MEE Groningen lokaal verbonden, sterk en ondernemend
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2014
Maatschappelijk verslag
Inhoudsopgave 1. Samenvatting
3
2. Uitgangspunten van de verslaglegging
5
3. Profiel van MEE Groningen 3.1 Algemene identificatiegegevens 3.2 Structuur van MEE Groningen Organogram 2014 3.3 Kerngegevens 3.4 Samenwerkingsrelaties
7
4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 4.1 Normen voor goed bestuur 4.2 Directeur/ bestuurder 4.3 Raad van Toezicht 4.4 Bedrijfsvoering 4.5 Cliëntenraad 4.6 Ondernemingsraad
17
5. Beleid, inspanningen en prestaties 5.1 Meerjarenbeleid 2013-2016 5.2 Algemeen beleid 2014 5.2.1 Jaarplan 2014 5.2.2. Transformatie en reorganisatieplan 5.2.3. Actuele ontwikkelingen 1 e kwartaal 2015 5.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 5.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 5.4.1 Kwaliteit van zorg 5.4.2 Klachtencommissie cliënten 5.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 5.5.1 Personeelsbeleid 5.5.2 Personeelsbestand, vacatures en ziekteverzuim 5.5.3 Kwaliteit van het werk 5.5.4 Klachtenprocedure medewerkers 5.6 Samenleving en belanghebbenden 5.7 Financieel beleid en prestaties Kort overzicht financiën
24
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
7 7 8 10 14
17 18 18 21 21 22
24 26 26 28 29 30 31 31 32 33 33 33 34 34 35 36 37
2
1. Samenvatting
MEE Groningen geeft met dit jaardocument inzicht in haar activiteiten in het jaar 2014. De inzet van voorgaande jaren om onze activiteiten lokaal te verbinden, onze expertise lokaal in te zetten en te versterken is in 2014 verder vergroot en uitgebreid. Dit mede op basis van ons meerjarenbeleid ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ 2013-2016, maar vooral ook in voorbereiding op 2015. Vanaf 1 januari 2015 vinden de transities in het sociaal domein plaats en zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015, de Jeugdwet en Participatiewet. Ook de cliëntondersteuning die de MEE organisaties bieden valt dan onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten en het MEE budget is per 1 januari 2015 overgeheveld naar het gemeentefonds. Veel activiteiten van MEE Groningen in 2014 hebben al in het licht van deze transities en de bijbehorende transformaties gestaan. Het lokaal werken is in 2014 verder vormgegeven. Consulenten van MEE Groningen zijn verbonden aan lokale wijkteams, W mo loketten en CJG’s. In een aantal pilots is de feitelijke cliëntondersteuning van MEE consulenten in een wijkteam en onder gemeentelijke verantwoordelijkheid en regie uitgevoerd. Hiermee hebben we onze meerwaarde en expertise op het gebied van integraal werken, vraagverduidelijking en mensen met een beperking en kwetsbare burgers extra zichtbaar gemaakt. Met alle 23 Groninger gemeenten is gesproken over onze inzet en meerwaarde in 2015. Medio 2014 werd duidelijk dat de dienstverlening van MEE Groningen i n 21 Groninger gemeenten in 2015 voortgezet wordt middels een transitiearrangement. Met twee gemeenten hebben we aparte afspraken gemaakt over onze inzet in 2015. Hiermee verbinden we ons lokaal met de basisorganisatie en borgen we in 2015 de kennis in de kennisorganisatie. Om de omslag naar de nieuwe Wmo te kunnen maken hebben we naast onze externe activiteiten als MEE Groningen zelf een transformatie en reorganisatie uitgevoerd in 2014. Een transformatie van een landelijk gesubsidieerde organisatie naar een flexibele organisatie met een goede prijskwaliteitverhouding die in kan spelen op de transformaties en meerdere opdrachtgevers vanuit verschillende sectoren (o.a. sociaal domein, langdurige zorg, onderwijs). We hebben een nieuw businessmodel ingevoerd, een aantal activiteiten beëindigd en nieuwe activiteiten ontwikkeld en onze bedrijfsvoering verder afgeslankt. We hebben ingezet op de effectiviteit en doorontwikkeling van de kennisorganisatie ten behoeve van de lokale uitvoering. Hiermee zijn we klaar om onze activiteiten in de gemeenten vorm te geven en lokaal burgers en hun netwerk te versterken, om onder gemeentelijke regie ‘MEEdoen mogelijk te maken voor de meest kwetsbare mensen’.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
3
Op het moment van schrijven van dit jaardocument, bevinden we on s al weer een paar maanden in 2015. De gemeenten hebben hun extra taken voortvarend opgepakt, maar duidelijk is dat de hele transformatie nog veel tijd en aandacht gaat vragen. De eerste periode is er noodzakelijkerwijs vooral aandacht uit gegaan naar een goede transitie en zorgvuldige overgang. Zo werken de gemeenten hard aan een goede toegang en is er veel tijd besteed aan herindicaties vanuit de oude AWBZ. Daardoor is er nog weinig ruimte geweest voor de transformatie naar preventief, integraal werken. Zo zijn het Wmo- en het jeugddomein nog niet (voldoende) met elkaar verbonden en het staat het participatiedomein nog ver van beide af. Ook de integrale cliëntondersteuning heeft nog onvoldoende vorm gekregen en er is nog geen tijd geweest voor gemeentelijke beleidsontwikkeling op dit terrein. Helaas zien we nog veel afbakeningsvraagstukken en onvoldoende ervaringen met en expertise omtrent specifieke doelgroepen. Burgers en cliënten worden van het kastje naar de muur gestuurd, slechts op een beperkt onderd eel van hun vraag geholpen, zelfredzamer ingeschat dan dat ze (zonder ondersteuning) zijn, krijgen een onnodige of niet passende voorziening enz. enz. De kennis van mensen met een beperking en kwetsbare burgers is nog niet voldoende bij de gemeentelijke toegangen, bij de gemeentelijke wijkteams, de voerders van het keukentafelgesprek en het voorliggende veld aanwezig of beschikbaar. Kortom de transformatie vraagt zeker nog tijd en veel aandacht. Daarom zetten we als MEE Groningen in op een goede borging en lokale inbedding van onze expertise. Onze preventieve, integrale expertise rondom beperkingen is de komende jaren hard nodig. Hiermee krijgen de inwoners op tijd de juiste ondersteuning en worden grotere problemen en hogere kosten voorkomen. Dit levert zowel voor de burgers als voor de gemeenten en maatschappelijke organisaties een duidelijke meerwaarde op.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
4
2. Uitgangspunten van de verslaglegging De stichting MEE Groningen presenteert hierbij het jaardocument over het jaar 2014. Met dit jaardocument wil MEE Groningen op een transparante wijze informatie verstrekken aan belanghebbenden en geïnteresseerden en verantwoording afleggen over de uitkomsten van het gevoerde beleid en de besteding van middelen in 2014. De financiële gegevens van de organisatie staan in de jaarrekening 2014. MEE Groningen vindt het belangrijk om te voldoen aan de governancecode, hoewel dit voor de MEE organisaties formeel geen verplichting is. Goede governance is belangrijk voor de professionaliteit van het bestuur en het toezicht en levert een duidelijke bijdrage aan de transparantie die past bij een maatschappelijke organisatie. MEE Groningen onderschrijft de maatschappelijke doelstellingen zoals beschreven in de zorgbrede governancecode 2010 en streeft deze na. Daarom stelt MEE Groningen sinds 2009 een jaardocument maatschappelijke verantwoording op. Het hier voorliggende jaardocument verantwoordt het beleid en de besteding van middelen van MEE Groningen in 2014. MEE Groningen versterkt de eigen regie van mensen met een beperking en hun netwerk in de provincie Groningen. Met deze dienstverlening wordt de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking bevorderd. Hiermee maakt MEE Groningen meedoen mogelijk. Door vroegtijdige, deskundige en integrale ondersteuning wordt een zwaarder en groter beroep op voorzieningen en zorg voorkomen. Naast deze individuele dienstverlening verrichte MEE Groningen in 2014 ook maatschappelijke taken, zoals informatievoorziening en voorlichting t.b.v. het herkennen en omgaan met mensen met een beperking, het signaleren van belemmeringen, activering en integratie o.a. door middel van het participeren in projecten en samenwerken met andere organisaties. Ook werden cursussen voor groepen cliënten en trainingen voor groepen vrijwilligers/ professionals gegeven. Binnen deze maatschappelijke taken voerden we in 2014 in de lokale samenwerking en t.b.v. de gemeenten diverse activiteiten uit. Deze activiteiten vallen onder de cliëntondersteuning in brede zin en passen bij de MEE consulent als sociaal werker en omvatten in 2014 ook diverse voorbereidingen op de transities in 2015 en de daaruit volgende nieuwe samenwerkingen. Een uitgebreidere beschrijving van onze dienstverlening en activiteiten, zoals nog voor 2014 opgenomen in de landelijke subsidieregeling van de MEE organisaties en van onze lokale activiteiten, is te vinden in paragraaf 3.3.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
5
2014 was wederom een jaar met onzekerheden en dynamiek. In voorbereiding op de gemeentelijke besluitvorming over onze inzet en financiering in 2015, is bij MEE Groningen een interne transformatie en reorganisatie in gang gezet. In het najaar van 2014 is de mate van inzet en de daarbij behorende voorwaarden voor 2015 duidelijk geworden door vaststelling van het pro vinciaal transitiearrangement voor MEE Groningen. De concrete invulling van onze lokale werkzaamheden in 2015 in samenspraak met de gemeenten, heeft pas in de laatste maanden van 2014 en ook nog in de eerste maanden van 2015 vorm gekregen. Vooral de inbedding van onze integrale werkwijze rondom meerdere transities en levensdomeinen en de onafhankelijke cliëntondersteuning zijn nog belangrijke aandachtspunten in de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. In 2014 heeft MEE Groningen zich ingezet om in voorbereiding op alle transities, voor de cliënten, klanten, burgers en medewerkers Lokaal verbonden, Sterk en Ondernemend te zijn.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
6
3. Profiel van MEE Groningen 3.1 Algemene identificatiegegevens Naam rechtspersoon: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer: Identificatienummer KvK: E-mailadres: Internetpagina:
Stichting MEE Groningen Koeriersterweg 26a / Postbus 1346 9727 AC / 9701 BH Groningen 050-5274500 S 41010617
[email protected] www.meegroningen.nl
3.2 Structuur van MEE Groningen MEE Groningen is een stichting, ook wel aangeduid als ‘Stichting MEE Groningen, leven met een beperking’. MEE Groningen is lid van de vereniging MEE Nederland, waar alle 22 MEE organisaties in Nederland bij aangesloten zijn. MEE Nederland fungeert als koepel, behartigt de belangen van de 22 MEE organisaties en heeft een ondersteunend landelijk bureau voor de leden. MEE Groningen heeft de provincie Groningen, bestaande uit 23 gemeenten, als haar werkgebied. De organisatie werkte in 2014 vanaf de hoofdlocatie in de stad Groningen en meerdere werklocaties in de provincie. Deze locaties bevinden zich zoveel mogelijk dichtbij samenwerkingspartners, zo wordt kantoorruimte gehuurd in panden waar bijvoorbeeld ook het welzijnswerk of een CJG zit. Naast deze locaties zijn de MEE consulenten op veel verschillende plaatsen in de provincie aanwezig. Zo wordt er bijvoorbeeld spreekuur op een Werkplein en in SW bedrijven gehouden en wordt gewerkt vanuit de backoffice van Wmo loketten. Het onderstaande organogram geeft een beeld van de organisatiestructuur van MEE Groningen in 2014.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
7
Raad van Toezicht
Ondernemings raad
Directeur/ Bestuurder
Cliëntenraad
Regiomanager Stad Groningen, Haren Ten Boer
Bovenregionaal · Coör. Integrale VroegHulp · Beeldvorming · Praktijkbegeleiding
Regiomanager Ommelanden
Team Bellingwedde / Oldambt Team Bedum/De Marne/Winsum/ Eemsmond
Team Noorddijk/Ten Boer
Cursusbureau
Team Noord West/Hoogkerk
Team Delfzijl/ Appingedam/ Loppersum
Team Oude wijken/binnenstad
Team Hoogezand/ Slochteren
Team Zuid/Haren
Team Menterwolde/Pekela’s/ Veendam
Manager Bedrijfsvoering
Staf: · Algemeen beleid · Kwaliteit/ communicatie · Personeel & Organisatie
Planning & Control · AO/IC · Financiële adm. · Sales
ICT Informatievoorziening Facilitaire zaken Secretariaten/receptie
Team Stadskanaal/ Vlagtwedde Team Westerkwartier
Rode lijn = kortdurende waarneming
MEE Groningen vastgesteld MT van 27 mei 2013
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
9
Het primair proces van MEE Groningen was in 2014 ondergebracht in elf regionale teams, uitgaande van de lokaal samenwerkende gemeenten en de stadsdelen van de gemeente Groningen. Deze teams zijn resultaatverantwoordelijk, hebben veel lokale regelruimte en hebben de opdracht om aan te sluiten bij het lokale beleid en de lokale partners. Ten zij er lokaal andere afspraken worden vastgelegd, gelden de kaders en procedures van MEE Groningen ook lokaal. MEE Groningen heeft een Raad van Toezicht. In de statuten van de stichting staan de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht bes chreven. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de directeur/ bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie als maatschappelijke onderneming. Daarnaast staat de Raad van Toezicht de directeur/ bestuurder met raad terzijde en vervult de Raad de werkgeversrol voor de directeur/ bestuurder. De Raad van Toezicht van MEE Groningen houdt toezicht op ten minste: • de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de organisatie; • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van MEE Groningen; • de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de kwaliteit en veiligheid van dienstverlening; • de naleving van wet- en regelgeving; • de verhouding met belanghebbenden; • het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van MEE Groningen. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van MEE Groningen als maatschappelijke onderneming en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de belanghebbenden af. In paragraaf 4.3 komt de Raad van Toezicht uitgebreider aan bod. MEE Groningen past geen segmentering in de jaarrekening toe en aangezien de financiering vanuit het fonds AWBZ plaatsvindt, beschikt MEE Groningen niet over specifieke toelatingen. Via een Cliëntenraad en een Ondernemingsraad geeft MEE Groningen invulling aan het medezeggenschap binnen de organisatie. Beide raden hebben een eigen reglement. De Ondernemingsraad is ingesteld conform de Wet op de Ondernemingsraden en de Cliëntenraad conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).
3.3 Kerngegevens MEE Groningen versterkt de eigen regie van mensen met een beperking, kwetsbare burgers en hun omgeving, op alle levensgebieden en in alle levensfasen. MEE Groningen kijkt hierbij naar de mogelijkheden van mensen met een beperking. Met deze dienstverlening wordt de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking bevorderd. Hiermee maakt MEE Groningen meedoen mogelijk. Door vroegtijdige, deskundige en integrale ondersteuning wordt een zwaarder en/of groter beroep op voorzieningen en zorg voorkomen. Iedereen kan bij MEE Groningen terecht, zonder indicatie en kosteloos, met alle vragen met betrekking tot een beperking, op alle levensgebieden: Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen en Regelgeving & Geldzaken. MEE Groningen helpt cliënten bij het grip krijgen op hun leven, zodat participeren (weer) mogelijk is. Dit doet MEE Groningen samen met de cliënt. Hierbij wordt gekeken naar de eigen kracht van de cliënt en zijn of haar netwerk. Daarna wordt gekeken naar de inzet van formele ondersteuning, algemene en speciale voorzieningen. De werkwijze van MEE Groningen past dus goed bij de ‘gekantelde’ inzet waar de gemeenten bij de inrichting van hun basisondersteuning vanuit gaan.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
11
MEE Groningen werkt voor een belangrijk deel lokaal om dichtbij en toegankelijk te zijn voor de kwetsbare burger en zijn omgeving en de samenwerkingspartners. Veelal wordt geparticipeerd in lokale teams, zoals in wijkteams of de sociale teams in de gemeente Groningen. Individuele dienstverlening (cliëntondersteuning) MEE Groningen biedt dienstverlening aan mensen met een beperking, zodat ze weer en/ of meer grip op hun leven krijgen en kunnen meedoen in de samenleving. De landelijke subsidie is gericht op de volgende doelgroepen: mensen met een verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke of een psychische beperking, mensen met een stoornis in het autistisch spectrum, niet aangeboren hersenletsel of een chronische ziekte. Vanuit de landelijke subsidie werkte MEE Groningen in 2014 met een dienstenstructuur waarbij de diensten zijn ingedeeld in: - entree, - de vraag (vraagverduidelijking en ondersteuningsplan), - trajecten op de vier levensgebieden Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen, Regelgeving & Geldzaken. Bij deze levensgebieden gaat het dan om: o het versterken van vaardigheden, o netwerkondersteuning, o ondersteuning bij het vergroten en behouden van het netwerk, o ondersteuning bij keuzes en vinden van opvang/ school/ werk/ dagbesteding. Kortom: ondersteuning bij het meedoen en participeren. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: een grote rol voor het integrale ondersteuningsplan, resultaatgericht werken, trajectondersteuning en casemanagement. De cliëntgebonden dienstverlening van MEE Groningen werkt regieversterkend en is laagdrempelig (voorliggend), onafhankelijk en kosteloos. De vraag van de cliënt staat hierbij centraal. Voor de cliëntondersteuning van de MEE organisaties gelden de volgende kernwaarden: Vraaggericht; Laagdrempelig, Empowerend, Stelseloverstijgend, Professioneel, Landelijk dekkend. In 2014 zijn we in voorbereiding op 2015 steeds meer gaan werken in lokale wijkteams. Hierbij is in een aantal pilots ook al onder gemeentelijke regie gewerkt en in de gemeentelijke systemen geregistreerd. De cliënten uit de doelgroep van MEE Groningen zijn op verzoek van de gemeenten ook al als gemeentelijke cliënten beschouwd en door de MEE consulenten als lid van een gemeentelijk team ondersteund. De gegevens van deze cliënten zijn dan ook niet opgenomen in het registratiesysteem van MEE Groningen. De aantallen cliënten die we als MEE Groningen hieronder over 2014 weergeven zijn dan ook beduidend lager dan het aantal cliënten dat onze medewerkers feitelijk ondersteund hebben. De cijfers over 2014 geven dus een vertekend beeld van de omvang van onze dienstverlening. Om een goed beeld te geven van de totale omvang van onze dienstverlening, worden hieronder na de cijfers over 2014 ook nog die over 2013 weergegeven.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
12
In 2014 hebben we bij 2538 cliënten 7231 ondersteuningstrajecten ingezet die bij MEE Groningen in het registratiesysteem zijn opgenomen. De meeste mensen komen een aantal keren terug bij MEE Groningen, bijvoorbeeld bij transitiemomenten op basis van leeftijd of levensfasen. Van deze 2538 cliënten waren er 883 jonger dan 21 jaar en 242 61 jaar en ouder. Samen met het aantal ondersteuningsvragen van ouders betekent dit dat ongeveer de helft van onze activiteiten zich richt op de jeugd. In 2013 zijn er bij MEE Groningen 3139 cliënten ondersteund. Deze 3139 cliënten hebben 7829 dienstverleningstrajecten gekregen, waarvan e r in 2013 6463 zijn afgesloten. De diensten waren als volgt verdeeld over de verschillende levensgebieden:
% diensten per levensgebied 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Leren en werken Opvoeding en ontwikkeling
Regelgeving en geldzaken
Wonen en samenleven
onbekend
De cliënten uit 2013 waren als volgt verdeeld over de voornaamste doelgroepen (als afgerond percentage van het totaal aantal cliënten): Verstandelijke beperking: Autisme Spectrum Stoornis: Lichamelijke beperking: Chronisch ziek: Psychische beperking: Niet-aangeboren hersenletsel Ontwikkelingsachterstand/IV
41% 9% 11% 14% 11% 5% 3%
De grootste leeftijdscategorieën van de cliënten van MEE Groningen in 2013 waren die jonger dan 21 jaar. 318 cliënten waren jonger dan 9 jaar. De leeftijdsverdeling van de cliënten van MEE Groningen in 2013 is weergegeven in de onderstaande figuur.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
13
% clienten per leeftijdscategorie 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 0-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
61 + jaar
Deze leeftijdsverdeling gecombineerd met het aantal opvoedingsvragen, maakt dat onze dienstverlening zich voor de helft richt op jeugd. Cursussen in 2014 MEE Groningen heeft in 2014 meer dan 25 cursussen aan groepen cliënten of hun mantelzorgers gegeven. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vol gende cursussen: geldzaken, partnercursus autisme en sociale vaardigheden. Daarnaast hebben we ook diverse cursussen, trainingen en voorlichtingen aan maatschappelijke organisaties gegeven, waaronder de training doelgroepherkenning en informatievoorziening tijdens de week van Autisme en de week van de opvoeding. Maatschappelijke taken MEE Groningen verrichtte in 2014 ook maatschappelijke taken. Het gaat dan om: · Informatievoorziening en voorlichting, · Signaleren en activeren, · Herkennen en omgaan met mensen met een beperking, · Verhogen integratie en participatie en vergroten van de toegankelijkheid. Deze taken zijn gericht op het bijdragen aan een inclusieve samenleving, waar mensen met een beperking volwaardig onderdeel van uitmaken. MEE Groningen verleende deze diensten in de provincie Groningen. Veel van de maatschappelijke taken vonden in 2014 vanuit de lokale activiteiten plaats. Het gaat dan om de tijd die lokaal besteed wordt en die niet toegerekend kan worden aan een specifieke cliënt.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
14
3.4 Samenwerkingsrelaties Ter voorbereiding op de transformaties in het sociale domein en de transitie van de MEE middelen naar de gemeenten in 2015 is MEE Groningen in 2014 lokaal, regionaal en provinciaal nog meer gaan samenwerken. Zowel voor de resu ltaten van de dienstverlening en voor de cliënten van MEE Groningen, als ook voor de continuïteit van de cliëntondersteuning zijn de diverse samenwerkingsrelaties van groot belang. In het kader van de provinciale beleidsontwikkeling omtrent de transitie s wordt in de provincie Groningen gewerkt met het Groninger Functioneel Model. Dit model wordt zowel voor de transitie op het gebied van jeugd als van AWBZ/ Wmo gebruikt. De expertise van MEE Groningen bevindt zich vooral in de basisondersteuning (voorliggend) en deels in de expertpool. In 2014 heeft MEE Groningen zoveel mogelijk geparticipeerd in en input geleverd aan de verdere beleidsontwikkeling. Zo hebben drie medewerkers van MEE Groningen deelgenomen aan de werkgroepen die het functioneel model jeugd op onderdelen uitwerkten. Naast activiteiten op het gebied van de Wmo en jeugd voert MEE Groningen ook activiteiten op het gebied van de Participatiewet en het Passend onderwijs uit. De beleidsontwikkeling heeft er toe geleid dat de activiteiten van MEE G roningen in de lokale basisondersteuning in 21 gemeenten vallen onder het transitiearrangement 2015. Met twee gemeenten (Haren en Bellingwedde) zijn separate afspraken gemaakt. De activiteiten van MEE Groningen in deze basisondersteuning zijn globaal beschreven in het provinciale arrangement en zullen per gemeente verschillen. Een deel van de activiteiten van MEE Groningen, die niet onder het arrangement vallen, worden ondergebracht in een aparte afdeling Projecten Training en Advies. MEE Groningen heeft vanwege haar stelseloverstijgende werkterrein zeer veel samenwerkingsrelaties, onder meer op de gebieden zorg, welzijn, arbeid en onderwijs. De dialoog met de stakeholders is vastgelegd in het kwaliteitssysteem van MEE Groningen. De gemaakte afspraken en ondernomen activiteiten met de samenwerkingspartners/ stakeholders worden geëvalueerd en de komende ontwikkelingen worden besproken. Met de gemeenten vindt dit plaats in de vorm van de gestructureerde jaarlijkse bestuurlijke overleggen, naast natuurlijk de samenwerking en overleggen met de gemeenten die door het jaar heen door de medewerkers, leidinggevenden en de directeur/ bestuurder plaatsvinden. De samenwerkingen zijn een vast aandachtspunt bij de jaarlijkse directiebeoordeling.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
15
MEE Groningen heeft, conform de zorgbrede governancecode 2010, een beleid belanghebbenden. De verschillende stakeholders zijn gecategoriseerd. De belangrijkste categorieën zijn: a) Gemeenten Een steeds groter deel van de activiteiten van MEE Groningen in 2014 vond in lokaal verband plaats. Consulenten werken lokaal met cliënten, zetten expertise in voor de lokale partners, leveren input op operationeel niveau, participeren in projecten, zijn lid van een wijkteam, fungeren als backoffice voor het Wmo loket, zitten in lokale netwerken enz enz. Dat gebeurde in 2014 vanuit de landelijke financiering. Eind 2014 hebben de gemeenten op hoofdlijnen aangegeven hoe de cliëntondersteuning in hun gemeente in 2015 vorm gegeven zal worden. b) Zorgaanbieders / ketenpartners MEE Groningen werkt met veel aanbieders en organisaties samen om door goede dienstverlening en zorg zo optimaal mogelijke participatie van de cliënt te realiseren. Vanwege het integrale werkveld van MEE Groningen betreft het h ier organisaties op diverse terreinen van de vraagprofielen: Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen en Regelgeving & Geldzaken. Voorbeelden van dergelijke zorgaanbieders en ketenpartners zijn: de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s), aanbieders van gehandicaptenzorg, jeugdzorg, thuiszorg, ziekenhuizen, revalidatiecentra, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningbouwverenigingen, sociale werkvoorziening, scholen en vrijwilligers- en cliëntenorganisaties. MEE Groningen neemt deel aan en is voorzitter van de stuurgroepen van diverse zorg- en dienstverleningsketens, zoals het Consultatieteam Seksueel Misbruik, het Advies en Informatieteam Hersenletsel, het Autismenetwerk Groningen en Integrale Vroeghulp Groningen. Ook wordt deelgenomen aan het Noordelijk Platform Gehandicapten Zorg en het Zorg Innovatie Forum en is MEE Groningen in het kader van de transitie jeugdzorg aanwezig bij het Dimon, het platform van Welzijnsorganisaties in de provincie Groningen. c) Zorgkantoor Het Zorgkantoor van Menzis heeft t/m 2014 een verantwoordelijkheid bij de aanvraag van de subsidie van MEE Groningen. Daarnaast signaleert MEE Groningen ontwikkelingen met betrekking tot zorginkoop aan het zorgkantoor en vindt er beleidsmatige afstemming en samenwerking plaats. Het zorgkantoor van Menzis gebruikte een Early Warning System (EWS) voor hun contractanten, waaronder MEE Groningen. Hiermee monitort het Zorgkantoor de kritische bedrijfsvoeringprocessen binnen de organisatie, zoals de inzet van interim management, het personeelsverloop, openstaande vacatures, de liquiditeit van de organisatie en het ziekteverzuim. Medio 2014 is het zorgkantoor met het EWS voor MEE Groningen gestopt in verband met de overgang naar de gemeenten in 2015. d) Cliëntenorganisaties MEE Groningen werkt samen met diverse cliëntenorganisaties in de provincie en heeft een samenwerkingsovereenkomst met Zorgbelang Groningen. MEE Groningen signaleert ontwikkelingen en trends ten behoeve van de collectieve belangenbehartiging aan de cliëntenorganisaties. Deze organisaties leveren op hun beurt weer input voor de beleidsontwikkeling en productinnovatie van MEE Groningen. Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
16
e) VWS / Zorginstituut Nederland (voormalig CvZ) MEE Groningen ontving t/m 2014 rijkssubsidie vanuit de AWBZ, waarover inhoudelijke en financiële verantwoording wordt afgelegd door middel van indiening van de jaarstukken (de jaarrekening en inhoudelijke verantwoording). Medio 2013 heeft MEE Groningen op basis van de begroting 2014 een voorlopige subsidie aangevraagd. In juli van 2015 dient MEE Groningen op basis van de jaarrekening de subsidieverantwoording in bij het Zorginstituut Nederland. Op basis van deze verantwoording zal het Zorginstituut Nederland onder verantwoordelijkheid van de minister van VWS, de subsidie van MEE Groningen vaststellen. f) Andere MEE organisaties Binnen MEE Nederland verband werkt MEE Groningen nauw samen met MEE Drenthe en MEE Friesland. Deze samenwerking vindt zowel op inhoudelijk (bijv bij de samenwerking rondom NAH en cursussen) als op bestuurlijk niveau plaats. Vooral de samenwerking tussen MEE Groningen en MEE Drenthe is de afgelopen jaren toegenomen, o.a. op het gebied van de bedrijfsvoering zoals ICT en salarisadministratie. Binnen MEE Nederland verband wordt deelgenomen aan diverse uitwisselingsgremia, zoals op het gebied van de Controllers, P&O en kwaliteit.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
17
4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 4.1 Normen voor goed bestuur MEE Groningen hanteert de zorgbrede governancecode 2010. Dit betekent dat: · De cliënt en diens wensen en behoeften centraal staat bij de dienstverlening; · De dienstverlening zo effectief en doelmatig mogelijk geschiedt; · De dienstverlening aan de eigentijdse kwaliteitseisen voldoet; MEE Groningen is HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) gecertificeerd. · Uitkeringen van financiële middelen uitsluitend plaatsvinden binnen de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van MEE Groningen. · Belanghebbenden betrokken zijn bij het beleid van de organisatie en de uitvoering er van. MEE Groningen beschikt over een beleid belanghebbenden. MEE Groningen voldoet aan de MEECode en het daarbij behorend reglement. In de MEECode zijn de kwaliteitsvoorwaarden en verantwoordelijkheden opgenomen die aan de naam MEE zijn gekoppeld. Het voeren van de naam MEE en het lidmaatschap van de vereniging MEE Nederland is alleen mogelijk voor organisaties die zich aan deze code houden. Belangrijk is dat de MEECode moet waarborgen dat de leden zich maatschappelijk verantwoorden en de beoogde kwaliteitseisen realiseren. Er vindt visitatie plaats door een MEECode commissie met een onafhankelijke voorzitter. De MEECode is een instrument voor aangesloten organisaties om elkaar aan te spreken, om aangesproken te worden en voor zelfreflectie. Conform de code: · biedt MEE Groningen cliëntondersteuning aan mensen met een beperking, · bestuurt MEE Groningen transparant en efficiënt, · treedt MEE Groningen in samenwerking of dialoog met partijen, · participeert MEE Groningen in de landelijke monitoringsactiviteiten met betrekking tot de code (o.a. branchebrede metingen en visitaties). · voldoet MEE Groningen aan de zorgbrede governancecode 2010. MEE Groningen hanteert voor haar medewerkers een gedragscode. De gedragscode maakt onderdeel uit van de in 2013 vastgestelde besturingsfilosofie, welke beschreven is in paragraaf 5.1.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
18
4.2 Directeur/ bestuurder Het bestuur van MEE Groningen wordt gevormd door één directeur/ bestuurder. Deze directeur/ bestuurder is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie, het realiseren van de doelstelling van de stichting en het vaststellen van het algemeen beleid. De directeur/ bestuurder en de Raad van Toezicht hanteren een reglement van bestuur, vastgesteld in 2011. Dit reglement regelt op hoofdlijnen: · de samenstelling van het bestuur, · de taakomschrijving van de directeur/ bestuurder, · de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur/ bestuurder, · de communicatie en informatievoorziening van de directeur/ bestuurder met de Raad van Toezicht, · de werkwijze van het managementteam en · de waarneming van de directeur/ bestuurder. Het directiereglement voldoet formeel aan de zorgbrede governancecode 2010. De bezoldiging van de directeur/ bestuurder wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht en vindt plaats conform de CAO Gehandicaptenzorg. Tabel 4.2.1: Persoonlijke gegevens directeur / bestuurder: Naam
Functie
Leef-
Nevenfunctie
tijd
Mw. drs G.A. Dolstra
Directeur/ bestuurder
59
Bestuurslid St. Urgente Noden Groningen
Werkzaam in
Werkzaam bij
huidige functie
de organisatie
sinds
sinds
2009
2009
4.3 Raad van Toezicht In de statuten van de stichting MEE Groningen staan de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht beschreven. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de strategie, prestaties, opdracht en continuïteit van de organisatie door: · het jaarlijks overleg met de Cliëntenraad, · het jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad, · het jaarlijks overleg met de managers, · het overleg met de externe accountant over de jaarrekening, · het klankborden met de directeur/ bestuurder met betrekking tot de strategische ontwikkelingen, · het bespreken van het jaarplan, · het goedkeuren van het strategisch meerjaren beleidsplan, de jaarlijkse begroting en de jaarrekening. Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
19
Jaarlijks ontvangt de Raad van Toezicht een jaarrekening en de risicoanalyse/ kostprijsberekening en elk kwartaal een integrale rapportage met daarbij een exploitatierekening, tussentijdse balans en een brede risicoanalyse. In verband met het aftreden van een aantal leden medio 2014 en 2015, zijn er in 2014 nieuwe leden geworven. In november zijn er drie nieuwe leden toegetreden tot de Raad van Toezicht te weten Mw. M. Kuin, Mw. O. Hartman-Togtema en dhr. W. De Gooijer. Laatstgenoemde is op voordacht van de Cliëntenraad benoemd. In november 2014 zijn mw. H. Elgersma en dhr. F. Kremer afgetreden en per 1 januari 2015 dhr. Rutkens. De Raad van Toezicht heeft in 2014 acht keer vergaderd, alle keren in aanwezigheid van de directeur/ bestuurder. De Raad ontvangt de verslagen van het Management Team (MT). In het kader van de jaarrekening heeft overleg plaatsgevonden met de externe accountant. De Raad van Toezicht heeft in 2014 goedkeuring verleend aan: · de jaarrekening 2013 · de begroting 2015 · het jaarplan 2015 · het transformatie- en reorganisatieplan 2014-2015, In het licht van de transitie van de MEE-middelen naar de gemeenten per 1-1-2015. Onderwerp van bespreking in 2014 waren ook: de regionale en lokale ontwikkelingen met betrekking tot de transitie MEE, de landelijke bezuinigingen vanuit de overheid en de implementatie van het nieuwe registratiesysteem en de zelfevaluatie van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft intern de volgende aandachtsgebieden gehanteerd: Financiën (audit commitee): mw. Elgersma en dhr. Poortman, Externe omgeving: dhr. Everts, dhr. Poortman en dhr. Kremer, Organisatieontwikkeling: dhr. Rutkens en dhr. Hamming, Zorginhoudelijk: dhr. Hamming en dhr. Kremer, ICT: mw. Elgersma en dhr. Rutkens. Met de komst van 3 nieuwe leden in november 2014 zijn er begin 2015 nieuwe afspraken gemaakt m.b.t. de portefeuilleverdeling. De Raad ziet er op toe dat de functies en nevenfuncties van de leden de onafhankelijke positie van de Raad niet in gevaar kunnen brengen. Ook evalueert de Raad jaarlijks zijn eigen functioneren. De Raad beoordeelt het functioneren van de directeur/ bestuurder jaarlijks in het functioneringsgesprek. Daarbij wordt ook de samenwerking tussen de Raad en de directeur/ bestuurder geëvalueerd. De Raad evalueert jaarlijks de externe accountancy. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen per vergadering vacatie (€ 115,-) en een reiskostenvergoeding conform de CAO gehandicaptenzorg.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
20
Tabel 4.3.1: Persoonlijke gegevens toezichthouders
Naam
Functie
Hoofd-functies
Nevenfuncties
Benoemd sinds
Dhr. mr. drs. W.H. Everts
Voorzitter
Zelfstandig ondernemer: Everts Bestuur & Advies
Jan 2011
Dhr. J.M.V. Hamming Dhr. H.G. Poortman RA/RE Mw. M. Kuin
Vice voorzitter Lid
Mw. O HartmanTogtema Dhr. W. de Gooijer
Lid
Partner Proficura Directeur Finance, Control en ICT bij stichting Marente Directeur Werk/leerbedrijf Alescon Adviseur Timpaan onderwijs Advies & Consultancy Willem de Gooyer Bmo
-
Mw. Drs. H. Elgersma RA Dhr. F. Kremer
Lid
Lid
Lid
Vice voorzitter
Registeraccountant Ernst & Young Accountants LLP Manager Zorg Ommelander Ziekenhuis Groep
Lid bezwaarschriften commissie Eemsmond Lid RvT Protestants Christelijk Basisonderwijs Meppel Lid onafhankelijke externe ombudscommissie Delfzijl Lid ombudscommissie ISD Noordoost Behandeling evt. integriteitskwesties raadsleden Delfzijl Lid RvT scholengemeenschap voor PC en RK V.O. Ubbo Emmius Stadskanaal Externe voorzitter rekenkamercommissie Veendam Freelance functie bij GINO te Groningen Vice-voorzitter van de RvT Stichting Viviani te Emmen Secretaris van de Stichting Vrienden van Dignis te Groningen Lid RvT Doktersdienst
Jan 2011
- Lid RvT Jeugdzorg Drenthe
Jan 2011
-
Lid RvC Woningcorporatie Nijestee Lid InstellingsAdviesRaad ROC Alfacollege Bestuurslid Stichting Mens & Maatschappij Lid RvT Aletta Jacobs college, Hoogezand Teamleider Groninger dorpen
Nov 2014
-
Lid Adviescommissie Kwaliteit van Zorginstituut Nederland Voorzitter Bestuur SOFT Tulip Voorzitter International SOFT Federation Lid Raad van Advies van Raad op Maat Vicevoorzitter RvT Pieter van Foreest, Delft Voorzitter Ieder(in) Voorzitter Disability Studies in Nederland Voorzitter RvB (ai) Stichting Thuiszorg Midden Gelderland Lid jury Jan van de Kruisprijs (Tranzo, Universiteit v Tilburg)
Nov 2014
Nov 2014
Geen
Dec 2007 (lid tot jan 2015)
Eigenaar FK advies@coaching
Maart 2006 (lid tot jan 2015)
4.4 Bedrijfsvoering MEE Groningen werkt met een planning & control cyclus. Managementsturing vond in 2014 plaats met behulp van maand- en kwartaalrapportages over de productie, resultaten en dienstverlening. Daarnaast is er een risicoanalyse uitgevoerd die gekoppeld is aan de kostprijsberekening. Door de uitvoering van het transformatie- en reorganisatieplan is medio 2014 de bedrijfsvoering in omvang verkleind. Hiermee is de overhead gereduceerd en de kostprijs verlaagd. Functies zijn vervallen en ten dele gecombineerd. De bedrijfsvoering is faciliterend ten behoeve van het primair proces. In het primair proces hebben de regioteams grotere verantwoordelijkheden voor de resultaten gekregen. Risico’s en onzekerheden zijn er met betrekking tot het beleid en financiering van de MEE organisatie. Met ingang van 2015 zijn de middelen voor de cliëntondersteuning die MEE biedt overgegaan naar de gemeenten. In 2015 is er sprake van continuïteit in verband met het vaststellen van het transitiearrangement door 21 gemeenten en de separate afspraken met de twee andere gemeenten. Dit arrangement heeft een looptijd van een jaar en over de financiering in 2016 komt in het tweede kwartaal van 2015 duidelijkheid na gemeentelijke besluitvorming. In 2015 blijven we onze meerwaarde en expertise zichtbaar maken en inzetten voor de cliënten en gemeenten in de lokale basisondersteuning en in de expertschil.
4.5 Cliëntenraad MEE Groningen heeft een reglement voor de Cliëntenraad. Hierin staan de doelstelling, taken, samenstelling, rechten en bevoegdheden van deze raad omschreven. De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is op de Cliëntenraad van toepassing. De Cliëntenraad van MEE Groningen bestond in 2014 uit zes personen. Zij zijn afkomstig uit de kringen van cliën ten met verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperkingen. De leden van de Cliëntenraad ontvangen een reiskostenvergoeding conform de CAO Gehandicaptenzorg. De Cliëntenraad is lid van het Landelijk Platform Cliëntenraden MEE (Stichting Raad op Maat). Het jaarlijkse lidmaatschapsgeld wordt door MEE Groningen voldaan. Voorafgaand aan de overlegvergadering met de directeur/bestuurder vergadert de Cliëntenraad zelf. MEE Groningen faciliteert de Cliëntenraad door middel van het beschikbaar stellen van vergaderfaciliteiten, secretariële ondersteuning, door het verstrekken van informatie en het vergoeden van onkosten. De raad ontvangt de notities die voor het functioneren en de taken relevant zijn. Ook ontvangt de Cliëntenraad ter informatie de MT besluitenlijsten. De Cliëntenraad kan in geval van meningsverschillen met MEE Groningen, conform de WMCZ, een beroep doen op de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Deze commissie bemiddelt tussen zorgorganisatie en cliëntenraad of doet een bindende uitspraak over meningsverschillen.
De Cliëntenraad heeft in 2014 vijf keer vergaderd met de directeur/bestuurder. Daarnaast hebben de jaarlijkse overleggen met de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad plaatsgevonden. Op het eind van het jaar heeft op voordracht van de Cliëntenraad dhr. W. de Gooyer zitting genomen in de Raad van Toezicht. De Cliëntenraad is onder andere om advies gevraagd over: - Het transformatie- en reorganisatieplan 2014-2015, In het licht van de transitie van de MEE-middelen naar de gemeenten per 1-1-2015.. Verder is er onder meer gesproken over: de conceptbegroting 2015, het jaardocument 2013, de regionale ontwikkelingen in relatie tot het cliëntperspectief, en het Jaarplan en BSC 2014. Ook de in- en externe ontwikkelingen zowel landelijk als lokaal en de lokale samenwerkingsverbanden zijn aan bod geweest. Gedurende het hele jaar is de Cliëntenraad door de bestuurder meegenomen in de ontwikkelingen met betrekking tot het transitie- en transformatieproces. De betekenis van de transitie voor de rol van de Cliëntenraad is op het eind van het jaar onderwerp van gesprek geweest. Een nadere uitwerking hiervan volgt begin 2015. De Cliëntenraad ervaart de samenwerking met MEE Groningen en de bestuurder als positief. De Cliëntenraad wordt goed geïnformeerd door de bestuurder en kan op haar beurt het cliëntenperspectief goed bij de bestuurder onder de aandacht brengen.
4.6 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) van MEE Groningen telde in 2014 vijf leden. De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is van toepassing. In 2014 zijn er zeven overlegvergaderingen geweest. Daarnaast zijn er in het licht van de transformatie en transitie twee extra bijeenkomsten met de directeur/bestuurder geweest. Ook zijn er jaarlijkse bijeenkomsten met het MT, de Raad van Toezicht en de Cliëntenraad geweest. De OR organiseert achterbanvergaderingen en publiceert nieuwsbrieven. In de overlegvergaderingen met de directeur/ bestuurder is de OR conform de WOR om advies of instemming gevraagd over o.a. de volgende onderwerpen. - Het transformatie- en reorganisatieplan 2014-2015, In het licht van de transitie van de MEE-middelen naar de gemeenten per 1-1-2015. - Het Sociaal Plan - Werkkostenregeling. - Opleidingsplan 2014
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
23
De adviezen van de OR zijn voor het merendeel overgenomen en/ of verwerkt in het beleid. Naast deze formele positionering met betrekking tot advies- en instemmingsrecht conform de WOR, wordt de OR door de directeur/ bestuurder ook veelvuldig vooraf geïnformeerd over ontwikkelingen en gevraagd om mee te denken en proactief te anticiperen (bijvoorbeeld middels deelname aan werkgroepen en beleidsdagen), zonder de formele positie als OR daarbij aan te tasten. De OR is geïnformeerd over onder meer de voortgang van de nieuwe werkkostenregeling en aangekondigde bezuinigingen. Diverse interne notities zijn besproken met de OR. In de overlegvergadering is aandacht geschonken aan de transitie MEE en de bezuinigingen vanuit de overheid. Verder zijn de jaarrekening en het jaardocument maatschappelijke verantwoording 2013 besproken, evenals de besturingsfilosofie en het jaarplan 2014 en BSC. Omdat het jaar 2014 in het teken stond van de transformatie en transitie is de OR elke keer in een vroeg stadium betrokken bij de strategische ontwikkelingen. Daarnaast heeft de OR gebruik gemaakt van de mogelijkheid signalen en initiatieven in te brengen bij de directeur/ bestuurder. De OR neemt deel aan de ARBO-VGWM commissie.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
24
5. Beleid, inspanningen en prestaties 5.1
Meerjarenbeleid 2013-2016 en besturingsfilosofie
Het meerjarenbeleid van MEE Groningen is verwoord in het strategisch beleidsplan ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ 2013-2016, wat medio 2012 opgesteld is. Het meerjarenbeleid beschrijft de kernboodschap van MEE Groningen en de visie op de dienstverlening, de organisatie en de medewerkers. Daarnaast wordt er stilgestaan bij de externe ontwikkelingen en de betekenis ervan voor de organisatie en de dienstverlening. Ondanks de externe dynamiek is de grote lijn in het meerjarenbeleid nog steeds bruikbaar en richtinggevend geweest in 2014. De volgende strategische koers voor de organisatie is medio 2012 beschreven: MEE Groningen is er voor mensen met een beperking, kwetsbare burgers en hun netwerk (o.a. mantelzorg), regieversterkend en aanwezig in lokale samenwerkingsverbanden. We leveren met onze expertise en kwaliteit een lokale meerwaarde. We werken generalistisch, maar we richten onze expertise vooral op de complexe dienstverlening, trajectbegeleiding, levensloop en multiproblem situaties en we versterken andere organisaties lokaal in de meer eenvoudige dienstverlening (specialistische generalisten). In eerste instantie zijn we gefinancierd vanuit de landelijke MEE subsidie gecombineerd met overige opdrachtgevers. Later worden we volledig door overige opdrachtgevers (gemeenten e.a.) gefinancierd. Het maatschappelijk ondernemerschap in relatie tot onze missie moet na 2015 het verlies van de landelijke subsidie zo optimaal mogelijk compenseren. Dit betekent: flexibel inspelen op verminderingen van en wisselingen in het beschikbare budget. De kostprijs van MEE Groningen zal marktconform moeten zijn. Dit betekent het realiseren van een slimme doe-organisatie. Samenwerkingsrelaties/fusies met andere MEE’s en/of algemeen maatschappelijk werk/welzijnsorganisaties ter versterking van de strategische positie sluiten we niet uit. Door diversiteit in gemeentelijk beleid ontstaat er diversiteit in de afspraken met gemeenten en de lokale dienstverlening. MEE Groningen bestaat als werkgever en kennisorganisatie zolang het financieel houdbaar is en onze medewerkers in lokale samenwerkingsstructuren MEE Groningen als kennisorganisatie nodig hebben. Het onderzoeken van de mogelijkheden van MEE Groningen of een nieuwe stichting als een expertisecentrum m.b.t. mensen met beperkingen (advies, consultatie, trainingen) voor organisaties uit diverse sectoren. Dit expertisecentrum kan gepositioneerd worden naast MEE Groningen als uitvoerder in de WMO (een vorm van detacheringsbureau met specifieke expertise) als doorstart na 2015. Al eerder, vóór 2015, maken we het cursusbureau, de maatschappelijke taken en projecten commercieel, mits de CvZ-subsidieregeling dit mogelijk maakt (d.w.z. meer ruimte om met een lumpsum te werken en dit te besteden aan de individuele cliëntondersteuning, lossere dienstenregistratie en meer beleidsverantwoording). MEE Nederland onderhandelt met VWS en het CvZ over verantwoordingsscenario’s n.a.v. het nieuwe dienstenboek. Kortom MEE Groningen is de komende periode: lok aal verbonden, sterk en ondernemend.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
25
Deze strategische koers heeft geleid tot het volgend strategische kader voor 2013-2016: 1. Versterken en uitbouwen expertise en kwaliteit. 2. Versterken lokale samenwerking en verbinding. 3. Versterken resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit. 4. Versterken ondernemerschap, slagvaardige productontwikkeling meerdere financiers. Deze vier punten en de benodigde randvoorwaarden zijn uitgewerkt in ruim dertig doelstellingen en actiepunten. De belangrijkste worden hieron der beschreven. Ad1. Bij het versterken van de expertise en kwaliteit gaat het onder meer om: het integraal ondersteuningsplan, trajectbegeleiding en sociale netwerkversterking, maar ook om het neerzetten van de MEE consulent als generalistische professional met specialistische expertise en het beschikbaar stellen van onze expertise voor de lokale samenwerkingspartners. Ad 2. Bij het versterken van de lokale samenwerking en verbinding is een belangrijk punt dat de lokaal werkende regioteams het uitgangspu nt van de organisatie-inrichting en de activiteiten zijn. Dit leidt tot zichtbare resultaten en differentiatie in de activiteiten. Ad 3. Bij de resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit gaat het vooral over het behalen van kengetallen, een efficiënt primair proces en een afgeslankte bedrijfsvoering. Ad 4. Het ondernemerschap zet vooral in op het vertalen van de maatschappelijke meerwaarde van de dienstverlening van MEE Groningen naar verkoopbare producten door middel van een uitbreiding van de extra activiteiten en het anticiperen op subsidie- en aanbestedingstrajecten. Bij de randvoorwaarden gaat het om de competenties van medewerkers en het geven van kaders waarbinnen ze ruimte en verantwoordelijkheid hebben. Deze strategische koers is verder uitgewerkt in de besturingsfilosofie. Deze filosofie werkt het motto van MEE Groningen ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ verder uit met betrekking tot de inrichting van de organisatie, de verantwoordelijkheden van de regioteams, de stijl van leidi nggeven en de werkstijl van de medewerkers. Samengevat betekent dit dat: - de regioteams binnen duidelijke kaders veel lokale speelruimte hebben, - het merendeel van het primair proces lokaal ingezet wordt, - de bedrijfsvoering slim en slank is ingericht op basis van de toegevoegde waarde voor het primair proces, - een coachende stijl van leidinggeven gehanteerd wordt en - passende competenties voor de medewerkers zijn benoemd (te weten: klant/ cliëntgerichtheid, resultaatgerichtheid, flexibel gedrag/ aanpassingsvermogen, initiatief en omgevingsbewustzijn/ ondernemerschap). De geactualiseerde gedragscode en een uitwerking van de competenties zijn als bijlage bij de besturingsfilosofie opgenomen. Het strategisch beleidsplan 20132016 is gebruikt als basis voor het jaarplan 2014 en de bijbehorende Balanced Score Card.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
26
5.2 Algemeen beleid 2014
5.2.1 Jaarplan 2014 Het jaarplan 2014 concretiseert het strategisch kader voor 2014. Het strategisch kader omvat zoals eerder gezegd vijf onderdelen: 1. Expertise en kwaliteit, 2. Lokale samenwerking en verbinding, 3. Resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit, 4. Ondernemerschap en 5. Randvoorwaarden. Voor elk onderdeel zijn in de Balanced Score Card kritische succesfactoren en SMART doelen benoemd. Hieronder zijn de doelen en resultaten in grote lijnen weergegeven. Ad 1) Expertise en kwaliteit MEE Groningen heeft, behoudt en ontwikkelt unieke expertise op het gebied van beperkingen over alle levensgebieden en sectoren heen. Hiermee versterken we kwetsbare burgers. Met onze specifieke expertise zijn we generalistisch inzetbaar en hebben we een belangrijke preventieve functie speciaal in het voorliggend veld. We zijn dé generalist met specialistische expertise ger icht op multi-problem en complexe dienstverlening in voorliggend veld. Doelen: In 2014 werken we organisatiebreed met de sociale netwerkstrategie, het integraal ondersteuningsplan en traject- en levensloopondersteuning. De lokale teams worden gefaciliteerd in beschikbare en toegankelijke kennisinstrumenten. De kennisdagdelen inclusief intervisie worden in 2014 gecontinueerd. MEE Groningen behoudt het HKZ certificaat. Realisatie: De doelen zijn gerealiseerd. Ad 2) Versterken lokale samenwerking en verbinding MEE Groningen werkt lokaal, dichtbij de burger en samenwerkingspartners en opdrachtgevers. Doelen: In 2014 verankeren we de lokale samenwerking en zetten we onze lokale aanwezigheid om in structureel partnerschap en maken financieringsafspraken met de gemeenten voor 2015. We maken een uitwerking van portfolio’s van onze activiteiten (lokaal, trainingen, maar ook voor AWBZ-Wmo, jeugd, passend onderwijs en participatie) om te verduidelijken wat we te bieden hebben. De lokale teams zetten hun expertise lokaal in voor samenwerkingspartners en gemeenten en ontwikkelen met hen nieuwe werkwijzen en expertise passend in de lokale situatie. De teams benutten lokale kansen en hiermee ontstaat differentiatie in werkwijze en inzet per team of gemeente. Realisatie: De lokale activiteiten zijn flink toegenomen, waardoor de zichtbaarheid van de meerwaarde van onze expertise is vergroot. Afspraken voor 2015 zijn gemaakt.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
27
Ad 3) Resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit MEE Groningen behaalt zichtbare resultaten voor mensen met een beperking en de samenleving. Dit gebeurt op een doelmatige en lokaal passende wijze . Doelen: De kengetallen en normen voor 2014 worden behaald. De activiteiten van het primair proces en de bedrijfsvoering worden herijkt met het oog op 2015. Realisatie: De activiteiten zijn herijkt door middel van het transformatie- en reorganisatieplan. Ad 4) Ondernemerschap MEE Groningen vertaalt haar maatschappelijke meerwaarde en dienstverlening in verkoopbare producten. Doelen: MEE Groningen anticipeert slagvaardig op subsidie- en aanbestedingsvoorwaarden. De activiteiten van het cursusbureau worden herijkt in het licht van 2015. Productontwikkeling en innovatie worden gestimuleerd. Realisatie: Dit is ten dele gerealiseerd. Vanwege de interne transformatie en de externe dynamiek heeft er minder productontwikkeling dan gepland plaatsgevonden. Ad 5) Randvoorwaarden MEE Groningen creëert de randvoorwaarden die nodig zijn om de doelstellingen binnen de resultaatgebieden te behalen en lokaal verbonden, sterk en ondernemend te zijn. Doelen: Het versterken van medewerkers in de gewenste competenties: klant/ cliëntgericht, resultaatgericht, flexibel gedrag/ aanpassingsvermogen, initiatief, omgevingsbewustzijn/ ondernemerschap. Duidelijkheid en kaders en daarbinnen verantwoordelijkheid en ruimte voor de medewerkers. MEE Groningen fungeert als werkgever en basis voor kennisuitwisseling en intervisie en geeft richting door de visie, beleid en kaders. Het primair proces wordt effectief, sli m en slank ondersteund vanuit de bedrijfsvoering. De verbinding tussen visie, beleid en lokale uitvoering wordt versterkt. We continueren het beleid flexibele formatie. Realisatie: De meeste doelen zijn gerealiseerd. Zo zijn er zes kennisdagdelen georganiseerd. De competenties zijn in het kader van de interne transformatie en reorganisatie beschreven in een nieuwe functiebeschrijving.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
28
5.2.2 Transformatie- en reorganisatieplan 2014-2015 Naast het jaarplan 2014 heeft ook het ‘Transformatie- en reorganisatieplan 2014-2015, In het licht van de transitie van de MEE-middelen naar de gemeenten per 1-1-2015’, een belangrijke rol gespeeld bij het beleid van MEE Groningen in 2014. In dit plan wordt de situatie in 2015 en verder geschetst en wordt beschreven welke maatregelen daarvoor in 2014 noodzakelijk zijn. “De transities in het sociaal domein, gecombineerd met bezuinigingen, betekenen een bijstelling in de koers van MEE Groningen. Het zal anders worden, maar ook met minder middelen en menskracht. De component anders betreft een verandering in het gehele bedrijfsmodel van MEE Groningen. De vaste jaarlijkse subsidie van VWS met daarin de opgenomen verplichtingen en verantwoording van diverse activiteiten vervalt in 2015. De gemeenten worden klant en opdrachtgever en gaan bepalen welke activiteiten zij van ons willen inkopen en hoe wij ons moeten verantwoorden. De component minder ontstaat doordat MEE Groningen te maken zal krijgen met een daling van de omzet waar de organisatie op aangepast zal moeten worden. Dit betekent een ingrijpende reorganisatie die in 2014 doorgevoerd moet worden om financi eel gezond 2015 en verder in te gaan. Een toekomstbestendig bedrijfsmodel, waarin onderscheidende kwaliteit voor een acceptabele kostprijs geleverd wordt, daar gaat het om. Dan gaan klanten ons inkopen, dan kunnen we onze missie: er zijn voor de meest kwetsbare burgers en het “MEEdoen mogelijk maken” ook blijven continueren.” In het plan worden zeven bewegingen geschetst als vertrekpunt voor de transformatie van MEE Groningen: 1. Van subsidieorganisatie naar brede maatschappelijke onderneming: 2. Van input-financiering naar outcome-financiering 3. Van cliëntondersteuner naar flexibele partner met diverse rollen en projecten. 4. Van zelfstandige netwerkorganisatie naar assembleren in het sociaal domein. 5. Van uitvoerder naar ondernemer. 6. Van rijk ondersteund naar slim ondersteund. 7. Van cliëntexpert naar markt-, klant- én cliëntexpert. De transformatie en reorganisatie omvatte de volgende onderdelen: - een bezuiniging van ruim € 760.000,-; - een andere organisatie-inrichting: team Gemeenten, team Projecten Training en Advies en afgeslankte bedrijfsvoering; - de beëindiging van een aantal activiteiten/ diensten: Centrale Aanmelding, Sociaal Juridische Dienstverlening, fondsenwerving, Cursusbureau, Informatiecentrum, Sociale kaart, Signalering en Beeldvorming.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
29
Om de maatregelen te realiseren zijn o.a. de volgende instrumenten ingezet: - het boventallig verklaren en beëindigen dienstverband van een aantal medewerkers uit de bedrijfsvoering; - het niet verlengen van tijdelijke dienstverbanden in het primair proces; - het vaststellen van een sociaal kader; - bezuinigingen in materiële kosten; - het opstellen van een nieuwe functiebeschrijving voor de consulenten, te weten de functie van: cliëntondersteuner/ sociaal werker.
5.2.3 Actuele ontwikkelingen 1 e kwartaal 2015 Bij het schrijven van dit jaardocument ligt de transitiedatum van 1 januari 2015 inmiddels weer achter ons. Gezien het belang van deze transitie voor het hele sociaal domein, voor onze cliënten, voor onze dienstverlening en voor MEE Groningen zelf, worden hieronder kort de actuele ontwikkelingen aan het einde van het eerste kwartaal van 2015 geschetst. Het jaar 2015 en zeker het eerste kwartaal is getypeerd als een overgangsjaar. Ook in de provincie Groningen was dit het geval. Er zijn medio en eind 2014 veel voorbereidingen getroffen, maar diverse zaken waren op 1 januari 2015 nog niet klaar, afdoende geregeld of ontwikkeld. Veel cliënten wisten niet waar ze terecht konden de eerste maanden van 2015 en gemeentelijke toegangen wisten niet waar ze mensen naar toe moesten verwijzen of hoe ze geholpen moesten worden. Burgers zijn van het kastje naar de muur gestuurd, veel aandacht is besteed aan noodzakelijke administratieve handelingen in verband met de transitie. Het voorliggend veld en ook de gemeentelijke organisati eonderdelen zoals de toegang en de wijkteams waren nog onvoldoende ingespeeld op de nieuwe doelgroepen. Kort samengevat is er heel veel operationeel ‘kunst en vliegwerk’ verricht. We hopen dat er weinig cliënten en burgers structureel tussen het wal en schip zijn gevallen. MEE Groningen heeft geprobeerd haar cliënten zo goed mogelijk te informeren, persoonlijk via de MEE medewerkers, maar ook via de website en de (o.b.v. diverse verontrustende signalen) tijdelijke uitgebreide/ opnieuw ingestelde telefonische bereikbaarheid. Ook voor de MEE medewerkers zijn het maanden met veel improviseren en flexibiliteit en de nodige frustratie geweest. Onduidelijke werkzaamheden, versmalde takenpakketten, geen integrale werkwijzen, logge procedures, matige faciliteiten (werkplekken, ICT/registratiesystemen en privacyprocedures), maar vooral ook minder professionele en kwalitatieve ondersteuning aan burgers. Onze indruk is dat de transitie veel tijd heeft gekost, de kwaliteit en integraliteit van de ondersteuning in eerste instantie achteruit is gegaan en dat er nog heel veel transformatie moet gaan plaatsvinden. Tegenover deze negatieve signalen en ervaringen staan zeker ook kansen: nieuwe samenwerkingen, nieuwe dienstverlening op maat, nieuwe inspirerende teams enz. MEE Groningen en alle MEE medewerkers zullen zich de komende periode dan ook heel hard blijven inzetten om de positieve kanten van de transformatie verder te ontwikkelen. We zetten onze expertise in voor de transformatie en voor het realiseren van een inclusieve samenleving. Een samenleving waarin mensen kunnen meedoen, zelfredzaam zijn en indien nodig op maat ondersteund worden, passend bij hun eigen situatie en dat van hun omgeving. We denken hieraan in 2016 en 2017 een duidelijke meerwaarde te kunnen leveren en we maken ons dan ook hard voor overeenkomstige gemeentelijke besluitvorming in het tweede kwartaal van 2015. Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
30
5.3 Algemeen kwaliteitsbeleid In deze paragraaf komt onder andere het kwaliteitsmanagementsysteem, de kwaliteit van de informatie en registratie, de beroepsvereniging en de fysieke kwaliteit en veiligheid aan bod. In 2014 heeft MEE Groningen de tweede externe controle-audit gehad na hernieuwing van de HKZ-certificering (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) in 2012. De externe audit leverde een aantal punten op. Op deze punten heeft MEE Groningen binnen de gestelde termijn laten weten welke acties hierop zijn uitgezet. Op basis hiervan heeft het Keurmerkinstituut een positief oordeel verstrekt, waarna de certificering van MEE Groningen met de vastgestelde termijn van een jaar is verlengd. De directiebeoordeling vond voor de zomer van 2014 plaats. Deze gaf een helder beeld van de werking van het kwaliteitsmanagementsysteem. De uitkomsten zijn meegenomen en benut voor het opstellen van het jaarplan 2015. In 2015 zal gekeken worden naar de passendheid van het huidige kwaliteitsmanagementsysteem en de nodige wijzigingen in het licht van de transitie van de MEE middelen naar de gemeenten. Informatie veiligheid en risico’s MEE Groningen werkt met digitale cliëntdossiers en met een uitgebreid registratiesysteem voor de cliëntgegevens, registratie van individuele diensten, maatschappelijke taken en projecten. In 2014 is een deel van de consulenten in lokale pilots gaan werken. De cliënten die ze binnen deze pilots ondersteunen worden bij de betreffende gemeente geregistreerd. MEE Groningen werkt met een beschreven planning & control cyclus. Dit biedt op alle niveaus binnen de organisatie de mogelijkheid om op juiste wijze (bij)sturing te kunnen geven aan de (financiële) processen. Het verdergaande lokaal werken en de bijbehorende differentiatie stelt ook verdergaande eisen aan de informatievoorziening. Vertrekpunt voor de financiële planning & control vormen de beleidsvoornemens zoals vastgelegd in het jaarplan. Deze worden vertaald in een planning van activiteiten en in een (financiële) begroting voor het eerstvolgende jaar, alsmede in een financiële meerjarenraming. De voortgang van de doelen en activiteiten uit de BSC van het jaarplan worden gemonitord in kwartaalrapportages.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
31
Fysieke veiligheid MEE Groningen beschikt over de benodigde gebruiksvergunningen. Jaarlijks wordt de BHV getraind en vinden er oefeningen plaats voor de BHV leden. Tevens worden er organisatiebrede oefeningen in het centraal kantoor in Groningen gehouden en wordt op basis van de evaluaties van de oefeningen het ontruimingsplan geactualiseerd. De installaties op het gebied van brandveiligheid, vluchtwegaanduiding, ontruimingsalarm en noodverlichting worden via maandelijkse controles door een extern bedrijf (zogenaamde OP rondes) gecontroleerd en zo nodig hersteld. MEE Groningen beschikt over een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) en een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP).
5.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de kwaliteit van zorg, waarna het beleid met betrekking tot klachten aan bod komt.
5.4.1 Kwaliteit van zorg MEE Groningen biedt kwalitatief goede dienstverlening. Dit wordt op verschillende manieren geborgd en verder ontwikkeld. MEE Groningen werkt op basis van kwaliteitsindicatoren en met een dienstenboek wat uitgaat van de vragen van cliënten op de verschillende levensgebieden. De diensten zijn op prestaties en outcome gericht en maken inzichtelijk wat de MEE organisaties voor activiteiten ondernemen en kunnen betekenen voor cliënten en stakeholders. Een inhoudelijke beschrijving van de diensten is te vinden in paragraaf 3.3. MEE Nederland werkt met prestatie indicatoren. Met betrekking tot ‘cliënten’, ‘dienstverlening’ en ‘resultaten’ zijn de volgende succesfactoren benoemd: bereik, bekendheid, bereikbaarheid, wachttijden, waardering en doelmatigheid. Zowel deze indicatoren als ook de dienstenportfolio dragen bij aan transparantie over de dienstverlening van MEE Groningen, de kwaliteit en de resultaten er van. Binnen het lokaal werken is de kwaliteit van onze dienstverlening een belangrijk aandachtspunt. Het meer verspreid werken vraagt extra inzet met betrekking tot het ontwikkelen en borgen van kennis. Door de toename in lokale diversiteit en het participeren in lokale pilots is eind 2013 geconstateerd dat de MEE regels en procedures in de praktijk niet altijd volledig hanteerbaar zijn. Daarom is in 2014 gewerkt met het uitgangspunt dat de MEE procedures gelden voor alle medewerkers, tenzij dat er lokaal andere afspraken zijn gemaakt. De kennisorganisatie die MEE Groningen is heeft ook in 2014 veel aandacht gekregen. Onder andere de kennisdagdelen, de praktijkbegeleiding, het intranet en de expertisegroepen spelen hierbij een belangrijke rol.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
32
Beroepsvereniging In 2014 is vanuit MEE Nederland de Beroepsvereniging van Cliëntondersteuners voor Mensen met een Beperking (BCMB) opgericht. Vanwege het belang wat MEE Groningen hecht aan de ontwikkeling en borging van haar expertise heeft de organisatie het lidmaatschap 2015 voor alle medewerkers primair proces gefinancierd. MEE Groningen heeft een cliëntvertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon werkt zelfstandig en onafhankelijk en is er specifiek voor cliënten die zich onheus bejegend voelen bij MEE Groningen of in de persoonlijke sfeer. Daarnaast kan zij ook ingeschakeld worden in het geval van (vermoedens van) seksueel misbruik, conform het protocol seksueel misbruik bij cliënten. De vertrouwenspersoon voor cliënten is mw. Stok. Zij is wekelijks twee uur telefonisch bereikbaar. Buiten deze uren is een voicemail in te spreken, waarna de volgende dag wordt teruggebeld. Ook is ze te bereiken via een eigen emailadres bij MEE Groningen. In 2014 heeft één cliënt telefonisch contact opgenomen. Het betrof echter een klacht over de hulpverlening van een zorgaanbieder. Mw. Stok heeft uitgezocht wie de cliëntvertrouwenspersoon is van deze zorgaanbieder en dit teruggekoppeld aan de cliënt. MEE Groningen beschikt over een FOBO-procedure en een FOBO-commissie. FOBO staat voor Fouten, Ongevallen en Bijna-Ongevallen. Medewerkers kunnen melding doen van afwijkingen in de dienstverlening (als niet volgens procedure of afspraken met de cliënt is gehandeld) of situaties waarin zich een (bijna -) ongeluk voor heeft gedaan. FOBO-meldingen worden besproken in de FOBOcommissie en die doet tweemaal per jaar verslag aan het MT. Zo nodig stelt het MT maatregelen vast. Doel van de procedure is waar nodig verbeteringen aan te brengen in de werkwijze, zodat herhaling van fouten of (bijna-)ongelukken wordt voorkomen. In 2014 is zijn er vier meldingen gedaan, waarvan drie in de eerste twee maanden van 2014. Twee van deze meldingen betroffen een ICT probleem rondom het opslaan van aanmeldgegevens in het registratiesysteem. Er is in 2013 en in 2014 veel aandacht besteed aan de ICT problemen en deze zijn inmiddels verholpen. Eén FOBO-melding betrof een technisch probleem met de telefonie/voicemail, wat op korte termijn werd opgelost. Eén melding betrof de ervaren schending van de privacy van een cliënt. Mede op basis van deze melding is de aanmeldbrief voor cliënten aangepast op het gebied van de lokale samenwerking met de gemeenten en de overgang van cliënten naar de gemeenten in 2015).
5.4.2 Klachten cliënten MEE Groningen heeft zich voor de behandeling van klachten van cliënten met ingang van 2013 aangesloten bij de Interprovinciale Klachtencommissie Groningen/Drenthe (IPKC). Bij de IPKC zijn diverse zorg- en dienstverlenende instellingen uit Groningen en Drenthe aangesloten. Cliënten kun nen op drie manieren in contact komen met deze commissie: schriftelijk, via een klachtformulier op de website van het IPKC en telefonisch. Deze manieren staan beschrijven op de website van MEE Groningen. Het klachtenreglement van de IPKC is opgenomen in het kwaliteitshandboek en staat onder de protocollen met betrekking tot het primaire proces. Er zijn in 2014 geen klachten over MEE Groningen binnengekomen bij de IPKC. Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
33
5.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
Achtereenvolgens komen in deze paragraaf de volgende onderdelen aan bod: personeelsbeleid, personeelsbestand, vacatures en ziekteverzuim, kwaliteit van het werk en de klachtenprocedure.
5.5.1 Personeelsbeleid Doel van het personeelsbeleid bij MEE Groningen is het zorgdragen voor gekwalificeerd personeel dat gemotiveerd en methodisch werkt conform de visie en missie van de organisatie. De MEE consulenten zijn HBO opgeleid (maatschappelijk werk of SPH) en hebben veelal eerdere werkervaring bij welzijns- of zorgorganisaties. In 2014 zijn de ontplooiingsmogelijkheden en kennisopbouw van medewerkers gestimuleerd door de kennisdagdelen, het scholingsplan, het kennismanagement en de expertisegroepen. Eind 2014 is de kennisorganisatie opnieuw vormgegeven, o.a. met het oog op de veranderingen in 2015. Zo zijn de kennisdgadelen ook in 2015 geborgd, ligt de nadruk op kennisuitwisseling en ontwikkeling en vindt de intervisie themagebonden plaats. Jaarlijks vindt er op basis van het jaarverslag van de arbodienst een overleg plaats tussen de leidinggevenden, de OR en arboarts.
5.5.2
Personeelsbestand, vacatures en ziekteverzuim
Eind 2014 werkten er 88 medewerkers bij MEE Groningen, 73 vrouwen en 15 mannen. Leeftijdsopbouw in het jaar 2014 Medewerkers jonger dan 25 jaar Medewerkers van 25 jaar t/m 34 jaar Medewerkers van 35 jaar t/m 44 jaar Medewerkers van 45 jaar t/m 54 jaar Medewerkers van 55 jaar en ouder
Geen 8 32 26 22
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim percentage (excl. zwangerschapsverlof) in 2014 was 6,5%. Dit percentage ligt boven gemiddeld en is hoger dan de streefnorm. De meldingsfrequentie is 1,3. Vooral het langverzuim is toegenomen. Het nulverzuim lag met 35% op het gewenste niveau. In 2014 hebben een aantal medewerkers contact opgenomen met de bedrijfsarts in verband met functieverandering en toekomstonzekerheid.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
34
5.5.3 Kwaliteit van het werk De kwaliteit van de dienstverlening door medewerkers van MEE Groningen blijft voortdurend aandacht houden. De beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd personeel is immers een van de belangrijkste succesfactoren voor het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening. De aandacht voor en investering in de kennisorganisatie levert hier een belangrijke bijdrage aan. In de ARBO-VGWM commissie wordt periodiek de risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) geëvalueerd en bijgesteld. Een medewerker van MEE Groningen heeft onder meer preventie als taak en wordt ingeschakeld voor advisering over de inrichting van de werkplekken van medewerkers. De bedrijfshulpverlening van MEE Groningen heeft op het centraal kantoor de jaarlijkse aangekondigde en niet-aangekondigde ontruimingsoefeningen gehouden. MEE Groningen beschikt over een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) en een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP).
5.5.4
Klachtenprocedure medewerkers
MEE Groningen kent een procedure klachtrecht medewerkers. Het individueel klachtrecht kent binnen MEE Groningen twee varianten: · de individuele klachtenprocedure van algemene aard, betrekking hebbende op de arbeidssituatie, arbeidsvoorwaarden of arbeidsomstandigheden van de medewerker; · de procedure op het gebied van ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, pesten, etc. Deze procedure staat beschreven in de procedure Ongewenst Gedrag. Er is een vertrouwenspersoon voor medewerkers inzake ongewenst gedrag. Met betrekking tot het klachtrecht van algemene aard geldt dat de medewerker haar klacht in eerste instantie naar voren brengt bij haar leidinggevende. De medewerker en leidinggevende proberen in overleg met elkaar tot een oplossing van de klacht te komen voor zover dit mogelijk is binnen de bevoegdheden van de leidinggevende. Wanneer de medewerker en de leidinggevende niet tot een oplossing komen of wanneer de oplossing van de klacht buiten de bevoegdheid van de leidinggevende ligt, dan legt de medewerker de klacht voor aan de directeur/ bestuurder, die advies vraagt bij de klachtencommissie. Het klachtrecht waar de klachtencommissie zich op richt betreft individuele klachten van medewerkers die betrekking hebben op de arbeidsituatie waarvoor geen andere formele procedure aanwezig is om de klacht af te handelen. De klachtencommissie bestaat uit drie leden, die met uitzondering van de voorzitter werkzaam zijn bij MEE Groningen. De functie van voorzitter wordt bekleed door een extern persoon, op dit moment mw M.J. Weitenberg. Er zijn twee plaatsvervangende leden benoemd. De leden hebben een geheimhoudingsplicht. De klachtencommissie medewerkers is in 2014 twee keer bijeen geweest, waarvan één bijeenkomst met de plaatsvervangende leden. Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
35
In 2014 zijn er net als in voorgaande jaren geen klachten binnen gekomen. De commissie heeft zich geboden over fictieve casussen zodat zij goed voorbereid blijft op haar taak. De volgende onderwerpen zijn besproken: bejegening, opname van een aantekening in het dossier/officiële waarschuwing; gelijkheidsprincipe en weging van een officiële waarschuwing. Daarnaast heeft de klachten commissie medewerkers een gesprek gehad met de voorzitter van de OR en is een plaatsvervangend lid van de commissie aanwezig geweest op een achterban vergadering van de OR om de commissie onder de aandacht te brengen van de OR en de medewerkers.
5.6 Samenleving en belanghebbenden Meerwaarde van MEE Groningen voor de cliënt en de samenleving. MEE Groningen is een maatschappelijke organisatie die betrokken is bij en zich inzet voor de inclusieve samenleving. De dienstverlening van MEE levert een duidelijke meerwaarde voor de samenleving, zoals in 2010 door Ernst & Young is vastgesteld in de ‘maatschappelijke businesscase, MEE als publieke waarde’. Hierin is geconstateerd elke euro die er in de MEE dienstverlening geïnvesteerd wordt een maatschappelijke besparing van 4 euro oplevert. Dit door minder uitgaven op het gebied van onder andere zorg, indicaties, uitkeringen en schuldsanering. e cliëntondersteuning van MEE Groningen heeft als doel de regie van de cliënt en zijn of haar netwerk te versterken. Dit versterkt de cliënt en voorkomt grotere problemen en zwaardere zorg of ondersteuning. Doordat MEE Groningen vroegtijdige, deskundige en stelseloverstijgende ondersteuning biedt, wordt voorkomen dat cliënten een (zwaarder) beroep doen op voorzieningen. De preventieve kracht van de MEE activiteiten voorkomt onder andere eenzaamheid, voortijdige schooluitval, onderbenutting van talenten, onnodige werkeloosheid, overlast, criminaliteit en schuldenproblematiek, kortom het voorkomt onnodige maatschappelijke en financiële kosten. Door deel te nemen aan diverse projecten, lokaal samen te werken en door de inzet van onze maatschappelijke taken (informatievoorziening, signalering en activering) draagt MEE Groningen bij aan een inclusieve samenleving en daardoor aan meer participatie van mensen met een beperking. Door de diensten zo effectief en efficiënt mogelijk uit te voeren, gaat MEE Groningen zo doelmatig mogelijk om met publieke middelen. Ook de door MEE Groningen gehanteerde werkwijze, om te kijken naar de eigen kracht en versterking van de eigen regie van mensen, sluit aan bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid. MEE Groningen kijkt op integrale en gekantelde wijze naar ‘wat mensen wel kunnen’ in plaats van ‘op welke voorziening mensen recht zouden hebben’. MEE Groningen participeert in de Stichting Urgente Noden Groningen en de directeur/ bestuurder is lid van het bestuur van de stichting. Naast de dienstverlening heeft MEE Groningen ook in haar eigen bedrijfsvoering oog voor de maatschappelijke omgeving, door het streven naar een zo duurzaam mogelijke wijze van dienstverlening. MEE Groningen biedt stageplaatsen bij de schoonmaak van de werkplekken aan scholieren uit het speciaal onderwijs . Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
36
MEE Groningen benut en faciliteert ook diverse ervaringsdeskundigen, onder meer vanuit met een autistische en psychiatrische achtergrond en niet aangeboren hersenletsel. Zowel voor de ervaringsdeskundigen als voor de cliënten/ klanten levert dit een duidelijke meerwaarde op. MEE Groningen heeft ook in 2014 het Teddy Bear Hospital in het UMCG en het UMCG BeterBoek gesponsord. Daarnaast hebben we deelgenomen aan de Prokkeldag 2014, een dag waarop mensen met een verstandelijke beperking en mensen zonder een verstandelijke beperking elkaar ontmoeten.
5.7 Financieel beleid en prestaties In de jaarrekening van de stichting MEE Groningen wordt aandacht besteed aan: · de behaalde omzet en resultaten; · de kasstromen en financieringsbehoeften; · gebeurtenissen na balansdatum; · de verwachte gang van zaken; · investeringen waartoe het bestuur heeft besloten; · de personeelsbezetting. De jaarrekening maakt geen onderdeel uit van dit jaardocument. De jaarrekening 2014 van MEE Groningen wordt door een onafhankelijke accountant gecontroleerd en zal conform de subsidie- en verantwoordingsvoorwaarden aan het Zorginstituut Nederland verstrekt worden. De begroting van MEE Groningen is een afgeleide van de volgende hoofdproducten: · Meerjarenbegroting · Productenraming · Tussentijdse rapportages (MARAP) · Jaarverslag (inclusief jaarrekening) · Fiscaliteiten/ verzekeringen · Administratieve organisatie · Coördinatie en afstemming · Bedrijfseconomische advisering · Procesondersteuning Vanaf 2015 zullen er zowel voor wat betreft de doelgroepen als ook voor de dienstverlening, de medewerkers, de bedrijfsvoering en de primaire stakeholders van stichting MEE Groningen diverse zaken veranderen door de overheveling van de MEE-middelen voor cliëntondersteuning naar de gemeenten. Er bestaat onzekerheid over de invulling en uitwerking van deze overheveling. Medio 2014 is duidelijk geworden dat het merendeel van de activiteiten in 2015 uitgevoe rd blijft worden in opdracht van de gemeenten. Voor de periode na 2015 zal er medio 2015 meer duidelijkheid ontstaan. Inspelend op deze onzekerheid hanteert MEE Groningen vanaf 2013 reeds een beleid gericht op een zo flexibel mogelijke formatie en is MEE Groningen geen nieuwe lange termijn verplichtingen aangegaan.
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
37
RESULTATENREKENING OVER 2014 2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Subsidie CVZ Overige subsidies Overige bedrijfsopbrengsten
5.407.122 0 445.072
5.157.451 48.482 444.124
Som der bedrijfsopbrengsten
5.852.19 4
5.650.05 7
4.767.007
4.472.149
117.260 945.720
116.686 976.121
5.829.98 7
5.564.95 6
BEDRIJFSRESULTAAT
22.207
85.101
Financiële baten en lasten
-5.702
-6.531
RESULTAAT BOEKJAAR
16.505
78.570
2014 €
2013 €
0 16.505 16.505
48.482 30.088 78.570
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
Som der bedrijfslasten
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging: Reserve aanvaardbare kosten Reserve aanvaardbare kosten Pluspakket
Jaardocument 2014 MEE Groningen definitief
38