MEE Groningen lokaal verbonden, sterk en ondernemend
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2013
Maatschappelijk verslag
Inhoudsopgave 1. Samenvatting
3
2. Uitgangspunten van de verslaglegging
4
3. Profiel van MEE Groningen 3.1 Algemene identificatiegegevens 3.2 Structuur van MEE Groningen Organogram 2013 3.3 Kerngegevens 3.4 Samenwerkingsrelaties
6
4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 4.1 Normen voor goed bestuur 4.2 Directeur/ bestuurder 4.3 Raad van Toezicht 4.4 Bedrijfsvoering 4.5 Cliëntenraad 4.6 Ondernemingsraad
16
5. Beleid, inspanningen en prestaties 5.1 Meerjarenbeleid 2013-2016 5.2 Algemeen beleid 2013 5.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 5.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 5.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 5.6 Samenleving en belanghebbenden 5.7 Financieel beleid en prestaties Kort overzicht financiën
23
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
6 6 7 9 13
16 17 17 20 21 22
23 25 27 28 30 33 35 36
2
1. Samenvatting
MEE Groningen geeft met dit jaardocument inzicht in haar activiteiten in het jaar 2013. De lijn uit voorgaande jaren om nog meer lokaal te gaan werken en expertise lokaal in te zetten en te versterken is in 2013 geïntensiveerd. Dit mede aan de hand van het eind 2012 opgestelde meerjarenbeleid ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ 2013-2016 en de nieuwe besturingsfilosofie. Het lokaal werken is in 2013 verder verdiept. MEE Groningen heeft zich lokaal verbonden in diverse samenwerkingen. Dit sluit aan bij de toenemende rol en verantwoordelijkheid van de gemeenten en de transities in het sociale domein. In veel gemeenten zijn consulenten van MEE Groningen gaan deelnemen in lokale wijkteams, CJG’s en Wmo-loketten. Met de lokale wijkteams willen de gemeenten dicht bij de burgers, laagdrempelig en zoveel mogelijk vanuit één professional/ regievoerder, ondersteuning bieden. Deze integrale en preventieve werkwijze sluit goed aan bij de expertise en competenties van de MEE consulenten. MEE Groningen heeft flink ingezet op het lokaal beschikbaar en zichtbaar maken van de meerwaarde van haar expertise en werkwijze op het gebied van integraal werken en preventieve regieversterking van burgers en hun netwerk. Dit alles om naast zo effectief mogelijke resultaten voor de burgers, ook de meerwaarde van een sterk voorliggend veld te laten zien. Dit was extra belangrijk in een jaar waarin een flinke stap is gezet op het gebied van de transities zoals het Groninger functioneel model jeugd en AWBZ/ Wmo. 2013 was een dynamisch jaar, dat vol stond van de (beleids)ontwikkelingen, waarin MEE Groningen bijgedragen heeft aan de lokale en provinciale beleidsontwikkeling en met partners samen heeft gewerkt en zich heeft ontwikkeld in het lokale veld. Dit alles terwijl het eigen perspectief over de financiering van de MEE expertise na 2015 nog onduidelijk was en met een flink afgeslankte organisatie door de implementatie van de forse bezuiniging vanuit VWS (Lenteakkoord) van medio 2012. Deze uitdaging is de organisatie vol goede moed en met energie vanuit de missie ‘het MEEdoen mogelijk maken voor de meest kwetsbare mensen’, aangegaan. Met onze flexibele en innovatieve werkwijze die gericht is op samenwerken en ontwikkelen met cliënten en partners, hebben wij dan ook veel bereikt afgelopen jaar.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
3
2. Uitgangspunten van de verslaglegging De stichting MEE Groningen presenteert hierbij het jaardocument over het jaar 2013. Met dit jaardocument wil MEE Groningen op een transparante wijze informatie verstrekken aan belanghebbenden en geïnteresseerden en verantwoording afleggen over de uitkomsten van het gevoerde beleid en de besteding van middelen in 2013. De financiële gegevens van de organisatie staan in de jaarrekening 2013. MEE Groningen vindt het belangrijk om te voldoen aan de governancecode, hoewel dit voor de MEE organisaties geen verplichting is. Goede governance is belangrijk voor de professionaliteit van het bestuur en het toezicht en levert een duidelijke bijdrage aan de transparantie die past bij een maatschappelijke organisatie. MEE Groningen onderschrijft de maatschappelijke doelstellingen zoals beschreven in de zorgbrede governancecode 2010 en streeft deze ook na. Daarom stelt MEE Groningen sinds 2009 een jaardocument maatschappelijke verantwoording op. Het hier voorliggende jaardocument verantwoordt het beleid en de besteding van middelen van MEE Groningen in 2013. MEE Groningen versterkt de eigen regie van mensen met een beperking en hun netwerk in de provincie Groningen. Met deze dienstverlening wordt de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking bevorderd. Hiermee maakt MEE Groningen meedoen mogelijk. Door vroegtijdige, deskundige en integrale ondersteuning wordt een zwaarder en groter beroep op voorzieningen en zorg voorkomen. Naast deze individuele dienstverlening verricht MEE Groningen ook maatschappelijke taken, zoals informatievoorziening en voorlichting t.b.v. het herkennen en omgaan met mensen met een beperking, het signaleren van belemmeringen, activering en integratie o.a. door middel van het participeren in projecten en samenwerken met andere organisaties. Ook worden cursussen voor groepen cliënten en trainingen voor groepen vrijwilligers/ professionals gegeven. Binnen deze maatschappelijke taken voeren we in de lokale samenwerking en t.b.v. de gemeenten diverse activiteiten uit. Dit zijn activiteiten die vallen onder de cliëntondersteuning in brede zin en passen bij de MEE consulent als sociaal werker. Een uitgebreidere beschrijving van onze dienstverlening en activiteiten, zoals nog voor 2013 en 2014 is afgesproken in de subsidieregeling van de MEE organisaties vanuit de landelijke financiering en van de lokale activiteiten, is te vinden in paragraaf 3.3.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
4
2013 was wederom een jaar met onzekerheden en dynamiek. Besluitvorming over de transities is nog niet afgerond, maar de ontwikkelingen en voorbereidingen zijn in volle gang. Vanwege onze integrale dienstverlening, levenslang en levensbreed, hebben we zowel in de beleidsontwikkeling als uitvoerend met alle transities te maken. Dus zowel de Jeugdtransitie, de AWBZWmo, de Participatiewet en het Passend Onderwijs. Onze eigen transitie, de transitie van de MEE middelen naar de gemeenten, waarvan inmiddels duidelijk is dat die met ingang van 2015 plaats zal gaan vinden, is volop gaande en bevat nog vele vraagstukken. De nieuwe Wmo-wet moet op het moment van schrijven nog worden vastgesteld en de positionering van de (onafhankelijke) cliëntondersteuning is nog niet helder. Wel is MEE Groningen in goed overleg met alle gemeenten, zich aan het voorbereiden op de transities en transformaties en de inbedding van haar expertise in het lokale en provinciale veld. MEE Groningen heeft zich in 2013 ingezet om in voorbereiding op alle transities, voor de cliënten, klanten, burgers en medewerkers Lokaal verbonden, Sterk en Ondernemend te zijn.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
5
3. Profiel van MEE Groningen 3.1 Algemene identificatiegegevens Naam rechtspersoon: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer: Identificatienummer KvK: E-mailadres: Internetpagina:
Stichting MEE Groningen Koeriersterweg 26a / Postbus 1346 9727 AC / 9701 BH Groningen 050-5274500 S 41010617
[email protected] www.meegroningen.nl
3.2 Structuur van MEE Groningen MEE Groningen is een stichting, ook wel aangeduid als ‘Stichting MEE Groningen, leven met een beperking’. MEE Groningen is lid van de vereniging MEE Nederland, waar alle 22 MEE organisaties in Nederland bij aangesloten zijn. MEE Nederland fungeert als koepel, behartigt de belangen van de 22 MEE organisaties en heeft een ondersteunend landelijk bureau voor de leden. MEE Groningen heeft de provincie Groningen, bestaande uit 23 gemeenten, als haar werkgebied. De organisatie werkte in 2013 vanaf de hoofdlocatie in de stad Groningen en meerdere locaties in de provincie. Bij de keuze voor deze locaties is zoveel mogelijk aangesloten bij samenwerkingspartners, zo wordt kantoorruimte gehuurd in panden waar bijvoorbeeld ook het welzijnswerk of een CJG zit. Naast deze locaties zijn de MEE consulenten op veel verschillende plaatsen in de provincie aanwezig. Zo wordt er bijvoorbeeld spreekuur op een Werkplein en in SW bedrijven gehouden en wordt gewerkt vanuit de backoffice van Wmo loketten. In 2013 is MEE Groningen gestart met deelname in sociale wijkteams onder meer in de gemeenten Groningen, Hoogezand-Sappemeer en Haren. Het onderstaande organogram geeft een beeld van de organisatiestructuur van MEE Groningen in 2013.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
6
Het primair proces van MEE Groningen is ondergebracht in elf regionale teams, uitgaande van de lokaal samenwerkende gemeenten en de stadsdelen van de gemeente Groningen. Deze teams zijn resultaatverantwoordelijk, hebben veel lokale regelruimte en hebben de opdracht om aan te sluiten bij het lokale beleid en de lokale partners. Tenzij er lokaal andere afspraken worden vastgelegd, gelden de kaders en procedures van MEE Groningen ook lokaal. In 2013 zijn er, vooral in het Oostelijke deel van de provincie, diverse herindelingsvarianten besproken. MEE Groningen zal, totdat er definitieve besluiten over de herindeling genomen zijn, de bestaande regio-indeling hanteren. MEE Groningen heeft een Raad van Toezicht. In de statuten van de stichting staan de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht beschreven. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de directeur/ bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie als maatschappelijke onderneming. Daarnaast staat de Raad van Toezicht de directeur/ bestuurder met raad terzijde en vervult de Raad de werkgeversrol voor de directeur/ bestuurder. De Raad van Toezicht van MEE Groningen houdt toezicht op ten minste: • de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de organisatie; • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van MEE Groningen; • de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de kwaliteit en veiligheid van dienstverlening; • de naleving van wet- en regelgeving; • de verhouding met belanghebbenden; • het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van MEE Groningen. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van MEE Groningen als maatschappelijke onderneming en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de belanghebbenden af. In paragraaf 4.3 komt de Raad van Toezicht uitgebreider aan bod. MEE Groningen past geen segmentering in de jaarrekening toe en aangezien de financiering vanuit het fonds AWBZ plaatsvindt, beschikt MEE Groningen niet over specifieke toelatingen. Via een Cliëntenraad en een Ondernemingsraad geeft MEE Groningen invulling aan het medezeggenschap binnen de organisatie. Beide raden hebben een eigen reglement. De Ondernemingsraad is ingesteld conform de Wet op de Ondernemingsraden en de Cliëntenraad conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).
3.3 Kerngegevens MEE Groningen versterkt de eigen regie van mensen met een beperking, kwetsbare burgers en hun omgeving, op alle levensgebieden en in alle levensfasen. MEE Groningen kijkt hierbij vooral naar de mogelijkheden van mensen met een beperking. Met deze dienstverlening wordt de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking bevorderd. Hiermee maakt MEE Groningen meedoen mogelijk. Door vroegtijdige, deskundige en integrale ondersteuning wordt een zwaarder en/of groter beroep op voorzieningen en zorg voorkomen. Iedereen kan bij MEE Groningen terecht, zonder indicatie en kosteloos, met alle vragen met betrekking tot een beperking, op alle levensgebieden: Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen en Regelgeving & Geldzaken. MEE Groningen helpt cliënten bij het grip krijgen op hun leven, zodat participeren (weer) mogelijk is. Dit doet MEE Groningen samen met de cliënt. Hierbij wordt gekeken naar de eigen kracht van de cliënt en zijn of haar netwerk. Daarna wordt gekeken naar de inzet van formele ondersteuning, algemene en speciale voorzieningen. De werkwijze van MEE Groningen past dus goed bij de ‘gekantelde’ inzet waar de gemeenten bij de inrichting van hun basisondersteuning vanuit gaan.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
9
MEE Groningen gaat steeds lokaler werken om dichtbij en toegankelijk te zijn voor de kwetsbare burger en zijn omgeving en de samenwerkingspartners. Veelal wordt geparticipeerd in lokale teams, zoals wijkteams of de sociale teams in de gemeente Groningen. Individuele dienstverlening (cliëntondersteuning) MEE Groningen biedt dienstverlening aan mensen met een beperking, zodat ze weer en/ of meer grip op hun leven krijgen. Vanuit de landelijke subsidievoorwaarden gaat het hierbij om de volgende doelgroepen: mensen met een verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke of een psychische beperking, mensen met een stoornis in het autistisch spectrum, niet aangeboren hersenletsel of een chronische ziekte. Medio 2013 is MEE Groningen gaan werken met een dienstenstructuur die binnen MEE Nederland is vastgesteld om de activiteiten van de MEE organisaties inzichtelijk en vraag- en resultaatgericht te beschrijven. Deze overgang heeft plaatsgevonden gelijktijdig met de overgang naar een nieuw bedrijfsinformatie- en registratiesysteem. De diensten zijn ingedeeld in: - entree, - de vraag (vraagverduidelijking en ondersteuningsplan), - trajecten op de vier levensgebieden Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen, Regelgeving & Geldzaken. Bij deze levensgebieden gaat het dan om: o het versterken van vaardigheden, o netwerkondersteuning, o ondersteuning bij het vergroten en behouden van het netwerk, o ondersteuning bij keuzes en vinden van opvang/ school/ werk/ dagbesteding. Kortom: ondersteuning bij het meedoen en participeren. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: een grote rol voor het integrale ondersteuningsplan, resultaatgericht werken, trajectondersteuning en casemanagement. Deze nieuwe diensten worden geautomatiseerd omgezet naar de oude diensten, aangezien bij de landelijke subsidieafrekening t/m 2014 de oude negen diensten gehanteerd worden. Deze oude diensten zijn: informatieverstrekking en advisering, vraagverduidelijking, aanvragen en realiseren van externe dienstverlening en zorg, klacht (en voorkomen van) bezwaar en beroep, monitoring en evaluatie van externe dienstverlening en zorg, ondersteuning in crisissituatie, volledige beeldvorming, kortdurende en kortcyclische ondersteuning en trajectbegeleiding, en cursussen in kleine of grote groepen. De cliëntgebonden dienstverlening van MEE Groningen werkt regieversterkend en is laagdrempelig (voorliggend), onafhankelijk en kosteloos. De vraag van de cliënt staat hierbij centraal. Voor de cliëntondersteuning van de MEE organisaties gelden de volgende kernwaarden: Vraaggericht; Laagdrempelig, Empowerend, Stelseloverstijgend, Professioneel, Landelijk dekkend.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
10
In 2013 zijn er bij MEE Groningen 3139 cliënten ondersteund. Deze 3139 cliënten hebben 7829 dienstverleningstrajecten gekregen, waarvan er in 2013 6463 zijn afgesloten. Hiermee is een overproductie gerealiseerd t.o.v. de subsidieafspraak van ruim 2000 dienstverleningstrajecten. Dit is gerealiseerd door zeer efficiënt en effectief te werken door meer cliënten per fte te ondersteunen gecombineerd met een hoge productiviteitsscore (1225 productieve uren per fte) en een laag ziekteverzuim (< 5%). Het totaal aantal ingeschreven (unieke) cliënten sinds 2003 komt daarmee op 14.441. De meeste mensen komen een aantal keren terug bij MEE Groningen, bijvoorbeeld bij transitiemomenten op basis van leeftijd of levensfasen. De diensten waren als volgt verdeeld over de verschillende levensgebieden:
% diensten per levensgebied 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Leren en werken Opvoeding en ontwikkeling
Regelgeving en geldzaken
Wonen en samenleven
onbekend
De cliënten uit 2013 waren als volgt verdeeld over de voornaamste doelgroepen (als afgerond percentage van het totaal aantal cliënten): Verstandelijke beperking: Autisme Spectrum Stoornis: Lichamelijke beperking: Chronisch ziek: Psychische beperking: Niet-aangeboren hersenletsel Ontwikkelingsachterstand/IV
41% 9% 11% 14% 11% 5% 3%
De grootste leeftijdscategorieën van de cliënten van MEE Groningen in 2013 waren die jonger dan 21 jaar. 318 cliënten waren jonger dan 9 jaar. De leeftijdsverdeling van de cliënten van MEE Groningen in 2013 is weergegeven in de onderstaande figuur.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
11
% clienten per leeftijdscategorie 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 0-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
61 + jaar
MEE Groningen heeft in 2013 29 cursussen aan groepen cliënten of hun mantelzorgers gegeven. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende cursussen: geldzaken, partnercursus autisme en sociale vaardigheden. Daarnaast hebben we ook diverse cursussen, trainingen en voorlichtingen aan maatschappelijke organisaties gegeven, waaronder de training doelgroepherkenning en informatievoorziening tijdens de week van Autisme en de week van de opvoeding. Maatschappelijke taken MEE Groningen verricht ook maatschappelijke taken. Het gaat dan om: • Informatievoorziening en voorlichting, • Signaleren en activeren, • Herkennen en omgaan met mensen met een beperking, • Vergroten van de toegankelijkheid en • Verhogen integratie en participatie. Deze taken zijn gericht op het bijdragen aan een inclusieve samenleving, waar mensen met een beperking volwaardig onderdeel van uitmaken. MEE Groningen verleent deze diensten in de hele provincie Groningen. Veel van de maatschappelijke taken vinden vanuit de lokale activiteiten plaats. Het gaat dan om de tijd die lokaal besteed wordt en die niet toegerekend kan worden aan een specifieke cliënt.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
12
3 4 Sa e wer i gsre aties Vanwege de transformaties in het sociale domein en de komende transitie van de MEE middelen naar de gemeenten in 2015 is MEE Groningen nog meer samenwerkingsrelaties aangegaan in 2013. Zowel voor de resultaten van de dienstverlening en voor de cliënten van MEE Groningen, als ook voor de continuïteit van de cliëntondersteuning zijn de diverse samenwerkingsrelaties van groot belang. In het kader van de provinciale beleidsontwikkeling omtrent de transities is in 2013 in de provincie Groningen door de gemeenten en maatschappelijke partners gewerkt aan het Groninger Functioneel Model. Dit model zal zowel voor de transitie op het gebied van jeugd als van AWBZ/ Wmo gebruikt gaan worden. De expertise van MEE Groningen bevindt zich vooral in de basisondersteuning (voorliggend). Maar een dergelijk functioneel model, wat ten behoeve van de transitie een vereenvoudiging en opdeling oplevert, geeft ook lastigheden voor een integraal werkende organisatie als MEE Groningen. Zo bevinden de activiteiten van MEE Groningen zich binnen vijf verschillende clusters van het model op het gebied van de jeugd. Naast de basisondersteuning gaat het binnen de jeugd ook om: de civil-society, triage & casemanagement, flexibele zorg en de expertpool. En naast de jeugd, waar ongeveer de helft van de activiteiten van MEE Groningen zich direct of indirect op richt, gaat het dus ook om de activiteiten die vallen onder het functioneel model voor de AWBZ /Wmo en de Participatiewet en het Passend onderwijs. In 2013 heeft MEE Groningen zoveel mogelijk geparticipeerd in en input geleverd aan de beleidsontwikkeling. Zo hebben twee medewerkers van MEE Groningen vanaf eind 2013 deelgenomen aan de werkgroepen die het functioneel model jeugd op onderdelen uitwerkten. MEE Groningen heeft vanwege haar stelseloverstijgende werkterrein zeer veel samenwerkingsrelaties, onder meer op de gebieden zorg, welzijn, arbeid en onderwijs. De contacten en samenwerkingen kunnen bijgehouden worden in het relatieonderdeel van bedrijfsinformatie- en registratiesysteem MEE@web. De dialoog met de stakeholders is vastgelegd in het kwaliteitssysteem van MEE Groningen. De gemaakte afspraken en ondernomen activiteiten met de samenwerkingspartners/ stakeholders worden geëvalueerd en de komende ontwikkelingen worden besproken. Met de gemeenten vindt dit plaats in de vorm van de gestructureerde jaarlijkse bestuurlijke overleggen, naast natuurlijk de samenwerking en overleggen met de gemeenten die door het jaar heen door de medewerkers, leidinggevenden en de directeur/ bestuurder plaatsvinden. Gezien de maatschappelijke dynamiek wordt er door veel organisaties, waaronder ook MEE Groningen, vaker (intern) geëvalueerd en worden bewuster keuzes gemaakt over de tijdsbesteding en resultaten van samenwerkingen. De samenwerkingen zijn een vast aandachtspunt bij de jaarlijkse directiebeoordeling.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
13
MEE Groningen heeft, conform de zorgbrede governancecode 2010, een beleid belanghebbenden. De verschillende stakeholders zijn gecategoriseerd. De belangrijkste categorieën zijn: a) Gemeenten Een steeds groter deel van de activiteiten van MEE Groningen vindt in lokaal verband plaats. Consulenten werken lokaal en zitten in lokale netwerken. Binnen de regioteams heeft elke gemeente (m.u.v. de gemeente Groningen) één vaste consulent vanuit het regionale MEE-team als aanspreekpunt. De MEE consulent werkt lokaal met cliënten, zet expertise in voor de lokale partners, levert input op operationeel niveau, participeert in projecten, is lid van het sociaal wijkteam, fungeert als backoffice voor het Wmo loket, levert school maatschappelijk werk enz enz. Dat gebeurt op dit moment vanuit de landelijke financiering. Medio 2014 zullen de gemeenten kenbaar moeten maken welk deel van deze activiteiten ze lokaal willen inzetten en financieren en hoe ze de cliëntondersteuning lokaal willen vormgeven. De continuïteit van de cliëntondersteuning en de MEE expertise en het vermijden van frictiekosten zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. b) Zorgaanbieders / ketenpartners MEE Groningen werkt met veel aanbieders en organisaties samen om door goede dienstverlening en zorg zo optimaal mogelijke participatie van de cliënt te realiseren. Vanwege het integrale werkveld van MEE Groningen betreft het hier organisaties op diverse terreinen van de vraagprofielen: Opvoeding & Ontwikkeling, Leren & Werken, Samenleven & Wonen en Regelgeving & Geldzaken. Voorbeelden van dergelijke zorgaanbieders en ketenpartners zijn: de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s), aanbieders van gehandicaptenzorg, jeugdzorg, thuiszorg, ziekenhuizen, revalidatiecentra, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningbouwverenigingen, sociale werkvoorziening, scholen en vrijwilligers- en cliëntenorganisaties. Binnen deze categorie neemt MEE Groningen deel aan en is voorzitter van de stuurgroepen van diverse zorg- en dienstverleningsketens, zoals het Consultatieteam Seksueel Misbruik, het Advies en Informatieteam Hersenletsel, het Autismenetwerk Groningen en Integrale Vroeghulp Groningen. Ook wordt deelgenomen aan het PGZG, het Platform Gehandicapten Zorg Groningen en is MEE Groningen in het kader van de transitie jeugdzorg aanwezig bij het Dimon, het platform Welzijnsorganisaties in de provincie Groningen. c) Zorgkantoor Het Zorgkantoor van Menzis heeft een verantwoordelijkheid bij de aanvraag van de subsidie van MEE Groningen. Daarnaast signaleert MEE Groningen ontwikkelingen met betrekking tot zorginkoop aan het zorgkantoor en vindt er beleidsmatige afstemming en samenwerking plaats. Het zorgkantoor van Menzis gebruikt een Early Warning System (EWS) voor hun contractanten, waaronder MEE Groningen. Hiermee monitort het Zorgkantoor de kritische bedrijfsvoeringprocessen binnen de organisatie, zoals de inzet van interim management, het personeelsverloop, openstaande vacatures, de liquiditeit van de organisatie en het ziekteverzuim.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
14
d) Cliëntenorganisaties MEE Groningen werkt samen met diverse cliëntenorganisaties in de provincie en heeft een samenwerkingsovereenkomst met Zorgbelang Groningen. MEE Groningen signaleert ontwikkelingen en trends ten behoeve van de collectieve belangenbehartiging aan de cliëntenorganisaties. Deze organisaties leveren op hun beurt weer input voor de beleidsontwikkeling en productinnovatie van MEE Groningen. e) VWS / CvZ MEE Groningen ontvangt tot en met 2014 rijkssubsidie vanuit de AWBZ, waarover inhoudelijke en financiële verantwoording wordt afgelegd door middel van indiening van de jaarstukken (de jaarrekening en inhoudelijke verantwoording). Voorafgaande aan het subsidiejaar vraagt MEE Groningen op basis van de begroting een voorlopige subsidie aan. In juli van het volgende jaar dient MEE Groningen op basis van de jaarrekening de subsidieverantwoording in bij het CvZ, inmiddels Zorginstituut Nederland genoemd. Op basis van deze verantwoording stelt het CvZ onder verantwoordelijkheid van de minister van VWS, de subsidie van MEE Groningen vast. f) Andere MEE organisaties Binnen MEE Nederland verband werkt MEE Groningen nauw samen met MEE Drenthe en MEE Friesland. Deze samenwerking vindt zowel op inhoudelijk (bijv bij de samenwerking rondom NAH en cursussen) als op bestuurlijk niveau plaats. Vooral de samenwerking tussen MEE Groningen en MEE Drenthe is de afgelopen jaren toegenomen, o.a. op het gebied van de bedrijfsvoering zoals ICT en salarisadministratie. In 2013 heeft een verkennend onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden van een verdergaande intensivering van de samenwerking met MEE Drenthe. Binnen MEE Nederland verband wordt deelgenomen aan diverse uitwisselingsgremia, zoals op het gebied van de Controllers, kwaliteit en SJD.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
15
4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 4.1 Normen voor goed bestuur MEE Groningen hanteert de zorgbrede governancecode 2010. Dit betekent dat: • De cliënt en diens wensen en behoeften centraal staat bij de dienstverlening; • De dienstverlening zo effectief en doelmatig mogelijk geschiedt; • De dienstverlening aan de eigentijdse kwaliteitseisen voldoet; MEE Groningen is HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) gecertificeerd. • Uitkeringen van financiële middelen uitsluitend plaatsvinden binnen de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van MEE Groningen. • Belanghebbenden betrokken zijn bij het beleid van de organisatie en de uitvoering er van. MEE Groningen beschikt over een beleid belanghebbenden. MEE Groningen voldoet aan de MEECode en het daarbij behorend reglement. In de MEECode zijn de kwaliteitsvoorwaarden en verantwoordelijkheden opgenomen die aan de naam MEE zijn gekoppeld. Het voeren van de naam MEE en het lidmaatschap van de vereniging MEE Nederland is alleen mogelijk voor organisaties die zich aan deze code houden. Belangrijk is dat de MEECode moet waarborgen dat de leden zich maatschappelijk verantwoorden en de beoogde kwaliteitseisen realiseren. Er vindt visitatie plaats door een MEECode commissie met een onafhankelijke voorzitter. De MEECode is een instrument voor aangesloten organisaties om elkaar aan te spreken, om aangesproken te worden en voor zelfreflectie. Conform de code: • biedt MEE Groningen cliëntondersteuning aan mensen met een beperking, • bestuurt MEE Groningen transparant en efficiënt, • treedt MEE Groningen in samenwerking of dialoog met partijen, • participeert MEE Groningen in de landelijke monitoringsactiviteiten met betrekking tot de code (o.a. branchebrede metingen en visitaties). • voldoet MEE Groningen aan de zorgbrede governancecode 2010. MEE Groningen hanteert voor haar medewerkers een gedragscode. De gedragscode maakt onderdeel uit van de in 2013 vastgestelde besturingsfilosofie, welke beschreven is in paragraaf 5.1.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
16
4 2 Directeur bestuurder Het bestuur van MEE Groningen wordt gevormd door één directeur/ bestuurder. Deze directeur/ bestuurder is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie, het realiseren van de doelstelling van de stichting en het vaststellen van het algemeen beleid. De directeur/ bestuurder en de Raad van Toezicht hanteren een reglement van bestuur, vastgesteld in 2011. Dit reglement regelt op hoofdlijnen: • de samenstelling van het bestuur, • de taakomschrijving van de directeur/ bestuurder, • de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur/ bestuurder, • de communicatie en informatievoorziening van de directeur/ bestuurder met de Raad van Toezicht, • de werkwijze van het managementteam en • de waarneming van de directeur/ bestuurder. Het directiereglement voldoet formeel aan de zorgbrede governancecode 2010. De bezoldiging van de directeur/ bestuurder wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht en vindt plaats conform de CAO Gehandicaptenzorg. Tabel 4.2.1: Persoonlijke gegevens directeur / bestuurder: Naam
Functie
Leef-
Nevenfunctie
tijd
Mw. drs G.A. Dolstra
Directeur/ bestuurder
58
Bestuurslid St. Urgente Noden Groningen
Werkzaam in
Werkzaam bij
huidige functie
de organisatie
sinds
sinds
2009
2009
4.3 Raad van Toezicht In de statuten van de stichting MEE Groningen staan de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht beschreven. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de strategie, prestaties, opdracht en continuïteit van de organisatie door: • het jaarlijks overleg met de Cliëntenraad, • het jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad, • het jaarlijks overleg met de managers, • het overleg met de externe accountant over de jaarrekening, • het klankborden met de directeur/ bestuurder met betrekking tot de strategische ontwikkelingen, • het bespreken van het jaarplan, • het goedkeuren van het strategisch meerjaren beleidsplan, de jaarlijkse begroting en de jaarrekening. Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
17
Jaarlijks ontvangt de Raad van Toezicht een jaarrekening en de risicoanalyse/ kostprijsberekening en elk kwartaal een exploitatierekening, tussentijdse balans en een brede risicoanalyse. Er zijn geen wijzigingen opgetreden in 2013 ten aanzien van de samenstelling van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft in 2013 zeven keer vergaderd, alle keren in aanwezigheid van de directeur/ bestuurder. De Raad ontvangt de verslagen van het Management Team (MT). In het kader van de jaarrekening heeft overleg plaatsgevonden met de externe accountant. De Raad van Toezicht heeft in 2013 goedkeuring verleend aan: • De jaarrekening 2012 • De begroting 2014 • Het verkennend onderzoek naar intensivering van de samenwerking met MEE Drenthe. Onderwerp van bespreking in 2013 waren o.a. ook: de regionale en lokale ontwikkelingen met betrekking tot de transitie MEE, de landelijke bezuinigingen vanuit de overheid en de implementatie van het nieuwe registratiesysteem. De Raad van Toezicht heeft intern de volgende aandachtsgebieden afgesproken: Financiën (audit commitee): mw. Elgersma en dhr. Poortman, Externe omgeving: dhr. Everts, dhr. Poortman en dhr. Kremer, Organisatieontwikkeling: dhr. Rutkens en dhr. Hamming, Zorginhoudelijk: dhr. Hamming en dhr. Kremer, ICT: mw. Elgersma en dhr. Rutkens. De Raad ziet er op toe dat de functies en nevenfuncties van de leden de onafhankelijke positie van de Raad niet in gevaar kunnen brengen. Ook evalueert de Raad jaarlijks zijn eigen functioneren. De Raad beoordeelt het functioneren van de directeur/ bestuurder jaarlijks in het functioneringsgesprek. Daarbij wordt ook de samenwerking tussen de Raad en de directeur/ bestuurder geëvalueerd. De Raad evalueert jaarlijks de externe accountancy. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen per vergadering vacatie (€ 115,-) en een reiskostenvergoeding conform de CAO gehandicaptenzorg.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
18
Tabel 4.3.1: Persoonlijke gegevens toezichthouders
Naam
Functie
Hoofdfunctie
(relevante) Nevenfuncties
Be-
Aftredend
Herbe-
noemd
Per
noeming
sinds
Dhr. mr. drs.
Voor-
Zelfstandig
W.H. Everts
zitter
ondernemer Everts Bestuur & Advies
- Lid bezwaarschriften commissie Eemsmond
01
mogelijk
01-2015
Ja
03 2014
Nee
12 2015
Nee
01 2015
ja
01 2015
ja
01 2015
ja
2011
- Lid Raad van Toezicht Protestants Christelijk Basisonderwijs Meppel - Lid onafhankelijke externe ombudscommissie Delfzijl - Lid ombudscommissie ISD Noordoost - Behandeling evt. integriteitskwesties raadsleden Delfzijl - Lid Raad van Toezicht scholengemeenschap voor PC en RK V.O. Ubbo Emmius Stadskanaal - Externe voorzitter rekenkamercommissie Veendam - Freelance functie bij GINO - Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Viviani
Dhr.
Vice
Manager Zorg
Eigenaar
03
F. Kremer
voor-
Ommelander
FK Advies@ Coaching
2006
zitter
Ziekenhuis-
Geen
12
groep Mw. Drs.
Lid
Register-
H. Elgersma
Accountant
RA
Ernst & Young
2007
Accountants LLP
Dhr.
Lid
J.M.V. Hamming Dhr. drs.
Partner
Lid RvT Dokterdienst Groningen
Proficura Lid
Directeur
H.G. Poortman
Finance,
RA/RE
Control en ICT
01 2011
Lid RVT Jeugdzorg Drenthe
01 2011
bij stichting Marente Dhr. drs.
Lid
Directeur
Penningmeester Brede school Niebert
01
E.P. Rutkens
Insite advies
Universitair docent Rijksuniversiteit
2011
RE
BV
Groningen
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
19
4.4 Bedrijfsvoering MEE Groningen werkt met een planning & control cyclus. Managementsturing vindt plaats met behulp van maand- en kwartaalrapportages over de productie, resultaten en dienstverlening. Daarnaast wordt er jaarlijks een risicoanalyse uitgevoerd die gekoppeld is aan de kostprijsberekening. Door de reorganisatie in 2012 is de bedrijfsvoering in omvang verkleind. Functies zijn vervallen en ten dele gecombineerd en de regioteams hebben zelf grotere verantwoordelijkheden voor de resultaten gekregen. De bedrijfsvoering is faciliterend ten behoeve van het primair proces. Risico’s en onzekerheden zijn er met betrekking tot het beleid en financiering van de MEE organisatie. Met ingang van 2015 zullen de middelen voor de cliëntondersteuning die MEE nu biedt overgaan naar de gemeenten. Medio 2013 heeft het CvZ laten weten de subsidiering met ingang van dat jaar te beëindigen. De besluitvorming over het onderbrengen van de cliëntondersteuning in de Wmo is landelijk nog niet afgerond. De nieuwe Wmo zal pas medio 2014 in de Tweede kamer behandeld worden. De gemeenten zullen medio 2014 besluiten hoe ze de cliëntondersteuning en de MEE expertise zullen gaan continueren. VWS, VNG en MEE Nederland hebben begin 2014 in het licht van de MEE-transitie bestuurlijke afspraken gemaakt m.b.t. continuering van de cliëntondersteuning, de expertise en het vermijden van frictiekosten. Deze zetten in op regionale (in de Groningse situatie provinciale) meerjarige afspraken. Door de overgang van de middelen voor cliëntondersteuning naar de gemeenten zal er binnen MEE Groningen ook een transformatie moeten plaatsvinden. Het werken onder gemeentelijke regie en voor meerdere opdrachtgevers betekent het werken voor andere opdrachtgevers met deels andere activiteiten, een andere inrichting van de organisatie die meer gericht is op flexibiliteit, samenwerking en resultaten. De uitgebreide risicoanalyse die op verzoek van de Raad van Toezicht is opgesteld, besteedt aandacht aan de diverse aspecten van de transformatie en onzekerheden. Deze risicoanalyse is ook in 2013 periodiek besproken en geactualiseerd. Om zoveel mogelijk te anticiperen op de transitie van de MEE middelen naar de gemeenten, heeft MEE Groningen zich in 2013 wederom ingezet op de lokaal verbinding en flexibiliteit in de lokale toepassing van de expertise. Het aantal werklocaties in de provincie is uitgebreid, bijvoorbeeld in Leek, Stadskanaal en Winschoten.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
20
4.5 Cliëntenraad MEE Groningen heeft een reglement voor de Cliëntenraad. Hierin staan de doelstelling, taken, samenstelling, rechten en bevoegdheden van deze raad omschreven. De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is op de Cliëntenraad van toepassing. De Cliëntenraad van MEE Groningen bestond in 2013 uit zes personen. Zij zijn afkomstig uit de kringen van cliënten met verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperkingen. De leden van de Cliëntenraad ontvangen een reiskostenvergoeding conform de CAO Gehandicaptenzorg. De Cliëntenraad is lid van het Landelijk Platform Cliëntenraden MEE (Stichting Raad op Maat). Het jaarlijkse lidmaatschapsgeld wordt door MEE Groningen voldaan. Voorafgaand aan de overlegvergadering met de directeur/bestuurder vergadert de Cliëntenraad zelf. MEE Groningen faciliteert de Cliëntenraad door middel van het beschikbaar stellen van vergaderfaciliteiten, secretariële ondersteuning, door het verstrekken van informatie en het vergoeden van onkosten. De raad ontvangt de notities die voor het functioneren en de taken relevant zijn. Ook ontvangt de Cliëntenraad ter informatie de MT besluitenlijsten. De Cliëntenraad kan in geval van meningsverschillen met MEE Groningen, conform de WMCZ, een beroep doen op de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Deze commissie bemiddelt tussen zorgorganisatie en cliëntenraad of doet een bindende uitspraak over meningsverschillen. De Cliëntenraad heeft in 2013 vijf keer vergaderd met de directeur/bestuurder. Daarnaast hebben de jaarlijkse overleggen met de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad plaatsgevonden. De Cliëntenraad is onder andere om advies gevraagd over: - Aansluiting MEE Groningen bij de Interprovinciale Klachtencommissie Groningen/ Drenthe. - Verkennend onderzoek naar de intensivering van de samenwerking met MEE Drenthe. Verder is er onder meer gesproken over: de conceptbegroting 2014, het jaardocument 2012, de transitie van de MEE middelen, de regionale ontwikkelingen in relatie tot het cliëntperspectief, de landelijke bezuinigingen vanuit de overheid, de besturingsfilosofie, en het Jaarplan en BSC 2013. Daarnaast zijn de in- en externe ontwikkelingen zowel landelijk als lokaal en de lokale samenwerkingsverbanden aan bod geweest. Gedurende het hele jaar is de invoering van het nieuwe dienstenboek en de registratie onderwerp van gesprek geweest. De cliëntenraad ervaart de samenwerking met MEE Groningen en de bestuurder als positief. De Cliëntenraad kan op deze manier haar eigen inbreng hebben.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
21
4.6 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) van MEE Groningen telde in 2013 zes leden. De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is van toepassing. De OR heeft in 2013 vijf keer vergaderd in aanwezigheid van de directeur/ bestuurder. Daarnaast zijn er jaarlijkse bijeenkomsten met het MT, de Raad van Toezicht en de Cliëntenraad geweest. De OR organiseert achterbanvergaderingen en publiceert nieuwsbrieven. Een afvaardiging van de ondernemingsraad neemt deel aan de jaarlijkse beleidsdag van het MT en stafleden om input te leveren voor het komende jaarplan. In de overlegvergaderingen met de directeur/ bestuurder is de OR conform de WOR om advies of instemming gevraagd over o.a. de volgende onderwerpen. - Regeling wijziging standplaats. - Afschaffen regeling Bloemenpot. - Regeling calamiteitenverlof. - Opleidingsplan 2013 De adviezen van de OR zijn merendeels overgenomen en/ of verwerkt in het beleid. Naast deze formele positionering met betrekking tot advies- en instemmingsrecht conform de WOR, wordt de OR door de directeur/ bestuurder ook veelvuldig vooraf geïnformeerd over ontwikkelingen en wordt meedenken en proactief anticiperen gevraagd, (bijvoorbeeld middels deelname aan werkgroepen en beleidsdagen), zonder de formele positie als OR daarbij aan te tasten. In het najaar 2013 heeft de OR deelgenomen aan een zogenaamde brede brainstormbijeenkomst (MT, staf, consulenten, OR en externen) in het kader van de transformatie/ transitie van MEE Groningen. De OR is geïnformeerd over het onderzoek naar de intensivering van de samenwerking met MEE Drenthe. De OR is geïnformeerd over onder meer de voortgang van de nieuwe werkkostenregeling en aangekondigde bezuinigingen. Diverse interne notities zijn besproken met de OR zoals de drie evaluaties van de doorontwikkeling organisatiestructuur uit 2012. Ook is in de overlegvergadering aandacht geschonken aan de transitie MEE en de bezuinigingen vanuit de overheid. Verder zijn de jaarrekening en het jaardocument maatschappelijke verantwoording 2013 besproken, evenals de besturingsfilosofie en het jaarplan 2014 en BSC. Er is, met name in het najaar van 2013, aandacht geweest voor de implementatie van het nieuwe registratiesysteem MEE@web. In 2013 zijn twee zogenaamde artikel 24-overleggen gehouden. De bedoeling van dit soort overleggen is dat de OR beter kan anticiperen op het strategisch beleid van de organisatie. De bestuurder geeft aan welke richting de organisatie uitgaat en welke besluiten er te verwachten zijn. Daarnaast heeft de OR gebruik gemaakt van de mogelijkheid signalen en initiatieven in te brengen bij de directeur/ bestuurder. Zo heeft de ondernemingsraad het initiatief genomen tot de uitvoering van een onderzoek naar de werkdrukbeleving bij de medewerkers in 2013. De OR neemt deel aan de ARBO-VGWM commissie.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
22
5. Beleid, inspanningen en prestaties 5.1
Meerjarenbeleid 2013-2016 en besturingsfilosofie
Het meerjarenbeleid van MEE Groningen is verwoord in het strategisch beleidsplan ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ 2013-2016. Dit meerjarenbeleid is medio 2012 opgesteld. De extra bezuinigingen voor de MEE organisaties die in de zomer van 2012 bekend werden zijn van invloed geweest op het nieuwe meerjarenbeleid en de risicoanalyse. Het meerjarenbeleid beschrijft de kernboodschap van MEE Groningen en geeft een visie op de dienstverlening, de organisatie en de medewerkers. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de externe ontwikkelingen en de betekenis ervan voor de organisatie en de dienstverlening. De volgende strategische koers voor de organisatie wordt beschreven: MEE Groningen is er voor mensen met een beperking, kwetsbare burgers en hun netwerk (o.a. mantelzorg), regieversterkend en aanwezig in lokale samenwerkingsverbanden. We leveren met onze expertise en kwaliteit een lokale meerwaarde. We werken generalistisch, maar we richten onze expertise vooral op de complexe dienstverlening, trajectbegeleiding, levensloop en multiproblem situaties en we versterken andere organisaties lokaal in de meer eenvoudige dienstverlening (specialistische generalisten). In eerste instantie zijn we gefinancierd vanuit de landelijke MEE subsidie gecombineerd met overige opdrachtgevers. Later worden we volledig door overige opdrachtgevers (gemeenten e.a.) gefinancierd. Het maatschappelijk ondernemerschap in relatie tot onze missie moet na 2015 het verlies van de landelijke subsidie zo optimaal mogelijk compenseren. Dit betekent: flexibel inspelen op verminderingen van en wisselingen in het beschikbare budget. De kostprijs van MEE Groningen zal marktconform moeten zijn. Dit betekent het realiseren van een slimme doe-organisatie. Samenwerkingsrelaties/fusies met andere MEE’s en/of algemeen maatschappelijk werk/welzijnsorganisaties ter versterking van de strategische positie sluiten we niet uit. Door diversiteit in gemeentelijk beleid ontstaat er diversiteit in de afspraken met gemeenten en de lokale dienstverlening. MEE Groningen bestaat als werkgever en kennisorganisatie zolang het financieel houdbaar is en onze medewerkers in lokale samenwerkingsstructuren MEE Groningen als kennisorganisatie nodig hebben. Het onderzoeken van de mogelijkheden van MEE Groningen of een nieuwe stichting als een expertisecentrum m.b.t. mensen met beperkingen (advies, consultatie, trainingen) voor organisaties uit diverse sectoren. Dit expertisecentrum kan gepositioneerd worden naast MEE Groningen als uitvoerder in de WMO (een vorm van detacheringsbureau met specifieke expertise) als doorstart na 2015.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
23
Al eerder, vóór 2015, maken we het cursusbureau, de maatschappelijke taken en projecten commercieel (plustaken), mits de CvZ-subsidieregeling dit mogelijk maakt (d.w.z. meer ruimte om met een lumpsum te werken en dit te besteden aan de individuele cliëntondersteuning, lossere dienstenregistratie en meer beleidsverantwoording). MEE Nederland onderhandelt met VWS en het CvZ over verantwoordingsscenario’s n.a.v. het nieuwe dienstenboek. Kortom MEE Groningen is de komende periode: lokaal verbonden, sterk en ondernemend. Deze strategische koers leidt tot het volgend strategische kader voor 2013-2016: 1. Versterken en uitbouwen expertise en kwaliteit. 2. Versterken lokale samenwerking en verbinding. 3. Versterken resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit. 4. Versterken ondernemerschap, slagvaardige productontwikkeling meerdere financiers. Deze vier punten en een onderdeel over de daarvoor benodigde randvoorwaarden, zijn uitgewerkt in ruim dertig doelstellingen en actiepunten. Een aantal wordt hieronder beschreven, voor een volledig overzicht wordt verwezen naar het betreffende meerjarenbeleid. Ad1. Bij het versterken van de expertise en kwaliteit gaat het onder meer om: de brede implementatie van het integraal ondersteuningsplan, trajectbegeleiding en sociale netwerkversterking, maar ook om het neerzetten van de MEE consulent als een generalistische professional met specialistische expertise en het beschikbaar stellen van onze expertise voor de lokale samenwerkingspartners. Ad 2. Bij het versterken van de lokale samenwerking en verbinding is een belangrijk punt dat de regioteams die lokaal werken het uitgangspunt van de organisatie-inrichting en de activiteiten zijn. Zichtbare resultaten en differentiatie in de activiteiten maken hier onderdeel van uit. Ad 3. Bij de resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit gaat het vooral over het behalen van kengetallen, een efficiënt primair proces en een afgeslankte bedrijfsvoering. Ad 4. Het ondernemerschap zet vooral in op het vertalen van de maatschappelijke meerwaarde van de dienstverlening van MEE Groningen naar verkoopbare producten door middel van een uitbreiding van de extra activiteiten en het anticiperen op subsidie- en aanbestedingstrajecten. Bij de randvoorwaarden gaat het om de competenties van medewerkers en het geven van kaders waarbinnen ze ruimte en verantwoordelijkheid hebben. Deze strategische koers is verder uitgewerkt in de eind 2012 opgestelde besturingsfilosofie. Deze filosofie werkt het motto van MEE Groningen ‘Lokaal verbonden, sterk en ondernemend’ verder uit in de betekenis voor de inrichting van de organisatie, de verantwoordelijkheden van de regioteams, de stijl van leidinggevenden en de werkstijl van de medewerkers. De regioteams krijgen hiermee binnen duidelijke kaders veel lokale speelruimte. Inhoudelijk betekent dit dat het merendeel van het primair proces lokaal ingezet wordt, de bedrijfsvoering slim en slank is ingericht waarbij de toegevoegde waarde voor het primair proces leidend is, een coachende stijl van leidinggeven en passende competenties voor de medewerkers. De volgende competenties zijn benoemd: klant/ cliëntgerichtheid, resultaatgerichtheid, flexibel gedrag/ aanpassingsvermogen, initiatief en omgevingsbewustzijn/ ondernemerschap.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
24
De geactualiseerde gedragscode en een uitwerking van de competenties zijn als bijlage bij de besturingsfilosofie opgenomen. Het stuk is een half jaar als werkdocument gebruikt, waarna het geëvalueerd is en medio 2013 definitief is vastgesteld. Het strategisch beleidsplan 2013-2016 is gebruikt als basis voor het jaarplan 2013 en de bijbehorende Balanced Score Card. MEE Groningen legt verantwoording af middels een jaardocument. Verdere formele verantwoording vindt plaats door middel van het verzoek tot subsidievaststelling met de daarbij behorende (financiële) verantwoording aan het CvZ. Op diverse onderdelen vindt er binnen MEE Nederland een onderlinge vergelijking, of te wel benchmark, tussen de verschillende MEE organisaties plaats, te weten de benchmarks: medewerkertevredenheid, doelmatigheid, cliënttevredenheid en maatschappelijke waardering.
5.2 Algemeen beleid 2013 Aangezien in het meerjarenbeleidsplan uitgebreid is ingegaan op de externe ontwikkelingen en de SWOT analyse, is in het jaarplan 2013, wat vlak daarna is opgesteld, niet opnieuw op deze onderdelen ingegaan. Het jaarplan 2013 heeft zich vooral gericht op concretiseren van het strategisch kader voor 2013. Het strategisch kader omvat zoals eerder gezegd vijf onderdelen: 1. Expertise en kwaliteit, 2. Lokale samenwerking en verbinding, 3. Resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit, 4. Ondernemerschap en 5. Randvoorwaarden. Voor elk onderdeel zijn in de Balanced Score Card kritische succesfactoren en SMART doelen benoemd. Hieronder zijn de doelen en resultaten in grote lijnen weergegeven. Ad 1) Expertise en kwaliteit MEE Groningen heeft en behoudt unieke expertise op het gebied van beperkingen over alle levensgebieden en sectoren heen. Hiermee worden mensen met een beperking, kwetsbare burgers versterkt. Met onze specifieke expertise is MEE Groningen generalistisch inzetbaar en hebben we een belangrijke preventieve functie. Doelen: In 2013 gaan we werken met het nieuwe dienstenboek en het integraal ondersteuningsplan, inclusief de daarbij behorende registratie. Extra ingezet zal worden op een training sociale netwerkversterking voor de consulenten. Lokaal zullen we onze expertise en generalistische professionals met specialistische expertise inzetten en onze kennisinstrumenten zijn beschikbaar voor de lokaal werkende medewerkers. MEE Groningen behoudt het HKZ certificaat. Realisatie: De oplevering van het registratiesysteem in 2013 is vertraagd. Pas in het laatste kwartaal is het nieuwe systeem geïmplementeerd, waardoor er niet veel ervaring is opgedaan met het werken met nieuwe dienstenboek. De trainingen sociale netwerkversterking zijn gevolgd. Het HKZ certificaat is behouden. Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
25
Ad 2) Versterken lokale samenwerking en verbinding Doelen: MEE Groningen levert zichtbare lokale resultaten, werkt lokaal samen en de regioteams zijn het uitgangspunt van de activiteiten. Hiertoe worden onder meer lokale teamplannen opgesteld en gemonitord, beschikken de teams over handvatten (oa cijfers en informatie), verbetert de registratie (o.a. in de Verwijsindex Zorg voor jeugd). Realisatie: De lokale activiteiten en samenwerkingen zijn flink toegenomen, waardoor de zichtbaarheid van de meerwaarde van onze expertise is vergroot. Ad 3) Resultaatgerichtheid, doelmatigheid en flexibiliteit Doelen: MEE Groningen behaalt zichtbare resultaten voor de cliënten en de samenleving. Dit gebeurt op een doelmatige en lokaal passende wijze. MEE Groningen is een slimme doe-organisatie. Realisatie: De flexibiliteit en doelmatigheid zijn toegenomen. De afgeslankte bedrijfsvoering werkt doelmatig. De digitale outcome-meting heeft vertraging opgelopen door problemen met het nieuwe registratiesysteem (inclusief het nieuwe dienstenboek). Ad 4) Ondernemerschap Doelen: Het vertalen van de maatschappelijke meerwaarde van de dienstverlening van MEE Groningen naar verkoopbare producten door middel van een uitbreiding van de extra plusactiviteiten, een impuls voor het cursusbureau en het anticiperen op subsidie- en aanbestedingstrajecten. Realisatie: Dit is ten dele gerealiseerd. Zaken zijn verder voorbereid, echter gezien de onzekerheden en (het perspectief van) bezuinigingen van alle potentiële klanten in het hele sociale domein heeft dit tot beperkte vergroting van de omzet geleid. Ad 5) Randvoorwaarden Bij de randvoorwaarden gaat het om de competenties van medewerkers en het geven van kaders waarbinnen de medewerkers ruimte en verantwoordelijkheid hebben. Concrete doelen hierbij waren onder meer: het evalueren en vaststellen van de besturingsfilosofie, het voeren van proactief personeelsbeleid (o.a. m.b.t. de flexibele schil), effectieve ondersteuning vanuit de bedrijfsvoering en het implementeren kennisdagdelen. Realisatie: De meeste doelen zijn gerealiseerd. Zo wordt er gestuurd op competenties en zijn er zes kennisdagdelen georganiseerd. De sturingsinformatie voor de lokale teams is nog een aandachtspunt.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
26
5.3 Algemeen kwaliteitsbeleid In deze paragraaf komt onder andere het kwaliteitsmanagementsysteem, de kwaliteit van de informatie en registratie en de fysieke kwaliteit en veiligheid aan bod. In 2013 heeft MEE Groningen de eerste externe controle-audit gehad na hernieuwing van de HKZ-certificering (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) in 2012. Het externe auditteam kwam voor de beoordeling een dag langs, voor een steekproefsgewijze check op zowel documentatie als de implementatie. Het auditteam had een nieuwe hoofdauditor, wat op een aantal punten voor een frisse nieuwe blik zorgde. De externe audit leverde geen kritische punten op. Op de niet-kritische punten heeft MEE Groningen binnen de gestelde termijn laten weten welke acties werden gepland. Hierna volgde van het Keurmerkinstituut een positief oordeel, waarna de certificering van MEE Groningen met de vastgestelde termijn van een jaar is verlengd. De directiebeoordeling vond voor de zomer van 2013 plaats. Deze gaf een helder beeld van de werking van het kwaliteitsmanagementsysteem. De uitkomsten werden meegenomen in de beleidsdagen en werden daarmee benut voor het opstellen van het jaarplan 2014. In 2013 is gestart met het werken conform de nieuwe dienstenstructuur en het nieuwe registratiesysteem. De interne audits zouden zich richten op de implementatie daarvan. Doordat het werken met het registratiesysteem onverhoopt pas tegen het einde van het jaar van start kon, zijn de interne audits uiteindelijk opgeschoven naar januari 2014 en is als onderwerp voor de interne audits gekozen voor ‘het spanningsveld tussen lokaal de ruimte bieden aan de regioteams en wat organisatiebreed bepaald moet worden’. Het interne kwaliteitsoverleg heeft in 2013 viermaal vergaderd. Informatie veiligheid en risico’s MEE Groningen werkt met digitale cliëntdossiers en met een uitgebreid registratiesysteem voor de cliëntgegevens, registratie van individuele diensten, maatschappelijke taken en projecten. De overgang naar het nieuwe registratiesysteem wat ontwikkeld is in opdracht van zeven MEE organisaties heeft eind 2013 helaas meer dan verwachte overgangsproblemen opgeleverd. MEE Groningen werkt met een beschreven planning & control cyclus. Dit biedt op alle niveaus binnen de organisatie houvast om op een juiste wijze (bij)sturing te kunnen geven aan de (financiële) processen. Het verdergaande lokaal werken stelt ook verdergaande eisen aan de informatievoorziening. In 2013 is gewerkt aan een app waarmee de bedrijfs- en productie-informatie toegankelijker gemaakt zal worden. Vertrekpunt voor de financiële planning & control vormen de beleidsvoornemens zoals vastgelegd in het jaarplan en de teamplannen. Deze worden vertaald in een planning van activiteiten en in een (financiële) begroting voor het eerstvolgende jaar, alsmede in een financiële meerjarenraming. De voortgang van de doelen en activiteiten uit de BSC van het jaarplan worden gemonitord in kwartaalrapportages. Ook de risicoanalyse wordt periodiek gemonitord en geactualiseerd.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
27
Fysieke veiligheid MEE Groningen beschikt over de benodigde gebruiksvergunningen voor de betreffende locaties. Bij het besluit om nieuwe locaties in de regio te betrekken is de veiligheid een belangrijk aandachtspunt. Jaarlijks wordt de BHV getraind en vinden er oefeningen plaats voor de BHV leden. Tevens worden er organisatiebrede oefeningen in het centraal kantoor in Groningen gehouden en wordt op basis van de evaluaties van de oefeningen het ontruimingsplan geactualiseerd. De installaties op het gebied van brandveiligheid, vluchtwegaanduiding, ontruimingsalarm en noodverlichting worden via maandelijkse controles door een extern bedrijf (zogenaamde OP rondes) gecontroleerd en zo nodig hersteld. MEE Groningen beschikt over een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) en een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) (zie ook paragraaf 4.5).
5.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de kwaliteit van zorg, waarna het beleid met betrekking tot klachten aan bod komt.
5.4.1 Kwaliteit van zorg MEE Groningen biedt kwalitatief goede dienstverlening. Dit wordt op verschillende manieren geborgd en verder ontwikkeld. MEE Groningen werkt op basis van kwaliteitsindicatoren. Medio 2013 is gestart met het werken met een nieuw dienstenboek wat uitgaat van de vragen van cliënten op de verschillende levensgebieden. De nieuw beschreven diensten zijn meer op prestaties en outcome gericht en maken inzichtelijker wat de MEE organisaties voor activiteiten ondernemen en kunnen betekenen voor cliënten en stakeholders. Een inhoudelijke beschrijving van de diensten is te vinden in paragraaf 3.3. In 2011 is het handboek Prestatie en gegevens ontwikkeld. Zowel deze indicatoren als ook de dienstenportfolio dragen bij aan transparantie over de dienstverlening van MEE Groningen, de kwaliteit en de resultaten er van. MEE Nederland werkt met prestatie indicatoren. Met betrekking tot ‘cliënten’, ‘dienstverlening’ en ‘resultaten’ zijn de volgende succesfactoren benoemd: bereik, bekendheid, bereikbaarheid, wachttijden, waardering en doelmatigheid. Binnen het lokaal werken is de kwaliteit van onze dienstverlening een belangrijk aandachtspunt. Het meer verspreid werken vraagt extra inzet met betrekking tot het ontwikkelen en borgen van kennis. Door de toename in lokale diversiteit en het participeren in lokale pilots is eind 2013 geconstateerd dat de MEE regels en procedures in de praktijk niet altijd volledig hanteerbaar zijn. Daarom zal in 2014 beschreven worden wanneer de lokale afspraken of de gemeentelijke regels rondom bijvoorbeeld privacy in een lokale pilot gelden. Duidelijk moet zijn voor de cliënten en voor de medewerkers of de kaders van MEE Groningen of de lokale afspraken gelden.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
28
Binnen MEE Groningen wordt een norm voor de wachttijd gehanteerd. Door de toename van het aantal cliënten en de toegenomen deelname aan lokale teams en pilots waardoor er minder tijd is voor de ‘oude’ MEE cliënten, wordt deze norm helaas niet altijd gerealiseerd. Binnen het kennismanagement zijn de vaardigheden, kennis en expertise van de medewerkers beschreven en geborgd in de organisatie (o.a. door middel van het kennisdashboard). De kennisdagdelen, intrasight en de expertisegroepen spelen hierbij een rol. MEE Groningen heeft een cliëntvertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon werkt zelfstandig en onafhankelijk en is er specifiek voor cliënten die zich onheus bejegend voelen bij MEE Groningen of in de persoonlijke sfeer. Daarnaast kan zij ook ingeschakeld worden in het geval van (vermoedens van) seksueel misbruik, conform het protocol seksueel misbruik bij cliënten. De vertrouwenspersoon voor cliënten is mw. Stok. Zij is wekelijks twee uur telefonisch bereikbaar. Buiten deze uren is een voicemail in te spreken, waarna de volgende dag wordt teruggebeld. Ook is ze te bereiken via een eigen emailadres bij MEE Groningen. In 2013 is er door één cliënt contact gezocht (telefonisch). Dit betrof een cliënt uit de provincie Groningen die een klacht had over een MEE medewerker uit een andere provincie (vorige woonplaats van cliënt). Voor de vertrouwenspersoon van MEE Groningen is het niet mogelijk om voor andere MEE organisaties die taak te vervullen. Van het aanbod van de vertrouwenspersoon om contact te leggen en te bemiddelen naar de cliëntvertrouwenspersoon aldaar wilde de cliënt geen gebruik van maken. MEE Groningen beschikt over een FOBO-procedure en een FOBO-commissie. FOBO staat voor Fouten, Ongevallen en Bijna-Ongevallen. Medewerkers kunnen melding doen van afwijkingen in de dienstverlening (als niet volgens procedure of afspraken met de cliënt is gehandeld) of situaties waarin zich een (bijna-) ongeluk voor heeft gedaan (bijv. een cliënt struikelt op kantoor bij MEE Groningen over een doos die is neergezet om een deur open te houden). FOBOmeldingen worden besproken in de FOBO-commissie en die doet tweemaal per jaar verslag aan het MT. Zo nodig stelt het MT maatregelen vast. Doel van de procedure is waar nodig verbeteringen aan te brengen in de werkwijze, zodat herhaling van fouten of (bijna-)ongelukken wordt voorkomen. In 2013 is in vergelijking met voorgaande jaren een toenemend aantal FOBO-meldingen gedaan. Een deel hiervan betrof de gevolgen voor cliënten van problemen met het nieuwe registratiesysteem. Deze FOBO-meldingen hebben mede geleid tot inzet van o.a. een projectleider om de problemen met het registratiesysteem beter het hoofd te bieden.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
29
5.4.2 Klachten cliënten MEE Groningen heeft zich voor de behandeling van klachten van cliënten met ingang van 1 januari 2013 aangesloten bij de Interprovinciale Klachtencommissie Groningen/Drenthe (IPKC). Bij de IPKC zijn diversie zorg- en dienstverlenende instellingen uit Groningen en Drenthe aangesloten. Aanvankelijk zou de IPKC een aangepast klachtenreglement opstellen voor MEE Groningen, mede naar aanleiding van advies van de Cliëntenraad. Echter besloot de IPKC in de loop van het jaar het algemene klachtenreglement na tien jaar te herzien en MEE Groningen heeft zich daarbij aangesloten. In oktober 2013 hebben alle betrokken instellingen akkoord gegeven op het herziene reglement. Het klachtenreglement is opgenomen in het kwaliteitshandboek en staat onder de protocollen met betrekking tot het primaire proces. Er is in 2013 één klacht binnengekomen die voor de cliënt naar tevredenheid is afgehandeld door de IPKC.
5.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
Achtereenvolgens komen in deze paragraaf de volgende onderdelen aan bod: personeelsbeleid, personeelsbestand, vacatures en ziekteverzuim, kwaliteit van het werk en de klachtenprocedure.
5.5.1 Personeelsbeleid Doel van het personeelsbeleid bij MEE Groningen is het zorgdragen voor gekwalificeerd personeel dat gemotiveerd en methodisch werkt conform de visie en missie van de organisatie. De MEE consulenten zijn HBO opgeleid (maatschappelijk werk of SPH) en hebben veelal eerdere werkervaring bij welzijns- of zorgorganisaties. In 2013 zijn de ontplooiingsmogelijkheden en kennisopbouw van medewerkers gestimuleerd door de kennisdagdelen, het kennismanagement en de expertisegroepen. In 2014 zullen de medewerkers vanuit het kennismanagement hun kennis opnieuw actualiseren door te scoren op de verschillende kenniscomponenten en hebben ze daarbij de mogelijkheid om hun ambities kenbaar te maken. De kennisdagdelen zullen in 2014 gecontinueerd worden. Jaarlijks vindt er op basis van het jaarverslag van de arbodienst een overleg plaats tussen de leidinggevenden, de OR en arboarts. In 2013 is de nieuwe besturingsfilosofie vastgesteld, die uitgaat van resultaatverantwoordelijkheid van de lokale teams en een coachende stijl van leidinggeven. De gedragscode en een beschrijving van de competenties, maakt onderdeel uit van de besturingsfilosofie. Een uitgebreidere beschrijving van deze filosofie is te vinden in paragraaf 5.1.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
30
5.5.2
Personeelsbestand, vacatures en ziekteverzuim
Eind 2013 werkten er 91 medewerkers bij MEE Groningen, 76 vrouwen en 15 mannen. Leeftijdsopbouw in het jaar 2013 Medewerkers jonger dan 23 jaar Medewerkers van 23 jaar t/m 49 jaar Medewerkers van 50 jaar t/m 54 jaar Medewerkers van 55 jaar t/m 64 jaar Medewerkers van 65 jaar en ouder
Geen 55 11 25 Geen
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim percentage (excl. zwangerschapsverlof) in 2012 was 4,8%. De meldingsfrequentie is 1,5. Vooral het langverzuim is afgenomen. Voor het jaar 2014 is het streven om het ziekteverzuimpercentage onder de 5% te houden en de meldingsfrequentie onder de 1,5 te krijgen. Alleen de streefnorm van het nulverzuim in 2013 is niet gehaald, namelijk 27% in plaats van de gewenste 35%.
5.5.3 Kwaliteit van het werk De kwaliteit van de dienstverlening door medewerkers van MEE Groningen blijft voortdurend aandacht houden. De beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd personeel is immers een van de belangrijkste succesfactoren voor het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening. Het ingevoerde kennismanagement levert hier een belangrijke bijdrage aan. Door middel van het ingevulde kennisdashboard is voor de organisatie en de medewerkers inzichtelijk wie welke (specifieke) kennis heeft en te consulteren is met betrekking tot de diverse doelgroepen en levensgebieden. In de ARBO-VGWM commissie wordt periodiek de risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) geëvalueerd en bijgesteld. Een medewerker van MEE Groningen heeft onder meer preventie als taak en wordt ingeschakeld voor advisering over de inrichting van de werkplekken van medewerkers. In 2013 heeft MEE Groningen het HKZ-certificaat behouden (zie paragraaf 4.3). Een juiste vastlegging en uitvoering van gegevens en wettelijke regelingen zijn daarbij van groot belang. Het kwaliteitsmanagementsysteem waar MEE Groningen mee werkt vergroot de kwaliteit van dienstverlening aan de cliënt en zal zich waarschijnlijk ook vertalen in een vergroting van de cliënttevredenheid.De bedrijfshulpverlening van MEE Groningen heeft op het centraal kantoor de jaarlijkse aangekondigde en niet-aangekondigde ontruimingsoefeningen gehouden. De bedrijfshulpverlening wordt conform beleid in 2014 opnieuw geactualiseerd. MEE Groningen beschikt over een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) en een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP).
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
31
5.5.4
Klachtenprocedure medewerkers
MEE Groningen kent een procedure klachtrecht medewerkers. Het individueel klachtrecht kent binnen MEE Groningen twee varianten: • de individuele klachtenprocedure van algemene aard, betrekking hebbende op de arbeidssituatie, arbeidsvoorwaarden of arbeidsomstandigheden van de medewerker; • de procedure op het gebied van ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, pesten, etc. Deze procedure staat beschreven in de procedure Ongewenst Gedrag. Er is een vertrouwenspersoon voor medewerkers inzake ongewenst gedrag. Met betrekking tot het klachtrecht van algemene aard geldt dat de medewerker haar klacht in eerste instantie naar voren brengt bij haar leidinggevende. De medewerker en leidinggevende proberen in overleg met elkaar tot een oplossing van de klacht te komen voor zover dit mogelijk is binnen de bevoegdheden van de leidinggevende. Indien gewenst kan de stafmedewerker P&O hierbij een adviserende rol spelen. Wanneer de medewerker en de leidinggevende niet tot een oplossing komen of wanneer de oplossing van de klacht buiten de bevoegdheid van de leidinggevende ligt, dan legt de medewerker de klacht voor aan de directeur/ bestuurder van MEE Groningen, die advies vraagt bij de klachtencommissie van MEE Groningen. Indien er een advies is afgegeven door de stafmedewerker P&O, dan kan deze in de meningvorming worden betrokken. Het klachtrecht waar de klachtencommissie zich op richt betreft individuele klachten van medewerkers die betrekking hebben op de arbeidsituatie waarvoor geen andere formele procedure aanwezig is om de klacht af te handelen. De klachtencommissie bestaat uit drie leden, die met uitzondering van de voorzitter werkzaam zijn bij MEE Groningen. De functie van voorzitter wordt bekleed door een extern persoon, op dit moment mw M.J. Weitenberg. Ook zijn er twee plaatsvervangende leden benoemd. De leden hebben een geheimhoudingsplicht. De klachtencommissie medewerkers is in 2013 twee keer bijeen geweest, waarvan één bijeenkomst met de plaatsvervangende leden. In 2013 zijn er net als in 2012 geen klachten binnen gekomen. De commissie is daarom bezig geweest met het zich verdiepen in haar taak middels fictieve casussen zodat zij goed voorbereid blijft op haar taak. De onderwerpen die aan bod gekomen zijn: vertrouwen en communicatie binnen de organisatie en klacht over een officiële waarschuwing
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
32
5.6 Samenleving en belanghebbenden MEE Groningen is een maatschappelijke organisatie die betrokken is bij en zich inzet voor de inclusieve samenleving. De dienstverlening van MEE levert een duidelijke meerwaarde voor de samenleving, zoals in 2010 door Ernst & Young is vastgesteld in de ‘maatschappelijke businesscase, MEE als publieke waarde’. De cliëntondersteuning van MEE Groningen heeft als doel de regie van de cliënt en zijn of haar netwerk te versterken Dit versterkt de cliënt en voorkomt grotere problemen en zwaardere zorg of ondersteuning. Doordat MEE Groningen vroegtijdige, deskundige en stelseloverstijgende ondersteuning biedt, wordt voorkomen dat cliënten een (zwaarder) beroep doen op voorzieningen. De preventieve kracht van de MEE activiteiten voorkomt onder andere eenzaamheid, voortijdige schooluitval, onderbenutting van talenten, onnodige werkeloosheid, overlast, criminaliteit en schuldenproblematiek, kortom het voorkomt onnodige maatschappelijke en financiële kosten. Door deel te nemen aan diverse projecten, lokaal samen te werken en door de inzet van onze maatschappelijke taken (informatievoorziening, signalering en activering) draagt MEE Groningen bij aan een inclusieve samenleving en daardoor aan meer participatie van mensen met een beperking. Door de diensten zo effectief en efficiënt mogelijk uit te voeren, gaat MEE Groningen zo doelmatig mogelijk om met publieke middelen. Ook de door MEE Groningen gehanteerde werkwijze, om te kijken naar de eigen kracht en versterking van de eigen regie van mensen, sluit aan bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid. MEE Groningen kijkt op integrale en gekantelde wijze naar ‘wat mensen wel kunnen’ in plaats van ‘op welke voorziening mensen recht zouden hebben’. MEE Groningen is actief op het gebied van fondsenwerving c.q. fondsaanvragen voor cliënten. MEE Groningen participeert in de Stichting Urgente Noden Groningen en de directeur/ bestuurder is lid van het bestuur van de stichting. Naast de dienstverlening heeft MEE Groningen ook in haar eigen bedrijfsvoering oog voor de maatschappelijke omgeving, door het streven naar een zo duurzaam mogelijke wijze van dienstverlening. Het papiergebruik wordt zoveel mogelijk gereduceerd, door middel van o.a. digitalisering van de bedrijfsvoering en ontmoediging van kopiëren en printen. Het fietsgebruik wordt door middel van deelname aan het Nationale Fietsplan gestimuleerd. Voor dienstreizen van medewerkers wordt zoveel mogelijk het OV gebruik gefaciliteerd. Bij de aanschaf van dienstauto’s wordt expliciet gekeken naar de uitstoot en duurzaamheid. MEE Groningen biedt stageplaatsen bij de schoonmaak van de werkplekken aan scholieren uit het speciaal onderwijs en probeert ook als werkgever open te staan voor mensen met een beperking en andere achtergrond. Helaas is het tot op heden niet gelukt om de landelijke norm van 5% van het personeelsbestand te realiseren.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
33
Bij het realiseren van een aantal activiteiten (oa de MEEbus) worden, aanvullend aan de professionele medewerkers, vrijwilligers ingezet. Met het inzetten van vrijwilligers worden meerdere doelen gerealiseerd. Zo zetten de vrijwilligers zich in voor de samenleving in het algemeen en kwetsbare burgers in het bijzonder, worden de activiteiten van MEE Groningen niet alleen door professionals uitgevoerd, wordt ondersteuning en informatievoorziening op een laagdrempelige en toegankelijke manier gegeven en krijgen meer mensen uit de samenleving zicht op mensen met een beperking. MEE Groningen benut en faciliteert ook diverse ervaringsdeskundigen, onder meer vanuit met een autistische en psychiatrische achtergrond en niet aangeboren hersenletsel. Zowel voor de ervaringsdeskundigen als voor de cliënten/ klanten levert dit een duidelijke meerwaarde op. Als concrete maatschappelijke activiteit sponsort MEE Groningen jaarlijks het Teddy Bear Hospital in het UMCG. Tijdens dit project leren medische studenten om te gaan met kinderen en kunnen kinderen spelenderwijs kennismaken met een ziekenhuisomgeving. Ook sponsort MEE Groningen het UMCG BeterBoek, het G-voetbaltoernooi dat FC Groningen jaarlijks organiseert en hebben we deelgenomen aan de Prokkeldag 2013.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
34
5.7 Financieel beleid en prestaties In de jaarrekening van de stichting MEE Groningen wordt aandacht besteed aan: • de gang van zaken tijdens het boekjaar en toestand per balansdatum; • de behaalde omzet en resultaten (jaarrekening); • de kasstromen en financieringsbehoeften; • gebeurtenissen na balansdatum; • de verwachte gang van zaken; • investeringen waartoe het bestuur heeft besloten; • de personeelsbezetting. De jaarrekening is een separaat onderdeel van de verantwoording en maakt geen onderdeel uit van dit jaardocument. De jaarrekening zal conform de subsidie- en verantwoordingsvoorwaarden aan het CvZ verstrekt worden. De begroting van MEE Groningen is opgebouwd uit een aantal hoofdproducten: • Begroting (meerjarig) • Productenraming • Beheersbegroting • Tussentijdse rapportages (MARAP) • Jaarverslag (inclusief jaarrekening) • Fiscaliteiten/ verzekeringen • Administratieve organisatie • Coördinatie en afstemming • Bedrijfseconomische advisering • Procesondersteuning Zowel voor wat betreft de doelgroepen als ook voor de dienstverlening en de primaire stakeholders en financiers van MEE Groningen zullen er de komende periode zaken veranderen door de overheveling van de MEE-middelen voor cliëntondersteuning naar de gemeenten. Er bestaat onzekerheid over de invulling en uitwerking van deze overheveling. Concreet inspelend op de onzekerheid heeft MEE Groningen een beleid met betrekking tot flexibele formatie ontwikkeld en heeft MEE Groningen besloten geen nieuwe lange termijn verplichtingen aan te gaan. Vanwege de onzekerheden met betrekking tot dienstverlening en financiering heeft MEE Groningen in 2013 ingezet op het lokaal verbonden, sterk en ondernemend zijn.
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
35
Kort overzicht financiën Resultatenrekening over 2012 en 2013 2013
2012
€
€
Subsidie CVZ Overige subsidies Overige bedrijfsopbrengsten
5.157.451 48.482 444.124
5.644.878 -39.099 430.629
Som der bedrijfsopbrengsten
5.650.057
6.036.408
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
4.472.149
4.939.611
116.686 976.121
112.815 977.037
Som der bedrijfslasten
5.564.956
6.029.463
BEDRIJFSRESULTAAT
85.101
6.945
Financiële baten en lasten
-6.531
-6.604
RESULTAAT BOEKJAAR
78.570
341
2013
2012
€
€
48.482 30.088 0
0 39.440 -39.099
78.570
341
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
BEDRIJFSLASTEN:
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging: Reserve aanvaardbare kosten Reserve aanvaardbare kosten Pluspakket Reserve niet gebonden collectieve taak
Jaardocument 2013 MEE Groningen d.d. 23 juni 2014
36