MAN AND ACTIVITY CURRICULUM hoofd coordinator docenten
Oscar peNa Natassia Jacobs Wijtse Rodenburg Chris Koens Damian O’Sullivan Christoph Brach Daniera ter Haar
inhoud Missie en kwaliteiten Competenties per leerjaar Het programma Werkvormen Begeleiding Beoordeling Stages Kwaliteitszorg Bijlagen
Missie en kwaliteiten van man & acivity De missie van de Ontwerprichting Man and Activity is: ‘Product Design for the modern world, to enhance and stimulate activity.’ Afgestudeerde Activity studenten zijn op hun best als opdrachtgevers hen aanspreken op hun probleemoplossend vermogen en hun creatieve ideeën. Gedreven door frisse nieuwsgierigheid zetten ze die ideeën om in concepten en vervolgens in producten, diensten, strategieën of ervaringen1. Hun talent bestaat uit toewijding en passie, ze gaan verder dan wat voor de hand ligt. Ze zijn gevormd door de brede benadering van design, de hardware van producten hangt steeds meer samen met de software2. Daarbij zijn ze doordrongen van het belang van de interactie met gebruikers. Of zoals Oscar Peña het noemt: “interaction is the whole product”. Vertrouwd met vervagende grenzen tussen productdesign en andere vormen van design zoeken ze naar vrijheid, schoonheid, fantasie, poëzie en inspiratie. Geen fantasie zonder focus en structuur, of anders gezegd: “je bereikt geen vrijheid als je het pad van discipline niet volgt”; zie hier de twee andere aspecten van het talent van Activity studenten. Aan de hand van degelijke ontwerpmethodieken kunnen ze een product ontwerpen, maar ook tentoonstellingen, diensten, ervaringen, feesten en dergelijke. De kracht van Man and Activity is de creatieve vrijheid die ze uitstraalt en waarmee ze elke student infecteert. Studenten krijgen plezier in het maken van dingen. Ze worden nieuwsgierig naar de oorsprong van producten, naar de manier waarop ze gebruikt worden en naar wat er met producten gebeurt nadat ze hun functies verliezen. Bovendien krijgen studenten gevoel voor schoonheid als intrinsieke kwaliteit van alledaagse producten. Een van de kwaliteiten van Activity is haar duidelijkheid. Studenten weten waar ze aan toe zijn, de opdrachten zijn duidelijk gestructureerd, de beoordelingspunten zijn bekend, ook al staat lang niet alles op papier. De afdeling ademt de sfeer van de gebieden waar ze voor opleidt: concreet, industrieel, bedrijfsmatig, gedisciplineerd, en gestructureerd. Zelden hoor je een student bij Activity verzuchten: “Ik snap niet waarom ze mijn werk wel of niet goed vinden…” De rol van de academie in het algemeen en die van Activity in het bijzonder is de vorming en opleiding van jonge mensen. Niet door het selecteren van de beste, maar door het opleiden van jonge mensen die het potentieel hebben om een goede ontwerper te worden, ook al komt dat misschien niet altijd direct tot uitdrukking. De kracht van het onderwijs binnen Acticvity is “forming in stead of rejecting”. Een andere kwaliteit is haar internationale gerichtheid. Een groot deel van de lessen vindt in het Engels plaats, docenten zijn internationaal georiënteerd, terwijl Activity haar studenten stimuleert hun presentaties professioneel in het Engels te doen. Het is niet verplicht, maar wel gewenst. Mede hierom kiezen veel buitenlandse studenten voor Activity, daarmee de scope voor alle Activity studenten verbredend. Zie bijlage1 2 Zie bijlage 4 1
competenties per leerjaar Hieronder het relatieve gewicht van de verschillende competenties per leerjaar: waar beoordeelt Activity vooral op in de verschillende modules/leerjaren. Jaar 1 conce ptuee l vermogen
vermogen tot Kritisch e reflectie
creeren d vermogen
vermogen tot samenWerKen
vermogen tot groei en vernie uWing
omgevings-sgeri chtheid
organiseren d vermogen
communi catief vermogen
Jaar 2
conce ptuee l vermogen
vermogen tot Kritisch e reflectie
creeren d vermogen
vermogen tot samenWerKen
vermogen tot groei en vernie uWing
omgevings-sgeri chtheid
organiseren d vermogen
communi catief vermogen
Jaar 3 conce ptuee l vermogen
vermogen tot Kritisch e reflectie
creeren d vermogen
vermogen tot samenWerKen
vermogen tot groei en vernie uWing
omgevings-sgeri chtheid
organiseren d vermogen
communi catief vermogen
Het programma De opbouw van het programma is schematisch weergegeven in bijlage 2. Het bovengedeelte komt overeen met leerjaar 2: module 1 en 2, terwijl het onderste gedeelte correspondeert met leerjaar 3: module 3 en 4. Module 1 en 2 vormen de basis van Man and Activity. De opdrachten uit deze modules werken toe naar ontwerpresultaten met een niet al te grote complexiteit. Slechts enkele opdrachten bestaat uit concreet voorgeschreven onderwerpen, in de trant van ‘ontwerp een koffiezetapparaat’. Het overgrote deel van de opdrachten zijn ‘context driven’; de student ziet zich geconfronteerd met een context, bijvoorbeeld: -‘Below the knee.’ -How to offer and enjoy coffee drinking? -How to protect yourself against fire? Op basis daarvan kiest de student zelf zijn onderwerp, dat meestal een product zal zijn, maar soms ook niet…Vanaf het begin doet Man and Activity een beroep op de zelfstandigheid en op de analyse- en onderzoeksvaardigheden van de student. De contextuele benadering vraagt ze immers hun eigen inbreng en intuïtie te volgen in het signaleren en bedenken van mogelijke ontwerpen binnen de gegeven reële context. Tijdens module 1 en 2 verdiept de student zich in de afzonderlijke, samenstellende vaardigheden van een ontwerper. Zijn kennis en inzicht bouwt hij op aan de hand van opdrachten van beperkte omvang. De exploratie is gericht op onderwerpen die dicht bij de persoon van de student staan. De opbouw van vaardigheden, inzichten en kennis vindt met andere woorden plaats aan de hand van volwaardige ontwerpopdrachten, die veronderstellen dat de studenten alles al in huis hebben. Juist daardoor ontwikkelen ze hun intuïtie in de aanpak en het omgaan met dergelijke opdrachten. Al doende ontdekken studenten hun sterke en minder sterke kanten en weten ze waar ze aan moeten werken. Tijdens de modules 3 en 4 beoordeelt Activity studenten meer en meer op integratie en samenhang. Daarnaast verwacht ze van de uitvoering van ontwerpopdrachten een complexere invulling. Opdrachten uit module 3 en 4 doen daarbij een beroep doen op de maatschappelijke en beroepsmatige positionering van de student. Ze vragen van de student een persoonlijke visie, een eigen esthetiek en doen een appel op zijn maatschappelijke betrokkenheid. Is de blik in module 1 en 2 meer gericht op ontdekken, tijdens module 3 en 4 is de blik meer gericht op de toepassing en op de realiteit van grotere verbanden en complexere vraagstukken. De opdrachten zijn zeker bij de lagere modules strak gestructureerd. Vaak staat per week vast wat de student moet doen en maken. Zeker bij de gemixte groepen (zie onder ‘werkvormen’) zijn de planningen strak om tijdens de lessen zinvol met elkaar te kunnen praten over werk dat concreet aanwezig is. De ervaring leert dat door die structuur studenten als vanzelf hun eigen planning leren maken bij de hogere module opdrachten en uiteindelijk bij de voorbereiding van hun eindexamen.
De werkvormen variëren van groepsbesprekingen onder leiding van de docent tot individuele begeleiding. Vaak krijgt een student individuele feedback van de docent in de voltallige groep. De keuze van de overkoepelende afdelingsthema’s komt tot stand op initiatief van het hoofd van Activity. Bij de start van een nieuw semester brengt hij een actueel thema in. Elke docent heeft grote vrijheid om daar een eigen invulling en uitwerking aan te geven. Hun opdrachten zijn altijd direct ontleend aan de huidige praktijk van het beroep en sluiten aan bij de actuele thema’s in design en maatschappij. Thema’s van de afgelopen semesters waren: Lightness, Hybrids, Hooks, Re-Think sharing, Re-Think floors. Het komt steeds meer voor dat studenten samenwerken met externe sponsoren en industrie. De onderwerpen van die projecten kunnen en mogen buiten de thema’s vallen. werkvormen Bij de programmering van een semester stelt de coördinator van Activity per docent groepen studenten samen, soms afkomstig uit verschillende ontwerpmodules. Binnen dergelijke heterogene groepen doet elke student dezelfde opdracht op zijn of haar eigen niveau. Het is een bewuste keus van Activity om studenten via de verticale dwarsverbanden van verschillende modules - ze spreken zelf van ‘transversaal leren’ - met elkaar in contact te brengen. Studenten leren immers veel van elkaar, bovendien leren studenten vanaf module 1 om elkaar te adviseren en te beoordelen, samen te werken, en ontwikkelen gaandeweg een geëigende taal en een kritische houding om elkaars werk steeds efficiënter te beoordelen. De student krijgt inzicht in zijn eigen niveau en dat van anderen, wat hem helpt om het werk van zichzelf en anderen te positioneren. En wat helpt bij het plannen van de verbetering van zijn kwaliteiten. Een getalenteerde 1e module student kan soms tot betere resultaten komen dan een student uit module 3… Elk semester werkt een student aan 2 parallelle opdrachten in twee verschillende groepen, elk begeleid door een andere docent. Het confronteert hem met verschillende zienswijzen en werkwijzen van docenten, en scherpt zo zijn eigen visie op het vak.
begeleiding De manier van werken verschilt, soms doen studenten projecten individueel, soms in een team van studenten. Andere keren doen ze de onderzoeksfase als team waarna ze hun opdracht verder individueel uitwerken. Man and Activity kent een uitgewerkt systeem van individuele begeleiding. Bij elk nieuw semester overweegt de coördinator van Activity de individuele route van elke student zorgvuldig: hoe staat het met zijn voorgeschiedenis, zijn kwaliteit, met zijn talenten, niveau en zijn of relaties tot andere studenten en ervaringen met docenten. Zo kan een getalenteerde student erg gebaat zijn bij de combinatie met hogere modules, een unieke gelegenheid om veel te leren. Bij de samenstelling van de groepen houdt de coördinator daarnaast rekening met de verhouding buitenlanders/ Nederlanders, man/vrouw, prestaties e.d. Hij zorgt er bovendien voor dat elke student minstens eenmaal tijdens zijn opleiding door iedere Activity docent is begeleid. Leerroutes zijn op de individuele leest geschoeid, de persoon van de student en zijn prestaties zijn de norm voor die routes. beoordeling Beoordelen bij Activity vormt een onlosmakelijk deel van het leerproces, zowel van het leerproces van de student die wordt beoordeeld als van het leerproces van de afdeling als geheel. De afdeling wil er specifieke doelen mee bereiken die verder gaan dan de feedback op het gepresenteerde werk: -Studenten leren presenteren -De student is in staat om in korte tijd de essentie van zijn projecten te vertellen en op die manier de toehoorders overtuigen van de kwaliteit van zijn projecten. -Studenten leren het werk van elkaar te beoordelen -De beoordeling is tegelijk een kwaliteitsbeoordeling van het niveau van de afdeling als geheel. De opzet van de beoordeling komt in feite overeen met een professionele situatie waarin de ontwerper zijn werk toont en presenteert aan een opdrachtgever. Activity kent net als de andere Afstudeerrichtingen een midterm en een eindevaluatie. Bij de midterm exposeert de student het werk dat hij tot dan toe heeft gemaakt. Het docententeam wordt opgedeeld in 2 groepen waardoor er parallel 2 beoordelingssessies plaatsvinden. Oscar loopt afwisselend met de ene en de andere groep mee. In 10 minuten presenteert de student zijn werk ten overstaan van zijn medestudenten en de docenten, en krijgt individuele feedback, die hij later op schrift krijgt. Op deze manier ziet elke docent het werk van alle studenten. Aan het eind van de dag bespreken de docenten het algemene peil, de algemene indruk, de manier waarop er gedurende het semester tot dan toe is gewerkt, de kwaliteit van elke student, en speciale adviezen. Ze informeren de studenten vervolgens over het totaalresultaat. Zo nodig wijzen ze individuele studenten op de noodzakelijke inspanningen die de student tijdens de tweede helft van het semester moet leveren, wil hij de module behalen.
3
Meestal zo rond de 3 a 4 minuten
Bij de eindbeoordeling krijgt elke student een van te voren vastgesteld aantal minuten3 de tijd om zijn 3 á 4 projecten te presenteren voor de voltallige staf en zijn medestudenten, zo’n 60 personen. Dit gaat volgens een vastgestelde presentatie methode ontleend aan pecha kucha, waarbij de student in powerpoint 20 plaatjes laat zien en deze vervolgens via de autorun (10 sec per plaatje) presenteert. Daarbij gaat het erom dat de student de volgende punten duidelijk naar voren laat komen: -naam van het project; -zijn of haar benadering van het project; -zijn of haar inspiratie; -mogelijke oplossingen en conceptideeën; -het eindresultaat. Tevens presenteert de student een 30-60 sec. durende video die de functie van zijn ontwerp toelicht. Het doel van de video is dat de student de kracht van bewegende beelden leert zien, en toepassen. Ook is een expositie van het werk te zien, dat de docenten gezamenlijk bekijken en beoordelen. De presentatie en het getoonde werk vormen de basis voor de definitieve beoordeling in het voltallige docententeam onder leiding van het hoofd van Activity. Binnen Activity bestaat er common sense over welke beoordelingspunten van belang zijn. Studenten weten ervan, ze staan op papier. Er is een standaard feedback document waarin de beoordelingspunten worden toegelicht en waarin de docenten hun feedback kunnen geven. In feite hebben ze betrekking op de standaardzaken die elke productontwerper tegenkomt als hij het proces van productontwikkeling doorloopt. Het zijn de min of meer objectieve criteria, los van persoon, positie en maatschappelijke betrokkenheid. Studenten krijgen een geschreven feedback op de resultaten van hun ontwerpopdrachten. Activity is in staat om een gedetailleerd voortgangsoverzicht te geven van elke student. In een semester zitten doorgaans 3 a 4 opdrachten/ projecten. Gedurende de 4 modules realiseert elke student ongeveer 12 projecten. Waarbij hij of zij steeds dezelfde, vaste fasering hanteert, een ontwerpmethodiek die eigen is aan de afdeling Activity. Elke student doorloopt dat vaste stramien steeds weer, met als bijzonderheid dat de Onderzoeksfase, de Conceptfase, de Uitvoerende fase, en de presentatie van die fases bij elk project telkens evenveel aandacht dienen te krijgen. Bij de beoordelingen wil het docententeam dan ook expliciet de resultaten van elke fase zien. De professionele afweging bij de 4e module is de beoordeling of iemand klaar is om te gaan afstuderen, een beslissing die Activity neemt op basis van expliciete criteria die gelden voor professionele ontwerpers. Het is nu eenmaal een expliciet kenmerk van Activity dat je alle competenties moet beheersen, zoals hierboven aangegeven.
stages Studenten Activity zoeken zelf een stage adres, vragen officieel toestemming, en gaan hun eigen weg daarin. Het belang van de stage is dat de student ruikt aan de buitenwereld, ondergaat hoe het in het echte bedrijfsleven toegaat, en zijn eigen kennis en vaardigheden verdiept en scherpt aan de vaak woelige ontwerppraktijk. De confrontatie met een bedrijfsmatige omgeving is het belangrijkste leermoment. In de ogen van Activity is de stage vooral een zaak van de student zelf, en zo blijkt het ook uit te werken. Het is in de confrontatie met de praktijk dat de student zijn opgebouwde zelfstandigheid moet bewijzen en verzilveren. De coördinator ziet de stageverslagen, beoordeelt die en is de enige bij wie de student verantwoording aflegt over wat hij of zij in de stage heeft gedaan en geleerd. De studenten presenteren ook hun stage ervaringen aan de hele Activity groep tijdens de eerstvolgende beoordelingsdag na hun stage.
kwaliteitszorg Als hoofd van de afdeling Man and Activity vertegenwoordigt Oscar Peña de fantasie en idealen van de afdeling. Zijn belangrijkste criteria bij de beoordeling van de kwaliteit van de studenten en van de afdeling in het algemeen zijn: -Wat is de visuele taal die studenten hanteren? -Wat is hun positie als ontwerper en hoe zien ze zichzelf in die positie? -Hoe verhouden ze zich tot de wereld om hen heen? -Wie is de student en hoe werkt dat door in zijn of haar werk? -Welke bijdrage denkt de student te gaan leveren aan de maatschappij en de designwereld? Het succes van de afdeling is een direct gevolg van de kwaliteit van de 7 docenten, ieder met zijn eigen manier van werken, hun eigen kijk op kwaliteit van studenten en eigen opvattingen over wat een goed ontwerp is. Kwaliteit is met andere woorden een intersubjectief begrip. De overeenstemming bestaat erin dat alle docenten afkomstig zijn uit de industriële wereld. Daarmee is de focus van Activity gegarandeerd. “De verscheidenheid blijft nodig omdat er op het wezenlijke van de kwaliteit van een ontwerp geen grip te krijgen is….” zo verantwoordt Natassia de samenstelling van het Activity team. Een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van de studenten, maar ook voor die van de afdeling als geheel is de beoordeling aan het eind van elk semester. Gezamenlijk spreken hoofd en docenten de resultaten van de opdrachten door, stellen de kwaliteit vast, bespreken de kwaliteit van de opdrachten, en bepalen het thema voor het komende semester. De beoordeling is dus niet alleen een belangrijke feedback voor de student. Het is ook een evaluatiemoment voor het gezamenlijke resultaat van de afdeling. Elke beoordeling is tegelijk een duidelijk signaal voor kwaliteit van het onderwijs, de kwaliteit van het thema en bijbehorende opdrachten, en een moment waarop inhoudelijke en strategische beslissingen worden genomen over de actualiteit, de wenselijke ontwikkeling, het verleggen van accenten en de inhoudelijke opzet van de afdeling. Tot slot een wezenlijk onderdeel voor de kwaliteitszorg van de afdeling Man and Activity, door Oscar aangeduid met “we are somehow borderlined”. Niet teveel structuur, niet teveel op papier. Maar wel genoeg om het te laten werken, en om tegelijk flexibel te blijven. De zo verworven vrijheid is een wezenskenmerk van de afdeling zelf , maar evengoed van de academie als geheel. Vandaar de ‘mindmaps’ die als bijlage bij dit document zijn opgenomen: actuele documenten, die meegroeien met de ontwikkeling van de afdeling Man and Activity; vrije richtingwijzers en levende inspirators in plaats van dwingende spoorrails.
bijlagen bijlage 1
bijlage 2
bijlage 3
bijlage 4
bijlage 5 opdrachtvoorbeelden Onderstaande voorbeelden geven in grote lijnen de opbouw van een opdracht weer. De begeleidende informatie, eisen en planning zijn in werkelijkheid uitgebreider beschreven dan hieronder beknopt is aangeduid. 1. Een van de docenten houdt van de toevalsfactor in het leven en giet daarom zijn opdrachten vaak in een vorm waarbij dat toeval een grote rol speelt. Bij de uitwerking van het thema Minimaal Maximaal moesten zijn studenten loodjes trekken met daarop verschillende materialen. Zo kreeg elke student de opdracht onderzoek te doen naar drie door het lot bepaalde materialen. Op basis van dat onderzoek kregen ze vervolgens de opdracht producten te ontwerpen op basis van hun 3 materialen, producten die ze overigens ook via het lot kregen aangereikt. ‘Doe het met een Minimum van 1 materiaal, en met een Maximum aan resultaat in de vorm van een product’. Het leverde waanzinnige combinaties op tussen papier, glas, cement, spaanplaat e.d. en een schoenendoos, een hondenhok, een kapstok e.d. 2. ‘Borstvoeding’ en het project ‘borstvoeding & werk’ Zoek in kennissen- of familiekring naar een jonge moeder die haar baby borstvoeding geeft (bij voorkeur een moeder die ook werkt/weer gaat werken). Maak een 3 minuten presentatie in Powerpoint over de emotionele en praktische ervaringen van deze moeder met de borstvoeding. (waarom doet ze het, wat vindt ze ervan, wat gaat goed, wat gaat moeilijk, hoe doet ze het, enz.) Let op! Borstvoeding geven is een emotionele en privacygevoelige activiteit. Ga voorzichtig te werk bij het zoeken naar de vrijwilliger, leg uit dat het in het kader is van een nieuw ontwerp ter verbetering van de omstandigheden bij het borstvoeding geven, vraag om toestemming de gegevens te gebruiken in jullie ontwerpproces en eventuele latere publicaties Beeldvorming rondom borstvoeding Lydia de Raad, voorzitter van de Samenwerkende Borstvoedingorganisaties Gezondheidseffecten en samenstelling van borstvoeding Vera van Haaren, lactatiekundige Universitair Medisch Centrum Nijmegen ‘Proefsessie’ van verschillende soorten melk: koemelk, geitenmelk, sojamelk, moedermelk, kunstvoeding Borstvoeding geven in Nederland Borstvoedingscijfers Waarom stoppen sommige vrouwen met borstvoeding en gaan anderen juist door? Toelichting op het project ‘Borstvoeding op de werkvloer’ Karen van Drongelen, projectmanager Voedingscentrum Demonstratie borstvoeding geven en moedermelk afkolven. Tonen van het filmpje ‘Zo wordt moedermelk gemaakt’ en diverse kolfapparaten.
‘Live demonstratie’ met een of meer moeders die hun kind de borst geven, dan wel demonstreren hoe kolven van moedermelk werkt . Enkele vrijwilligers van’ Vereniging Borstvoeding Natuurlijk en/of Borstvoedingorganisatie. Programma van eisen Een mobiele kolffaciliteit komt in een bestaande ruimte te staan (bijv. werkplek werknemer of andere werkkamer, vergaderkamer, kantine etc.), waardoor die ruimte wettelijk beschouwd wordt als kolfruimte. De ruimte waar de mobiele kolffaciliteit gebruikt wordt moet voldoen aan de minimale eisen die gesteld worden aan een kolfruimte. Vrouwen nemen hun eigen kolfapparaat mee. Hygiëne - Aanrecht - Gemakkelijk te reinigen wasbak met stop -Warm en koud stromend water -Vloeibare zeep - Papieren doekjes (om de kolf te drogen te zetten) - Koelkast met vriesvak Praktisch -Wandcontactdoos - Tafel - Vuilnisbak - Flessenragers - Genoeg (gezellig) licht - Afsluitbare kastjes - Kapstok - Een vaste ruimte die alleen voor kolven en eventueel voeden wordt gebruikt, wellicht wel te combineren met rustplek voor zwangeren - Dichtbij de werkplek Privacy -Van binnenuit afsluitbare ruimte -Van buiten niet naar binnen kunnen kijken Comfort - Zelf instelbare verwarming - Voorzieningen voor klimaatbeheersing en luchtverversing - Goede in hoogte verstelbare stoel of voetenbankje - Aansluiting voor telefoon/internet/radio - Geluiddicht - Gezellige sfeer (moet niet op een badruimte lijken) - Posters van voedende moeders
4. A travel set -Praktisch bruikbaar ontwerp dat eventueel ook in productie genomen kan worden (dus ook kosten- Initial Briefing* technisch interessant) This is a project to design a travel set containing body -Mobiel of eenvoudig te verplaatsen (moet ook door een hygiene products ( perhaps shampoo, conditioner, deo, deur kunnen) toothpaste, and so on ) This is a problem solving project, -Het ontwerp moet rust en comfort uitstralen (de eerste the problem being people travel for variable amounts vereisten voor succesvol kolven); moeders moeten of time, to variable locations and have variable needs. zich hier kunnen terugtrekken in een andere wereld Inevitably one either runs out of products while they’re away en zich zowel letterlijk als figuurlijk afschermen van de or end up coming home with half empty bottles. I want you werkomgeving to look at the specific needs of a specific target group * -Aanwezigheid van een deugdelijk, al dan niet and design an eco friendly, easy to market, space/ weight opvouwbaar bed, rustbank of gemakkelijke stoel saving package that can be adapted to specific needs and -(Tafelblad-)ruimte om benodigde spullen neer te leggen, locations. foto neer te zetten -Van buitenaf zichtbaar dat de ruimte wordt gebruikt als *The target group will be one of your choice, you will also kolfruimte, maar de moeder zelf is niet zichtbaar (dus van need to determine for it a recognized manufacturer as buitenaf niet naar binnen kunnen kijken) imaginary client of your choice. Examples of these are Nivea -Mogelijkheid om verbinding te maken met which aims itself at the children’s market, the Hema for the wandcontactdoos (verlengsnoer) family market, Boss for the business traveller, Addidas for the sports enthusiast, perhaps Gucci for the female market and so on. Tackling the project in this way will further your Optioneel, maar niet vereist: understanding of user groups, and the commercial aspects -Mogelijkheid om de afgekolfde melk koel te bewaren of design. This is important in this process as one rarely (koelbox/koelkast) of in te vriezen creates concepts in the real world without the client and -Faciliteiten om handen te wassen (warm/koud stromend manufacturer in mind. water, zeep, papieren doekjes) To make things clear from the start what I’m not looking -Aanwezigheid vuilnisbak, afsluitbare kastjes, kapstok. for is a pretty little set of bottles in a travel bag. The end -Geluidwerend/absorberend, zowel van binnen naar buiten product should be innovative, eco friendly, space saving als andersom and adaptable to the duration of the stay. This project is challenging as its not about a new jacket for an existing concept, styling will only be fully considered near the end. It gets you to let go of everything you know and look for 3. in/out Examples: Weatherbox: woman coming out with good new solutions to old problems. What we have now is first weather, man is inside. With bad weather the man comes generation, what Im going to be looking for is second out. generation. Stiletto knife: blade clicks in and out. Blade stays in for This may sound daunting now but Im here to help. Remember were here to learn and have fun. Its my aim that safety, smaller size, friendly form. you learn a process and learn why ! This project is first and Task 1. foremost academic. I want you to learn that design is not Find 3 objects with a dominant role for the principle ‘in/out’ superficial and that the right solutions are only found by or ‘inside/outside’. following a process. Don’t worry when you don’t succeed Analyze the functions or the meaning for the ‘in’ and ‘out’ in all areas, particularly in respect to creating a successful situations. design, it’s the process that counts, not particularly the Write a simple text about the analysis results and add results this time. pictures of the three objects. Keep it simple, but essential. Task 2. Design a … (17 ad random subjects given) in such a way that a second function logically is added, just like we have seen the examples found by all. Both the functions must be integrated in the product in a way of in/out coming like the examples. Analyze the first given function and start thinking of a possible added function.