MAATSCHAPPELIJK WERK WALCHEREN
jaarverslag 2009
Voorwoord In 2009 is de samenwerking van Maatschappelijk Werk Walcheren binnen Porthos in Middelburg, geleidelijk aan de kinderschoenen ontgroeid. Kennismaking, kennisdeling en coördinatie zijn begrippen die daarbij horen. De meerwaarde lijkt gevonden, het omgaan met het eigen succes is de volgende stap. Ook was 2009 het jaar van de registratie. Een nieuw ingevoerd informatiemodel maakte een nieuw registratiesysteem noodzakelijk. De effecten op de weergave van de kwantitatieve gegevens zijn in 2009 nog gering. U zult de ‘korte contacten’ niet meer tegenkomen waardoor ook de doorlooptijden van de verschillende hulpverleningstrajecten duidelijk anders zijn dan in andere jaren. In 2010 zullen echter grotere verschuivingen zichtbaar worden. We hebben het jaarverslag dit jaar korter en soberder uitgevoerd. U kent ons werk, in eerdere jaarverslagen hebben we u daarin uitgebreid inzage geboden. Onze inzet, integrale aanpak en aandachtsgebieden zijn wat dat betreft onveranderd. We nemen u in dit jaarverslag mee naar een aantal nieuwe ontwikkelingen en speerpunten, zoals het project Veilige Start Zeeland, het Veiligheidshuis en aanpak huisverbod. We staan uitgebreid stil bij de steeds meer benodigde en complexere schuldhulpverlening. Enkele van onze collega’s geven hun visie op ontwikkelingen in de samenleving en op de weerslag daarvan op ons werk. Dit jaarverslag bestaat uit een algemeen deel en een kwantitatieve totaalrapportage. Deze is uitgesplitst naar het Algemeen maatschappelijk werk (AMW, inclusief Jeugdmaatschappelijk werk (JMW)), het Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en het Sociaal raadsliedenwerk (SRW). De kwantitatieve rapportages per gemeente zullen separaat bij dit verslag worden aangeboden aan de betreffende gemeentes. Wij wensen u veel leesplezier. Medewerkers Maatschappelijk Werk Walcheren
Inhoudsopgave Inleiding
5
Hoofdstuk 1 - Maatschappelijk Werk Walcheren en Porthos in Middelburg
6
Hoofdstuk 2 - Veiligheidshuis Zeeland en het JIT
10
Hoofdstuk 3 - Project Veilige Start Zeeland
12
Hoofdstuk 4 - Huisverbod
14
Hoofdstuk 5 - Schuldhulpverlening
16
Hoofdstuk 6 - Sociaal raadsliedenwerk
20
Hoofdstuk 7 - Maatschappelijk Werk Walcheren in cijfers
22
Organisatiestructuur
32
Colofon
33
4 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Inleiding De eerstelijnshulpverlening van maatschappelijk werk heeft tot doel de sociale zelfredzaamheid te versterken van mensen met psychosociale problemen. Maatschappelijk werk wil deze mensen in staat stellen te functioneren op een voor hen haalbare en optimale wijze. De acties die de maatschappelijk werker daartoe onderneemt, stemt hij voortdurend af op de leef- en werkomgeving van de cliënt. Daarnaast ontwikkelt maatschappelijk werk preventieprogramma’s en heeft het werk een signaleringsfunctie voor sociaal beleid.
Werkwijze De werkwijze van maatschappelijk werk kenmerkt zich door systeemgericht werken, integraal werken, procesmatig werken en methodisch werken. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de cliënt is essentieel. Erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de cliënt en respect voor de cliënt zijn leidende principes van de maatschappelijk werker: “De cliënt doet ertoe en zijn verhaal doet ertoe.” Maatschappelijk Werk Walcheren (MWW) werkt volgens de minimale (MO-)norm 1 : 6000 (1 maatschappelijk werker op 6000 inwoners) voor het basispakket AMW. Dit is ook de basis voor de financiering.
Samenwerking met ketenpartners Eerstelijnshulpverlening kan niet zonder samenwerking met ketenpartners. MWW is zich ten zeerste bewust van het belang van samenwerking met ketenpartners ten behoeve van de hulpverlening aan de cliënt. MWW participeert daarom actief in samenwerkingsverbanden en initieert deze. Als eerstelijnshulpverlener die integraal en systeemgericht werkt en een brede kennis heeft van de sociale kaart, is MWW een belangrijke partner voor derden. De inzet en samenwerking is vaak gericht op gemeenteoverstijgende ontwikkelingen en activiteiten.
Organisatie Maatschappelijk Werk Walcheren is een divisie van Zorgstroom, organisatie voor zorg- en dienstverlening op Walcheren. De divisiemanager van MWW legt verantwoording af aan de Raad van Bestuur van Zorgstroom.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 5
Hoofdstuk 1 Maatschappelijk Werk Walcheren en Porthos in Middelburg Op 10 juni 2009 vond de officiële opening plaats van Porthos, Centrum voor Jeugd en Gezin en het WMOloket in Middelburg. Gedeputeerde Van Heukelom kwam voorrijden in een knalgele oude DAF waar hij en Sien, zijn charmante chauffeuse maar net in pasten. Na zijn openingsspeech onthulde iedere Porthosmedewerker die een trektouwtje kon bemachtigen, onder luid applaus van vele genodigden het grote Porthos-plakkaat aan de gevel van het pand. Het samenwerkingsproject Porthos van welzijnsorganisaties in Middelburg staat onder regie van de gemeente Middelburg. Het samenwerkingsproject vormt tevens het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het WMO-loket. Inwoners van Middelburg kunnen er terecht voor allerhande vragen over welzijn, zorg en opgroeien. Alle organisaties staan gezamenlijk als Porthos klaar voor de individuele inwoner.
Loket centraal Het ‘loket’ staat centraal in Porthos: een uitnodigende, cirkelvormige ruimte waar bezoekers te woord gestaan worden door medewerkers van de participerende organisaties. Medewerkers van verschillende organisaties hebben, in wisselende samenstelling, gelijktijdig loketdienst. In de praktijk betekent dit dat elke dag een medewerker van MWW in het loket zitting heeft samen met een andere loketpartner (Indigo, SWM, JGZ/GGD, MEE Zeeland). De loketmedewerkers zitten als medewerkers van Porthos in het loket en niet als functionaris van hun eigen organisatie. Zo wordt de samenwerking binnen Porthos gestimuleerd. Het belang van de cliënt staat voorop. Het idee dat je elkaar aanvult en nodig hebt in situaties waar een veelvoud van problemen verweven zijn, wordt inmiddels door iedereen onderschreven. Het delen van privacygevoelige gegevens is hierbij overigens een belangrijk aandachtspunt. Ook blijkt de samenwerking met de loketpartners van cruciaal belang in de vervolgtrajecten. Met name de sociaal raadslieden van MWW worden veelvuldig geraadpleegd.
Kennisdeling Het jaar 2009 was het eerste jaar waarin Porthos volop draaide. Het uitgangspunt van Porthos is om via korte lijnen de cliënt met zijn vraag zo correct en efficiënt mogelijk te helpen. Door van elkaars deskundigheid gebruik te maken en zo nodig van elkaar te leren, kan die efficiency en correctheid bereikt worden. Het eerste jaar heeft dan ook voor een belangrijk deel in het teken gestaan van onderlinge kennismaking en kennisuitwisseling: de participerende organisaties hebben elkaar inzicht gegeven in hun specifieke deskundigheid en werkwijze.
Aanvragen WMO Cliënten met een vraag in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), weten de voordeur van Porthos al goed te vinden. Circa tachtig procent van de binnenkomende vragen gaan over aanvragen WMO-individuele voorzieningen en zijn algemene informatievragen: • aanvragen voor huishoudelijke hulp;
6 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
• allerhande vormen van vervoersvoorzieningen; collectief vervoer, scootmobiel, rolstoel, Valys-pas, aanvragen invalidenparkeerkaart e.d.; • woonvoorzieningen: tegemoetkoming in de verhuiskosten, aanvragen medisch urgentie, trapliften en aanpassingen in de woning. Ook veel procedurele zaken horen hierbij: vragen over de voortgang van een bepaalde aanvraag, over een te verwachten beschikking, bezwaar tegen een uitslag en hulpvragen bij het invullen van een formulier of over het inschakelen van vrijwilligers. Een belangrijk uitgangspunt voor de loketmedewerkers is om elke vraag in zijn brede context te beluisteren: ‘Is deze cliënt inderdaad geholpen met de voorziening die hij vraagt? Of is op basis van de situatie van de cliënt, andere hulp passender?’
Aanvragen Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Multidisciplinair overleg De toeloop naar het loket Porthos wat vragen betreft voor het CJG, is vooralsnog wat minder groot. Wel wordt er in het multidisciplinair overleg (MDO) van Porthos gesproken over gezinssituaties waar zorgen over zijn. Het MDO vindt één keer per twee weken plaats. Elke loketpartner is erin vertegenwoordigd, evenals een vertegenwoordiger van de gemeente en van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Alle vragen die aan het loket gesteld zijn, komen in het MDO aan de orde. In het MDO schoven het afgelopen jaar ook geregeld ketenpartners aan die een casus wilden bespreken in CJG-verband. Het ging dan om multiprobleemcasussen waar meerdere hulpverleners bij betrokken zijn. In het MDO wordt een taakverdeling gemaakt en wordt de casusregisseur aangewezen. Meestal is dit degene die de casus inbrengt en als zodanig veel bemoeienis heeft met het gezin.
CJG en zorg- en hulpverlening op scholen Leerlingen met problemen die niet direct met het onderwijs te maken hebben maar die zich wel op school uiten, kunnen hulp krijgen van de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts. Samen met de intern begeleider vormen zij het zorgteam op de scholen. Als dit zorgteam het nodig acht om op basis van de zwaarte en complexiteit van het probleem in breder verband naar de situatie te kijken, dan wordt de casus besproken in het zorgadviesteam (ZAT). Daar wordt besloten welke zorg noodzakelijk is. Een ZAT is een multidisciplinair overleg, specifiek gericht op jeugdigen en hun ouders. Instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan deze groep zijn in het ZAT vertegenwoordigd. De schoolmaatschappelijk werkers vormen de verbinding tussen het ZAT en het CJG. Door deze directe samenwerking van ketenpartners van het CJG wordt het CJG als het ware binnen het onderwijs gebracht. Daardoor kan er onder andere voor gezorgd worden dat de school het vervolgtraject van de hulpverlening waar nodig kan volgen en daarin kan participeren. Het jaar 2009 was een proefjaar wat de zorgstructuur op scholen betreft in relatie tot het CJG-loket. Het SMW heeft in 2009 in het casusoverleg van het CJG verscheidene casussen ingebracht om hiermee ervaring op te doen en de werkwijze mede vorm te geven. De ervaring is dat de regie op deze manier beter geregeld wordt, dat de verantwoordelijkheden met meerdere betrokken partijen gedeeld worden en dat er sluitende afspraken worden gemaakt.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 7
Aandachtspunten Porthos en de samenwerking daarbinnen is nog volop in ontwikkeling. Voor de komende periode staat nog een groot aantal aandachtspunten op de agenda: • zorgcoördinatie vanuit het CJG, methodiekontwikkeling; • verbetering en uitbreiding communicatie (intern) en PR (extern); • ontwikkeling van een systeem voor het digitaal invoeren van gegevens door alle Porthos-medewerkers; • deskundigheidsbevordering medewerkers; • werken met de oplossingsgerichte methode Signs of Wellbeing/Signs of Safety.
Centrum voor Jeugd en Gezin in Vlissingen en Veere In Vlissingen is het overleg over het CJG in 2009 gestart. Het is de bedoeling dat het CJG in de Brede School in het Middengebied wordt gehuisvest. De gemeente Veere heeft in 2009 de kadernotitie ‘Vraagpunt Veere’ opgesteld over een geïntegreerd CJG- en WMO-loket. Dit Vraagpunt Veere zal worden vormgegeven rond de vindplaatsen, ondersteund door een kernteam Vraagpunt. Het kernteam zal worden gevormd door uitvoerders van verschillende eerstelijnsorganisaties, waaronder AMW en SMW van Maatschappelijk Werk Walcheren.
Judith van Maldegem en Hylkje van der Vlugt, Schoolmaatschappelijk werkers Hylkje is schoolmaatschappelijk werker bij het basisonderwijs, Judith bij het voortgezet onderwijs. Judith is tevens de senior van het SMW-team. Judith: “Een concrete, nieuwe ontwikkeling in 2010 is de vorming van zorgadviesteams (ZAT’s) voor het basisonderwijs. Het voorwerk hiervoor is in 2009 gedaan. In Veere komt bijvoorbeeld één ZAT voor alle scholen in de gemeente. Voor het voortgezet onderwijs is dat in 2009 al opgezet. Een ZAT komt drie à vier keer per jaar bij elkaar. SMW gaat daarin participeren, dus wij doen in dat overleg mee. Dat vergt nog wel even wat organisatie en planning. Het overleg met al die partijen op zich, is voor ons niet nieuw. We zochten dat toch al op.” Hylkje: “In Veere - dat is mijn werkgebied - heerst nog een wat afwachtende houding. Men is nog aan het zoeken wat de meerwaarde kan zijn. Wat levert een ZAT voor scholen op? Dat moet zich voor het basisonderwijs nog bewijzen.” Judith: “Bij het voortgezet onderwijs zijn het vooral het verdelen van taken, het breder trekken van informatie, het uitzetten van lijnen. Dat is de meerwaarde: de lijnen liggen er, die kun je oppakken en hoef je niet meer zelf uit te zetten of op te zoeken. Voor de scholen betekent het ook: verantwoordelijkheid voor de zorg kunnen delen.”
8 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Petra de Visser, Senior maatschappelijk werker en coördinator cliëntstromen Porthos “Met Porthos - het loket voor welzijn, zorg en opgroeien - hebben we de voordeur ‘breder’ gemaakt: behalve Porthos voor allerhande vragen over welzijn, zit achter deze voordeur ook het WMO-loket en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daardoor is de instroom heel groot en vind ik dat we zeker kunnen spreken van een succes. Ook MWW wordt hierdoor nog meer ‘gevonden’, niet alleen door cliënten maar ook door andere organisaties. De keerzijde hiervan is wel dat we heel veel verschillende soorten vragen op de juiste plek terecht willen laten komen. Dat vraagt veel inzet van de medewerkers. Maar het betekent ook dat de vraag zodanig toeneemt, dat je eigenlijk je capaciteit moet uitbreiden om aan die grote vraag te kunnen voldoen. We hebben bij AMW nu een wachtlijst, terwijl mensen bij ons komen op het moment dat ze echt hulp nodig hebben.” “We zien een aantal ontwikkelingen bij cliënten en in de problematiek waarmee ze binnenkomen, die mogelijk te maken hebben met ontwikkelingen en veranderingen in onze samenleving. Een toename van het aantal echtscheidingen bijvoorbeeld, met als negatief bij-effect dat kinderen soms de dupe worden omdat ze één van de ouders nauwelijks meer zien en daar last van hebben. Een ander gevolg is de financiële debacles die echtscheidingen in toenemende mate met zich meebrengen. En natuurlijk de woningbehoefte. Met een toenemend aantal echtscheidingen neemt ook de behoefte aan andere woonruimte toe. Ook de allochtonenproblematiek blijft onze aandacht vragen. Mensen die de samenleving in z’n volledigheid gewoon niet kunnen begrijpen. Enerzijds door onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, anderzijds door soms een heel andere sociale omgang zonder de ‘natuurlijke’ hulpbronnen uit de familie en kennissenkring in de buurt. Wat in het algemeen opvalt, is dat de druk vanuit cliënten op AMW toeneemt. Mensen zijn veeleisender geworden. Men verwacht dat wij direct een oplossing hebben, terwijl ze zelf dingen al heel lang hebben laten lopen. De frustratie is dan heel groot bij de cliënt, gepaard gaand met soms echt agressief gedrag richting de maatschappelijk werkers. Wat moet je dan doen? Nou, in elk geval je werkers beschermen. Natuurlijk is pleiten en onderhandelen namens de cliënt één van onze taken. En dat kunnen we ook hartstikke goed, als het nodig is dan stáán we op de bres. Maar wel binnen regels en normen die ervoor staan. Die moet de cliënt wel respecteren.”
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 9
Hoofdstuk 2 Veiligheidshuis Zeeland en het JIT Op 5 oktober 2009 is het Veiligheidshuis Zeeland in Vlissingen geopend. Vlissingen is voor Zeeland centrumgemeente voor de Maatschappelijke Opvang. Het Veiligheidshuis Zeeland is de Zeeuwse invulling van een landelijk initiatief en is ontstaan na een gezamenlijke verkenning naar behoeften en ideeën. Tijdens Prinsjesdag 2008 heeft het kabinet aangekondigd dat er een landelijk systeem van Veiligheidshuizen moet komen. In een Veiligheidshuis werken gemeenten samen met politie, justitie en jeugd- en zorginstellingen in de aanpak van criminaliteit en overlast. Het is een informatieknooppunt waar ketendossiers worden opgebouwd. Preventie, repressie en (na)zorg worden met elkaar verbonden.
Wat is een Veiligheidshuis In een Veiligheidshuis vormen de justitiële en de zorg- en welzijnsketens een regionaal samenwerkingsverband dat criminaliteit integraal en probleemgeoriënteerd aanpakt en sociale veiligheid wil bevorderen. Veiligheidshuizen richten zich op de drie doelgroepen: veelplegers, daders van huiselijk geweld en risicojeugd.
Veiligheidshuis Zeeland Op 5 oktober 2009 opende het Veiligheidshuis zijn deuren. De gemeente Vlissingen trekt het project. Het Veiligheidshuis richt zich in eerste instantie op risicojeugd in Zeeland. In een later stadium zal dit uitgebreid worden naar volwassenen (huiselijk geweld, huisverbod). Deelnemende partners zijn: het Openbaar Ministerie, politie, Halt Zeeland, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk Walcheren en gemeente Vlissingen.
Doelstelling Veiligheidshuis De doelstellingen van het Veiligheidshuis zijn: • verbetering van samenwerking tussen afzonderlijke instellingen uit strafrecht-, zorg- en welzijnsketen; • verhoging van de kwaliteit van de persoonsgebonden aanpak van jongeren door integraal te werken; • preventie: beperking van de problematiek van jongeren door hen zo vroeg mogelijk adequaat te helpen; • de noodzaak tot zwaardere geïndiceerde zorg zoveel mogelijk voorkomen; • uitbouw van het Veiligheidshuis in 2010 met in ieder geval de thema’s veelplegers en huiselijk geweld.
Werkwijze In Veiligheidshuizen is sprake van een netwerkstructuur. Verschillende ketenpartners uit bestuurlijke kring, uit het strafrecht en uit de zorginstellingen werken samen. Een netwerkstructuur vraagt om flexibiliteit. Per soort probleem kan het in te zetten netwerk verschillen. In het Veiligheidshuis Zeeland stellen de ketenpartners in casusoverleggen scenario’s op voor de betrokken jongeren. De ketenpartners monitoren de gemaakte afspraken.
10 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Jeugdinterventieteam (JIT) MWW neemt deel in het Veiligheidshuis via het Jeugdinterventieteam (JIT). Dit team draait al enige jaren in Vlissingen en is in het najaar van 2009 ook in Middelburg gestart. Het JIT zal eveneens in het oog houden of een casus in het Veiligheidshuis thuishoort of in het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Derde prijs Marie Kamphuisprijs voor het JIT Over het JIT gesproken: het MWW heeft met veel lof de derde prijs van de Marie Kamphuisprijs 2008 ontvangen voor de ontwikkeling van het Jeugdinterventieteam (JIT). Op 19 maart 2009 heeft de jury uit twaalf inzendingen de prijswinnaars bekendgemaakt. Het JIT heeft de prijs ontvangen vanwege de systematische aanpak, de wekelijkse check door politie en maatschappelijk werk, de snelheid van het bieden van daadwerkelijke hulp en de keuze om ouders daarbij actief te betrekken. Ook gaf de jury aan het een goede ontwikkeling te vinden dat juist het maatschappelijk werk bij deze risicobeperkende en preventieve aanpak betrokken is.
Publiciteit De prijs heeft meer publiciteit gegenereerd. ‘Maatwerk’, een tweemaandelijks tijdschrift voor maatschappelijk werkers, heeft JIT-maatschappelijk werker Linda Lobbezoo geïnterviewd en een artikel gepubliceerd over het JIT. In het artikel wordt duidelijk beschreven hoe het JIT te werk gaat en wordt de werkwijze “praktisch” en “doeltreffend” genoemd. “Het vernieuwende zit vooral in de combinatie van concrete samenwerking en snelheid van handelen in een vroeg stadium”, aldus ‘Maatwerk’.
Onderzoek In september 2009 is het conceptrapport verschenen van een extern onderzoek naar de resultaten van het JIT. Het rapport is positief over de snelheid van de interventie en over het streven naar een aanpak op maat voor de jongere en eventueel zijn of haar ouder(s). Het rapport beveelt aan een minder brede doelgroep te bedienen dan het JIT nu doet. De doelgroep kan helderder omschreven worden met duidelijke in- en uitsluitingcriteria. Het JIT neemt deze aanbevelingen over.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 11
Hoofdstuk 3 Project Veilige Start Zeeland In toenemende mate maken verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en maatschappelijk werkers in ziekenhuizen zich ernstig zorgen over risicovolle omstandigheden in de thuissituatie waarin kinderen in Vlissingen ter wereld komen. Voor de baby dreigt bijvoorbeeld geen of slechte huisvesting of ouders kunnen de zorg niet aan vanwege verslavingsproblematiek of andersoortige ernstige problemen. Ook zijn er meer zorgen over kindermishandeling: het aantal meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) door Zeeuwse ziekenhuizen neemt jaarlijks toe. Om deze redenen is het Project Veilige Start Zeeland opgezet. Het project is in oktober 2009 gestart. Maatschappelijk Werk Walcheren is voor 28 uur per week aan dit project verbonden t.b.v. de uitvoering en de dagelijkse coördinatie. Het Ziekenhuis Walcheren en het AMK zijn betrokken door de inzet van een kinder- en vertrouwensarts en van een medisch maatschappelijk werker. Elk kind van wie verloskundigen, artsen of maatschappelijk werkers vermoeden dat het in een risicovolle omgeving zal terechtkomen, wordt doorverwezen naar de maatschappelijk werkers van dit project.
Veiligheidsplan De maatschappelijk werker maakt in samenspraak met de moeder of ouders een veiligheidsplan op basis van de Signs of Safety benadering. Deze methodiek wordt al op veel plaatsen in de provincie gebruikt en zal de komende jaren provinciebreed bij de CJG’s worden ingevoerd. De maatschappelijk werker kijkt of binnen de directe omgeving van het kind relevante betrokkenen kunnen worden ingezet om voor de baby een veilige omgeving te creëren. Het veiligheidsplan wordt in nauwe samenwerking opgesteld met onder meer de jeugdgezondheidszorg (het consultatiebureau), het AMK en met Bureau Jeugdzorg. Indien nodig zal een maatschappelijk werker de begeleiding op basis van het veiligheidsplan voortzetten, ook in de periode na de bevalling. Overdracht vindt plaats aan de jeugdgezondheidszorg en soms ook aan andere hulpverleners buiten het ziekenhuis. De veiligheid wordt via het project gevolgd, ook na verloop van tijd.
Nevendoel Een nevendoel van het project is ervaring opdoen met werken in situaties, waarbij sprake is van dwingende eisen van bijvoorbeeld een kinderrechter of van het AMK. De looptijd van het project is twee jaar en staat onder leiding van een stuurgroep en een externe projectmanager. Deze heeft tevens tot taak het project op termijn uit te breiden naar de andere ziekenhuisregio’s van Zeeland. Het project wordt gefinancierd door de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en de andere Zeeuwse gemeenten.
Judith van Maldegem en Hylkje van der Vlugt, Schoolmaatschappelijk werkers Hylkje: “Als het gaat om meer inhoudelijke ontwikkelingen dan zien we een toename van het aantal kinderen dat zo opgaat in gamen en in het gebruik van de playstation dat het in sommige gevallen
12 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
leidt tot verslaving. Kinderen gaan zich identificeren met computerhelden uit games. Voor sommige kinderen is dat ook een manier om weg te duiken uit het werkelijke leven, ze gaan anderen benaderen als de computerheld uit hun game. Ook zien we negatieve bij-effecten van het gebruik van Hyves, msn e.d. Met name wat de communicatie betreft.” Judith: “Kinderen op het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld, schelden elkaar de huid vol op dergelijke sites. Maar als ze elkaar fysiek op school tegenkomen, praten ze daar niet over. Dat kan een heel vertekenend beeld geven bij kinderen, ze schatten communicatie verkeerd in. Ouders weten niet altijd hoe ze daarmee om moeten gaan.” Druk Hylkje: “Een ander probleem is drukte. Ouders hebben het druk, kinderen hebben het druk: veel activiteiten, hoge verwachtingen. Ouders willen veel, maar het is moeilijk daar vorm aan te geven.” Judith: “Ja, ik vind dat we dat in de maatschappij de laatste tijd veel zien. Het idee dat je alles maar moet kunnen, dat legt een grote druk op kinderen. En ook op ouders. Kinderen vinden dat lang niet altijd leuk, die willen dat niet allemaal. Kinderen die dat niet uiten, stuiteren soms door de school. Al snel wordt dan gedacht dat het kind ADHD heeft, maar dat hoeft dus helemaal niet het geval te zijn.” Hylkje: “Verder komen we ouders tegen die een eigen bedrijf hebben, die in het zomerseizoen werken in een horeca-onderneming of zelf een camping aan huis hebben. Dit vraagt veel van de beschikbaarheid van ouders en legt een grote druk op het gezin. Papa is er wel, maar toch ook weer niet.” Open Judith: “Op de middelbare school zie je nog wel eens kinderen die zich helemaal terugtrekken in zichzelf. Ze hebben bijvoorbeeld het gevoel dat hun ouders hen niet begrijpen, dat er niet gepraat wordt, dat er om het minste of geringste ruzie is, etcetera. Maar gelukkig kan dat ook heel snel veranderen. Als je je als ouders toch weer een beetje weet open te stellen voor je kind, dan kan er ineens ook wel weer heel veel. Ik vind het geweldig als dat lukt en soms gebeurt dat door alleen maar een paar praktische tips aan ouders te geven of door een gesprek met een kind. En ouders willen natuurlijk wel, die willen niets liever dan dat het goed gaat met hun kind. Dus wat dat betreft is dat een heel makkelijke ingang.” Betekenisvol Hylkje: “Alle kinderen vanaf vijf jaar zijn leerplichtig en gaan naar school. Door nauwe contacten met scholen te hebben, kunnen wij er al vroeg bij zijn waardoor zaken niet hoeven te escaleren. Mijzelf op deze manier inzetten voor een optimaal bereik, in het belang van het welzijn van kinderen, zie ik toch als een soort missie. Daardoor kunnen we veel betekenen denk ik.” Opbloeien Judith: “Als je me vraagt wat mijn drijfveer is, dan zijn dat toch elke keer weer de kinderen. Als je kunt helpen in een probleemsituatie, kun je de kinderen ter plekke zien groeien en opbloeien. Bij problemen met ouders bijvoorbeeld. Het lijkt eerst één bonk onbegrip en ellende, maar dan zie je dat dat kan omslaan en dat ze eigenlijk veel van elkaar houden. En op school, als een probleemsituatie opgelost kan worden en dat het kind weer goed in z’n vel zit. Daar doe ik het voor.”
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 13
Hoofdstuk 4 Huisverbod Op grond van de Wet tijdelijk huisverbod krijgt een burgemeester de bevoegdheid een huisverbod op te leggen. De wet is op 1 januari 2009 in werking getreden. Het opleggen van een huisverbod biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie met huiselijk geweld, te voorzien in een afkoelingsperiode. Tijdens die periode kan de nodige hulpverlening op gang worden gebracht en escalatie worden voorkomen. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of bij een ernstig vermoeden daarvan.
Wet tijdelijk huisverbod Een burgemeester kan het huisverbod opleggen voor een periode van tien kalenderdagen en verlengen tot in totaal 28 dagen. Het huisverbod houdt in: • een last tot het onmiddellijk verlaten van de woning; • een verbod tot het betreden van, zich ophouden bij, of aanwezig zijn in de woning; • een verbod contact op te nemen met de personen met wie het huishouden wordt gedeeld. MWW participeert in de ketenaanpak Huisverbod. Zodra er een melding van huisverbod binnenkomt, gaat de betreffende medewerker van het crisisinterventieteam onmiddellijk met de melding aan de slag. Dit kan een algemeen maatschappelijk werker zijn van MWW. De hulpverlening die na oplegging van een huisverbod op gang komt, vormt de spil van het huisverbod. De hulpverlening bepaalt voor een groot deel het succes van de maatregel. Het samenbrengen van hulpverleningstrajecten in een systeemgerichte aanpak voor de uithuisgeplaatste en de achterblijver(s), vergroot de kans op een blijvend effect van de hulpverlening.
Plan van aanpak ‘Op Zeeuwse Maat’ In Zeeland is een plan van aanpak huisverbod opgesteld met een duidelijk kader voor het uitvoeren van de Wet tijdelijk huisverbod. De politie legt een huisverbod op in opdracht van de Hulpofficier van Justitie die daartoe gemandateerd is door de Zeeuwse burgemeesters. In het plan van aanpak is een procesbeschrijving opgenomen waarin wordt aangegeven hoe de hulpverlening snel, outreachend en vasthoudend door de diverse instanties kan worden georganiseerd. Er wordt stap voor stap in aangegeven wie op welk moment welke actie onderneemt en welke actie nodig is. Binnen de periode van tien dagen moet de situatie zodanig in kaart gebracht zijn dat er een verantwoorde keuze gemaakt kan worden om het sein op veilig te zetten of om de burgemeester te adviseren de periode te verlengen. Een instellingsoverstijgende casemanager stelt bij een tijdelijk huisverbod een hulpverleningsteam samen. Dit team kan gebruikmaken van de diensten van diverse hulporganisaties.
Inzet samenwerkingspartners Door de invoering van de Wet tijdelijk huisverbod zijn samenwerkingspartners meer in gesprek geraakt over een sluitende aanpak voor huiselijk geweld. Dit heeft ertoe geleid dat de voornaamste samenwerkingspartners (de drie Zeeuwse organisaties voor Maatschappelijk Werk, Emergis/Blijf van m’n Lijf en Bureau
14 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Jeugdzorg) bereid zijn om ieder minimaal twee medewerkers aan te wijzen die zich toeleggen op dit onderwerp. Deze medewerkers kunnen zich dan specialiseren in de aanpak huiselijk geweld en ten tijde van een huisverbod direct in actie komen. De betrokken partijen zijn hierbij voorstander van de methodische aanpak Signs of Safety.
Petra de Visser, Senior maatschappelijk werker “Ik heb geleerd om in lange processen te denken, niets wordt heel veel slechter of heel veel beter in één jaar. Wat ik dan hoopgevend vind, is samenwerking. Samenwerking tussen professionals vanuit verschillende disciplines, maar ook meer samenwerking met de sociale netwerken van de cliënt. Dit laatste wordt gepropageerd vanuit de Signs of Wellbeing en Signs of Safety methodiek. Die is erop gericht om familieverbanden te betrekken bij de hulpverlening. Bijvoorbeeld bij hoogoplopende echtscheidingsproblematiek, dat een familielid de zorg voor kinderen tijdelijk overneemt. Heel lang is het zo geweest dat gezinsproblematiek binnen het gezin gehouden werd, terwijl we dat nu steeds meer delen met andere belangrijke mensen uit het eigen netwerk zoals familieleden, vrienden en mantelzorgers. Als het gaat om de veiligheid van kinderen bijvoorbeeld, dan is het goed dat oma ook weet dat een schoonzoon of zoon losse handjes heeft, want dan houdt oma het ook in de gaten. De methodiek is er dus op gericht niet alles vanuit de professionele dienstverlening te laten komen, maar bestaande sociale verbanden van de cliënt erbij te betrekken. Het is ook herhaaldelijk gebleken dat de professionele hulpverlening dat niet allemaal alleen kan dragen.”
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 15
Hoofdstuk 5 Schuldhulpverlening Het aantal mensen met schulden neemt toe. In toenemende mate betreft dit ook mensen met middeninkomens. Schulden leggen een grote druk op het gezin en het huishouden en kunnen leiden tot maatschappelijk isolement. Ook jongeren lijden in toenemende mate onder schuldenproblematiek; het belemmert hen ernstig in hun maatschappelijke ontwikkeling. Het toenemend aantal mensen met schulden maakt de urgentie voor goede integrale schuldhulpverlening duidelijk. Schuldhulpverlening is hulpverlening die geboden wordt om een problematische schuldensituatie op te lossen. De hulpverlening kan geboden worden met verschillende middelen: • budgetbegeleiding en psychosociale begeleiding van de schuldenaar; • budgetbeheer; • financiële hulp uit een schuldenfonds, bijzondere bijstand of een waarborgfonds; • de schuldregeling.
Startnotitie minnelijke schuldhulpverlening In de startnotitie minnelijke schuldhulpverlening (februari 2009) van de staatssecretaris van sociale zaken en werkgelegenheid, is een van de uitgangspunten dat de gemeentelijke schuldhulpverlening integrale oplossingen biedt voor schuldsituaties. De notitie verwoordt het belang van integrale schuldhulpverlening als volgt: “Bij veel schuldenaren met problematische schulden of dreigende problematische schulden zijn de schulden niet het enige probleem. Er is vaak sprake van een samenloop met andere problemen zoals bijvoorbeeld verslavingsproblemen, relatieproblemen, problemen met het opvoeden van kinderen, werkloosheid enz. Het geïntegreerd oplossen van deze problemen draagt bij aan het gemotiveerd houden van de schuldenaar en daarmee aan de oplossing van het schuldenprobleem. Het is van belang dat gemeenten inzetten op een werkelijk integrale benadering van de schuldhulpverlening. Indien de gemeente erin slaagt de integrale benadering werkelijk toe te passen is het mogelijk forse winst te behalen bij het op weg helpen van schuldenaren naar een schuldenvrije toekomst en zo een bijdrage te leveren aan de vergroting van de participatie.”
Psychosociale begeleiding en budgetbegeleiding De expertise van MWW ligt vooral op psychosociale begeleiding die gericht is op gedragsverandering. De algemeen maatschappelijk werkers hanteren daarbij een integrale aanpak en werken op een breed front: naast de financiële problematiek wordt ook eventuele andere problematiek aangepakt, bijvoorbeeld problemen binnen de partnerrelatie of de omgang met de kinderen. Bij de aanpak gaat het erom de cliënt te motiveren de schuldaflossing vol te houden ook al ervaart hij die zelf vaak als een keurslijf. Het is belangrijk dat de cliënt weer zelfredzaam wordt. Daar waar dat enigszins mogelijk is, zorgen de algemeen maatschappelijk werkers er in hun begeleidingstrajecten voor dat de cliënt verantwoordelijk wordt voor zijn eigen handelen. Dat betekent dat de cliënt weer in staat is om met het beschikbare budget om te gaan en eigen
16 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
keuzes te maken over aankopen en uitgaven, dat de cliënt bestand is tegen agressieve en uitnodigende reclame en dat hij zelf oplossingen aan kan dragen om creatief met behoeftes om te gaan. Kortom, dat de cliënt leert omgaan met beperkte financiële middelen.
Budgetbeheer Ook budgetbeheer, zowel noodzakelijk als preventief, is een belangrijk middel om de schulden van een cliënt onder controle te krijgen. Het inkomen van de cliënt wordt dan door een onafhankelijke derde beheerd. Deze beheerder zorgt voor de betaling van de vaste lasten en rekeningen op basis van het vastgelegde budgetplan. Voor het dagelijks levensonderhoud krijgt de cliënt een vooraf afgesproken bedrag als huishoudgeld. MWW kiest ervoor uitsluitend door te verwijzen naar of samen te werken met de regionale Kredietbank of instellingen voor schuldhulpverlening die zijn gecertificeerd. Deze keuze biedt de garantie voor onze cliënten dat de dienstverlening binnen de wettelijke kaders uitgevoerd wordt en er geen kosten in rekening gebracht worden voor schuldbemiddeling dan wel dat er verwevenheid ontstaat tussen betaald inkomensbeheer en schuldbemiddeling.
Schuldregeling Het regelen van de schulden van een cliënt kan gebeuren door middel van schuldbemiddeling of door middel van schuldsanering. Beide diensten zijn een vorm van schuldregelen. • Bij schuldbemiddeling wordt bemiddeld om tot een regeling te komen met alle schuldeisers die een vordering op de schuldenaar hebben. • Bij schuldsanering wordt een saneringskrediet verstrekt en worden de vorderingen van de schuldeisers voldaan door de (krediet)bank. De schuldenaar (cliënt) heeft dan nog slechts de bank als schuldeiser.
Integraal Schuldbemiddeling en schuldsanering moeten beide gezien worden in de totale context van de integrale schuldhulpverlening. Ook preventie en psychosociale begeleiding van de cliënt spelen daarbij een belangrijke rol. De hulpverlener of de begeleider moet daarom deskundig zijn zowel wat de materiële als de immateriële kant betreft van de schuldproblemen. Adequaat hulp verlenen vereist een goed georganiseerde samenwerking.
Samenwerking Integrale Schuldhulpverlening op Walcheren Maatschappelijk Werk Walcheren heeft in samenwerking met Kredietbank Walcheren en Sociale Dienst Walcheren het initiatief genomen om de schuldhulpverlening op Walcheren naar een hoger niveau te tillen. De partners hebben met elkaar de intentie uitgesproken tot een meer integrale en cliëntvriendelijke hulpverlening te komen voor mensen met financiële problemen. Gedacht wordt aan een zogenoemd ‘schuldenstraatje’ waarin de cliënt op één en dezelfde locatie door de verschillende samenwerkingspartners geholpen kan worden. Zowel voor het inkomensdeel als voor de financiële problematiek, de psychosociale hulpverlening en budgetbegeleiding. De expertises liggen respectievelijk bij UVW Werkbedrijf en de Sociale Dienst, bij de Kredietbank Walcheren en bij MWW. De combinatie van deze diensten moet de cliënt op een integrale manier helpen naar een schuldenvrij bestaan met een vrijwel uit te sluiten kans op terugval. De financiële problematiek is niet los te zien van andere problemen op gebieden als relaties, opvoeding, verwerking, persoonlijkheidsvorming, sociale vaardigheden, enzovoort.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 17
De rol van het Sociaal raadsliedenwerk bij schuldhulpverlening MWW deelt het standpunt van de MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, dat de sociaal raadslieden een van de belangrijkste dienstverleners zijn bij schuldhulpverlening. Zij bieden informatie, advies en ondersteuning voor mensen met (dreigende) schulden en voor mensen die rechtmatige voorzieningen dreigen mis te lopen vanwege ingewikkelde regelgeving. Formulierenbrigades worden steeds meer ingezet als instrument om armoedeval en mogelijke schulden tegen te gaan (zie hoofdstuk 6). De signaalfunctie van sociaal raadslieden is van belang voor bewindvoerders en uitvoeringsinstanties. Zij kunnen hiermee hun beleid op het gebied van sociaal-juridische regelingen en voorzieningen toetsten en eventueel bijstellen.
Edward Walraven en Jeroen van der Meide, Algemeen maatschappelijk werkers “Is er in de huidige prestatiemaatschappij met zijn sterk neoliberale inslag, voldoende aandacht voor groepen die het wat minder goed getroffen hebben in het leven, krijgen zij wel de ondersteuning die nodig is om het hoofd boven water te houden. (…)?” Deze vraag stelt Theo Roes zich in het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging Maatschappelijk Werkers (NVMW), nr. 1 februari 2010. Theo Roes is voorzitter van de NVMW. Het is een vraag die Edward Walraven uit het hart is gegrepen. Edward is sinds zes jaar algemeen maatschappelijk werker bij MWW in Vlissingen. Daarnaast is hij betrokken bij het project VET (Vroeg Erbij Team). Edward: “Mensen worden geacht meer zelfredzaam te zijn, de eigen verantwoordelijkheid staat steeds meer centraal. Dat heeft veel goede kanten. Toch blijft het belangrijk om te kijken of iemand die eigen verantwoordelijkheid aankan. Is de persoon echt in staat aan de gestelde verplichtingen te voldoen om problemen te voorkomen? Is het in alle gevallen reëel om een uitkering of toelage te weigeren als iemand niet binnen een bepaalde aanvraagtermijn gereageerd heeft? Binnen instellingen zijn er gelukkig ook mensen die naast de oorzaken ook de persoonlijke omstandigheden in het oog houden.” Jeroen beaamt dit. Edward: “Er is een toenemende individualisering in de samenleving. De negatieve effecten daarvan zijn bijvoorbeeld een toenemend aantal echtscheidingen - die weer financiële problemen met zich mee kunnen brengen of problemen voor kinderen -, vereenzaming, minder sociale netwerken, conflicten en vervreemding tussen bevolkingsgroepen. Maar ook sociale vervreemding in het algemeen: ‘alles wat mij dwars zit, ligt aan de ander’. Het is daardoor moeilijker om een beroep te doen op het sociale gevoel bij mensen, in een wijk bijvoorbeeld.” Jeroen: “Ik houd me in het bijzonder met schuldhulpverlening bezig. En als tendens zie ik dat er steeds meer sprake is van een combinatie van problemen. Enkelvoudige problematiek komt bijna niet meer voor. Dit geldt voor ongeveer de laatste vier jaar. Zelfs de laatste tijd is dat niet het geval, terwijl je zou verwachten dat vanwege de economische crisis, enkelvoudige schuldenproblematiek
18 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
juist wel meer voorkomt. Het begint vaak met schulden. Daar probeer je dan wat lucht in te geven, bijvoorbeeld door een betalingsregeling te treffen waardoor gas en licht niet direct afgesloten worden, of de dreiging van uithuiszetting even minder is. Dan is er even wat tijd en ruimte en dan komen vaak andere achterliggende problemen naar voren.” Edward: “De problematiek is vaak praktisch financieel, maar andere problemen (psychologische, sociale) worden versterkt door economische problemen bij mensen. Het afgelopen jaar is het aantal situaties waarin sprake is van huiselijk geweld enorm toegenomen. Dat komt ook doordat we intensiever samenwerken met andere organisaties, ze weten ons daarvoor dan ook steeds beter te vinden. Het is fantastisch dat we in zoveel projecten participeren, maar het betekent ook dat onze basishulpverlening soms wat in het gedrang komt.” Jeroen: “Wat ik hoopvol vind voor de komende vijf jaar is de intentie die ik bespeur bij al die partijen die met elkaar samenwerken. Die intenties liggen echt bij samenwerking ten behoeve van de cliënt; het gaat niet om het concurreren. Dat vind ik echt een vooruitgang.” Edward: “Wat ik heel positief vind is de nadruk die er steeds meer komt te liggen op het sociale van ons werk. Sociale netwerken herstellen en versterken. Dat is een tegenhanger van de individualisering en verharding waar ik het net over had. Want het gaat om de mensen met te weinig sociale steun, die komen bij ons. De Turkse of Marokkaanse man of vrouw, die bij niemand kan aankloppen met een formulier dat hij niet begrijpt, die kan in elk geval nog bij ons terecht.”
Mariske Smits, Senior sociaal raadsvrouw “Mensen zijn formulierenmoe. Dat zien we steeds meer. Nog steeds zijn er regelingen waar mensen niet van op de hoogte zijn of er geen gebruik van maken. Regelingen voor mensen met een minimuminkomen die mensen recht geven op een subsidie, korting of een fiscale teruggave. Natuurlijk moeten we mensen daarop wijzen en hen helpen daarvoor op de juiste manier de juiste gegevens aan te leveren. Maar als mensen steeds opnieuw dezelfde gegevens moeten aanleveren, dan roept dat weerstand op. ‘Ze weten dat toch al van mij?’ Of het verandert weer, dan moeten ze bijvoorbeeld toch weer ergens een kopie van meegeven. Dan laten mensen het erbij. We zien ook dat de schuldenproblematiek toeneemt. Opvallend is dat het niet meer om één schuldtraject gaat, maar direct om een hele bulk aan schulden.”
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 19
Hoofdstuk 6 Sociaal raadsliedenwerk Over het hele land constateren sociaal raadslieden een toename van cliënten met psychische problematiek en met andere meer materiële problemen. Ook het SRW van Maatschappelijk Werk Walcheren ziet een toename van meervoudige problematiek bij cliënten. Kwam men vroeger met één vraag, nu is er steeds meer sprake van een aaneenschakeling van problemen. Steeds meer regelingen hebben invloed op elkaar; daardoor komt deze meervoudige problematiek vooral in de sociaal-juridische context voor. Sociaal raadslieden geven informatie en advies en ondersteunen mensen op sociaal-juridisch terrein, met name op het gebied van belastingen (toeslagen), werk (uitkeringen) en consumentzaken. Sociaal raadslieden bemiddelen en helpen mensen bij het invullen van formulieren en het indienen van bezwaarschriften. De cliëntcontacten bestaan meestal uit eenmalige contacten.
Maatschappelijke ontwikkelingen Ouderen Het zijn vooral ouderen, in het bijzonder de 55-plussers, die behoefte hebben aan hulp en ondersteuning. De verwachting is dat de vragen uit deze groep alleen maar zullen toenemen. In verband met de vergrijzing moeten aanpassingen worden gedaan in wet- en regelgeving, waardoor nieuwe hulpvragen zullen ontstaan. Multiculturele samenleving De politiek wil het binnenkomen van asielzoekers en migranten beperken en de participatie van nieuwkomers bevorderen. Door strengere maatregelen te treffen en eisen te stellen aan de integratie van deze groep, hoopt de politiek deze doelstelling te realiseren. De maatregelen en eisen leiden onherroepelijk tot een toename van vragen. Individualisering De individualisering in de samenleving leidt tot een toenemend aantal alleenstaanden. Een bijzondere groep hierin zijn de ouderen zonder kinderen. Technologie: internet In de afgelopen jaren is internet onmisbaar geworden binnen de Nederlandse gezinnen. Ook de overheid maakt gebruik van deze technologie. Een mooi voorbeeld is de invoering van de verplichte DIGI-D (digitale identiteit) door de Belastingdienst. De Belastingdienst timmert al jaren aan de weg om haar diensten steeds meer elektronisch te laten verlopen. Dat is op zich een goede zaak en de aangifteprogramma’s nemen de burger veel rekenwerk uit handen, maar het leidt ook tot vragen van een grote groep burgers die niet met een computer om kan gaan.
20 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Zelfredzaamheid In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt de burger geacht zelfredzaam te zijn. Als hij dat niet is, wordt op zijn minst verwacht dat hij zelf initiatief kan tonen door een beroep te doen op andere burgers die dat wel zijn. Voor het Sociaal raadsliedenwerk betekent dit dat binnen de individuele dienstverlening, de zelfredzaamheid en het probleemoplossend vermogen van de cliënten bevorderd moet worden in hun omgang met uiteenlopende instanties en met de door deze instanties verstrekte informatie. Wanneer cliënten afhankelijk zijn van informatie en beslissingen van uitvoeringsinstanties, constateert SRW dat deze organisaties juist niet gericht zijn op de zelfredzaamheid van de cliënt, omdat bij hen de uitvoering voorop staat.
Formulierenbrigade Gemeenten onderkennen steeds meer dat burgers onvoldoende gebruikmaken van regelingen en voorzieningen op het gebied van sociale zekerheid, waar zij wel recht op hebben. Zo heeft de gemeente Middelburg een aantal regelingen en voorzieningen opgesteld om de positie van mensen met een minimuminkomen te verbeteren. Formulierenbrigades worden ingezet om burgers op de betreffende regelingen te attenderen en hen te helpen hier een beroep op te doen. De professionele ondersteuning van sociaal raadslieden is een voorwaarde voor het goed inzetten van een formulierenbrigade. Regelingen De Formulierenbrigade helpt inwoners van de gemeente Middelburg met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum, bij het indienen van een aanvraag voor een regeling of voorziening. Bijvoorbeeld voor de minimaregelingen van de Sociale Dienst Walcheren, huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag, kindgebondenbudget, kinderbijslag, kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, waterschapsheffingen enzovoort. Ook geeft de Formulierenbrigade informatie en advies over deze regelingen. De Formulierenbrigade houdt open spreekuren in Porthos en het Grand Café Buitenrust in Middelburg. Op verzoek werkt de brigade ook op afspraak of brengt een huisbezoek. In 2009 werkten er twee vrijwilligers en één stagiaire bij de Formulierenbrigade. Eén extra vrijwilliger is in de loop van het jaar aangenomen. Door deze formatiewijziging kon het aantal spreekuren in Porthos uitgebreid worden zodanig dat de Formulierenbrigade iedere dag van de week bereikbaar is. Uit de cijfers blijkt dat dit een positieve uitwerking heeft. Zo is er veel gebruikgemaakt van het aanvragen van de diverse minimaregelingen van de Sociale Dienst Walcheren. Ook voor de andere werksoorten in Porthos is de beschikbaarheid van de Formulierenbrigade een goede aanvulling, met name voor het WMO-loket. Registratie De registratie van de cliënten vindt sinds 1 januari 2009 plaats binnen het registratiesysteem van het Sociaal raadsliedenwerk. De Formulierenbrigade heeft hierin een eigen plek.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 21
Hoofdstuk 7 Maatschappelijk Werk Walcheren in cijfers Het registratiesysteem van MWW is gebaseerd op het nieuw ontwikkelde landelijk informatiemodel voor de sector maatschappelijke dienstverlening. Het model is ontwikkeld in opdracht van de brancheorganisatie MOgroep. Het oude model had uitsluitend betrekking op het Algemeen maatschappelijk werk; het nieuwe model kan breed toegepast worden: niet alleen voor alle soorten Maatschappelijk werk, maar ook voor het Sociaal raadsliedenwerk en andere werksoorten binnen de sector. Het model was ook in 2009 nog volop in ontwikkeling.
Doelstellingen Het informatiemodel heeft een aantal doelstellingen: • bijdragen aan de kwaliteit en uniformiteit van de registratie en de hulpverlening door het gebruik van landelijke vragenlijsten; • het genereren van lokale, regionale en landelijke informatie over maatschappelijke dienstverlening via de landelijke MadiMonitor. Deze monitor genereert de landelijke CBS-gegevens over het algemeen maatschappelijk werk en sectorspecifieke benchmarkgegevens.
Verandering In 2009 heeft MWW het nieuwe model geïmplementeerd. De structuur van het model is sterk vereenvoudigd. Zo maakt ‘kort contact’ als specifieke vorm van dienstverlening geen deel meer uit van het model. Daarnaast is een aantal antwoordlijsten geactualiseerd waaronder de probleemcategorieën en netwerkpartners. In dit jaarverslag is de term ‘korte contacten’ niet meer opgenomen en zijn de probleemcategorieën anders dan in voorgaande jaren. De categorie partnerrelatie omvat problemen tussen partners, echtscheiding en omgangsregelingen. Nieuw zijn de categorieën opvoeding, familierelatie en buurtrelatie; deze komen in de plaats van relatieproblemen ouder en kind en relatie overig. Onder de psychosociale problemen vallen de overige psychische problemen van de cliënt zelf of ontstaan door psychische problemen van partner, ouder of kind. Bijvoorbeeld psychiatrische problemen, eetproblemen of somberheidklachten.
Registratiesysteem Het registratieprogramma van MWW kon niet voldoen aan de eisen die het nieuwe model stelde. Begin januari is een tijdelijke overgangsmodule in het programma geïnstalleerd. Eind 2009 heeft MWW een nieuw registratieprogramma gekozen. Dit programma is volledig toegerust op de eisen van de organisatie en op de meest recente ontwikkelingen ten aanzien het informatiemodel 2010.
22 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Kwantitatieve totaalrapportage Doorstroomoverzicht Algemeen maatschappelijk werk In 2009 heeft het AMW
4495
personen geholpen.
In 2009 had het AMW
3835
cliëntdossiers in behandeling.* De handelingen die het AMW verricht, worden geregistreerd in het digitale cliëntdossier.
In 2009 heeft het AMW
38493
handelingen verricht in het kader van de hulpverlening. Deze handelingen betreffen: • huisbezoeken, • gesprek met cliënten op kantoor, • contact met ketenpartners over de cliëntsituatie (mondeling, schriftelijk of telefonisch), • contact met andere betrokkenen, bijvoorbeeld schuldeisers (mondeling, schriftelijk of telefonisch. Deze handelingen (onder de registratieterm ‘contact’) zijn de rekeneenheid voor de productieafspraken met de opdrachtgevers.
In 2009 zijn bij het AMW
3083
cliënten aangemeld voor begeleiding.
In 2009 zijn door het AMW
3003
cliëntdossiers afgesloten.
* ‘Korte contacten’ zijn komen te vervallen (zie hiervoor). De ‘cliëntdossiers in behandeling’ omvatten zowel de korte informatie- en adviestrajecten als de langer durende hulpverleningstrajecten.
Handelingen (contacten) AMW / JMW
Contacten / handelingen
2006
2007
2008
2009
33135
37772
37114
38493
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 23
Soorten hulpverlening AMW/JMW (%) Procesmatige hulpverlening (integrale dienstverlening inclusief casemanagement
38,9
en crisisinterventie Concrete dienstverlening
23,1
Groepswerk (cursussen, sociale vaaardigeheidstrainingen, jonge moedergroep,
15,6
Let op de kleintjes) Informatie en advies
14,5
Bemiddeling en pleitbezorging
4,6
Steun- en leuncontacten
3,2
Rapportage op verzoek van derden
0,1
Doorlooptijd hulpverleningstrajecten AMW/JMW (%) Afsluiting binnen < 1 week
57,0
Afsluiting tussen 1 week en 3 maanden
19,8
Afsluiting tussen 3 en 6 maanden
7,7
Afsluiting tussen 6 en 12 maanden
7,8
Afsluiting meer dan 12 maanden na aanmelding
7,7
De doorlooptijd is berekend over alle hulpverleningstrajecten inclusief de kortdurende trajecten informatie en advies.
Cliëntenprofiel AMW/JMW Onderstaande tabellen geven een beeld van de cliënten van Algemeen maatschappelijk werk. Leeftijdsopbouw (%) Tot 18 jaar
21,4
18 tot 35 jaar
28,7
35 tot 45 jaar
20,1
45 tot 55 jaar
14,7
55 tot 65 jaar
8,1
65 en ouder
7,0
24 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Geslacht (%) 2006
2007
2008
2009
Man
37,4
36,3
39,3
44,6
Vrouw
62,6
63,7
60,7
55,4
Samenlevingsverband (%) Eenouderhuishouden
19,1
Eenpersoonshuishouden
39,2
Samenwonend paar zonder kinderen
10,2
Samenwonend paar met kinderen
22,4
Overige meerpersoonshuishoudens
8,0
Institutioneel huishouden
1,1
Bron van inkomsten % Zelfstandig beroep
1,9
Loondienst
29,8
Ziektewet
3,1
Werkeloosheidsuitkering
7,0
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
4,4
Bijstandsuitkering
22,1
Studiefinanciering
2,1
AOW / Pensioen
9,7
Alimentatie
0,1
Leeft van inkomen van een ander
13,5
Zonder inkomen
6,3
De aard van de problematiek van de cliënten van AMW/JMW was gerelateerd aan (%) Inkomen en financiën
35,4
Partnerrelatie
10,6
Buurtrelatie
10,4
Werk en maatschappelijke participatie
10,1
Opvoeding
6,8
Overige psychosociale (psychische) problemen
5,4
Geweld en misbruik
5,4
Huisvesting/wonen
4,5
Gezondheid(szorg)
2,0
Familierelatie
2,3
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 25
Maatschappelijke organisaties
2,2
Verwerking
1,8
Eenzaamheid
1,3
Identiteit
0,7
Scholing en opleiding
0,6
Verslaving
0,2
Cultuurverschil en discriminatie
0,3
Samenwerkingspartner top 12 AMW/JMW (%) Schuldhulpverlening (Kredietbank e.a.)
16,5
Sociale Dienst
12,4
Schoolmaatschappelijk werk
10,0
Thuiszorg
9,3
Sociaal raadsliedenwerk
8,4
Ambulante GGZ
7,8
Gezondheidszorg
7,1
Vrijwilligersorganisaties
4,2
ASHGZ
6,0
Woningbouwcorporaties
6,0
Huisarts
5,7
Politie
4,5
Overig
2,1
Dit overzicht geeft een vereenvoudigd beeld van de praktijk. Regelmatig vindt overleg plaats met meer dan één betrokken ketenpartner. Het registratiesysteem kent echter de beperking van slechts één netwerkpartner per situatie.
26 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Doorstroomoverzicht Schoolmaatschappelijk werk basisonderwijs In 2009 heeft het SMW
1164
In 2009 had het SMW
870
jongeren, ouders en andere betrokkenen geholpen. cliëntdossiers in behandeling. De handelingen die het AMW verricht, worden geregistreerd in het digitale cliëntdossier.
In 2009 heeft het SMW
11645
handelingen verricht in het kader van de hulpverlening. Deze handelingen betreffen: • huisbezoeken, • gesprek met cliënten op kantoor, • contact met ketenpartners over de cliëntsituatie (mondeling, schriftelijk of telefonisch), • contact met andere betrokkenen, bijvoorbeeld schuldeisers (mondeling, schriftelijk of telefonisch. Deze handelingen (onder de registratieterm ‘contact’) zijn de rekeneenheid voor de productieafspraken met de opdrachtgevers.
In 2009 zijn bij het SMW
473
jongeren aangemeld voor begeleiding.
In 2009 zijn door het SMW
543
cliëntdossiers afgesloten.
De aard van de problemen SMW op het reguliere basisonderwijs was gerelateerd aan (%) Opvoeding
27,1
Partnerrelatie
20,1
Relatie met school
13,1
Psychosociale problematiek
11,1
Werk en maatschappelijke participatie
7,2
School en opleiding
5,6
Verwerking
5,2
Geweld en misbruik
3,4
Gezondheid(szorg)
2,5
Familierelatie
1,6
Buurtrelatie
1,1
Identiteit
0,7
Verslaving ouders
0,7
Huisvesting
0,2
Maatschappelijke organisaties
0,2
Inkomen - financiën
0,2
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 27
Doorstroomoverzicht Schoolmaatschappelijk werk voortgezet onderwijs (SMT) In 2009 heeft het SMW
385
personen geholpen.
In 2009 had het SMW
380
cliëntdossiers in behandeling. De handelingen die het AMW verricht, worden geregistreerd in het digitale cliëntdossier.
In 2009 heeft het SMW
6198
handelingen verricht in het kader van de hulpverlening. Deze handelingen betreffen: • huisbezoeken, • gesprek met cliënten op kantoor, • contact met ketenpartners over de cliëntsituatie (mondeling, schriftelijk of telefonisch), • contact met andere betrokkenen, bijvoorbeeld schuldeisers (mondeling, schriftelijk of telefonisch. Deze handelingen (onder de registratieterm ‘contact’) zijn de rekeneenheid voor de productieafspraken met de opdrachtgevers.
In 2009 zijn bij het SMW
197
jongeren aangemeld voor begeleiding.
In 2009 zijn door het SMW
194
cliëntdossiers afgesloten.
Aard van de problematiek jongeren SMW voortgezet onderwijs (%) Psychosociale problemen
33,8
Opvoeding
12,8
School en opleiding
10,0
Partnerrelatie
8,2
Relatie met school
7,8
Geweld en misbruik
7,3
Familierelatie
7,3
Verwerking
4,1
Werk en maatschappelijke participatie
3,2
Identiteit
1,4
Verslaving
1,4
Gezondheid(szorg)
0,9
Buurtrelatie
0,9
Inkomen - financiën
0,9
28 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Overzicht Sociaal raadsliedenwerk Aantal handelingen (contacten) in het kader van de dienstverlening SRW
Handelingen SRW
2006
2007
2008
2009
8081
9701
10287
11341
Deze handelingen betreffen: spreekuurcontact met cliënten, huisbezoeken, contact met ketenpartners over de cliëntsituatie (mondeling, schriftelijk of telefonisch), contact met andere betrokkenen, bijvoorbeeld gemeentelijke instanties (mondeling, schriftelijk of telefonisch). Deze handelingen (onder de registratieterm ‘contact’) zijn de rekeneenheid voor de productie-afspraken met de opdrachtgevers. Onderwerpen dienstverlening SRW (%) Sociale zekerheid Arbeid
16,4 1,1
Belastingen
46,7
Huisvesting
11,9
Consumentenzaken Juridische zaken
5,1 11,5
Familierecht
1,0
Onderwijs
0,7
Gezondheid
5,6
Cliëntprofiel Sociaal raadsliedenwerk Loondienst / ziektewet Bron van inkomsten( %) Werkeloosheidsuitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering
35,9 4,4 8,6
AOW/pensioen
21,4
Bijstandsuitkering
24,3
Zelfstandig inkomen
0,5
Studiefinanciering
1,8
Ander / geen inkomen
3,1
Inkomensklasse (%) Minimum inkomen
71,4
Minimum inkomen tot inkomensgrens zorgtoeslag
27,7
Hoger inkomen
0,9
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 29
Leeftijdsopbouw (%) Tot 25 jaar
11,3
25 tot 35 jaar
19,6
35 tot 45 jaar
23,2
45 tot 55 jaar
17,3
55 tot 65 jaar
10,2
65 jaar en ouder
18,4
Samenlevingsverband (%) Alleenstaand zelfstandig wonend
49,4
Eenouderhuishouden
16,9
Samenwonend paar met / zonder kinderen
29,4
Elders verzorgd
0,9
Alleenstaand inwonend bij ouders
3,4
Etnische herkomst (%) Nederland
62,9
Suriname / Antillen
4,5
Europa
4,9
Turkije
3,5
Marokko
5,7
Overige landen
30 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
18,5
Medewerkers Op 31 december 2009 waren bij Maatschappelijk Werk Walcheren 56 personen werkzaam in de volgende functies: • Maatschappelijk werker • Schoolmaatschappelijk werker • Sociaal raadslid • Sociaal dienstverlener • Medewerker secretariaat • Receptioniste/telefoniste • Senior Algemeen maatschappelijk werk • Senior Schoolmaatschappelijk werk • Senior Sociaal raadsliedenwerk • Teammanager • Project- en informatiemanager • Beleidsmedewerker • Divisiemanager Het aantal ingezette fte over de disciplines was als volgt: Algemeen maatschappelijk werk incl. Jeugdmaatschappelijk werk:
21,2 fte
Schoolmaatschappelijk werk:
7,3 fte
Sociaal raadsliedenwerk:
2,8 fte
Leeftijdsopbouw 18-25 jaar
9%
25-25 jaar
41%
35-45 jaar
20%
45-55 jaar
13%
55-65 jaar
18%
Personeelsverloop In 2009 zijn negen maatschappelijk werkers en één sociaal raadsman in dienst getreden. In het verslagjaar is een gewaardeerd collega van Maatschappelijk werk overleden. Eén van de maatschappelijk werkers heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt na een dienstverband van veertig jaar. Daarnaast zijn er zes medewerkers uit dienst getreden na verhuizing, beëindiging tijdelijk contract of het aanvaarden van een andere baan. Ziekteverzuim 6,6% (exclusief zwangerschapsverlof ) Klachten In 2009 zijn drie klachten ingediend door cliënten en naar tevredenheid afgehandeld.
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 31
32 | Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren
Divisiemanager Maatschappelijk Werk Walcheren
Voorzitter Raad van Bestuur Zorgstroom
Richten en inrichten
Secretaresse Project- en informatiemanager
Ondersteunen en adviseren
Zorgstroom: Automatisering, HRM Administratie en Facilitaire dienst
Algemeen maatschappelijk werk Algemeen maatschappelijk werkers
Sociaal raadsliedenwerk Sociaal raadslieden Sociaal dienstverleners
Schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werkers
Administratieve ondersteuning: • Coördinator secretariaat • Receptionistes/telefonistes
Senior AMW / coördinator Porthos
Senior SRW
Senior SMW
Beleidsmedewerker
Toerusten en verbeteren
Organisatiestructuur Maatschappelijk Werk Walcheren
Teammanager MWW
Colofon Concept en realisatie Maatschappelijk Werk Walcheren i.s.m. Breemhaar Tekst en De Vries Communicatie Centrum Tekst en redactie Breemhaar Tekst, bureau voor tekst en redactie Opmaak De Vries Communicatie Centrum Fotografie Lawalata Fotografie Drukwerk De Vries Communicatie Centrum
Jaarverslag 2009 Maatschappelijk Werk Walcheren | 33
Sint Sebastiaanstraat 12 4331 PL Middelburg Tel. 0118 75 14 00 Leliënlaan 1 4382 PB Vlissingen
Maatschappelijk Werk Walcheren is onderdeel van
300493 DE VRIES COMMUNICATIE CENTRUM ZIERIKZEE
Tel. 0118 44 88 44