Beleidsplan WSW 2010-2013 Gemeenschappelijke Regeling Op/maat West-Friesland
Oktober 2009
Inhoudsopgave Samenvatting.............................................................................................................. 3 1. Inleiding ........................................................................................................... 5 1.1. Aanleiding .................................................................................................... 5 1.2. Situatie in West-Friesland ............................................................................ 5 2.
Visie ................................................................................................................. 7
3. Landelijke ontwikkelingen.................................................................................... 8 3.1. Nieuw beleid................................................................................................. 8 3.2. De gevolgen voor Op/maat .......................................................................... 8 4. 4.1 4.2
De plaats van Op/maat in het regionale arbeidsmarktbeleid.......................... 10 Het wettelijk kader ...................................................................................... 10 Regionaal arbeidsmarktbeleid .................................................................... 10
5. 5.1 5.2.
Versterking van de rol van de WSW-geïndiceerde ........................................ 12 Beleid Persoonsgebonden Budget (PGB) .................................................. 12 Cliëntenparticipatie..................................................................................... 12
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Beleid Wachtlijst............................................................................................. 14 Het wettelijk kader / landelijk beleid............................................................ 14 Vastgestelde visie ...................................................................................... 14 Evaluatie .................................................................................................... 14 Aanbevelingen commissie De Vries ........................................................... 16 Overwegingen ............................................................................................ 16 Voorstellen ................................................................................................. 17
7. Opdrachtverlening ............................................................................................. 18 7.1 Evaluatie beleid 2008-2009........................................................................ 18 7.2 Nieuw beleid 2010-2013............................................................................. 19 7.3 Voorstel ...................................................................................................... 20 8. 8.1 8.2 8.3
Prestatieafspraken ......................................................................................... 21 Evaluatie beleid 2008-2009........................................................................ 21 Nieuw beleid 2010-2013............................................................................. 22 Overige uitvoeringsaspecten...................................................................... 23
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Afkortingen en begrippen Samenvatting aanbevelingen commissie De Vries Kabinetsreactie op de aanbevelingen van commissie De Vries Rapport Deloitte Accountants B.V. m.b.t. quasi-inbesteding
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
2
Samenvatting Inleiding (hoofdstuk 1) In West-Friesland wordt de WSW uitgevoerd binnen de Gemeenschappelijke Regeling Op/maat. In 2007 is het Beleidsplan Modernisering Wet sociale werkvoorziening WestFriesland 2008-2009 geschreven. Dit plan is in de afgelopen twee jaar uitgevoerd en is qua visie op veel punten nog steeds actueel. Het voorliggende Beleidsplan WSW 2010 - 2013 borduurt hier dan ook op voort. Per 1-1-2009 had Op/maat 644 SE’s onder contract (inclusief begeleid werken), waarvan 638 SE’s gerealiseerd zijn met inwoners uit West-Friesland en 6 SE’s met inwoners van buiten West-Friesland. Bovenop de plaatsingen bij Op/maat, werken inwoners uit WestFriesland ook bij andere WSW-bedrijven. Per 1 januari 2009 ging het om 19 SE’s. De taakstelling voor alle negen gemeenten gezamenlijk is in 2009 met 10 SE’s gekrompen ten opzichte van 2008. Het budget voor 2010 bedraagt € 17,1 miljoen en de taakstelling voor Op/maat bedraagt 633,2 SE’s. Deze is 10 SE’s lager dan voor 2009. Visie (hoofdstuk 2) De visie van de West-Friese gemeenten t.a.v. de WSW zoals weergegeven in het Beleidsplan 2008-2009 is in essentie niet veranderd. Er zijn wel ontwikkelingen gaande in de sociale zekerheid, en met name het onderzoek van de Commissie De Vries lijkt zwaarwegende gevolgen te hebben voor de WSW. Landelijke ontwikkelingen (hoofdstuk 3) De commissie De Vries heeft eind 2008 het rapport “werken naar vermogen” gepresenteerd. Hierin stelt de commissie een stelselwijziging voor door de ontschotting van de bestaande sociale regelingen WSW, WWB en WIA / Wajong. De conclusies van de commissie De Vries worden breed ondersteund. Zowel het Kabinet als de VNG en het Divosa onderschrijven de aanbevelingen. Eind 2009 starten er vier soorten pilot-projecten om de aanbevelingen van de commissie in de praktijk te toetsen. Voor Op/maat is het belangrijk om de ingeslagen ontwikkeling naar een leer- werkbedrijf voor alle mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt te blijven volgen. De plaats van Op/maat in het regionale arbeidsmarktbeleid (hoofdstuk 4) De rol van Op/maat in het regionale arbeidsmarktbeleid wordt niet alleen bepaald door de expertise die de organisatie heeft op het gebied van re-integratie, maar wordt tevens ingegeven door de verwachte stelselveranderingen. Binnen het regionale arbeidsmarktbeleid gaat het hierbij vooral om het mogelijk maken dat meer mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt werk krijgen bij gemeenten en bedrijven en het verbeteren van de dienstverlening aan mensen met een arbeidsbeperking. Versterking van de rol van de WSW-geïndiceerde (hoofdstuk 5) De modernisering van de WSW heeft vooral tot doel om de positie van de WSWgeïndiceerde te versterken. De wetgever voorziet hierin door ondermeer het Persoonsgebonden Budget (PGB) en cliëntenparticipatie te introduceren. Het gebruik van het PGB wordt gezien als een middel om de zelfstandigheid van de cliënt te bevorderen. De participatie van de WSW-geïndiceerden is bij Op/maat geregeld in een Verordening Cliëntenparticipatie. De daaruit voortkomende cliëntenraad WSW behartigt de belangen van alle WSW-geïndiceerden ten aanzien van de regionale invulling van het WSW-beleid.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
3
Beleid wachtlijst (hoofdstuk 6) De gemeenten en het UWV hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het actief houden van mensen die in afwachting zijn van plaatsing bij Op/maat. De West-Friese gemeenten hebben ervoor gekozen om geen prioritering aan te brengen in het wachtlijstbeleid. Door de oplopende wachtlijst en krimpende taakstelling wordt het steeds lastiger om de activeringsinstrumenten in te zetten. Om de taakstelling optimaal te kunnen benutten hanteren de West-Friese gemeenten het zogenaamde solidariteitsprincipe. Opdrachten van gemeenten aan Op/maat (inkoop) (hoofdstuk 7) Op/maat heeft voor het realiseren van haar sociale en financiële doelstellingen een gevarieerd en voldoende aanbod van opdrachten nodig voor haar leer-werkbedrijven en voor het detacheren van WSW-medewerkers. Elke gemeente afzonderlijk onderzoekt de mogelijkheden om mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt via detacheren of begeleid werken in de organisatie op te nemen en om opdrachten voor werk rechtstreeks aan Op/maat te gunnen via quasi-inbesteding. Prestatieafspraken en managementgegevens (hoofdstuk 8) Voor de periode 2010 – 2013 zullen er jaarlijks prestatieafspraken worden gemaakt tussen de gemeenten en Op/maat t.a.v. de ontwikkeling van WSW-geïndiceerden en de dienstverlening voor andere doelgroepen. Verder worden er afspraken gemaakt met betrekking tot de financiële bedrijfsvoering en de dekking van tekorten, dan wel de bestemming van overschotten uit het exploitatieresultaat.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
4
1.
Inleiding
1.1. Aanleiding Mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking kunnen op basis van de Wet sociale werkvoorziening aanspraak maken op een gesubsidieerde werkplek. In WestFriesland wordt de WSW uitgevoerd binnen de Gemeenschappelijke Regeling Op/maat. Met ingang van 1 januari 2008 heeft de WSW een aantal veranderingen ondergaan. De belangrijkste wijzigingen zijn: - de WSW subsidie wordt vanaf 1 januari 2008 door het Rijk aan de individuele gemeenten verstrekt - gemeenten moeten een aantal verordeningen vaststellen: het persoonsgebonden budget (PGB) en de cliëntenparticipatie - gemeenten worden verantwoordelijk voor het wachtlijstbeheer Door deze wijzigingen kunnen de gemeenten beter regie voeren op de WSW. De West-Friese gemeenten hebben een beleidsplan Modernisering WSW 2008-2009 opgesteld en aan de hand daarvan de wetswijzigingen doorgevoerd. Er zijn twee verordeningen vastgesteld: ten behoeve van het persoonsgebonden budget en de cliëntenparticipatie. Daarnaast is er aandacht besteed aan het wachtlijstbeheer en de verbreding van de doelstelling van Op/maat om ook de begeleiding van andere doelgroepen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt op zich te nemen. In dit beleidsplan WSW 2010-2013 zullen de ingezette beleidswijzigingen worden geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. Echter, een aantal ontwikkelingen maakt het noodzakelijk om tot een herziening van de rol van Op/maat te komen. De commissie De Vries, die in 2008 de opdracht van de regering kreeg om de WSW aan een kritisch onderzoek te onderwerpen, heeft een aantal grondige wijzigingen voorgesteld. Deze gaan veel verder dan de modernisering van de WSW van de afgelopen jaren. In het kort komt het er op neer, dat de bestaande WSW zal worden afgebouwd ten gunste van een veel bredere regeling voor mensen, die niet in staat zijn het minimumloon te verdienen. De conclusies van de commissie De Vries worden breed ondersteund, zowel door het Kabinet als door de belangrijkste koepelorganisaties. Het is dan ook van belang dat de West-Friese gemeenten en Op/maat zich voorbereiden op de komende veranderingen. In dit beleidsplan zal aandacht worden besteed aan de conclusies van de commissie De Vries en de mogelijke gevolgen voor Op/maat. Daarnaast worden de ontwikkelingen rond de wachtlijstproblematiek en de stand van zaken rond de cliëntenparticipatie en het persoonsgebonden budget besproken. 1.2. Situatie in West-Friesland Om meer zicht te krijgen op de situatie in 2009 worden in deze paragraaf een aantal cijfers gepresenteerd. De taakstelling is uitgedrukt in het aantal Standaard Eenheden (SE’s). De handicaps van de cliënten kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: 1. matig gehandicapt 2. ernstig gehandicapt De gemeenten ontvangen voor categorie 2 een extra subsidie van 25%. Per 1 januari 2009 had Op/maat 644 SE’s onder contract (inclusief begeleid werken), waarvan 638 SE’s gerealiseerd zijn met inwoners uit West-Friesland en 6 SE’s met inwoners van buiten West-Friesland. Bovenop de plaatsingen bij Op/maat, werken inwoners uit WestFriesland ook bij andere WSW-bedrijven. Per 1 januari 2009 ging het om 19 SE’s. De taakstelling voor alle negen gemeenten gezamenlijk is in 2009 met 10 SE’s gekrompen ten opzichte van 2008. Het budget voor 2010 bedraagt € 17,1 miljoen en de taakstelling voor Op/maat bedraagt 633,2 SE’s. Deze is 10 SE’s lager dan voor 2009.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
5
Solidariteit Door de veranderende WSW-wetgeving is er sinds 2008 geen sprake meer van een regionale taakstelling en wachtlijst. Er zijn nu negen, individuele gemeentelijke taakstellingen en wachtlijsten. De omvang van de taakstelling en de lengte van de wachtlijst verschilt per gemeente. Jaarlijks krijgt elke gemeente een nieuwe taakstelling toegewezen. Het kan zijn dat een gemeente een overschot of een tekort aan taakstelling heeft opgelopen aan het einde van het jaar. Om nu te voorkomen dat gemeenten subsidie terug moeten betalen aan het rijk of dat ze zelf teveel ongeplande financiering moeten inzetten voor de WSW is het solidariteitsprincipe aangenomen door alle negen West-Friese gemeenten. Er is afgesproken dat op jaarbasis de taakstelling voor de West-Friese gemeenten zodanig herverdeeld wordt, dat deze optimaal wordt benut en gemeenten niet met een tekort aan financiering worden geconfronteerd. Solidariteit staat bij de gemeenten hoog in het vaandel.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
6
2.
Visie
De visie van de West-Friese gemeenten op de Wet sociale werkvoorziening luidt als volgt: Visie op de uitvoering van de wet: • de sociale doelstelling van de WSW; “het bieden van passend werk aan WSWgeïndiceerden” staat voorop • daarbij worden WSW-geïndiceerden zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever geplaatst • de WSW-subsidiegelden worden uitsluitend ingezet voor de WSW-doelgroep Visie op de uitvoeringsorganisatie: • de bestuursvorm blijft een GR • de kerntaak van Op/maat is het bieden van passend werk en ontwikkelingsmogelijkheden aan mensen met de WSW-indicatie • de uitvoering van de WSW blijft de kerntaak van Op/maat. Daarnaast biedt Op/maat ook re-integratie mogelijkheden aan voor andere doelgroepen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. Deze activiteiten mogen de WSW-doelgroep niet verdringen • beleidsvoorstellen op het gebied van de WSW worden door de gemeenten en Op/maat gezamenlijk voorbereid Visie op de rol van de gemeenten • de West-Friese gemeenten stellen via het algemeen bestuur van de GR de beleidskaders vast • gemeenten sturen op hoofdlijnen door prestatieafspraken te maken en de subsidieverlening te koppelen aan de prestaties die Op/maat levert • de gemeenten hebben een verantwoordelijkheid in het toewijzen van werk aan Op/maat. Dit kan door het gunnen van opdrachten aan Op/maat (inkoop) en het in dienst nemen van WSW-medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie (personeelsbeleid) • gemeenten en UWV hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het actief houden van mensen die in afwachting zijn van plaatsing bij Op/maat (wachtlijst) Visie op WSW-geïndiceerde • de WSW-geïndiceerde heeft recht op een passende werkplek • als de WSW-geïndiceerde passend werk wordt aangeboden, dient deze het werk te accepteren • de WSW-geïndiceerde heeft recht op een persoonsgebonden budget (PGB) • de WSW-geïndiceerden praten mee over het beleid in de WSW-cliëntenraad Nieuwe ontwikkelingen Er zijn nieuwe landelijke ontwikkelingen, waarbij een vraagteken gezet wordt achter de bijzondere positie van de WSW-geïndiceerden. De verwachting is dat de WSW waarschijnlijk zal opgaan in een bredere wet, gericht op alle personen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. In het volgende hoofdstuk wordt daar nader op ingegaan.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
7
3.
Landelijke ontwikkelingen
3.1. Nieuw beleid Mensen met een beperking ondervinden nogal wat problemen als zij willen deelnemen in het arbeidsproces. Met name de onvoldoende afstemming van de bestaande regelingen is een struikelblok. Hierdoor wordt een belangrijk deel van het arbeidspotentieel niet of onvoldoende gebruikt. In 2008 heeft de commissie De Vries de opdracht gekregen van het ministerie van SoZaWe om zich te herbezinnen op de WSW en om aan te geven hoe, met dezelfde middelen, meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen worden betrokken bij het arbeidsproces. Deze commissie constateerde een aantal problemen in het huidige stelsel: • door budgetfinanciering beperkte toegang tot de gesubsidieerde arbeid (WSW) • zowel de WSW als de andere regelingen (WWB, WIA, Wajong) bieden onvoldoende stimulansen om de arbeidscapaciteit tot ontwikkeling te laten komen • door de financieringssystematiek en de arbeidsvoorwaarden worden WSWgeïndiceerden nauwelijks geprikkeld om een baan buiten het WSW-bedrijf te zoeken • publieke middelen worden niet efficiënt ingezet als gevolg van onvoldoende samenhang tussen de verschillende regelingen • nog onvoldoende animo bij het bedrijfsleven om mensen met een beperking een werkplek te geven De commissie De Vries stelt voor om alle mensen die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen, maar wel in staat zijn om betaalde arbeid te verrichten, dezelfde ondersteuning te geven. Dat betekent dat de ondersteuning niet langer afhankelijk is van de regeling waar iemand gebruik van maakt. ”Maatwerk is alleen mogelijk als voor iedereen dezelfde uitgangspunten van kracht zijn: werk boven inkomen en de werkzoekenden en de werkgever centraal. Alleen op die basis is het mogelijk om te komen tot een sluitend en efficiënt stelsel van werk en inkomen met gelijke kansen op participatie en ontwikkeling voor iedereen”, aldus de commissie De Vries. De conclusies van de commissie De Vries worden breed ondersteund. Zowel het Kabinet als de VNG en het Divosa onderschrijven de aanbevelingen. Voordat het huidige stelsel zal worden veranderd wordt er een aantal pilots opgestart om aspecten van het nieuwe beleid in de praktijk te onderzoeken. Het betreft de volgende onderwerpen: 1. verkrijgen van inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de bereidheid van werkgevers om mensen met een beperking te kunnen laten participeren 2. omslag die WSW-bedrijven maken van productiebedrijf naar leerwerkbedrijf. Hoe kan het WSW-bedrijf als springplank functioneren voor mensen met (grote) afstand tot de arbeidsmarkt, zodat deze op termijn bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen 3. verbetering van de dienstverlening voor mensen met een arbeidsbeperking op de werkpleinen 4. onderzoeken van de beloningssystematiek, waarbij het instrument van de loondispensatie centraal staat. De vraag is hier of deze bijdraagt aan het bevorderen van de arbeidsparticipatie van personen met een arbeidsbeperking 3.2. De gevolgen voor Op/maat De uitdaging van een mogelijke stelselwijziging is de verdere verbetering van de maatschappelijke integratie van mensen met een arbeidsbeperking. Doel is om iedereen de mogelijkheid van emancipatie en participatie in de maatschappij te bieden.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
8
Gevolgen voor het te voeren beleid: 1. Op/maat zet de komende vier jaar de reeds gestarte omslag voort van traditioneel WSW-bedrijf naar een leer-werkbedrijf gericht op alle mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt 2. gemeenten ondersteunen dit veranderingsproces door heldere afspraken te maken over het inschakelen van WSW-medewerkers / cliënten van Op/maat en afspraken over het uit te besteden werk (quasi inbesteding) 3. Op/maat anticipeert in de door haar aangeboden dienstverlening op de maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij afstemming plaatsvindt met de wensen van de regionale arbeidsmarkt 4. het bedrijfsleven in West-Friesland zal meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst moeten nemen 5. van het werkplein wordt een geïntegreerd beleid verwacht voor de ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking om werk te vinden
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
9
4.
De plaats van Op/maat in het regionale arbeidsmarktbeleid
4.1
Het wettelijk kader
Landelijk zijn er meerdere wetten en doelgroepen op het gebied van participatie en werk. Bij onderstaande wetten heeft de gemeente de regiefunctie: • WSW (Wet sociale werkvoorziening) De WSW is bedoeld om mensen met een arbeidsbeperking de mogelijkheid te bieden om d.m.v. aangepast werk te participeren in de maatschappij. Binnen de wet verschuift het accent meer naar het bevorderen van de zelfstandigheid van de WSW-geïndiceerde en naar integratie in de reguliere arbeidsmarkt. • WWB (Wet Werk en Bijstand) In de WWB staat “werk boven uitkering” centraal. Landelijk wordt aangestuurd op het versterken van de participatie van de cliënt. De WWB blijft het vangnet voor burgers die niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien. De samenstelling van de doelgroep is de laatste jaren veranderd. De afstand tot de arbeidsmarkt wordt voor een groeiende groep mensen steeds groter als gevolg van steeds complexere sociale en psychische problemen. • WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) Iedere burger moet kunnen deelnemen aan de samenleving. In de WMO staat participatie centraal. Mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Als mensen door een psychische of fysieke handicap in hun participatie worden beperkt, kunnen zij als compenserende maatregel gebruik maken van voorzieningen op het gebied van welzijn, vervoer en zorg. • WI (Wet Inburgering) In de WI staat inburgering van nieuw- en oudkomers centraal, met als doel (verbeterde) participatie in de Nederlandse samenleving. Gemeenten bieden hulp op het gebied van onderwijs, emancipatie en re-integratie. • WIJ (Wet Investeren in Jongeren) De WIJ heeft tot doel om jongeren zonder werk niet afhankelijk te maken van een uitkering maar aan het werk te helpen. De WIJ introduceert een werk-leerrecht voor jongeren tot 27 jaar (zij verliezen hun recht op bijstand). Jongeren onder de 27 jaar die bij de gemeente aankloppen voor een bijstandsuitkering, krijgen een baan, een opleiding, of een combinatie van beide aangeboden. Accepteren ze het werk, dan ontvangen ze salaris van de werkgever. Bij acceptatie van het leeraanbod krijgen de jongeren waar nodig een inkomen dat even hoog is als de bijstandsuitkering; jongeren van 21 of 22 jaar krijgen een lagere uitkering afgeleid van het wettelijke minimumjeugdloon dat geldt voor deze groep. 4.2. Regionaal arbeidsmarktbeleid De kerntaak van Op/maat is het bieden van passend werk en ontwikkelingsmogelijkheden aan mensen met een WSW-indicatie. De uitvoering van de WSW blijft kerntaak van Op/maat. Daarnaast biedt Op/maat ook re-integratie diensten voor andere doelgroepen (zoals de WWB en WIA) aan. Deze activiteiten mogen de WSW-doelgroep niet verdringen.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
10
In het beleidsplan Modernisering Wet sociale werkvoorziening West-Friesland 2008-2009 is vastgesteld, dat Op/maat ook een goede infrastructuur kan bieden voor andere doelgroepen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt (b.v. de WWB, WW, WIA, Wajong). Deze conclusie kwam toen vooral voort uit een analyse van de mogelijke dienstverlening, die Op/maat de regio West-Friesland zou kunnen bieden. De sterke kant van Op/maat ligt met name bij de begeleiding, scholing en toeleiding van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt naar een reguliere werkplek. Een niet onbelangrijke vaardigheid daarbij is het kunnen meten van de arbeidspotentie en het op basis daarvan ontwikkelen van trajecten. Daarnaast heeft de organisatie een actief netwerk met het bedrijfsleven in de regio West-Friesland waar WSW-medewerkers en/of cliënten in het kader van re-integratie geplaatst kunnen worden. Op/maat werkt met een aantal gemeenten al geruime tijd samen op het gebied van re-integratie van mensen met een uitkering (WWB). Hiertoe is er een aantal producten gezamenlijk ontwikkeld zoals Werk Direct, sociale activering, participatieplaatsen, verloning via Payflex, etc. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot het voorstel om de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling aan te passen in de zin dat Opmaat zich ook gaat richten op andere doelgroepen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast participeert Op/maat in de werkgroep arbeidsmarktbeleid, waarbij vooral de werkgeversbenadering aandacht zal krijgen. De rol van Op/maat in het regionale arbeidsmarktbeleid wordt niet alleen bepaald door de expertise die de organisatie heeft op het gebied van re-integratie, maar wordt tevens ingegeven door de verwachte veranderingen in de WSW-wetgeving. Binnen het regionale arbeidsmarktbeleid gaat het hierbij vooral om: • Het mogelijk maken dat meer mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt werk krijgen bij gemeenten en bedrijven • Het onderdeel uitmaken van geïntegreerde dienstverlening door het werkplein aan mensen met een arbeidsbeperking met als doel participatie en emancipatie in de maatschappij
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
11
5.
Versterking van de rol van de WSW-geïndiceerde
De modernisering van de WSW heeft vooral tot doel om de positie van de WSWgeïndiceerde te versterken. De wetgever voorziet hierin door ondermeer het Persoonsgebonden Budget te introduceren en de gemeenten verplicht te stellen cliëntenparticipatie in te voeren. De gemeenschappelijke regeling Op/maat heeft inmiddels een verordening die de PGB regelt en per 1 januari 2010 zal de nieuwe verordening cliëntenparticipatie in werking treden. 5.1 Beleid Persoonsgebonden Budget (PGB) In de modernisering van de WSW is geregeld, dat de WSW-geïndiceerde de mogelijkheid krijgt om mede te bepalen op welke plek en op welke manier zijn arbeidsplaats wordt gerealiseerd. Dit biedt, volgens de wetgever, kansen om te komen tot maatwerk. De wijze waarop het PGB wordt georganiseerd moet worden vastgelegd in een verordening. In deze verordening worden twee rechten van de WSW-geïndiceerde uitgewerkt: het recht op een keuze voor een begeleidingsorganisatie en het recht om een keuze te maken voor een werkplek. Het PGB is geen rugzakje, maar een persoonsvolgend budget. De WSWgeïndiceerde krijgt zelf geen geld mee, maar vraagt een PGB aan. De subsidie en begeleidingsvergoeding worden rechtstreeks verstrekt aan de werkgever, respectievelijk de begeleidingsorganisatie. De WSW-geïndiceerde wordt door Op/maat altijd geïnformeerd over de vrije keus op het kiezen van een begeleidingsorganisatie en het recht op een persoonsgebonden budget. Het recht op een keuze van begeleidingsorganisatie De WSW-geïndiceerde heeft het recht een keuze te maken tussen meerdere begeleidingsorganisaties en wordt van dat recht op de hoogte gesteld. Hij/zij ontvangt een lijst met meerdere begeleidingsorganisaties, waaruit een keuze gemaakt kan worden. Standaard worden WSW-geïndiceerden, als het gaat om het zoeken naar werk en de begeleiding op de werkvloer, ondersteund door Op/maat. Het initiatief om te komen tot een andere keuze dan Op/maat ligt bij de WSW-geïndiceerde zelf. Het recht op de keuze van werkplek Het persoonsgebonden budget biedt de cliënt het recht om zelf initiatief te nemen een begeleid werken plek te organiseren. Het initiatief ligt bij de WSW-geïndiceerde zelf. De WSW-geïndiceerde, of iemand namens hem, zal een PGB moeten aanvragen en om dit te kunnen doen zal hij zelf een werkgever moeten aandragen, c.q. moeten zoeken, zelf een begeleidingsorganisatie moeten inschakelen en de werkaanpassing moeten regelen. Als de aanvraag aan alle voorwaarden voldoet, zal Op/maat deze honoreren. Hierbij is zij niet afhankelijk van een advies van de begeleidende organisatie. Het gebruik van het PGB Het gebruik van het PGB wordt door de wetgever gezien als een middel om de zelfstandigheid van de cliënt te bevorderen. De verwachting dat slechts een klein aantal WSW-geïndiceerden gebruik zou maken van het PGB is uitgekomen. In 2008 heeft slechts één WSW-geïndiceerde aangegeven gebruik te willen maken van een PGB. 5.2. Cliëntenparticipatie In de WSW is de verplichting opgenomen dat gemeenten cliëntenparticipatie organiseren middels een verordening. Hierin moet opgenomen worden op welke wijze periodiek overleg wordt gevoerd met de WSW-geïndiceerden of hun vertegenwoordigers. Gemeenten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om aan te sluiten bij de cliëntenparticipatie WWB, per gemeente de cliëntenparticipatie WSW te organiseren of per regio.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
12
In West-Friesland is de uitvoering van de WSW regionaal geregeld in een gemeenschappelijke regeling. De negen deelnemende gemeenten bereiden beleidsvoorstellen gezamenlijk voor en zij zullen ook de cliëntenparticipatie regionaal organiseren. Aanvankelijk werd in 2008 gekozen voor een pragmatische oplossing, waarbij ten minste één keer per jaar een regionaal overleg met alle cliënten van de 9 gemeenten wordt gepland. Tijdens deze bijeenkomsten wordt uitleg gegeven over huidig beleid en beleidsvoornemens. De WSWgeïndiceerden of hun vertegenwoordigers kunnen tijdens de bijeenkomsten reageren en adviezen aan het bestuur geven. Het algemeen bestuur van Op/maat vond deze pragmatische oplossing toch wat mager en verzocht de werkgroep met een voorstel te komen om een meer structurele aanpak mogelijk te maken in de vorm van een cliëntenraad. Dit heeft geresulteerd in een voorstel voor een verordening Cliëntenparticipatie WSW die voorziet in de oprichting van een cliëntenraad. Deze behartigt de belangen van alle WSWgeïndiceerden ten aanzien van de regionale invulling van het WSW-beleid. Zij heeft als taak om gevraagd of ongevraagd het dagelijks bestuur te adviseren over alle aangelegenheden die betrekking hebben op beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering op het terrein van de wet en die van invloed zijn op de positie van cliënten. Het gaat nadrukkelijk niet om individuele belangenbehartiging. In de verordening is er naar gestreefd om de vertegenwoordiging zoveel mogelijk een afspiegeling te laten zijn van het totale WSW-bestand. De nieuwe verordening Cliëntenparticipatie WSW West-Friesland wordt in december 2009 ter vaststelling aangeboden aan het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Op/maat.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
13
6.
Beleid wachtlijst
6.1
Het wettelijk kader / landelijk beleid
Het wettelijk kader voor het beheer van de wachtlijst wordt gevormd door de betreffende artikelen in de WSW, het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (Buswbw) en de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (Ruswbw). De wet omschrijft de wachtlijst als een overzicht van ingezetenen die geïndiceerd zijn, geen WSW-dienstbetrekking hebben en beschikbaar zijn een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de plaatsing vanaf de wachtlijst. De wet geeft aan dat de volgorde van plaatsing vanaf de wachtlijst in principe wordt bepaald door het zogenoemde fifo-systeem (first-in-first-out). Dit komt er simpelweg op neer dat het aanbieden van dienstbetrekkingen plaatsvindt op volgorde van de datum van de indicatiebeschikking. De wet geeft gemeenten echter de mogelijkheid om beleid te voeren ten aanzien van de plaatsingsvolgorde, mits ze dit vastleggen in een verordening. Gemeenten kunnen er dus voor kiezen bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen bij instroom in de WSW. Keuzemogelijkheden Het aantal keuzemogelijkheden ten aanzien van doelgroepenprioritering is groot. Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming van in de praktijk te onderscheiden doelgroepen; • Geïndiceerden met een Wajong uitkering • Geïndiceerde jongeren • Geïndiceerden met een Begeleid Werken indicatie • WWB-gerechtigden met een WSW-indicatie Beheer wachtlijst Vanaf 2008 is het mogelijk om bepaalde De gemeente (en dus de GR) heeft de verplichting om doelgroepen, zoals bijvoorbeeld de geïndiceerde burger zodanige informatie te jongeren, voorrang te geven op de verstrekken dat die kan controleren of de GR hem op wachtlijst. de juiste wijze op de wachtlijst heeft geplaatst en hem op het juiste moment een WSW-dienstbetrekking aanbiedt. Ook moeten geïndiceerden actief worden geïnformeerd over hun plaats op de wachtlijst.
6.2
Vastgestelde visie
“Gemeenten en UWV hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het actief houden van mensen die in afwachting zijn van plaatsing bij Op/maat (wachtlijst)”.
6.3
Evaluatie
Wachtlijstbeheer in de praktijk Dat er nu met negen verschillende in plaats van met één gezamenlijke wachtlijst wordt gewerkt maakt dat er geen maatwerk meer kan worden geleverd: ook al staat iemand nog zo lang op de wachtlijst, hij kan pas worden geplaatst als er binnen de taakstelling van zijn eigen gemeente ruimte vrijkomt. Wachtlijstkandidaten kunnen, met behulp van hun burgerservicenummer en geboortedatum, op de website van Op/maat zelf nagaan op welke plek zij op de wachtlijst staan.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
14
Zoals uit onderstaande tabel blijkt is het totaal aantal mensen op de wachtlijst ten opzichte van de stand per 31 december 2007 met 30 personen toegenomen. Tabel 1: Aantal personen op de wachtlijst bij Op/maat Aantal per Aantal per Aantal per 31-12-2008 31-12-2007 31-08-2009 2 Andijk 1 4 10 Drechterland 9 12 20 Enkhuizen 14 21 18 Hoorn 50 60 5 Koggenland 1 8 4 Medemblik 11 9 3 Opmeer 6 4 7 Stede Broec 11 15 6 Wervershoof 2 2 GR - Op/maat
105*
75
135
* Als gevolg van een nadien uitgevoerde opschoningsactie (o.a. check op beschikbaarheid en woonplaats) wijkt deze opgave af van een eerdere opgave in het beleidsplan 2008-2009.
Wat opvalt, is dat het aantal personen op de wachtlijst in de loop van 2008 aanzienlijk is gedaald en vervolgens in het eerste halfjaar van 2009 weer fors is gestegen. De verklaring voor de aanvankelijke daling is dat Op/maat in 2008 een uitbreiding van 22 SE’s in haar taakstelling kreeg toegewezen, waardoor meer mensen vanaf de wachtlijst geplaatst konden worden. Dit positieve effect heeft helaas niet lang geduurd. Voor 2009 is de taakstelling van Op/maat gekrompen met 10 SE’s en de eerste prognose voor 2010 is wederom een krimp van rond de 10 SE’s. Deze krimp in taakstelling, in combinatie met de economische crisis en de daarmee gepaard gaande werkloosheid, zal de WSW-wachtlijst in 2009 en 2010 aanzienlijk doen stijgen. Het actief houden van mensen op de wachtlijst Om de WSW-geïndiceerden op de wachtlijst een lange, inactieve periode te besparen heeft Op/maat in overleg met de deelnemende gemeenten naar oplossingen gezocht. De instrumenten die daarvoor gebruikt worden zijn de door het UWV gesubsidieerde tijdelijke dienstverbanden (SWU-regeling), het werken met behoud van uitkering (MBU-regeling) en sinds december 2008, de verloning van dienstverbanden door gemeenten uit WWB-gelden (Payflex regeling). De SWU- en MBU-regelingen werden ontworpen op basis van de veronderstelling dat na 1 jaar (SWU-regeling), of 2 jaar (MBU-regeling) de betrokken WSWgeïndiceerden op een regulier WSW-contract zouden kunnen instromen. Door de stijgende wachtlijst en de krimpende taakstelling, wordt het voor Op/maat steeds moeilijker om een WSW-dienstverband te garanderen na afloop van de overeengekomen termijnen voor de regelingen. Om die reden wordt er sinds oktober 2008 al nagenoeg geen gebruik meer gemaakt van de SWU-regeling. Het aantal WSW-geïndiceerden van de wachtlijst dat een MBU-overeenkomst is aangegaan is de afgelopen acht maanden met 11 gestegen (zie tabel 2).
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
15
Tabel 2: Aantal personen met een MBU-overeenkomst bij Op/maat
Gemeente Andijk Drechterland Enkhuizen Hoorn Koggenland Medemblik Opmeer Stede Broec Wervershoof Totaal
6.4
2007 MBU 0 5 3 8 0 3 1 4 1 25
2008 MBU 0 8 9 20 1 9 4 6 1 58
1-1 t/m 31-8-09 MBU 1 7 11 29 5 4 2 7 3 69
Aanbevelingen commissie De Vries
In paragraaf 3.1 is al ingegaan op deze aanbevelingen en de reactie van het Kabinet. De uitkomsten van de pilot-projecten zullen medebepalend zijn voor de definitieve besluitvorming over (onder meer) de toekomst van de WSW. Als de pilots succesvol blijken, zal op iedereen die na 1 maart 2009 een WSW-indicatie heeft aangevraagd en nog op de wachtlijst staat ten tijde van de eventuele invoering van een nieuwe systematiek, het nieuwe regime van toepassing worden verklaard. Tot dat moment zal de WSW in zijn huidige vorm blijven bestaan en zal er dus ook nieuwe instroom (op de wachtlijst) plaatsvinden. Een groot deel van deze instroom bestaat uit Wajongers (jonggehandicapten). Voor hen geldt dat de nieuwe regeling voor Wajongers 1 met het daarbij behorende re-integratie instrumentarium al vanaf 1 januari 2010 een alternatief biedt om te participeren in plaats van een beroep te doen op de WSW.
6.5
Overwegingen
Doelgroepenprioritering Een prioritering kent zowel voor- als nadelen. Een voordeel kan zijn dat gemeenten beter kunnen aansluiten bij hun bestaande beleid en arbeidsmarktsituatie. Als er bijvoorbeeld veel jeugdwerkloosheid heerst dan wordt voorrang verleend aan jongeren. In financieel opzicht kan het interessant zijn om voorrang te geven aan mensen met de indicatie begeleid werken, omdat dit een hogere rijksbijdrage oplevert: per gerealiseerde voltijds begeleid werkenplaats is er een bonus van maximaal € 3.000,-- op jaarbasis beschikbaar. Er zijn ook nadelen verbonden aan doelgroepenprioritering. Voorrang geven aan bepaalde doelgroepen betekent automatisch dat anderen langer moeten wachten of zelfs helemaal niet meer aan de beurt komen. Hoewel er geen nadere regels zijn opgenomen in de wet druist een dergelijke uitsluiting in tegen een evenwichtig beleid. Als tussenoplossing is het ook mogelijk een combinatie van first-in-first-out en prioritaire doelgroepen te hanteren. Zo kan vrijvallende taakstelling bijvoorbeeld “om en om” worden ingevuld met een plaatsing uit de prioritaire doelgroepen en vanaf de gewone wachtlijst.
11
Voor jonggehandicapten tot 27 jaar met arbeidsperspectief wordt in de praktijk bij werkgevers vastgesteld wat hun resterende verdiencapaciteit is. Zij kunnen daarbij inkomensondersteuning krijgen waarbij meer werken loont. Vanaf de leeftijd van 27 jaar wordt het inkomen van degenen die hun resterende verdiencapaciteit volledig benutten, gegarandeerd doordat hun inkomensvoorziening in dat geval wordt aangevuld tot het wettelijk minimumloon.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
16
De gemeenten en de GR hebben in 2008 uniform gekozen voor het fifo-systeem en het wachtlijstbeheer is overgedragen aan Op/maat. Vanuit de gedachte dat iedereen op de wachtlijst even belangrijk is werd fifo als het meest rechtvaardig gezien. Alhoewel er op dit moment geen aanleiding is om te veranderen, zal de komende maanden nader onderzoek naar alternatieve vormen van plaatsing vanaf de wachtlijst worden gedaan.
6.6
Voorstellen
Voorgesteld wordt: - de wettelijke plaatsingsvolgorde op basis van first-in-first-out vooralsnog te continueren, maar wel een onderzoek te starten naar alternatieve mogelijkheden; - de ambtelijke werkgroep WSW opdracht te geven om nadere voorstellen te ontwikkelen voor het actief houden van mensen op de wachtlijst met een reëel perspectief op een WSW-arbeidsovereenkomst, dan wel een re-integratietraject. Aandachtspunten hierbij zijn: 1. onderlinge solidariteit om als GR maximaal van de taakstelling te kunnen profiteren 2. mogelijkheid van het benutten van participatiegelden (WWB-werkdeel) voor verloning van dienstverbanden verder uitwerken 3. consequenties van het verstrijken van de termijnen van huidige instrumenten (SWU en MBU) voor de komende jaren uitwerken 4. alternatieve voorstellen voor activering ontwikkelen
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
17
7.
Opdrachtverlening
7.1
Evaluatie beleid 2008-2009
Evaluatie opdrachtgunning In het beleid 2008-2009 is beschreven dat elke gemeente voor zich bekijkt of; WSW-geïndiceerden binnen de gemeentelijke organisatie gedetacheerd kunnen worden het gunnen van opdrachten via het alleenrecht (verordening) aan Op/maat mogelijk is. In de afgelopen jaren is er door de gemeenten in West-Friesland niet veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om opdrachten rechtstreeks onder te brengen bij Op/maat. Veelal verkrijgt Op/maat haar opdrachten van deelnemende gemeenten via een brede of ingeperkte vorm van aanbesteding. In 2008 is door de gemeente Hoorn voor de eerste keer gebruik gemaakt van de mogelijkheid om diensten van Op/maat af te nemen door het vestigen van een alleenrecht. Voor het schoffelwerk in een aantal wijken werd middels een verordening een alleenrecht voor Op/maat gevestigd. Begin oktober 2009 heeft Deloitte Accountants B.V. advies uitgebracht (zie bijlage) over de mogelijkheden van inbesteding van diensten bij Op/maat. Uit dit advies komen de volgende punten naar voren: 1. voor opdrachten van de West-Friese gemeenten voor diensten voor een bedrag beneden de € 206.000,-- is geen aanbesteding nodig; 2. zogenaamde 2A diensten (zoals schoonmaakwerk, vervoersdiensten, drukkerijdiensten, e.a.) boven de € 206.000,-- kunnen direct aan Op/maat worden gegund omdat het gaat om (quasi)inbesteding; 3. voor 2B diensten (zoals catering en horecadiensten, groenonderhoud, detachering en re-integratie) is geen aanbesteding nodig. Gunning van deze opdrachten dient slechts achteraf te worden gemeld. In de afgelopen beleidsperiode (2008-2009) hebben de 9 gemeenten van West-Friesland werk uitbesteed aan Op/maat. Het gaat daarbij om onder andere groenonderhoud, catering, schoonmaakwerkzaamheden, etc. In de onderstaande tabel zijn de omzetcijfers van Op/maat per gemeente weergegeven. Het betreft de periode januari 2008 tot en met 30 juni 2009. Naam gemeente Andijk Drechterland Enkhuizen Medemblik Opmeer Stede Broec Wervershoof Koggenland Hoorn
Omzet in euro’s 115.585 437.960 993.539 847.206 308.692 1.010.150 132.749 204.950 819.318
Daarnaast was de wens uitgesproken om het personeelsbeleid zo in te richten dat mensen die een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt hebben, in dienst genomen kunnen worden bij gemeenten. Gemeenten hebben hierin nog een slag te maken. Verder hebben de gemeenten gebruik gemaakt van de re-integratiedienstverlening door Op/maat. Over de periode 2008-2009 hebben de West-Friese gemeenten 50 MBU-trajecten, 26 verloningen via Payflex en 84 Werk Direct-trajecten ingezet.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
18
7.2
Nieuw beleid 2010-2013
Samenwerking: opdrachtgunning De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WSW. Sociaal is het wenselijk dat inwoners zoveel mogelijk participeren binnen de maatschappij. Voor mensen met een WSW-indicatie geldt dat werk in een aangepaste vorm en/of omgeving nodig is. Om de WSW-geïndiceerden verder te kunnen ontwikkelen, is het belangrijk dat Op/maat voldoende opdrachten voor werk binnenhaalt. Op/maat verwerft opdrachten vanuit het bedrijfsleven, maar is voor ca. 35% ook aangewezen op opdrachten van gemeenten. Financieel gezien hebben gemeenten er ook belang bij dat Op/maat voldoende opdrachten krijgt. Ook als de organisatie onvoldoende opdrachten heeft om haar werknemers aan het werk te houden, moeten de loonkosten worden doorbetaald. De kosten blijven gelijk, terwijl de inkomsten minder worden. Eventuele tekorten moeten door de gemeenten worden aangevuld. Vastgestelde visie De gemeenten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het gunnen van werk aan Op/maat. Dit kan door het inbesteden van werk aan Op/maat (inkoop) en/of door het aanbieden van werkgeverschap voor WSW-geïndiceerden middels begeleid werken, dan wel het werken op detacheringbasis binnen de gemeentelijke organisatie (personeelsbeleid). Wettelijk kader Er zijn verschillende mogelijkheden om binnen de huidige regelgeving opdrachten direct bij Op/maat onder te brengen. Dat kan door het vestigen van een alleenrecht (bijvoorbeeld door het vaststellen van een verordening hiertoe) dan wel door gebruik te maken van de mogelijkheden die de West-Friese gemeenten hebben om opdrachten (quasi) in te besteden bij de Gemeenschappelijke Regeling Op/maat. Door Deloitte zijn deze mogelijkheden onderzocht. Hieruit blijkt dat quasi-inbesteden door de gemeente aan Op/maat (wettelijk) mogelijk is. De rapportage van Deloitte is als bijlage bijgevoegd . Gemeenten kunnen werk voor WSWgeïndiceerden beschikbaar stellen door opdrachten (quasi) in te besteden aan Op/maat of door WSW-geïndiceerden bij gemeenten te detacheren.
Bij quasi-inbesteden krijgen gemeenten niet te maken met Europese aanbestedingsregels, indien voldaan wordt aan een tweetal voorwaarden: • de West-Friese gemeente oefent toezicht uit op Op/maat alsof het een eigen dienst betreft (aan deze voorwaarde wordt voldaan) • Op/maat verricht het merendeel van haar werkzaamheden ten behoeve van de WestFriese gemeente(n) (aan deze voorwaarde wordt voldaan). Deze mogelijkheid maakt de gunningprocedure van opdrachten aan Op/maat een stuk eenvoudiger.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
19
7.3
Voorstel
Elke gemeente afzonderlijk onderzoekt de mogelijkheden om: 1. mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt via detacheren of begeleid werken in de organisatie op te nemen; 2. opdrachten voor 2A diensten (zoals schoonmaakwerk, vervoersdiensten, drukkerijdiensten, e.a.) boven de € 206.000,-- direct aan Op/maat te gunnen omdat het gaat om (quasi)inbesteding. Opdrachten voor 2B diensten (zoals catering en horecadiensten, groenonderhoud, detachering en re-integratie) vereisen geen aanbestedingsprocedure. Gunning van deze opdrachten dient slechts achteraf te worden gemeld.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
20
8.
Prestatieafspraken
8.1
Evaluatie beleid 2008-2009
Evaluatie prestatieafspraken Onderstaande punten zijn over de afgelopen periode geëvalueerd: • prestaties o.b.v. WSW-subsidie en solidariteitsprincipe en hoe wordt omgegaan met fluctuaties • over-realisatie m.b.t. de taakstelling • aantal WSW-medewerkers geplaatst op de arbeidsmarkt • systeem loonwaardebepaling • wachtlijstbeheer (zie hoofdstuk 6) • afhandeling financiële stromen (clearing house) • uitwisseling van informatie tussen Op/maat en gemeenten t.b.v. administratie en verantwoording • samenwerking en communicatie tussen Op/maat en gemeenten • leer-werkbedrijf voor meerdere doelgroepen met (grote) afstand tot de arbeidsmarkt • kwartaalrapportage Op/maat Conclusie De prestaties op het niveau van de gemeenschappelijke regeling Op/maat in 2008 laten een over-realisatie zien van 0,64 se’s. Echter, als gevolg van de modernisering van de WSW waren de individuele gemeenten binnen de GR verplicht om € 229.000 aan subsidiegelden terug te betalen. Door toepassing van het solidariteitsprincipe (via uitruil) is het te betalen bedrag verminderd tot € 150.000. De kosten van de over-realisatie zijn uit de exploitatieopbrengsten van Op/maat gedekt. Op/maat heeft in de afgelopen periode zorggedragen voor het beheer en de verantwoording van de financiële stromen.T.g.v. de modernisering van de WSW is de taakstelling nu niet meer voor de GR, maar per gemeente vastgesteld, wat optimale benutting bemoeilijkt. Op/maat heeft namens de gemeenten haar wens geuit bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een extra collegiale uitruilronde mogelijk te maken over 2008. Tevens is verzocht om in de daarop volgende jaren ruimere uitruil mogelijk te maken na afloop van het verantwoordingsjaar en de taakstelling niet voor één jaar, maar voor twee jaar vast te stellen per gemeente. Ten aanzien van de administratieve ondersteuning van de gemeenten bestaat de wens om op uitvoeringsniveau hier nadere afspraken over te maken. Dit betreft ook de tijdige en volledige doorbetaling door de gemeenten van de WSW-subsidie aan Op/maat. De organisatie heeft tot nu toe geen beroep hoeven doen op extra middelen van de West-Friese gemeenten. Op/maat is vanaf 2008 officieel een leer-werkbedrijf en is succesvol gebleken in het ontwikkelen van de WSW-medewerkers en deze vervolgens op detacheringbasis of via begeleid werken te laten doorstromen naar regulier werk. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2008 waren er 153 WSW-medewerkers doorgestroomd naar een detacheringof begeleid werken positie. De stand per september 2009 is dat er 225 WSW-medewerkers naar een reguliere werkplek doorgestroomd zijn. Daarnaast heeft Op/maat als leerwerkbedrijf voor meerdere doelgroepen in de afgelopen periode diensten verleend op het gebied van re-integratie- en activeringstrajecten en verloningsconstructies. In de komende periode kunnen gemeenten en Op/maat nadere afspraken maken over de verdere invulling hiervan.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
21
8.2
Nieuw beleid 2010-2013
Het wettelijk kader / landelijk beleid Met de modernisering van de WSW heeft de wetgever beoogd dat gemeenten meer regie gaan voeren op de uitvoering van de WSW. Het maken van prestatieafspraken is daarbij een logische stap. Vastgestelde visie Prestaties zijn gericht op het bieden van aangepast werk aan mensen, die om wat voor reden dan ook niet zelfstandig aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Het werk bij Op/maat is gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden naar de mogelijkheden van mensen, met het doel hen te begeleiden naar een reguliere werkplek op de arbeidsmarkt. Gemeenten sturen hierbij op hoofdlijnen door prestatieafspraken te maken en door de subsidieverlening te koppelen aan de prestaties die Op/maat levert. Uitgangspunten Bij de vormgeving van het beleid hanteren we daarom de volgende uitgangspunten: • er is een onderscheid te maken tussen WSW-medewerkers en cliënten met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt (WWB, WW, WIA, Wajong); • plaatsing gebeurt op basis van maatwerk, waarbij de wensen worden afgestemd met de mogelijkheden die de arbeidsmarkt van dat moment biedt; • uitvoering geschiedt binnen de financiële kaders: de financiële gevolgen moeten beheersbaar zijn. Ontwikkelingen Om de regierol te versterken, worden resultaatafspraken gemaakt, waarbij gestuurd wordt op output. Hierbij zijn gemeenten opdrachtgever en regisseur in de uitvoering. Vooraf zijn de verantwoordelijkheden van opdrachtgever en uitvoerder helder gemaakt. Dit betekent dat gestuurd wordt op financiële doelen en op het gebied van sociale ontwikkeling. Gemeenten en Op/maat maken via een programma van eisen kenbaar welke wensen er zijn. Tot op heden zijn de afspraken over de door Op/maat te leveren prestaties op een bedrijfsmatige wijze gestuurd. Door middel van een taakstellende begroting worden deze prestaties geprognosticeerd en via de jaarrekening is steeds verantwoording afgelegd over de geleverde prestaties; kortom een systeem van planning en control. Voor de tussentijdse verantwoording, verstrekt Op/maat managementinformatie aan het dagelijks en algemeen bestuur alsmede de verantwoordelijke gemeentelijke functionarissen. Prestatieafspraken Het bovenstaande vertaalt zich in de volgende prestatieafspraken tussen de gemeenten en Op/maat: WSW-geïndiceerden • het rijkssubsidiebudget wordt optimaal benut, mede met behulp van de solidariteitsafspraken tussen de deelnemende gemeenten • over-realisatie (prestatie boven de taakstelling) op verzoek van een deelnemende gemeente in enig jaar, komt voor rekening van de deelnemende gemeente • er wordt ingezet op het realiseren van meer externe werkplekken, zodat in 2012 minimaal 1/3 deel van de WSW-medewerkers via detacheren of begeleid werken op de arbeidsmarkt actief is (van 130 medewerkers in 2006 naar 250 medewerkers in 2012 bij gelijkblijvende taakstelling) • Op/maat voert in opdracht van de deelnemende gemeenten het wachtlijstbeheer uit en verzorgt de afhandeling van de financiële stromen (clearing house), de administratie en de verantwoording
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
22
Andere doelgroepen • gemeenten kunnen Op/maat inzetten om invulling te geven aan een breed leerwerkbedrijf voor meerdere doelgroepen (waarin zeker worden betrokken de doelgroepen WWB, WIA, Wajong, herbeoordeelden WAO); • een instrument voor loonwaardebepaling wordt door Op/maat ontwikkeld en zal in 2010 worden ingevoerd; • prestaties ten aanzien van nieuwe doelgroepen kan de gemeente via een programma van eisen bekend maken; • indien op grond van wijzigingen in de regelgeving een of meerdere afspraken niet of moeilijk uitvoerbaar worden, zullen door partijen nieuwe afspraken worden gemaakt. Algemeen • Op/maat stuurt met haar exploitatie op een budgetneutrale uitvoering • Op/maat voegt jaarlijkse exploitatieoverschotten toe aan haar reserves • Op/maat onttrekt jaarlijkse exploitatietekorten aan haar reserves; als de reserves niet toereikend zijn, worden de gemeenten voor de tekorten aangesproken • bij het creëren van werk, werken gemeenten, UWV-werkbedrijf en Op/maat nauw samen. Bovenstaande prestatieafspraken zijn gebaseerd op de huidige situatie ten aanzien van de WSW. De plannen van de commissie De Vries zijn hier buiten beschouwing gelaten, maar de ontwikkelingen bij Op/maat zoals die voorzien worden in dit beleidsplan bewegen zich wel in de richting van de aanbevelingen van de commissie.
8.3
Overige uitvoeringsaspecten
Solidariteit in de regio West-Friesland Het budget voor de WSW wordt door het Rijk vanaf 1 januari 2008 aan individuele gemeenten verstrekt. Dit betekent dat elke gemeente een taakstelling met bijbehorend budget ontvangt. Om te voorkomen dat bij gemeenten financiële tekorten ontstaan omdat het WSWbudget lager is dan het voorgaande jaar, zijn binnen West-Friesland afspraken gemaakt over het uitruilen van budgetten. Door solidair te zijn in de regio, wordt voorkomen dat gemeenten te maken krijgen met tekorten en wordt ervoor gezorgd dat Op/maat flexibel kan opereren. (Zie ook paragraaf 1.2) Budget voor inwoners werkzaam bij andere WSW-bedrijven Door de nieuwe financieringssystematiek krijgen gemeenten ook budget voor inwoners die bij een ander WSW-bedrijf werken. De West-Friese gemeenten hebben met Op/maat afgesproken dat de verrekening met de andere WSW-bedrijven door Op/maat wordt uitgevoerd. Gemeenten stellen dan ook het gehele WSW-budget beschikbaar aan Op/maat. (Zie ook paragraaf 1.2) Maatregelen In de visienotitie stond al aangegeven dat hoewel het aanvragen van een WSW-indicatie alleen op vrijwillige basis kan gebeuren, van een WSW-geïndiceerde wel verwacht wordt dat men passend werk accepteert. Vanwege het vrijwillige karakter van de WSW kan iemand uit hoofde van zijn uitkering niet verplicht worden om een aanvraag voor een WSW-indicatie te doen of een WSW-arbeidsplaats te aanvaarden. Dat betekent dus ook dat geen sanctie op de uitkering kan worden opgelegd als iemand geen aanvraag voor een WSW-indicatie wil doen. Evenmin kan op grond van het feit dat een WSW-geïndiceerde op de wachtlijst een passend aanbod voor WSW-arbeid weigert, een sanctie op de uitkering worden opgelegd. Wel kan de gemeente de WSW-indicatie om die reden intrekken.
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
23
Heeft een WSW-geïndiceerde eenmaal een WSW-dienstbetrekking dan is dat niet vrijblijvend. Bij het verwijtbaar verlies van een dergelijke dienstbetrekking is het normale maatregelenregime van de WW, WIA en WWB van toepassing. In geval van beëindiging van een dienstbetrekking (in de zin van hoofdstuk 2 of 3 van de WSW) kunnen UWV en gemeenten beoordelen of er sprake is van verwijtbare werkloosheid. Daarbij zullen alle omstandigheden van het geval worden gewogen.2
2
De informatie over het opleggen van een maatregel aan mensen vanuit de WSW is afkomstig uit het handboek van Stimulansz. (www.stimulansz.nl)
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
24
Bijlage 1:
Afkortingen en begrippen
Begeleid Werken
WSW-geïndiceerden met een indicatie Begeleid Werken, worden door het CWI geacht in staat te zijn bij een reguliere werkgever te werken met WSW-subsidie. Niet alle WSW-geïndiceerden met een indicatie Begeleid Werken, worden ook daadwerkelijk geplaatst op een Begeleid Werken-plek bij een externe werkgever.
Buswbw
Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken
BW-indicatie
Begeleid Werken indicatie
Clearing house
Op/maat verzorgt namens de gemeenten de financiële afhandeling met andere WSW-bedrijven (inwoners uit West-Friesland die elders werken) en de begeleidingsorganisaties en werkgevers (bij een Persoonsgebonden Budget)
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen In het kader van de WSW heeft het CWI de taak om te indiceren of iemand in aanmerking komt voor werken in de Sociale Werkvoorziening en of daarbij een indicatie Begeleid Werken wordt afgegeven.
Divosa
Vereniging van directeuren van overheidsorganen voor sociale arbeid
Fifo-systeem
First-in-first-out. Bij het plaatsen van geïndiceerden vanaf de wachtlijst wordt uitgegaan van het principe dat de langst wachtende het eerst geplaatst wordt.
GR
Gemeenschappelijke Regeling
IWI
Inspectie Werk en Inkomen
OR
Ondernemingsraad
PGB
Persoongebonden budget.
Ruswbw
Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken
SE
Standaard eenheid
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen. Het UWV verzorgt uitkeringen (WW, WIA/WAO, Wajong, Ziektewet) en re-integratie trajecten voor haar doelgroep). Binnen de UWV doelgroepen zijn ook mensen met een WSW-indicatie.
VCP
Versterking cliëntenparticipatie
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Wajong
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
WI
Wet Inburgering
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
25
WIJ
Wet investeren in jongeren
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
WOR
Wet op de ondernemingsraden
WSW
Wet sociale werkvoorziening
WSW-geïndiceerden Mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking, met een indicatie van het CWI dat zij zijn aangewezen op de Sociale Werkvoorziening. WSW-bedrijf
Bedrijf dat de Sociale Werkvoorziening uitvoert. In West-Friesland is dat Op/maat. Het bedrijf neemt WSW-geïndiceerden in dienst, waarvoor WSW-subsidie wordt verstrekt.
WW
Werkloosheidswet
WWB
Wet Werk en Bijstand
Gemeenschappelijke Regeling Op/maat - Beleidsplan WSW 2010-2013
26