The Script
Niveau 3a | Song 8 | Lesson B
1
Worksheet
Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar?
About Malala Malala Yousafzai comes from Pakistan. She was born on the 12th of July in 1997. When she was 14 years old she started a blog on the Internet. The blog was about girls in Pakistan. Some people in Pakistan say that girls can’t go to school. Malala doesn’t agree. She thinks that all girls should go to school. In her blog she talked about that. That’s why some people wanted to kill her. On the 9th of October in 2012 Malala was in a school bus with her friends. A man with a gun shot Malala. She survived. When Malala was 17 years old she won the Nobel Peace Prize. This was in October 2014. She is the youngest person to win the Nobel Peace Prize. Malala won the prize because she fights for the rights of children.
Words to help Many people think Malala is a hero. What do you think about Malala?
art and I think Malala is sm es about good too! She writ so great! peace and that’s Marcia
2
About Malala
shot schoot op survived overleefde rights of children kinderrechten
She was on television la st week. Sh e is very kind and ho nest. I adm ire her very much. Omar
Malala is the strongest girl I know. She’s a superhero! Tristan
read
a In de tekst over Malala worden verschillende datums genoemd. Maak de zinnen af. Schrijf op wat er gebeurde. 1 Op 12 juli 1997 2 Op 9 oktober 2012 3 In oktober 2014 b Lees wat de kinderen vertellen over Malala. Wat vinden zij van haar? Omcirkel het juiste woord. 1 Marcia vindt Malala aardig / slim / sterk. 2 Omar denkt dat Malala eerlijk / goed / een held is. 3 Tristan schrijft dat Malala aardig / een held / slim is.
© Groove.me
Pagina 1
The Script
Niveau 3a | Song 8 | Lesson B
3
Scrabble
Worksheet
words
Maak met deze letters vijf woorden uit de woordenlijst van deze les. Je moet alle letters gebruiken. Elke regel is één woord. Schrijf de Nederlandse betekenis van de woorden erbij.
4
My top 5
words
a Welke eigenschappen vind jij belangrijk? Moet iemand vooral aardig zijn of juist eerlijk? Maak je eigen top 5 van eigenschappen. De belangrijkste zet je op 1. Kies uit: smart, kind, honest, strong, good, happy, beautiful, interesting, funny, serious. 1 2 3 4 5
b Ken je nog andere eigenschappen? Schrijf ze op onder je top 5. Weet je het Engelse woord niet? Zoek het dan op in een woordenboek.
© Groove.me
Pagina 2
The Script
Niveau 3a | Song 8 | Lesson B
5
An interview
Worksheet
grammar
a Doe dit gesprekje met een klasgenoot. Een van jullie is Malala, de andere is de interviewer. Klaar? Wissel van rol. When were you born?
Who are you? I’m Malala.
Where were you born?
Why are you a hero?
I was born on the 12th of July in 1997.
What’s your complete name?
I was born in Pakistan.
My complete name is Malala Yousafzai.
Yes you are! You are good and honest.
I’m not a hero.
Words to help
b Voer nu hetzelfde gesprekje met je klasgenoot. Vervang de onderstreepte woorden door jullie eigen woorden. Bedenk voor je begint welke eigenschap bij je klasgenoot hoort (is hij/zij eerlijk, vriendelijk, sterk, etc.).
6
Who is your hero?
Questions what wat where waar when wanneer why waarom how hoe
write
a Wie is jouw held? Het mag iemand van tv zijn, maar ook een vriend of een familielid. Beantwoord de vragen. Who is your hero? What is his/her job? How old is he/she? Where does he/she live? Why is he/she a hero?
b Vraag nu aan je klasgenoot wie zijn/haar held is. Doe het zo: Who is your hero?
© Groove.me
My hero is ...
Why is he (she) a hero?
Because he is ...
Pagina 3
The Script
Niveau 3a | Song 8 | Lesson B
7
What would you do?
Extra
read
a Wat zou jij doen als dit gebeurde? Lees de verhaaltjes en kies wat jij zou doen. Thin ice It’s winter and you’re outside with a friend. There’s ice on the water behind your house. The ice is very thin. You can’t walk on it yet. But then your friend steps on the ice!
Car accident You’re in a car together with your brother and sister. Your mother is driving the car. It’s cold outside and the roads are slippery. Suddenly the car starts to spin. It’s out of control. It rolls over five times and then stops. Your mother doesn’t say anything, she is unconscious (bewusteloos). Your sister and brother are crying.
What would you do? A I would walk on the ice too. It’s fun. B I would shout: “Get off! The ice is too thin.” C I would step on the ice to help him.
What would you do? A I would get out of the car and look for help. B I would do nothing. I’m too scared. C I would stay in the car and shout as hard as I could.
b Lees de tekstjes nog een keer en beantwoord de vragen. 1 Welk seizoen is het in beide verhaaltjes? Hoe weet je dat? 2 Wat is het probleem in verhaal 1? 3 Wat is het probleem in verhaal 2?
8
An interview with The Script!
write
grammar
Je mag The Script interviewen! Bereid je interview voor door eerst vragen op te schrijven. Schrijf minimaal vijf vragen op. Probeer deze woorden te gebruiken: what, who, where, when, why.
9
Write the article
write
*
Je hebt The Script geïnterviewd. Nu is het tijd om een artikel te schrijven. Verzin antwoorden op jouw vragen bij opdracht 8 en maak er een mooi verhaaltje van.
© Groove.me
Pagina 4
The Script
Niveau 3a | Song 8 | Lesson B
Worksheet
Words and phrases Words hero held life leven nothing niets suit pak tie stropdas cardigan vest shirt overhemd blouse blouse
skirt rok jeans spijkerbroek boot laars hat hoed show laten zien grow groeien know weten prize prijs
peace vrede smart slim kind aardig honest eerlijk shy verlegen mad gek grumpy chagrijnig
Phrases What’s the colour of your tie? I’ve got a green tie. What’s the colour of your jeans? I’ve got black jeans. Who is your hero? Why is he/she a hero?
Have got
hebben
I have got you have got he/she has got we have got you have got they have got
ik heb jij hebt hij / zij heeft wij hebben jullie hebben zij hebben
Colours black zwart white wit brown bruin red rood yellow geel
© Groove.me
Welke kleur is jouw stropdas? Ik heb een groene stropdas. Welke kleur is jouw spijkerbroek? Ik heb een zwarte spijkerbroek. Wie is jouw held? Waarom is hij/zij een held?
Je kunt ook de verkorte I’ve got you’ve got he’s got – she’s got
vorm gebruiken: we’ve got you’ve got they’ve got
Questions green groen grey grijs orange oranje pink roze purple paars
what wat where waar when wanneer why waarom how hoe
Pagina 5
