk en individuele aandacht. “Er bestaan veel verschillende gradaties. Iemand met ADHD is bijvoorbeeld vaak heel druk en impulsief, maar iedere persoon is anders. Waar de ene ADHD’er juist behoefte heeft aan prikkels, heeft de andere dat weer niet. Ik heb jongeren gehad die alleen maar konden leren als de radio aanstond. Dat is juist uit den boze als je uitgaat van het klassieke geval van ADHD, omdat veel ADHD’ers juist snel zijn afgeleid.” DETAILS In alle gevallen geldt volgens haar dat het op de werkvloer belangrijk is om de aandoening bespreekbaar te maken. Blijf met elkaar in gesprek en kijk hoe iemand optimaal kan presteren. Koster: “Voor mensen met PDD-NOS en Asperger is het vaak extra zwaar om goed mee te draaien op de werkvloer. Bij hen zie je veelal veel aandacht voor details en een gebrek aan sociale vaardigheden. Deze mensen hebben bijvoorbeeld moeite met de social talk bij de koffiemachine. Zij zijn vaak bovengemiddeld intelligent en kunnen bijvoorbeeld helemaal in de sterrenkunde opgaan en de rest van de wereld vergeten. Voordeel is dat ze dingen tot op de bodem kunnen uitzoeken.”
Leerlingen met ADHD kenmerken zich veelal door: ✓ Aandachtsproblemen Ze hebben moeite om zich blijvend op een taak te richten. Door allerlei prikkels uit de omgeving kunnen zij snel afgeleid zijn. ✓ Impulsiviteit Ze ‘doen’ voordat ze denken. Het antwoord is al gegeven voordat de vraag is afgemaakt. Ze hebben weinig innerlijke controle. ✓ Hyperactiviteit Ze hebben moeite om stil te zitten, ze kunnen niet stoppen met praten en kunnen zich moeilijk ontspannen.
24 PRAKTIJK mei 2009
Tips voor op de werkvloer (ADHD) • Maak het hebben van ADHD bespreekbaar en geef complimentjes. Positieve feedback werkt beter dan op fouten wijzen. • Steun bij het ordenen van de werkzaamheden, neem de dagplanning bijvoorbeeld door. • Geef bewegingsvrijheid. Leerlingen met ADHD moeten regelmatig letterlijk hun energie kwijt door bijvoorbeeld even te lopen.
mei 2009 PRAKTIJK 25
Waterbedrijf Vitens heeft twee BBL'ers op de unit
Regio
Verhuizingen aan het werk via Start People.
Nog meer tips voor de werkvloer? Vraag de brochure ‘Omgaan met leerlingen met ADHD/PDDNOS/Aspergersyndroom’ van kennis centrum VTL aan via
[email protected]
PRIKKELS Als matroos in opleiding op een schip heb je een vrij leven, zegt praktijkopleider Marcel Visser. “Dat zou ADHD’ers of autisten eigenlijk in gevaar moeten brengen omdat vastigheid en routine voor hen heel belangrijk is. Maar tegelijkertijd bestaat werken op een schip ook uit een hoop structuur, regels en wetjes. Dit is voor hen, vooral in het begin van het leerproces, heel belangrijk. Het biedt houvast.” Hij vindt de leerlingen verder niet bijzonder of specifiek, benadrukt hij. “Ze zijn anders, maar toch hetzelfde. Als praktijkbegeleider bied je handvatten voor de toekomst. Je leert ze om te gaan met de aandoening op de werkvloer en leidt ze op om zelfstandig te worden. Maar net zoals ieder ander moeten ze het zelf doen. Als ik zo terugkijk heb ik eerlijk gezegd alleen maar positieve ervaringen.” Een oud-leerling met ADHD werkt nu zelfs bij hem in vaste dienst. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is ADHD geen psychologisch, maar een neurologisch probleem. Sonja Koster: “Bij Asperger en PDD-NOS weten we wel al langer dat het om een stoornis in het functioneren van de hersenen gaat. Het is zeker niet alleen negatief, je moet er alleen goed mee om leren gaan als je het hebt. Iemand met ADHD bijvoorbeeld mist in feite een filter waardoor alle prikkels van buitenaf naar binnen komen. Het is lastig om de belangrijke prikkels te onderscheiden van de minder belangrijke prikkels.” MANNENWERELD Ook Visser merkt dat sommige mensen nog steeds denken dat het in de psyche zit. “Af en toe hoor ik wel dat werkgevers twijfelen om met dit soort leerlingen in zee te gaan. Dan denken ze dat er iets mis is ‘in het koppie’. De scheepvaart vergt veel van je, matrozenwerk kan gevaarlijk zijn. Consequentie is een must.” Maar over het algemeen worden mensen in de scheepvaart volgens hem bijna niet op dit soort aandoeningen aangekeken. “Als je er zelf niet mee om kan gaan, wordt je er wel op afgerekend. Kijk, de scheepvaart is een mannenwereld waar we elkaar heel rechtstreeks en direct aanspreken. Die benadering is in de begeleiding bij ADHD’ers of autisten juist heel belangrijk. Bij ons gaat alles bijvoorbeeld volgens afspraak waardoor je weet waar je aan toe bent. We overleggen continu met
Leerlingen met het Aspergersyndroom kenmerken zich veelal door: ✓ Gebrek aan sociale vaardigheden Ze hebben moeite met het aangaan en onderhouden van sociale contacten. ✓ Eenzijdige interesses Vaak houden ze zich op een gedetailleerde en obsessieve wijze bezig met eenzijdige interesses. ✓ Slechte motoriek Ze bewegen vaak traag en houterig en hebben minder expressieve gelaatsuitdrukkingen.
26 PRAKTIJK mei 2009
elkaar, je gaat zo laat naar bed en je moet er zo laat weer uit.” EINSTEIN Mensen met ADHD of een vorm van autisme zijn in alle sectoren te vinden, vertelt Sonja Koster. “Over het algemeen kun je zeggen dat ze vaak een plek vinden in een werkomgeving waar ze veel bewegingsvrijheid hebben en hun eigen ding kunnen doen.” Deze mensen beschikken juist ook over een aantal opvallend positieve eigenschappen. “Sommige ADHD’ers kunnen bijvoorbeeld veel dingen naast elkaar doen. Tijdens een vergadering kunnen ze snel van A naar B schakelen, sneller dan de gemiddelde Nederlander. Het zijn ook vaak harde werkers want ze hebben veel energie. Ook staan ze bekend om hun creativiteit. Ik ken iemand die een leidinggevende functie binnen justitie heeft en ik heb weleens een politicus met het Aspergersyndroom in mijn praktijk gehad. Newton en Einstein waren ook autistisch.” SCHAAMTE In de begeleiding is het zeer belangrijk om enkelvoudige, korte opdrachten in concrete taal te geven, vervolgt Koster. “Iemand met ADHD heeft bijvoorbeeld ‘een orkest in zijn hoofd zonder dirigent’. Dat is een drukte van jewelste. Als je een drievoudige opdracht geeft, horen ze het eerste stukje nog wel, maar daarna niet meer. Stel ook samen prioriteiten, schrijf die op en wees duidelijk over wat je van een leerling verwacht. Kijk samen naar hoe de leerling zijn kansen kan benutten en creëer duidelijkheid in relaties en functies.” Een praktijkopleider heeft een hele wereld gewonnen als hij betrokken is en openstaat voor iemands verhaal, benadrukt Marcel Visser. Ik merk dat sommige leerlingen niet zomaar durven te zeggen dat ze bijvoorbeeld Asperger hebben omdat ze zich er toch een beetje voor schamen. Door structuur en duidelijkheid te bieden en veel met elkaar te praten zie je dat mensen beter inzicht krijgen in hoe ze het beste met struikelblokken om kunnen gaan. Dat geldt in principe voor iedereen, maar bij hen moet je er in de begeleiding net iets meer aandacht aan besteden. Als dat op een gegeven moment lekker loopt, zijn ze niet anders dan anderen.”
Leerlingen met PDD-NOS kenmerken zich veelal door: ✓ Onhandig en angstig gedrag in sociale situaties Ze hebben weinig kaas gegeten van non-verbaal gedrag (zoals oogcontact of expressie gezicht) ✓ Een eenzame, gesloten indruk Er zit weinig wederkerigheid in hun contacten met anderen. ✓ Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines Ze zijn angstig voor veranderingen.
Tips voor op de werkvloer (Asperger/PDD-NOS) • Praat met elkaar over het hebben van PDD-NOS of het Aspergersyndroom zonder de persoon te diskwalificeren. • Stel geen hoge eisen op sociaal gebied, geef duidelijke en heldere opdrachten. • Kondig ‘feestelijkheden’ en andere afwijkingen van de dagelijkse gang van zaken aan en vertel hoe daar in het bedrijf mee wordt omgegaan.
Los het op in de regio Te weinig aanbod van vakmensen in de eigen regio? Doe er wat aan met de betrokken partijen. Arbeidsmarktinterme diair Start People Leer-werkbanen in Doetinchem zag een tekort aan administratief medewerkers en kwam samen met ROC Graafschap College en ECABO in actie. TEKST LUCY HOLL FOTO rainier isendam
Een kleine twintig mensen tussen de 18 en 37 jaar oud volgt nu een twee jarige BBL-opleiding Administratief medewerker. Ze werken vier dagen in de week bij bedrijven in de regio en gaan één dag in de week naar school. De bedrijven hebben meteen wat aan de kandidaten en de deelnemers stevenen af op een mbo-diploma op niveau 2. Het gaat om mensen die graag een administratieve functie wilden, maar voorheen nauwelijks ingezet konden worden door Start People omdat ze niet de juiste diploma’s hadden. Het BBL-traject biedt hen nieuwe perspectieven. INVESTEREN “Deze constructie met de deelnemende partijen in de regio werkt”, stelt Margreeth Bakker, unitmanager Leer-werkbanen bij Start People in Doetinchem. “Wij signaleren waar de bedrijven behoefte aan hebben op de arbeidsmarkt. We hebben een soortgelijk project al eerder voor banen in de transport- en logistieke sector
een beroep te leren en een diploma te halen.” De twee zijn leergierig en hebben een prima arbeidsethos, vindt Germa van de Pavert. “Soms moet ik er juist alert op blijven dat het gaat om mensen in opleiding. Ik zie het verschil met de andere collega’s vaak al niet meer.”
Tip Is deze con structie ook wat om tekorten aan vakmensen in uw gaan? Bespreek het met uw kenniscentrumadviseur.
opgezet en zagen nu mogelijkheden in de administratieve richting.” Momenteel is er natuurlijk een terugval in vacatures, maar de bedrijven hebben het de afgelopen jaren erg druk gehad in de regio en bovendien komt de vergrijzing eraan. Margreeth Bakker: “Wachten we tot het tekort echt nijpend wordt of investeren we nu met zijn allen in de regionale arbeidsmarkt en zorgen we dat die goed opgeleide mensen straks klaar staan? Wij kiezen het laatste.”
LEERLING IN BEELD Natuurlijk zit er bij Start People Leer-werkbanen ook een commerciële reden achter het BBL-traject. “Wij detacheren de deelnemers, de bedrijven betalen de gewerkte uren, maar ze krijgen veel extra’s: wij betalen de opleidingskosten, onze mensen komen regelmatig langs.” Start People Leer-werkbanen zocht de leerbedrijven en ECABO regelde de erkenningen. De praktijkopleiders op de werkvloer hebben de ECABO-workshop ‘Leerling in beeld’ gevolgd.
GAANDEWEG Waterbedrijf Vitens in Arnhem heeft twee BBL’ers via Start People rondlopen op de unit Verhuizingen. Teamleider Germa van de Pavert is enthousiast: “Wij hebben er twee administratief medewerkers bij die we meteen actief in konden zetten. Deze constructie biedt de BBL’ers een unieke mogelijkheid om alsnog
LEERGIERIG Het was even doorwerken om voldoende geschikte leerwerk plekken te vinden en de bedrijven goed uit te leggen wat de voordelen van de BBL-variant zijn. Margreeth Bakker: “De medewerkers vragen wat inwerktijd. Maar ze zijn gemo tiveerd en nemen initiatief. Ze willen heel erg graag werken en leren.” mei 2009 PRAKTIJK 27
Dubbelportret
GRAFIMEDIA
PRAKTIJKOPLEIDER ROGIER:
LEERLING YOERI:
‘Een leerling begeleiden is een bijzondere samenwerking’
‘Het eerste wat me opviel aan Rogier was zijn oneindige motivatie’
LEERLING EN PRAKTIJKOPLEIDER VERTELLEN WAT ZE VAN ELKAAR VINDEN. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO’S annet delfgaauw
PRAKTIJKOPLEIDER ROGIER WIELAND (35) Is directeur, eigenaar en vormgever in de eenmanszaak die zijn eigen naam draagt. Hij heeft voor de tweede keer een duo stagiairs onder zijn hoede: Yoeri Remmig en Daan Timmer. LEERLING YOERI REMMIG (21) Is leerling Mediavormgeving aan het Grafisch Lyceum Rotterdam.
Rogier: “Ik heb mijn vormgevingsstudio aan huis en met twee stagiairs is het wat aanpassen natuurlijk. Maar met een paar huisregels gaat het heel goed. Ik moet alleen wel meer brood in huis halen…” Yoeri: “Het valt best wel mee met die regels. Regels heb je overal en ik voel me hier sinds het begin al thuis.” R: “Na de kunstacademie in Den Haag ben ik begonnen als vormgever. Eerst bij verschillende bedrijven, later als zelfstandige. Op de kunstacademie had ik al filmpjes gemaakt en dat doen we hier nu ook steeds meer.” Y: “Ik had me de stage heel anders voor gesteld. Ik dacht echt aan een groot bedrijf met een groot pand. Het is gezellig rommelig. Overal staan boeken over vormgeving, foto28 PRAKTIJK mei 2009
grafie en noem maar op. Op die schildersezel staat een kersvers schilderij van mij. En ook staan hier de rekwisieten die we gebruiken bij de audiovisuele producties van het bureau.” R: “Dat mijn eenmanszaak erkend leerbedrijf werd, had alles te maken met die AV-producties. Ik kreeg een grote opdracht uit Italië waarbij we voor een online encyclopedie een soort geanimeerde illustraties moeten maken. Ik wilde niet gaan werken met personeel, maar stagiairs leek me wel een goede oplossing. Van een collega-bedrijf begreep ik dat er weinig stageplaatsen waren voor ‘illustratie-studenten’ en dat was nu precies waarnaar ik op zoek was.” Y: “Toen kreeg je ineens wel een taak erbij!” R: “Ja, GOC heeft mijn bedrijf erkend en ik was ineens praktijkopleider. Ik vind het wel een leuke aanvulling. Ik vind het leuk anderen iets te leren, te begeleiden en het werk inhoudelijk te bespreken met mensen. En het is interessant om je visie aan anderen door te kunnen geven.” Y: “Het eerste wat me opviel aan Rogier was zijn oneindige motivatie. Hij kan ongelofelijk, bijna emotioneel, over een opdracht praten. Dat is echt inspirerend. Soms gaat hij echter wel te snel. Hij is in gedachten dan al zo ver dat hij in zijn verhaal naar ons een paar stappen overslaat; misschien is dat een schaduwkant van zijn motivatie. En soms is het
gewoon te veel. Als je constant wordt gevoed, zit je op een gegeven moment echt vol.”
doodzonde dat ze daar op hun school niets meer aan doen.”
R: “Ik vind het belangrijk om het te horen als ze het niet met me eens zijn. Een compliment krijgen is leuk maar het goede gevoel duurt maar kort. Goed gemotiveerde kritiek is echt veel interessanter.”
Y: “Het kan wel op school, maar dan moet je een plusklas doen. Zeker als je wilt doorstromen naar de kunstacademie is dat wel belangrijk. Je zit dan echt een paar treden hoger.”
Y: “Ik heb ook geen moeite met kritiek krijgen. Het helpt me te realiseren waar ik mee bezig ben. Ik probeer kritiek goed op te pakken en er iets mee te doen.”
R: “Een leerling begeleiden is een bijzondere samenwerking. Ik voel me meer manager dan coach. Meer de aanvoerder van het team, al is het soms een rare dubbelfunctie. Want de productie moet wel door en daarvoor moet ik alles voorbereiden.”
R: “Ik heb helemaal geen moeite om kritiek te geven. Ik denk bijvoorbeeld als ontwerper. Dat is mijn vak. Yoeri werkt nog erg vanuit zijn gevoel en dat kan niet altijd als je in opdracht werkt. En soms merk ik ook dat zij echt alweer van een andere generatie zijn. Van mijn generatie zei men al dat we niet vooruit te branden waren…”
Y: “Maar Rogier deelt niet alleen opdrachten uit, hij werkt echt met ons samen. Ik zie hem ook nauwelijks als baas. Ik heb meer het idee dat ik er een vriend bij heb gekregen.”
Y: “… en ons vind je heel snel afgeleid.” R: “Hun motivatie is ook anders. Ik gaf ze laatst een opdracht waarbij ze van twee vormen een bewegende animatie moesten maken. Als ze hetzelfde hadden kunnen doen met bijvoorbeeld het Playstation-logo, dan hadden ze de opdracht veel interessanter gevonden. Terwijl het daar natuurlijk niet om gaat. En nog een verschil: wij werden op school nog gedwongen dingen met de hand te doen. Daar leer je heel veel van. Ik vind het
De eenmansvormgevingsstudio van Rogier Wieland aan de statige Waldeck Pyrmontkade in Den Haag is sinds het begin van dit schooljaar erkend leer bedrijf van GOC. Samen met twee stagiairs werkt Rogier aan uiteen lopende vormgevingsopdrachten met het accent op audiovisuele producties. Kijk voor zijn opvallende werk op www.rogierwieland.nl.
mei 2009 PRAKTIJK 29
Eigen PIB-project opzetten? Het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs, kortweg PIB, stimuleert mbo’ers en hbo’ers op allerlei manieren om buitenlandervaring op te doen tijdens hun beroepsopleiding. Ze gaan erheen voor stages, voeren uiteenlopende opdrachten voor bedrijven uit of hebben uitwisselingsprogramma’s. Bijvoorkeur zetten mbo- en hbo-instellingen de projecten in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven op. PIB is een samenwerkingsverband van het ministerie van EZ, het ministerie van OC&W, de MBO Raad, de HBO-raad en MKB-Nederland. Het EZ-agentschap EVD Internationaal Ondernemen voert het uit. Een project mag maximaal € 75.000 kosten, waarvan bij toekenning de EVD 50% voor zijn rekening neemt.
Leerlingen helpen bedrijven bij oriëntatie op buitenlandse markten
Nuttige opdrachten in den vreemde Internationale samenwerking is ‘hot’ in het onderwijs. Daarom is er PIB, het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs. Mbo’ers en hbo’ers doen stages of bedrijfsopdrachten in den vreemde en komen met stevige internationale bagage de arbeidsmarkt op. Maar wat hebben bedrijven eraan? Ondernemers vertellen hun verhaal. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN beeld def
“De inzet van leerlingen is een mooie manier om je te oriënteren op de buitenlandse markt”, stelt Dick van Raalte, directeur van Mars & More in Zwolle, een groothandel in home & garden-producten. De producten worden veelal in eigen beheer ontworpen en verkocht in gift- en interieurshops, kookwinkels en tuincentra in heel West-Europa. Twee mbo-leerlingen van het Deltion College in Zwolle vroeg hij om een oriënterend onderzoek te doen naar de Poolse markt. 30 PRAKTIJK mei 2009
“Ze hebben eind vorig een uitgebreid desk-onderzoek gedaan naar de marktsituatie in Polen”, vertelt Van Raalte. “Dat heeft geleid tot een gedegen rapport. Als vervolg daarop zijn ze nu afgereisd naar Krakau, voor een nadere analyse. Ik heb ze op pad gestuurd met de opdracht om terug te komen met een shortlist van mogelijke distributeurs of agentenschappen die met onze producten de markt op zouden willen. Dat is voor mij de basis om zelf contacten te gaan leggen.” CONCREET EN REËEL De inzet van mbo’ers is het Zwolse bedrijf goed bevallen. “Je haalt niet alleen extra capaciteit in huis, maar ook een frisse blik”, zegt Dick van Raalte. “En voor leerlingen is het een goede zaak om eens bezig te zijn met zakendoen buiten de landsgrenzen. Zo’n onderzoek uitvoeren kost heel veel tijd, en daar hebben we geen ruimte voor. Ik kan het iedere ondernemer aanraden.” Een tip wil hij nog meegeven. “Geef de leerlingen wel een reële opdracht mee. Als er iets uitkomt, moet je er ook een vervolg aan kunnen geven. Een oriëntatie op bijvoorbeeld de Pakistaanse markt zou in ons geval niet echt nuttig zijn geweest. Het is voor iedereen heel stimulerend om met een haalbaar project aan de slag te gaan.”
Ook een PIB-project opzetten? Kijk op www.evd.nl/pib. In het tijdschrift Go Abroad (te downloaden via ‘Publicaties’) staan veel inspirerende voorbeelden van wat mogelijk is.
GEMENGDE GEVOELENS Hans Verhoef, directeur van Algra Mocca d’Or in Zwolle, heeft gemengde gevoelens overgehouden aan deelname aan een internationaal project van het ROC in de regio. “Wij hebben de leerlingen gevraagd om een verkenning te maken van mogelijke bedrijven in Portugal waarmee wij kunnen samenwerken. Als kleinere, ambachtelijke koffiebrander ben je voort durend op zoek naar nieuwe markten en partijen die jouw producten daar aan de man kunnen brengen. We hebben een lijst van criteria opgesteld waaraan potentiële partners zouden moeten voldoen. Daar zijn de leerlingen mee aan de slag gegaan.”
leerlingen wel hadden opgenomen. Ze weten in feite toch te weinig van ons bedrijf af.”
TE WEINIG PRAKTIJKGERICHT De opdracht leverde weliswaar een uitgebreid rapport op, maar daar kon het bedrijf toch niet echt goed mee uit de voeten. “Leerlingen zitten toch nog heel erg vast aan de theoretische modellen die ze op school leren. Ze kunnen een marketingplan opstellen zoals ze dat geleerd is, maar je mist de aansluiting bij de specifieke situatie van je eigen bedrijf. Als je dan de marktanalyse bekijkt, kom je zelf toch een aantal keer tot andere conclusies. Zo zijn er op basis van onze kennis en wensen geselecteerde partners afgevallen, die de
OPBRENGST De groep leerlingen bij Algra Mocca d’Or is uiteindelijk naar Portugal afgereisd, maar kon daar niet veel meer toevoegen aan het onderzochte; de taalbarrière bleek groot. Voor Verhoef zijn de ervaringen reden geweest om zich nog eens achter het oor te krabben over deelname aan dit soort projecten. “Voor ons heeft het te weinig opgeleverd; ik had me er meer van voorgesteld. Ik denk dat het in kaart brengen en bewerken van nieuwe markten wellicht ook iets is dat je niet moet overlaten aan leerlingen.”
GOED VOORBEREIDEN De ervaringen van de twee ondernemers maken duidelijk dat deelname aan een internationaal project wel wat kan opleveren, mits de praktijkvraag van het bedrijf echt centraal staat. Het is cruciaal om de jongeren goed voor te bereiden op hun opdracht en hen voort durend bij te sturen. Bewaak de aansluiting van hun werkzaamheden bij de vraag vanuit het bedrijf. Een goede voorbereiding en afstemming met de onderwijsinstelling is een voorwaarde voor een succesvol traject.
mei 2009 PRAKTIJK 31
File Artiesten over de grens Als er één beroepsgroep over landsgrenzen heen actief is, dan zijn dat wel artiesten. Voor een optreden, een masterclass, een opname, een festival. Bij Roots & Routes Impresariaat hebben ze dat als geen ander begrepen. Het leerbedrijf bestaat pas anderhalf jaar, maar werd al meteen gelijk genomineerd voor de prijs voor het Beste leer bedrijf internationaal 2009. Het ministerie van Economische Zaken reikt deze prijs ieder jaar uit aan een Nederlands bedrijf dat mbo-leerlingen een internationale stage biedt. De kenniscentra ECABO, Calibris en GOC droegen Roots & Routes Impresariaat bij de jury voor. “Wij organiseren stages voor uitvoerende artiesten”, legt Maarten Gulickx, teamleider bij Roots & Routes uit. In samenwerking met internationale partnerorganisaties in negen landen biedt het leerbedrijf internationale stages voor aan
komende artiesten. Voor kunstvakonderwijsleerlingen is het behoorlijk lastig om geschikte stageplaatsen te vinden. Roots & Routes helpt leerlingen van de mbo-opleidingen Kunst van het Albeda College en van het ROC van Amsterdam daar actief bij, via het impresariaat. “Daarbij kijken we bewust ook naar de internationale mogelijkheden, omdat die een essentieel deel uitmaken van hun toekomstige werkkring.” Per jaar gaan zo’n 120 leerlingen de grens over. Zo traden ze bijvoorbeeld op tijdens het Hipnotik Festival in Barcelona en het Brouhaha Festival in Liverpool. Zes dansstudenten deden mee aan uitwisselingsproject Umoja in Kenia. SOCIALE COMPETENTIES Vanaf dag één dat de toekomstige artiesten aan hun opleiding beginnen, worden ze aangesproken als volwaardig beroepsbeoefenaar. “We verwachten van hen dat ze serieus werk maken van hun carrière”, stelt
Maarten Gulickx. “Dus oriëntatie op het buitenland hoort daar gewoon bij.” Voor velen is de internationale stage de eerste keer dat ze in hun eentje naar het buitenland vertrekken. “Het doet een geweldig appel op hun sociale vaardigheden. Opeens zijn ze in hun eentje in een vreemde omgeving, met een andere taal en andere gewoonten. Daar leren ze heel veel van. Ze komen vaak meer volwassen en zelfstandiger terug van zo’n stage.” AANMOEDIGING Dat Roots & Routes al zo snel een nominatie voor het beste Internationale leerbedrijf mocht ontvangen, was voor iedereen bij het impresa riaat een aangename verrassing. “Het is een enorme opsteker. Blijkbaar spreekt de aanpak tot de verbeelding. Het is ook een enorme pluim voor het Albeda College, dat zijn nek heeft uitgestoken met dit project. We zien het als een aan moediging om door te gaan op de ingeslagen weg!”
To...
View
Insert Format Tools Actions
Help
zorg
Redactie Praktijk (
[email protected])
Cc... Subject:
Mijn stage bij Zeelandia
Attachment:
vrachtwagen.jpg, Jaivy.jpg, distributiecentrum.jpg, rijlessen.jpg, inladen.jpg, koffie_drinken.jpg
Beste Praktijkredactie, Hier is mijn dagboek. Hiervoor deed ik de opleiding Warehousmedewerker (niveau 2). Toen liep ik ook al stage bij Zeelandia. Ik loop hier dus al een tijdje rond! Een allrounder heeft me ingewerkt in het distributiecentrum. Naast dit werk doe ik op dit moment een rijopleiding van twee weken voor rijbewijs B. Aansluitend ga ik mijn vrachtwagenrijbewijs C en C5E halen. Alles gaat via kenniscentrum VTL. > Maandag Ik begin om 8.00 uur in het distributiecentrum. Ik haal het lege plastic uit het magazijn op en veeg met de veegmachine. Ik leer hier hoe het proces gaat vanaf bestelling tot aan aflevering bij de klant. Na de koffie ga ik aan de slag om alles klaar te zetten voor de route van een van de chauffeurs. Met een orderpikker haal ik producten uit het magazijn. Ik kan het goed vinden met alle collega`s, zij behandelen mij als een van hun.
JAIVY GILJAM (18) volgt de opleiding Chauffeur goederenvervoer (BBL, niveau 2) aan het Markiezaat
> Dinsdag Ik ga al om 6.00 uur aan de slag op de heftruck. Ik breng lege pallets met de heftruck bij de vatenspoel en neem gelijk schone pallets mee terug. Daarna mag ik op een reachtruck, de volle pallets in het magazijn zetten. Mijn stagebegeleider Jan den Boer vraagt regelmatig hoe het met me gaat. Ik kan ook altijd bij hem terecht voor vragen.
College in Bergen op Zoom en loopt stage bij erkend VTL-leerbedrijf Zeelandia in Zierikzee. Zeelandia is gespecialiseerd
Column Wim van der Meeren, lid raad van bestuur van het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg
Menslievende zorg
FOTO St. Elisabeth
Edit
menselijke aspect verder uit te bouwen. We geven onze mensen de ruimte om hun innerlijke drive tot volle wasdom te laten komen. Natuurlijk zijn er regels, blijven er procedures. Maar die moeten goede zorg niet in de weg staan of medewerkers het plezier in hun werk ontnemen.
Jongeren die kiezen voor een loopbaan in de zorg, doen dat vanuit een bepaalde drive. Ze willen zorgen voor anderen. Ze weten hoe je met kwetsbare mensen moet omgaan. Ze kiezen vanuit een intrinsieke motivatie voor dit werk. En toch gaat het onderweg vaak ergens mis. Werkdruk, regels, procedures, noem het maar op; het zijn allemaal factoren die de menselijke kant van de zorg afhalen. Het maakt dat mensen zich onder druk gezet voelen, waardoor de zachtere, menselijke kanten al snel verloren gaat. En dat is doodzonde.
We beginnen, samen met de Universiteit van Tilburg, een aantal learning communities in ons ziekenhuis waarin we aan de slag gaan met verdere verdieping van die menslievende zorg. We roosteren mensen vrij zodat ze deel kunnen nemen aan de communities. En dat gaat niet ten koste van het zorgbudget, want het benodigde geld wordt extern geworven. Ter ondersteuning van die actie is de website www.liefziekenhuis.nl in de lucht.
Ziekenhuis
32 PRAKTIJK mei 2009
in het ontwikkelen, produceren, verkopen en distri bueren van bakkerijingrediënten.
Ik roep regelmatig dat ik bij ‘het liefste ziekenhuis van Nederland’ werk. Dat is eigenlijk een beetje voor de muziek uitlopen. Het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg moet de plek worden waar de beste, mens lievende zorg wordt gegeven. Niet dat we nu niet ons best doen, maar het moet nog beter.
Menslievende zorg is ook een kwestie van bewustzijn: je realiseren dat die hand op die schouder heel belangrijk is. Menslievende zorg hoeft geen uren te kosten; een welgemeende vraag hoe het vandaag gaat, kan voor een patiënt al heel veel betekenen. De komende jaren gaan we er alles aan doen om dat
> Woensdag Om 8.00 uur moet ik in Goes zijn voor mijn rijlessen. Na een korte uitleg over kruisingen gaan we rijden. Op de snelweg legt mijn rijinstructeur uit hoe ik het veiligst in kan voegen. Daarna mag ik een rondje door Goes rijden. > Donderdag En weer heb ik rijlessen. We rijden naar Middelburg om daar de voorrangsregels toe te leren passen. Na mijn opleiding ga ik het liefst de vrachtwagen op. Dat wil ik al van jongs af aan. Ik zou het erg leuk vinden als dat bij Zeelandia kan! > Vrijdag Ik ga weer aan het werk in het distributiecentrum. Ik begin met de pallets in de stellingen zetten. ’s Middags help ik een chauffeur met laden. Hij geeft me een paar tips hoe ik dingen het beste in de trailer kan zetten. Nadat de trailer is geladen, mag ik weer terug op de reachtruck. Op vrijdagmiddag drinken we gezellig iets en dan is het weekend! Groet! Jaivy TEKST EN FOTO’S Jaivy Giljam
Send
Menslievende zorg begint bij de mensen die de zorg verlenen. Als opleiders hebben wij een voorbeeldrol voor al die aankomende talenten. Menslievende zorg laat zich in dat opzicht ook prima verbreden naar menslievend opleiden. Koester de mensen die aan de slag willen in deze sector. Stimuleer dat talent en stel in uw opleidingsprogramma die menslievende zorg aan het individu centraal. Zodat straks ieder ziekenhuis mee kan dingen naar de titel ‘Het liefste Ziekenhuis van Nederland’! mei 2009 PRAKTIJK 33
samenwerken
Het Vakwerk zorgt voor hechte samenwerking bedrijfsleven en scholen
Met leerlingen is het goed zakendoen Ondernemer Laurens de Koning runt een aantal eigen bedrijven waarin grotendeels leerlingen uit het beroepsonderwijs aan het werk zijn. En hij is niet de enige: leerbedrijvencentrum Het Vakwerk in Amsterdam drijft op deze constructie tussen scholen, bedrijfsleven en kenniscentra. En alle partijen varen er wel bij. TEKST LUCY HOLL foto's thomas slijper
‘Dat heb je slim geregeld met die leerlingen van je’, krijgt Laurens de Koning, directeur van Quintas Contact Center en Quintas Financial Service Center, wel eens te horen. En dan doet hij maar weer zijn verhaal over hoeveel hij moet investeren in kennisoverdracht en coaching op de werkvloer, en hoeveel energie en geduld deze manier van werken vraagt. En dat zo’n leerbedrijf 34 PRAKTIJK mei 2009
ook alles met maatschappelijk verantwoord onder nemen te maken heeft: het is boeiend om samen met het onderwijs aan een nieuwe generatie goed opgeleide vakmensen te werken. Steeds weer krijgt De Koning nieuwe leerlingen op zijn werkvloer die eerst flink moeten oefenen voordat ze aan opdrachten van klanten kunnen beginnen. “De kwaliteit van de leerlingen is wisselend, je moet weten hoe je hen kunt aansturen. Wie dit soort organisaties op dezelfde wijze wil managen als een regulier bedrijf, redt het niet. Ik ben geen uitbater van een grote groep goedkope werkkrachten die je zo maar op opdrachten weg kunt zetten.” De opzet is tijdrovend, maar het loont doordat het aantal leerlingen dat aan commerciële opdrachten kan werken voldoende groot is, en zij voldoende intrinsieke kwaliteit hebben, aldus de ondernemer. UPC ALS KLANT De Koning heeft momenteel zo’n zeventig leerlingen uit het vmbo, mbo en hbo in zijn Fairwerken-leerbedrijven rondlopen. De nadruk ligt op mbo’ers, bijvoorbeeld van
de opleidingen Financiële beroepen op de mbo-niveaus 3 en 4. Mkb’ers kunnen hun administratie tegen een aantrekkelijke prijs uitbesteden. En ook bedrijven als mediagigant UPC en ABN Amro blijken geïnteresseerd in de inzet van deze medewerkers-in-opleiding. De Koning haalde die twee onlangs als klant binnen. Na een training doen zo’n vijftien leerlingen nu debiteurenbeheer voor UPC, deels op afstand, deels bij UPC zelf.
wat ze al gedaan en geleerd hebben. Hun managers vullen speciale beoordelingsformulieren in. Bij dit zogeheten werkgerelateerd beoordelen passeren alle kerntaken en werkprocessen die bij een bepaalde mbo-opleiding horen de revue. De examinering vindt ook bij het Vakwerk-leerbedrijf plaats. Helemaal aan het eind is er een gesprek tussen leerling, management en de begeleider van school.
RELEVANTE OPDRACHTEN De activiteiten maken deel uit van leerbedrijvencentrum Het Vakwerk. Daarin werkt een heel stel scholen uit het Amsterdamse beroepsonderwijs, waaronder Amarantis Onderwijsgroep, ROC van Amsterdam en hogeschool InHOLLAND, samen met partners uit het bedrijfsleven. Ze zorgen ervoor dat jongeren afwisselende, relevante opdrachten uitvoeren op de werkvloer. Het Vakwerk bestaat dit jaar drie jaar en honderden leerlingen hebben de afgelopen jaren gewerkt in de aangesloten leerbedrijven in onder meer de zakelijke dienstverlening, ICT en media. Klanten kunnen er bijvoorbeeld terecht voor het bijhouden van hun administratie, de organisatie van evenementen, het verzorgen van direct marketing of het bouwen van websites. Bureau Het Vakwerk coördineert de contacten tussen de scholen, de bedrijfspartners en de betrokken kenniscentra, waaronder ECABO. Onder nemers kunnen leerlingen in hun bedrijven laten werken, en het is ook mogelijk om een complete leer afdeling in een organisatie op te zetten, bijvoorbeeld in een ziekenhuis. Leerlingen blijven veelal ergens tussen vier maanden tot een jaar.
EIGEN REKENING De ondernemers voeren de bedrijven voor eigen rekening en risico. Laurens de Koning: “De ondernemer onderneemt, de school niet. De school ligt er niet meteen wakker van als er geen opdrachten zijn. Maar het is een mooie constructie: ik verdien geld, de leer lingen leren, de school kan het praktijkleren uitstekend vorm geven.” De ondernemers halen de orders binnen, verdelen de taken en zorgen voor een goede coaching en beoordeling. Ze waarborgen de kwaliteit door opdrachten in kleine stukken te hakken. Leerlingen van Quintas oefenen bij binnenkomst sowieso eerst met de oude boekhouding van een failliet bedrijf. Als alles helder en duidelijk is en als ze hebben laten zien dat ze het kunnen, mogen ze voor echte klanten gaan werken. “Een complete administratie van een mkb’er voeren gaat natuurlijk een stap te ver. Daarvoor hebben de leerlingen het kennisniveau nog niet”, aldus De Koning. Ze hebben wel voldoende kwaliteit voor gestandaar diseerde taken binnen bijvoorbeeld de debiteuren- of crediteurenadministratie. “Dat is overzichtelijk voor hen en voor ons. De kwaliteit blijft zo goed meetbaar. Als ze steeds weer met een ander bedrijfsproces kennismaken, hebben ze op een gegeven moment het volledige proces in de vingers.”
CONTEXTRIJK De leerbedrijven van Het Vakwerk bieden een context rijke omgeving, zoals dat in de termen van het competentiegericht beroepsonderwijs heet. Wat de leerlingen doen op de werkvloer, maakt belangrijk onderdeel uit van hun opleidingsprogramma. Corrie Mulder van ROC ASA: “Leerlingen zijn net als gewone medewerkers verantwoordelijk voor hun eigen functioneren. Ze worden dagelijks aangesproken op hun manier van werken. Tussentijds zijn er functioneringsgesprekken en worden actieplannen op- en bijgesteld.” Leerlingen houden een portfolio bij met allerlei bewijsstukken van
De ondernemers die met Het Vakwerk samenwerken: - vinden het prachtig om met jonge mensen te werken. - trainen, begeleiden en beoordelen de leerlingen. - zorgen voor professionele bedrijfsvoering in hun leerbedrijf. - zorgen voor opdrachten van klanten. - werken intensief samen met scholen en kenniscentrum. Meer weten over de opzet: www.hetvakwerk-amsterdam.nl en www.vakwerkendleren.nl (online vanaf mei 2009)
mei 2009 PRAKTIJK 35
Volgend nummer een 2e o verzicht: Wat bied en de kennisc entra aa n leerbedri jven?
Scala aan diensten en producten speciaal voor praktijkopleiders
Winkelen bij de kenniscentra Wat bieden de kenniscentra nu precies aan praktijkopleiders in leerbedrijven? We geven u een beknopt overzicht van het gevarieerde pakket aan diensten en producten van de, vanaf dit nummer, vijf kenniscentra die samen Praktijk uitgeven: Calibris, ECABO, GOC, Kenteq en VTL. TEKST CALIBRIS, ECABO, GOC, KENTEQ, VTL
1
Vraag advies en begeleiding
Calibris, ECABO, GOC, Kenteq, VTL: ondersteuning en advies. De adviseurs gaan graag het gesprek met u aan over de rol van de praktijkopleider en hoe u kunt omgaan met bijvoorbeeld het werven, inwerken, begeleiden en beoordelen van leerlingen. Bel voor de adviseur bij u in de buurt: - Calibris, 030 750 78 88 ( zorg, welzijn en sport) - ECABO, 033 450 46 02 (economisch-administratie, ICT, orde en veiligheid) - GOC, 0318 539 111 (grafimedia-, AV-productie, podium - en evenementenbedrijven) - Kenteq, 035 750 45 04 (metaal, werktuigbouwkunde, distributie- installatie-, elektro- en koudetechniek) - VTL, 0900 1442 lokaal tarief (transport en logistiek) Verder: • Calibris: Focus op Instroom, advies en begeleiding rondom leerlingen van mbo-niveau 1 en 2. Meer informatie: 030 7507000 • ECABO: extra ondersteuning bij de begeleiding van mbo-leerlingen op niveau 1 en 2, bijvoorbeeld via de gratis workshop ‘De leerling in beeld’. Meer informatie: 033 450 46 20. • Kenteq: MentorPlus. Opleidingsadviseurs nemen onderdelen van de begeleiding van uw leerlingen op de werkvloer over. Meer informatie: via de Kenteq-districtskantoren, www.kenteq.nl.
2
Kijk op de kenniscentrasites
• Calibris: www.calibris.nl/leerbedrijf of kijk op www.praktijkopleiden.nl •E CABO: kijk op www.ecabo.nl/praktijkopleiders • GOC: ga naar www.goc.nl/praktijkleren.aspx •K enteq: ga bijvoorbeeld naar www.mijnkenteq.nl • VTL: kijk op www.vtl.nl of www.depraktijkopleider.nl. Op deze laatste kunnen praktijk opleiders digitaal in discussie.
trainingen
• Calibris: diverse trainingen waaronder ‘Omgaan met problemen in de begeleiding’, ‘Coachen van leerlingen’ en ‘Coachen van werkbegeleiders’. Kijk op www.calibriscontract.nl of bel 030 7507000. • ECABO: pakket aan trainingen voor praktijk opleiders, waaronder ‘Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk’ en ‘Competentiegericht begeleiden en beoordelen’. Kijk op www.ecabo.nl (onder ‘praktijkopleiders’) of bel 033 450 47 32. • GOC: driedaagse ‘Basistraining praktijkopleiders’, gericht op basiskennis en vaardigheden 36 PRAKTIJK mei 2009
3
om leerlingen te begeleiden en beoordelen. Kijk op www.goc.nl (onder ‘productaanbod’) of bel 0318 53 91 11. •K enteq: diverse trainingen, waaronder ‘Praktijk opleider praktijkleren’ en ‘Coachen en motiveren van leerling(en)’. Kijk op www.mijnkenteq.nl (zoek op ‘praktijkopleider’) of bel 035 750 42 42. • VTL: training ‘Praktijkopleider Basis’ en ‘Praktijkopleider Gevorderd’. Met veel aandacht voor competentiegericht opleiden Kijk op www.vtl.nl (onder ‘praktijkopleider’) of bel 0900 1442. Op de site staat ook een Ervaringscheck.
4
Gebruik speciale leermiddelen op uw werkvloer
• Calibris: ‘BPV in bedrijf; een werkwijzer voor de opzet/uitvoering van de BPV’. Te bestellen of down loaden via www.calibris.nl/leerbedrijf (kijk onder ‘leerlingbegeleiding’ > ‘beroepspraktijkvorming’). • ECABO: ‘Werkboek AKA praktijk’, vol praktijkopdrachten voor de uitstroom Economie, specifiek gericht op het werken op een kantoor. Download het gratis via www.ecabo.nl/bedrijven/uitgaven/praktijkleren • GOC: Leerwerken online next, een e-learningprogramma voor vmbo-stagiairs. Interesse? Neem contact op met uw adviseur.
5
• Kenteq: - Techniekstad, digitale leermiddelensite met uitgebreid pakket aan didactische en onder steunende producten. Kijk op www.techniekstad.nl - Leermiddelenshop. Leermiddelen voor (v)mbo in de elektro-, installatie- en de technische branche. Kijk op http://leermiddelenshop.kenteq.nl • VTL: waaier met praktische ondersteuning voor de praktijkopleiders. Op de waaier staan de werkprocessen die een leerling moet doorlopen tijdens zijn stage. Vraag hem aan via
[email protected].
Vraag de speciale publicaties voor praktijkopleiders aan
• Calibris: - diverse brochures waaronder ‘Handreiking beroeps praktijkvorming’ en ‘Tips & trucs: leren van leerbedrijven’. Kijk op www.calibris.nl/leerbedrijf - diverse evaluatieformulieren, waaronder ‘Waardering BPVplaats door werkbegeleider’. Kijk op www.calibris.nl/leerbedrijf (bij ‘kwaliteitsbevordering’ > ‘producten kwaliteitsbevordering’) • ECABO: - digitale nieuwsbrief ‘Laat stages werken!’ met tips, trucs en praktische informatie over stagebegeleiding. Abonneer u via www.ecabo.nl/praktijkopleiders - ‘Gevraagd? Bekwame praktijkopleiders!’, ‘Draaiboek voor praktijkopleiders’, ‘Investeren in leren’ en ander foldermateriaal. Download het via www.ecabo.nl/praktijkopleiders - ‘Van naveltruitje tot slappe koffie: tips voor uw stagiair’. Vraag het aan via www.ecabo.nl/praktijkopleiders • GOC: - brochure Praktijkleren. Download hem via www.goc.nl/praktijkopleiden-in-uw-bedrijf.aspx - infomap praktijkopleiders met uitgebreide informatie over de rol van de praktijkopleider, inwerkprogramma, coaching en meer. Vraag hem aan bij uw adviseur. • Kenteq: - ‘Praktijken’, uitgave met interviews met praktijkopleiders over hun motivatie, de liefde voor het vak, de zorg voor de leerlingen. Vraag het aan via
[email protected] -‘Up2date’, digitale nieuwsbrief van Kenteq Training en Advies. Neem een abonnement via www.mijnkenteq.nl • VTL: - ‘Handboek Praktijkopleiders’. Informeer ernaar via
[email protected]. - ‘Omgaan met leerlingen met ADHD/PDD-NOS/Asperger-syndroom’, brochure voor praktijkopleiders. Vraag gratis aan via
[email protected].
6
Kom naar bijeenkomsten voor praktijkopleiders
Alle vijf kenniscentra: bijeenkomsten voor praktijkopleiders in de regio van kenniscentra en scholen. Informeer bij uw adviseur of ROC. • Calibris: regiobijeenkomsten met een speciaal thema. Kijk op www.calibris.nl onder ‘Calibris in de regio’. • ECABO: verkiezing Praktijkopleider en Leerbedrijf van het Jaar 2009. Kijk op www.ecabo.nl/verkiezing • GOC: regiobijeenkomsten met een specifiek thema. Kijk op www.goc.nl (ga naar ‘praktijkleren’) • Kenteq: - Vereniging Pactt, Praktijkopleiders Actief in Techniek. Lidmaatschap is gratis. Kijk op www.pactt.nl - Verkiezingen Beste Leerbedrijf. Kijk op www.kenteq.nl. • VTL: verkiezing Praktijkopleider en Leerbedrijf van het jaar. Kijk op www.depraktijkopleider.nl
mei 2009 PRAKTIJK 37
calibris
Nieuws
Kracht van inspiratie
work
shop
Op 15 oktober biedt Calibris bij ROC Midden Nederland in Amersfoort opnieuw de workshop ‘De kracht van inspiratie’. Die werd eerder succesvol op het V&VN Congres 2009 gehouden. Hoe inspireer je een leerling tot leren? Hoe prikkel je zijn nieuwsgierigheid? De workshopdeelnemers gaan op zoek naar wegen tot inspiratie van de leerling én van henzelf als praktijk-/werkbegeleider. Kijk op www.vriendenvanhetcongres.nl (onder ‘Scholing’) voor meer informatie.
GOBnetwerkers Werkt u in de welzijnssector of in de zorg, als docent of leerling? Maak uw vak of opleiding bekend! Ga via e-mail vragen van geïnteresseerden beantwoorden als GOBnetwerker, via de site www.gobnet.nl. GOBnet is dé landelijke voorlichtingssite over opleidingen en beroepen in zorg en welzijn. Er staan nu al meer dan driehonderd beroepen en opleidingen op, van mbo tot universitair niveau. Leerlingen kunnen zich zo breed oriënteren en vragen stellen. Wilt u GOBnetwerker worden? Kijk dan op www.GOBnet.nl (ga naar 'zelf voorlichten').
‘Beroepsvaardigheden Kinderopvang’ geactualiseerd. Er ligt nu een competentiegerichte en digitale versie van de checklist, onder de naam ‘COMPETENT in de kinderopvang’. Het is een praktisch hulpmiddel voor praktijkopleiders en werkbegeleiders. Momenteel testen zes kinderdagverblijven en twee ROC’s het nieuwe instrument. Vanaf september is het door alle kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en ROC’s te bestellen via www.calibris.nl en www.fcbwjk.nl. Najaar 2009 komt een soortgelijk instrument voor de buitenschoolse opvang beschikbaar.
ECABO Juridisch vernieuwd Vanaf het schooljaar 2009/2010 kent het ECABO-domein Jurisch nieuwe kwalificatiedossiers waarin de opleidingseisen staan beschreven. Het oude dossier Juridisch medewerker is opgeknipt in drie nieuwe: Juridisch medewerker, Medewerker Personeel en arbeid, en Medewerker Sociale zekerheid. Het nieuwe dossier Juridisch medewerker kent nu twee uitstroomrichtingen: Juridisch medewerker Openbaar bestuur en Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening. Kijk op www.ecabo.nl (onder ‘kwalificatiestructuur’).
Op naar Canada! Begin maart is Saskia van Staal duinen (Horizon College Alkmaar) verkozen tot Calibris ZorgTopper 2009. De leerling verpleegkunde blinkt uit in zowel beroepshouding als vakdeskundigheid. Calibris organiseert de wedstrijd ter promotie van het werken in de zorg. De Calibris ZorgTopper 2009 nam het in de finale op tegen vier andere kandidaten uit regionale wedstrijden. Samen met tweedeprijswinnaar Ellen Backx (Drenthe College Emmen) neemt Saskia in september deel aan de WorldSkills-wedstrijden in Canada.
Competent in de opvang Calibris en FCB hebben de checklist 38 PRAKTIJK mei 2009
zijn. Dit is eerder al gebeurd voor de certificaten van Microsoft, Cisco en ORACLE. Kijk op www.loketmboict.nl
Na het diploma Van de leerlingen die een mbo-opleiding in een van de ECABO-sectoren hebben gevolgd, stroomde in 2007 27% door naar een andere mbo-opleiding. Vooral leerlingen bij Secretarieel, Bedrijfsadministratie en ICT van de lagere mbo-niveaus gingen verder. Ook de mbo'ers die het ROC verlieten, kozen vaker dan gemiddeld voor doorleren, in combinatie met een baan (19%) of fulltime (30%). Dat blijkt allemaal uit onderzoek van Toppen Onderzoek & Beleid onder afgestudeerden een half jaar na de diploma-uitreiking. Het kostte de meeste afgestudeerden weinig tijd om een baan te vinden: 79% was binnen drie maanden aan de slag en 46% zelfs binnen één maand. Bekijk het volledige rapport via www.ecabo.nl (kijk bij ‘bedrijven’ > ‘arbeidsmarkt’).
ICT-dienstverlener Novell gaat het mbo gratis ondersteuning van het opensource-besturingssysteem Linux bieden. Het betreft technische support, lesmateriaal en deelname aan Linux-examens. Loket MBO-ICT, een samenwerkingsverband van ECABO en Kenteq, heeft met Novell over deze gratis ondersteuning onderhandeld. Om de opname van Linux in de ICT-opleidingen te vergemakkelijken, bekijken Novell en Loket MBO-ICT waar (elementen van) Linux-certificaten in te passen
Bij de praktijkopleiders waren Rob Wanrooij van Senefelder Misset, Rahim Ali van TDS en Jan Noordeloos van PCM Amsterdam genomineerd. Rob Wanrooij won en mag zich Beste Praktijkopleider 2009 noemen. Hij leidt al dertig jaar met een enorm enthousiasme leerlingen op in de nabewerking.
Trends in de creatieve industrie ‘Trends in de creatieve industrie’. Zo heet het nieuwste trendsrapport van GOC. Het is gebaseerd op de meest recente onderzoeken, deels van het kenniscentrum zelf. Het rapport geeft inzicht in actuele en te verwachten ontwikkelingen in de branche. Zo wordt duidelijk dat de creatieve industrie een econo mische motor van groeiende betekenis is. ‘Trends in de creatieve industrie’ is te bestellen en in pdf te downloaden via www.goc.nl.
Generatie Einstein
Leerling in beeld Begeleidt u stagiairs van de mbo-niveaus 1 en 2? Volg dan de kosteloze workshop ‘De leerling in beeld’ van ECABO. ECABO biedt tal van cursussen en trainingen voor praktijkopleiders in leer bedrijven, waaronder ‘Opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk’ en ‘Competentiegericht begeleiden en beoordelen’. Kijk voor het volledige overzicht met alle data en locaties op www.ecabo.nl/bedrijven
GOC Open Source
Beste praktijkopleider
Beste leerbedrijf GrafimediaMasters. Zo heet in de grafimediabranche de jaarlijkse verkiezing van het beste leerbedrijf en de beste praktijkopleider. PCM Amsterdam is uitgeroepen tot beste leerbedrijf 2009. Andere genomineerde bedrijven waren TDS in Schiedam en Heuvelman/Skala in Culemborg. De jury heeft veel waardering voor de structurele inbedding van het opleiden in het bedrijfsbeleid van PCM en de betrokkenheid en stimulerende rol van het management daarbij.
Generatie Einstein staat centraal in een stel regiobijeenkomsten voor praktijkopleiders, georganiseerd door GOC. Het gaat dan over de huidige generatie jongeren. Inez Groen, co-auteur van het boek ‘Generatie Einstein’, geeft antwoord op vragen als: wie zijn de jongeren van nu? Wat willen zij? Hoe denken zij over werk? En hoe spelen leer bedrijven en praktijkopleiders daar goed op in? Op 27 mei is er een bijeenkomst in Assen. Meer informatie: www.goc.nl (kijk onder ‘praktijkleren’).
KENTEQ Nooit te oud Wil de Ruiter van All Repair in
Amsterdam heeft via Kenteq een EVC-traject (erkenning van verworven competenties) doorlopen en gekozen voor bijscholing. Onlangs rondde hij zijn beroepspraktijkvorming af en ontving van het ROC van Amsterdam een diploma voor de mbo-opleiding Technicus sterkstroom installaties. Op zich niet zo bijzonder, maar Wil wordt komende september 65 jaar!
Permanent competent In het jaar 2020 zullen voor laag opgeleiden aanzienlijk minder banen beschikbaar zijn dan nu. Laagopgeleiden moeten zich veel meer dan nu inspannen om hun kennis en vaardigheden te vergroten. Anders missen zij de boot. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek ‘Permanent competent’ van Hiteq, centrum van innovatie, naar kansen en risico’s voor de medewerker van de toekomst in de technische branche in het jaar 2020. Download de publicatie kosteloos via www.hiteq.org.
EVC-light® Bedrijven en medewerkers in de sectoren elektrotechniek, instal latietechniek en metaal die met scholingsvragen kampen, kunnen hier snel inzicht in krijgen door gebruik te maken van de verkorte EVC-methodiek van Kenteq. In circa drie uur tijd wordt met inzet van de EVC-light®-procedure een digitaal portfolio opgesteld en een competentiescan gemaakt. Daarna stellen de opleidingsexperts een rapport samen met een overzicht van ervaringen, diploma’s en certificaten, competenties en een opleidingsadvies. Aanmelden kan via www.evc-light.nl
Techniek in beeld en ROC.nl De site www.techniekinbeeld.nl biedt jongeren een uniek inzicht in alle technische beroepen. Zo’n zestig korte films laten zien wat werken in de techniek echt inhoudt. Om jongeren en ouders snel te informeren welke opleiding voor een bepaald beroep nodig is, zijn deze beroepenfilms nu rechtstreeks gekoppeld aan de mbo-opleidingeninformatie op ROC.nl.
VTL Eerste Geusje uitgereikt Op 12 maart heeft VTL in de Rotterdamse haven aan boord van motorship ‘Saluté’ van Remco Pikaart het eerste geusje uitgereikt. Zijn bedrijf voldoet aan alle voorwaarden van een erkend leerbedrijf voor mbo-leerlingen. Een geusje is een kleine vlag die op de boeg van een schip wordt gevoerd. Erkende leerbedrijven op het land krijgen een schildje om de erkenning zichtbaar te maken. De scheepvaart krijgt nu het geusje.
Praktijkopleider van het Jaar Ook dit jaar organiseert VTL weer verkiezingen voor Praktijkopleider en Leerbedrijf van het jaar. VTL onderstreept daarmee het belang van praktijkleren. Wie een goede praktijkopleider of leerbedrijf weet /is kan zich melden. Ook praktijkopleiders en bedrijven zelf die vinden dat ze goed werk afleveren, kunnen zich aanmelden . Meer informatie op www.depraktijkopleider.nl.
Handboek praktijkopleiders VTL heeft een handboek voor praktijkopleiders ontwikkeld. Het ondersteunt hen bij het begeleiden van leerlingen in de volgende sectoren: Transport, Logistiek, Havens, Luchtvaart, Koopvaardij, Visserij, Waterbouw, Scheepsbouw en Binnenvaart. Kijk op www.vtl.nl of vraag het handboek aan via
[email protected].
Trucksimulatiecentrum van VTL VTL heeft het Trucksimulatiecentrum in Houten compleet vernieuwd. Leerlingen van de opleiding Chauffeur Beroepsgoederenvervoer worden er voorbereid op de beroepspraktijk. Ze kunnen fouten maken zonder directe gevolgen, maar mét direct leereffect. Hun rijgedrag wordt door bewustwording en herhaling van de oefeningen positief beïnvloed. Resultaat: ze ontwikkelen een betere rijstijl en krijgen straks minder schade. Meer informatie op www.vtl.nl mei 2009 PRAKTIJK 39
De achterkant van…
Dick Zandboer HR-adviseur en praktijkopleider bij de Raad van State
“Ik vind dat ik aardig relaxed door het leven ga!” Met welke drie woorden typeren je leerlingen of collega’s jou? Creatief, humor en hard werken. Ik zou zelf de laatste niet noemen trouwens. Ik vind dat ik aardig relaxed door het leven ga!
Wat zou je willen worden als je opnieuw kon kiezen? Als ik opnieuw kon kiezen dan zou ik ook HR-adviseur willen worden. Hoewel, misschien zou ik kiezen voor fulltime docent. Ik geef nu één avond in de week les op het hbo en zou dat fulltime ook leuk vinden.
Wat is je favoriete website? Google.nl om snel dingen op te zoeken en Geenstijl.nl voor wat ontspanning tussendoor!
Welk boek ligt op je nachtkastje? Op dit moment ligt daar ‘De prooi, blinde trots breekt ABN Amro’ van Jeroen Smit. Op een boeiende manier wordt beschreven hoe stijfkoppigheid en grote ego’s ervoor hebben gezorgd dat er rare beslissingen zijn genomen bij de overname van ABN Amro. Leerzaam!
40 PRAKTIJK februari 2009
TEKST KARIEN BRINKMAN FOTO joyce van tienen
Wat is je leukste en je vervelendste ervaring met leerlingen? Het leukste was een uitspraak bij de evaluatie van de stage. “Het was zo gezellig”, zei een leerling! En het vervelendste was dat ik een stagiair weg heb gestuurd. Zij vond haar mobieltje belangrijker dan het werk en zij kon haar spullen pakken.