Aanvraagdossier accreditatie
MASTER TANDHEELKUNDE NIJMEGEN Driejarige masteropleiding tot tandarts aan de Radboud Universiteit Nijmegen
Nijmegen, augustus 2008
Inhoudsopgave Inleiding en motivering Landelijke ontwikkeling Nijmeegse uitwerking
3 3 3
Basisinformatie en referentiekader A Gegevens van de instelling B Basiskenmerken van de nieuwe opleiding C Domeinspecifiek referentiekader D Beschrijving van het programma
5 5 6 7 9
Opleidingsbeschrijving ten behoeve van het beoordelingskader
11
1
Doelstellingen van de Nijmeegse masteropleiding tandheelkunde 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Master eindkwalificaties 1.3 Oriëntatie wo
11 11 13 19
2
Het programma van de masteropleiding 2.1 Eisen wo 2.2 Relatie doelstellingen-programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur
20 22 23 26 27 28 29
3
De inzet van personeel 3.1 Eisen wo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit
29 29 30 32
4
Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding
33 33 35
5
Interne kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrokkenheid
35 35 39
6
Condities voor continuïteit 6.1 Afstudeergarantie 6.2 Investeringen 6.3 Financiële voorzieningen
40 40 40 40
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5.1: Bijlage 5.2: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11:
ADEE: Competences for the European dentist CanMEDS model: definities van de zeven rollen Zeven academische competenties (Radboud Universiteit en TU Eindhoven) Overzicht van competentiedomeinen in het Raamplan Tandheelkunde 2007 Programma driejarige bachelor tandheelkunde Nijmegen Programma driejarige master tandheelkunde Nijmegen Lijncoördinatoren in het Nijmeegs curriculum tandheelkunde Onderwijsblokken in het eerste masterjaar: compacte beschrijving Wetenschappelijk personeel Aanpassing tweejarige master tandheelkunde na visitatie 2005/2006 Onderwijs in de profielen van de tweejarige master tandheelkunde Wetenschappelijke stage in de tweejarige master tandheelkunde
43 43 44 45 46 48 49 50 51 70 72 75 80
3
Inleiding en motivering Landelijke ontwikkeling De positie van de tandarts in het Nederlandse zorgstelsel verandert. 1 De toekomstige tandarts zal zich meer richten op moeilijker behandelingen en op complexere patiëntenproblematiek. Interculturele en maatschappelijke diversiteit, alsmede demografische veranderingen vragen veel van de tandarts in termen van voorlichting en communicatie. De toekomstige tandheelkunde zal een nog hogere academische en professionele bekwaamheid vragen op basis van een bredere kennis uit verschillende wetenschapgebieden. Deze competenties vergen een wetenschappelijke opleiding van in totaal zes jaar. In de tandheelkundige zorg zal de tandarts in de toekomst meer dan tot nu toe in teamverband samenwerken met mondzorgkundigen, preventiemedewerker(st)ers, tandartsassistenten en anderen. Deze zullen op basis van een HBO- of MBO-opleiding een belangrijk deel van de tandheelkundige zorg op zich nemen bij patiënten die een normale goede mondgezondheid hebben en ook verder medisch geen problemen kennen. Door deze ontwikkelingen heeft het kabinet ingestemd met een zesjarige opleiding. Een bachelor van drie jaar (die in grote lijnen overeenkomt met de huidige bachelor opleiding in de tandheelkunde) en een nieuw te ontwikkeling driejarige masteropleiding. In navolging van de commissie Linschoten spreekt het kabinet in zijn instemmingsbrief nog over een ‘mondarts’. Bij de medische faculteiten en in het professionele tandheelkundige veld bestaat echter een sterke voorkeur voor het handhaven van de aanduiding ‘tandarts’. Deze aanduiding sluit ook beter aan bij de internationaal overal gebruikte aanduiding ‘dentist’. In het pas vernieuwde ‘Raamplan Tandheelkunde 2007’ wordt ook consequent gesproken over de ‘tandarts’.
Nijmeegse uitwerking Sinds 2007 wordt de nieuwe driejarige masteropleiding tandheelkunde voorbereid. Daarbij is grondig nagedacht over de vraag op welke wijze de Nijmeegse basisfilosofie over de tandheelkunde mede richting kan geven aan het verder evolueren van de tandheelkunde-opleiding en van de tandheelkundige zorg. De behandelfilosofie is samen te vatten in het adagium “Minimale interventies met maximale resultaten”. In de tandheelkunde leidt dat tot terughoudendheid bij het besluit tot interventie (zowel op populatie- als op individueel niveau), tot een integrale benaderingswijze van mensen met een orale problematiek, tot het kiezen van de meest weefselsparende behandeling en het zo doelmatig mogelijk inzetten van medewerkers van een tandheelkundig team. Deze reflecties hebben geleid tot de formulering van een nieuw ‘mission statement’ voor de Nijmeegse opleiding tot tandarts. In deze accreditatie-aanvrage wordt een wetenschappelijke opleiding beschreven waarin zowel de zich ontwikkelende innovaties in de mondzorg als de ambities van de Radboud Universiteit en het UMC St Radboud met de opleiding zijn verdisconteerd. In de bijlagen 9 t/m 11 van dit dossier wordt tevens ingegaan op de opmerkingen die door de visitatiecommissie 2005/2006 zijn gemaakt over de tweejarige master opleiding tandheelkunde. Deze tweejarige master is op een aantal punten aangepast, gebruik makend van het concreet wordende zicht op de komende driejarige master. Bij een positief besluit over deze aanvrage en na opname in het CROHO zal de driejarige master in september 2010 kunnen starten. College van Bestuur van de Radboud Universiteit Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen, augustus 2008 1
Commissie Innovatie Mondzorg. Advies: Taakherschikking en opleidingen. Leiden, juni 2006
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
4
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
5
Basisinformatie en referentiekader
A Gegevens van de instelling Naam en adres van de instelling Radboud Universiteit Nijmegen Comeniuslaan 4, 6525 HP Nijmegen Postbus 9102 6500 HC Nijmegen www.ru.nl Gegevens van het bevoegd gezag dat de aanvrage ondertekent College van Bestuur Ir. R.J. de Wijkerslooth de Weerdesteyn, voorzitter Assistente: mw. G.A.M. van Heugten Telefoon: (024) 361 55 00 E-mail:
[email protected] Contactpersoon voor bestuurlijke aspecten Drs. V. Geerts, beleidsmedewerker Afdeling Marktverkenning, Strategie en Ontwikkeling (MSO) Comeniuslaan 4, kamer 2.45 6525 HP Nijmegen Telefoon: (024) 361 5552 E-mail:
[email protected]
Namen en gegevens van de contactpersonen voor de inhoudelijke aspecten, aangewezen door het instellingbestuur Prof. dr. N.H.J. Creugers, Curriculumcoördinator tandheelkunde Vakgroep orale functieleer UMC St Radboud Philips van Leydenlaan 25 6525 EX Nijmegen Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Tel. 024 – 3614004 / 361 90 62 E-mail:
[email protected]
Prof. dr. L.H.D.J. Booij, Directeur onderwijsinstituut UMC St Radboud Geert Grooteplein 15, 6525 GA Nijmegen Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Tel. 024 – 361 77 46 E-mail:
[email protected]
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
6
B Basiskenmerken van de nieuwe opleiding Niveau en oriëntatie De driejarige master tandheelkunde is een wo-master
Studielast in ec De driejarige master tandheelkunde omvat 180 ec
Nieuw of bestaand De driejarige master tandheelkunde bestaat als zodanig nog niet in het huidige bestel van hoger onderwijs in Nederland. Er bestaat wel een tweejarige master tandheelkunde, die is voortgekomen uit de ongedeelde vijfjarige opleiding tandheelkunde
Te verlenen graad Aan afgestudeerden van de nieuwe driejarige master tandheelkunde zal de titel MSc (master of science) worden verleend en bovendien zijn zij gerechtigd de titel ‘tandarts’ te voeren. Zij kunnen zich daarmee in het BIG-register laten registreren.
Voltijd, deeltijd en/of duaal De driejarige master tandheelkunde zal voltijds worden aangeboden
Locatie van aanbieding De opleiding zal worden aangeboden binnen het UMC St Radboud te Nijmegen. Een klein deel van de opleiding zal worden aangeboden in de Academische Kliniek Mondzorg Arnhem (AKMA) die tezamen met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen is opgezet. Voorts zullen voor enkele klinische onderdelen afspraken worden gemaakt met affiliatie-instellingen. Met enkele partners in het buitenland zijn langer lopende afspraken gemaakt over uitwisseling van studenten (o.a. Aarhus, Mainz, Milaan, Minneapolis, Pretoria, Rome, Stockholm)
Wel of niet feitelijk reeds in uitvoering De driejarige master tandheelkunde wordt op dit moment nog niet uitgevoerd. Het besluit tot invoering ervan is gebaseerd op een besluit van het kabinet, dat per brief op 5 juli 2006 aan de Tweede Kamer is meegedeeld. Aan studenten die na 1 september 2007 in Nijmegen begonnen aan de driejarige wo-bachelor tandheelkunde is meegedeeld, dat zij zullen doorstromen naar de driejarige master tandheelkunde die (onder aanname van goedkeuring van de accreditatie-aanvrage) in september 2010 van start zal gaan.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
7
C Domeinspecifiek referentiekader Aansluiting bij internationale en nationale kaders in het domein van de tandheelkunde De Association for Dental Education in Europe (ADEE), waarin meer dan 200 tandheelkunde opleidingen in Europa verenigd zijn, heeft in 2004 een document aanvaard, dat de competenties beschrijft waarover de ‘Europese tandarts’ moet beschikken (zie Bijlage 1). 2 De systematiek van beschrijving vertoont gelijkenis met het in eerste aanleg voor de geneeskunde al eerder verschenen CanMEDS model3 (zie bijlage 2). De ADEE spreekt over zeven domeinen, het CanMEDS over zeven rollen. Voor de driejarige master tandheelkunde wordt het ADEE document als internationaal referentiekader gebruikt. Op nationaal niveau geldt het Raamplan Tandheelkunde 2007 als referentiekader. Dit Raamplan (in mei 2008 aanvaard door het discipline-overlegorgaan tandheelkunde van de VSNU) is een vernieuwde uitwerking van het Raamplan 2000 Tandartsopleiding. Dit Raamplan Tandheelkunde 2007 is een op de Nederlandse situatie toegesneden uitwerking van het bovengenoemde ADEEdocument. Het Raamplan Tandheelkunde 2007 oriënteert zich (evenals het in statu nascendi verkerende Raamplan geneeskunde 2008) modelmatig eveneens op de CanMEDS-systematiek. Op deze wijze ontstaat een coherent kader van doelstellingen voor de wetenschappelijke medische opleidingen in Nederland.
Eisen vanuit het beroepenveld, beroepsreglementering en –regelgeving Als Europees referentiekader geldt de RICHTLIJN 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, waarin de eisen voor de basisopleiding in de tandheelkunde worden gespecificeerd. 4 In Nederland beschrijft de (kader)wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) de algemene principes die de kwaliteit van de zorgverlening moet waarborgen. Het aanvullend Koninklijk Besluit Opleidingseisen Tandarts, in de tekst zoals die geldt op 16 juni 2008, regelt concreet de vereisten aan welke de afgestudeerde tandarts moet voldoen. Deze vereisten zijn gebaseerd op het Raamplan Tandheelkunde. Na het behalen van het tandartsexamen kan de afgestudeerde zich laten registreren in het BIG-register. De Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde (NMT) is een belangrijk gesprekspartner waar het gaat over het functioneren van de tandheelkundige zorg. De NMT heeft actief deelgenomen aan het werk in de Raamplancommissie 2007; de voorzitter van de commissie was afkomstig uit de NMT.
Profilering van de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde ten opzichte van de andere opleidingen De Nijmeegse driejarige master tandheelkunde leidt een tandarts op die bekwaam is om het beroep van tandarts over de volle breedte te beoefenen. De afgestudeerde tandarts heeft het recht om te 2
Association of Dental Education in Europe. Profile and competences for the European Dentist. Dublin, november 2004. 3 JR Frank (ed). The CanMEDS 2005 physician competency framework. Better standards, Better Physicians, Better Care. The Royal College of Physicians and Surgeons of Canada. Ottawa, 2005 4 RICHTLIJN 2005/36/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
8
gaan promoveren en is toelaatbaar tot elke tandheelkundige gespecialiseerde opleiding (differentiatie of specialisatie). Daarenboven heeft de Nijmeegse driejarige masteropleiding tandheelkunde de ambitie elke tandarts te kunnen toerusten met een extra bekwaamheid (kennis en vaardigheid) in een deelgebied van de tandheelkunde. Daartoe zijn drie profielen ingericht in de opleiding: (a) een reconstructief profiel (b) een chirurgisch profiel en (c) een profiel kind en ontwikkeling. Resultaat van de profilering is dat de afgestudeerde tandarts zich zodanig in een deelgebied heeft bekwaamd dat hij/zij op het betreffende gebied als eerste aanspreekpunt binnen een eerstelijns tandheelkundig team kan functioneren, hetgeen precies aansluit bij de al genoemde nota ‘Innovatie in de mondzorg’. De eigen inkleuring die de Nijmeegse opleiding tandheelkunde via haar bachelor- en masteropleiding tandheelkunde tot stand wil brengen is in 2007 compact geformuleerd in een nieuw mission statement. Mission statement Nijmeegse bachelor- en master opleiding tot tandarts De Nijmeegse tandartsopleiding leidt academische professionals op die tandheelkundige zorg zien als onderdeel van de medische zorg. Zij leveren een bijdrage aan gezondheid en welzijn van hun individuele patiënten en van de bevolking in het algemeen. Zij laten hun handelen hierdoor leiden. Nijmeegse tandartsen worden opgeleid om de best mogelijke tandheelkundige zorg te verlenen, waarbij zij zich baseren op wetenschappelijke inzichten. Hun kennis en kunde houden zij up to date. Zij beschikken over de competenties om de tandheelkunde in brede zin als algemeen practicus te kunnen uitoefenen. Probleemoplossend denken en handelen vormen de kern van diagnostiek en interventie. Leidraad hierbij is “minimale interventie met maximaal resultaat”. Nijmeegse tandartsen worden opgeleid als teamspelers. Inhoudelijk en organisatorisch kunnen zij leiding geven aan een tandheelkundig team. Op een onderdeel van de tandheelkunde hebben zij zich in het bijzonder bekwaamd om zo binnen een tandheelkundig team op dat gebied als eerste aanspreekpunt te kunnen fungeren.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
9
D Beschrijving van het programma De hoofdstructuur voor de driejarige wo-master tandheelkunde wordt bepaald door de onderverdeling in een drie cursusjaren van elk 60 ec (drie maal 1680 studiebelastingsuren). De driejarige master tandheelkunde sluit aan op de driejarige bachelor tandheelkunde. Ze zijn beide ontworpen als opleidingen binnen het wetenschappelijk onderwijs. Het gaat hier om twee fasen die elk met een diploma worden afgesloten, maar ze zijn ontworpen als twee op elkaar aansluitende opleidingen. De driejarige master tandheelkunde is, net als de voorafgaande bacheloropleiding, inhoudelijk verdeeld in een aantal curriculumlijnen. Deze curriculumlijnen sluiten aan bij de zeven competentiegebieden die in het Raamplan 2007 Tandheelkunde worden onderscheiden. Het zijn de volgende: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wetenschappelijke scholing (We) Basiswetenschappen (Ba) Medische wetenschappen (Me) Gedrag en maatschappij (GM) Deelgebieden tandheelkunde (Td) Integrale tandheelkunde (Ti) Keuzeprofielen / keuzevak (Kp/Kv)
De inhoudsverdeling van de curriculumlijnen over de verschillende jaren is weergegeven in Tabel 1. Om inzicht te geven in de samenhang met het bachelorprogramma is in één extra regel de verdeling van de totale opleidingstijd in de bachelor over de verschillende curriculumlijnen toegevoegd. Tabel 1. Omvang van de curriculumlijnen in het masterprogramma Inhoudsverdeling over de curriculumlijnen (in sbu) Jaar
EC
SBU
We
Ba1
Me
GM
Td
Ti
Kp/Kv
Bachelor
180
5040
640
480
490
410
2210
680
130
M-1
60
1680
200
0
160
160
920
210
30
M-2
60
1680
80
0
320
30
120
570
560
M-3
60
1680
480
0
0
190
160
640
210
M-totaal
180
5040
760
0
480
380
1200
1420
800
Master
1
De basisvakken krijgen vrijwel geheel hun beslag in de bachelorfase. In de masterfase zijn ze niet meer apart herkenbaar. Ze hebben wel een plaats in het blok Capita: medische / technische vernieuwingen in de tandheelkunde, dat onderdeel uitmaakt van de lijn integrale tandheelkunde.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
10
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
11
Opleidingsbeschrijving ten behoeve van het beoordelingskader
1
Doelstellingen van de Nijmeegse masteropleiding tandheelkunde
Als algemeen kader voor de doelstellingen van de master tandheelkunde is het bijgaande schema gebruikt.
Doelstellingen ADEE: competentiedomeinen Raamplan Tandheelkunde 2007: competentiedomeinen Mission statement Nijmeegse tandartsopleiding Algemene doelstellingen curriculumlijnen Doelstellingen van de onderwijsblokken
Bij de beschrijvingen in dit hoofdstuk over de doelstellingen is een vaste systematiek gevolgd. Onder elk te behandelen facet wordt eerst beschreven op welke manier het betreffende facet van de doelstellingen is behandeld bij de opzet van de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde. Vervolgens wordt aangegeven op welke wijze deze benaderingswijze is gerelateerd aan het Raamplan Tandheelkunde 2007.
1.1 Domeinspecifieke eisen Facet
Criterium
Domeinspecifieke eisen
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).
Voor de Nijmeegse tandartsopleiding is een ‘mission statement’ geformuleerd (zie voorgaand hoofdstuk) waarin in algemene termen de einddoelstellingen staan geformuleerd, die de opleiding wil bereiken. Om dit te kunnen realiseren moet het statement verder worden geconcretiseerd. Daartoe is zowel voor de bijgestelde driejarige bachelor als voor de driejarige master tandheelkunde in Nijmegen gekozen voor een formulering van doelstellingen langs de zeven curriculumlijnen. Deze doelstellingen zijn sturend voor het masterprogramma. Zij geven een kader voor het verwerven van de genoemde competenties, die daardoor op logische wijze steeds verder worden opgebouwd.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
12
Einddoelstellingen voor de Nijmeegse curriculumlijnen tandheelkunde 1. De student wordt opgeleid tot een academisch gevormd professional, die adequaat gebruik maakt (en blijft maken) van beschikbare wetenschappelijke kennis voor zijn handelen en die bijdraagt aan de groei van gesystematiseerde kennis en ervaring binnen de discipline. Dat gebeurt met name in de curriculumlijn wetenschappelijke scholing. 2. De student verwerft kennis en inzicht in de biomedische - en natuurwetenschappen die noodzakelijk zijn voor het analyseren en begrijpen van tandheelkundige en daarmee verband houdende medische problematiek. Dat gebeurt met name in de curriculumlijn basiswetenschappen. 3. De student wordt toegerust met kennis, vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor het analyseren en begrijpen van medische problematiek waarmee de tandarts te maken krijgt en die noodzakelijk zijn voor adequaat handelen bij medische problemen. Dat gebeurt met name in de curriculumlijn medische wetenschappen. 4. De student verwerft kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om op professionele wijze te functioneren in een tandarts-patiënt-relatie, als teamlid en collega, als (mede)verantwoordelijke voor het functioneren van een praktijk en als actor in het stelsel van (tandheelkundige)gezondheidszorg. Tevens leert de student op deze rollen te reflecteren en zich daarin toetsbaar op te stellen.5 Dit gebeurt vooral in de curriculumlijn gedrag en maatschappij. 5. De student verwerft alle kennis, vaardigheden en attitudes uit de verschillende tandheelkundige deelgebieden die noodzakelijk zijn om als breed opgeleide tandarts adequaat te kunnen te handelen bij de patiëntzorg in de tandheelkundige praktijk. Dit vindt plaats in de curriculumlijn tandheelkundige deelgebieden. 6. De student leert de algemene facetten van de tandheelkunde (diagnostiek, zorgplannen, interventie, evaluatie). Voorts leert de student alle verworven kennis en vaardigheden te integreren en in toenemende mate zelfstandig toe te passen en te optimaliseren. Hij/zij leert dit in de behandeling van een groep patiënten die aan de zorg van de student zijn toevertrouwd. Dit vindt met name plaats in de curriculumlijn integrale tandheelkunde. 7. De student verwerft bijzondere kennis en vaardigheden in een deelgebied van de tandheelkunde die hem of haar in staat stelt als eerst aanspreekbare op dat gebied binnen een eerstelijns tandheelkundig team te functioneren. Hierbij verkent de student eigen voorkeuren binnen en buiten het vakgebied en ontwikkelt ze door studie tot een niveau dat uitstijgt boven dat van het kerncurriculum. Dit gebeurt in de curriculumlijn keuzeprofielen en keuzevakken
De hier beschreven doelstellingen voor het Nijmeegse curriculum zijn ontwikkeld op basis van de competentiegebieden uit het Raamplan.
5
De Nederlandse artseneed, in de thans gebruikte tekst van 2003, bevat onder meer de volgende formulering: “Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving”.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
13
Het Raamplan Tandheelkunde 2007 onderscheidt zeven interdisciplinaire competentiegebieden. Binnen elk van deze competentiegebieden zijn de competenties uitgesplitst in een aantal deelcompetenties, in totaal 74. De zeven competentiegebieden zijn: I. Hanteren van klinisch tandheelkundige problemen (12 deelcompetenties) II. Wetenschappelijk denken en handelen (9 deelcompetenties) III. Communiceren en samenwerken (13 deelcompetenties) IV. Maatschappelijk handelen (6 deelcompetenties) V. Organiseren van de mondzorg (10 deelcompetenties) VI. Tandheelkundig handelen (21 deelcompetenties) VII. Professionaliteit (overkoepelende competentie, onderscheiden in 3 aspecten) Dit Raamplan is tot stand gebracht door een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van alle Nederlandse tandheelkunde opleidingen en van de beroepsorganisaties (NMT en ANT). De vertegenwoordigers van de faculteiten brachten daarbij hun wetenschappelijke kennis in over de ‘body of knowledge’ die voor de moderne tandheelkunde beschikbaar is én hun kennis over de vertaling ervan in een voor de opleidingen hanteerbaar overzicht van competenties. Vertegenwoordigers van het beroepenveld/beroepsorganisaties leverden in het proces hun expertise omtrent de vereisten van moderne tandheelkundige zorg in de praktijk. Competenties hebben per definitie een geïntegreerd karakter. Competenties zijn op zichzelf onzichtbaar, de effecten ervan worden pas zichtbaar in waarneembaar gedrag (‘performance’). Kennis, vaardigheden en attitudes liggen aan de basis van iedere competentie. De aansluiting bij internationale standaarden is door de Raamplancommissie bewaakt door de geformuleerde competenties te toetsen aan het door de ADEE tot stand gebrachte overzicht van competenties. Een tweede internationaal toetsingkader vormde de door de Europese Unie gepubliceerde richtlijnen voor de opleiding van tandartsen. (Zie hiervoor paragraaf C ‘Domeinspecifiek referentiekader’)
1.2 Master eindkwalificaties Facet
Criterium
Master eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master.
De vijf zogenaamde Dublin-descriptoren vormen een algemeen aanvaarde set voor beschrijving van een master opleiding in het wetenschappelijk onderwijs. De vijf descriptoren worden in onderstaand schema geconfronteerd met de eindkwalificaties welke besloten liggen in de doelformulering van de onderscheiden curriculumlijnen. In de daaronder volgende beschrijvingen wordt dit voor elk van de Dublin descriptoren verbijzonderd, met voorbeelden verduidelijkt en ook gerelateerd aan het Raamplan tandheelkunde.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
14
Kennis en inzicht
Toepassing
Oordeelsvorming
Communicatie
Leervaardigheden
Dublin descriptoren
Eindkwalificatie Wetenschappelijke kennis gebruiken (we)*
+
+
+
+
+
Wetenschappelijke kennis verwerven (we)
+
+
+
+
+
Kennis van vormen-functies-mechanismen-processen (ba)
+
+
Medische en tandheelkundige problemen analyseren (ba) Kennis en inzicht in medische zaken (me)
+ +
+
Medische problemen analyseren/diagnosticeren (me)
+
+
Adequaat handelen in medische probleemsituaties (me)
+
+
+
Tandarts-patiëntrelatie opbouwen en onderhouden (gm)
+
+
+
Professioneel als teamlid en collega functioneren (gm)
+
Als reflecterend actor functioneren in het zorgstelsel (gm)
+
+
+
Integraal praktijk voeren (gm) Specifieke kennis en vaardigheden in tandheelkundige deelgebieden (td)
+ +
+ +
+
+
+
+
Specifieke preventiemethodieken hanteren in deelgebieden (td)
+
Volledige en integrale tandheelkundige diagnostiek bedrijven (ti)
+
+
Systematisch behandelplan maken in overleg (ti)
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
Evidence-based handelen (ti)
+
Evalueren en bijstellen van behandelplannen (ti) Gespecialiseerde kennis, inzicht en vaardigheden verwerven (kp/v)
+
Adviseren en verwijzen (kp/v) Persoonlijke specialiteiten en expertises ontwikkelen (kp/v) *
+ +
+
+
+
+
aanduiding curriculumlijn
Dublin descriptor ‘kennis en inzicht’
Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
In de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde verwerft de student diepgaand kennis en inzicht en een groeiend niveau van vaardigheid in de verschillende gebieden zoals benoemd in de zeven curriculumlijnen. In het bijzonder is hier de doelstelling van de lijn wetenschappelijke scholing van belang: “De student wordt opgeleid tot een academisch gevormd professional, die adequaat ge-
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
15
bruik maakt (en blijft maken) van beschikbare wetenschappelijke kennis voor zijn handelen en die bijdraagt aan de groei van gesystematiseerde kennis en ervaring binnen de discipline.” Geleidelijk worden de beheersingsniveaus (als in het Raamplan onderscheiden voor de bachelor en de master) van ‘starter’, ‘novice’ en ‘learner’ (vooral aan de orde in de bacheloropleiding) opgetild tot het doelstellingsniveau ‘competent’ (het beoogde niveau in de masteropleiding). 6 Voor het bereiken van de doelstellingen van de masteropleiding, moet kunnen worden vertrouwd op het bereikte doelstellingenniveau van de wetenschappelijke bacheloropleiding. Op de aldaar verworven kennis wordt immers voortgebouwd in de verschillende onderdelen van de masteropleiding. Daarom is het bezit van de driejarige wo-bachelor tandheelkunde een vereiste voor toelating tot de masteropleiding. In sommige gevallen is een zij-instroom mogelijk (zie ook par. 2.5; instroom). ‘Kennis en inzicht’ vormen bij elke te verwerven competentie een belangrijk fundament. In de omschrijvingen van de competentiedomeinen in het Raamplan Tandheelkunde 2007 komt dat ook telkens tot uitdrukking. Een voorbeeld in domein 1 ‘hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen’: “De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die ….” (Raamplan 2007, pag. 14). Het verwerven en hanteren van wetenschappelijke kennis is daarenboven in het Raamplan een apart domein. (Domein II Wetenschappelijk denken en handelen)
Dublin descriptor ‘toepassing van kennis en inzicht’
Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan.
In de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde weerspiegelt de doelstelling van de ‘curriculumlijn integrale tandheelkunde’ het meest expliciet hoe kennis en inzicht in complexe probleemsituaties moeten worden toegepast. Deze lijn “geeft de student een toerusting in de algemene facetten van de tandheelkunde (diagnostiek, zorgplannen, interventie, evaluatie). Voorts leert de student in deze curriculumlijn alle verworven kennis en vaardigheden te integreren en in toenemende mate zelfstandig toe te passen en te optimaliseren. Dat leert deze in de behandeling van een groep patiënten die aan de zorg van de student zijn toevertrouwd.” De student leert met andere woorden zoveel mogelijk evidence-based dentistry toe te passen. Doelstelling is hier het leren toepassen van het hele palet aan kennis waarover de (bijna) tandarts aan het einde van zijn studie beschikt. Een zorgvuldige probleemanalyse (anamnese-onderzoekinterpretatie) wordt gevolgd door het ontwerpen van een behandelplan, door het feitelijk handelen of juist het afzien daarvan (klinische besliskunde). Tenslotte volgt een evaluatie van de resultaten. Dit proces heeft door zijn aard een grote symmetrie met de wetenschappelijke cyclus en het maakt ook maximaal gebruik van beschikbare wetenschappelijke kennis. Dat is vooral kennis uit de tandheelkunde, maar ook uit de medische wetenschappen in bredere zin en uit de sociale wetenschappen. In het proces van de integrale tandheelkunde worden kwalificaties bereikt c.q. competenties ontwikkeld zoals die zijn omschreven door de Radboud Universiteit tezamen met de Technische Uni-
6
Vergelijk: Chambers, DW ‘Toward a competency-based curriculum’, Journal of Dental Education, 1993, p. 790 – 793 (aangepast vanwege de bachelor/master-structuur en de niveaubepaling daarin).
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
16
versiteit Eindhoven.7 Deze zijn met name toegesneden op toepassingsgerichte academische disciplines zoals de tandheelkunde er ook een is. De afgestudeerde is (onder meer) ‘bekwaam in onderzoeken’, ‘bekwaam in ontwerpen’ en ‘heeft een wetenschappelijke benadering’, zo heet het in deze omschrijvingen. In Bijlage 3 is een overzicht van deze omschrijvingen opgenomen. Het leren toepassen in meer complexe situaties is zeker ook aan de orde in de curriculumlijn ‘keuzeprofielen’. Hier gaat het om toespitsing van diepgaande kennis op een kleiner deelgebied, waarop het betreffende onderwijs (en de daarin opgenomen wetenschappelijke stage en het onderzoeksverslag daarvan) focust. De doelstellingen uit de curriculumlijnen vertalen op deze wijze de doelstellingen van kennis- en inzichtverwerving zoals die in het Raamplan 2007 zijn geformuleerd. In het Raamplan Tandheelkunde 2007 waarop het Nijmeegse curriculum mede is gebaseerd, wordt onderkend dat het functioneren van de tandarts voortdurend het integreren en toepassen van kennis uit vele kennisgebieden vergt. De situatie van elke patiënt is nieuw en vergt een nieuwe analyse op basis van brede kennis. Dat komt in vele competentieomschrijvingen tot uitdrukking. Enkele voorbeelden: - “De tandarts neemt een anamnese af, omvattende de klachten en wensen van de patiënt, het fysiek en mentaal functioneren …. en de psychosociale en culturele achtergronden van de patiënt.” (Domein I, competentie a). Alleen al deze competentie vergt van de tandarts inzicht in- en toepassing van integrale kennis uit de tandheelkunde en andere wetenschappen en kennis over het functioneren van individu en maatschappij. - “De tandarts onderkent externe factoren die invloed uitoefenen op de mondgezondheid en/of op het tandheelkundig handelen en neemt maatregelen ter bestrijding van die invloed” (Domein IV, competentie a). Het gaat hier enerzijds om ingewikkelde medisch-sociologische mechanismen die licht werpen op determinanten van ziekte en gezondheid. De tandarts moet weten op welke wijze gezondheidsgedrag (bijv. voedingsgewoonten of tandenpoetsgedrag) mede sociaal bepaald zijn. In strategieën voor voorlichting en preventie moet daarmee rekening worden gehouden. Anderzijds gaat het bijvoorbeeld ook om commerciële of politieke mechanismen waardoor het handelen van de tandarts zou kunnen worden beïnvloed. Deze moeten worden onderkend en beoordeeld (dit zou ook genoemd kunnen worden bij de hierna volgende descriptor ‘oordeelsvorming’).
Dublin descriptor ‘oordeelsvorming’
Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen.
In de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde zijn het vooral de doelstellingen in de curriculumlijnen ‘gedrag en maatschappij’ en ‘integrale tandheelkunde’ die de kaders scheppen voor onderwijs dat aan studenten tandheelkunde het maken van professioneel verantwoorde afwegingen aanleert. Studenten leren daarbij gebruik te maken van de wetenschappelijke kennis die hen ter beschikking staat. Zij leren de vragen te formuleren en wetenschappelijke informatie te zoeken die nodig zijn voor de toepassing van ‘evidence-based dentistry’ (curriculumlijn ‘wetenschappelijke scholing’). Zij leren kennis te gebruiken uit andere gebieden dan de tandheelkunde, bijvoorbeeld de medische wetenschappen en de gedragswetenschappen (curriculumlijn ‘medische wetenschappen’ en curriculumlijn ‘gedrag en maatschappij’).
7
Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula. Eindhoven-Nijmegen, 2005
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
17
Daarnaast leren zij dat ook de wetenschappelijke kennis grenzen heeft en dat binnen de kaders van ons gezondheidszorgstelsel (en de samenleving als geheel) niet altijd alles mogelijk is wat wellicht wenselijk is (curriculumlijn gedrag en maatschappij). Tot de doelstellingen in de lijn ‘gedrag en maatschappij’ èn de lijn ‘integrale tandheelkunde’ behoort dat studenten leren een goede tandarts-patiënt-relatie op te bouwen, om vervolgens op grond van zorgvuldige probleemanalyse een behandelplan te leren maken. De student leert lastige afwegingen te maken tussen wat door de patiënt gewenst wordt, en wat medisch en tandheelkundig haalbaar is. Deze doelstellingen zijn congruent met datgene wat het Raamplan 2007 aan competenties van de afgestudeerde tandarts vraagt. Het Raamplan Tandheelkunde 2007 bevat een aantal competenties/ doelstellingen waarin wordt verwezen naar het noodzakelijke vermogen tot eigen oordeelsvorming en het besef van overleg met patiënten, alsmede het besef van noodzaak tot consulteren en verwijzen, wanneer daartoe aanleiding bestaat: - De tandarts is zich (bij het hanteren van klinische problemen) bewust van zijn beperkingen daarin (omschrijving domein I) - Kent de grenzen van het eigen kennen en handelen en kan daarop reflecteren (domein II, competentie a) - Verstrekt alle informatie aan de patiënt en/of zijn familie over de toestand van de mondgezondheid en de mogelijkheden van professionele preventie en curatieve behandeling (domein III, competentie b) - Verkrijgt informed consent voor uit te voeren behandelingen, gegeven de wettelijke kaders (domein III, competentie d) - Verwijst naar collegae en andere zorgverleners voor behandeling (domein III, competentie m) In het overkoepelende domein ‘professionaliteit’ wordt nog eens in samenvattende zin gewezen op de doelstelling dat de tandarts leert handelen binnen de grenzen van de eigen competenties en voor het overige verwijst of delegeert. Ook behoort het leren afleggen van verantwoording daarover tot de doelstellingen van de opleiding, evenals het leren oordelen over het eigen handelen en over dat van collegae professionals.
Dublin descriptor ‘communicatie’
Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten.
In de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde krijgen de communicatiedoelstellingen veel aandacht. Dit begint al volop in de bacheloropleiding met afzonderlijke blokken ‘communicatie met en rond de patiënt 1 en 2’. In de driejarige master worden deze doelstellingen geïntegreerd in de doelstellingen van alle klinische blokken. Leren communiceren over behandelplannen/zorgplannen (inclusief overleg met andere behandelaars in het eigen teamverband of daarbuiten) is daar een belangrijke doelstelling. In de curriculumlijn ‘gedrag en maatschappij’ zijn doelstellingen omtrent de wijze waarop de student zijn afwegingen maakt, conclusies trekt én daarover communiceert expliciet aan de orde. Hiervoor wordt een consistente lijn opgebouwd, in overeenstemming met het belang dat aan dit onderwerp in het Raamplan wordt gehecht. In het Raamplan Tandheelkunde 2007 wordt veel aandacht besteed aan een hantering van klinischtandheelkundige problemen. Aan de ene kant worden met gebruikmaking van zoveel mogelijk wetenschappelijke en klinische kennis conclusies over een optimaal behandelplan/zorgplan. Aan de andere kant worden in zorgvuldig overleg met de patiënt de conclusies van deze afwegingen besproken om zo tot een besluitvorming te komen waarin de patiënt wezenlijk participeert. Ook met collega’s in de zorg, met het wetenschappelijke forum en met de samenleving in brede zin moet hierover worden gecommuniceerd:
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
18
-
-
-
De tandarts stelt samen met de patiënt een zorgplan op langere termijn op, gebaseerd op [….] (domein I, competentie k) Communiceert met de patiënt en/of zijn naaste familie over de toetstand van de mondgezondheid met het oog op wederzijdse verwerving van kennis en begrip inzake wensen, mogelijkheden en verwachtingen (domein III, competentie a) Past wetenschappelijk gefundeerde methoden toe ten behoeve van voorlichting en informatie aan groepen uit de samenleving (domein IV, competentie e) Past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie en informatiemanagement toe (domein V, competentie d) Heeft kennis van protocollen, richtlijnen en standaarden, ontwikkelt deze en past ze toe ten behoeve van de zorg voor de individuele patiënt (domein professionaliteit; integreren van competenties) Zorgt voor systematische organisatie van de kwaliteit van de praktijk, en legt verantwoording af aan de patiënt. Binnen de beroepsgroep, binnen de wetenschappelijke kaders en aan de samenleving (domein professionaliteit; verantwoording afleggen).
Dublin descriptor ‘leervaardigheden’
Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelf gestuurd of autonoom karakter.
‘Zelfstandig een vervolgstudie aangaan’ kan na afronding van de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde leiden tot drie uiteenlopende doelstellingen: a. Promotie realiseren via een PhD-traject b. Specialistische competenties verwerven via een differentiatie of specialisatie c. De eigen wetenschappelijke en professionele kennis op peil houden Ad a. De curriculumlijn ‘wetenschappelijke scholing’ leert de studenten bij te dragen aan de groei van kennis en gesystematiseerde ervaring. In een onderzoeksstage in het kader van de curriculumlijnen wetenschappelijke scholing en profielkeuze, leert de student wetenschappelijk onderzoek te doen en daarover mondeling en schriftelijk te rapporteren. Aan afronding van de driejarige master tandheelkunde is het recht verbonden om te gaan promoveren. Ad b. De Nijmeegse driejarige master tandheelkunde wordt afgesloten met het tandartsexamen. Afgestudeerden zijn daarmee formeel toelaatbaar tot elke gespecialiseerde vervolgopleiding in de sector tandheelkunde. De curriculumlijn ‘keuzeprofielen’ wordt niet opgezet als een pré-specialisatie. Dit onderdeel rust de student toe met extra vaardigheden om als teamlid binnen een eerstelijns team eerst aanspreekbaar te zijn. De stap naar een vorm van specialisatie kan er door worden gestimuleerd. Ad c. De curriculumlijn ‘wetenschappelijke scholing’ heeft tot doel studenten te leren systematisch gebruik te (blijven) maken van wetenschappelijke kennis voor het professioneel handelen. Zij worden er van doordrongen dat het up to date houden van hun kennis van uitermate groot belang is, zodat hun handelen steeds door de best beschikbare kennis wordt geleid (evidence-based dentistry). Dit heeft een grote impact op het verlenen van kwalitatief optimale zorg. Op verschillende wijzen wordt zo een op de tandheelkunde toegesneden invulling gegeven aan de leervaardigheden die, zij het in wat andere bewoordingen, ook in het Raamplan prominent een plaats hebben. Het Raamplan Tandheelkunde 2007 gaat vooral in op het op peil houden van de eigen wetenschappelijke en professionele kennis: - De tandarts houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente inzichten met betrekking tot alle aspecten van de mondzorg bij (domein II, competentie b) - Evalueert systematisch ieder aspect van de beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op wetenschappelijk niveau te houden (domein II, competentie e)
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
19
-
-
Evalueert wetenschappelijke literatuur en andere informatiebronnen om beslissingen te kunnen nemen inzake tandheelkundige problemen volgens principes van evidence-based dentistry en best practices (domein II, competentie g) Ontwikkelt door middel van onderzoek zijn kennis en inzichten (domein II, competentie h)
1.3 Oriëntatie wo Facet
Criterium
WO oriëntatie
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Master in het WO: – de beoogde eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en (voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen) de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld – Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is.
In de Nijmeegse driejarige master tandheelkunde zijn de doelstellingen van de verschillende curriculumlijnen erop gericht de student al die kwalificaties mee te geven die in aansluiting op de Dublin descriptoren voor een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs noodzakelijk zijn. De doelstellingen van alle curriculumlijnen, zoals die reeds beschreven zijn in paragraaf 1.2, dragen daartoe bij. Het Raamplan Tandheelkunde 2007 schetst een profiel van een tandarts van wie aan het begin van zijn professionele loopbaan mag worden verwacht dat hij/zij drie rollen kan vervullen, te weten die van: a. Tandarts-professional die in staat is problemen in brede medische context te inventariseren en te analyseren en hierop zorg te baseren die in technische zin optimaal wordt uitgevoerd. b. Tandarts-academicus, die in staat is de actuele stand van de medisch- tandheelkundige bij de klinische besluitvorming te betrekken. c. Tandarts-zorgverlener, die in staat is door goede communicatie, samenwerking en organisatie de voor de patiënt optimale zorg te bewerkstelligen. In de omschrijving van het domein II van het Raamplan wordt dit verbijzonderd en wordt daaraan de competentie toegevoegd die betrekking heeft op het doen van wetenschappelijk onderzoek, en op het integreren van wetenschappelijke kennis in het klinisch handelen van de tandarts: - De tandarts ontwikkelt door middel van onderzoek zijn kennis en inzicht (domein II, competentie h) - Integreert wetenschappelijk denken en handelen in de klinische besluitvorming (domein II. Competentie i) Zo wordt bereikt dat de afgestudeerden als professional èn worden opgeleid als een goed tandartspracticus èn als goed wetenschapper. In het Nijmeegse ‘mission statement’ (zie hiervoor in paragraaf C) zijn deze rollen in de samenstellende delen van het statement herkenbaar.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
20
2
Het programma van de masteropleiding
Inleiding en programma-overzicht Het curriculum is opgebouwd langs zeven lijnen: (1) wetenschappelijke scholing (We), (2) basiswetenschappen (Ba), (3) medische wetenschappen (Me), (4) gedrag en maatschappij (GM), (5) deelgebieden tandheelkunde (Td), (6) integrale tandheelkunde (Ti) en (7) keuzeprofielen / keuzevak (Kp/Kv). Deze curriculumlijnen worden gecoördineerd door experts in het betreffende veld (zie bijlage 6). De curriculumlijnen 1 t/m 6 vormen tezamen het kerncurriculum (omvang 4240 sbu). Het kerncurriculum bevat voor alle studenten dezelfde onderdelen en dezelfde inhoud, afgezien van de verschillen die op natuurlijke wijze optreden als gevolg van variatie in bijvoorbeeld patiëntenbehandeling en stage-ervaringen. Doelstellingen, inhoud, werkvormen en toetsing (zie paragraaf 2.2) in dit kerncurriculum moeten garanderen dat alle studenten die het tandartsexamen met succes hebben afgelegd over al die competenties beschikken die op grond van het Raamplan Tandheelkunde 2007 van de tandarts mogen worden verwacht. Het stelt de student in staat zelfstandig als tandarts in de algemene praktijk te functioneren en daarbij de tandheelkunde over de volle breedte te beoefenen. Het keuzecurriculum bestaat uit de onderdelen die behoren tot de laatste curriculumlijn, die van het keuzeprofiel en het vrije keuzevak (omvang 800 sbu) . Deze curriculumlijn heeft tot doel de student toe te rusten met een aantal extra componenten van kennis en vaardigheid in lijn met het laatste onderdeel van het ‘mission statement’ van de Nijmeegse tandartsopleiding: “Op een onderdeel van de tandheelkunde hebben zij (de studenten) zich in het bijzonder bekwaamd om zo binnen een tandheelkundig team op dat gebied als eerste aanspreekpunt te kunnen fungeren ” Het programma voorziet in drie keuzeprofielen. Binnen elk profiel zal een deel van het onderwijs voor de betrokken profieldeelnemers gemeenschappelijk zijn. Een ander deel van het profielprogramma zal de individuele student kunnen richten op een onderdeel van het profielgebied dat zijn of haar bijzondere belangstelling geniet. Op dat belangstellingsgebied sluit de onderzoeksstage aan. Drie keuzeprofielen A: Reconstructief profiel B: Chirurgisch profiel C: Profiel kind en ontwikkeling Deze drie profielen zijn gekozen omdat ze corresponderen met drie belangrijke werkgebieden in de tandheelkunde en nauw aansluiten bij de praktijk. De praktijk van de eerstelijns tandheelkunde kan op deze wijze versterkt worden in lijn met wat daarover in de Nota Linschoten over de innovatie in de mondzorg wordt gezegd. Blokonderwijs en lijnonderwijs De onderwijsonderdelen worden in het spraakgebruik aangeduid als onderwijsblokken. Een aantal onderwijsblokken wordt inderdaad als sequentiële blokken aangeboden in een kort tijdsbestek van 2 to 8 weken. Andere onderdelen, met name patiëntgebonden practica, worden georganiseerd als lijnonderwijs. Ze worden in een langduriger lintprogrammering doorlopen door studenten gedurende 1 of 2 semesters. Dit heeft te maken met het feit dat ze gerelateerd zijn aan de behandeling van een reeks patiënten; een behandeling die zich in de tijd uitstrekt. Het volledige overzicht van het masterprogramma is hieronder schematisch weergegeven.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
21
DRIEJARIG MASTERPROGRAMMA TANDHEELKUNDE: OVERZICHT
1 1 3 4 4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 7
1 3 3 4 5 6 6 6 6 7 7 7 7 7
1 4 4 5 6 6 7 7
Lijn Bloknaam Masteropleiding tandarts: M-1 jaar We Wetenschappelijke vaardigheden: klinische besliskunde We Wetenschappelijke vaardigheden 4: methodologie2 Me Med. problematiek: anamnese en onderzoek / oral medicine GM THK gezondheidszorg / struct / organ. / team GM Professionele ontwikkeling Td Endodontium 2 Td Functie en functieherstel 4 Td Klinische cariologie Td Parodontium 4 Td Functie en functieherstel 5 Td Interne stage MKA-chirurgie UMC Td Achtergronden van de klinische orthodontie Ti Kind en jongeren Ti Integrale tandheelkunde Kp Profiel oriëntatie Totaal Jaar M-1 Masteropleiding tandarts: M-2 jaar We Wetenschappelijke vaardigheden 5: Me Algemeen medische problematieken Me Oral medicine GM Professionele ontwikkeling Td Functie en functieherstel 6: sterk gemut. dentitie Ti Beeldvormende diagnostiek Ti Capita: medisch/technische vernieuwingen in de tandheelkunde Ti Integrale tandheelkunde: volwassenen Ti Integrale tandheelkunde: kinderen Kp Keuzeprofiel A-B-C verdieping theorie Kp Keuzeprofiel A-B-C preklin vaardigheidstraining Kp Keuzeprofiel A-B-C patiëntbehandelingen Kp Profielgebonden wetensch. vaardigheden 5: evidentie Kp Profielgebonden gedragswetenschappelijke thema's Totaal Jaar M-2 Masteropleiding tandarts: M-3 jaar We Wetenschappelijke vaardigheden 6: Onderzoeksstage (Profiel) GM Vestiging, praktijkvoering / organisatie / team GM Professionele ontwikkeling Td Externe stage MKA-chirurgie Ti Integrale tandheelkunde in teamverband Ti Integrale tandheelkunde: kwetsbare ouderen Kv Vrije keuze Kp Profiel A patiëntbehandelingen (B en C idem) Totaal Jaar M-3 Totaal van de masteropleiding
n.b. 1 n.b. 2
ec
sbu
4 3 6 5 1 4 6 4 3 6 4 6 3 4 1 60
120 80 160 130 30 120 160 120 80 160 120 160 80 130 30 1680
3 6 6 1 4 6 4 7 3 6 4 6 1 3 60
80 160 160 30 120 160 130 200 80 160 120 160 40 80 1680
17 6 1 6 20 3 3 4 60 180
480 160 30 160 560 80 90 120 1680 5040
In bijlage 5.1 en 5.2 zijn, om het totaaloverzicht te geven, de programma’s van de reeds functionerende bachelor, als de nu voor accreditatie aangeboden master opgenomen. Ten behoeve van studeerbaarheidsbewaking wordt er geprogrammeerd in uren. Daarnaast worden ten behoeve van internationale uitwisseling ec’s in hele getallen toegekend. Om een hanteerbaar schema te behouden zijn in enkele gevallen daarbij de ec’s afgekapt op een heel getal in plaats van afgerond.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
22
2.1 Eisen wo Facet
Criterium
Eisen WO
Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een WO-opleiding: kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen.
De ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek krijgt in het programma veel aandacht (zie ook de tabel met programma-overzicht). In elk jaar van het masterprogramma is systematisch plaats ingeruimd voor de ontwikkeling van wetenschappelijke vaardigheden. In totaal is hiervoor 27 ec gereserveerd (1e jaar 7 ec, 2e jaar 3 ec en 3e jaar 17 ec). Aan de orde komen de algemene facetten van wetenschappelijke scholing zoals wetenschapsfilosofie, methodologie en statistiek. Daarnaast voorziet het in training van vaardigheden die nodig zijn voor de toepassing van evidence-based dentistry en klinische besliskunde (opgenomen in het maken van de behandelplannen). In het derde masterjaar is een onderzoeksstage geprogrammeerd. Binnen de curriculumlijn ‘tandheelkundige deelgebieden’ worden in aansluiting bij binnen de tandheelkunde te onderscheiden subdisciplines de volgende onderdelen aan de orde gesteld: 1. Cariologie 2. Endodontologie 3. Parodontologie 4. Functie en functieherstel 5. Mond-, kaak-, en aangezichtschirurgie 6. Orthodontie De coördinatoren van de curriculumlijnen en de onderwijsblokken zijn vooraanstaande experts uit wetenschap en beroepspraktijk (zie bijlage 6 en 7). Binnen de curriculumlijn ‘integrale tandheelkunde’ worden accenten geplaatst naar leeftijdscategorieën van patiënten. Ook over deze leeftijdscategorieën is specifieke kennisinbreng verankerd door de sturende betrokkenheid van hoogleraren en universitair hoofddocenten met deze specialisaties. De uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek worden ingebracht in het onderwijs. In paragraaf 3.1 worden hiervan enkele voorbeelden gegeven onder verwijzing naar recente proefschriften. De interactie tussen onderwijs en onderzoek krijgt nadrukkelijk vorm in de drie profielen uit het keuzecurriculum. Voor elk van deze profielen, waarbinnen de studenten ook hun stage in wetenschappelijk onderzoek gaan uitvoeren, is in het UMC St Radboud specifieke expertise aanwezig.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
23
2.2 Relatie doelstellingen-programma Facet
Criterium
Relatie tussen doelstellingen en programma
Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma.
Didactische aanpak De visie op het onderwijs kan als volgt in een aantal aspecten worden samengevat8: - Een constructivistisch leerprincipe waarbij de student primair verantwoordelijk is voor het leerproces en de docent een belangrijke onderwijsconstruerende en begeleidende rol heeft. - Een grote nadruk op het formuleren van doelstellingen (zie hieronder, zie Raamplan Tandheelkunde 2007) waardoor een scherpe selectie van ‘content’ plaats heeft, een weloverwogen cursusconstructie mogelijk is en efficiëntie wordt bereikt. - Studiestof wordt van meet af aan in de klinische context geplaatst, bijvoorbeeld in het blok ‘klinische besliskunde’. - Met het adagium ‘assessment drives learning’ is toetsing een belangrijk onderdeel van het curriculumconstructieproces. - Toenemende inzet van ICT-middelen in het onderwijs. - Noodzaak om maximaal studeerbare curricula te ontwikkelen (tempobeurs/prestatiebeurs).9 Werkvormen in de masteropleiding: Binnen het programma van de masteropleiding kan in aansluiting daarop een onderscheid worden gemaakt in een aantal werkvormen. Deze worden gericht toegepast, afhankelijk van het te realiseren onderwijsdoel. Overzicht van werkvormen Theoretisch onderwijs
Hoorcollege; overdracht van kennis, vooral door een uiteenzetting van de hoofdlijnen en dwarsverbanden, alsmede om de student te helpen te focussen op de meest cruciale onderwerpen. Zelfstudie-opdracht; gestructureerde opdracht in het blokboek om de student zelfstandig onderwerpen te laten bestuderen, al dan niet op geleide van aangedragen of gesuggereerd studiemateriaal. Werkgroep; groepsgewijze bewerking van een opdracht, bij voorkeur bestaand uit een nieuw probleem waarbij reeds verworven kennis wordt toegepast. Practicum; oefenpractica of demonstratiepractica kunnen plaats vinden in verschillende context (snijzaal, laboratorium, computerzaal) afhankelijk van doelstelling en inhoud en benodigde faciliteiten). Responsiecollege; interactieve werkvorm in groepen waarbij studenten lastige aspecten aan de orden kunnen stellen en docenten kunnen toetsen of studenten doelen voor een bepaald thema gerealiseerd hebben
8
Zie: Naar een mondartsopleiding: eerste interimrapportage van de curriculumcommissie mondarts. Nijmegen, juni 2007 9
Wijnen WHFW, e.a. Te doen of niet te doen. Advies over de studeerbaarheid van onderwijsprogramma’s in het hoger onderwijs. Ministerie van onderwijs en wetenschappen, 1992
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
24
Preklinisch praktisch onderwijs
Fantoompracticum; oefenpracticum waarbij studenten tandheelkundige basisvaardigheden kunnen trainen in een gesimuleerde situatie met behulp van een fantoomopstelling. Virtual reality; computerondersteund oefenpracticum waarbij tandheelkundige vaardigheden kunnen worden geoefend met behulp van virtual reality modellen (in ontwikkeling)
Klinisch praktisch onderwijs
Patiëntgebonden practicum; oefening en beoefening van tandheelkundige vaardigheden (onder strikte begeleiding) in de situatie van patiëntenbehandeling. Oplopend van eenvoudige behandelingen tot complexe geïntegreerde patiëntenbehandeling. Klinische les; een complexe patiëntcasus wordt in al zijn facetten besproken, waarbij evidentie uit de literatuur wordt betrokken en de beschikbare diagnostiek en therapeutische opties worden nagegaan. Klinische stage; oefenperiode in de praktijk waarin alle tandheelkundige vaardigheden op basis van diagnostiek en behandelplan geïntegreerd aan de orde kunnen komen. Coassistentschap; klinische stage op een ziekenhuisafdeling (meest mond-, kaak- en aangezichtschirurgie).
Wetenschappelijke scholing
Evidence-based dentistry bespreking; werkgroepen/besprekingen waarbij tandheelkundige problematiek met behulp van ebd-methoden wordt geanalyseerd (o.a. gebruik makend van het PICO-instrument). Computerpracticum; practica waarbij vaardigheden voor wetenschapsbeoefening worden geoefend (literatuursearch, statistiek). Onderzoeksstage; periode van actieve uitvoering/participatie in wetenschappelijk onderzoek.
Professionele ontwikkeling
Portfoliogesprekken; aan het einde van elk studiejaar Begeleidingsgesprekken; tijdens (pre)klinische practica
Voor al deze vormen wordt een aanpak gepraktiseerd waarbij de docent en de studenten ieder een eigen belangrijke verantwoordelijkheid hebben. De docent is verantwoordelijk voor de structurering van het onderwijs, de begeleiding van de student en de toetsing van de leerresultaten. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Vertaling van de doelstellingen in de verschillende onderwijsblokken In iedere curriculumlijn worden opeenvolgende onderwijsblokken onderscheiden. In een voortgaande mate van concretisering worden in de onderwijsblokken de doelstellingen omschreven en de hoofdelementen van de inhoud gespecificeerd. In bijlage 7 zijn op deze wijze alle onderdelen van het eerste masterjaar beschreven. Hier een voorbeeld van één van de blokken uit het eerste masterjaar:
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
25
Voorbeeld: Bloknaam: Omvang:
Functie en functieherstel 4 (Blokcode: M1Td3p) 6 ec / 160 sbu
Relatie tot het totale curriculum In de bachelorblokken “Functie en functieherstel” (B1Td3t, B2Td3 en B3Td3p) heeft de student geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. Wat betreft restauratieve vaardigheden stond de extra-coronaire slijptechniek centraal. In het blok “Functie en functieherstel 4” (M1Td3p) worden de vaardigheden verder uitgebreid ter voorbereiding op de klinische situatie. Leerdoelen in dit blok 1. Zelfstandig onder gesimuleerde klinische omstandigheden, gemutileerde avitale gebitselementen herstellen met (stift)opbouwen. 2. Vanuit classificatie en etiologie, behandelingsvoorstellen beredeneren en doen voor patiënten met temporomandibulaire dysfunctie (TMD). 3. Onder gesimuleerde klinische omstandigheden zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met een occlusale spalk. 4. Onder gesimuleerde klinische omstandigheden, zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met (suprastructuren voor) implantaten. Onderwerpen in dit blok A Opbouwen van endodontisch behandelde gebitselementen bij (uitgebreid) weefselverlies. B Functie en dysfunctie van het tandkaakstelsel. C Behandelstrategieën bij TMD. D Vervanging van ontbrekende gebitselementen met implantaatsystemen. E Ontwikkelingen in occlusie-opbouw: inzichten en technieken. Toetsing in dit blok Schriftelijk tentamen met open vragen, plus een diagnostische praktijktoets.
Wijze van toetsen en beoordelen in de masteropleiding Voor toetsing en beoordeling worden verschillende vormen gebruikt. De vorm wordt primair gekozen vanuit geschiktheid (passend bij het type getoetste doelstellingen), maar ook uitvoerbaarheid en efficiëntie spelen een rol. Overzicht van toetsvormen 1.
Schriftelijke toetsen met gesloten vraagvorm. Het kan gaan om meerkeuzevragen, om juist-onjuist vragen of extended matching vragen.
2.
Schriftelijke toetsen met open vraagvormen. Het kan gaan om short answer questions, maar ook om essay type questions.
3.
Praktische toets. Preklinische werkstukken van studenten worden beoordeeld aan de hand van een lijst met vastgestelde criteria, meestal door twee docenten onafhankelijk van elkaar.
4.
Beoordeling verrichtingen. Verrichtingen van studenten worden tijdens de behandeling van hun patiënten beoordeeld door klinische docenten. Deze vorm van toetsing heeft een formatief karakter.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
26
5.
Beoordeling professioneel gedrag. Klinische docenten beoordelen het professioneel gedrag van studenten tijdens de behandeling van hun patiënten. Deze beoordelingen neemt de student op in zijn portfolio.
6.
Beoordeling verslagen en presentaties. Mondelinge en schriftelijke presentaties van behandelplannen, alsmede referaten door studenten worden beoordeeld.
7.
Diagnostische toets. Diverse (pre)klinische blokken kennen deze toetsvorm, waarbij de student zijn/haar kennis– en/of vaardighedenniveau zelf kan vaststellen.
8.
Peer assessment. In een aantal preklinische blokken geven de studenten elkaar feed-back aan de hand van criteriumlijsten. Tijdens teambesprekingen beoordelen studenten elkaars functioneren.
9.
Beoordeling onderzoeksverslag. De onderzoeksstage wordt in twee opzichten beoordeeld, namelijk door het beoordelen van het persoonlijk functioneren tijdens de onderzoeksstage, en door de beoordeling van het onderzoeksverslag. Twee beoordelaars beoordelen onafhankelijk van elkaar het verslag met behulp van een protocol.
10. Portfoliogesprek. Jaarlijks heeft de student met zijn/haar docent-mentor een gesprek over de voortgang in de professionele ontwikkeling op basis van het door de student bij te houden portfolio. Hierin bevindt zich ook het ‘ontwikkelingsplan professioneel gedrag’ (OPG). Jaarlijks schrijft de student een zelfreflectie op de ontwikkeling van het professioneel gedrag. Deze vorm van toetsing heeft een longitudinaal formatief karakter.
2.3 Samenhang programma Facet
Criterium
Samenhang
Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend.
De inhoudelijke samenhang in het programma is allereerst gegarandeerd door de systematische uitwerking van de verschillende curriculumlijnen. Net zoals ook in het bachelorprogramma al het geval is, komen ook in het masterprogramma de curriculumlijnen systematisch aan bod (zie ook de programmatabel aan het begin van dit hoofdstuk). Binnen de tandheelkundige deelgebieden is een systematische opbouw en samenhang te onderkennen. Als voorbeeld het deelgebied cariologie/endodontologie. Er is sprake van een logische sequentie, maar tegelijk ook van een geleidelijke verbreding (concentrische opbouw). 1. Theoretische bestudering van de gebitselementen, waarbij niet alleen de tandheelkundige morfologische en functionele aspecten aan bod komen, maar ook noodzakelijke kennis uit de basiswetenschappen aan de orde komt. 2. Door het preklinisch leren prepareren van gebitselementen (op fantoom) verwerft de student de eerste tandheelkundige praktische vaardigheden gericht op de later uit te voeren interventies. 3. Eenvoudige interventies (na voorafgaande diagnostiek) in klinische situatie (met patiënt), passend in een behandelplan. 4. Verrichten van complexere behandelingen van gebitselementen (met patiënt). Hierbij wordt de wetenschappelijke verantwoording van het tandheelkundig handelen betrokken door het hanteren van evidence-based dentistry. 5. Planmatig behandelen (c.q. delegeren) in het kader van integraal tandheelkundig handelen. Hier is het tandheelkundig handelen in zijn volle breedte, binnen de kaders van onze gezondheidszorgvoorzieningen, aan de orde.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
27
In elk jaar is tijd gereserveerd voor de bespreking van de professionele ontwikkeling van de student (in brede zin) waarbij alle onderdelen daarvan in samenhang aan de orde kunnen komen. In dit integrerende moment bespreekt de student op basis van zijn portfolio de voortgang van zijn professionele ontwikkeling met zijn of haar docent-mentor. Het driejarig masterprogramma als geheel overziende, krijgt elk cursusjaar een eigen karakter, zoals ook wordt verduidelijkt in het bijgaande conceptueel schema.
Conceptueel model 3-jarige Master Tandheelkunde Gedrags wetenschappen
Bachelor
Team competenties
Klinische Integrale
Basisvaardigheden:
Kennis wetenschappen
gedragswetenschappen
Klinische integrale tandheelkunde
THK met profiel In team
medisch tandheelkundig Wetenschappelijke scholing
THK manuele deelvaardigheden
Evidence Based Dentistry
Tandarts
Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschapsbeoefening
Profiel competenties
Het M-1 jaar wordt vooral besteedt aan kennis en vaardigheden in de diverse tandheelkundige deelgebieden (inclusief de manuele vaardigheden op deze terreinen). Het M-2 jaar wordt gekarakteriseerd door oefening in de op evidentie gebaseerde integrale tandheelkunde. Bovendien vindt studie en training plaats in het keuzeprofiel (reconstructief, chirurgisch, of kind en ontwikkeling). Tenslotte worden teamcompetenties getraind. Het M-3 jaar wordt sterk gekleurd door de onderzoeksstage (in het verlengde van het gekozen profiel) enerzijds en de integrale tandheelkundige praktijk anderzijds. In dit laatste deel kan de student zich langzamerhand ook gaan richten op de toekomstige rol van ‘eerst aanspreekbare’ op zijn/haar deskundigheidsgebied (ontwikkeld via het keuzeprofiel). Doordat in dit derde masterjaar als het ware de voorafgaande opleidingsroutes culmineren in enkele grote belangrijke afrondende onderdelen (onderzoeksstage en integrale klinische praktijk), is dit bij uitstek het integrerende opleidingsjaar.
2.4 Studielast Facet
Criterium
Studielast
Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
De Nijmeegse driejarige master tandheelkunde krijgt een studielast van 3 * 1680 studiebelastingsuren. Dat zijn drie studiejaren met elk 42 weken van 40 uur. Dit staat gelijke aan 3 * 60 ec.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
28
In principe hebben het M-1, het M-2 en het M-3 jaar een gelijke zwaarte. De drie jaren verschillen wel duidelijk van karakter. In de praktijk heeft een flink deel van het onderwijs in de master tandheelkunde de vorm van een klinisch practicum. Daarin heeft de student tijdens een wat langere periode de zorg voor een groep patiënten. De tijdsplanning is daarbij niet altijd volledig en met grote nauwkeurigheid te voorzien. Deze klinische practica hebben een lijnprogrammering (door het jaar heen) zodat voor de betrokken patiënten continuïteit en optimale zorg kan worden geboden. Het instituut tandheelkunde kent een aantal maatregelen dat er toe leidt dat de studenten hun studie in de master tandheelkunde kunnen doorlopen binnen de nominale studieduur. Stimulering van een regelmatige studievoortgang gebeurt door: a. Planmatige constructie Bij de constructie van het theoretisch onderwijs wordt ervoor gezorgd dat deze onderdelen studeerbaar zijn en binnen het beoogde tijdsbestek kunnen worden voltooid (precieze doelformuleringen, inhoud op maat, goed gekozen leerstof, studielastberekening, adequate toetsvorm, doorstroommogelijkheden). b. Planning van tentamens Elk examenonderdeel (tentamen) moet eens per jaar indien nodig op een vooraf bekend tijdstip kunnen worden herhaald, zodat de student een extra inspanning goed kan plannen. c. Behandelplanning In het klinisch onderwijs begeleiden de tandarts-docenten studenten zorgvuldig bij het maken van de behandelplannen/zorgplannen en bezien daarbij ook een realistische tijdsplanning. Via een verrichtingenregistratie- /c.q. student-volgsysteem (DigiTand genaamd) kan het verloop van de behandelingen worden gevolgd. Zodat eventueel dreigende knelpunten kunnen worden gesignaleerd en met de student oplossingsgericht besproken. d. Monitoring instroom patiënten Via een systeem van monitoring wordt de instroom van patiënten voor de opleiding in de gaten gehouden, zodat voldoende aantallen patiënten beschikbaar zijn voor opleidingsdoelen. e. Inzet van bestaande affiliaties Voor het onderdeel mka-chirurgie wordt ook nu reeds gewerkt met affiliatiepartners om de benodigde stages te kunnen realiseren. Omdat de studenten-aantallen iets zullen dalen in de komende jaren, zal deze capaciteit ook voor de driejarige master voldoende zijn. f. Inzet nieuwe affiliaties Voor een aantal studie-onderdelen in met name de fase van de keuzeprofielen, zal gestreefd worden naar samenwerking met een aantal nieuwe affiliatiepartners. Gedacht wordt aan de oprichting van een Academisch Tandheelkundig Netwerk Nijmegen.
2.5 Instroom Facet
Criterium
Instroom
Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie.
De instroom van studenten voor de driejarige master tandheelkunde wordt gevormd door studenten die aan alle eisen voor het wo-bacheloropleiding tandheelkunde hebben voldaan. Studenten afkomstig uit de Nijmeegse driejarige bachelor tandheelkunde worden zonder verdere selectie toegelaten. Instroom van studenten met andere vooropleiding Studenten met een wo-bachelordiploma uit een andere tandartsopleiding in Nederland kunnen, gelet op de capaciteitsproblematiek, worden toegelaten tot de driejarige Nijmeegse master op basis van uitruil met een andere faculteit, zo hebben de faculteiten onderling afgesproken. De examen-
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
29
commissie beoordeelt daarbij, kijkend naar de elders reeds verworven kwalificaties, of de toe te laten student nog deficiënties moet opheffen die het gevolg kunnen zijn van programmeringsverschillen tussen de Nederlandse opleidingen. Op soortgelijke wijze zal de examencommissie eventueel instromende buitenlandse studenten tandheelkunde beoordelen. Studenten met een professional bachelordiploma mondzorgkunde kunnen in principe in aanmerking komen voor toelating tot de masteropleiding tandheelkunde, indien zij via een applicatieprogramma de verschillen (met name op het gebied van de wetenschappelijke vorming en specifieke tandheelkundige vaardigheden) tussen de HBO-bachelor en de WO-bachelor hebben kunnen overbruggen. Deze cursus wordt landelijk georganiseerd en ondergebracht in Amsterdam.
2.6 Duur Facet
Criterium
Duur
De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: WO-master: minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van de opleiding.
De nieuwe Nijmeegse masteropleiding tandheelkunde krijgt een duur van drie jaar. De studielast is 3 * 60 ec; in totaal dus 180 ec (zie programma-overzicht). De programmering voorziet in drie jaren van in principe dezelfde zwaarte, zodat het programma in drie jaar kan worden afgerond (zie ook de opmerking over de klinische practica in paragraaf 2.4 hierboven).
3
De inzet van personeel
De staf van de opleiding tandheelkunde bestaat uit drie grote groepen docenten. Ze kunnen als volgt worden onderscheiden: a. De kernstaf van de tandheelkundige afdelingen. Zij zijn betrokken bij het onderzoek en het onderwijs in de tandheelkunde. b. De stafleden afkomstig uit andere vakgroepen van het UMC St Radboud. Zij leveren vanuit hun discipline specifieke bijdragen aan de opleiding tandheelkunde, bijvoorbeeld vanuit de discipline fysiologie. In sommige gevallen zijn zij vanuit hun vakgebied betrokken bij tandheelkundig wetenschappelijk onderzoek. c. De tandarts-docenten, afkomstig uit de beroepspraktijk, die vooral betrokken zijn bij de klinische trainingen. Zij kunnen ook betrokken zijn bij onderzoeksprojecten.
3.1 Eisen wo Facet
Criterium
Eisen WO
De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een WO-opleiding: – WO: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied.
De staf van de opleidingen bachelor en master tandheelkunde bestaat voor een flink deel uit gepromoveerden. In totaal nemen uit het personeelsbestand het UMC St Radboud 61 gepromoveerde
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
30
stafleden deel aan het onderwijsprogramma in de bachelor- en de masteropleiding tandheelkunde (zie ook bijlage 8). Het beleid is er nu en in de toekomst op gericht medewerkers zowel in onderwijs als onderzoek te laten participeren. De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek hebben zo direct hun wisselwerking met het onderwijs. Enkele voorbeelden van recente proefschriften maken duidelijk dat de uitkomsten in veel gevallen direct in het onderwijs kunnen worden ingebracht. Voorbeeld 1 In 2007 promoveerde mevrouw drs. W. Fokkinga (tandarts), medewerker van de vakgroep orale functieleer op een proefschrift met de titel “Post it? Reconstruction of endocontically treated tooth”. Hierin werd onderzoek gedaan naar de kwaliteit van verschillend reconstructietypen en naar de lange termijn resultaten hiervan bij endodontische behandelde gebitselementen. Mevrouw dr. Fokkinga is docent en blokcoördinator in het blok ‘Functie en functieherstel 4’ en de door haar verworven kennis en inzichten worden direct overgedragen aan studenten in het eerste masterjaar van de driejarige master tandheelkunde. Voorbeeld 2 In 2007 promoveerde de heer drs. B. Loomans (tandarts), medewerker van de vakgroep preventieve en curatieve tandheelkunde op een proefschrift met de titel ‘Proximal contact tightness of posterior composite resin restorations’ Hierin werd onderzoek gedaan naar het effect van verschillende matrijssystemen op de te herstellen approximale contactsterkte van Klasse II composietrestauraties. De heer dr. Loomans is docent in het blok wetenschappelijke basisvaardigheden in het derde bachelorjaar en het tweede masterjaar. De door hem in zijn promotie-onderzoek verworven kennis wordt direct aangereikt aan studenten in deze blokken. De hoogleraren en universitair hoofddocenten tandheelkunde hebben zich intensief geëngageerd in de ontwikkeling van de driejarige master tandheelkunde. Dat gebeurde in afzonderlijke voorbereidingsgesprekken in de tweede helft van 2007, in een op Papendal gehouden curriculumconferentie in januari 2008 en vervolgens in de voorbereiding van de afzonderlijke onderdelen van het curriculum. Zie de lijst van lijncoördinatoren en blokcoördinatoren in bijlage 6 en 7.
3.2 Kwantiteit Facet
Criterium
Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren.
In de afspraken tussen de regering en de drie tandheelkunde opleidingen in Nederland is vastgesteld dat de middelentoewijzing door de overheid aan de faculteiten gelijk zou blijven. Voor Nijmegen betekent dit, dat in de oude situatie 82 studenten gedurende 5 jaar moesten worden opgeleid (totaal 410 te realiseren student-opleidingsjaren) en in de nieuwe situatie 67 studenten gedurende 6 jaren zullen worden opgeleid (totaal 402 te realiseren student-opleidingsjaren). Tabel 2 laat zien welk aantal personen in de categorie wetenschappelijk personeel aan de afdeling tandheelkunde is verbonden en om hoeveel full time equivalenten het daarbij gaat. In bijlage 8 is een namenlijst opgenomen van het wetenschappelijk personeel dat betrokken is bij de opleiding, inclusief de WP-leden uit niet-tandheelkunde afdelingen van het UMC St Radboud.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
31
Tabel 2. Wetenschappelijk personeel betrokken bij de opleiding en met een dienstverband bij de afdeling Tandheelkunde. categorie
man
vrouw
totaal
percentage gepromoveerden
aantal
fte
aantal
fte
aantal
fte
HL *
5
4,1
1
1
6
5,1
100 %
UHD
6
5,9
0
0
6
5,9
100 %
UD
8
6,8
2
1,8
10
8,6
100 %
promovendi
8
6,1
6
4,3
14
10,4
n.v.t.
docenten
42
16,6
26
7,4
68
24,0
33 %
overig WP
15
5,8
12
5,8
27
11,6
15 %
totaal
84
45,3
47
20,3
131
65,6
Afdeling personeelszaken, bron: BASS, peildatum: 1 december 2007. *) inclusief 1 bijzondere hoogleraar.
Uit tabel 3 blijkt hoeveel capaciteit voor onderwijs beschikbaar is gesteld. Tabel 3. Staf en studenten ratio’s in de jaren 2004-2007
Jaar
aantal fte aantal inonderwijs geschreven studenten
Doctoraal diploma
Tandarts diploma
aantal stuaantal afgedenten per studeerden per fte onderwijs fte onderwijs
2007
31,56*
447
72
82
14,16
2,60
2006
30,89
456
69
54
14,76
1,75
2005
29,48
441
62
53
14,96
1,80
2004
27,63
428
53
58
15,49
2,10
Bron: onderwijsmiddelen verdeelmodel en onderwijs jaarverslagen 2004 – 2007, peildatum 1 december van het betreffende jaar. * Deze capaciteit van 31,56 fte valt uiteen in 15,45 fte voor de bacheloropleiding en 16,10 fte voor de tweejarige master. Op grond van de lagere studentenaantallen is minder personeel nodig voor de bacheloropleiding en minder voor het eerste en tweede masterjaar. Daardoor zal de noodzakelijke capaciteit ter beschikking zijn voor het onderwijs in het derde masterjaar. Na herberekening op grond van de studentenaantallen, betekent dit dat voor de driejarige master in totaal 19 fte capaciteit beschikbaar is. Met de beschikbare personele capaciteit kan voor een adequaat kerncurriculum en keuzeprogramma gezorgd worden. Voor de vakgebieden waarvoor een krappe personeelsbezetting van m.n. fulltimers geldt, is de belasting van de staf echter hoog. Dat geldt ook voor sommige functies in ondersteunende afdelingen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
32
Alhoewel de werving van personeel gezien de arbeidsmarkt zeer lastig blijkt te zijn, sluit de inhoudelijke expertise van de aanwezige docenten tot nu toe aan bij de doelstellingen en eindkwalificaties van het onderwijsprogramma.
3.3 Kwaliteit Facet
Criterium
Kwaliteit personeel
Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
Het beleid van de opleiding is gericht op een hoog percentage gepromoveerden in de onderwijsstaf. Om het voor afgestudeerde tandartsen aantrekkelijker te maken om te promoveren worden door de opleiding halftime promotieplaatsen aangeboden. Voor fulltime, maar ook voor parttime functies in het onderwijs wordt de voorkeur gegeven aan gepromoveerde ex-aio's, -oio's of junior docenten. Zij zijn op grond van de recent opgedane onderzoekservaring beter in staat studenten te begeleiden bij hun onderzoeksstages en op die plaatsen in het onderwijs waar de wetenschappelijke vorming vervlochten wordt met de beroepsopleiding. De verbondenheid met het UMC St Radboud biedt de opleiding voldoende inhoudelijke expertise voor de invulling van de vele verschillende medische, niet tandheelkundige vakgebieden. Tevens wordt in het UMC St Radboud hetzelfde onderwijsconcept gevolgd als bij de opleiding, zodat deze docenten eveneens vertrouwd zijn met de gehanteerde onderwijskundige opzet van zelfstudieopdrachten, blokboeken, responsiecolleges, etc. (studentgecentreerd onderwijs). Voor de tandheelkundige vakgebieden wordt bij de selectie van personeel voor de opleiding o.a. gelet op een voldoende brede (en actuele) spreiding in deskundigheden en vaardigheden van de staf. Gestreefd wordt naar een staf, waarin een combinatie aanwezig is van praktische tandheelkundige ervaring, wetenschappelijk engagement en onderwijskundige affiniteit. Voor nieuw aangestelde docenten, die nog niet in een professionaliseringstraject zijn opgenomen, vormt de verplichting tot het volgen van een basiscursus 'didactische vaardigheden' een onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Alle bij het onderwijs betrokken docenten dienen verplicht de cursus 'didactiek in de praktijk' te volgen. Nieuwe tandartsmedewerkers, die een aanstelling krijgen als docent op (pre)klinische practica, volgen bovendien tenminste de cursus 'begeleiden en beoordelen in de klinische onderwijssituatie'. In dit professionaliseringssysteem zijn in aansluiting bij het universitaire beleid docentkwalificaties geformuleerd op vier verschillende niveaus: startkwalificatie, basiskwalificatie, uitgebreide kwalificatie en volledige kwalificatie. Binnen elk van deze kwalificaties bekwaamt een docent zich in het vervullen van rollen op het gebied van onderwijsuitvoering, onderwijsontwikkeling en onderwijsorganisatie/-beleid. Naarmate de verantwoordelijkheden voor een groter deel van het onderwijs toenemen, is een uitgebreidere kwalificatie vereist. Voor alle docenten worden drie dagen per jaar staftrainingen georganiseerd, die meestal zowel een vakinhoudelijke als een op het onderwijs gerichte invulling kennen. Om stafleden in de gelegenheid te stellen hier maximaal aan te participeren worden deze dagen onderwijsvrij geroosterd. In jaarlijkse functioneringsgesprekken, worden onder meer de uitkomsten van de studentenevaluaties worden doorgesproken. In deze gesprekken wordt tevens de behoefte aan scholing geïnventariseerd en bewaakt. Er worden afspraken gemaakt over persoonlijke doelen van docenten in het kader van de didactische ontwikkeling en van eventuele vakinhoudelijke bij- en nascholing.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
33
4
Voorzieningen
4.1 Materiële voorzieningen Facet
Criterium
Materiële voorzieningen
De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
Gebouwen en patiënten De opleiding is gehuisvest in een eigen voor patiënten goed bereikbaar gebouw op het terrein van het UMC St Radboud en de RU. Alle benodigde voorzieningen zijn in huis aanwezig. Nieuwbouw op een andere locatie op het UMC-terrein is voorzien in het kader van de totale vernieuwing van de UMC-gebouwen. Ingebruikname van een nieuwe locatie voor tandheelkunde is voorzien in 2013. Dat betekent dat de komende jaren een nieuw huisvestings- en inrichtingsplan voor de opleidingen tandheelkunde kan worden ontwikkeld waarbij rekening wordt gehouden met alle nieuwe ontwikkelingen De aanwezigheid van een voldoende omvangrijk en voldoende gevarieerde groep patiënten is voor de opleiding uiteraard van groot belang. Om de opleidingsmogelijkheden te verbreden en te versterken is enkele jaren geleden besloten tot een extra voorziening. Bij de vestiging van een externe kliniek is gekozen voor een kliniek in Arnhem op het terrein van- en in samenwerking met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN). Deze kliniek is in januari 2006 in gebruik genomen met 30 tandheelkundige behandeleenheden. De systematische opbouw van een patiëntenbestand voor zo’n extra kliniek kost tijd. Ze is dan ook nog niet afgerond. Instrumentarium In de afgelopen jaren zijn een groot aantal renovaties uitgevoerd. Zo werden behandelunits, collegezalen en techniekruimtes gerenoveerd, colloquiumkamers voorzien van nieuw meubilair en beamers, omkleedruimtes met lockers en wastafels gerealiseerd en een behandelzaal van een extra röntgenruimte voorzien. Alle röntgenbeelden staan digitaal ter beschikking. In 2001 kwam de uitbreiding van de prekliniek met 20 units tijdig gereed, in 2002 ook een substantiële uitbreiding van de kantine. Op 1 januari 2004 kon het nieuwe studiecentrum geopend worden. In het gebouw tandheelkunde staan de volgende onderwijsruimten ter beschikking: één grote en twee kleine collegezalen met resp. 188, 85 en 85 plaatsen; 13 colloquiumkamers, verdeeld over de verschillende verdiepingen, in omvang variërend van 12 tot 30 plaatsen, benut voor onderwijs (o.a. werkgroepen), maar ook gebruikt voor andere doeleinden; een preklinische practicumzaal met 108 fantoomunits; vier klinische behandelzalen met centrale uitgiftebalie op de 1e, 3e, 5e en 6e verdieping voorzien van resp. 18, 50, 49 en 38 behandelunits. Elke unit is voorzien van een pc, deze zijn ook op de docenttafels aanwezig. Elke zaal heeft één of twee digitale röntgenruimtes; een polikliniek met vijf units, voorzien van pc's en een digitale röntgencabine; techniekruimtes op vier verdiepingen; een studiecentrum, annex bibliotheek, met 48 pc-werkplekken, verdeeld over twee zalen, 72 zelfstudieplaatsen, verspreid over de studiezaal (60) en tijdschriftenzaal (12), alsmede drie hierboven reeds genoemde colloquiumkamers; 29 'sta'-pc's in de benedengang met aansluiting op internet; een digitale röntgen onderwijsruimte met 8 boxen; op verschillende verdiepingen zijn nog aanvullend zelfstudieruimtes aanwezig.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
34
Digitale systemen Het computergebruik in het onderwijs binnen het UMC St Radboud wordt inhoudelijk, technisch en organisatorisch gecoördineerd door een werkeenheid Computers in het Onderwijs (CIO-groep). Als digitaal leerplatform is ‘Blackboard’ in gebruik , dat door de RU Nijmegen als de standaard voor de hele universiteit wordt gehanteerd, dus ook bij tandheelkunde. Alle studenten hebben toegang tot het UMC-netwerk en beschikken via de universiteit over een eigen e-mail adres. Voor de meeste software kunnen studenten en docenten gebruik maken van universitair afgesloten campuslicenties. In het studiecentrum zijn werkplekken voor intensief pcgebruik en zijn tevens faciliteiten als branders en scanners beschikbaar. In de vide van de onderverdieping staan pc's voor kortdurend gebruik voor de studenten beschikbaar. Op openbare pc's is speciale software geïnstalleerd om deze virusvrij te houden. Op alle behandelzalen is elke unit voorzien van een pc. Alle röntgenapparatuur is inmiddels digitaal, terwijl ook de praktijkruimtes voor het röntgenonderwijs zijn voorzien van digitale hard- en software. Op zaal is ten behoeve van het documenteren van behandelingen tevens de digitale camera geïntroduceerd. Een deel van de automatisering gebeurt via de ontwikkeling in eigen beheer en in samenwerking met een daartoe gespecialiseerd bedrijf van specifieke programmatuur, speciaal gericht op het onderwijs in een tandheelkundige praktijksetting (o.a. DigiPlan). Aanvankelijk primair bedoeld als applicatie voor studenten in het klinisch onderwijs, is het vervolgens ook geschikt gemaakt voor de praktijk van stafleden, etc. In een parallel traject werd Digora ter ondersteuning van de digitale röntgenfaciliteiten ingevoerd. DigiTand kent nu modules voor onderwijszaken, patiëntzaken en facturering. Door middel van dit systeem dient de student zijn behandelplan in te voeren en de voortgang bij te houden, terwijl de docent daarin de beoordeling vastlegt van gedane verrichtingen. Het systeem bevat verder het afsprakensysteem van de student met de patiënt en het elektronisch patiëntdossier (EPD), incl. de röntgenfoto's. De privacy van de patiëntgegevens en de beveiliging van de studentgegevens wordt gewaarborgd met smartcards. Het systeem biedt verder de mogelijkheid om op basis van de verrichtingen ook de aanlevering voor de facturering te verzorgen en kan eveneens inzicht verschaffen in de actuele omvang van de aanwezige groep patiënten. Sinds 2003 worden de behandelplannen gedigitaliseerd in de vorm van Digiplan, dat een koppeling tussen kenniskader en patiëntenbestanden creëert. Bibliotheek en studiecentrum Via het universitaire computernetwerk en de on-line publiekscatalogus van de universiteit is alle wetenschappelijke literatuur voor docenten, onderzoekers en studenten ontsloten. Daarbij wordt ondersteuning en advies gegeven door de universiteitsbibliotheek, c.q. de bibliotheek tandheelkunde. Daarnaast is er de fysieke voorziening van studiecentrum/bibliotheek in het gebouw van tandheelkunde. De noodzakelijke studieboeken (zgn. kernboeken) zijn in meervoud in het studiecentrum aanwezig. Naast de on-line literatuur zijn de boekencollectie en circa 120 tijdschriften materieel in de tandheelkunde bibliotheek centraal beschikbaar, er zijn geen decentrale afdelingsbibliotheken. Overige diensten en voorzieningen Ten behoeve van het onderwijs in de tandheelkunde functioneren binnen het tandheelkundig instituut verder alle noodzakelijke diensten, zoals: - De dienst onderwijspraktijk tandheelkunde, voor het reguleren van de patiëntenstroom en het beheer van de voorzieningen. - De centrale patiënten administratie. - De polikliniek, waar patiëntenselectie en inschrijving plaats vindt en waar teven de Nijmeegse weekenddienst is ondergebracht. - De dienst studiezaken. - Het algemeen tandtechnisch laboratorium. - Het facilitair bedrijf tandheelkunde.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
35
4.2 Studiebegeleiding Facet
Criterium
Studiebegeleiding
Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat is met het oog op de studievoortgang.
Begeleiding door docenten / gebruik van portfolio Studenten tandheelkunde worden tijdens hun opleiding begeleid door docenten, blokcoördinatoren en een persoonlijke mentor (vanaf 1 september 2008) wat betreft de inhoud van het onderwijsprogramma. De docent-mentor heeft daarbij de bijzondere rol om door middel van periodieke gesprekken met de student de voortgang van diens professionele ontwikkeling tot tandarts te volgen. De student toont zijn voortgang met behulp van zijn portfolio. De student leert daarop te reflecteren en leerpunten te formuleren voor de daarop volgende studieperiode (zie ook paragraaf 2.2 werk- en toetvormen). De formatie voor de begeleiding door docenten is opgenomen in de begroting van het onderwijsgevend personeel van de opleiding tandheelkunde. Studieadviseur Naast de begeleiding door docenten, worden voorlichting, informatievoorziening en studiebegeleiding aan (aankomend) studenten gegeven door medewerkers van de afdeling Onderwijs Studenten Zaken Tandheelkunde en meer in het bijzonder door de studieadviseur Tandheelkunde. Deze studieadviseur heeft een onafhankelijke positie in het opleidingsteam. De studieadviseur volgt een proactief beleid. Aan het begin van de studie wordt met alle studenten gesproken. Bij tegenvallende studieresultaten worden studenten uitgenodigd voor een gesprek. Om eventuele problemen van individuele aard (van welk type dan ook) te helpen oplossen kan de student een beroep doen op de beschikbare studieadvisering binnen de opleiding tandheelkunde zelf, maar eventueel ook op het niveau van de Radboud Universiteit. De formatie voor de begeleiding door de studieadviseur is opgenomen in de begroting van de afdeling Dienst Studie Zaken Tandheelkunde. Centrale universitaire voorzieningen In geval van meer specifieke vragen van studenten kan een beroep gedaan worden op studentendecanen, studentenpsychologen en studententrainers van de Dienst Studenten Zaken van de Radboud Universiteit.
5
Interne kwaliteitszorg
5.1 Systematische aanpak Facet
Criterium
Systematische aanpak
Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
36
Interne en externe kwaliteitszorg Interne en externe kwaliteitszorg vormen twee kanten van dezelfde medaille: kwaliteitszorg die gericht is op een optimaal resultaat van de opleiding. Telkenmale geven visitaties aanleiding tot kwaliteitsdiscussie binnen de opleidingen van het UMC St Radboud, hoe de beoordeling ook uitvalt. Hierdoor komt het focus steeds weer opnieuw op verdere verbeteringen die mogelijk zijn. Ook bij de visitatievoorbereiding in 2005 en de concept-rapportage van de visitatiecommissie in 2006 was dit het geval. In een actieplan heeft de opleiding een aantal plannen voor verdere verbetering geformuleerd. Gedeeltelijk krijgen deze reeds hun beslag in de thans vigerende tweejarige master tandheelkunde en voor een deel kunnen nieuwe ambities pas worden waargemaakt in de driejarige master tandheelkunde, waarvoor met dit dossier accreditatie wordt aangevraagd. In bijlage 9 t/m 11wordt beschreven tot welke verbeteringen in de vigerende tweejarige master tandheelkunde de commentaren van de visitatiecommissie uit 2005/2006 hebben geleid. Systematiek voor de interne jaarlijkse kwaliteitszorgcyclus Alle onderdelen van het onderwijsprogramma worden in het kader van het interne kwaliteitszorgsysteem jaarlijks geëvalueerd. De systematiek daarvoor is weergegeven in het bijgaande schema.
SYSTEMATIEK VOOR DE JAARLIJKSE KWALITEITSZORGCYCLUS
Onderwijsuitvoering
Procesevaluatie
Productevaluatie
regie: onderwijsmanagementteam
regie: examencommissie
StudentOordelen - Enquete - Panelgesprek
DocentOordelen
Blokcoördinator / examinator
- Rapport blokcommissie
- Oordeel toetsuitslagen
Opleidingscommissie: Beoordeling en advisering
Verbeterde onderwijsuitvoering
Toelichting bij het schema: De uiteindelijke doelstelling van onderwijskwaliteitzorgsystemen is de optimalisering van het leerproces én het leerresultaat. Docenten en studenten hebben ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid in de kwaliteitszorg. Uitvoering van het onderwijs geschiedt – en dat is een belangrijke kwaliteitsmaatregel - op basis van een weloverwogen geconstrueerd draaiboek dat is neergelegd in het jaarlijks bij te stellen blokboek. De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en voert daarom ook de regie over de systematiek van kwaliteitszorg. De enquêtes, waarmee studentoordelen worden verkregen, worden on-line direct na afloop van het blok afgenomen. De panelgesprekken, die gevoerd worden met jaarvertegenwoordigers, vinden plaats binnen 14 dagen na afloop van het onderwijsblok. De blokcommissie (docenten) rapporteert met behulp van een vast format, waarin in ieder geval wordt gereflecteerd op het bereiken van de blokdoelstellingen en voorstellen worden geformuleerd voor mogelijke verbeteringen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
37
De examencommissie, primair in de persoon van de blokcoördinator die ook de aangewezen examinator is, geeft een oordeel over de toets en over de resultaten. Het onderwijsmanagementteam ziet toe op de kwaliteit van de evaluatiemethodiek en de participatie van de betrokken partijen. De opleidingscommissie adviseert in dit proces, zowel over de procedure en de uitkomsten, als over de voorgestelde verbeteracties. Curriculuminnovatie: invoering en eerste evaluatie De opleiding is ervan doordrongen dat een majeure innovatie als de invoering van de driejarige masteropleiding tandheelkunde een aantal belangrijke fasen kent. Na (a) een initiële fase in het innovatieproces (oriëntatie op de innovatie – explicitering en planformulering - besluitvorming) volgt (b) een fase van systematische implementatie en vervolgens (c) een fase van evaluatie en bijstelling. De curriculumcommissie die leiding geeft in de voorbereiding en invoering van de driejarige master tandheelkunde zal elk van deze fasen bij de jaarsgewijze invoering begeleiden. Niet alleen zal daarbij worden toegezien op de zorgvuldige constructie en invoering van de onderwijsblokken, maar ook zal in blokoverstijgend perspectief de realisering van de doelstellingen van de afzonderlijke curriculumlijnen worden beoordeeld (bijvoorbeeld in conferentievorm).
Primair focus voor de komende jaren Kwaliteits Object
Invoeringskwaliteit van de nieuwe c.q. vernieuwde cursussen
Streefdoel
Alle nieuwe c.q. vernieuwde cursussen in de driejarige master tandheelkunde zijn tijdig en zorgvuldig voorbereid, gedocumenteerd in een blokboek, in eerste aanleg uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld voor de tweede uitvoering.
Kritische succesfactoren
-
Planmatige aanpak en organisatie Steun van het (onderwijs)management Beschikbaarheid van een adequate wetenschappelijke staf Beschikbaarheid van ondersteuning Feedback bereidheid en meedenken van studenten Motivatie en inzet van alle betrokkenen
PrestatieIndicatoren
• • • •
Planningsschema gemaakt voor het project en per blok Blokcommissie tijdig ‘in place’ en actief Cursus gedocumenteerd in een blokboek ‘Werkplaatsvoorziening’ voor elke cursus aanwezig, c.q. gecontracteerd Evaluatiecyclus per blok voorbereid Evaluatie-instrumenten beschikbaar Revisie na eerste uitvoering geëxpliciteerd Benodigde ‘werkplaatsen’ beschikbaar / inrichtingsplan nieuwbouw
• • • • Normen
-
Blokcommissie één jaar voor de cursus actief Elk blokboek één maand voor de cursus beschikbaar Bloktoets/beoordelingsschema één maand tevoren beschikbaar Dataverzameling blokevaluatie binnen één maand na blokuitvoering - Revisievoorstellen binnen drie maanden na blok gereed
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
38
Streefdoelen Voor de komende jaren is een bewuste keuze gemaakt voor een aantal onderwerpen die in de kwaliteitszorgcyclus in het bijzonder de aandacht zullen krijgen. In het jaarverslag van het onderwijsinstituut worden de uitkomsten gerapporteerd.10 Streefdoelen in de kwaliteitszorgcyclus 1.
Alle nieuwe c.q. vernieuwde cursussen in de driejarige master tandheelkunde zijn tijdig en zorgvuldig voorbereid, gedocumenteerd in een blokboek, in eerste aanleg uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld voor de tweede uitvoering (voor een verbijzondering hiervan: zie voorgaand schema).
Kwantitatief 2. procesmatig
Na drie jaar onderwijs heeft 60% van de ingestroomde masterstudenten de opleiding afgerond. Na 3,5 jaar is dat percentage gestegen tot 80% en het te bereiken eindrendement (na 6 jaar als ook de om bijzondere redenen vertraagde studenten gereed zijn) wordt gesteld op 95%. Als deze rendementen op de peildata niet gehaald worden, zal onderzoek worden verricht naar de oorzaak.
3.
Het rendement bij een bloktoets (eerste tentamengelegenheid) ligt op tenminste 70%, uitgaande van de veronderstelling dat het onderwijs volgens de geplande opzet is gegeven, de studenten de afgesproken inspanning hebben geleverd en de toets goed is geconstrueerd. Als deze norm niet wordt gehaald, wordt onderzoek verricht naar de oorzaak en worden door het onderwijsmanagementteam verbeterafspraken gemaakt met de blokcoördinator.
4.
Alle docenten die acteren in de master tandheelkunde beschikken over een basiskwalificatie als docent, conform het universitaire en facultaire beleid. Nieuw binnen komende docenten verwerven de startkwalificatie binnen een jaar na indiensttreding.
5.
Het aantal gepromoveerden onder de tandarts-docenten zal in de periode tot 2014 stijgen tot 40%.
6.
Er zal voor de master tandheelkunde een zodanig aantal patiënten beschikbaar zijn, dat de master studenten zonder wachttijd/vertraging (veroorzaakt door patiëntentekort) de eindkwalificaties van de master kunnen realiseren.
7.
Er is vóór de start van het M-2 jaar een Academisch Tandheelkundig Netwerk Nijmegen operationeel dat faciliterend werkt voor het bieden van stageplaatsen voor in het bijzonder de profielonderdelen van het onderwijs.
8.
Er is een vernieuwd programma voor de scholing in de teamaspecten operationeel vóór de start van het M-3 jaar.
Primair Focus
Innovatie gerelateerd
In het bovenstaande krijgt de implementatiefase van het nieuwe master curriculum het primaire focus. Een extra reden voor deze keuze is dat de invoering van de nieuwe driejarige master tandheelkunde –naar thans wordt verwacht- parallel zal lopen met de voorbereiding en realisering van nieuwbouw voor de opleiding. Dit vraagt extra inspanning, maar biedt tegelijkertijd de kans voor een langere periode te zorgen voor een adequate infrastructuur.
10
Jaarverslag Onderwijsinstituut UMC St Radboud; studiejaar 2006-2007, waarin opgenomen het ‘Opleidingsjaarverslag tandheelkunde 2006-2007’
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
39
5.2 Betrokkenheid Facet
Criterium
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken.
Studenten en docenten zijn op alle niveaus betrokken bij het kwaliteitsbeleid. De Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, in het bijzonder de decaan als portefeuillehouder onderwijs en onderzoek, heeft mede de ontwikkeling van de driejarige master tandheelkunde geïnitieerd en gesteund en blijft dat doen. De benoemde curriculumcommissie blijft de ontwikkeling begeleiden. Door middel van het jaarverslag van het onderwijsinstituut van het UMC ST Radboud wordt jaarlijks systematisch aan de Raad van Bestuur en het College van Bestuur van de Radboud Universiteit over de resultaten van de opleiding tot tandarts gerapporteerd. Het onderwijsmanagementteam tandheelkunde (OMT-T) heeft twee studentleden, de curriculumcommissie heeft een studentlid, de opleidingscommissie is paritair samengesteld met zes studentleden en zes docentleden. Twee studentleden tandheelkunde zijn lid van de UMC-raad. Op dit moment is de student-assessor in de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud een tandheelkundestudent. De studentvertegenwoordigers van de verschillende opleidingsjaren hebben een belangrijke rol in de jaarsystematiek van onderwijsevaluaties (o.a. via panelgesprekken). De docenten hebben hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Deels is dat in samenspraak met de studenten in bijvoorbeeld het onderwijsmanagementteam en in de paritair samengestelde opleidingscommissie. Deels is dat ook een geheel eigenstandige verantwoordelijkheid bijvoorbeeld in de rol van examinator of als lid van de examencommissie. Met de geleding van de alumni wordt op verschillende manieren contact onderhouden. De jaarlijkse alumnimonitor van de Radboud Universiteit peilt hoe studenten terug kijken op hun opleiding.11 De opleiding tandheelkunde doet periodiek hiernaar eigen onderzoek. Tenslotte keren alumni regelmatig terug naar de opleiding in het Post-academisch onderwijs tandheelkunde. Sinds 2001 kunnen de in Nijmegen afgestudeerde tandartsen, de alumni, deelnemen aan een doorlopend bij- en nascholingspakket tandheelkunde. Het aanbod omvat 30 cursussen. Dit ‘Alumnicontract Tandheelkunde Nijmegen’ biedt iedere alumnus jaarlijks onder meer twee theoretische nascholingsdagen (“update dagen”), telefonische consultancy op diverse vakgebieden, en voorinschrijving bij het reguliere PAOT-cursusaanbod. Het Alumnicontract Tandheelkunde Nijmegen heeft op dit moment ongeveer 550 deelnemers. Uit evaluaties blijkt dat het alumni project tandheelkunde Nijmegen succesvol is en dat de deelnemers zeer tevreden zijn over de opzet en de inhoud. Het spreekt vanzelf dat dit alumnicontract niet alleen voor de alumni aantrekkelijke kanten heeft. Langs deze weg heeft het UMC St Radboud een gestructureerd contact met zijn afgestudeerden en onderhoudt het een intensief contact met het afnemend beroepenveld.
11
Alumnimonitor 2006. Radboud Universiteit. Nijmegen, 2007
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
40
6
Condities voor continuïteit
6.1 Afstudeergarantie Facet
Criterium
Afstudeergarantie
De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen.
Het UMC St Radboud en de Radboud Universiteit verplichten zich ertoe de studenten in staat te stellen de driejarige master tandheelkunde volledig te doorlopen. De Onderwijs- en Examenregeling vormt het contract dat de partijen met elkaar aangaan. De instelling verplicht zich het daarin beschreven programma van hoge kwaliteit te leveren en de student moet voldoen aan de verplichtingen en studievereisten die in de examenregeling zijn geformuleerd.
6.2 Investeringen Facet
Criterium
Investeringen
De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen.
Voor de realisering van de driejarige master tandheelkunde zijn geen grote nieuwe investeringen nodig voor gebouwen of andere infrastructuur. De faciliteiten zijn beschikbaar. Wel zal in driejarige master, met name in het gedeelte voor de profielen en in de onderdelen voor de integrale tandheelkunde in de eindfase van de opleiding intensiever gaan samenwerking met affiliatiepartners in een daartoe op te richten academisch netwerk. Het UMC St Radboud is bezig met een groot investeringsprogramma voor de vernieuwing c.q. vervanging van alle gebouwen. In dit kader zal ook fors worden geïnvesteerd in nieuwe gebouwen voor de tandheelkunde. Gerekend wordt op planontwikkeling in de periode 2008-2010, bouw in 2011-2012 en ingebruikname in 2013. Voor de driejarige master tandheelkunde biedt dit de gelegenheid, bouw, inrichting, apparatuur en organisatie de komende jaren optimaal af te stemmen op de eisen die een moderne tandheelkunde opleiding stelt.
6.3 Financiële voorzieningen Facet
Criterium
Financiële voorzieningen
De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen.
Naar verwachting zullen geen voorzieningen nodig zijn voor compensatie van aanloopverliezen die in andere nieuwe studierichtingen soms moeten worden ingecalculeerd. Met de minister is de kaderafspraak gemaakt dat de hogere kosten voor een langere opleiding (een driejarige master in plaats van een tweejarige) worden gecompenseerd door een even grote daling van kosten door een kleiner aantal op te leiden tandartsen (voor Nijmegen 67 in plaats van 82). Dit is een beschrijving van de steady state situatie.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
41
De aanloopkosten voor de driejarige master kunnen worden gedekt omdat het huidige financieringsmodel intact blijft. Door een verminderde instroom zijn de kosten daarvan lager. Tegenover de lagere kosten van de verminderde instroom staan de aanloopkosten voor de nieuwe opleiding.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
42
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
43
BIJLAGEN
Bijlage 1:
ADEE: Competences for the European dentist
COMPETENCES FOR THE EUROPEAN DENTIST (supp = supporting competence) Domain I: Professionalism Major competence: professional behaviour (7 supp) Major competence: Ethics and jurisprudence (10 supp) Domain II: Communication and interpersonal skills Major competence: competent in communicating (7 supp) Domain III: Knowledge base, information handling and critical thinking Major competence: basic biomedical, technical and clinical sciences (7 supp) Major competence: acquiring and using information (7 supp) Domain IV: Clinical information gathering Major competence: obtaining and recording a comprehensive medical history of the patients oral and dental state (17 supp) Domain V: Diagnosis and treatment planning Major competence: decision making clinical reasoning and judgement (14 supp) Domain VI: Establishment and maintaining oral health Major competence: educate patients and manage comprehensive primary care (9 supp) Major competence: oral medicine management (6 supp) Major competence: periodontal management (7 supp) Major competence: caries and endodontic management (5 supp) Major competence: surgical procedures (6 supp) Major competence: pain and anxiety management (5 supp) Major competence: restorative/prosthodontic management (5 supp) Major competence: orthodontic management (5 supp) Major competence: emergency management (4 supp) Domain VII: Health promotion Major competence: improving oral health of individuals, families and groups in the community (6 supp)
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
44
Bijlage 2:
CanMEDS model: definities van de zeven rollen
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
45
Bijlage 3:
Zeven academische competenties (Radboud Universiteit en TU Eindhoven)
In een gezamenlijke publicatie hebben de Radboud Universiteit en de Technische Universiteit Eindhoven zeven academische competenties geformuleerd.12 De afgestudeerde 1. is kundig in een of meer wetenschappelijke discipline(s) Een academicus is vertrouwd met bestaande wetenschappelijke kennis en heeft de competentie deze door studie uit te breiden. 2. is bekwaam in onderzoeken Een academicus heeft de competentie door onderzoek nieuwe wetenschappelijke kennis te verwerven. Onderzoeken betekent hier: het op doelgerichte en methodische wijze ontwikkelen van nieuwe kennis en nieuwe inzichten. 3. is bekwaam in ontwerpen Veel academici zullen naast onderzoeken ook ontwerpen. Ontwerpen is een synthetische activiteit gericht op de totstandkoming van nieuwe of gewijzigde artefacten of systemen, met de bedoeling waarden te creëren conform vooraf gestelde eisen en wensen (bijv. mobiliteit, gezondheid). 4. heeft een wetenschappelijke benadering Een academicus heeft een systematische aanpak, gekenmerkt door de ontwikkeling en het gebruik van theorieën, modellen en samenhangende interpretaties, heeft een kritische houding en heeft inzicht in de eigen aard van wetenschap en technologie. 5. beschikt over intellectuele basisvaardigheden Een academicus is competent in redeneren, reflecteren en oordeelsvorming. Dit zijn vaardigheden die in de context van een discipline worden geleerd of aangescherpt en daarna generiek toepasbaar zijn. 6. is bekwaam in samenwerken en communiceren Een academicus heeft de competentie met en voor anderen te kunnen werken. Dat vraagt om adequate interactie, verantwoordelijkheidsgevoel en leiderschap, maar ook om goede communicatie met vakgenoten en niet-vakgenoten. Ook is hij of zij in staat deel te nemen aan een wetenschappelijk of publiek debat. 7. houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context Wetenschap en technologie zijn niet geïsoleerd en hebben altijd een temporele en maatschappelijke context. Opvattingen en methodes hebben hun herkomst; beslissingen hebben maatschappelijke consequenties in de tijd. Een academicus is zich hiervan bewust en heeft de competentie deze inzichten te integreren in zijn of haar wetenschappelijk werk.
12
Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula. Eindhoven-Nijmegen, 2005
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
46
Bijlage 4:
Overzicht van competentiedomeinen in het Raamplan Tandheelkunde 2007
Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen Omschrijving van het domein: De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die leiden tot het bereiken en handhaven van een optimale mondgezondheid. Hij is zich tevens bewust van zijn beperkingen daarin en bezit voldoende kennis en vaardigheden om klinische beslissingen af te wegen tegen de achtergrond van de individuele medische en psychosociale status van de patiënt.
Domein II Wetenschappelijk denken en handelen Omschrijving van het domein: De tandarts is bekend met de grondbeginselen van wetenschappelijk onderzoek en heeft actief kennis gemaakt met de uitvoering daarvan. Hij beschikt over een gedegen wetenschappelijke achtergrond en kan gezondheidsproblemen systematisch benaderen en oplossen. Hij beoordeelt kritisch medische en tandheelkundige informatie. Hij toetst zijn kennis en vaardigheden aan de stand van de wetenschap en bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Hij ontwikkelt en onderhoudt zijn kennis en vaardigheden door middel van persoonlijke bij- en nascholingsactiviteiten. Hij bevordert de deskundigheid van zijn medewerkers.
Domein III
Communiceren en samenwerken
Omschrijving van het domein: De tandarts bouwt een effectieve en respectvolle behandelrelatie met patiënten op en verkrijgt door goed te luisteren de relevante informatie. Deze informatie deelt en bespreekt hij met de patiënt en met collegae en andere zorgverleners die bij het bereiken en handhaven van de mondgezondheid van de patiënt zijn betrokken. Binnen het tandheelkundig team is de tandarts in staat om in voorkomende gevallen als primus inter pares bij de behandeling van de individuele patiënt op te treden. Hij legt de bevindingen zodanig vast dat samenwerking en overdracht ongestoord kunnen plaatsvinden. De tandarts overlegt doelmatig en met respect voor ieders competenties met collegae en andere zorgverleners. Hij verwijst adequaat, vraagt doeltreffend en tijdig intercollegiaal consult en draagt zo bij aan een doeltreffende interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.13
Domein IV
Maatschappelijk handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts kent en herkent de determinanten van mond(on)gezondheid. Hij bevordert de mondgezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel en handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en gedragsregels. Bij vermoeden van huiselijk geweld of verwaarlozing meldt hij dit op 13
In de Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO) zijn onder meer deze verantwoordelijkheden door de wetgever vastgelegd.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
47
adequate wijze aan de daartoe aangewezen instanties. Bij fouten, complicaties en klachten in de mondzorg treedt hij adequaat op.
Domein V
Organiseren van zorg
Omschrijving van het domein: De tandarts organiseert het werk op zodanige wijze dat er een balans is tussen patiëntenzorg en zijn persoonlijke ontwikkeling. De organisatie is zodanig dat de mondgezondheidszorg voor de patiënten optimaal kan plaatsvinden en de risico’s voor de eigen gezondheid en die van de medewerkers worden geminimaliseerd. Hij werkt doeltreffend en doelmatig en besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg op verantwoorde wijze.
Domein VI
Tandheelkundig handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts besluit op basis van een verantwoorde diagnostische afweging tot een tandheelkunde interventie en bezit daartoe de tandheelkundig-technische kennis en vaardigheden. Hij is zich bewust van zijn beperkingen daarin en is in staat, als hij zelf niet over de benodigde kennis en/of vaardigheden beschikt, deze elders te (laten) verkrijgen.14 Domein Professionaliteit15 Omschrijving van het domein: Het domein Professionaliteit verbindt de zes genoemde onderscheiden domeinen met elkaar en overkoepelt deze. De tandarts is in staat om in zijn dagelijks handelen deze competenties te integreren, er verantwoordelijkheid voor te nemen en te verantwoorden. Deze drie kernbegrippen van professionaliteit (integreren, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) worden (in het Raamplan) kort toegelicht.
14
Het bereiken van het Bachelor-, respectievelijk Masterniveau in dit domein zal in de praktijk een grote mate van praktische oefening vereisen. 15 Het domein Professionaliteit is in belangrijke mate gebaseerd op het KNMG Manifest ‘Medische professionaliteit’, mei 2007.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
48
Bijlage 5.1:
Programma driejarige bachelor tandheelkunde Nijmegen
CURRICULUMTABEL TANDARTSOPLEIDING
1 2 2 2 4 4 4 5 5 5 5 6
BACHELORPROGRAMMA Code: Bloknaam: Bacheloropleiding tandheelkunde: B-1 jaar B1We1t Wetenschappelijke basisvaardigheden 1 B1Ba1t Ademhaling en circulatie B1Ba2t Hoofd en hals 1 B1Ba3t Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie B1GM1t Oriëntatie op opleiding en beroep B1GM2t Tandheelkundige gezondheidszorg in teams B1GM6r Professionele ontwikkeling B1Td1p Restauratie van gebitselementen 1 B1Td1t Gebitselementen B1Td2t Parodontium 1 B1Td3t Functie en functieherstel 1 B1Ti1t Orale diagnostiek Totaal jaar B-1
ec
sbu
6 7 4 6 3 3 1 8 4 6 6 6 60
160 200 120 160 90 80 30 240 120 160 160 160 1680
Bacheloropleiding tandheelkunde: B2-jaar Wetenschappelijke basisvaardigheden 2 Ontstekingen en infecties Communicatie met en rond patiënten 1 Professionele ontwikkeling Restauratie van gebitselementen 2 Parodontium 2 Functie en functieherstel 2 Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling Integrale zorg 1, toegepaste preventie Diagnostiek en planning Vrije keuze Totaal jaar B-2
6 4 3 1 11 2 11 7 6 4 5 60
160 120 80 30 320 40 320 200 160 120 130 1680
Bacheloropleiding tandheelkunde: B-3 jaar Wetenschappelijke basisvaardigheden 3 Hormonen, darmstelsel, genetica en urogenitaal stelsel Hoofd en hals 2 Communicatie met en rond patiënten 2 Professionele ontwikkeling Endodontium 1 Parodontium 3 Functie en functieherstel 3 (preklinisch) Functieherstel bij edentaten Toegepaste groei en ontwikkeling Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling Pijn Totaal jaar B-3 Totaal van de Bacheloropleiding
11 6 6 3 1 6 3 5 4 6 5 4 60 180
320 160 160 80 30 160 80 150 110 160 150 120 1680 5040
1 3 4 4 5 5 5 5 6 6 7
B2We1t B2Me1t B2GM3t B2GM6r B2Td1p B2Td2t B2Td3p B2Td5t B2Ti3p B2Ti1p B2Kv1t
1 3 3 4 4 5 5 5 5 5 6 6
B3We1t B3Me1t B3Me2t B3GM3t B3GM6r B3Td1t B3Td2k B3Td3p B3Td3k B3Td5t B3Ti3k B3Ti1t
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
49
Bijlage 5.2: Programma driejarige master tandheelkunde Nijmegen CURRICULUMTABEL TANDARTSOPLEIDING
Code 1 1 3 4 4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 7
M1We1k M1We1t M1Me1t M1GM4t M1GM6r M1Td1k M1Td3p M1Td1k M1Td2k M1Td3k M1Td4s M1Td5t M1Ti2t M1Ti3k M1Kp1r
1 3 3 4 5 6 6 6 6 7 7 7 7 7
M2We1t M2Me1t M2Me2t M2GM6r M2Td3k M2Ti1k M2Ti1t M2Ti3k M2Ti2k M2Kpxt M2Kpxp M2Kpxk M2Kpxt M2Kpxt
1 4 4 5 6 6 7 7
M3We1s M3GM5t M3GM6r M3Td4s M3Ti3k M3Ti4k M3Kv1t M3Kpxk
MASTERPROGRAMMA Bloknaam ec Masteropleiding tandarts: M-1 jaar Wetenschappelijke vaardigheden: klinische besliskunde 4 Wetenschappelijke vaardigheden 4: methodologie 2 3 Alg. med. problem.: anamnese en onderzoek / Oral medicine 6 THK gezondheidszorg / struct / organ. / team 5 Professionele ontwikkeling 1 Endodontium 2 4 Functie en functieherstel 4 6 Klinische Cariologie 4 Parodontium 4 3 Functie en functieherstel 5 6 Interne stage MKA-chirurgie UMC 4 Achtergronden van de klinische orthodontie 6 Kind en jongeren 3 Integrale tandheelkunde 4 Profiel oriëntatie 1 Totaal Jaar M-1 60 Masteropleiding tandarts: M-2 jaar Wetenschappelijke vaardigheden 5: 3 Algemeen medische problematieken 6 Oral medicine 6 Professionele ontwikkeling 1 Functie en functieherstel 6: sterk gemut. dentitie 4 Beeldvormende diagnostiek 6 Capita: medisch/technische vernieuwingen in de tandheelkunde 4 Integrale tandheelkunde: volwassenen 7 Integrale tandheelkunde: kinderen 3 Keuzeprofiel A-B-C verdieping theorie 6 Keuzeprofiel A-B-C preklin vaardigheidstraining 4 Keuzeprofiel A-B-C patiëntbehandelingen 6 Profielgebonden wetensch. vaardigheden 5: evidentie 1 Profielgebonden gedragswetenschappelijke thema's 3 Totaal Jaar M-2 60 Masteropleiding tandarts: M-3 jaar Wetenschappelijke vaardigheden 6: Onderzoeksstage (Profiel) 17 Vestiging, praktijkvoering / organisatie / team 6 Professionele ontwikkeling 1 Externe stage MKA-chirurgie 6 Integrale tandheelkunde in teamverband 20 Integrale tandheelkunde: kwetsbare ouderen 3 Vrije keuze 3 Profiel A patiëntbehandelingen (B en C idem) 4 Totaal Jaar M-3 60 Totaal van de masteropleiding 180
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
sbu 120 80 160 130 30 120 160 120 80 160 120 160 80 130 30 1680 80 160 160 30 120 160 130 200 80 160 120 160 40 80 1680 480 160 30 160 560 80 90 120 1680 5040
50
Bijlage 6:
Lijncoördinatoren in het Nijmeegs curriculum tandheelkunde
Coördinatoren van de curriculumlijnen Lijn ‘Wetenschappelijke scholing’ (We) Dr. C. Kreulen (Orale functieleer) Lijn ‘basiswetenschappen’ (Ba) Dr. P. Vis (Fysiologie) Lijn ‘medische wetenschappen’ (Me) Prof. dr. M. Merkx (Mond- kaak- en aangezichtschirurgie) Gedrag en maatschappij (GM) Mr. Dr. W. Brands (Preventieve en curatieve tandheelkunde Deelgebieden tandheelkunde (Td) Prof. dr. G.J. Truin (Preventieve en curatieve tandheelkunde Integrale tandheelkunde (Ti) Drs. M. Stel (Preventieve en curatieve tandheelkunde) Keuzeprofielen / keuzevak (Kp/Kv) Zie afzonderlijke profielen hieronder
Beoogde coördinatoren van de keuzeprofielen Reconstructief profiel Prof. dr. N. Creugers (Orale functieleer) Chirurgisch profiel Dr. G. Meijer (Parodontologie en biomaterialen / MKA-chirurgie) Profiel kind en ontwikkeling Prof. dr. A.M. Kuijpers (Orthodontie) / Dr. G. Stel (Preventieve en curatieve tandheelkunde)
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
51
Bijlage 7:
Onderwijsblokken in het eerste masterjaar: compacte beschrijving
Bij het ontwerp van het eerste masterjaar kon in belangrijke mate gebruik worden gemaakt van onderwijsonderdelen die ook al voor de vroegere tweejarige master beschikbaar waren. Om die reden is in deze bijlage ook gebruik gemaakt van het beschrijvingsmodel dat voor deze blokken reeds beschikbaar was. Sommige onderdelen zijn echter nieuw en andere zijn aangepast. 1
Bloknaam:
Wetenschappelijke vaardigheden: klinische besliskunde
Curriculumlijn: Wetenschappelijke scholing Blokcode: M1We1k Omvang: 4 ec Beoogd blokcoördinator: Dr. C.M.Kreulen Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: nog aan te wijzen Relatie tot het totale curriculum Blok M1We1k verzorgt de onderbouwing van de klinische beslissingen in de tandheelkundige praktijk. De kennis uit het blok is van essentieel belang bij de uitvoering van integrale klinische blokken in de masterfase. Het gaat dan om onderwerpen als de definitie van goede tandheelkundige zorg, het meten van de kwaliteit van handelen, factoren van invloed op het beslissingsproces van de tandarts en mogelijke veranderingen van het beslisproces op de kwaliteit werken. In dit blok wordt een beroep gedaan op een professionele attitude wat betreft het up-to-date houden van wetenschappelijke kennis, het beoordelen, het implementeren en het evalueren. Mede door de opgedane vaardigheden uit dit blok wordt het evidence-based handelen in de klinische tandheelkundige praktijk verder vorm gegeven. Door de implementatie van de wetenschappelijke kennis in het dagelijks klinisch handelen, kunnen gefundeerde behandelbeslissingen worden gemaakt en de resultaten worden geëvalueerd. Raamplancompetenties16:
I-e, j, l, II-a, c, d, e, f, g, i, IV-d
Leerdoelen 1. Inzicht in de systematiek van het medisch denken en handelen (klinisch redeneren) (A). 2. Begrip van de keuzeproblematiek binnen de tandheelkundige zorg, op het niveau van de samenleving, op het niveau van de behandelaar en op het niveau van de patiënt (A, B, C). 3. Inzicht in de wetenschappelijke achtergrond van klinische besluitvorming en evaluatie van beslissingsbeïnvloedende factoren (B, C) 4. Betrouwbaarheidsaspecten van het klinisch redeneren (onder andere diagnostische testen, expert systemen)en de relevantie voor de tandarts (C, D) 5. Beoordelen van de kracht van het tandheelkundig wetenschappelijk bewijs en inschatten van de relevantie voor de klinische besluitvorming (E) 6. Evaluatie van het eigen handelen en genomen beslissingen in de klinische praktijk en reflectie op professioneel gedrag (E).
16
Voor elk blok staat aangegeven op welke competenties (Raamplan 2007) de doelstellingen betrekking hebben. Eerst wordt met Romeinse letters het Domein aangegeven (I t/m VI), vervolgens de competenties (a, b, c etc.). Het domein Professionaliteit is in alle blokken aanwezig en wordt niet afzonderlijk genoemd. In de blokken komen vaak ook gedeeltelijk bepaalde competenties aan bod. De Raamplancompetenties zijn immers breed geformuleerd en aspecten van de domeinen zijn in bijna alle blokken terug te vinden. In dit overzicht zijn steeds de meest prominente domeinen en competenties weergegeven per blok.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
52
Onderwerpen A. Klinisch redeneren B. Besliskunde C. Klinische besluitvorming D. Betrouwbaarheid en validiteit E. Evidence-based handelen Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A werkgroep zelfstudie B werkgroep zelfstudie C werkgroep zelfstudie D werkgroep zelfstudie E werkgroep zelfstudie Totaal
Contacturen 8
Zelfstudie 12
8 14 8 18 8 12 8 40
24 80
Sbu 8 12 8 14 8 18 8 12 8 24 120
Toetsing Schriftelijk tentamen met open vragen en toetsing reflectieverslagen.
2
Bloknaam:
Wetenschappelijke vaardigheden 4: methodologie 2
Curriculumlijn:Wetenschappelijke scholing Blokcode: M1We1t Omvang: 3 ec Beoogd blokcoördinator: Dr. C.M.Kreulen Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: nog aan te wijzen Relatie tot het totale curriculum Blok M1We1tis een directe voortzetting en verdieping van de wetenschappelijk methodologische blokken in de bachelorfase. In de bachelorblokken worden academische vaardigheden verworven die de student in staat stellen in toenemende mate wetenschappelijk te denken en te handelen. Inzicht in de methodologische onderbouwing van wetenschappelijke artikelen of onderzoeksrapporten biedt de student een instrument om de waarde en (klinisch) nut van de resultaten van onderzoek te beoordelen en deze te implementeren in de tandheelkundige zorg, dat wil zeggen in de integrale klinische blokken van de masterfase. Methodologische kennis en ervaring past de student in een later stadium toe bij de uitvoering van de blokken M2We1t (voorbereiding van de wetenschappelijke stage) en M3We1s (uitvoering van de wetenschappelijke stage). Deze wetenschappelijke stage is in principe gekoppeld aan een van de profielen en kan betrekking hebben op diverse terreinen van de tandheelkunde (etiologie, diagnostiek, interventie, preventie e.d.); in de blokken Methodologie (B2We1t en M1We1t) worden vaardigheden verworven om de stage uit te kunnen voeren. Raamplancompetenties:
I-j, l, II-a, b, c, d, e, f, g, i, IV-d
Leerdoelen 1. Inzicht in belangrijke methoden en technieken en onderzoeksthema’s in het tandheelkundig wetenschappelijk onderzoek (A).
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
53
2. Beoordelen welk type onderzoek gebruikt kan worden om bepaalde (klinische) vragen op te lossen (B). 3. Inzicht in epidemiologische vraagstukken met betrekking tot tandheelkundige aandoeningen en toepassing van de resultaten voor de individuele praktijk (C). 4. Relateren van onderzoeksresultaten aan het eigen klinisch functioneren (D). Onderwerpen A. Onderzoeksdesign (voortgezet) en onderzoeksthema’s B. Wetenschappelijk redeneren C. Praktijkgerelateerde epidemiologie D. Implementatie van onderzoek Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A werkgroep zelfstudie B werkgroep zelfstudie C werkgroep zelfstudie D werkgroep zelfstudie Totaal
Contacturen 12
Zelfstudie 16
4 6 12 16 4 32
10 48
Sbu 12 16 4 6 12 16 4 10 80
Toetsing Schriftelijk tentamen met open vragen en toetsing reflectieverslagen. 3
Bloknaam:
Algemeen medische problematiek & Oral medicine
Curriculumlijn: Medische wetenschappen Blokcode: M1Me1t Omvang: 6 ec Beoogd blokcoördinator: Prof. Dr. M.A.W. Merkx, MKA Beoogd plaatsvervanger: Dr. G. Pieters Interne/Endocrinologie Relatie tot het totale curriculum Dit blok vormt een logisch vervolg op eerdere blokken waarbij integratie van medische kennis in de Tandheelkunde plaatsvindt. Met name de relatie tot bachelorblokken "Ademhaling en circulatie" (B1Ba1t), "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie" (B1Ba3t), "Hoofd en hals 1 en 2" (B1Ba2t en B3Me2t), "Ontsteking, infectie en afweer" (B2Me1t) en "Hormonen, darmstelsel, genetica en urogenitaal stelsel" (B3Me1t) is duidelijk. Het blok bereidt samen met de andere blokken in de medische lijn voor op de integrale tandheelkundige behandeling voor volwassenen in de masteropleiding. Ook dient het blok als voorbereiding voor zowel de interne stage mond- kaak- en aangezichtschirurgie (M1Td4s) als de externe stage mond- kaak- en aangezichtschirurgie (M3Td4s). Raamplancompetenties:
I-a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, VI-a, e, h
Leerdoelen 1. De student kan uitleggen waarom en hoe een medicus een anamnese afneemt. Tevens kan de student aangeven waarop diverse vragen zijn gericht. De student begrijpt waarom een medisch lichamelijk onderzoek volgens een bepaald protocol verloopt. De student begrijpt ook het nut van diverse vervolgonderzoeken op klinisch chemisch en op beeldvormend terrein (A).
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
54
2. De student begrijpt waarom afwijkingen in de functie van hart en/of longen leiden tot een specifiek klachtenpatroon. De student kan hierop anticiperen en bij het tandheelkundig handelen dusdanig optreden dat complicaties worden voorkomen (B). 3. De student verwerft kennis, inzicht en vaardigheden bij de behandeling van aangezichtstraumata. 4. De student kan de restverschijnselen van aangezichtstraumata van tijdelijke dan wel blijvende aard onderkennen en hiermee omgaan. 5. De student kan de etiologie, diagnostiek, preventie en de conservatieve, medicamenteuze en operatieve behandeling van afwijkingen en ziekten in het oro-faciale gebied beschrijven. 6. De student kan voor zover van toepassing de gegevens van röntgenologie en histo-pathologie integreren in de diagnostiek. Onderwerpen A. Medische anamnese en onderzoek B. Gevolgen hartvaatziekten en longziekten C. Osteomyelitis D. Aangezichtstraumatologie Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A hoorcollege practicum/demo werkgroep responsiecollege zelfstudie B hoorcollege practicum/demo werkgroep responsiecollege zelfstudie C hoorcollege zelfstudie responsiecollege D hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege E hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege F hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege G hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege H hoorcollege zelfstudie responsiecollege tentamen Totaal
E. Cysten F. Tumoren G. Speekselklierafwijkingen H. Botziekten
Contacturen 2 5 3 2
Zelfstudie
32 2 4 2 2 24 1 4 1 2 2 6 1 3 2 12 1 6 4 14 1 2 2 6 1 3 5 1 2 57
103
Sbu 2 5 3 2 32 2 4 2 2 24 1 4 1 2 2 6 1 3 2 12 1 6 4 14 1 2 2 6 1 3 5 1 2 160
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
55
Toetsing Schriftelijk tentamen, multiple choice en/of open vragen.
4
Bloknaam: Tandheelkundige gezondheidszorg, structuur, organisatie en team Curriculumlijn: Gedrag en Maatschappij Blokcode: M1GM4t Omvang: 5 ec Beoogd blokcoördinator: Mr. dr. W. Brands, Sector PCT / CTHK Beoogd plaatsvervanger: nog aan te wijzen Relatie tot het totale curriculum In blok “Tandheelkundige gezondheidszorg in teams” (B1GM2t) heeft de student kennis kunnen maken met de grondbeginselen van de organisatie en financiering van de gezondheidszorg. In dit blok vindt een verdieping plaats, terwijl in blok “Vestiging, praktijkvoering, organisatie en team” (M3GM5t) nader ingegaan zal worden op de repercussies die een en ander heeft voor de dagelijkse praktijk. In de blokken “Oriëntatie op opleiding en beroep” (B1GM1t) en “Tandheelkundige gezondheidszorg in teams” (B1GM2t) is een eerste aanzet gegeven voor het werken in een team en voor de zelfreflectie door de student. Kennis van het fenomeen ‘zelfreflectie’ is noodzakelijk voor de blokken professionele ontwikkeling, die weer nauwe banden hebben met de praktische blokken. Aangezien de student in de masterfase ook in de praktijk kennis zal maken met het teamconcept, is het noodzakelijk dat reeds in het eerste masterjaar aandacht besteed wordt aan de juridische, sociale- en psychische aspecten van het teamconcept. Met name zal er aandacht besteed worden aan het geven van feedback over het professionele gedrag van teamleden. Behalve een relatie met praktische vakken bestaat er op dit punt een nauwe relatie met de blokken professionele ontwikkeling, waarin vanaf het tweede masterjaar ook aandacht besteed zal worden aan reflectie op het gedrag van teamleden. Er is eveneens een relatie tot praktische blokken (in de masterfase vindt volop patiëntenbehandeling plaats) als het gaat om patiëntenrechten. Een eerste kennismaking met patiëntenrechten heeft reeds plaatsgevonden in blok B1GM2t. In de blokken “Communicatie met en rond de patiënt 1” (B2GM3t) en “Communicatie met en rond de patiënt 2” (B3GM3t) werd aandacht besteed aan de communicatie en de psychologische aspecten van de patiëntenbehandeling. In de praktische blokken zal de student te maken krijgen met oudere patiënten bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, als hij een volledige prothese moet maken. In dit blok wordt ingegaan op de psychologische aspecten van de oudere patiënt. In latere blokken op psychologische aspecten van andere bijzondere groepen. Raamplancompetenties:
III-d, g, i, j, k, IV-a, b, c, d, V-a, b, c, f, g, h, i, j
Leerdoelen 1. Kennis en inzicht in de organisatie en de financiering van de tandheelkundige gezondheidszorg. 2. Kennis van de wettelijke bevoegdheden van tandheelkundige hulpverleners. 3. Kennis en inzicht van de taakverdeling, en de sociale- en psychologische aspecten van het werken in een team. 4. Kennis en inzicht van de rechten van een patiënten, van de verschillende mogelijkheden die patiënten hebben om hun klachten over tandheelkundige hulpverleners te uiten, alsmede over de gevolgen die dit kan hebben voor de tandarts. 5. Kennis en inzicht betreffende de psychologische aspecten van de hulpverlening aan de oudere patiënt.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
56
Onderwerpen A. Structuren en organisatievormen in de tandheelkundige gezondheidszorg B. Financiering van de tandheelkundige gezondheidszorg C. Sociale- en psychische aspecten van het werken in een tandheelkundig team D. Juridische aspecten van het werken in een team, bevoegdheid van teamleden E. Patiëntenrechten, aansprakelijkheid en klachtprocedures F. Psychologische aspecten van de oudere patiënt Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A-B hoorcollege responsiecollege zelfstudie C hoorcollege responsiecollege zelfstudie D hoorcollege responsiecollege zelfstudie E hoorcollege responsiecollege zelfstudie F hoorcollege responsiecollege zelfstudie tentamen Totaal
Contacturen 3 2
Zelfstudie
15 1 2 20 3 2 20 6 2 29 2 1 20 2 26
104
Sbu 3 2 15 1 2 20 3 2 20 6 2 29 2 1 20 2 130
Toetsing Schriftelijk tentamen
5
Bloknaam: Professionele ontwikkeling 4 Curriculumlijn: Gedrag en Maatschappij Blokcode: M1GM6r Omvang: 1 ec Beoogd blokcoördinator: Mr. dr. W. Brands, Sector PCT / CTHK Beoogd plaatsvervanger: nog aan te wijzen Relatie tot het totale curriculum Professionele ontwikkeling heeft enerzijds een nauwe relatie met de andere blokken van de lijn “Gedrag en maatschappij” en anderzijds een nauwe relatie met de klinische blokken. In de lijn “Gedrag en maatschappij “doet de student de theoretische kennis op, die hij in de klinische blokken in de praktijk leert brengen. Toegespitst op de zelfevaluatie kan met name gewezen worden op de relatie met blok B1GM1t, waarin de student onderwezen wordt in het hoe en waarom van zelfreflectie. Raamplancompetenties: onaliteit’
Speciaal gericht op het overkoepelende zevende domein ‘professi-
Leerdoel De student vertoont progressie in zijn professionele ontwikkeling en kan over zijn professioneel gedrag reflecteren.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
57
Onderwerpen In blok M1GM6r wordt van de student verwacht dat hij een zelfreflectie geeft over zijn professioneel gedrag in het eerste masterjaar. Daarnaast dient hij aan te geven wat zijn verwachtingen zijn ten aanzien van het op professionele wijze omgaan met teamleden. Deze zelfreflectie wordt opgenomen in het Ontwikkelingsplan Professioneel Gedrag (OPG) dat de student al vanaf het eerste bachelor jaar heeft. In het eerste masterjaar bestaat het OPG uit zelfreflecties over het eigen professioneel functioneren in de afgelopen studiejaren alsmede beoordelingen door een klinische docent van het professioneel functioneren van de betreffende student. Daarnaast bevat het OPG de verslagen van eerdere evaluaties, inclusief de voorgestelde verbeterpunten (zie onder Onderwijsvorm en toetsvorm) Door al deze bestanddelen van het OPG te vergelijken met recente zelfreflectie en beoordelingen wordt het mogelijk na te gaan in hoeverre er sprake is van een ontwikkeling in het professionele gedrag. Werkvormen en studiebelasting Een deel van het onderwijs in de professionele vorming zal plaats vinden als aspect van de patiëntenbehandeling tijdens de klinische practica. Daarnaast zal de student elk jaar een gesprek hebben over zijn OPG met een supervisor. Het totaal aantal beschikbare uren bedraagt 30 SBU. Hiervan zal 3 uur gereserveerd worden voor de beoordeling door de klinische docent en 1 uur voor de evaluatie van het OPG. De overige uren zijn bestemd voor de door de student in te leveren reflectieverslag over zijn professioneel functioneren. Toetsing Aan de student wordt een supervisor toegewezen. Aan het eind van elk collegejaar evalueert de student met deze supervisor zijn OPG. Een belangrijk punt tijdens deze evaluatie is de vraag of er sprake is van progressie in de professionele ontwikkeling. De docent kan tijdens het evaluatiegesprek aangeven op welke punten het professionele gedrag verbetering behoeft. Op basis van deze evaluatie ontvangt de student een voldoende of een onvoldoende.
6
Bloknaam: Endodontium 2 Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td1k Omvang: 4 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. M. Siers, Sector PCT / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Drs. A. Bouwman, Sector PCT / CTHK Relatie tot het totale curriculum Het blok “Endodontium 2” (M1Td1k) bouwt voort op het onderwijs uit de bachelorfase en is een vervolg op het bachelorblok “Endodontium 1” (B3Td1t). De bachelorblokken “Orale diagnostiek” (B1Ti1t), “Diagnostiek en planning” (B2Ti1p) en “Pijn” (B3Ti1t) vormen de basis voor de uitbreiding van de kennis over de diagnostiek van aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels. De etiologie van deze aandoeningen is een verder uitgebreid op de bachelorblokken uit de lijn “Deelgebieden Tandheelkunde” en “Medische wetenschappen”. Endodontische diagnostiek en behandelingen zijn gericht op het bestrijden van pijn, op het behoud van het betreffende gebitselement en op het voorkomen van (ernstige) systemische gevolgen van deze aandoeningen voor de patiënt. Het blok “Endodontium 2” geeft de tandarts voldoende kennis en vaardigheden om niet alleen de wortelkanaalbehandelingen met een DETI score A uit te voeren, maar ook de behandelingen met een DETI score B (categorie CEB 1 en CEB 2). In het profiel ‘Reconstructieve Tandheelkunde” zal worden ingegaan op de behandeling van complexe endodontische problemen (DETI score B categorie CEB 3). In dit profiel wordt ruimte geboden voor het aanleren van bijzondere technieken en het werken met nieuwe instrumenten en materialen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
58
Raamplancompetenties: VI-f, g, h, i Leerdoelen 1. Beschrijven en diagnosticeren van gebitstraumata, indiceren van de juiste therapie en de prognose van het getraumatiseerde en behandelde gebitselement inschatten. 2. In een fantoomopstelling, de diverse fasen van de wortelkanaalbehandeling kunnen uitvoeren. 3. In een fantoomopstelling een als eenvoudig geclassificeerde revisie van een kanaalbehandeling kunnen uitvoeren. 4. Tijdens de wortelkanaalbehandeling gebruik kunnen maken van de operatiemicroscoop 5. Bij patiënten aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels kunnen diagnosticeren, de juiste therapie indiceren en de daartoe noodzakelijke voorbereidende handelingen kunnen treffen. 6. In staat om een acute pijnklacht van endodontische oorsprong te diagnosticeren en te behandelen. 7. Bij patiënten (als eenvoudig geclassificeerde) wortelkanaalbehandelingen kunnen uitvoeren in de diverse typen gebitselementen. 8. Bij patiënten het resultaat van endodontische behandelingen kunnen evalueren, oorzaken van falen aangeven en de juiste vervolgtherapie kunnen indiceren. Onderwerpen A. Preklinische uitvoering van endodontische behandelingen: indicatie en uitvoering B. Klinische uitvoering van endodontische behandelingen C. Preklinische uitvoering van eenvoudige herbehandelingen D. Indicatie voor en uitvoering van endodontische behandelingen, herbehandelingen en chirurgie E. Endodontische aspecten van traumata F. Evaluatie van de complexe endodontische behandeling (succes en mislukking) G. Spoeddienst/pijndiagnostiek H. Coronale restauratie van elementen met een kanaalbehandeling I. Toets (bij aanvang blok) J. Preklinisch werken met behulp van de microscoop (bij preklinische gecompliceerde behandeling) Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm introductie hoorcollege A (J) practicum B practicum C (J) practicum D responsiecollege zelfstudie E responsiecollege zelfstudie F practicum zelfstudie G practicum responsiecollege zelfstudie H practicum zelfstudie tentamen Totaal
Contacturen 1 15 24 28 2
Zelfstudie
8
Sbu 1 15 24 28 2 8 2 6 1 4 12 1 3 4 8
29
120
8 2 6 1 4 12 1 3 4 1 91
Toetsing Diagnostische toets vooraf. Bestaande uit open vragen en/of multiple choice vragen
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
59
7 Bloknaam: Functie en functieherstel 4 Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td3p Omvang: 6 ec Beoogd blokcoördinator: Dr. W. Fokkinga, Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Drs. A.J. de Rijk, Sector OF / CTHK Relatie tot het totale curriculum In de bachelorblokken “Functie en functieherstel” (B1Td3t, B2Td3 en B3Td3p) heeft de student geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. Wat betreft restauratieve vaardigheden stond de extra-coronaire slijptechniek centraal. In het blok “Functie en functieherstel 4” (M1Td3p) worden de vaardigheden verder uitgebreid ter voorbereiding op de klinische situatie. In dit blok komen achtereenvolgens aan de orde: de uitgangspunten omtrent het opbouwen van het endontisch behandelde gebitselement; diagnostiek en behandeling van TMD patiënten en het vervangen van ontbrekende gebitselementen met implantaten. Dit blok is het laatste (deels) preklinische blok in de opleiding Tandheelkunde. Nadat de student dit blok heeft doorlopen is hij in staat om onder begeleiding patiënten met een gemutileerde dentitie te behandelen. Raamplancompetenties:
VI-f, g, h, n, o
Leerdoelen 1. Zelfstandig onder gesimuleerde klinische omstandigheden, gemutileerde avitale gebitselementen herstellen met (stift)opbouwen. 2. Vanuit classificatie en etiologie, behandelingsvoorstellen beredeneren en doen voor patiënten met temporo mandibulaire dysfunctie (TMD). 3. Onder gesimuleerde klinische omstandigheden zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met een occlusale spalk. 4. Onder gesimuleerde klinische omstandigheden, zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met (suprastructuren voor) implantaten. Onderwerpen A Opbouwen van endodontisch behandelde gebitselementen bij (uitgebreid) weefselverlies. B Functie en dysfunctie van het tandkaakstelsel. C Behandelstrategieën bij TMD. D Vervanging van ontbrekende gebitselementen met implantaatsystemen. E Ontwikkelingen in occlusie-opbouw: inzichten en technieken. Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A hoorcollege werkgroep zelfstudie practicum B-C hoorcollege werkgroep zelfstudie practicum klinisch practicum
Contacturen 2 2
Zelfstudie
12 24 2 2 16 8 24
Sbu 2 2 12 24 2 2 16 8 24
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
60
D
hoorcollege werkgroep zelfstudie practicum stage geïntegreerd in onderdelen A-D
E tentamen Totaal
3 12 4 12
3 12 37 4 12
2 95
2 160
37
65
Toetsing Schriftelijk tentamen met open vragen, plus diagnostische praktijktoets.
8
Bloknaam: Klinische Cariologie Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td1k Omvang: 6 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. F. Drijvers, Sector PCT / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Dr. H. Kroeze, Sector PCT / CTHK Relatie tot het totale curriculum Het masterblok "klinische Cariologie" sluit aan op de bachelorblokken "Integrale Zorg 1: Toegepaste Preventie" en "Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling". Ofschoon deel van de curriculumlijn “Deelgebieden Tandheelkunde is hier toch al sprake van een integraal klinisch blok, waarmee wordt bedoeld dat competenties, vaardigheden en houdingsaspecten opgedaan in diverse blokken van de bacheloropleiding geïntegreerd worden toegepast. Aangezien de klinische blokken in het eerste jaar van de masteropleiding organisatorisch in elkaar zijn verweven, vindt de behandelplanning voor dit blok plaats binnen de blokken “Integrale Tandheelkunde” (M1Ti3k) en “Klinische besliskunde” (M1We1k). Als de student het blok heeft afgesloten kan hij/zij zelfstandig patiënten behandelen met complexe problemen op het gebied van de cariologie, de parodontologie en de endodontologie. Het behandelplan zal steeds leidraad zijn voor de verrichtingen die bij een patiënt moeten worden uitgevoerd. Daarbij zullen diverse aspecten, die aan de orde zijn geweest in de blokken van de bacheloropleiding, zoals anamnese, diagnostiek, therapie en evaluatie, alsook gezondheidsrisico's, patiëntmanagement, administratie, communicatie en hygiëne, centraal staan en geïntegreerd moeten kunnen worden toegepast. Raamplancompetenties:
I-b, f, III-b, c, e, f, IV-e, f, V-h, VI-g, h, i, j, k
Leerdoel Tandheelkundige zorg voor een patiëntenbestand met complexe problematiek van cariologische, parodontale en endodontologische aard integraal en adequaat uitvoeren (A–E). Onderwerpen A Preventie en voorlichting B Interventies bij complexe cariologische, parodontologische en endodontologische problemen C Gezondheidsrisico's D Patiëntmanagement E Administratie
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
61
Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A-E practicum A-E zelfstudie Totaal
Contacturen 110 160
Zelfstudie 10 10
Sbu 110 10 120
Toetsing Toetsing vindt plaats op basis van de verrichtingen uitgevoerd bij patiënten. Beoordeling van de verrichtingen en de uitvoering van behandelingsplannen vindt plaats op basis van een protocol.
9
Bloknaam:Parodontium 4 Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td2k Omvang: 3 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. J. Weijmar, Sector PB / CTHK Beoogd plaatsvervanger: nog aan te wijzen Relatie tot het totale curriculum In het blok “Parodontium 1” (B1Td2t)heeft de student kennis gemaakt met de gezonde en ontstoken gingiva. In de blokken “Parodontium 2” (B2Td2t) en “Parodontium 3” (B3Td2k) was de aandacht gericht op het parodontale steunorgaan en de meest voorkomende aandoening hiervan, de chronische parodontitis. In dit blok krijgt de student te maken met enkele minder vaak voorkomende parodontale aandoeningen en de eventuele ondersteuning van de therapie met antibiotica. De student maakt kennis met de chirurgische mogelijkheden tot het herwinnen van de parodontale gezondheid en met correcties van de gingiva in relatie tot restauratieve tandheelkunde en met de mogelijkheden van regeneratie van de parodontale weefsels. De student kan zelf eenvoudige chirurgische handelingen of delen van handelingen bij patiënten uitvoeren. Na het doorlopen van dit blok (soms zelfs al tijdens) kan de student de verworven vaardigheden integreren in de patiëntenbehandeling in blok M1Ti3k. Raamplancompetenties:
I-c, d, k, i, III-m, IV-1, VI-d, k
Leerdoelen 1. Chronische en acute aandoeningen van het parodontium en de gevolgen daarvan klinisch, histopathologisch, röntgenologisch en, indien relevant, met aanvullend bacteriologisch onderzoek diagnosticeren en voor een patiënt met parodontale aandoeningen een behandelplan opstellen (A) 2. Niet-chirurgische parodontale maatregelen en eenvoudige chirurgische technieken adequaat indiceren en de specifieke rol van het gebruik van antibiotica in de therapie van parodontitis nader concretiseren (B,C,D,E) 3. Eenvoudige parodontale chirurgie en gingiva correcties ten behoeve van restauratief tandheelkundig handelen op het varkenskaakmodel uitvoeren (F,G) 4. Zelfstandig eenvoudige parodontaal-chirurgische handelingen bij patiënten uitvoeren en/of observeren bij chirurgische ingrepen (inclusief de post-operatieve nazorg) (H) 5. Parodontaal-chirurgische en niet-chirurgische therapie evalueren en de resultaten ervan in een nazorgprogramma vervolgen (I) Onderwerpen A. Klinische, histologische, röntgenologische en bacteriologische pathologie van het parodontium, haar achtergronden en behandeling. B. Diagnostiek, indicatie en uitvoeringsaspecten van niet-chirurgische en eenvoudige chirurgische parodontale therapie.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
62
C. D. E. F. G.
Planning van parodontale chirurgie en het toepassen van maatregelen t.b.v. het steriel werken. Bacteriologie en antibiotica in de parodontale therapie. De principes van de regeneratie in de parodontologie. Gingivectomie en “Access”-flap, Evaluatie van chirurgische en niet-chirurgische parodontale therapie en parodontale wondgenezing. H. Directe en lange(re) termijn-nazorg voor de chirurgisch behandelde parodontale patiënt. I. (Niet-)chirurgische behandeling van en nazorg voor patiënten met parodontale aandoeningen. Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A Hoorcollege Responsiecollege Zelfstudie B-C hoorcollege responsiecollege zelfstudie D hoorcollege responsiecollege zelfstudie E hoorcollege responsiecollege zelfstudie F preklinisch practicum literatuurbespreking G hoorcollege responsiecollege zelfstudie tentamen Totaal
Contacturen 1 1
Zelfstudie
Sbu 1 1
15
12
15 1 1 15 1 1 8 1 1 8 12
2
2
1 1 8
1 1 8
54
80
1 1 15 1 1 8 1 1 8
2 26
Toetsing Een schriftelijk tentamen en een beoordeling van klinisch-praktische handelingen tijdens de patiëntenbehandeling.
10
Bloknaam:Functie en functieherstel 5 Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td3k Omvang: 10 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. A. de Rijk, Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Dr. C.M. Kreulen, Sector OF / CTHK Relatie tot het totale curriculum In de bachelorblokken “Functie en functieherstel 1 en 2” heeft u geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. Wat betreft restauraties stond de extra-coronaire slijptechniek centraal in een standaard fantoomopstelling. In het bachelorblok “Functie en functieherstel 3” en in het masterblok “Functie en functieherstel 4” werden de vaardigheden verder uitgebreid via patiëntensimulatie. Hierbij kwamen tech-
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
63
nieken aan de orde om gemutileerde dentities te behandelen met (stift)opbouwen, kronen, implantaten, brugsystemen en occlusale spalken. Tevens werd kennis gemaakt met behandelingsplanning. In dit blok, “Functie en functieherstel V” (integratie), gaat de patiëntenbehandeling van start. De vaardigheden, opgedaan op de gebieden restauratie van gebitselementen, endodontium, parodontium en communicatie met patiënten, komen uitgebreid aan de orde bij de diagnostiek en behandeling van de gemutileerde dentitie. Aangezien de klinische blokken in het eerste jaar van de masteropleiding organisatorisch in elkaar zijn verweven, vindt de behandelplanning voor dit blok plaats binnen de blokken “Integrale Tandheelkunde” (M1Ti3k) en “Klinische besliskunde” (M1We1k). De prothetische tandheelkunde komt in het tweede jaar van de masteropleiding opnieuw aan de orde in het blok “Integrale tandheelkunde: volwassenen”. Dan vindt de behandeling plaats van patiënten met complexe problematiek. Daarnaast biedt het Reconstructief profiel in de masteropleiding de mogelijkheid om vaardigheden rond occlusie-opbouw verder te vergroten. De vaardigheden, opgedaan in de blokken“Restauratie van gebitselementen” (B1Td1p en B2 Td1p), endodontium, parodontium en communicatie met patiënten, komen uitgebreid aan de orde bij de diagnostiek en behandeling van dit type patiënten. Raamplancompetenties:
III-a, c, i, j, l, V-e, f, VI-f, g, m, o
Leerdoel Patiënten met gemutileerde en/of functioneel gestoorde dentitie van beperkte complexiteit, op basis van een behandelplan onder begeleiding restauratief behandelen en van nazorg voorzien. Onderwerpen A Functieherstel voor solitaire elementen B Functieherstel voor onderbroken en verkorte tandbogen C Functieherstel bij mandibulaire dysfunctie D Toepasbaarheid van behandelprotocollen E Ontwikkelingen in occlusie opbouw: nieuwe technieken F Samenwerking en communicatie met het tandtechnisch laboratorium G Evaluatie van behandeling, nazorg en controle op termijn Werkvormen en studiebelasting Onderdeel A-G
Totaal
Onderwijsvorm hoorcollege werkgroep klinisch practicum
Contacturen 6 6 120
Zelfstudie
132
28
28
Sbu 6 34 120 160
Toetsing Toetsing vindt plaats op basis van patiëntenbehandeling (kwantitatief en kwalitatief).
11
Bloknaam: Interne stage Mond-, Kaak, en Aangezichtschirurgie (UMC) Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td4s Omvang: 4 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. A. Soehardi, MKA / NSC Beoogd plaatsvervanger: Drs. M.E.L. Nienhuijs, MKA / NSC
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
64
Relatie tot het totale curriculum Blok M1Td4s bouwt voort op de blokken "hoofd en hals 1" (B1Ba2t), "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie" (B1Ba3t) en "Hoofd en hals 2" (B3Me2t). Binnen het eerste masterjaar heeft blok M1Td4s duidelijke relatie met blok M1Me1t "Cardiorespiratoire dysfuncties, oncologie en anamnese", "Achtergronden van de klinische orthodontie". Blok M1Td4s dient als onderbouw voor blok M3Td4s "Externe stage mond- kaak- en aangezichtschirurgie in een perifeer ziekenhuis". Raamplancompetenties: I-a, c, e, h, III-i, l, VI-a, h, j, n, q, s Leerdoelen 1. In staat zijn de verworven kennis van diagnostiek, behandelingsplanning en therapie van kaakchirurgische afwijkingen en ziektebeelden in de praktijk toe te passen en kleine kaakchirurgische ingrepen, waaronder extracties en hechten, uit te voeren. 2. In staat zijn als aankomend tandarts te functioneren binnen de kliniek voor mond- kaak- en aangezichtschirurgie van het UMC St Radboud en daarbij de verworven algemene medische kennis en kennis van lokale anesthesie, mondziekten en kaakchirurgie te integreren en toe te passen. Onderwerpen A Functioneren binnen de afdeling mond- kaak- en aangezichtschirurgie van het UMC ST Radboud B Uitvoeren van kaakchirurgisch onderzoek en diagnostiek C Stellen indicatie en opstellen behandelingsplanning voor kaakchirurgische ingrepen D Toepassen hygiëne en steriliteit E Toedienen lokale anesthesie voor kleine kaakchirurgische ingrepen F Uitvoeren extracties en andere kleine kaakchirurgische ingrepen G Eerste hulp bij dento-alveolaire traumatologie H Assisteren bij grote kaakchirurgische ingrepen I Patiëntenbesprekingen J Eerste hulp UMC St Radboud Werkvormen en studiebelasting Onderwijs wordt gegeven in de vorm van werkbesprekingen, dia demonstraties, niet-klinische en klinische practica gedurende een intern coassistentschap van 3 aaneengesloten weken. Toetsing Toetsing vindt plaats o.a. op basis van kennis en verrichtingen in het kader van patiëntenbehandeling. Ook behandelingsplanning, patiëntenmanagement en omgang met patiënten en personeel van de afdeling MKA worden daarbij betrokken.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
65
12
Bloknaam:Achtergronden van de klinische orthodontie Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Td5t Omvang: 6 ec Beoogd blokcoördinator: Dr. J.G. Schols, Sector OOB / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman, Sector OOB / CTHK Relatie tot het totale curriculum Dit blok bouwt voort op bachelorblokken “Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling” (B2Td5t) en “Toegepaste groei en ontwikkeling” (B3Td5t). In deze blokken heeft de student onder andere kennis gemaakt met de prenatale en postnatale ontwikkeling van de dentitie en het gelaat, en het ontstaan van orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen. De vaardigheden, die de student zich in dit blok eigen zal maken, vormen de basis voor het profiel “Kinderen en jongeren” in het tweede masterjaar en/of voor het handelen (kennen en kunnen) als tandarts in de algemene praktijk. Bovendien staan de vaardigheden, die de student zich in dit blok en in blok B3Td5t heeft eigengemaakt in directe relatie met het blok “Integrale tandheelkunde: kinderen” (M2Ti2k). Raamplancompetenties: I-d, e, j, k, l, III-a, b, c, f, j, l, m, VI-l, r, t Leerdoelen 1. In staat zijn de mogelijkheden van interceptief handelen, in geval van zich ontwikkelende orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen, toe te passen (A). 2. Kennis van de biologische achtergronden van klinische interventie bij orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen (B). 3. In staat zijn globale strategieën aan te geven voor de behandeling van verschillende orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen (C). 4. Een onderbouwd oordeel vormen over de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende soorten orthodontische en gelaatsorthopedische apparatuur (D). 5. In staat zijn patiënten op het juiste moment goed te informeren en op gefundeerde wijze voor een orthodontisch consult naar een orthodontist verwijzen (D). Onderwerpen A Interceptief handelen B Biologische achtergronden van klinische interventie C Behandelingsplanning D Principes van orthodontische apparatuur E Wanneer en hoe te verwijzen Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm introductie Hoorcollege A Hoorcollege Zelfstudie responsiecollege B Hoorcollege Zelfstudie responsiecollege C Hoorcollege Zelfstudie Werkgroep responsiecollege D Hoorcollege Zelfstudie
Contacturen 1 1
Zelfstudie
6 1 3 18 3 2 30 8 2 2 38
Sbu 1 1 6 1 3 18 3 2 30 8 2 2 38
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
66
E
A-E integratie
Werkgroep responsiecollege Hoorcollege Zelfstudie responsiecollege Zelfstudie Werkgroep Proeftoets
4 2 1 18 1 5
tentamen
8 3 3
Totaal
45
115
4 2 1 18 1 5 8 3 3
160
Toetsing De toets bestaat uit een schriftelijk tentamen met open vragen en/of multiple choice vragen. Een deel van de vragen wordt gesteld aan de hand van een of meerdere casus.
13
Bloknaam:
Kind en jongeren
Curriculumlijn: Deelgebieden Tandheelkunde Blokcode: M1Ti2t Omvang: 3 ec (80 sbu) Beoogd blokcoördinator: Dr. G. Stel, Sector PCT / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Drs. C. Goumans Relatie tot het totale curriculum Het blok “Kind en jongeren” is een cognitief blok waarin specifieke, kindertandheelkundige onderwerpen worden behandeld. De opgedane kennis zal in het volgende studiejaar worden toegepast tijdens het klinisch practicum van het blok “Integrale tandheelkunde: kinderen” (M2Ti2k, patiëntenbehandeling). Het blok heeft relaties met andere masterblokken. De in het blok “Klinische Cariologie” (M1Td1k) aan bod gekomen onderwerpen zullen, voor zover van toepassing, binnen de kindertandheelkunde worden geplaatst. De in het blok “Achtergronden van de klinische orthodontie” (M1Td5t) opgedane kennis wordt daar waar mogelijk en wenselijk in relatie tot de tandheelkundige behandeling van kinderen nader besproken. Daarnaast heeft het blok relaties met de bachelorblokken “Integrale zorg 1: toegepaste preventie” (B2Ti3p) en “Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling” (B3Ti3k). Raamplancompetenties: I-a, b, i, j, III-a, IV-a, c, VI-d Leerdoel Verwerven van inzicht en kennis om op technisch en psychologisch verantwoorde wijze de tandheelkundige verzorging van communicatief goed benaderbare patiënten van 2 tot 18 jaar uit te kunnen voeren. Onderwerpen A Anamnese, diagnostiek en preventie in de kindertandheelkunde B Gebitsontwikkeling in de kindertandheelkunde C Ontwikkelingsstoornissen van het gebit D Psychologie in de kindertandheelkunde E (Restauratieve) tandheelkundige behandeling van kinderen en behandelingsplanning F Traumata
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
67
Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie Sbu A-F hoorcollege 8 8 responsiecollege 4 4 werkgroep 12 12 zelfstudie 54 54 tentamen 2 2 Totaal 26 54 80 Het onderwijs wordt aangeboden in een combinatie van hoorcollege’s (kernthema’s) en onderwerpsbesprekingen (presentatiethema’s). De thema’s van de onderwerpsbesprekingen zijn vastgelegd en worden in werkgroepsverband door de studenten middels een presentatie aangeboden. Toetsing De tijdens dit blok aan de hand van de behandelde cognitieve onderwerpen opgedane kennis en inzichten worden aan het eind van het blok middels een afsluitend schriftelijk tentamen getoetst. Verslagen worden gepresenteerd.
14
Bloknaam:Integrale zorg 3 Curriculumlijn: Integrale Tandheelkunde Blokcode: M1Ti3k Omvang: 4 ec Beoogd blokcoördinator: Drs. A. de Rijk, Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Drs. F.W.M. Drijvers, Sector PCT / CTHK Leerdoelen 1. Afzonderlijke vaardigheden opgedaan in de blokken “Klinisch Cariologie” (M1Td1k), “Parodontium 4” (M1Td2k), “Functie en functieherstel 5” (M1Td3k) ten behoeve van de patiëntbehandeling integreren. 2. In een integrale setting de behandeling van patiënten op het terrein van de cariologie, endodontie, parodontologie en functieherstel evalueren en kan hierop reflecteren. Raamplancompetenties: I-a, b, c, d, e, f, i, j, k, l, II-a, d, g, i, III-a, b, c, e, f, m, IV-a, c, f, Vd, e, h, i, VI-a, d, f, g, h, i, j, k, m, o Relatie tot het totale curriculum In de Bacheloropleiding Tandheelkunde heeft de student basale vaardigheden opgedaan op de deelgebieden restauratie van gebitselementen, endodontium, parodontium, functie en functieherstel en communicatie met patiënten. In de Masteropleiding worden de opgedane deelvaardigheden steeds verder geïntegreerd ten behoeve van de patiëntzorg. Hiertoe vormt een integraal behandelingsplan het uitgangspunt van elke patiëntenbehandeling. Specifieke vaardigheden hieromtrent worden onderwezen in het blok “Klinische besliskunde” (M1We1k). De presentatie van behandelingsplannen en de uitvoering van de behandelingen vinden plaats in het blok “Integrale tandheelkunde” (M1Ti3k). Bij de start van de Masteropleiding, zal het onderwijs veelal gericht zijn op het aanleren van deelvaardigheden, begeleid door specifieke vakdocenten. Gedurende het jaar zal steeds meer integratie plaatsvinden. Behandelingen worden uitgevoerd onder begeleiding van stafleden van uit de diverse subspecialismen. De patiëntenbehandeling vormt een continuüm gedurende de drie masterjaren
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
68
Onderwerpen A Diagnostiek en behandelplanning B Behandelplanpresentatie C Toepassing klinische besliskunde D Samenwerking en communicatie E Evaluatie van behandeling, nazorg en controle op termijn F Competentieontwikkeling G Werken met een portfolio Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A-C hoorcollege werkgroep zelfstudie D geïntegreerd in onderdelen A-G E werkgroep zelfstudie F, G Portfolio en reflectieverslag Totaal
Contacturen 1 75
Zelfstudie
35
Sbu 1 75 35
2
5 10
2 5 12
80
50
130
2
Toetsing Beoordeling vindt plaats op basis van het portfolio. Behandelplannen en verslagen worden gepresenteerd en beoordeeld.
15
Bloknaam: Profiel oriëntatie Curriculumlijn: Keuzeprofielen / keuzevak Blokcode: M1Kp1r Omvang: 1 ec Beoogd blokcoördinator: Dr. D.J. Witter, Sector OF / CTHK Beoogd plaatsvervanger: Drs A.J. de Rijk, Sector OF, CTHK Relatie tot het totale curriculum Het blok ”Profiel oriëntatie” is bedoeld als voorbereiding op het onderwijs in de profielen. De profielen geven in het tweede en derde Masterjaar de mogelijkheid om naast het kerncurriculum door differentiatie kennis en vaardigheden op een specifiek klinisch terrein te vergroten. Een profiel leent zich bij uitstek tot het uitdiepen van onderwerpen, waarbij wordt getraind in het verzamelen van informatie, het kritisch beoordelen daarvan en het assembleren van die informatie ten dienste van klinische besliskunde. Daarnaast wordt binnen het profiel een onderzoeksproject uitgevoerd in een wetenschappelijke stage met daarvan een onderzoeksverslag (blok M3We1s). Het blok ”Profiel oriëntatie” geeft informatie over wat er van de student wordt verwacht in te onderscheiden rollen binnen een profiel en in een tandheelkundig team. Ook heeft het blok tot doel de student in staat te stellen om tot een gemotiveerde voorkeur voor een van de profielen te komen. Tenslotte wordt binnen het blok de procedure voor definitieve plaatsing van de student in een profiel afgerond. Eventueel kunnen ook het onderwerp, het doel en de globale uitvoering van een onderzoeksproject in de wetenschappelijke stage (blok M3We1s) worden aangegeven. Raamplancompetenties:
Afhankelijk van het gekozen profiel en keuzevak.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
69
Leerdoelen 1. De betekenis van beroepsdifferentiaties en specialismen (horizontale en verticale verwijzing) in relatie brengen tot de tandheelkundige praktijk en tot het werken in tandheelkundige teams (A,B). 2. Op basis van inzicht in onderwijsinhoud en -vorm van de profielen en op basis van reflectie beargumenteerd de voorkeur voor een bepaald profiel bepalen. (C). 3. In staat zijn de voorkeur beargumenteerd in een brief (‘sollicitatiebrief’) vorm te geven en deze op professionele wijze met verantwoordelijken voor plaatsing te bespreken (‘sollicitatiegesprek’) (D,E). Onderwerpen A differentiatie binnen de tandheelkundige professie; verticale en horizontale verwijzing B competenties in relatie tot een professionele attitude (CanMeds) C onderwijsinhoud en -vorm van de profielen (blok M2Kpxx) D brief met motivatie voor een profiel (blok M2Kpxx) E procedure voor selectie en plaatsing in profielen Werkvormen en studiebelasting Onderdeel Onderwijsvorm A werkgroep / referaat B werkgroep / referaat C werkgroep / referaat stage (“snuffelstage”) D werkgroep E Totaal
Contacturen 1
Zelfstudie 4
Sbu 5
1
4
5
1
4
5
8
8
4
5 2 30
1 2 6
44
Toetsing Beoordeling vindt plaats naar aanleiding van participatie (kwantiteit en kwaliteit) aan werkgroepen en referaten.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
70
Bijlage 8:
Wetenschappelijk personeel
Legenda
c = curriculumcoördinator l = lijncoördinator
b = blokcoördinator d = docent / begeleider
Hoogleraren Prof.dr. C. Prof.dr. S. Prof. dr. N. Prof. dr. Y. Mw. Prof.dr. M.C. Prof. dr. J. Mw. Prof. dr. A.M. Prof.dr. M. Prof.dr. A. Prof. dr. F. Prof.dr. C. Prof. dr. G.J. Prof. dr. P.
Naam Baat de Bergé Creugers Hekster Huysmans
Discipline Tandheelkunde MKA-chirurgie Tandheelkunde Apoth / Klin.Farm. Tandheelkunde
We d d d d d
ex = lid examencommissie oc = lid opleidingscommissie om = lid OMTT
Participatie in curriculumlijn Ba Me GM Td Ti
Cie’s Kp b/d
b/d d
d
l/b/d
d
d
ex c /om
d d
(per 1-9-2008)
Jansen Kuijpers-Jagtman
Tandheelkunde Tandheelkunde
d d
Merkx Overbeke Russel Tack Truin Vries Robbé, de
MKA-chirurgie Med. Informatiekunde Farmacologie / Tox. Alg. Int. Geneeskunde Tandheelkunde Med. Informatiekunde
d d d d d d
Dr. P. Dr. J. Dr. J. Dr. F. Dr. J. Dr. C. Dr. J. Dr. G.J. Dr. G. Mw. Dr. J. Dr. J. Dr. P.
Naam Deen Frencken Gisbergen, van Huysmans Kooloos Kreulen Maltha Meijer Pieters Prins Roeters Willems
Discipline Fysiologie Tandheelkunde Cogn. Neurosciense Nierziekten Anatomie Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Endocriene Ziekten Med. Psychologie Tandheelkunde Biochemie
UD’s Voorl. + Titel Dr. W. Mw. Dr. W. Mw. Dr. M. Dr. J. Mw. Dr. A. Dr. Ir. S. Dr. B. Dr. N. Mw. Dr. Th. Dr. X. Dr. D. Dr. J.
Naam Fennis Fokkinga Hermsen Hoff, von den Kiliaan Leeuwenburgh Loomans Opdam Spierings Walboomers Witter Wolke
Discipline Tandheelkunde Tandheelkunde IQ Healthcare Tandheelkunde Anatomie Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde
UHD’s We d d d d d l/b/d d d d d d d
We d d d d d d d d d d d d
b/d d l/b/d d
d d
d
ex oc
d
oc
d
ex
d d d
l/d
Participatie in curriculumlijn Ba Me GM Td Ti d b/d d d d d d d b/d
Cie’s Kp
ex l/b/d
oc
d b/d d Participatie in curriculumlijn Ba Me GM Td Ti b/d b/d d d d b/d
Cie’s Kp b/d d
d
d d d
oc
oc d
d d
d
b/d
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
71
Overige docenten gepromoveerd Naam Mw. Dr. E. Bazelmans Dr. Ing. J. Beucken, van den Dr. W. Borstlap Mr.dr. W. Brands Dr. Ir. E. Bronkhorst Dr. Q. Hoesel, van Dr. H. Keltjens Dr. J. Kroeze Dr. R. Kuijs Dr. D. Mettes Dr. P. Mezger Dr. B. Otten Dr. G. Rongen Dr. W. Sanden, van der Dr. J. Schols Dr. D. Smeets Dr. M.H. Steenks Dr. G. Stel Dr. A. Vermeulen Dr. G. Vervoort Dr. P. Vis Dr. S. Werf, van der Dr. P. Wilde, de Mw. Dr. C. Zee, van der
Discipline Med. Psychologie Tandheelkunde MKA-chirurgie Tandheelkunde Tandheelkunde Med. Oncologie Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Kindergeneeskunde Farmacologie / Tox. Tandheelkunde Tandheelkunde Antropogenetica Tandheelkunde Tandheelkunde Tandheelkunde Alg.Int. Geneeskunde Fysiologie Neur. / Med. Psy. Pathologie Celbiologie
Overige docenten niet-gepromoveerd Naam Discipline Drs. M. Assman Med. Psychologie Drs. A.E. Brouwer Alg. Int. Geneeskunde Drs. F. Drijvers Tandheelkunde Mw. Drs. A. Gerritsen Tandheelkunde Mw. Drs. A. Hemelaar Intensive Care Mw. Drs. L. Jong, de Med. Psychologie Drs. R. Karsten Tandheelkunde Drs. M. Koning, de MKA-chirurgie Mw. Drs. E. Meijer- vd Bergh Med. Psychologie Drs. C. Meijers Tandheelkunde Drs. M. Nienhuijs MKA-chirurgie Drs. M. Pijnenburg IQ Healthcare Drs. A. Rijk, de Tandheelkunde Drs. H. Scheper Tandheelkunde Mw. Drs. M. Siers Tandheelkunde Drs. P. Snoek Tandheelkunde Drs. R. Soehardi MKA-chirurgie Drs. A. Spijker, van ‘t Tandheelkunde Drs. M. Stel Tandheelkunde Drs. M. Visser Tandheelkunde Drs. M. Vorstenbosch Anatomie Drs. J. Weijmar Tandheelkunde Drs. O. Zoete, de Tandheelkunde
We d d d d d d d d d d d d d d d d d d d d d d d d
We
d
Participatie in curriculumlijn Ba Me GM Td Ti d
Cie’s Kp
l/b/d d d d d
d
d d
d d
b/d d d d d b/d
b/d
d
d b/d d l/b/d
d l/b/d b/d
oc
b/d d b/d d
d Participatie in curriculumlijn Ba Me GM Td Ti d b/d b/d d b/d d d d d d b/d d d d d b/d d d d b/d b/d b/d d b/d d d d b/d
Cie’s Kp/v
b/d
om ex d b/d
d l/b/d d b/d
d
d b/d d
d d
N.B. Naast deze hierboven genoemde niet-gepromoveerde docenten zijn er nog 37 niet-gepromoveerde docenten die een klein dienstverband hebben. Zij werken vooral in het (pre)klinisch praktisch onderwijs.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
72
Bijlage 9:
Aanpassing tweejarige master tandheelkunde na visitatie 2005/2006
Inleiding Net als bij voorafgaande visitaties hield ook de visitatiecommissie bij haar bezoek in 2005 de opleiding tandheelkunde een spiegel voor. Enerzijds waren er positieve uitspraken en anderzijds ook kritiekpunten. De schriftelijke rapportage van de commissie verscheen in november 2006. Het visitatierapport van de QANU beantwoordt niet aan de door de NVAO gestelde eisen. Dit neemt niet weg dat de opleiding een aantal kritiekpunten van de visitatiecommissie minstens ten dele herkenbaar vond en ter harte heeft genomen. Enkele kritiekpunten hadden betrekking op facet 5 van het beoordelingskader, te weten de ‘interne kwaliteitszorg.’ Voor de opleiding tandheelkunde van het UMC St Radboud was dit aanleiding een aantal zaken, met name rond die kwaliteitszorg, meteen ter hand te nemen. Hierover rapporteerde de opleiding in januari 2007 met een aanvullende zelfstudieparagraaf aan de QANU. Bij een aanvullend bezoek van de visitatiecommissie in januari 2007 werden de drie facetten van de interne kwaliteitszorg aanvullend beoordeeld en met een voldoende gewaardeerd. De processen van externe kwaliteitszorg, met betrokkenheid van de QANU als VBI en de NVAO als accrediterende instantie hebben geleid tot de uitkomst dat de driejarige bachelor tandheelkunde (CROHO 56560) wel reeds is geaccrediteerd, maar de tweejarige master tandheelkunde (CROHO 66560) nog niet. Deze situatie is voor de Nijmeegse en de Amsterdamse opleiding gelijk. Een aantal kritiekpunten van de visitatiecommissie had betrekking op de plannen die ter tafel waren gelegd voor de toen in een planningsfase verkerende tweejarige master tandheelkunde. (We schrijven op dat moment het jaar 2005). Op het moment van deze visitatie studeerden de Nijmeegse vierde- en vijfdejaars tandheelkundestudenten nog in een ongedeelde vijfjarige tandheelkunde opleiding. In september 2007 begonnen de eerste studenten aan hun eerste masterjaar van de tweejarige master tandheelkunde. In september 2008 begint die eerste groep aan het tweede (en voor hen laatste) masterjaar. De meeste kanttekeningen die door de visitatiecommissie werden gemaakt zijn door de opleiding ter hand genomen als ‘verbeterpunten’. Zo werd het onderwijs in de ergonomie uitgebreid en duidelijker onderdeel in de (pre)klinische blokken, komt het teamconcept al in de bachelor aan de orde en is het werken in teams thans opgenomen in de doelstellingen van het integraal onderwijs in het tweede masterjaar. Deze bijlage beperkt zich tot acties die zijn ondernomen ten aanzien van de resterende als ‘onvoldoende’ aangemerkte facetten in het visitatierapport. Het betreft de volgende facetten: 1. niveau van de master (doelstellingsfacet 1.2) 2. studielast (programmafacet 2.4) 3. kwantiteit personeel (personeelsfacet 3.2)
Ad 1 Niveau van de master (doelstellingsfacet 1.2 van het visitatiekader) De visitatiecommissie constateerde ‘dat in de masterfase de doelstellingen gericht op de wetenschappelijke scholing te weinig aandacht krijgen. In de masterfase neemt de klinische vorming veel aandacht in beslag. Een perfecte aansluiting bij de Dublin descriptoren acht de visitatiecommissie niet goed mogelijk, maar de aandacht voor de wetenschappelijke scholing moet wel worden vergroot.’ De Nijmeegse opleiding heeft een aantal acties ondernomen om de aandacht voor de wetenschappelijke scholing te vergroten en heeft het programma aangepast: a. In het eerste masterjaar is een onderdeel EBD (Evidence-based Dentistry) aan het klinisch onderwijs toegevoegd, waarmee ook het wetenschappelijk karakter van het klinisch onderwijs nu een zichtbare plaats heeft gekregen en in de einddoelstellingen van de integrale tandheelkunde is opgenomen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
73
b. In het tweede masterjaar is thans ruimte vrij gemaakt voor een wetenschappelijke stage (zie tabel). Deze stage (240 sbu, 9 ec) wordt afgesloten met een wetenschappelijk verslag. Ten tijde van de visitatie werd het keuzevak afgesloten met een scriptie, waarvoor 80 uur (3 ec) was vrijgemaakt. De wetenschappelijke stage is nog steeds inhoudelijk gerelateerd aan de profielen en keuzevakken, maar is nu een afzonderlijk blok (MA590) dat met een afzonderlijke toetsing wordt afgesloten. Voor onderwijsvormen, studiebelasting einddoelstellingen, en toetsing wordt verwezen naar de bijlagen 10 en 11. De uiteindelijk gewenste ruimte voor de wetenschappelijk vorming zal pas in de drie jarige master (zie bijlage 5.2) kunnen worden gerealiseerd omdat anders (binnen de ruimte van de twee jarige master) onacceptabel veel zou worden ingeboet op de klinische vorming van de aankomend tandarts. Tabel 9-1 toont de transitie van de situatie in 2005 via de huidige 2-jarige master naar de gewenste 3-jarige master die (na accreditatie) zal starten op 1 september 2010. Tabel 9-1. Beknopt overzicht van ruimte (in SBU’s) besteed aan wetenschappelijke vorming in tandheelkunde opleidingen van de RU Ten tijde van de visitatie in 2005
BaMa 3+2 2007-2010
BaMa 3 + 3 2010 en daarna
Ba-1
160 sbu
Ba-1
160 sbu
Ba-1
160 sbu
Ba-2
80 sbu
Ba-2
80 sbu
Ba-2
160 sbu
Ba-3
400 sbu
Ba-3
400 sbu
Ba-3
320 sbu
Ma-1
200 sbu
Ong-4
0 sbu
Ma-1
80 sbu
Ong-5
80 sbu
Ma-2
240 sbu
Ma-2 120 sbu* Ma-3
Totaal 720 sbu (26 ec)
Totaal 960 sbu (34 ec)
480 sbu
Totaal 1440 sbu (51 ec) *
* Inclusief de 40 sbu geprogrammeerd in het keuze-onderwijs
Ad Studievoortgang (programmafacet 2.4 van het visitatiekader) De visitatiecommissie beoordeelt de geprogrammeerde studielast als voldoende, maar constateert dat de opleiding onvoldoende inspanning levert om de studievoortgang te bevorderen. De studielast als geheel bleef onveranderd (120 ec); wel werden er enkele maatregelen getroffen om genoemde ‘hindernissen in studievoortgang’ weg te nemen: 1. De studieadvisering is beter toegankelijk gemaakt. Voorheen werd de studieadvisering als tweede taak door een docent uitgevoerd. Per augustus 2007 is een nieuwe studieadviseur (nietdocent) aangesteld, welke een onafhankelijker positie binnen de organisatie heeft gekregen. Hierdoor is een beter uitgangspunt voor advisering en voor bemiddeling (indien nodig) ontstaan. Zo houdt nieuwe studieadviseur met alle eerstejaars studenten een voortgangsgesprek en wordt zij door blokcoördinatoren en docenten in een vroeg stadium actief betrokken bij eventuele voortgangsproblemen.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
74
2. Het aantal blokken in de gehele opleiding (bachelor + master) met ingangseisen (afronding van voorafgaande blokken) werd teruggebracht van 16 blokken naar 11 blokken. Ook het aantal af te ronden blokken nodig voor doorstroom naar volgende blokken is teruggebracht. 3. De aansluiting van blokken, waar sprake is van overgang van prekliniek naar kliniek, werd verbeterd via roostertechnische aanpassingen. 4. Twee grote preklinische blokken in het tweede en derde studiejaar zijn thans modulair ingericht. Ook de aansluiting is verbeterd. Doorstroom/uitstroom in deze blokken is nu 4 maal per jaar mogelijk en sluit goed aan bij de instroom mogelijkheden voor de masterfase. 5. Masterstudenten moeten in het bezit zijn van het bachelordiploma. Het bachelordiploma wordt 4 maal per jaar uitgereikt. De examencommissie stelt maandelijks vast of eventuele deficiënties tussentijds zijn opgeheven. Indien dat het geval is, kan de student wel al deelnemen aan het theoretisch onderwijs in het masterprogramma. Daarmee worden eventuele wachttijden gereduceerd. 6. Het niet-klinisch onderwijs is zodanig geprogrammeerd dat het goed aansluit bij de bacheloruitstroom. 7. De cesuur tussen het vierde en vijfde studiejaar is opgeheven. De beide masterjaren vormen een continuüm. 8. Studievertraging vanwege tekorten aan patiënten is substantieel teruggedrongen. Enerzijds is de logistiek betreffende student-patiënt koppeling met de aanstelling (in 2006) van een patiëntzorgcoördinator aanzienlijk verbeterd. Anderzijds kan de student, door de instelling van integraal klinisch onderwijs in het eerste masterjaar (middels koppeling van voorheen afzonderlijke blokken) nu vaker over patiënten en ook over meer geschikte patiënten beschikken.
Ad 3 Kwantiteit personeel (personeelsfacet 3.2 van het visitatiekader) De visitatiecommissie vindt dat de kwantiteit van het personeel een groot probleem vormt en in verbaasd dat er in vergelijking met de voorgaande visitatie geen verbetering is. Tabel 9-2 laat zien hoeveel fte medewerkers (WP en NWP) wordt ingezet voor de onderwijstaken, en tot welke staf-studentratio’s dat leidt. De verhouding studenten-staf is de afgelopen 4 jaar gestaag gunstiger geworden (- 9%). Tabel 9-2. Staf –studentratio’s in de periode 2004-2007 Jaar
Aantal fte onderwijs
Aantal ingeschreven studenten
Doctoraal Tandarts Aantal studendiploma’s diploten per fte ma’s onderwijs
Aantal afgestudeerden per fte onderwijs
2007
31,56
447
72
82
14,16
2,60
2006
30,89
456
69
54
14,76
1,75
2005
29,48
441
62
53
14,96
1,80
2004
27,63
428
53
58
15,49
2,10
Bron: onderwijsmiddelen verdeelmodel en onderwijs jaarverslagen 2004 – 2007, peildatum 1 december van het betreffende jaar. Het aantal studenten per fte onderwijs is een gemiddelde over alle werkvormen. In het klinisch onderwijs in de masterfase wordt sinds september 2007 een docent extra ingezet waardoor de gewenste begeleidingsratio van 1 : 8 in de meeste gevallen kon worden bereikt. De middelen die aan de opleiding worden toegewezen ten behoeve van het onderwijs wordt hiervoor ook ingezet.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
75
Bijlage 10:
Onderwijs in de profielen van de tweejarige master tandheelkunde
Onderstaande passage in deze bijlage zijn uit het betreffende blokboek overgenomen ISIS vakcode: MA500 coördinator/plaatsvervanger dr. D.J. Witter dr. ir. E.M. Bronkhorst
8 ec kamer 5.40 kamer 3.26
14846 16996
[email protected] [email protected]
Relatie tot het totale curriculum De klinische differentiatie krijgt in de masterfase gestalte in de profielen. Profielen bieden een student de mogelijkheid om bijzondere kennis en vaardigheden in een deelgebied van de tandheelkunde te verwerven die hem of haar in staat stelt als eerst aanspreekbare op dat deelgebied binnen een tandheelkundig team te functioneren. In de profielen wordt bijzondere aandacht gegeven aan het verder ontwikkelen van een professionele en wetenschappelijke attitude. Vanuit die attitude wordt de differentiatie binnen een profiel vormgegeven. De differentiatie omvat kennis en kunde die het kerncurriculum overstijgen. Differentiatie wordt noodzakelijk geacht omdat er in toenemende mate categorieën patiënten zijn waarvan de behandeling aan de grens komt van de competentie van tandartsen-algemeen practici of die grens overschrijdt. Centraal binnen de profielen staat dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden geïntegreerd in de klinische besluitvorming en het klinisch handelen ("evidence-based dentistry"). Als vertrekpunt wordt genomen wat eerder in het kerncurriculum aan kennis en vaardigheden is verworven. Een profiel bestaat uit een wetenschappelijk deel en een deel waarin wetenschappelijke aspecten worden geïntegreerd in de kliniek. In een gemeenschappelijk deel worden theoretische achtergronden en integratieve aspecten van een profiel aangeboden en behandeld, bijvoorbeeld in werkgroepen in de vorm van werkbesprekingen en referaten met daarbij substantiële bijdragen vanuit de keuzevakken van het profiel. Binnen het profiel en het keuzevak neemt de klinisch gerelateerde wetenschappelijke stage met het onderzoeksverslag (in blok MA590) een prominente plaats in. Na de wetenschappelijke scholing en uitgevoerd onderzoek in de Bachelorfase (MA90-lijn) wordt nu meer zelfstandig gewerkt, en wordt het onderzoeksverslag beoordeeld op Masterniveau. Verbreding binnen het profiel en het keuzevak vindt plaats door differentiatie bij de patiëntbehandeling binnen het blok Integrale Tandheelkunde (blok MA506a) in de kliniek te Nijmegen en de kliniek AKMA. In de kliniek te Nijmegen wordt gewerkt binnen een teamconcept door horizontale verwijzing binnen een team. Een team bestaat uit studenten met specifieke kennis en vaardigheden die verder gaan dan de vaardigheden verworven in het kerncurriculum doordat zij deelnemen aan keuzevakken binnen de verschillende profielen (de differentiatie). Aanvullend is er ook in AKMA verbreding van het profiel door verticale verwijzing binnen een team naar studenten mondzorgkunde, die eveneens deel uitmaken van de teams. Van de patiëntzorg binnen het domein van een profiel en keuzevak wordt een portfolio samengesteld (zorgplannen, behandeluitvoering, behandelresultaat, nazorg, en reflectie op het zorgtraject). Portfolio en wetenschappelijk verslag worden in het gemeenschappelijke deel van het profiel gepresenteerd. Tenslotte is er de mogelijkheid te kiezen voor het Masterprofiel "Tandheelkundig onderwijs en onderzoek" voor diegenen die een loopbaan ambiëren in onderwijs of onderzoek. Dit profiel vereist een individuele aanpak waarbij de student wordt ondergebracht bij het meest relevante profiel. Tenminste moet hierbij het gemeenschappelijke deel van een dat profiel worden gevolgd. Globale inhoud Een profiel beslaat een breed aandachtsveld van de tandheelkundige zorgverlening en bestaat uit een gemeenschappelijk deel, een wetenschappelijke stage met onderzoeksverslag (Blok MA590), en een keuzevak. In de tweejarige Master opleiding kiest de vijfdejaars student één profiel met daarbij één keuzevak binnen dat profiel. Er zijn de volgende profielen:
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
76
Profiel A: restauratieve tandheelkunde (MA500a; maximaal 40 deelnemers) met vijf keuzevakken: MA500a1 cosmetische adhesieve tandheelkunde, max. 10 deelnemers MA500a2 complex kroon- en brugwerk / partiële prothetiek, max. 10 deelnemers MA500a3 endodontologie, max. 10 deelnemers MA500a4 temporomandibulaire dysfunctie, max. 6 deelnemers MA500a5 uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten, max. 10 deelnemers Profiel B: chirurgische tandheelkunde (MA500b; maximaal 20 deelnemers) met drie keuzevakken: MA500b1 dento-alveolaire chirurgie, max. 8 deelnemers MA500b2 parodontologie, max. 8 deelnemers MA500b3 implantologie, max. 8 deelnemers Profiel C: mondzorg voor bijzondere zorggroepen (MA500c; maximaal 16 deelnemers) met drie keuzevakken: MA5600c1 kwetsbare ouderen, max. 8 deelnemers MA500c2 gehandicapten en angstige patiënten, max. 8 deelnemers MA500c3 medisch gecompromitteerde patiënten, max. 8 deelnemers Profiel D: kinderen en jongeren (MA500d; maximaal 16 deelnemers) met vier keuzevakken: MA500d1 kindertandheelkunde, max. 8 deelnemers MA 500d2 orthodontie, max. 8 deelnemers MA500d3 kindergeneeskunde, max. 4 deelnemers MA500d4 psychologie, max. 4 deelnemers Profiel E: tandheelkundig onderwijs en onderzoek (MA500e; maximaal 6 deelnemers) met vier keuzevakken: MA500e1 methodologie van onderzoek en bio-statistiek, max. 2 deelnemers MA500e2 epidemiologie, max. 2 deelnemers MA500e3 proefdierkunde, max. 2 deelnemers MA500e4 onderwijsvaardigheden, max. 2 deelnemers Hoofddoelstelling 1. De student verwerft vanuit een wetenschappelijke verantwoording klinische vaardigheden van een deelgebied van de tandheelkunde die het kerncurriculum overstijgen (blok MA500). 2. De student functioneert als eerst aanspreekbare op het terrein van de differentiatie binnen een eerstelijns tandheelkundig team (blok MA506a). 3. De student verwerft wetenschappelijke vaardigheden en een academisch denkniveau als bijdrage aan een professionele attitude (blok MA590). Binnen het domein van een profiel of keuzevak ontwikkelen studenten met betrekking tot te onderscheiden rollen (rol als tandheelkundig expert, als wetenschapper enz.) de volgende competenties (Raamplan Tandheelkunde 2007): Als tandheelkundig expert (tandarts): - integreert alle competenties teneinde patiënt-gerichte en op evidentie gebaseerde zorg te verlenen als onderdeel van medische zorg - houdt kennis en vaardigheden up-to-date - erkent eigen grenzen aan kennis en vaardigheden, en zoekt zo nodig consultatie bij andere zorgverleners - functioneert als deskundige met specifieke expertise die wordt geconsulteerd door andere behandelaars en door patiënten (second opinion) - voert (deel)behandelingen uit in het kader van specifieke expertise.
-
Als professional: heeft commitment met patiënten, met de professie en met de samenleving vanuit ethische overwegingen en vanuit door de professie vormgegeven regelgeving of gebruiken
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
77
-
handelt met integriteit en waarborgt de vertrouwelijkheid van een professionele zorgverlener reflecteert over eigen handelen en over het tandheelkundig team. Als wetenschapper: - verzamelt, interpreteert en integreert wetenschappelijke informatie bij de besluitvorming bij klinische zorg, inbegrepen voorlichting en preventie, en doet hiervan verslag in een portfolio - participeert als mede-auteur aan wetenschappelijke verslagen of portfolio’s van anderen - levert wetenschappelijk gefundeerde bijdragen aan discussies, presentaties of referaten - specifiek met betrekking tot blok MA590: formuleert en analyseert een klinisch gerelateerde probleemstelling met het doel om een oordeel of hypothese te vormen, mede gebaseerd op afwegingen van sociaal-maatschappelijke en ethische aard, en kan een hieraan gerelateerd onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage uitvoeren. Als communicator: - communiceert met patiënten en andere betrokkenen, zoals verzorgers en verwijzers, over een zorgplan, het zorgtraject en het te verwachten resultaat daarvan - geeft duidelijkheid binnen en buiten tandheelkundig teams over de eigenheid van het profiel, zoals specifieke behandelmogelijkheden en procedures - geeft informatie, conclusies, kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk in een wetenschappelijk verslag als mondeling in referaten - draagt actief bij aan presenteren, discussiëren en verslaglegging van referaten - specifiek met betrekking tot blok MA590: presenteert schriftelijk en mondeling een onderzoeksverslag van de wetenschappelijke stage Als manager: - plant, presenteert en realiseert zorgplannen binnen de mogelijkheden van een profiel - coördineert binnen een tandheelkundig team patiëntzorg, inclusief het vastleggen van gegevens van en naar verwijzers - plant het opstellen van een portfolio van verleende zorg en plant de begeleiding daarbij - organiseert werkgroepen zoals zorgplanbesprekingen en referaten - specifiek met betrekking tot blok MA590: plant en beheert de uitvoering van een onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage en de begeleiding daarvan; plant het samenstellen van een onderzoeksverslag en de begeleiding. Als samenwerker: - stelt in overleg met andere leden van een behandelteam patiënt-georiënteerd zorgtrajecten vast - voert in overleg met andere leden van een behandelteam (deel)behandelingen uit - specifiek met betrekking tot blok MA590: realiseert samen met een medestudent het voorbereiden en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage; stelt in samenwerking met een medestudent een onderzoeksverslag van het onderzoeksproject op. Als maatschappelijk betrokken werker in de gezondheidszorg: - voelt zich mede verantwoordelijk voor bevordering van gezondheid van individuele patiënten en van de gemeenschap waaraan wordt geparticipeerd. Het maximum aantal deelnemers aan profielen en keuzevakken is door de examencommissie vastgesteld. Per profiel zijn er minimaal 6 plaatsen beschikbaar. Per keuzevak van een profiel zijn maximaal 10 plaatsen beschikbaar (Onderwijs- en examenregeling (OER) Tandheelkunde). De student dient een volgorde in voorkeur aan te geven voor één van de vijf bovenstaande profielen, waarvan de Wetenschappelijke stage (Blok MA590) verplicht is, en de student dient een volgorde van voorkeur aan te geven voor één van de tot een profiel behorende keuzevakken. De examencommissie bepaalt in overleg met de blokcoördinator de indeling van de studenten in de profielen en keuzevakken. Plaatsing geschiedt zo veel als mogelijk volgens de aangegeven eerste, tweede
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
78
dan wel derde voorkeur van de student. Bij de plaatsing van studenten in de profielen en keuzevakken weegt niet alleen de voorkeur van de student mee, maar ook de te waarborgen continuïteit (patiëntzorg) binnen een profiel of keuzevak. Als de vraag (van studentzijde) en het aanbod (maximum, resp. minimum aantal deelnemers aan een profiel, resp. keuzevak) niet op elkaar kunnen worden afgestemd, worden allereerst degenen geplaatst die volledig voldoen aan de toelating, vervolgens degenen met een verlengd examen of andere deficiëntie. Bij de bepaling van de volgorde tot plaatsing kan ook de mate van geschiktheid voor een bepaald profiel, zoals blijkend uit eerdere studieresultaten, worden betrokken. Als niet tot overeenstemming kan worden gekozen, kan uiteindelijk worden overgegaan tot loting door of namens de examencommissie overgegaan (wie van degenen met een bepaalde voorkeur bij overinschrijving niet kan worden geplaatst). Wordt daarna alsnog geen oplossing bereikt met degene die is uitgeloot, dan zal het hanteren van een wachtlijst voor een profiel of keuzevak onvermijdelijk zijn. De onderdelen van een profiel (2-jarige Master) Bloknummer
Onderdeel / activiteit
MA500 (a t/m e) MA500 (a t/m e) MA590 MA506a
gemeenschappelijke deel van het profiel keuzevak wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag differentiatie in kliniek (in teams)
Totaal
Studiebelastinguren 120 120 240 320 800
Een profiel kan eerst worden afgerond als de volgende onderdelen voldoende zijn gerealiseerd: 1. de wetenschappelijke stage, het onderzoeksverslag en de mondelinge presentatie (blok MA590) 2. het keuzevak 3. theoretische toets(en) van het profiel of het keuzevak 4. klinisch deel van het profiel in een behandelteam (binnen blok MA506a, inclusief AKMA) 5. portfolio, waarin verslag wordt gedaan van het klinische deel van het profiel / keuzeblok, en waaruit integratie van theoretische achtergronden in de zorgtrajecten (evidence-based) en reflectie op verleende zorg blijkt.
(Eind)cijfer vaststelling 1. Het eindcijfer van blok MA590 (wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag) wordt vastgesteld door de coördinator blok MA590 op voordracht van de begeleider(s). 2. Het gezamenlijke cijfer van het gemeenschappelijke deel van het profiel en het keuzevak wordt gezamenlijk vastgesteld door de profielcoördinator en de coördinator / docent van het keuzevak. Hierin is, naast participatie aan werkgroepen, voorbereiden en presenteren van referaten e.d., ook het resultaat van theoretische toetsen verwerkt. 3. Het cijfer van het portfolio wordt gezamenlijk vastgesteld door de profielcoördinator en de coördinator / docent van het keuzevak. Hierin wordt participatie aan werkgroepen, voorbereiden en presenteren van referaten e.d. betrokken. Het portfolio kan alleen als voldoende worden beoordeeld nadat de klinische differentiatie in de kliniek als voldoende is beoordeeld (blok MA506a). 4. De klinische differentiatie in de kliniek wordt beoordeeld door de coördinator blok MA506a. Deze beoordeling maakt deel uit van het eindcijfer van blok MA506a. 5. Het eindcijfer voor blok MA500 wordt vastgesteld door de (wnd.) coördinator van blok MA500 op voordracht van de coördinator van het gevolgde profiel. In het eindcijfer is het cijfer voor het gemeenschappelijk deel van het profiel en het cijfer voor het portfolio gewogen. Bij de bepaling van het eindcijfer kan de coördinator van de klinische differentiatie (blok MA506a) om advies worden gevraagd.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
79
Onderwijsvorm en studiebelasting van het totale Masterprofiel 1 (2-jarige Master) Onderdeel
Onderwijsvorm
gemeenschappelijk profieldeel keuzevak: - literatuur (bijv. reader) - (pre)kliniek - zorgplannen / referaten2 blok MA590: - wetenschappelijke stage - onderzoeksverslag blok MA506a (RUN/AKMA): - klinische differentiatie totaal
Contacturen
Zelfstudieuren
Sbu
werkgroep / college
30
90
120
werkgroep simulatie / behandeling werkgroep
10 80 10
20 10 30
30 90 402
werkgroep / stage werkgroep
5
175 60
180 60
260
20
280
395
405
800
patiëntbehandeling3
1
Per profiel zijn er verschillen door een verschillend aantal keuzevakken en logistieke omstandigheden Presentatie(s) ook in gemeenschappelijk deel van het profiel 3 Zorgplannen, referaten e.d. in keuzevak of gemeenschappelijke profieldeel of in blok 506a 2
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
80
Bijlage 11:
Wetenschappelijke stage in de tweejarige master tandheelkunde
In deze bijlage is de inleidende tekst uit het betreffende blokboek overgenomen
ISIScode: MA 590 9 ec coördinator/plaatsvervanger dr. C. Kreulen dr. D.J. Witter
kamer 5.10 kamer 5.40
16470 14846
[email protected] [email protected]
1 Kader: de lijn Wetenschappelijke vaardigheden (de “90-lijn”) Het blok Wetenschappelijke stage (MA590) bouwt voort op de lijn Wetenschappelijke basisvaardigheden (BA90-lijn; blokken 190, 290 en 390). Blok MA590 maakt deel uit van een Masterprofiel (blok MA500) en wordt uitgevoerd binnen de kaders van een keuzevak van profiel. Vergeleken met blok BA390 wordt een wetenschappelijk onderzoeksproject nu meer zelfstandig en op het niveau van de master opleiding gepland, beheerd en uitgevoerd. 2 Plaats van de wetenschappelijke stage in het curriculum Binnen elk Masterprofiel (blok MA500) worden klinische vaardigheden verworven die het kerncurriculum overstijgen vanuit een wetenschappelijke verantwoording. Als onderdeel daarvan en in directe samenhang daarmee worden met name in het blok MA590 academische vaardigheden verworven die de student in staat stellen in toenemende mate wetenschappelijk te denken en te handelen. Hiermee wordt het evidence-based handelen in de klinische tandheelkundige praktijk verder vorm gegeven. Mede door de implementatie van kennis in het dagelijks klinisch handelen, kunnen gefundeerde behandelkeuzes worden gemaakt. Het zoeken naar antwoorden op een zelf gestelde onderzoeksvraag door het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek is een academische vaardigheid. Hierbij is het noodzakelijk dat wetenschappelijke informatie zorgvuldige wordt geëvalueerd. Het samenstellen van een wetenschapplijke onderzoeksverslag dat voldoet aan eisen wat betreft structuur, vorm en inhoud is een vaardigheid die daar onderdeel van uitmaakt. De wetenschappelijke stage is gesitueerd in een klinisch keuzevak en in het gemeenschappelijke deel van een profiel. Vanuit de keuzevakken worden klinische probleemstellingen geformuleerd die in een wetenschappelijk project nader worden onderzocht. Een project wordt uitgevoerd door 2 studenten. Het onderzoek wordt voorafgegaan door een literatuurstudie. Met de resultaten daarvan wordt een onderzoeksprotocol opgesteld, dat wordt uitgevoerd tijdens de onderzoeksstage. Schriftelijke verslaglegging en mondelinge presentatie van het onderzoek maken expliciet deel uit van het blok. 3 Leerdoelen wetenschappelijke stage Zelfstandig formuleren en analyseren van een klinisch gerelateerde probleemstelling op het terrein van het gekozen masterprofiel (Blok MA500). (A) Doen van gericht literatuuronderzoek om actuele wetenschappelijke kennis van en inzicht in bovenstaande probleemstelling te verkrijgen. (A) Formuleren van een onderzoeksvraag om inzicht te krijgen in bovenstaande probleemstelling en opstellen van een onderzoeksprotocol volgens een vaste opzet binnen de kaders van blok MA590. (A) Plannen, beheren en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoeksproject. (B) Administratie van gegevens (data), analyseren en rapporteren over een uitgevoerd onderzoeksproject in de vorm van een wetenschappelijk onderzoeksverslag dat voldoet aan criteria van het Master niveau. (C) Mondeling presenteren over het wetenschappelijk onderzoeksproject volgens een vaste opzet. (C) 4 Globale inhoud van de wetenschappelijke stage Onderzoeksoriëntatie en formuleren vraagstelling.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
81
Planning en uitvoeren van een onderzoeksproject. Schriftelijk onderzoeksverslag en mondelinge presentatie onderzoeksproject.
5 Onderwijsvorm, studiebelasting en verplichtingen Het blok maakt deel uit van een profiel en er wordt gebruik gemaakt van werkgroepen en zelfstudie. De eerste periode van een profiel (bijvoorbeeld gedurende de eerste 3 maanden) zal vooral gericht zijn op het gemeenschappelijke deel van het profiel, het keuzevak en de onderzoeksoriëntatie. Hierbij komen in werkgroepen algemene onderzoeksaspecten aan de orde die dienen als voorbereiding op het uit te voeren onderzoeksproject: 1. Het doel van de wetenschappelijke stage, criteria en verwachtingen voor zowel het onderzoeksproject als de verslaglegging. 2. Formuleren van een onderzoeksvraag, waarvoor binnen de wetenschappelijke stage zal worden getracht een antwoord te vinden. 3. Literatuurstudie als voorbereiding voor het opstellen van een onderzoeksprotocol. 4. Verder kunnen aan bod komen relevante algemene begrippen die bij wetenschappelijke werkzaamheden van belang zijn, en welke al zijn onderwezen in de BA90-lijn, zoals typen onderzoek, research designs, structuur van wetenschappelijke artikelen en statistiek/methodologie. Het onderzoeksproject wordt uitgevoerd nadat de onderzoeksoriëntatie is afgesloten, de onderzoeksvraag is geformuleerd en het onderzoeksprotocol is opgesteld. Het opstellen van het protocol is geroosterd als zelfstudie, evenals het voorbereiden van een mondelinge presentatie hiervan. De presentatie van het protocol vindt plaats in een werkgroep van het keuzevak. De uitvoering van het project, evenals de vervaardiging van het schriftelijk verslag is geroosterd als zelfstudie. De voorbereiding van de mondelinge presentatie is geroosterd als zelfstudie, de uitvoering als werkgroep die bestaat uit een gezamenlijk bijeenkomst van de profielstudenten aan het eind van de blokperiode. 6 Studiebelasting De urenverdeling in onderstaande tabel is een benadering en geldt als richtlijn voor de verhouding tussen de verschillende onderdelen. Op individuele basis kan hiervan worden afgeweken. Onderdeel
Onderwijsvorm
Contac- Zelfstudie turen
Sbu
Oriëntatie
Werkgroep
4
4
Literatuur
Zelfstudie
Onderzoeksprotocol
Werkgroep Zelfstudie
20
20
Uitvoering onderzoek
Zelfstudie/ stage
140
140
Schrijven verslag
Zelfstudie
42
42
Mondelinge presentatie
Werkgroep
20 4
Totaal
4
4
Zelfstudie 12
20
4 6
6
228
240
Verplichtingen
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
82
Van de student wordt eigen initiatief verwacht en een zelfstandige uitvoering van het onderzoeksproject. De student moet met enige regelmaat aan de begeleider verslag doen van de vorderingen en hij/zij dient hiervoor zelf contact op te nemen met de onderzoeksbegeleider, tenzij op individuele basis anders wordt overeengekomen. Het advies is om het maken van een afspraak met een begeleider niet uit te stellen, omdat begeleiders niet altijd aanwezig zijn en het soms niet mogelijk is om op korte termijn afspraken vast te leggen. Tussen verschillende afspraken moet u tijd beschikbaar hebben om uw onderzoek vorm te geven en de begeleider heeft tijd nodig om uw producten te lezen of te beoordelen. De (schriftelijke) onderzoeksverslag moet voldoen aan een vast format. Voor tussentijdse evaluatie dient dit verslag voorgelegd te worden aan de begeleider (zie ook paragraaf 1.8). Het verslag moet gereed zijn alvorens een mondelinge presentatie kan worden gegeven. De definitieve versie van het verslag moet in analoge en digitale vorm worden ingeleverd. 7 Duur van de wetenschappelijke stage De onderwijsperiode van blok MA590 loopt van het moment van instroom in het 5e studiejaar tot het eind van de duur van het profiel. Het blok heeft een omvang van 240 SBU per student (9 ec)
8 Leermiddelen Apparatuur Afhankelijk van het onderzoekonderwerp zal apparatuur worden gebruikt van het cluster Tandheelkunde. De onderzoeksbegeleider bepaalt of een student verantwoord gebruik kan maken van de benodigde apparatuur. Verplichte literatuur De binnen dit blok gebruikte kernboeken zijn: - Zielhuis GA, Heyendael PHJM, Maltha JC, van Riel PLCM. Handleiding Medisch Wetenschappelijk Onderzoek. Maarssen: Elsevier, 2e herziene druk, 2000. - Brunette, DM. Critical Thinking. Chicago: Quintessence, 1996. - Blokboek Ba390 (met name de zelfstudieopdrachten). Verder is verplicht de tekst zoals opgenomen in dit blokboek.
9 Terugkoppeling en toetsing in de wetenschappelijke stage Terugkoppeling Terugkoppeling over het verloop van de onderzoeksstage vindt plaats op individuele basis tussen de onderzoeksbegeleider en de student cq. het studentenkoppel. De onderzoeksoriëntatie wordt vastgelegd in een onderzoeksprotocol. Nadat dit protocol is geaccordeerd door de onderzoeksbegeleider wordt het beoordeeld door de blokcoördinator en/of de waarnemend blokcoördinator. Dit is geen formele toetssituatie. De beoordeling is gericht op de kwaliteit van de literatuurstudie, de opzet en de uitvoerbaarheid van het protocol, en beoordeeld wordt of de inhoud van het project en opzet van het onderzoek past binnen de doelstellingen van het blok. Indien van toepassing zullen aanwijzingen worden geven om de onderzoeksopzet te verbeteren. Als het protocol niet past binnen de doelstellingen, zal overleg met de begeleider en de studenten moeten leiden tot aanpassingen zodat het protocol wel past binnen de doelstellingen van het blok. Toetsing De wetenschappelijke stage wordt beoordeeld op kwaliteit (originaliteit, zelfstandigheid, diepgang) en kwantiteit (omvang in relatie tot 240Sbu). De studenten worden beoordeeld op de uitvoering van het project (procesbeoordeling) en op de verslaglegging en mondelinge presentatie (productbeoordeling). Het schriftelijke onderzoeksverslag bestaat uit (delen van) het bovenbeschreven onderzoeksprotocol dat wordt uitgebreid met de resultaten (uitkomst) van het project en een reflectie op het project en de uitkomst (wetenschappelijke discussie). Het format en de criteria voor dit onderzoeksverslag staan beschreven in bijlagen 2 en 3. Bij de procesbeoordeling worden de inzet van de
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen
83
studenten, de uitvoering van het project, de samenwerking en de zelfstandigheid betrokken. Hiervoor moet een logboek worden ingeleverd waarin in trefwoorden de dagelijkse gang van zaken is beschreven en de tijd genoteerd die aan de uitvoering van het onderzoek is besteed. Er is ook een verantwoording van de afzonderlijke persoonlijke inbreng van de 2 studenten. Het mondelinge verslag van de stage tijdens de gezamenlijke bijeenkomst van de profielstudenten is een afspiegeling van de tekst van het schriftelijke verslag en moet ook voldoen aan een vast format in Powerpoint (zie ook bijlage 4). Het eindcijfer van blok MA590 wordt vastgesteld door de coördinator van het blok op voordracht en later eventueel aanvullend advies van de begeleider(s), als regel de coördinator van het keuzevak en / of de coördinator van het profiel. Het adviescijfer is gebaseerd op het resultaat van de proces- en productbeoodeling door de begeleider(s) en wordt getoetst door de blokcoördinator op grond van vergelijkbaarheid (kwantiteit en kwaliteit) binnen het blok. Bij een onvoldoende uitslag zal een herkansing plaatsvinden door het uitvoeren van een extra onderzoeksopdracht. Deze opdracht zal door de blokcoördinator en de onderzoeksbegeleider worden geformuleerd.
Aanvraagdossier driejarige master tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen