Holland Focus. April/May 2013:
Cerberus Online, juni 2010:
Fotograaf Kris Dewitte gefascineerd door film
Steve Buscemi op het dak van het Carlton Hotel in Cannes. Deze foto werd geselecteerd voor een overzichtstentoonstelling op het 50e filmfestival van Cannes in 1997.
Een fascinatie voor de beeldtaal van het witte doek en de praktijk van de fotografie brachten de Vlaming Kris Dewitte binnen in de wereld van filmfestivals, filmsets én talloze filmcoryfeeën. Sinds de jaren ’90 fotografeerde hij voor nationale en internationale bladen meer dan 1.500 filmpersoonlijkheden, onder wie klinkende namen als David Lynch, Martin Scorsese, Francis Ford Coppola, Quentin Tarantino, Paul Verhoeven, Morgan Freeman, Matt Damon, Cameron Diaz, Juliette Lewis, Viggo Mortensen, Nick Nolte en Leonardo DiCaprio. Op het 28e Brussels Internationaal Festival van de Fantastische Film (BIFFF) zetelde hij in de jury van het “7e Spoor”, binnen welk kader films op het snijvlak van realiteit en fantasie werden vertoond. Op dit festival wisselden we met hem van gedachten over zijn werk, dat tevens zijn passie is.
Van grafische vormgeving naar fotografie Kris Dewitte werd geboren in 1967 in Veurne, gelegen nabij de kust en de Franse grens. Hij studeerde in eerste instantie – in Gent – grafische vormgeving. Toen hij op zijn 18e zijn diploma behaalde, besloot hij dat hij toch liever iets met fotografie wilde gaan doen en ging hij vanaf zijn 19e de vierjarige opleiding fotografie aan de Sint Lucas Academie in Gent volgen. “Toen ik daar studeerde”, memoreert hij, “bleek een fulltimebaan als fotograaf niet zo evident te zijn. Daarop heb ik mijn blik weer teruggeworpen op de grafische sector en ben ik als vormgever aan de slag gegaan bij uitgeverij Snoeck – Dujacu & Zn. in Gent. Deze uitgeverij, waar ik tot mijn 30e heb gewerkt, is bekend van onder meer het jaarboek Snoecks, maar werkt ook veel voor musea. Zo vervaardigen ze catalogi voor The National Gallery in Londen. Ook brengen ze de meest uiteenlopende vakbladen uit. Voor die bladen mocht ik portretten en fotoreportages gaan maken. Ondertussen hield ik me ook al bezig met het maken van portretten van mensen uit de filmwereld. Daar ben ik tijdens het eerste jaar dat ik fotografie studeerde mee begonnen.” De eerste filmpersoonlijkheid die hij op de gevoelige plaat vastlegde, was de Belgische, ook in Nederland welbekende acteur Jan Decleir. Hoe kwam hij bij hem uit? “Toen ik in mijn eerste jaar zat, had ik besloten, hoewel dat eigenlijk niet zo’n heel origineel thema was, om achter de coulissen van een theater te gaan fotograferen. Dat leidde ertoe dat ik Jan Decleir backstage mocht fotograferen. Ik weet niet meer precies wanneer die fotosessie plaatsvond, maar het moet ergens eind jaren ’80 zijn geweest. Ik fotografeerde hem terwijl hij zich voor de monoloog Gilles! van Hugo Claus transformeerde in het personage Gilles de Rais [een kindermoordenaar uit de 15e eeuw]. Jan Decleir is een fantastisch acteur, maar in het werkelijke leven een bijnaverlegen man. Zelf was ik toen trouwens ook heel erg verlegen. Met de foto’s die ik van hem maakte, wilde ik een bepaald beeld van hem naar buiten brengen. Het beeld dat je met fotografie van mensen creëert, fascineerde mij. Die fascinatie was het vooral die mij heeft doen besluiten om me verder te bekwamen in het fotografievak.” Facts of Emotions Fotograferen gebeurt bij Dewitte gevoelsmatig. Hij tracht zijn modellen onbevooroordeeld en zo open mogelijk te benaderen teneinde een ongedwongen sfeer te creëren. De weg naar het eindresultaat is steeds anders, maar een wetmatigheid die telkens terugkeert is dat de kracht van het moment en die van het gemaakte beeld recht evenredig met elkaar zijn. Hij noemt zijn beelden dan ook “Facts of Emotions”. Hieraan werd onlangs een reeks toegevoegd onder de titel Kissing Project. Hierbij verbeeldde hij iconen, artiesten en interessante gezichten in een kussende houding: passioneel, kwetsbaar of gevoelig. Voor zijn lens verschenen onder meer Patricia Arquette, Marnie Van Doren, Lisa Marie, Joe Dallesandro, Bernie Dexter, Gabriel Rios, Michael Franti, Amanda LePore, Betony Vernon, Aimee Mullins en Felix van Groeningen. In december 2009 ging deze expositie in première in het Flanders Center in Osaka, Japan, gelijktijdig met een overzichtstentoonstelling van filmportretten in het Suntory Museum in dezelfde stad. Van 27 maart tot en met 27 april jl. konden bezoekers van Galerie Morael in Knokke deze bijzondere fotoserie bezichtigen. In zijn vrije werk fotografeert Kris Dewitte hoofdzakelijk analoog; digitale uitstapjes maakt hij maar af en toe. Ook werkt hij veelal in zwart-wit. Met zijn buitengewoon indringende en expressieve beelden heeft hij wereldwijd goede sier heeft gemaakt. Sinds 1995 heeft hij meer dan 20 solotentoonstellingen gehad, zowel in binnen- als buitenland. Zo exposeerde hij in
Gent, Brussel, Amsterdam, New York, Zuid-Afrika en Japan. In 2002 was hij samen met LeifErik Nygards en Erwin Olaf gastfotograaf op het Fotofestival van Knokke. Daarnaast publiceerde hij acht boeken: Facts of Emotions (1999), Jong (2001), (Cineasten) Uit de Schaduw (2002), Oorsprong (2003), Lux (2004), Leaf (2005), Cyclo Savio (2007) en Carposers (2009).
Actrice en zangeres Juliette Lewis.
Het dak op met Steve Buscemi Een belangrijke mijlpaal bereikte hij in 1997 met de selectie van een portret van acteur/regisseur Steve Buscemi in de overzichtstentoonstelling van de 50e editie van het filmfestival van Cannes. Dewitte weet het nog al de dag van gisteren: “Dat mijn foto geselecteerd was, vernam ik in een persoonlijke brief van Gilles Jacob, de directeur van het filmfestival van Cannes. Naast deze brief, die waarschijnlijk elke uitverkozen fotograaf had ontvangen, had hij me een kaartje gestuurd. Daarop had hij geschreven dat hij me wilde ontmoeten en graag zou zien dat ik een portret van hem zou maken. Dat was toch wel een hele eer, want dat kaartje zal, neem ik aan, niet bij iedereen erbij gezeten hebben. Bovendien ging het hier om een druk bezet man, die desalniettemin tijd voor me vrij wilde maken. Omdat zich dit nog vóór het gsm-tijdperk afspeelde, heb ik een keer of acht moeten bellen met zijn
assistent om de afspraak vast te leggen. Maar het is uiteindelijk gelukt.” Dankzij de selectie van de foto van Steve Buscemi verwierf de fotograaf internationale erkenning en haalde hij verschillende opdrachten binnen. “Ook als je een tentoonstelling hebt of een boek uitbrengt, is er telkenmale een hernieuwde belangstelling voor je werk. Die foto van Buscemi had ik een jaar eerder op het filmfestival van Cannes gemaakt. Buscemi was daar toen met drie films: Kansas City, Trees Lounge en Fargo. Ik had de foto genomen op het dak van het Carlton Hotel, een zeer fraai hotel, echt hét hotel van Cannes. Hij leunt over de reling, terwijl hij aan het filmen is met een videocamera. Aan de linkerkant kijk je uit over de Boulevard de Croisette. Eigenlijk is het een wel héél tot de verbeelding sprekend beeld, niet alleen van Buscemi zelf, maar ook van hoe Buscemi zich in Cannes presenteert.“ Quentin Tarantino voor de lens Al heeft Dewitte inmiddels heel wat beroemdheden vereeuwigd, geen van hen heeft zich in zijn bijzijn ooit lastig gedragen. “Doorgaans zijn ze heel erg vriendelijk en gemakkelijk”, is zijn ervaring. “Op het moment dat je toestemming krijgt om een bepaalde foto te kunnen maken, heb je al een gans proces doorlopen om dat te kunnen bewerkstelligen, zeker als je met grote namen te maken hebt. Over het algemeen zit er nog een persagent tussen met wie je alles regelt. Je kunt wel op iemand afstappen en vragen of je van hem of haar een foto mag maken, maar dan wordt het niet meer dan een snapshot, en dat is niet echt mijn specialiteit. Ik neem er liever de tijd voor.” Eén van de grote namen met wie hij gewerkt heeft, is Quentin Tarantino. Over hem zegt hij: “Quentin Tarantino heb ik een keer of vier gefotografeerd. De eerste keer was naar aanleiding van het uitkomen van Reservoir Dogs. Ik was de eerste die hem aandacht gaf in Cannes, ha ha. Daar werd een persvoorstelling van zijn film gegeven en bij die gelegenheid, dus nog vóór de officiële vertoning, had ik een foto van hem gemaakt. Het was toen wel duidelijk dat hier iemand opgestaan was die naam zou gaan maken – iets wat hij later ook bevestigd heeft met Pulp Fiction [in 1994 in Cannes bekroond met een Gouden Palm – TvR]. Ten tijde van de promotiecampagne rond Pulp Fiction heb ik hem in New York opnieuw gefotografeerd. Toen hij later juryvoorzitter was tijdens het filmfestival van Venetië, waar overigens geen film van hem draaide, heb ik hem opnieuw gefotografeerd.” Volgens Dewitte zijn filmpersoonlijkheden zich terdege bewust van een beeld van zichzelf. “Ze vinden het heel erg belangrijk om die foto met jou te maken. Zo herinner ik me mijn ontmoeting met James Caviezel in Cannes, die vooral bekend is geworden als vertolker van Jezus in The Passion of the Christ van Mel Gibson. Hij deed daar promotie voor een andere film en kreeg zó veel interviewaanvragen, dat je nog geen vijf minuten met hem kon krijgen. Toen hij een kamer binnen kwam lopen en daar een boek van mij opengeklapt zag liggen, zei hij: ‘Who’s that guy? His work is really great! I want to meet him!’ Maar zijn persattaché zei dat daar geen tijd voor was en werd al een beetje zenuwachtig, omdat zij zich natuurlijk aan een planning moest houden. Eigenlijk kon ze er niet omheen om aan het verzoek van de acteur te voldoen, maar daarmee zou ze wel haar planning in de war sturen. Toen zei ze: ‘Kijk, als jullie samen iets willen doen, kunnen jullie dat aan het eind van de dag doen, na alle interviews.’ En zo heb ik hem toch nog kunnen fotograferen. Op een van die foto’s hield hij een kruisje vast en was hij weer even helemaal terug in de rol van Jezus.” Met David Lynch in Parijs Welke mensen staan er eigenlijk nog op zijn verlanglijstje om te fotograferen? Dewitte: “Ik heb door de jaren heen geleerd om mijn verlanglijstje niet te groot te maken. Soms durf ik er
niet eens van te dromen om een bepaald persoon te fotograferen. Als dat dan tóch gebeurt, is het des te verrassender. Dat is eigenlijk veel leuker. Zo heb ik vorig jaar nog een heel grote naam, Francis Ford Coppola, mogen fotograferen. Zoals het voor een acteureen droom kan zijn om met een bepaalde regisseur samen te werken, zo ervaar ik het regelmatig als een eer om van een bepaald persoon een portret te maken. Zo herinner ik me nog zeer goed dat ik een paar jaar geleden op een zondag, terwijl ik op het filmfestival van Rotterdam was, gebeld werd met de vraag: ‘Kris, kun jij komende dinsdag in Parijs David Lynch fotograferen?’ Lynch had daar toen een tentoonstelling in het Foundation Cartier en mij werd de mogelijkheid geboden om een foto van hem te nemen naar aanleiding van zijn film Inland Empire. En daar werd aan toegevoegd: ‘Je hebt een half uur. Is dat voldoende?’ Ha ha! Op zo’n moment moet je je enthousiasme inhouden, maar je bent natuurlijk enorm blij. Ik had het tegen niemand gezegd, want ik had zoiets van: ‘Ik wil eerst die foto maken.’ Bij iemand als David Lynch moet je duidelijk aangeven wat je wilt. Je kunt niet met die man door Parijs gaan wandelen, want dan verlies je veel van je tijd en kun je bovendien te maken krijgen met fans die hem om een handtekening vragen. Ik heb hem onder meer gefotografeerd in een ondergrondse garage onder neonlicht, heel erg in de sfeer van het universum van Lynch. Ook heb ik een portret van hem gemaakt in een Japanse tuin en die foto is het uiteindelijk geworden. Ik heb die foto naar hem toegestuurd en die vond hij heel erg goed. Dat liet hij me in een kort berichtje weten – en méér dan dat had het ook niet hoeven te zijn. Ik vond het al heel bijzonder dát hij geantwoord had, want ik had helemaal geen reactie verwacht. Regisseurs zijn heel erg met beeld bezig en voelen ook wel aan waar je als fotograaf mee bezig bent. Ze kijken een stuk me je mee. Ze weten bijvoorbeeld hoe de lichtval is. Daarom vind het buitengewoon prettig om met zulke mensen samen te werken.”
© Fabrizio Maltese
Samenwerking met Lisa Marie Zijn in 2004 verschenen boek Lux is voor een deel een samenwerkingsproject met de Amerikaanse actrice Lisa Marie, die zo’n tien jaar lang de geliefde was van regisseur Tim Burton. Deze ranke, zwartgelokte schoonheid doet echter nog veel meer: ze danst, speelt drums en gitaar, schildert en maakt korte films en foto’s. Over de totstandkoming van het boek zegt hij: “Lux was een tentoonstelling in het Caermersklooster in Gent die daar van 17 september tot en met 24 oktober 2004 liep. Ik had besloten om mijn werk van de laatste twee jaar te tonen, maar wilde er nog iets extra’s aan toevoegen. Omdat ik al sinds het zien van Tim Burtons film Ed Wood Lisa Marie wilde fotograferen, nam ik via haar agent contact met haar op. Waarop ik te horen kreeg dat ik naar Los Angeles kon komen en gedurende drie dagen bij haar thuis foto’s mocht nemen! Dat was heel luxe. Mij waren ooit verhalen ter ore gekomen dat het in de jaren ’50 heel normaal was dat fotografen een dergelijke tijdsspanne kregen om een filmster te fotograferen. Maar tegenwoordig is dat allerminst gebruikelijk. Ik had erbij gezegd dat het speciaal voor de cover van het boek en de affiche van de tentoonstelling was. Dat zij zelf ook fotografeerde, wist ik toen nog niet. Toen ik in L.A. aankwam, had ik haar nog nooit gesproken. Alle contacten tot dan toe waren via haar agent gegaan. Op een gegeven moment belde ze me op, waarna ik over verschillende dagen foto’s van haar heb gemaakt. Eén dag zijn we daar heel intensief mee bezig geweest. De volgende dag heb ik nog wat foto’s gemaakt in Los Angeles, waaronder het coverbeeld van haar in de auto met haar hondje. De derde dag hebben we nog heel even gewerkt en zijn daarna samen
gaan eten. Tijdens die periode heb ik haar vrij aardig leren kennen. Wat soms gebeurt als je acteurs ontmoet, hoewel je daar in de eerste plaats bent om je foto’s te maken, is dat je er een band mee opbouwt, wat in het geval van Lisa Marie gebeurd is. Zo heb ik haar in contact gebracht met de organisatoren van het BIFFF, waarna ze uitgenodigd werd om in april 2008 naar het festival te komen en zitting te nemen in de internationale jury. Jureren was voor haar nieuw, waardoor ze zelfs een heel klein beetje zenuwachtig was om naar Brussel te komen. Soms denken we wel eens dat voor mensen uit de filmwereld jureren gesneden koek is, maar dat is lang niet altijd zo.” Bij Patricia Arquette thuis Via Lisa Marie kwam hij in contact met actrice Patricia Arquette, die ook in Ed Wood had gespeeld. “Als ik iemand ken, vraag ik nooit of ik via hem of haar in contact mag komen met een ander persoon, want ik wil geen misbruik van zo iemand maken. In dit geval was het zo, dat Patricia Arquette ooit foto’s van me had gezien, waaronder eentje die ik gemaakt had van Viggo Mortensen, met wie zij in The Indian Runner, een zeer sterke film van Sean Penn, had gespeeld. Via Lisa Marie werd ik vervolgens bij haar thuis in Malibu uitgenodigd om haar te fotograferen. Zij had eigenlijk nog nooit foto’s laten maken van haar en haar dochtertje, want in Los Angeles zijn ze daar uiterst beschermend over. Daarom vroeg ze me om niet alleen foto’s van haar te maken, maar ook, puur voor haar privécollectie, van haar en haar dochtertje. Dat vertrouwde ze me toe, omdat ze wist dat ik geen paparazzo ben. Ik werk heel discreet en heb een groot respect voor de mensen die ik fotografeer. Ze zei dat ze me niet meer dan vier uur kon geven, omdat ze het superdruk had met de tv-serie Medium. Maar dat vond ik juist een zee van tijd, omdat je meestal maar heel kort de tijd krijgt om beroemdheden te fotograferen. Ze woonde in een huis bij de rotsen, met uitzicht op de oceaan, waarin je dolfijnen kon zien zwemmen. Ja, dat gaf je echt het gevoel dat je bij de sterren thuis was! Gelegenheden als die met Patricia Arquette zijn ontzettend leuk, maar kruisen niet zo vaak je pad.” Wordt verwacht: SET & STILL Momenteel is Dewitte bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe tentoonstelling, die in augustus aanstaande in de Japanse tuin van de koninklijke villa in Oostende te aanschouwen zal zijn. “Dat wordt mijn eerste tentoonstelling die volledig in kleur zal zijn. De titel hiervan is SET & STILL. Deze ligt in het verlengde van de tentoonstelling STILL Project die ik onder meer in april 2008 in de Melkweg in Amsterdam had. Alleen wordt SET & STILL een stuk uitgebreider. Er zullen gestileerde setfoto’s deel van uitmaken.” De foto’s die hij op filmsets maakt worden voor diverse doeleinden gebruikt. “Als ik foto’s maak voor een productie, wat ik hoofdzakelijk doe in België, Nederland en Frankrijk, dienen die foto’s in de eerste plaats voor de promotie van de film. Ze worden gebruikt voor de lobbycards die in de bioscoop komen te hangen, voor de affiche en als persfoto’s. Ook maak ik foto’s die je kunt beschouwen als een ‘making of’ in fotovorm. Daarop zie je dan bijvoorbeeld de regisseur of cameraman die aan het werk is.“ Voor Dewitte is fotografie in de eerste plaats werk. “Het is weliswaar een artistiek vak, maar”, erkent hij, “voor mij zorgt het ook voor een stuk brood op de plank. Tentoonstellingen zijn altijd wel leuk, maar zijn vooral van belang om met je werk naar buiten te komen, om je werk aan een breder publiek te laten zien. Net zoals filmfestivals filmmakers een platform bieden om hun films te kunnen tonen aan een breder publiek.” Website Kris Dewitte: www.krisdewitte.com
© Ton Van Rooij
De Kameroense acteur Eriq Ebouaney.
Filmmaker Mike Garris, o.a. bekend van de serie Masters of Horror.
Cerberus Online, mei 2010:
Lance Henriksen interview
Lance Henriksen tijdens zijn bezoek aan het BIFFF. - © Foto: Ton van Rooij
Lance Henriksen, eregast op het 28e BIFFF. - © Foto: Ton van Rooij
Een acteur die je uit duizenden herkent door zijn donkerbruine stem, intense blik en doorgroefde gezicht is Lance Henriksen. Hij speelde in de meest uiteenlopende films: van de sf-thriller The Terminator tot de horrorfilm Near Dark en van het waar gebeurde astronautenepos The Right Stuff tot de western The Quick and the Dead. Maar het meest bekend is hij waarschijnlijk nog wel van de tv-serie Millennium, waarin hij de paranormaal begaafde ex-FBI-agent Frank Black uitbeeldde, en van de films Aliens, Alien 3 en Alien vs. Predator, waarin hij te zien was als resp. de cyborgs Bishop en Bishop II en miljardair Charles Bishop Weyland. Hoeveel schurkenrollen hij ook gespeeld heeft, in het werkelijke leven is Henriksen een buitengewoon aimabele man die in zijn vrije tijd graag mag pottenbakken en schilderen. Op het afgelopen april gehouden 28e Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF), waar hij eregast was, spraken we hem.
Bijna Teminator geworden Oorspronkelijk zou Henriksen de titelrol spelen in The Terminator, maar later veranderde het concept van de film en ging de rol naar Arnold Schwarzenegger, terwijl hijzelf een kleine rol als politieman kreeg. Was hij teleurgesteld daarover? Resoluut: “O nee, totaal niet! Destijds wist ik niet eens dat ze mij voor die rol in gedachten hadden. [Regisseur] Jim Cameron en ik waren vrienden. Ik had in zijn eerste film [Piranha Part Two: The Spawning] gespeeld en we raakten daarna maar niet uitgepraat over het concept van The Terminator dat hij in zijn hoofd had. Ik had er echter geen flauw benul van dat hij mij die rol wilde laten spelen! In de hoop,
geld binnen te halen voor het maken van de film, had hij een stunt bedacht. Hij zond mij, uitgedost als Terminator, naar iemand van de productiemaatschappij Hemdale. Hij zei dat hij dan een kwartiertje later zou binnenkomen. In vol ornaat wandelde ik het kantoor binnen van die man, die zich te pletter schrok. Ik bleef daar zitten tot Jim arriveerde en ging toen weg. En blijkbaar heeft de Hemdale-official daarna gezegd: ‘Luister, we verstrekken je het geld voor de film, maar die man die hier net was gaat niet de Terminator spelen!’ Hij haatte mij, omdat ik hem de stuipen op het lijf gejaagd had. Jarenlang heb ik tegenover de pers met klem ontkend dat ik aanvankelijk de Terminator zou spelen. Ik zei steeds dat ik alleen maar even als Terminator opgetreden had bij wijze van vriendendienst. Maar toen [producer/coscenariste] Gale Anne Hurd [van 1985 tot 1989 Camerons vrouw] en ik onlangs bijeenkwamen om mee te werken aan extra’s voor de Blu-ray van The Terminator, weerlegde zij mijn verhaal. ‘Nee’, zei ze, ‘jij was altijd degene die we voor ogen hadden als Terminator!’ Waarop ik zei: ‘O, shit! Jarenlang heb ik dat hardnekkig tegengesproken en nu blijkt het dus toch waar te zijn geweest… Ik geef me over.’ Dat was grappig om te horen.”
Samenwerking met James Cameron Zijn samenwerking met James Cameron, met wie hij tevens Aliens maakte, beschouwt hij als een van de hoogtepunten uit zijn carrière. “Ik vond het indrukwekkend om hem bezig te zien op de set van Aliens. Het was werkelijk knap wat hij voor elkaar kreeg. Het was een slechts 12 miljoen dollar kostende productie, maar moet je eens kijken wat voor epische proporties die film heeft! Elke dollar die erin gestoken is zie je terug op het scherm!” Waarom hij daarna nooit meer in een film van Cameron gespeeld heeft, is een vraag waarop hij in eerste instantie met enige ironie reageert. “Ben ik soms een impresario? Waarom speelde ik in geen van zijn latere films? Waarom heb ik geen afspraakje met Angelina Jolie gemaakt voordat Brad Pitt dat deed? Ha ha!” Later komt hij er plots op terug: “Het was niet mijn bedoeling om je vraag te ontwijken, hoor. Ik zie het niet als iets negatiefs dat ik ontbreek in de films die James Cameron na Aliens gemaakt heeft. Maar ik wil ook niet in elke James Cameron-film zitten. Ik denk niet dat ik de marinier in Avatar had willen spelen, dingen uitroepend als ‘You’re not in Kansas anymore!’ Dat trekt me niet zo. Hij leverde puik werk af, begrijp me niet verkeerd. Maar het is gewoon zo, dat ik voor bepaalde rollen heel geschikt ben en voor andere rollen minder.“
Lance Henriksen
Alien vs Predator
Lance Henriksen
In de cultklassieker Near Dark In Near Dark (1987) van Kathryn Bigelow (van 1989 tot 1991 de eega van James Cameron) portretteerde Henriksen de aanvoerder van een groepje door het zuidwesten van de VS reizende, zich als zwervers voordoende vampiers. “Op een dag belde [acteur] Billy Paxton me op en zei: ‘Lance, ik heb me nu toch een geweldig script gelezen!’ ‘O, dat is mooi’, zei ik. ‘Wat is het voor iets?’ En toen antwoordde hij: ‘Het is een vampierwestern.’ Waarop ik zei: ‘Doei, Billy, bel me terug zodra je weer nuchter bent.’ Zo’n drie dagen later ontving ik het script van Near Dark, maar wist niet dat dít het was waar hij over gesproken had. Ik las het en dacht: ‘O, wat een waanzinnig goed script, zeg!’ Zonder het van elkaar te weten, waren Bill Paxton, Jenette Goldstein en ik gecast voor Near Dark. Doordat we alle drie in Aliens hadden gespeeld, hadden ze ons ook voor deze film benaderd. Pas tijdens de repetities kwam ik daar achter. Toen ik Bill Paxton daar tegenkwam, zei ik tegen hem: ‘Hé, wat doe hij hier, Billy?’ Hi hi.”
Millennium: zware klus Drie jaar lang speelde hij in Millennium, waarvan de opnamen in Canada plaatsvonden. Toen de serie ophield, kwam dat voor hem als een opluchting. “Toen ik op een dag samen met mijn vrouw en hond van Canada naar huis reed, hadden we op dat moment iets van 60 afleveringen gemaakt. Onderweg werd ik gebeld met de mededeling dat er punt was gezet achter Millennium. Toen we dat hoorden, waren we dolblij! Want het was zó ontzettend vermoeiend geweest! Ik had me al die tijd als een soort slaaf gevoeld, aangezien er keihard gewerkt moest worden. Ja, het was me behoorlijk zwaar gevallen. Ook mijn vrouw maakte ten tijde van Millennium een moeilijke tijd door. Ze zei vaak: ‘Frank, wil je Lance nu loslaten? Alsjeblieft, laat Lance met rust!’ Het was zwaar voor haar, want ik was me gaandeweg uiterst sinister gaan gedragen. Ik kon me maar niet van mijn rol loswrikken. Als ik met mijn vrouw in de auto zat, kon het gebeuren dat ik zei: ‘Kijk eens naar die kerel daar. Die heeft niks goeds in de zin.’ Dat soort onzin. Na het horen van het goede nieuws van het stoppenzetten van de serie, zei ik tegen mijn vrouw: ‘En nu gaan we op vakantie naar Hawaii!’ Daar hebben we aan het
strand gelegen en heb ik twee tatoeages [van een haai en dolfijnen] laten zetten. Daarginds kwam ik weer tot mezelf.”
Droomrol Is er een personage waar hij dolgraag nog ooit gestalte aan zou willen geven? “Ik de laatste tijd geregeld zitten denken aan de Noorse film The Green Butchers, die ik nooit heb gezien, maar waarvan het basisidee me enorm aanspreekt. Daarin draait het om een slager wiens zaken slecht gaan en overgaat tot het vermoorden en in mootjes hakken van mensen. Het vlees van zijn slachtoffers biedt hij aan voor consumptie, wat een gouden greep blijkt te zijn, want daarna gaat het hem weer voor de wind. Ik heb eens mijn gedachten over dat personage laten gaan en zou het verhaal van The Green Butchers graag willen combineren met dat van een virus dat wereldwijd om zich heen grijpt, maar uitsluitend niet-rokers doodt. Dus de rokers zijn de enigen die overleven. [Henriksen is zelf een roker. – TvR.] Je moet het zien als een inktzwarte komedie met een politieke ondertoon. Als je het hebt over een rol die ik dolgraag ooit zou willen vertolken, dan zou dat een rol in deze film zijn. Want spelen in een komedie staat al heel lang hoog op mijn verlanglijstje.” © Ton van Rooij
FarmaMagazine, 1-2008:
SF Terra, september 2006:
Tekst voor Loopbaan-adviesbureau Hannie Vervoort, januari 2001:
Loopbaan- en studieadvies: voor elk wat wils door Ton van Rooij Op zoek naar een (eerste of nieuwe) baan? Moeite met het kiezen van een studie of beroep? Worstelend met het opstellen van een sollicitatiebrief of cv? Aanhikkend tegen een sollicitatiegesprek? Toe aan een nieuwe uitdaging op de werkvloer? Voor iedereen die minstens één van deze vragen met een volmondig “ja” beantwoordt, kan een bureau dat gespecialiseerd is in studie- en beroepskeuze uitkomst bieden. Want dáár bezit men de vakkennis en ervaring om nauwkeurig richting te geven aan uw carrière of om uit het overweldigende opleidingenaanbod juist dát gebied(je) af te bakenen dat het meest bij uw achtergrond, interesse en persoonlijkheid aansluit. In zee gaan met zo’n bureau kan zelfs een ware openbaring zijn. Het kan bepaalde deuren voor u openen dan wel op een kier zetten, u bewust maken van verborgen talenten of eigenschappen en u verrijken met tips waar u zelf niet zo één, twee, drie op gekomen was.
Loopbaan-adviesbureau Hannie Vervoort: rijkgeschakeerd dienstenpakket Een bureau uit de regio dat zich hiermee al meer dan vijf jaar bezighoudt, is dat van Hannie Vervoort te Helmond. Dit bedrijf biedt de meest uiteenlopende diensten aan. Niet alleen voor particulieren, maar ook voor bedrijven, onderwijsinstellingen en instanties die ondersteuning bieden aan mensen die in het arbeidsproces willen herintreden. Ook mensen die nog niet weten welke kant ze op willen qua werk of studie, kunnen hier voor begeleiding en advies terecht. Sterker nog, helderheid brengen in zaken die voor de cliënt in meer of mindere mate vaag zijn, behoort juist tot de kérntaken van Vervoort en haar medewerkers. Om het doel te bereiken dat de cliënt voor ogen heeft, wordt op basis van onder meer testonderzoeken de meest aangewezen weg uitgestippeld. Iemand die van functie wil veranderen, kan geadviseerd worden om deel te gaan nemen aan een voor hem/haar op maat gesneden loopbaanoriëntatie-programma. Iemand die daarentegen als sollicitant beter voor de dag wil komen, zal de aanbeveling krijgen om de cursus “presenteren en solliciteren” te gaan volgen. En voor een ander kan juist een combinatie van beide diensten weer passender zijn. Soms is een dienst onlosmakelijk verbonden met een andere dienst. Zo is het kernkwaliteitenonderzoek, waarin de meest kenmerken kwaliteiten van de cliënt aan de oppervlakte gebracht worden, vrijwel altijd een onderdeel van de loopbaanplanning. “Als je kunt verwoorden wat je kernkwaliteiten zijn, kun je je ook beter profileren”, weet Vervoort. “Dan kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik beschik over daadkracht. En dat kan ik staven met een aantal voorbeelden.’ Daarnaast is het van belang om te weten binnen welk vakgebied je kernkwaliteiten het beste passen. Want met die kennis kun je mede richting geven aan je loopbaan. Bovendien kun je ermee op alternatieve richtingen komen.”
Van eerste gesprek tot pasklaar advies Hoe gaat de uitvoering van een dienst nu eigenlijk in zijn werk? Vervoort: “We starten altijd met een gesprek om beide partijen wat meer helderheid te verschaffen over de vraagstelling. Aan de hand daarvan kan iemand het voorstel gedaan worden om, ik noem maar wat, een loopbaanonderzoek te laten uitvoeren. Daarna volgt doorgaans een testdag. Deze is bedoeld om een zo helder en compleet mogelijk beeld te krijgen van de capaciteiten, interesse en persoonlijkheid van de cliënt. Aan zo’n testdag neemt meestal een klein groepje mensen deel. Hierna worden in een gesprek aan de hand van de testresultaten ideeën verzameld. Soms is het nodig is om nog wat meer informatie, bijvoorbeeld over het beroep van de cliënt, in te winnen. Vervolgens vindt een tweede gesprek plaats om de puntjes op de i te zetten en de cliënt zich te laten toespitsen op een keuze. Het onderzoek is er vooral op gericht om duidelijkheid te verkrijgen over de samenhang tussen de persoonlijke kenmerken, capaciteiten en interesse.” De “adviesbehoevenden” die bij Vervoort en haar collega’s aankloppen, variëren in leeftijd van pakweg 14 jaar tot een jaar of 50. “Op dit moment zien we, dat een grote groep mensen tussen de 30 en 40 van onze diensten gebruik maakt,” meldt Vervoort. “Maar dat is echt op dít moment. Kennelijk is er tóch iets wat mensen, wanneer ze naar de toekomst kijken, bezighoudt. Zo van: ‘Ik heb dát de afgelopen jaren gedaan, maar wil ik zo nog wel door blijven gaan?’ Het is een moment van even terugblikken en vooruitkijken. Of, zoals ik het altijd noem, even pas op de plaats maken. Waar ik persoonlijk voor zou willen ijveren is dat mensen af en toe eens bij zichzelf nagaan of ze datgene wat ze doen nog wel leuk vinden en wat voor ideeën ze voor de toekomst hebben. Het mooiste zou zijn als op gezette tijden, bijvoorbeeld na een functioneringsgesprek, de loopbaan onder de loep genomen zou worden. Omdat het altijd lastig is om zoiets te bespreken met degene die je beoordeelt op je functioneren, kiezen bedrijven er niet zelden voor om zo’n loopbaangesprek extern, bij een bureau als het onze, te laten plaatsvinden.” “Wat wij in feite doen”, vat Vervoort de activiteiten van haar bureau samen, “is voldoende argumenten verzamelen om iemand aan het eind van de rit een overtuigende keuze te kunnen laten maken.” ___________________________________________________________________________
Op zaterdag 19 januari 2002 is het van 13.00 tot 17.00 uur open huis bij Loopbaanadviesbureau Hannie Vervoort, gevestigd aan de Bakelsedijk 73 te Helmond. Wilt u weten wat het bureau voor ú kan betekenen, loop dan op de 19e even binnen. Voor nadere informatie of een vrijblijvend, kostenloos oriënterend gesprek: Loopbaan-adviesbureau Hannie Vervoort, Bakelsedijk 73, 5703 JA Helmond. Tel.: 0492 - 56 56 03. Fax: 0492 - 56 50 64. E-mail:
[email protected]. Website: www.loopbaanadvies.nu.