Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
“Een blik op MVO Onder Glas”
Pagina | 3
Een blik op MVO Onder Glas Rapport aan Samengesteld door Status Versie Datum
: Deelnemende glastuinbouwbedrijven en Productschap Tuinbouw : Remco van der Hoeven, Johan van Geest (Florpartners) : Concept : 6.0 : 8 november 2010
© 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van Florpartners. No part of this publication may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission by Florpartners.
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6 7
Inleiding ................................................................................................... 7 1.1 Inleiding en doelstelling ............................................................................ 7 1.2 Deelnemende bedrijven ......................................................................... 11 1.3 Profiel van de bedrijven .......................................................................... 13 Strategie ................................................................................................ 15 2.1 MVO in visie, missie en doelstellingen ................................................... 15 2.2 MVO Kwesties ......................................................................................... 17 2.3 Gebruik MVO verslag .............................................................................. 19 People.................................................................................................... 21 3.1 Werken aan interne organisatie ............................................................. 21 3.2 Verzuim- en verlooppercentage ............................................................. 21 3.3 Betrokkenheid personeel vergroten ....................................................... 23 3.4 Scholing personeel .................................................................................. 23 3.5 Minderheden .......................................................................................... 25 3.6 Medewerkersvrijwilligerswerk................................................................ 25 Planet .................................................................................................... 27 4.1 Optimaliseren van processen ................................................................. 27 4.2 Duurzamer en efficiënter energieverbruik ............................................. 27 4.3 Onderzoek en ontwikkeling .................................................................... 28 4.4 Telers in hun omgeving ........................................................................... 29 Profit ..................................................................................................... 31 5.1 Profit meer dan winst in geld.................................................................. 31 5.2 Subsidies ................................................................................................. 31 5.3 Telers geven dichtbij ............................................................................... 31 Conclusies en aanbevelingen .................................................................. 33 Bijlage .................................................................................................... 39
Pagina | 5
1
1.1
Inleiding
Inleiding en doelstelling
Voor u ligt de derde groepsrapportage ‘MVO Onder Glas’. Dit rapport geeft inzicht in de stand van zaken van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) op 50 teeltbedrijven. MVO speelt een steeds belangrijkere rol in de tuinbouw. Duurzaam ondernemen is geen modegril maar een noodzakelijke en kansrijke ontwikkeling voor de Nederlandse tuinbouw. De Nederlandse glastuinbouw kan mondiaal een leidende rol gaan spelen op het gebied van MVO. Dat MVO geen modegril is, blijkt wel uit de vele berichten in de media, congressen en seminars over dit onderwerp. Ook is er voor de glastuinbouw een MVO certificaat ontwikkeld en wordt er volop gediscussieerd over de wijze waarop er niet wordt gecommuniceerd vanuit de sector. Het Productschap Tuinbouw, FresQ, Ecosystems en CSR Academy hebben in 2008 de rapportagetool ‘MVO Onder Glas’ ontwikkeld waarmee het mogelijk is om op bedrijfsniveau inzichtelijk te maken op welke manier tuinbouwondernemers bezig zijn met MVO. In de winter van 2009/2010 is gewerkt aan een nieuwe versie. Het resultaat is een rapportagetool om tot een overzichtelijker MVO jaarverslag te komen én snel een benchmark te maken om de eigen MVO resultaten te vergelijken met collega’s. Florpartners is voor het derde achtereenvolgende jaar in gesprek gegaan met glastuinbouwbedrijven om de ontwikkelingen en activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te bespreken. De oorspronkelijke groep van 25 deelnemers is uitgebreid met nog eens 25 deelnemers. De gesprekken resulteren voor de deelnemers in: een vergelijking met andere bedrijven (benchmark); inzicht in de rapportagetool om tot een MVO jaarverslag te komen; een gespreksverslag met verbeterpunten en tips, en; het rapport MVO Onder Glas Het Productschap Tuinbouw ondersteunt dit project met een financiële bijdrage.
Pagina | 7
De doelstelling van het project is tweeledig: 1. Het begeleiden van 50 bedrijven in de glastuinbouw bij het bepalen in hoeverre MVO is doorgevoerd door een benchmark. De ondernemers verkrijgen hiermee inzicht in de stand van zaken van MVO op hun bedrijf en handvatten om verbeteringen door te voeren. 2. Inzicht verkrijgen in de stand van zaken op het gebied van MVO bij 50 bedrijven in de glastuinbouw, waardoor input wordt verkregen voor externe communicatie. Het rapport wat nu voor u ligt is de groepsrapportage. De geïnterviewde bedrijven ontvangen deze groepsrapportage en een gespreksverslag met de resultaten van de benchmark, verbeterpunten, tips en gemaakte afspraken. De deelnemers maken zelf, met begeleiding, een MVO Jaarverslag 2009. Dit in tegenstelling tot vorig jaar waarin het jaarverslag voor de telers werd gemaakt. Deze groepsrapportage geeft inzicht in stand van zaken op het gebied van MVO bij 50 teeltbedrijven in de glastuinbouw. De onderdelen van deze rapportage zijn geselecteerd op basis van: Relevantie voor de deelnemende telers; Vergelijkbaarheid; Actualiteit; Relevantie voor externe communicatie; Niet vertrouwelijke informatie. Leeswijzer Verderop in dit hoofdstuk treft u het profiel van de deelnemende bedrijven aan. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op de strategie van de bedrijven ten aanzien van MVO. Hoofdstuk 3, 4 en 5 zijn gewijd aan de drie P’s van People, Planet en Profit. Hoofdstuk 6 geeft de conclusies en aanbevelingen. De grafieken in de rapportage zijn in aantallen (deelnemers) of percentages (van het aantal deelnemers). Waar mogelijk hebben we een vergelijk met vorig jaar weergegeven. Dit is niet in alle gevallen mogelijk, omdat alleen geput is uit de resultaten van de benchmark. Uit de benchmark zijn alleen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Verschillen tussen de jaren kunnen twee oorzaken hebben. Ten eerste kunnen bedrijven die voor het tweede of derde jaar deelnemen beleid hebben gewijzigd. Ten tweede zijn er 27 nieuwe deelnemers ten opzichte van vorig jaar. Daar waar opvallende verschillen zijn, zal dit worden toegelicht.
Pagina | 9
1.2
Deelnemende bedrijven
Pagina | 11
1.3
Profiel van de bedrijven
Het aantal deelnemers aan het project MVO Onder Glas is uitgebreid van 25 naar 50 deelnemers. Gedurende het project hebben drie deelnemers alsnog besloten dit jaar niet mee te doen en hebben geen benchmark of jaarverslag heeft ingevuld. Tijdgebrek was de belangrijkste reden. Deze rapportage heeft dus betrekking op 47 glastuinbouwondernemers. Bijna 40% van de bedrijven zijn sierteeltbedrijven, de overige ruim 60% zijn glasgroentebedrijven. Van de deelnemers is 1 deelnemer die volledig biologisch teelt. Hiernaast zijn er bedrijven die gedeeltelijk EKO producten telen. De gemiddelde bedrijfsgrootte is 11 hectare. De bedrijven variëren van 1,4 tot 53 ha. De bedrijven zijn verspreid over heel Nederland, in de verschillende greenports. De deelnemers zijn een afspiegeling van de Nederlandse Glastuinbouw sector. Wel moet opgemerkt worden dat met name vooruitstrevende bedrijven meedoen aan het project.
Pagina | 13
Waarom Onderneemt u Maatschappelijk Verantwoord? Deze vraag is gesteld aan de individuele ondernemers tijdens het bespreken van de resultaten van de benchmark 2009
2008
Cultuur (motivatie en betrokkenheid van personeel)
49%
68%
Reputatie (lokaal imago)
60%
68%
Marktvergroting en communicatie richting klanten
55%
56%
Productiviteit (innovatie en efficiëntie van processen)
45%
52%
Werving (contacten met nieuwe medewerkers)
21%
40%
Idealisme
23%
32%
Figuur 1: Motivatie voor MVO
Tip 1: Benoem MVO in missie: MVO is niet iets voor erbij, maar maakt onderdeel uit van de dagelijkse activiteiten en de strategie van het bedrijf. Bijvoorbeeld, een duidelijke milieuvriendelijke of sociale profilering kunnen marktkansen en kostenbesparingen opleveren en uw bedrijfsnaam versterken.
Visie van Lans Westland:
2
Strategie
Is MVO een onderdeel van uw bedrijfsstrategie? Deze overkoepelende vraag komt in dit hoofdstuk aan de orde. Bekeken is of MVO opgenomen is in de visie, missie en doelstellingen. Verder is gevraagd welke kwesties ten aanzien van MVO spelen en wat men communiceert richting de belanghebbenden (stakeholders). 2.1
MVO in visie, missie en doelstellingen
Waarom Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Een belangrijke vraag is waarom glastuinbouwondernemers Maatschappelijk Verantwoord (willen) Ondernemen? Wat is hun achterliggende motivatie? Ten opzichte van vorig jaar is een lichte verschuiving waar te nemen. De belangrijkste redenen voor glastuinbouwondernemers om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is met het oog op de markt. Hiernaast lijkt de reputatie (het lokale imago) ook van groot belang voor de ondernemers. Hiernaast is de cultuur op het bedrijf een motivatie om MVO toe te passen. Over het algemeen kunnen we concluderen dat ondernemers het van belang vinden dat investeringen (in tijd en geld) in Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen terug te zien zijn in het rendement van het bedrijf. MVO in visie en missie? MVO gaat over de balans vinden tussen de drie dimensies People, Planet en Profit. Een bedrijf heeft een rol in de maatschappij, maar moet natuurlijk ook winst maken om te kunnen blijven investeringen in die maatschappij. De helft van de deelnemende bedrijven heeft een visie, strategie c.q. beleid geformuleerd ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Procentueel is dit gelijk aan vorig jaar. Door een visie, strategie en/of beleid te formuleren op het gebied van MVO maken de glastuinbouwondernemers duidelijk waar MVO aan hun bedrijf waarde toevoegt. Vorig jaar is geconcludeerd dat het vastleggen van MVO in de visie of missie van een bedrijf niet automatisch een garantie is, dat deze bedrijven meer of minder bezig zijn met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen dan bedrijven die niets op papier hebben vastgelegd. Datzelfde beeld zien we dit jaar.
Pagina | 15
Tip 2: Benoem doelstellingen en indicatoren: Prestatie-indicatoren op het gebied van MVO kunnen gericht zijn op: Energieverbruik in kJ per ha Waterverbruik in m3 Totaal gewicht afval in kg Verzuimpercentage Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer
Net als voorgaande jaren is de deelnemers gevraagd naar de belangrijke kwesties die spelen op MVO gebied. Hieronder de resultaten. 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2007 2008 2009
Als toekomstig issue wordt door een aantal deelnemers water genoemd. Zij verwachten dat de “Water Foodprint” in de glastuinbouw nog een grote rol gaat spelen.
Doelstellingen en prestatie-indicatoren vastleggen MVO verankeren in het bedrijf vraagt om een strategische aanpak. Hier hoort ook het formuleren van doelstellingen en prestatie-indicatoren bij. Het formuleren van doelstellingen en prestatie-indicatoren creëert bewustzijn onder het personeel. 15 van de 50 glastuinbouwondernemers hebben ook daadwerkelijk doelstellingen vastgelegd. Hier kan nog een inhaalslag gemaakt worden door de deelnemers. Glastuinbouwondernemers hebben de belangrijkste cijfers op gebied van Planet (energiegebruik- en kosten) en People (arbeidsuren en -kosten) wel helder in beeld. Met name omdat dit tevens de twee grootste kostenposten voor de glastuinbouwondernemers zijn. Deze cijfers worden ook veelal vergeleken in excursieen teeltgroepen. Op deze manieren vergelijkt de glastuinbouwondernemer zichzelf met collega-ondernemers en heeft hij hiervoor een referentiepunt. 2.2
MVO Kwesties
Net als voorgaande jaren is de deelnemers gevraagd naar de belangrijke kwesties die spelen op MVO gebied. Om te kunnen vergelijken met andere jaren worden de cijfers procentueel uitgedrukt. Opvallend is het feit dat de kwesties milieu, voedselveiligheid en ruimtelijke ordening na een hoge score vorig jaar, dit jaar opvallend laag ‘scoren’. Ruimtelijke ordening heeft vaak te maken met nieuwbouwprojecten. In verband met de lage rendementen is er afgelopen jaar niet veel geïnvesteerd in nieuwbouw van kassen. Milieu zeggen de meeste ondernemers goed op orde te hebben en men verwacht geen grote veranderingen. De druk rond MRL (maximum residulevel) is dit jaar vanuit de supermarkten verminderd, waardoor de aandacht voor voedselveiligheid ook iets is afgenomen. Wanneer gevraagd wordt naar de toekomstige issues, zijn CO2, energie en arbeid issues die veelvuldig genoemd worden. Met name de gevolgen van het CO2sectorsysteem en de onregelmatigheden in de levering van CO2 (door OCAP) zijn oorzaken voor het issue ‘CO2’. Energiegebruik en de daarmee verbonden kosten is de laatste jaren een issue wat een steeds grotere (financiële) impact heeft op de bedrijfsvoering van de glastuinbouwondernemers. De toenemende aandacht voor water wordt ook een aantal keer genoemd als toekomstig issue. Een deelnemer verwacht dat we in de toekomst naast een CO2 foodprint ook een waterfoodprint krijgen.
Pagina | 17
Roland Kling, Red Star “Red Star merkt dat er nog niemand vraagt naar een bepaalde vorm van verantwoording op het gebied van MVO (een jaarverslag). Dit uiteraard buiten de certificaten die door afnemers worden geëist.
Tip 3: Communicatie Een MVO-verslag geeft u en geïnteresseerden op een gestructureerde wijze inzicht in de bedrijfsprestaties op het gebied van MVO.
Otwin van Geest, Geest Orchideeën
Richard van der Berg, BergPeppers: “Een lastig punt blijft het communiceren van een productiewijze dat resulteert in het schoonste en veiligste product van de wereld. We doen zoveel goede dingen en maken zulke mooie producten, het is gewoon knap dat we als sector een slecht imago kunnen creëren”.
“Het MVO Onder Glas Jaarverslag kan gaan dienen als blauwdruk van het gehele bedrijf.”
2.3
Communicate over MVO
Aangezien MVO, transparantie en verantwoording hand in hand gaan met elkaar, is communicatie over MVO belangrijk. Op de vraag of er naast het MVO Jaarverslag ook in één of meerdere communicatie-uitingen aandacht besteed wordt aan MVO antwoordt 60% met ja. Met name op de websites van de deelnemers of via persberichten wordt aandacht besteed aan MVO. Wanneer de websites van de ondernemers bekeken worden, wordt met name gecommuniceerd over de manier waarop de producten worden geteeld (Planet). Slechts een enkele deelnemer communiceert over People of Profit? Van de deelnemers die afgelopen jaar hebben deelgenomen hebben slechts 5 van de 25 deelnemers hun MVO Jaarverslag ook daadwerkelijk gebruik. Een enkeling heeft het verslag besproken met bank, auditor van certificering of medewerkers. Belangrijke conclusie is dat het communiceren over MVO nog onvoldoende leeft bij glastuinbouwondernemers. Ook is er geen directe vraag vanuit de omgeving om over MVO te communiceren bij de deelnemers. Het MVO Jaarverslag wordt nog onvoldoende als communicatie-instrument gezien of ingezet. Met name onder de deelnemers in de voedingstuinbouw wordt aangegeven dat de afzetorganisaties waarvan de deelnemers lid zijn, MVO communiceren richting de markt. Hier wordt door de afnemers (met name grote retail organisaties) veel aandacht aangegeven middels certificeringen (o.a. Global GAP, Nurture’s, etc). Vaak wordt in deze certificeringen ook het thema People meegenomen. In de sierteeltsector is de ervaring van de deelnemers dat er vanuit de markt nagenoeg geen vraag is naar duurzaamheidscertificaten. Wanneer het op lokale/individuele stakeholders aankomt (banken, leveranciers, omwonenden), vinden de deelnemers dat de verantwoordelijkheid ten aanzien van de communicatie van MVO wel bij hen ligt. MVO Jaarverslag wordt niet als communicatie instrument ingezet Communicatie gaat niet alleen over transparantie bieden en verantwoording afleggen over uw beslissingen maar ook over imago en reputatie. Geconcludeerd kan worden dat glastuinbouwondernemers moeite hebben met verslaglegging van MVO en communicatie over hoe men maatschappelijk verantwoord onderneemt. Het MVO jaarverslag kan meer en beter worden ingezet als communicatiemiddel. .
Pagina | 19
Tip 4: Functieomschrijvingen Het is belangrijk voor medewerkers om een heldere functieomschrijving te hebben en duidelijke afspraken te maken over hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Dit geeft aan wat er van hen verwacht wordt, maar in samenspraak met de ondernemer geeft dit hen ook de ruimte zelf met ideeën te komen en betrokken te raken bij de bedrijfsvoering.
Stefan Oussoren, Kwekerij Oussoren “Om plaats te bieden aan hoger opgeleiden moet je medewerkers een uitdaging kunnen bieden”.
Ook biedt het de ondernemer de ruimte om duidelijke en afgebakende taken te delegeren en meer te sturen op resultaat ipv inzet (uren). Deelnemers is gevraagd of zij onderstaande activiteiten op personeelsgebied binnen de organisatie van toepassing zijn. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Ja Nee
Tip 5: voorkom verzuim Verzuim kan meerdere oorzaken hebben, zowel lichamelijk als psychisch. Beide type verzuim kunnen ten dele voorkomen worden. Bijvoorbeeld door medewerkers een gezonde balans te bieden tussen werk en privé, medewerkers inspraak te geven in hun werkindeling, een gezonde en veilige arbeidsomstandigheden te bieden en medewerkers de ruimte geven om met eigen ideeën bij te dragen aan het bedrijf.
3
3.1
People
Werken aan interne organisatie
Meer nadruk op People Net als in 2008 zijn grote investeringen in duurzame technologieën uitgebleven en hebben de deelnemende glastuinbouwondernemers stevig ingezet op de ontwikkeling van de personele organisatie. Er is meer bewustwording gecreëerd onder het personeel van een goede balans tussen opbrengst en kosten. Dit is bereikt door middel van meer interne communicatie met medewerkers. In veel gevallen wordt er aandacht geschonken aan (financiële) cijfers en het efficiënter werken en hoe besparingen zijn te realiseren. Bijna driekwart van de deelnemende bedrijven geeft aan dat zij een vertrouwenspersoon binnen de organisatie hebben. Dit is niet in alle gevallen een officieel benoemd persoon te zijn. Daarnaast heeft ruim 80% van de deelnemende bedrijven een schriftelijke functieomschrijving met duidelijke taken en verantwoordelijkheden. Bij 86% van de deelnemende glastuinbouwondernemers worden jaarlijkse functioneringsgesprekken gehouden. Ten opzichte van vorige jaar is dit percentage licht gedaald.
3.2
Verzuim- en verlooppercentage
Een laag verzuimcijfer brengt minder kosten met zich mee. Het groepsverslag van vorig jaar berekende dat 1 verzuimdag 2,5 keer het brutosalaris kost. De deelnemers is gevraagd naar het verzuim percentage ten opzichte van het gemiddelde uit de branche. 75% geeft aan dat het verzuim onder het gemiddelde uit de glastuinbouw ligt. Dit betreft het verzuim onder de vaste medewerkers. Hierbij is geen rekening gehouden met de grote aantallen uitzendkrachten die in de glastuinbouw actief zijn. Onder de deelnemende bedrijven is ook een lager verlooppercentage dan gemiddeld in de sector. Ruim 85% geeft aan onder het gemiddelde van 2,5% te zitten. Een lager verloop van medewerkers brengt minder wervings- en inwerkkosten met zich mee. Het nadeel van een laag verloop is dat de instroom (van jongeren) wordt bemoeilijkt.
Pagina | 21
Kees Stijger Tuinbouwbedrijf Kees Stijger “De focus binnen het bedrijf ligt bij People. Het personeel wordt geïnformeerd middels een kwartaalverslag. Hierin worden de productie- en financiële cijfers toegelicht. Ook worden verzuimcijfers gecommuniceerd. Dit betreft ook de uitzendkrachten. Scholieren krijgen speciale aandacht middels een te laat top-10 of de beste smoes voor het te laat komen. Ik merk dat dit verslag de betrokkenheid van de mensen stimuleert.”
Henry Stolk, StolkPlants StolkPlants biedt medewerkers een MBO-opleiding aan. “We binden hiermee onze medewerkers aan het bedrijf. Door hoger opgeleid personeel kunnen we het kennisnivau van de organisatie omhoog trekken.”
Kwekerij van Adrichem en Gebr. Van Duijn hebben samen met de ondernemers in de omgeving Steenbergen een traject opgestart om een praktijkgerichte opleiding op maat aan te bieden. Dit in samenwerking met 'Het Prinsentuin College'. Dit initiatief onder de naam Tuinbouwklas bekend.
Een aantal deelnemers voert een actief ziekteverzuimbeleid. Een voorbeeld hiervan: werknemers ontvangen een ziekteverzuimbonus aan het begin van het jaar. Bij elke ziektedag wordt er een bedrag van de bonus gehaald. Op deze manier worden de ‘maandagochtend ziektes’ vermeden. Een ander voorbeeld is het geven van extra vrije dagen bij niet ziek zijn.
3.3
Betrokkenheid personeel vergroten
Er zijn vele manieren om verloop en/of verzuim tegen te gaan. Medewerkers de ruimte geven om eigen ideëen aan te dragen is hier één van. Om de betrokkenheid verder te verhogen kunnen bedrijven de medewerkers de ruimte geven tijdens het werkoverleg mee te denken over de bedrijfsvoering. Door medewerkers inspraak te geven in de bedrijfsvoering, in hun werkindeling en hen de ruimte bieden om met ideeën te komen, wordt hun plezier in het werk vergroot. Zo wordt de betrokkenheid van de mensen bij het bedrijf verhoogd. Ruim 90% van de deelnemers geeft aan medewerkers inspraak te geven. Een open verstandhouding met medewerkers en hen de mogelijkheid geven om hun mening te geven zal bijdragen aan hun tevredenheid en betrokkenheid bij het bedrijf en dus ook hun productiviteit. Dit kan structureel in kaart worden gebracht door het houden van een medewerkerstevredenheid onderzoek. Wanneer dit jaarlijks wordt gedaan, kunnen ontwikkelingen goed in kaart gebracht worden. Nu wordt in slechts enkele gevallen struktureel de medewerkerstevredenheid gemonitord middels een onderzoek. Veelal wordt het besproken tijdens het functioneringsgesprek. 3.4
Scholing personeel
Opleidingen en cursussen zorgen voor persoonlijke ontwikkeling van medewerkers en kunnen daarmee de kwaliteit van de organisatie verder vergroten. Ruim 80% geeft aan dat er trainingen en cursussen worden gevolgd, daar vallen ook verplichte cursussen als BHV en EHBO onder. Bij een aantal deelnemers vinden alleen de verplichte cursussen plaats.
Pagina | 23
Tip 6: betrokkenheid bij omgeving Betrokken zijn bij uw omgeving maakt onderdeel uit van MVO en gaat over alle activiteiten en middelen waarmee een bedrijf vrijwillig een bijdrage levert aan de lokale samenleving. Denk hierbij aan het inzetten van medewerkers die vrijwillig voorlichting geven aan scholen over energiegebruik, helpen bij het opknappen van een clubhuis.
Stagiaires Ruim 90% van de deelnemers biedt stageplekken aan. Vorig jaar lag dit percentage nog op 75%. Toch ervaren de tuinbouwondernemers het vinden van goede stagiaires als lastig. ok wordt de kwaliteit van de stagiaires als zeer matigt gezien. Dit betekent dat maar een beperkt deel van de stageplaatsen wordt ingevuld. Het aanbieden van stageplaatsen aan jongeren geeft hen de mogelijkheid om te leren in de praktijk en zich verder te ontwikkelen. Bovendien kan een stagiair(e) de ondernemer nieuwe inzichten verschaffen door hun nieuwe frisse blik en zijn/haar recent verkregen kennis of een nieuwe medewerker opleveren.
3.5
Minderheden
Naast het aanbieden van stages is ook de vraag gesteld of de deelnemers medewerkers aan het werk hebben, die doelgroepen vertegenwoordigen die verder van de arbeidsmarkt afstaan. Dit zijn bijvoorbeeld lichamelijk of verstandelijk gehandicapten, chronisch zieken, ex-gedetineerden of vroegtijdig schoolverlaters. (Re-) integratie van deze doelgroepen is ook maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bovendien, zo leert de praktijk, zijn deze mensen vaak zeer gemotiveerd en zorgen voor een goede sfeer op de werkvloer. 40% van de deelnemers geeft aan mensen met een beperking aan het werk te hebben. Voorbeelden die genoemd zijn, zijn WAjongeren, doven en verstandelijk beperkten.
3.6
Medewerkersvrijwilligerswerk
Eén op de 5 bedrijven geeft medewerkers de ruimte in werktijd een bijdrage te leveren aan de maatschappij, zogenaamd medewerkersvrijwilligerswerk. Dit percentage ligt vrij hoog. Landelijk zijn hier geen cijfers van beschikbaar.
Pagina | 25
De inzet van duurzame energiebronnen en toepassingen voor efficiënter energieverbruik zijn enorm belangrijk, ook gezien de relatief hoge kosten en afhankelijkheid. Hieronder een overzicht van de toepassingen: 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2009 2008 2007
Figuur xx
Tip 7: Berekening uw CO2-productie en uitstoot De helft van de deelnemende kwekers berekent de CO2-uitstoot van het bedrijf en neemt vervolgens maatregelen om deze uitstoot te verlagen. De EU heeft het Europese CO2-handelssysteem (EU-ETS) opgezet. Het EU-ETS verplicht bedrijven met meer dan 20 MW opgesteld vermogen om deel te nemen aan EU-ETS. De deelnemende bedrijven krijgen via EU-regels een bepaalde hoeveelheid CO2-rechten toegewezen. Is de daadwerkelijke CO2-uitstoot hoger dan de verkregen rechten dan moeten er CO2-rechten worden bijgekocht. Momenteel wordt er een CO2-sectorsysteem opgezet voor de glastuinbouw voor bedrijven met een lager vermogen dan 20 MW. In 2011 en 2012 gaat dit CO2sectorsysteem draaien. In 2013 wordt gekeken of het sectorsysteem gekoppeld kan worden aan het EU-ETS. Indien nodig wordt het CO2-sectorsysteem hier op aangepast. U kunt uw CO2 uitstoot berekenen met behulp van de CO2 emissietool. Deze tool is te vinden via de website van het Productschap Tuinbouw.
4
4.1
Planet
Optimaliseren van processen
Het optimaliseren van met name teeltgerelateerde processen hebben alle deelnemers goed in de vingers. Dit heeft tot gevolg dat er strak gestuurd wordt op het verbruik van energie (elektra en gas) en andere middelen als meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Naast het in de hand houden van de kosten draagt dit ook bij aan een minimaal gebruik van fossiele brandstoffen en andere milieubelastende middelen. Van de deelnemende bedrijven geeft 60% aan dat het gasverbruik per hectare lager ligt dan gemiddeld, bij een vergelijkbare teelt. Wanneer dit elektriciteitsverbruik betreft geeft ook 60% aan in vergelijking met gelijke bedrijven minder elektriciteit te verbruiken. hebben. De verklaring hiervoor is dat deelnemende bedrijven moderner dan gemiddeld zijn. 4.2
Duurzamer en efficiënter energieverbruik
Het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen staat nog steeds hoog op de maatschappelijke agenda. Dit geldt ook voor de glastuinbouwsector. (Doelstelling: 100% gebruik maken van duurzame energiebronnen in 2040, uit: Greenport(s) Visie 2040, oktober 2008). Zoals in figuur xx is aangegeven werken de deelnemers van MVO Onder Glas hard aan deze doelstellingen. Een WKK, energieschermen, rookgascondensor, biologische (geïntegreerde) gewasbescherming en het gebruik van warmteopslagtanks is bij het merendeel van de deelnemers in de bedrijfsvoering toegepast. De inzet van duurzame energiebronnen en toepassingen voor efficiënter energieverbruik zijn enorm belangrijk, ook gezien de relatief hoge kosten en afhankelijkheid. De inzet van (eigen voorzieningen in) duurzame energiebronnen is dus niet alleen maatschappelijk gezien van belang, maar ook een bedrijfseconomisch aspect.
Pagina | 27
Derde aardwarmtebron in Nederlandse glastuinbouw In Pijnacker is met succes de 3e Nederlandse aardwarmte boring afgerond bij de firma Ammerlaan Grond & Hydrocultuur. Door Adegeest Kasverwarming word een complete aardwarmteenergieruimte gemaakt voor het overbrengen van de warmte in de kas en de naastgelegen complexen. In de energieruimte is ruimte voor het plaatsen van in totaal 5 warmtewisselaars. De bron verwarmt na ingebruikname niet alleen de kassen maar tevens een zwembad een schoolgebouw, de plaatselijk sporthal met de inpandige sportschool. De aanvang van het aardwarmte energiecentrum is reeds begonnen. Bron: www.agf.nl, 9 november 2010
Voorbeeld 3: Gebr. Van Duijn Het bedrijf van Gebr. Van Duijn in Sirjansland en omliggende andere glastuinbouwbedrijven zijn verenigd in Sir United. Deze telers hebben gezamenlijk gewerkt aan een ontwikkelingsplan voor hun glastuinbouwgebied, maar maken ook gezamenlijke afspraken, voorbeeld over het aangezicht van het bedrijf of met afvalafvoerbedrijven. Ze spreken gezamenlijk met gemeente, omwonenden en andere belangenden. Met als doel: acceptatie voor hun bedrijfsvoering in de omgeving, ruimte voor de bedrijven om te groeien en het zeker stellen van het gebied als glastuinbouwlocatie.
Tip 8: Overleg met Stakeholders Overleg met Stakeholders (op een informele manier) kan problemen oplossen of de verstandhouding verbeteren. Het biedt mogelijkheden om verwachtingen en meningen over specifieke (MVO gerelateerde) kwesties op elkaar af te stemmen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het voeren van overleg met omwonenden over lichthinder.
4.3
Onderzoek en ontwikkeling
Ruim 50% van de deelnemers besteedt tijd en/of geld aan onderzoek en ontwikkeling van duurzame (energie) toepassingen. Dit betreft vaak onderzoeken gericht op het besparen van energie tijdens het teeltproces, zoals gebruik van aardwarmte. Door de slechte rendementen over 2009 is dit percentage lager dan in de jaren ervoor. Bovendien zijn de bestedingen lager.
4.4
Telers in hun omgeving
Stakeholders zijn belanghebbenden van een bedrijf, die verwachtingen koesteren, belangen hebben en eisen stellen aan de onderneming. De ondernemers is gevraagd of zij overleggen met (groepen van) stakeholders (bijvoorbeeld omwonenden, andere tuinders, of andere instellingen in de buurt) over eventuele positieve of negatieve effecten die zij ondervinden van de activiteiten van het bedrijf. Ruim 80% geeft aan op regelmatige basis overleg te voeren met de diverse stakeholders in de omgeving. Dit levert een goede relatie op en wederzijds begrip. Tevens kan dit de risico’s van de bedrijfsvoering verkleinen, doordat het imago van het bedrijf positief beïnvloed wordt. Enkele deelnemers zijn met omliggende glastuinbouwbedrijven verenigd om gezamenlijk de belangen te behartigen (zie ook voorbeeld 3).
Pagina | 29
Onderstaand een overzicht van ontvangen subsidies: Subsidies Productiemiddelen (bijvoorbeeld machines) GMO Personeel (scholingenarbeidsomstandigheden) Colland / PT Milieu besparende investeringen (fiscaalvoordeel) MEI / MIA / GLK Innovaties (demoregeling) LNV / PT
2007 2008 12 14
2009 22
7
7
13
18
17
31
6
1
7
Uit de antwoorden blijkt dat de deelnemers met name regionaal en lokaal sponsoren: Sponsoring
2008
2009
maatschappij lokaal
20
36
maatschappij regionaal
4
14
maatschappij nationaal
5
5
maatschappij internationaal
3
0
5
5.1
Profit
Profit meer dan winst in geld
Vorig jaar is door de deelnemers veel tijd geïnvesteerd in het professionaliseren van de organisatie. Dit moet leiden tot een hogere productiviteit, efficiëntere processen en minder fouten. Een hogere tevredenheid en betrokkenheid van de medewerkers wordt als een belangrijk bijkomend voordeel gezien. Om goed te kunnen sturen op de resultaten van deze professionaliseringsslag is het meten en registreren van belang. Daarnaast is het noodzakelijk om ook normen en doelen vast te leggen. Zoals uit paragraaf 2.1 blijkt hebben de belangrijkste cijfers op gebied van Planet (energiegebruik- en kosten) en People (arbeidsuren en -kosten) wel helder in beeld. Concreet benoemde doelstellingen op gebied van tevredenheid en betrokkenheid van personeel kunnen slechts door een enkele deelnemer worden benoemd. 5.2
Subsidies
De deelnemers is gevraagd naar de verschillende subsidies die zij ontvangen hebben in 2009. Er wordt door de deelnemers volop gebruik gemaakt van fiscaal voordeel door milieu besparende investeringen (MIA, MEI en Groenlabelkas) . We zien dat investeringen in nieuwe ontwikkelingen, duurzame productiemiddelen en innovaties niet alleen maatschappelijk verantwoord zijn, maar ook financiële voordelen opleveren voor de ondernemer. Zo zorgt automatisering / robotisering in combinatie met scholing / opleiding voor een hogere medewerker tevredenheid en daarmee voor betere arbeidsprestaties. Milieu ontlastende maatregelen zorgen voor een betere imago richting de maatschappij en investeringen in WKK of energieschermen ook voor energiebesparing.
5.3
Telers geven dichtbij
De deelnemers besteden hun sponsorgeld voornamelijk lokaal. Vooral aan (eigen) kerk en lokale (sport-) verenigingen en stichtingen. Sponsoring bestaat vaak naast geld ook uit producten of uren door de ondernemer. Vorig jaar hebben de deelnemers aangegeven dat zij dit jaar kritischer zouden kijken naar de uitgaven aan sponsoring. Het lijkt erop dat met name de bestedingen nationaal en internationaal op een lager niveau liggen dan in voorgaande jaren. Lokaal blijft de sponsoring (financieel en in product) op niveau. De indruk bestaat dat de hoogte is teruggebracht.
Pagina | 31
6 6.1
Conclusies en aanbevelingen Onbewust bekwaam Pagina | 33
De deelnemers erkennen dat MVO steeds belangrijker wordt en dat het geen modegril is. De deelnemers geven aan dat zij moeite hebben om hun bedrijfsactiviteiten- en gedragingen te koppelen aan MVO. Veelal ondernemen zij wel maatschappelijk verantwoord, echter het concreet benoemen wat ze dan voor MVO activiteiten doen valt niet mee. Zij erkennen echter dat MVO steeds belangrijker zal worden en doen daarom mee met MVO Onder Glas. 6.2
MVO voor markt en imago:
De belangrijkste redenen voor glastuinbouwondernemers om Maatschappelijk Verantwoord te Ondernemen zijn met het oog op de markt en de reputatie (het lokale imago) van de ondernemers. 6.3
Borging van MVO in de organisatie vraagt aandacht:
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is bij de meeste bedrijven nog niet geborgd binnen de organisatie. De helft van de deelnemers hebben MVO wel benoemd in hun visie en/of missie, echter er is vaak geen beleid op gemaakt door het benoemen van doelen en activiteiten. Verder worden medewerkers onvoldoende betrokken bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Om toekomstbestendig te zijn is het belangrijk dat bedrijven MVO beleid formuleren en dit ook daadwerkelijk invoeren. Zo worden de deelnemers bewust bekwaam. 6.4
Communicatie over MVO blijft lastig:
Ondernemers hebben moete om MVO te communiceren binnen hun eigen organisatie en richting de diverse stakeholders. Vaak gaat het (alleen) over de duurzame teeltwijze. De P van People en Profit wordt zeer beperkt meegenomen in communicatie uitingen, terwijl hierover weldegelijk voldoende is te melden. De telers uit de voedingstuinbouw laten de communicatie over MVO vaak nog over aan hun afzetorganisaties. De ondernemers in de sierteelt geven aan dit op individuele basis te (moeten) doen. Beide ervaren dat de vraag vanuit de markt naar een brede duurzame verantwoording nog beperkt is. Voor de siertelers geldt dat de vraag naar certificeringen afneemt en voor de glasgroentetelers geldt dat ze het aantal certificaten terug willen brengen.
6.5
Personeel meer betrekken, ook bij MVO
Bij xx van de bedrijven lag ook in 2009 de focus op verbetering van de interne organisatie. Het verloop en verzuim ligt bij de deelnemers lager dan gemiddeld in de sector. Verbeterpunten liggen bij het betrekken van medewerkers bij de invulling en uitvoering van het MVO beleid. Het meten van tevredenheid middels bijvoorbeeld een enquête gebeurt nog niet structureel. Om de betrokkenheid te vergroten worden opleidingen aangeboden.
6.6
Duurzaam en efficiënter energieverbruik:
De inzet van duurzame energiebronnen en toepassingen voor efficiënter energieverbruik zijn enorm belangrijk, ook gezien de relatief hoge kosten en afhankelijkheid. De bedrijven zetten dan ook diverse toepassingen in: WKK, energieschermen, rookgascondensor, biologische (geïntegreerde) gewasbescherming en het gebruik van warmteopslagtanks is bij het merendeel van de deelnemers in de bedrijfsvoering toegepast. Het grootste deel van de deelnemers volgt de ontwikkelingen van het gebruik van aardwarmte nauwlettend. Een van de deelnemers heeft geïnvesteerd in het gebruik van aardwarmte.
6.7
Ondernemers en hun omgeving:
Ruim 80% van de ondernemers heeft regelmatig overleg met de diverse stakeholders in de omgeving. Het resultaat is een goede relatie en wederzijds begrip voor de bedrijfsvoering. En dus van positieve invloed op het imago van het bedrijf. 6.8
Subsidies vooral fiscaal
Er wordt door de deelnemers volop gebruik gemaakt van fiscaal voordeel door milieu besparende investeringen. Door de deelnemers is het afgelopen jaar minder geinvesteerd dan in voorgaande jaren. Met name fiscale voordelen zijn meerjarig, hierdoor zijn er geen grote verschillen tussen de jaren. 6.9
Telers geven dichtbij
De deelnemers besteden hun sponsorgeld voornamelijk lokaal. Vooral aan (eigen) kerk en lokale (sport-) verenigingen en stichtingen. De deelnemers zijn kritischer gaan kijken naar de bestedingen op gebied van sponsoring. Met name sponsoring nationaal en internationaal liggen op een lager niveau.
Pagina | 35
6.10
Licence to Operate
Voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen geldt dat People, Planet en Profit hand in hand moeten gaan. Extra inspanningen op het gebied van MVO moeten zich terug kunnen vertalen in een beter rendement. Pagina | 37
Vanuit de omgeving wordt de druk verhoogd om duurzaam te ondernemen. Maar het blijft een kip en ei verhaal. Is iedere duurzame afweging een economische beslissing, of moet je juist bij iedere economische beslissing een duurzame afweging maken? Een aantal deelnemers streeft naar een verplichting van het MVO jaarverslag of een MVO certificaat. In ieder geval zullen we elkaar positief moeten beïnvloeden, een verplichting wordt niet door iedereen als positief ervaren. De rode draad is dat MVO een ‘Licence to Operate’ en daarmee een randvoorwaarde zal worden. Gezien de economisch situatie zullen de investeringen in de glastuinbouw voornamelijk liggen bij People. Innovaties op het gebied van Planet komen hiermee in een vertraging. Dit terwijl ook het terugdringen van de CO2-uitstoot (de ‘Carbon Footprint’) voor de glastuinbouw een enorme uitdaging voor het komende decennium zal zijn.
7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Bijlage
Bedrijf Fa. Gebr. Van der Valk Fa. Nic Overgaag & Zn. Tuinbouwbedrijf Kees Stijger Kwekerij Vedder Han van der Helm P. Solleveld vof Powergrow Fa. T & E van Ruijven Gebr. Van Onselen Kwekerij De Grevelingen* Kwekerij Oussoren Kwekerij 't Woudt Lans Westland Pleun Struijk VD Holland VieVerde Hartman Van Duijn Kwekerij de Hooge Woert J.L.M. van der Meijs Kwekerij van Adrichem Kwekerij Helderman Kester-Weijs Agro Care Os Quality Products Zwingrow Red Star Ron Zwinkels* Spruyt Paprika Kwekerij Bergpeppers VOF Barendse Freesia Esperit Plant Kwekerij de Groot BV Leen Middelburg Chrysanten Van der Hoorn Orchideeën Scholtes Rozen StolkPlants Van den Berg Roses* Van Uffelen Flowers Ter Laak Orchideeën BV Van Geest Orchideen Kwekerij Zwethlande SolisPlant BiJo RijnPlant Hydrocultuur Ammerlaan GJ van der Wel Holsteijn Flowers KP Holland Boomaplant
Contactpersoon Martien van der Valk Nico Overgaag Kees Stijger Jan Willem Vedder Han van der Helm Geurt Solleveld Sem van Zijl Tino van Ruijven Arjan van Onselen Arnold Groenewegen Stefan Oussoren Paul van Koppen Wilko Wisse Pleun Struijk Arnaud van Dijk Ed Classens Willem Hartman Pleun van Duijn Johanna Zwinkels Jos van der Meijs Geert van Adrichem Ruud Helderman Samir Bouzalmad Bas Hanemaayer Alex van Os Alex Zwinkels Roland Kling Kwekerij R. Zwinkels Robert Spruyt Piet v.d. Berg Mathieu Barendse Jan van Geest Leon de Groot Leo Middelburg Maurice van der Hoorn Ronald Scholtes Henry Stolk Arie vd Berg Marco van Uffelen John Barendse Otwin van Geest Erik Persoon Rene van Dop Ellen van Doorne Michel van Rijn Menno Ammerlaan Mario van der Wel Leo Holsteijn Suzanne den Breejen Benno van Luijk
Product Paprika Paprika Tomaat Aubergine Komkommer Paprika Paprika Paprika Aubergine Tomaat Tomaat Tomaat Tomaat Komkommer Paprika Komkommer Divers Aubergine Paprika Paprika Tomaat Paprika Tomaat Tomaat Tomaat Paprika Tomaat Paprika Paprika Paprika Freesia Potplanten Potplanten Chrysant Potplanten Rozen Potplanten Rozen Chrysant Potplanten Potplanten Potplanten Potplanten Groente Potplanten Potplanten Tomaat Gerbera Potplanten Potplanten
Plaats Vierpolders De Lier Honselersdijk s-Gravenzande Nootdorp s-Gravenzande De Kwakel Kwintsheul s-Gravenzande Sirjansland Zevenhuizen Schipluiden Maasdijk Nootdorp Wervershoof Castenray Sexbierum Oosterland Bleiswijk De Lier Steenbergen Middenmeer De Lier Maasdijk Poeldijk Naaldwijk De Lier Tinte De Lier Kwintsheul s-Gravenzande s-Gravenzande Langeweg Maasdijk Ter Aar Kwintsheul Bergschenhoek Delfgauw Maasland Wateringen De Lier Honselersdijk s-Gravenzande s-Gravenzande De Lier Pijnacker s-Gravenzande De Lier Naaldwijk Monster
* deze deelnemers hebben tijdens het project besloten alsnog niet deel te nemen.
Deelname 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2009-2010 2008-2009 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2009-2010 2009-2010 2009-2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2008-2009-2010 2009-2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
Pagina | 39