Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 ANTICIPEREN NAAR VERMOGEN
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 MANAGEMENTSAMENVATTING: ANTICIPEREN NAAR VERMOGEN Er is nog geen kabinetsstandpunt inzake de aangekondigde fundamentele verandering in de Wsw. Er lopen in dit kader nog pilots, waarvan de uitkomst nog ongewis is. Daarnaast gaan er steeds meer stemmen op om één regeling te maken voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook weten we dat er veel minder geld beschikbaar komt voor re-integratie, maar niet hoe dit in specifieke budgetten uitwerkt. Daarnaast weten we ook dat er zicht is op een kleine groei van onze economie, maar niet of deze blijvend is. Ook weten we dat aan de onderkant van de arbeidsmarkt er onvoldoende werk is; er is zelfs sprake van een verdringingsmarkt, waarbij de beter geschoolden de plaats innemen van de ongeschoolden. Hoe dit precies uitwerkt bij een steeds groter wordende vergrijzing van de arbeidsmarkt is weer onduidelijk. Ook weten we inmiddels dat er flink bezuinigd wordt op de Wsw: €120 miljoen in 2011 plus het achterwege blijven van de compensatie voor de loonontwikkeling (€38 miljoen). Dit betekent voor de Inclusief Groep een bezuiniging van zo‟n €1,5 miljoen in 2011. In deze onzekerheid is het voor een onderneming als de Inclusief Groep moeilijk te anticiperen op de toekomst. Maar daarom is het niet onmogelijk. Er zijn wel degelijk signalen, opvattingen en ambities van onze stakeholders over de te varen koers. Binnen dit breed spectrum van medewerkers en cliënten tot aan onze Raad van Commissarissen en gemeenten wordt de mening gedeeld om door te gaan op de ingeslagen weg, waarbij wij de ongewisheden in de toekomst voor lief nemen. U leest daarom in dit beleidsplan beleidsvoornemens op basis van Anticiperen naar Vermogen1. We bouwen voort op onze voorafgaande beleidsplannen; daarom is het deels dezelfde tekst, deels waar mogelijk een aanscherping of verdere uitwerking. Tevens zijn de activiteiten in het jaar 2011 belicht, onder andere een aangekondigde samenvoeging van de twee werkbedrijven Inserto en Gresbo. Zoals al menig maal gesteld: de kracht en ambitie van de Inclusief Groep is om zo veel mogelijk mensen uit de kwetsbare doelgroepen aan het werk te helpen. En wel tegen een functieloon, waardoor mensen niet meer afhankelijk hoeven zijn van een uitkering en zicht hebben op een mogelijke stijging van hun inkomsten bij meer arbeidsuren of na een verbetering van hun capaciteiten. Dit is een behoorlijke ambitie, waarbij wij ook de politiek nodig hebben om dit verwezenlijkt te krijgen. De werkloosheid onder deze doelgroepen is hoger dan de rest van de beroepsbevolking en verslechtert naarmate de economie achterblijft. De economische voorspellingen blijven voorzichtig. Het CPB voorspelt dat het jaar 2010 afsluit met een economische groei van 1,75% en in 2011 met een groei van 1,5%. Het gemiddelde werkloosheidspercentage over de periode 2011 – 2015 wordt op 5,5% geschat, hetgeen gelijk is aan het werkloosheidscijfer van 2010. Het aantal en aandeel van langdurig werklozen is als gevolg van de crisis weer toegenomen.
1
Als kleine kwinkslag op het rapport De Vries over de fundamentele herbezinning op de Wsw.
december 2010
2/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 Deze situatie helpt de kwetsbare groepen helaas niet. Op de arbeidsmarkt is er sprake van een verdringingseffect: lager opgeleiden, inclusief schoolverlaters, worden steeds meer, ook voor ongeschoold werk, verdrongen door hoger opgeleide mensen. Dit is een trend, volgens de Raad van Werk en Inkomen, die niet meer terug te draaien is! Onze ambitie op werkgelegenheidsgebied is om in het jaar 2011 ook weer zo‟n 1230 personen uit de kwetsbare doelgroepen via onze eigen werkbedrijven of via ons re-integratiebedrijf een baan te bieden. Uitgesplitst ziet het er als volgt uit: Gesubsidieerd personeel Medewerkers met SW-indicatie: - in een SW-dienstbetrekking in dienst van IG - in een SW-dienstbetrekking in dienst van Proson - in een doorstroombaan met UWV-financiering - in een doorstroombaan met Gem. financiering Mensen met een WWB-uitkering: - In een Garant detacheringsbaan - Als baangaranter (oude groep) Totaal
Aantal 2011
65 10 1230
100 10 1300
Waar in dienst Bij reguliere werkgever (BW) Gedetacheerd In dienstverlening Binnen de interne werkomgeving Bij Proson (een aan ons gelieerd bedrijf, gespecialiseerd in werkgelegenheid voor visueel gehandicapten)
Percentage 11 % 22 % 26 % 28 % 13 %
9,5% 16,0% 25,0% 36,5% 13,0%
Niet-gesubsidieerd personeel Werkzaam in de uitvoering Werkzaam in de begeleiding Werkzaam in staf, leiding en management Totaal
Aantal 75 34 77 186
86 32 82 200
965 170 12 8
Aantal 2010 955 170 45 20
Als we ons dit financieel kunnen veroorloven, willen we deze aantallen doorzetten over de hele planperiode tot aan 2014. Daarnaast schatten we in dat in deze periode jaarlijks ongeveer 1000 personen gebruik van onze infrastructuur zullen maken in het kader van leerwerken, Work First, stages en werkervaringstrajecten. Ongeveer 400 van deze mensen krijgen via ondersteuning van ons re-integratiebedrijf Inclusief Intervens een betaalde baan. We zijn een beduidende werkgever in de regio. Een noodzaak die naar onze overtuiging voortkomt uit de te geringe opnamecapaciteit – in kwalitatieve en kwantitatieve zin - in het reguliere bedrijfsleven. Gespecialiseerde maatschappelijke ondernemingen blijven nodig om mensen aangepast werk te bieden waar het reguliere bedrijfsleven het niet wil of kan oppakken. Werk waar tijdsdruk, hectiek, zware fysieke of mentale belasting geen leidende factor zijn, maar persoonlijke omstandigheden, begeleiding en aandacht wel. Werk wat wel marktconform wordt uitgevoerd zoals schoonmaak of postbezorging, en ook werk waar maatschappelijke behoefte aan is, zoals conciërgetaken, kringloopactiviteiten, wijkonderhoud, dienstverlening aan ouderen, etc. Werk waardoor mensen een zinvolle bijdrage kunnen geven aan de maatschappij. Werk met maatschappelijk rendement. december 2010
3/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 Contouren van de toekomstige organisatie naar Veluws Model De door ons gewenste contouren krijgen steeds meer vorm. Deze contouren rusten op drie pijlers: - De unit „arbeidsontwikkeling‟, met de onderdelen arbeidstrainingscentrum, gespecialiseerde leerwerkprojecten, re-integratietrajecten en interventies; - De unit „bemiddeling‟, met de onderdelen uitzendbureau, detachering, bemiddeling en coaching; - de sociale onderneming, met producten en diensten die in de markt rendabel zijn. De beschutte werkomgeving, die een aantal van onze medewerkers zeker nodig blijven hebben, wordt zo veel mogelijk gecreëerd binnen de sociale onderneming(en). Een apart bedrijf hiervoor ervaren wij als een onnodige stigmatisering van die doelgroep. In 2010 hebben we een start gemaakt met het verder professionaliseren en profileren van onze hele organisatie. Ons re-integratiebedrijf Inclusief Intervens heeft haar organisatie al zoveel mogelijk langs de twee lijnen Ontwikkeling en Bemiddeling gemodelleerd. Ook is eind 2010 de gehanteerde re-integratiemethodiek beschreven en zo veel mogelijk gevalideerd. In 2011 zal de uitvoering van alle ontwikkelingsactiviteiten via de unit Ontwikkeling lopen. De leerwerkprojecten zoals Multitoon, Care2Cars en het Beheer fietsenstalling lopen ook via dit onderdeel. Alle bemiddelingsactiviteiten (van detachering naar jobcoaching) zijn in 2011 geconcentreerd bij de Unit Bemiddeling. In 2010 zijn de werkbedrijven Inclusief Gresbo en Inclusief Inserto hun onderzoek begonnen naar hun mogelijkheden voor het opzetten van sociale ondernemingsactiviteiten. In 2011 zal ook de organisatie daarvan onder de loep worden genomen. Ook zal duidelijk zijn welke rol en plaats onze onderaannemer Proson zal hebben. 2
Noodzaak van sociale ondernemingen Onze werkbedrijven Inclusief Gresbo en Inclusief Inserto zullen steeds meer als volwaardige marktpartijen moeten opereren, met marktconforme tarieven en een marktconforme kwaliteit. Te meer, omdat de verwachting is dat in de toekomst (in 2014?) er geen „lump sum – rijkssubsidie‟ meer is voor SW-werkplekken. De overheid zal op den duur slechts begeleidingsvergoeding betalen aan ons soort bedrijven en aan de werknemer een aanvulling op zijn loon, dat op diens loonwaarde is gebaseerd. Hierdoor is er geen „surplus‟ meer te halen uit die subsidie, en zullen de opbrengsten vooral uit de markt moeten komen. Inmiddels is in het najaar een voorstel tot samenvoeging van de twee werkbedrijven Inserto en Gresbo gedaan. In onze sociale ondernemingen zullen ook leerwerk- en stageplekken aangeboden worden voor verschillende doelgroepen. Het blijkt dat daaraan in de maatschappij grote behoefte is. In deze crisistijd zijn veel bedrijven gedwongen banen te schrappen; dan is het gevaar groot dat er ook geen leer- en stageplekken meer beschikbaar worden gesteld. Er was in 2009 een tekort van 30.000 plekken voor de 170.000 MBO-jongeren3; dit zal in 2011 niet veel anders zijn.
2
We kiezen voor de benaming sociale onderneming, omdat deze term aangeeft dat het om een bijzondere vorm van ondernemerschap gaat. De term maatschappelijke onderneming lijkt teveel op „maatschappelijk verantwoord ondernemen‟, hetgeen – gezien de hype hieromtrent - de meeste ondernemingen zeggen te zijn. Het wetsontwerp over maatschappelijke onderneming is meer bedoeld voor corporaties of ziekenhuizen, i.c. organisaties die eerder een stichtingsvorm hadden. 3 Bron: NRC, 11-8-2009 december 2010
4/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 Een mogelijk risico van deze ontwikkeling naar sociale onderneming is de mogelijke verhoging van de (gevoelde) werkdruk voor de doelgroep dan wel een neerwaartse aanpassing van het werktempo door de niet-gesubsidieerde werknemers. In 2010 zijn we samen met TNO een onderzoek gestart naar de ideale mix tussen wel en niet-gesubsidieerde werknemers. Deze pilot zal eind 2011 afgerond zijn. Dan moet duidelijk zijn hoe het werk binnen de sociale onderneming het best georganiseerd kan worden, zonder dat mensen in de verdrukking komen. Van plaatsing naar bemiddeling in vacatures De Inclusief Groep hanteert al jaren het Veluws Model. In het kort komt het erop neer dat de Inclusief Groep de werkzoekende ondersteunt bij het zoeken naar een passende werkplek. „Een Passende Werkplek‟ vertalen wij als een werkplek waar iemand zijn maximale loonwaarde kan waarmaken. Deze werkplek kan binnen of buiten onze eigen werkbedrijven zijn. Dit is afhankelijk van de competenties en keuzes van de werkzoekende en de mogelijkheden die er zijn op de arbeidsmarkt, waar de Inclusief Groep deel van uit maakt. Daarmee zien we de arbeidsgehandicapte als een arbeidskracht die zijn/haar capaciteiten aanbiedt op de arbeidsmarkt, dus solliciteert op een vacature. Zijn/haar perspectief wordt verbreed doordat er sociale ondernemingen zijn (bijvoorbeeld Inclusief Inserto/Inclusief Gresbo) die om kunnen gaan met aspecten van een arbeidshandicap, waartoe reguliere bedrijven niet altijd in staat zijn. Hierdoor zijn er ook passende vacatures op een laag niveau of met aangepaste omstandigheden en begeleiding. Vanuit deze gedachtegang hanteert de Inclusief Groep, in overeenstemming met de bestuurscommissie en met een positief advies van de SW-raad (!)4, geen plaatsingsbeleid meer, waarbij de werkzoekende passief afwacht totdat hij/zij aan de beurt is en de consulent met een passend aanbod komt. In 2010 is ingezet op het aanbieden van en het bemiddelen naar vacatures bij reguliere werkgevers en bij onze eigen werkbedrijven voor een groep SWgeïndiceerden, en niet meer één voor één. De werkzoekende kan hierdoor een actievere houding aannemen, hierbij ondersteund door een consulent bij sollicitaties en bij het oplossen van barrières (zoals kinderopvang, schuldhulp, enzovoorts) en eventuele trainingen of cursussen. De uitkomst moet dan zijn dat de werkzoekende (ongeacht de uitkerings- of handicapachtergrond) de kans krijgt om daar te werken waar men zich optimaal kan inzetten en ontplooien en waarbij een optimale loonwaarde te behalen is. Dit is volledig in lijn met het Veluws Model. Passend werk voor de mensen met een zogenaamde zeer lage loonwaarde In 2010 is een werkgroep aan het werk geweest om passend werk te zoeken voor mensen met een zogenaamde zeer lage loonwaarde, dat wil zeggen mensen die zelf nauwelijks in staat zijn om 20% tot 30% van het minimumloon te verdienen. Het blijkt een moeilijke opgave te zijn om naast het eenvoudige verpakkings- en montagewerk oplossingen te vinden, die rendabel zijn uit te voeren. Gezien de gewenste effectiviteit zoeken we het nu meer in werkzaamheden die voortborduren op onze reeds bestaande dienstverlenende activiteiten. Onze werkbedrijven Inclusief Gresbo en Inclusief Inserto werken hierbij nauw met elkaar samen. Ook ons bedrijf Multitoon biedt een deel van deze werkgelegenheid.
4
De SW-raad is in onze regio een gezamenlijke raad van (vertegenwoordigers) van SW-geïndiceerden uit de aangesloten gemeentes. Deze is als adviesraad in november 2008 ingesteld door de bestuurscommissie. december 2010
5/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 In de stadswerkplaats Harderwijk, gelieerd aan Multitoon, worden dagactiviteiten en sociale activering georganiseerd voor allerlei doelgroepen. Hierdoor kunnen mensen op een laagdrempelige manier in contact komen met verschillende werksoorten. Netwerk in de regio Vanuit onze re-integratie-, detachering, bemiddelings- en uitzendactiviteiten hebben we een groot netwerk met werkgevers en opdrachtgevers maar ook met scholen, maatschappelijke hulpverleningsinstanties, zorginstellingen, gemeenten, en het UWV Werkbedrijf. In 2011 willen we bekijken of we dit netwerk meer kunnen inzetten als onze ambassadeurs. Daarnaast vervult Inclusief Intervens een belangrijke rol in het Werkpunt Veluwerand, een samenwerking tussen gemeentelijke sociale diensten van de Noord-Veluwe, het UWV Werkbedrijf en de Inclusief Groep. Inclusief Intervens blijft ook een rol spelen binnen het Poortwachtercentrum Veluwe Portaal, een initiatief van en voor Ondernemers in de regio. Intervens kan daar haar breed spectrum aan re-integratie- en P&O services aanbieden. In 2011 zal duidelijk zijn of de samenwerking met Proson, het SW-werkbedrijf van de Stichting Bartiméus , in een deelname in een op te richten BV Proson uitmondt. De voordelen hiervan zijn dat er meer synergievoordelen te behalen zijn, zeker wanneer de bedrijfsvoering vanuit de Inclusief Groep wordt gevoerd (hetgeen een eis bij de onderhandelingen is), en dat het voortbestaan van Proson beter gewaarborgd kan worden. De samenwerking met Stichting Bartiméus en Stichting Abrona in BIGA Groep BV (waar Inclusief Groep 1/3 aandelen houdt) wordt in 2011 gecontinueerd. In 2010 heeft BIGA meer dan in 2009 werk vanuit de aangesloten SWZ-gemeenten binnengehaald. Het „preferred suppliership‟ van de BIGA voor de gemeenten krijgt daardoor langzamerhand een goede invulling. Mede hierdoor is het vooruitzicht voor BIGA positief. Helaas heeft ook BIGA te maken met een extra korting op de rijkssubsidie van €500.000 in 2011. Hierover zal BIGA met de SWZ-gemeenten in overleg treden. Marktbewerking Naast deze activiteiten zijn we bezig onze marktbewerking opnieuw te structureren. Er is in 2010 een zogenaamd relatieschema met de gemeenten ontwikkeld, waarin de relaties vanuit de Inclusief Groep met de gemeenten (van werkvloer tot aan de burgemeester) zijn weergegeven. Zo is duidelijker wie verantwoordelijk wordt voor een goede communicatie met de verschillende gemeenteonderdelen. Het besef van de wederkerige relatie met de gemeenten is hierbij van essentieel belang. De gemeenten dragen bij voor ongeveer 30%5 aan de orderportefeuille van de Inclusief Groep. Deze omzet is voor de Inclusief Groep van belang vanwege de werkgelegenheid die de gemeenten daarmee (indirect) schept voor de doelgroep. Daarnaast hoeft onder andere daardoor de Inclusief Groep geen extra bijdrage in de exploitatiebe-
5
Uit de benchmark met andere SW-bedrijven blijkt dat dit (30%) in procentuele zin lager is dan het gemiddelde (=39%) en in absolute zin (afgezet per ingezetene of per geïndiceerde persoon) ongeveer op het gemiddelde zit, namelijk €18 per ingezetene, en €3200 per geïndiceerde. (Bron: PplusV organisatieadvies, individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2010) december 2010
6/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 groting te vragen aan de gemeenten als aandeelhouder, hetgeen bij driekwart van de SWbedrijven wel het geval is.6 In bedrijfskringen en ondernemersnetwerken in de regio zullen we wederom actief aanwezig zijn. We zullen de stofkammethode meer gaan gebruiken voor het opsporen van mogelijk werk voor ons binnen deze bedrijven.
Het begrotingsjaar 2011 2011: Jaar van ver- en ombouwen Begin 2011 zal er begonnen worden met de sloop van het bestaande industriële pand op de Industrieweg in Nunspeet. Dit betekent een verhuizing van onze industriële en postwerkzaamheden en van zo‟n 250 personeelsleden naar een tijdelijke huisvesting. Hiervoor hebben we een paar panden tijdelijk gehuurd, die deels aangepast worden in het najaar van 2010, zodat ze gebruiksklaar zijn voor de verhuizing tussen de kerst en nieuwjaar. We hopen hierdoor zo weinig mogelijk productieverlies te lijden. Direct na de sloop wordt er begonnen met de bouw van het op dezelfde plek geplande bedrijfsverzamelgebouw. Eind 2011 kunnen we hopelijk dit nieuwe gebouw feestelijk gaan betrekken, gezamenlijk met andere externe huurders. Naast deze fysieke verbouwing wordt ook begonnen met de ombouw van onze organisatie. De sociale ondernemingsactiviteiten en onze leerwerkstructuur zullen in de steigers worden gezet, op weg naar de SW nieuwe stijl. Sociaal economisch contract Voor de uitvoering van de Wsw geldt het sociaal-economisch contract7 dat voor de periode van 2009 tot 2016 is afgesloten. De bestuurscommissie, die namens de 7 aangesloten gemeenten de contractpartner is, laat hiermee zien dat ze zo veel mogelijk op dezelfde voet met de Inclusief Groep wil doorgaan. In 2012 kan er een tussenevaluatie plaatsvinden, zoals contractueel is vastgesteld. Dominante thema’s Professionalisering van “Leren in werk” Gezien de gewenste beleidsrichting van de rijksoverheid, waarbij het accent steeds meer komt te liggen op ontwikkeling gericht op doorstroming naar regulier werk, heeft de Inclusief Groep „leren in werk‟ tot dominant thema voor de hele organisatie gemaakt. „Leren in werk‟ is bij de Inclusief Groep van oudsher een normaal verschijnsel. Toch is er nog ruimte voor verdere professionalisering en profilering. Dit pakken we in 2011 op door de instrumenten die we hiervoor hebben, beter op elkaar af te stemmen en verder inhoud te geven. We doelen hiermee op de trajectplannen, bij onze medewerkers uitmondend in Persoonlijk OntwikkelPlannen (POP), het WerkplekLeren (WPL), en Dariuz, het webbased meetinstrument voor diagnose, assessment en loonwaardemetingen. Ook het professioneler inregelen van leerwerkplekken krijgt meer aandacht. Leidinggevenden zullen deels omgeschoold worden tot praktijkbegelei6
Indien de Inclusief Groep een bijdrage zou vragen, gebaseerd op het landelijk gemiddelde, zou dat uitkomen op €900.000. 7 Het contract over de uitvoering van de Wsw tussen de Inclusief Groep en de Regio Noord-Veluwe (RNV), die namens de 7 gemeenten de regie voert ten aanzien van de Wsw, gebaseerd op het aanwijzingsbesluit van de RNV. december 2010
7/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 ders. Ook zullen we op zoek gaan naar mensen die praktijkopleiders kunnen zijn. De leerwerkplekken zullen deels gesitueerd zijn bij onze leerwerkprojecten zoals Multitoon en Care2Cars. Voor een deel zullen deze binnen de werkbedrijven, i.c. sociale onderneming, iningebed worden. Deze keuze is ingegeven door de overtuiging en ervaring dat leren in een zo regulier mogelijke omgeving moet plaatsvinden. Hier zit ook de kracht van de Inclusief Groep: een supercombinatie van ontwikkelingsmogelijkheden in zo regulier mogelijke ondernemingsactiviteiten. Duurzaamheid De Inclusief Groep heeft eind 2009 een ambitiestatement vastgesteld. Dit luidt: De Inclusief Groep wil duurzaam ondernemen. Respect voor mens en milieu gelden hierbij als kernwaarden. Respect voor de mens komt tot uiting in ons streven de arbeidsparticipatie van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te bevorderen. Hierin gaan we verder dan van ons verwacht mag worden op basis van gestelde subsidies. Ook eventuele overwinsten uit onze bedrijfsactiviteiten worden voor dit doel aangewend, met name door het creëren van additionele werkgelegenheid en het ondersteunen van mensen bij het verkrijgen van werk. Respect voor de mens komt tevens tot uiting in het naleven van de ingestelde gedragscode binnen de inclusief Groep. Respect voor het milieu betekent voor ons, medewerkers van de Inclusief Groep, dat er met zorg met middelen en materialen wordt omgegaan. De bedrijfsprocessen zijn/worden zodanig ingericht dat er jaarlijks een zichtbare vermindering van het gebruik van kantoorartikelen, hulpmiddelen e.d. gerealiseerd wordt. Bij het betrekken/inrichten van (nieuwe) werklocaties wordt het gebruik van milieuvriendelijke materialen en een efficiënt energiegebruik als randvoorwaarde gehanteerd. Nieuwe investeringen in het wagenpark van de Inclusief groep hebben over de gehele linie een groen energielabel. Dit doen wij vanuit een regionale verbondenheid met de regio Noord-Veluwe, waarbij zoveel mogelijk zaken gedaan worden met regionale ondernemers en instanties.
Duurzaamheid is ook in 2011 een dominant thema. We zetten in op duurzaamheid vanwege twee redenen. Op de eerste plaats omdat de markt erom vraagt, met name de gemeente. Onze gemeenten hebben onderschreven dat 75% van al hun inkopen in 2010 duurzaam moeten zijn, in 2012 oplopend naar100%. Als goede leverancier van de gemeenten willen we dit kunnen aanbieden onder het motto: Triple P8, de Inclusief Groep helpt u ermee! Daarnaast leeft dit thema in de samenleving, en willen wij als overheidsbedrijf hierin het voorbeeld geven. In 2010 hebben we onder andere deelgenomen aan een werkgroep op het industrieterrein Feithenhof in het kader van duurzaamheid. Op het eind van dit jaar zal dit afgerond moeten zijn via een aantal acties, die dan door verschillende ondernemers zijn genomen. Daarnaast zijn de criteria bestudeerd, zoals het agentschap.nl (voorheen: SenterNovem) heeft opgesteld rondom duurzaamheid. We zijn nu bezig deze te implementeren. Verder zal het duurzaamheidaspect meegenomen worden in het kader van ons inkoopbeleid, onze bedrijfsprocessen (gebruik van energie, milieuvriendelijke hulpstoffen en –middelen), onze huisvesting (energievoorziening, gebruikte materialen) en ons re-integratiebeleid (be8
Triple P staat voor People, Planet en Profit
december 2010
8/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 werkstelligen van uiteindelijk duurzame contracten via inzet van gecertificeerde jobcoaches, wegnemen van barrières op weg naar een betaalde baan). In de bedrijfsplannen van de werkbedrijven Inclusief Inserto, Inclusief Gresbo en van het arbeidsintegratiebedrijf Inclusief Intervens en de Holding zullen de drie benoemde dominante thema‟s vertaald worden in praktische acties voor het jaar 2011. Rendementsverbetering Het derde dominante thema voor het jaar 2011 ligt op het gebied van rendementsverbetering, waarbij de nadruk ligt op kostenverlaging over de hele linie. Er kan ook ingestoken worden op omzetverhoging, maar dan moet deze aantoonbaar geloofwaardig zijn. Immers, in deze moeilijke economische tijden is de kant van omzetverhoging een meer risicovolle strategie. De markt is nog steeds erg terughoudend om te anticiperen op omzetverhoging. Daarom ligt de nadruk in 2011 op het verlagen van kosten. Gezien onze kostenstructuur, waarbij bijna 90% van de kosten uit personeelskosten bestaat, zal er logischer wijze bezuinigd moeten worden op aantallen niet-gesubsidieerde medewerkers. Eén van de uitwerkingen hiervan is de samenvoeging van Inserto en Gresbo. Hierdoor kan er op staf en leiding bezuinigd worden. Daarnaast uit dit zich in het mondjesmaat aantrekken van nieuwe medewerkers bij opengevallen vacatures, en nadrukkelijk kijken naar het al dan niet verlengen van tijdelijke arbeidscontracten. We willen dus met minder mensen hetzelfde of meer werk verrichten. Dit laat onverlet dat in de PMC‟s, waar sociale ondernemingsactiviteiten kunnen plaatsvinden, juist wel krachtig ingezet wordt om nieuwe instroom te bewerkstelligen. De bedrijven en de holding zullen in de bedrijfsplannen 2011 een concrete uitwerking en uitvoering geven aan dit dominante thema.
Financiën De begroting is de financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen voor het jaar 2011. Als gevolg van het drastisch snijden in de rijksbijdrage Wsw, zou het negatieve resultaat in de begroting 2011, zonder tegenmaatregelen ruim € 1.000.000 bedragen. Echter de fikse groei van de toegevoegde waarde en de eenmalige boekwinst van een af te stoten locatie zorgen ervoor dat het verlies beperkt blijft tot € 350.000. Meer concreet: het begrotingsjaar 2011 (en volgende jaren) wordt gekenmerkt door een aantal factoren die van grote betekenis zijn voor het hierboven genoemde resultaat: In de begroting is rekening gehouden met een sterke groei van de te realiseren toegevoegde waarde. Acquisitie staat ook voor 2011 hoog op de agenda, om daarmee volop te profiteren van de aantrekkende economie. Een sterke (financiële) positie op de markt maakt de afhankelijkheid van de rijksbijdrage iets minder groot. Belangrijk omdat de rijksbijdrage onder zware druk staat. De rijksbijdrage Wsw (rijksbijdrage), die in 2010 nog € 27.080 per SE bedraagt, neemt sterk af. In het begrotingsjaar wordt gerekend met € 25.759 per SE. Daarnaast is reeds te kennen gegeven door het ministerie dat een prijscompensatie in 2011, evenals in 2010, niet zal plaats vinden. De prijscompensatie is ter compensatie van stijgende loonkosten van het Wsw-personeel. In 2011 wordt de fabriekslocatie aan de Industrieweg te Nunspeet gesloopt en er zal worden geïnvesteerd in een nieuw te bouwen bedrijfsverzamelgebouw. De desinvestedecember 2010
9/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 ring betreffende het te slopen pand wordt, na overleg met/akkoord van de accountant, in de Jaarrekening van 2010 verantwoord en heeft derhalve geen invloed op het resultaat van het begrotingsjaar 2011. Daartegenover zijn in de begroting 2011 kosten verantwoord die het directe gevolg zijn van de tijdelijke huisvesting van de activiteiten die momenteel worden verricht in de te slopen locatie. Ook is in de begroting 2011 rekening gehouden met extra rentekosten als gevolg van een hypothecaire lening vanaf medio volgend jaar. De activiteiten van Multitoon Design in Nijkerk worden gestaakt. Deze worden zoveel mogelijk geconcentreerd bij Multitoon Harderwijk. De locatie Nijkerk zal worden afgestoten, hetgeen een aanzienlijke boekwinst kan opleveren. In 2011 wordt een organisatiewijziging doorgevoerd. De werkbedrijven Inclusief Gresbo en Inclusief Inserto zullen in elkaar schuiven om zodoende een aanzienlijke besparing op de overheadkosten te realiseren. Daarnaast zullen niet renderende activiteiten, indien maatschappelijk verantwoord, worden beëindigd. De winst van deze operatie zal met name in de jaren na 2011 vallen. In de begroting 2011 is € 300.000 opgenomen als “reorganisatiekosten” voor de uitvoering van het sociaal plan inzake het Koersplan voor een sterke en vitale organisatie. In de begroting is gerekend met een (financiële) overrealisatie van 5 SE‟s, welke wordt gefinancierd uit de “bestemmingsreserve overrealisatie”, die is gevormd bij de winstbestemming 2007/2008.
december 2010
10/ 11
Managementsamenvatting beleidsplan 2011-2014 Locaties anno 2011 Op onderstaand plaatje ziet u op welke plaatsen de Inclusief Groep fysiek aanwezig is.
december 2010
11/ 11