Studiegids 2008 - 2009 Tandheelkunde Adres: Philips van Leydenlaan 25 6525 EX Nijmegen Postbus 9101 6500 HB Nijmegen I: www.umcn.nl/tandheelkunde
1
Voorwoord Bestuursmededeling Het College van Bestuur vestigt er de aandacht op dat het onderwijsaanbod per opleiding wordt bepaald door het onderwijsprogramma zoals dat door de betreffende faculteit, sectie of cluster is vastgesteld. De in deze gids opgenomen informatie geeft een overzicht van het te verwachten onderwijsaanbod voor het studiejaar 2008/2009. Tussen het onderwijsprogramma zoals door bevoegde organen voor 2008/2009 is vastgesteld en het onderwijsaanbod zoals in deze gids is beschreven, kunnen afwijkingen voorkomen. Aan de tekst van deze gids kunnen derhalve geen rechten of aanspraken worden ontleend. Colofon
Redactie: Tekstverwerking:
Onderwijs Management Team Tandheelkunde DSZ Tandheelkunde Nijmegen
Inleiding De studiegids tandheelkunde heeft primair als doel aan studenten, docenten en andere medewerkers informatie te verschaffen over de opleiding tandheelkunde. In de faculteit der medische wetenschappen is de opleiding tandheelkunde naast die van geneeskunde en biomedische wetenschappen opgenomen. De laatste jaren wordt zowel binnen het UMC St Radboud als binnen de Radboud Universiteit (RU) steeds meer gebruik gemaakt van digitale manieren om informatie aan te bieden. Ook deze studiegids wordt nu digitaal aangeboden op de website van het UMC St Radboud. Digitale informatie vraagt om een andere structuur en layout dan schriftelijke informatie. Door bijvoorbeeld "links" toe te voegen op de website ontstaat een overzichtelijker geheel dan wanneer alleen maar stukken tekst op het scherm verschijnen. Met ingang van het studiejaar 2008-2009 is er daarom voor gekozen om niet alle informatie rechtstreeks als tekst in de studiegids op te nemen, maar op verschillende plaatsen te verwijzen naar andere links op de websites van het UMCN en de RU. Hiermee wordt gestreefd naar een snellere beschikbaarheid van de benodigde gegevens, doordat het zoeken (en vinden) efficiënter kan verlopen. De studiegids maakt nu als het ware deel uit van een grotere informatie-eenheid, namelijk de websites van het UMC St Radboud en de RU.
2
In de studiegids staan nu de belangrijkste praktische zaken omschreven, alsmede informatie over de opleiding, het programma en de organisatie. Tenslotte zijn enkele relevante bijlagen opgenomen. Voor alle overige informatie wordt de lezer uitgenodigd een bezoek te brengen aan http://www.umcn.nl/tandheelkunde en http://www.ru.nl. Op deze websites zijn diverse ingangen beschikbaar voor studenten, docenten en overige belangstellenden. Alle informatie, die eerst in de studiegids stond opgenomen, is via deze links bereikbaar. En nog veel meer!
3
Inhoudsopgave Studiegids 2008 - 2009 ......................................................................... 1 Voorwoord ........................................................................................... 2 Bestuursmededeling ............................................................................. 2 Inleiding ............................................................................................... 2 Inhoudsopgave ...................................................................................... 4 1 Praktische zaken ............................................................................... 6 1.1 Onderwijs- en Studentzaken Tandheelkunde (OSZ-T) en Studentenbalie ...................................................................................... 6 1.2 Studieadviseur ............................................................................... 6 1.3 Locaties ......................................................................................... 7 1.4 Melding afwezigheid ..................................................................... 7 1.5 Procedure aanmelding examens .................................................... 8 1.6 Tegemoetkoming reiskosten ....................................................... 11 1.7 Studeren in het buitenland ........................................................... 12 1.8 Studiebenodigdheden en studiekosten ........................................ 12 1.9 Boekenlijst 2008-2009 ................................................................ 13 1.10 Wat te doen bij problemen in de onderwijsorganisatie ............. 16 2 Bachelor en Master (BaMa-structuur) ............................................ 19 2.1 Opbouw van de BaMa-structuur ................................................. 19 2.2 Visie ............................................................................................ 20 2.3 Karakteristieken van het curriculum ........................................... 21 2.4 Betekenis afzonderlijke cijfers van blokcoderingssysteem ......... 23 2.5 Toelichting op de blokomschrijvingen ........................................ 24 3 Beschrijving van het onderwijsprogramma .................................... 26 4 Algemene informatie voor (aankomende) studenten .................... 209 5 Organisatiestructuur Cluster Tandheelkunde ............................... 211 5.1 Bestuurlijke organisatie ............................................................. 211 5.2 Sector preventieve en curatieve tandheelkunde ........................ 213 5.3 Sector parodontologie en biomaterialen .................................... 219 5.4 Sector orale functieleer.............................................................. 222 5.5 WHO Collaborating Centrum Tandheelkunde Nijmegen ......... 225 5.6 Sector Orthodontie en Orale Biologie ....................................... 227 5.7 Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde ................................ 230 5.8 Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (Neurosensorisch Cluster)233 5.9 Overige afdelingen .................................................................... 236 4
Dienst Studiezaken Tandheelkunde (DSZT) ...................... 236 Onderwijsbeleid .................................................................. 236 Geconcentreerde opleiding tandheelkunde voor artsen (TOVA) .............................................................................. 237 Post-Academisch Onderwijs Tandheelkunde (PAOT) ....... 238 Dienst Onderwijspraktijk Tandheelkunde (DOT) .............. 239 Centrale Patiënten Administratie (CPA) ............................ 239 Balies behandelzalen .......................................................... 240 Tandartsassistenten onderwijspraktijk ................................ 240 Polikliniek........................................................................... 240 Portiersdienst ...................................................................... 241 6 Belangrijke commissies in de onderwijsorganisatie ..................... 242 6.1 Onderwijs Management Team Tandheelkunde (OMTT).......... 242 6.2 De opleidingscommissie (OLC) ................................................ 243 6.3 Examencommissie ..................................................................... 244 6.4 Blokcommissies ........................................................................ 245 6.5 Commissie Studieadvies ........................................................... 246 7 Bijlagen ......................................................................................... 247 7.1 Taken van blokcoördinator tandheelkunde ............................... 247 7.2 Procedure blokevaluaties........................................................... 249 7.3 Blokcoördinatoren en plaatsvervangers Tandheelkunde in 20082009 .................................................................................................. 254 7.4 Gedragsregels ............................................................................ 261 7.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER) ..................................... 266 7.6 Regels en richtlijnen voor tentamens en examens .................... 266 7.7 Infectieprotocollen .................................................................... 266 7.8 Calamiteiteninformatie .............................................................. 266 7.9 Docentenlijst.............................................................................. 268 Vakkenindex ..................................................................................... 271
5
1 Praktische zaken 1.1 Onderwijs- en Studentzaken Tandheelkunde (OSZ-T) en Studentenbalie
Het eerste aanspreekpunt voor studenten is de studentenbalie van de afdeling Onderwijs- en Studentzaken Tandheelkunde (OSZ-T). OSZ-T is verantwoordelijk voor de studentenadministratie en verzorgt o.a. de inschrijving van examens, de uitgifte en inname van formulieren en de informatieverstrekking aan studenten over onderwijsprogramma's, toets- en examenregelingen. Tevens beheert zij de onderwijsruimtes en de studentenbalie. Postadres
postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
Studentenbalie
begane grond (kamer 0.05)
Openingstijden
maandag tot en met vrijdag van 12.30 - 13.30 uur
T: E:
(024) 361 94 58 / (024) 361 63 60
[email protected]
Medewerkers
mw. mr. E. Jilsink mw. H.M.W. Kuijpers-Burgers mw. P.A.M. Wijkamp mw. P.J. Jacobs-Koster (secretariaat) A.C.J. Willems (amanuensis)
1.2 Studieadviseur
Voor persoonlijke begeleiding en advisering met betrekking tot de studie tandheelkunde kun je terecht bij de studieadviseur. De studieadviseur bij de opleiding tandheelkunde is mw. C. Visservan Dijck. Afspraken voor een gesprek kunnen bij voorkeur gemaakt worden per 6
e-mail:
[email protected] of telefonisch. Voor meer informatie over studieadvies en de studieadviseur: kijk op de website 1.3 Locaties
Het contactonderwijs vindt plaats op het terrein van het UMC St Radboud: hoofdzakelijk in het gebouw Tandheelkunde (Philips van Leijdenlaan 25, portier: (024) 361 4127). Ook wordt klinisch onderwijs in de dependance te Arnhem (AKMA, Ruitenberglaan 26 te Arnhem, (026) 365 8107) gegeven. Een enkele keer wordt uitgeweken naar ruimten in het studiecentrum Medisch Wetenschappen (Geert Grooteplein 21, portier: 361 01 12). Daar bevinden zich de Komeetzalen, de snijzaal en het anatomisch museum. Het cognitieve tandheelkundig onderwijs wordt zoveel mogelijk gegeven in de collegezalen 0.42 en 0.40 en de colloquiumkamers. Praktijk vindt plaats op de practicumzalen: fantoomzaal: 4de verdieping, zaal 480 behandelzalen: 1ste, 2de, 3de en 5de verdieping en AKMA Op de onderverdieping van het gebouw tandheelkunde zijn het Studiecentrum - Bibliotheek en de COO-ruimten gehuisvest. 1.4 Melding afwezigheid
Afwezigheid Het kan zijn dat je om reden van ziekte of bijzondere omstandigheden niet kan deelnemen aan het onderwijs. Als het praktijkonderwijs (verplicht!) betreft moet je dit direct melden omdat er op je gerekend wordt. Je doet dit op de volgende manier: voor preklinische practica (= géén patiëntenbehandeling): bij de betreffende blokcoördinator/secretariaat afdeling of tijdens de practica-uren bij de uitgiftebalie prekliniek, tel. (024) 361 46 27 of (024) 361 46 55 7
voor klinische practica (= wél patiëntenbehandeling): bij de centrale patiëntenadministratie, tel. (024) 361 46 42 of (024) 361 46 50; én de coördinator van het betreffende blok voor orthodontische practica: bij het secretariaat van de afdeling orthodontie, tel. (024) 361 40 05 of (024) 361 40 67. Als je een stage loopt (intern of extern) dien je ook je stageadres/stagebegeleider te informeren over je afwezigheid. Mocht je langer dan een paar dagen ziek zijn, of als er bijzondere omstandigheden zijn, dan is het verstandig om dit aan de studieadviseur te melden. In overleg met de studieadviseur wordt bekeken of er andere mensen in de organisatie geïnformeerd moeten worden. Als je je opgegeven hebt voor een tentamen en je kan dit tentamen niet maken, dien je dit even te melden (per mail) bij OSZ-T. Indien je zwanger bent, is het verstandig om tijdig contact op te nemen met de studieadviseur i.v.m. je afwezigheid rondom je studie, zodat gekeken kan worden naar een mogelijk aangepast onderwijsprogramma. 1.5 Procedure aanmelding examens
Procedure aanmelding examens
1. Propedeutische examen tandheelkunde. U kunt in de periode van maandag 11 mei 2009 tot 29 mei 2009 uw aanvraag voor het propedeutisch examen inleveren bij de balie van OSZ-tandheelkunde. Uw aanvraag dient vergezeld te gaan van uittreksel van het bevolkingsregister of een kopie van een geldig paspoort of rijbewijs. Deze kopie moet duidelijk leesbaar zijn. Om de uitslag van het examen daadwerkelijk vast te kunnen stellen is het noodzakelijk dat de aanvraag op tijd wordt ingediend.
8
De uitslagvergadering van de examencommissie vindt plaats op woensdag 22 juli 2009. Uitreiking vindt plaats in september of oktober 2009. > Aanvraagformulier examen 2. Bachelorexamen Aanvragen voor het bachelorexamen kunnen plaatsvinden in de volgende periodes: - examen in november 2008: aanvraag in 29 september 2008 t/m 9 oktober 2008 - examen in februari 2009: aanvraag in 1 december 2008 t/m 11 december 2008 - examen in april 2009: aanvraag in 2 maart 2009 t/m 13 maart 2009 - examen in juli 2009: aanvraag in 11 mei 2009 t/m 21 mei 2009 Aanvraagformulieren kunt u inleveren bij de balie van OSZtandheelkunde. Voor het aanvragen van het bachelor examen behoeft u geen uittreksel van het bevolkingsregister of een kopie van een geldig paspoort of rijbewijs meer in te leveren. Om de uitslag van het examen daadwerkelijk vast te kunnen stellen is het noodzakelijk dat de aanvraag op tijd wordt ingediend. De examencommissie komt op de volgende data bijeen voor het vaststellen van de uitslag: - 18 november 2008 - 3 februari 2009 - 21 april 2009 - 22 juni 2009 Uitreikingen van het bachelordiploma vinden plaats op: - donderdag 18 december 2008 - donderdag 19 februari 2009 - donderdag 14 mei 2009 9
- oktober 2009 (datum is nog niet vastgesteld) > Aanvraagformulier examen
3. Doctoraalexamen Studenten die het doctoraalexamen willen aanvragen kunnen hierover contact opnemen met de secretaris van de Examencommissie, mw. mr. E. Jilsink (024-3616360 of
[email protected]).
4. Master- en Tandartsexamen Aanvragen voor het masterexamen kunnen plaatsvinden in de volgende periodes: - examen in november 2008: aanvraag in 29 september 2008 t/m 9 oktober 2008 - examen in februari 2009: aanvraag in 1 december 2008 t/m 11 december 2008 - examen in april 2009: aanvraag in 2 maart 2009 t/m 13 maart 2009 - examen in juli 2009: aanvraag in 11 mei 2009 t/m 21 mei 2009 Aanvraagformulieren kunt u inleveren bij de balie van OSZtandheelkunde. Tegelijk met de aanvraag voor het masterexamen dienen de volgende formulieren te worden ingeleverd: - Verklaring betreffende het inleveren van de loopbrief en de schone lijst. - Toestemmingsformulier betreffende het doorgeven van adresgegevens aan NMT en ANT. - Enquêteformulier ten behoeve van de uitreiking van het getuigschrift master-/tandartsexamen. Om de uitslag van het examen daadwerkelijk vast te kunnen stellen is het noodzakelijk dat de aanvraag op tijd wordt ingediend. 10
De examencommissie komt op de volgende data bijeen voor het vaststellen van de uitslag: - 18 november 2008 - 3 februari 2009 - 21 april 2009 - 23 juni 2009 Uitreikingen van het master-/tandartsdiploma vinden plaats op: - vrijdag 21 november 2008 - vrijdag 20 februari 2009 - vrijdag 24 april 2009 - vrijdag 3 juli 2009 > Aanvraagformulier examen > Formulier verklaring inleveren loopbrief en schone lijst > Toestemmingsformulier NMT en ANT > Enquêteformulier getuigschrift master-/tandartsexamen 1.6 Tegemoetkoming reiskosten
Deze regeling betreft de reiskosten in de weekenden en de zomerperiode. Het UMC st. Radboud, cluster Tandheelkunde gaat ervan uit dat de student in Nijmegen woonachtig is, gebruik maakt van het openbaar vervoer, en in het bezit van een OV-jaarkaart voor studenten die geldig is van maandag t/m vrijdag (verder aan te duiden met 'OV weekkaart') . Voor het volgen van onderwijs en stages binnen of buiten Nijmegen hoeft de student in principe dus geen extra reiskosten te maken. Tijdens sommige stages echter moeten er weekenddiensten worden gelopen. Ook worden er stages gevolgd in de periode medio juli t/m medio augustus. Gedurende deze perioden is de OV weekkaart niet bruikbaar. Daarom is besloten hiervoor een tegemoetkoming in de reiskosten aan deze stagiaires toe te kennen. Meer informatie hierover kan worden opgevraagd bij mw. P. Wijkamp (OSZ-T),
[email protected].
11
1.7 Studeren in het buitenland
Voor informatie over studeren in het buitenland kun je terecht bij de coördinator internationale uitwisseling: drs. R. Karsten, e-mail
[email protected]. Kijk ook op de website bij "International Exchange". 1.8 Studiebenodigdheden en studiekosten
Naast boeken, blokboeken en syllabi dienen studenten voor het volgen van (pre)klinisch onderwijs te beschikken over specifieke materialen en instrumentarium en over diverse verbruiksmaterialen. Op basis van ervaringsgegevens zullen studenten rekening moeten houden met de volgende te maken additionele kosten: Op basis van ervaringsgegevens zullen studenten rekening moeten houden met de volgende te maken additionele kosten: Handleidingen en syllabi Gemiddeld ca. € 44 per jaar* Verplichte boeken (aangeschaft Gemiddeld ca. € 434 per jaar* via TFV) Persoonlijke aankoop van Gemiddeld ca. € 67 per jaar* tandheelkundige verbruiksmaterialen zoals oefentandjes, noodkronen, etc. Starterset instrumentarium en € 472 ineens of in 6 termijnen van materialen KOOP € 79 Startset instrumentarium en Borgsom € 750 materialen BRUIKLEEN t.w.v. € 1785 * De genoemde bedragen zijn indicaties, op basis van gemiddelden over 5 studiejaren. Per jaar en per student kunnen de bedragen verschillen. Peildatum is juli 2008, de genoemde bedragen zijn onveranderd ten opzichte van het jaar daarvoor. U dient er rekening mee te houden dat de meeste kosten voor 12
studiebenodigdheden vooral in de eerste jaren worden gemaakt. De verstrekking van de materialen in BRUIKLEEN geschiedt onder de navolgende bepalingen: De materialen en het instrumentarium dat in BRUIKLEEN wordt uitgegeven blijven eigendom van het UMC St. Radboud. Aan studenten Tandheelkunde worden in het eerste studiejaar tandtechnische instrumenten en goederen in bruikleen ter beschikking gesteld gebaseerd op een door het cluster tandheelkunde opgestelde lijst. Bij het (tussentijds) beëindigen van de studie worden alle in BRUIKLEEN verstrekte artikelen geretourneerd. Voor het gebruik van in BRUIKLEEN verstrekte artikelen wordt een borgsom gevraagd van € 750. Na inlevering van alle in BRUIKLEEN verstrekte artikelen wordt de borgsom teruggestort. De in BRUIKLEEN verstrekte artikelen wordt verstrekt voor strikt persoonlijk gebruik en blijft gedurende de gehele studie onder berusting van de bruiklener. Beschadigingen of defecten aan artikelen die het gevolg zijn van onjuist of onvoorzichtig gebruik zullen ten laste van de bruiklener worden gebracht. Zoekraken of verlies van in BRUIKLEEN verstrekte artikelen dienen door de bruiklener te worden aangevuld of vergoed. Omdat de systematiek is gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren (hogere borg, andere kostenpost) zal voor ouderejaars studenten een overgangsregeling nader worden uitgewerkt. Tijdens (pre)klinische practica wordt beschermende kleding gedragen door de student. Deze kleding wordt door de opleiding centraal verstrekt en gewassen. Voor werkzaamheden (stages) buiten de eigen gebouwen dient elke student in het bezit te zijn van één eigen witte jas. Nadere aanwijzingen hierover zullen tijdens een der eerste colleges worden gegeven. 1.9 Boekenlijst 2008-2009
Lijst onder voorbehoud van nieuwe uitgaven en overige wijzigingen!
13
Lijst van boeken die tot de 'verplichte boekenlijst Tandheelkunde' behoren. Omdat deze boeken substantieel en in meerdere blokken worden gehanteerd wordt geacht deze boeken zelf aan te schaffen. Peildatum juni 2008. Kernboeken (A-lijst) Author Titel Uitgave Amerongen W.E. Kindertandheelkunde I 2002 (studenteneditie) Amerongen W.E. Kindertandheelkunde II 2003 (studenteneditie) Arnold L.V. Tandheelkundige Radiologie Battistuzzi P.G.F.C.M. De Partiële Prothese 2e druk 1992 Dekker J. den Sociale Tandheelkunde 2004 Egelberg J. Periodontal Examination 2e 2004 druk Fejerskov O. Dental Caries: The Disease and 2008 its Clinical Management 2e druk Jongh A. de Angst voor de Tandarts 2006 Junqueira L.C. Functionele Histologie 11e druk 2007 Kalk W. De Volledige Gebitsprothese 2001 (Tijdelijk uitverkocht) Kalk W. De Overkappingsprothese 1994 Käyser A.F. Kroon- en Brugwerk 1999 Linden F.P.G.M. van Gebitsontwikkeling 4e druk 1994 der Lindhe J. Clinical Periodontology and 2008 Implant Dentistry 5e druk Loveren C. van Preventieve Tandheelkunde: op 2000 weg ... (studenteneditie 2e druk) Lundeen H.C. Introduction to Occlusal Anatomy Mims Medical Microbiology 3e druk 2004 Mostofsky D.I. Behavioral Dentistry 2006 Nanci A. Ten Cate's Oral Histology 7e 2007 druk Nuy M. De Prudente Tandarts 2002 O'Brien W.J. Dental Materials and their 2002 14
Kernboeken (A-lijst) Author Titel Uitgave Selection 3e druk Page P.C. Integrated Pharmacology 3e 2006 druk Proffit W.T. Contemporary Orthodontics 4e 2007 druk Roeters J. Handboek voor Esthetische 2005 Tandheelkunde 2e druk Schünke M. Anatomische Atlas Prometheus 2007 (Hoofd en Zenuwstelsel deel 3) Schünke M. Anatomische Atlas Prometheus 2007 (Hals en Inwendige organen deel 2) Stegenga B. Mondziekten & Kaakchirurgie 2000 Summitt J.B. Fundamentals of Operative 2006 Dentistry 3e druk Thoden van Velzen Endodontologie 2e druk 1995 S.K Widmaier E.P. Vander's Human Physiology 2008 11e druk Zielhuis G.A. Handleiding Medisch 2006 Wetenschappelijk Onderzoek 4e druk Lijst van additionele boeken die in het onderwijs worden gebruikt. De daaruit gebruikte informatie wordt via readers dan wel via multiple exemplaren in de bibliotheek tandheelkunde aangeboden. Aanschaf van deze boeken is geheel vrijwillig. Peildatum juni 2008.
B-lijst Author Alberts B.
Titel Uitgave Essential Cell Biology: an 1998 Introduction to the Molec.... 2e druk 15
B-lijst Author Avoort G. van den Boering G. Brunette D.M. Centrale Medisch Pha... Coiera E. Donkelaar H.J. ten Eijkman M.A.J. Jordan R.E. Kay E.J. Laverman J.V. Laverman J.V. Naeije M. Scully C. Sengers T.J.M. Stoelinga P.W.J. Tempel F.J. Trowbridge H.O. Van Oosterom A.
Titel Professionele Gebitsreiniging (Studenteneditie) Gebitsextractie 2e druk Critical Thinking 2e druk Pharmaceutisch Kompas
Uitgave 1999 1993 2007 2008
Guide to Medical Informatics 1998 Klinische Anatomie en 2004 Embryologie (2-delig) 2e druk Patiëntenvoorlichting en 2006 Mondgezondheid 3e druk Dental Anatomy and Occlusion 1991 2e druk Klinische besluitvorming, kunst 2001 of wetenschap? Volledige Keramische 2007 restauraties Volledige Keramische 2007 restauraties Studenteneditie Craniomandibulaire Functie en 1998 Dysfunctie Medical Problems in Dentistry 1998 4e druk Hygiëne en Infectiepreventie 2000 Mondchirurgie voor Tandartsen 1997 Tandheelkundig Woordenboek 1983 3e druk Inflammation: a Review of the 1997 Process 5e druk Medische Fysica 2e druk 2001
1.10 Wat te doen bij problemen in de onderwijsorganisatie
Problemen in de onderwijsorganisatie Soms kun je niet voorkomen dat er problemen ontstaan. Deze problemen kunnen heel divers van aard zijn, van een e-mail account 16
dat niet werkt tot het niet eens zijn met een tentamencijfer of studievoortgangproblematiek. Als er zich ondanks alle inspanningen van iedereen toch problemen voordoen is het belangrijk dat je weet waar je met je problemen terecht kunt. OSZ-T als serviceverlenend loket voor studenten Bij de medewerkers van de balie van OSZ-T kun je terecht voor allerhande praktische problemen, zoals blackboard, postbus ect., maar ook met problemen die roosters en roosterwijzigingen betreffen, problemen met stage-indelingen, inschrijving en inzage van tentamens etc.. Mochten de medewerkers van OSZ-T je niet verder kunnen helpen, dan zullen ze je verwijzen naar degene bij wie je wel met je problemen terecht kunt. De studieadviseur Als je niet meer verder kunt met je vragen en individuele problematiek ervaart wat betreft studievoortgang of faciliteiten is de studieadviseur de aangewezen persoon om voor de student als vraagbaak te fungeren. Ook als je niet weet hoe je om moet gaan met problemen in de onderwijsorganisatie kan de studieadviseur je helpen door de weg te wijzen door je op de juiste manier te verwijzen en je te helpen om problemen op te lossen. Onderwijsgerelateerde problemen Problemen betreffende inhoud en uitvoering van onderwijs horen in eerste instantie thuis bij de betreffende docent en eventueel blokcoördinator (in deze volgorde). Lukt het niet om tot een oplossing te komen, dan kan, afhankelijk van de aard van het probleem, gezocht worden naar een oplossing in overleg met de leidinggevende van de blokcoördinator of met de curriculumcoördinator. Als je niet goed weet bij wie je het beste te rade kunt gaan, dan kun je overleggen met de studieadviseur. Studievertraging Studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen en als gevolg daarvan in de problemen komen met 17
hun studiefinanciering kunnen in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. Voorwaarde voor ondersteuning is dat de student de omstandigheid binnen 3 maanden meldt bij de Dienst Studentenzaken. Het is daarom verstandig om een afspraak te maken met de studieadviseur zodra persoonlijke omstandigheden het studeren belemmeren.
Examencommissie Problemen rondom tentamens en examens horen thuis bij de examencommissie. In de meeste situaties is het wenselijk dat er eerst overleg plaatsvindt met de betreffende blokcoördinator en/of met de studieadviseur. De examencommissie kan in haar besluitvorming de studieadviseur raadplegen. Indien een student niet tevreden is met het antwoord van de examencommissie kunnen in een gesprek met de voorzitter van de examencommissie met de student de standpunten gewisseld worden. Indien het probleem onoplosbaar lijkt te zijn, heeft de student het recht om een beroep te doen op het College van Beroep van de examens of een pro forma beroep in te stellen in afwachting van het definitieve antwoord van de examencommissie Huidige "inspraakorganen" In de onderwijscommissie van de TFV kunnen niet-persoonsgebonden problemen besproken worden. Studenten uit alle belangrijke commissies binnen tandheelkunde hebben zitting hebben in de TFVonderwijscommissie. Als een probleem toch niet opgelost lijkt te kunnen worden binnen tandheelkunde Als een probleem niet oplosbaar lijkt te zijn en er een conflictsituatie dreigt te ontstaan, ondanks bemiddelingspogingen en de inspanning van alle betrokkenen, kan de student overwegen een klacht in te dienen. Het hangt van de aard van het probleem/klacht af, hoe en waar de klacht ingediend kan worden. De studieadviseur is op de hoogte van de bestaande klacht-, bezwaar- en beroepsprocedures.
18
2 Bachelor en Master (BaMa-structuur) 2.1 Opbouw van de BaMa-structuur
In september 2004 is de vijfjarige opleiding Tandheelkunde van het UMC St Radboud overgegaan tot de invoering van het BaMa-stelsel, bestaande uit een driejarige bacheloropleiding en een tweejarige masteropleiding. De eerste Tandheelkundebachelors zijn in september 2007 begonnen aan de tweejarige masteropleiding Tandheelkunde. De totale opleiding tot tandarts is voor nieuw instromende bachelorstudenten per 1 september 2007 met een jaar verlengd. Studenten, die vanaf het studiejaar 2007-2008 starten of gestart zijn met de bacheloropleiding Tandheelkunde, gaan een zesjarige opleiding tegemoet. Deze bestaat uit een driejarige bacheloropleiding en een driejarige masteropleiding. De driejarige masteropleiding start in het studiejaar 2010-2011, zodra de eerste bachelorstudenten uit 2007 hun bachelordiploma hebben behaald. Tot die tijd bestaat de masteropleiding nog uit twee jaar. Aan het bachelordiploma tandheelkunde op zichzelf is geen civiel effect verbonden; om het beroep van tandarts te kunnen uitoefenen moeten studenten zowel hun bachelordiploma als hun masterdiploma behaald hebben. Het eerste jaar van de bacheloropleiding bestaat uit de propedeuse. Het propedeutisch examen heeft als doel selectief en representatief te zijn: in het eerste jaar van de opleiding wordt een goed overzicht geboden van wat het totale opleidingsprogramma behelst en worden studenten getoetst op hun capaciteiten om de opleiding met succes te kunnen voltooien. De propedeuse is theoretisch van aard en er ligt er een sterk accent op de medische basisvakken. Een student die als tandarts afstudeert in de tweejarige masteropleiding beschikt over dezelfde capaciteiten als een student die nog in het oude, vijfjarige doctoraalstelsel is afgestudeerd. De inhoud van het totale onderwijsprogramma is van hetzelfde niveau en de studiebelasting per afzonderlijke studiediscipline is slechts op 19
enkele punten gewijzigd. Door enkele aanpassingen in het curriculum heeft de bacheloropleiding een duidelijk ander accent gekregen dan de masteropleiding. De bachelor- en masteropleiding kennen elk een eigen onderwijs en examenregeling (OER). Bovenstaande is van toepassing op het curriculum met de tweejarige masteropleiding. Echter, met de invoering van het driejarige mastercurriculum per september 2010 wordt het onderwijsprogramma uitgebreid en worden de eindtermen van de gehele zesjarige opleiding aangepast. In deze studiegids staat vooralsnog alleen de tweejarige masteropleiding beschreven. Bij de doorstroom van bachelor- naar masteropleiding wordt een strenge norm gehanteerd. Tandheelkundestudenten die in de masteropleiding willen instromen dienen eerst hun volledige bachelordiploma behaald te hebben.
2.2 Visie
Vanaf 1998 is bij tandheelkunde het curriculum '98 geïntroduceerd. Het gevolg was een belangrijke, didactische herziening van het onderwijsprogramma, die ook in het BaMa-stelsel gehandhaafd wordt. Er wordt gewerkt vanuit een bepaalde visie. Deze visie heeft betrekking op de door de opleiding tandheelkunde in de toekomst af te leveren tandarts. Dit is een tandarts die: breed opgeleid en inzetbaar is voldoende wetenschappelijk geschoold is goed kan samenwerken met andere tandartsen en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg goede communicatieve vaardigheden bezit gemotiveerd is zich te interesseren voor en te blijven verdiepen in nieuwe ontwikkelingen vanuit een probleemoplossende benadering en met een pakket van basale theoretische en praktische vaardigheden in staat is het 20
beroep in volle omvang uit te oefenen. 2.3 Karakteristieken van het curriculum
Het totale curriculum Bachelor & Master omvat vijf jaar. Het kent dezelfde didactische uitgangspunten als het Curriculum '98 en gaat eveneens uit van bovengenoemde visie. Om deze visie te kunnen realiseren is een curriculum ingericht, waarbij het onderwijs wordt aangeboden in blokken die geprogrammeerd zijn in studiebelastinguren (sbu's). Er wordt inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen blokken die gericht zijn op de beroepsuitoefening, blokken gericht op wetenschappelijke scholing en keuzeblokken. De eerste twee onderdelen vormen tezamen het kerncurriculum. Dit betekent niet dat wetenschappelijke vorming alleen in de blokken wetenschappelijke scholing tot uitdrukking komt; ook in de op de beroepsopleiding gerichte blokken en in de keuzeblokken is een wetenschappelijke attitude vereist. Deze blokken dragen mede bij aan de ontwikkeling van deze attitude doordat de probleemoplossingcyclus als model voor wetenschapsbeoefening in gemodificeerde vorm gehanteerd wordt bij de behandeling van tandheelkundige problemen. In het kerncurriculum worden in de eerste opleidingsjaren de basisvaardigheden verworven die vereist zijn om in de geïntegreerde patiëntenbehandeling tandheelkundige problemen adequaat te kunnen oplossen. Naast de tandheelkundige deelgebieden komen daarbij ook aan de orde de algemeen medische en de gedragswetenschappelijke aspecten, voor zover relevant voor de beroepsuitoefening. Bij de blokken gedragswetenschappen wordt niet alleen aandacht geschonken aan voor de tandheelkunde relevante psychologische en sociologische onderwerpen maar ook aan arbeid en organisatie van het beroep tandarts en aan ethiek en filosofie. Tevens neemt het aanleren van een professionele beroepshouding een belangrijke plaats in als onderdeel van de gedragswetenschappelijke scholing. Integratie van al deze vaardigheden vindt reeds vanaf het eerste studiejaar plaats. Deze blokken worden aangegeven met de term 'Integratie'. De samenhang en integratie, door het gericht zijn op de behandeling van patiënten, vindt zowel horizontaal binnen een studiejaar plaats als 21
verticaal tussen de studiejaren. Het keuzecurriculum begint in het tweede bachelorjaar met een blok 'vrije keuze'. In dit blok wordt de student geacht een onderwerp te kiezen uit het universiteitbrede aanbod van keuzemogelijkheden, niet behorend tot de tandheelkunde. Dit onderdeel draagt bij tot verbreding en algemene vorming van de student. Daarna volgt het keuzeonderdeel wetenschappelijke stage in het derde bachelorjaar. Weliswaar is deze stage voor iedere student een verplicht onderdeel, maar de student is vrij in het kiezen van het onderwerp hierin. In het vijfde studiejaar (het tweede masterjaar) wordt het keuzecurriculum ingevuld met een vijftal profielen. De keuze van de student voor één van deze profielen draagt bij aan profilering op een deelgebied van de klinische tandheelkunde. Daarmee kan de student op dat deelgebied in het kader van horizontale verwijzing meer expertise inbrengen in het tandheelkundig team waarvan hij/zij deel uitmaakt in dat studiejaar. De bacheloropleiding, waar ook de propedeuse deel van uitmaakt, bestaat voor een aanzienlijk gedeelte uit blokken m.b.t. wetenschappelijke scholing en medische basisvakken. De academische bacheloropleiding heeft daardoor een duidelijk meer wetenschappelijk karakter dan de HBO-bacheloropleiding: kennis, vaardigheden en competenties van de academische bachelor zijn van een ander niveau dan die van de HBO-bachelor. In de masteropleiding worden veel patiënten met complexe problemen behandeld. Wat in de bacheloropleiding geleerd is op het gebied van gedragswetenschappen, wetenschappelijke scholing en medische wetenschappen komt in geïntegreerde vorm terug in de masteropleiding. In het tweede masterjaar (het vijfde studiejaar) wordt het kerncurriculum aangevuld met een aantal keuzeprofielen, waarbinnen gekozen kan worden voor diverse keuzevakken. Vanuit onderwijskundig oogpunt wordt het gehele curriculum gekenmerkt doordat het studentgecentreerd is. Dat betekent dat niet de docent maar de student centraal staat. Dit heeft belangrijke consequenties voor zowel de student als de docent, waarbij de laatste 22
als facilitator voor het leerproces van de student optreedt. Er wordt onder andere meer aandacht besteed aan het leren leren. De student dient zich bewust te zijn van de eigen verantwoordelijkheden in het leerproces, waarbij hij/zij zelf informatie verwerft en daarmee kennis en vaardigheden opbouwt. Een actieve studiehouding van de student is hierbij een vereiste. In een studentgecentreerd curriculum wordt een duidelijke structuur geboden ter bevordering van de doorstroming van de student. Steeds meer worden in het leertraject computerondersteunde onderwijsvormen gebruikt. De modulaire opzet in de vorm van blokken leidt ertoe dat de student zich kan concentreren op één of enkele onderdelen die met een toets worden afgesloten, waarna aan het volgende blok begonnen kan worden. 2.4 Betekenis afzonderlijke cijfers van blokcoderingssysteem
In ieder blok komt in essentie één thema aan bod, bezien vanuit de daarmee samenhangende disciplines. De omvang van elke blok is in uren, maar ook in studiepunten (ECTS) uit te drukken: 1 ECTS-studiepunt staat voor 28 studie-uren. Blokken zijn systematisch genummerd met getallen van 3 cijfers. Het eerste cijfer geeft daarbij het cursusjaar aan; de overige twee hebben betrekking op de lijn of de thematische relatie tussen blokken in verschillende cursusjaren. Het derde cijfer verbijzondert het type blok.
Eerste cijfer Jaarnummer 1 = propedeuse 2 = bachelor 2 3 = bachelor 3
4 = master 1
Tweede cijfer Vakgebied of lijn 0 = Algemeen en diagnostiek 1 = Medisch 2= Gedragswetenschappe n en organisatie 3 = Gebitselementen 23
Derde cijfer Verbijzondering 0 - 5 = volgnummer binnen jaar 6-8= integratieblokken
Eerste cijfer Jaarnummer 5 = master 2
Tweede cijfer Derde cijfer Vakgebied of lijn Verbijzondering 4 = Parodontium 5 = Occlusieopbouw 6 = (pre)-Edentaten 7 = Mond-, kaak en aangezichtschirurgie 8 = Groei en ontwikkeling 9 = Wetenschappelijke scholing
2.5 Toelichting op de blokomschrijvingen
In deze studiegids is de leerstof van alle blokken volgens een vast patroon beschreven. Per blok wordt de ISIS-code aangegeven alsmede het cursusjaar, de studieomvang in studiepunten, de blokcoördinator en plaatsvervangend blokcoördinator. Het blok is verder beschreven op vijf onderdelen. Hoofddoelstellingen De hoofddoelstellingen geven in grote lijnen de te realiseren leerdoelen van het blok aan. Achter elke hoofddoelstelling is middels een letterverwijzing de relatie gelegd met de trefwoorden zoals die zijn genoemd onder "Globale inhoud". In de blokboeken worden de hoofddoelstellingen verder uitgewerkt in deeldoelstellingen en leerdoelen. Globale inhoud De globale inhoud van de blokken is aangegeven met enkele trefwoorden. Deze staan in nauw verband met de hoofddoelstellingen en de Onderwijsvorm en studiebelasting van het blok. Relatie tot het totale curriculum Hier staat beschreven de plaats van het blok in het curriculum. Naast de relatie met blokken binnen het studiejaar (horizontale lijn) wordt eveneens beschreven hoe het blok zich verhoudt tot de blokken uit de 24
andere jaren. Zodoende wordt duidelijk gemaakt welke plaats het blok in het curriculum inneemt en welke functie het daarbij heeft. Onderwijsvorm en studiebelasting In deze tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikte onderwijsleervormen met de daarbij behorende studiebelasting.
Literatuur De literatuurbronnen welke nodig zijn voor bestudering bij het blok staan hier beschreven. Evenals de tabel "Onderwijsvorm en studiebelasting" is de hier opgenomen literatuurlijst van voorlopige aard. De exact te bestuderen literatuur staat aangegeven in het blokboek.
25
3 Beschrijving van het onderwijsprogramma
26
BA100 Orale diagnostiek
Isiscode: BA100 ec
6
dr. W.J.M. van der Sanden drs. R.H. Karsten
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
A
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie klinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie
3 2
3 2 27 1 1 8 16 2 7 9
B
C D
E
F
27 1 1 8 16 2 7 9 4 46 1 12 6 1 3 1
tentamen
2
totaal
63
4 46 1 12 6 1 3
8
1 8 2
97
160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de beginselen van diagnostiek beschrijven en toepassen (A en C). 27
2. U kunt anatomische en fysiologische aspecten van de mond globaal herkennen en enkele diagnostische technieken toepassen (B en C). 3. U kunt in een fantoomopstelling intraorale röntgenopnamen vervaardigen en de kwaliteit ervan beoordelen en controleren (D, E en F). 4. U kunt de principes van (röntgenologische) beeldvorming en interacties van röntgenstraling met materialen en weefsels alsmede de stralingshygiënische maatregelen beschrijven (D). Beschrijving
Globale inhoud A. Diagnostische principes B. Orale anatomie/fysiologie C. Klinische diagnostiek D. Beeldvorming, röntgenfysica en stralenbescherming E. Intraorale röntgenopnamen (bissectriceregeltechniek) F. Röntgenopname, scannen en bewerken Relatie tot het totale curriculum Orale diagnostiek staat aan de basis van geheel uw functioneren als tandarts. In dit blok past u de kennis aangaande anatomie, pathologie en functioneren van de orale weefsels en structuren die u in de blokken "Gebitselementen", "Hoofd en hals 1", "Parodontium 1" en "Functie en functieherstel 1" hebt verworven toe, onder andere in de klinische beoordeling van de gezondheid van de mond. Tevens leert u enkele eenvoudige diagnostische technieken toepassen die aan de basis staan van de tandheelkundige diagnostiek. Veel aandacht wordt besteed aan de röntgendiagnostiek, als een methode die bijzondere kennis en vaardigheden van de tandarts vraagt, in verband met zijn of haar verantwoordelijkheid voor de blootstelling van personen in de praktijk (patiënten en medewerkers) aan ioniserende straling. De vaardigheden die u in dit blok verwerft zullen worden uitgebouwd en toegepast in de tweedejaars blokken "Diagnostiek en planning (integratie)" en "Integrale zorg: Toegepaste preventie 1 (integratie)", en verder in het hele curriculum daar waar contact met patiënten plaatsvindt. Literatuur
28
1. Arnold LV, Duinkerke ASH, Van der Stelt PF. Tandheelkundige Radiologie: handboek voor de dento-maxillo-faciale radiologie. CD-Rom, Studiecentrum Tandheelkunde Nijmegen; 2002 2. Van Oosterom A en Oostendorp TF. Medische Fysica (2e druk). Maarsen: Elsevier Gezondheidszorg; 2001 3. Egelberg J, Badersten A. Periodontal examination. (2th ed.). Odonto Science, Malmö; 2004 4. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, Snoek PA. Kroon- en brugwerk: uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten; 1995 5. Fejerskov O, Kidd E. Dental caries. The disease and its Clinical Management. Oxford: Blackwell Munksgaard, 2003 Tentaminering
Schriftelijk (digitaal) tentamen (multiple choice en/of open vragen) en evaluatie van practicumresultaten.
29
BA106 Oriëntatie op opleiding en beroep
Isiscode: BA106 ec
3
mw. drs. R. den Haan mw. drs. J. den Braber
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege stage zelfstudie
3 3 3
2
3 3 3 21 3 3 3 21 4 4 4 16 29 2 2
89
121
B
C
21 3 3 3 21 4 4 4 16 29
tentamen verslag
2
totaal
32
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de werkzaamheden van de tandarts in de algemene praktijk en het team waarbinnen deze functioneert in grote lijnen relateren aan de opleiding en de relevante vakgebieden daarbinnen (A, B en C). 2. U kunt uiteenlopende opleidings- en studentenzaken relateren aan de organisatie en structuren binnen de opleiding Tandheelkunde, de Faculteit der Medische Wetenschappen en de Universiteit, voor zover relevant voor de aanvang van de studie (A). 3. U kunt met behulp van de daarvoor beschikbare protocollen praktijksituaties analyseren op infectiepreventie maatregelen (C). 30
Beschrijving
Globale inhoud A. Wegwijs in opleiding en vakgebieden B. Leren leren en klinisch probleemoplossen C. Praktijkoriëntatie, beroepsuitoefening en infectiepreventie Relatie tot het totale curriculum Het beroep tandarts is breed, een tandarts moet verschillende eigenschappen bezitten om haar of zijn zorgplicht goed uit te oefenen. Enerzijds zal een tandarts een groot probleemoplossend vermogen moeten hebben en een brede medische onderbouwing om patiënten adequaat te behandelen. Anderzijds zal de tandarts over voldoende manuele vaardigheden moeten beschikken om een behandeling goed uit te kunnen voeren. Bovendien moet de relatie tussen patiënt en tandarts in algemene zin goed zijn. De patiënt moet vertrouwen hebben in de tandarts en de communicatie moet probleemloos verlopen. Het blok "Oriëntatie op opleiding en beroep" is bij de start van de opleiding tandheelkunde gepland om vooraf een zo goed mogelijk beeld te geven van het vakgebied waarin u later werkzaam zal zijn. Het blok is het eerste integrale blok in het eerste jaar. Dit blok legt de basis voor de probleemoplossingvaardigheden die in de rest van de studie verder aan bod komen. Literatuur
1. Sengers, TJM, Ouwekerk YM van, Terpstra S. Hygiëne en infectiepreventie. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2000 2. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, & Snoek PA. Kroon- en brugwerk: Uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.1995 3. Loveren C van, Weijden GA van der, Eds. Preventieve Tandheelkunde: Op weg naar een doelmatige aanpak.(studenteneditie) Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2000 Tentaminering
Schriftelijk tentamen en stageverslag.
31
BA110 Ademhaling en circulatie
Isiscode: BA110 ec
7
dr. P. Vis dr. P.M.T. Deen
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege werkgroep responsiecollege COO practicum zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege practicum zelfstudie
8 1 8 2
8 1 8 2 65 4 2 4 34 3 1 9 4 2 17 2 2 12 1 1 2 8 5
B
C
D
E
F
65 4 2 4 34 3 1 9 4 2 17 2 2 12 1 1 2 8
algemeen deel tentamen
5 2
6
8
totaal
54
151
205
32
Hoofddoelstellingen
De student kan globaal de relatie tussen de bouw, ligging en het functioneren van cellen, organen en orgaansystemen verklaren voor zover relevant voor het begrijpen en analyseren van tandheelkundig klinische en biomedische problematiek (A, B, C, D, E en F). Beschrijving
Globale inhoud A. Celbiologische processen B. Farmacologie C. Autonome zenuwstelsel en homeostase D. Longen en luchtwegen E. Hart en vaatstelsel F. Reanimatie Relatie tot het totale curiculum Dit blok maakt deel uit van een serie medisch georiënteerde blokken. Een aantal van deze blokken kennen een onderdeel celbiologische processen met onderwerpen uit de celfysiologie, weefselleer en biochemie. Hierin wordt een stuk basiskennis verworven dat van elementair belang is voor andere curriculumonderdelen. De onderdelen B en C keren eveneens in diverse blokken terug. Farmacologische aspecten komen onder meer ook aan de orde bij het onderwijs in de lokale anesthesie, toxicologie, antibiotica als ook binnen dit blok bij het autonome zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel komt ter sprake daar waar organen en orgaansystemen worden behandeld. De onderdelen C, D, en E van het blok staan o.a. in verband met de fysiologie van het hoofd-halsgebied. Kennis van het cardiorespiratoire systeem is o.a. nodig voor het omgaan met de gecompromitteerde patiënten, calamiteiten en reanimatie. In het vierde jaar wordt verder gegaan met het onderdeel cardiorespiratoire dysfuncties. Er is dan tevens de herhalingscursus reanimatie. Literatuur
1. Alberts B, Bray D, Johnson A, Lewis J, Raff M, Roberts K, Walter P, Essential Cell Biology: An introduction to the molecular biology of the cell. New York: Garland Publishing, Inc.; 2e ed. 2004 2. Page PC, Curtis MJ, Sutter MC, Walker MJA, Hoffman BB. Integrated Pharmacology. 3nd ed. London: Mosby; 2006 33
3. Junqueira LC, Carneiro J, Kelley RO, Functionele Histologie. 10e druk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2004 4. Widmaier EP, Raff H, and Strang KT, Vander's Human Physiology. The mechanisms of body function (11th ed.). McGrawHill; 2008 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: multiple choice. Voor beoordeling van het gehele blok: zie toetsregeling in blokboek.
34
BA111 Hoofd en hals 1
Isiscode: BA111 ec
4
drs. M.A.T.M. Vorstenbosch mw. Dr. C.E.E.M. van der Zee
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
A
hoorcollege responsiecollege practicum/COO zelfstudie hoorcollege responsiecollege practicum (museum) Werkgroep zelfstudie hoorcollege responsiecollege Zelfstudie hoorcollege responsiecollege practicum/COO werkgroep zelfstudie
8 8 10
8 8 10 23 5 5 3
B
C
D
23 5 5 3 1.5 38.5 1 1 3 1 1 2.5 1.5 5
tentamen
2
totaal
50.5
69.5
1.5 38.5 1 1 3 1 1 2.5 1.5 5 2 120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de normale bouw en functie van de cel en zijn voornaamste organellen beschrijven 2. U kunt bouw, ligging en functioneren van weefsels en structuren van het orale en peri-orale gebied beschrijven 3. U kunt bouw, ligging en functioneren van weefsels en structuren van het cervicale en craniofaciale gebied beschrijven, voor zover 35
relevant voor het analyseren en begrijpen van hierop betrekking hebbende tandheelkundige, klinische en medische problematiek 4. U kunt bij een medestudent een eenvoudig onderzoek van het hoofd-hals gebied uitvoeren Beschrijving
Globale inhoud A. Microscopische anatomie van cellen en weefsels B. Macroscopische functionele anatomie van mond, speekselklieren, keel, neus en neusbijholten, schedel, kaakgewricht, kauwspieren en halsstructuren (systematisch en topografisch) C. Spierfysiologie D. Mondheelkundige anamnese, intra- en extra-oraal onderzoek Relatie tot het totale curriculum Het blok "Hoofd en hals 1" geeft een overzicht van vooral de functionele morfologie (anatomie, histologie, fysiologie) van het volwassen orofaciale gebied. Het halsgebied wordt slechts summier bekeken. Details over de innervatie van de structuren in het hoofdhals gebied komen pas aan de orde in Blok 112, (Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie). Oog en oor komen in dit blok niet aan de orde. De embryonale ontwikkeling van het aangezichtsgebied wordt in het tweedejaars blok "Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling" gepresenteerd. Een tweede uitbreiding en tevens verdieping van het blok "Hoofd en hals 1" vindt plaats in het derdejaars blok "Hoofd en hals 2", waarin aspecten van de chirurgische anatomie van het hoofd-hals gebied aan de orde komen. Aangezien in het eerstejaars blok "Hoofd en hals 1" vooral het orofaciale gebied bestudeerd wordt, heeft dit blok duidelijke raakvlakken met de eerstejaars blokken "Orale diagnostiek", "Gebitselementen" en "Parodontium 1". Functioneel morfologische onderwerpen die in deze drie laatstgenoemde blokken aan orde komen, zijn typisch tandheelkundige onderwerpen. Deze onderwerpen worden in de drie blokken met veel grotere diepgang behandeld dan in blok "Hoofd en hals 1".
36
De kennis en vaardigheden betreffende de functionele morfologie van het orofaciale gebied, opgedaan in het eerste studiejaar, vormen de basis voor het verkrijgen van inzicht in de ontwikkeling en groei van aangezichtsstructuren, die in bovengenoemd tweedejaars blok bestudeerd worden. Bovendien is het blok "Hoofd en hals 1" van bijzonder belang voor het verstaan van de achtergrond van orthodontische en kaakchirurgische interventies. Deze worden gepresenteerd in de derdejaars blokken "Toegepaste groei en ontwikkeling" en "Hoofd en hals 2". Tenslotte vormt de inhoud van het blok de basis voor blok 112, waarin het Centrale en het Perifere zenuwstelsel worden bestudeerd. Literatuur
1. Schünke M; Anatomische Atlas Prometheus, Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2007 2. Widmaier EP, Raff H, and Strang KT, Vander's Human Physiology. The mechanisms of body function (11th ed.). McGrawHill; 2008 3. Junqueira LC, Carneiro J. Functionele histologie. 10e druk, Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2004 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: open vragen en vragen uit figuren/tekeningen
37
BA112 Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie
Isiscode: BA112 ec
6
mw. dr. A. Kiliaan dr. J. van Gisbergen
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege COO werkgroep practica/ COO-pr responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie voorbereiding
15 12.5 3,5 20 9
20 10
15 12.5 3.5 20 9 60 3 3 4 20 10
90
160
B
toets + totaal
60 3 3 4
70
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de bouw en functie van het bewegingsapparaat beschrijven voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van tandheelkundige, klinische en biomedische problematiek (A). 2. U kunt de normale bouw en functie van het centrale en het perifere zenuwstelsel beschrijven, inclusief een aantal fysiologische en farmacologische eigenschappen, voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van tandheelkundige, klinische en biomedische problematiek (A). 3. U kunt een beschrijving geven van de infiltratie- en geleidingsanesthesie die in het orale gebied bij niet-risico patiënten ten behoeve van tandheelkundige ingrepen wordt ingevoerd, en ook van de locale en algemene complicaties die hierbij kunnen optreden (B). Beschrijving
38
Globale inhoud A. Bouw en functie van het centrale zenuwstelsel en van het perifere zenuwstelsel in het Hoofd-Hals gebied, inclusief fysiologische eigenschappen en farmacologische beïnvloeding B. Locale anesthesie Relatie tot het totale curriculum In het levende individu vormen de gebitselementen samen met de kauwspieren en (delen van) het zenuwstelsel een functioneel geheel, dat we het 'kauwsysteem' zouden kunnen noemen. Hier bestaat een soort 'driehoeksverhouding', waaraan we een motorische en een sensorische kant kunnen onderscheiden. Aan de motorische kant zien we hoe de kauwspieren worden aangestuurd vanuit het centrale zenuwstelsel, waarbij enerzijds reflexen een grote rol spelen, maar anderzijds ook nauwkeurig gecontroleerde willekeurige bewegingen kunnen worden uitgevoerd. Aan de sensorische kant zien we hoe een stroom van berichten vanuit de gebitselementen, mondholte en kauwspieren arriveert in het centrale zenuwstelsel, om bovengenoemde reflexen en willekeurige bewegingen zo goed mogelijk aan te sturen. In blok 112 staat deze 'driehoeksverhouding' centraal. Binnen deze berichtenstroom vormen de pijnprikkels een bijzondere categorie, waar elke tandarts veelvuldig mee te maken krijgt. Of het nu de aanleiding is voor een behandeling, of dat er preventief ingegrepen moet worden om pijn tijdens de behandeling te voorkomen, het gaat om dezelfde zenuwen uit de bovengenoemde driehoeksverhouding. In dit blok wordt dan ook de basis gelegd voor pijnbestrijding in de tandheelkundige praktijk. De inhoud van blok 112 bouwt dan ook voort op blok 111, "Hoofd en hals 1" met duidelijke raakvlakken met het tweedejaarsblok "Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling" en met het derdejaarsblok "Hoofd en hals 2", waarin aspecten van de chirurgische anatomie van het hoofd-hals gebied aan de orde komen. Daarnaast geeft dit blok een overzicht van het centrale en perifere 39
zenuwstelsel, inclusief een aantal fysiologische en farmacologische eigenschappen. Daarbij sluit het blok enerzijds aan bij de introductie van het autonome zenuwstelsel, uit blok 110, "Ademhaling en circulatie", anderzijds bij blokken als 310, "Hormonen, darmstelsel, genetica en urogenitaal stelsel" in verband met slikstoornissen, en met het blok 307 "Pijn". Het onderdeel "locale anesthesie" dient als onderbouw voor blokken als 306, "Integrale zorg 2", en de blokken 470 en 576 (interne en externe stage Mond- kaak- en aangezichtschirurgie). Literatuur
1. Boering et al; Gebitsextractie; 1998 2. Farmacotherapeutisch Kompas; 2003 3. Junqueira, LC and Carneiro, J. Functionele histologie. 10e druk, Maarssen: Elsevier; 2004 4. Page et al; Integrated Pharmacology; 1997 5. Schünke M; Anatomische Atlas Prometheus, Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2007 6. Widmaier EP, Raff H, and Strang KT, Vander's Human Physiology. The mechanisms of body function (11th ed.). McGrawHill; 2008 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: multiple choice en open vragen.
40
BA120 Tandheelkundige gezondheidszorg
Isiscode: BA120 ec
3
dr. mr. W.G. Brands
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A-C
hoorcollege werkgroep
3 4
3 4
D-E
tentamen
zelfstudie, literatuur hoorcollege 2 werkgroep 4 responsiecollege 2 zelfstudie, literatuur 2
totaal
33
33
30
2 4 2 30 2
17
63
80
Hoofddoelstellingen
1. U kunt globaal aspecten van de tandheelkundige gezondheidszorg relateren aan de opleiding tot tandarts en de beroepsuitoefening (A en B). 2. U kunt globaal aangeven in welke zin maatschappelijke, psychologische en medisch-ethische factoren de tandheelkundige gezondheidszorg en de beroepsuitoefening beïnvloeden (C, D en E). Beschrijving
Globale inhoud A. Maatschappelijke - en juridische randvoorwaarden van de tandheelkunde gezondsheidzorg B. Organisatiestructuur en zorgverzekeringsstelsel C. Setting waarin de latere beroepsuitoefening plaats vindt; het teamconcept 41
D. Psychologische en communicatieve aspecten in de tandarts-patiënt relatie E. Tandheelkundig-ethische problemen en morele argumentatie Relatie tot het totale curriculum Het blok is het eerste in de serie van een reeks, waarin u verschillende maatschappelijke, gedragswetenschappelijke en (medisch-) ethische aspecten bestudeert die een rol spelen in de tandarts-patiënt relatie en de beroepsuitoefening. De in dit blok opgebouwde kennis vormt het vertrekpunt voor de blokken in de volgende jaren waarbinnen communicatie en omgang met (specifieke groepen van) patiënten centraal staan. Directe toepassing van de kennis en opgebouwde vaardigheden vindt plaats tijdens de patiëntenbehandeling. Literatuur
1. Eijkman MAJ, Duyx MPMA & Visser APh. Patiëntenvoorlichting en mondgezondheid. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 2006 2. Nuy M, Gordijn B, Truin GJ. De prudente tandarts. Ethische reflectie in de tandheelkunde. Amsterdam: SWP, 2002 3. Mostofsky DI, Forgione AG, Goddon DB (eds.). Behavioral dentistry. Blackwell Munksgaard, 2006 4. De Jongh A. Angst voor de tandarts. Assen: Van Gorcum, 2006 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: open vragen.
42
BA126 Professionele Vorming
Isiscode: BA126
1 ec
dr. mr. W.G. Brands
Werkvormen
Onderwijsvorm Onderwijs in professioneel gedrag vindt op verschillende niveaus plaats. Aan het begin van het jaar zal tijdens een hoorcollege uitgelegd worden wat er tijdens dit blok van de patiënt verwacht wordt. Een deel van het onderwijs in de professionele vorming zal plaats vinden tijdens de (pre)klinische practica. Op basis hiervan wordt een beoordeling van het professionele gedrag tijdens pre klinische practica afgegeven. Daarnaast zal de student elk jaar een gesprek hebben over zijn OPG met een supervisor. Het totaal aantal beschikbare uren bedraagt 30 SBU. Hoofddoelstellingen
Leerdoel De student vertoont progressie in zijn professionele ontwikkeling en kan over zijn professioneel gedrag reflecteren. Beschrijving
Globale inhoud In blok 126 staat het professionele gedrag van de student centraal. Het wordt steeds duidelijker dat het behandelen van patiënten meer is dan alleen een technisch hoogstandje afleveren. Van de tandarts wordt verwacht dat hij niet alleen technisch vaardig is, maar dat hij zich als een waardig lid van een professie gedraagt. Dit betekent dat de student al heel vroeg in zijn studie moet leren wat precies professioneel gedrag is en hoe hij zich volgens de normen van zijn professie of beroepsgroep moet gedragen. Professioneel gedrag komt in dit blok op drie manieren aan de orde: - In zelfreflectie van de student zelf - In de mening van pre klinische docenten over het professioneel gedrag van de student - Tijdens een gesprek tussen de student en zijn supervisor. Om de student in staat te stellen over zijn eigen professionele verwachtingen en professioneel gedrag te reflecteren, zal tijdens een college uitgelegd worden wat er op dit punt precies van de student 43
verwacht wordt en hoe hij zich het beste van deze taak kan kwijten. Dit leidt uiteindelijk tot twee producten: een kennismakingsbrief van de student en een zelfreflectie over zijn gedrag. Beide producten worden opgenomen in het Ontwikkelingsplan Professioneel gedrag (OPG). In het eerste bachelorjaar bestaat het OPG behalve uit de kennismakingsbrief en de zelfreflectie ook uit de beoordeling van het professionele gedrag van de student door een pre klinische docent. Zo mogelijk aan het begin van het jaar zal aan de student een supervisor worden toegewezen. Eerder genoemde kennismakingsbrief moet gericht zijn aan de supervisor. Aan het eind van het jaar zal, naar aanleiding van het OPG een gesprek plaats vinden tussen de student en zijn supervisor. Relatie tot het totale curriculum Professionele ontwikkeling is een doorgaande lijn, daarom zijn de 026 blokken door de loop der jaren heen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarnaast heeft blok 126 enerzijds een nauwe relatie met de andere blokken van de lijn gedrag en maatschappij (020 lijn) en anderzijds een nauwe relatie met de (pre)klinische blokken. In de lijn gedrag en maatschappij doet de student de theoretische kennis op, die hij in de klinische blokken in de praktijk leert brengen. Toegespitst op de zelfevaluatie kan met name gewezen worden op de relatie met blok 106, waarin de student onderwezen zal worden over het hoe en waarom van zelfreflectie. In latere jaren, net voor de student kennismaakt met het teamconcept in de praktijk, zal naast de zelfreflectie ook de reflectie op anderen bij het professioneel gedrag betrokken worden. Tentaminering
Aan de student wordt een supervisor toegewezen. Aan het eind van elk collegejaar evalueert de student met deze supervisor zijn OPG. Een belangrijk punt tijdens deze evaluatie is de vraag of er sprake is van progressie in de professionele ontwikkeling. De docent kan tijdens het evaluatiegesprek aangeven op welke punten het professionele gedrag verbetering behoeft. Op basis van deze evaluatie ontvangt de student een voldoende of een onvoldoende. Indien de student tijdens de evaluatie een onvoldoende scoort zal de 44
supervisor aangeven op welke punten de student zich dient te verbeteren. Tijdens het jaar, volgend op het jaar dat afgesloten is met een onvoldoende, zal de student drie extra gesprekken hebben met de supervisor met name over de eerder geconstateerde verbeterpunten. Deze gesprekken zijn geen reguliere evaluatiegesprekken en de student wordt tijdens die gesprekken niet beoordeeld. Indien een student tijdens een regulier evaluatiegesprek een tweede keer onvoldoende scoort, kan de examencommissie gevraagd worden een onderzoek in te stellen naar de wenselijkheid van patiëntenbehandeling door de betreffende student.
45
BA130 Restauratie van gebitselementen 1
Isiscode: BA130
8 ec
drs. A.A.J. Jeurissen dr. W.J.M. van der Sanden
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
A
preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie
4
4
2
2 2 4
B
C
D
E-F
2 4 1
Sbu
2 8
2
1 18 2 10
36
10 32
10 68
2
2 2 104
18
2 68
36
1
tentamen
3
totaal
127
7
1 7 3
113
240
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de anatomische kenmerken van gebitselementen herkennen voor zover relevant voor het prepareren en restaureren van gebitselementen (B). 2. U kunt tijdens behandeling een ergonomisch verantwoorde 46
werkhouding demonstreren (C) 3. U kunt de toepassing van enkele tandheelkundige restauratiematerialen afstemmen op de fysische, chemische en biologische eigenschappen ervan (E). 4. U kunt in fantoomopstelling eenvoudige preparaties en restauraties ter behandeling van primaire cariës nauwkeurig vervaardigen (A, B, C, D en F). Beschrijving
Globale inhoud A. Unit en instrumentarium B. Terminologie en tandmorfologie C. Ergonomie D. Beginselen prepareren en excaveren E. Fysische, chemische en biologische eigenschappen adhesieve restauratiematerialen (inleiding) F. Composietpreparaties en -restauraties (klasse I, II, III en V) Relatie tot het totale curriculum Het blok "Restauratie van gebitselementen 1" heeft directe raakvlakken met de eerstejaars blokken "Oriëntatie op opleiding en beroep (integratie)", "Orale diagnostiek", "Gebitselementen" en het blok "Functie en functieherstel 1". De relatie met het eerste blok is vooral gelegen in het onderwerp infectiepreventie en preventie van allergische reacties op tandheelkundige materialen, welke in "Restauratie van gebitselementen 1" worden toegepast. Uit de blokken "Orale diagnostiek" en "Gebitselementen" dragen de kennis op het gebied van cariësdiagnostiek en cariësetiologie bij tot een juiste keuze van restauratief handelen. In het blok "Functie en functieherstel 1" past u de kennis van de vormgeving van gebitselementen direct toe bij het functieherstel van gebitselementen. De opgebouwde kennis en vaardigheden bereiden u voor op de klinische patiëntenbehandeling "Integrale zorg 1". Literatuur
1. O'Brien WJ. Dental Materials and their Selection. (3rd ed.) Chicago: Quintessence Publishing Co Inc; 2002 2. Jordan RE, Abrams L, Kraus BS. Kraus' Dental Anatomy and Occlusion (2nd ed.) St. Louis: Mosby Year Book; 1992 47
3. Summitt JB, Robbins JW, Schwartz RS Fundamentals of operative dentistry. (3nd ed.) Chicago, Quintessence Publ.; 2006 4. Roeters J, Kloet H de, Handboek voor Esthetische Tandheelkunde.(2e druk) Nijmegen: STI; 2005 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: multiple choice en open vragen. Evaluatie op basis van gevolgde practica.
48
BA131 Gebitselementen
Isiscode: BA131
4 ec
dr. J. Frencken prof. dr. G.J. Truin
Werkvormen
Onderdeel
A
B
C
D
E
F
G-H-J
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
inleiding hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie
1 3 3
1 3 3 9 1 1 8 1 1 16 2 2 12 1 1 8 1 1 8 1 2 34 3
9 1 1 8 1 1 16 2 2 12 1 1 8 1 1 8 1 2 34
tentamen
3
totaal
25
95
120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de individuele gebitssituatie relateren aan epidemiologische cariësgegevens en u kunt de bouw, samenstelling en 49
microscopische structuren van gebitselementen beschrijven, nodig voor diagnostiek en behandeling van aandoeningen aan deze weefsels (A en F). 2. U bent in staat om het cariësproces en de rol van etiologische factoren daarin gedetailleerd te beschrijven (D). 3. U kunt maatregelen ter preventie van tand en wortelcariës globaal uitleggen. daarbij rekening houdend met de rol van speeksel, plak, fluoride, mondhygiëne en voeding (B,C, G, H en J). 4. U kunt vormen van slijtage aan gebitselementen globaal onderscheiden, relateren aan oorzakelijke factoren en in verband brengen met mogelijke vormen van preventie en behandeling (E). Beschrijving
Globale inhoud A. Bouw, samenstelling en structuren van tandweefsel B. Gebitselementen en speeksel C. Cariës en biofilm D. Ontstaan en verloop van het cariësproces E. Erosie, attritie en abrasie F. Cariësepidemiologie G. Voeding en cariës H. Fluoride en cariës J. Mondhygiëne en cariës Relatie tot het totale curriculum Het blok "Gebitselementen" heeft raakvlakken met de eerstejaars blokken "Parodontium 1" (enkele deeldoelstellingen zijn hiermee complementair) , "Restauratie van gebitselementen 1", "Orale diagnostiek" en "Functie en functieherstel 1". De relatie naar blok "Parodontium 1" is vooral gelegen in het onderwerp tandplaque als gemeenschappelijke oorzakelijke factor voor aandoeningen van gebitselementen en parodontium. Kennis van de structuur, samenstelling en eigenschappen van de harde tandweefsels is relevant voor onderdelen uit het blok "Restauratie van gebitselementen 1" en voor de klinische aspecten van cariës. In het blok "Gebitselementen" wordt het histologische beeld van de gezonde en aangetaste harde tandweefsels behandeld; in het blok "Orale diagnostiek" komt het daarmee corresponderende röntgenbeeld uitvoerig aan de orde. 50
Kennis van cariës en slijtage, als oorzaken voor het verloren gaan van tandweefsel, spelen een rol in het blok "Functie en functieherstel 1". De aldus in het eerste jaar opgebouwde kennis en vaardigheden zijn in hun samenhang essentieel voor de daarop volgende jaren en wel het eerst in de tweede jaars blokken "Diagnostiek en planning (integratie)" en "Integrale zorg 1: Toegepaste preventie (integratie)". Literatuur
1. Nanci A, Ten Cate's Oral Histology: Development, Structure and Function, (6th ed.) St.Louis: Mosby 2003 2. Fejerskov O, Kidd E. Dental caries, the disease and its clinical implications, (2th ed.) Oxford: Blackwell Munksgaard; 2008 3. Loveren C van, Weijden GA van der, (eds). Preventieve Tandheelkunde: Op weg naar een doelmatige aanpak. (studenteneditie, 2e druk) Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 2000 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: mengvorm van open vragen, meerkeuzevragen en/of korte essayopdrachten).
51
BA140 Parodontium 1
Isiscode: BA140
6 ec
drs. R.H. Karsten
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie (theorie) (preklinisch practicum)
2 2
2 2 27 2 2 21 3 2 35 2 1 24 1 20
B-C
D-E-F
G-H
I-J-K
tentamen toets
totaal
27 2 2 21 3 2 35 2 1 24 1 20 13
13 2 1
120
160
2 1
40
Hoofddoelstellingen
1. U kunt bouw, samenstelling, microscopische structuren en functie van het parodontium beschrijven, voor zover relevant voor diagnostiek, preventie en behandeling van gingivitis en beginnend parodontaal aanhechtingsverlies (A). 2. U kunt de fysiologische betekenis van speeksel en microorganismen in de mond en haar rol in de etiologie van parodontale aandoeningen globaal beschrijven (D, E, F, G en H). 52
3. U kunt de verspreiding in de populatie van chronische gingivitis en parodontitis globaal beschrijven en, voor zover relevant voor diagnostiek, preventie en behandeling, de klinische en histopathologische aspecten van chronische gingivitis nauwkeurig en de klinische en röntgenologische kenmerken van parodontitis globaal beschrijven (B en C). 4. U heeft duidelijk zicht op het belang van en de noodzaak tot preventie van aandoeningen van gebitselementen en het parodontium (B, D en H). 5. U kunt in fantoomopstelling de instrumenten voor supra- en subgingivale tandreiniging nauwkeurig en op ergonomisch verantwoorde wijze hanteren (J en K). Beschrijving
Globale inhoud A. Het gezonde parodontium B. Pathologie van gingivitis en parodontitis C. Prevalentie van gingivitis en parodontitis D. Energie uit voedingsstoffen E. Speeksel en tandsteen F. DNA/RNA G. Microbiologie van de mond H. Biofilms in de mond: plaque en plaquevorming I. Belang van mondhygiëne J. Bouw van tandreinigingsinstrumenten K. Vaardigheid in het gebruik van tandreinigingsinstrumenten Relatie tot het totale curriculum In het blok "Parodontium 1" maakt u kennis met het gezonde en het ontstoken tandvlees (gingivitis). Er wordt uitgebreid ingegaan op de oorzaken van gingivitis. Een schone tand draagt wezenlijk bij aan de gezondheid van de gingiva. Professionele tandreiniging neemt in dit blok dan ook een belangrijke plaats in. Het blok "Parodontium 1" heeft in het eerste jaar duidelijke raakvlakken met de blokken "Gebitselementen" (BA131) en "Orale diagnostiek" (BA100). De relatie naar het blok "Gebitselementen" is vooral gelegen in de onderwerpen microbiologie, speeksel en tandplaque. In het blok "Orale diagnostiek" zal de waarneming van 53
kenmerken van het tandvlees aan de orde zijn en het interpreteren van deze waarnemingen naar gezond of ziek, normaal of abnormaal. Er ligt ook een verbinding met het blok "Hoofd en hals 1" (BA110) (bouw en functie van weefsels) en met de blokken "Restauratie van gebitselementen 1" en "Functie en functieherstel 1" (BA130 en BA150) (parodontale gezondheid als functie van vorm, stand en onderlinge relatie van gebitselementen). De in het blok "Parodontium 1" opgedane vaardigheden heeft u in het tweede studiejaar nodig voor de blokken "Diagnostiek en planning" (BA207) en "Integrale zorg 1: toegepaste preventie" (BA206), maar met name voor het blok "Parodontium 2" (BA240), waarin de chronische parodontitis uitgebreid aan de orde komt, een ontsteking van de diepere lagen van het parodontium. En in het vierde jaar van de opleiding worden in "Parodontium 3" (440) minder frequent voorkomende aandoeningen van het parodontium bestudeerd en worden verdere therapeutische mogelijkheden voor parodontale aandoeningen belicht en geoefend, waaronder parodontale chirurgie. Literatuur
1. Alberts B, Bray D, Hopkin K, Johnson A, Lewis J, Raff M, Roberts K, Walter P. Essential Cell Biology. (2nd Ed.) New York: Garland Science; 2004 2. Avoort G van den, Endstra L. Professionele Gebitsreiniging. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 1999 3. Nanci A. Ten Cate's Oral Histology: Development, Structure and Function. (6th Ed.) St. Louis: Mosby; 2003 4. Egelberg J, Badersten A. Periodontal Examination. (2nd Ed.) Malmö: Odonto Science; 2004 5. Loveren C van, Weijden GA van der, (Eds.) Preventieve Tandheelkunde: op weg naar een doelmatige aanpak. (studenteneditie, 2e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2000 6. Karsten RH. Blokboek Parodontium 1. Nijmegen: Afdeling Parodontologie; 2008 (of de Blackboardversie hiervan) 7. Karsten RH. Handleiding professionele gebitsreiniging (versie voor rechtshandigen en versie voor linkshandigen). Nijmegen: Afdeling Parodontologie; 2008 8. Karsten RH. CD-Rom Instrumentatievaardigheid met Scaler en 54
Curette (versie voor rechtshandigen en versie voor linkshandigen). Nijmegen: Afdeling Parodontologie; 2005 Tentaminering
Een schriftelijk tentamen bestaande uit open en gesloten vragen en een psychomotorische toets.
55
BA150 Functie en functieherstel
Isiscode: BA150
6 ec
mw. drs. R. den Haan drs. H.C.M.P. Heesterbeek
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
hoorcollege werkgroep responsiecollege hoorcollege werkgroep responsiecollege preklinisch practicum hoorcollege responsiecollege preklinisch practicum hoorcollege responsiecollege preklinisch practicum toetsen hoorcollege werkgroep responsiecollege toetesen hoorcollege werkgroep responsiecollege preklinisch practicum toetsen
1 1 0.5 1 1 0.5 2
B
C
D
E
F
tentamen Totaal
5
5 6
1 6 0.5 1 6 0.5 8
1 0.5 2
1 05 2
4 1 16
4 1 36
8 1 1 0.5 4 4 1 4 24 12 2 93 56
20
24
8 1 6 0.5 4 4 3 4 48
67
12 2 160
5
2
Hoofddoelstellingen
1. U kunt uit de normale relaties tussen gebitselementen van bovenen onderkaak afleiden hoe aangetaste gebitselementen functioneel kunnen worden hersteld (A, B, C en D). 2. U kunt in een fantoomopstelling de occlusie, articulatie en contour van aangetaste gebitselementen functioneel herstellen (B, C, D en F). 3. U kunt in een fantoomopstelling onder klinische omstandigheden een kroonpreparatie en tijdelijke voorziening maken (D, E en F).
Beschrijving
Globale inhoud A. Gebitsfuncties B. Occlusie en articulatieconcepten C. Occlusie analyse D. Herstel van occlusie, articulatie en contour van gebitselementen E. Functieherstel in kliniek en prekliniek F. Kroonpreparaties en tijdelijke restauraties Relatie tot het totale curriculum Een tandarts is voortdurend bezig met het in stand houden van gebitsfuncties. In het blok "Functie en functieherstel 1" wordt de nadruk gelegd op situaties waarbij gebitselementen voor een groot gedeelte verloren zijn gegaan of volledig ontbreken. Uitgangspunt is hierbij het functioneren van een gezond gebit. Dit blok loopt samen met het blok "Restauratie van gebitselementen 1" als rode draad door het eerste jaar ter voorbereiding op de patiëntenbehandeling. Het blok "Functie en functieherstel 1" heeft directe raakvlakken met de blokken "Gebitselementen", "Orale diagnostiek", "Restauratie van gebitselementen 1" en "Parodontium 1". In het blok "Gebitselementen" leert u hoe een gebitselement is opgebouwd en hoe verschillende aandoeningen van het gebit tot functieverlies kunnen leiden. In het blok "Orale diagnostiek" leert u gebitsfuncties en kaakrelaties herkennen. In het blok "Restauratie van gebitselementen 1", kunt u kennis van de vormgeving van kauwvlakken, toepassen bij het maken van plastische restauraties. In het blok "Parodontium 1" 57
leert u dat ongezond parodontium kan leiden tot verlies van gebitsfuncties. Anderzijds kan onnauwkeurig functieherstel juist leiden tot een ongezond parodontium. De vaardigheden worden in het tweede en derde jaar via patiënt simulatie uitgebouwd zodat u in het begin van het derde studiejaar in staat zult zijn om onder begeleiding volledige gebitsprothesen bij patiënten te maken terwijl u aan het eind van het derde studiejaar in staat zult zijn om onder begeleiding kronen te maken bij patiënten. In het vierde en vijfde jaar staat behandelingsplanning en meer zelfstandige behandeling van patiënten centraal. Vanuit een probleemgerichte benadering worden dan gemutileerde dentities behandeld met kronen, bruggen, partiële prothesen en overkappingsprothesen. Literatuur
1. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, & Snoek PA, Kroon- en brugwerk: Uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 1995 2. Lundeen, HC . Introduction to occlusal anatomy. Earleton:L & J Press. 1990 Tentaminering
Zes psychomotorische toetsen tijdens begeleid practicum en één cognitieve toets met open vragen.
58
BA190 Wetenschappelijke basisvaardigheden 1
Isiscode: BA190
6 ec
dr. J.C. Maltha dr. ir. E.M. Bronkhorst
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
A
hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie
11 6 4
11 6 4 31 2 2 12 4 4 22 3 6 37 2 2 10 2
B
C
D
E
31 2 2 12 4 4 22 3 6 37 2 2 10
tentamen
2
totaal
48
112
160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de tandheelkundige wetenschapsbeoefening globaal maar op een kritische wijze in verband brengen met haar historische en filosofische achtergronden (A). 2. U kunt globaal aangeven op welke wijze maatschappelijke factoren richtinggevend zijn voor het biomedische onderzoek in Nederland (B en C). 3. U kunt gericht wetenschappelijke literatuur opsporen en u kunt een globaal waarde-oordeel over deze literatuur geven (D). 59
4. U kunt aan de hand van een tandheelkundige vraagstelling een adequate onderzoeksopzet formuleren en relevante parameters kwantificeren (E). 5. U kunt op basis van inzicht in conceptuele aspecten van de informatieleer variabelen in wetenschappelijk onderzoek en communicatie op globale wijze structureren, classificeren en operationaliseren (D, E en F). Beschrijving
Globale inhoud A. Historische en filosofische reflectie op wetenschap B. Maatschappelijke aspecten van wetenschap C. Wetenschappelijke literatuur D. Methodologie en statistiek E. Informatieleer Relatie tot het totale curriculum Dit blok is het eerste in een reeks van drie blokken die zich in opeenvolgende studiejaren bezig zullen houden met de wetenschappelijke basis van de tandheelkunde. Het centrale thema in deze reeks is "wetenschappelijk onderzoek" in de ruimste zin van het woord. In de eerste twee jaar zijn de blokken voornamelijk voorbereidend van aard. In het derde jaar zal een wetenschappelijke stage worden gelopen. Het is uiteraard de bedoeling dat uw wetenschappelijke scholing gedurende het gehele curriculum plaatsvindt en dat deze niet beperkt blijft tot de blokken "Wetenschappelijke basisvaardigheden". Dit eerste blok heeft een oriënterend karakter. In de volgende blokken van deze lijn zal meer diepgaand aandacht worden besteed aan verschillende wetenschappelijke en statistische methoden en technieken binnen het biomedische en in het bijzonder het tandheelkundige onderzoek. Literatuur
1. Zielhuis GA, Heydendael PHJM, Maltha JC, van Riel PLCM. Handleiding Medisch-Wetenschappelijk Onderzoek. (4e herziene druk), Maarssen: Elsevier; 2006 2. Brunette DM. Critical Thinking: understanding and evaluating dental research. Chicago: Quintessence; 1996 60
Tentaminering
Cognitieve toets, schriftelijk, open vragen.
61
BA200 Vrije Keuze
Isiscode: BA200
6 ec
drs. H.T. Scheper dr. R.E. van der Plaats
Werkvormen
De onderwijsvorm is afhankelijk van het gekozen onderdeel. De studiebelasting bedraagt 160 uur. Hoofddoelstellingen
U heeft een keuzeonderdeel met een omvang van ten minste 160 SBU (=5,7 ECTS) voltooid dat betrekking heeft op een 2e jaars of hoger Bachelor/Master/doctoraal vak, dat niet behoort tot de tandheelkunde, als onderdeel van een opleiding aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs. Beschrijving
Globale inhoud Afhankelijk van het gekozen onderdeel. Relatie tot het totale curriculum Er bestaat geen directe relatie tot de tandheelkundige onderwijsblokken. Literatuur
Afhankelijk van het gekozen onderdeel. Tentaminering
Afhankelijk van het gekozen onderdeel
62
BA207 Diagnostiek en planning
Isiscode: BA207
4 ec
dr. W.J.M. van der Sanden drs. F.W.M. Drijvers
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie practicum werkgroep zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum werkgroep responsiecollege zelfstudie
2 16 1
2 16 1 17 1 3 1 18 1 1 9 1 3 1 8 3 3 2 1 1 6 1 8 4 1 5 2
B
C
D
E
F
G
17 1 3 1 18 1 1 9 1 3 1 8 3 3 2 1 1 6 1 8 4 1 5
tentamen
2
totaal
55 63
65
120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt, gegeven een fantoomopstelling, intra-orale opnamen vervaardigen, alsmede afwijkingen op deze en op panorama röntgenopnamen detecteren en diagnosticeren. 2. U kunt onder gesimuleerde omstandigheden enkele tandheelkundige diagnostische tests uitvoeren en interpreteren, en onderbouwde keuzes maken voor de diagnose en de behandeling. 3. U kunt, gegeven een gesimuleerde patiënt, een anamnese afnemen, een klinisch onderzoek van het (peri)orale gebied uitvoeren, een röntgenologisch onderzoek uitvoeren, de verzamelde gegevens analyseren en een behandelingsplan opstellen.
Beschrijving
Globale inhoud A. Intra- en extraorale röntgenopnametechnieken B. Afwijkingen op röntgenopnamen en behandelalternatieven C. Digitale radiologie D. Klinische besliskunde E. Anamnese, klinisch onderzoek en gespreksvoering (integratie) F. Risicoschatting G. Behandelingsplanning Relatie tot het totale curriculum Dit blok is een voortzetting van blok BA100 "Orale diagnostiek". De kennis en vaardigheid opgedaan in blok BA100 zal in blok BA207 verder worden uitgebouwd. Voorts worden in dit onderwijs de aspecten medische anamnese en gespreksvoering, blok BA220 "communicatie met patiënten" geïntegreerd in de patiëntenbehandeling. Röntgenologisch onderzoek behoort tot de belangrijkste diagnostische technieken die een tandarts ter beschikking staan. In dit blok wordt voornamelijk aandacht besteed aan de rechthoekregeltechniek voor het vervaardigen van digitale intra-orale opnamen . De intraorale opnametechnieken worden toegepast in vrijwel alle klinische blokken. De extraorale opnametechnieken worden met name toegepast in de orthodontie "Toegepaste groei en ontwikkeling; principes van de 64
klinische orthodontie" en de mond- kaak- en aangezichtschirurgie "mond- kaak- en aangezichtschirurgie 1 en 2". Tijdens deze blokken wordt tevens vaardigheid in het herkennen van afwijkingen op röntgenopnamen verondersteld. Deze vaardigheid wordt eveneens in blok BA207 verworven. Diagnostische technieken worden algemeen toegepast in het klinisch tandheelkunde-onderwijs. In blok BA207 wordt derhalve aandacht besteed aan het indiceren en uitvoeren van diagnostische technieken, aan het stellen van een diagnose en aan het nemen van behandelbeslissingen. Een en ander moet resulteren in een behandelingsplan. Behandelingsplannen vormen de basis voor de behandeling van elke patiënt in het klinisch tandheelkundeonderwijs en in de beroepsuitoefening. Literatuur
1. Arnold LV, Duinkerke ASH, Van der Stelt PF (eds.). Tandheelkundige Radiologie: handboek voor de dento-maxillofaciale radiologie. CD-Rom, Studiecentrum Tandheelkunde Nijmegen 2002 2. Blokboek en Handleiding blok BA 207 (magazijn tandheelkunde) Tentaminering
Schriftelijk (digitaal) tentamen (multiple choice en/of open vragen) en evaluatie van practicumresultaten.
65
BA206 Integrale Zorg 1: Toegepaste Preventie
Isiscode: BA206
6 ec
dr. W.J.M. van der Sanden drs. M. Sagius
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege demonstratie practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum werkbespreking responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum responsiecollege zelfstudie
1 7 32 5
1 7 32 5 31 3 13 7 3 13 3 24 2 14 2 1
B
C
31 3 13 7 3 13 3 24 2 13
tentamen vragenuurtje
2 1
totaal
103 zelfstudie practicum zelfstudie
tentamen
2
totaal
162
57 28
160 28
8
8 2
158
320
Hoofddoelstellingen
1. U bent in staat de toepassingsmogelijkheden en effectiviteit van preventieve en restauratieve maatregelen ter behoud van gebitselementen en het parodontium te beargumenteren (A en B). 66
2. U bent in staat om gebruikmakend van resultaten uit anamnese en klinisch onderzoek een toegesneden behandelplan te maken en dit gedeeltelijk uit te voeren (C). Beschrijving
Globale inhoud A. Effectiviteit van professionele preventie en behandeling van tanden wortelcariës en parodontale aandoeningen. B. Preventie van tand- en wortelcariës en parodontale aandoeningen door de patiënt. C. Opzetten en uitvoeren van een periodiek mondonderzoek en het opstellen van een behandelplan in de praktijk. Relatie tot het totale curriculum Het adequaat toepassen van preventieve maatregelen is een essentieel onderdeel van het gezond houden van de mond. Succesvolle preventie vraagt zowel de inzet van de patiënt als die van de behandelaar. Soms geven preventieve maatregelen niet het gewenste resultaat en ontstaan afwijkingen aan het gebit. Het is dan gewenst om deze afwijkingen in een vroeg stadium onder controle te brengen en te houden. Dit traject van gezond-ziek-gezond vereist inzicht, ervaring en praktische vaardigheden. Het laatste aspect komt in dit blok uitgebreid aan de orde. Dit blok is het eerste in een serie blokken waarin het gezond houden van de mond integraal wordt aangeboden. De andere integrale blokken zijn in de komende studiejaren gepland. Het blok is een voortzetting van blok 207 "Diagnostiek en planning", blok 220 "Communicatie met patiënten 1" en van blok 230 "Restauratie van gebitselementen 2". Het maakt verder gebruik van de opgedane kennis uit de blokken 130 "Restauratie van gebitselementen 1", 131 "Gebitselementen", 140 "Parodontium 1", 190 en 290 "Wetenschappelijke basisvaardigheden 1 en 2". Literatuur
1. Van Loveren C, Van der Weijden GA (eds.). Preventieve Tandheelkunde: op weg naar een doelmatige aanpak. (studenteneditie, 2e druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2000 2. Fejerskov O, Kidd E (eds). Dental caries. The disease and its 67
Clinical management, Oxford: Blackwell Munksgaard, 2003 3. Bijlage van blok 206 Tentaminering
Schriftelijk (digitaal) tentamen (multiple choice en/of open vragen) en evaluatie van practicumresultaten.
68
BA210 Ontstekingen en infecties
Isiscode: BA210
4 ec
mw. drs. A.E. Brouwer
Werkvormen
HC inleiding Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4 Thema 5 Thema 6 Thema 7 Overig vragenuurtje totaal
1 2 2 2 2 2 1 3
WG
RC
ZSO
1
1 1 1
8 7 14 10 8 16 10 11
1 2 1 1 1 1 1 2
84
Contacturen
Totaal SBU
1 3 3 4 3 4 3 2 4 2 29
113
Hoofddoelstellingen
De hoofddoelstelling van dit blok is dat u als toekomstig tandarts in staat bent klachten en symptomen die samenhangen met ontsteking en infecties te herkennen en analyseren en globale vervolgstrategiëen aan te geven ter diagnostiek en behandeling. U doet dit op grond van patholofysiologische en klinischepidemiologische kennis. Er wordt voortgebouwd op de kennis die u heeft verworven in de blokken 106, 131 en 140. NB: Specifiek tandheelkundige infecties komen op andere plaatsen in het curriculum Tandheelkunde aan de orde. Beschrijving
Globale inhoud Immunologie (thema 1) Mens en micro-organismen (thema 2) Banale oropharyngeale infecties en halsabces Ontsteking en overgevoeligheid (thema 3) Afweerstoornissen (thema 4) Virale infecties en bloedoverdraagbare aandoeningen (thema 5) Bijzondere oropharyngeale infecties Farmocotherapie (thema 6) Belangrijke ontstekingen elders in het lichaam (thema 7)
69
Relatie tot het totale curriculum Basale kennis op het gebied van ontsteking, afweer en microorganismen wordt vertaald naar presentatie en diagnostiek van gewone en bijzondere oropharyngeale infecties en van infecties elders in het lichaam die kunnen ontstaan vanuit de oropharynx. Uitgaand van een algemeen theoretisch kader op het gebied van farmocotherapie komen behandeling van oropharyngeale infecties en ontstekingen aan bod. Speciale aandacht wordt besteed aan preventie van bloedoverdraagbare aandoeningen en endocarditis. Het blok zelf bestaat uit inleidingen (veelal in de vorm van hoorcolleges (HC)), zelfstudieopdrachten (ZSO), werkgroepen (WG) en responsiecolleges (RC). Verder is 1 klinisch pathologische conferentie (KPC) ingelast. Degelijke voorbereiding van de werkgroepbijeenkomsten en responsiecolleges middels de zelfstudieopdrachten is essentieel. De responsiecolleges dienen om afgebakende onderwerpen af te ronden. Er is op dat moment geen ruimte om alle individuele vragen langs te lopen. Aanwezigheid bij WG, RC en KPC is verplicht. Literatuur
1. Mims, Playfair, Roitt, Wakelin, Williams. Medical Microbiology. (3nd ed.),Elsevier; 2004 2. Centrale medisch pharmaceutische commissie van de ziekenfondsraad. Fhamacotherapeutisch kompas. 3. Page PC, Curtis MJ, Sutter MC, Walker MJA, Hoffman BB. Integrated Pharmacology (3nd ed.), London: Mosby; 2006 4. Enkele losse wetenschappelijke artikelen zijn beschikbaar gesteld via'blackboard'(http://www.ru.nl/blackboard) of elektronisch beschikbaar als abonnement via het medische blokboek (http://www.ru.nl/ubn/kunbib). Tentaminering
Het tentamen zal bestaan uit open vragen. De vragen sluiten aan bij de onderwerpen behandeld in de zelfstudieopdrachten. De te tentamineren onderwerpen vormen een evenredige afspiegeling van de opbouw en inhoud van het blok.
70
BA220 Communicatie met patiënten 1
Isiscode: BA220
3 ec
drs. M. Assman prof. dr. G.J. Truin
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
A
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum responsiecollege zelfstudie
1 1
B
C
D
E
4 1 4 1 5 1 4 1 7 2 2 16 2 8 2 16
tentamen
2
totaal
32
48
1 1 4 1 4 1 5 1 4 1 7 2 2 16 2 8 2 16 2 80
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de verbale en non-verbale aspecten van het communicatiemodel benoemen en in hoofdlijnen beschrijven (A). 2. U kunt de basisaspecten van klinische gespreksvoering (volgen, sturen en toetsen) gedetailleerd beschrijven en deze herkennen en onderbouwd toepassen aan de hand van klinische voorbeelden/simulatiepatiënten (B). 71
3. U kunt in het kader van de eerste fase in anamnese en diagnostiek gedetailleerd de klachten verhelderen van een simulatiepatiënt en dit proces analyseren en evalueren aan de hand van de basisaspecten gespreksvoering (C). 4. U kunt tandartsangst bij klinische voorbeelden/simulatiepatiënten gedetailleerd in kaart brengen (schematiseren) met behulp van het gedragsmodel (SORKC-model) en dit in grote lijnen relateren aan gedragswetenschappelijk gefundeerde behandelmodellen die voor dit soort patiënten ter beschikking staan (D). 5. U kunt de drie aspecten van patiëntenvoorlichting (informatie, instructie en begeleiding) gedetailleerd beschrijven en u kunt deze kennis toepassen in het geven van informatie en instructie aangaande mondhygiëne aan simulatiepatiënten (E).
Beschrijving
Globale inhoud A. Communicatieleer B. Basisvaardigheden klinische gespreksvoering C. Anamnese, klachtverheldering, hulpvraag D. Gedragswetenschappelijk diagnostische aspecten E. Patiëntenvoorlichting Relatie tot het totale curriculum De blokken Communicatie met patiënten 1 en 2 respectievelijk 220 en 320 maken deel uit van de 020-lijn (Tandheelkundige gezondheidszorg) en richten zich op het brede terrein van de tandartspatiënt relatie, waaronder o.a. gespreksvoering, anamnesetechnieken en patiëntenvoorlichting, alsmede psychologische en gedragsmatige aspecten binnen de hulpverleningssituatie vallen. Het blok 220 vormt een theoretische en praktische inleiding op de integratieblokken 206 "Integrale zorg 1: Toegepaste preventie" en 207 "Diagnostiek en planning". In beide blokken zullen de in 220 aangeleerde vaardigheden in de praktijk met patiënten worden getoetst. Literatuur
1. De Jongh A. Angst voor de tandarts. Assen: Van Gorcum, 2006 72
2. Eijkman, MAJ, Duyx, MPMA & Visser, APh. Patiëntenvoorlichting en mondgezondheid. Houten/Diegem: Bohn, Stafleu, Van Loghum; 1998 Tentaminering
Schriftelijk tentamen met open vragen. Evaluatie op basis van gevolgde practica.
73
BA230 Restauratie van gebitselementen 2
Isiscode: BA230
11 ec
drs. H.T. Scheper drs. A.A.J. Jeurissen
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
A
hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege preklinisch
1 20
1 20
1
1 16 1 24
B
C
D
E
F
G
16 1 24 8
8 1 52
6
6 4 36
3
3 4 52
1 52
4 36
4 52 1 10 4 2 1 24 1 42 74
1 10 4 2 1 24 1 42
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
practicum zelfstudie tentamen
3
totaal
250
Sbu
3
3 3
70
320
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de kennis met betrekking tot de fysische, chemische en biologische eigenschappen van amalgaam en adhesieve restauratiematerialen in het bijzonder beschrijven en in de praktijk toepassen. 2. U kunt in fantoomopstelling complexe preparaties en restauraties vervaardigen, ter behandeling van primaire en secundaire cariës en eenvoudige cosmetische problemen (A, B, C, D, E, F en G). Beschrijving
Globale inhoud A. Adhesie en retentie in het algemeen B. Glasionomeer versus composiet (klasse-V) C. Uitgebreide Klasse-II 3-vlaks preparaties en restauraties (excaveren, tijdelijke restauratie en composietrestauratie) D. Complexe preparaties en restauraties zijdelingse delen (o.a. knobbelopbouw composiet) E. Complexe preparaties en restauraties front (klasse-IV en veneers) F. Fysische, chemische en biologische eigenschappen van amalgaam en adhesieve restauratiematerialen in het bijzonder G. Simulatie patiëntenbehandeling Relatie tot het totale curriculum Het blok "Restauratie van gebitselementen 2" is een vervolg op blok "Restauratie van gebitselementen 1". De opgebouwde kennis en vaardigheden uit het eerste jaar vormen de basis voor dit blok. In de tweede jaarsblokken "Communicatie met patiënten 1", "Diagnostiek en planning" en "Integrale zorg 1: toegepaste preventie" staan de 75
onderwerpen communicatie en het diagnosticeren van cariës centraal. De uit deze blokken opgebouwde kennis en vaardigheden worden geïntegreerd in dit blok en direct toegepast in het blok "Integrale zorg 1". Literatuur
1. O'Brien WJ. Dental Materials and their Selection. (3rd ed.) Chicago: Quintessence Publishing Co Inc; 2002 2. Roeters J, Kloet de H. Handboek voor Esthetische Tandheelkunde. Nijmegen: STI; 2de druk 2005 3. Summit JB, Robbins JW, Schwartz RS. Fundamentals of Operative Dentistry. Chicago: Quintessence Publ., 3th ed. 2006 Tentaminering
Theorie: schriftelijk tentamen met open en meerkeuze vragen. Practicum: evaluatie op basis van toetswerkstukken.
76
BA240 Parodontium 2
Isiscode: BA240
4 ec
drs. R.H. Karsten
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege niet klinisch practicum zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege demonstratie Préklinisch practicum klinisch practicum zelfstudie
1 1
1 1 8 2 2 2
B
C
D-G
8 2 2 2 16
1 1 1 20
16 2 2 11 1 1 1 20
30
30
2 2 11
18
tentamen
2
2
totaal
67
53
120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de bouw, samenstelling, microscopische structuren en functie van het parodontium beschrijven, voor zover relevant voor diagnostiek, preventie en behandeling van parodontitis (A). 2. U kunt de etiologie, pathogenese en pathologie van chronische parodontitis nauwkeurig beschrijven (B). 3. U kunt chronische ontstekingen van het parodontium, alsmede de 77
gevolgen daarvan klinisch en röntgenologisch herkennen (C en D). 4. U kunt door middel van mechanische niet-chirurgische therapie, chronische ontstekingsprocessen in het parodontium onder controle brengen, deze therapie evalueren en de resultaten ervan in een nazorgprogramma vervolgen (E, F en G). Beschrijving
Globale inhoud A. Parodontale anatomie B. Onderzoek van de patiënt met chronische parodontitis; klinische, röntgenologische en microbiologische diagnostiek C. Aanval en afweer in het parodontium D. Uitvoeringsaspecten van (eenvoudige) niet-chirurgische parodontale therapie en middelen en methoden van mondhygiëne E. Instrumentatie met hoogfrequente sonische apparatuur en met handinstrumenten-voor-tandreiniging in het subgingivale bereik op een fantoommodel F. Uitvoering van beperkte niet-chirurgische therapie bij enkele patiënten met parodontitis G. Evaluatie van niet-chirurgische parodontale therapie, het geven van nazorg aan de parodontaal behandelde patiënt en aspecten van parodontale wondgenezing Relatie tot het totale curriculum In de blokken BA140 "Parodontium 1" en BA100 "Orale diagnostiek" heeft u kennis kunnen maken met de gezonde en ontstoken gingiva in al haar aspecten. In het blok "Parodontium 2" is de aandacht helemaal gericht op het parodontale steunorgaan en de meest voorkomende aandoening hiervan, parodontitis, in het bijzonder de chronische vorm van parodontitis, een ontsteking die leidt tot een geleidelijke afbraak van de steunweefsels van de gebitselementen. Terwijl u in dit blok vertrouwd raakt met de verschillende aspecten van het ontstaan, de preventie en de mechanische niet-chirurgische behandeling van deze veel voorkomende gebitsaandoening, zult u in het derde studiejaar en daarna in het vierde studiejaar de verworven vaardigheden kunnen integreren in de blokken BA306 "Integrale zorg 2" en 406 "Integrale zorg 3". In het blok Parodontium 2 zal nauw worden samengewerkt met blok BA206, "Integrale zorg: Toegepaste preventie". 78
In het vierde jaar van de opleiding zal in het blok 440 "Parodontium 3" de aandacht worden gericht op minder vaak voorkomende parodontale aandoeningen en op de chirurgische en medicamenteuze (antibiotica) aanpak van chronische en aggressieve parodontitis. Ook zullen de fijne diagnostiek van parodontale stabiliteit, alsmede indicatie en planning van parodontale therapie in dat blok uitgebreid aan de orde komen. Voor een beperkt aantal studenten zal het vervolgens het vijfde studiejaar mogelijk zijn om in een keuzeblok ervaring op te doen met de meer geavanceerde vormen van parodontale chirurgie. Waar mogelijk zal dan intensief worden samengewerkt met de tandartsen van het post-graduate opleidingsprogramma Parodontologie (MScopleiding). Literatuur
1. Lindhe J, Ed. Clinical Periodontology and Implant Dentistry. 5th ed. Copenhagen: Munksgaard; 2008 2. Egelberg J, Badersten A. Periodontal Examination. 2st ed. Malmö; Odonto Science; 2004 3. Arnold LV, Duinkerke ASH , Van der Stelt PF, Tandheelkundige Radiologie: handboek voor de dento-maxillo-faciale radiologie. Houten-Antwerpen: Bohn Stafleu Van Loghum; 2002. CD-rom, studiecentrum tandheelkunde Nijmegen 4. Avoort G van der, Endstra L (Red.). Professionele Gebitsreiniging. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 1999 5. Karsten RH. Blokboek Parodontium 2. Nijmegen: Afdeling Parodontologie; 2008 (of de Blackboard versie hiervan)
Tentaminering
Een schriftelijk tentamen en een beoordeling van klinisch-practische handelingen tijdens de patiëntenbehandeling. Beide moeten voldoende zijn voor het behalen van een voldoende eindcijfer.
79
BA250 Functie en functieherstel 2
Isiscode: BA250
12 ec
mw. drs. J.C. Barèl dr. D.J. Witter
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
A-B
hoorcollege werkgroep zelfstudie hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege practicum zelfstudie practicum responsiecollege zelfstudie hoorcollege werkgroep préklinisch practicum zelfstudie practicum zelfstudie hoorcollege werkgroep préklinisch practicum zelfstudie practicum zelfstudie
2 2
2 2 14 2 2 1 10 10 8 2
C-D
E
F-H
I-K
tentamen totaal
14 2 2 1 10 10 8 2 4 36 3 3 60 50
50
10
10 3 3 57
28
28
8
8 2 320
3 3 57
2 162 80
4 36 3 3 60
158
Hoofddoelstellingen
1. U kunt, beredeneerd vanuit de anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel beoordelen welke uitgangspunten en problemen relevant zijn bij functieherstel met kroon- en brugwerk, alsmede bij functieherstel met een volledige gebitsprothese (A, B). 2. U kunt, beredeneerd vanuit occlusie concepten, algemene principes en criteria formuleren voor relatieherstel met kroon- en brugwerk, alsmede voor relatieherstel met een volledige gebitsprothese (C). 3. U kunt, beredeneerd vanuit algemene principes voor functieherstel, onder niet-klinische omstandigheden relaties herstellen van afzonderlijk aangetaste gebitselementen en van edentate kaken (D t/m J). 4. U kunt de toepasbaarheid van een aantal tandheelkundige materialen die in de prothetische tandheelkunde vaak gebruikt worden, op grond van fysische, chemische en biologische eigenschappen beoordelen (E). Beschrijving
Globale inhoud A. Fysiologie van het tandkaakstelsel B. Fysiologie van het edentate mondkaakstelsel C. Occlusie en articulatie concepten voor natuurlijke dentities en voor volledige gebitsprothesen D. Werking en gebruik van articulatoren E. Eigenschappen, toepassing en verwerking van tandheelkundige materialen F. Functioneel herstel van gebitselementen G. Occlusie correcties H. Preparaties van gebitselementen voor solitaire kroonvormen en tijdelijke restauraties I. Stadia in de vervaardiging van de volledige gebitsprothese J. Opstelling van prothese-elementen bij volledige gebitsprothesen K. Communicatie met de tandtechnicus Relatie tot het totale curriculum In het blok Functie en functieherstel I (blok 150) heeft u inleidende kennis verkregen met betrekking tot de gebitsfuncties en elementaire vaardigheden verworven om de gebitsfuncties te herstellen. Daarbij is 81
de nadruk gelegd op de occlusieanalyse, op het herstel van delen van gebitselementen die verloren zijn gegaan (opwassen) en op basisprincipes van het prepareren voor extracoronaire restauraties. In blok Functie en functieherstel II worden zowel kennis als vaardigheden verruimd. Uitgaande van de anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel komen doelstellingen voor functieherstel bij zowel dentate als edentate patiënten aan de orde. Overeenkomsten, maar ook verschillen krijgen hierbij aandacht. Voor wat betreft het functieherstel bij dentaten komt de nadruk te liggen op patiëntsimulatie bij het prepareren van solitaire gebitselementen voor diverse kroonvormen en het maken van tijdelijke kronen. Voor wat betreft het functieherstel bij edentaten worden de stappen bij het maken van een volledige gebitsprothese in een preklinische situatie geoefend vanuit een theoretische achtergrond. Een belangrijk aspect daarbij is de communicatie met een tandtechnicus. In samenwerking met het IVT (Instituut Vakopleiding Tandtechniek) worden diverse stadia in de vervaardiging van een volledige prothese gerealiseerd. In het derde studiejaar wordt de problematiek rondom het thema functieherstel aanmerkelijk gecompliceerder, namelijk in blok Functie en functieherstel III (blok 350). Dan wordt het thema functieherstel niet alleen op het niveau van solitaire gebitselementen benaderd, maar vooral op het niveau van gebitsmutilaties in kaakdelen waarbij gebitselementen ontbreken. Daarmee wordt u geconfronteerd met de problematiek van brugwerk en van partiële prothesen. U leert behandelplannen op te stellen voor patiënten met een gecompliceerde dentitie. De behandeling van de geheel tandeloze patiënt wordt in het derde jaar in een apart blok onderwezen, namelijk in het blok Functieherstel bij edentaten (blok 360). In het vierde studiejaar wordt de preklinische behandeling voortgezet in het blok Functie en Functieherstel IV (blok 450). Dan wordt dieper ingegaan op het opbouwen van avitale gebitselementen en komt het onderwerp implantologie aan de orde. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de diagnostiek en behandeling van patiënten met temporo-mandibulaire dysfunctie (TMD). Literatuur
82
1. Naeije, M & Van Loon, LAJ Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1998 2. Lundeen, H.C. Introduction to occlusal anatomy. Earleton: L & J Press; 1990 3. Käyser, AF, Creugers, NHJ, Plasmans, PJJM, Postema, N & Snoek, PA. Kroon- en brugwerk: uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1995 4. Kalk, W, Van Waas, MAJ, Van Os, JH, Postema, N De Volledige gebitsprothese in woord en beeld. Uitgangspunten voor diagnostiek en behandeling van de edentate patiënt. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2001 5. O'Brien, WJ. Dental materials and their selection. (3rd ed.) Chicago: Quintessence Publishing Co Inc; 2002 6. Laverman J.V. Volledig keramische restauraties. Compendium voor de tandheelkundige praktijk 2007/2008. Houten: Prelum uitgevers; 2007 Tentaminering
Schriftelijk open en/of multiple choice vragen. Practicum evaluatie op basis van toetswerkstukken.
83
BA280 Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling
Isiscode: BA280
7 ec
mw. drs. C.A.M. van Oort-Bongaarts prof.dr. A.M. Kuijpers-Jagtman
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
Introductie A
hoorcollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie werkgroep responsiecollege hoorcollege zelfstudie werkgroep preklinisch practicum responsiecollege werkgroep oefentoets
1 1
1 1 15 1 2 24 1 2 17 3 3 36 3 4 3 49 6 12
B
C
D
E
integratie
15 1 2 24 1 2 17 3 3 36 3 4 3 49 6 12 3 3 8
tentamen
3
totaal
51
149
3 3 8 3 200
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de algemene prenatale ontwikkelingsprocessen die van belang zijn voor het analyseren van biomedische problemen 84
globaal beschrijven (A). 2. U kunt de normale prenatale ontwikkeling van het aangezichtsgebied beschrijven en tevens enkele tandheelkundig relevante stoornissen in deze ontwikkeling beschrijven (B). 3. U kunt de microscopische structuur van gebitselementen en omringende structuren globaal in verband brengen met de functies van verschillende typen cellen en met de celproducten die daarbij van belang zijn (C). 4. U kunt de algemene principes van lichaamsgroei en gelaatsgroei onderkennen, dit voor zover relevant voor het analyseren van klinische orthodontische problematiek (D, E). 5. U kunt een gedetailleerd, beredeneerd onderscheid maken tussen normaal en afwijkend verloop van de gebitsontwikkeling op macroscopisch niveau (D, E). Beschrijving
Globale inhoud A. Algemene prenatale ontwikkeling B. Embryologie van schedel en aangezicht C. Gebitselementen en tandverplaatsing D. Lichaamsgroei en gelaatsgroei E. Gebitsontwikkeling op macroscopisch niveau Relatie tot het totale curriculum Blok 280 bouwt voort op de eerstejaarsblokken 110 "Ademhaling en circulatie", 111 "Hoofd en hals 1", 131 "Gebitselementen" en 140 "Parodontium 1". In deze blokken heeft u onder andere al kennis gemaakt met de anatomie en de fysiologie van het hoofd-hals-gebied en de microscopische structuur van gebitselementen en het parodontium. In blok 280 zullen de begrippen ontwikkeling en groei centraal staan. Aandacht zal worden besteed aan algemene prenatale ontwikkeling en meer in het bijzonder aan de ontwikkeling van het hoofd en de gebitselementen. Verder wordt aandacht besteed aan de postnatale groei van lichaam en gelaat en de ontwikkeling van de dentitie. De vaardigheden die u zich in dit blok eigen zult maken vormen de basis voor blok 380 "Toegepaste groei en ontwikkeling" en 480 "Principes van de klinische orthodontie".
85
Literatuur
1. Johnson, D.R., Moore, WJ. Anatomy for dental students , 4rd Ed., Oxford University Press, 2004. 2. Proffit WT. Contemporary Orthodontics (4rd Ed.), St Louis/Baltimore: Mosby; 2007 3. Nanci A. Ten Cate's Oral Histology, Development, Structure, and Function (6th Ed.), St Louis: Mosby; 2003 4. Linden FPGM van der. Gebitsontwikkeling (4e herz. druk), Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum; 1994 5. Blokboek blok 280 met bijbehorende handleidingen Tentaminering
Schriftelijk tentamen: multiple choice, goed-fout en/of open vragen.
86
BA290 Wetenschappelijke basisvaardigheden 2
Isiscode: BA290
3 ec
dr. J.C. Maltha dr. ir. E.M. Bronkhorst
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
A
hoorcollege werkgroep responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege zelfstudie practicum hoorcollege responsiecollege zelfstudie practicum hoorcollege werkgroep zelfstudie
3 2 2
B
C
D
15 1 4 19 2 1 2 14 2 1 2 8
tentamen
2
totaal
24
56
3 2 2 15 1 4 19 2 1 2 14 2 1 2 8 2 80
Hoofddoelstellingen
1. U kunt voor tandheelkundig onderzoek met betrekking tot interventie, etiologie en diagnostiek een effectief onderzoeksdesign opstellen dat een valide antwoord geeft op de onderzoeksvraag (A). 2. U kunt in een tandheelkundig onderzoek geschikte effectmaten (aansluitend op vraagstelling en gekozen design) berekenen (B). 3. U kunt voor de belangrijkste tandheelkundige effectmaten de berekende betrouwbaarheids-intervallen en p-waarden interpreteren en op grond daarvan de onderzoeksvraag beantwoorden (C). 87
4. U kunt wetenschappelijke tandheelkundige literatuur kritisch bestuderen en de resultaten daarvan klinisch toepassen volgens de principes van evidence based dentistry (D). Beschrijving
Globale inhoud A. Onderzoeksdesign B. Analyse effectmaten C. Interpretatie effectmaten D. Interpretatie wetenschappelijke literatuur Relatie tot het totale curriculum Blok 290 bouwt voort op het eerstejaars blok 190 "Wetenschappelijke basisvaardigheden 1" en wel in het bijzonder de onderdelen waarin u zich hebt beziggehouden met verschillende soorten onderzoeksdesign en statistische begrippen zoals betrouwbaarheid en vertekening. Er is geen directe inhoudelijke samenhang met andere tweedejaars blokken, maar de vaardigheden die u in dit blok zult verkrijgen kunnen uitermate behulpzaam zijn bij het interpreteren van onderzoeksverslagen en andere literatuur die de grondslagen vormen voor het klinisch handelen. Ook in het derde jaar van uw opleiding zult u deze vaardigheden nodig hebben, in het bijzonder bij het wetenschappelijke scholingsblok 390 omdat u daarin onder andere een literatuuronderzoek moet uitvoeren en een wetenschappelijke stage moet lopen. In beide situaties zult u in staat moeten zijn een gefundeerd wetenschappelijk oordeel over literatuur en over uw eigen handelen te geven. Literatuur
1. Blokboek 190 2. Blokboek 290 3. Brunette DM. Critical Thinking: Understanding and Evaluating Dental Research. Chicago: Quintessence; 1996 4. Zielhuis GA, Heydendael PHJM, Maltha JC, van Riel PLCM. Handleiding Medisch Wetenschappelijk Onderzoek. (3e druk). Maarssen: Elsevier; 2003 Tentaminering
Cognitieve toets, schriftelijk; multiple choice en open vragen
88
BA306 Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling
Isiscode: BA306
6 ec
drs. M. Sagius drs. F.W.M. Drijvers
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A, C, D, E, F practicum A, B, C, D, E,werkgroep F B zelfstudie
120 30
totaal
150
120 30 10
10
10
160
Hoofddoelstellingen
U kunt de tandheelkundige zorg voor een patientenbestand met eenvoudige problematiek van cariologische en parodontale aard adequaat uitvoeren. Beschrijving
Globale inhoud A. Anamnese en klinisch onderzoek/periodieke controle B. Opstellen behandelingsplan C. Professionele preventie van caries en parodontale aandoeningen D. Patientenvoorlichting en communicatie met patienten E. Toedienen van lokale anaesthesie F. Behandelen van eenvoudige cariologische en parodontale problemen Relatie tot het totale curriculum Het blok: ,,Integrale zorg 2: Eenvoudige behandeling van patiënten" is het vervolg van blok 206: ,,Integrale zorg 1: Toegepaste preventie". Er is hier sprake van een zgn. integraal blok, waarmee bedoeld wordt dat kennis en vaardigheden, opgedaan in diverse voorafgaande blokken in het eerste en tweede studiejaar, geïntegreerd dienen te worden toegepast. Dit blok is tevens het eerste geheel praktische, klinische blok; 89
patiënten worden aan u gekoppeld en in principe voor de resterende studieduur aan uw tandheelkundige zorg toevertrouwd. Hierdoor is het mogelijk uw eigen tandheelkundig handelen enkele jaren te vervolgen en te evalueren. Voor de werkzaamheden in dit blok zijn, behalve de kennis en vaardigheden opgedaan in blok 206, ook hetgeen u geleerd heeft in blok 100 en 207 "diagnostiek", 130 en 230 "Restauratie van gebitselementen", blok 112 "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie" en 120/220 "communicatie met patiënten" van essentieel belang. Literatuur
Daar de kennis en vaardigheden, die in dit blok vereist worden, reeds in voorafgaande blokken onderwezen en getoetst zijn, wordt voor de literatuur verwezen naar de blokboeken van de betreffende blokken. Tentaminering
Alle werkzaamheden, die in het kader van dit blok worden verricht, worden met de groeps-docent besproken en door deze beoordeeld. Alle beoordelingen tezamen bepalen het eindcijfer van blok 306.
90
BA307 Pijn
Isiscode: BA307
4 ec
mw. drs. M. Siers mw. drs. M.E.L. Nienhuijs
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
ContacturZelfstudieen uren
Sbu
A
hoorcollege zelfstudie responsiecollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie werkgroep responsiecollege zelfstudie werkgroep hoorcollege zelfstudie werkgroep hoorcollege zelfstudie practicum hoorcollege zelfstudie werkgroep responsiecollege
1
1 4 1 5 1 2 30 20 1 12 8 1 5 4 1 4 4 1 12 1 1 2
B C
D E
F
G
4 1 5 1 2 30 20 1 12 8 1 5 4 1 4 4 1 12
tentamen
1 1 2
totaal
49
72
121
Hoofddoelstellingen
1. U bent in staat om te differentiëren tussen dentogene en nietdentogene pijnklachten. 2. U bent in staat om de bij de pijnklacht behorende therapie aan te 91
geven. 3. U bent in staat om de patiënt uitleg te geven met betrekking tot de pijn. Beschrijving
Globale inhoud A. Fysiologische aspecten van pijn B. Psychologische aspecten van pijn C. Diagnostiek van pijn D. Interactie van pijn, pijnbeleving, medicatiegebruik en therapie E. Pijnanamnese F. Sensibiliteitstesten G. Medicamenteuze pijnbeïnvloeding Relatie tot het totale curriculum In blok "Pijn" vindt een integratie plaats vanuit verschillende disciplines om te komen tot een differentiële diagnose van de pijnklacht, en om deze vervolgens adequaat te kunnen behandelen. Hiertoe wordt teruggegrepen op het onderwijs uit de blokken 100 "Orale Diagnostiek" , 110 "Ademhaling en Circulatie", 111 "Hoofd en Hals 1", 207 "Diagnostiek en Planning", 210 "Ontstekingen en Infecties" en 112 "Beweging, zenuwstelsel en Locale anesthesie". In het derde jaarsonderwijs is het nauw verbonden met blok 330 "Endodontium" en 230 "Communicatie met patiënten 2". Aangezien de herkenning, bestrijding en voorkoming van pijn wezenlijke onderdelen van de tandheelkunde zijn, is het blok "Pijn" als speerpunt te beschouwen. Literatuur
1. Centrale medisch pharmaceutische commissie van de ziekenhuisraad. Farmacotherapeutisch kompas. 2. Page PC, Curtis MJ, Sutter MC, Walker MJA, Hoffman BB. Integrated Pharmacology (2nd ed). London: Mosby; 2002 3. Thoden van Velzen SK e.a.: Endodontologie. (2e druk). Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum. 1995 4. Reader: artikelen en hoofdstukken uit overige handboeken Tentaminering
Schriftelijk tentamen; multiple choice en open vragen. 92
BA310 Metabolisme en Genetica
Isiscode: BA310
6 ec
dr. G. Vervoort
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
Inleiding
hoorcollege 1 werkgroep 1 hoorcollege 1 responsiecollege 1 zelfstudie hoorcollege 3 responsiecollege 2 werkgroep 4 zelfstudie hoorcollege 1 responsiecollege 1 zelfstudie hoorcollege 1 responsiecollege 2 zelfstudie hoorcollege 1 responsiecollege 4 zelfstudie contactonderwij 6 s zelfstudie hoorcollege 2 3
A
B
C
D
E
F
afsluiting tentamen totaal
10
16
10
22
24
34
1 1 1 1 10 3 2 4 16 1 1 10 1 2 22 1 4 24 6
44
44 2 3
126
160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt uitleggen hoe het endocriene stelsel is gebouwd en hoe het functioneert in termen van regelkringen voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van hierop betrekking hebbende 93
2.
3. 4.
5.
klinische en biomedische problematiek die zich in de tandheelkundige praktijk kan voordoen (A). U kunt klachten die samenhangen met het endocriene stelsel analyseren en globale vervolgstrategieën aangeven ter behandeling en begeleiding van een aantal veel voorkomende endocriene afwijkingen waaronder diabetes mellitus, die in de tandheelkundige praktijk gezien worden (A). U kunt afwijkingen herkennen en in verband brengen met erfelijke aandoeningen in de tandheelkundige praktijk (B). U kunt de normale bouw en functie van het darmstelsel, de nieren en de urinewegen beschrijven voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van hierop betrekking hebbende klinische en biomedische problematiek die zich in de tandheelkundige praktijk kan voordoen (C). U kunt oorzaken en gevolgen beschrijven van een aantal aandoeningen van het darmstelsel en urogenitaal stelsel waaronder slikstoornissen, maag-, darm- en leverziekten, nierinsufficiëntie, die zich in de tandheelkundige praktijk kunnen voordoen (D en E).
Beschrijving
Globale inhoud A. Hormonale regelsystemen B. Genetica C. Bouw en werking van het spijsverteringsstelsel D. Glucosestofwisseling en diabetes E. Water- en zouthuishouding F. Keuzeonderwijs Relatie tot het totale curriculum Patiënten die door de tandarts worden begeleid en behandeld kunnen naast de tandheelkundige afwijkingen tal van andere, medische aandoeningen hebben. Dergelijke aandoeningen kunnen om verschillende redenen relevant zijn. Enerzijds kunnen tandheelkundige afwijkingen worden veroorzaakt door meer algemene aandoeningen, en aldus een symptoom, soms zelfs het eerste symptoom, zijn van een ziekte. Anderzijds zal een ingestelde tandheelkundige behandeling, bijvoorbeeld door veranderingen in het voedingspatroon, gevolgen kunnen hebben voor al langer bestaande 94
aandoeningen van de patiënt. Tenslotte kunnen bestaande medische aandoeningen of medische behandelingen gevolgen hebben voor de manier waarop een tandheelkundige behandeling moet worden uitgevoerd. De populatie waar de tandarts zorg voor draagt is de afgelopen jaren nogal veranderd, met name is in dit kader de voortgaande vergrijzing van belang. Steeds vaker zal de tandarts oudere patiënten behandelen. Bovendien is, mede dankzij zijn/haar zorg, het percentage ouderen dat nog een eigen gebit heeft de afgelopen jaren sterk toegenomen. In de nabij gelegen toekomst zal deze tendens zich in sterke mate voortzetten. Bij oudere patiënten is de kans dat er sprake is van andere medische aandoeningen sterk verhoogd. Deze aspecten maken het medisch onderwijs binnen het tandheelkundig curriculum meer relevant. Het blok "Metabolisme en Genetica" is een tweede groot, medische georiënteerd blok in het curriculum en wordt gevormd door een compositie van medische onderwerpen die voor de tandheelkundige praktijk van belang kunnen zijn. De benadering van de stof vindt uitdrukkelijk vanuit de tandheelkundige praktijk plaats, waarbij de gezondheidsvragenlijst, zoals behandeld in blok 207 "Diagnostiek en planning", een belangrijke rol speelt. De verschillende onderdelen van het blok zullen worden geïntegreerd aan de hand van een aantal thema's. Dit blok heeft raakvlakken met diverse andere medische en niet-medische blokken. Binnen het blok 110, "Ademhaling en circulatie", zijn het autonome zenuwstelsel en het circulatoire systeem aan de orde gekomen; het huidige blok borduurt hier op voort. In blok 280, "Lichaamsgroei, gelaatsgroei, gebitsontwikkeling" is een onderdeel over hormonen opgenomen, dat nauw aansluit bij dit blok. Verder bestaan er raakvlakken met blok 311, "Hoofd en hals 2", ten aanzien van afwijkingen in mond en hals, en met blok 307, "Pijn", waarin stress systemen kort aan de orde komen. Tenslotte zullen een aantal onderwerpen terug komen in het vierde jaars blok 410, "Medische anamnese en onderzoek, cardiorespiratoire dysfuncties". Keuzeonderwijs (F) Dit blok kent een algemeen deel en een keuzedeel. De tandarts kan in tal van situaties te maken krijgen met algemene medische problemen. 95
Een aantal belangrijke onderwerpen die binnen dit blok vallen worden systematische uitgewerkt (zie globale inhoud). Benadrukt moet echter worden dat de diversiteit van medische problemen die de tandarts in zijn praktijk kan tegenkomen zo groot is dat nooit alle voorkomende problemen kunnen worden behandeld. Het allerbelangrijkste is dan ook om binnen dit blok de algemene principes en handelwijzen te leren, die op elk probleem toepasbaar zullen zijn. Om dit aspect te benadrukken, is het keuzeonderwijs opgezet. Hierbij zal elke student aan de hand van een casus een individueel medisch probleem uitwerken en vertalen naar de praktijk in de vorm van een presentatie. In dit onderdeel lopen een aantal onderwerpen parallel. Literatuur
1. Widmaier EP, Raff H, Strang KT Vander's Human Physiology: The mechanisms of body function (10th ed). McGraw-Hill Companies 2005. 2. Page PC, Curtis MJ, Sutter MC, Walker MJA, Hoffman BB. Integrated Pharmacology. 3nd ed. London: Mosby; 2006 3. In verschillende hoofdstukken wordt gebruik gemaakt van verwijzingen naar informatie die kan worden verkregen van het internet. Hierbij is getracht uitsluitend stabiele en betrouwbare websites te kiezen. Veelal betreft het hier sites van officiële beroepsorganisaties of van de overheid, zoals http://www.niddk.nih.gov/. Op het computerscherm zijn de diverse websites in dit blokboek opgenomen als hyperlinks en daarmee door aanklikken direct oproepbaar binnen een nieuw scherm. Het blokboek is als document te verkrijgen via blackboard. 4. Reader, als bijlage bij het blokboek, welke eveneens als document te verkrijgen is via blackboard. Tentaminering
De toets zal bestaan uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel betreft een uitgewerkte casus in het kader van het keuzeonderwijs, die zowel mondeling als schriftelijk (werkstuk) wordt gepresenteerd. De beoordeling van het keuzeonderwijs telt voor 40% mee voor het eindcijfer. Het tweede onderdeel, de eindtoets, bestaat uit meerkeuze vragen. Voor een voldoende resultaat moet er minimaal een 5.50 gehaald worden. 96
Voor zowel het keuzeonderwijs als voor de eindtoets dient tenminste een 5,0 behaald te worden.
97
BA311 Hoofd en hals 2
Isiscode: BA311
6 ec
mw. drs. M.E.L. Nienhuijs drs. A. Soehardi
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
hoorcollege 5 responsiecollege 5 zelfstudie B hoorcollege 2 werkgroep 2 responsiecollege 1 zelfstudie C hoorcollege 1 reponsiecollege 1 zelfstudie D hoorcollege 4 responsiecollege 1 zelfstudie practicum 4 werkgroep 2 E hoorcollege 1 werkgroep 2 responsiecollege 1 zelfstudie F hoorcollege 6 responsiecollege 2 zelfstudie G hoorcollege 2 werkgroep 2 responsiecollege 1 zelfstudie tentamen 2 nabespreking 1 totaal 48
30
14
2
20
8
16
16
106 98
5 5 30 2 2 1 14 1 1 2 4 1 20 4 2 1 2 1 8 6 2 16 2 2 1 16 2 1 154
Hoofddoelstellingen
1. U bent in staat om de bouw en ligging van structuren in het hoofdhalsgebied te beschrijven en aan te wijzen voor zover relevant voor de chirurgische diagnostiek, kleine kaakchirurgie en oromaxillofaciale aandoeningen. 2. U kunt de beginselen van de algemene chirurgie weergeven. 3. U kunt wegen aangeven om een anamnese af te nemen, een extraen intraoraal onderzoek te verrichten, een differentiële diagnose op te stellen en een status in te vullen. 4. U kunt wegen aangeven om van een differentiële diagnose tot een diagnose te komen. 5. U kunt de etiologie, diagnostiek, preventie en de conservatieve, medicamenteuze en operatieve behandeling van aangeboren en verworven afwijkingen en ziekten in het oro-faciale gebied beschrijven. 6. U kunt voor zover van toepassing de röntgenologie en histopathologie integreren in de diagnostiek. Beschrijving
Globale inhoud A. Anatomie 2 B. Algemene chirurgie C. Onderzoek D. Dento-alveolaire chirurgie E. Dento-alveolaire traumatologie F. Dentogene ontstekingen G. Slijmvliesafwijkingen Relatie tot het totale curriculum Blok 311 bouwt voort op blok 111 "Hoofd en hals 1", en blok 112 "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie". Binnen het derde jaar heeft blok 311 duidelijke relatie met blok 307 "Pijn", waar specifiek pijndiagnostiek en pijnbehandeling aan de orde komen, die niet in blok 311 worden behandeld. De cognitie die de student zich eigen gemaakt heeft en de vaardigheden die bij het fantoom practicum worden verworven in blok 311 dienen als onderbouw voor blok 411 "hoofd en hals 3", blok 470 "Interne stage mond- en kaachirurgie"en blok 576 "Externe stage mond-, kaak- en aangezichtschirurgie". 99
Literatuur
1. Boering G, Baart JA, Reenen GJ van, & Voorsmit RACA. Gebitsextractie (2e geheel herziene druk). Maarssen: Elsevier/Bunge; 1998 2. Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad. Farmacotherapeutisch Kompas; 1998 3. Nederlands/Engels Medisch Woordenboek 4. Sobotta. Atlas van de Menselijk Anatomie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2000 5. Stegenga B, Vissink A, de Bont LGM. Mondziekten & Kaakchirurgie. Assem: Van Gorcum; 2000 6. Stoelinga PWJ, Brouns JJA. Mondchirurgie voor tandartsen. Bohn Stafleu Van Loghum; 1997 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: Multiple choice en/of open vragen.
100
BA320 Communicatie met patiënten 2
Isiscode: BA320
3 ec
drs. M. Assman prof. dr. G.J. Truin
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
A
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege zelfstudie practicum hoorcollege responsiecollege zelfstudie responsiecollege zelfstudie
2 2
B
C
D
25 2 10 8 2 2 15 1 9
tentamen
2
totaal
21
59
2 2 25 2 10 8 2 2 15 1 9 2 80
Hoofddoelstellingen
U bent in staat patiënten te begeleiden en therapietrouw te bevorderen. U bent in staat adequaat te communiceren met (specifieke groepen van) patiënten en herkent ethisch relevante aspecten in de communicatie. 1. U kunt de problematiek rond patiënteninstructie en patiëntenbegeleiding beschrijven (A). 2. U kunt het proces van gedragsverandering en het bevorderen van therapietrouw beschrijven (A). 3. U kunt patiënten met hevige tandartsangst herkennen en de basisvaardigheden ten aanzien van de behandeling van deze angst beschrijven aan de hand van gedragswetenschappelijke behandelingsmodellen (A). 4. U kunt de gespreksmodellen tav het adviseren, het meedelen van 101
slecht nieuws en het onderhandelen met patiënten beschrijven en deze toepassen in de praktijksituatie (B). 5. U kunt de specifieke tandheelkundige zorg van verschillende patiëntengroepen beschrijven en op basis hiervan de behandeling van deze patiënten optimaliseren (C). 6. U kunt medisch-ethische keuzesituaties beschrijven inzake privacy, informatieverstrekking en therapie-ontrouw, alsmede van de normen die daarin relevant zijn en kunt op basis hiervan medischethische keuzesituaties analyseren en verhelderen (D). Beschrijving
Globale inhoud A. Gedragswetenschappelijke aspecten rond patiënteninstructie, begeleiding en gedragsverandering B. Communicatieleer C. Gedragswetenschappelijke aspecten t.a.v. specifieke patiëntengroepen (o.a. ouderen) D. Medisch ethische aspecten in de tandarts-patiëntrelatie Relatie tot het totale curriculum De blokken Communicatie met patiënten 1 en 2 (respectievelijk 220 en 320) maken deel uit van de 20-lijn "Tandheelkundige gezondheidszorg" en richten zich op het brede terrein van de tandartspatiëntrelatie, waaronder o.a. gespreksvoering, anamnesetechnieken en patiëntenvoorlichting, alsmede psychologische en gedragsmatige aspecten binnen de hulpverleningssituatie vallen. Het blok 320 vormt een theoretische en praktische inleiding op de blokken 306 "Integrale zorg 2" en 360 "Functie en functieherstel bij edentaten". In deze blokken zullen de in 320 aangeleerde vaardigheden in de praktijk met patiënten worden toegepast en geëvalueerd. Literatuur
1. Eijkman, M.A.J., Duyx, M.P.M.A. & Visser, A.Ph. (1998). Patiëntenvoorlichting en mondgezondheid. Houten/Diegem: Bohn, Stafleu, Van Loghum 2. Eli, I. Oral psychophysiology: stress, pain and behaviour in dental care. Boca Raton: CRC Press; 1992 102
3. Nuy, M., Gordijn, B. & Truin, G.J. (2002). De prudente tandarts: ethische reflectie in de tandheelkunde. Amsterdam: Uitgeverij SWP 4. De Jongh A. Angst voor de tandarts. Assen: Van Gorcum, 2006 5. Reader: artikelen en hoofdstukken uit overige handboeken Tentaminering
Schriftelijk, open vragen.
103
BA330 Endodontium
Isiscode: BA330
6 ec
mw. drs. A.G.M. Bouwman mw. drs. M. Siers
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
responsiecollege 1 zelfstudie responsiecollege 1 zelfstudie responsiecollege 1 zelfstudie responsiecollege 1 practicum 4 zelfstudie responsiecollege 1 zelfstudie practicum 4 practicum 47 responsiecollege 1 zelfstudie practicum 47 hoorcollege 1 zelfstudie 2
B C D
E
F G, H, I
J, K tentamen totaal
111
4 5 4
10 15
7
4
49
1 4 1 5 1 4 1 4 10 1 15 4 47 1 7 47 1 4 2 160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de etiologie van aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels beschrijven en, aan de hand hiervan, gerichte preventie van deze aandoeningen aangeven. 2. U kunt aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels diagnosticeren en de daarbij behorende therapie indiceren. 104
3. U kunt de mogelijke vervolgbehandelingen na de onder 2 vermelde therapieën aangeven en indiceren. 4. U kunt de diverse endodontische behandelingen beschrijven en de voor het behandelresultaat van belang zijnde aspecten daarbij aangeven. 5. U kunt, in een fantoomopstelling, de diverse fasen van de wortelkanaalbehandeling uitvoeren. 6. U kunt bij patiënten aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels diagnosticeren, de juiste therapie indiceren, en de daartoe noodzakelijke voorbereidende handelingen treffen. 7. U kunt bij patiënten, als eenvoudig geclassificeerde, wortelkanaalbehandelingen uitvoeren in de diverse typen gebitselementen. 8. U kunt bij patiënten het resultaat van endodontische behandelingen evalueren, oorzaken van falen aangeven, en de juiste vervolgtherapie indiceren. Beschrijving
Globale inhoud A. Etiologie van endodontische aandoeningen B. Endodontische aspecten van traumata C. Preventie van endodontische aandoeningen D. Diagnostiek van endodontische aandoeningen E. Indicatie voor en uitvoering van endodontische behandelingen, herbehandelingen en chirurgie F. Preklinische uitvoering van endodontische behandelingen G. Klinische uitvoering van endodontische behandelingen H. Verlichting van pre-, per- en postoperatieve pijn I. Evaluatie van endodontische behandelingen en behandelresultaat J. Endodontische vervolgbehandelingen K. Bleken van endodontisch behandelde gebitselementen Relatie tot het totale curriculum Het blok "Endodontium" bouwt voort op het onderwijs vanuit eerste en tweede studiejaar, en is gelieerd aan blokken uit het derde studiejaar. Zo komen de blokken 100 "Orale diagnostiek", 207 "Diagnostiek en planning" en het blok 307 "Pijn" samen in de 105
diagnostiek van aandoeningen van het endodontium en de daarmee in verbinding staande weefsels. De etiologie van deze aandoeningen wordt verder uitgebreid na de blokken 130 en 230 "Restauratie van gebitselementen 1 & 2", 150 "Functie en functieherstel", 140 "Parodontium 1" en 131 "Gebitselementen". Ondersteuning hierbij vindt plaats aan de hand van het onderwijs vanuit de blokken "Ademhaling en circulatie" (110), "Hoofd en hals 1" (111), "Ontstekingen en infecties" (210), "Beweging, zenuwstelsel en locale anaesthesie" (211) en "Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling" (280). Het blok "Communicatie met patiënten 1" (220) is bij het klinische deel van blok "Endodontium" waardevol. In het vijfdejaars keuzeonderwijs zal worden ingegaan op de behandeling van complexe endodontische problemen, en is tijd ingeruimd voor het aanleren van nieuwe technieken en het werken met nieuwe instrumenten en materialen. Al met al zijn endodontische behandelingen gericht op het bestrijden van pijn en op het behoud van het betreffende gebitselement, en op het voorkómen van ernstige systemische gevolgen van deze aandoeningen voor de patiënt. Als zodanig fungeert blok "Endodontium" als pijler voor de navolgende blokken van het curriculum. Literatuur
1. Thoden van Velzen SK et al: Endodontologie. Bohn, Stafleu, Van Loghum, Houten. 1995 2. Reader endodontische artikelen en hoofdstukken uit overige handboeken Tentaminering
Schriftelijk tentamen met open vragen. Evaluatie op basis van gevolgde practica en klinische beoordelingen.
106
BA350 Functie en functieherstel 3
Isiscode: BA350
5 ec
drs. A.J. de Rijk drs. G.J.P.F. Ruigewaard
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
hoorcollege responsie préklinisch practicum hoorcollege responsie préklinisch practicum hoorcollege werkgroep hoorcollege responsie préklinisch practicum hoorcollege responsie préklinisch practicum geïntegreerd in overige
B
C D
E
F
2 2 16
8
2 10 16
2 5 36
22
2 27 36
1 15 1 2 12 2 2 8
6 10
6
1 21 1 12 12 2 8 8
onderdelen
tentamen
2
2
totaal
108
52
160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt onder gesimuleerde klinische omstandigheden zelfstandig een van de functies van een gemutileerd gebit herstellen met opbouwen, (partiële) kronen en brugsystemen. 2. U kunt onderdelen van een behandelingsplan opstellen en hierbij 107
rekening houden met de mogelijkheden die een tandheelkundig team biedt voor de uitvoering van het plan. Beschrijving
Globale inhoud A. Vervangen van ontbrekende elementen met vaste systemen B. Patiëntensimulatie C. Behandelingsplanning D. Opbouwen van verloren gegaan tandmateriaal bij vitale elementen E. Ontwikkelingen in occlusie opbouw: inzichten en technieken F. Samenwerking met tandtechnici Relatie tot het totale curriculum In de blokken 150 en 250 "Functie en functieherstel I en II" heeft u geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. In de restauratieve sfeer stond de extra-coronaire slijptechniek centraal in een standaard fantoomopstelling. In het blok "Functie en functieherstel III" worden deze onderwerpen verder verdiept. Daarnaast komt in onderdeel A het vervangen van gebitselement met vaste voorzieningen aan de orde. U leert situaties waarin sprake is van een tandboogonderbreking probleemgericht te benaderen te behandelen met verschillende brugsystemen. In onderdeel B wordt uitgebreid ingegaan op het opbouwen van verloren gegaan tandmateriaal bij vitale gebitselementen. Hierbij zijn de vaardigheden die u heeft geleerd in de blokken 130 en 230 "Restauratie van gebitselementen I en II" essentieel. In onderdeel C staat behandelingsplanning centraal. In werkgroepen gaat u behandelingsplannen opstellen voor (gecompliceerde) occlussieopbouw patiënten. Dit onderdeel dient tevens als voorbereiding op het 4e jaar, waar met de patiëntenbehandeling begonnen wordt. Daarnaast wordt meer en meer toegewerkt naar de klinische situatie met het onderdeel patiëntensimulatie (onderdeel D). Tijdens dit onderdeel wordt op natuurlijke gerestaureerde gebitselementen de volledige procedure vanaf het indiceren tot het cementeren van de kroon doorlopen. Hierbij zal vooral op specifieke patiënt gerelateerde 108
problematiek worden ingegaan. Gedurende het jaar wordt, binnen de genoemde onderdelen, ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de occlusie opbouw (onderdeel E). Tevens krijgt, binnen de genoemde onderdelen, de samenwerking en communicatie met tandtechnici (onderdeel F) speciale aandacht. Literatuur
1. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, Snoek PA. Kroon- en brugwerk: Uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1995 2. Naeije M, Van Loon LAJ. Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1998 3. O'Brien WJ. Dental Materials and Their Selection (3th ed). Chicago: Quintessence Publishing Co, Inc; 2002 Tentaminering
Schriftelijk tentamen met open vragen en/of multiple choice vragen. Practicum evaluatie op basis van toetswerkstukken.
109
BA360 Functieherstel bij edentaten
Isiscode: BA360 ec
4
dr. W.M.M. Fennis drs. T.J. Creugers
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
werkbespreking klinisch practicum werkbespreking klinisch practicum werkbespreking klinisch practicum werkbespreking klinisch practicum werkbespreking klinisch practicum werkbespreking integraal cognitief Mc / open
B
C
D
E
F toetsvorm
totaal
1 12
8
1 20
2 3
2
2 5
12 42
12
12 54
2 3
9
2 12
4
2 7
2 3 1
1
2
2
85
35
120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt in grote lijnen klinisch beoordelen welke specifieke behandelingsmogelijkheden toegepast kunnen worden om een verdere resorptie van de processus alveolaris tegen te gaan dan wel om de functie te verbeteren. 2. U kunt onder begeleiding in klinische omstandigheden de functie herstellen of verbeteren bij edentate patiënten met behulp van een 110
volledige gebitsprothese. Beschrijving
Globale inhoud A. Anamnese, behandelplanning, beoordeling en correctie gebitsprothese B. Fysiologie van de edentate mond C. Functieherstel met de volledige gebitsprothese D. Remounten, reoccluderen en relatieherstel van een gebitsprothese E. Reparaties, rebase / reline van een gebitsprothese F. Samenwerking en communicatie met tandtechnici Relatie tot het totale curriculum In het blok 150 "Functie en functieherstel I" heeft u inleidende kennis verkregen met betrekking tot gebitsfuncties. Tevens heeft u elementaire vaardigheden verworven om de gebitsfuncties te herstellen. Daarbij is nadruk gelegd op situaties waarbij delen van gebitselementen verloren zijn gegaan of waarbij enige gebitselementen geheel ontbreken. In blok 250 "Functie en functieherstel II" werden zowel kennis als vaardigheden verruimd. Uitgaande van de anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel kwamen doelstellingen voor functieherstel bij zowel dentate als edentate patiënten aan de orde. Overeenkomsten maar ook verschillen kregen hierbij de aandacht. Voor wat betreft Functieherstel bij edentaten kwamen in blok 250 "Functieherstel II" in een preklinische situatie (patiëntsimulatie) een aantal stappen bij het vervaardigen van een volledige prothese aan de orde. Een belangrijk aspect daarbij was de communicatie met de tandtechnicus. In samenwerking met het Instituut Vakopleiding Tandtechniek werden diverse stadia in de vervaardiging van een gebitsprothese doorlopen. In dit blok brengt u het geleerde in de praktijk, door bij een patiënt in samenwerking met een tandtechnicus een volledige prothese te vervaardigen. In het vierde studiejaar (blok 466) vindt onderwijs plaats in diagnostiek en behandeling van patiënten met sterk gereduceerde dentities. De mate van reductie in deze categorie patiënten kan variëren. Dit leidt ertoe dat keuzen moeten worden gemaakt tussen (gecontroleerde) occlusie afbouw dan wel occlusie herstel. Blok 466 111
"Functie(herstel) van de sterk gereduceerde dentitie richt zich met name op deze groep patiënten. Vaak zijn hierbij uitneembare prothetische voorzieningen geïndiceerd, zoals volledige overkappingsprothesen en partiële prothesen. In het vijfde studiejaar komt de prothetische tandheelkunde, die alle onderdelen omvat, aan de orde in het blok 506 "Integrale tandheelkunde voor volwassenen". In een keuzevak kunnen bepaalde vaardigheden worden vergroot. Literatuur
1. Kalk W. et al. (eds.). De volledige prothese in woord en beeld.Uitgangspunten voor diagnostiek en behandeling van de edentate patiënt. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2001 2. O'Brien WJ. Dental Materials and Their Selection (3th ed). Chicago: Quintessence Publishing Co, Inc; 2002 Tentaminering
Schriftelijk tentamen met open en multiple choice vragen. Practicum evaluatie op basis van patiënten behandeling.
112
BA380 Toegepaste groei en ontwikkeling
Isiscode: BA380
6 ec
mw. drs. C.A.M. van Oort-Bongaarts prof.dr. A.M. Kuijpers-Jagtman
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
inleidiend 1 college hoorcollege 1 zelfstudie responsiecollege 2 hoorcollege 2 preklinisch 12 practicum zelfstudie responsiecollege 4 hoorcollege 2 werkgroep 12 zelfstudie responsiecollege 4 hoorcollege 2 zelfstudie responsiecollege 4 zelfstudie preklinisch 3 practicum
B
C
D
Integratie
oefentoets tentamen
3
totaal
52
1
15
30
30
24 6
1 15 2 2 12 30 4 2 12 30 4 2 24 4 6 3
3
3 3
108
160
Hoofddoelstellingen
1. U kunt een oordeel vormen over de etiologie van orthodontische en gelaatsorthopaedische afwijkingen (A). 2. U kunt de morfologie van het gelaat, de positie van de kaken en 113
dentitie daarin, alsmede de gelaatsgroei analyseren (B). 3. U kunt orthodontische en gelaatsorthopaedische afwijkingen analyseren en u bent op basis van de verzamelde gegevens in staat een diagnose te formuleren (C). 4. U bent op de hoogte van de uitgangspunten in de communicatie tussen kind, ouders. U bent in staat bij kinderen angst voor een tandheelkundige behandeling te verminderen en daarbij een kind te motiveren voor een tandheelkundige behandeling (D). Beschrijving
Globale inhoud A. Etiologie B. Gelaatsanalyse en cefalometrische analyse C. Analyse van orthodontische en gelaatsorthopaedische afwijkingen D. Ontwikkelingspsychologie Relatie tot het totale curriculum Blok 380 bouwt voort op het tweedejaarsblok 280 "Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling". In dit blok heeft u onder andere kennis gemaakt met de prenatale en postnatale ontwikkeling van het gelaat en de dentitie. In blok 380 zal aandacht worden besteed aan het ontstaan en aan de diagnose van orthodontische en gelaatsorthopaedische afwijkingen. De vaardigheden die u zich in dit blok eigen zult maken, vormen de basis van blok 480 "Principes van de klinische orthodontie". Het laatste onderdeel van blok 380 "Ontwikkelingspsychologie" is tevens de basis voor blok 406 "Kinderen en jongeren". Literatuur
1. Amerongen WE, Berendsen WJH, Martens LC, Veerkamp JSJ (eds). Kindertandheelkunde (studenteneditie, tweedelig). Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2002 2. Proffit, W.T. (1999). Contemporary Orthodontics. (4rd ed.) St. Louis/Baltimore: Mosby Year; 2007 3. Rakosi T, Jonas I & Graber TM. Orthodontic Diagnosis. Thieme Medical Publishers Inc. New York; 1993 4. Diverse auteurs, Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. 107; 2000 114
Tentaminering
De toets bestaat uit een schriftelijk tentamen met open vragen en/of multiple choice vragen. Een deel van de vragen wordt gesteld aan de hand van één of meerdere casus.
115
BA390 Wetenschappelijke basisvaardigheden 3
Isiscode: BA390 ec
14
dr. J.G.C. Wolke dr. C.M. Kreulen
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
A, B, C
hoorcollege werkgroep werkgroep stage
D, E, F
Totaal
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren 2 2 7 71 78 4 4 316 316 13
387
400
Hoofddoelstellingen
1. U kunt met behulp van relevante wetenschappelijke literatuur en in samenspraak met een senioronderzoeker een tandheelkundige vraagstelling beschrijven, de probleemstelling analyseren en een onderzoeksopzet definiëren. 2. U kunt met behulp van relevante wetenschappelijke literatuur en mondelinge informatie verkregen van een senioronderzoeker zelfstandig een onderzoeksprotocol opstellen volgens algemeen geldende richtlijnen. 3. U kunt een wetenschappelijk onderzoeksproject beheren en uitvoeren. 4. U kunt over een wetenschappelijk onderzoeksproject op een adequate wijze schriftelijk rapporteren in de vorm van een wetenschappelijk verslag (Bachelorscriptie) dat voldoet aan verscheidene criteria. 5. U kunt over een wetenschappelijk onderzoeksproject op grond van het onderzoeksverslag mondeling rapporteren volgens een vaste opzet. Beschrijving
Globale inhoud A. Onderzoeksoriëntatie B. Basisvaardigheden schriftelijke verslaglegging C. Basisvaardigheden (mondeling) presenteren 116
D. Uitvoeren van een onderzoeksproject E. Schrijven van een onderzoeksverslag (Bachelorscriptie) F. Presentatie van onderzoeksresultaten Relatie tot het totale curriculum Het blok BA390 maakt deel uit van de lijn Wetenschappelijke basisvaardigheden (de "90-lijn"). De academische vaardigheden die u in deze lijn verwerft ondersteunen het interpreteren van (gepubliceerde) onderzoeksinformatie, de grondslag voor de klinische tandheelkunde, en staan dus in dienst van uw functioneren als tandarts. Hierdoor kunt u gefundeerde behandelkeuzes maken in de praktijk. Het blok Wetenschappelijke basisvaardigheden 3 (BA390) is het afsluitende onderdeel van de 90-lijn. Het blok bouwt voort op het eerstejaars blok BA190 en het tweedejaars blok BA290 en de vaardigheden die u eerder hebt verworven gaat u nu geïntegreerd toepassen. U kiest een thema voor een onderzoeksonderwerp, maakt een onderzoeksprotocol en voert het onderzoeksproject (stage) uit. U doet hiervan mondeling verslag en stelt een onderzoeksverslag (scriptie) samen. Door het uitvoeren van onderzoek en het interpreteren van de resultaten krijgt u inzicht in allerlei aspecten van tandheelkundig wetenschappelijk onderzoek. Dit bevordert een kritische beschouwing van de wetenschappelijke informatie. Het schrijven van een (wetenschappelijke) verhandeling en het mondeling presenteren zijn vaardigheden die van nut zijn bij het opstellen en presenteren van behandelplannen, het schrijven van verwijsbrieven en de uitvoering van (keuze)blokken in de verdere studie. Literatuur
1. Blokboek BA390 2. Zielhuis GA, Heydendael PHJM, Maltha JC, van Riel PLCM. Handleiding medisch wetenschappelijk onderzoek (4e herziene druk). Maarssen: Elsevier; 2006. 3. Brunette DM. Critical Thinking: Understanding and Evaluating Dental Research. Chicago: Quintessence; 1996. Tentaminering
117
Evaluatie van het onderzoeksprotocol (schriftelijke en mondelinge verslaglegging) en beoordeling van het onderzoeksproject (uitvoering, scriptie en mondelinge presentatie).
118
MA406 Integrale zorg 3: complexe behandelingen integratie
Isiscode: MA406
6 ec
drs. F.W.M. Drijvers dr. H.J.P. Kroeze
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A-E A-E
practicum zelfstudie
totaal
160
160
10
160 10
10
170
Hoofddoelstellingen
U kunt de tandheelkundige zorg voor een patiëntenbestand met complexe problematiek van cariologische, parodontale en endodontologische aard integraal en adequaat uitvoeren. Beschrijving
Globale inhoud A. Preventie en voorlichting B. Operatieve behandeling van complexe cariologische en endodontologische problemen C. Gezondheidsrisico's D. Patiëntmanagement E. Administratie Relatie tot het totale curriculum Het blok "Integrale zorg 3" is een vervolg op de blokken 206 "Integrale Zorg 1: Toegepaste Preventie" en 306 "Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling". Er is sprake van een integraal klinisch blok, waarmee bedoeld wordt dat competenties, vaardigheden en houdingsaspecten opgedaan in diverse voorafgaande blokken van de eerste 3 studiejaren geïntegreerd dienen te worden toegepast. Aangezien de klinische vierdejaars blokken organisatorisch met elkaar 119
zijn verweven, vindt de behandelplanning voor blok 406 plaats binnen blok 496. Wanneer dit blok wordt afgesloten als onderdeel van het vierde studiejaar kunt u zelfstandig patiënten behandelen met complexe problemen op het gebied van de cariologie en de endodontologie. Het behandelplan zal steeds leidraad zijn voor de verrichtingen die bij een patiënt moeten worden uitgevoerd. Daarbij zullen aspecten die in vele blokken (m.n. de blokken 100, 131, 06-lijn, 07-lijn, 20-lijn, 30-lijn en 40-lijn) in de eerste drie jaren aan de orde geweest zijn zoals anamnese, diagnostiek, therapie en evaluatie alsook gezondheidsrisico's, patiëntmanagement, administratie, communicatie en hygiëne centraal staan en geïntegreerd moeten kunnen worden toegepast. Het opstellen van behandelplannen en de bespreking cq presentatie hiervan (geintegreerd met de blokken 440/456/466) is een cruciaal onderdeel van blok 406. Literatuur
Daar u reeds kennisgemaakt heeft met bovengenoemde onderdelen in een aantal blokken uit de eerste drie jaren van uw opleiding wordt voor de literatuur verwezen naar de blokboeken van de betreffende blokken. Tentaminering
Toetsing vindt plaats op basis van de verrichtingen uitgevoerd bij patiënten. Beoordeling van de verrichtingen en de behandelingsplannen vindt plaats op basis van een vierpuntsschaal. In het blokboek van 406 staat precies omschreven aan welke kwalitatieve en kwantitatieve eisen u moet voldoen.
120
MA407 Kinderen en jongeren
Isiscode: MA407
3 ec
dr. G. Stel mw. drs. C. Goumans
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A-F
hoorcollege 8 responsiecollege 4 werkgroep 12 zelfstudie 2
tentamen totaal
26
54
54
8 4 12 54 2 80
Hoofddoelstellingen
U beschikt over voldoende inzicht en kennis om op technisch en psychologisch verantwoorde wijze de tandheelkundige tandheelkundige verzorging van communicatief goed benaderbare patiënten van 2 tot 18 jaar te gaan uitvoeren. Beschrijving
Globale inhoud A. Anamnese, diagnostiek en preventie in de kindertandheelkunde B. Gebitsontwikkeling in de kindertandheelkunde C. Ontwikkelingsstoornissen van het gebit D. Psychologie in de kindertandheelkunde E. (Restauratieve) tandheelkundige behandeling van kinderen en behandelingsplanning F. Traumata Relatie tot het totale curriculum Het blok kinderen en jongeren (integratie) is een cognitief blok waarin specifiek kindertandheelkundige onderwerpen worden behandeld. De opgedane kennis zal in het volgende studiejaar worden toegepast tijdens het klinisch practicum (patiëntenbehandeling). Het blok heeft relaties met de volgende blokken: 121
De in het blok 406 "Integrale zorg 3; complexe behandelingen (integratie)" aan bod gekomen onderwerpen zullen voorzover van toepassing binnen de kindertandheelkunde worden geplaatst. De reeds in blok 480 "Principes van de klinische orthodontie" opgedane kennis wordt eveneens daar waar mogelijk en wenselijk in relatie tot de tandheelkundige behandeling van kinderen nader besproken. Daarnaast heeft het blok relaties met de blokken 206 "Integrale Zorg 1: Toegepaste Preventie" en 306 "Integrale zorg 2: eenvoudige behandeling". Literatuur
1. Blokboek 407 en handleiding/digitale versie op Blackboard 2. Amerongen WE, Berendsen WJH, Martens LC: Kindertandheelkunde (studenteneditie, tweedelig). Houten: Bohn, Stafleu Van Loghum; 2002 Tentaminering
De tijdens dit blok aan de hand van de behandelde cognitieve onderwerpen opgedane kennis en inzichten worden aan het eind van het blok middels een afsluitend schriftelijk tentamen getoetst. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van casuïstiek. Nadat er is deelgenomen aan de verplichte onderwerpsbesprekingen en de daarbij behorende thema's zijn gepresenteerd kan worden ingeschreven voor het tentamen.
122
MA410 Medische anamnese en onderzoek, cardiorespiratoire dysfuncties
Isiscode: MA410
4 ec
dr. G.F.F.M. Pieters dr. F.Th.M. Huysmans
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
hoorcollege 2 practicum 4 demonstratie 2 werkgroep 4 responsiecollege 2 zelfstudie hoorcollege 2 practicum 2 demonstratie 2 werkgroep 2 responsiecollege 2 zelfstudie hoorcollege 2 werkgroep 4 responsiecollege 2 zelfstudie 2
B
C
tentamen totaal
34
26
26
34
86
2 4 2 4 2 34 2 2 2 2 2 26 2 4 2 26 2 120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt uitleggen hoe een medicus een anamnese afneemt, waarop diverse vragen hieruit gericht zijn. U begrijpt waarom een medisch lichamelijk onderzoek volgens een bepaald protocol verloopt. U begrijpt ook het nut van diverse vervolgonderzoeken op klinisch chemisch en op beeldvormend terrein (A). 2. U begrijpt waarom storingen in de functie van het hart en/of de longen leiden tot een typisch klachtenpatroon. U kunt hierop 123
anticiperen en bij uw tandheelkundig handelen dusdanig optreden dat onnodige complicaties worden voorkomen (B). 3. U kunt de gevolgen beschrijven van bepaalde oncologische aandoeningen op met name mondheelkundig terrein. De bijwerkingen van radiotherapie en van cytostatische therapie op uw terrein beheerst u en u kunt maatregelen nemen om de schade zoveel mogelijk te beperken (C). Beschrijving
Globale inhoud A. Medische anamnese en onderzoek B. Gevolgen hartvaatziekten en longziekten C. Gevolgen oncologische aandoeningen en therapie daarvan Relatie tot het totale curriculum Dit blok vormt een logisch vervolg op eerdere blokken waarbij integratie van medische kennis bij Tandheelkunde plaatsvindt. Met name de relatie tot eerdere blokken 110 "Ademhaling en circulatie", 111 "Hoofd en hals I", 210 "Ontsteking, infectie en afweer" en 310 "Hormonen, darmstelsel, genetica en urogenitaal stelsel" is duidelijk. Het blok bereidt samen met eerdere blokken voor op het blok 506a "Integrale tandheelkunde voor volwassenen" in het vijfde studiejaar. Literatuur
1. Widmaier EP, Raff H en Strang KT. Vander's human physiology. The mechanisms of body function (10th ed.). McGraw-Hill; 2006 2. Abraham-Inpijn l. Inwendige geneeskunde voor de tandheelkunde, Lemma BV 3. Reader Tentaminering
Schriftelijk tentamen; open vragen.
124
MA411 Hoofd en hals
Isiscode: MA411
3 ec
mw. drs. M.E.L. Nienhuijs drs. A. Soehardi
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
Introductie A
hoorcollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege hoorcollege werkgroep zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege
1 1
B
C
D
E
F
totaal
4 1 2 2 6 1 3 2 12 1 6 4 14 1 2 2 6 1 3 5 1 34
47
1 1 4 1 2 2 6 1 3 2 12 1 6 4 14 1 2 2 6 1 3 5 1 81
Hoofddoelstellingen
1. U verwerft kennis, inzicht en vaardigheden bij de behandeling van aangezichtstraumata. 125
2. U kunt de restverschijnselen van aangezichtraumata van tijdelijke dan wel blijvende aard onderkennen en hiermee omgaan. 3. U kunt de etiologie, diagnostiek, preventie en de conservatieve, medicamenteuze en operatieve behandeling van afwijkingen in ziekten in het oro-faciale gebied beschrijven. 4. U kunt voor zover van toepassing de röntgenologie en histopathologie integreren in de diagnostiek. Beschrijving
Globale inhoud A. Osteomyelitis B. Aangezichtstraumatologie C. Cysten D. Tumoren E. Speekselklierafwijkingen F. Botziekten Relatie tot andere blokken en de rest van het curriculum Blok 411 bouwt voort op Blok 110 "Ademhaling en circulatie", Blok 111 "Hoofd en hals 1", Blok 112 "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie", Blok 210 "Ontstekingen en infecties" en Blok 311 "Hoofd en hals 2". De cognitie die de student zich eigen gemaakt heeft in Blok 411, dient als onderbouw voor Blok 470 "Interne stage mond- en kaakchirurgie" en Blok 576 "Externe stage mond- en kaakchirurgie". Literatuur
1. Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad. Farmacotherapeutisch Kompas; 1998. 2. Nederlands/Engels Medisch Woordenboek. 3. Sobotta. Atlas van de Menselijk Anatomie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2000. 4. Stegenga B, Vissink A, De Bont LGM. Mondziekten & Kaakchirurgie. Assen: van Gorcum; 2000. Tentaminering
Schriftelijk tentamen: Multiple choice en/of open vragen.
126
MA420 Tandheelkundige gezondheidszorg; structuur en organisatie
Isiscode: MA420
3 ec
dr. mr. W.G. Brands prof. dr. G.J. Truin
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
A-C
hoorcollege responsiecollege zelfstudie hoorcollege responsiecollege
7 2
D-E
39 5 1 24
tentamen
2
totaal
17
63
7 2 39 5 1 24 2 80
Hoofddoelstellingen
U heeft inzicht in de structuur, de organisatie en de financiering van de tandheelkundige gezondheidszorg. U kent de (wettelijke) bevoegdheden van andere tandheelkundige hulpverleners en heeft kennis genomen van de taakverdeling, de sociale aspecten en verantwoordelijkheden van hulpverleners binnen een tandheelkundig team. Beschrijving
Globale inhoud A. Structuren en organisatievormen in de (tandheelkundige) gezondheidszorg B. Kosten en financiering van de tandheelkundige gezondheidszorg C. Medisch-ethische theorieën van rechtvaardigheid in de zorg D. Afwegingen bij de keuze tussen solo of samenwerken E. Juridische- en sociale aspecten van het teamconcept Relatie tot het totale curriculum De structuur en organisatievorm van de tandheelkundige 127
gezondheidszorg en de eisen die de maatschappij aan de tandarts stelt hebben de laatste jaren sterke veranderingen ondergaan. De tandheelkundige professie wordt in de beroepsuitoefening dagelijks met deze veranderingen geconfronteerd. Parallel aan veranderingen in wet- en regelgeving, doen zich andere, ingrijpende, ontwikkelingen voor op het terrein van de beroepsuitoefening. Nieuwe werkers in de zorg zijn opgekomen, bevoegdheden van tandheelkundige medewerkers ondergaan veranderingen), er zijn nieuwe verwijzingsmogelijkheden tussen tandartsen algemeen practici ontstaan. In de blokken uit de "20-lijn" staan de verschillende maatschappelijke, gedragswetenschappelijke en (medisch)ethische aspecten die een rol spelen in de tandarts-patiëntrelatie en de beroepsuitoefening centraal. Blok 420 behandelt de invloed van bovengenoemde veranderingen op de toekomstige beroepsuitoefening en is een voorbereiding op het onderwijs van blok 520 "Vestiging en praktijkvoering". Daarnaast beoogt blok 420 een theoretische voorbereiding te zijn op blok 506a waarin de student in de praktijk kennis zal maken met het teamconcept. Literatuur
Literatuur 1. Nuy M, Gordijn B, Truin GJ. De prudente tandarts: ethische reflectie in de tandheelkunde. Amsterdam: SWP; 2002 2. Den Dekker, J. Sociale Tandheelkunde, Structuur en functioneren van de tandheelkundige gezondheidszorg, Houten, BSL 2004 Tentaminering
Schriftelijk tentamen; open vragen.
128
MA440 Parodontium 3
Isiscode: MA440
3 ec
drs. J.H. Weijmar drs. O. de Zoete
Hoofddoelstellingen
1. U kunt de aandoeningen van de gingiva en het parodontium en de gevolgen daarvan klinisch, histopathologisch en, indien relevant, röntgenologisch herkennen en de behandeling van de patiënt met zulke aandoeningen in een plan beschrijven (A). 2. U kunt tot herstel van het parodontium niet-chirurgische maatregelen en eenvoudige chirurgische technieken adequaat indiceren en u kunt de specifieke rol van antibiotica in de therapie van parodontitis nader concretiseren (B,C,D,E). 3. U kunt de verschillende methoden van parodontale chirurgie en gingivacorrecties ten behoeve van restauratief tandheelkundig handelen op het varkenskaak model uitvoeren (F,G). 4. U voert zelf eenvoudige parodontaal chirurgische handelingen bij de patiënten uit en/of observeert bij chirurgische ingrepen uitgevoerd door de postgraduate studenten, studenten keuzeblok parodontologie en de staf (H). 5. U kunt parodontaal-chirurgische therapie evalueren en de resultaten ervan in een nazorgprogramma vervolgen (I). Beschrijving
Globale inhoud A. Klinische, histologische en röntgenologische pathologie van bijzondere gingivale en parodontale aandoeningen, haar achtergronden en behandeling B. Diagnostiek, indicatie en uitvoeringsaspecten van niet-chirurgische en chirurgische parodontale therapie C. Planning van parodontale chirurgie en het Paro-protocol D. Antibiotica in de parodontale therapie E. De principes van de regeneratie in de parodontologie F. Gingivectomie, gemodificeerde Widmanlap, Access-flap, apicaalwaarts verplaatste flap en tuber/retromolaarplastiek G. Evaluatie van chirurgische parodontale therapie en parodontale wondgenezing 129
H. Directe en lange(re) termijn-nazorg voor de chirurgisch behandelde parodontale patiënt I. (Niet-)chirurgische behandeling van en nazorg voor patiënten met parodontale aandoeningen Relatie tot het totale curriculum In het blok Parodontium 1 heeft u kennis kunnen maken met de gezonde en ontstoken gingiva in al haar aspecten. In het blok Parodontium 2 was de aandacht gericht op het parodontale steunorgaan en de meest voorkomende aandoening hiervan, de chronische parodontitis, een ontsteking die leidt tot een geleidelijke afbraak van de steunweefsels van de gebitselementen. In het blok Parodontium 3 krijgt u te maken met enkele minder vaak voorkomende parodontale aandoeningen. Ook zult u zich bezig houden met andere aspecten van de parodontale therapie dan alleen de scaling en rootplaning. Met name zult u kennis maken met de chirurgische mogelijkheden tot het herwinnen van de parodontale gezondheid en ter correctie van de gingiva in relatie tot restauratieve tandheelkunde. Er zal ook aandacht worden gegeven aan de mogelijkheden van regeneratie van de parodontale weefsels, welke erop is gericht de door de onstekingsreactie verloren gegane parodontale structuren terug te laten groeien. U zult zelf eenvoudige chirurgische handelingen of delen van handelingen bij patiënten kunnen uitvoeren. Tijdens het doorlopen van het blok zult u de verworven vaardigheden al kunnen integreren in de patiëntenbehandeling van blok MA496. Voor een beperkt aantal studenten zal het in het vijfde studiejaar mogelijk zijn om in een keuzeblok zelf ervaring op te doen met de meer geavanceerde vormen van parodontale chirurgie, inclusief de mucogingivale en de plastische parodontale chirurgie. Literatuur
1. Lindhe J, Ed. Clinical Periodontology and Implant Dentistry (4th Ed) Oxford, Copenhagen: Blackwell Munksgaard; 2003
130
Tentaminering
Een schriftelijk tentamen en een beoordeling van klinisch-practische handelingen tijdens de patiëntenbehandeling. Beide moeten voldoende zijn voor het behalen van een voldoende eindcijfer.
131
MA450 Functie en functieherstel 4
Isiscode: MA450
6 ec
mw. dr. W.A. Fokkinga drs. A.J. de Rijk
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A
hoorcollege werkgroep préklinisch practicum hoorcollege préklinisch practicum werkgroep klinisch practicum hoorcollege préklinisch practicum werkgroep stage geïntegreerd in overige
B, C
D
E
totaal
2 2 24
12
2 8
2 14 24 2 8
2 24
16
18 24
3 4
3 4
12 37 12 onderdelen
49 12
95
160
65
Hoofddoelstellingen
1. U kunt onder gesimuleerde klinische omstandigheden, zelfstandig gemutileerde, avitale gebitselementen herstellen met (stift)opbouwen. 2. U kunt beredeneerd vanuit classificatie en etiologie, behandelingsvoorstellen doen voor patiënten met Temporomandibulaire Dysfunctie (TMD). 3. U kunt onder gesimuleerde klinische omstandigheden zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met een occlusale 132
spalk. 4. U kunt onder gesimuleerde klinische omstandigheden, zelfstandig een in zijn functie gestoorde dentitie behandelen met (suprastructuren voor) implantaten. Beschrijving
Globale inhoud van het blok A Opbouwen van endodontisch behandelde gebitselementen bij (uitgebreid) weefselverlies B Functie en dysfunctie van het tandkaakstelsel C Behandelstrategieën bij TMD D Vervanging van ontbrekende gebitselementen met implantaatsystemen E Ontwikkelingen in occlusie-opbouw: inzichten en technieken Relatie tot het totale curriculum In de blokken 150, 250 en 350 "Functie en functieherstel I, II en III" heeft u geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. Wat betreft restauraties stond de extra-coronaire slijptechniek centraal in een standaard Fantoomopstelling. In blok 450, "Functie en functieherstel IV" worden de vaardigheden verder uitgebreid ter voorbereiding op de klinische situatie. In dit blok komt achtereenvolgens aan de orde: de uitgangspunten omtrent het opbouwen van het avitale gebitselement; diagnostiek en behandeling van TMD patiënten en het vervangen van ontbrekende gebitselementen met implantaten. Blok 450 is het laatste (gedeeltelijke) préklinische blok van de opleiding Tandheelkunde. Na dit blok wordt u in staat geacht om onder begeleiding patiënten met een gemutileerde dentitie te behandelen. De vaardigheden, opgedaan in de lijnen restauratie van gebitselementen, endodontium, parodontium en communicatie met patiënten, komen uitgebreid aan de orde bij de diagnostiek en behandeling van dit type patiënten. Literatuur
1. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, Snoek PA. Kroon- en brugwerk. Uitgangspunten bij de diagnostiek van het 133
2. 3.
4.
5.
gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1995 Naeije M, Van Loon LAJ. Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1998 Kalk W, Battistuzzi PGFCM, Käyser AF. De overkappingsprothese op natuurlijke pijlerelementen en implantaten. Diagnostiek en behandeling. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum; 2005 Lindhe J, Ed. Clinical Periodontology and Implant Dentistry (3rd Ed). Copenhagen: Munksgaard; 1997 of (4th Ed) Oxford, Copenhagen: Blackwell Munksgaard: 2003 Handleiding Implantologie
134
MA456 Functie en functieherstel 5 (integratie)
Isiscode: MA456
10 ec
drs. A.J. de Rijk dr. C.M. Kreulen
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A-E, G Theorie
hoorcollege
A-E, G Praktijk F
6
6
werkgroep 6 28 klinisch 240 prakticum geïntegreerd in onderdelen overige
totaal
252
28
34 240
280
Hoofddoelstellingen
1. U kunt, op basis van een behandelplan, patiënten met gemutileerde en/of functioneel gestoorde dentities van beperkte complexiteit, onder begeleiding restauratief behandelen en van nazorg voorzien. Beschrijving
Globale inhoud van het blok A. Functieherstel voor solitaire elementen B. Functieherstel voor onderbroken en verkorte tandbogen C. Functieherstel bij mandibulaire dysfunctie D. Toepasbaarheid van behandelprotocollen E. Ontwikkelingen in occlusie opbouw: nieuwe technieken F. Samenwerking en communicatie met het tandtechnisch laboratorium G. Evaluatie van behandeling, nazorg en controle op termijn Relatie tot het totale curriculum In de blokken 150 en 250 "Functie en functieherstel I en II" heeft u geleerd welke uitgangspunten en problemen relevant zijn voor functieherstel met 135
kroon- en brugwerk. Hierbij diende de occlusale anatomie en de fysiologie van het tandkaakstelsel als leidraad. Wat betreft restauraties stond de extra-coronaire slijptechniek centraal in een standaard fantoomopstelling. In het blok 350 en blok 450 "Functie en functieherstel III en IV" werden de vaardigheden verder uitgebreid via patiëntensimulatie. Hierbij kwamen technieken aan de orde om gemutileerde dentities te behandelen met (stift)opbouwen, kronen, implantaten, brugsystemen en occlusale spalken. Tevens werd het onderdeel "behandelingsplanning bij de gemutileerde dentitie" geïntroduceerd. In dit blok, "Functie en functieherstel V" (integratie), gaat de patiëntenbehandeling van start. De vaardigheden, opgedaan in de lijnen restauratie van gebitselementen, endodontium, parodontium en communicatie met patiënten, komen uitgebreid aan de orde bij de diagnostiek en behandeling van de gemutileerde dentitie. Aangezien de klinische vierdejaars blokken, organisatorisch in elkaar zijn verweven, vindt de behandelplanning voor blok 456 plaats binnen blok 496. De prothetische tandheelkunde komt in het vijfde jaar opnieuw aan de orde in het blok 506a "Integrale tandheelkunde voor volwassenen". Dan vindt de behandeling plaats van patiënten met complexe problematiek. Daarnaast biedt een keuzeblok in het vijfde studiejaar de mogelijkheid om vaardigheden rond occlusieopbouw verder te vergroten. Literatuur
1. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, Snoek PA. Kroon- en brugwerk. Uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1995 2. Naeije M, Van Loon LAJ. Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1998 3. Battistuzzi PGFCM, Käyser AF, Keltjens HMAM, Plasmans 136
PJJM. De partiële prothese. Uitgangspunten bij de diagnostiek en de behandeling van het gemutileerde gebit (2e herziende druk). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1992 4. Kay EJ, Nuttal NM. Klinische besluitvorming, kunst of wetenschap? Bewerkt door Creugers NHJ. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum; 2001 Tentaminering
Toetsing vindt plaats op basis van patiëntenbehandeling.
137
MA466 Functie en functieherstel van de sterk gereduceerde dentitie
Isiscode: MA466
8 ec
dr. H.M.A.M. Keltjens drs. A.J. de Rijk
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudieuren
Sbu
A
werkgroep responsie toets klinisch prakticum geïntegreerd in overige
12 46 2 160
B, C en D
totaal
12 6 2 160
40
onderdelen
180
40
220
Hoofddoelstellingen
1. U kunt, op basis van een behandelplan, patiënten met sterk gereduceerde dentities, onder begeleiding restauratief en prothetisch behandelen en van nazorg voorzien. Beschrijving
Globale inhoud van het blok A. Fysiologie en pathologie van de sterk gereduceerde dentitie B. Functieherstel met uitneembare prothetische voorzieningen C. Samenwerking en communicatie met het tandtechnisch laboratorium D. Evaluatie van behandeling, nazorg en controle op termijn Relatie tot het totale curriculum In eerdere studiejaren heeft u vaardigheden verworven om gebitsfuncties, zowel bij dentate (blok 150, 250, 350 en 450) als bij edentate patiënten (blok 250 en 360) op elementniveau en op mondniveau te herstellen. Na een preklinische voorbereiding (patiëntsimulatie) werd een deel van de aangeleerde vaardigheden in 138
een klinische situatie toegepast. Ook samenwerking met de tandtechnicus via het Instituut Vakopleiding Tandtechniek (IVT) kwam aan de orde. In dit blok "Functie en functieherstel van de sterk gereduceerde dentitie" zal afhankelijk van de gebitssituatie patiëntbehandeling plaatsvinden door de vervaardiging van partiële prothesen of volledige prothesen, al dan niet immediaat geplaatst. Ook kunnen overkappingsprothesen op natuurlijke elementen of op implantaten geïndiceerd zijn. De vaardigheden, opgedaan in de lijnen restauratie van gebitselementen, endodontium, parodontium en communicatie met patiënten, komen uitgebreid aan de orde bij de diagnostiek en behandeling. Aangezien de klinische vierdejaars blokken, organisatorisch in elkaar zijn verweven, vindt de behandelplanning voor blok 466 plaats binnen blok 496. Aspecten van de prothetische tandheelkunde komen in het vijfde jaar opnieuw aan de orde in het blok 506a "Integrale tandheelkunde voor volwassenen". Daarnaast biedt een keuzevak in het vijfde studiejaar de mogelijkheid om vaardigheden in specifieke onderdelen van de prothetiek te vergroten. Literatuur
1. Kalk W, Battistuzzi PGFCM, Käyser AF. De overkappingsprothese op natuurlijke pijlerelementen en implantaten. Diagnostiek en behandeling. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1994 2. Battistuzzi PGFCM, Käyser AF, Keltjens HMAM, Plasmans PJJM. De partiële prothese. Uitgangspunten bij de diagnostiek en de behandeling van het gemutileerde gebit (2e herziende druk). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1992 3. Naeije M, Van Loon LAJ. Craniomandibulaire functie en dysfunctie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1998 4. Käyser AF, Creugers NHJ, Plasmans PJJM, Postema N, Snoek PA. 139
Kroon- en brugwerk. Uitgangspunten bij de diagnostiek van het gemutileerde gebit en de behandeling ervan met vaste voorzieningen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; 1995 Tentaminering
Op basis van behandelplanning, patiëntenbehandeling en een voortgangstoets (theoretisch).
140
MA470 Interne stage mond- en kaakchirurgie in het UMC St Radboud
Isiscode: MA470
4 ec
drs. A. Soehardi mw. drs. M.E.L. Nienhuijs
Werkvormen
Onderwijs wordt gegeven in de vorm van werkbesprekingen, dia demonstraties, niet-klinische en klinische practica gedurende een intern co-assistentschap van 3 aaneengesloten weken. Totale studiebelasting: 120 uren. Hoofddoelstellingen
1. U bent in staat uw verworven kennis van diagnostiek, behandelingsplanning en therapie van kaakchirurgische afwijkingen en ziektebeelden in de praktijk toe te passen en kleine kaakchirurgische ingrepen, waaronder extracties en hechten, uit te voeren. 2. U bent in staat als student en aankomend tandarts te functioneren binnen de kliniek voor mond- kaak- en aangezichtschirurgie van het Universitair Medisch Centrum St Radboud en daarbij de verworven algemene medische kennis en kennis van lokale anesthesie, mondziekten en kaakchirurgie te integreren en toe te passen. Beschrijving
Globale inhoud A. Functioneren binnen de afdeling mond- kaak- en aangezichtschirurgie van het UMC ST Radboud B. Uitvoeren van kaakchirurgisch onderzoek en diagnostiek C. Stellen indicatie en opstellen behandelingsplanning voor kaakchirurgische ingrepen D. Toepassen hygiëne en steriliteit E. Toedienen lokale anesthesie voor kleine kaakchirurgische ingrepen F. Uitvoeren extracties en andere kleine kaakchirurgische ingrepen G. Eerste hulp bij dento-alveolaire traumatologie H. Assisteren bij grote kaakchirurgische ingrepen I. Patiëntenbesprekingen J. Eerste hulp UMC St Radboud 141
Relatie tot het totale curriculum Blok 470 bouwt voort op blok 111 "hoofd en hals 1", blok 112 "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie" en blok 311 "Hoofd en hals 2". Binnen het vierde jaar heeft blok 470 duidelijke relatie met blok 410 "Cardiorespiratoire dysfuncties, oncologie en anamnese", het integratie-Blok 466 "Functie en functieherstel van de sterk gereduceerde dentitie" waar de klinische aspecten van de maxillofaciale prothetiek en implantologie aan de orde komen, blok 480 "Principes van de klinische orthodontie" en blok 490 "Wetenschappelijke stage", dat de klinische toepassing is van blok 390 waarin ook de afdeling mond- kaak- en aangezichtschirurgie participeert. Blok 470 dient als onderbouw voor blok 576 "Externe stage mond- kaak- en aangezichtschirurgie in een perifeer ziekenhuis". Literatuur
1. Boering G, Baart JA, Reenen GJ van, & Voorsmit RACA. Gebitsextractie (2e geheel herziene druk). Maarssen: Elsevier/Bunge; 1998 2. Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad. Farmacotherapeutisch Kompas; 1998 3. Lohman AHM, Donkelaar HJ ten. Klinische Anatomie en Embryologie. Utrecht: Bunge; 1997 4. Nederlands/Engels Medisch Woordenboek 5. Sobotta. Atlas van de Menselijk Anatomie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2000 6. Stegenga B, Vissink A, de Bont LGM. Mondziekten & Kaakchirurgie. Assen: van Gorcum ; 2000 7. Stoelinga PWJ, Brouns JJA. Mondchirurgie voor tandartsen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 1997 Tentaminering
Toetsing vindt plaats o.a. op basis van kennis en verrichtingen in het kader van patiëntenbehandeling. Ook behandelingsplanning, patiëntenmanagement en omgang met patiënten en personeel van de afdeling mond- kaak- en aangezichtschirurgie worden daarbij betrokken.
142
MA480 Principes van de klinische orthodontie
Isiscode: MA480
6 ec
prof.dr. A.M. Kuijpers-Jagtman
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
Introductie A
hoorcollege 1 hoorcollege 1 zelfstudie responsiecollege 1 hoorcollege 3 zelfstudie responsiecollege 3 hoorcollege 2 zelfstudie werkgroep 8 responsiecollege 2 hoorcollege 2 zelfstudie werkgroep 4 responsiecollege 2 hoorcollege 1 zelfstudie responsiecollege 1 zelfstudie werkgroep 8 proeftoets 3 3
B
C
D
E
integratie
tentamen totaal
6
18
30
38
18 5
45
115
1 1 6 1 3 18 3 2 30 8 2 2 38 4 2 1 18 1 5 8 3 3 160
Hoofddoelstellingen
1. U bent in staat de mogelijkheden van interceptief handelen, in geval van zich ontwikkelende orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen, toe te passen (A). 2. U bent op de hoogte van de biologische achtergronden van 143
klinische interventie bij orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen (B). 3. U bent in staat globale strategieën aan te geven voor de behandeling van verschillende orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen (C). 4. U kunt een onderbouwd oordeel vormen over de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende soorten orthodontische en gelaatsorthopedische apparatuur (D). 5. U kunt patiënten goed geïnformeerd op het juiste moment en op gefundeerde wijze voor een orthodontisch consult naar een orthodontist verwijzen (D). Beschrijving
Globale inhoud A. Interceptief handelen B. Biologische achtergronden van klinische interventie C. Behandelingsplanning D. Principes van orthodontische apparatuur E. Wanneer en hoe te verwijzen Relatie tot het totale curriculum Blok 480 bouwt voort op het tweedejaarsblok 280 "Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling" en het derdejaarsblok 380 "Toegepaste groei en ontwikkeling". In deze blokken heeft u onder andere kennis gemaakt met de prenatale en postnatale ontwikkeling van de dentitie en het gelaat, en het ontstaan van orthodontische en gelaatsorthopedische afwijkingen. De vaardigheden die u zich in dit blok eigen zult maken , vormen de basis voor het keuzeblok Orthodontie in het vijfde jaar en/of voor Uw handelen (kennen en kunnen) als tandarts in de algemene praktijk. Bovendien staan de in blok 380 en 480 eigengemaakte vaardigheden in directe relatie met blok 407 "Kinderen en jongeren integratie". Literatuur
Literatuur 1. Nanci A. Ten Cate's. Oral Histology: Development, Strucure and Function. 6th ed. St.Louis: Mosby; 2003 2. Diverse auteurs, Nederlands Tijdschrift Tandheelkunde 107; 2000 144
3. Proffit WR, Fields HW. Contemporary Orthodontics, 3rd ed. St.Louis: Mosby; 2000 4. Rakosi Th, Jonas I, Graber Th M. Orthodontic Diagnosis, 1th ed, New York:Thieme Medical Publishers Inc.; 1993 Tentaminering
De toets (3 uur) bestaat uit een schriftelijk tentamen met open vragen en/of multiple choice vragen. Een deel van de vragen wordt gesteld aan de hand van een of meerdere casus.
145
MA496 Integrale tandheelkunde 1
Isiscode: MA496
4 ec
drs. A.J. de Rijk drs. F.W.M. Drijvers
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A, B, C
hoorcollege werkgroep geïntegreerd in overige werkgroep portfolio en reflectieverslag
D E F, G
totaal
1 75 32 onderdelen
1 107
2 2
5 3
7 5
80
40
120
Hoofddoelstellingen
1. U kunt op wetenschappelijk gefundeerde wijze inzichten op het terrein van de cariologie, endodontie, parodontologie en functieherstel integreren in een tandheelkundig behandelingsplan. 2. U kunt in een integrale setting patiënten op het terrein van de cariologie, endodontie, parodontologie en functieherstel, onder begeleiding behandelen en van nazorg voorzien. Beschrijving
Globale inhoud van het blok A. Diagnostiek en behandelplanning B. Behandelplanpresentatie C. Evidence based Dentistry D. Samenwerking en communicatie E. Evaluatie van behandeling, nazorg en controle op termijn F. Compententieontwikkeling G. Werken met een portfolio Relatie tot het totale curriculum In de Bacheloropleiding Tandheelkunde heeft u basale vaardigheden 146
opgedaan in de onderwijslijnen "restauratie van gebitselementen", "endodontium", "parodontium", "functie en functieherstel" en "communicatie met patiënten". In de Masteropleiding Tandheelkunde worden deze deelvaardigheden meer geïntegreerd ten behoeve van de patiëntzorg. Een integraal behandelingsplan vormt hierbij het uitgangspunt van elke patiëntenbehandeling. Bij de start van het blok zal het onderwijs veelal gericht zijn op het aanleren van deelvaardigheden, begeleid door specifieke vakdocenten. Gedurende het jaar zal steeds meer integratie plaatsvinden. Behandelingen worden uitgevoerd onder begeleiding van stafleden van de afdeling Parodontologie en Biomaterialen, Preventieve en Curatieve Tandheelkunde en Orale functieleer. In de lijn Integrale Tandheelkunde staat de competentieontwikkeling volgens het CANMEDS model centraal. Voor specifieke informatie hierover wordt u verwezen naar het blokboek 496. In de Masterfase van de opleiding is er sprake van een klinisch continuüm van twee studiejaren. Indien u aan de doelstellingen heeft voldaan van blok 496, stroomt u door naar blok 506a, Integrale Tandheelkunde Voor Volwassenen. Tentaminering
Beoordeling vindt plaats op basis van het portfolio
147
Keuzeonderwijs MA500; onderwijs in de profielen van de tweejarige master Tandheelkunde
Isiscode: MA500
17 ec
dr. D.J. Witter dr. ir. E.M. Bronkhorst
Werkvormen
Onderwijsvorm en studiebelasting van het totale Masterprofiel 1 (2jarige Master) Onderdeel Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie Sbu -uren Gemeenschap pelijk profieldeel: - literatuur werkgroep 15 werkgroep 10 zorgplannen/r eferaten2 keuzevak: - literatuur werkgroep 10 (bijv. reader) - (pre)kliniek simulatie/behandeling 80 blok MA590 werkgroep/stage 15 wetenschappe lijke stage werkgroep 5 onderzoeksve rslag blok MA506a - klinische patiënbehandeling3 2603 differentiatie
65 30
80 402
20
30
10
90
170
185
50
55
60
320
Totaal 395 405 800 1 Per profiel zijn er verschillen door een verschillend aantal keuzevakken en logistieke omstandigheden 2 Presentatie(s) ook in gemeenschappelijk deel van het profiel 148
3Zorgplannen, referaten e.d. in keuzevak of gemeenschappelijke profieldeel of in blok 506a Onderwijsvorm en studiebelasting van het gemeenschappelijke deel Masterprofielen1 (2-jarige Master) Onderdeel Onderwijsvor Contacturen Zelfstudie Sbu m -uren inleidend college 52 3 8 literatuur (reader) hoorcollege 103 40 50 responsie werkgroep 103 10 zorgplannen/referaten/ werkgroep 104 405 50 portfolio theoretische toets(en) werkgroep 2 2 totaal 37 83 120 1 Per profiel zijn er verschillen door een verschillend aantal keuzevakken en logistieke omstandigheden 2 Een uur per keuzevak 3 Twee uur per keuzevak 4 Participatie aan presentaties / referaten 5 Voorbereiding presentaties / referaten Hoofddoelstellingen
1. De student verwerft vanuit een wetenschappelijke verantwoording klinische vaardigheden van een deelgebied van de tandheelkunde die het kerncurriculum overstijgen (blok MA500). 2. De student functioneert als eerst aanspreekbare op het terrein van de differentiatie binnen een eerstelijns tandheelkundig team (blok MA506a). 3. De student verwerft wetenschappelijke vaardigheden en een academisch denkniveau als bijdrage aan een professionele attitude (blok MA590). Binnen het domein van een profiel of keuzevak ontwikkelen studenten met betrekking tot te onderscheiden rollen (rol als tandheelkundig expert, als wetenschapper enz.) de volgende competenties1: 1Ontleend aan: Franks, JR. (Ed). 2005. The CanMEDS 2005 physician competency framework. Better standards. Better physicians. Better care. Ottawa: The Royal College of Physicians and Surgeons of Canada. Als tandheelkundig expert (tandarts): 149
integreert alle competenties teneinde patiënt-gerichte en op evidentie gebaseerde zorg te verlenen als onderdeel van medische zorg houdt kennis en vaardigheden up-to-date erkent eigen grenzen aan kennis en vaardigheden, en zoekt zo nodig consultatie bij andere zorgverleners functioneert als deskundige met specifieke expertise die wordt geconsulteerd door andere behandelaars en door patiënten (second opinion) voert (deel)behandelingen uit in het kader van specifieke expertise Als professional: heeft commitment met patiënten, met de professie en met de samenleving vanuit ethische overwegingen en vanuit door de professie vormgegeven regelgeving of gebruiken handelt met integriteit en waarborgt de vertrouwelijkheid van een professionele zorgverlener reflecteert over eigen handelen en over het tandheelkundig team Als wetenschapper: verzamelt, interpreteert en integreert wetenschappelijke informatie bij de besluitvorming bij klinische zorg, inbegrepen voorlichting en preventie, en doet hiervan verslag in een portfolio participeert als mede-auteur aan wetenschappelijke verslagen of portfolio's van anderen levert wetenschappelijk gefundeerde bijdragen aan discussies, presentaties of referaten specifiek met betrekking tot blok MA590: formuleert en analyseert een klinisch gerelateerde probleemstelling met het doel om een oordeel of hypothese te vormen, mede gebaseerd op afwegingen van sociaal-maatschappelijke en ethische aard, en kan een hieraan gerelateerd onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage uitvoeren Als communicator: communiceert met patiënten en andere betrokkenen, zoals verzorgers en verwijzers, over een zorgplan, het zorgtraject en het te verwachten resultaat daarvan geeft duidelijkheid binnen en buiten tandheelkundig teams over de eigenheid van het profiel, zoals specifieke behandelmogelijkheden 150
en procedures geeft informatie, conclusies, kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk in een wetenschappelijk verslag als mondeling in referaten draagt actief bij aan presenteren, discussiëren en verslaglegging van referaten specifiek met betrekking tot blok MA590: presenteert schriftelijk en mondeling een onderzoeksverslag van de wetenschappelijke stage Als manager: plant, presenteert en realiseert zorgplannen binnen de mogelijkheden van een profiel coördineert binnen een tandheelkundig team patiëntzorg, inclusief het vastleggen van gegevens van en naar verwijzers plant het opstellen van een portfolio van verleende zorg en plant de begeleiding daarbij organiseert werkgroepen zoals zorgplanbesprekingen en referaten specifiek met betrekking tot blok MA590: plant en beheert de uitvoering van een onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage en de begeleiding daarvan; plant het samenstellen van een onderzoeksverslag en de begeleiding Als samenwerker: stelt in overleg met andere leden van een behandelteam patiëntgeoriënteerd zorgtrajecten vast voert in overleg met andere leden van een behandelteam (deel)behandelingen uit specifiek met betrekking tot blok MA590: realiseert samen met een medestudent het voorbereiden en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoeksproject in een wetenschappelijke stage; stelt in samenwerking met een medestudent een onderzoeksverslag van het onderzoeksproject op Als maatschappelijk betrokken werker in de gezondheidszorg: voelt zich mede verantwoordelijk voor bevordering van gezondheid van individuele patiënten en van de gemeenschap waaraan wordt geparticipeerd. Het maximum aantal deelnemers aan profielen en keuzevakken is 151
door de examencommissie vastgesteld. Per profiel zijn er minimaal 6 plaatsen beschikbaar. Per keuzevak van een profiel zijn maximaal 10 plaatsen beschikbaar (Onderwijs- en examenregeling (OER) Tandheelkunde). De student dient een volgorde in voorkeur aan te geven voor één van de vijf bovenstaande profielen, waarvan de Wetenschappelijke stage (Blok MA590) verplicht is, en de student dient een volgorde van voorkeur aan te geven voor één van de tot een profiel behorende keuzevakken. De examencommissie bepaalt in overleg met de blokcoördinator de indeling van de studenten in de profielen en keuzevakken. Plaatsing geschiedt zo veel als mogelijk volgens de aangegeven eerste, tweede dan wel derde voorkeur van de student. Bij de plaatsing van studenten in de profielen en keuzevakken weegt niet alleen de voorkeur van de student mee, maar ook de te waarborgen continuïteit (patiëntzorg) binnen een profiel of keuzevak. Als de vraag (van studentzijde) en het aanbod (maximum, resp. minimum aantal deelnemers aan een profiel, resp. keuzevak) niet op elkaar kunnen worden afgestemd, worden allereerst degenen geplaatst die volledig voldoen aan de toelating, vervolgens degenen met een verlengd examen of andere deficiëntie. Bij de bepaling van de volgorde tot plaatsing kan ook de mate van geschiktheid voor een bepaald profiel, zoals blijkend uit eerdere studieresultaten, worden betrokken. Als niet tot overeenstemming kan worden gekozen, kan uiteindelijk worden overgegaan tot loting door of namens de examencommissie overgegaan (wie van degenen met een bepaalde voorkeur bij over-inschrijving niet kan worden geplaatst). Wordt daarna alsnog geen oplossing bereikt met degene die is uitgeloot, dan zal het hanteren van een wachtlijst voor een profiel of keuzevak onvermijdelijk zijn. De onderdelen van een profiel (2-jarige Master) Bloknummer Onderdeel / activiteit Studiebelastinguren MA500 (a t/m e) gemeenschappelijke 120 deel van het profiel MA500 (a t/m e) keuzevak 120 MA590 (a t/m e) wetenschappelijke 240 stage en onderzoeksverslag 152
MA506a
differentiatie in kliniek 320 (in teams) Totaal 800 Een profiel kan eerst worden afgerond als de volgende onderdelen voldoende zijn gerealiseerd: 1. de wetenschappelijke stage, het onderzoeksverslag en de mondelinge presentatie (blok MA590) 2. het keuzevak 3. theoretische toets(en) van het profiel of het keuzevak 4. klinisch deel van het profiel in een behandelteam (binnen blok MA506a, inclusief AKMA) 5. portfolio, waarin verslag wordt gedaan van het klinische deel van het profiel / keuzeblok, en waaruit integratie van theoretische achtergronden in de zorgtrajecten (evidence-based) en reflectie op verleende zorg blijkt. (Eind)cijfer vaststelling 1. Het eindcijfer van blok MA590 (wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag) wordt vastgesteld door de coördinator blok MA590 op voordracht van de begeleider(s). 2. Het gezamenlijke cijfer van het gemeenschappelijke deel van het profiel en het keuzevak wordt gezamenlijk vastgesteld door de profielcoördinator en de coördinator / docent van het keuzevak. Hierin is, naast participatie aan werkgroepen, voorbereiden en presenteren van referaten e.d., ook het resultaat van theoretische toetsen verwerkt. 3. Het cijfer van het portfolio wordt gezamenlijk vastgesteld door de profielcoördinator en de coördinator / docent van het keuzevak. Hierin wordt participatie aan werkgroepen, voorbereiden en presenteren van referaten e.d. betrokken. Het portfolio kan alleen als voldoende worden beoordeeld nadat de klinische differentiatie in de kliniek als voldoende is beoordeeld (blok MA506a). 4. De klinische differentiatie in de kliniek wordt beoordeeld door de coördinator blok MA506a. Deze beoordeling maakt deel uit van het eindcijfer van blok MA506a. 5. Het eindcijfer voor blok MA500 wordt vastgesteld door de (wnd.) coördinator van blok MA500 op voordracht van de coördinator van 153
het gevolgde profiel. In het eindcijfer is het cijfer voor het gemeenschappelijk deel van het profiel en het cijfer voor het portfolio gewogen. Bij de bepaling van het eindcijfer kan de coördinator van de klinische differentiatie (blok MA506a) om advies worden gevraagd. Beschrijving
Globale inhoud Een profiel beslaat een breed aandachtsveld van de tandheelkundige zorgverlening en bestaat uit een gemeenschappelijk deel, een wetenschappelijke stage met onderzoeksverslag (Blok MA590), en een keuzevak. De vijfdejaars student neemt in de tweejarige Master opleiding deel aan één profiel met daarbij één keuzevak binnen dat profiel. Er zijn de volgende profielen: Profiel A: restauratieve tandheelkunde (MA500a; maximaal 40 deelnemers) met vijf keuzevakken: MA500a1 cosmetische adhesieve tandheelkunde, max. 10 deelnemers MA500a2 complex kroon- en brugwerk / partiële prothetiek, max. 10 deelnemers MA500a3 endodontologie, max. 10 deelnemers MA500a4 temporomandibulaire dysfunctie, max. 6 deelnemers MA500a5 uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten, max. 10 deelnemers Profiel B: chirurgische tandheelkunde (MA500b; maximaal 20 deelnemers) met drie keuzevakken: MA500b1 dento-alveolaire chirurgie, max. 8 deelnemers MA500b2 parodontologie, max. 8 deelnemers MA500b3 implantologie, max. 8 deelnemers Profiel C: mondzorg voor bijzondere zorggroepen (MA500c; maximaal 16 deelnemers) met drie keuzevakken: MA5600c1 kwetsbare ouderen, max. 8 deelnemers MA500c2 gehandicapten en angstige patiënten, max. 6 deelnemers MA500c3 medisch gecompromitteerde patiënten, max. 8 deelnemers
154
Profiel D: kinderen en jongeren (MA500d; maximaal 16 deelnemers) met vier keuzevakken: MA500d1 kindertandheelkunde, max. 8 deelnemers MA 500d2 orthodontie, max. 10 deelnemers MA500d3 kindergeneeskunde, max. 4 deelnemers MA500d4 psychologie, max. 4 deelnemers Profiel E: tandheelkundig onderwijs en onderzoek (MA500e; maximaal 6 deelnemers) met vier keuzevakken: MA500e1 methodologie van onderzoek en bio-statistiek, max. 2 deelnemers MA500e2 epidemiologie, max. 2 deelnemers MA500e3 proefdierkunde, max. 2 deelnemers MA500e4 onderwijsvaardigheden, max. 2 deelnemers Relatie tot het totale curriculum De klinische differentiatie krijgt in de masterfase gestalte in de profielen. Profielen bieden een student de mogelijkheid om bijzondere kennis en vaardigheden in een deelgebied van de tandheelkunde te verwerven die hem of haar in staat stelt als eerst aanspreekbare op dat deelgebied binnen een tandheelkundig team te functioneren. In de profielen wordt bijzondere aandacht gegeven aan het verder ontwikkelen van een professionele en wetenschappelijke attitude. Vanuit die attitude wordt de differentiatie binnen een profiel vormgegeven. De differentiatie omvat kennis en kunde die het kerncurriculum overstijgen. Differentiatie wordt noodzakelijk geacht omdat er in toenemende mate categorieën patiënten zijn waarvan de behandeling aan de grens komt van de competentie van tandartsenalgemeen practici of die grens overschrijdt. Centraal binnen de profielen staat dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden geïntegreerd in de klinische besluitvorming en het klinisch handelen ("evidence-based dentistry"). Als vertrekpunt wordt genomen wat eerder in het kerncurriculum aan kennis en vaardigheden is verworven. Een profiel bestaat uit een wetenschappelijk deel en een deel waarin wetenschappelijke aspecten worden geïntegreerd in de kliniek. In een gemeenschappelijk deel worden theoretische achtergronden en 155
integratieve aspecten van een profiel aangeboden en behandeld, bijvoorbeeld in werkgroepen in de vorm van werkbesprekingen en referaten met daarbij substantiële bijdragen vanuit de keuzevakken van het profiel. Binnen het profiel en het keuzevak neemt de klinisch gerelateerde wetenschappelijke stage met het onderzoeksverslag (in blok MA590) een prominente plaats in. Na de wetenschappelijke scholing en uitgevoerd onderzoek in de Bachelorfase (MA90-lijn) wordt nu meer zelfstandig gewerkt, en wordt het onderzoeksverslag beoordeeld op Masterniveau. Verbreding binnen het profiel en het keuzevak vindt plaats door differentiatie bij de patiëntbehandeling binnen het blok Integrale Tandheelkunde (blok MA506a) in de kliniek te Nijmegen en de kliniek AKMA. In de kliniek te Nijmegen wordt gewerkt binnen een teamconcept door horizontale verwijzing binnen een team. Een team bestaat uit studenten met specifieke kennis en vaardigheden die verder gaan dan de vaardigheden verworven in het kerncurriculum doordat zij deelnemen aan keuzevakken binnen de verschillende profielen (de differentiatie). Aanvullend is er ook in AKMA verbreding van het profiel door verticale verwijzing binnen een team naar studenten mondzorgkunde, die eveneens deel uitmaken van de teams. Van de patiëntzorg binnen het domein van een profiel en keuzevak wordt een portfolio samengesteld (zorgplannen, behandeluitvoering, behandelresultaat, nazorg, en reflectie op het zorgtraject). Portfolio en wetenschappelijk verslag worden in het gemeenschappelijke deel van het profiel gepresenteerd. Tenslotte is er de mogelijkheid te kiezen voor het Masterprofiel "Tandheelkundig onderwijs en onderzoek" voor diegenen die een loopbaan ambiëren in onderwijs of onderzoek. Dit profiel vereist een individuele aanpak waarbij de student wordt ondergebracht bij het meest relevante profiel. Tenminste moet hierbij het gemeenschappelijke deel van een dat profiel worden gevolgd.
156
MA500a Masterprofiel Restauratieve tandheelkunde
Isiscode: MA500a
8 ec
dr. F.J.A. Roeters mw. dr. W.A. Fokkinga
Werkvormen
Onderwijsvorm en studiebelasting van de afzonderlijke keuzevakken van het profiel Restauratieve tandheelkunde1 Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudie Sbu uren -uren
literatuur e.d. werkgroep zorgplannen / werkgroep referaten2 (pre)kliniek3 patiëntadministratie / behandeling blok wetenschappelijke MA590a stage onderzoeksverslag
5 10
15 10
20 20
70 18
10 170
80 188
4
48
52
totaal 107 253 360 MA500a & MA590a 1 Per keuzevak kunnen verschillen optreden, ondermeer door inhoudelijke en logistieke verschillen 2 Referaten / zorgplannen / presentatie portfolio ook in het gemeenschappelijke profieldeel 3 Specifieke (pre)klinische verrichtingen in het kader van het keuzevak kunnen aanvullend n.a.v. patiëntbehandeling (casuïstiek) worden ondergebracht in de klinische differentiatie van het profiel Beschrijving
Op het terrein van de restauratieve tandheelkunde hebben zich de laatste decennia veel ontwikkelingen voorgedaan. Door effectievere preventieve zorg, door uitbreiding van restauratieve mogelijkheden en verbetering van bestaande technieken loopt het aantal edentate patiënten terug en behouden meer mensen tot op hoge leeftijd hun 157
natuurlijke, weliswaar veelal gereduceerde, natuurlijke dentitie. De combinatie van toegenomen behandelmogelijkheden en gereduceerde dentities, naast kritischer zorgvragers, resulteert vaak in complexe tandheelkundige problemen, waarvoor ook in het licht van een gevarieerde populatie meestal meerdere oplossingen mogelijk zijn. Bij elk probleem zal voor iedere individuele patiënt volgens principes van klinische besliskunde de afweging moeten worden gemaakt wat de meest geëigende oplossing is voor dat probleem. In het gemeenschappelijke deel van het profiel staan theoretische achtergronden, raakvlakken van verschillende keuzevakken, zorgstrategieën en zorgplannen centraal. Studenten die het restauratief profiel kiezen moeten uiteindelijk in staat zijn patiënten en collega tandartsen een onderbouwd advies te kunnen geven over de verschillende restauratieve mogelijkheden voor verschillende problemen. Binnen het profiel zijn er als keuzevakken (i) cosmetische adhesieve tandheelkunde; (ii) complex kroon- en brugwerk / partiële prothetiek; (iii) endodontologie; (iv) temporomandibulaire dysfunctie, en (v) uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten. Door te kiezen voor een van de vijf keuzevakken kan men zich op een specifiek deelgebied verder bekwamen en wordt men op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken (state of the art). Zowel in het gemeenschappelijke deel van het profiel als in de keuzevakken, maar ook bij de patiëntbehandeling in de klinische differentiatie staan het "evidence-based" en het zo voorspelbaar mogelijk behandelen centraal. Globale inhoud gemeenschappelijke deel van het profiel A. (Effectieve) preventieve maatregelen; motivatie en gedrag B. Risico groepen en risico patiënten C. Behandelbehoefte en behandelnoodzaak D. Gebitsfuncties in relatie tot restauratieve interventies E. (Differentiaal)diagnostiek F. Klinische besliskunde G. Zorgplannen bij complexe tandheelkundige afwijkingen H. Risico taxaties en faalkarakteristieken van restauratieve interventies I. Patiëntmanagement 158
J. Presentatie van zorgplannen, referaten, portfolio K. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
159
MA500a1 Keuzevak Cosmetische adhesieve tandheelkunde
Isiscode: MA500a1
4 ec
dr. F.J.A. Roeters mw. dr. T.A.M. Spierings
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kent de mogelijkheden en beperkingen van adhesieve restauratieve behandelingen in relatie tot complexe cosmetische problemen die het kerncurriculum te boven gaan, waaronder stoornissen in de tandontwikkeling en gebitsslijtage, toegespitst op diagnostiek en zorgplannen. 2. U bent in staat om het te verwachten resultaat van adhesieve restauratieve behandelingen en belevingsaspecten daarvan als onderdeel van een zorgplan met patiënten en personen uit hun omgeving helder te evalueren en te bespreken. 3. U bent in staat om complexe adhesieve restauratieve behandelingen, het meest geëigend in de context van een individuele patiënt, te indiceren en uit te voeren. Beschrijving
Dit keuzevak richt zich op adhesieve restauratieve technieken, in het bijzonder hoe deze kunnen worden toegepast bij cosmetische problemen. Naast een theoretische onderbouwing worden verschillende technieken toegepast in patiëntsimulatie (fantoom) en waar mogelijk ook bij patiënten. Voor de theoretische achtergronden van de cosmetische tandheelkunde worden bij de verplichte literatuur ook artikelen ter bestudering aangeboden en ter discussie gesteld in werkbesprekingen. Er wordt ook aandacht geschonken aan specifieke onderwerpen zoals ongewenste effecten van tandheelkundige behandelingen, materiaalkunde (adhesief systemen en restauratiematerialen), diagnostiek en behandeling van gebitsslijtage, reparatie en correctie van kroon- en brugwerk, bleken van gebitselementen en diagnostiek en behandeling van storingen in de tandontwikkeling. Naar aanleiding van specifieke problemen tijdens de klinische differentiatie wordt aanvullend een aantal specifieke behandelingen uitgevoerd in het kader van het keuzevak. Aangezien aan dit blok meestal buitenlandse uitwisselingstudenten 160
deelnemen, is de voertaal tijdens de werkbesprekingen Engels. Globale inhoud A. Theoretische achtergrond van esthetiek van het orofaciale gebied, waaronder belevingsaspecten van esthetiek B. Indicaties van diverse cosmetische adhesieve restauraties C. Materialen, procedures en manipulatie van adhesieve systemen D. Complexe cosmetische adhesieve restauratieve behandeling van patiënten E. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
161
MA500a2 Keuzevak Complex kroon- en brugwerk / partiële prothetiek
Isiscode: MA500a2
4 ec
drs. R.A. Hoefnagel drs. P.A. Snoek
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt de theoretische achtergronden van complex kroon- en brugwerk, partiële prothetiek, al dan niet in combinatie met implantaten, integreren in de klinische besliskunde bij het opstellen en bespreken van zorgplannen voor individuele patiënten. 2. U bent in staat patiënten met sterk gemutileerde en functioneel gestoorde dentities met complex kroon- en brugwerk en partiële prothesen, ook in combinatie met implantaten gebaseerd op evidentie te behandelen. Beschrijving
De problematiek van de patiënten die in dit keuzevak aan de orde komt, wordt als te complex beschouwd voor het kerncurriculum. Het gaat vaak om gemutileerde dentities met bijkomende complicerende factoren, soms gaat het om specifieke wensen van de patiënt zoals een vaste voorziening op implantaten. Dit keuzevak stelt u in staat om kennis te maken met en vaardigheid te verwerven in behandeling met complexe vaste en uitneembare prothetische voorzieningen. De theoretische achtergrond spitst zich toe op de relatie van de gebitsfuncties en de bijdrage die prothetische voorzieningen daaraan kunnen geven. Indicatie, ontwerpen en uitvoeringsvormen van de voorzieningen komen uitgebreid aan de orde, zoals van meerdelige bruggen, adhesief brugwerk en van complexe partiële prothesen bij de toepassing van precisieverankeringen. Vooral de combinaties van kroon- en brugwerk, partiële prothetiek en implantaten vereisen gevorderde klinische besliskunde. Risico taxaties van ingewikkelde prothetische constructies, onderhoud en reparaties zijn onderdelen van de theoretische achtergrond en van de kliniek. Centraal staan individuele zorgplannen gekenmerkt door op evidentie gebaseerde en zo voorspelbaar mogelijke zorg. Globale inhoud 162
A. (Patho)fysiologie van het tandkaakstelsel B. Invloed van complexe restauratieve behandeling op de (patho)fysiologie van het tandkaakstelsel C. Klinische besliskunde mede op basis van risico taxaties van gecompliceerde prothetische voorzieningen in relatie tot gebitsfuncties en (patho)fysiologie D. Restauratieve behandeling met complex kroon- en brugwerk of partiële prothesen en de combinatie hiervan met implantaten E. Prognose, onderhoud, aanpassingen en reparaties van prothetische voorzieningen F. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
163
MA500a3 Keuzevak Endodontologie
Isiscode: MA500a3
4 ec
mw. drs. M. Siers mw. drs. A.G.M. Bouwman
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt de theoretische achtergronden van complexe endodontische problematiek toepassen in uw klinische besliskunde. 2. U bent in staat om complexe endodontische problemen, waaronder die als gevolg van dentoalveolaire trauma, op conventionele en op geavanceerde wijze te behandelen. Beschrijving
In dit keuzevak verwerft u uitvoerige kennis van de diagnostiek van complexe pijnklachten en van pulpa-gerelateerde afwijkingen. Hierbij neemt de traumatologie een belangrijke plaats in. In het praktische deel voert u complexe endodontische (her)behandelingen uit bij naar het keuzevak verwezen patiënten. Zowel in de theorie als in de praktische uitvoering komt "de state of the art" op het gebied van reiniging, preparatie- en vultechnieken aan bod. U wordt ook op de hoogte gebracht van technieken om aanwezig kroon- en brugwerk, (opbouw)wortelstiften en afgebroken endodontisch instrumentarium te verwijderen. In samenwerking met het keuzeblok dento-alveolaire chirurgie worden ook patiënten behandeld door middel van apicale curettage / apicale resectie. Globale inhoud A. Complexe endodontologische problematiek waaronder persisterende pijn B. Endodontologische en / of parodontologische problematiek C. Klinische besliskunde, specifiek bij indicaties zoals (her)behandeling versus dento-alveolair chirurgische benadering D. Dento-alveolaire traumata en de behandeling daarvan E. Nieuwe endodontologische ontwikkelingen (state of the art) F. Uitvoering van gecompliceerde endodontische behandelingen 164
G. Apicale curettage / resectie H. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
165
MA500a4 Keuzevak Temporomandibulaire dysfunctie
Isiscode: MA500a4
4 ec
dr. M.H. Steenks
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt op basis van anamnese en uitgebreid functie onderzoek van het tandkaakstelsel, een (differentiële)diagnose opstellen bij individuele patiënten suspect voor temporomandibulaire dysfunctie (TMD) ten behoeve van zorgplannen. 2. U kunt evidence-based besluiten tot verschillende vormen van therapie voor TMD, waaronder counseling, fysiotherapie en interocclusale voorzieningen (occlusale spalk) of combinaties daarvan. 3. U kunt de diverse vormen van therapie van mandibulaire dysfunctie uitvoeren onder begeleiding van een docent en daarvan verslag doen aan de verwijzer. Beschrijving
In dit keuzevak gaat u dieper dan in het kerncurriculum in op de diagnostiek en de behandeling van temporomandibulaire dysfunctie (TMD). Bij de theoretische achtergrond wordt uitgebreid aandacht besteed aan differentiaal-diagnostiek, met het doel om TMD gerelateerde klachten te kunnen classificeren tot verschillende categorieën van TMD. Classificatie op basis van symptoomprofielen is mede van belang voor het bepalen van de behandelingsstrategie en de routing van TMD-patiënten (tandarts-algemeen practicus, tandartsgnatholoog, Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde). Uitvoerig wordt aandacht geschonken aan de epidemiologie van TMD en de verschillende behandelstrategieën in relatie tot de verschillende categorieën van TMD. De theorie omtrent werkingsmechanismen van verschillende therapieën en de te verwachten behandeluitkomsten daarvan wordt geïntegreerd in de zorgplannen. Bij de patiëntenbehandeling in dit keuzevak ligt het accent op de differentiaal-diagnostiek, het uitstippelen van een behandelstrategie, het behandelmanagement en soms op de feitelijke behandeling van de patiënten. Globale inhoud
166
A. (Patho)fysiologie van het tandkaakstelsel B. Epidemiologie en etiologie van temporomandibulaire dysfunctie (TMD) C. Differentiaal-diagnostiek en klinische besliskunde m.b.t. TMD D. Indicatie, werking en behandeluitkomsten van diverse vormen van therapie bij TMD E. Betekenis van andere hulpverleners zoals huisarts, fysiotherapeut en psycholoog bij TMD F. Management van patiënt routing, waaronder (schriftelijke) communicatie met de verwijzer G. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
167
MA500a5 Keuzevak Uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten
Isiscode: MA500a5
4 ec
mw. drs. R. den Haan
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt de theoretische achtergronden van behandelingen met uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten adequaat toepassen bij het indiceren van implantaten, het aanvragen van vergoeding voor implantaten bij zorgverzekeraars, het verwijzen naar een implantoloog, en bij het vervaardigen van meso- en suprastructuren van uitneembare prothetische voorzieningen. 2. U bent in staat om aan edentate patiënten optimale prothetische zorg te verlenen middels uitneembare voorzieningen in combinatie met reeds geplaatste implantaten, inclusief de daaruit voortvloeiende nazorg. Beschrijving
Dit keuzevak biedt de mogelijkheid om u verder te bekwamen in het reduceren van functieproblemen bij edentaten met volledige gebitsprothesen of bij mensen met gereduceerde dentities met partiële gebitsprothesen. Hierbij wordt ingegaan op de diagnostiek en de vraag op welke wijze en in welke mate de functieproblemen kunnen worden teruggebracht, zodat men weer redelijk kan functioneren met het mondkaakstelsel. Een gebruikelijke strategie daarbij is om na beoordeling van de bestaande situatie, eerst de bestaande prothetische voorziening te optimaliseren, dan wel een nieuwe volledige of partiële prothese te vervaardigen. Als de klachten persisteren, kunnen implantaten worden overwogen om te trachten de gebitsfuncties binnen het adaptatievermogen ven de patiënt te brengen. Het aantal, het type implantaten en de locatie ervan vraagt samenwerking met de implantoloog. Voor het plannen en plaatsen van implantaten ten behoeve van de patiënten van het keuzeblok wordt als stage 168
samengewerkt met het keuzevak implantologie (van het chirurgisch profiel). Globale inhoud A. Kennis van achtergronden en principes van de tandheelkundige implantologie, specifiek in relatie tot uitneembare prothetische voorzieningen B. Diagnostiek en zorgplannen voor patiënten bij wie implantaten worden overwogen C. Stage klinische implantologie D. Planning en behandeling van patiënten met uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten E. Blok MA590a: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
169
MA500b Masterprofiel Chirurgische tandheelkunde
Isiscode: MA500b
8 ec
dr. G.J. Meijer
Werkvormen
Onderwijsvorm en studiebelasting van de afzonderlijke keuzeblokken van het profiel Chirurgie1
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
literatuur werkgroep 5 (reader) zorgplannen / werkgroep 10 referaten2 (pre)kliniek3 patiëntsimulatie / patiëntbehandeling 70 Blok wetenschappelijke 18 MA590b stage onderzoeksverslag 4 2
Sbu
15
20
10
20
10 170
80 188
48
52
totaal 107 253 360 MA500b & MA590b 1 Per keuzeblok kunnen verschillen optreden, ondermeer door inhoudelijke en logistieke verschillen 2 Presentatie portfolio in gemeenschappelijk deel van het profiel 3 Presentatie wetenschappelijk verslag in gemeenschappelijk deel van het profiel Beschrijving
In het masterprofiel Chirurgie zijn drie keuzevakken geclusterd: dento-alveolaire chirurgie, parodontologie, en implantologie. Het doel van het keuzevak dento-alveolaire chirurgie is dat meer inzicht wordt verkregen en meer vaardigheden worden verworven dan in het kerncurriculum, zodat "eenvoudige" dento-alveolaire chirurgie ook 170
daadwerkelijk kan worden uitgevoerd door de afgestudeerde tandarts, meer dan nu veelal het geval is. In het keuzevak Parodontologie ligt de nadruk op parodontale chirurgie van niet-inflammatoire aandoeningen. In het keuzevak Implantologie worden onder supervisie implantaten geïndiceerd en geplaatst in niet-complexe situaties. De bedoeling is dat de patiëntbehandelingen plaats vinden in een chirurgisch behandelcentrum. Ook worden second opinions gegeven aan patiënten over zorgplannen, waarvan implantaten deel kunnen uitmaken. Onder supervisie zullen eerder ingestroomde studenten zoveel als mogelijk de later ingestroomde studenten begeleiden ("senioren" begeleiden "junioren"). In het gemeenschappelijke deel van het profiel worden aspecten ondergebracht die de drie keuzevakken gezamenlijk betreffen of op de raakvlakken ervan liggen. In werkgroepen, ook in het gemeenschappelijke deel van het profiel, worden ook zorgplannen, capita selecta, portfolio en wetenschappelijk verslagen gerapporteerd en besproken. Globale inhoud gemeenschappelijke deel van het profiel A. Pathologie van de mondholte B. Raakvlakken dento-alveolaire chirurgie, parodontologie en implantologie C. Chirurgische principes en technieken D. Interacties ziekten, medicijngebruik en dento-alveolaire chirurgie E. Klinische besliskunde m.b.t. chirurgische profiel F. Presentatie van zorgplannen, referaten, portfolio G. Blok MA590b: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
171
MA500b1 Keuzevak Dento-alveolaire chirurgie
Isiscode: MA500b1
4 ec
drs. M. de Koning
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om op basis van anamnese en onderzoek een behandelplan op te stellen op het gebied van de dento-alveolaire chirurgie, daarbij complicerende factoren afwegend. 2. U bent in staat om in een poliklinische setting minder gecompliceerde dento-alveolaire chirurgie onder supervisie, echter met toenemende zelfstandigheid te verrichten. Beschrijving
In dit keuzevak ligt de nadruk op het zelfstandig uitvoeren van dentoalveolaire chirurgie. Het betreft vaak behandelingen waarvoor in de praktijk naar een afdeling Mondheelkunde en Kaakchirurgie wordt verwezen, maar waarvoor ook naar een tandarts-algemeen practicus zou kunnen worden verwezen met bovengemiddelde chirurgische vaardigheden door klinische differentiatie. Denk bij deze behandelingen aan moeilijke extracties van gebitselementen, verwijdering van derde molaren en radices relictae, en apicale curettage of apicale resectie. Dergelijke ingrepen verschillen in moeilijkheidsgraad, en kunnen ook patiënten betreffen met een verhoogd medisch risico door ziekten of uitgebreide medicatie. Mede daarom zal vaak de vraag aan de orde komen welke patiënt een chirurgisch gedifferentieerde tandarts zelf kan behandelen, en welke patiënt beter kan worden verwezen naar de kaakchirurg in een ziekenhuis setting. Globale inhoud A. (Differentiaal)diagnostiek B. Normale en gestoorde wondgenezing C. Interacties ziekten, medicijngebruik en chirurgie D. Risico-analyse van chirurgische ingrepen E. Indicaties en keuzen van chirurgische technieken 172
F. Patiëntmanagement G. Poliklinische dento-alveolaire chirurgie (patiëntbehandeling) H. Presentatie van zorgplannen, referaten, portfolio I. Blok MA590b: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
173
MA500b2 Keuzevak Parodontologie
Isiscode: MA500b2
4 ec
drs. J.H. Weijmar
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om op basis van anamnese en onderzoek een behandelplan op te stellen op het terrein van de parodontologie, daarbij complicerende factoren afwegend. 2. U bent in staat om in een poliklinische setting gecompliceerde parodontale chirurgie onder supervisie, echter met toenemende zelfstandigheid te verrichten. Beschrijving
In het kerncurriculum heeft de student een redelijk beeld gekregen van het overgrote deel van de parodontale problemen en behandelingen in de algemene praktijk, meestal (chronische) inflammatoir van aard. In het keuzevak Parodontologie richt de verdieping zich vooral op niet-inflammatoire parodontale problemen die zich kunnen voordoen bij complexe restauratieve behandelingen. Het betreft behandeling bij patiënten die verwezen zijn in het kader van de uitvoering van een behandelplan. In werkbesprekingen en in patiëntsimulatie worden de principes van de verschillende basistechnieken van de parodontale chirurgie opnieuw doorgenomen met het uiteindelijke doel om deze ook toe te passen in de patiëntbehandeling. Als voorbeelden worden hier genoemd: klinische kroonverlenging, augmentatie van ponticplaatsen, regeneratie van parodontale defecten en hemisectie. Globale inhoud A. Principes van parodontaal chirurgische technieken B. Specifieke chirurgische technieken voor specifieke parodontale problemen C. Achtergrond en indicatie van regeneratie technieken D. Medicatie bij parodontale afwijkingen E. Risico-analyse en prognose van dento-alveolaire en parodontale chirurgie 174
F. Behandelplannen m.b.t. parodontale chirurgie G. Patiëntmanagement H. (Poli)klinische parodontologie (patiëntbehandeling) I. Presentatie van zorgplannen, referaten, portfolio J. Blok MA590b: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
175
MA500b3 Keuzevak Implantologie
Isiscode: MA500b3
4 ec
dr. G.J. Meijer drs. A. Soehardi
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om op basis van anamnese en onderzoek een behandelplan op te stellen op het terrein van de orale implantologie, daarbij complicerende factoren afwegend. 2. U bent in staat om in een poliklinische setting orale implantologie onder supervisie, echter met toenemende zelfstandigheid te verrichten. Beschrijving
In het kerncurriculum is kennis gemaakt met theoretische aspecten van de implantologie, maar klinische ervaring is in beperkte mate opgedaan. De orale implantologie heeft echter een plaats verworven die niet meer is weg te denken en de vraag ernaar zal zeker toenemen. De "escape naar het volledig kunstgebit" wordt niet meer acceptabel geacht en dat betekent een omslag in het denken van de behandelaar. Gebitselementen dienden altijd zodanig geconserveerd te worden dat zij een leven lang meegaan. Echter, met het gebleken klinisch succes van tandwortelimplantaten is de benadering van "alles behouden" niet meer per definitie de meest logische keus. Zo kan het verstandig zijn om tijdig te extraheren om daarmee kaakbot te preserveren zodat tenminste implantaatplaatsing nog mogelijk is. In het keuzevak Implantologie staan behandelplannen centraal met het thema in welke mate implantaten de gebitsfuncties kunnen verbeteren bij een individuele patiënt. De vraagstelling van de verwijzer en de hulpvraag van de patiënt zijn hierbij cruciaal. Daarnaast assisteert u in een poliklinische setting bij de voorbereidingen voor en het plaatsen van implantaten en de nazorg daarvan. Globale inhoud A. Theoretische achtergronden van implantologie B. Implantaatsystemen 176
C. Risico analyse van behandeling met implantaten D. Implantaten, mesostructuren en suprastucturen E. Behandelplannen m.b.t. orale implantologie F. Patiëntmanagement G. (Poli)klinische implantologie (patiëntbehandeling) H. Presentatie van zorgplannen, referaten, portfolio I. Blok MA590b: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
177
MA500c Masterprofiel Mondzorg voor bijzondere zorggroepen
Isiscode: MA500c 8 ec
dr. W.M.M. Fennis dr. M.A.W. Merkx
Werkvormen
Onderwijsvorm en studiebelasting van de afzonderlijke keuzeblokken van het profiel Mondzorg voor bijzondere zorggroepen1
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
Sbu
literatuur e.d. werkgroep 5 zorgplannen / werkgroep 10 referaten2 (pre)kliniek3 patiëntensimulatie / behandeling 70 blok wetenschappelijke 18 MA590c stage onderzoeksverslag 4
15 10
20 20
10 170
80 188
48
52
Totaal MA500c & MA590c
253
360
107
1 Per keuzevak kunnen verschillen optreden, ondermeer door inhoudelijke en logistieke verschillen 2 Referaten / zorgplannen / presentatie portfolio ook in het gemeenschappelijke profieldeel 3 Specifieke (pre)klinische verrichtingen in het kader van het keuzevak kunnen aanvullend n.a.v. patiëntbehandeling (casuïstiek) worden ondergebracht in de klinische differentiatie van het profiel Beschrijving
De tandarts wordt in toenemende mate geconfronteerd met complexe mondzorg problematiek. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door 178
technologische ontwikkelingen zoals de implantologie, anderzijds door patiënt gerelateerde factoren, zoals de algemene gezondheid bij het ouder worden in combinatie met een toenemende vraag naar behoud van de natuurlijke dentitie. In dit profiel gaat de aandacht vooral uit naar patiënt gerelateerde factoren die de complexiteit van de mondzorg verhogen. Het profiel bevat als keuzevakken: kwetsbare ouderen, gehandicapten en angstige patiënten, en medisch gecompromitteerde patiënten. Aspecten van (mond)zorg voor bijzondere zorggroepen die alle keuzevakken aangaan, komen aan bod in het gemeenschappelijke deel van het profiel. Naast theoretische achtergronden zal daarin het mondzorgplan centraal staan. De afzonderlijke keuzevakken zijn opgebouwd uit werkbesprekingen ter voorbereiding van de patiëntenbehandeling, waarin ook capita selecta worden besproken op basis van zelfstudie. Per keuzevak is globaal aangegeven hoe het klinische deel van het keuzevak is ingericht. Een wetenschappelijke stage en een onderzoeksverslag in het kader van blok MA590 maken deel uit van het profiel. Globale inhoud gemeenschappelijke deel van het profiel A. Pathologie van de mondholte in relatie tot bijzondere zorggroepen B. Interacties van medicijnen met orale condities en tandheelkundige behandeling C. Psychologische aspecten van mondzorg bij patiënten uit bijzondere zorggroepen D. Mondzorg strategieën bij complicerende factoren bij bijzondere zorggroepen E. Risico schatting van tandheelkundige behandelingen F. Betekenis van andere hulpverleners in het kader van mondzorg voor bijzondere zorggroepen G. Presentatie van mondzorgplannen, wetenschappelijk verslag, referaten en portfolio H. Blok MA590c: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
179
MA500c1 Keuzevak Kwetsbare ouderen
Isiscode: MA500c1
4 ec
prof. dr. C. de Baat
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U geeft er blijk van kennis van en inzicht in de diagnostiek en behandelingsstrategieën van kwetsbare (geïnstitutionaliseerde) ouderen toe te kunnen passen in individuele mondzorgplannen. 2. U bent in staat om lichamelijk en geestelijk gecompromitteerde ouderen, ook die in verpleeg- of verzorgingshuizen verblijven, vanuit een psychosociale context adequate mondzorg te bieden. Beschrijving
Mondzorg voor kwetsbare ouderen is dat onderdeel van de tandheelkunde dat betrekking heeft op de preventie, diagnostiek, behandeling en nazorg van orofaciale ziekten en problemen bij kwetsbare (geïnstitutionaliseerde) ouderen. Door een cumulatie van orale problemen in het verleden kan niet alleen de behandeling zelf, maar ook de besluitvorming over de behandelstrategie bij ouderen complex zijn. Ouder worden kan gepaard gaan met toenemende kwetsbaarheid op somatisch, psychisch en sociaal gebied, waardoor ouderen in toenemende mate afhankelijk kunnen worden van verzorgenden, ook voor de mondzorg. Uit onderzoek blijkt dat deze zorg in zorgverlenende instellingen tekortschiet. Bovendien wordt steeds meer duidelijk dat slechte mondgezondheid negatieve gevolgen kan hebben voor de algemene gezondheid, waarbij een slechte mondgezondheid als predisponerende factor voor het ontstaan of verhevigen van infecties in andere delen van het lichaam wordt aangemerkt. Kwetsbare, geïnstitutionaliseerde ouderen zijn een belangrijke risicogroep voor het krijgen van deze infecties. In de eerste plaats worden de risico's groter door een afnemende fysieke gesteldheid. Daarnaast verhoogt het geïnstitutionaliseerd zijn de kans op overdragen van infecties. In dit keuzeblok behandelt u bewoners van een verpleeg- of 180
verzorgingshuis. Globale inhoud A. Psychische en fysieke beperkingen bij kwetsbare ouderen B. Geriatrische ziektebeelden C. Mondzorg strategieën in relatie tot kwetsbare ouderen D. Risico-schatting van mondzorg interventies E. Mondzorgplannen ten behoeve van individuele patiënten F. Begeleiding en uitvoering van mondzorgplannen in een verpleegof verzorgingshuis, inbegrepen reflectieverslagen G. Blok MA590c: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
181
MA500c2 Keuzevak Gehandicapten en angstige patiënten
Isiscode: MA500c2
4 ec
mw. M. Rutten-Huijsen
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt kennis van en inzicht in afwijkende epidemiologie en manifestaties van orale aandoeningen integreren in de zorg voor mensen met een handicap. 2. U bent in staat om vanuit een psychosociale context optimale mondzorg te verlenen bij kinderen en volwassenen met een handicap. 3. U kunt kennis van en inzicht in de epidemiologie en manifestaties van angststoornissen integreren in zorgplannen; daarbij kunt u strategieën om angst beheersbaar te maken voor de patiënt effectief toepassen bij de behandeling van jeugdigen en volwassenen met matige angst. Beschrijving
De mondzorg voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking vergt specifieke kennis en inzicht, onder meer door afwijkende epidemiologie en manifestatie van orale afwijkingen bij deze bijzondere zorggroepen. Deze kwetsbare mensen hebben een verhoogd risico op aantasting van de mondgezondheid. Centraal daarin staat een beperking tot effectieve zelfzorg. Daardoor, en omdat tandheelkundige behandeling als een zware opgave wordt ervaren door patiënt en tandarts kan grote behandelachterstand ontstaan en wordt de mondgezondheid bedreigd. Om de laatste reden kan ook bij extreme angst een behandelachterstand ontstaan, die juist door die angst moeilijk in te lopen is. In dit keuzevak wordt specifiek aandacht besteed aan het verhoogde risico voor cariës bij kinderen met een handicap, en aan andere risico's voor de mondgezondheid bij gehandicapten. Bij de mondzorg voor mensen met beperkingen zijn psychosociale aspecten uitermate belangrijk en moet aandacht worden gegeven aan mogelijke psychopathologie bij mentale retardatie. Bij tandheelkundige 182
behandeling worden er technieken voor angst- en pijnbeheersing toegepast. Voor wat betreft extreem angstige patiënten worden etiologie en manifestaties van angststoornissen besproken. Bij de behandeling kunnen strategieën voor angstbeheersing worden toegepast, zoals de exposure techniek. Het klinische deel van het keuzeblok bestaat uit stages met patiëntzorg in een instelling voor bijzondere tandheelkunde of een andere zorginstelling. Globale inhoud A. Meest voorkomende verstandelijke en lichamelijke beperkingen B. Tandheelkundige behandelstrategieën bij verstandelijke en lichamelijke beperkingen C. Epidemiologie en ontstaan van angststoornissen en strategieën om angst beheersbaar te maken D. Mondzorgplannen ten behoeve van gehandicapte en angstige patiënten E. Begeleiding en uitvoering van mondzorgplannen in een instelling voor bijzondere tandheelkunde of andere zorginstelling, inbegrepen reflectieverslagen F. Blok MA590c: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
183
MA500c3 Keuzevak Medisch gecompromitteerde patiënten
Isiscode: MA500c3
4 ec
dr. W.M.M. Fennis dr. D.J. Witter
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om bij complexe dentale situaties, mede gecompliceerd door niettandheelkundige factoren zoals algemeen medische factoren en gedragsfactoren een individueel meest passend tandheelkundig zorgplan op te stellen. 2. U bent in staat effectief te communiceren met patiënten en hun omgeving om complexe situaties te verhelderen, en met collegae (para)medici, waaronder de verwijzer. 3. U bent op de hoogte van de expertise van andere (para)medische disciplines en verwijst adequaat naar hen in het belang van patiënt en omgeving. Beschrijving
Er is een categorie patiënten die de competentie van tandartsenalgemeen practici te boven gaat. Meestal gaat het dan om complexe tandheelkundige situaties, waarbij herkenning van beïnvloedende medische en gedragsfactoren cruciaal is, en er ook expertise van andere disciplines nodig kan zijn. Omdat algemeen-practici bepaalde afwijkingen of klachten in een lage frequentie tegenkomen, blijven deze patiënten soms in een medisch of tandheelkundig circuit zonder dat de problemen worden opgelost of hanteerbaar worden gemaakt binnen het adaptatievermogen van de patiënt. Dergelijke complexe tandheelkunde vergt uitgebreide diagnostiek, behandelplanning en regie binnen een multidisciplinaire samenwerking. In dit keuzevak maakt u kennis met (verlengde) diagnostiek van complexe situaties en het herkennen en beheersbaar maken van niettandheelkundige complicerende beïnvloedende factoren. Daartoe schakelt u in voorkomende gevallen de expertise van andere disciplines in. De patiëntenbehandeling vindt plaat vanuit een instelling voor 184
bijzondere tandheelkunde en de afdeling Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie. De patiënten kunnen onder andere zijn verwezen door de polikliniek, vanuit onderwijsblokken of door algemeen practici, soms voor een second opinion. U formuleert (globale) behandelmogelijkheden in een behandelplan of behandeladvies en rapporteert terug naar de verwijzer. Globale inhoud A. Algemeen medische pathologie, manifestaties in de mondholte, invloed op tandheelkundige interventies B. Medicijngebruik, manifestaties in de mondholte, interacties met tandheelkundige interventies C. Communicatie tussen hulpverlener en patiënt en omgeving, communicatie met collega hulpverleners D. Diagnostiek en opstellen van mondzorgplannen bij complexe tandheelkundige problematiek zoals algemeen medische pathologie, functieproblemen bij ongunstige anatomische verhoudingen, mondbranden, extreme kokhalsreflex, extreme slijtage van gebitselementen E. Betekenis van en verwijzing naar andere hulpverleners zoals psycholoog en fysiotherapeut F. Begeleiding en uitvoering van mondzorgplannen in een instelling voor bijzondere tandheelkunde en een afdeling Mond-, kaak en aangezichtschirurgie, inbegrepen reflectieverslagen G. Blok MA590c: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
185
MA500d Masterprofiel Kinderen en jongeren
Isiscode: MA500d
8 ec
dr. G. Stel drs. R. Ophof
Werkvormen
De studiebelasting voor keuzevak MA500d1 en MA500d2 is 360 Sbu, voor keuzevak MA500d3 440 Sbu en voor keuzevak MA500d4 400 Sbu (zie per keuzevak de tabellen onderwijsvorm en studiebelasting). Beschrijving
In dit profiel worden de theoretische achtergronden verdiept van het tandheelkundig onderzoek van en de tandheelkundige zorg voor jeugdige patiënten, inclusief de gebitsontwikkeling. Dit leidt tot het opstellen van een op het individu toegesneden mondzorgplan, rekening houdend met de psychosociale context. Centraal voor adequate zorgplannen is het onderscheid tussen tandheelkundige problemen die een bedreiging vormen voor behoud van het gebit en de gebitsfuncties, en problemen die niet een dergelijke bedreiging vormen. De behandeling binnen het gehele profiel omvat zowel de preventieve en restauratieve zorg als interceptieve orthodontie en traumatologie bij kinderen en jongeren. Daarom bevat het gemeenschappelijke deel van het profiel kernstof op het gebied van de vier keuzevakken van het profiel, te weten kindertandheelkunde, orthodontie, kindergeneeskunde, en psychologie. Kindergeneeskunde is onder meer relevant om bij jeugdigen groei- en ontwikkelingsstoornissen te onderkennen. Psychologische kennis en inzicht van normaal en afwijkend gedrag helpt de tandarts gedragsmatige interventies in te zetten om een doelgerichte en efficiënte tandheelkundig behandeling te realiseren. Deze interventies kunnen gericht zijn op de jeugdige patiënt en diens verzorgers zoals de ouders. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan het uitvoeren van preventieve maatregelen en de voorlichting over preventie. Deze specifieke voorlichting kan worden gegeven aan individuele personen, maar ook aan groepen of aan instanties in de gezondheidszorg. De verworven kennis en vaardigheden worden binnen en buiten het profiel ingezet bij consultaties. Alhoewel de keuzevakken binnen het profiel verschillend zijn voor 186
wat betreft de onderwijsvormen, zijn werkbesprekingen over mondzorgplannen, capita selecta en portfolio belangrijke onderdelen van de keuzeblokken. Een wetenschappelijke stage en een onderzoeksverslag maken eveneens deel uit van het gemeenschappelijke deel van het profiel en de keuzevakken (MA590d). Globale inhoud van het gemeenschappelijke deel van het profiel A. Algemene kindergeneeskunde, met name in relatie tot groei- en ontwikkelingsstoornissen en mondgezondheid B. Preventie van mondziekten en voorlichting C. Normale en afwijkende gebitsontwikkeling D. Gedragsmatige en psychologische benaderingen inclusief communicatieve en consultvaardigheden E. Klinische besliskunde, specifiek met betrekking tot kindertandheelkunde F. Orthodontie en de behandeling van orthodontische afwijkingen G. Laatste ontwikkelingen (state of the art) m.b.t. cariologie H. Presentatie van mondzorgplannen, wetenschappelijk verslag, referaten en portfolio I. Blok MA590d: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
187
MA500d1 Keuzevak Kindertandheelkunde
Isiscode: MA500d1
4 ec
dr. G. Stel drs. F. Olderaan
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
theoretische college/werkgroep 20 achtergrond preklinische patiëntsimulatie 40 vaardigheden klinische patiëntbehandeling 40 vaardigheden blok wetenschappelijke 18 MA590d stage onderzoeksverslag 4
20
totaal MA500d1 & MA590d
122
40 40 40
170
188
48
52
238
360
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om in de jonge patiënt afwijkingen die een bedreiging zijn voor de gebitsontwikkeling te onderkennen en hiervoor een interceptieve behandeling te doen of hiervoor te verwijzen. 2. U bent in staat om de theoretische achtergronden van gebitspathologie en indicaties van interventies te integreren in klinische besliskunde ten behoeve van zorgplannen voor individuele jongeren in hun psychosociale context. 3. U bent in staat om kinderen en jongeren met een bovengemiddelde moeilijkheidsgraad met adequaat tandheelkundig te behandelen, indien mogelijk met 188
minimaal invasieve technieken. Beschrijving
Dit blok verdiept en verbreedt de stof van het kerncurriculum van de kindertandheelkunde op het gebied van diagnostiek en indicatiestelling. De achtergronden van preventieve en interveniërende behandelingen met een psychologische benadering van de jonge patiënt krijgen veel aandacht. In het theoretische deel wordt ook de normale en de afwijkende gebitsontwikkeling uitvoerig behandeld. Naast patiëntgerichte zorgplannen staan de toepassing van minimaal invasieve behandelingen en strategieën voor een psychologische benadering centraal in het keuzeblok. In een preklinisch gedeelte worden minimaal invasieve behandeltechnieken geoefend met gebruik van diverse restauratiematerialen op fantoom. Ook de toepassing van roestvrijstaal-nikkelchroom kronen wordt geoefend. Klinisch wordt geparticipeerd in patiëntenbehandeling op de stafpraktijk kindertandheelkunde van de vakgroep PCT, externe praktijken voor kindertandheelkunde, één of meer Centra voor Bijzondere Tandheelkunde (CBTs) of diensten/instellingen voor jeugdtandzorg. In de klinische fase wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het opstellen, presenteren en bespreken van geëigende zorgplannen en het integraal uitvoeren van behandelvoorstellen waarbij psychologische behandelstrategieën worden toegepast. Globale inhoud A. Diagnostiek van pathologie van de mondholte bij jeugdigen B. Normale en afwijkende gebitsontwikkeling C. Zorgplannen bij jeugdigen D. Psychologische benadering van jeugdigen E. Preventieve en restauratieve zorg F. Minimaal invasieve restauratietechnieken
189
MA500d2 Keuzevak Orthodontie
Isiscode: MA500d2
4 ec
drs. R. Ophof prof.dr. A.M. Kuijpers-Jagtman
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudi Sbu uren e-uren
theoretische college / werkgroep achtergrond preklinische patiëntsimulatie vaardigheden klinische patiëntenbehandeling vaardigheden blok wetenschappelijke MA590d stage onderzoeksverslag
20
totaal MA500d2 & MA590d
20
40
40
40
40
40
18
170
188
4
48
52
122
238
360
Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U bent in staat om op basis van een orthodontische anamnese en een klinisch onderzoek een op de patiënt gericht orthodontisch zorgplan op te stellen en hierover adequaat met betrokkenen te communiceren. 2. U bent in staat om theoretische achtergronden en preklinische vaardigheden te integreren in de orthodontische behandeling van patiënten met uitneembare en vaste apparatuur onder supervisie. Beschrijving
In het onderdeel orthodontie worden theoretische achtergronden van de normale en afwijkende gebitsontwikkeling en de indicatie van 190
diverse orthodontische behandelopties verdiept ten opzichte van het kerncurriculum. Uitvoerig wordt ingegaan op de indicatie en de behandeling met uitneembare en vaste orthodontische apparatuur. In een preklinisch practicum wordt een aantal vaardigheden geoefend zoals het maken van diagnostische set-ups, buigen van orthodontisch draad, en activeren en modificeren van uitneembare en vaste apparatuur. U participeert tijdens dit keuzeblok in de patiëntenbehandeling in de vakgroepkliniek, in de specialistenopleiding of in een externe orthodontiepraktijk. De behandeling betreft vrijwel altijd jeugdigen, wat een psychologische aanpak vereist om tot een coöperatieve relatie met de patiënt te komen. Globale inhoud A. Normale en afwijkende gebitsontwikkeling B. Groei en groeistoornissen C. Orthodontisch onderzoek en klinische besliskunde D. Diagnostiek en indicatiestelling van orthodontische behandelingen E. Communicatieve vaardigheden (gericht op motivatie en therapietrouw ) F. Retentieve en interveniërende orthodontische behandeling G. Achtergronden van uitneembare en vaste orthodontische apparatuur H. Participatie in patiëntbehandeling I. Blok MA590d: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
191
MA500d3 Keuzevak Kindergeneeskunde
Isiscode: MA500d3
4 ec
dr. J.M.T. Draaisma
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contact Zelfstudieuren uren
algemene college 5 theorie voorbereiding college 5 kerncursus kerncursus werkgroep 55 1 klinische kliniek (stage) 40 vaardigheden blok wetenschappelijke 18 MA590d stage onderzoeksverslag 4
Sbu
15
20
15
20
65
120 40
170
188
48
52
totaal 127 313 4402 MA500d3 & MA590d 1 inclusief 3 uur Quality of Life onderwijs in evaluatieweek van de kerncursus 2 dit keuzevak overschrijdt de geroosterde Sbu met 80 uur Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt ziekten en afwijkingen uit het vakgebied van de kindergeneeskunde herkennen, de meest voorkomende behandelmogelijkheden benoemen en de relevantie voor tandheelkundige behandeling van jeugdige patiënten beschrijven. Beschrijving
Dit keuzevak wordt hoofdzakelijk verzorgd door de afdeling Kindergeneeskunde van het Cluster Universitair Kinderziekenhuis (CUKZ) van het UMCN. In een algemeen theoretisch deel wordt aandacht besteed aan onder meer groei en ontwikkeling, 192
luchtwegproblematiek, allergieën en epilepsie. Ter verdieping wordt daarna gedurende drie aaneengesloten weken een kerncursus kindergeneeskunde gevolgd. In dit verdiepingsgedeelte komen ook groei- en ontwikkelingsstoornissen aan bod en specifieke psychologische benaderingen van jonge patiënten. Speciaal voor dit keuzevak wordt voor de studenten tandheelkunde ter voorbereiding op deze kerncursus voorafgaand een introductie in de kindergeneeskunde gegeven. Daarnaast maken ook een stage op de kinderpolikliniek UMCN gedurende één week en een wetenschappelijk stage en een onderzoeksverslag over een in overleg vast te stellen onderwerp deel uit van het keuzevak. Er is geen klinische inbedding in het onderwijs tandheelkunde. Globale inhoud A. Introductie kindergeneeskunde; algemene kindergeneeskunde: diagnostiek en indicatiestelling B. Kerncursus kindergeneeskunde: o.a. groei- en ontwikkelingsstoornissen C. Stage kinderpolikliniek D. Blok MA590d: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
193
MA500d4 Keuzevak Psychologie
Isiscode: MA500d4
4 ec
mw. drs. L.W.A. de Jong
Werkvormen
Onderwijsvorm en studiebelasting keuzevak Psychologie Onderdeel Onderwijsvorm Contact Zelfstudie- Sbu uren uren theoretische achtergrond verslag casuïstiek verdieping voorlichtings plan implentatie leertaken blok MA590d
werkgroep
5
10
15
werkgroep
2
8
10
werkgroep (video) 2 werkgroep 4
3 46
5 50
kliniek 20 werkgroep 10 wetenschappelijke 18 stage onderzoeksverslag 4
30 20 170
50 30 188
48
52
totaal 65 335 4001 MA500d4 & MA590d 1 dit keuzevak overschrijdt de geroosterde Sbu met 40 uur Hoofddoelstellingen
Specifiek professionele competenties 1. U kunt op basis van kennis van relatief veel voorkomende gedragsafwijkingen uitspraken doen over de mogelijke gevolgen daarvan voor de tandheelkundige (zelf)zorg en behandeling van kinderen of jeugdigen. 2. U kunt op basis van uw kennis van normale en afwijkende psychologische ontwikkeling of op basis van verstrekte informatie over de psychologische gesteldheid van een kind een uitspraak doen over de mate van behandelbaarheid en aangeven welke tandheelkundige behandelingsstrategie de voorkeur heeft. 194
3. U kunt de meest voorkomende kinderangsten herkennen, de relevantie daarvan voor de tandheelkundige behandelsituatie aanduiden en aangeven hoe daarmee individueel moet worden rekening gehouden bij de tandheelkundige zorg. 4. U hebt kennis van het huidige aanbod van tandheelkundige zorgprogramma's en inzichten met betrekking tot preventie van tandheelkundige problemen bij kinderen en kunt deze in de vorm van een wetenschappelijke stage nader uitwerken. Beschrijving
Het onderwijs in de psychologie dat het kerncurriculum overstijgt, wordt verzorgd in het gemeenschappelijke deel van het profiel Kinderen en jongeren. Om de aanwezige kennis en ervaring van de student te inventariseren, worden aan het begin van het keuzevak casussen van behandelingen of van communicatie aangeboden waarvan de psychologische aspecten door de student worden geanalyseerd en becommentarieerd. De uitkomsten worden gepresenteerd in het gemeenschappelijke deel van het profiel en besproken door een docent kindertandheelkunde en een docent psychologie. In het algemene theoretische deel van het keuzevak wordt met name aandacht besteed aan relatief veel voorkomende gedragsafwijkingen, (kinder)angsten en communicatievaardigheden. In het verdiepingsdeel van het keuzeblok is er extra aandacht voor afwijkende ontwikkeling en psychopathologie, anamnese en klinisch onderzoek, en psychologische benadering van kinderen en jongeren met het doel inzicht te krijgen in behandelbaarheid en meest geëigende behandelstrategieën. In dit verdiepingsdeel richten de te verwerven vaardigheden zich vooral op effectieve communicatie met kind en ouders en kindvriendelijke voorlichting, aangepast aan de ontwikkeling. Dit keuzevak kent geen specifieke klinische integratie binnen het teamconcept. Globale inhoud A. Diagnostiek en indicatiestelling B. Ontwikkeling, leeftijdsadequaat gedrag, kinderangsten, beperkte psychopathologie 195
C. Communicatie met kind en ouders D. Gedragsmatige benadering E. Blok MA590d: formuleren onderzoeksvraag, wetenschappelijke stage en onderzoeksverslag
196
MA500e Masterprofiel Tandheelkundig onderwijs en onderzoek
Isiscode: MA500e 8 ec Beschrijving
Het profiel "Tandheelkundig onderwijs en onderzoek" vereist een individuele aanpak waarbij de student wordt ondergebracht bij het meest relevante profiel. Hierbij moet tenminste het gemeenschappelijke deel van dat profiel worden gevolgd.
197
MA506a Integrale Tandheelkunde voor volwassenen
Isiscode: MA506a
26 ec
drs. M.T. Stel drs. P.A. Snoek dr. H.M.A.M. Keltjens
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren
A
werkgroep zelfstudie kl. practicum stage polikliniek n.kl.practicum hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege hoorcollege zelfstudie responsiecollege
38
B C D E
F
G
H
40 460 60 2 2 17 1 2 38 5 1 14 1 3 33
toets
4 3
totaal
578
142
38 40 460 60 2 2 17 1 2 38 5 1 14 1 3 33 4 3 720
Hoofddoelstellingen
1. U kunt patiënten tandheelkundig integraal, inclusief gedragswetenschappelijke, algemeen medische en wetenschappelijke aspecten, behandelen en in nazorg begeleiden. 2. U kunt zelfstandig beslissen of u patiënten voor specifieke deel behandelingen naar één van de teamleden, collega of externe behandelaar verwijst. 198
3. U kunt op wetenschappelijk gefundeerde wijze kennis omtrent orthodontische en gelaatsorthopaedische afwijkingen integreren in een algemeen tandheelkundig behandelingsplan. 4. U kunt de hoofdlijnen van multidisciplinaire behandeling van craniofaciale afwijkingen beschrijven alsmede van (combinatie-) behandeling van gecompliceerde orthodontisch/tandheelkundige problematiek Beschrijving
Globale inhoud A. Diagnostiek en behandelingsplanning (Orale diagnostiek) B. Patiëntenbehandeling, waarbij alle kennis en vaardigheden van de klinische tandheelkunde (met name de preventieve tandheelkunde, de tandheelkundige radiologie, de parodontologie, de cariologie en endodontologie, de occlusie-opbouw en de volledige (overkappings)prothese), geïntegreerd worden toegepast in een expliciet patiënt- en op de praktijk gerichte benadering (de behandelingen worden uitgevoerd, voor de student nieuwe patiënten, waarvan één edentaat, één met ernstige parodontale problematiek en één ouder dan 65 jaar). C. Pijnklachtbehandeling in polikliniek en weekenddienst D. Reanimatie E. Theorie van geavanceerde prothetische behandelingen en multidisciplinaire behandelmethoden van patiënten met aangeboren en verworven gelaatsdeformaties en defecten F. Indicaties en contra-indicaties van multidisciplinaire behandeling bij patiënten met een skeletale en/of dento-alveolaire afwijking G. Theorie van de therapeutische mogelijkheden van multidisciplinaire behandeling bij patiënten met aangeboren en verworven gelaatsdeformaties en -defecten H. Capita selecta (verstandskiezen; de medische anamnese, de relevantie voor de algemene praktijk; slijmvliesafwijkingen; traumatologie) Relatie tot het totale curriculum Het blok 'Integrale tandheelkunde voor volwassenen' is een integraal klinisch blok en het vervolg op blok MA496. Alle in de voorafgaande 199
blokken geleerde competenties, vaardigheden en houdingsaspecten dienen geïntegreerd te worden toegepast bij een groot, gevarieerd patiëntenbestand. Wanneer dit blok is afgesloten als onderdeel van de masterfase kunt u zelfstandig patiënten van alle leeftijden behandelen van eenvoudige tot en met complexe tandheelkundige en medische problematiek op alle deelgebieden van de tandheelkunde. U bent in staat een behandelingsplan op te stellen en te herkennen op welke onderdelen van dit behandelingsplan u collega's met specifieke expertise op deelgebieden van de tandheelkunde moet consulteren. Voor de uitvoering van het behandelingsplan bent u in staat delen van de behandeling desgewenst te delegeren (horizontale en verticale verwijzing) en de regie te voeren over de realisatie van het behandelingsplan. Een speciale groep patiënten wordt behandeling in centra voor bijzondere tandheelkunde of multidisciplinaire centra in academische ziekenhuizen. U bent op de hoogte van de behandelingsmogelijkheden en multidisciplinaire aanpak van deze specifieke patiënten problematiek en kan deze geïntegreerd bij de behandelingsplanning betrekken. Na het voltooien van blok 506a heeft u overzicht, kennis en kunde van alle gebieden van de tandheelkunde die van belang zijn bij de beroepsuitoefening en kunt u in de algemene praktijk zelfstandig als tandarts functioneren. Literatuur
Blok 506a is een afsluitend blok. Alle in eerdere studiejaren opgedane kennis moet geïntegreerd worden toegepast. Voor de literatuur wordt daarom verwezen naar de voorgaande blokboeken en de kernboekenlijst. Voor aanvullende literatuur wordt verwezen naar blokboek 506a. Tentaminering
Alle afzonderlijke onderdelen, theoretisch en praktisch, dienen voldoende te worden afgesloten. In het blokboek van 506a staat precies omschreven aan welke kwalitatieve en kwantitatieve eisen u moet voldoen.
200
MA506b Integrale tandheelkunde (kinderen en adolesc.)
Isiscode: MA506b
3 ec
drs. F. Olderaan dr. G. Stel
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A-G
werkgroep 5 klinisch 67 practicum prekl. practicum 7 diagnostisch test 1
5 67
80
80
totaal
7 1
Hoofddoelstellingen
U bent na het volgen van dit blok in staat zelfstandig kinderen en adolescenten tandheelkundig te behandelen. Hierbij spelen met name vaardigheden met betrekking tot het melkgebit en gedragsaspecten van kinderen een belangrijke rol. Beschrijving
Globale inhoud A. Benaderen van kinderen in de tandartsstoel B. Het kunnen herkennen en behandelen van verschillende vormen van caries in het melkgebit C. Orthodontische diagnostiek/verwijzing D. Behandeling van 'angstige' kinderen E. Extracties bij kinderen F. Behandeling ontwikkelingsstoornissen G. Anaesthesie bij kinderen Relatie tot het totale curriculum Blok 506b is een integraal blok en richt zich op de tandheelkundige behandeling van kinderen en adolescenten. Daarbij wordt de theorie zoals die in het vierde jaar is gegeven in blok 407 "Intergrale tandheelkunde (kinderen en adolesc.)" in de praktijk gebracht. Vanuit 201
verschillende disciplines en andere blokken zijn reeds algemeen tandheelkundige kennis en vaardigheden aangereikt (op het gebied van diagnostiek, anesthesie, restauratie etc.) welke in dit eerste klinische blok kindertandheelkunde tot uitdrukking worden gebracht. Hierbij zijn met name de opgedane kennis en vaardigheden van de blokken 100, 130, 207, 211, 220, 230, 306, 320, 380, 470 en 480 van belang. U zult een vertaling moeten maken naar de kindertandheelkunde zodat u in staat bent deze leeftijdscategorie op verantwoorde wijze te behandelen. De behandeling van kinderen en adolescenten vergt een specifieke benadering. In dit klinische blok zult u dan ook vaardigheid moeten kunnen aantonen met betrekking tot het herkennen van de specifieke lichamelijke en psychische ontwikkeling van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën en de daaruit voortvloeiende benaderings- en omgangswijze. Verder zult u op basis van verschillende factoren cariës in het melk- en wisselgebit moeten kunnen diagnosticeren en deze preventief en restauratief kunnen behandelen. De behandeling van lokale ontwikkelingsstoornissen, zoals bijvoorbeeld 'kaasmolaren' maakt eveneens deel uit van dit blok. Een iets afwijkende vorm van blok 506B zal plaatsvinden in Arnhem aan de AKMA. Hier worden kinderen en adolescenten behandeld door een zogenaamd Kinderteam. In dit team werken studenten Tandheelkunde samen met studenten Mondzorgkunde. Tentaminering
Toetsing vindt plaats op basis van met name kwalitatieve en in mindere mate kwantitatieve aspecten van de klinische patiëntenbehandeling.
202
MA520 Vestiging en praktijkvoering
Isiscode: MA520
4 ec
dr. mr. W.G. Brands prof. dr. G.J. Truin
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm Contacturen Zelfstudie- Sbu uren
A-C
hoorcollege 2 werkgroep 6 responsiecollege 2 literatuur D-E hoorcollege 8 responsiecollege 4 werkgroep 24 werkbezoek 2 literatuur onderneming 2 splan ethiek scriptie totaal
50
24
38
2 6 2 24 8 4 24 2 38 2
8
8
70
120
Hoofddoelstellingen
U heeft kennis van de ethische, juridische, fiscale en bedrijfskundige aspecten van het functioneren als tandarts. U bent in staat uw positie te bepalen als het gaat om de keuze tussen het opstarten van een eigen (groeps)praktijk, het waarnemen voor een collega of het medewerkerschap. Binnen een tandheelkundig team bent u in staat een beroepseigen bijdrage te leveren aan de afstemming van processen en de organisatie van het team. Beschrijving
Globale inhoud A. Ethische- en juridische aspecten van de beroepsuitoefening B. Fiscale- en bedrijfskundige aspecten van de beroepsuitoefening, hetzij als zelfstandige, hetzij als medewerker of waarnemer C. Aspecten van het opstarten of (deels) overnemen van een 203
(groeps)praktijk D. Aspecten van het waarnemerschap of het medewerkerschap E. Sociale aspecten van het leiderschap of het medewerkerschap binnen een groter team Relatie tot het totale curriculum Blok 520 vormt de afsluiting van de 20-blokken . In dit blok zal de juridisch/ethisch/sociale basiskennis die opgedaan is in de voorafgaande blokken toegespitst worden op de latere werkzaamheden als tandarts. Omdat blok 520 gericht is op de manier waarop de net-afgestudeerde tandarts zijn werk gaat uitoefenen zullen in blok 520 de meest recente trends in de beroepsuitoefening aan de orde komen. Aangezien de tandheelkunde in toenemende mate binnen een team uitgeoefend wordt, sluit blok 520 nauw aan bij blok 506 a, waarin de student praktische kennis op doet over het werken binnen een team. Literatuur
1. Nuy M, Gordijn G, Truin GJ. De prudente tandarts. Ethische reflectie in de tandheelkunde. NUGI 611. ISBN 90 6665 457 9. SWP Amsterdam 2002 2. Cursus Tandarts-ondernemer, NMT 2005 Tentaminering
Schriftelijk tentamen: opstellen van een ondernemingsplan, open vragen en ethiekscriptie.
204
MA576 Externe stage mond- en kaakchirurgie (perif. ziekenhuis)
Isiscode: MA576
4 ec
prof. dr. S.J. Berge mw. drs. M.E.L. Nienhuijs
Werkvormen
Onderwijs wordt gegeven in de vorm van werkbesprekingen, pp demonstraties, niet-klinische en klinische practica gedurende een extern co-assistentschap van 3 weken. Totale studiebelasting: 120 uren. Hoofddoelstellingen
1. U kunt algemeen medische en specifiek tandheelkundige kennis van diagnostiek, behandelingsplanning en therapie van kaakchirurgische afwijkingen en ziekten in het oro-faciale gebied geïntegreerd toepassen. 2. U kunt functioneren binnen een perifere kliniek voor mond- en, kleine kaakchirurgische ingrepen uitvoeren en assisteren bij grote kaakchirurgische ingrepen. Beschrijving
Globale inhoud A. Functioneren binnen een perifere afdeling Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie B. Kaakchirurgisch onderzoek en diagnostiek C. Indicatie en behandelingsplanning voor kaakchirurgische therapieëningrepen D. Hygiëne en steriliteit E. Lokale anesthesie F. Extracties en andere kleine kaakchirurgische ingrepen G. Dento-alveolaire traumatologie H. Grote kaakchirurgische ingrepen I. Patiëntenbesprekingen J. Eerste hulp Relatie tot het totale curriculum Blok 576 bouwt voort op blok 111 "hoofd en hals 1" blok 112 "Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie", blok 311 "Hoofd en hals 2" en blok 411 "Hoofd en Hals 3" en blok 470 "Interne stage mond- kaak- en aangezichtschirurgie in het Universitair Medisch 205
Centrum St Radboud". Binnen het vijfde jaar heeft blok 576 een duidelijke relatie met blok 506 "Integrale tandheelkunde voor volwassenen". Literatuur
1. Boering G, Baart JA, Reenen GJ van, & Voorsmit RACA. Gebitsextractie (2e geheel herziene druk). Maarssen: Elsevier/Bunge; 1998 2. Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad. Farmacotherapeutisch Kompas; 2005 3. Lohman AHM, Donkelaar HJ ten. Klinische Anatomie en Embryologie. Utrecht: Bunge; 1997. 4. Nederlands/Engels Medisch Woordenboek 5. Sobotta. Atlas van de Menselijk Anatomie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 1994 6. Stegenga B, Vissink A, de Bont LGM. Mondziekten & Kaakchirurgie. Assen: van Gorcum 7. Stoelinga PWJ, Brouns JJA. Mondchirurgie voor tandartsen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 1997 Tentaminering
Toetsing vindt plaats o.a. op basis van kennis en verrichtingen in het kader van patiëntenbehandeling. Ook behandelingsplanning, patiëntenmanagement en omgang met patiënten en personeel van de perifere afdeling Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie worden daarbij betrokken.
206
MA590 Wetenschappelijke stage
Isiscode: MA590
9 ec
dr. C.M. Kreulen dr. D.J. Witter
Werkvormen
Onderdeel
Onderwijsvorm
A B C
werkgroep stage werkgroep
Totaal
Contacturen Zelfstudie Sbu -uren 8 40 48 10 130 140 4 48 52 22
218
240
Hoofddoelstellingen
1. Zelfstandig formuleren en analyseren van een klinisch gerelateerde probleemstelling op het terrein van het gekozen Masterprofiel; blok MA500 (A). 2. Doen van gericht literatuuronderzoek om actuele wetenschappelijke kennis van en inzicht in bovenstaande probleemstelling te verkrijgen (A). 3. Formuleren van een onderzoeksvraag om inzicht te krijgen in bovenstaande probleemstelling en opstellen van een onderzoeksprotocol volgens een vaste opzet binnen de kaders van blok MA590 (A). 4. Plannen, beheren en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoeksproject (B). 5. Administratie van gegevens (data), analyseren en rapporteren over een uitgevoerd onderzoeksproject in de vorm van een wetenschappelijk onderzoeksverslag dat voldoet aan criteria van het Master niveau (C). 6. Mondeling presenteren over het wetenschappelijk onderzoeksproject volgens een vaste opzet (C). Beschrijving
Globale inhoud A. Onderzoeksoriëntatie en formuleren vraagstelling en onderzoeksprotocol. 207
B. Planning en uitvoeren van een onderzoeksproject. C. Schriftelijk onderzoeksverslag en mondelinge presentatie onderzoeksproject. Relatie tot het totale curriculum Als onderdeel van het Masterprofiel (blok MA500) worden met name in het blok Wetenschappelijke stage (MA590) academische vaardigheden verworven die de student in staat stellen in toenemende mate wetenschappelijk te denken en te handelen. Blok MA590 bouwt voort op de lijn Wetenschappelijke basisvaardigheden (BA90-lijn). Vergeleken met blok BA390 wordt een wetenschappelijk onderzoeksproject meer zelfstandig en op het niveau van de Master opleiding uitgevoerd. De wetenschappelijke stage is gesitueerd in een klinisch keuzevak en in het gemeenschappelijke deel van een profiel. Op basis van een klinische probleemstelling vanuit de keuzevakken wordt de literatuur onderzocht, een onderzoeksprotocol opgesteld en een wetenschappelijk onderzoeksproject uitgevoerd. Schriftelijke verslaglegging en mondelinge presentatie van het uitgevoerde onderzoek zijn onderdeel van het blok. Dit blok entameert het zoeken naar antwoorden op een zelf gestelde, klinisch relevante onderzoeksvraag door het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek en verslaglegging. Hiermee wordt het evidence based handelen in de klinische tandheelkundige praktijk verder vorm gegeven. Literatuur
1. Blokboek MA590 2. Blokboek BA390 3. Zielhuis GA, Heydendael PHJM, Maltha JC, van Riel PLCM. Handleiding medisch wetenschappelijk onderzoek (4e herziene druk). Maarssen: Elsevier; 2006. 4. Brunette DM. Critical Thinking: Understanding and Evaluating Dental Research. Chicago: Quintessence; 1996.
208
4 Algemene informatie voor (aankomende) studenten 4.1 Algemene informatie voor (aankomende) studenten
In deze studiegids staat vooral informatie die direct betrekking heeft op het opleidingsprogramma van de studie Tandheelkunde. Op de websites van het UMC St Radboud (UMCN) en de Radbouduniversiteit (RU) staat echter nog veel meer informatie die van belang kan zijn voor (aankomende) studenten. Sommige dingen hebben direct te maken met de opleiding als zodanig, zoals de Onderwijs- en Examenregeling of de studieadviseur. Maar er staan ook veel interessante links op deze pagina's die juist verwijzen naar zaken die indirect met je studie te maken hebben, zoals studentenverenigingen of het Universitair Sportcentrum. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van onderwerpen die op de verschillende websites te vinden zijn. Het overzicht is bedoeld om je een indruk te geven van wat zich zoal afspeelt op de campus van de RU en is zeker niet uitputtend. Neem zelf een kijkje en stel jezelf goed op de hoogte van de mogelijkheden! Op de website van het UMCN vind je vooral informatie over de opleidingen binnen het UMC St Radboud. Kijk op de website Tandheelkunde, voor onder andere de volgende informatie: Roosterinformatie Ad valvas berichten (prikbord met belangrijk nieuws) Onderwijs- en Examenregelingen (OER) Ondersteunende afdelingen bij Tandheelkunde, zoals het Studiecentrum - Bibliotheek Tandheelkunde Blackboard (digitale leeromgeving) Via de ingang voor studenten Geneeskunde kun je een kijkje nemen op de website van de Bibliotheek medische wetenschappen Kijk ook eens bij het Museum voor Anatomie en Pathologie ("Anatomisch museum")! Informatie over de volgende onderwerpen vind je op de website van de RU www.ru.nl/student/: 209
Advies en begeleiding: wie, wat waar? Centrale Studentenbalie (centrale studentenadministratie, examenbureau en studentenbegeleiding). Dit is het centrale aanspreekpunt voor alle studenten van de RU, met informatie over o.a.: - Inschrijving, uitschrijving en toelating (inclusief reguliere studenten met buitenlands diploma) - Studentenbegeleiding, zoals studentendecanen, -psychologen - Studie- en beroepskeuze/loopbaanbegeleiding, cursussen en trainingen - Melding van studievertraging wegens bijzondere omstandigheden - Informatie/aanvraag Afstudeerfonds - Leningen Noodfonds - Aanvragen van examens bij het Universitair Examenbureau - KISS (Internet Studenten Service) Studeren met een functiebeperking (lichamelijke functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie) Studenten en RSI Vertrouwenspersoon en Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Studentencultuur: Cultuur op de Campus Diverse voorzieningen, (zoals Universitair Talencentrum Nijmegen (UTN), Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN), Universiteitsbibliotheek (UB), Universitair Centrum voor Informatievoorziening (UCI), maar ook Universiteitsrestaurant, Studentenhuisvesting, Studentenkerk etc.) Studentenorganisaties en -verenigingen. Kijk voor de Tandheelkundige Faculteitsvereniging ook op de eigen website: http://www.tfvn.nl/
210
5 Organisatiestructuur Cluster Tandheelkunde 5.1 Bestuurlijke organisatie Clusterbestuur
Het clusterbestuur oefent het bestuur uit over het cluster tandheelkunde, met inachtneming van de bevoegdheden van de voorzitters van de sectoren, resp. de hoofden van de afdelingen. Het clusterbestuur is daarmee verantwoordelijk voor de totstandkoming, realisatie en evaluatie van taken op het gebied van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en op de gebieden van patiëntzorg en maatschappelijke dienstverlening. Verder neemt het clusterbestuur de kaders en richtlijnen in acht die de raad van bestuur stelt. Samenstelling prof.dr. J.A. Jansen (voorzitter) vacature (manager bedrijfsvoering) dr. R.E. van der Plaats (ambtelijk secretaris) T: E: Clusterraad
(024) 361 88 24
[email protected]
De clusterraad dient als klankbordgroep van het clusterbestuur met betrekking tot alle zaken die het cluster tandheelkunde betreffen. De clusterraad wordt voorgezeten door de voorzitter van het clusterbestuur. De vergaderingen van het clusterraad zijn niet openbaar.
211
Samenstelling, namens de afdeling: Clusterbestuur:
Biomaterialen: Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie: Orale Functieleer: Orthodontie en Orale Biologie: Preventieve en Curatieve Thk.:
prof. dr. J.A. Jansen (voorzitter) vacature (plv. voorzitter) dr. R.E. van der Plaats (secretaris) dr. G.J. Meijer prof. dr. S. Bergé prof. dr. N.H.J. Creugers mw. prof. dr. A.M. KuijpersJagtman prof. dr. G.J. Truin
Tandheelkundig Studentenoverleg (TSO)
Het tandheelkundig studentenoverleg (TSO) is een vergadering van vijf studenten tandheelkunde met het clusterbestuur over algemene studentenaangelegenheden. Onderwijszaken worden in de daarvoor bestemde onderwijsoverlegorganen (zie hierna) besproken. Het TSO biedt o.a. de mogelijkheid om zaken te bespreken waarvoor in andere overlegorganen geen gehoor wordt gevonden. De vergaderingen zijn in principe openbaar. Op verzoek kan de voorzitter het woord verlenen aan personen op de publieke tribune. Onderdeelcommissie tandheelkunde (OCT)
De Onderdeelcommissie Tandheelkunde bestaat uit vijf verkozen vertegenwoordigers uit het wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk personeel van het cluster Tandheelkunde en vergadert met het clusterbestuur over algemene clusteraangelegenheden.
212
Samenstelling sector PCT sector PB sector OOB sector OF afdeling DOT
dr. B.A.C. Loomans (voorzitter) mw. J. de Ruijter (secretaris) drs. J. Verstappen drs. A. de Rijk mw. G. Pijnappels-Rutten
De vergaderingen zijn in principe openbaar, tenzij er redenen zijn om hiervan af te wijken. 5.2 Sector preventieve en curatieve tandheelkunde
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: F: E:
(024) 361 64 10 (024) 354 02 65
[email protected]
Samenstelling Hoogleraren Universitair Hoofddocent Wetenschapelijk medewerkers
Mw. prof. dr. M.C. Huysmans Prof. dr. G.J. Truin (voorzitter) Dr. J. Roeters Mw. drs. A. Bouwman Mw. drs. J. den Braber Mr. dr. W. Brands Dr. ir. E. Bronkhorst Mw. drs. C. Bruins Drs. F. Drijvers Mw. drs. H. El Aidi Mw. drs. C. Goumans Mw. drs. J.T. Hamburger Mw. drs. M. Hendrikx Mw. drs. M. Hevinga 213
Mw. drs. M. Hordijk Drs. R. van der Horst Drs. A. Jeurissen Mw. drs. L.C. de Jong Drs. F. Korsten Dr. J. Kroeze Drs. R. Kuijs Drs. M. Kusen Mw. M. Kwant Drs. M.J. Lewiszong Dr. B. Loomans Mw. drs. M. van Maaswaal Drs. A. Meeuwissen Drs. T. Mentz Dr. D. Mettes Drs. F. Olderaan Drs. N. Opdam Drs. F. Rademakers Drs. M. Sagius Dr. W. van der Sanden Drs. H. Scheper Drs. A. Seinen Mw. drs. M. Siers Mw. dr. Th. Spierings Dr. G. Stel Drs. M. Stel Mw. drs. D.J. Termeer Mw. drs. N. Vogels Cariologie en endodontologie Het vakgebied der cariologie vormt een onderdeel van de restauratieve tandheelkunde, dat zich richt op het herstel en behoud van gebitselementen. Veel weefsels in het menselijk lichaam kunnen na beschadiging of ziekte volledig herstellen door natuurlijke genezingsprocessen. Dit geldt in zekere zin ook voor oppervlakkige aantasting van het glazuur van gebitselementen. Echter, tandweefsel dat door cariës of op andere wijze is verdwenen, is onherroepelijk 214
verloren. Vervanging van dit tandweefsel door vulmaterialen met als doel het herstellen van vorm en functies en, indien gewenst en mogelijk, de esthetische aspecten van de gebitselementen en daarmee het instandhouden van het tandkaakstelsel vereist naast kennis en inzicht een grote technische vaardigheid. De student maakt in de blokken 130 en 230 kennis met de theoretische achtergronden die leiden tot de principes van caviteitspreparatie en restauratie in het licht van de juiste materiaalkeuze. Tevens worden vaardigheden verworven eerst op fantoom, later bij de patiëntenbehandeling om de preparatie- en restauratietechnieken te beheersen. De student verwerft deze vaardigheden in de blokken 130 en 230 in het eerste en tweede cursusjaar. Ook de meer complexe caviteitspreparaties en -restauraties stellen hoge eisen aan kennis, handvaardigheid en nauwkeurigheid waarmee gewerkt moet worden. De eerder genoemde deelvaardigheden worden vanaf het tweede cursusjaar geleidelijk aan gecombineerd met andere vaardigheden in het kader van de klinische geïntegreerde patiëntenbehandeling toegepast. In de blokken 206, 306, 406, 496 en 506 resp. in het tweede, derde, vierde en vijfde cursusjaar, worden de deelvaardigheden van de 30- en 40-lijn gecombineerd met het opnemen van een medische en tandheelkundige anamnese, het doen van mondonderzoek en de diagnostiek om zo op grond van verkregen informatie te komen tot een voor de patiënt aanvaardbaar en gewenst behandelingsplan. Het vakgebied endodontologie De endodontologie houdt zich bezig met het endodontium, het inwendige van een tand of kies (ook wel pulpa genoemd) en de daarmee in verbinding staande weefsels. In tegenstelling tot het eerder genoemde onderdeel spelen in de endodontologie genezingsprocessen een belangrijke rol. Kennis van weefselreacties en de invloed die daarop kan uitgaan van restauratiematerialen, van ontstoken of dood materiaal in het wortelkanaalstelsel, alsmede van medicamenteuze, chemische en mechanische beïnvloeding van deze processen, vragen de aandacht in de blokken 307 en 330 en eventueel in een keuzeblok. In blok 307 zal met name de diagnostiek en behandeling van pijnklachten het hoofdthema zijn. In het blok 330 zal worden ingegaan op de etiologie van aandoeningen van het endodontium, 215
waarbij zaken als systematische ziekten , leeftijdseffecten, slijtage, cariës en traumata aan bod zullen komen. Epidemiologie, pathologie en vanzelfsprekend preventie van deze aandoeningen zullen uitgebreid behandeld worden. Gegeven de gediagnosticeerde pathologie van het endodontium zal een behandeling geïndiceerd moeten worden, variërend van een behandeling gericht op behoud van de vitaliteit van (een deel) van het endodontium tot een die gericht is op het verwijderen van de pulpa (een wortelkanaalbehandeling) of reeds aanwezig wortelkanaalvulmateriaal. Het praktische deel van blok 330 zal gericht zijn op het aanleren en klinische uitvoeren van deze behandelingen.In het 5e-jaars keuzeblok zullen complexe endodontische problemen worden behandeld en is tijd ingeruimd voor het aanleren van nieuwe technieken en het werken met nieuwe instrumenten en materialen. Ook kan het nodig zijn om een endodontische behandeling (mede) langs chirurgische weg uit te voeren. In een apart keuzeblok wordt ingegaan op de endodontische chirurgie en daarbij horende aspecten. Al met al zijn de endodontische behandelingen gericht op het behoud van de betreffende tand of kies, en op het voorkómen van ernstige systemische gevolgen van aandoeningen voor de patiënt. Het vakgebied orale diagnostiek en tandheelkundige radiologie De orale diagnostiek is gepositioneerd tussen de tandheelkundige epidemiologie en de klinische tandheelkunde. Waar de tandheelkundige epidemiologie zich richt op het zoeken naar ziekten bij een bevolkingsgroep, past het vakgebied van de orale diagnostiek de principes en methoden uit de epidemiologie vooral toe in de individuele tandheelkundige zorg. Het vakgebied begeeft zich op het terrein van de waarnemingen bij een patiënt, het indiceren en uitvoeren van diagnostische tests, het nemen van diagnostische beslissingen, het nemen van behandelbeslissingen, het opstellen van een behandelingsplan en het opstellen van een zorgplan. Het nemen van behandelbeslissingen en het opstellen van een behandelingsplan zijn tevens verankerd in de klinische tandheelkunde, hetgeen de positie van het vakgebied van de orale diagnostiek aan de kant van de klinische tandheelkunde markeert. Orale diagnostiek wordt 216
geïntegreerd aangeboden met de leerstof over tandheelkundige radiologie in de blokken 100 en 207. De tandheelkundige radiologie behandelt de theoretische en praktische aspecten van het vervaardigen van röntgenfoto's. Naast het uitvoeren van een klinisch onderzoek zal vaak additionele informatie zijn gewenst over, bijvoorbeeld, aanwezige cariëslaesies, afwijkingen aan wortelpunten of het omringende bot. Dit onderzoek wordt verricht aan de hand van röntgenfoto's, die naar aanleiding van het klinisch onderzoek worden vervaardigd. Blok 100 verzorgt de theoretische onderbouw, waaronder stralingsfysica en stralingsbescherming, die nodig is om inzicht te krijgen in de tandheelkundige radiologie. In latere studiejaren zal deze kennis in de klinische blokken worden uitgebreid en verdiept. Dit geldt met name voor de specifieke opnametechnieken, stralingsbescherming en de interpretatie van het röntgenbeeld. In het tweede jaar - blok 207 - wordt de theoretische kennis behandeld van een aantal karakteristieke tandheelkundige röntgentechnieken, alsmede de pathologie, die op een röntgenfoto zichtbaar kan worden gemaakt. Tevens worden de opnametechnieken praktisch geoefend en wordt uitgebreid stilgestaan bij de praktische aspecten van de stralingsbescherming en de beschikbare alternatieven voor röntgenstraling. In het Nijmeegse tandheelkundige curriculum is het opleidingsplan 'stralingsdeskundigheid niveau 5A' opgenomen. Dit opleidingsplan is goedgekeurd door de overheid, hetgeen inhoudt dat alle studenten bij het afstuderen een certificaat van stralingsdeskundigheid krijgen. Sociale en preventieve tandheelkunde De tandheelkundige preventie heeft de laatste jaren een grote vooruitgang geboekt, met name tandcariës bij kinderen is de laatste 20 jaar aanzienlijk teruggelopen. Hieruit blijkt, dat preventieve maatregelen praktisch toepasbaar zijn. Het doceren van preventief tandheelkundig onderwijs (blokken 131 en 206) is dan ook een belangrijke taak van de afdeling in het kader van het onderwijs aan tandheelkunde studenten. Voor een betrouwbare bepaling van toekomstige trends in de mondgezondheid van de bevolking en daarop af te stemmen 217
preventieve maatregelen is uitvoering van epidemiologisch onderzoek een belangrijke taak binnen de afdeling. Eén van de taken van het sociaaltandheelkundig onderwijs is de voorbereiding van tandartsen in opleiding op hun beroepsuitoefening ten bate van de Nederlandse bevolking (blokken 420 en 520). Hiertoe bestaat een hechte samenwerking met docenten uit de medische psychologie, ethiek, diverse klinische disciplines alsmede de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde. Het vakgebied kindertandheelkunde De pedodontie -kindertandheelkunde- is het gebied dat zich richt op de behandeling van kinderen en adolescenten. Voor beide categorieën geldt dat ze verkeren in een levensperiode waarin voortdurend veranderingen in fysieke, geestelijke en emotionele groei worden ondergaan. Het een en ander vereist speciale kennis en het vermogen om de mogelijkheden die er zijn om tandcariës en parodontale afwijkingen te voorkomen uit te voeren. Tevens vergt het vaardigheid in de speciale techniek van de restauratieve behandeling van het melkgebit. Voor de meer gespecialiseerde tandarts voegt zich daarbij de zorg voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten en ook voor de bijzondere tandheelkundige afwijkingen die zich kunnen voordoen bij jongeren. Keuzeonderwijs Naast de genoemde behandelmethoden en -technieken, die alle een belangrijk percentage uitmaken van het dagelijks handelen van de tandartspracticus, worden vanuit de sector bijdragen geleverd aan specifieke onderdelen in het curriculum, nl. de blokken 'wetenschappelijke scholing' en de klinische profielen. Onderwerpen die in deze blokken aan de orde komen zijn o.m.: endodontologie, cosmetische tandheelkunde en kindertandheelkunde. Via de klinische profielen en de blokken wetenschappelijke scholing komt de student in aanraking met geavanceerde behandelmethodieken op het terrein van de preventieve en curatieve tandheelkunde, met de theoretische achtergronden daarvan en met het onderzoek dat in de sector plaatsvindt.
218
Onderzoek Het onderzoek dat door medewerkers van de afdeling wordt verricht, is globaal ondergebracht in de volgende onderzoeksthema's: adhesieve tandheelkunde, vroege diagnostiek, preventie en kwaliteit van tandheelkundige zorg. Het onderzoek in de adhesieve tandheelkunde richt zich op de behandeling van gebitselementen c.q. dentities met behulp van weefselsparende preparaties en restauraties die met adhesieve technieken aan het tandweefsel worden bevestigd. Het gaat hierbij om vraagstellingen ten aanzien van de effecten van verschillende restauratieve therapieën en van de factoren (o.a. materiaalkeuze en ontwerp) die daar een invloed op hebben. Het onderzoek op het terrein van de cariësdiagnostiek richt zich op het vroegtijdig opsporen en de behandeling van afwijkingen met als doel het ziekteverloop vanaf een eerder stadium te volgen of te beïnvloeden. Het gezondheidszorgonderzoek van de sector heeft als onderwerp van studie het voorkomen van tandheelkundige aandoeningen, het identificeren van etiologische factoren in de pathogenese en de effectiviteit van verschillende preventieve behandelingen . Het onderzoek op het terrein van kwaliteit van tandheelkundige zorg richt zich op het ontwikkelen en uittesten van tandheelkundige beslissingsondersteunende kennissystemen en het ontwikkelen en testen van praktijkrichtlijnen voor het tandheelkundig handelen. 5.3 Sector parodontologie en biomaterialen
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: E:
(024) 361 40 06
[email protected]
219
Samenstelling Hoogleraar Universitair Hoofddocent Wetenschappelijk medewerkers
Prof. dr. J.A. Jansen (voorzitter) Dr. G.J. Meijer Drs. J.J.J.P. van der Beucken Mw. dr. S. Both Mw. drs. R. Felix Mw. drs. A. Gkioni Drs. J.W. Hoekstra Drs. M. van der Horst Mw. ing. L.T. Jonge Drs. R. Junker Drs. R. Karsten Drs. E. Lamers Dr. ir. S. Leeuwenburgh Drs. D. Nikolidakis Drs. D. Oortgiesen Drs. G.N.T. de Quincy Mw. drs. C. Schouten Mw. drs. A. Tabassum Dr. X. Walboomers Mw. drs. F. van de Watering Drs. E. van de Weerthof Drs. J.H. Weijmar Dr. J. Wolke Mw. dr. F. Yang Mw. drs. M. van der Zande Drs. O. de Zoete
Het vakgebied parodontologie Door intensief wetenschappelijk onderzoek is het inzicht in de etiologie van destructies van de steunweefsels der gebitselementen sterk verruimd. De klinische diagnostiek is nauwkeuriger geworden en met microbiologische tests aangevuld. Resectieve parodontale therapieën met meestal nadelige nevenverschijnselen voor patiënten worden niet meer zo vaak toegepast. De therapie is meer gericht op de 220
oorzaak van parodontale ontstekingen: de microbiële plaque. Door zorgvuldige mechanische verwijdering van plaqueaccumulaties, al dan niet ondersteund met antimicrobiële middelen, kunnen ontstekingen in het parodontium, die leiden tot afbraak (destructie) van de steunweefsels, een halt worden toegeroepen. Gelijktijdig worden reparatieve en regeneratieve processen hiermee in gang gezet. In het begin van de studie gaat de aandacht naar de microscopische anatomie en de fysiologie van de gingiva en naar de etiologie en pathogenese van gingivitis. Later komen de verschillende van parodontitis aan de orde, als ook andere afwijkingen van de parodontale weefsels. Daarnaast wordt in praktische cursussen aandacht besteed aan het herkennen van aandoeningen van het parodontium en worden manuele vaardigheden geleerd in de preventieve en curatieve parodontologie. Restauratieve werkzaamheden zijn in het algemeen pas zinvol indien het parodontium gezond is. Door integratie van de aangeleerde deelvaardigheden wordt in het laatste jaar van de studie de behandeling van patiënten met complexe parodontale problemen mogelijk. Naast het parodontologieonderwijs aan studenten worden gestructureerde programma's voor tandartsen in het kader van het post-academisch onderwijs en het Master of Science programma verzorgd. Het vakgebied biomaterialen en experimentele implantologie Het vakgebied biomaterialen houdt zich bezig met de samenstelling en eigenschappen van biomaterialen en de wijze waarop deze reageren met de omgeving waarin deze aangebracht worden. Het onderwijs van het vakgebied tandheelkundige (bio)materialen richt zich op het overbrengen van kennis en inzicht in zowel de samenstelling, structuur en eigenschappen van tandheelkundige materialen, als op verbanden tussen bereiding, kwaliteit en stabiliteit ervan. Verder wordt ingegaan op de fysische en chemische wisselwerking tussen de tandheelkundige materialen en het mondmilieu, in het bijzonder wat betreft de verouderingsverschijnselen van tandheelkundige restauraties. Bovendien wordt ingegaan op de weefselreactie in het licht van tandheelkundig handelen. Daarbij ligt de nadruk op 221
ontstekingsprocessen en overgevoeligheidsreacties die kunnen optreden bij zowel patiënten en behandelaars. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de materialen die in de tandheelkundige implantologie gebruikt worden. Bij de wetenschappelijke scholing komen onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op de implantologie en (bio)materiaalkunde. De student kan daarbij participeren in laboratorium onderzoek en kan met name deelnemen aan onderzoeksprojecten op het terrein van de biomaterialen en experimentele implantologie. Keuzeonderwijs Naast de genoemde behandelmethoden en -technieken, die alle een belangrijk percentage uitmaken van het dagelijks handelen van de tandartspracticus, worden vanuit de sector bijdragen geleverd aan specifieke onderdelen in het curriculum, nl. de blokken 'wetenschappelijke scholing' en de klinische profielen. In het keuzeonderwijs kan met name kennis gemaakt worden met geavanceerde behandelmethoden (m.n. chirurgische technieken). Onderzoek parodontologie en biomaterialen Fundamenteel en toegepast onderzoek wordt gedaan naar nieuwe materialen en technieken die gebruikt kunnen worden voor het herstel en de regeneratie van verloren gegane of beschadigde lichaamsweefsels en organen. De aandacht is in dit verband met name gericht op parodontale regeneratie, wondgenezingsprocessen rondom implantaten en de factoren die deze processen kunnen beïnvloeden. Belangrijke thema's in dit verband zijn de ontwikkeling van implantatiematerialen, de invloed van implantaat oppervlakte geometrie en het gebruik van groeifactoren alsmede biomechanische stimulatie op de hard (bot) en zacht weefsel (gingiva) respons. 5.4 Sector orale functieleer
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: F: E:
(024) 361 40 04 (024) 354 19 71
[email protected] 222
Samenstelling Hoogleraren Universitair Hoofddocent Wetenschappelijk medewerkers
Gastdocenten
Prof. dr. C. Baat Prof. dr. N. Creugers (voorzitter) Dr. C.E. Kreulen Mw. drs. J.C. Barèl Drs. T. Creugers Drs. W.W.M. Fennis Mw. dr. W. Fokkinga Mw. drs. A. Gerritsen Mw. drs. R. den Haan Drs. C. Hazenberg Drs. H. Heesterbeek Drs. R. Hoefnagel Drs. M. van den Hurk Dr. H. Keltjens Drs. C. Meijers Dr. P. Mezger Drs. A. de Rijk Drs. G. Ruigewaard Drs. T. Schouten Mw. drs. H.M. SillekensWijdeveld Drs. P. Snoek Drs. A. van 't Spijker Dr. M.H. Steenks Mw. drs. K. Teunissen Drs. E.L.M. Vergoossen Dr. A. Vermeulen Mw. drs. M. Vissia Dr. A. de Wijer Dr. D. Witter Dr. P.J.B. Leempoel S. van Erkel (coörd. Inst. Vakopl. Tandtechnicus)
Het vakgebied orale functieleer en prothetische tandheelkunde 223
Onder orale functieleer wordt dat onderdeel van de tandheelkunde verstaan dat zich bezighoudt met de (patho)fysiologie van het tandkaakstelsel, de diagnostiek, preventie en behandeling van het gemutileerde (in zijn functie gestoorde) blijvende gebit en met de edentate mondsituatie. Het deel dat zich bezighoudt met de restauratieve tandheelkunde is ook wel bekend onder de verzamelnaam 'occlusieopbouw'. De occlusieopbouw richt zich voornamelijk op patiënten waarbij tand- of gebitsmutilaties zijn opgetreden waardoor de occlusie en articulatie en daaruit volgende gebitsfuncties zijn gestoord en maakt hiervoor gebruik van directe en indirecte restauratietechnieken en van vaste (o.a. kronen en bruggen) en uitneembare prothetische voorzieningen. De uitoefening van de occlusieopbouw is gebaseerd op kennis van en vaardigheden in de toegepaste preventie, de parodontologie, de curatieve cariologie en de endodontie. Raakvlakken bestaan met de (deel)vakgebieden implantologie, mond-, kaak- en aangezichtschirurgie, orthodontie en materiaalkunde. Het deel van de orale functieleer dat zich bezighoud met de behandeling van Temporomandibulaire Dysfunctie (TMD) en de gevolgen van klemmen en knarsen (slijtage) wordt ook wel aangeduid met de verzamelnaam 'gnathologie'. Bij de tandeloze patiënt worden de gebitsfuncties hersteld met volledige gebitsprothesen. In toenemende mate zijn daarbij kennis en vaardigheden vereist op het terrein van de pre-prothetische (kaak)chirurgie en de orale implantologie en/of wordt verwezen naar specialistische hulp. In het onderwijs op het terrein van de occlusieopbouw wordt kennis en inzicht overgedragen die met het opbouwen van de occlusie samenhangen en worden vaardigheden onderwezen in de praktijk ervan. Het onderwijs in de volledige gebitsprothese is geïntegreerd in het occlusieopbouw onderwijs. In het curriculum zijn zowel de theorie als de motorische basis- en deelvaardigheden voor een groot deel in de lijn 'functie en functieherstel' ondergebracht; een deel dat samenhangt met de diagnostiek wordt verzorgd in de lijn orale diagnostiek. Ook in de integrale tandheelkunde komt het gehele vakgebied nadrukkelijk aan de orde. Bij de wetenschappelijke scholing en in het keuzeonderwijs 224
komen later in de opleiding enige specifieke onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op de patiënt met een gemutileerde dentitie. De student kan daarbij participeren in klinisch, laboratorium- en veldonderzoek en kan deelnemen aan onderzoeksprojecten onder andere op het terrein van de adhesieve tandheelkunde. Het patiëntgebonden onderwijs van de volledige prothese wordt aangeboden in het derde en vierde cursusjaar. Daarbij zal nauw worden samengewerkt met (de opleiding voor) tandtechnici. Het maken van een uitneembare gebitsprothese vereist niet alleen technische vaardigheid, maar ook kennis van de psychologische implicaties van het verlies van de eigen dentitie. Het onderdeel maxillofaciale prothetiek houdt zich bezig met de behandeling van afwijkingen ten gevolge van ontwikkelingsstoornissen, pathologische processen, traumata of chirurgische ingrepen. Met vervangend materiaal en met behulp van implantaten worden de functies hersteld. Deze reconstructies vinden plaats binnen het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde, waarbij samengewerkt wordt met andere disciplines zoals mond-, kaak- en aangezichtschirurgie, orthodontie, K.N.O., plastische chirurgie, psychologie en logopedie. Dat geldt vooral voor de behandeling van schisis- en oncologiepatiënten. De maxillofaciale prothetiek wordt op cognitief niveau in het keuzeonderwijs onderwezen. Onderzoek orale functieleer Onderzoek wordt verricht naar het duurzaam herstel van gemutileerde dentities met behulp van tandweefsel sparende technieken en de factoren die daarop van invloed zijn. Lange termijn evaluaties worden onder andere uitgevoerd van adhesiefbruggen, van adhesieve precisieverankeringen bij frameprothesen en van gefreesde porseleinen restauraties. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar opbouwsystemen voor vitale en endodontisch behandelde gebitselementen, naar gebitsslijtage en naar het functioneren van verkorte tandbogen op de lange termijn. 5.5 WHO Collaborating Centrum Tandheelkunde Nijmegen
Directeur
dr. J.E. Frencken kamer 4.36 225
T:
(024) 361 40 50
Medewerkers
mw. ir. D. Niesten (T: 16411,
[email protected])
mw. drs. J. Wijmenga (T: 16995,
[email protected]) De Wereld-Gezondheidsorganisatie (WHO) in Genève heeft het Cluster Tandheelkunde Nijmegen aangewezen als: World Health Organisation Collaborating Centre for Oral Health Care Planning and Future Scenarios. Hoewel het WHOCC deel uitmaakt van de sector Orale Functieleer, wordt zij hier afzonderlijk genoemd vanwege de speciale taakstelling. De doelstelling van het WHO Collaborating Centrum Tandheelkunde Nijmegen is vastgelegd in de 'Terms of Reference' en komt globaal neer op: de ontwikkeling van adequate, aangepaste en duurzame tandheelkundige gezondheidszorg die past in het lokale gezondheidszorgsysteem en die gebruik maakt van de bestaande onderwijsstructuren en medische kaders. Er wordt o.m. samengewerkt met de Universiteit van Dar Es Salaam in Tanzania, Wuhan in China, Izmir in Turkije, Brasilia in Brazilië en Caïro en Minia in Egypte. Via het WHO Collaborating Centre komen academici uit voornamelijk Derde-Wereldlanden in contact met de RU/UMCN. De adviseurs van het WHO Collaborating Centrum Tandheelkunde Nijmegen zijn: Prof. dr. W.H. van Palenstein Helderman dr. F.H.M. Mikx dr. C.J. Holmgren
226
5.6 Sector Orthodontie en Orale Biologie Sector orthodontie en orale biologie
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: F: E:
(024) 361 40 05 (024) 354 06 31
[email protected]
Samenstelling Hooglerearen
UHD orale biologie Universitair docent Wetenschappelijk medewerkers
prof. dr. C. Katsaros mw. prof. dr. A.M. KuijpersJagtman (voorzitter) dr. J.C. Maltha dr. J.W. Von den Hoff mw. drs. T. Bartzela mw. drs. V.M.F. Borstlap-Engels mw. drs. R.W.F. Huyskens mw. dr. R.M.A. Kiekens drs. R.R.M. Noverraz mw. drs. C.A.M. van OortBongaarts drs. R. Ophof mw. drs. A. Renkema drs. M.J.P. Stalpers dr. J.G.J.H. Schols
Het vakgebied Orthodontie Het vakgebied orthodontie heeft betrekking op de studie van de normale en de abnormale groei van het gebit en het orofaciale deel van het hoofd, en van de wijze waarop deze groei en ontwikkeling zijn te beïnvloeden. Het orthodontisch onderwijs voor studenten omvat cognitie d.m.v. hoorcolleges, zelfstudieopdrachten, werkgroepen, preklinische practica en responsiecolleges. Dit cognitieve onderwijs wordt in de 80-lijn verzorgd. In het vijfde jaar vindt integratie plaats van orthodontisch onderwijs binnen de kindertandheelkunde in blok 506. Daarnaast bestaat in het vijfde jaar 227
de gelegenheid in het keuzeonderwijs verdieping aan te brengen in cognitieve en preklinische vaardigheden. Daarbij worden onder begeleiding van een docent-orthodontist patiënten behandeld. Het vakgebied Orale Biologie Het onderwijs dat vanuit het vakgebied orale biologie wordt verzorgd voor tandheelkunde studenten omvat de histologie van gebitselementen en het parodontium en de embryologische ontwikkeling van gebitselementen en het parodontium in de blokken 131, 140, 240 en 280, wetenschapsgeschiedenis, wetenschapsfilosofie en het gebruik van wetenschappelijke literatuur in blok 190, groei en ontwikkeling van het orofaciale gebied in blok 380, en de invloed van orthodontisch handelen op dentale en orale weefsels in blok 480. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden wetenschappelijk onderzoek uit te voeren in het blok 390. De specialistenopleiding dento-maxillaire orthopedie
Hoogleraar Directeur specialistenopleiding
mw. prof. dr. A.M. KuijpersJagtman prof. dr. C. Katsaros
De algemene doelstelling van het opleidingsprogramma is het opleiden van tandartsen tot specialist orthodontie met een brede kennis van biologisch medische onderwerpen als o.a. celbiologie, anatomie en embryologie, genetica en syndromen van het craniofaciale complex en meer specifiek van de normale en abnormale gebitsontwikkeling en gelaatsgroei en de fysiologie en pathofysiologie van het stomato-gnathische systeem. In het klinische deel van de opleiding wordt bij de patiëntenbehandeling de gelegenheid geboden ervaring op te doen in verschillende kaakorthopedische en orthodontische behandelingstechnieken. Tijdens de opleidingsperiode van 4 jaar moet zelfstandig wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd worden, leidend tot publicatie of dissertatie. Als ondersteuning worden hiertoe in samenwerking met externe afdelingen cursussen aangeboden in bijvoorbeeld statistiek en epidemiologie, methodologie, materiaalkunde en geavanceerde radiologische technieken. Verder zal het Laboratorium voor orale biologie veelal in het 228
onderzoek participeren en kan een beroep worden gedaan op haar celbiologische afdeling. Het onderzoek van de vakgroep is ingebed in het UMC hoofdprogramma IV en is tevens opgenomen in de Interuniversitaire Onderzoekschool Tandheelkunde. In Nijmegen concentreert het onderzoek zich rond de volgende twee themata: tandbewegingen en schisis. De themata worden zowel klinisch als dierexperimenteel benaderd. Daarnaast beschikt de afdeling over een zeer uitgebreide longitudinaal gevolgde verzameling van patiëntenrecords ten behoeve van retrospectief onderzoek. Als laatste onderdeel van de specialistenopleiding kan de participatie in het studentenonderwijs tandheelkunde genoemd worden. Centrum voor schisis en craniofaciale afwijkingen
Hoofd Postadres
mw. prof. dr. A.M. KuijpersJagtman Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: F: E:
(024) 361 69 19 (024) 354 06 31
[email protected]
Samenstelling schisisteam Plastische en reconstructieve chirurgie Orthodontie
Keel-, neus-, oorheelkunde -foniatrie -logopedie Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie
prof. dr. P.H.M. Spauwen dr. J.W.M. Vehof mw. prof. dr. A.M. KuijpersJagtman mw. drs. V.M.F. Borstlap-Engels prof. dr. C. Katsaros mw. drs. R.W.F. Huyskens dr. R.J.A. Admiraal mw. J.A.A.M. van der Stappen mw. E.L. Verver dr. W.A. Borstlap
229
Bijzondere tandheelkunde
drs. N. Postema mw. drs. C.C.M. van Heumen Kindergeneeskunde dr. J.M.T. Draaisma Neurochirurgie dr. E.J. van Lindert Verpleegkundige schisis consulent mw. M. Nijhuis-Kloen Klinische genetica prof. dr. B.C.J. Hamel mw. drs. I. Feenstra Psychologie mw. dr. C.M. Verhaak
De diagnostiek en behandeling van patiënten met schisis en craniofaciale afwijkingen vereist door de complexe problematiek een nauwe samenwerking van de verschillende betrokken disciplines. Daarom werkt een groot aantal specialisten samen in het "schisisteam". Patiënten met een aangeboren afwijking of syndroom van deze aard zijn vaak vanaf de geboorte en voor vele jaren daarna gebonden aan behandelingen of chirurgische ingrepen die voor elk specifiek onderdeel van de afwijking een optimaal tijdpunt hebben. De afdeling orthodontie en orale biologie participeert in en coördineert de werkzaamheden van het team. Daarnaast wordt door de afdeling aan een gecombineerd chirurgisch orthodontisch spreekuur op de afdeling mond-, kaak- en aangezichtschirurgie deelgenomen en worden consultatieve diensten verleend aan andere tandheelkundige afdelingen.
5.7 Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T:
(024) 361 40 27, (tand)artsenlijn: 361 91 47 (024) 361 70 25
[email protected]
F: E:
230
Samenstelling hoofd chef de policlinique manager/beheerder tandartsen
mw. drs. C.C.M. van Heumen drs. N. Postema mw. M. Wernik mw. drs. E.H.M. BorgesiusSchilders mw. drs. D.J.M. Buurman drs. A.J. Buys drs. P.R.W. Campfens drs. A.J. de la Court dr. W.M.M. Fennis tandartsen-vervolg mw. drs. R. den Haan prof. dr. J.A. Jansen mw. drs. M.E. van Leer drs. E.C. van Middelkoop drs. B.A. van Oirschot mw. drs. S.J.P. Philippen mw. drs. M. Rutten-Huijsen mw. drs. M.J. Stalpers drs. N. Vos fysiotherapeuten mw. dr. C.H.G. Beurskens mw. S. Evers-Bloemen mondhygiënist mw. E.M.E.J. Clerx psychologen drs. M. Assman drs. H. Samwel Het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) is gehuisvest op de 6e verdieping van het gebouw Tandheelkunde. Het CBT richt zich op de consultatie, diagnostiek en behandeling van patiënten, bij wie behandeling in de algemene tandartspraktijk op problemen stuit vanwege een ernstige tandheelkundige of medische aandoening, danwel een lichamelijke en/of verstandelijke handicap. De behandeling vereist veelal specifieke deskundigheid, samenwerking met andere specialismen en speciale voorzieningen, zoals inhalatiesedatie en narcosefaciliteiten. De verwijzend (tand)arts kan aan het CBT om advies vragen of om gedeeltelijke of gehele overname van de tandheelkundige behandeling. 231
Tot de bijzondere patiëntengroepen behoren onder meer: patiënten met gebitsprotheseproblematiek, aangeboren afwijkingen (zoals schisis, oligodontie, amelogenesis imperfecta), verworven afwijkingen (als gevolg van bv. traumata, hoofdhalstumoren), orofaciale pijnproblematiek, temporormandibulaire dysfuncties, extreme angst, gedragsstoornissen, verstandelijke danwel lichamelijke handicaps (bv. spasticiteit) en tenslotte medische problematiek (bv. chemotherapie, radiotherapie, stollingsstoornissen). Omdat de problemen vaak verder reiken dan alleen de mond en het gebit zijn aan het CBT ook fysiotherapeuten en psychologen verbonden. Het CBT werkt intensief samen met de afdeling Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie van het UMC St Radboud (diverse gezamenlijke spreekuren) en met het Jeroen Bosch Ziekenhuis, afdeling Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (o.a. maandelijks gezamenlijk spreekuur). Bovendien vinden wekelijks behandelingen plaats in het Maasziekenhuis te Boxmeer en in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie WAZ, te Den Bosch, in samenwerking met de afdeling Anesthesiologie, waar patiënten tandheelkundige behandelingen ondergaan onder algehele anesthesie ('narcodontie'). Tenslotte werkt het CBT samen met Orthodontie (o.a. schisisteam) en zijn er regelmatig contacten met bv. KNO-artsen, radiotherapeuten en andere specialisten
.
232
5.8 Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (Neurosensorisch Cluster)
De afdeling Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) maakt geen deel uit van het cluster Tandheelkunde, maar van het Neurosensorisch cluster binnen het UMCN. Vanwege de grote betrokkenheid van MKA bij het onderwijs Tandheelkunde staat deze afdeling wel genoemd in dit hoofdstuk. Bezoekadres Postadres
Geert Grooteplein 14, Nijmegen Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen, huispost 421
T: F: Samenstelling
(024) 361 45 50 / 361 45 61 (024) 354 11 65
Hoogleraren
prof. dr. S.J. Bergé (hoofd) prof. dr. M.A.W. Merkx (chef de clinique) dr. W.A. Borstlap (chef de clinique) drs. F. Dieleman drs. M.J.J. de Koning dr. G. Meijer mw. drs. M.E.L. Nienhuijs (onderwijscoördinator) drs. A. Soehardi drs. J. Adriaens drs. K. Alons drs. R. Barkhuysen drs. C. Coppen drs. W.A. van Geel mw. drs. K. Geeraedts drs. N. Gerlach mw. drs. M. Naphausen mw. drs. Y. Verhamme drs. J. Weijs
Wetenschappelijk medewerkers
Specialisten in opleiding
233
De mond-, kaak- en aangezichtschirurgie is de discipline, die zich bezighoudt met de diagnostiek en de chirurgische behandeling van de afwijkingen van het mond-, en kaakgebied met de omgevende weke delen en het gezichtsskelet. Vele van deze afwijkingen staan in nauwe relatie met de dentitie. Aan de andere kant kunnen algemene ziekten veranderingen in de mondholte veroorzaken. Omdat de mondholte voornamelijk het werkterrein van de tandarts is en de arts onvoldoende kennis bezit van de afwijkingen in het maxillo-faciale gebied, moet de tandarts dergelijke afwijkingen herkennen en dient hij te weten wat de behandelingsmogelijkheden zijn. De pathologische processen zijn voornamelijk de aangeboren en verworven afwijkingen van het skelet en de omgevende weke delen, skelettale ontwikkelingsstoornissen, ontstekingen, cysten alsmede goedaardige en kwaadaardige tumoren. Daarnaast dienen genoemd te worden de traumatologie van het aangezichtsskelet met de verwondingen van de omgevende weke delen, stoornissen van de functie van het kaakgewricht, sterke atrofie van de tandeloze kaak, ziekten van de speekselklieren en pijn in het gelaat. De afdeling heeft drie hoofdtaken: onderwijs, patiëntenbehandeling en onderzoek. Op elk van deze onderdelen wordt hieronder kort ingegaan. In het onderwijs voor tandheelkundige studenten wordt een uitgebreid theoretisch overzicht van het gehele gebied gegeven, hetgeen reeds begint in het eerste studiejaar en in het tweede studiejaar wordt voortgezet. De student dient zoveel mogelijk de vaak voorkomende afwijkingen te diagnosticeren en een inzicht te hebben in de chirurgische behandelingsmogelijkheden. Gedurende het derde en vierde jaar wordt daartoe het grootste gedeelte van de theoretische stof onderwezen. De nog resterende stof wordt behandeld in het vijfde jaar en bevat voornamelijk specifieke kaakchirurgische problemen. Tevens loopt de student in het vierde jaar gedurende een periode van drie weken een co-assistentschap op de afdeling mond-, kaak- en aangezichtschirurgie van het Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen. Gedurende deze stage is de student actief betrokken bij de werkzaamheden op de polikliniek, operatiekamers en klinische afdeling om de noodzakelijke inzichten te verwerven en 234
praktische ervaring op te doen. In het vijfde jaar loopt de student gedurende drie weken een co-assistentschap in één van de geaffilieerde ziekenhuizen. Deze periode is zeer belangrijk, omdat de student dan met een niet-geselecteerd patiëntenbestand wordt geconfronteerd. Dan is er de mogelijkheid om de kennis van de diagnostiek en therapie op het gebied van de mond-, kaak- en aangezichtschirurgie te toetsen ten opzichte van de reeds verworven kennis en ervaring, opgedaan in de eerste klinische stage. Aan het eind van de stages moet de student in staat zijn eenvoudige chirurgische ingrepen uit te voeren. De afdeling is ook erkend als opleidingsinstituut, waar tandartsen, die tevens het diploma basisarts hebben behaald, worden opgeleid tot specialist voor mondziekten kaak- en aangezichtschirurgie. Dit onderwijs heeft als doel de specialist in staat te stellen zelfstandig tot een diagnose te komen en ook de chirurgische behandeling zelfstandig uit te voeren, voorzover het gebruikelijke afwijkingen en ziektebeelden betreft. De patiëntenbehandeling vindt voornamelijk plaats in het ziekenhuis. De afdeling is verplicht om patiënten, verwezen door algemeen practici of specialisten, te onderzoeken en te behandelen. Bijzondere aandacht bestaat daarbij voor gecompliceerde problemen, die vaak niet door de chirurg alleen kunnen worden opgelost. Het vereist samenwerking met anderen. Als voorbeelden worden genoemd: de samenwerking met de afdelingen Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Radiotherapie in verband met de behandeling van kwaadaardige tumoren; met het Centrum voor Schisis en aangeboren gelaatsafwijkingen; met de afdeling Orthodontie voor gecombineerde therapie van skelettale afwijkingen en met de afdeling Orale Functieleer in verband met kaakreconstructies en de chirurgisch voorbehandeling van kaken voor een volledige prothese, inclusief de implantologie, dit laatste in goede samenwerking met het CBT (Centrum Bijzondere Tandheelkunde) Het ziekenhuis functioneert als een traumatologisch centrum, waardoor veel patiënten met fracturen van het maxillofaciale skelet moeten worden behandeld. Daarnaast zijn er vele minder scherp omschreven samenwerkingsverbanden met de andere afdelingen van het Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen.
235
Een eerste onderzoekslijn betreft alles wat met congentale gelaatspathologie te doen heeft (in het bijzonder schisis, dysgnathien en craniofaciale anomalien). Zwaartepunt ligt daarbij op de 3Devaluatie. Een tweede onderzoekslijn betreft facetten van kaakreconstructie. Experimenteel zowel als klinisch werkt de afdeling aan verbetering van methoden om kaken te reconstrueren bijvoorbeeld na verlies van weefsel als gevolg van traumata, tumorresecties en in verband met aangeboren afwijkingen. Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met de afdeling Biomaterialen en maakt gebruik van bio-engineeringstechnieken. 5.9 Overige afdelingen Dienst Studiezaken Tandheelkunde (DSZT) Dienst Studiezaken Tandheelkunde (DSZT)
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
T: F:
(024) 366 83 65 (024) 361 33 98
De Dienst Studiezaken Tandheelkunde is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de onderwijsorganisatie van het cluster Tandheelkunde. De dienstverlening is ondergebracht bij de navolgende onderdelen: onderwijs- en studentenzaken tandheelkunde (OSZ-T, zie hoofdstuk 1) studiecentrum - bibliotheek tandheelkunde (zie website) onderwijsbeleid geconcentreerde opleiding tandheelkunde voor artsen (TOVA) post-academisch onderwijs tandheelkunde (PAO-T) Onderwijsbeleid
De medewerkers onderwijsbeleid hebben diverse taken op het gebied van onderwijsontwikkeling, -beleid en kwaliteitszorg. Ook de ambtelijke secretariaten van de Opleidingscommissie (OLC) en het Onderwijs Management Team Tandheelkunde (OMTT) worden gevoerd door de beleidsmedewerkers onderwijs. 236
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
Beleidsmedewerkers Dr. R.E. van der Plaats
kamer 14035
[email protected] 4.24 l Mw. drs. M.D. Hacfoort kamer 19409
[email protected] 0.07 Geconcentreerde opleiding tandheelkunde voor artsen (TOVA)
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
Coördinator/plaatsvervanger
Drs. H.T. Scheper Drs. F.W.M. Drijvers
kamer 14058 4.28 kamer 14061 3.50
[email protected]. nl
[email protected]. nl
Hoofddoelstelling U kunt de kennis, vaardigheden en attitude op het gebied van de tandheelkunde zodanig toepassen, dat u in staat bent om de tandheelkunde zelfstandig uit te oefenen en in aanmerking komt voor de opleiding tot tandheelkundig specialist mond-, en kaak- en aangezichtschirurgie. Globale inhoud van de opleiding A. Diagnostiek en behandelplanning B. Patiëntenbehandeling waarbij alle kennis en vaardigheden van de klinische tandheelkunde kunnen worden toegepast (preventieve tandheelkunde, parodontologie, tandheelkundige radiologie, cariologie en endodontologie, occlusie-opbouw en volledige (overkappings- en immediaat-) prothese) C. Pijnklachtbehandeling D. Reanimatie Onderwijsvorm, studiebelasting, literatuur en toetsing: Voor de onderwijsvorm, studiebelasting, literatuur en toetsing wordt
237
verwezen naar de beschrijving van de betreffende blokken in deze studiegids tandheelkunde. Post-Academisch Onderwijs Tandheelkunde (PAOT)
Postadres
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen
PAOT coördinator: medewerker medewerker
dr. R.J.A.M. de Kanter mw. A.J.M. Giesbertz mw. B.A. Scholz
T: F: E: I:
(024) 361 94 08 (024) 361 33 98
[email protected] http://www.paotumcn.nl/
Het Post-Academisch Onderwijs Tandheelkunde wordt georganiseerd door het PAOT- bureau. De verzorging van klinische avonden, theoretische en praktische cursussen op locatie en in het PAOTcentrum alsmede het "Alumnicontract Tandheelkunde Nijmegen" zijn de taken van de medewerkers van het PAOT-bureau. In Nijmegen afgestudeerde tandartsen kunnen sedert 2001 deelnemen aan een doorlopend bij- en nascholingspakket tandheelkunde: het "Alumnicontract Tandheelkunde Nijmegen". In dit nascholingspakket worden een aantal faciliteiten geboden zoals jaarlijks twee theoretische nascholingsdagen: de "update dagen", vier consultancy 06-lijnen voor diverse vakgebieden, exclusief toegang tot een ledengedeelte van de website: http://www.paotumcn.nl/, voorinschrijving bij het reguliere PAOT- cursusaanbod, het alumnicertificaat voor participatie aan het "Alumnicontract Tandheelkunde Nijmegen" en de Kwis-registratie van de bij- en nascholing bij de NMT. In het kader van de bij- en nascholing van tandartsen worden o.a. door de universitaire tandheelkundige opleidingen in Nederland PAOTcursussen verzorgd. De Tandheelkundige Subfaculteit van het UMC St Radboud verzorgd een 30-tal cursussen in het PAOT- centrum te Nijmegen. In het PAOT- centrum hebben de cursisten de beschikking over patiëntsimulatoren en klinische behandelunits. Jaarlijks volgen 238
ongeveer 450 tandartsen zo'n cursus. Het PAOT-programma omvat de volgende onderwerpen: restauratieve tandheelkunde, endodontologie, (adhesieve) prothetische tandheelkunde, gnathologie, orthodontie en mondheelkunde. De coördinatie en de registratie van PAOT-cursussen worden centraal geregeld. Inschrijving kan plaatsvinden digitaal via de website of in Nijmegen bij bovenstaand adres. Dienst Onderwijspraktijk Tandheelkunde (DOT) Dienst Onderwijspraktijk Tandheelkunde (DOT)
Hoofd DOT M.J.W.M. de Haas kamer 0.15 Teamleider DOT L. Wolfs kamer 0.17
route 314 route T: 10817 / Mail: 314 15618737
[email protected]
T:
(024) 361 41 36 (algemeen) (024) 361 33 98 (algemeen)
F:
Ten behoeve van de studenten zijn circa 14.000 patiënten ingeschreven. Deze patiënten worden behandeld door studenten in het klinisch onderwijs tijdens hun opleiding tot tandarts. Het beheer van de patiëntenadministratie, de praktijkruimten (inclusief röntgenboxen), preklinische zaal en de aangrenzende tandtechnische ruimten, wachtkamers alsmede de röntgenonderwijsruimte ligt bij de Dienst Onderwijspraktijk Tandheelkunde. Verder is DOT verantwoordelijk voor het factureerproces tandheelkunde (inclusief de vakgroepen). Centrale Patiënten Administratie (CPA)
Studentenbalie
kamer 0.03
T:
route 310 (024) 361 68 68 / 361 76 97
239
Openingstijden studentenbalie: 8:00 - 11:00 uur en van 13:00 - 15:30 uur. De CPA is het eerste aanspreekpunt voor patiënten en blokcoördinaten voor wat betreft de behandeling van patiënten in de onderwijspraktijk. Studenten kunnen hier dossiers opvragen en nieuwe patiënten aanvragen. Verder verstrekt de CPA informatie aan patiënten en blokcoördinatoren.De CPA beheert de digitale patiëntendossiers van de onderwijspraktijk en de patiëntenvoorraden in DigiTOP (Digitalisering Tandheelkunde Onderwijs Praktijk). Balies behandelzalen
Op de behandelzalen worden aan de balies instrumenten en gebruiksmaterialen aan de studenten uitgereikt t.b.v. de patiëntenbehandeling. De baliemedewerkers controleren na afloop van de behandeling het instrumentarium en nemen het in t.b.v. desinfectie/sterilisatie. Tandartsassistenten onderwijspraktijk
T:
(024) 361 41 26
In het vijfde jaar werken tandartsassistenten op zaal en ondersteunen/assisteren de aankomend tandarts aan de stoel. Dit om zo goed mogelijk de toekomstige praktijksituatie na te bootsen en de studenten te leren werken met een assistente. Polikliniek
Hoofd
drs. C.C.A.J. Meijers
T:
(024) 361 41 26
Op de polikliniek worden patiënten voor de onderwijspraktijk geselecteerd en ingeschreven door tandartsen uit de restauratieve afdelingen. Tevens vindt op de polikliniek de opvang van pijnklachten uit de onderwijspraktijk plaats. De behandelingen worden uitgevoerd door studenten, die op de polikliniek stage lopen. Op de polikliniek wordt verder een groot aantal patiënten uit de onderwijspraktijk periodiek gecontroleerd en zonodig behandeld.
240
Portiersdienst
De portiersdienst wordt verzorgd door het Facilitair Bedrijf (FAB) UMC. Portiers tandheelkunde T:
E. Hubbers B. Weijers (024) 361 41 27
241
6 Belangrijke commissies in de onderwijsorganisatie 6.1 Onderwijs Management Team Tandheelkunde (OMTT)
Samenstelling
Vanuit het wp:
Namens de studenten:
prof. dr. N. Creugers (voorzitter) mw. drs. M. Hacfoort (secretaris,
[email protected]) mw. C. Visser-van Dijck (adviseur) drs. F. Drijvers mw. A.M. van Boxtel drs. A. de Rijk dhr. J. de Waard Mw. M. Heijmans
Het OMTT is verantwoordelijk voor het management van het onderwijsprogramma van de studierichting tandheelkunde. Het OMTT heeft daartoe de volgende taken: voorbereiden van de onderwijs- en examenregelingen tandheelkunde, welke definitief worden na akkoord door de examencommissie tandheelkunde en de Raad van Bestuur met inachtneming van de UMC medezeggenschap definiëren van de kwaliteitseisen van de opleiding vaststellen van de onderwijsprogramma's voor de bachelor- en masteropleiding toezicht houden op en het bijstellen van de inhoud van zowel afzonderlijke onderwijsblokken als het curriculum als geheel bij de Raad van Bestuur indienen van een voorstel m.b.t. de benoeming van de afzonderlijke blokcoördinatoren per onderwijsblok vaststellen van de jaarroosters voor het onderwijs en de toetsen ter vaststelling voorbereiden van het onderwijsverdeelmodel waarbij het beschikbare onderwijsbudget wordt verdeeld over de 242
afdelingen in samenhang met de aan de afdelingen op te dragen onderwijstaken en toe te wijzen onderwijsmiddelen evalueren van het onderwijs zowel op het (aggregatie)niveau van het gehele curriculum, als op het niveau van jaarlijkse onderwijsprogramma's en afzonderlijke onderwijsblokken bewaken van de vakinhoudelijke en didactische kwaliteit ten aanzien van de onderwijsuitvoering coördineren en operationeel aansturen van de dagelijkse onderwijsuitvoering, de onderwijsondersteuning en het beheer van de benodigde onderwijsinfrastructuur; voeren van overleg met de opleidingscommissie en examencommissie inzake onderwijs en examens geven van advies op het gebied van onderwijs aan de curriculumcoördinator, de directeur van het onderwijsinstituut en de decaan. Studentenvertegenwoordiging In het OMTT zijn studenten vertegenwoordigd. Student-leden van het OMTT zijn eerste aanspreekpunten (voor studenten) voor alle zaken betreffende uitvoering en kwaliteit van het onderwijs van de opleiding tandheelkunde. 6.2 De opleidingscommissie (OLC)
De opleidingscommissie heeft tot taak, gevraagd en ongevraagd, advies uit te brengen aan diverse geledingen over de uitvoering van het onderwijs en over de onderwijs- en examenregeling. Wordt het advies van de commissie niet gevolgd, dan wordt het desbetreffende besluit met redenen omkleed. De opleidingscommissie kan het bestuur of de raad verzoeken een dergelijk besluit te heroverwegen. De opleidingscommissie heeft 12 leden en is paritair samengesteld, d.w.z. wetenschappelijk personeel en studenten zijn in de commissie in gelijke mate vertegenwoordigd met elk 6 leden. De aanwijzing van student-leden vindt plaats door verkiezing: zij worden gekozen voor de periode van één jaar. De leden uit het wetenschappelijk personeel worden door de raad van bestuur aangewezen voor een periode van drie jaar. De opleidingscommissie kiest uit de leden van het wetenschappelijk personeel een voorzitter. 243
Samenstelling
Vanuit het wp
Namens de studenten
mw. prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman (voorzitter) dr. R.E. van der Plaats (secretaris,
[email protected]) mw. dr. W. Fokkinga dr. B.A.C. Loomans prof.dr. M.A.W. Merkx dr. G.J. Meijer dr. G. Stel mw. R.M.A. Heijmans dhr. B.M.J. Janssen dhr. J.H.F. Liebregts dhr. O.F.H.P.M. Spierings dhr. O. de Waard dhr. T.A.J. van de Winkel
6.3 Examencommissie
De examencommissie tandheelkunde is conform art. 7.12 van de WHW belast met o.a. de organisatie en coördinatie van de tentamens, alsmede met de besluitvorming over en verstrekking van de diploma's. Tenslotte ziet de examencommissie toe op de toepassing van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De examencommissie Tandheelkunde is als volgt samengesteld: Samenstelling voorzitter secretaris leden
adviseur
prof. dr. G.J. Truin mw. mr. E. Jilsink prof. dr. S.J. Bergé prof. dr. N.H.J. Creugers mw. prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman prof. dr. J.A. Jansen dr. C. Kreulen mw. C. Visser-van Dijck 244
6.4 Blokcommissies
Inhoudelijk wordt het onderwijs bewaakt en actueel gehouden door de zogenaamde blokcommissies. Door de blokcommissies wordt het onderwijs, de toetsing en de evaluatie van een blok voorbereid en verzorgd. Samenstelling voorzitter van een blokcommissie is de door de curriculumcoördinator aangewezen blokcoördinator. Deze is tevens aangesteld als examinator. plaatsvervangend voorzitter van een blokcommissie is de door de curriculumcoördinator aangewezen plaatsvervangende blokcoördinator. docenten die door de curriculumcoördinator zijn aangewezen om het onderwijs in het betreffende blok te (doen) verzorgen, kunnen deel uit maken van de blokcommissie dan wel daarbij als adviseur optreden, een student-lid kan aan een blokcommissie door de curriculumcoördinator op voorstel van de tandheelkundige faculteitsvereniging worden toegevoegd. Taakomschrijving De blokcommissie houdt zich bezig met: voorbereiding, uitvoering, toetsing en evaluatie van de inhoud van het onderwijs overeenkomstig de doelstellingen die voor het betreffende blok zijn vastgelegd in het onderwijs examenreglement (OER) tandheelkunde uitvoering van richtlijnen over de organisatie van het onderwijs die door het OMTT gegeven worden voorbereiding van voorstellen voor wijziging van inhoud, toetsing en evaluatie van het blok Blokcoördinator de blokcoördinator ziet erop toe dat de taken van de blokcommissie goed worden vervuld (overeenkomstig de in het OMTT vastgestelde richtlijnen). Daartoe pleegt hij overleg met docenten, 245
studenten en ondersteunende diensten en belegt zonodig een vergadering van de blokcommissie de coördinator zorgt ervoor aanspreekbaar te zijn voor docenten en studenten de coördinator dient er voor te zorgen dat zijn plaatsvervanger zijn taken waarneemt wanneer hij zelf daartoe niet in staat is Zie ook hoofdstuk 7: "Taken blokcoördinator tandheelkunde" 6.5 Commissie Studieadvies
Een aparte plaats en functie in de onderwijsorganisatie wordt vervuld door de Commissie Studieadvies. In de maand februari van het eerste studiejaar krijgen alle studenten van deze commissie een tussentijds studieadvies en in de maand juli ontvangen alle eerstejaars studenten een (niet bindend) studieadvies. In overleg met de student kan de studieadviseur toelichting geven in de vergadering van de Commissie Studieadvies over eventuele individuele omstandigheden van de student. Samenstelling: dr. W Fennis (voorzitter) mw. C. Visser-van Dijck (secretaris) prof. dr. G.J. Truin drs. A. Jeurissen
246
7 Bijlagen 7.1 Taken van blokcoördinator tandheelkunde
Algemeen Is verantwoordelijk voor organisatie van het blok. Is samen met de andere docenten, in samenspraak met betrokken leeropdrachthouder(s) en curriculumcoördinator, verantwoordelijk voor het onderwijs in het blok. Is voorzitter van de blokcommissie en examinator van het blok. Overlegt met bepaalde regelmaat met de overige blokcommissieleden, de docenten en de plaatsvervangend coördinator van het blok. Overlegt met bepaalde regelmaat met de jaarvertegenwoordiging. Ziet er op toe dat de onderwijskundige richtlijnen van de BCHT in het blok worden aangehouden (minimum aantal hoorcolleges, voornamelijk werkgroepenonderwijs etc.). Draagt zorg voor het bepalen van de eindcijfers van de studenten voor het blok. Draagt bij afwezigheid de taken over aan de waarnemend coördinator. Organisatie en roostering Is verantwoordelijk voor het opstellen van het blokboek volgens richtlijnen OMT-T (verdeelt zelfstudieopdrachten onder mededocenten en ziet toe op eenheid van het format e.d.). Ziet er op toe dat het blokboek op tijd bij de drukker wordt aangeboden. Is in samenspraak met OSZ-T en overige docenten verantwoordelijk voor roostering van het blok. Is verantwoordelijk voor samenstelling van de boekenlijst van het blok. Wijzigingen hierin moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan het OMT-T. Is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de studiegidsteksten. Wijzigingen moeten worden doorgegeven aan de studiegidscoördinator van OSZ-T. Gebruikt de door OSZ-T gemaakte groepsindeling. Indien niet 247
aanwezig: maakt zelf in overleg met OSZ-T een groepsindeling. Maakt tussentijdse roosterwijzigingen bekend aan studenten en docenten (digitale ad valvas en per e-mail). Toets en herhalingstoets Stelt volgens de richtlijnen van OSZ-T en in samenwerking met de overige docenten de toets samen (maximumtijd 2 uur), levert deze in bij OSZ-T minimaal twee weken voor aanvang van de toets (OSZ-T verzorgt druk en toetsafname). Vraagt desgewenst advies aan de medewerker toetsing van DSZ-T. Is verantwoordelijk voor de uitslag van de toets maximaal 15 werkdagen na afname van de toets. Voor een goed verloop van het opstellen en corrigeren van de toets verifieert de coördinator de medewerking van de overige docenten ruim voor afname van de toets. Is verantwoordelijk voor een goed verloop van de inzage.
Practicum (indien van toepasing) Gebruikt de door OSZ-T gemaakte plaatsindeling. Indien niet aanwezig: maakt zelf in overleg met OSZ-T plaatsindeling. Houdt een aanwezigheidsregistratie bij (eventueel m.b.v. DigiTop). Heeft met bepaalde regelmaat overleg met de CPA (indien patiënten bij het practicum zijn betrokken) en met het baliebeheer. Heeft met bepaalde regelmaat overleg met de infectiepreventieconsulente en volgt haar aanwijzingen op. Neemt zelf actief deel aan het onderwijs. Eisen Heeft inhoudelijke kennis van de blokmaterie. Heeft managementvaardigheden. Heeft sociale vaardigheden. Bij overdracht aan nieuwe coördinator 248
De leeropdrachthouder stelt een kandidaat voor bij het OMT-T. Zodra overeenstemming is bereikt vindt officiële aankondiging van de nieuwe coördinator plaats. Indien mogelijk wordt de nieuwe coördinator ingewerkt door de oude. De nieuwe coördinator krijgt een informatiepakket van OSZ-T. Indien nodig vindt scholing plaats. Evaluatie functioneren coördinator Curriculumcoördinator en OMT-T controleren het functioneren van de coördinator. Bij problemen/niet goed functioneren: curriculumcoördinator en/of OMT-T spreken coördinator hierop aan. Bij voortduring problemen: de leeropdrachthouder heeft de controle d.m.v. functioneringsgesprekken. Indien de kwaliteit van de toetsen niet voldoen is: verwijzen naar medewerker toetsing van DSZ-T voor advies. 7.2 Procedure blokevaluaties
Aan het einde van het blok wordt een blokevaluatie gehouden. Eventuele extra gegevens t.b.v. de evaluatievragen worden aangeleverd bij OSZ-T, gelijktijdig met de aanlevering van de toets. N.B. Bij alle stappen wordt vertrouwelijk met de gegevens omgegaan! Stap Actie 1. Aanleveren juiste gegevens t.b.v. evaluatie (namen docenten, eventuele extra vragen) bij OSZT.
Resultaat Juiste gegevens bij OSZT bekend.
2.
Op blok
Voorbereiden van
249
Wanneer Door wie Begin van het Blokcoördina studiejaar of tor zodra bekend, eventuele wijzigingen zo snel mogelijk doorgeven. Vóór het OSZT
Stap Actie evaluatie per blok en klaarzetten in WOspiegel.
3.
4.
5.
Resultaat afgestemde evaluatie, die klaar staat in WO-spiegel.
Wanneer einde van het blok of vóór nader bepaalde evaluatiedatu m. Activeren juiste groep Studenten die Aankondigin studenten en versturen aan het blok g ca. drie aankondiging en hebben dagen vóór herinnering. deelgenomen start zijn evaluatie, geautoriseerd herinnering om de ca. één dag evaluatie in te na start vullen, zij evaluatie. ontvangen een aankondiging en een herinnering. Afsluiten evaluatie. Na sluiting Na de van de afgesproken termijn is de termijn (48 evaluatie niet uur). meer in te vullen en zijn de resultaten definitief. Resultaten Blokcoördina Direct na bekendmaken aan tor en afsluiting afdelingshoofd en afdelingshoof evaluatie (na blokcoördinator met d op de 48 uur). vraag om reactie van hoogte van de laatste. evaluatiegegevens van het blok. 250
Door wie
OSZT
ICT-afdeling
OSZT
Stap Actie Resultaat Wanneer Door wie 6. Blokcoördinator Aanvullende In de periode Blokcoördina bespreekt blok met informatie tussen tor studenten t.b.v. reactie afsluiting van jaarvertegenwoordigin blokcoördinat het blok (na g or de toets) en het schrijven van de reactie. 7. De blokcoördinator Aanvullende In de periode Blokcoördina bespreekt de resultaten informatie tussen tor met de docenten in het t.b.v. reactie afsluiting van blok. blokcoördinat het blok (na or de toets) en het schrijven van de reactie. 8. De blokcoördinator Korte, Binnen een Blokcoördina stuurt een schriftelijke schriftelijke maand na tor reactie met eventuele rapportage afsluiting verbeter- en van blok. actiepunten aan OSZT blokcoördinat en aan het or aan de afdelingshoofd. hand van format. 9. Versturen anonieme Totaal pakket Een maand OSZT versie aan OMTT, voor OMTT na afsluiting samen met reactie blok, zodra blokcoördinator. reactie blokcoördinat or ontvangen is. 10. Bespreken Verslagleggin Diverse keren OMTT evaluatiegegevens, g door per jaar, ca. inclusief reactie OMTT. Doel: één keer per blokcoördinator, in zo snel twee OMTT. De mogelijk maanden. 251
Stap Actie Resultaat Wanneer Door wie blokcoördinator eventuele T.b.v. de ontvangt hierover acties in gang efficiëntie bericht en indien nodig kunnen zetten worden ook de ter steeds enkele curriculumcoördinator verbetering blokken en/of het van het blok. verzameld en afdelingshoofd. gezamenlijk geagendeerd. 11. Inventarisatie Tussenrappor Drie keer per DSZ hoofdpunten tage met jaar (einde blokoverstijg studiejaar, ende rond de kerst aandachtspun en rond ten Pasen) 12. Bespreken Advies, Drie keer per OLC tussenrapportages in gericht op jaar (na OLC verbetering zomervakanti opleiding e, na kerst en na Pasen) 13. Controle uitvoering Verbetering Jaar volgend OMTT en verbeterpunten door blok/opleidin op evaluatie. OLC vergelijking met g gegevens uit voorgaande jaren. Ad 1) Veel blokken worden aan het einde van het studiejaar geëvalueerd: bij vroegtijdige aanlevering van de juiste gegevens wordt een opeenstapeling van werkzaamheden tijdens één van de drukste periodes van het jaar voorkomen en kan OSZT een betere voorbereiding van de evaluatieformulieren garanderen. Ad 3) Bij deze stap is assistentie vereist door ICT-ondersteuning. Ad 6) De blokcoördinator maakt een afspraak met de studenten van de jaarvertegenwoordiging en bespreekt met hen de gang van zaken rond het blok. N.B. Het gesprek vindt plaats onafhankelijk van de evaluatie-uitkomsten: de studenten ontvangen deze immers niet. De blokcoördinator kan eventueel wel bepaalde aandachtspunten uit de gegevens abstraheren om op bepaalde punten meer informatie te 252
krijgen. Ad 8) De reactie van de blokcoördinator wordt opgesteld aan de hand van een voorgestructureerd rapportageformulier (goede en slechte punten, slagingspercentage etc.) en op basis van gesprekken met de jaarvertegenwoordiging en de overige docenten in het blok. In het rapport wordt aandacht besteedt aan: a) inhoud van het blok b) de organisatie van het blok c) opmerkingen over docenten d) de eindtoetsen eventueel e) overige zaken. Indien de evaluatie geen aanleiding geeft tot verdere acties, dan wordt dit eveneens in het rapport vermeld. Het rapport kan dus ook erg kort zijn. Ad 10) Evaluaties, inclusief reacties, worden besproken door het OMTT in een 'vertrouwelijk deel van de vergadering', of in een apart daarvoor bestemde vergadering. Het is belangrijk om ook onafhankelijk van de blokcoördinatoren te bekijken waar de sterke en zwakke punten van een blok liggen, omdat conclusies van blokcoördinatoren kunnen afwijken van conclusies van de commissies. De constateringen van het OMTT worden openbaar via het verslag. Ad 13) De commissies zien er middels een opvolgende evaluatie op toe dat de door de aangekondigde of geadviseerde verbeterpunten zijn uitgevoerd. Uitkomsten van voorafgaande jaren worden daartoe vergeleken met de meest recente gegevens. Indien de voorgenomen actiepunten niet goed zijn uitgevoerd kan de betreffende blokcoördinator hier door het afdelingshoofd of de curriculumcoördinator op worden aangesproken. Respons Erg belangrijk bij de interpretatie van de evaluatiegegevens is de hoogte van de respons: hoe hoger de respons, des te betrouwbaarder de uitkomsten. Over het algemeen geldt dat de betrouwbaarheid snel afneemt als minder dan 2/3 van de mogelijke respondenten reageert. De opleiding heeft veel energie gestoken in de opzet van dit nieuwe evaluatiesysteem en de wens van de studenten om elk blok 253
afzonderlijk te evalueren heeft hierop grote invloed gehad. De opleiding zal zich inzetten om het invullen van de evaluaties zo goed mogelijk te faciliteren en zal de studenten steeds helpen herinneren de evaluaties in te vullen. Studenten moeten dus hun eigen verantwoordelijkheid nemen om van deze nieuwe opzet een succes te maken. 7.3 Blokcoördinatoren en plaatsvervangers Tandheelkunde in 2008-2009
Per blok wordt als eerste de blokcoördinator genoemd en vervolgens de plaatsvervangend blokcoördinator. Verder vermeld staan afdeling, kamernummer en intern telefoonnummer (vóór het nummer komt (024-)36 als je van buiten het gebouw belt). Let op: de kamernummers zijn de nummers zoals vermeld op de kamerdeuren in het gebouw. Eerste jaar Blok: Orale diagnostiek (100) dr. W.J.M. van der PCT Sanden drs. R. Karsten PB
kamer 3.02
16410
kamer 1.30
16371
Blok: Oriëntatie op opleiding en beroep (106) mw. drs. R. den Haan OF kamer 5.50 mw. drs. J. den Braber PCT kamer 3.50
16472 14061
Blok: Ademhaling en circulatie (110) dr. P. Vis Int. Fysiologie kamer -1.28* 14468 dr. P. Deen Celfysiologie kamer 7.83# 17347 * Geert Grooteplein Noord 21, route 143 # Geert Grooteplein Zuid 28-30, route 286 Blok: Hoofd en Hals (111) drs. M. Vorstenbosch Anatomie mw. dr. C.E.E.M. van Celbiologie der Zee 254
kamer -1.08* 14299 kamer 6.45# 14296
* Geert Grooteplein Noord 21, route 109 # Geert Grooteplein Zuid 28, route 283 (NCMLS) Blok: Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie (112) mw. dr. A. Kiliaan Anatomie Kamer 0.24* 14378 dr. J. van Gisbergen Biofysica kamer 0.10# 14247 * Geert Grooteplein Noord 21, route 109 # Route 126 Blok: Tandheelkundige gezondheidszorg (120) mr. dr. W.G. Brands PCT kamer 3.04 14029 vacature * Route 840 Blok: Professionele vorming (126) mr. dr. W.G. Brands PCT vacature
kamer 3.04 14029
Blok: Restauratie van gebitselementen1 (130) drs. A.A.J. Jeurissen PCT kamer 3.28 16410 dr. W.J.M. van der PCT kamer 3.02 16410 Sanden Blok: Gebitselementen (131) dr. J. Frencken WHO prof. dr. G.J. Truin PCT
kamer 4.36 14050 kamer 3.14 16410
Blok: Parodontium 1 (140) drs. R.H. Karsten PB vacature PB
kamer 1.30 16371 kamer 1.30 16371
Blok: Functie en functieherstel (150) mw. drs. R. den Haan OF drs. H. Heesterbeek OF
kamer 5.44 16472 kamer 5.30 14001
Blok: Wetenschappelijke vaardigheden 1 (190) 255
dr. J. Maltha OOB dr. ir. E.M. Bronkhorst PCT
kamer 2.24 kamer 3.06
14005 16996
Tweede jaar Blok: Vrije keuze (200) drs. H.T. Scheper PCT dr. R.E. van der Plaats Cbur
kamer 4.28 kamer 4.24
14058 14035
kamer 3.02
16410
kamer 3.54
14043
kamer 3.02
16410
kamer 3.50
14061
Blok: Integrale zorg 1 (206) dr. W.J.M. van der PCT Sanden dr. M. Sagius PCT Blok: Diagnostiek en planning (207) dr. W.J.M. van der PCT Sanden drs. F. Drijvers PCT Blok: Ontstekingen en infecties (210) mw. drs. A.M. AIG Brouwer vacature # Geert Grooteplein Zuid 8 (NIGgebouw), route 463
kamer 2.000# 18822
Blok: Communicatie met patiënten 1 (220) drs. M. Assman Med. Psych. kamer 0.30 prof. dr. G.J. Truin PCT kamer 3.14 * Route 840 Blok: Restauratie van gebitselementen 2 (230) dr. H.T. Scheper PCT kamer 4.28 drs. A.A.J. Jeurissen PCT kamer 3.28 Blok: Parodontium (240) drs. R.H. Karsten PB vacature
kamer 1.30
256
13146 16410
14058 16410
16371
Blok: Functie en functieherstel 2 (250) mw. drs. J.C. Barèl OF dr. D.J. Witter OF
kamer 5.50 kamer 5.40
14102 14846
Blok: Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling (280) mw. drs. C.A.M. van OOB kamer 2.04 14005 Oort-Bongaarts prof. dr. A.M. OOB kamer 2.10 14005 Kuijpers-Jagtman Blok: Wetenschappelijke basisvaardigheden 2 (290) dr. J. Maltha OOB kamer 2.24 dr. Ir. E.M. Bronkhorst PCT kamer 3.06
14005 16996
Derde jaar Blok: Integrale zorg 2 (306) drs. M. Sagius PCT drs. F.W.M. Drijvers PCT
14043 14061
kamer 3.54 kamer 3.50
Blok: Pijn (307) mw. drs. M. Siers PCT kamer 3.22 16506 mw. drs. M.E.L. MKA kamer 1.38* 14292 Nienhuijs * Geert Grooteplein Zuid 14, route 590 Blok: Metabolisme en Genetica (310) dr. G. Vervoort AIG vacature * Geert Grooteplein Zuid 8, 464 # Geert Grooteplein Zuid 8, (NIGgebouw), route 463 Blok: Hoofd en Hals 2 (311) mw. drs. M.E.L. MKA
kamer 2.131* 14761
kamer 1.38* 14292 257
Nienhuijs drs. A. Soehardi * Geert Grooteplein Zuid14, route 590
MKA
kamer 1.28* 14561
Blok: Communicatie met patiënten 2 (320) drs. M. Assman Med. Psych. kamer 4.30 prof. dr. G.J. Truin PCT kamer 3.14 * Route 840 Blok: 330 Endodonium (330) mw. drs. A.G.M. PCT Bouwman mw. drs. M. Siers PCT
13146 16410
kamer 3.22
16505
kamer 3.22
16505
kamer 5.02 kamer 5.46
16466 16472
Blok: Functie en herstel bij edentaten (360) dr. W. Fennis OF kamer 5.02 drs. T.J. Creugers OF kamer 5.40
16466 14846
Blok: Functie en functieherstel 3 (350) drs. A.J. de Rijk OF drs. G. Ruigewaard OF
Blok: Toegepaste groei en ontwikkeling (380) mw. drs. C.A.M. van OOB kamer 2.04 Oort-Bongaarts prof. dr. A.M. OOB kamer 2.10 Kuijpers-Jagtman
14005 14005
Blok: Wetenschappelijke basisvaardigheden 3 (390) dr. J. Wolke PB kamer 1.38 dr. C.M. Kreulen OF kamer 5.10
14086 16470
Vierde jaar Blok: Integrale zorg 3 (406) drs. F.W.M. Drijvers PCT dr. H.J.P. Kroeze PCT
14061 14059
kamer 3.50 kamer 3.46 258
Blok: Kinderen en jongeren (407) dr. G. Stel PCT mw. drs. C. Goumans PCT
kamer 3.10 kamer 4.26
14040 16994
Blok: Cardiorespiratoire dysfuncties, oncologie en anamnese (410) dr. G. Pieters Endocrinologie kamer 3.27* 14599 dr. F.T.M. Huysmans Nefrologie kamer 2.136# 14761 * Route 471 # Route 464 Blok: Hoofd en hals (411) mw. drs. M.E.L. MKA Nienhuijs drs. A. Soehardi MKA * Geert Grooteplein Zuid 14, route 590
kamer 1.38* 14292 kamer 1.28* 14561
Blok: Tandheelkundige gezondheidszorg, structuur en organistatie (420) mr. dr. W.G. Brands PCT kamer 3.04 14029 prof. dr. G.J. Truin PCT kamer 3.14 16410 Blok: Parodontium 3 (440) drs. J. Weijmar PB drs. O. de Zoete PB Blok: Functie en functieherstel 4 (450) mw. drs. W.A. OF Fokkinga drs. A.J. de Rijk OF Blok: Functie en functieherstel 4 (456) drs. A.J. de Rijk OF dr. C.M. Kreulen OF
259
kamer 1.28 kamer 1.09
16373 16372
kamer 5.04
14026
kamer 5.02
16466
kamer 5.02 kamer 5.10
16466 16470
Blok: Functie(-herstel) van de sterk gereduceerde dentitie (466) dr. H.M.A.M Keltjens OF kamer 5.36 16471 drs. A.J. de Rijk OF kamer 5.02 16466 Blok: Interne stage mond, kaak- en aangezichtschirurgie (470) drs. A. Soehardi MKA kamer 1.28* 14561 mw. drs. M.E.L. MKA kamer 1.38* 14292 Nienhuijs * Geert Grooteplein Zuid 14, route 590 Blok: Principes van de klinische orthodontie (480) prof. dr. A.M. OOB kamer 2.10 Kuijpers-Jagtman vacature Blok: Integrale tandheelkunde 1 (496) drs. A.J. de Rijk OF drs. F.W.M. Drijvers PCT
kamer 5.02 kamer 3.50
14005
16466 14061
Vijfde jaar Blok: Klinische masterprofielen (keuzeonderwijs) (500) dr. D.J. Witter OF kamer 5.40 14846 dr. ir. E.M. Bronkhorst PCT kamer 3.06 16996 Blok: Integrale tandheelkunde voor volwassenen (506a) drs. M. Stel PCT kamer 3.32 16414 drs. P. Snoek (tot 1-1- OF kamer 5.10 16470 09) dr. H.M.A.M Keltjens OF kamer 5.36 16471 (per 1-1-09) Blok: Integrale tandheelkunde (kinderen en adolescenten) (506b) drs. F. Olderaan PCT kamer 4.26 16994 dr. G. Stel PCT kamer 3.10 14040 Blok: Vestiging en praktijkvoering (520) mr. dr. W.G. Brands PCT kamer 3.04 260
14029
prof. dr. G.J. Truin
PCT
kamer 3.14
16410
Blok: Externe stage mond- en kaakchirurgie (periferie ziekenhuis) (576) prof. dr. S.J. Bergé MKA kamer 1.42* 14550 mw. drs. M.E.L. MKA kamer 1.38* 14292 Nienhuijs * Geert Grooteplein Zuid 14, route 590 Blok: Wetenschappelijke stage (590) dr. C.M. Kreulen OF dr. D.J. Witter OF
kamer 5.10 kamer 5.40
16470 14846
7.4 Gedragsregels Gedragsregels Gedragsregels voor studenten in de gezondheidszorg
Werkers in de gezondheidszorg worden geacht hun kennis en vaardigheden in dienst te stellen van alle mensen die hulp nodig hebben en daarom vragen. Daarbij wordt van hen verwacht dat zij zich betamelijk gedragen, geen aanstoot geven in hun gedrag, collega's en de opleiding niet in diskrediet brengen, de privacy van patiënten respecteren en zich onderwerpen aan de medische geheimhoudingsplicht. Dit alles volgens de normen en waarden die gelden in de Nederlandse cultuur. Wanneer je met succes tandheelkunde (geneeskunde, diergeneeskunde) wilt studeren, moet je niet alleen over voldoende cognitieve, sociale en motorische basisvaardigheden beschikken, maar ook moet je de bereidheid en interesse hebben om met mensen om te gaan. De mensen met wie je omgaat, kunnen heel verschillende achtergronden hebben en uit alle lagen van de bevolking komen. In de meeste gevallen leggen ze "hun lot" in jouw handen en hebben het volste vertrouwen dat je hun probleem oplost. Mensen die bij de tandarts (arts, dierenarts) komen voor hulp, kunnen soms in de war zijn of zich bedreigd voelen en extreem angstig zijn. Incidenteel komt het ook voor dat patiënten zich agressief opstellen. Daar moet je mee 261
om kunnen gaan zonder dat je onderscheid maakt tussen patiënten. In het tegemoet treden van de patiënt en diens begeleider, mag de hulpverlener in Nederland geen enkel onderscheid maken op grond van ras, geloof, geslacht of sociale status. Ook in de opleiding wordt daar strikt de hand aan gehouden. Bovendien oefenen studenten tandheelkunde (geneeskunde) ook op elkaar, bijvoorbeeld het oefenen van lichamelijk onderzoek. Bij het op elkaar oefenen, worden studenten ook willekeurig aan elkaar gekoppeld. Men kan zich bij zo'n koppeling aan een andere student dus niet beroepen op ras, geloof, geslacht, etc. Bij de (pre-)klinische practica tijdens de opleiding bestaan kledingvoorschriften. Die voorschriften hebben betrekking op hygiënisch werken. Dat betekent dat kleding altijd schoon moet zijn, maar dat ook bijvoorbeeld gewerkt wordt met ontblote onderarmen die zijn ontdaan van sieraden, horloges, bandjes of enige andere "versiering". Dit om het zorgvuldig reinigen van handen en onderarmen mogelijk te maken. Aan alle studenten wordt beschermende kleding verstrekt. Deze kleding wordt NIET binnen de no-go-areas gedragen. Ten behoeve van de communicatie dient het gezicht onbedekt te zijn, behoudens tijdens de patiëntenbehandeling zelf wanneer een mondkapje wordt gedragen. Het dragen van een witte hoofddoek is overigens wel onder voorwaarden toegestaan. Aspirant-studenten die op basis van geloof of anderszins een probleem hebben met fysieke aanraking van personen van de andere sekse, onbedekte onderarmen en/of een onbedekt gezicht dienen zich te realiseren dat van de behandelplicht, communicatieprincipes en de hygiënevoorschriften onder geen beding kan worden afgeweken.
Algemene regels voor studenten tandheelkunde
Een student tandheelkunde moet zich tijdens het verblijf in het gebouw tandheelkunde houden aan een aantal hieronder beschreven richtlijnen. Daarnaast bestaan er voor een aantal blokken specifieke richtlijnen, die evenzeer opgevolgd dienen te worden. Deze richtlijnen 262
zijn in de handleidingen bij de diverse blokken opgenomen en worden bij de aanvang van een blok bekend verondersteld. Algemeen De student moet aanwezig zijn op de in het rooster aangegeven practicumtijden. Buiten de practicumtijden mag op techniek- en patiëntenzalen niet worden gewerkt. De zalen moeten op sluitingstijd opgeruimd en ontruimd zijn. Een practicum kan slechts na overleg met de practicumleider voortijdig verlaten worden. Aan een student die zonder goede reden drie maal afwezig is geweest, kan voor de duur van maximaal één maand de toegang tot de practica worden ontzegd. De student heeft - tenzij op uitnodiging - alleen toegang tot voor hem/haar ingeroosterde ruimte of studiecentrum. Tijdens de practica dient men in een beschermende lange witte jas gekleed te zijn, voorzien van de naambadge. Nadere voorschriften worden gegeven in de infectiepreventieprotocollen 2 en 3. De practicumplaatsen en collegezalen moeten schoon en netjes worden achtergelaten. Het gebruik van mobiele telefoons op de (pre-)klinische behandelzalen en tijdens colleges, planbesprekingen en werkgroepen is niet toegestaan. In de gebouwen tandheelkunde Nijmegen en Arnhem wordt niet gerookt. De door een student veroorzaakte schade aan gebouwen, afdelingsinstrumentarium en apparatuur wordt op een schadekaart geregistreerd en op de student verhaald; de aan de student toevertrouwde faciliteiten dienen derhalve met grote zorg te worden behandeld. Het persoonlijk instrumentarium moet schoon en in goede staat zijn. De student is verplicht de door de practicumleider en Instrumentele Dienst gegeven aanwijzingen voor onderhoud van apparatuur en instrumentarium op te volgen. Storingen, fouten en gebreken moeten terstond bij de practicumleider en balieassistent(e) worden gemeld. Gevonden voorwerpen worden ingeleverd bij de portier. Adreswijzigingen moeten op internet via KISS (KU Nijmegen 263
Internet Studenten Services) tijdig worden doorgegeven. In algemene zin wordt van studenten verwacht dat zij zich professioneel gedragen ten aanzien van hun opleiding en hun beroep. Te denken valt hierbij aan het vertrouwelijk omgaan met informatie over patiënten en het navolgen van diverse gedragsregels en infectiepreventieprotocollen. Maar bijvoorbeeld ook aan het op tijd ophalen en lezen van de post in de postvakjes en het actief raadplegen van de daarvoor bestemde (digitale) media, waarmee belangrijke informatie voor studenten bekend wordt gemaakt. Preklinische practica De student draagt zorg dat het voor het practicum benodigde instrumentarium, de handleiding en de kennis aanwezig is. De preklinische practica zijn een voorbereiding op de klinische. De student werkt in het preklinisch practicum alsof er patiënten behandeld worden. Gipswerk mag alleen gedaan worden in de daarvoor bestemde ruimten; het instrumentarium en de apparatuur moeten na gebruik volledig gereinigd en gedroogd worden. Klinische practica Voorafgaande aan de patiëntenbehandeling in het tweede jaar zullen studenten een document ondertekenen waarin ze te kennen geven de patiëntenbehandeling uit te voeren conform de inhoud en geest van de tandartseneed/-belofte. Deze plechtigheid wordt voorafgegaan door een voordracht over de geschiedenis van de (tand)artseneed/-belofte. De hoogste eisen worden gesteld aan hygiënisch werken. De behandelplaats dient vóór het begin van de behandeling volledig schoon en voorbereid te zijn. Tevens moeten alle richtlijnen en voorschriften in het kader van infectiepreventie in acht genomen worden. Men hoede zich voor uitspraken die niet bestemd zijn voor patiënt of personeel en die voor hen onaangenaam zouden kunnen zijn. Alle administratieve voorschriften moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Een student kan slechts patiënten behandelen die via de 264
gebruikelijke kanalen zijn ingeschreven. Dat geldt ook voor studenten tandheelkunde die zelf patiënt zijn. De patiëntenbehandeling moet een kwartier voor het einde van het practicum zijn beëindigd. De behandelinstallatie moet conform de instructies worden gereinigd. Na afloop van het practicum dient het gebruikte instrumentarium gedesinfecteerd en/of gesteriliseerd te worden (inleveren bij balie behandelzalen). De stoel moet in de hoogste stand worden achtergelaten. De behandelinstallatie moet worden uitgeschakeld. De voetschakelaar wordt op de daartoe bestemde plaats gehangen. Als een patiënt heeft afgezegd of niet is verschenen, dient de student zich in overleg met de practicumleider met andere werkzaamheden bezig te houden. Alle afspraken met patiënten moeten door de practicumleider kunnen worden geverifieerd. Het niet afspreken met patiënten en het voortijdig beëindigen van de behandeling is slechts mogelijk met toestemming van de practicumleider of -docent. Bij het niet nakomen van deze gedragsregels, en inadequaat patiëntenmanagement kunnen er sancties worden opgelegd. ICT - Gedragsreglement
Voor het gebruik van computer- en netwerkvoorzieningen zijn de algemene gedragsregels van toepassing, die periodiek bij het inloggen worden getoond. Dit ICT-gedragsreglement bevat voorschriften ten aanzien van het gebruik door studenten en medewerkers van de door of namens het cluster tandheelkunde ter beschikking gestelde computer- en netwerkfaciliteiten en voorzieningen, c.q. de digitale leeromgeving in ruime zin, alsmede de maatregelen die met het oog daarop kunnen worden genomen. Daarnaast bevat het reglement een aantal waarborgen voor studenten en medewerkers over de wijze waarop het cluster omgaat met het registeren, verzamelen en monitoren van tot studenten herleidbare data onder andere omtrent e-mail- en internetgebruik. Alle studenten Tandheelkunde beschikken via hun opleiding over een e-mail adres. Van hen wordt verwacht dat zij hun postvak regelmatig 265
raadplegen: het behoort immers bij een pro-actieve en professionele studiehouding om goed op te hoogte te zijn en te blijven van belangrijk berichten en mededelingen. 7.5 Onderwijs- en Examenregeling (OER)
> OER Bacheloropleiding 2008 - 10 juli 2008 > OER Bacheloropleiding 2007 - 10 juli 2008 > OER Bacheloropleiding 2006 - 10 juli 2008 > OER Masteropleiding - 10 juli 2008 > OER 1998 - 10 juli 2008 > OER TOVA - 10 juli 2008 7.6 Regels en richtlijnen voor tentamens en examens
> Regels en richtlijnen voor tentamens en examens 7.7 Infectieprotocollen
> Infectieprotocollen NL > Infectieprotocollen UK 7.8 Calamiteiteninformatie
Calamiteiteninformatie Hoe te handelen bij brand: Bel telefoonnummer 55555 en zeg duidelijk: 1. uw naam 2. plaats van de brand 3. wat er brandt of druk brandmelder in. 266
4. Waarschuw de mensen in de directe omgeving. 5. Stel in gevaar verkerende personen in veiligheid (d.w.z. achter de rookwerende deuren op de gang). 6. Tracht de brand te blussen. 7. N.B. Niet met water in elektronische apparatuur spuiten! 8. Sluit de deuren op de afdeling 9. Gebruik nooit de lift als u brand vermoedt in uw gebouw!
Wat te doen bij ongevallen met letsel: Bel telefoonnummer 55555 en zeg duidelijk: 1. uw naam 2. de plaats van het ongeval 3. welk soort letsel (indien mogelijk) en of de persoon nog aanspreekbaar is 4. vraag om een ambulance indien nodig 5. stel portier op de hoogte ((36)14127 En dan als aandachtspuntjes 6. Laat het slachtoffer niet alleen 7. Vang zo mogelijk hulpverleners op bij de lift/trap
Wat te doen bij onveilige situatie 8. Probeer zelf iets aan de situatie te doen 9. Meld de onveilige situatie aan de ARBO en Milieu Dienst door middel van het S.O.S. formulier, verkrijgbaar bij de portier. Volg verdere instructies op dit formulier.
Wat te doen bij een chemisch incident: Bel telefoonnummer 55555 267
1. uw naam 2. de plaats van het ongeval 3. welk soort letsel (indien mogelijk) en of de persoon nog aanspreekbaar is 4. Waarschuw personen in de bedreigde zone 5. Zie erop toe dat niemand de bedreigde zone betreedt 6. Zorg dat u bekend bent met de plaats van oogdouches en nooddouches 7. Besmette personen ter plaatse houden Volg in alle gevallen de aanwijzingen op van centrale hulpverleners
7.9 Docentenlijst Assman, Drs. M. Baat, Prof. dr. C. de Barèl, Mw. drs. J.C. Berge, Prof. dr. S.J. Bouwman, Mw. drs. A.G.M. Braber, Mw. drs. J. den Brands, Dr. mr. W.G. Bronkhorst, Dr. ir. E.M. Brouwer, Mw. drs. A.E. Creugers, Drs. T.J. Deen, Dr. P.M.T. Draaisma, Dr. J.M.T. Drijvers, Drs. F.W.M. Fennis, Dr. W.M.M. Fokkinga, Mw. dr. W.A. Frencken, Dr. J. Gisbergen, Dr. J. van Goumans, Mw. drs. C. Haan, Mw. drs. R. den Heesterbeek, Drs. H.C.M.P. Hoefnagel, Drs. R.A. Huysmans, Dr. F.Th.M. Jeurissen, Drs. A.A.J.
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
13146 16374 14102 14550 16505
M325.04.030 M362.04.040 M362.05.550 M333.01.042 M362.03.059
[email protected] 14061
[email protected] 14029
[email protected] 16996
[email protected] 18822
[email protected] 14846
[email protected] 17347
[email protected] 19118
[email protected] 14061
[email protected] 16469
[email protected] 14026
[email protected] 14050
[email protected] 14247
[email protected] 16994
[email protected] 16472
[email protected] 14001
3.50 3.04 M362.03.306 M379.02.000 M362.05.040 NCMLS M325.00.002 M362.03.050 M362.05.002 M362.05.504 M362.03.463 M244.00.012 M362.04.026 5.50 M362.05.530
[email protected] [email protected] [email protected]
268
16472 M362.05.034 13993 M379.02.128 14508 M362.03.362
Jong, Mw. drs. L.W.A. de
[email protected] 13955 Karsten, Drs. R.H.
[email protected] 16371 Keltjens, Dr. H.M.A.M.
[email protected] 16471 Kiliaan, Mw. dr. A.
[email protected] 14378 Koning, Drs. M. de
[email protected] 14561 Kreulen, Dr. C.M.
[email protected] 16470 Kroeze, Dr. H.J.P.
[email protected] 14059 Kuijpers-Jagtman, Prof.dr. a.kuijpers14065 A.M.
[email protected] Maltha, Dr. J.C.
[email protected] 14082 Meijer, Dr. G.J.
[email protected] 14006 Merkx, Dr. M.A.W.
[email protected] 14561 Nienhuijs, Mw. drs.
[email protected] 19829 M.E.L. Olderaan, Drs. F.
[email protected] 16994 Oort-Bongaarts, Mw. drs.
[email protected] 17204 C.A.M. van Ophof, Drs. R.
[email protected] 14854 Pieters, Dr. G.F.F.M.
[email protected] 16559 Plaats, Dr. R.E. van der
[email protected] 14035 Rijk, Drs. A.J. de
[email protected] 16466 Roeters, Dr. F.J.A.
[email protected] 16414 Ruigewaard, Drs. G.J.P.F.
[email protected] 16467 Rutten-Huijsen, Mw. M. M.Rutten14027
[email protected] Sagius, Drs. M.
[email protected] 14043 Sanden, Dr. W.J.M. van
[email protected] der l Scheper, Drs. H.T.
[email protected] 14058 Siers, Mw. drs. M.
[email protected] 16506 Snoek, Drs. P.A.
[email protected] 16470 Soehardi, Drs. A.
[email protected] 14561 Spierings, Mw. dr. T.A.M.
[email protected] 14508 Steenks, Dr. M.H.
[email protected] 14102 Stel, Dr. G.
[email protected] 14040 Stel, Drs. M.T.
[email protected] 16414 Truin, Prof. dr. G.J.
[email protected] 16410 Vervoort, Dr. G.
[email protected] 14761 Vis, Dr. P.
[email protected] 14468 Vorstenbosch, Drs.
[email protected] 14299 M.A.T.M. l Weijmar, Drs. J.H.
[email protected] 16373 Witter, Dr. D.J.
[email protected] 14846
269
M325.03.004 M362.01.030 M362.05.036 M245.00.051 1.145 M362.05.010 M362.03.050 M362.02.010 M362.02.224 1.28a M333.01.145 M333.01.038 M362.04.026 M362.02.22 M362.02.004 M379.03.130 M362.04.024 M362.05.002 M362.03.032 M362.05.546 M362.06.604 M362.03.022 3.02 M362.04.028 M362.03.022 M362.05.010 M333.01.028 M362.03.028 M362.05.550 M362.03.010 M362.03.032 M362.03.014 M379.02.131 -1.128* M245.00.052 M362.01.030 M362.05.040
Wolke, Dr. J.G.C. Zee, Mw. Dr. C.E.E.M. van der Zoete, Drs. O. de
[email protected] [email protected]
14086 M362.04.038 14296 M850.06.049
[email protected]
16372 M362.01.009
270
Vakkenindex BA100 Orale diagnostiek ................................................................... 27 BA106 Oriëntatie op opleiding en beroep .......................................... 30 BA110 Ademhaling en circulatie ....................................................... 32 BA111 Hoofd en hals 1 ...................................................................... 35 BA112 Beweging, zenuwstelsel en locale anesthesie ........................ 38 BA120 Tandheelkundige gezondheidszorg ........................................ 41 BA126 Professionele Vorming ........................................................... 43 BA130 Restauratie van gebitselementen 1 ......................................... 46 BA131 Gebitselementen ..................................................................... 49 BA140 Parodontium 1 ........................................................................ 52 BA150 Functie en functieherstel ........................................................ 56 BA190 Wetenschappelijke basisvaardigheden 1 ................................ 59 BA200 Vrije Keuze ............................................................................ 62 BA206 Integrale Zorg 1 .......................................................................... Toegepaste Preventie .................................................................... 66 BA207 Diagnostiek en planning ......................................................... 63 BA210 Ontstekingen en infecties ....................................................... 69 BA220 Communicatie met patiënten 1............................................... 71 BA230 Restauratie van gebitselementen 2 ......................................... 74 BA240 Parodontium 2 ........................................................................ 77 BA250 Functie en functieherstel 2 ..................................................... 80 BA280 Lichaamsgroei, gelaatsgroei en gebitsontwikkeling .............. 84 BA290 Wetenschappelijke basisvaardigheden 2 ................................ 87 BA306 Integrale zorg 2 .......................................................................... eenvoudige behandeling ................................................................ 89 BA307 Pijn ......................................................................................... 91 BA310 Metabolisme en Genetica ....................................................... 93 BA311 Hoofd en hals 2 ...................................................................... 98 BA320 Communicatie met patiënten 2............................................. 101 BA330 Endodontium ........................................................................ 104 BA350 Functie en functieherstel 3 ................................................... 107 BA360 Functieherstel bij edentaten .................................................. 110 BA380 Toegepaste groei en ontwikkeling ....................................... 113 BA390 Wetenschappelijke basisvaardigheden 3 .............................. 116 Keuzeonderwijs MA500; onderwijs in de profielen van de twee-jarige 271
master Tandheelkunde ...................................................................... 148 MA406 Integrale zorg 3 .......................................................................... complexe behandelingen integratie ............................................. 119 MA407 Kinderen en jongeren .......................................................... 121 MA410 Medische anamnese en onderzoek, cardiorespiratoire dysfuncties ........................................................................................ 123 MA411 Hoofd en hals ...................................................................... 125 MA420 Tandheelkundige gezondheidszorg; structuur en organisatie127 MA440 Parodontium 3 ..................................................................... 129 MA450 Functie en functieherstel 4 .................................................. 132 MA456 Functie en functieherstel 5 (integratie) ................................ 135 MA466 Functie en functieherstel van de sterk gereduceerde dentitie138 MA470 Interne stage mond- en kaakchirurgie in het UMC St Radboud ............................................................................................ 141 MA480 Principes van de klinische orthodontie................................ 143 MA496 Integrale tandheelkunde 1 ................................................... 146 MA500a Masterprofiel Restauratieve tandheelkunde ...................... 157 MA500a1 Keuzevak Cosmetische adhesieve tandheelkunde ........... 160 MA500a2 Keuzevak Complex kroon- en brugwerk / partiële prothetiek .......................................................................................... 162 MA500a3 Keuzevak Endodontologie ............................................... 164 MA500a4 Keuzevak Temporomandibulaire dysfunctie ................... 166 MA500a5 Keuzevak Uitneembare prothetische voorzieningen op implantaten ....................................................................................... 168 MA500b Masterprofiel Chirurgische tandheelkunde ....................... 170 MA500b1 Keuzevak Dento-alveolaire chirurgie .............................. 172 MA500b2 Keuzevak Parodontologie ............................................... 174 MA500b3 Keuzevak Implantologie ................................................. 176 MA500c Masterprofiel Mondzorg voor bijzondere zorggroepen..... 178 MA500c1 Keuzevak Kwetsbare ouderen ......................................... 180 MA500c2 Keuzevak Gehandicapten en angstige patiënten ............. 182 MA500c3 Keuzevak Medisch gecompromitteerde patiënten ........... 184 MA500d Masterprofiel Kinderen en jongeren.................................. 186 MA500d1 Keuzevak Kindertandheelkunde ..................................... 188 MA500d2 Keuzevak Orthodontie..................................................... 190 MA500d3 Keuzevak Kindergeneeskunde ........................................ 192 MA500d4 Keuzevak Psychologie .................................................... 194 272
MA500e Masterprofiel Tandheelkundig onderwijs en onderzoek ... 197 MA506a Integrale Tandheelkunde voor volwassenen...................... 198 MA506b Integrale tandheelkunde (kinderen en adolesc.) ................ 201 MA520 Vestiging en praktijkvoering ............................................... 203 MA576 Externe stage mond- en kaakchirurgie (perif. ziekenhuis) .. 205 MA590 Wetenschappelijke stage ..................................................... 207
273