Masterplan RoerDelta te Roermond
Second Opinion
Masterplan RoerDelta te Roermond
Second Opinion 31 juli 2005
ECI complex
Inleiding SECOND OPINION MASTERPLAN ROERDELTA TE ROERMOND
3. Welke fasering in uitvoering van het Masterplan is inhoudelijk mogelijk?
Inleiding In oktober 2004 werd aan ir.K.Rijnboutt een second opinion gevraagd (zie bijlage 1) aangaande het Masterplan RoerDelta en “ in het bijzonder de met het Masterplan voorgestane ruimtelijke ontwikkeling van het Akcros terrein”. De door de Gemeenteraad vastgestelde onderzoeksvraag luidde als volgt: Gevraagd wordt een antwoord op de navolgende vragen: 1. Is het Masterplan, met name voor het gebiedsdeel Akcros, consistent, gezien: a. de bij aanvang gestelde randvoorwaarden; b. de uitgevoerde onderzoeken; c. het gevoerde overleg; d. het gevolgde proces? 2. Waren in het proces, gezien de gevoerde debatten en discussies, andere keuzes mogelijk geweest zonder het concept en de consistentie van het plan aan te tasten?
Voor de uitvoering van het onderzoek is het omvangrijke dossier dat op Masterplan RoerDelta betrekking heeft, bestudeerd. Nadrukkelijk werd in de opdrachtbrief verzocht om van milieuonderzoeken tot gevoerde correspondentie en een alternatief plan - het zogenaamde Plan Wauben - voor de invulling van het gebied kennis te nemen, en het advies mede op deze gegevens en de daarin gevoerde opgenomen motiveringen te baseren. Naast bestudering van het dossier zijn met een twaalftal personen (zie bijlage 2) – allen betrokken bij het project - kortere of langere gesprekken gevoerd. Deze gesprekken hadden een informatief karakter en hadden tot doel van de geïnterviewde personen opheldering te verkrijgen over een aantal details alsook hun mening te horen over hoe het proces al dan niet gefaseerd verder voortgang zou kunnen krijgen.
boven: luchtfoto “De Resident” | onder: maquette “De Resident”
Dilemma Dilemma
van bewonderenswaardige kwaliteit en in het postindustriële tijdperk van
Eind december 2004 bezocht ik samen met Karel Joosten en Peter
grote betekenis voor de ontwikkeling van Roermond. De vervulling van een,
Smolders het RoerDelta gebied. Het was een prachtige morgen. Een
waarschijnlijk al lange tijd gekoesterd verlangen de stad, in de betekenis
eerste, nog niet zeer diepgaande bestudering van het dossier had bij
van de stad als collectief bezit van haar inwoners opnieuw fysiek te hechten
mij de indruk gevestigd dat het gebied, hoewel een schitterende locatie,
aan de Maas. Een nieuw verbond met de rivier. En bovenal een stad – de
buitengewoon veel problemen bevatte. De aanvankelijke planning was
samenleving van Roermond - die in overgrote meerderheid het plan steunde
volstrekt achterhaald, de milieuproblematiek overweldigend, de financiële
en steunt. En toch stagnatie!
vraagstukken nauwelijks oplosbaar, het overleg met “ de watersport”
Maar waarom dan toch die aarzeling, die stroperigheid, hoe een weg te
vastgelopen, en hoewel met een ruime meerderheid in de gemeenteraad
vinden uit het labyrint?
vastgesteld, een Masterplan dat niet onverdeeld gedragen lijkt te worden.
De vergelijking met “ De Resident” in Den Haag in 1990 drong zich aan mij
In dit gesternte, met deze zetstukken op het toneel, bevatte de vraag
op – een list, een list te verzinnen – draagvlak te maken, energie omzetten
naar consistentie van het Masterplan, mogelijk andere keuzes zonder het
in vooruitgang en niet in warmte! Hoe alle partijen achter het plan te
concept wezenlijk aan te tasten en de mogelijke fasering in de uitvoering
verzamelen en met gezamenlijke energie de uitvoering ter hand te nemen?
niet alleen een dimensie van bemoediging en bevestiging maar, althans
Daar lukte het door zes maal zeer intensief workshopoverleg (steeds 24 uur)
zo kwam het op mij over, ook tegelijkertijd een dimensie van twijfel. En
met bestuurders en ontwerpers in 3 maanden tijd te organiseren.
toch, laat ik duidelijk zijn, alhoewel mijn oordeel daaromtrent geenszins
Een eerste indruk bovendien was, dat de ambitie waarmee het project
gevraagd is en dus niet ter zake doet, de analyse, de voorstellen en het
gestart was, om iedereen achter het plan te krijgen, via Stad en Milieu,
concept van het Masterplan voor de RoerDelta acht ik in het algemeen
medezeggenschap van de Adviesgroep waarin weliswaar veel belangen
Op zoek naar consistentie waren vertegenwoordigd, maar waarin de verschillen van die belangen
van aanpak? Consistent werken na een foute diagnose, een overmoedige
omwille van het gemeenschappelijke streven, onvoldoende waren duidelijk
hypothese leidt soms na jaren zwoegen toch naar een doodlopende weg.
gemaakt, zich tegen het project had gekeerd. Althans zich tegen de
Er is “ een Masterplan”, met ruime meerderheid aanvaard en toch -hopelijk
voortgang had gekeerd en voor veel onduidelijkheid had gezorgd. Hier
tijdelijk- stagnatie. Daarom ook opnieuw gekeken, een second opinion
was de consistentie van het proces beschadigd, daar hielpen geen
en misschien nieuwe inspiratie. Er is ook de vraag naar mogelijke andere
overlegsessies en mediations meer tegen.
keuzes zonder het concept wezenlijk aan te tasten. Andere keuzes zijn
Het was een prachtige dag, we liepen over vervuilde grond, met in ons
natuurlijk zeker op ondergeschikte facetten, details, altijd mogelijk, zonder
hoofd een nogal veelzijdig probleem.
het concept aan te tasten. Soms zijn de details juist de sleutel tot succes,
Op zoek naar consistentie Gevraagd is om het Masterplan op zijn consistentie te onderzoeken, consistentie opgevat als duurzaam, logisch, en begrijpelijk. Consistentie leidt niet automatisch tot een gewenst doel. Onderzoekers in de medische wetenschap weten wel beter. De hypothese, gebaseerd op kennis en avontuurlijke veronderstelling, draagt hopelijk in de kern de kans op succes in zich, daarna is er de arbeid van zoeken, proberen, trial and error en hopen op de voorspelde uitkomst. Hier heet de uitkomst “ het Masterplan”. Was de diagnose juist, de hypothese juist geformuleerd, deugde het plan
er springt een herkenbare vonk over en het draagvlak wordt vergroot. Het is in de wereld van de stedenbouw en architectuur maar al te bekend. Plan en proces zijn niet te scheiden, ze horen bij elkaar. Uiterst zelden volgt op een slecht en conflictrijk proces een mooi, duurzaam en door de samenleving gedragen planresultaat, een wijk of buurt, viaduct of gebouw. De vraag naar consistentie in het planproces raakt zo ook de kwaliteit van het plan en zijn onderdelen. Cru gezegd: consistentie in een planproces is mooi, maar het gaat hier niet alleen om streven naar schoonheid, een gerealiseerd concept met trots door de samenleving omarmd maar met hier een daar een klein litteken, is misschien wel beter!
10
omslag: “Een nieuw verbond met de Maas”
Het begin, de verkennende fase Het begin, de verkennende fase In het Plan van Aanpak RoerDelta dat op 29 januari 1998 door de Gemeenteraad werd vastgesteld, wordt een brede strategie uiteengezet voor de ontwikkeling van de RoerDelta. Naast visieontwikkeling, fasering worden voor een groot aantal deelprojecten van de RoerDelta onderzoeken voorgesteld. Met name de voorgenomen deelname aan het door VROM geïnitieerde experimentele project “ Stad en Milieu” alsook het voorstel om een drietal stedenbouwkundige bureaus te selecteren om een stedenbouwkundige verkenning voor het gebied te laten doen, zijn in het kader van deze second opinion nader beschouwd. De geselecteerde bureaus Vollmer en Partners, Quadrat en Heeling Krop Bekkering verrichtten in de eerste helft van 1999 hun verkenning. De resultaten worden na de zomer geëxposeerd, onder de pakkende titel “RoerDelta Roermond. Een nieuw verbond met de Maas” een folder wordt vervaardigd, verspreid en in discussie gebracht. De Adviesgroep bespreekt de voorstellen en schrijft erdoor geïnspireerd te zijn. In de folder wordt door de gemeentelijke auteurs onder meer gesteld: “Het is de Adviesgroep die uiteindelijk aan de gemeenteraad voorstelt welke ontwikkelingsrichting voor
de RoerDelta gekozen moet worden.”
De Adviesgroep –“Allure nader bezien” In het verlengde van het Plan van Aanpak is in maart 1999 een breed samengestelde Adviesgroep met zijn werk gestart. De Adviesgroep adviseert aan de Gemeenteraad (zie Raadsvoorstel van 11 november 1999 vastgesteld op 25 november 1999), zij formuleert “een wensbeeld van het functioneren en de inrichting van het gebied in 2020”, en geeft het stuk als titel “Allure nader bezien” mee. De gemeenteraad aanvaardt het advies en bestempelt het als basis voor de verdere stedenbouwkundige planvorming. Weliswaar geeft de Adviesgroep aan dat met dit advies de verkenningsfase nog niet is afgerond, er moeten met name nog onderzoeken worden gedaan naar bodem, geluid, woningmarkt, cultuurhistorische, archeologische en ecologische waarden, economische aspecten. Daarenboven wenst de Adviesgroep gesprekken te voeren met o.m. de drie stedenbouwkundigen en betrokken te worden bij de uiteindelijke keuze van de stedenbouwkundige. Letterlijk: “De Adviesgroep wil met de bureaus van gedachten wisselen
11
12
omslag: “Allure nader bezien”
De adviesgroep-”Allure nader bezien” over de verwerking van het voorliggende advies alvorens de keuze
Raadsstukken d.d. 25 november 1999). Zelf zeggen de leden dat zij van de
voor een stedenbouwkundige wordt gemaakt.” Tenslotte geeft de
Adviesgroep gaandeweg tot klankbordgroep zijn gedegradeerd. Dit heeft
Adviesgroep aan “ …nadrukkelijk [te] blijven functioneren als adviseur bij de
tot behoorlijke frustraties bij een aantal van hen geleid. In dit licht bezien is
stedenbouwkundige uitwerkingen” etc.
het begrijpelijk dat de groep gaandeweg uiteen is gevallen en nog een zeer
Het advies van de Adviesgroep is voorbereid onder voorzitterschap van
beperkt aantal leden (8?) telt.
de heer Ronken en werd door het merendeel van de oorspronkelijke
In dit verband is mij er van de zijde van de Gemeente op gewezen dat bij
leden van de Adviesgroep ondertekend. Gaande het verdere proces is
de vaststelling van de wijzigingen van het Masterplan in 2002 een motie
de Adviesgroep in steeds mindere mate bij de ontwikkeling betrokken.
door de gemeenteraad is aangenomen om een onderzoek te doen naar de
Klaarblijkelijk en gezien de aanvankelijke uitlatingen van College en
wijze waarop het overleg met de klankbordgroep heeft plaatsgehad, omdat
Raad leefden de leden terecht in de veronderstelling dat zij ook in de
op dat moment geconstateerd werd dat de werkwijze niet tot een breed
vervolgfasen in adviserende zin bij het Masterplan betrokken zouden
draagvlak heeft geleid. Dit onderzoek is uitgevoerd (OZO-Communications)
zijn. Uit verslagen en interviews wordt duidelijk dat de Adviesgroep
en in december door de Raadscommissie voor Economische Zaken
niet betrokken werd bij de keuze van Palmboom & Van den Bout als
besproken. De conclusies op hoofdlijnen van dit onderzoek zijn:
ontwerpers van het Masterplan. Het buro werd in juli 2000 door het
1. Het karakter van het project, gelegen in een gebied met direct
Planteam, waarin destijds vertegenwoordigers van de Gemeente en van
belanghebbenden, leent zich niet voor het aanvankelijk door het
de Ontwikkelingsmaatschappij RoerDelta zitting hadden, gekozen . Hoewel
Ministerie van VROM voorgestane proces, gericht op het creëren
niet letterlijk uit de stukken blijkt, dat de Adviesgroep was toegezegd bij
van een breed draagvlak. Consensus binnen een traject waar
de selectie een rol te mogen spelen, heeft zij hier wel op gerekend (zie
eigen belangen in het geding zijn is niet haalbaar.
13
14
fotocollage uit “Allure nader bezien”
De opdracht aan Palmboom & Van den Bout 2. Hoewel binnen het proces van planvorming geen
projectontwikkelingsmaatschappij B.V., aan Palmboom & Van den Bout
communicatiefouten zijn gemaakt dient het onderdeel
gevraagd is een offerte te doen voor het ontwerpen van het Masterplan
Communicatie (zowel intern als externe) nadrukkelijker in een
RoerDelta. De eerste opzet van de offerte dateert van 20 april 2000. In deze
projectplan te worden opgenomen om acties te stroomlijnen en
offerte staat de volgende zinsnede: “Het programma is niet gefixeerd. Er is
verantwoordelijkheden beter vast te leggen. Uitgangspunten van
een idee van de Adviesgroep over welke functies ongeveer waar zouden
reeds ingezette trajecten kunnen na de start niet meer veranderd
kunnen passen (……). Het gaat dus primair om een kwalitatieve benutting
worden. Zonder dat dit duidelijk gecommuniceerd wordt aan alle
van de potenties van de locatie en het toevoegen van iets bijzonders aan
deelnemers in het planproces.
Roermond.” En dat is wel iets anders, namelijk veel vrijblijvender, dan de
3. Stemhebbende deelname door een ambtelijke afvaardiging aan
conclusies van de Raadsvergadering van 25 november 1999. Namens het
een adviesgroep, met een rol als geformuleerd bij het Roerdelta
Planteam RoerDelta wordt op 26 juni 2000 de opdracht schriftelijk verleend.
project, is ongewenst met het oog op de vooraf geschetste
Hierin is opgenomen dat het Masterplan in een interactief proces met
onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de adviesgroep.
voldoende terugkoppeling naar de Adviesgroep RoerDelta moet worden
De opdracht aan Palmboom & Van den Bout Op 4 april 2000 sluit de Gemeente Roermond met de RoerDelta projectontwikkelingsmaatschappij B.V. (Van de Pol Beheer B.V., Stienstra projectontwikkeling B.V.) een intentieovereenkomst. Uit correspondentie blijkt dat op 7 april 2000, namens de Gemeente en RoerDelta
ontwikkeld. Overigens vragen Palmboom & Van den Bout, terecht, in de voorwaarden voor de opdracht expliciet aan de Gemeente en/of RoerDelta de betrokkenheid van de 3 bureaus die opdracht voor de stedenbouwkundige verkenning ontvingen, af te wikkelen. Deze afwikkeling, is mij gebleken,
15
16
uit: Masterplan Roerdelta Roermond, het ruimtelijk concept
Een eerste conclusie heeft jammer genoeg niet schriftelijk plaatsgehad.
Een eerste conclusie Voor de eerste fase van de ontwikkeling van het Masterplan -van de verkennende fase naar de start van het ontwerpen van het Masterplanis mijn conclusie dat de gemeente onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over de rol en competentie van de Adviesgroep. Ook lijkt in de opdrachtverlening door gemeente en ontwikkelaars aan Palmboom & Van den Bout op het punt van de betekenis van de ideeën en voorstellen gedaan in “ Allure nader bezien” onvoldoende helderheid te zijn verschaft. Voor de leden van de Adviesgroep zijn de voorstellen in “Allure nader bezien” veel meer dan een “niet gefixeerd programma en een idee ongeveer waar welke functies zouden kunnen passen”, zoals Palmboom & Van den Bout formuleren. Hiermede is door toedoen van de opdrachtgevers een onduidelijke situatie ontstaan, zowel voor de leden van de Adviesgroep als voor de betrokken ontwerpers die een aanzienlijk groter creatief speelveld dachten tot hun beschikking te hebben. Deze onduidelijke situatie, die mede ontstond door de frustratie bij de leden van de Adviesgroep niet
betrokken te zijn geweest bij de keuze van de ontwerpers en het niet klip en klaar beëindigen van de relatie met de eerdere stedenbouwers, heeft ook de relatie van Palmboom & Van den Bout, vooral in het begin, met de Adviesgroep lastiger gemaakt dan noodzakelijk was. Natuurlijk hebben Palmboom & Van den Bout als professionals “Allure nader bezien” naar de geest willen volgen en ruimte gezocht voor interpretatie. Bij dilemma’s of nieuwe inzichten hebben ze hun motieven ter discussie gesteld. Naar mijn mening ligt hier één van de oorzaken, misschien wel de belangrijkste voor de spanning en conflicten die zich in de volgende jaren hebben voorgedaan. Veel irritaties over en weer hadden voorkomen kunnen worden als de rol van de Adviesgroep door de Gemeente -opnieuw, maar dan wellicht als begeleidingsgroep of klankbordgroep - was gedefinieerd. Terzijde, en van nauwelijks minder belang dan het voorafgaande en voor de ontwerpers lastig te hanteren, moet nog worden opgemerkt dat de rol van een aantal leden van de Adviesgroep van begin af “ingewikkeld” namelijk “dubbel” was. Zij moesten niet alleen handelen als burger met het algemeen belang van de stad voor ogen, maar ook vroeger of later hun positie als bezitter van onroerend goed en/of als eigenaar van een bedrijf onder ogen
17
18
uit: Masterplan Roerdelta Roermond, plankaart
Het Masterplan vastgesteld zien. Toen het plan zich in een richting ontwikkelde dat die posities moesten
industrieel karakter van het gebied met als speerpunt het ECI complex
wijken, werden de eerder gesignaleerde spanningen eens te meer te groot.
compleet met een functionerende waterkrachtcentrale. Er is ook vergaande
(Zie ook conclusie 1 van het onderzoek van OZO-Communications)
congruentie tussen de voorgestelde bebouwing op het Akcros terrein,
Het Masterplan vastgesteld Rond de jaarwisseling van 2001/2002 besluit de Gemeenteraad met ruime meerderheid positief, zij het met een aantal amendementen over het Masterplan. Zonder het Masterplan diepgaand te analyseren zijn er een aantal opvallende facetten die hier genoemd moeten worden. Het door de Adviesgroep in “ Allure nader bezien” aanbevolen opengraven van de gedempte Molenbeek (o.a. vanwege herstel van de waterstructuur en ecologische aspecten) wordt in het plan niet overgenomen. De keuze om dat niet te doen wordt naar mijn mening doeltreffend beargumenteerd. Centraal in dit deel van het Masterplan staat het nieuwe park langs de Roer. Het is de essentiële keuze van de ontwerpers om met een ander element, maar met inachtneming van dezelfde doelstellingen (ecologie, waterhuishouding, geschiedenis en schoonheid), het plan op hoofdlijnen te structureren. Uitgangspunt is ook het herkenbaar houden van het
tussen de voorstellen uit “Allure nader bezien” en het Masterplan. Andere, in het vooroverleg rond de vervaardiging van het Masterplan, gegeven commentaren zijn in het algemeen redelijk positief. De stichting Ruimte is overwegend positief, met uitzondering van de inrichting van het Akcros terrein (ca. 15% van het oppervlak): zij noemt dat een miskleun (13 augustus 2001). De wijze waarop het Masterplan de vervuiling te lijf gaat ontmoet in het algemeen instemming, afdekken met bijvoorbeeld parkeer-accomodaties, waardoor tegelijkertijd een veilige hoogte voor het immer rijzende rivierwater kan worden ingesteld. In het Masterplan wordt gekozen voor grote ruime hoven die garant moeten staan voor een rustig, stil, namelijk niet door verkeerslawaai gehinderd, woonmilieu. In en om het Akcros terrein is in het oorspronkelijk Masterplan geen plaats voor bestaande gebouwen of bouwsels met uitzondering van de keukenshowroom van Brugman. De watersport, die t.z.t moet wijken
19
20
boven: boerderij Hawinkels | onder: De chemische fabriek v/h Dr.A. Haagen na 1926
boven: fragment “monument 1869”
Het Masterplan vastgesteld voor de herstelde relatie met de rivier (hier wordt het nieuwe verbond
a) Mogelijkheden en gevolgen nader onderzoeken van het geheel
met de Maas heel duidelijk), is en blijft overwegend tegen het plan. De
of gedeeltelijk behoud van het gemeentelijke monument 1896,
argumenten zijn in het plan ook hier helder en worden in het algemeen
de bedrijfsvilla’s en de boerderij Hawinkels voor de aspecten
bestuurlijk onderschreven.
stedenbouw, sanering en exploitatie, en hierbij als suggestie van
De amendementen ingediend n.a.v. het raadsbesluit betreffen onder meer
het plan Wauben te betrekken:
het behoud van een aantal gebouwen en bouwsels in het gebied zoals:
b) Mogelijkheden en gevolgen nader onderzoeken van het
1. het gemeentelijke monument 1869
opengraven van de gedempte Molenbeek op stedenbouwkundige
2. de bedrijfsvilla’s
aspecten, milieuaspecten en exploitatie, en hierbij als suggestie
3. de boerderij Hawinkels
het plan Wauben betrekken;
4. het opengraven van de gedempte Molenbeek, respectievelijk
c) Mogelijkheden en gevolgen nader onderzoeken van een
het zoeken van een symbolische inpassing van de gedempte
symbolische inpassing van de gedempte Molenbeek in de
Molenbeek
openbare ruimte.
5. het bruggetje Hellegat
d) en e)
6. het behoud van de schoorsteen op het Akcros terrein
f)
…en verder
Het commentaar van de Adviesgroep RoerDelta te betrekken bij
Niet alle amendementen die werden ingediend werden aangenomen.
verder uitwerking van het plan met uitzondering van de verzoeken
Uiteindelijk is het geamendeerde besluit als volgt geformuleerd:
inzake behoud bruggetje Hellegat en behoud schoorsteen.’
‘besluit in te stemmen met het voorliggende Masterplan RoerDelta indachtig de nog te verrichten nadere uitwerkingen waaronder expliciet:
21
22
omslag: Norberg-Schulz, Genius Loci, towards a phenomenology of architecture
De afwikkeling van de amendementen nader bekeken De afwikkeling van de amendementen nader bekeken
“A place is a space which has a distinct character. Since ancient times
In 2002, nadat de Gemeenteraad het Masterplan had vastgesteld,
the genius loci, or ‘spirit of place’, has been recognized as the concrete
werd allerwegen overlegd, gestudeerd en getekend om de vragen die
reality man has to face and come to terms with in his daily life. Architecture
in de amendementen waren gesteld, op te lossen. Palmboom & Van
means to visualize the genius loci, and the task of the architect is to create
den Bout werkten aan een nieuwe verkaveling om te onderzoeken of
meaningful places, whereby he helps man to dwell.”
aan de amendementen tegemoet gekomen kon worden. Zij legden hun
“Een plek is een plaats met een eigen karakter. Sedert de oudheid wordt
bevindingen neer in “RoerDelta Roermond Aanpassingen Masterplan
het “genius loci”, of “het geheugen van de plek” beschouwd als de
09 april 2002 resp. 25 september 2002”, waarvan ik bij mijn vervolg
“stoffelijke” werkelijkheid die de mens niet alleen onder ogen moet zien,
onderzoek gebruik heb gemaakt. Voor zover de amendementen bouwsels
maar waarmee hij in zijn dagelijks leven ook moet leren leven. De betekenis
of gebouwen betroffen die lagen op of in de onmiddellijke omgeving van
van architectuur is ook het genius loci -het geheugen van de plek- zichtbaar
het Akcros terrein. Alle benoemde “ onderdelen” -het monument 1869,
te maken en het is de taak van de architect (lees hier stedenbouwer) om
de villa’s, de boerderij, de verdwenen Molenbeek, het bruggetje en de
betekenisvolle plekken te scheppen om zodoende de mens te helpen zich
schoorsteen- zijn of waren historisch van aard en zijn of waren zetstukken
te vestigen.”
op het toneel van de geschiedenis van het gebied. In het dialect van de
“The structure of a place is not a fixed, eternal state. As a rule places
architectuur en de architectuurgeschiedenis vertellen deze artefacten iets
change, sometimes rapidly. This does not mean, however, that the genius
over het “ genius loci”, meestal niet geheel letterlijk vertaald met “de geest
loci necessarily changes or gets lost (…). Stabilitas loci is a necessary
of het geheugen van de plek”. Christian Norberg-Schulz schrijft in zijn boek
condition for human life”.
Genius Loci (Towards a phenomenology of architecture):
De structuur van een plek is niet een onveranderlijke, “eeuwige” structuur.
23
24
voorgevel “monument 1869”
“lappendeken”-”versteend archief”
Het gemeentelijk “monument 1869” In de regel veranderen plekken, vaak in hoog tempo. Echter, dit betekent
Het gemeentelijk “monument 1869”
niet dat het geheugen van de plek noodzakelijkerwijs ook moet veranderen
De uiteindelijke bescheiden keus in het geamendeerde plan is (zie de
of verloren gaan (…). Consistentie van de plek is een noodzakelijke
genoemde boekjes van Palmboom & Van den Bout), dat afgezien van
voorwaarde voor menselijk leven. Tot zover Norberg-Schulz.
een uitstekend gewijzigde hovenverkaveling, alleen een rudiment van
Ik interpreteer vragen om de “ benoemde” onderdelen geheel of gedeeltelijk
het “monument 1869” - dat overigens uit 1926 dateert, 1869 is het
te behouden respectievelijk terug te brengen als vragen om het geheugen
geboortejaar van de chemische fabriek van Dr. A. Haagen, zie Stichting
van de plek te bewaren. In dit, voor het postindustriële tijdperk, typische
Monumentenhuis Limburg, Roermond ISSN 1566-2500 proj 2001-335
project is dit, mijns inziens, een heel begrijpelijke vraag. Het is voor het
dd 2002” - als follie bewaard zal blijven. Dat is mijns inziens in concreto
positief beantwoorden van die vraag niet belangrijk of die gebouwen of
een minimaal resultaat, bovendien vanuit de staande opvattingen over
bouwsels “gecanoniseerde” monumenten zijn. Ze hebben in de beleving
het bewaren van een op dit moment nog redelijk compleet -gemeentelijk-
van mensen veel meer een grote emotionele waarde.
monument hoogst ongelukkig. In dit verband verwijs ik naar het eerder
De strekking van de vragen komt erop neer, dat er onderzocht moet worden
genoemde onderzoek pag 2 – 8 onder het criterium “Schoonheid”,
of er - in weerwil van het grote monumentale ECI-complex dat behouden
hedendaagse esthetica, waar zich de volgende zeer interessante passage
blijft - meer alledaagse elementen uit het verleden in het nieuwe plan, zo
bevindt:
mogelijk argeloos, ingepast kunnen worden. Norberg-Schulz beschouwt dit
“De fabriekshal, relict van het fabriekscomplex ‘Chemische Fabriek v/h
als buitengewoon waardevol voor de continuïteit van menselijk handelen,
Dr A. Haagen’ met haar zeer gaaf bewaard gebleven uitmonstering in
ik deel die opvatting en Palmboom & van den Bout denken er niet anders
‘Rundbogenstil’ heeft een hoge hedendaagse esthetische waarde. Deze is
over!
vooral het gevolg van het kwalitatief hoogwaardige ontwerp dat goed oogt
25
26
brief GGD
rapport Search
Het gemeentelijk “monument 1869” door de juist afgewogen proporties. / De bouwsporen die zich in de muren
ik hieronder reproduceer en een onderzoeksrapport van Search dat
van de fabriekshal voordoen, tonen een lappendeken van bouw, verbouw
concludeert dat indien het interieur van het gebouw gebruikt gaat worden er
en aanpassingen. Naast bouwhistorische kwaliteit geeft dit een meerwaarde
grote kosten gemaakt moeten worden. Search beveelt aan om de vloeren
aan de uiterlijke identiteit van het pand. Het is van belang dit versteend
te verwijderen en eventueel nieuwe aan te brengen.
archief op te nemen en in stand te houden bij een nieuwe herbestemming”.
Op grond van de GGD brief zou ik minimaal in overweging willen geven
Kortom het verhaal dat in de “lappendeken” word verteld geeft vanuit
het gebouw niet voor gebruik open te stellen, de wanden en vloeren
deze gezichtshoek juist een meerwaarde aan het gebouw. Het gaat hier,
te verzegelen met een afdichtende laag en het zo voor de toekomst
volgens de onderzoekers niet om enige non-descripte restanten maar om
te bewaren. Nu of later kan dan alsnog overwogen worden het verder
een “versteend” archief. Daarom is ook het bewaren van deze “gevels”
te reinigen. Mocht deze reversibele oplossing evenwel niet tot de
waardevol.
mogelijkheden behoren, dan is het bewaren van een fragment in mijn ogen
Als het gebouw niet bewaard kan worden omdat het door en door
nutteloos en ook als zogenaamd kunstwerk niet gelegitimeerd.
vergiftigd is - waar overigens genuanceerd over gedacht wordt, maar daarover zo meteen meer - is het naar mijn mening na goede documentatie beter het geheel te slopen in plaats van er een gemutileerd fragment van te bewaren. Of het hele corpus behouden, of niets, maar niet een oog, een oor en een been. Ter zake van de vergiftiging van het bouwwerk waren er twee stukken in het dossier voorhanden. Een brief van de GGD Midden Limburg die
De bedrijfsvilla’s en het opengraven van de gedempte Molenbeek Voor wat betreft het niet handhaven van de bedrijfsvilla’s alsook de afwijzing van het herstel van de loop van de Molenbeek – die overigens ook al was voorgesteld in ”Allure nader bezien” en niet gehonoreerd is in het Masterplan-stadium – acht ik het standpunt van de ontwerpers,
27
28
vogelvluchtperspectief plan Wauben
De bedrijfsvilla’s en het opengraven van de gedempte Molenbeek ontwikkelaars, en bestuur begrijpelijk. Het is ook in lijn met het voorafgaand
kende ik al geruime tijd in ander verband. De bewoners van de voormalige
overleg, de genomen ontwerpbeslissingen respectievelijk bestuurlijke
boerderij ontmoette ik voor het eerst.
besluitvorming. Een ander standpunt innemen zou hier ook een
We spraken uitvoerig over de gebeurtenissen in de afgelopen jaren. Uit het
fundamenteel ander plan tot gevolg hebben.
dossier kende ik het plan dat Wauben had vervaardigd, op mijn verzoek
De boerderij Hawinkels en het plan Wauben In het dossier is een zeer uitvoerige correspondentie voorhanden rondom de boerderij van de heer Hawinkels. Ook hier speelt naast de eventuele monumentwaarde het emotionele aspect van het geheugen van de plek een rol. Daarenboven is het gebouw met annexen op dit moment woning en bedrijf van de heer Hawinkels en zijn partner. Dat maakt de situatie extra delicaat. Het in opdracht van de eigenaar vervaardigde alternatieve plan van Bart Wauben gaat uit van het behoud van de voormalige boerderij overigens met eliminatie van de garageboxen. In het Masterplan is naar de mening van gemeentebestuur en ontwerpers één en andermaal geen plaats voor de voormalige boerderij. Op 10 januari 2005 had ik een ontmoeting met mevrouw Mary Vossen en de heren Hawinkels, Wauben en Cartigny. Bart Wauben en Willem Cartigny
lichtte hij een aantal aspecten toe. Het werd mij duidelijk dat er helaas nimmer een rechtstreeks contact met Palmboom had plaatsgevonden. Wellicht had bij zo’n ontmoeting over en weer voor elkaars ideeën begrip kunnen ontstaan. Cartigny zette het standpunt van de Stichting Ruimte rond het Akcros terrein kort uiteen, ook dat kende ik uit het dossier en uit stukken die hij mij eerder had aangereikt. De heer Hawinkels en mevrouw Vossen documenteerden op mijn verzoek een aantal op dat moment nog witte plekken in mijn dossierkennis. Hierbij kwamen onder meer het akoestisch onderzoek RoerDelta Roermond, vergelijking plan Wauben en plan Palmboom van Cauberg-Huijgen d.d. 21 augustus 2002, in opdracht van de heer Hawinkels gedaan, aan de orde. De conclusies van het rapport, met name voorzover het de 29 contourberekeningen betreft, waren voor mij een “eye opener”. Het voorstel van Wauben, deels als “open klankkast benoemd, blijkt er qua
29
30
fotomontage rood gemarkeerd zijn (van boven naar beneden) monument 1869, de schoorsteen en boerderij Hawinkels
De boerderij Hawinkels en het plan Wauben geluidsbelasting niet slechter af te komen dan het Masterplan, integendeel.
mijn opmerkingen over het opengraven van de gedempte Molenbeek)
(Overigens is mij uit een onderzoek van Witteveen + Bos dd 23 Augustus
en de argumenten over en weer afwegende, kom ik tot de conclusie
2002 gezonden aan de Gemeente Roermond gebleken dat Witteveen +
dat het plan van Palmboom & Van den Bout het in kwalitatief opzicht
Bos een tegenovergestelde conclusie trekken.)
wint. Zowel de kansen voor het wonen, het in bedwang krijgen van de
Een belangrijk deel van het gesprek handelde daadwerkelijk over het plan
bodemverontreiniging, als de ecologische kwaliteiten rond het nieuwe
dat Wauben vervaardigde, waarbij het mij duidelijk werd dat in de nieuwe
Roerpark acht ik hoog. Het alternatief plan Wauben scoort hoger als het
context het complex autostallingen met opzet niet in de tekeningen waren
gaat om het bewaren van een aantal artefacten die deel zijn van het genius
opgenomen en dus in het vervolg buiten beschouwing kon blijven. Het
loci.
gesprek leverde, aan de hand van documenten, kaarten en (oude) foto’s,
Alles afwegende deel ik de mening van gemeentebestuur en de opstellers
nieuwe achtergrondinformatie op, bij het reeds aanwezige dossiermateriaal.
van het plan dat in het voorliggende ontwerp de voormalige boerderij als woning (en stallingbedrijf) niet te handhaven is. Als dat het enig mogelijk
Uit het dossier is mij duidelijk geworden dat een aantal malen ook door de
gebruik zou zijn, is het ook mijn mening dat het gebouw niet in te passen
gemeente uitvoerig schriftelijk is ingegaan op de argumenten van de heer
is in de voorgestelde verkaveling en dus gesloopt zou moeten worden. Of
Hawinkels en mevrouw Vossen. De stedenbouwkundige van de gemeente,
het woonhuis als gebouw met een totaal andere bestemming, bijvoorbeeld
Mans Hofhuis, heeft ook zeer uitvoerig en vakmatig gereageerd op de
gebouw met educatieve bestemming, voorlichtingscentrum c.q.
voorstellen van Wauben.
horecafunctie absoluut niet inpasbaar zou zijn is een vraag die onderzocht
De stedenbouwkundige kwaliteiten van het plan Palmboom & Van den
kan worden: ik kom hier later op terug.
Bout en het alternatief van Wauben vergelijkende (zie in dit verband ook
Nadere bestudering ter zake van de exacte geografische positie van
31
32
Aldo Rossi, school in Fagnano Olona
boven: Aldo Rossi, school in Fagnano Olona | onder: Enric Miralles, restauratie fabriek La Llauna te Barcelona
De boerderij Hawinkels en het plan Wauben de schoorsteen, het monument 1869 en de boerderij Hawinkels ( zie
en zijn school in Fagnano Olona die rond een fabrieksschoorsteen
ook blz. 14 van de “Aanpassingen Masterplan, d.d 09 april 2002” van
is gecomponeerd. Opnieuw moet hier gewezen worden op de
Palmboom & Van den Bout), door mij gedaan om te begrijpen waarom
betekenis van het voorgaand industriële tijdperk en de waarde van
uit stedenbouwkundige overwegingen de gehele of gedeeltelijke sloop
gebouwde elementen van destijds. Ook in het stedenbouwkundig
van deze bouwsels wordt voorgesteld, heeft mij tot het volgende inzicht
programma van Barcelona in het post-Franco tijdperk, dat een
gebracht.
aantal stedelijke parken opleverde, spelen fabrieksschoorstenen
1. Dat het hier eerder ingenomen standpunt om het monument 1869
als stedenbouwkundige elementen die het geheugen van de stad
mogelijk in zijn geheel te behouden, tot een vergroting van het hof
bewaren, een vooraanstaande rol.
waarin het gebouw is gesitueerd moet leiden. Zonder daar een
In de tussenstand uitwerkingen Masterplan 24 april 2002
waardeoordeel aan te verbinden lijkt dat niet onmogelijk.
pagina 3, punt 2, wordt gesteld dat “de schoorsteen als stedenbouwkundig element ingepast kan worden, dus niet om
2. Dat met betrekkelijk weinig moeite de schoorsteen in het plan een
monumentale redenen”.
plaats kan krijgen. ( Hoewel de schoorsteen in het raadsbesluit is
Juist gezien het feit dat Roermond en met name de RoerDelta
uitgesloten als het gaat om onderzoek naar inpassing, veroorloof
in de ontstaansgeschiedenis van de industriële revolutie van
ik mij toch een nadere beschouwing.)
ons land (de 19e eeuw) een hoofdrol speelde en tegelijkertijd de
Industriële schoorstenen hebben in het recente debat in de
schoorsteen goed inpasbaar lijkt, zou in lijn met de genoemde
kringen van architecten en architectuur een bijzondere plaats. Ik
tussenstand van 24 april 2002 een ander besluit dan sloop,
verwijs hier naar het architectuurtheoretische werk van Aldo Rossi
namelijk behoud, meer voor de hand hebben gelegen. De
33
34
boven: fot Pireaus, KNSM eiland Amsterdam | onder: plattegrond Pireaus
schema ontwerpproces
De boerderij Hawinkels en het plan Wauben eventuele belemmering van het uitzicht van woningen is een
voorlichtings- of educatiecentrum, desnoods samen
vraagstuk dat te zijner tijd in het architectonisch ontwerp goed op
met een daghoreca bestemming. Wellicht in relatie met
te lossen is.
de geschiedenis van plan en proces van dit RoerDelta
3. De eerder genoemde nadere bestudering naar de precieze geografische situatie van de voormalige boerderij heeft bij mij tot
project. b. Het is niet ondenkbaar de boerderij als niet-
de volgende overwegingen geleid (ik verwijs hierbij naar de fasen
woongebouw te passen in het stedenbouwkundig
in het ontwerpproces van het kolosale Pireaus gebouw waar een
concept door aanpassing van de hofstructuur. De
bestaand industrieel gebouw de herinnering aan een voorbije
aanliggende hof zou beperkt verkleind moeten worden,
havengeschiedenis levend houdt).
dit zal tot een geringe bijstelling van het woningaantal
a. Als woning is inpassing – en het gaat hier om de opname van de boerderij in de massa van het
leiden. c. Het is niet ondenkbaar de boerderij als niet-
voorgestelde bouwblok – mijns inziens niet mogelijk.
woongebouw te integreren in het architectonisch
De “uitoefening” van het wonen, 24 uur per dag met
concept van het te zijner tijd te ontwerpen
alle facetten van privacy en uitstraling kan ik mij in
woningcomplex. De stedenbouwkundige verkaveling
deze verweving van functies niet voorstellen. Het is te
kan dan in principe ongewijzigd intact blijven.
geforceerd. De integriteit van de woonfunctie wordt te
d. De afweging om of het één of het ander te doen
zeer geschaad. In mijn perceptie is het wel denkbaar het
ofwel de voormalige boerderij toch te slopen, hangt
gebouw een -min of meer- publieke functie te geven,
niet alleen af van de appreciatie van het gebouw in
35
36
boven: schets uit Masterplan blz.71
schetsen van RVR, suggestie mogelijke inpassing boerderij Hawinkels
Het eventuele behoud van het bruggetje Hellegat relatie tot de nieuwe context. Het besluit is evenzeer afhankelijk van het moment van realisering van het
Conclusie 1) In het begin van dit document heb ik de vraag gesteld of
aanpalende woongebouw en de te kiezen strategie en
de hypothese waarop plan en proces zijn gebaseerd, juist
uitvoeringswijze van de grondsanering.
geformuleerd zijn. Nu, na bestudering van alle facetten, beantwoord ik deze vraag bevestigend.
e. Op grond van de ligging van de voormalige boerderij in relatie tot de voorgestelde verkaveling alsook de
2) De vraag of het proces bij het tot stand komen van het Masterplan
bovenstaande overwegingen, kom ik tot de conclusie
de kwalificatie “consistent” verdient, kan niet geheel met “ja”
dat het bewaren van dit gebouw en het eraan toekennen
worden beantwoord. Misschien is “ja-mits” meer op zijn plaats.
van een niet-woonfunctie (sine qua non!) het concept
Zoals ook door OZO-Communications is verwoord, is er over de
van het Masterplan niet aantast.
samenstelling en rol van de Adviesgroep het één en ander op te
Het eventuele behoud van het bruggetje Hellegat Over het eventuele behoud van het bruggetje Hellegat is in de Raad van Roermond op 16 Maart 2004 gesproken en besloten de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te adviseren de brug niet aan te wijzen als Beschermd Monument. De bij het voorstel gevoegde notities en berekeningen geven een duidelijk beeld van de zwaarwegende argumenten om tot dit oordeel te komen. Ik heb één en ander voor kennisgeving aangenomen.
merken. Hiervoor is de Gemeente verantwoordelijk. 3)
Inzoomend op het Akcros terrein was er op het punt van de afwikkeling van de amendementen aanzienlijk meer mogelijk geweest, maar dat kan alsnog op orde worden gebracht. Dat betekent natuurlijk ook dat erop details andere keuzes mogelijk zijn resp. waren geweest zonder het concept en de consistentie van het plan aan te passen. Ik ben hier in het voorafgaande uitvoerig op ingegaan. Juist op het punt van de details zoals
37
het Monument 1869, de schoorsteen en de boerderij en dus
dat partijen af te zien van onnodige prestige en ogenschijnlijk
het behouden van het genius loci “de geest van de plek” kan
heilige standpunten. Er is juist nu behoefte aan een laatste
mijns inziens ook in kwalitatief opzicht nog een fundamentele
ontspannen stap in het overleg, moed en grandeur! Natuurlijk
slag gemaakt worden, die ook op het alsnog vergroten van het
zou het proces ook erg gebaat zijn bij een reëel financieel
draagvlak voor het plan van wezenlijk belang kan zijn.
perspectief op voortgang en spoedige realisering. Dat doet ook
4) Het is mijn indruk dat de ontwikkeling van het RoerDelta project op dit moment overwegend stagneert door de huidige
van de ontwikkelende partij. Nieuw elan, reflectie op de juiste
marktsituatie, die de financiering van het project en het nemen
samenstelling van de ontwikkelende partij en het besef dat hier
van doorslaggevende investeringsbeslissingen belemmert.
een unieke kans ligt voor een “Nieuw Verbond met de Maas” zou
In deze context worden op zichzelf oplosbare vraagstukken,
de inspiratie ook nieuw leven geven.
details in het plan, het alibi voor de stagnatie. Plan en proces zijn
38
een beroep op besluitvaardigheid en creativiteit aan de zijde
5) Om een nauwgezette betrouwbare fasering te bepalen hebben
onafscheidelijk en wederzijds afhankelijk. Er is mij enige malen
mij de gegevens ontbroken. Toch ben ik in staat om op grond
gesuggereerd voor te stellen het Akcros terrein niet te bebouwen
van mijn onderzoek te stellen dat het van het grootste belang
en er een park op in te richten. Afgezien van het economisch
is het Masterplan verder te ontwikkelen en daadwerkelijk op
verlies, is dat mijns inziens voor het Masterplan en nog meer
(deel-) bestemmingsplan(nen) uit te werken. Het is grosso
voor het proces, een nederlaag. De vraagstukken rond geluid,
modo een heel goed Masterplan en Roermond verdient, na
vervuiling, schoorsteen en boerderij moeten niet overdreven
alle inspanningen, een positieve ontwikkeling in de RoerDelta.
worden. Ze zijn oplosbaar! Om ze op te lossen is het nodig
Daarom moet het Masterplan naar het juiste wettelijke niveau
Conclusie worden getild. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden
gemeenschapsvoorziening, op weg naar de in het Masterplan
dat het plan om het financieel sluitend te krijgen wellicht nog
geschetste wereld van hoven en tuinen langs de Roer, een
een “ verdichtings-slag” moet ondergaan en dus niet als een
positieve “spin off” voor de stad hebben.
“krimpkous” om de voorgestelde bebouwing moet worden geformuleerd. Natuurlijk moet er een oplossing komen voor de
Tegen de achtergrond van mijn conclusies rond de afwikkeling van de
grote financiële vraagstukken in de grondexploitatie. Dat vraagt,
amendementen en de kansen die er zijn, met behoud van enige van
ik stel het eens te meer, om nieuw elan bij de ontwikkelende
de bestaande artefacten, acht ik het mogelijk dat er alsnog een grote
Opdrachtgevers en de Gemeente. In dit verband wijs ik er ook
kwaliteitsslag gemaakt wordt. Daarom pleit ik als optimale uitwerking
op dat “Het nieuwe verbond aan de Maas” essentieel is voor een
voor het zo snel mogelijk, dus als tweede of derde fase na Loesbleik,
vitale toekomst voor Roermond. Er moet dus ook nu echt aan een
realiseren van de bebouwing op het Akcros terrein. Dan kan dit deel
oplossing gewerkt worden voor (en met) “de watersport”.
van het Masterplan zelfs over 10 jaar bewoond zijn.
Het lijkt logisch te starten met Loesbleik en pas later (5-10 jaar) de bebouwing op het Akcros terrein te realiseren. Tijd doet soms wonderen, ook voor de waardering van oplossingen. Toch ben ik van mening dat de bebouwing langs de Bisschop
Prof. Ir. Kees Rijnboutt
Lindanussingel inclusief het Akcros terrein van eminent belang
1 Augustus 2005
is voor de kracht van het plan. Daar moet nu definitief links- of rechtsom besloten worden. Daarna kan een tijdelijke inrichting als
39
40
bjilage 1: opdrachtbrief
Bijlagen
F.J. Palmboom
P.J.J. van Pol
J.J. Vaessen
H.A.M. Hawinkels
M.H.J. Vossen
W.A.J. Cartigny
B.W. Wauben
H.C.F. Smeets
A.H.A. Lensen
J.F.B. van Rey
P.C.W. Smolders
K.G.M.C. Joosten
41
bjilage 2: namenlijst geïnterviewden
42
Colofon
opdrachtgever:
Gemeente Roermond
Sector Ruimte
Postbus 900
6040 AX Roermond
second opinion door:
prof. ir. Kees Rijnboutt
ir. Jaap Hoving
Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt b.v.
Barentszplein 7
1013 NJ Amsterdam
tel. 020 - 5304810
fax 020 - 5304820
43