Manteldienst op 13 september 2015 Thema: Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp
Voorganger : drs. Paul Sas, pastor De Mantel Ouderling: Anneke Vader Diaken: Jacques Merx Organist: Netty Blansjaar
1
Welkomswoord / Aankondiging Aanvangslied / Moment van stilte ZINGEN : Psalm 84 vers 1 en 6 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet. Want God onze Heer die ons mild bestraalt als zon, beschermt als schild, zal in genade ons verhogen. Zijn hand onthoudt het goede niet aan wie oprecht Hem hulde biedt en eerlijk wandelt voor zijn ogen HEER, die het al in handen houdt, welzalig die op U vertrouwt. BEMOEDIGING EN GROET GEBED VAN ONTFERMING
ZINGEN : Lied 434 vers 1, 2 en 5 (oude liedbundel) Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. 2
Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleuglen geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven. Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen. Gebed om de hulp van Gods Geest Eerste Schriftlezing : Jacobus 2 vers 1-18 Broeders en zusters, het geloof in Jezus Christus, onze glorierijke Heer, staat niet toe dat u mensen op hun uiterlijk beoordeelt. Stel dat uw samenkomst wordt bezocht door iemand die prachtige kleren en gouden ringen draagt, en tegelijkertijd door een arme in vodden. Als u dan de eerste met alle zorg omringt en tegen hem zegt: ‘Neemt u plaats, hier zit u goed,’ terwijl u tegen de tweede zegt: ‘Ga daar maar staan, of ga maar bij mijn voetenbank op de grond zitten,’ maakt u dan geen ongeoorloofd onderscheid en wordt uw oordeel niet door verkeerde overwegingen bepaald? Luister, geliefde broeders en zusters: heeft God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben? Maar u behandelt arme mensen met minachting. Zijn het dan niet de rijken die u onderdrukken en u voor de rechter slepen? Zijn zij het niet die de voortreffelijke naam die over u is uitgesproken, door het slijk halen? Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: ‘Heb uw naaste lief als uzelf,’ dan handelt u juist. Maar als u op het uiterlijk afgaat, begaat u een zonde en bestempelt de wet u als overtreders. Wie de hele wet onderhoudt maar op één punt struikelt, blijft ten aanzien van alle geboden in gebreke. Want hij die gezegd heeft: ‘Pleeg geen overspel,’ heeft ook gezegd: ‘Pleeg geen moord.’ Als u geen overspel pleegt maar wel een moord, overtreedt u toch de wet. Zorg 3
ervoor dat uw spreken en uw handelen de toets kunnen doorstaan van de wet die vrijheid brengt. Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel. Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekort komt, en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. Maar dan zegt iemand: ‘De een gelooft, de ander doet.’ Laat mij maar eens zien dat je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof.
Zingen : ELB 218 Samen in de naam van Jezus Samen in de naam van Jezus Heffen wij een loflied aan Want de geest spreekt alle talen En doet ons elkaar verstaan Samen bidden, samen zoeken Naar het plan van onze heer Samen zingen en getuigen Samen leven tot zijn eer
Heel de wereld moet het weten Dat God niet veranderd is En zijn liefde als een lichtstraal Doordringt in de duisternis ‘t Werk van god is niet te keren Omdat hij er over waakt En de geest verbreekt de grenzen Die door mensen zijn gemaakt
Prijs de Heer De weg is open Naar de Vader naar elkaar Jezus Christus, triomfator, mijn verlosser, middelaar Vader met geheven handen Breng ik u mijn dank en eer Het is uw Geest die mij doet zeggen Jezus Christus is de Heer Tweede schriftlezing Marcus 9 : 14-29 Geloof en ongeloof
4
Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren. De mensen waren verbaasd toen ze hem zagen, en liepen meteen naar hem toe om hem te begroeten. Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’ Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar u gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten; steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’ Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie verdragen? Breng hem bij me.’ Ze brachten de jongen bij hem. Toen de geest hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer. Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’ Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd, en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als u iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’ Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’ Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op. Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’
OVERDENKING Meditatief Orgelspel : Abba Vader
5
DANKGEBED– VOORBEDEN – ONZE VADER (samen)
De voorganger van vanochtend, pastor Sas zal nu het gedachteniskruisje van ds. Ton van der Hoeven overhandigen aan de familie. SLOTLIED : Lied 416: Ga met God en Hij zal met je zijn Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. UITZENDING EN ZEGEN ORGELSPEL 6
INZAMELING DER GAVEN (Bij de uitgang)
Volgende Manteldienst is op Woensdag 23 september om 10.30 uur Voorgangers: Ds. Thomas Koelewijn en Pastor Paul Sas En Zondag 11 oktober om 11.15 Voorganger: ds. Klaas Wigboldus Wij wensen u alle vrede en een gezegende zondag
7
Persoonlijk gebed van Moeder Teresa (1910-1997)
Wil je mijn handen, God, opdat ik de hele dag kan helpen wie hulp nodig heeft. God, vandaag geef ik mijn handen aan jou. Wil je mijn voeten, God, opdat ik de hele dag en elke dag kan gaan naar wie een vriend nodig heeft. God, vandaag geef ik mijn voeten aan jou. Wil je mijn stem, God, opdat ik de hele dag kan spreken tot hen die jouw woorden van liefde nodig hebben. God, vandaag geef ik mijn stem aan jou. Wil je mijn hart, God, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, opdat ik van iedereen, zonder uitzondering, zou kunnen houden. God, vandaag geef ik mijn hart aan jou.
8