NIVEAU 4 DIERVERZORGING Startjaar: Kwalificatiedossier: Versie: Naam uitstroom: Crebo-code:
2015-2016 Recreatiedieren 2015-2016 Ondernemer/manager recreatiedieren 97730
BEROEPSGERICHTE EISEN Het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding bestaat uit de volgende kerntaken en werkprocessen: 1. Verzorgt dieren en de leef- en werkomgeving 1.1 Voert dieren 1.2 Verzorgt dieren 1.3 Hanteert en socialiseert dieren 1.4 Monitort dieren 1.5 Reinigt en ontsmet leef- en werkomgeving 1.6 Richt leef- en werkomgeving in en onderhoudt deze 2. Begeleidt voortplanting dieren 2.1 Begeleidt fokproces 2.2 Begeleidt geboorte 2.3 Socialiseert jonge dieren 3. Draagt zorg voor klanten en/of publiek 3.1 Informeert en adviseert klanten 3.2 Verkoopt 3.3 Behandelt klachten 3.4 Organiseert publiekgerichte activiteiten 4. Managet het bedrijf(sonderdeel) 4.1 Plant en verdeelt werkzaamheden 4.2 Stuurt medewerkers aan 4.3 Bewaakt de voortgang van de werkzaamheden 4.4 Zorgt voor informatie naar medewerkers 4.5 Bepaalt personeelsbehoefte 5. Onderneemt 5.1 Bepaalt vestigingsplaats 5.2 Onderzoekt ondernemingsvorm 5.3 Stelt marketingplan op 5.4 Innoveert de onderneming 5.5 Verzorgt financiële administratie 5.6 Analyseert de financiële situatie 5.7 Bepaalt beleid op het gebied van kwaliteit, veiligheid, milieu en arbo 5.8 Profileert en promoot de onderneming 5.9 Beheert voorraad 5.10 Berekent tarieven De beroepsgerichte eisen worden geëxamineerd met Proeven van bekwaamheid (PVB). Elke PVB moet worden behaald om de beroepsgerichte eisen te behalen. Als je een PVB niet hebt behaald dan kun je de PVB maar 1 x herkansen.
Deze opleiding kent de volgende PVB’s: 730-1 Verzorgen recreatiedieren (niv. 4) 730-2 Aansturen publieksactiviteit 730-3 Ondernemingsplan (recreatiedieren) De PVB’s hebben verschillende onderwerpen. Hieronder staat een korte omschrijving per PVB die aangeeft wat de inhoud is. 730-1 De aankomend manager dierverzorging verzorgt zelfstandig de dieren en de bijbehorende bedrijfsactiviteiten, zodat de dieren in goede conditie blijven en het bedrijf goed draait. 730-2 De dierenhouder brengt het bedrijf onder de aandacht van bezoekers en klanten door middel van publieksgerichte activiteiten zodat de bekendheid in de regio van het bedrijf groter wordt. 730-3 De startend ondernemer maakt een ondernemingsplan, anticiperend op ontwikkelingen in de markt en de maatschappij, zodat de continuïteit van het bedrijf (of bedrijfsonderdeel) is gewaarborgd.
EISEN M.B.T. BEROEPSGERICHT NEDERLANDS – REKENEN De beroepsgerichte eisen voor Nederlands en rekenen zijn verwerkt in de werkzaamheden die in de PVB’s worden geëxamineerd. Bij het behalen van de PVB’s voldoe je ook aan de eisen die voor Nederlands en rekenen gelden. EISEN VOOR GENERIEK NEDERLANDS EN REKENEN Voor deze opleiding gelden er generieke eisen voor Nederlands, Engels en rekenen. De generieke eisen van Nederlands, Engels en rekenen gelden voor alle studenten in Nederland die een mbo opleiding op niveau 4 volgen en vanaf 01-08-2012 met hun opleiding zijn begonnen. Voor Nederlands en rekenen betekent dit dat je examens moet afleggen die gericht zijn op niveau 3F (referentieniveau van Meijerink). Voor Engels betekent dit dat je examens moet afleggen die gericht zijn op niveau B1 (lezen en luisteren) en A2 (gesprekken voeren, spreken, schrijven). Voor Nederlands is de examinering als volgt geregeld: Er is een centraal examen voor de vaardigheden lezen en luisteren en er zijn instellingsexamens voor de vaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven (3 examens die allemaal even zwaar wegen). Het cijfer van het centrale examen (één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1-10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor het onderdeel rekenen wordt er één centraal examen afgenomen. Dit examen levert het eindcijfer voor rekenen op (van 1-10). Voor Engels worden er vijf instellingsexamens afgenomen voor de vaardigheden (lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken, schrijven). Deze examens tellen allemaal even zwaar en de cijfers van deze examens worden gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1-10) voor Engels. Om je diploma te behalen mag van de eindcijfers van Nederlands, Engels en rekenen er maar 1 onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). De twee andere eindcijfers moeten tenminste een 6 zijn. EISEN VOOR BEROEPSGERICHTE MODERNE VREEMDE TAAL In het kwalificatiedossier van je opleiding staat aangegeven dat er sprake is van beroepsgerichte eisen voor moderne vreemde taal. Dit betekent dat je moet voldoen aan de eisen voor Engels. Hieronder zie je aangegeven bij welke werkprocessen er sprake is van beroepsgericht Engels: 3.4 Organiseert publiekgerichte activiteiten Beheersing van moderne vreemde taal De beroepsgerichte eisen voor Engels worden in een apart examen geëxamineerd. Om te voldoen aan de eisen voor je diploma moet je dit examen behalen.
EISEN VOOR LOOPBAAN & BURGERSCHAP EN BPV Voor Loopbaan en Burgerschap heb je de verplichting om actief deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten die we hiervoor organiseren. Dat betekent dat je in ieder geval alle opdrachten moet maken en inleveren. Als je alle opdrachten hebt gemaakt en ingeleverd dan voldoe je aan de eis van Loopbaan en Burgerschap om te kunnen diplomeren. Voor de beroepspraktijkvorming (BPV) geldt dat je alle BPV-periodes met minimaal een voldoende moet afsluiten. Voorafgaand aan de diplomering controleert de examencommissie of je alle BPVperiodes met een voldoende hebt afgesloten. Als dit het geval is voldoe je aan eis van BPV om te kunnen diplomeren. WETTELIJKE BEROEPSVEREISTEN In het kwalificatiedossier staan wettelijke beroepsvereisten vermeld. Het betreft de volgende vereisten: Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, alleen van toepassing voor die beroepsbeoefenaren die beroepsmatig met honden en katten van doen hebben. De hierboven genoemde wet bevat de volgende onderwerpen: Voeren (gezelschaps)dieren Verzorgen (gezelschaps)dieren Begeleiden voortplanting (gezelschaps)dieren Nemen van hygiënische matregelen De wettelijke beroepsvereisten worden geëxamineerd met examenopdrachten. Je moet al deze examenopdrachten behalen om te voldoen aan de diploma-eisen.
ORGANISATIE VAN DE PVB’S EN DE EXAMENS Binnen het Prinsentuin College is alles wat met examinering te maken heeft de verantwoordelijkheid van de examencommissie. Dat betekent dat de examencommissie verantwoordelijk is voor goede examenproducten, een goede afname van de examens, een goede beoordeling van de examens en de communicatie rondom de examinering. Ook het uiteindelijk afgeven van het diploma is een verantwoordelijkheid van de examencommissie. De examencommissie bestaat uit medewerkers van het Prinsentuin College en heeft de volgende samenstelling: Voorzitter: de heer R. van de Wal (directeur) Secretaris: de heer M. Teunissen (onderwijs en innovatie) Lid: de heer K. Kuijper (afdelingsmanager) Lid: mevrouw I. Willems (examenbureau) Lid: (vacature) De examencommissie is te bereiken via de secretaris. Je kan hiervoor de volgende contactgegevens gebruiken: Email:
[email protected] Post: Examencommissie Prinsentuin College t.a.v. M. Teunissen (secretaris) Postbus 6944 4802 HX Breda Als je vragen hebt die over examinering gaan dan kan je deze altijd stellen aan de examencommissie, je weet dan zeker dat je het goede antwoord krijgt. COMMUNICATIE VAN BEHAALDE RESULTATEN VAN PVB’S EN EXAMENS De examencommissie stelt alle resultaten van de PVB’s en examens vast en communiceert alle uitslagen. Alleen de resultaten die de examencommissie heeft vastgesteld, gepubliceerd en gecommuniceerd zijn geldig en tellen mee voor je diploma. Als je twijfelt of een resultaat wel door de examencommissie is vastgesteld en gecommuniceerd dan kan je dit altijd navragen bij de examencommissie via de contactgegevens.
