LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X · P409836
België - Belgique P.B.- P.P Brussel X BC 9791
argument
www.vsoa.eu www.vsoa.eu
MAANDBLAD VAN HET VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT
7 DE J A A R G A N G · N ° 6 · J U N I 2 0 1 3 · M A A N D E L I J K S E U I T G A V E V A N H E T V S O A · O P E N B A R E S E C T O R V A N D E A C LV B
CONGRES EPSU BRUSSELS
EPSU/Belgian affiliates defence sector network
16 May 2013, Brussels
© SMITS
Op donderdag 16 mei 2013 vond de allereerste conferentie in het kader van de implementatie van de sector Defensie binnen de EPSU plaats. Wat is de EPSU? In welke mate kan het voor ons verrijkend zijn deel te nemen aan een Europese beweging? Welke punten uit die bijeenkomst moeten als belangrijk weerhouden worden? Lees ons verslag.
VSOA-DEFENSIE > LEES PAGINA’S 6 > 10 PAGINA’S 18 > 19
PAGINA’S 20 > 23
PAGINA 17
PAGINA 5
GROEP BELGACOM HOMEWORKING, EEN NIEUWE MANIER VAN WERKEN
GROEP FINANCIËN BIJ FOD FINANCIËN, 2013 – 2014 – 2015 DÉ KANTELJAREN KONDIGEN ZICH AAN
GROEP FGGA VSOA-LRB EUROPESE ACTIEDAG NATIONAAL KANTOOR VOOR HET BRUSSEL PERSONEEL VAN HET LUCHTVERKEER WERFT AAN !
RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC
V S OA
2
inhoud O N Z E CO Ö R D I N AT E N
INHOUD
SECRETARIAAT-GENERAAL Lang Levenstraat 27-29 - 1050 BRUSSEL Tel 02/549.52.00 - 02/512.91.63 - Fax 02/514.16.95 E-mail :
[email protected] GROEP SPOOR Kantersteen16 - 1000 BRUSSEL Tel 02/213.60.60 - Fax 02/224.66.10 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Filoteo AFRICANO GROEP 2 : FEDERALE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTADMINISTRATIES Boudewijnlaan 20-21 (2de verd.) - 1000 BRUSSEL Tel. : 02/201.19.77- Fax : 02/203.54.10 N.M.K.N. 145-0526116-47 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : François FERNANDEZ-CORRALES GROEP LOKALE EN REGIONALE BESTUREN Vooruitgangstraat 319 - 1030 BRUSSEL Tel 02/201.14.00 - Fax 02/201.14.34 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Serge MEEUWS GROEP ONDERWIJS Boudewijnlaan 20-21 (1ste verd.) - 1000 BRUSSEL Tel 02/529.81.30 - Fax 02/529.81.39 E-mail :
[email protected] Gemeenschapsvoorzitter : Dirk DE VOS GROEP DE POST Centrumgalerij 244 (3e verdieping) - 1000 BRUSSEL Tel 02/223.00.20 - Fax 02/223.09.43 P.R. : 000-0674537-96 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Marc DE MULDER GROEP BELGACOM Prinses Elisabethplein 12 - 1030 BRUSSEL Tel 02/245.21.20 - 02/245.12.70 - Fax 02/245.27.94 Bank : BE73 0016 8576 9060 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Pierre MOTTOULLE GROEP RECHTERLIJKE ORDE Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/513.05.55 - Fax 02/503.25.02 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Vincent Vanval GROEP DEFENSIE Lozenberg 2 - 1932 ZAVENTEM Tel 02/223.57.01 - Fax 02/219.02.15 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Erwin DE STAELEN GROEP FINANCIEN Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/226.41.11 - Fax 02/226.41.10 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Paul MONSAERT GROEP POLITIE Minervastraat 8 - 1930 ZAVENTEM Tel 02/660.59.11 - Fax 02/660.50.97 E-mail :
[email protected] Bank : 310-0543030-13 Nationaal Voorzitter : Vincent GILLES
Dit nummer werd samengesteld met de medewerking van de verantwoordelijken van het Redactiecomité
ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO
Blz. 1, 6 tot 10 : DEFENSIE
Blz. 15 tot 17 : FGGA
- Congres ESPU Brussels van 16/5/2013 : Naar een Europa van Defensie. - Kort bericht : Nieuwe editie “DGHR-REG-TRAVARB-001 Ed. 001 / Rev. 001 Edito van de Voorzitter : Ramp in Wetteren Leger kan grotere rol spelen. - Ontmoeting met de Chef Defensie, generaal VAN CAELENBERGE. - Loonbeslag, kan dit zomaar ? - Uitvoering “eenvoudig arrest” vraagt verduidelijking - Bijverdienen als gepensioeneerde militair. Wijzigingen op komst.
- Het veiligheidskorps :Noch vis noch vlees. - Voorstelling van het VSOA - FOD Mobiliteit en Vervoer. - Voorstelling van het Comité Justitie - Sector III. - Comité Airport Zaventem - Europese actiedag op 12/6/2013 voor het personeel van de luchtverkeersdiensten. - Belangrijke mededeling.
Blz. 2, 3 tot 5, 11, 26 & 32 SECRETARIAAT-GENERAAL - Woord van de Voorzitter, Jan EYNDELS : Sterk Europa is sociaal Europa. Actualiteit : - VSOA viert 1 mei 2013 in Jodoigne. - Sport- en familiedag op 22/9/2013 in Bellewaerde Park. Voordelen : - Korting bij Planet Parfum. - 10 % korting bij Interhome. - Korting van 15% bij BOZAR - Verhuring van nieuwe ACLVB appartementen in Oostende. - Verzekeringen van Actel Affinity.
Blz. 5 : LRB - Het Nationaal Secretariaat zoekt een Vaste medewerker (M/V – voltijds – Nederlandstalig).
Blz. 12 tot 14 : DE POST - De balans van 10 jaar “Johnny Thijs” bij Bpost (2) : “Twee belangrijke CAO’s in een jaar. - Omer TITS vaart de haven binnen !
Blz. 18 tot 19 : BELGACOM - Homeworking : een nieuw manier van werken. - Agenda : juni – juli en augustus 2013.
Blz. 20 tot 23 : FINANCIËN - FOD Financiën kantelt : Een moeilijke evenwichtsoefening.
Blz. 24 tot 25 : SPOOR - Het sppor en ETF (1) : Eisen en acties voor de toekomst.
Blz. 26 tot 28 : POLITIE - Schandalen Borgloon : Resultaat van politiehervorming. - VSOA-Politie nationaal in 5 vragen : Jean-Pierre HARMEGNIES. - Gerechtelijk bekeken. - Memorandum (20) : Veiligheid heeft een prijs.
Blz. 29 tot 31 : ONDERWIJS - Tijdelijke aanstelling en Tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD). - VSOA-Onderwijs was van de partij op de afstudeerbeurs in Gent. - VSOASERVICELINE : respons binnen de 24 uur. - Vsoa-Onderwijs legt werfreserve aan voor een Secretaris (M/V). - Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters. - Nieuwsbrief VSOA-Onderwijs.
UW HOBBY IN ARGUMENT Voor onze maandelijkse rubriek “Vrije Tijd” is de redactie van Argument op zoek naar leden en lezers die er opvallende hobby’s op na houden. Verzamelt u voetbaltruitjes, speelt u saxofoon in een bandje, beklimt u de Mont Ventoux. Laat het ons weten en wij zorgen er voor dat alle lezers van Argument mee genieten van uw stukje “Vrije Tijd”! Kandidaten voor onze rubriek “Vrije Tijd” kunnen zich melden via e-mail:
[email protected] De redactie
LRB S. MEEUWS G. HENDRICKX BELGACOM P. MOTTOULLE M. DE VLAEMYNCK SPOOR F. AFRICANO R. DE THAEY
DEFENSIE E. DE STAELEN C. WILLEM ONDERWIJS D.DE VOS M. HEYNDRICKX FINANCIËN P. MONSAERT P. BOQUET
FGGA F. FERNANDEZ-CORRALES R. TOURLAMAIN R. WILLEMS POLITIE V. GILLES L. MAESEN
DE POST M. DE MULDER H. CLAUWAERT RECHTERLIJKE ORDE V. VANVAL A. SERVAIS Verantw. Uitgever: J. EYNDELS
Beheer en Publiciteit: H. HERMAN Eindredactie: B. CORNELIS Fotoredactie: M. SMITS Prepress en druk Creative Plus Production & Corelio Printing
editoriaal ARGUMENT · JUNI 2013
3
VSOA
Woord van de voorzitter Sterk Europa is sociaal Europa “De Europese hervormingen van de voorbije jaren gingen niet altijd samen met een volwaardige dialoog, waardoor het sociaal overleg steeds meer onder druk komt te staan.” Dat zijn niet de woorden van de Europese vakbondsorganisatie, maar de conclusie van de Europese Commissie in een rapport over arbeidsverhoudingen. “We moeten de rol van de sociale partners versterken als we uit de crisis willen geraken en de voordelen van het Europese sociale model behouden”, zo zegt de Europese commissaris voor Werk en Sociale Zaken László Andor. Bemoedigende woorden want de crisis heeft in tal van Europese landen de positie van de vakbonden aangetast. In ons land is dit gelukkig niet het geval. In tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, hebben we de voorbije jaren bewezen dat de sociale partners in België macht hebben en ze bij sociaaleconomische maatregelen van de overheid betrokken worden. In landen zoals Portugal, ja zelfs dichter bij huis, in Nederland, is dit minder het geval en staan de vakbondsorganisaties vaak aan de kant machteloos toe te kijken. Nationale staten worden door de Europese commissie met de rug tegen de muur geplaatst om de begrotingsdoelstellingen te halen. De privatisering op het vlak van postbedrijven, de transportsector en de publieke sector in het algemeen dwaalt nog altijd als een spook door Europa. Dat brengt de Europese vakbonden in een moeilijke positie want vooral de arbeidsomstandigheden, de lonen, de loonindex en de collectieve voorzieningen komen bij besparingen in het vizier. Aan de regeringen wordt gevraagd om te knippen in het aantal overheidsambtenaren. In dat opzicht is Europa een bedreiging voor de vakbonden, eerder dan de oplossing voor de crisis.
Waakhond Vooral voor de ontwikkelingen in de openbare sector is meer dan ooit een waakhond in Europa nodig. Tot op heden vervulden de Europese vakorganisaties, waarin het VSOA een prominente rol speelt, een sturende taak door te wijzen op de nefaste gevolgen, zeker in tijden van crisis, van verregaande privatisering en afbouw van de dienstverlening. We zijn er dan ook van overtuigd dat de vakbonden een belangrijke rol moeten blijven vervullen bij het uitdiepingsproces van
“Onze Europese vakbondswerking zal in de komende jaren aan belang winnen.” de Europese integratie. De openbare diensten zijn onlosmakelijk verbonden met de fundamentele rechten waarop elke Europese burger zich kan beroepen. Zij maken integraal deel uit van het Europees sociaal model. De Europese werking van de vakorganisaties is gebaseerd op de solidariteit. Wij zijn tegen een Europa met verschillende snelheden. De macht van het getal vormt de basis van de Europese syndicale werking. Zeker in moeilijke tijden staan de vakbondsleden best schouder aan schouder om over de landsgrenzen heen gemeenschappelijke belangen te beschermen en te behouden. Onze Europese vakbondswerking zal in de komende jaren dus zeker aan belang winnen. Maar dan moeten we ook investeren in onze Europese syndicale acties en op het terrein aanwezig zijn. Het VSOA is er grondig van overtuigd dat het Europees overheidssyndicalisme in zijn actieprogramma niet alleen de professionele belangen van zijn opdrachtgevers moet verdedigen, maar ook ten dienste moet staan van de hele bevolking.
Inzetten op economische groei Zonder sterke Europese vakbonden dreigt Europa een sociaal kerkhof te worden. Een Europa dat in deze crisistijden afstand neemt van een enge besparingsstrategie en dat durft in te zetten op economische groei. De dramatisch groeiende werkloosheidscijfers in talrijke Europese landen spreken voor zich. Slechts door de creatie van nieuwe banen, samen met een doordacht budgettair beleid, kan men tot een heropleving komen. Wil men de consumptie verhogen dan moeten de mensen eerst terug geld verdienen, alvorens ze het kunnen uitgeven. Een sterk en actief syndicalisme, ook internationaal, is dus meer dan ooit een essentiële noodzaak om tot een sociaal Europa te komen. Jan Eyndels Algemeen voorzitter
voordelen V S OA
4
ARGUMENT · JUNI 2013
NIEUW VOORDEEL VOOR DE LEDEN VAN HET VSOA BIJ PLANET PARFUM Als lid van het VSOA geniet u een exclusieve « Business » korting op een groot deel van de schoonheidsproducten en –artikelen bij Planet Parfum, grote Belgische parfumerieketen. We vestigen uw aandacht op het feit dat Planet Parfum reeds heel het jaar door aan al zijn klanten een korting van 20% toekent op een gedeelte van zijn assortiment en een korting van 27 % aan de personeelsleden van bedrijven. Sinds 19 februari 2013 wordt de korting van 20% automatisch afgetrokken van de prijs die aangekondigd staat op ieder product in de parfumeries Planet Parfum. De bevoorrechte leden van het VSOA genieten aldus een buitengewone korting van 10 % in vergelijking met de prijs die aangekondigd staat op een groot deel van hun artikelen (zie voorbeeld hieronder):
Sinds 19/2/2013 TICKET
VOORHEEN
(Automatisch korting van 20% op ieder product voor alle klanten) 80,00 €
100,00 €
Parfum Lancôme
(bruto prijs aangekondigd (netto prijs reeds aangekondigd bij Planet Parfum) bij Planet Parfum)
Korting Business
-27 %
Extra korting van 10 % voor de VSOA-leden
Totaal te betalen
>>>>>>>>>>>>
72,00 €
Om de meest nabije winkel in uw buurt te vinden, surf op de website: www.planetparfum.be – rubriek: Parfumerieën & instituten. Bij uw eerste aankoop in parfumerie toon eerst uw lidkaart van het VSOA om gratis een Business-kaart te ontvangen. Bij iedere aankoop in parfumerie, toon sowieso uw lidkaart van het VSOA, evenals uw Business-kaart « Planet Parfum».
NIEUW VOORDEEL - 10% KORTING BIJ INTERHOME Bent u op zoek naar een villa met privézwembad in de Provence of in Spanje, een chalet in de Zwitserse Alpen of een stadsappartement voor een citytrip? Dan bent u bij Interhome aan het juiste adres! Met 32.000 vakantiewoningen in 29 landen vindt u bij ons altijd die ene speciale woning die voldoet aan al uw wensen. Als VSOA-lid profiteert u nu van 10 % korting. Deze korting is het hele jaar geldig voor alle bestemmingen.
Hoe werkt het ? Opgelet ! De reservatie mag slechts gebeuren via website of per telefoon.
Dankzij 200 servicekantoren in heel Europa en 24/24 en 7/7 klantenservice huurt u bij Interhome authentieke, particuliere vakantiewoningen met de service en het gemak van een tour operator.
Ga naar www.interhome.be/VSOA om een vakantiehuis te vinden. Vul bij uw boeking in het veld “bedrijfsactiecode” : VSOA gevolgd door de eerste twee cijfers van uw ledenkaart in. Spreekt u liever met een medewerker? Bel dan onze klantenservice op 02/648.99.55.
actualiteit ARGUMENT · JUNI 2013
VSOA VIERT 1 MEI IN JODOIGNE
5
VSOA
BEN JE REEDS WERKZAAM ALS CONTRACTUEEL OF STATUTAIR PERSONEELSLID BIJ EEN OPENBARE DIENST EN ZOEK JE EEN JOB MET RESPECT EN VERANTWOORDELIJKHEID ?
Dan is dit je kans ! Wij zoeken
VASTE MEDEWERKER (M/V – VOLTIJDS – NEDERLANDSTALIG)
VSOA-LRB NATIONAAL SECRETARIAAT STANDPLAATS BRUSSEL Functie : Naar jaarlijkse traditie was een stevige VSOA-delegatie aanwezig op het 1-meifeest in Jodogne. Het VSOA zette samen met ACLVB een stand op die door tal van aanwezige leden en familieleden werd bezocht. Onder het goedkeurend oog van Jan Eyndels (voorzitter VSOA), Jan Vercamst (voorzitter ACLVB), Marcel Ongena (ere-voorzitter VSOA) en Henk Herman (secretaris-generaal VSOA), aangevuld met talrijke voorzitters van de VSOA-groepen. Er waren natuurlijk ook de gebruikelijke toespraken. Voor ACLVB nam de regionale secretaris Christian Lochet het woord. Hij riep de MR op om het sociaal overleg opnieuw op te starten. “Dit is in gevaar door de radicalisering van het ABVV”, wist hij. “Maar ook omdat het VBO zich laat opjagen door de Vlaamse werkgevers van VOKA”.
3 administratieve ondersteuning voor de boekhouding: 3 een boeiende en gevarieerde job, met veel sociale contacten 3 administratieve ondersteuning voor de boekhouding (expert zijn op het gebied
van Excel en ervaring hebben met Word en Outlook is een must !) 3 kennis van de Franse landstaal is een meerwaarde
Benieuwd naar de inhoud en de voorwaarden van deze functie ? Mail dan naar
[email protected]
actualiteit EPSU-FSESP EPSU
6
ARGUMENT · JUNI 2013
EPSU/Belgian affiliates defence sector network
NAAR EEN EUROPA VAN DEFENSIE
© FOTOʼS : MARC SMITS
Op donderdag 16 mei 2013 vond de allereerste conferentie in het kader van de implementatie van de sector Defensie binnen de EPSU1 plaats. Wat is de EPSU? In welke mate kan het voor ons verrijkend zijn deel te nemen aan een Europese beweging? Welke punten uit die bijeenkomst moeten als belangrijk weerhouden worden? Enkele overwegingen.
e uitdaging is allerminst eenvoudig maar houdt op termijn belangrijke voordelen in. De deelnemers uit verschillende Europese landen legden erg de nadruk op de nood aan samenwerking om ons in de mogelijkheid te stellen, allen samen verenigd rond dat doel van harmonisatie, een sterk netwerk uit te bouwen.
D Gilles Van Oosthuijze (VSOA-Defensie)
Er vond ook een voorbereidende sessie plaats in Brussel, op 6 december vorig jaar, tussen de EPSU en haar Belgische leden. Op die bijeenkomst werd de huidige situatie vastgesteld, met de cruciale aspecten die vragen oproepen binnen de sector en eveneens alle elementen die niet mogen opzij gelaten worden. Deze conferentie is
dus het logische vervolg dat ons niet enkel toelaat de stand van zaken aan onze Europese collega’s mee te delen maar ook onze eerste beschouwingen aan te vullen met de ondervindingen van de aanwezige syndicale spelers. Het is heel belangrijk dat we elk van de positieve aspecten in beschouwing nemen en tegelijkertijd anticiperen op de mogelijke risico’s voortvloeiend uit de uitwerking van een “coöperatie” tussen veelvuldige deelnemers uit verschillende landen.
Belangrijke speler Als lid van het EVV2 en van de PSI3 heeft de EPSU een onafwendbare plaats ingenomen in de Europese sociale dialoog. Dank zij de oprichting van een sector Defensie binnen haar organisatie,
defensie ARGUMENT · JUNI 2013
7
VSOA
UITVOERING “EENVOUDIG ARREST” VRAAGT VERDUIDELIJKING De gestrafte militair moet, volgens de tuchtwet, tijdens de volledige duur van de straf deelnemen aan de normale dienst en de diensten van algemeen belang. In het tuchtreglement, ondergeschikt aan de tuchtwet, wordt bepaald dat de militair van het actief kader niet moet aanwezig zijn buiten de diensturen. Luitenant Generaal Andries en Gilles Van Oosthuijze (VSOA-Defensie) : « Het BENELUX-project kan een mogelijke springplank naar een grotere Europese Defensie Coöperatie zijn. »
zal de EPSU bijgevolg een uiterst belangrijke rol kunnen spelen in de vertegenwoordiging van onze belangen op Europees vlak. In de huidige bezuinigingscontext (te verstaan als periode van strenge maatregelen om de openbare kosten en uitgaven te drukken) is het noodzakelijk een gezamenlijke politiek te ontwikkelen want hoe beter we samen overleggen en ons verenigen, hoe beter we zullen gehoord worden. Bovendien, voor wat betreft de verdediging van de rechten van onze burgers en militairen, zowel op het gebied van welzijn als van gezondheid, zullen we beter in staat zijn om hun vragen te dragen en hen op de meest efficiënte manier te vertegenwoordigen. Maar om zulk een doel te bereiken is het onontbeerlijk een akkoord te sluiten en dus overleg te plegen maar ook een aantal schema’s in overweging te nemen om het tot stand te brengen. Verschillende sprekers gaven in hun rede uitleg over de weldaad van hun nationale situatie en de oriëntaties die zij op hun niveau genomen hebben. Wij willen het hier speciaal hebben over de interventie van generaal Andries die, in deze context van beperking van overheidsbudgetten en dus van de Defensiebudgetten, kenmerkend is voor de samenwerking tussen drie Europese landen, zijnde België, Nederland en Luxemburg.
Springplank naar een grotere Europese Defensie Coöperatie Eerst opgevat op korte termijn en op algemene basis, zal de BENELUX samenwerking kunnen getuigen van een werkelijke synergie tussen de drie buurlanden die mogelijk gemaakt is, onder andere, door een wederzijds vertrouwen en een luisterbereidheid vanwege de “deelnemers” aan het project. Toch verdoezelt de Generaal de obstakels niet die bij de uitbouw van deze samenwerking opgetreden zijn, zoals de taalkwesJean De Bie (Voorzitter VBM) en tie, maar hij vermeldt ook de gunstige Erwin De Staelen (Voorzitter VSOA-Defensie) effecten zoals de consolidatie van de strategische mogelijkheden van elke deelnemer. Hij eindigde dan ook met “het voorbeeld dat het BENELUX project kan zijn en de mogelijke springplank naar een grotere Europese Defensie Coöperatie” rekening houdend met het feit dat wij vandaag moeten “beter doen met minder middelen”. Slot Wat wij vooral willen onthouden uit deze conferentie is het Europese elan en het gezamenlijke verlangen om samen te evolueren naar beter, in het voordeel van Defensie. Coördinatie, onderhandeling, uitwisseling van informatie, verdediging van de belangen van onze burgers en militairen, wederzijds respect, luisterbereidheid,… de lijst van de overwogen en nog in beraad te nemen items weegt eerder zwaar, maar ze is noodzakelijk omdat alles moet besproken worden naarmate de uitwerking van de sector Defensie binnen de EPSU zal vorderen. 1 (Europese Syndicale Federatie van Openbare Diensten) 2 (Europees Verbond van Vakverenigingen) 3 (Public Services International)
Er mogen wel diensten van algemeen belang uitgevoerd worden buiten de diensturen, maar verplicht beëindigd worden voor 21 uur. Sommige eenheden gaven een eigen interpretatie aan deze voorschriften en legden karweien op aan gestrafte militairen (eenvoudig arrest) die ze moesten uitvoeren na de diensturen. Nochtans is er in de tuchtwet of het tuchtreglement geen sprake van het begrip “karwei”. Het was wellicht een eigen interpretatie van het begrip “diensten van algemeen belang”. We moeten toegeven dat het tuchtreglement een tegenstrijdigheid bevat. Enerzijds wordt gesteld dat de militairen die met eenvoudig arrest gestraft zijn, buiten de diensturen niet in het kwartier moeten aanwezig zijn. En anderzijds wordt toegelaten dat het uitvoeren van diensten van algemeen belang kan opgelegd worden buiten de diensturen, zonder dat deze georganiseerd worden enkel voor de gestraften. Voldoende voor VSOA-Defensie om Defensieminister De Crem hierover te interpelleren. Zijn antwoord van 7 maart luidde als volgt: “Ik kan omtrent deze vraag uw zienswijze bevestigen. Mijn administratie heeft mij reeds gemeld dat zij de nodige maatregelen zullen nemen zodat er geen ruimte voor interpretatie van de vigerende regelgeving meer mogelijk is.” Op 18 maart 2013 werden alle eenheidscommandanten eraan herinnerd dat “het exclusief opleggen van diensten van algemeen belang buiten de gewone diensturen aan de militairen van het actief kader in de deelstand “in normale dienst” niet toegelaten is. Referte: nota van DGHR van 18 maart 2013 met nummer MITS 13-00131400.
KORT BERICHT In de edities april en mei van Argument informeerden we over de nakende wijzigingen aan het reglement arbeidstijdregeling voor burgers en militairen bij Defensie. Op 3 mei 2013 werd de nieuwe editie “DGHR-REG-TRAVARB-001 Ed 001 / Rev 001” gepubliceerd op het intranet van Defensie. De nieuwe regels zijn sindsdien van toepassing. U kunt het reglement downloaden via onze website www.vsoa-defensie.be
defensie V S OA
8
ARGUMENT · JUNI 2013
editoriaal
Erwin DE STAELEN, Voorzitter
Ramp in Wetteren
Leger kan grotere rol spelen n de nacht van 2 op 3 mei ontspoorde een goederentrein met chemische producten, enkele wagons ontploften met alle gevolgen vandien.
I
Intussen kwam er veel kritiek op de communicatie van de overheid. Expert in noodplanning Luc Rombout stelde dat ineens wordt verwacht van een burgemeester en gouverneur dat zij cruciale beslissingen nemen en expert zijn bij de organisatie van een chemische interventie, alarmering en evacuatie van de bevolking. Hij vergeleek ook met de buurlanden en kwam tot de vaststelling dat België geen doorgedreven vorming heeft, geen rigoureuze oefenprogramma’s of strenge kwaliteitsnormen voor noodplannen. Ook van een technische analyse na incidenten is er nauwelijks sprake, in tegenstelling tot alle andere Europese landen. Crisisbeheer en –communicatie zijn bij deze ongevallen van kapitaal belang. Bij dergelijke
« De treinramp in Wetteren blijft nazinderen bij velen, want vele vragen blijven onbeantwoord » incidenten is het primordiaal om alle expertise in te roepen. Ook het leger kan zijn steentje bijdragen. Bij de ramp van Wetteren werden vier leden van de genie ingeschakeld om het wrak te inspecteren. Defensie heeft ook meetapparatuur ter beschikking gesteld. Hulp aan de natie is één van de opdrachten van Defensie. Onze ‘core business’ speelt zich ook af op het nationaal grondgebied en niet alleen in buitenlandse opdrachten. Dit wordt al te vaak vergeten.
Ik ben er van overtuigd dat het leger een grotere rol kan vervullen in het kader van deze rampenplannen en noodplannen. De nodige expertise is in huis.
Onderhandeling Op dit moment ligt in het federaal parlement een wetsontwerp op tafel dat de regeling van de cumulatie van pensioenen van de overheidssector met inkomsten van een beroepsactiviteit wijzigt. Een van de voorgestelde maatregelen van minister van Pensioenen Alexander De Croo is de opheffing van de uitzonderingsmaatregel voor militairen. VSOA-Defensie is het daar helemaal niet mee eens! U leest hier meer over in het artikel op de volgende pagina’s. Belangrijk is dat de vier vakbonden aan één zeel trokken in dit dossier. Het blijft evenwel afwachten op het resultaat van de verdere besprekingen. Erwin De Staelen Voorzitter
ONTMOETING MET DE CHEF DEFENSIE Op 18 april 2013 hadden de vakbonden een tweede informele ontmoeting met de Chef Defensie, generaal Van Caelenberge en de verschillende DG en ACOS. De CHOD onderstreepte zijn aandacht voor het geven van juiste informatie aan de vakbonden. Hij voegde er onmiddellijk aan toe dat hij van de vakbonden verwacht dat ze hem een duidelijk beeld geven van wat er bij het personeel echt leeft. Dit uitgangspunt kunnen we alleen maar toejuichen. Elke vakbond kreeg de gelegenheid om voorafgaand vragen in te dienen.
onderstreepte dat het regeerakkoord uiteraard enkel de huidige regering engageert en ons in het Plan-De Crem plaatst. Na de verkiezingen van 2014 zal een (nieuwe) koers uitgezet worden. De CHOD ziet zijn taak als het maken van een brug of overgang tussen het huidige Plan-De Crem en de oriëntaties die de volgende regering zal nemen, maar die momenteel niet gekend zijn.
Welke toekomst voor Defensie? In zijn introductie verwees de CHOD naar twee belangrijke elementen: het regeerakkoord en de middelen om dit te realiseren. Generaal Van Caelenberge
De Staf werkt aan een intern beleidsplan dat voortbouwt op het plan van minister De Crem, waarin het aspect continuïteit vast en zeker zal voorkomen en dat zeer binnenkort mag verwacht worden.
Van een duidelijke langetermijnvisie over de toekomst van Defensie is dus geen sprake. Het integrale verslag over deze ontmoeting werd verspreid per nieuwsbrief aan onze leden. U kunt dit nalezen op onze website www.vsoa-defensie.be Wenst u als lid ook op de hoogte te blijven via onze nieuwsbrieven, schrijf u dan online in.
defensie ARGUMENT · JUNI 2013
9
VSOA
LOONBESLAG, KAN DIT ZOMAAR? Volgens recente cijfers moeten werkgevers steeds vaker een deel van het loon van één van hun personeelsleden inhouden omdat die nog schulden hebben openstaan. Vooral verhuurders, ziekenhuizen en mobiele operatoren maken van het systeem gebruik om openstaande schulden te recupereren. Sinds het uitbreken van de financiële crisis reageren bedrijven en banken veel sneller wanneer één of meerdere betalingen achterwege blijven. Ook Defensie, die over haar eigen weddendienst beschikt, voert loonbeslag uit. Op 18 april 2013 verscheen een nieuwe editie van de richtlijn DGBF-GID-FPCTX-ARXX-001 betreffende de “Inhoudingen wegens schulden op wedden, lonen en soldijen”.
Loonbeslag Een schuldeiser kan via de rechtbank iemand verplichten zijn openstaande schuld te betalen. Het is een gerechtsdeurwaarder die het vonnis dan bij de werkgever laat betekenen zodat er beslag wordt gelegd op uw inkomen. Er zijn evenwel beperkingen voorzien. De berekening ervan verschilt naargelang van de omvang en het type van inkomen waarover u beschikt. Grenzen De nettobezoldigingen die vatbaar zijn voor loonbeslag en -overdracht. Grensbedragen van het loonbeslag (bedragen op 1 januari 2013): 3 onder 1.059 euro kan men geen enkel beslag leggen; 3 op de schijf van 1.059 tot 1.138 euro: 20% (= maximum van 15,20 euro); 3 op de schijf van 1.138 tot 1.255 euro: 30% (= maximum van 34,50 euro); 3 op de schijf van 1.255 tot 1.373 euro: 40% (= maximum van 46,40 euro); 3 meer dan 1.373 euro: 100% . Grensbedragen van het beslag op een vervangingsinkomen (bedragen op 1 januari 2013): 3 onder 1.059 euro: geen beslag mogelijk; 3 op de schijf van 1.059 tot 1.138 euro: 20% (= maximum van 15,20 euro); 3 op de schijf van 1.138 tot 1.373 euro: 40% (= maximum van 92,40 euro); 3 meer dan 1.373 euro: 100%. Aan de grensbedragen van elke schijf die hierboven vermeld worden, moet nog 65 euro per kind ten laste worden toegevoegd. De grensbedragen worden elk jaar aangepast aan de index van de consumptieprijzen.
Loonafstand De schuldeiser kan uw schuld ook recupereren via de loonafstand. In de contracten om een krediet te verkrijgen (die je normaal gezien ondertekend hebt), staat meestal een bepaling over loonafstand. Daardoor kan de kredietverlener zich tot uw werkgever wenden om je schuld rechtstreeks van je loon af te houden. De grensbedragen voor loonafstand zijn dezelfde als die voor loonbeslag. Uitzonderingen: 3 bij beslag, overdracht en loondelegatie wegens onderhoudsverplichtingen geldt geen enkele beperking; 3 het loon van minderjarigen, zelfs ontvoogde minderjarigen is niet vatbaar voor beslag of overdracht uit hoofde van leningen die vallen onder de wet op het consumentenkrediet. Meer informatie over de procedure van verzet, richtlijnen in het kader van onderhoudsgeld… vindt u terug in de richtlijn DGBF-GID-FPCTX-ARXX-001 van 18 april 2013 of via onze diensten. Contact via telefoon 02/223.57.01 of
[email protected]
FIETSHAPPENING CBOS Op 3 mei 2013 organiseerde het CBOS Noord voor de tweede maal een fietshappening en een motortocht. Met dank aan het prachtige weer mochten we rekenen op een 350-tal fietsers en een 70-tal motorrijders. Na het evenement konden de deelnemers nagenieten bij een drankje en konden ze eten van onze heerlijke spaghetti. Dankzij de inschrijving van al deze deelnemers en de sponsoring van bedrijven en organisaties, waaronder jullie als vakbondsorganisatie VSOA, zijn we weer in de mogelijkheid om een mooi
bedrag te schenken aan onze peterinstelling “De Schans” te Heusden-Zolder. Bedankt voor jullie deelname en sponsoring en hopelijk kunnen we volgend jaar weer massaal op jullie rekenen. Adjt Peter Jaenen, Welfare CBOS Noord
defensie V S OA
10
ARGUMENT · JUNI 2013
VSOA-Defensie ijvert voor behoud cumulregeling gepensioneerde militairen! Op dit ogenblik ligt een wetsontwerp op tafel dat de regeling van de cumulatie van pensioenen van de overheidssector met inkomsten van een beroepsactiviteit wijzigt. Deze hervorming geeft uitvoering aan de passage in het regeerakkoord over “Vrijwillig werken na de pensioenleeftijd”. Het voorontwerp van wet voorziet dat gepensioneerden die ouder zijn dan 65 en een loopbaan van 42 jaar kunnen voorleggen, en hun rustpensioen onbeperkt kunnen cumuleren met inkomsten uit een professionele activiteit. Gelijktijdig met deze maatregel stelde minister van Pensioenen Alexander De Croo de opheffing voor van de uitzonderingsmaatregel voor militairen. VSOA-Defensie is het daar niet mee eens.
Huidige regeling Momenteel mag de wegens leeftijdsgrens gepensioneerde militair (onder de leeftijd van 65 jaar) een bijkomend inkomen van 21.436,50 euro (bruto per jaar) verdienen als werknemer zonder dat er aan zijn of haar pensioen wordt geraakt. Mèt kinderlast is de grens vastgesteld op 26.075,00 euro. Dit is een uitzondering op de regel want andere statutaire personeelsleden van de overheidssector die met pensioen gaan vòòr de leeftijd van 65 jaar, met inbegrip van de militairen die op eigen aanvraag of wegens lichamelijke ongeschiktheid worden gepensioneerd, mogen slechts 7.421,57 euro bijverdienen (11.132,37 euro in geval van kinderlast). Vanaf 65 jaar mogen zij dan ook meer bijverdienen. Met de huidige regeling behoudt een wegens leeftijdsgrens gepensioneerde militair bij overschrijding van de voormelde bedragen altijd minstens 80 procent van het brutopensioen (90 procent als de militair onvoldoende dienstjaren heeft om het maximum pensioen te bereiken). Voor alle andere gepensioneerde statutaire personeelsleden van de overheidssector zal het pensioen volledig worden geschorst gedurende een volledig kalenderjaar als het bijkomend inkomen de voormelde bedragen met 15 procent of meer overschrijdt. Beperking De bedoeling van de federale regering is nu om deze gunstige maatregel voor militairen af te schaffen. De toekomstige gepensioneerde militair zal dan slechts 7.570 euro per jaar (11.355,02 euro in geval van kinderlast) mogen bijverdienen zonder verlies te lijden van zijn militair pensioen en dit tot de leeftijd van 65
< 65 jaar zonder kinderlast < 65 jaar (medische ongeschiktheid en op aanvraag) zonder kinderlast < 65 jaar met kinderlast < 65 jaar (medische ongeschiktheid en op aanvraag) met kinderlast > 65 jaar zonder / met kinderlast > 65 jaar (42 loopbaanjaren)
HUIDIGE REGELING (EURO) / JAAR 21.436,50
VOORSTEL REGERING (EURO) / JAAR 7.570
7.421,57 26.075,00
11355,02
11.132,37 21.436,50 / 26.075,00
jaar. Vanaf 65 jaar zal er een hogere beroepsinkomensgrens gelden. Bovendien zal het pensioen volledig worden geschorst als deze inkomensgrenzen met 25 procent of meer worden overschreden en dit voor een volledig kalenderjaar. Diegenen die 42 loopbaanjaren tellen in de openbare en privésector samen,- zullen onbeperkt mogen bijverdienen boven de 65 jaar. Maar ook deze regel is voor de meeste militairen niet weggelegd rekening houdend met de vroegtijdige pensioengrens.
Standpunt VSOA-Defensie Deze uitzonderingsregel is in het verleden niet zomaar tot stand gekomen. Men mag immers niet uit het oog verliezen dat vele militairen eerst een aantal jaar in de privésector werken vooraleer tot Defensie toe te treden. Militairen die op latere leeftijd bij het leger starten, kunnen in de huidige regeling een extraatje bijverdienen om hun pensioen bij te passen tot ze recht hebben op het pensioen voor hun loopbaan in de privésector (vanaf 2016 in de regel ten vroegste vanaf 62 jaar). We verwijzen ook naar de vele militairen die sinds een aantal maanden of enkele jaren ingestapt zijn in het systeem van vrijwillige opschorting van de prestaties (VOP) op maximum vijf jaar van de pensioenleeftijd en met behoud van 75% van de wedde. Voor velen een aanlokkelijk systeem op voorstel van het Departement Defensie met de mogelijkheid om 21.436,50 euro bruto
21.865,23 / 26.596,50 Onbeperkt
per jaar bij te verdienen. De laatste plaatsen VOP werden opengesteld in 2012. Dit betekent dat ook zij zullen slachtoffer worden indien deze nieuwe maatregel van kracht wordt in 2014. Tijdens de technische vergadering heeft VSOA-Defensie bij de vertegenwoordigers van de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) gepleit voor het behoud van de huidige regeling van de cumul, waarbij de militairen actueel van een uitzonderingsregeling genieten. De vertegenwoordiging van VSOA-Defensie heeft dit standpunt eveneens verdedigd tijdens de bijeenkomst van het Comité A door een niet-akkoord te verlenen aan de voorgestelde wijzigingen. Tijdens de officiële onderhandelingen hebben de overige vakbonden dit standpunt gevolgd waardoor een gemeenschappelijk negatief standpunt werd ingenomen. Hierdoor zal de minister van Pensioenen de teksten voor een tweede lezing voorleggen aan de ministerraad.
LAST MINUTE INFO Bij het ter perse gaan van Argument vernemen we dat de ministerraad op 24 mei akte nam van het protocol van het Onderhandelingscomité en besliste om de bestaande cumulregeling voor militairen die ambtshalve op pensioen worden gesteld, te verlengen. Dit betekent dat de uitzonderingsregel wordt behouden. Goed nieuws dus.
BO ZAR EX PO
GIORGIO
MORANDI Retrospective 07.06 > 22.09.2013 Giorgio Morandi, Natura morta, 1936
Op vertoon van de VSOA-lidkaart, genieten de VSOA-leden een korting van 15 %
de post V S OA
12
ARGUMENT · JUNI 2013
De balans van 10 jaar bpost (2)
Twee belangrijke CAO’s in een jaar Ruim 10 jaar geleden nam Johnny Thijs het roer over van De Post, nu Bpost. In een reeks artikels blikken wij hierop terug en maken wij een balans op. In dit nummer: deel 2 2005 : een scharnierjaar We pikken onmiddellijk aan bij de gebeurtenissen van eind 2004 in ons tweede deel over ‘10 jaar Johnny Thijs als CEO van Bpost’. In het paritair comité van januari 2005 werd de overeenkomst over de uitvoering van het raamakkoord 2001-2004 bekrachtigd met 3 extra vakantiedagen als compensatie voor de nietuitgevoerde arbeidsduurvermindering, de invoering van pensioenverlofsparen en een verhoging van het vakantiegeld.
Belangrijke CAO Negen maanden later, in september 2005 werd een nieuwe CAO gesloten voor 2005 en 2006. Het was een belangrijke CAO met goede en mindere punten. Er was een koopkrachtverhoging onder de vorm van o.a. cadeaucheques en van de participatie in de winst gekoppeld aan het presenteïsme, de garantie op volledige prestaties of voltijds loon, geen naakte ontslagen en de introductie van de einde loopbaanregeling voor werknemers vanaf 50 jaar. Een eerste stap naar een waardige eindeloopbaanregeling. Vandaag - slechts 8 jaar later, en met een verhoging van de pensioenleeftijd in zicht - is de afbouw van deze maatregelen door de Overheid volop aan de gang. Het was ook de CAO waarin een eerste beperking van het aantal ziektedagen tot 300 dagen werd ingevoerd, maar wel met de garantie dat daarmee de statutaire verworvenheden zouden gevrijwaard blijven. Het bedrijf heeft die garantie intussen al meermaals gebroken, zodat we vandaag nog maximaal 63 ziektedagen voor de statutairen overhouden. Het was ook de CAO waarin belangrijke stappen richting functieclassificatie werden opgenomen. Eén maand nadien, in oktober 2005 ondertekende De Post een akkoord met de Deense
Post en de Britse investeringsmaatschappij CVC Capital, waarbij de nieuwe partners de helft van de aandelen van De Post in handen kregen, en een flink jaarlijks divident uitbetaald kregen. Om ons een gedacht te geven over wat ons te wachten stond zijn wij gaan kijken naar het Deense postmodel en hebben wij daar moeten vaststellen dat zij op sommige punten ver vooruit waren ten opzichte van de Belgische post, maar zeker niet in alles.
Het meest opmerkelijke was de zeer verregaande automatisering in de sorteercentra. . Personeel was er al vervangen door robots. Het dragen van lasten werd op die manier in het sorteercentrum tot bijna nihil herleid.
In 2005 ondertekende De Post een akkoord met de Deense Post en de Britse investeringsmaatschappij CVC Capital.
Hun sorteermachines spraken tot de verbeelding alsook hun uitgebreide database van alle inwoners van het land. De videocodeerders zaten er niet opgesloten in donkere bunkers maar in heldere ruimtes met grote ramen waardoor het daglicht vrij spel had. Wat het beheer van ingeschreven zendingen betrof, stonden wij dan weer veel verder dan de Denen. Onze PDT (scanner) liet een betere opvolging van de zendingen toe. In Denemarken werden de ingeschreven zendingen nog altijd op lijsten geschreven.
de post ARGUMENT · JUNI 2013
Het bleven opgelegde nummertjes van boven af, die de efficiëntie in veel gevallen wel ten goede kwamen, maar niet altijd even realistisch waren. Dat is één van de redenen van de onevenwichten in de organisaties.
Door de kapitaalsverhoging waartoe De Post toelating had gekregen konden deze nieuwe partners hun intrede doen en kreeg De Post zuurstof om de geplande modernisering door te voeren zonder tot het uiterste te moeten gaan. De Deense Post is intussen met een leuke bonus van het toneel verdwenen en vandaag staat CVC te trappelen om een deel van haar aandelen op de beurs te verkopen. Ook voor hen heeft dit avontuur geen windeieren gelegd.
Postpunten en Georoute Voor De Post zelf was 2005 het jaar van de verdere invoering van postpunten en de systematische sluiting van de postkantoren. Er was de introductie van nieuwe producten zoals bankverzekeringsproducten en een samenwerking met E-bay. Ook de inklaring werd afgeschaft en ondergebracht bij ABX. Intussen is ook die belangrijke tak voor het internationaal postverkeer terug binnen Bpost ondergebracht. In de uitreiking werd met Georoute II verder gebouwd op het al mank lopende Georoute I, zonder de problemen die zich stelden eerst weg te werken. Het leidde tot nog meer ongelijkheden en de kritiek op de verschillen in de diensten nam alleen maar toe. Naar de klant toe verminderde het aantal rode bussen drastisch. In sommige gevallen met veel protest van de omwonenden. De sluiting van kantoren, de veranderingen in de uitreiking, het afschaffen van een groot aantal rode brievenbussen, … het waren zaken die ook meer en meer kritiek opwekten bij de klanten. Johnny Thijs voelde nattigheid, en deed iets uniek : hij stuurde dat jaar een brief aan alle klanten van De Post om hen geduld en begrip te vragen voor de hervormingen die het bedrijf onderging.
Minder personeel Hij kon opnieuw een positief bedrijfsresultaat voorleggen : de geconsolideerde winst na belasting bedroeg 154,6 miljoen euro. Maar de prijs daarvoor was niet te onderschatten.
Het personeelsbestand bleef immers verder dalen. Eind 2005 waren er nog 36.026 voltijdse eenheden (= een begrip dat gebruikt wordt in de jaarverslagen die Bpost jaarlijks opstelt.) Een daling met maar liefst 2250 voltijdse equivalenten.
Nieuwe sorteercentra Maar er was meer dat jaar. De nieuwe sorteercentra met transportgarages raakten in een record tempo voltooid zodat Gent X en Charleroi X reeds half 2006 operationeel waren, gevolgd door Antwerpen X en Luik X later op het jaar. Brussel X kreeg geen nieuwe locatie maar werd eveneens grondig geherstructureerd maar was pas volledig klaar het jaar nadien. Kort daarop begon het bedrijf met de opstart van de sequencing. Deze automatische sortering luidde meteen ook de verdere afbouw van de nachtsorteerders in de kantoren in.
« Alles verandert behalve de brief” was de slogan in 2006 » 2006 : Jaar van REFOCUS “Alles verandert behalve de brief” was de slogan in 2006, en dat hebben we geweten ! Met de komst van de Deense Post als medeaandeelhouder werd al snel gekeken naar mogelijkheden om sommige van hun systemen ook hier te introduceren. Het eerste was het TIC-project dat bij ons ingang vond onder de vorm van STAR. Het project in Denemarken was gebaseerd op het “Lean en Kaysen”-model waarbij de vernieuwing van onder uit doorgevoerd werd en men een totale betrokkenheid van het personeel nastreefde. Wie anders dan de mensen die dagelijks het werk moeten uitvoeren, zijn bekwaam om goede verbeteringen aan te brengen aan de uitvoeringsprocedures ? De beste, meest efficiënte procedures werden dan veralgemeend toegepast en opnieuw getoetst. Op die wijze werd de verandering, zegge verbetering, van de procedures, een “never ending story”. Waar men geen rekening mee gehouden heeft is dat men in Denemarken een evaluatiesysteem hanteerde dat zowel van de top naar beneden plaatsvond als van beneden naar de top. De operationele vergaderingen waren geen éénrichtingsverkeer, maar een echte dialoog tussen chef en ondergeschikte. De Post heeft de idee van verandering over genomen, maar is er nooit in geslaagd om die totale betrokkenheid van het voltallige personeel te realiseren.
Het dossier Refocus bracht de grote splitsing tussen Mail en Retail tot in het kleinste dorpje van het land, en betekende het begin van het einde van het oude concept van een postkantoor. Het dossier ging terug tot de jaren 90, sleepte eerst nog 10 jaar aan, om het dan slecht uitgewerkt en te overhaast door te voeren. Wat dat laatste betreft is er bij De Post – of Bpost – nog niet bijster veel veranderd. Refocus was een omvangrijk project dat vooral bij onze bedienden voor heel wat spanning en onzekerheid heeft gezorgd dat jaar. Er kwamen aanzienlijk meer promotiekansen voor het personeel, maar de situaties waarbij elk kantoor plots twee chefs kreeg was niet altijd even eenvoudig, en niet houdbaar op lange termijn. Kort na de fysieke splitsing kwamen ook de eerste problemen ervan al naar boven. De organisaties bij Mail en Retail waren niet altijd even goed op mekaar afgesteld hetgeen voor onbegrip en wrevel zorgde bij zowel het personeel als bij de klanten van het bedrijf. >>>
13
VSOA
de post V S OA
14
ARGUMENT · JUNI 2013
Retail moest voortaan op eigen benen staan, en zocht verder naar nieuwe producten en diensten die konden aangeboden worden. Western Union is zo’n nieuwe product, en bleek een schot in de roos. Onder het mom de klanten beter en sneller te bedienen werden de postkantoren verder gemoderniseerd, gingen de kantoren zelf werken in een “ster”-structuur en werd een principe van maximale wachttijd van 5 minuten per klant ingevoerd. Dit stond echter in schril contrast met de verdere afbouw van het kantorennetwerk en het personeel, waardoor de klanten systematisch doorverwezen werden naar postpunten. Bij Mail kwam de zoveelste release van Georoute. Ongeveer 400 van de 500 uitreikingskantoren kregen dat jaar met een reorganisatie te maken. Een nieuw product dat gelanceerd werd was Publipack, een concept dat in Denemarken perfect liep en tot op de dag van vandaag ook in Zweden nog altijd gangbaar is. Bij ons is het anders verlopen. Een – alweer - overhaaste start, het niet kunnen houden van het volledige verwerkingsproces in eigen handen en de onaangepaste organisaties hebben ertoe geleid dat dit project vrij snel opnieuw werd afgevoerd. Vandaag staat men klaar om een nieuwe poging te doen. Laten we hopen dat het beter is voorbereid en vooral dat de nodige middelen en mankracht zullen ingezet worden om dit belangrijk segment van het postproduct in onze handen te houden.
Goedkope werkkrachten In 2006 werd ook nog veel werk doorgeschoven naar de filialen. De angst voor de opening van de markt - toen vastgelegd op 1 januari 2009 - en daarbij de komst van goedkope werkkrachten leefde toen zeer sterk en leidde ertoe dat De Post nogal gemakkelijk haar toevlucht zocht naar interims en contracten van bepaalde duur. Het is ook in dat jaar dat de zogenaamde BEO-contracten, of beroepservaringsovereenkomsten werden ingevoerd: contracten van telkens 6 maanden waardoor men gemakkelijk een einde kon stellen aan de overeenkomst ingeval van reorganisatie. De Post nam ook voor sommige taken haar toevlucht tot bedrijven die met goedkopere werkkrachten en nepstatuten werkten. (deltamedia, eurosprinters…). Later hebben wij samen met De Post strijd gevoerd voor een “social level playing field” om werken met schijnzelfstandigen uit te sluiten uit de postsector.
Johnny Thijs had steeds de mond vol over de kwaliteit, maar wij stelden in die tijd al vast dat er wat schortte met de wijze waarop die kwaliteit gemeten werd en vooral hoe die kwaliteit niet altijd werd gehaald bij gebrek aan voldoende opgeleid personeel. De man in de straat was zeker niet overtuigd van die stijgende kwaliteit. Meermaals heeft het VSOA toen al benadrukt dat De Post een pracht van een bedrijf is, met heel wat mogelijkheden dank zij haar fijnmazige structuur en bekwame uitvoerders. Maar door het steeds verder uithollen van het statuut en het steeds meer een beroep doen op externen dreigde de kennis en vooral de betrokkenheid en trouw van het personeel aan het bedrijf verloren te gaan. Het personeelsbestand bleef verder teruglopen. Het aantal VTE op het einde van het jaar bedroeg 35.207. Al was die daling kleiner, toch betekende dat weer een vermindering van 819 VTE. Ook de winst was kleiner dan het jaar voordien (96,1 miljoen euro), deels door het feit dat De Post vanaf 2006 ook vennootschapsbelastingen verschuldigd was. Maar dat de winst samenviel met de afbouw van het personeel was de voorbije jaren wel heel erg duidelijk.
OMER TITS VAART DE HAVEN BINNEN ! Na een rijk gevulde loopbaan bij zowel bpost als de vakbond heeft Omer Tits de fakkel van sectorafgevaargde Limburg op 1 januari 2013 doorgegeven aan Jill Putzeys en voortaan gaat hij genieten van een welverdiende rust. Omer begon zijn loopbaan in 1972 als tijdelijk schrijver bij de NMBS, maar ruilde al vlug de sporen voor De Post. Jarenlang was Omer actief op DRP Leuven, waar hij al snel fungeerde als belangrijke bron van informatie voor het VSOA. In 1990 werd hij afgevaardigde voor het VSOA. Vier jaar later, op 18 april 1994, werd hij na kort aandringen met de nodige gesprekken aangesteld als sectorafgevaardigde voor Limburg. Sindsdien kennen we Omer als een diplomatische maar kordate voorvechter voor het personeel. Als Omer een kantoor binnenkwam, dan was dat niet met “legerbottines” maar met een vriendelijke handdruk voor iedereen.
Hij was de man van de dialoog maar indien dit niet het verhoopte resultaat gaf was het een te duchten tegenstander. Zijn tussenkomsten zijn niet meer bij te houden en mensen helpen was, en is nog steeds zijn leven. Omer was ook een echte “dossiervreter”. Als Omer zich vastbeet in een dossier liet hij dat niet meer los. De toenmalige tijdpotentiëlen waren daar een sprekend voorbeeld van. Zijn echtgenote Lutgarde kan ervan meespreken ! Tot een stuk in de nacht vlooide Omer zowat alles uit, maar wel vaak met een positief resultaat voor het personeel. Omer heeft veel mensen geholpen met hun vragen, hun professionele en andere problemen en niet zelden zorgde hij ervoor dat iemand aan het einde van de loopbaan nog veilig de haven kon bereiken. Vandaag is het aan Omer om die haven binnen te varen.
Omer, van harte bedankt voor je jarenlange tomeloze inzet. Geniet van je welverdiende rust !
fgga Federale, Gemeenschaps- en Gewestadministraties ARGUMENT · JUNI 2013
Het veiligheidskorps
Noch vis noch vlees In 2012, naar aanleiding van twee ontsnappingen bij de overbrenging van aangehouden personen, kwam het veiligheidskorps in het vizier. Niettegenstaande men dacht dat de verantwoordelijkheid bij het veiligheidskorps lag, was het de federale politie die het transport verzorgde. Om alle misverstanden uit de weg te gaan, wil ik toch even uitleggen wie en wat het veiligheidskorps vertegenwoordigt. Het veiligheidskorps werd opgericht in 2003 en is een onderdeel van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de FOD Justitie. De veiligheidsbeambten van dit korps moeten de politiediensten ontheffen van de taken die strikt genomen geen politietaken zijn, zoals het overbrengen van gedetineerden en het handhaven van de orde in hoven en rechtbanken.
Opdrachten 3 Het handhaven van de orde in de hoven en rechtbanken en andere
3 3 3 3
3
3 3 3 3
3
plaatsen waar een magistraat of een lid van het openbaar ministerie zijn ambt uitoefent; Het bewaken van gevangenen bij hun verschijning voor een hof of rechtbank; Het overbrengen en bewaken van gevangenen tussen de gevangenissen en de hoven en rechtbanken; Het overbrengen en bewaken van gevangenen tussen de gevangenissen; Het overbrengen en bewaken van personen die illegaal in het land verblijven naar een gesloten centrum of naar een grens voor hun verwijdering uit het land; Het overbrengen en bewaken van vreemdelingen vanuit een gevangenis naar een gesloten centrum of naar een grens voor hun verwijdering uit het land; Het overbrengen en bewaken van minderjarigen naar en tussen specifieke instellingen (op verzoek van de gerechtelijke overheden); Het uithalen en bewaken van gevangenen uit de gevangenissen voor medische en humanitaire redenen; Het overbrengen en bewaken van geïnterneerden naar de private instellingen of inrichtingen tot bescherming van de maatschappij; Het uithalen en bewaken van gevangenen die overgedragen worden aan vreemde autoriteiten en het in ontvangst nemen van gevangenen die aan de Belgische autoriteiten worden overgedragen; Het overbrengen van gerechtelijke dossiers tussen de gevangenissen en de hoven en rechtbanken, zodat de gevangenen hun wettelijk inzagerecht kunnen uitoefenen.
Rudi Steemans, Ralph Eich, Peter Vervoort, Michael Smitkov, Cedric Ferrin, Olivier Dufour, Alexandre Lejeune en Peter De Bruyker. Afwezig: Jean-Pierre Leclerq, Azeddine Nabli, Alain Vander Cammen en Chris Vander Scheuren.
De politie moet zorgen voor bescherming: zij moet de nodige maatregelen nemen zodat er geen ontsnappingen met hulp van buitenaf kunnen plaatsvinden. Er staat dus nergens vermeld dat de veiligheidsbeambten in opdracht van een onderzoeksrechter, aangehoudenen moeten overbrengen naar een gevangenis. Dit is zuiver een taak voor de politie. Het is voor ons duidelijk dat de overheid werk moet maken van verschillende punten zowel in de structuur van het veiligheidskorps, als het opmaken van een degelijk statuut voor alle mensen bij het veiligheidskorps. Johan Peeters Federaal secretaris Justitie VSOA-FGGA
Bewaking Bij het uitoefenen van deze taken moeten de veiligheidsbeambten zorgen voor de bewaking: zij moeten beletten dat de personen die zij begeleiden, ontsnappen.
Cédric Ferrin Voorzitter Veiligheidskorps VSOA-FGGA
15
VSOA
fgga V S OA
16
Federale, Gemeenschaps- en Gewestadministraties ARGUMENT · JUNI 2013
FOD MOBILITEIT EN VERVOER U kent wellicht de dienst DIV (Dienst inschrijving voertuigen). Dit zijn de mensen die zorgen voor de nummerplaat op onze wagen, moto, mobilhome, vrachtwagen, enz. In één woord “Wegverkeer”. Andere opvolgingen gebeuren bij rijbewijzen, vervoer van goederen en personen, voertuigen en onderdelen.
Het technisch comité van het VSOA FOD Mobiliteit en Vervoer: van links naar rechts: Lennert Mervilde (ondervoorzitter), Ronny Vanden Hende (secretaris), Geert Vereecken (penningmeester), Werner Vanderstraeten (voorzitter), Patrick Van Lancker en Jean-Jacques Fouquet.
WEGVERKEER rijbewijzen, inschrijvingen voertuigen, goederenvervoer, personenvervoer, voertuigen en onderdelen.
SCHEEPVAART pleziervaart, binnenvaart, visserij, koopvaardij en Europees maritiem beleid.
LUCHTVAART vergunningen, luchtvaartuigen, luchthavens en terreinen, commerciële exploitaties, beveiliging.
SPOORWEGVERKEER reizigers, professionals, spoorwegoverheden en beheerscontracten.
COMITÉ JUSTITIE SECTOR III Bij de voorstelling van ons comité Justitie zou ik eerst graag een dankwoord willen richten aan Jan Heuker die zich jaren heeft ingezet als voorzitter van het Comité Justitie. Sinds enkele maanden heeft Jan zijn functie bij het hoofdbestuur ingeruild voor een taak op de Griffie van de gevangenis te Gent. Wij wensen hem bij deze veel succes bij het uitvoeren van zijn nieuwe taak.
Van links naar rechts: M. Jottard Francoise, Ferrin Cedric, Brissa Christian, Geamanu Niculae, Peeters Johan, de Smedt Eddy, Philippe Christian, Samyn Nele, Delbecq Caroline, Charles Guy en De Sadeleer Stephaan. Waren afwezig: Bral Alex, Collin Jonathan, Gatez Doris, Genesse Laurence en Sablon Catherine.
Op een vorige vergadering van het comité Justitie werd een nieuw bestuur verkozen. Bij algemeenheid van stemmen werd Eddy De Smedt verkozen tot nieuwe voorzitter van het Technisch Comité. Eddy werkt sinds enkele jaren bij de centrale administratie en heeft al meermaals zijn steentje bijgedragen tot de ondersteuning van onze leden bij allerhande tussenkomsten. Christian Brissa is verkozen als nieuwe ondervoorzitter. Christian is tewerkgesteld bij ICT Justitie. De taak van coördinator zal opgenomen worden door Niculae Geamanu die op dit moment de permanentiedienst van VSOA Justitie waarneemt op maandag, dinsdag en donderdag.
Onze rechtstreekse nummers : Permanentiedienst : 02 250 54 77; Johan Peeters, Federaal secretaris : 02 274 26 17 of 0474 09 48 76. Johan Peeters,
Johan Peeters
Federaal secretaris VSOA-FGGA
Federaal secretaris VSOA-FGGA
COMITÉ AIRPORT ZAVENTEM Op woensdag 27 maart vond het eerste ACLVB Airport Comité plaats. Het Airport Comité zorgt voor contact en informatie-uitwisseling tussen werknemersafgevaardigden uit verschillende sectoren : grondafhandeling, luchtvaartmaatschappijen, catering, horeca, schoonmaak, luchtverkeersleiding, politie, enz. ACLVB behaalde bij de laatste sociale verkiezingen 28 % van de stemmen op de luchthaven van Zaventem. Dertig afgevaardigden kwamen samen rond het thema "uitzendarbeid op de luchthaven". Na een korte vorming werden ervaringen uitgewisseld. De luchthaven vormt één geheel waar heel wat sectoren niet los van elkaar kunnen bestaan. Problemen in het ene bedrijf hebben altijd gevolgen in een ander bedrijf.
Bedrijfsoverschrijdend overleg en syndicale samenwerking zijn het ideale recept om tot oplossingen te komen en zo de collega's nog beter te beschermen. ACLVB Airport Comité zal tweemaal per jaar samenkomen. Behalve ACLVB maakt ook het VSOA en dit middels de verkeersleiders van Belgocontrol, deel uit van dit Airportcomité. De contactpersoon voor het VSOA is Rudy Tourlamain, federaal secretaris voor de groep FGGA en permanent vertegenwoordiger voor Belgocontrol. U kunt hem contacteren op het nummer 0476 48 46 70 of op het e-mailadres
[email protected]
fgga Federale, Gemeenschaps- en Gewestadministraties ARGUMENT · JUNI 2013
17
VSOA
12 juni 2013
Europese actiedag voor het personeel van de luchtverkeersdiensten Onder druk van vooral de luchtvaartmaatschappijen om de kostprijs van luchtverkeersdienstverleners (zoals Belgocontrol) steeds verder te verlagen werkt de Europese Commissie aan nieuwe voorstellen (het zogenaamde SES2plus pakket) alsook aan verdere performantie- en kostprijsregulering voor de periode 2015-2019 (gekend als referentieperiode 2 of RP2).
Belgocontrol worden opgelegd een rechtstreeks gevolg van beslissingen die op het Europese niveau werden genomen. Daarom roept de Europese vakbond van de transportsector woensdag 12 juni 2013 uit tot Europese actiedag voor het personeel van de luchtverkeersdiensten.
De Europese Commissie streeft in zijn nieuwe voorstellen o.a. andermaal naar ambitieuze kostprijsverlagingen bij de luchtverkeersdienstverleners, het vergroten van de macht van de Europese Commissie door de zogenaamde “top-down” aanpak zodat men zonder inspraak van de lidstaten eisen kan opleggen aan de luchtverkeersleiding, het vergroten van de zeggenschap van luchtruimgebruikers (lees luchtvaartmaatschappijen) in het beleid van de luchtverkeersdienstverleners en het uitbesteden/liberaliseren van Communicatie, Navigatie, Surveillance, Meteorologie, AIS en opleiding.
Het VSOA en het ACOD steunen dit initiatief door de luchtverkeersleiders van Brussel-Nationaal en van de regionale luchthavens op te roepen om tussen 9u en 17u stiptheidsacties te voeren door strikt te werken volgens het boekje. De andere beroepsgroepen roepen wij op om vanaf 9u post te vatten aan de ingang van Belgocontrol. Wij willen deze gelegenheid eveneens aangrijpen om het structurele financiële tekort aan te klagen dat Belgocontrol nog altijd moet ondergaan omwille van politieke akkoorden uit het verleden.
Dat deze voorstellen ten koste zullen gaan van de werkgelegenheid, werkomstandigheden en lonen van het personeel van Belgocontrol hoeft geen betoog. In tegenstelling tot wat velen misschien denken is Europa niet langer een “ver van mijn bed” aangelegenheid. Zo is de kostprijsverlaging van 3,5% die Belgocontrol jaarlijks moet halen in 2012-2014 (RP1) alsook de talrijke verplichtingen die door de B.S.A. aan
Mogen wij op u rekenen? Dit moet u niet doen voor ons, maar voor uzelf! Rudy Tourlamain. Federaal secretaris VSOA-FGGA
BELANGRIJKE MEDEDELING Aansluitend op het bovenstaande artikel, maar wel losstaand van de ETF-actie, willen wij wel benadrukken dat het VSOA geen paniekreactie wenst te creëren door onze collega’s werknemers om de oren te slaan met cijfers van het aantal banen dat op de tocht zal komen te staan. Niet dat we, wat er ons eventueel zou kunnen te wachten staan, willen minimaliseren, wel integendeel, maar momenteel is er nog niets echt concreet. Dat wil echter niet zeggen dat we blind mogen zijn voor deze hypothesen en juist daarom willen we benadrukken dat het nodig is dat, zoals het VSOA onlangs gevraagd heeft, de sociale dialoog over de herstructurering opnieuw opgestart wordt. Het is wel zo dat alleen die diensten die echt performant zijn, binnen Europa zullen kunnen overleven en daarom is het nodig dat we opnieuw rond de tafel gaan zitten, om uit te maken waarin Belgocontrol performant is en hoe dit kan geoptimaliseerd worden. Belangrijk daarbij is dat we er moeten op toezien dat er geen slachtoffers zullen vallen bij het huidig personeelsbestand en dat er voorzien wordt in opleidingen om daar waar nodig sommigen te kunnen heroriënteren om zo naar de toekomst toe de juiste persoon op de juiste job te kunnen inschakelen. En volgens ons kan dit alleen bekomen worden via de weg van gezond overleg en realistisch onderhandelen. We zijn er van overtuigd dat de directie eveneens deze weg wil bewandelen. Rudy Tourlamain Federaal secretaris VSOA-FGGA
belgacom V S OA
18
ARGUMENT · JUNI 2013
Homeworking, een nieuwe manier van werken Thuiswerk, beter bekend onder de naam ‘homeworking’, kan beschouwd worden als een winwin-situatie die voordelen biedt zowel voor de werknemer als voor de werkgever. Het verhogen van de kwaliteit en efficiëntie van de werkomgeving zal ongetwijfeld een positief effect hebben op de prestaties van onze medewerkers en hen helpen om zo goed mogelijk om te gaan met de transformatie die ons bedrijf doormaakt. Voor wie? Om te bepalen of een medewerker thuis kan werken, wordt rekening gehouden met functie gebonden criteria, persoonsgebonden kenmerken, de technische uitrusting en de omgevingsfactoren van de thuiswerkplek. Zo komen medewerkers met een functie van niveau 1 (en Sales equivalenten V1, V2, V3) momenteel in aanmerking voor thuiswerk, met uitzondering van: 1XBUI320 (Facilities Officer), SXMGT210 (Retail Sales Team Manager), SXMGT321 (Sales Team Coordinator), SXRSA320 (Retail Sales Expert). Van zodra de prioriteitenfiche voor de 2b-functie duidelijke en meetbare doelstellingen bevat kunnen 2b-functies eveneens deel uitmaken van de doelgroep. De nieuwe prioriteitenfiches voor de medewerkers 2B/M4 zullen uitgewerkt worden om tijdens de evaluatiecyclus 2013 toegepast te worden (uiterlijk februari 2013). Medewerkers met een functie die in aanmerking komen voor thuiswerk kunnen op vrijwillige basis een verzoek indienen bij hun N+1 om thuiswerk te verrichten. Een goedkeuring van de N+1 wordt bekrachtigd door de ondertekening van een overeenkomst voor thuiswerk (onbepaalde duur, proefperiode zes maanden).
In geval van weigering door de N+1 wordt er een beroepsprocedure voorzien bij de N+2. Het geheel van arbeidsprestaties verricht in het kader van thuiswerk en telewerken in een satellietkantoor mag op wekelijkse basis niet hoger zijn dan 40% van de arbeidstijd.
Rechten en plichten Thuiswerk kan enkel verricht worden op activiteitsdagen in het uurrooster van de thuiswerker en kan op zich geen aanleiding geven tot een verhoging noch tot een vermindering van de arbeidsduur. Indien een medewerker, met een overeenkomst voor thuiswerk, van thuis uit wenst te werken, dan dient hij elke keer vooraf een goedkeuring te vragen aan zijn N+1 (“Kalender uitnodiging in Outlook” + “Thuiswerk registratie” via e-absences). De geldende arbeidsduurregeling geldt als richtlijn voor het bepalen van de tijdstippen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties thuis zal uitvoeren. Een medewerker met een glijdende arbeidsduurregeling die van thuis werkt, moet in ieder geval ten minste bereikbaar zijn tussen 9u30 en 12u en tussen 14u en 16u (zonder glijdende arbeidsduurregeling tussen het
begin- en einduur van de voorziene vacatie op de werkplaats). Een medewerker die van thuis werkt moet op elk moment aangeven van op welke locatie hij werkt via de communicatiemiddelen die Belgacom ter beschikking stelt (MS Lync, Outlook) en moet zijn Outlook Kalender en zijn professionele contact gegevens (telefoon- en GSM-nummer) openstellen voor alle collega’s. Homeworking kan ook gebeuren vanaf een tweede verblijfplaats in België, maar zonder bijkomende technische installatie of bijkomende financiële tussenkomst van Belgacom. Alle reglementen en policies blijven van toepassing in geval van thuiswerk. Voor het thuiswerken zelf zal er een reglement worden gemaakt dat onder meer de exhaustieve lijst van de functies die niet mogen thuiswerken, zal bevatten en waarin zal gestipuleerd worden dat mensen die niet kunnen thuiswerken wel voorrang krijgen voor het reserveren van een werkpost voor satelietwerken. Uit de overeenkomst voor thuiswerk vloeit geen absoluut recht op het verrichten van thuiswerk voort. De thuiswerker kan evenmin verplicht worden om thuiswerk te verrichten.
belgacom ARGUMENT · JUNI 2013
Diverse bepalingen Het verrichten van thuiswerk op zich heeft geen enkele invloed op de verloning en kan dus geen aanleiding geven tot de toekenning van enige bijkomende premie, toelage of vergoeding. Thuiswerk heeft evenmin invloed op de berekening van het aantal maaltijdcheques waarop de medewerker die van thuis werkt recht heeft. Elk ongeval dat een medewerker overkomt tijdens en door het feit van de uitvoering van arbeidsprestaties in het kader van thuiswerk, en dat een letsel veroorzaakt, wordt als een arbeidsongeval beschouwd, en is bijgevolg gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. Belgacom kan de overeenkomst voor thuiswerk unilateraal schorsen na vaststelling door de interne preventiedienst van Belgacom dat de werkpost en/of de ruimte in de woning van de medewerker waarin het thuiswerk wordt verricht niet voldoet aan de voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne (wet van 4 augustus 1986 betreffende het welzijn van de werknemers).
Ondersteuning Belgacom stelt op aanvraag het volgende materiaal ter beschikking van de thuiswerker: 3 Een draagbare computer 3 Een support voor de draagbare computer 3 Een extra klavier 3 Een PC-muis 3 Een Bluetooth koptelefoon 3 Een Secure-id De medewerker die van thuis werkt kan een beroep doen op de diensten van de IT helpdesk van Belgacom wanneer hij bij het verrichten van zijn thuiswerk met computer gebonden problemen wordt geconfronteerd.
Opleiding Voor alle medewerkers wordt een webinar en e-learning module ontwikkeld die dieper zal ingaan op onder andere de Homeworking Policy, computer- en dataveiligheid, veiligheid en gezondheid en nieuwe communicatiemiddelen. Daarnaast worden ook klassikale leersessies georganiseerd waarbij dieper
19
VSOA
ingegaan wordt op onder andere de nieuwe manier van samenwerken, hoe zichzelf organiseren in die nieuwe context, tijdsbeheer, het opstellen van duidelijke en meetbare doelstellingen. Voor teamleaders zullen leersessies georganiseerd worden onder de benaming “de kunst van leidinggeven op afstand”. In deze sessies worden onder meer volgende aspecten behandeld: 3 Efficiënte relaties opbouwen met thuiswerkers; 3 Duidelijk communiceren met nieuwe communicatiemiddelen en –technologieën; 3 Opstellen en opvolgen van duidelijke en meetbare doelstellingen; 3 Coachen vanop afstand.
Implementatie en evaluatie Om tijdig te kunnen anticiperen op mogelijke risico’s of problemen, door middel van specifieke communicaties, opleidingen of aanpassingen aan de Homeworking Policy, zal de implementatie op een gefaseerde wijze gebeuren. 1/2
1/4/2013
Nulmeting
Fase 1 (EBU) PRS (SDE) COP (CBU) CCA (S&S) GHR
1/7
1/9
Evaluatie
1/10/2013
1/1/2014
Fase 2 (EBU) Alle divisies (SDE) APP, CWS, MST (CBU) MKC, P&S, EXO, MST (S&S) FIN, STC, STB
Fase 3 Alle resterende divisies
De lancering wordt voorafgegaan door een nulmeting (survey) waarbij naar de verwachtingen en eventuele (voor-)oordelen voor thuiswerken wordt gepolst. Bij de opstart van fase 1 zal, voor zover mogelijk, rekening gehouden worden met de verwachtingen en opmerkingen van de survey. Tijdens de maanden juli en augustus zal een grondige kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie uitgevoerd worden. De gefaseerde implementatie is voorzien voor alle medewerkers van niveau 1 en 2B die aan de vooropgestelde voorwaarden voldoen in de betrokken afdelingen.
Agenda : juni-juli-augustus 2013 Een samenvatting van de belangrijkste punten: deze verschillende onderwerpen zijn zaken die u aanbelangen. 1) Afsluiting van aanvragen voor deeltijdse loopbaanonderbreking voor 01/09 (juni) 01/10 (juli) en 01/11 (augustus) a) gewone loopbaanonderbreking: hetzij vanaf 50 jaar, hetzij door de aanvaarding van een halftijdse betrekking, hetzij voor de opvang van kinderen; b) de thematische loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. Contacteer in alle gevallen je personeelsdienst (0800 ALL HR of per mail) en vervolledig het document A45/1. 2) Uitbetaling evaluatiepremie niveau 2a (eind juni) 3) Uitbetaling evaluatiepremie niveau 3 en 4 (eind juli)
NUTTIGE TELEFOONNUMMERS INTERNET SITE “AFFINITY” 0800 / 91002: contactnummer (Belgacom Human Ressources) voor de personen die geen activiteiten meer uitoefenen binnen de Groep (BeST, Peterschap, gepensioneerde, …) 1765: contactnummer voor het pensioen van de statutaire medewerkers 0800 / 50246: contactnummer voor het pensioen van de contractuele medewerkers Altijd uw nationaalnummer bij de hand hebben en uw brevetnummer (geboortejaar, geboortemaand gevolgd door 5 cijfers). De site « Affinity » http://worklife.belgacom.be/ bevat verder tal van informatie voor de medewerkers die voortaan inactief zijn (hospitalisatieplan voor niet-actieve personeelsleden, verkeersvoordelen, Telecom-Voordelen, …) Het VSOA Team Groep Belgacom
groep financiën V S OA
20
ARGUMENT · JUNI 2013
FOD Financiën kantelt
Een moeilijke evenwichtsoefening De jaren van de operationalisering kondigen zich aan. 2013 – 2014 – 2015 worden dé kanteljaren. Tijdens de vergadering van het Hoog Overlegcomité en van het Sectorcomité II – Financiën van dinsdag 16 april 2013 gaven de representatieve vakbonden hun advies over het kantelingsdossier. VSOA Financiën heeft steeds gesteld dat het een zicht wou hebben op het volledige dossier van de kantelingen. Het is dan ook vanuit dit standpunt dat het VSOA een globaal advies formuleerde over de kanteling 1, de kanteling 2 en de kanteling 3. De definitieve onderhandelingsteksten kunnen door onze leden geraadpleegd worden op onze website www.vsoa-fin.eu.
“Kanteling vanuit de “voorlopige cel” in de FOD Financiën en zijn nieuwe structuren” De eerste kanteling die we moeten ondergaan is de integratie vanuit de ‘voorlopige cel’ in de verschillende pijlers van de FOD Financiën. De FOD Financiën werd reeds opgericht door het KB van 17 februari 2002. Door de KB’s van 3 december 2009 werd een nieuw organogram uitgetekend waarin de auditeurs-generaal op het niveau N-1 hun intrede deden in de pijlers ‘Fiscaliteit’, ‘D&A’, ‘Inning en Invordering’, ‘BBI’, ‘Patrimoniumdocumentatie’ en Thesaurie’. Deze structuur bewees in het verleden reeds zijn deugdelijkheid want voorheen leidden de directeurs-generaal ook hun administratie, weliswaar tegen een kariger loon. Momenteel zijn deze pijlers nog lege dozen. Sinds 1 januari 2003 zit het personeel in de ‘voorlopige cel’. Nu het hopeloos verouderd organogram een nieuw kleedje heeft gekregen, kan een einde gesteld worden aan deze illusie en kunnen alle ambtenaren via een mammoetbesluit kantelen in de definitieve structuren. Zolang dit mammoetbesluit het levenslicht niet ziet, blijven de nieuwe administraties immers lege dozen. Het nominatief transferbesluit zal per agent de entiteit aanwijzen. De kanteling zal dus in één shot gebeuren in de as-is functies. De meeste ambtenaren actief in operationele en niet operationele diensten zullen deze integratie wellicht niet eens merken. Deze beweging zal echter niet voor alle ambtenaren neutraal zijn, zoals de overheid ons voorhoudt. De overheid wil deze kanteling namelijk zoveel mogelijk doorvoeren op basis van het bestaand takenpakket.
Van terbeschikkingstellingen zal er niet langer sprake zijn Ambtenaren die in hun administratie bevoegd zijn voor personeel, opleiding en organisatie zullen gedropt worden in de Stafdienst P&O. Anderen die deeltijds personeelsdossiers afhandelen of deeltijds op het economaat
werken zullen, hoe dan ook uiteindelijk nog slechts één takenpakket hebben en terechtkomen in de Stafdienst P&O of S&L. Voor de ambtenaren die tot op heden betrokken waren in het ICT-gebeuren zal men kijken wie al dan niet deel uitmaakt van de ICT-business. Ook de BBI-ambtenaren zullen definitief in deze administratie worden ondergebracht en verliezen dus de mogelijkheid om terug te keren naar hun moederadministratie.
KANTELING 1 : Een gemiste kans 3 Het VSOA stelt voor deze eerste kanteling met genoegen vast dat de
overheid is meegegaan in de door het gemeenschappelijk vakbondsfront voorgestelde scenario van een “algemene incompetitiestelling” waarvan het VSOA overtuigd is dat dit de enige haalbare wijze is om de operationalisering tot een goed einde te brengen. 3 Het VSOA stelde ook vast dat de overheid tijdens de onderhandelingen daartegenover geen ander realistisch alternatief op de tafel heeft gelegd. 3 Het VSOA meent echter dat de in kanteling 1 opgelegde restricties m.b.t. de toegankelijke entiteiten veel te eng zijn en dat er omwille van de voorziene ambtshalve integratie, veeleer sprake is van een “gestuurd verglijden” dat niet beantwoordt aan de gevraagde “algemene incompetitiestelling”. 3 Bovendien staat deze wijze van handelen haaks op de in het organiek reglement ingevoerde nieuwigheid van het wegvallen van de afsluitingen tussen de verschillende entiteiten. 3 Het VSOA vraagt dat er niet langer gedraald wordt met de verambtelijking van de bedienden van de hypotheekbewaarders zodat er een einde wordt gesteld aan de discriminatie van deze personeelsleden.
KANTELING 2 : Integratie van het niveau A in de gemene loopbaan en inwerkingstelling van het nieuwe organiek regelement. Bijzondere loopbanen Op het werkveld stellen wij vast dat bij andere departementen er meer en meer specifieke loopbanen en zelfs bijzondere korpsen worden gecreëerd met bijzondere regels (de geïntegreerde politie, het gevangenispersoneel, …). Onder druk van de FOD P&O werden de bijzondere loopbanen van voornamelijk de FOD Financiën reeds in het verleden gedeeltelijk afgevlakt. Het VSOA stelt vast dat de voorgelegde teksten de volledige vernietiging inluiden van de bijzondere loopbanen bij het departement Financiën. Een omvangrijk pakket van taken die het personeel van de FOD Financiën vervult, is dermate specifiek en dermate belangrijk voor het goed functioneren van onze economie en ons land, zodat door het personeel aan de
groep financiën ARGUMENT · JUNI 2013
basis wordt gevraagd dat de bijzondere loopbanen bij de FOD Financiën veel geprononceerder zouden zijn dan wat wij kunnen lezen in de op tafel liggende teksten.
Besparen op de personeelskosten VSOA Financiën stelt zich vragen bij het feit dat de aanzienlijke kosten, die ons departement gemaakt heeft en nog maakt voor de structuurhervormingen van de FOD en haar diverse onderdelen via projecten, door niemand in vraag worden gesteld. Wanneer het gaat over de kostprijs van de vergoedingen aan het personeel wordt steeds de zuinige vinger aan de knip gehanteerd. De balans is hier totaal uit evenwicht. Hervormingen van het personeelsstatuut met dergelijke omvang doorvoeren zonder dat dit een personeelsgebonden kostprijs mag hebben, is niet realistisch. Wij verwijzen naar wat er gebeurde bij de hervorming van andere departementen, waaronder de politie, de militairen en het gevangenispersoneel.
Logica van kanteling 2 De logica die wordt gehanteerd bij de kanteling van de loopbaan niveau A in de federale functiecartografie en de relatie met de functieweging is totaal zoek. Het lijkt ons dat de in de voorliggende teksten opgenomen overgangsmatrix hoofdzakelijk is gebaseerd op budgettaire elementen en niet op een werkelijke weging van de functies. Of de kanteling zoals deze actueel wordt voorgesteld de vergelijking kan doorstaan met wat plaatsvond binnen andere FOD’s, is zeer de vraag.
Weddecomplementen Voor de huidige eerstaanwezend inspecteurs (A22) en hogere graden komt de operatie neer op een zuivere integratie van de weddecomplementen bedoeld in artikel 26 van het KB van 3 maart 2005 en de afschaffing van deze complementen. Op deze wijze wordt een definitief einde gesteld aan de bijzondere loopbaan van het niveau A bij de FOD Financiën voor de toekomstige generaties fiscale ambtenaren.
Discriminatie Het behoud van het weddecomplement zoals bedoeld in artikel 26 van het KB van 3 maart 2005 ten persoonlijke titel voor de klasse A1 en A2 is een minimum. Ook dat het weddecomplement verbonden aan het brevet van fiscaal expert ten persoonlijke titel wordt behouden is niet meer dan normaal. Echter, het feit dat het reeds meer dan 10 jaar geleden is dat dit brevet nog werd georganiseerd en vele van de betrokken ambtenaren dus nooit de kans hadden om dit brevet te behalen, zorgt ervoor dat het onevenwicht dat hierdoor ontstaat niet meer billijk is. Ook ten opzichte van de personeelsleden van de niet-fiscale diensten voor wie geen specifiek brevet bestaat, is dit discriminerend.
nu het slachtoffer van de reeds meer dan 10 jaar aanslepende hervormingen en de inertie – welke ook de oorzaak hiervoor is – bij de FOD Financiën. Het VSOA stelde de vraag om de personeelsleden A12 met een weddecomplement zoals bedoeld in artikel 26 van het KB van 3 maart 2005, die op 31/08/2005 statutair A12 waren en op datum van 31/08/2005 ten minste 6 jaar graadanciënniteit (10A + 10B + A12) telden, met behoud van hun weddecomplement zoals bedoeld in artikel 26 van het KB van 3 maart 2005, te integreren in A21 of in A22, indien zij intussen op het einde van geldigheidstermijn van hun gecertificeerde opleiding reeds A21 werden, en dat hun GCO als A12 of als A21 met als referentiedatum 01/09/2011 of 01/09/2012 geldt als GCO A21 of A22. Naast het feit dat de loopbaan van deze inspecteurs die een aanzienlijke anciënniteit tellen minder gunstig was dan deze van de attachés in de andere departementen waar ze konden genieten van de vlakke loopbaan en er daarom een inhaalbeweging nodig is, zijn er nog meerdere andere elementen die deze oplossing verantwoorden. Deze categorie omvat alle personen die destijds als niveau 1 (A) het brevet van fiscaal expert behaalden. Voor deze categorie werd in de eerste versie van de ontwerpteksten door de overheid een gelijkaardig voorstel gedaan. Door de door het VSOA voorgestelde uitbreiding wordt de discriminatie wegens het feit dat het reeds meer dan 10 jaar geleden is dat het brevet van fiscaal expert nog werd georganiseerd en vele van de betrokken ambtenaren dus nooit de kans hadden om dit brevet te behalen, weggewerkt. De budgettaire kost is voor deze categorie beperkt. Een belangrijk deel van deze personen oefent momenteel een hogere functie uit als A22. Voor deze personen is de budgettaire kost nihil daar de verhoging integraal zal gecompenseerd worden door een lagere interim-vergoeding. Voor deze personen zal aldus de pil die zij eventueel zullen moeten slikken indien zij bij de invoering van de nieuwe structuren hun hogere functie zouden verliezen, minder bitter zijn. Deze vraag moet nog worden aangescherpt in het licht van de plannen van de Staatssecretaris van het Openbaar Ambt over de invoering per 1 januari 2014 van een nieuwe loopbaan voor het volledig openbaar ambt en zijn integratievoorstellen m.b.t. de huidige ambtenaren. Er moet absoluut worden over gewaakt dat, rekening houdend met deze integratievoorstellen, de ambtenaren van Financiën die na kanteling 2 in de klasse A1 en A2 zullen terecht komen, nog de mogelijkheid hebben om gedurende minimum de laatste 10 jaar van hun carrière de hoogste weddeschaal van hun klasse te genieten, zoniet zullen deze ambtenaren een deel van hun pensioenrechten verliezen waardoor de verwachtingen die zij zich hebben gesteld bij het aanvatten van hun loopbaan bij de FOD Financiën niet worden gerespecteerd.
Het VSOA vraagt eveneens om de laureaten van de huidige proeven A22 te integreren in A23.
De inspecteurs met reeds enkele jaren anciënniteit zagen zich, vóór de invoering van de gecertificeerde vorming, bij de FOD Financiën geblokkeerd in de weddeschaal 10B/A12, tenzij zij slaagden voor alle proeven en het mondeling examen voor de overgang naar A22. Veel van deze ambtenaren behaalden ook één of meerdere van deze brevetten. Hun niet geringe geleverde inspanningen zullen nu totaal verloren gaan.
Aldus wordt tegemoet gekomen aan de opmerking van het VSOA dat door de ongelijke behandeling van de huidige inspecteurs de toekomstige klasse A2 volledig wordt genegeerd en er na de kanteling een niet te verantwoorden leegte zou ontstaan tussen de klasse A1 en de klasse A3.
In andere FOD’s konden deze ambtenaren via de vlakke loopbaan wel hogerop klimmen en stonden zij bij de implementatie van de federale functiecartografie reeds veel verder in hun loopbaan. Deze inspecteurs worden
Het VSOA herhaalt dat hervormingen van het personeelsstatuut met dergelijke omvang doorvoeren zonder dat dit een personeelsgebonden kostprijs mag hebben niet realistisch is. >>>
21
VSOA
groep financiën V S OA
22
ARGUMENT · JUNI 2013
Demotivering Rekening houdend met hun huidige jobinhoud worden de eerstaanwezend inspecteurs bij een fiscaal bestuur (A22), de eerstaanwezend inspecteurs-dienstchef bij een fiscaal bestuur (A23) en de eerste attachés van financiën geïntegreerd in de klasse A3, maar verliezen zij hun complement. Zij krijgen dan weliswaar een hoger gewogen functie, op financieel vlak worden zij daar niet beter van.
gen van een geldelijk voordeel en het behoud van een grote technicitijd van de personeelsleden bewerkstelligen. Deze proeven moeten zorgen voor echte loopbaanperspectieven om zo ook kandidaten te blijven aantrekken voor het departement via een “specificiteit Financiën”. De bevorderingsprocedure op basis van titels en verdiensten blijft omslachtig en zet de deuren wijd open voor het maken van willekeurige profielen “à la tête du cliënt”.
Indien de logica van de functieweging gebaseerd op de functie-inhoud wordt gevolgd, oefenen de huidige A22 en A23 reeds jaren een in A3 gewogen functie uit. De A22’s + complement die via de gecertificeerde opleidingen overgingen naar A23 + complement worden geïntegreerd in A32. Het lijkt ons niet meer dan normaal dat de A23 die slaagden voor een gecertificeerde opleiding waarvoor zij krachtens artikel 64 van het KB 22 november 2006 konden inschrijven, zouden worden geïntegreerd in A33. Anders handelen is niet enkel discriminerend, maar eveneens sterk demotiverend. Gezien het niet meer mogelijk is in te schrijven voor de gecertificeerde opleidingen, is voor deze ambtenaren de hierboven geformuleerde opmerking betreffende de interferentie met de plannen van de Staatssecretaris van het Openbaar Ambt over de invoering per 1 januari 2014 van een nieuwe loopbaan voor het volledig openbaar ambt en zijn integratievoorstellen hiervoor, nog meer van belang.
Het VSOA meent dat de proeven voor overgang naar A22 (= A31 na de integratie) ter versnelling van de loopbaan moeten behouden blijven en na de integratie rechtstreeks toegang zouden moeten geven tot de klasse A3. Het VSOA is niet tegen de invoering van een bijkomend examen A2 (nieuwe loopbaan, na de integratie) en meent dat indien dit examen voor het volledige openbare ambt wordt ingevoerd, Financiën niet kan achterblijven. Na de integratie moeten zowel de proeven A2 als de proeven A3 de kandidaten een reële mogelijkheid geven om hun loopbaan te versnellen. De proeven moeten daarom worden afgestemd op realiteit zowel wat betreft de inhoud als de moeilijkheidsgraad ervan.
Het VSOA betreurt het dat de huidige Directeurs en Gewestelijk Directeur niet ambtshalve worden benoemd in de klasse A4. Het – om welke reden ook – niet (succesvol) deelnemen aan de incompetitiestellingen voor A4, zal voor veel van deze leidinggevende ambtenaren ongetwijfeld een sterk demotiverende factor zijn en zal voor de overheid resulteren in een verlies aan menselijk kapitaal. Het behoud van hun huidige geldelijke loopbaan met inbegrip van hun complement A3 is niet meer dan billijk. Het VSOA betreurt het ten zeerste dat de in het aanvankelijk project voorgestelde aanpassing van dit complement door de overheid werd teruggetrokken.
Nog meer besparen Door de ongelijke behandeling van de huidige inspecteurs wordt de toekomstige klasse A2 volledig genegeerd. Er ontstaat na de kanteling een niet te verantwoorden leegte tussen de klasse A1 en de klasse A3. Deze leegte zou bij de volledige operationalisering van de administraties op het niveau N-2 (kanteling 3) wel eens kunnen opgevuld worden door “downgrading” van de taken, wat zou neerkomen op extra budgettaire besparingen op de rug van het personeel. Inlossen van de gestelde verwachtingen Reeds hoger werd benadrukt dat de bijzondere loopbanen bij de FOD Financiën veel geprononceerder zouden moeten zijn. Voor de ambtenaren die actueel een weddecomplement hebben, moeten de weddecomplementen worden behouden en moet het bedrag van dit complement overeenstemmen met de weddeschaal die zij verkrijgen naarmate zij vooruitgaan in hun carrière, zoniet worden de verwachtingen die zij zich hebben gesteld bij het aanvatten van hun loopbaan bij de FOD Financiën niet gerespecteerd. Ook voor de behaalde brevetten moeten de verwachtingen die tegenover de kandidaat werden gesteld op het ogenblik dat de brevetten werden behaald, worden ingelost. De overgangsmaatregelen moeten omwille van voorvermelde redenen veel meer genuanceerd worden. Een degelijk loopbaanperspectief Het is onontbeerlijk om een gedetailleerde beschrijving van de toekomstige loopbanen te krijgen en dit zowel voor diegenen die aangeworven worden in niveau A als voor diegenen die er kunnen terecht komen bij middel van een proef voor overgang. Het is dank zij deze beschrijving dat de personeelsleden die momenteel in functie zijn op een correcte manier geplaatst zullen kunnen worden zonder de coherentie van het geheel te laten verloren gaan. Het VSOA meent dat de brevetten moeten worden behouden als hoeksteen van de loopbaan. Een loopbaanexamen moet een versnelling van de loopbaan, het verkrij-
Hoe dan ook moeten de laureaten van de examens snel kunnen postuleren voor vacante betrekkingen. Een functie waarvan men weet dat zij zeer snel vacant zal zijn (omwille van bijvoorbeeld een nakende bevordering of pensioen van de titularis) moet zonder dralen worden open verklaard. Het is voor het VSOA onaanvaardbaar dat kandidaten die via examens hun technische competenties over de fiscale materie hebben bewezen voor een expertenfunctie nog zouden kunnen geweerd worden op basis van een mondeling onderhoud.
Willekeur De voorliggende teksten van het organiek reglement zorgen er enkel voor dat de onduidelijkheid en de onzekerheid voor het personeel nog wordt aangescherpt. Standplaatsen en mutatie zijn basisrechten waaraan niet getornd kan worden. De voorliggende teksten laten een volledige willekeur toe wat betreft de verandering van administratieve standplaats. Er moet in een procedure worden voorzien die verzekert dat deze maatregel niet kan worden gehanteerd als verkapte orde- of tuchtmaatregel. Niet enkel het belang van de dienst moet in overweging worden genomen, maar ook het belang van de ambtenaar. Het VSOA wenst ten stelligste, dat het organiek reglement ter zake de nodige juridische garanties biedt. Het VSOA kan niet toestaan dat de overheid haar personeel verplaatst naar eigen goeddunken, tegen de wil van het personeel en vaak in strijd met het gezond verstand. Op deze wijze wordt het personeel verder gedemotiveerd en een personeelslid dat zich niet goed voelt op de werkvloer presteert slecht en is ook vaak ziek. Ambtenaren die zich dagdagelijks inzetten voor een correcte toepassing van de fiscale wetgeving en die met steeds minder personeel toch proberen hun taken goed uit te voeren moet je respecteren! Het nieuwe organiek reglement moet een antwoord kunnen bieden op een aantal zekerheden voor de ambtenaar en mag de ‘maximale interne mobiliteit’ niet laten verworden tot een stok achter de deur voor het management. Het VSOA begrijpt dat mutaties en bevorderingen gelinkt worden aan een functieprofiel en aan de noodwendigheden van de dienst. Dit neemt niet weg dat de gulden regel dat een mutatie steeds voorrang heeft op een bevordering moet blijven gelden. Om desalniettemin enige transparantie in de loopbaanontwikkeling te krijgen is het noodzakelijk dat het organiek reglement regels omvat voor de invulling van vacatures en voor mutaties en bevorderingen. Ook de uitvoerbaarheid van die regels mag niet ter discussie staan.
groep financiën ARGUMENT · JUNI 2013
23
VSOA
De reglementering ter zake moet uiteraard objectief zijn. Zo dienen anciënniteit en examenresultaten zoals voorheen te blijven gelden.
Dit leidt tot een win-win-situatie want als vakbondsorganisatie kunnen ook wij tekorten detecteren die niet altijd tot de Galaxytoren doordringen.
In de vacatureberichten of functieprofielen mogen slechts objectieve criteria staan vermeld. Titels en verdiensten moeten zoveel mogelijk worden geweerd. Ook het toekomstige evaluatieverslag met de mening van de functionele chef dient met de grootste voorzichtigheid te worden behandeld.
Deze permanente inventaris van personeelsbehoeften moet o.i. twee keer per jaar het voorwerp uitmaken van een mutatie- of bevorderingsbeweging.
Een jaarlijks overleg met de overheid waar zij een round-up maakt van alle openstaande betrekkingen met een duidelijk overzicht van de diensten waar de functionele noden het hoogst zijn; een terugkoppeling met het personeelsplan; … maakt het voor iedereen overzichtelijk.
KANTELING 3 : Hervorming van elke Algemene Administratie De volgende kanteling is de operationalisering binnen elke algemene administratie en elke stafdienst. Omwille van de door de overheid vooropgestelde sluiting van ruim de helft van haar gebouwen en de ermee samenhangende centralisatie van diensten zullen de met de operationalisering gepaard gaande mutaties voor veel personeelsleden belangrijke gevolgen hebben. De overheid was reeds bij mondjesmaat gestart met haar operationalisering, zonder dat daar met de vakbonden duidelijke regels werden voor overlegd. Onaanvaardbaar!
De verdere operationalisering Binnen elke pijler zal de to-be structuur gefaseerd worden ingevoerd en zullen de nieuwe diensten moeten bemand worden. Het VSOA stelt vast dat de overheid haar oude Coperfinplannen van onder het stof heeft gehaald. Het valt te betwijfelen of een ongenuanceerde invoering van deze Coperfinplannen, die uitgaan van een interne focus, de werking van diensten zoveel zal verbeteren. Het VSOA meent dat de externe focus van de kwaliteit van de controle, de dienstverlening aan de burger en de genoegdoening van onze ambtenaren zou moeten primeren. Het VSOA is niet per definitie tegen moderniseringen voor zover deze voor verbetering voor het personeel zorgen. Door het opdelen van de hervormingen wordt de onduidelijkheid voor het personeel alleen maar groter. Het VSOA vraagt reeds jaren om een zicht te krijgen op een globale politiek op het vlak van het personeelsstatuut. Het dossier “vergoedingen” maakt daar een wezenlijk onderdeel van uit. Het VSOA heeft meermaals gesteld de kanteling en de verhuisbewegingen gebaseerd op een ‘van ambtswege scenario’ te verwerpen.
Wie zijn mutatie verkrijgt, mag door de overheid slechts een korte tijd op de oude standplaats worden gehouden in het belang van de dienst. Daarom vraagt het VSOA dat het eventuele opschorten van de mutatie van een ambtenaar (artikel 25 van het ontwerp van organiek reglement) wordt beperkt tot maximaal 3 maand en dat de mogelijkheid tot verlenging wordt geschrapt.
Het VSOA meent dat indien in de dienstorders voor kanteling 3 de keuzemogelijkheden worden beperkt tot één of meerdere administratieve standplaatsen, dit niet beantwoordt aan de gevraagde “algemene incompetitiestelling”. Het VSOA eist dat er op basis van objectieve klassementsregels een algemene incompetitiestelling wordt georganiseerd waarbij ieder personeelslid met kennis van zaken zijn keuze kan uitdrukken, rekening houdend met zijn persoonlijke professionele en familiale situatie, zijn ervaring, zijn kennis en zijn voorkeur. Niemand is beter geplaatst dan de ambtenaar zelf om deze keuze te maken. Voor het aanwijzen van de personeelsleden voor de nieuwe diensten moet de ambtenaar eveneens een voorkeur kunnen uitbrengen voor een administratie en in bepaalde gevallen zelfs voor een dienst. Onze managers vergeten dat de ambtenaren zich de voorbije jaren al vaak hebben moeten aanpassen en zij daartoe ook bereid waren, dus waarom nu niet? Uiteraard kunnen er voor elke algemene administratie en stafdienst met de vakbonden bijzondere regels overlegd worden. Wij begrijpen dat de overheid bezorgd is over het welsslagen van haar reorganisatie en dat de zij de nieuwe diensten in de eerste plaats wil bemannen met personeel dat beschikt over de nodige deskundigheid. Ook begrijpen wij dat de overheid over een zekere flexibiliteit moet beschikken teneinde haar personeel optimaal te kunnen inzetten. Het VSOA meent echter dat de hervormingen enkel kunnen slagen indien er ten volle wordt rekening gehouden met de voorkeuren van het personeel. Het VSOA is er zich bewust van dat de ideale oplossing niet bestaat. Bij het implementeren van hervormingen en verhuizen van een dergelijke omvang zullen er altijd gelukkigen en ongelukkigen zijn, eender op welke wijze dit gebeurt. Objectieve en rechtvaardige regels zijn echter onontbeerlijk.
Om te besluiten De door de overheid voorgestelde protocollen geven geen rechtszekerheid over de draagwijdte van de teksten en de gevolgen voor het personeel. Onderhandelingen of overleg vereisen duidelijk vastgelegde stabiele standpunten en engagementen vanwege de overheid en niet loutere toelichtingen of vage
beloftes over begeleidende maatregelen waarvan de bespreking wordt doorverwezen naar werkgroepen. Het is voor het VSOA noodzakelijk dat in het procesverbaal van de vergadering of protocol ondubbelzinnige en afdwingbare engagementen worden opgenomen. Wanneer de overheid zich niet duidelijk en ondubbel-
zinnig wil engageren, kan het VSOA niet anders dan negatief adviseren. Rekening houdend met bovenvermelde opmerkingen en bedenkingen gaf het VSOA Financiën een negatief advies voor het globale dossier m.b.t. de kantelingen 1, 2 en 3. Stefaan SLAGHMUYLDER Nationaal Secretaris VSOA Groep Financiën
spoor V S OA
24
ARGUMENT · JUNI 2013
Het spoor en ETF (1)
Eisen en acties voor de toekomst De sectie spoorwegen van de ETF, ontstaan in 1999 bij de oprichting van de ETF, heeft een belangrijk netwerk van spoorwegvakbonden opgezet in Europa. Het objectief van de ETF is het versterken van dat netwerk in het voordeel van alle spoorwerknemers in Europa. De visie van de sectie is het verbeteren van de samenwerking tussen de spoorwegvakbonden binnen de sectie spoorwegen van de ETF, door een betere coördinatie van het collectief onderhandelingsbeleid op Europees niveau, met het zicht op Europese onderhandelingen indien mogelijk, om Europese normen te bekomen en gemeenschappelijke syndicale diensten voor de vakbondsleden in te voeren. Het reglementair Europees kader voor de spoorwegsector is nog altijd niet afgewerkt en de laatste zware klap, de volledige liberalisering van het nationaal (publiek) reizigersvervoer per spoor en de scheiding van de geïntegreerde spoorwegondernemingen, zal aan de orde zijn van de sectie in de komende jaren. Terzelfdertijd, en dit geldt ook voor de landen die geen lid zijn van de EU, wordt de sociale impact van de voortdurende hervormingen en herstructurering van de sector hoe langer hoe duidelijker. Nieuwe uitdagingen staan voor de deur als gevolg van de uitbreiding van grensoverschrijdende diensten in het kader van de concurrentie. De inkrimping van de nationale budgetten in het zog van de economische crisis heeft een impact op de spoorwegmaatschappijen en hun personeel in termen van banenverlies en slechtere werkomstandigheden (inbreuken op het collectieve onderhandelingsakkoord en beperking van de rechten). Het effect van de reële concurrentie op de spoorwegmarkt toont aan dat zulk verschil in de toepassing van de collectieve onderhandelingsakkoorden tussen de vroegere nationale ondernemingen en de nieuwe ondernemingen niet aanvaardbaar is. In de loop van de vier komende jaren zal de sectie spoorwegen van de ETF niet enkel het vierde spoorwegpakket moeten bestrijden, maar ook efficiënte werkmiddelen moeten invoeren en activiteiten leiden om de maatschappelijke bedreigingen die de toekomst van de werknemers van het spoor hypothekeren op Europees niveau te ontkrachten. Die bedreigingen en activiteiten betreffen de werknemers van het spoor in gans Europa en niet enkel diegenen die in de landen van de Europese Unie leven.
Het vierde spoorwegpakket De gedwongen herstructurering van de spoorwegmaatschappijen en de invoering van de concurrentie in de sector op alle niveaus (de oprichting van een unieke Europese spoorwegruimte), reeds 20 jaar geleden gestart in het kader van de richtlijn 91/440/CE, worden doorgevoerd. Op 30 januari 2013 heeft de Europese Commissie het vierde spoorwegpakket officieel goedgekeurd. Dit uitgebreid pakket omvat :
- verplichte aanbestedingen voor het geheel van het openbaar spoorwegvervoer; - de openstelling van de concurrentie voor alle andere nationale reizigerstransporten per spoor; - strengere regels betreffende de scheiding van het infrastructuurbeheer en de werkzaamheden binnen een vertikaal geïntegreerde spoorwegmaatschappij; - een communicatie over de taken en competenties van het boordpersoneel, voorstellen voor een beperkt attest van de bevoegdheden (ESA mandaat); - nieuwe bevoegdheden voor het Europees Spoorwegagentschap. De goedkeuring van de wetteksten door het Europees Parlement en de Raad van ministers van Transport zal twee of drie jaar in beslag nemen, zelfs meer (verkiezingen van het EP in juni 2014). De lobbying-activiteiten naar de Europese wetgevers toe zullen de sectie spoorwegen gedurende de komende inter-congres-periode 2013-2017 in grote mate bezighouden.
-
-
-
De vestiging van de interne markt in de spoorwegsector heeft een sterke negatieve impact gehad op de werkgelegenheid en de werkomstandigheden van de werknemers van het spoor. De opleving van de sector, zoals beloofd door de EU, is nog niet in zicht. Wel stellen we een sterkere intra-sectoriële concurrentie vast waarbij praktijken van sociale dumping en slechte werkomstandigheden opduiken met de kans dat die zich zullen vermeerderen in onze sector. Een degelijke evaluatie die rekening houdt met de maatschappelijke gevolgen ontbreekt nog altijd. De Europese Commissie is daarentegen van mening dat de toekomst van de werknemers van de spoorwegsector er veelbelovend uitziet wegens het voor de tien komende jaren grote aantal voorziene pensioneringen en de positieve effecten op de werkgelegenheid op lange termijn, voortkomend uit de realisatie van de interne markt. Enkele voorafgaande belangrijke voorwaarden, zoals een juiste tarifering van alle transportmodaliteiten op Europees vlak, zijn nog niet aan de orde, en de meeste Europese landen blijven de noodzakelijke investeringen in de spoorwegsector uitstellen.
Streefdoelen Voor wat betreft het spoorwegbeleid en de wetgeving zal de sectie spoorwegen volgende principes en doeleinden blijven bevorderen : - afwijzing van de liberalisering en ontkoppeling; - bevordering van de spoorwegen als duurzaam vervoermiddel; - bevordering van de spoorwegen als openbare dienst die voor alle Europese burgers toegankelijk en
-
betaalbaar moet zijn en onderworpen aan de democratische en publieke controle, liefst onder de vorm van een openbaar bezit; bevordering van de investeringen in de spoorweg infrastructuren, de stations en het rollend materieel, om de kwaliteit en aantrekkingskracht van de spoorwegdiensten te verhogen; bevordering van de ontwikkeling van geïntegreerde spoorweg-infrastructuren die de sociale en regionale cohesie versterken; in het bijzonder het verwijderen van de knelpunten in plaats van voorrang te verlenen aan het goederenvervoer in bepaalde corridors; bevordering van de internalisering van de externe kosten alsook een gelijke behandeling voor alle vervoermodaliteiten; de maatschappelijke criteria en ook de criteria met betrekking tot de kwaliteit – de betrokken collectieve overeenkomsten inbegrepen – verplicht maken in de dienstcontracten van openbaar vervoer; de bescherming van de werknemers verplicht maken in geval van verandering van operator voortvloeiend uit een aanbesteding voor de diensten van openbaar reizigersvervoer; een hoog niveau aan operationele veiligheid garanderen.
Concrete acties De prioriteit voor de sectie spoorwegen zal de organisatie van een campagne zijn tegen het ‘4de Spoorwegpakket’: - interne mobilisatie: wat op het spel staat en de gevolgen aan de ETF-leden uitleggen en langs die weg aan de individuele vakbondsleden; - externe mobilisatie en acties: verscheiden soorten acties organiseren gedurende de ganse kamerprocedure; de leden motiveren om eraan deel te nemen; allianties sluiten met NGO’s en reizigersorganisaties indien mogelijk; - politieke lobbying: de lobbying procedure aan de leden van de sectie meedelen; welke zijn de aangewezen momenten om actie te ondernemen, welke mensen zijn verantwoordelijk voor die opdracht en welke mensen vormen de doelgroep; de leden van de sectie verbinden zich ertoe druk uit te oefenen op de nationale verantwoordelijken (Euro-afgevaardigden en ministers van Transport), om de lobbying-activiteiten van de ETF in Brussel te ondersteunen en te versterken; - plaatsing van het vierde spoorwegpakket op de dagorde van de verkiezingscampagne voor het volgende Europese parlement.
spoor ARGUMENT · JUNI 2013
Syndicale en maatschappelijke kwesties De herstructurering van de spoorwegsector in Europa en van de traditionele spoorwegmaatschappijen zal doorgevoerd worden; de spoorwegmaatschappijen blijven onder druk staan op het gebied van kostenbesparing en verhoging van de productiviteit ten gevolge van de groeiende intra- en intersectoriële concurrentie. Het is waarschijnlijk dat het concentratieproces, de fusies en aanwervingen op de spoorwegmarkt, zal voortgezet worden. De gevolgen voor de werkers van het spoor zijn gekend: vermindering van de werkgelegenheid, slechtere werkomstandigheden, externalisering en onderaanneming van spoorwegdiensten die voordien intern geleverd werden, vermeerdering van het aantal interim werkers, enz. Eén van de gevolgen van de externalisering is dat een steeds groter aantal mensen in de spoorwegsector werken, maar in het kader van collectieve overeenkomsten die niet dezelfde zijn als die van de spoorwegmaatschappijen of de sector. Bovendien, door de huidige economische crisis en niettegenstaande het objectief van het Witboek van de Commissie over het transportbeleid, wijst er niets naar een modale en grootschalige transfer op de spoorwegsector, wat de situatie zou kunnen verbeteren. Anderzijds zullen de demografische evolutie en de veroudering van de arbeidskrachten binnen de spoorwegmaatschappijen een impact hebben op de werknemers en moet dit gegeven in een syndicaal perspectief bekeken worden, in de zin dat het behoud en de overdracht van de competenties en bekwaamheden uiterst belangrijk zijn. De versnippering van de spoorwegsector en de steeds sterkere concurrentie leiden tot een vermeerdering van het professioneel en leidinggevend personeel binnen de sector, iets waarmee de vakbonden rekening moeten houden. Nochtans merkt men een vermeerdering van het grensoverschrijdend (geïntegreerd) vervoer per spoor, in het bijzonder in het goederenvervoer, en deze groei treft vooral de mobiele werknemers, de locomotiefbestuurders en het boordpersoneel. Het probleem van de toepassing van de regels op de werkduur en op de certificatie/competenties binnen de grensoverschrijdende diensten, evenals de vraag naar de manier waarop men de sociale dumping praktijken kan vermijden, zijn bijzonder belangrijk. Om die uitdagingen aan te gaan is de vakbondwerving meer dan ooit pertinent, ook in de spoorwegsector. Het traditioneel hoge aantal vakbondsleden bij de historische operatoren is in gevaar daar de jonge werknemers minder geneigd zijn om zich aan te sluiten. Dit is vooral het geval binnen de nieuwe (kleine) ondernemingen waar de ledenwerving heel moeilijk loopt. De versnippering van de spoorwegmaatschappijen, de externalisering en de onderaanneming zouden tot gevolg kunnen hebben dat de werkers van het spoor hun collectieve identiteit verliezen en dat hun vragen om bescherming meer en meer individuele eigenschappen vertonen.
Streefdoelen De verbetering van de maatschappelijke toestand is een permanente taak voor de sectie spoorwegen met betrekking tot volgende gebieden: - de verbetering van de veiligheids- en gezondheidsnormen, de arbeidsduur inbegrepen; - de promotie van de kwalificaties en de opleiding; - de garantie van de toepassing van de sociale normen, in het bijzonder voor de grensoverschrijdende diensten; - de promotie van een betere vertegenwoordiging en integratie van de vrouwen binnen de spoorwegsector; - een betere integratie van de spoorvakbonden van de lidstaten uit de Oostblok (de EU van de 12/13), van de kandidaat landen en van de landen die geen lid zijn van de EU; - de strijd tegen de opkomende problemen in verband met de tijdelijke werknemers, de a-typische taken, de inschrijving in het buitenland voor de arbeidscontracten, de eventuele valse zelfstandige werkers en de rechten van de gedetacheerde arbeiders, ook in de spoorwegsector; - de strijd tegen het groeiend probleem van gebruik van geweld tegen werknemers (en reizigers) vanwege derden; - de strijd tegen de toenemende externalisering van de diensten zoals het onderhoud, de restauratie, de schoonmaak, enz.; - de verzekering van degelijke pensioenen voor gans het spoorwegpersoneel; - het einde van de praktijken van sociale dumping; - de verdediging van het stakingsrecht en de strijd tegen de maatregelen voor een minimum dienst. Om die doeleinden te bereiken wil de sectie spoorwegen: - het aantal vakbondsleden in de spoorwegsector verhogen, in het bijzonder bij de vrouwen, de jonge werknemers en werknemers binnen nieuwe ondernemingen op de markt, de filialen van de historische operatoren inbegrepen; - meewerken aan het versterken van de capaciteiten van de vakbonden; - de Europese syndicale solidariteit promoten.
Concrete acties De sectie zal de problemen en de noodzaak om acties te voeren en gepaste initiatieven op te zetten, bestuderen, zowel in het kader van een ETF-actie als van de Europese sociale dialoog. De sectie zal in het bijzonder volgende initiatieven aanmoedigen: - de kwantitatieve impact op de werkgelegenheid (van mannen en vrouwen) in de spoorwegsector in kaart brengen en analyseren en de meest getroffen beroepen identificeren; in kaart brengen van de nodige instrumenten om de ontslagen/afschaffing van banen te bestrijden; de sectie verbindt zich om op regelmatige basis rapporten op te stellen; - de gevallen van discriminatie tegen de vrouwen op basis van het geslacht in de spoorwegsector opsporen en aangeven;
25
VSOA
- de huidige en potentiële praktijken van sociale dumping in de Europese spoorwegsector in kaart brengen en analyseren; - ETF-beleidsregels opstellen en invoeren die bindend zijn voor alle leden organisaties om de sociale dumping in de grensoverschrijdende activiteiten te voorkomen en tegen te werken; - overeenkomsten met de werkgevers onderhandelen die uitdrukkelijk verklaren dat de sociale dumping onaanvaardbaar is en samen maatregelen nemen om dit probleem te bestrijden; - structuren, die door de vakbonden op Europees vlak gedragen worden, bouwen en uitbreiden om de sociale toestand van de grensoverschrijdende werknemers te controleren en te bewaken; - transnationale netwerken opzetten die bevoegd zijn om maatregelen te treffen wanneer sociale dumpingpraktijken aan het licht komen, bij bijvoorbeeld in de vrachtcorridors; - een Europese wetgeving promoten op de controle en toepassing van de werktijden, de bestuur- en rusttijden van het mobiele personeel, in het bijzonder voor het grensoverschrijdend vervoer; de verplichte installatie van een “tachygraaf” in de locomotieven om de arbeidsduur te registreren in het kader van grensoverschrijdende activiteiten; - een veiligheidscampagne voor de spoorwegen uitwerken en de sensibilisering vergroten om de controles en maatregelen beter aanvaardbaar te maken; - de voornaamste onderhandelingsonderwerpen controleren in het kader van de collectieve onderhandelingen binnen de spoorwegsector en de knelpunten in de werkrelaties binnen de sector; - een beleid uitstippelen om de bekwaamheden en hoedanigheden van de werknemers van het spoor te bewaren en over te dragen met het oog op de demografische evolutie in de sector; - een syndicale politiek voor de leden van het professioneel en leidinggevend personeel uitwerken om ze binnen de spoorwegvakbonden te behouden of op te nemen; - de verdediging en bevordering van het recht van het spoorwegpersoneel om de uitvoering van gevaarlijke taken te weigeren; - een Europese wetgeving over de certificering van het boordpersoneel dat een hoog niveau aan kwalificaties en bekwaamheden op het vlak van de veiligheid moet bezitten; - initiatieven in het voordeel van de opleiding en certificatie van het veiligheidspersoneel in de spoorwegsector; - de oprichting van Europese ondernemingscomités binnen de spoorwegsector promoten en de samenwerking tussen de EOC; - de industriële acties coördineren wanneer mogelijk. Filoteo AFRICANO Federaal Voorzitter
(volgend nummer: Europese sociale dialoog in de spoorwegsector)
groep politie V S OA
26
ARGUMENT · JUNI 2013
Schandalen Borgloon
Resultaat van politiehervorming Teveel versnippering is een ideale structuur voor corruptie, machtsmisbruik en pesterijen. Dit zijn de echte resultaten van de politiehervorming. In de wandelgangen ook wel de “politiemisvorming” genoemd. Reeds gedurende 2 à 3 jaar gaat er geen week voorbij of links of rechts komt er een schandaal uit. Versnippering Alles is teveel versnipperd, er zijn teveel leidinggevenden en te weinig uitvoerders op het terrein. En … er wordt te veel macht gelegd bij de directeurs en lokale verantwoordelijken. Sommigen kunnen daar mee om, anderen duidelijk niet. Dit is dan ook de ideale architectuur voor corruptie, machtsmisbruik en pesterijen naar diegenen toe die de problemen durven aan te kaarten. Er zijn zones en federale eenheden die schitterend werk leveren maar er zijn er ook heel wat waar dezelfde symptomen zich voordoen. Het is de eerste zone of eenheid niet die in opspraak
komt maar het zal ook de laatste niet zijn. Zo hebben we een recent voorbeeld van onterechte bevorderingen, waar de plaatselijke overheid de vakorganisaties zo goed als uitlacht wanneer de onwettelijkheden worden aangekaart, waar de gouverneur zelfs niet reageert op een aangetekend schrijven en waar de minister zelf dan uiteindelijk, op onze vraag, ingrijpt. Een ander voorbeeld is de 25. 000.000 euro die werd gespendeerd aan een “speciaal programma” voor de wegpolitie. Alleen… dat programma is er nooit gekomen… Een vraag om een afdoende uitleg bij de minister bleef onbeantwoord. Geen kat die blijkbaar meer uitleg wil of kan geven.
De echte slachtoffers zijn natuurlijk de burger en de politieman op de straat die dagdagelijks hun werk proberen goed te doen. Deze laatsten geraken echter enorm gefrustreerd door deze schandalen omdat zij vaststellen dat de vis begint te rotten aan de kop maar als ze beginnen te villen - qua middelen en capaciteit - ze aan de staart starten. Gebrek aan moed Het is duidelijk dat de huidige structuur van zowel Federale Politie als Lokale Politie maar ook de controlediensten en politiescholen aan herziening toe zijn. Het enige wat ontbreekt is blijkbaar Politieke moed om dit in te zien en er werkelijk iets aan te doen.
VOORDELEN : ACLVB-VAKANTIEVERBLIJVEN IN OOSTENDE Oostende, ook wel de Koningin der Badsteden genoemd, verrast je elke keer opnieuw met haar klasse en grandeur. De stad biedt u het hele jaar door een waaier aan activiteiten zoals strandspelen, parades, festivals en concerten. Ook wie liever een namiddagje gaat shoppen of golfen, vindt in Oostende zijn gading !
Huur de gloednieuwe appartementen van ACLVB in Oostende, beschikbaar sinds mei 2013 ! Residentie Notting Hill, gelegen in de Brusselstraat, omvat 7 appartementen waarvan : 3 5 appartementen voor 6 personen met 2 slaapkamers 3 1 studio voor 4 personen met 1 slaapkamer 3 1 penthouse voor 4 personen met 1 slaapkamer
Residentie Westminster, gelegen in de Van Iseghemlaan, omvat 10 appartementen waarvan : 3 9 appartementen voor 6 personen met 2 slaapkamers 3 1 studio voor 4 personen met 1 slaapkamer Deze appartementen beschikken over : 3 1 (of 2) slaapkamer(s) 3 Moderne living 3 Open keuken met volledig keukenuitrusting 3 Badkamer met ligbad/douche 3 Bergplaats 3 Terras/Balkon (let op : niet alle appartementen beschikken hierover) 3 Wifi
Deze afbeelding is gemaakt door A1 Planning Architectenbureau BVBA. De afbeelding is een impressie en kan dus afwijken van de werkelijkheid. A1 Planning Architectenbureau BVBA kan niet aansprakelijk worden gesteld voor kennelijke afwijkingen; ze kunnen geen aanleiding geven tot schadevergoeding en/of ontbinding.
Wenst u als eerste te genieten van deze mooie appartementen ? Wees er snel bij en boek vanaf nu online via www.aclvb.be Résidence Notting Hill
Résidence Westminster
groep politie ARGUMENT · JUNI 2013
WWHWW VSOA-POLITIE NATIONAAL IN 5 VRAGEN ie ben ik? W JEAN-PIERRE HARMEGNIES at is mijn functie ? W Vaste afgevaardigde en nationaal verantwoordelijke CALog.
oe lang beoefen ik mijn functie ? Vast afgevaardigde sinds 2001.
at houdt mijn functie in ? W Mijn functie steunt op 3 grote pijlers ; 3 Zoals mijn Nederlandstalige collega Eddy beant-
woord ik statutaire vragen en tussenkomsten die op de nationale zetel aankomen via diverse kanalen als e-mail, post, telefoonoproepen of rechtstreeks van afgevaardigden of leden die ons hier opzoeken. Dit als rechtstreekse steun aan de dienstencentra. 3 Als coördinator van de werkgroep CALog op nationaal niveau heb ik mij
gespecialiseerd in deze materie. Omdat ik aanwezig was bij de onderhandelingen van de politiehervorming, heb ik de evolutie kunnen volgen en de debatten een richting gegeven in dit domein dat vele afgevaardigden maar met mondjesmaat kennen. Gelukkig kan ik al verschillende jaren rekenen op een hulp buiten categorie om me bij te staan en te ondersteunen in deze taak. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om Albertine SAUWENS te bedanken voor haar inzet en toewijding. 3 De derde pijler waar mijn bediening op steunt, is de onderhandelin-
gen en overleg. Ik zetel regelmatig als technicus en/of secretaris in onderhandelingscomités, ik zit de afvaardiging van de VSOA-Politie
voor in het BOC 209 (SSDGPI) en ik maak deel uit van de afvaardiging VSOA aan de onderhandelingstafel van het Openbaar Ambt in Comité B. Naast deze puur statutaire zaken, beheer ik dagelijkse de voorraden van de nationale zetel te Zaventem waar ik mij bezig houd met onder andere de logistiek van de bureaus, allerhande bestellingen en de planning van de vergaderzalen.
at zou mijn werk W vergemakkelijken ? De vruchtbare samenwerking met zowel de collega’s van de nationale zetel als bijzondere medewerkers heeft aangetoond dat het delen van informatie evenals een opleiding op maat de sleutels zijn voor een modern syndicalisme binnen de politiediensten. In de loop der jaren bleek deze strategie lonend en onze huidige directie, ondersteund door het Nationaal Comité, heeft deze twee essentiële punten geheroriënteerd en benadrukt. Doorheen deze visie vind ik de principes die niet enkel mijn werk vergemakkelijken maar ook doeltreffender maken. Blijft de andere kant van de lijn; als het merendeel van onze relaties met de politionele en politieke overheid goed verlopen en we een luisterend oor aantreffen op onze opmerkingen en voorstellen, blijven er nog steeds overheden die in het syndicaat een vijand zien en die doof blijven voor de duidelijke raadgevingen van onze specialisten. Deze loze schermutselingen moeten we stoppen om ruimte te geven aan het overleg op plaatsen waar soms nog baronieën heersen. Om op een humoristische noot te eindigen denk ik dat als mijn gsmnummer minder gekend was, mijn leven inderdaad een stuk eenvoudiger zou zijn… Maar zoals onze erevoorzitter Jan SCHONKEREN meermaals herhaalde : «Dat is de tol van succes» !
GERECHTELIJK BEKEKEN “Gerechtelijk bekeken” is een rubriek die regelmatig terugkomt met nuttige informatie over de politie en haar statuten. Verplichtingen waaraan een personeelslid met verlof wegens ziekte moet voldoen. Het personeelslid dat wegens medische redenen zijn ambt niet kan uitoefenen, moet zo snel mogelijk en ten laatste bij de geplande aanvang van zijn dienst, zijn dienst daarover inlichten. Het personeelslid mag de eerste ziektedag zijn woonplaats niet verlaten
tenzij een medisch getuigschrift van zijn behandelende arts dit toelaat. Het medisch luik van het medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de medische dienst. Het administratief luik van het medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de betrokken personeelsdienst. (Mammoetwet Hoofdstuk II. Art. X.II.3. en K.B. van 14-10-2008, art. 3.)
27
VSOA
groep politie V S OA
28
ARGUMENT · JUNI 2013
Memorandum (20)
Veiligheid heeft een prijs In maart 2011 stelde het VSOA Politie zijn memorandum voor aan de pers. Deze is uniek in zijn genre binnen de politiesector ; geen enkele andere vakorganisatie heeft immers gedurfd een visie te ontwikkelen. In de vorige edities werden reeds de eerste onderwerpen van het memorandum aangehaald. In de komende maanden wordt telkens aandacht besteed aan onze visie waarbij de verschillende onderwerpen worden voorgesteld.
Vincent Gilles – Nationaal voorzitter Vincent Houssin – Nationaal ondervoorzitter
ORGANISATORISCHE DOELTREFFENDHEID 8. DE GARANTIE OM HET GEKOZEN SYSTEEM TE LATEN OVERLEVEN 8.1. De werkelijkheid van de versterking aan de Federale en Lokale Politie als gevolg van het sectoraal akkoord 2009/2010 Naar aanleiding van het laatste sectoraal akkoord werden er 200 extra aanwervingen, dewelke (deels) dienden te beantwoorden aan de gevolgen van de leeftijdspiramide, door middel van mobiliteit toegestaan bij de Federale Politie. Groot was echter onze verbazing wanneer wij de eigenlijke verdeling van deze effectieven vernamen. Slechts 50 effectieven werden bijkomend aangeworven bij DGJ en DGA, terwijl dit er 85 zijn voor DGS. (+15 CG). Deze verdeling komt niet overeen met de geest van het akkoord dewelke zonder twijfel “meer blauw op straat”(operationele diensten) voor ogen had. In de toekomst dient met dan ook voorrang te geven aan de operationele noden, niettegenstaande wij niet twijfelen dat DGS, om een voldoende steun te kunnen geven aan de operationele eenheden, eveneens een deel van deze extra aanwervingen nodig heeft. De structurele tekorten binnen de “niet operationele eenheden” kunnen opgelost worden door het afbouwen van het aantal directies en bureaucratie.
8.2. Het gevaar van een zekere concurrentie tussen de federale en lokale recherches. Wanneer ons geheugen goed is, dan is de oorsprong van het Octopusakkoord en de wet op de geïntegreerde Politie te vinden in de toenmalige mateloze concurrentie, specifiek voor het gerechtelijke luik, tussen de verschillende politiekorpsen. Wij vrezen dat in de huidige toestand, beide gerechtelijke pijlers van de Geïntegreerde Politie, opnieuw bedreigd worden door een zekere concurrentie. Eerst en vooral dient er hoogdringend werk gemaakt te worden van de wettelijke verplichting en controle mbt het gestructureerd oprichten en versterken van een recherchedienst in de lokale Politiezones, in plaats van enkel een capaciteit te voorzien voor het gerechtelijk werk. Deze maatregel zal het personeel de exclusiviteit van hun gespecialiseerde taken garanderen, een harmonisatie – zonder wrijvingen – m.b.t. de statuten toelaten, en elke bron van jaloezie teniet doen.
Gelet op het feit dat de Onderzoeksrechter totaal onafhankelijk dient te zijn, is hij geen betrokken partij in het arrondissementeel rechercheoverleg. Daardoor worden soms operationele beslissingen, die werden genomen tijdens dit overleg, over het hoofd gezien met frustratie en operationele problemen als gevolg. Er dient een systeem in plaats gesteld te worden, zonder dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt, om de onderzoeksrechter in te lichten waarom bepaalde operationele (zoals inzet van personeel) beslissingen werden genomen.
8.3. DGS ten dienste van allen binnen de beide componenten van de Geïntegreerde Politie 8.3.1. Een aankoopbeleid met respect voor de wettelijke bepalingen, dewelke een echte dienst leveren aan de zones. Het aankoopbeleid dat momenteel door de Federale Politie wordt gevoerd, beantwoordt enerzijds vaak niet aan alle wettelijke bepalingen en anderzijds aan de verwachtingen van de lokale politiezones. Dit beleid dient diepgaand herzien te worden. Anderzijds dient opgemerkt dat diverse Politiezones “autonomie” en “onafhankelijkheid” verwarren. Het herzien van het aankoopbeleid moet dan ook gepaard gaan met meer dwingende maatregelen.
8.3.2. Ondersteunende taak DGS Wij stellen vast dat de dynamische kracht van DGS te lijden heeft. Het gebrek aan personeel, rekening houdende met de organieke tabel, het budget en de norm sensu stricto de 25% kan bereiken. Nochtans stellen we eveneens vast dat bij de versterking van de Federale Politie, naar aanleiding van de laatste sectoriële onderhandelingen, vergeleken met de andere DG’s, DGS gunstiger werd bedeeld. Dit niettegenstaande het duidelijk was dat deze versterking meer op het “blauw op straat” moest gericht zijn. Zelfs wanneer een versterking van DGS zich vertaalt in een versterking van steun aan de Politieman op de straat, dan lijkt dit cijfer nog overdreven. Enerzijds zijn wij de mening toegedaan dat DGS niet als stiefmoeder van de Federale Politie mag behandeld worden, maar anderzijds begrijpen wij evenmin dat er geen analyse werd gemaakt met de exacte en reële behoeften onder de visie van “meer blauw op straat”.
onderwijs ARGUMENT · JUNI 2013
29
VSOA
Tijdelijke aanstelling en Tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD) Het einde van het schooljaar nadert alweer met rasse schreden. Personeelsleden die willen kandideren voor een tijdelijke aanstelling of voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD), doen er goed aan rekening te houden met de voorschriften en reglementeringen van de overheid en die van hun inrichtende macht. Zeker de indieningsdatum (vóór 15 juni 2013) van uw kandidatuur en de manier van versturen (per aangetekende brief of via het net) dienen nauwgezet nageleefd te worden. Zo niet bestaat de kans dat uw kandidaatstelling ongeldig wordt verklaard.
Hoe kandideren voor een tijdelijke aanstelling? 3 Gemeenschapsonderwijs
Alle scholengroepen van het GO! opteren meestal voor een gezamenlijke oproep die door de centrale administratie wordt verspreid. Deze richtlijnen moeten door de directies aan hun personeelsleden tijdig worden meegedeeld. Wie in aanmerking wil komen voor een tijdelijke aanstelling in een wervingsambt tijdens het schooljaar 2013-2014, moet elektronisch kandideren via de website van het GO! (www.go-jobs.be) vóór 15 juni 2013. Er is een handleiding opgesteld waarin u terugvindt welke gegevens en documenten u bij de hand moet hebben om te kandideren en hoe u te werk moet gaan om de gegevens in te voeren. Bovendien kunt u er documenten terugvinden die u bijkomende informatie geven over het kandideren.
Wie geen toegang heeft tot het internet, kan terecht in één van de instellingen van het GO! Daar kan je gebruik maken van een computer met internetaansluiting. Een kandidatuur is geldig voor één schooljaar en moet ieder jaar vóór 15 juni opnieuw ingediend worden. 3 Gesubsidieerd onderwijs
In het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs (gemeentelijk en provinciaal) bestaat dergelijke kandidaatstelling niet. Daar moet u vóór 15 juni 2013 bij de Inrichtende Macht kandideren via een aangetekende brief.
Hoe kandideren voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur? Het recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD) is een voorrangsrecht waarop u zich kunt beroepen wanneer u aan een aantal voorwaarden voldoet. Zo moet u ten minste 720 dagen dienstanciënniteit hebben opgebouwd - waarvan er 600 dagen effectief werden gepresteerd - en dit gespreid over minstens 3 schooljaren. De dienstanciënniteit moet opgebouwd zijn in hetzelfde ambt in één of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap. Wanneer u een beroep wenst te doen op het recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (TADD) moet u eveneens vóór 15 juni uw aanvraag indienen. Deze aanvraag moet gebeuren door middel
van documenten opgelegd door de inrichtende machten en dienen aangetekend verstuurd te worden naar de Raad van Bestuur van de scholengroep (GO!) of naar het schoolbestuur waar men het voorrangsrecht heeft opgebouwd en wenst te laten gelden. Het recht geldt voor elk ambt afzonderlijk en in het secundair onderwijs voor elk ambt van leraar t.a.v. elk vak of elke specialiteit waarin het recht op TADD is verworven. Let op: vakken met een vereist bekwaamheidsbewijs en vakken met een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs worden apart geteld. Indien het recht op TADD verworven is in een vak waarvoor men het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs heeft, dan is het recht ook automatisch verworven voor de vakken waarvoor men het vereiste bekwaamheidsbewijs heeft, maar niet omgekeerd. Kandidaten die reeds een TADD hebben gekregen in een ambt in een school en er minstens één keer zijn aangesteld als TADD’er, hoeven het volgende jaar geen aanvraag meer in te dienen voor dat ambt. Wanneer u uw voorrangsrecht wil uitbreiden naar een ander ambt (of als leraar met een vereist bekwaamheidsbewijs naar een vak waarvoor u een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs hebt), moet u hiervoor wèl een TADD-aanvraag indienen. Eens het recht op TADD verworven, blijft dit voor 5 jaar geldig binnen dezelfde inrichtende macht/schoolbestuur. Karine De Dier Secretaris
VSOA-ONDERWIJS WAS VAN DE PARTIJ OP DE AFSTUDEERBEURS IN GENT wezig met afgevaardigden vanuit scholengroep Panta Rhei en vanuit het CVO “De Avondschool”.
Op dinsdag 26 maart 2013 vond in het ICC in Gent de jaarlijkse afstudeerbeurs van de Associatie Universiteit Gent plaats. Hiervoor waren meer dan 17 000 laatstejaarsstudenten van alle hogescholen en universiteiten in Oost- en West-Vlaanderen uitgenodigd. De opkomst was dan ook een groot succes. Zowel de openbare sectoren zoals: politie, defensie, Belgacom, NMBS-group als heel wat privébedrijven hadden hun medewerking aan de beurs toegezegd. Daarnaast tekenden ook een aantal ziekenhuizen, uitzendbureaus en voedingsbedrijven present en waren ook het bank- en verzekeringswezen, ziekenfondsen, vakbonden, de persgroep Publishing, Volvo Group Belgium, OCMW Gent tot zelfs de Provincie OostVlaanderen en de Vlaamse Overheid vertegenwoordigd.
Uiteraard mocht het VSOA-Onderwijs als onderwijsvakbond niet ontbreken. Wij deelden op de beurs een stand met “FREEZBE”, de jongerenwerking van ACLVB. In deze stand konden jongeren een heel leuk spelletje onder de vorm van een quiz spelen. Daarna gaven wij hen duiding waarvoor men bij een vakbond terecht kan én wat de vele voordelen zijn van een lidmaatschap. Uiteraard probeerden wij hen er ook van te overtuigen dat een goede ondersteuning vanuit onze vakorganisatie een meerwaarde kan zijn tijdens hun loopbaan. Het Stedelijk Onderwijs van de stad Gent en ook het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap was aan-
Karine De Dier Secretaris Oost-Vlaanderen
onderwijs V S OA
30
ARGUMENT · JUNI 2013
VSOA-Onderwijs garandeert optimale dienstverlening
VSOASERVICELINE: respons binnen de 24 uur Een kwaliteitsvolle service naar de leden toe blijft ons leidmotief. Met de VSOASERVICELINE trekken we resoluut de kaart van een verdere optimalisering en vooral professionalisering van onze dienstverlening. Al onze leden kunnen met al hun vragen omtrent: regelgeving, aanstellingen voor bepaalde en doorlopende duur, vaste benoeming, reaffectatie, verlofstelsels, loopbaanonderbreking en de daaraan verbonden onderbrekingsuitkering en premies, prognoses van wedde en pensioen en voor juridische bijstand… terecht bij de VSOASERVICELINE. Dit kan telefonisch tijdens de kantooruren op het nummer: 02/ 529 81 35. U wordt dan uiteraard meteen geholpen. Stelt u uw vraag via e-mail:
[email protected], dan mag u van ons respons verwachten binnen de 24 uur. Voor individuele bijstand kan ieder lid ook op de secretaris van zijn of haar afdeling een beroep blijven doen. Ook een persoonlijk onderhoud na afspraak blijft vanzelfsprekend deel uitmaken van onze dienstverlening. Het VSOA-team
onderwijs ARGUMENT · JUNI 2013
31
VSOA
Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters - in dienst bent getreden in het onderwijs uiterlijk op de laatste werkdag van de 4 maanden volgend op het beëindigen van de studies.
Wie in 2012 afstudeerde en op 25 december 2012 jonger was dan 25 jaar heeft recht op aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters, tenminste als men aan de voorwaarden voldoet. Berekening van het vakantiegeld Voor de berekening van het vakantiegeld baseert men zich op de prestaties geleverd tijdens het kalenderjaar (referentiejaar) dat eraan voorafgaat. Voor wat het vakantiegeld voor 2013 betreft, is dat het kalenderjaar 2012. Studeerde je in 2012 af, dan kon je pas vanaf 1 september 2012 aan de slag in het onderwijs. Dit impliceert, dat je in 2013 slechts op 1/3 van het maximaal bedrag aan vakantiegeld recht zou hebben. Studeerde je in 2012 af en was je op 25 december 2012 jonger dan 25 jaar, dan kom je echter in aanmerking voor het aanvullend vakantiegeld, want ook de periode van 1 januari 2012 tot en met de vooravond van de eerste indiensttreding in het onderwijs telt mee voor de berekening van het vakantiegeld.
Voorwaarden voor het verkrijgen van het aanvullend vakantiegeld Je moet het bewijs leveren dat je: - de leeftijd van 25 jaar niet hebt bereikt op 31 december van het referentiejaar,
Aanvraag van het aanvullend vakantiegeld Het aanvullend vakantiegeld aanvragen, doe je door het aanvraagformulier dat je van onze website kan downloaden, volledig en correct in te vullen en zo snel mogelijk naar dat werkstation te sturen waaronder de school van je eerste aanstelling ressorteert. Verdere informatie lees je in de omzendbrief die je eveneens van onze website kan downloaden. Marnix Heyndrickx Secretaris-coördinator
NIEUWSBRIEF VSOA-ONDERWIJS Alle VSOA-leden kunnen voortaan iedere maand onze Nieuwsbrief digitaal ontvangen! Nog niet ingeschreven? Ga naar www.vsoa-onderwijs.be en teken in via de link “Nieuwsbrief” die je vindt op de homepagina of stuur een e-mail naar:
[email protected] mét vermelding van je naam, lidnummer en e-mailadres waarop je de Nieuwsbrief wil ontvangen.
FAQ In deze terugkerende rubriek plaatsen wij een aantal vaak gestelde vragen van de afgelopen maand in de schijnwerpers. Van ons krijgt u het passende antwoord er bovenop… V | Ik werk als kleuterleidster in een TADD-statuut in het GO! en binnen afzienbare tijd moet mijn zoontje in het ziekenhuis worden opgenomen voor een kleine ingreep. Is het mogelijk om op die dag en indien noodzakelijk ook de dag erna verlof te nemen? A | U hebt recht op 'verlof wegens overmacht'. Dit is beperkt tot 4 werkdagen per burgerlijk jaar. Deze dagen dient u niet aaneensluitend te nemen. Voor dit verlof dient een medisch attest te worden voorgelegd waaruit blijkt, dat uw aanwezigheid bij uw kind noodzakelijk is. Onder 'aanwezigheid vereist', wordt niet alleen uw aanwezigheid thuis verstaan, maar ook aanwezigheid bij ziekenvervoer of in het ziekenhuis. V | Ik ben vast benoemd en werk voltijds in het GO! als leerkracht. Graag had ik een maand voltijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof genomen beginnende op 18 mei 2013 en dit voor mijn dochter die werd geboren op 4 januari 2002 (11 jaar). Graag had ik vernomen:
1) of ik het resterende gedeelte van het ouderschapsverlof kan opnemen tot mijn dochter twaalf jaar wordt (m.a.w. kan ik volgend schooljaar het resterende gedeelte opnemen of moet ik dat dit schooljaar opnemen), 2) of ouderschapsverlof een recht is; m.a.w. kan mijn directie dit ouderschapsverlof weigeren, 3) hoe lang vooraf ik het ouderschapsverlof moet aanvragen? A | 1) Indien u loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof neemt gedurende één maand dan verliest u de resterende periode. Loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof kan alleen in twee delen worden genomen voor en na de zomervakantie en indien dit verlof direct aansluit op het zwangerschapsverlof en het eerste deel maximum één maand bedraagt. 2) Uw directie kan dit verlof niet weigeren; het is een recht. 3) U dient het verlof minstens één week vooraf aan te vragen, zodat uw directie de mogelijkheid heeft om vervanging te voorzien.
Doe volle bak voordeel.
VOORDEEL L
Exclusief voor leden van het VSOA en alle personen die met hen samenwonen. De verzekeringen van ACTELaffinity zijn goedkoper en garanderen u toch een maximale veiligheid en bescherming.
Autoverzekering B ;D.>B DD8B ?9>;"D@D.D@=8AB -=DB A;D-.;D@B =
B@??AB DD8B @=)<;::D@>DB ;8-D@B "D@-D@DB "D@C=+*>=8AD8B0D8=D>B??8=D8C=).DB";;@-DCD8B;?C=?8-B/=)BD+*B;:B;8AD"?CB564B43261BDD8B"@=)<>DCC=8AB "?8B BB D8B /D>?C=8AB "D@";CCD-=AB 9B "D@D.D@=8AB (D>B 9=>D@<>B =8>D@D<8>DB;>=D=)<>?8-B/D<>99@-D@<"D@D.D@=8AB;:B@D==)<>?8-B 4632B432617
E767
564B43261
! ! !
046 046 046
0C?@D9.
E@?8-
,?>99@.@?+*>D8B D8B??8@=)-=8AB (D>B-=D@D8
'=D:<>?C
&?>D@=%CDB<+*?-DB #B"?8-?C=<(D
! !
! !
! !
! !
!
Motorverzekering D@D.D@B9B(;>;@B>DAD8B-DBC??A<>DB@=)B;8-D@B?8-D@DB"?8BA@?>=?8-B/=)BDD8B;8AD"?C7B @??AB;8=8AB.@=)A>B;B-DB@D(=DB";;@B9B(;>;@7
Woonverzekering 99@-D@B;:BD=AD8??@B3D8B;"D@ADC;D8B/?-BDD8B;"D@<>@;(=8AB/@?8-BB-?>B;"D@.;(>B8=D>B?CCDD8B-DB?8-D@D87B =DD+>BD8B9B;8=8ABD8B-DB=8/;D-DCB;@-D8BD: B+=%8>B"D@D.D@-7B'?8.=)B;8=D@;;<>D@BB /D8>B9BD@BD.D@B"?8B-?>B9B8;;=>B;8-D@"D@D.D@-B/D8>7
Bekwaam en professioneel, het Contact Center van ACTELaffinity staat altijd klaar om te luisteren en u snelle en efficiënte oplossingen aan te bieden bij een schadegeval. EDCBA@?>=DCB=@??>BBBE@9<D7