Handleiding
Maatjesproject voor allochtone vrouwen Deze handleiding is een hulpmiddel voor gemeenten, en andere organisaties, die participatie van allochtone vrouwen willen bevorderen door het inzetten van vrijwillige maatjes. Voor handleiding zijn verschillende bestaande maatjesprojecten als inspiratiebron gebruikt. Door de projecten te analyseren op overeenkomsten en verschillen was het mogelijk om ingrediënten van een maatjesproject aan te passen en over te nemen maar ook aan te geven welke keuzes mogelijk zijn. De handleiding heeft daarom het karakter van een ‘keuzemenu’ voor het succesvol vormgeven en implementeren van een maatjesproject voor allochtone vrouwen.
Iedereen een maatje Maatjesprojecten zijn in Nederland de laatste jaren erg populair. Er zijn voor verschillende doelgroepen vele maatjes- en mentoraatsprojecten opgezet. Bijvoorbeeld voor jongeren, vluchtelingen, gehandicapten, kinderen, minderjarige asielzoekers, chronisch zieken, exgedetineerden, thuislozen, psychiatrische patiënten, vrouwen die gevlucht zijn naar een anoniem adres etc. Dat Nederlanders zich graag op zo’n directe en persoonlijke manier voor hun medeburgers willen inzetten, blijkt onder andere uit de “Sociale Agenda”, een initiatief van de Volkskrant. Het plan om zoveel mogelijk Nederlanders aan de onderkant van de samenleving een mentor te geven, die hen de weg wijst naar een baan of een opleiding, eindigde als nummer één van de 30 plannen voor een beter Nederland. Ook de praktijk wijst uit dat mensen zich op deze manier graag inzetten voor een ander. Organisaties en projecten die op zoek zijn naar maatjes hoeven meestal niet veel moeite te doen om voldoende vrijwilligers te vinden. Door een maatjesrelatie wordt de deelnemer zich meer bewust van de eigen mogelijkheden binnen de Nederlandse samenleving. Het levert ook iets voor de vrijwilliger, namelijk het beter leren kennen van mensen met een andere achtergrond. Een maatjesrelatie heeft de volgende kenmerken: • Persoonlijk contact (één op één) • Geregisseerde koppeling • Ontmoetingen tijdens een afgebakende periode. • Individuele ondersteuning, afgestemd op het niveau en de leefwereld van de deelnemer Maatje, mentor, coach en buddy zijn bekende benamingen voor vrijwilligers in maatjesprojecten. Deze termen worden in specifieke projecten nog aangepast of vervangen door nieuwe, zoals inburgeringscoach, taalvrijwilliger, v-coach, begeleidende Sam, WegWijzer, buddy, vrijwilligersmaatje, et cetera. Meer weten over maatjesprojecten: www.mentorprojecten.nl
1 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Van visie naar uitvoering Vrijwillige maatjes inzetten voor activering en begeleiding van allochtone vrouwen is een logische stap in de concrete invulling van de gemeentelijke visie op participatie van allochtone vrouwen. Om zo’n visie makkelijker te kunnen formuleren zijn diverse hulpmiddelen ontwikkeld, zoals de Toolkit Participatie en Routeplanner Inburgering en Participatie Allochtone vrouwen. De Toolkit Participatie (www.toolkitparticipatie.nl) is een set van instrumenten die gemeenten helpt bij het ontwikkelen of aanscherpen van beleid voor de emancipatie en integratie van vrouwen en meisjes uit etnische minderhedengroepen. Een aanvulling op de Toolkit is de Routeplanner Inburgering en Participatie Allochtone vrouwen (www.handreikinginburgeringgemeenten.nl), ontworpen door de Frontoffice Inburgering. Deze publicaties bieden kaders voor een traject dat resulteert in een integrale visie op en beleid voor inburgering en participatie van allochtone vrouwen, inclusief een implementatieagenda.
Maatjes allochtone vrouwen Vrijwilligers als maatjes of mentoren maken steeds vaker ook allochtone vrouwen wegwijs in de Nederlandse samenleving en in de Nederlandse taal. In maatjesprojecten voor deze doelgroep komen de volgende ingrediënten steeds terug: • Eén of meerdere initiatiefnemers • Vaststelling van het doel • Vaststelling van de doelgroepen • Bepaling samenwerkingspartners • Werving deelneemsters • Toerusting deelneemsters • Werving vrijwilligers • Uitwerking taken vrijwilligers • Toerusting vrijwilligers • Vorming en ondersteuning koppels • Afsluiting en vervolg Alle genoemde ingrediënten zijn in deze handleiding op onderstaande manier beschreven: • Een korte inleiding geeft een antwoord op de vraag: Waar hebben we het over? • Weergave van verschillende keuzemogelijkheden • Concrete voorbeelden uit de praktijk staan in een tekstkader • Tips voor de uitvoering zijn te vinden onder de figuur Ter verduidelijking: in deze tekst noemen we de mensen waarop het project zich richt (doelgroep) deelneemsters; de vrijwillige maatjes noemen we vrijwilligers.
Initiatiefnemer Bij een maatjesproject gericht op allochtone vrouwen kunnen verschillende organisaties en instellingen optreden als initiatiefnemer. De initiatiefnemer kleurt het project in en bepaalt de aanpak. De bestaande deelnemers van de organisatie vormen meestal de doelgroep van het project. De kans is groot dat in uw gemeente ten minste één organisatie bezig is met een maatjesproject dat (deels) gericht is op allochtone vrouwen. Daarom loont het de moeite om eerst een inventarisatie te maken van bestaande projecten. Resultaat is een lijst van potentiële initiatiefnemers en partners voor een toekomstig project.
2 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
De volgende organisaties kunnen bezig zijn met een maatjesproject voor allochtone vrouwen: • Vrijwilligerscentrale • Welzijnsorganisatie • Vrijwilligersorganisatie (of de lokale afdeling) • Taalinstelling • Thuislesorganisatie • Kerkvereniging • Migrantenorganisatie • Vrouwenorganisatie • •
• • •
•
De projectleider van het Utrechtse project Samen Voortburgeren is Alleato, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling van de provincie Utrecht. In het project Actief voor elkaar werken samen Naar een grotere Wereld is een samenwerkingsproject van het Internationaal Vrouwencentrum Nijmegen, Vrijwilligerscentrale Nijmegen en Enzovoort Innovatie in Emancipatie. Het project Extra hulp bij de Nederlandse taal is een initiatief van Humanitas, afdeling Groningen. In Actief voor elkaar is het projectleiderschap in handen van Stichting Vluchtelingen Werk Drenthe. Veel thuislesorganisaties zoals Leer- en Ontmoetingsproject voor Vrouwen (LOV) Rotterdam, VOP Utrecht of Stichting Ontmoeting Buitenlandse Vrouwen (OBV) Den Haag zijn te vinden op de website www.taallesaanhuis.nl Bij Gilde SamenSpraak verzorgen vrijwilligers, veelal 50-plussers, informele taallessen voor anderstaligen. Gilde SamenSpraak is actief in circa zeventig gemeenten; zie www.gildesamenspraak.nl.
Veel organisaties en projecten richten zich op dit moment op de doelgroep allochtonen vrouwen. Door een actueel overzicht, heldere regie en intensive samenwerking kun je een ‘concurrentiestrijd’ en een ‘overkill’ van projecten voor dezelfde doelgroep voorkomen.
Doel project Formuleer een helder doel, en maak onderscheid tussen hoofd- en subdoelstellingen. Een hoofddoel is meestal abstracter, subdoelen zijn juist concreter. Daarnaast worden de doelstellingen per project vertaald naar concrete resultaten. Hieronder een aantal voorbeelden van hoofd- en subdoelen: • Participatie bevorderen • Zich beter thuis laten voelen in de eigen omgeving • Kansen in de samenleving vergroten • Wegwijs maken in de Nederlandse maatschappij • Zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden voor een actievere maatschappelijke participatie • Zelfredzaamheid bevorderen • Ontmoeting tussen twee culturen creeeren • Kennis laten maken met de Nederlandse taal en/óf de Nederlandse (werk)cultuur • Leren van de taal op verschillende niveaus, zoals o Alfabetisering o Als aanvulling op een taalcursus o Als vervolg op inburgeringscursus
3 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Het project Allochtone vrouwen actief heeft de volgende doelstellingen: • Ontmoeting tussen twee culturen • Educatie door gezamenlijke uitstapjes • Taal oefenen Het einddoel is dat alle vrouwen aan het eind van het jaar een vrijwilligersplek en indien gewenst een werkplek hebben, in hun woonomgeving. Doel van het project SamSam is als volgt geformuleerd: Een vrijwilliger met een niet-Nederlandse achtergrond kan zelfstandig vrijwilligerswerk verrichten in een Nederlandse organisatie. Subdoelen: • benutten van kwaliteiten en mogelijkheden van de deelnemers • verbeteren van taal- en communicatieve vaardigheden • actieve deelname aan de Nederlandse samenleving • mogelijke opstap naar andere activiteiten zoals opleiding en werk
Een maatjesproject is een goed instrument om participatie van allochtone vrouwen te verbeteren maar het is geen wondermiddel. Wees niet te ambitieus.
Bepaling doelgroep deelneemsters Vrouwen uit etnische minderheden (vooral de Turkse en Marokkaanse vrouwen) hebben op veel terreinen een achterstand, vergeleken met zowel de autochtone vrouwen als met de mannen uit hun eigen groep. Dat blijkt uit de SCP-publicatie Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden. De Sociale Atlas laat ook zien hoe divers en heterogeen de groep is. Gemeentes waar veel mensen uit etnische minderheden wonen beschikken meestal over demografische gegevens die benut kunnen worden voor een nadere bepaling van de doelgroep van een maatjesproject. Het LOV verzorgt taalles aan huis speciaal voor vrouwen die zich niet goed zelfstandig kunnen redden in de Nederlandse samenleving en niet deelnemen aan activiteiten buiten de deur omdat ze dat niet kunnen, mogen of durven. Project Samen Voortburgeren is voor vrouwen die klaar zijn met taallessen van Bureau Inburgering of het ROC, maar verder willen oefenen in Nederlands spreken. Doelgroep van het project Actief voor elkaar zijn allochtonen die vrijwilligerswerk kunnen gebruiken voor: • maatschappelijke participatie • een opstap naar betaald werk (stage) • Een opstap naar vervolg educatie Het project Allochtone vrouwen actief is voor ‘vrouwen die de Nederlandse taal enigszins machtig zijn’. Het project Van wonen naar Leven in Nijmegen is bedoeld voor vrouwen met buitenlandse afkomst die vallen onder de groep oudkomers.
4 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Sommige maatjesprojecten zijn gericht op een doelgroep waarin allochtone vrouwen een subgroep vormen, zoals: • Inburgeraars • Oudkomers • Allochtonen • Vluchtelingen • Mensen met een uitkering • Werklozen • Analfabeten • Mensen in een sociaal isolement Ook binnen de groep allochtone vrouwen is het mogelijk een onderscheid te maken op basis van verschillende criteria, zoals: • Alfabetisme • Taalniveau • Opleidingsniveau • Mate van inburgering Daarnaast kunnen voor de deelname aan een specifiek project aanvullende eisen gesteld worden, zoals: • Bekendheid met het fenomeen ‘vrijwilligerswerk’ • Gemotiveerd zijn om vrijwilligerswerk te doen • De Nederlandse taal in voldoende mate beheersen
Zorg voor afbakening van de doelgroep door heldere selectiecriteria te formuleren.
Bepaling samenwerkingspartners Meestal wordt een maatjesproject uitgevoerd binnen een samenwerkingsverband. Diverse partnerorganisaties krijgen verschillende rollen en verzorgen verschillende delen van het traject, zoals werving en training. Wie de samenwerkingspartners zijn wordt grotendeels bepaald door de doelstelling en de doelgroep van het project. Als het doel is om allochtone vrouwen te begeleiden naar vrijwilligersorganisaties, dan is de lokale vrijwilligerscentrale een logische keuze. Als het (mede) gaat om de doelgroep vluchtelingen, dan is een lokale vluchtelingenorganisatie de juiste samenwerkingspartner. Alle organisaties die eerder als mogelijke initiatiefnemers zijn genoemd zijn tevens potentiële samenwerkingspartners. • •
•
In Zwijndrecht werken het Vrijwilligers Servicebureau en het Da Vinci College samen in het project Sam Sam. In het project Actief voor elkaar werken Stichting Vluchtelingen Werk Drenthe, Vrijwilligerscentrale Assen, Alescon (Bureau Nieuwkomers), Enova (Emancipatiebureau Drenthe) en I2D samen. Naar een grotere Wereld is een samenwerkingsproject van het Internationaal Vrouwencentrum Nijmegen, Vrijwilligerscentrale Nijmegen en Enzovoort Innovatie in Emancipatie.
5 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Stem de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de partnerorganisaties goed af en legt het vast in een overeenkomst. Zorg voor korte communicatielijnen tussen de partnerorganisaties.
Werving deelneemsters Waar vind je potentiële deelneemsters? Hoe maak je ze enthousiast voor de deelname aan het project? Een groep die weinig in de samenleving participeert en vooral in de eigen kring verkeert, lijkt ‘onzichtbaar’ voor de maatschappelijke instellingen. Een andere belemmering bij het benaderen en informeren van de groep is de slechte beheersing van de Nederlandse taal. Deze belemmeringen betekenen echter niet dat mensen geen interesse hebben in deelname aan projecten. Door deze initiatieven kan voor de deelneemster een hele nieuwe wereld open gaan. Het voelt misschien in het begin wat onwennig maar zorgt tevens voor een grote motivatie. 1 Onderzoek wijst uit dat vrouwen die op een of andere wijze deelnemen aan activiteiten of actief worden als vrijwilliger hier veel baat bij hebben. Het geeft hen het gevoel nuttig te zijn en ze krijgen meer zelfvertrouwen. Het is goed voor hun zelfontplooiing en de sociale contacten en voorkomt dat ze te geïsoleerd leven. Ook kan het de kans op werk vergroten. Werving van deelneemsters kan via de volgende kanalen: • Via via • Consulenten van de gemeente (sociale dienst, unit inburgering) • Andere vrijwilligers (bruggenbouwers) • Onderwijsinstellingen waar NT2 wordt gedoceerd • Buurthuizen • Ouder-Kind-Centra • Migrantenorganisaties (van vrouwen) • Thuislesorganisaties • Gilde SamenSpraak • Basisscholen • Maatschappelijk Werk • Via de media (vooral gericht op de omgeving van de doelgroep) In het toekomstige project Niet dromen, maar doen! zijn de projectpartners voornemens potentiële deelneemsters te werven via bruggenbouwers (vrijwilligers) en diverse prikkelende activiteiten. Deze activiteiten hebben 3 belangrijke kenmerken: een persoonlijk contact, perspectiefvol handelen en aansluiten bij de leefwereld van de deelneemsters. Voorbeelden van activiteiten: • Kleinschalige team-oefenbijeenkomsten, bijvoorbeeld ‘in gesprek met de leerkracht’ of ‘invullen belastingformulier’ • Voorlichting door gastsprekers uit eigen etnische groepen over uiteenlopende onderwerpen • Huisbezoek, spreekuur, inloopochtenden • Ontmoetingen binnen informele netwerken en met paraprofessionals en intermediairs • Peergroupbenadering, onder meer via kunst, debat en muziek Het project Naar een Grotere Wereld is bedoeld voor vrouwen die al activiteiten volgen bij het Internationaal Vrouwencentrum (IVC) en de wens hebben nog actiever in de samenleving te participeren.
1
Zie SCP publicatie Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden (SCP, Den Haag, maart 2006)
6 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Bij de twee thuislesorganisaties OBV Den Haag en LOV Rotterdam is de werving van nieuwe deelneemsters o.a. een taak van de wijkcontactvrouw. Een wijkcontactvrouw is een allochtone of autochtone vrijwilligster die mensen in de eigen wijk goed kent en bezoeken brengt aan buitenlandse vrouwen die Nederlands willen leren.
Verplichte deelname aan een project werkt niet; alleen gemotiveerde mensen staan garant voor het succes. Zorg waar mogelijk voor gratis kinderopvang; dat verlaagt de drempel voor moeders enorm
Toerusting deelneemsters Afhankelijk van het doel kan een maatjesproject een trainingsaanbod voor de deelneemsters als onderdeel hebben. De deelneemsters kunnen bijvoorbeeld een training volgen die hen bewuster maakt van de eigen capaciteiten of hen voorbereid op het functioneren in een (vrijwilligers)organisatie. De training is altijd afgestemd op het taalniveau van de deelneemsters. Ook zijn er regelmatig materialen beschikbaar, zoals een logboek, portfoliomateriaal of informatiemateriaal over Nederland. Daarnaast zijn er vaak bijeenkomsten voor de deelneemsters en vrijwilligers waarin zij onderling ervaringen uitwisselen en thema’s bespreken. Voorbeelden van trainingsaanbod: • Voorbereidende lessen op de school • Assertiviteitstraining, kookles, conversatieles, opvoeden tussen twee culturen, sport • Computerles, fietsles, workshop make-up, naailes Deelneemsters van het project Naar een Grotere Wereld volgen een training Empowerment van Enzovoort dat bestaat uit de volgende modules: • Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik • De positie van vrouwen in de Nederlandse samenleving • Waarden en normen, leven in twee culturen • Sociale vaardigheden, opkomen voor jezelf • Kennismaken met de sociale kaart en belangrijke instellingen • Maken van portfolio en eigen stappenplan De trajecten van het project Van Wonen naar Leven in Nijmegen duren gemiddeld anderhalf jaar. De lesneemsters krijgen naast de taalles thuis trainingen over de Nederlandse cultuur en begeleiding bij het vinden van een stageplek (vrijwilligerswerk). Bij het project Samen Voortburgeren bepalen de deelneemsters samen met Cumulus de thema’s van de modules. Zo heeft bijvoorbeeld een deelneemster het thema milieuvriendelijk huishouden ingebracht.
Betrek de deelneemster bij het bepalen van de thema’s voor de trainingsmodules.
7 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Werving vrijwilligers De maatjes van allochtone vrouwen zijn meestal vrouw. Ze zijn te vinden in verschillende maatschappelijke milieus. Zo richt Gilde Samenspraak zich op 50-plussers die hun kennis en ervaring op informele wijze overdragen op anderen (tijdens informele conversatielessen). Ook veel studenten vinden dit soort vrijwilligerswerk aantrekkelijk, omdat: • het interessant is om mensen uit andere culturen te ontmoeten • het flexibel is; je maakt afspraken wanneer het jou (en je maatje) goed uitkomt. Actieve werving van nieuwe vrijwilligers is soms niet nodig. Er zijn veel mensen die graag ‘iets’ willen doen op het terrein van inburgering en integratie en zelf op zoek gaan naar een organisatie waar ze actief kunnen worden. Een maatjesproject biedt hen een mogelijkheid om hun maatschappelijk engagement op een concrete en leuke manier tot uiting te brengen. Mogelijke wervingskanalen van vrijwilligers zijn: • Vrijwilligerscentrale • Bestaande vrijwilligers • Voormalige deelneemsters die zelf vrijwilligers worden • Gilde • Via de deelneemsters • Via hogescholen en universiteiten • Media en free publicity Een deelneemster van de individuele taalondersteuning van de Humanitas afdeling Groningen kwam haar vrijwilligster eerder tegen in Groningen. De deelneemster vroeg haar om taallessen en toen zijn ze samen naar Humanitas Groningen gegaan, omdat bekend was dat daar de kennis, ervaring en begeleiding aanwezig zijn.
De vrijwilligersbron waaruit alle vrijwilligers initiatieven putten is beperkt; ga zorgvuldig om met vrijwilligers.
Taak vrijwilligers Vrijwilligers moeten weten waaraan ze zich committeren als ze ‘ja’ zeggen. Een helder takenpakket is de basis om verwachtingen goed op elkaar af te stemmen. De duur van het maatjesschap verschilt per project, meestal tussen drie maanden en een jaar. De contactfrequentie verschilt maar is meestal één maal per week. Vrijwilligers kunnen verschillende taken hebben, bijvoorbeeld: • Samen met de deelneemster op pad om een opdracht uit te voeren • Met de deelneemsters converseren en de omgeving verkennen (bezoek aan de bibliotheek, het wijkcentrum, een museum of de schouwburg) • Bemiddeling bij vrijwilligerswerk voor de deelneemster Bij het project Sam Sam maken de begeleidende Sam (vrijwilliger) en de lerende Sam (deelneemster) kennis bij het Vrijwilligers Service Bureau in Zwijndrecht. Bij OBV en LOV introduceert de wijkcontactvrouw de vrijwilligster bij de leesneemster.
8 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
In het project Samen op pad zijn vrijwilligers ‘taalmaatjes’ die met de deelnemers de buurt en de stad in gaan om de opdrachten met behulp van audiovisuele middelen uit te voeren. ‘Vrijwilligersmaatje’ in het project Niet dromen maar doen! heeft de volgende taken: e e • Begeleiding 1 bezoek en 1 gesprek bij organisatie • Taal oefenen • Coachen naar vrijwilligerswerk • Begeleiden oriëntatie-excursies • Begeleiding ‘on the job’ • Begeleiding in nazorgtraject • Buurtverkening: met het oog op vrijwilligerswerk
Ga pas over tot uitbreiding van een bestaand takkenpakket als mensen gemotiveerd zijn om een nieuwe taak op zich te nemen. Leg in het begin samen met de vrijwilliger en de deelneemster het traject vast zodat het voor iedereen helder is.
Toerusting vrijwilligers Vrijwilligers als maatjes hebben geen uitgebreide training nodig. Ze zijn geen hulpverleners maar vrijwilligers die hun persoonlijke werk- en levenservaring inzetten. Afhankelijk van de taken die ze krijgen is het wel handig op sommige punten deskundigheidsbevordering aan te bieden. Bijvoorbeeld als de vrijwilliger de taak heeft om zijn protégé naar vrijwilligerswerk te bemiddelen. Daarnaast is het belangrijk dat cursusmateriaal voorhanden is. Mogelijke trainingsmodules voor vrijwilligers: • Een korte cursus om praktische handvatten aan te reiken • Een workshop over bemiddeling naar vrijwilligerswerk • Interculturele communicatie • Vaardigheden als coach • Omgaan met een anderstalige Andere soorten ondersteuning: • Een aantal keer per jaar met deelneemsters bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen • Aanwezigheid van professional bij het kennismakingsgesprek tussen vrijwilliger en deelneemster; daarna stand-by ondersteuning door professional • Begeleiding van organisatie bij de afsluiting van het traject • Ondersteuning op het gebied van lesgeven en lesmateriaal • Reiskostenvergoeding en onkostenvergoeding De introductiecursus van LOV bestaat uit verschillende onderdelen en neemt twee dagen of drie avonden in beslag. De cursus behandelt allereerst beeldvorming en interculturele communicatie. Vervolgens leer je hoe je als lesgeefster aansluit bij de mogelijkheden, de belevingswereld en de leerwensen van je lesneemster. Er wordt ingegaan op de rol van de wijkcontactvrouw, onder begeleiding van wie de lesgeefster kennis zal maken met de lesneemster. Nadat deze koppeling heeft plaatsgevonden volgt het laatste cursusonderdeel: leren werken volgens Thuis in Taal, het lesmodel van het LOV, en kennis maken met het Kennisplein, de plaats waar het lesmateriaal te vinden is.
9 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
In het project Actief voor elkaar volgen vrijwilligers (v-coaches) een door VluchtelingenWerk Nederland ontworpen training met als onderdelen: • Interculturele communicatie • Normen en waarden op de werkvloer in verschillende culturen • Werving deelnemers
Biedt een training niet verplicht aan, maar als keuzemogelijkheid. Voor sommige vrijwilligers is deskundigheidsbevordering een stimulans om mee te doen.
Koppels maken en ondersteunen De koppeling van de vrijwilliger en de deelneemster gebeurt meestal door een intermediair op een neutraal terrein, bijvoorbeeld bij de uitvoerende organisatie. Eerst wordt een intakegesprek met de deelneemster gedaan. De wijkcontactvrouw, projectleider, consulent van de vrijwilligerscentrale of een andere ‘koppelaar’ houdt rekening met de achtergrond en interesses van de vrijwilliger en de deelneemster en het taalniveau van de deelneemster. Beide partijen kunnen aangeven dat ze een ander maatje willen. De gemaakte koppels zijn in principe zelfstandig. Wel is enige vorm van ondersteuningen wenselijk, bijvoorbeeld: • Gezamenlijke bijeenkomsten van vrijwilligers en deelnemers gericht op ervaringsuitwisseling • Een belronde om te vragen hoe het gaat Maatjesprojecten zijn gebaseerd op een vertrouwensrelatie. Daarom is het soms moeilijk voor vrijwilligers en deelneemsters om zo’n relatie na verloop van tijd te beëindigen. Het van tevoren doornemen van het traject met de vrijwilliger en de deelneemster zorgt in ieder geval voor de duidelijkheid. Het bieden van een vervolg maakt het afscheid minder pijnlijk.
Koppel op maat en niet willekeurig; bekijk eerst of de vrijwilliger en deelneemster bij elkaar passen. . Het maken van afspraken is cultureel bepaald. Daarom is het belangrijk dat de coördinator al in het begin duidelijk aangeeft dat het belangrijk is dat de deelnemer stipt is
Afsluiting en vervolg De afronding van het traject en de doorstroming van de deelneemsters verschilt per traject en soms ook per deelneemster. Nadat het traject is afgerond stroomt de deelneemster bijvoorbeeld door naar vrijwilligerswerk binnen de eigen organisatie of een andere vrijwilligersorganisatie. Als de deelneemster nog niet toe is aan vrijwilligerswerk kan zij eerst begeleid worden naar een andere (educatieve) activiteit, zoals een cursus van een activiteitencentrum. Ook zijn er projecten met een deelneemstervolgsysteem. Doel van dit systeem is inzicht krijgen in de resultaten van doorverwijzingen en doorstromingen van lesneemsters. De mooiste manier om het project af te ronden is om een vervolg aan te kunnen bieden aan vrijwilligster en deelneemster. Om een vervolg te kunnen regelen is het nodig tijdig in het traject een evaluatiemoment in te plannen.
10 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007
Het OBV in Den Haag heeft een cursistenvolgsysteem. Aan de hand hiervan achterhaalt het OBV in hoeverre de doorstroming in het kader van maatschappelijke participatie succesvol is. Aan het einde van het traject is bij Sam Sam in Zwijndrecht het volgende bereikt: 1. De begeleidende Sam heeft het contact afgebouwd 2. De lerende Sam is een zelfstandige vrijwilliger 3. Er is een contactpersoon in de vrijwilligersorganisatie
Wacht niet tot het eind van het traject om het vervolg te bespreken maar integreer dat eerder in het traject. Voor het succesvol doorstromen van de deelneemsters moet het hele traject verzorgd zijn, ook bij de ontvangende kant. Dat betekent dat de ontvangende (vrijwilligers)organisaties voldoende geschikte plekken aan deze doelgroep bieden en weten hoe ze met deze doelgroep moeten omgaan om ze te kunnen behouden.
11 Handleiding Maatjesproject voor allochtone vrouwen, MOVISIE, 2007