Méér doen met e-learning Een jaar ervaring met e-learning en de e-educatieve coassistent
4
méér doen met e-learning
Inhoud 1 Een jaar e-learning en e-educatieve coassistent
6
2 Het project e-Educatieve CoAssistent 3 E-learning in de klas
12
4 Méér doen met e-learning
26
Bijlage I E-learning
30
Bijlage II Deelnemende scholen
31
Bijlage III Studieachtergrond e-ECA’s
32
Bijlage IV E-learning per vak en schooltype
34
22
6
méér doen met e-learning
1 Een jaar e-learning en e-educatieve coassistent
een jaar e-learning en e-educatieve coassistent
7
In het schooljaar 2009/2010 ging in Amsterdam het project Educatieve CoAssistent van start. Educatieve coassistenten (ECA’s) zijn hbo- of wo-studenten van de VU, UvA, HvA of INHolland die geen leraren opleiding volgen, maar naast hun studie wel in het voortgezet onderwijs willen werken. De student krijgt een tijdelijk contract bij een school en gaat daar vier tot acht uur per week aan het werk. Voor de aanstelling en scholing van de ECA konden scholen tot en met het schooljaar 2011/2012 rekenen op subsidie van het ministerie van OCW. Doel van het project:
Studenten enthousiasmeren voor het leraarschap, een bijdrage leveren aan het lerarentekort, de belasting van leraren verlagen en zo mogelijk bijdragen aan de onderwijsontwikkeling binnen de scholen. Het project werd vormgegeven binnen het Amsterdams Platform Onderwijsarbeidsmarkt (APO) en alle studenten die werden geworven volgden een studie die een sterk raakvlak had met het vak waarvoor zij als ECA werden ingezet. Met de aanstelling van deze ECA’s gaven de deelnemende scholen invulling aan de kortetermijnmaatregelen tegen het dreigende lerarentekort in de risicoregio Amsterdam. Door de focus op e-learning te leggen gaven 21 scholen dit project in het schooljaar 2011/2012 een sterke verdieping. Net als de inzet van ECA’s kan e-learning een werkbaar antwoord zijn op het lerarentekort, dat bovendien een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs geeft. Dat is van belang, want de prognoses laten zien dat de tekorten in het Amsterdams voortgezet onderwijs – ondanks de recessie die de baanzekerheid van het onderwijs weer aantrekkelijk maakt – de komende jaren nijpend zullen zijn1. Nu al is het door het lerarentekort bij de vakken Nederlands en Engels vaak lastig om excellente en achterstandsleerlingen goed onderwijs te geven. Dit geldt eens te meer voor de tekortvakken wiskunde en klassieke talen, waarvoor überhaupt al moeilijk docenten te vinden zijn.
e-ECA’s in het vmbo-wiskundeonderwijs www.youtube.com/user/hdict
1 Nelissen, PowerPointpresentatie, Vraag naar en aanbod leraren vo in Amsterdam / zuidelijk Noord-Holland, 2009-2025, CentERdata Instituut voor dataverzameling en onderzoek, Universiteit van Tilburg, juni 2012.
8
méér doen met e-learning
een jaar e-learning en e-educatieve coassistent
Het lerarentekort zal scholen dwingen om het onderwijs anders in
elkaar kunnen leren. Docenten zijn de mogelijkheden die e-learning
te richten om effectiever om te gaan met de beschikbare vakkennis.
biedt beter gaan zien en zijn enthousiast:
9
E-learning leent zich daar bij uitstek voor. Het stelt leraren in staat vaker en beter te differentiëren, neemt hen werk uit handen en geeft
‘Ik heb veel meer inzicht gekregen in de mogelijkheden van e-learning op het gebied
scholen op termijn een groter repertoire om op een actueel leraren
van tekstbegrip’, aldus een docent klassieke talen. ‘Verder is de ontdekking van
tekort in te spelen. Op de meeste scholen staat e-learning echter nog
instructievideo’s voor mij ontzettend belangrijk geweest4. Nu kan ik mijn lessen op
in de kinderschoenen. Er is weinig overzicht van ontwikkeld materiaal,
een volkomen andere manier inrichten. Met name in de bovenbouw is de tijd- en
er is behoefte aan good practices die toepasbaar kunnen worden
efficiencywinst enorm. In de onderbouw wordt dit een zeer handige tool om te
gemaakt voor de eigen school en docenten hebben soms drempelvrees om met e-learning aan de slag te gaan. Hier valt veel te winnen, onderkenden de schoolleiders van de 21 scholen die met het deelproject
kunnen differentiëren. Ook weet ik beter waar ik terecht kan als ik wil weten wat nieuwe ontwikkelingen zijn en hoe die ingezet kunnen worden.’
e-Educatieve CoAssistent de ontwikkeling van e-learning2 op hun
Hoewel veel leraren opmerken dat het overleg in de bovenschoolse
scholen een impuls gaven. Kern van de aanpak:
vaknetwerkgroepen nog meer rendement kan opleveren als dit beter wordt georganiseerd, waarderen zij dit overleg om ervaringen uit
1 Inzet van studenten (e-ECA’s) bij de ontwikkeling, voorbereiding en uitvoering van e-learning in de klas.
te wisselen, elkaar van kennis te voorzien, ideeën te toetsen en werk vormen uit te proberen. Zo werkte men in de vaknetwerkgroep
2 Professionalisering per schoolvak via docentennetwerken.
klassieke talen met het schema van Bloom (taxanomie):
Hiermee haakten de scholen sterk aan bij de inzet van het netwerk
‘Er zijn twintig verschillende toepassingen uitgewerkt. Per doel is ICT ingezet om
Bètapartners in de regio Noord-Holland en Flevoland. Terwijl in dit
het leren te ondersteunen. Mooi is dat vanuit de vakdidactiek gekeken is waar ICT
scholennetwerk met hulp van studenten van de VU en UvA met succes
zinvol is. De resultaten worden op het web gepubliceerd. Op die manier zijn ze ook
digitaal lesmateriaal wordt ontwikkeld voor de natuurwetenschappelijke
beschikbaar voor scholen buiten het netwerk.’
vakken, legden de 21 scholen in het project e-Educatieve CoAssistent de focus op die vakken waarvoor het lerarentekort dreigend is3:
Alle scholen die hebben meegedaan aan het project e-Educatieve CoAssistent willen op de een of andere manier verder met de ontwik-
• Nederlands, Engels en wiskunde op vmbo/mavo
keling van e-learning. Ook omdat zij zien dat zij hiermee sterker
• Nederlands, Engels en wiskunde op havo/vwo
kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.
• Klassieke talen op vwo
Dat enthousiasmeert. Dat merkte niet alleen de docent klassieke talen die Twitter inzette om leerlingen teksten te laten samenvatten,
En met goed resultaat. Terwijl de e-ECA’s de docenten waardevolle
maar ook de docente wiskunde die haar vmbo-leerlingen met het
ondersteuning en ruimte geven om daadwerkelijk met e-learning aan
programma WisSter oefentoetsen laat maken:
de slag te gaan, is er met de docentennetwerken een bovenschools gremium ontstaan waarin kennis wordt opgebouwd en scholen van 2 Zie bijlage I: E-learning. 3 Ook voor Duits, Frans en natuurkunde bestond belangstelling om met e-learning aan de slag te gaan, maar te weinig om docentennetwerken van voldoende omvang te vormen.
4 De docent biedt leerlingen in de elektronische leeromgeving screencasts aan met uitleg van teksten op grammaticaal niveau, zodat in de les meer geoefend kan worden met tekstverklaringsvragen en vertalen.
10
méér doen met e-learning
‘Kinderen van deze tijd, en ik denk juist vmbo-leerlingen, zitten over het algemeen veel achter de computer. Dat zijn ze gewend en doen ze graag. En ik merk dat wanneer ik naar het computerlokaal ga en hen daar laat oefenen, ze véél meer doen dan wanneer ik ze gewoon sommen laat maken in de klas.’ ‘Ja’, bevestigt haar e-ECA wiskunde. ‘Als ze een toets niet goed hebben gedaan krijgen ze tips om het beter aan te pakken. Dan mogen ze het opnieuw proberen en dat willen ze heel graag. Want het is leuk om iets te halen op de computer. Dat motiveert. Terwijl als wij zeggen “maak een opdracht uit je boek opnieuw”, ze dat écht niet doen.’ Dit boekje vat de ervaringen samen die in het deelproject e-Educatieve CoAssistent zijn opgedaan, toont inspirerende good practices en laat zien dat het loont om in e-learning te gaan of blijven investeren.
een jaar e-learning en e-educatieve coassistent
11
12
méér doen met e-learning
2 Het project e-Educatieve CoAssistent
het project e-educatieve co assistent
13
Aan het deelproject e-Educatieve CoAssistent namen 21 scholen deel, waarvan de meeste met twee vakken5. Per vak stelden de scholen een vakdocent aan als vakcoördinator, die hiervoor allemaal een halve dag per week op een gemeenschappelijk dagdeel werden vrijgeroosterd. Bovenschools werden zeven vaknetwerkgroepen gevormd: • Wiskunde vmbo/mavo en havo/vwo • Nederlands vmbo/mavo en havo/vwo • Engels vmbo/mavo en havo/vwo • Klassieke talen gymnasium Voor iedere vaknetwerkgroep stelden de lerarenopleidingen6 een vakdidacticus als projectcoördinator aan (0,2 fte). Ook kwam er een website ter ondersteuning van de communicatie en informatieuitwisseling: www.e-eca.nl. Hierop konden deelnemers inloggen, per vak relevante documenten opslaan en per vak of vakoverstijgend meedoen aan discussies en tips en ideeën delen. In de eerste uitvoeringsfase (september 2011 – januari 2012) werden de e-ECA’s geworven en werd ingezet op masterclasses over e-learning voor de vakcoördinatoren, onderzoek naar beschikbaar en geschikt e-learningmateriaal en de aanschaf van licenties voor e-learningexperimenten. Per vak en school werd een keuze gemaakt en een planning opgesteld. In de tweede uitvoeringsfase (januari 2012 – augustus 2012) gingen de e-ECA’s aan de slag en is op de scholen volop met e-learning geëxperimenteerd. Binnen de vaknetwerkgroepen werden de erva ringen gedeeld en de vakcoördinatoren verspreidden de opgedane kennis en good practices: binnen de eigen vaksectie, de eigen school én daarbuiten. 5 Zie bijlage II: Deelnemende scholen. 6 Deelnemende lerarenopleidingen: Interfacultaire lerarenopleidingen (UvA), Onderwijscentrum (VU, per 1 februari 2012 Faculteit der Psychologie en Pedagogiek), Lerarenopleiding HvA en Lerarenopleiding INHolland.
14
méér doen met e-learning
Masterclasses
het project e-educatieve co assistent
15
En een andere docent uit dezelfde vaknetwerkgroep:
De masterclasses over e-learning werden verzorgd door INHolland en de eerste was geen succes. In essentie sloot de boodschap van deze
‘De bijeenkomsten hebben ervoor gezorgd dat we ervaringen konden uitwisselen,
masterclass (waarom het van belang is om met e-learning aan de slag
elkaar van nieuw opgedane kennis konden voorzien en ideeën konden toetsen.
te gaan) niet aan bij de behoefte van de vakcoördinatoren. Die onder-
Dat was fijn, want daardoor weet je vrij snel of je met iets goeds bezig bent en verspil
schreven dit belang al en waren vooral geïnteresseerd hoe ze hiermee
je geen tijd. Daarbij weten meer mensen aanzienlijk meer dan één: onze kennis
aan de slag konden. Twee opvolgende masterclasses pakten beter uit.
vermenigvuldigde echt heel snel en ging als een sneeuwbal aan het rollen. En als ik
De tweede gaf de vakcoördinatoren het nodige zicht op het werken met VO Content en de derde draaide om de verbreding binnen de school.
voor mezelf spreek: ik weet ECHT heel veel meer dan tien maanden geleden.’
Daarnaast waren er (vak)specifieke masterclasses. Zo ging er een over
Wel waren de verschillen tussen de uitgangsposities van de scholen
de mogelijkheden en het gebruik van Magister 7.
groot. Een enkele vakcoördinator had daardoor het gevoel dat er in de uitwisseling ‘meer te brengen dan te halen’ was. Breder gedeeld is
Professionalisering via docentennetwerken
de opvatting dat er nog meer rendement uit de vaknetwerkgroepen te
Voor vrijwel alle vakcoördinatoren was de samenwerking in de boven-
halen valt: met een gestructureerd overleg, concrete doelen en resul-
schoolse vaknetwerkgroepen waardevol. Hier wisselden ze ervaringen
taten waarop kan worden afgerekend. Als dat gebeurt, willen veruit
uit, oefenden ze met nieuwe werkvormen, toetsten ze ideeën en deden
de meeste scholen graag met de samenwerking in de bovenschoolse
ze nieuwe inzichten en inspiratie op:
netwerkgroepen verder. Ook nu de subsidie stopt. Veel scholen zijn
‘De samenwerking met collegae heeft mij enthousiast en scherp gehouden gedurende het project’, aldus een docent klassieke talen. ‘Door de gezamenlijke drang om iets moois neer te zetten en de verdeling van verschillende specialisatie gebieden konden we samen een groot deel van het e-learninggebied bestuderen en
bereid te investeren in tijd voor docenten en willen bijvoorbeeld nadenken over financiering vanuit de prestatiebox, maar vrijwel geen enkele school zegt middelen te hebben voor de externe coördinatie. De vraag is of het ook zonder kan. Gebleken is dat er niet zozeer behoefte is aan iemand van de lerarenopleiding met inhoudelijke vakkennis, maar
toepasbaar maken voor de klassieken. Los daarvan kreeg ik simpelweg veel goede
meer aan iemand die ervaring heeft met het aansturen en inspireren
input en veel inspirerende ideeën van andere docenten. Uiteindelijk heeft het
van docentennetwerken.
ook geleid tot uitwisseling van lesmateriaal. Het is sowieso prettig om een netwerk te hebben van mensen buiten de school, die met een frisse blik vragen kunnen
Ondersteuning door e-ECA’s
beantwoorden en hun ervaringen kunnen delen.’
Docenten zijn positief over de ondersteuning door de e-ECA’s. Ze hielpen bij de inventarisering van bruikbaar e-learningmateriaal, stelden
‘Je maakt elkaar attent op sites die interessant kunnen zijn voor het vak en die de
zelf digitaal lesmateriaal samen en boden ondersteuning in de les8.
leerlingen leuk vinden’, merkt een docent Engels op. ‘Een voorbeeld van zo’n tip was
Dat gaf de docenten de kans om voortvarend met e-learning aan de
Memrise. Dat wordt nu zowel in de onder- als bovenbouw gebruikt. Leerlingen hebben een code voor Memrise gekregen om hiermee hun woordenschat extra te oefenen.’
7 Softwarepakket waarin de school alles kwijt kan: de gehele administratie en alle onderwijslogistieke zaken zoals cijfers en de onderwijsinhoud.
slag te gaan: 8 In deze publicatie wordt alleen aandacht besteed aan de rol die de e-ECA kan spelen bij de introductie van e-learning. Meer over de (e-)ECA leest u in ’Vissen in nieuwe vijvers – drie jaar ervaring met de educatieve coassistent’, Amsterdams Platform Onderwijsarbeidsmarkt (APO), 2012.
16
méér doen met e-learning
‘De e-ECA heeft veel materiaal gemaakt waar ik als docent zelf niet aan toe was
het project e-educatieve co assistent
17
En op een andere school over het geven van ondersteuning in de les:
gekomen. Zij heeft PowerPointpresentaties met voorbeeldzinnen, teksten met kleurenanalyses en digitale toetsen gemaakt en alle Griekse rijtjes uitgetypt zodat ik
‘De e-ECA heeft het docententeam ondersteund bij de organisatie van speciale
dat nooit meer hoef te doen. Dat scheelde dus heel wat tijd en het heeft mij materiaal
lessen en dat is bijzonder goed bevallen. In de lessen heeft hij de leerlingen
opgeleverd waar ik nog lang mee door kan werken.’
geholpen met het uitvoeren van internettoepassingen voor presentaties en verslagen. En hij heeft een les gegeven over veilig internetten en de gevolgen van
‘Met mij is de e-ECA is vooral bezig geweest met het in kaart brengen van wat de
onveilig internetten.’
sectie Engels nodig heeft om volgend jaar meer digitaal materiaal te integreren in de
Op een van de scholen hielp de e-ECA de docenten Nederlands op weg
les. Zo heeft hij met drie leerlingen gebrainstormd over wat zij er in de lessen graag
met de digitale versie van Nieuwsbegrip en kon de e-ECA hun veel
bij willen hebben. In de sectie hebben we nagedacht over wat wij willen en daarmee
adviezen over het digitaal werken geven. ‘Dat heeft hun diginiveau
is de e-ECA aan de slag gegaan. Het materiaal dat we al hadden heeft hij in de ELO
verhoogd’, aldus de vakcoördinator, ‘en ze hebben meer zelfvertrouwen
gezet en vastgelegd in een document voor de docenten. Verder heeft hij materiaal dat we alleen op papier hadden gescand, zodat de leerlingen die opdrachten nu digitaal kunnen maken. Vervolgens heeft hij grammaticaopdrachten gezocht als aanvulling op de methode. Als leerlingen in een bepaald grammaticaonderdeel nog zwak zijn, kunnen ze nu extra oefeningen krijgen.’
gekregen bij de inzet van e-learning in hun lessen.’ Natuurlijk ging het niet altijd zo goed. Soms haakte een e-ECA snel af of was het zoeken naar de juiste taakverdeling:
‘De ervaring met een eerstejaars student als e-ECA pakte eerst niet goed uit. Maar na een rolwisseling, waarbij de docent de focus op e-learning legde en de student zich op afgebakende klussen richtte, ging het wel goed.’
Ook vakcoördinatoren Nederlands zijn tevreden: Hoewel het de bedoeling was dat de e-ECA’s vooraf een groepstraining
‘In samenwerking met de vakgroepleden uit het bovenschools overleg en vooral
e-learning zouden volgen, gingen alle e-ECA’s zonder deze training aan
dankzij de bijzonder gewaardeerde inzet van twee ECA’s is een geschikt programma
de slag. Omdat de werving van de e-ECA’s veel tijd kostte en de groep
ontwikkeld voor leerlingen van alle lagen van het vwo en de hoogste vier lagen havo.
pas laat compleet was, werd besloten de training te schrappen. Zoals
Een filmpje van een debat tussen twee teams van drie docenten is in stukken
verwacht werd dit niet als een gemis ervaren. Niet de ICT-kennis maar
opgeknipt en getoond. Het filmpje gaat pas verder als de leerling enkele vragen
de vakkennis is doorslaggevend voor succes. Zo presteert een e-ECA
heeft beantwoord of opdrachten heeft gemaakt.’
wiskunde die zelf wiskunde studeert aanzienlijk beter dan een e-ECA met een andere studieachtergrond, omdat de eerste begrijpt waar het
‘De e-ECA deed exact wat er van hem verwacht werd, namelijk het anders inrichten
in het vak om draait. Omdat het uitgangspunt is dat de (e-)ECA een
van het schrijfonderwijs met Google Docs, zodat er meer plaats- en tijdsonafhanke-
studie volgt die een sterk raakvlak heeft met het vak waarvoor hij aan
lijk gewerkt kan worden.’
de slag gaat, is op die vakkennis per definitie sterk ingezet9. 9 Zie bijlage III: Studieachtergrond e-ECA’s.
18
méér doen met e-learning
Gebruik van VO Content VO Content heeft de ambitie om, beginnend in de onderbouw, voor alle vakken blokjes digitaal lesmateriaal van zes studielasturen te maken. Hiermee kan de docent arrangeren en afhankelijk van zijn doelgroep en wensen over het jaar een eigen leerlijn samenstellen. Lid worden van VO Content is een van de weinige manieren waarmee schoolbreed op e-learning kan worden ingezet. VO Content is nog in opbouw en de betekenis in het project e-Educatieve CoAssistent viel daarom in eerste instantie tegen. Weinig scholen toonden meteen interesse; de meeste vonden het aanbod van VO Content aanvankelijk nog te gering en de kwaliteit nog te matig. Scholen zien echter wel de potentie en volgen de ontwikkeling van VO Content dan ook met belangstelling.
Disseminatie De meeste vakcoördinatoren konden de kennis die zij in het bovenschoolse vaknetwerk opdeden eenvoudig met collega’s binnen de eigen sectie delen. Op een enkele school met een grote vaksectie werden speciale scholingsbijeenkomsten georganiseerd. Op een school die niet met secties werkt werd de maandelijkse lunchbijeenkomst gebruikt om informatie te delen. Enkele vakcoördinatoren brachten op een miniconferentie of op studiedagen een bredere groep docenten binnen de school op de hoogte. De docent klassieke talen die voor de ELO screencasts maakte met uitleg van teksten op grammaticaal niveau, verspreidde deze nog breder:
‘De leerlingen hebben de inzet van deze instructievideo’s als erg zinvol en prettig ervaren. Sinds ik deze gedeeld heb via digischool en grex is er zelfs in heel Nederland gretig gebruik van gemaakt.’ 10
10 Zie ook: screen.com/user/thorfaber
het project e-educatieve co assistent
19
20
méér doen met e-learning
Hoofdstuktitel
Good practices √ Zet je als school of vakgroep in op e-learning, bedenk dan dat je het wiel niet helemaal zelf hoeft uit te vinden en haak aan bij een bovenschools docentenvaknetwerk. Dat werkt inspirerend en veel sneller. √ Kijk ook wie op de eigen school koplopers op e-learninggebied zijn en gebruik die kennis. √ Wordt er een bovenschools e-learnvaknetwerk gevormd, zorg dan dat alle betrokken docenten hiervoor op het zelfde dagdeel in de week zijn vrijgeroosterd. √ Als je een projectcoördinator aanstelt voor een bovenschools docentenvaknetwerk, let dan vooral op ervaring met het aansturen en inspireren van docentennetwerken. Inhoudelijke vakkennis is veel minder van belang. √ Z oek je naar kennis en ervaring over e-learning voor een bepaald schoolvak, bedenk dan dat die vooral bij de voorhoedescholen zit en niet per se bij de vakdidactici van de lerarenopleidingen. √ Als je wil professionaliseren met masterclasses of trainingen, doe dat dan per vakgroep. Een vakoverstijgende masterclass heeft veel minder kans van slagen omdat ieder schoolvak andere didactische eisen en daarmee andere eisen aan e-learning stelt.
√ Als je masterclasses of trainingen wil gebruiken om te professionaliseren, bedenk je dan dat docenten vooral geïnteresseerd zijn in de didactiek van e-learning en dat daarover nog nauwelijks stof beschikbaar is om uit te putten. √ De inzet op e-learning vraagt veel tijd van docenten en die hebben zij vaak niet; maak gebruik van e-ECA’s om hen vrij te spelen en praktische ondersteuning te geven. √ Stel je een student aan als e-ECA, let er dan vooral op dat zijn studie verwant is met het schoolvak waarvoor hij als e-ECA wordt ingezet. Uitgebreide ICT-kennis is veel minder van belang. Kijk ook op www.e-eca.nl.
21
22
méér doen met e-learning
3 E-learning in de klas
e-learning in de klas
23
De docent klassieke talen die gymnasiasten teksten laat samenvatten in Twitter en de wiskundedocent die vmbo-leerlingen oefentoetsen laat maken met WisSter. Het zijn twee voorbeelden van de kansen die e-learning biedt om aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen en hun enthousiasme voor de les te vergroten. Bovendien vergroot e-learning het arsenaal van de docent om meer te differentiëren en efficiënter les te geven.
Eigentijds lesgeven ‘De levensstijl van de leerlingen verandert’, concludeert een e-ECA wiskunde:
‘Bijna iedereen heeft een smartphone, Google wordt heel veel gebruikt, YouTube, games, alles. Dat is de leefwereld tegenwoordig. En dan ga je vervolgens naar school en dan is het: boek. En dat is jammer, want er zijn zoveel middelen mogelijk om via hun leefwereld te werken.’ Als e-ECA maakt ze YouTube-filmpjes die verdieping geven op de wiskunde die in de les wordt behandeld en inventariseert ze wat er op e-learninggebied al beschikbaar is.
‘Er zijn al heel veel dingen ontwikkeld, aldus de docent wiskunde, ‘en een e-ECA kan goed helpen om dat te inventariseren. Om te kijken hé, dit is leuk, maar dit gebeurt er ook nog. Als ik er wat uitpik dat interessant is, dan kan zij helpen om dat zo toe te spitsen dat ik het kan gebruiken in de klas.’ Een klein voorbeeld is het gebruik van student response system Socrative in de les: y . x = 2 staat er op het bord. ‘Pak je smartphone maar’, zegt de docent en heeft de aandacht daarmee meteen te pakken. ‘Ga naar Socrative en breng je stem uit. Wat is
e-ECA’s in het wiskundeonderwijs op havo/vwo www.youtube.com/user/hdict
dit voor verband?’
24
méér doen met e-learning
e-learning in de klas
a. recht evenredig
Efficiënter lesgeven
b. evenredig
Behalve een manier om sterk aan te sluiten bij de belevingswereld
c. omgekeerd evenredig
van leerlingen en beter te kunnen differentiëren, biedt e-learning ook
d. exponentieel
perspectieven voor meer efficiëntie in de les. Dat ervoer de docent
25
klassieke talen die met screencasts ging werken al aan den lijve: Op het digitale schoolbord in de klas verschijnt de uitkomst van de stemming. De meeste leerlingen kiezen voor c. Voor hen is dit een
‘De ontdekking van instructievideo’s11 is voor mij ontzettend belangrijk geweest.
aansprekende lesvorm die de docent nog niet eerder had gebruikt.
Nu kan ik mijn lessen op een volkomen andere manier inrichten. Met name in de
‘Het is leuk om wat normaalgesproken een probleem is, mobieltjes in
bovenbouw is de tijd- en efficiencywinst enorm.’
de klas, eens aan lesinformatie te kunnen koppelen.’ Dat is in het licht van het dreigende lerarentekort een belangrijke ervaOok een andere wiskundedocent, die zijn vmbo-leerlingen rekentoetsen
ring. De ontwikkeling van e-learning is nog maar goed en wel op gang.
in WinToets liet maken, merkte dat dit bij zijn leerlingen enthousiasme
Wordt die ontwikkeling voortvarend voortgezet, dan kan e-learning een
opriep. ‘Veel meer dan op de ouderwetse manier.’ Bovendien leverde
belangrijke tool worden waarmee scholen efficiënt op een actueel
deze digitale manier van werken nog meer winst op:
tekort kunnen inspelen.
‘De leerlingen bleken zich op die digitale toets beter te kunnen concentreren dan op papier. Misschien omdat ze nu per vraag moesten focussen in plaats van de hele toets meteen te bekijken: is het een zware of een makkelijke toets? Zij kregen aan het eind van de digitale rekentoets ook meteen hun cijfer te zien.’
Meer en beter differentiëren E-learning stelt leraren in staat meer en beter te differentiëren. De eerder genoemde screencasts waarmee een docent klassieke talen in de ELO op grammaticaal niveau uitleg geeft over teksten, zijn daar een sprekend voorbeeld van. Zijn er leerlingen die extra grammaticale uitleg nodig hebben? Dan kan de docent hun eenvoudig een screencast met uitleg op maat aanreiken. Bovendien kan er veel meer plaats- en tijdsonafhankelijk worden gewerkt. Leerlingen kunnen zelfs uitleg krijgen waar en wanneer ze maar willen. De YouTube-filmpjes van de e-ECA wiskunde die verdieping geven op de wiskunde in de les, de screencasts van de docent klassieke talen; er kan mee gewerkt worden waar en wanneer maar gewenst.
11 De docent biedt leerlingen in de elektronische leeromgeving screencasts aan met uitleg van teksten op grammaticaal niveau, zodat in de les meer geoefend kan worden met tekstverklaringsvragen en vertalen.
26
méér doen met e-learning
4 Méér doen met e-learning
méér doen met e-learning
27
De ontwikkeling van e-learning staat op de meeste scholen nog in de kinderschoenen. Met het project e-Educatieve CoAssistent hebben 21 Amsterdamse scholen die ontwikkeling een impuls kunnen geven. Zetten zij die inzet voort, dan kiezen zij voor een kwaliteitsversterking van het onderwijs, stellen zij leraren in staat vaker en beter te differentiëren, nemen zij hen werk uit handen en krijgt de school op termijn een extra tool om op een actueel lerarentekort in te spelen. Vooral voor wiskunde en Nederlands en mogelijk voor klassieke talen, Engels, Duits, Frans en aardrijkskunde zal zich in Amsterdam tot en 2015 een sterk tekort doen gelden, laat recent onderzoek zien12. Na 2015 daalt de benodigde instroom, maar blijft het probleem manifest. Terwijl de leerlingenpopulatie in het voortgezet onderwijs in Amsterdam tot 2025 blijft doorgroeien, stromen er door de vergrijzing de komende jaren juist relatief veel leraren uit. De vervanging moet komen van afstudeerders van de lerarenopleidingen, zij-instromers, de stille reserve of zittend personeel dat meer gaat werken. Daarmee kan de behoefte echter niet voor alle vakken worden gedekt. En daar doet de economische crisis – die de baanzekerheid van het onderwijs weer aantrekkelijk maakt – niets aan af, zo blijkt. Scholen kunnen dus niet op hun lauweren rusten en vinden in het dreigende lerarentekort een extra reden om met de ontwikkeling van e-learning aan de slag te gaan. Met het project e-Educatieve CoAssistent hebben de 21 Amsterdamse scholen al een sterke basis gelegd. Er is een bovenschools gremium gevormd waar docenten naar tevredenheid inspiratie opdoen en kennis en ervaring uitwisselen. 12 Nelissen, PowerPointpresentatie, Vraag naar en aanbod leraren vo in Amsterdam / zuidelijk Noord-Holland, 2009-2025, CentERdata Instituut voor dataverzameling en onderzoek, Universiteit van Tilburg, juni 2012.
28
méér doen met e-learning
Een gremium dat bovendien potentie heeft om nog meer rendement op te leveren. En er zijn e-ECA’s ingezet die hiervoor veel praktisch werk verzetten en de docent vrijspelen. Studenten die zo ook nog eens geënthousiasmeerd raken om zélf in het onderwijs te gaan werken13. De docenten zijn enthousiast. Nu is het aan de schoolleiding om het momentum te benutten en op de ontwikkeling van e-learning te blijven inzetten! 13 Zie: ‘Vissen in nieuwe vijvers – drie jaar ervaring met de educatieve coassistent’, Amsterdams Platform Onderwijsarbeidsmarkt (APO), 2012.
méér doen met e-learning
29
30
méér doen met e-learning
bijlage
31
Bijlage I
Bijlage II
E-learning
Deelnemende scholen
In het project e-Educatieve CoAssistent is de scholen vooraf geen
Vakcoördinatoren die hebben deelgenomen aan het project
beperking opgelegd over wat e-learning behelst. De range was breed.
e-Educatieve CoAssistent:
Scholen zetten in op de ontwikkeling en het gebruik van digitaal oefen-
mee wisten zij aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en hun enthousiasme voor de les te vergroten:
‘De leerlingen in 5 en 6 gymnasium hebben gemerkt dat ik Facebook heb ingezet als plaats om materiaal en vragen uit te wisselen. Vooral rond toetsen werd hier fanatiek gebruik van gemaakt.’
Participerende scholen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Fons Vitae Lyceum Ignatius Gymnasium Hervormd Lyceum Zuid 4e Gymnasium Cygnus Gymnasium st Nicolaas Lyceum Open Schoolgemeenschap Bijlmer Montessori Lyceum Amsterdam Montessori College Oost IVKO school Amstellyceum Cosmicus Montessori Lyceum Marcanti College Caland Lyceum IJBURG College NOVA College Gerrit van der Veen Cartesius Lyceum Stelle College Bredero Lyceum Spinoza Lyceum
Totaal per niveau vmbo/mavo havo/vwo gymnasium
Klassieke talen
gebruik van YouTube en sociale media als Twitter en Facebook. Hier-
Engels
smartphones van de leerlingen zelf. Tegelijkertijd maakten zij handig
Nederlands
leeromgeving, hulpmiddelen zoals digitale schoolborden en zelfs de
Wiskunde
en toetsmateriaal, een intensiever gebruik van de elektronische
1 1
1 1
1 1
1 1 1
1
1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
1 1
1 1 1
1 2 1
5 5
3 4
1 1
7 9
voor schoolsoort havo/vwo gymnasium havo/vwo gymnasium gymnasium havo/vwo/gym vmbo/havo/vwo havo/vwo/gym vmbo vmbo-t mavo havo/vwo vmbo havo/vwo havo/vwo vmbo-t/havo havo/vwo havo/vwo vmbo havo/vwo/gym havo/vwo/gym
40 7
32
méér doen met e-learning
bijlage
Bijlage III
Studieachtergrond e-ECA’s Studieachtergrond e-ECA’s, per vak en opleidingsniveau waarvoor zij zijn ingezet:
Wiskunde vmbo/mavo
Engels havo/vwo
Bèta-Gamma bachelor
Taalwetenschap bachelor
Aarde en economie
bachelor
Bestuurskunde bachelor
Natuur- en sterrenkunde
bachelor
Communicatie- en informatiewetenschappen
Antropologie en ontwikkelingssociologie
bachelor
Informatica bachelor
bachelor
Communicatie- en informatiewetenschappen
Wiskunde havo/vwo Psychologie (Arbeid en organisatie)
met Engelse taalkunde
bachelor
master
Pedagogiek bachelor
Klassieke talen gymnasium
Wiskunde bachelor
Organisatiewetenschappen
Industrieel ontwerpen (TU Delft)
bachelor
(afgestudeerd, Universiteit van Tilburg)
master
Wiskunde en natuur- en sterrenkunde
bachelor
Klassieke talen
bachelor
Griekse en Latijnse taal en cultuur
bachelor
Nederlands vmbo/mavo Comparative arts and media studies
Sociologie master master
Logopedie bachelor
Nederlands havo/vwo Nederlands bachelor Communicatiewetenschappen bachelor
Engels vmbo/mavo English literature
master
Comparative arts and media studies
master
Management economie en recht
bachelor
Econometrie en operational research
bachelor
33
34
méér doen met e-learning
bijlage
Bijlage IV
E-learning per vak en schooltype Per vak en opleidingsniveau is, naast VO Content, onder andere ingezet op de ontwikkeling van en/of het werken met:
Wiskunde vmbo/mavo
Engels vmbo/mavo
• Magister, bijvoorbeeld voor het afnemen van toetsen
• ICT-ondersteuning bij literatuuronderwijs (o.a. sites met
• Digitale toetsen, waaronder WinToets en WisSter
literaire teksten)
• Digitaal lesmateriaal
• Holmwoods voor verbetering van lees- en luistervaardigheid
• Animaties bij de methode (Digicoach)
• Leer-/spelprogramma Mingoville voor extra oefeningen na afronding van een hoofdstuk
Wiskunde havo/vwo
• Memrise voor het leren van idioom
• Filmpjes voor verdieping van de lesstof
• Screencasts met uitleg over opdrachten
• Digitale toetsen
• Een materialenbank in de ELO
• Math United (voorheen Math4all) • Student response system Socrative
Engels havo/vwo • Memrise voor het leren van eindexamenidioom
Nederlands vmbo/mavo • Nieuwsbegrip voor oefeningen
• Een grammaticadatabase in Moodle, met YouTube-fimpjes met uitleg
• Toets- en oefenprogramma Muiswerk • Woordenschatmethode Posterwoorden
Klassieke talen gymnasium
• Diataal, leerlingvolgsysteem voor taal en lezen
• Schema van Bloom (taxonomie), met uitwerking van twintig
• Blogs, als medium om teksten voor te leren schrijven
verschillende toepassingen met ICT-ondersteuning. • PowerPoints over grammatica en teksten
Nederlands havo/vwo
• Twitter voor het samen vatten van teksten
• ICT-toepassingen voor debatteer-/argumenteerlessen
• Screencasts met uitleg van teksten op grammaticaal niveau
(PowerPoints, filmpjes, toetsvragen, scoreformulieren) • Google Docs om tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen werken
• Oefenmateriaal bij de methode Disco • Een overzichtelijk mappensysteem voor digitaal materiaal • Facebook voor de uitwisseling van materiaal en vragen
35
Bekijk alle filmpjes op www.youtube.com/user/hdict
ECA´s op het FonsVitae Lyceum
e-ECA’s in het vmbo-wiskundeonderwijs
Studenten assisteren de docenten informatica tijdens de bovenbouwlessen en practica op havo/vwo.
Inzet van e-educatieve coassistenten ter ondersteuning van e-learning bij het vak wiskunde in het vmbo.
ECA´s op het Cygnus Gymnasium
e-ECA’s in het wiskundeonderwijs op havo/vwo
Studenten assisteren de docenten exacte vakken tijdens lessen en practica.
Inzet van e-educatieve coassistenten ter ondersteuning van e-learning bij het vak wiskunde op havo/vwo.
Colofon Uitgave Amsterdams Platform Onderwijsarbeidsmarkt (APO) Burgemeester Hogguerstraat 2A 1064 EB Amsterdam Amsterdam, augustus 2012 Tekst Jos Sinnema Eindredactie Hans Duivenvoorden en Cor de Beurs Ontwerp Ontwerpwerk, Den Haag
‘Dit project heeft me de overtuiging gegeven dat ICT kan én moet in de lessen: het verlevendigt je lesmateriaal, dwingt je tot andere lesvormen en sluit aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Het heeft mij meer
Druk Veenman, Rotterdam
instrumenten gegeven om mijn les vorm te geven.’