maartensmagazine | herfst 2010
De fijne kneepjes van de voetchirurg Beter lopen na stands verandering
MM | herfst 2010 3
In beeld Mevrouw Stöver
Waar een wil is, is een weg
‘
Gelukkig heb ik een goed humeur, dat heb je wel nodig als je zo ondernemend bent als ik. Ik heb reumatoïde artritis, osteoporose, artrose en de ziekte van Sjögren. Daar heb ik lang mee gesukkeld, tot ik bij de Sint Maartenskliniek kwam. Inmiddels ben ik elf keer geopereerd en kan ik veel meer dan vroeger. We gaan er weer op uit en ondanks mijn slechte vingers maak ik quilts. Sinds mijn 21e heb ik pijn in mijn rug. Daar besteedde ik toen geen aandacht aan. Ik werkte voor mijn man, die zelfstandig apotheker was, en we hadden zeven kinderen. Ze kennen mij niet anders als met lichamelijke problemen. Maar ik ga niet zitten mokken. Waar een wil is, is een weg. De dekens die ik maak zijn erg belangrijk voor me. Over één deken doe ik een paar jaar. Alleen al met het snijden van de stoffen ben ik een paar dagen bezig. Voordat het patroon goed is, heb ik de stukken al minstens vijf keer verplaatst. Alles moet helemaal kloppen. Binnenkort vertrekken we met de camper naar de Noordkaap. Met een camper ben je eigen baas, we gaan als ik me goed voel. De rolstoel gaat in de aanhanger en ik kan met de tillift naar binnen. Ik stel me er altijd op in dat ik problemen kan krijgen, want op vakantie doe ik snel teveel. Het is fijn dat mijn man gezond is, op vakantie verzorgt hij me en onderhoudt hij de boel. Als we samen boodschappen gaan doen, fietst hij en rijd ik ernaast in mijn elektrische rolstoel. Dat is geen gezicht, maar we krijgen altijd positieve reacties. Mensen vinden het leuk dat je zo doorgaat.’
’
4 MM | herfst 2010
08 Beter op de been Robbert Buil revalideerde na een standsverandering van zijn benen. Hij loopt niet verder of sneller, maar wel veel beter.
08 24
12 De fijne kneepjes van de voetchirurg Misvormingen, klompvoeten en hamertenen: hoe krijgt de voetchirurg het fundament van het menselijk lichaam weer in het gareel?
20 Twee keer Guillain-Barré
11
Slechts 300 mensen per jaar krijgen de zenuwaandoening Guillain-Barré. Antoine Derksen overkwam het twee keer. Opnieuw moest hij intensief revalideren
28 Bijna de langste van Nederland
20
28
Rob Bruintjes is met zijn 2.21 m bijna de langste man van Nederland. Bij de Maartenskliniek onderging hij een voetoperatie.
12 Colofon
Maartensmagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het Maartensmagazine vindt u nieuws en actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 16, of mail:
[email protected]. Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het Maartensmagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
MM | herfst 2010 5
Inhoud
Column
Raad van Bestuur
column
Betere zorg tegen lagere kosten
16
30 Verder in deze MM 10 11 15 16 19 22 23 24 26 30 31
In afwachting van Uit de oude doos Dokter! Dokter! In Beeld: infectiebespreking Over pillen enzo Wetenschappelijk Het apparaat Vastgelopen na hersenletsel Dagboek En zo gaat het nu Contactinformatie
Bezuinigingen in de zorg staan hoog op de politieke agenda. ‘Doelmatiger werken is de beste manier om te bezuinigen’, aldus Klink, voormalig minister van VWS. Ook het nieuwe kabinet wil beter zicht krijgen op de kosten en de kwaliteit van ziekenhuizen. Als Maartenskliniek proberen we ons te onderscheiden door de zorg beter én efficiënter te maken. Bijvoorbeeld binnen ons reumacentrum. Uit onze onderzoeksresultaten blijkt dat bij 30 procent van de reumapatiënten die goed reageren op een duur medicijn (Infliximab), dit medicijn niet de reden kan zijn voor de lage ziekteactiviteit. Het medicijn is namelijk nauwelijks terug te vinden in het bloed. Een goede reden voor de reumatoog om stopzetten van deze behandeling te overwegen. Dit biedt aan twee kanten voordelen. De patiënt krijgt niet te maken met onnodige bijwerkingen en het bespaart de samenleving kosten. Een tweede voorbeeld. Door slimmer te plannen op de polikliniek reumatologie kunnen nieuwe patiënten nu binnen twee weken terecht. Daarnaast komen patiënten met reumatoïde artritis vier keer in plaats van twee keer per jaar voor controle, waardoor de gezondheidsuitkomsten beter zijn. Dit alles is gerealiseerd door fundamenteel anders te gaan plannen, de hoeveelheid personeel blijft gelijk. Dit soort structurele verbeteringen zijn niet van de ene op de andere dag te realiseren, maar zijn het resultaat van een continue proces. We zijn steeds op zoek naar waar de zorg beter kan, én efficiënter!
Redactie Astrid van de Laar, Jesse Boon, Tjerk Romkema, Paul van Dijk, Evelyn Fransen Fotografie Cover, p 2,3, 8, 10, 13, 16, 17, 21, 23, 24, 25, 29, 30, 32: Dennis Vloedmans Illustratie Roel Seidell Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Senefelder Misset, Doetinchem
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
Berthe de Jong Raad van Bestuur
6 MM | herfst 2010
Kort Nieuws
POM meet protheses aan in Moldavië De bittere kou die Europa trof in de winter van 2010 heeft voor veel mensen, voornamelijk ouderen, verstrekkende gevolgen gehad. In Moldavië, het armste land van Europa, ontbrak het veel mensen aan geld, hout en kolen om zichzelf warm te houden. Door bevriezing hebben veel ouderen letsel aan de ledematen opgelopen. De prothese- en orthesemakerij (POM) heeft de afgelopen maanden samen met Omroep MAX een aantal ouderen in Moldavië geholpen door onder andere protheses aan te meten. In april 2010 hielden Ton Verbraak en Garik Katschatrian, beide orthopedisch technologen bij de POM, op verschillende plaatsen in Moldavië spreekuur om de problemen te inven tariseren. Eind juni brachten Ton Verbraak en Dirk Ruitenbeek opnieuw een bezoek aan Moldavië. Tijdens
dit driedaagse bezoek hebben zij in samenwerking met de lokale instrumentenmakers bij de ouderen protheses aangemeten. Deze zijn vervolgens vervaardigd in Nijmegen. Daarnaast hebben de twee Nijmeegse prothesemakers zoveel mogelijk kennis overgedragen aan de lokale medewerkers. Om deze kennisoverdracht te continueren, komt er in oktober een Moldavische delegatie naar de POM in Nijmegen. Twee orthopedisch instrumentmakers, een fysiotherapeut en een chirurg-traumatoloog krijgen een week lang een intensief programma aangeboden. De POM heeft de intentie om kennis ook op langere termijn beschikbaar te stellen. • Meer informatie: www.maxmaaktmogelijk.nl
–––––––––––––
dag Open ec entrum
–––
Revalidati 28 november 2010 12.00-16.00 uur
–––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––
–––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––
Het Revalidatiefonds bestaat 50 jaar. Ter ere van dit jubileum organiseert het fonds, dat geld inzamelt voor revalidatiezorg, vier open dagen bij revalidatiecentra verdeeld over het land. Eén open dag vindt op 28 november plaats in het revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Bij revalidatiezorg leren mensen omgaan met hun beperkingen. Voor donateurs is de open dag een uit-
gelezen kans om te zien waarvoor hun geld gebruikt wordt. Ook andere geïnteresseerden zijn van harte welkom. Op het programma staat onder andere een dansworkshop en een demonstratie van de looprobot. Er zijn patiënten aanwezig die u meer kunnen vertellen over het leven met een beperking. In het revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen worden per jaar ongeveer 500 kinderen en meer dan 1000 volwassenen onderzocht of behandeld. Het doel is deze mensen te leren al hun mogelijkheden te benutten, zodat ze zo goed mogelijk kunnen functioneren in de maatschappij. •
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
MM | herfst 2010 7
Sneller terecht voor heup en knie door aangepaste OK’s Het heeft even geduurd, maar de wachttijden voor orthopedische ingrepen in Nijmegen zijn drastisch terug gebracht. Dit betekent dat patiënten die een knie- of heupprothese nodig hebben voortaan veel sneller geholpen kunnen worden. Bij het orthopediecentrum werken orthopeden en andere behandelaars die zich volledig gespecialiseerd hebben in een bepaald lichaamsdeel, zoals heup, rug of knie. ‘Als gespecialiseerd ziekenhuis in houding en beweging trekken wij patiënten uit het hele land’, zegt dr. M. de Kleuver, orthopedisch chirurg en directeur van het orthopediecentrum in Nijmegen. ‘Ongeveer driekwart komt van buiten de regio. Dat zijn mensen die komen met complexe orthopedische problemen maar ook met veelvoorkomende aandoeningen zoals knie- en
Maartje
heupslijtage’. Het orthopediecentrum voert jaarlijks een groot aantal ingrepen uit, waaronder 600 plaatsingen van een heupprothese en 700 plaatsingen van een knieprothese. De laatste jaren zijn de wachttijden bij het orthopediecentrum sterk opgelopen. De afgelopen tijd is met succes gewerkt aan het terugbrengen van de wachttijd voor de polikliniek en een operatie. ‘Om patiënten sneller te kunnen behandelen hebben we in de zomer twee OK’s verbouwd en aangepast’, vertelt De Kleuver. ‘De OK’s zijn nu allemaal uitgerust met verkoeverfaciliteiten. We beschikken nu over zes OK’s waar vrijwel alle orthopedische operaties kunnen plaatsvinden. Door deze uitbreiding kan de Maartenskliniek de patiënten die een heup- of knieprothese nodig hebben veel sneller van dienst zijn.’ •
| Voetchirurgen Maartenskliniek kunnen meest complexe gevallen aan
www.
Bewust kiezen via website
Voor twaalf veelvoorkomende orthopedische behandelingen geeft de Sint Maartenskliniek op de website inzicht in de geleverde kwaliteit, kennis en kunde. Zo kunnen patiënten en verwijzers zien hoe vaak een operatie bij de Maartenskliniek wordt uitgevoerd, hoe groot de ervaring is van de teamleden en wat het infectiepercentage is bij de betreffende ingreep. Bovendien is te zien wat andere patiënten vonden van hun behandeling. Deze laatste gegevens zijn gebaseerd op patiënttevredenheidsonderzoek onder ruim 3500 orthopediepatiënten van de Maartenskliniek. Met de cijfers op de website wil de Maartenskliniek bevorderen dat patienten zelf een goede keuze kunnen maken voor het ziekenhuis dat aansluit bij hun wensen. •
8 MM | herfst 2010
Intensief revalideren bij K-BOEM C Bij het revalidatiecentrum van de Sint Maartens kliniek kunnen spastische kinderen na een operatie aan één of beide benen een intensief revalidatieprogramma volgen: K-BOEM C. Dit is een afkorting voor ‘klinische behandeling onderste extremiteiten na multilevel chirurgie’. Vrij vertaald: een revalidatiebehandeling in het ziekenhuis na een operatie op meerdere niveaus van de benen of aan beide benen. Kinderen verblijven hiervoor 3,5 week (na een operatie aan één been) of 5,5 week (na een operatie aan twee benen) in het ziekenhuis en krijgen in deze periode intensief fysiotherapie en ergotherapie. Kwaliteit van lopen De behandeling is vooral gericht op de kwaliteit van lopen. Na een standsverandering van het been staan de knieën weer naar voren en kunnen de kinderen makkelijker rechtop staan. Daardoor is er een grote verbetering in de kwaliteit van lopen mogelijk. Vaak is de ingreep preventief, om erger te voorkomen. De standsverandering van het been heeft dan vooral tot doel om het kind op de been te houden. Na de operatie duurt het meestal een jaar voordat het kind weer terug is op het niveau van functioneren vóór de operatie. Voor spastische kinderen die op meerdere niveau’s in hun benen zijn behandeld met botox, en niet met een operatie, bestaat er een vergelijkbaar revalidatieprogramma: K-BOEM B. Voor meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
MM | herfst 2010 9
Behandeling
Revalideren na standsverandering van beide benen
Schoenen verzolen hoeft niet meer Robbert Buil kon best lopen, maar viel zo nu en dan en had moeite met het optillen van zijn voe ten. Door de spasmen in zijn benen stonden zijn benen naar binnen, en dat werd erger toen hij groter werd. Daarom werden de botten van zijn benen tijdens een operatie een slag naar buiten gedraaid. Om beter te leren lopen met zijn rechte benen revalideerde Robbert daarna nog zes weken in de Sint Maartenskliniek.
‘En onze skivakantie hebben we uit moeten stellen. Ik had niet gedacht dat die kniebuiging een probleem zou zijn.’ Het viel hem aanvankelijk ook niet mee om bijna zes weken lang in het ziekenhuis te blijven. ‘In het begin sloot ik me een beetje af op mijn kamer, maar toen ik eenmaal gewend was, ging het beter. Er was een hele groep kinderen op de afdeling en één van hen was ook voetbalfan. Met hem sliep ik op de kamer, dat was gezellig.’
Robbert Buil (13) wijst met zijn vinger een stukje boven zijn knie: dat is de plek waar zijn botten werden doorgezaagd en rechtgezet. Een lugubere gedachte, maar toch zijn veel spastische kinderen gebaat bij een ingrijpende operatie als deze. Omdat de hoge spierspanning zorgt voor onbalans in de benen, worden deze langzaam naar binnen getrokken. Dat betekende voor Robbert dat hij moeilijk kon fietsen, dat zijn knieën vaak tegen elkaar botsten en dat zijn tenen over de grond schuurden. Lopen kostte hem veel energie. ‘En we moesten elke maand zijn schoenen verzolen’, zegt zijn vader.
Preventief Robbert loopt sinds de operatie en de revalidatie niet veel harder of verder dan daarvoor. Deels is de ingreep preventief geweest, om erger te voorkomen, en deels is de ingreep bedoeld om Robbert kwalitatief beter te laten lopen. ‘Wat we tijdens de revalidatieperiode eigenlijk doen,’ vertelt Van Bommel, ‘is het plannetje in het hoofd veranderen over hoe je loopt. Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld gewend om heel erg op hun tenen te lopen. Na de operatie hoeft dat niet meer,
Beter lopen Maar met een operatie alleen was Robbert er nog niet. Hij moest leren hoe hij beter kon lopen vanuit zijn nieuwe, rechte houding. Daarom volgde Robbert het intensieve revalidatieprogramma K-BOEM C. Hij verbleef 5,5 week in het ziekenhuis en werkte daar iedere dag hard aan zijn herstel. ‘Revalideren kun je maar één keer doen na zo’n operatie,’ verklaart fysiotherapeut Esther van Bommel de relatief lange opnameduur, ‘en een kind heeft nog een heel leven voor zich. Daarom moet je deze periode maximaal benutten.’ Eiffeltjes Robbert somt op wat hij allemaal heeft gedaan tijdens de revalidatie. ‘Staan, zitten, in de brug lopen. Van de brug ging ik verder met de Eiffeltjes (krukken met vier pootjes, red.). En het ging boven verwachting. Ik haalde mijn weekdoelen veel eerder dan gedacht.’ Wat tijdens de behandeling tegenviel, was de mate waarin hij zijn knie kon buigen. ‘Daardoor duurde het heel lang voordat ik weer kon fietsen,’ vertelt hij.
‘Lopen kost nu minder moeite’ maar dat betekent nog niet dat ze dan vanzelf ook anders gaan lopen. Wij leren ze dat oude patroon te veranderen.’ In de eerste periode zijn ze streng, zegt Van Bommel. ‘We corrigeren de houding heel consequent, want de basis moet goed zijn. Pas later gaan we kijken naar de afstand die het kind kan lopen en de snelheid.’ Robbert herinnert zich vooral nog dat hij op het begin aan ‘wel honderd dingen’ tegelijk moest denken. ‘Goed uitstrekken, billen intrekken, hakken op de grond zetten, rechtop lopen, schouders intrekken... Op het begin dacht ik dat het nooit ging lukken. Maar na een tijdje gaat het automatisch.’ Hij loopt zichtbaar beter, vindt ook zijn vader. ‘Het kost hem minder moeite en zijn botten worden beter belast. De manier van lopen is behoorlijk veranderd. We hebben sinds de operatie nog niet één keer zijn schoenen hoeven te verzolen.’ •
10 MM | herfst 2010
In afwachting van …
Een reconstructie van de voorste kruisband
Naam Leon Verschoor Leeftijd 47 jaar Beroep senior boekverkoper Woonplaats Lelystad Gezinssituatie vrouw en drie kinderen Aandoening pijnklachten rechter knie Ingreep voorste kruisbandreconstructie
Leon Verschoor kijkt vooruit Sinds een aantal jaren heeft Leon Verschoor behoorlijk veel last van zijn knieën. Pijn, steken en stijfheid. Lopen werd steeds lastiger. Met zijn linkerknie gaat het beter sinds ze bij Maartenskliniek Woerden het kraakbeen schoonmaakten. Zijn rechterknie is er slechter aan toe. Morgenvroeg wordt hij geopereerd aan zijn voorste kruisband. ‘Ik werk als boekverkoper in een grote boekhandel. Naast het werk achter de computer, loop ik ook vele kilometers door de winkel. Dat gaat met steeds meer pijn gepaard. Ik heb een scheur in mijn meniscus, mijn kruisband is afgescheurd en het kraakbeen is rafelig. Dokter Patt vertelde me dat ik een voorste kruisbandreconstructie nodig heb. Ze gaan een stuk hamstring uit mijn been halen en die gebruiken als nieuwe kruisband.’ Leon Verschoor is jong voor de knieklachten die hij heeft. Naar de oorzaak blijft het gissen, maar het ligt voor de hand dat het te maken heeft met zijn verleden als rugbyspeler. ‘Ik heb 16 jaar lang op hoog niveau gerugbyd, net onder het nationale team. Rugby is een sport van duwen en trekken en op volle snelheid getackeld worden. Misschien dat ik toen schade heb opgelopen aan mijn knieën.’
Maar veel zin heeft hij niet om stil te staan bij de oorzaak achter zijn klachten. De operatie staat gepland voor morgenvroeg half negen. Hij gaat alleen, met de trein van Lelystad naar de Maartenskliniek in Woerden. Het is te merken dat hij er tegenop ziet. ‘Misschien heeft dat te maken met een dubbele hernia-operatie die ik heb gehad toen ik 21 was. Toen hebben ze het vlies geraakt rondom mijn beenmerg. Tien weken heb ik plat gelegen, daarna moest ik bijna helemaal opnieuw leren lopen.’ Die vervelende ervaring maakt hem huiverig voor operaties, maar vooral voor de revalidatieperiode erna. ‘Ik mag mijn knie een week lang helemaal niet belasten en daarna moet ik nog een tijdje lang met krukken lopen. Daar zie ik echt tegenop. Ik ben altijd bezig en fiets graag door de polder. Na de operatie moet ik thuis stilzitten. Ik vind het vreselijk om afhankelijk te zijn van anderen.’ Om het herstel te bevorderen heeft Leon Verschoor voor de operatie al fysiotherapie gehad. ‘Dokter Patt adviseerde om vooraf de spieren rond mijn knie sterker te maken. Dat heb ik dus ook maar gedaan. Hopelijk ben ik dan straks weer sneller op de been.’ •
MM | herfst 2010 11
Met zestien op zaal in ’t Koloniehuis
Uit de oude doos
’t Koloniehuis 1936
Frisse buitenlucht In bed, maar toch een beetje buiten. Kinderen met een beperking uit de omgeving Nijmegen brachten hun zomerperiode vaak door in het Kolonie huis van de Sint Maartenskliniek. Door de glazen wanden konden ze genieten van de bosrijke omgeving, het uitschuifbare dak zorgde voor frisse buitenlucht. Eén van de twee ‘lighallen’ (ziekenhuiszalen) op het terrein van de Maartenskliniek deed in de zomer dienst als het zogenaamde Koloniehuis. Kinderen met een beperking verbleven daar enkele weken en keerden vervolgens terug naar huis. Ouders stuurden hun kind met beperking naar het Koloniehuis toe met het idee dat ze door de gezonde omgeving en de goede zorg konden aansterken. In de wintermaanden stond het Koloniehuis leeg. Omdat de opname van de kinderen veel geld kostte en de bedden goed gebruikt konden worden, werd het Koloniehuis na de winter van 1945 niet meer heropend. Verschoppelingen In 1946 opende de Maartenskliniek een revalidatiecentrum voor kinderen. Zo’n 120 minderjarigen woonden hier permanent. Zij werden niet medisch
behandeld of geopereerd, maar kwamen naar de Maartenskliniek voor opvoeding en onderwijs. Door de kleine huizen en grote gezinnen hadden ouders thuis weinig mogelijkheden om kinderen met een beperking de zorg te bieden die zij nodig hadden. Bovendien werd gedacht dat de kinderen zich tussen lotgenoten geen ‘maatschappelijke verschoppelingen’ zouden voelen, wat thuis wel het geval zou zijn. Mobieler Met de tijd zijn de inzichten veranderd. Tegenwoordig wonen de meeste kinderen thuis bij hun ouders en hebben zij toegang tot het speciaal onderwijs. Bovendien worden huizen vaak aangepast op de behoeften van het kind. Rolstoelen en op maat gemaakte protheses maken kinderen met een beperking een stuk mobieler.
Moet zij straks naar huis? Vroeger woonden kinderen hun hele jeugd in de Sint Maartenskliniek. Dit vond men het beste voor de ‘lichamelijk gebrekkige kinderen’, want thuis konden de kinderen niet op de juiste manier worden verzorgd. In onderstaand nieuwsbericht, met sponsoren te werven als doel, kwam deze aanpak duidelijk naar voren: ‘Dit kleintje heeft drie amputaties (benen en rechterarmpje) en beweegt zich op haar rollend plankje door de kliniek. Moet zij straks naar huis (waar men haar, hoe goed bedoeld overigens, niet op de juiste manier zal kunnen verzorgen en helpen) of mag zij van U nog heel lang (misschien wel zo lang als ze zelf wil) in het revalidatie-centrum blijven?’ Uit: Sint Jansklokken, 1953
De lighallen zijn tegenwoordig niet meer te vinden op het terrein van de Maartenskliniek. Anno 2010 staat er op de plek van de lighallen een sporthal. •
12 MM | herfst 2010
Kennis
De fijne kneepjes van de voetchirurgie
Voelen
of de vorm weer klopt Voeten die naar binnen zakken, voeten die hol trekken, hamer tenen en versleten enkels: het is een kleine greep uit de vele voetproblemen die dagelijks de revue passeren. Maar hoe opereer je dit complexe geheel van botjes, talloze pezen en spieraanhech tingen? Orthopedisch chirurg Jan Willem Louwerens over de fijne kneepjes van zijn vak: ‘We pakken de voet tijdens de operatie regelmatig vast. Dan voel je of de vorm weer klopt.’
Zevenentwintig botjes en heel veel banden, pezen, spieren en spieraanhechtingen, die ook nog eens allemaal verband met elkaar houden: het fundament van het menselijk lichaam is een complex geheel. Voet- en enkelspecialist Jan Willem Louwerens ziet al elf jaar de meest uiteenlopende problemen voorbij komen en herkent inmiddels vele patronen. ‘Het leuke aan voetchirurgie is dat je op zoek moet naar de biomechanische oorzaak van de klachten,’ zegt hij. ‘We zien bijvoorbeeld regelmatig mensen op de poli die op de buitenzijde van hun voet zijn gaan lopen omdat ze problemen hebben aan de binnenkant van hun voet. Daardoor geeft de buitenzijde van hun voet nu klachten. Je moet dus altijd vragen waarom iemand staat zoals hij staat.’
‘Als er geen kracht was, komt er ook geen kracht. Het is geen tovenarij’ Puzzelstukjes Voordat Louwerens overgaat tot een operatie, wil hij ervan verzekerd zijn dat alle puzzelstukjes op hun plek zijn gevallen. Dat de klachten passen bij het
beeld dat hij ziet, dat hij zeker weet dat de pijn geen andere oorzaak heeft. ‘Tijdens de operatie proberen we de voet dan weer in zijn normale vorm te krijgen, en daarmee hoop je ook zoveel mogelijk functie te herstellen. Want de mate waarin je de voet weer kunt gebruiken, is enorm gelieerd aan de vorm van de voet.’ Zo zag hij onlangs een patiënt met een peesontsteking aan de buitenkant van haar voet. Ze was zwaar en stond duidelijk op de buitenzijde van haar voeten. ‘Dan weet je dat het water naar de zee dragen is om alleen die pees te repareren,’ vertelt Louwerens. ‘Want die blijft beschadigd raken door de scheve stand van de voet. Dus hebben we samen besloten om niet alleen de pees te repareren maar om ook het hielbeen te verplaatsen, zodat de voet weer recht komt te staan en de pees niet meer overbelast wordt. Daardoor wordt de kans op een blijvend goed resultaat veel groter.’
MM | herfst 2010 13
Voetchirurgie in cijfers • 8000
nieuwe patiënten met voeten enkelklachten worden jaarlijks door de specialisten gezien • 1000 daarvan worden geopereerd • 3000 schroeven en pinnen zijn er per jaar nodig om de herstelde vorm te fixeren • 11 mm is de kleinste schroef • 13 cm is de grootste schroef Voelen Maar een voet weer terugbrengen in de normale vorm, hoe doe je dat als elke voet anders is? ‘Het is de kunst om dat tijdens de operatie te bepalen en te voelen. Dat kun je voor een deel op de foto zien, maar voor een gedeelte doe je dat ook door de voet vast te pakken, te voelen en te kijken of de voet weer klopt. Daarvoor heb je een goed driedimensionaal inzicht nodig. Je moet weten hoe een voet in elkaar zit en hoe een voet beweegt.’ Wiskundige formules komen er niet aan te pas, maar elke operatie wordt van tevoren nauwkeurig uitgedacht. ‘De patiënt moet zich bewust zijn van de risico’s, dus je moet altijd precies vertellen wat je tijdens de operatie gaat doen. Het komt wel eens voor dat we moeten improviseren tijdens een operatie, maar alleen als we iets tegen komen wat we niet hadden verwacht.’
Blokkade De uitdagingen voor Louwerens zitten vaak in het bedenken van oplossingen voor problemen die in geen enkel boek beschreven staan. Zo behandelde hij onlangs samen met een revalidatiearts uit het UMC StRadboud een patiënte die na een herseninfarct een spastische reflex kreeg tijdens het lopen. Op een filmpje van haar looppatroon was te zien dat haar voet hol trok en haar tenen stijf naar beneden gingen staan. ‘We kunnen dan niet berekenen of exact voorspellen wat er nodig is om dat weer helemaal goed te krijgen,’ zegt Louwerens. ‘Maar we kunnen wel kijken of we ergens een blokkade op kunnen werpen, zodat de voet niet meer op deze reflex kan reageren. In dit geval hebben we het gewricht van de grote teen vast- >
14 MM | herfst 2010
Voetchirurgie vervolg
Conservatief
gezet en sterke pezen met een buigende tegenkracht tegenover de trekkende pezen geplaatst. Ze zit nog in het gips, dus het is spannend of het gelukt is. Maar een oplossing als deze werkt bijna altijd gunstig. De mislukkingen zitten veel vaker bij zenuwpijnen die je niet weg krijgt.’
De drie orthopedisch chirurgen en de physician assis tant van het voet- en enkelteam van de Sint Maartenskliniek zien jaarlijks 8000 nieuwe patiënten op de poli die klachten hebben aan hun voet en enkel. Slechts 1000 daarvan worden er geopereerd. De overige patiënten die geholpen kunnen worden, worden conservatief behandeld. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld een brace aangemeten krijgen, orthopedische maatschoenen of gewoon uitleg en advies krijgen. ‘Als we niet 100 procent zeker zijn van het nut van een operatie, adviseren we altijd een niet-operatieve behandeling.’
Dat een voet door een operatie nooit meer helemaal geperfectioneerd kan worden, is volgens Louwerens iets wat mensen zich van tevoren heel goed moeten realiseren. ‘We bespreken altijd uitgebreid met de patiënt wat hij van een ingreep mag verwachten. Want wie van tevoren niet kon rennen, kan dat na een operatie waarschijnlijk ook niet. Als er geen kracht was, komt er ook geen kracht. Het is geen tovenarij.’ • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
Een knap staaltje werk De voetspecialisten zien regelmatig patiënten op de poli met misvormingen aan de voet ten gevolgde van de erfelijke spierziekte HMSN. Patiënten met HMSN staan vaak op de buitenkant van hun voet, hebben een grote holling van hun voet, ze hebben klauwtenen en dikwijls een spits in de enkel. Ze kunnen geen balans meer houden, hebben pijn door de abnormale drukpunten en geen enkele schoen past meer. Tijdens de uitgebreide operatie om de vorm van de voet weer te herstellen, wordt de voet weer recht gezet en worden de drie voetwortelgewrichten gestabiliseerd 1 . Daardoor kan de voet niet meer naar buiten kantelen. Middenvoetsbeentjes worden gebroken en rechtgezet 2 , evenals de tenen 3 . Vervolgens worden de pezen van de tenen verplaatst 4 , zodat er niet meer aan de tenen wordt getrokken, maar aan de voet. Dikwijls wordt de grote pees die de voet naar binnen trekt, verplaatst naar de voetrug 5 . Daardoor kan de enkel weer actief op en neer worden bewogen. Ook wordt de achillespees verlengd 6 , zodat de voet weer plat op de grond kan staan. ‘Het zijn allemaal kleine dingen, maar lang-
zaam maar zeker zie je de vorm van de voet terugkomen,’ zegt Louwerens. ‘Een normale voet wordt het nooit meer, maar voor deze patiënten betekent het een verschil van dag en nacht. Al is het alleen maar omdat ze weer beter balans kunnen houden, of een normale schoen kunnen dragen.’ voor
5
na 5
Een HMSN-patiënte. De voet links op de foto is geopereerd, de rechter nog niet.
4 3
2
1
6
MM | herfst 2010 15
Vraag en antwoord
De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie, over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding. In Dokter! Dokter! beantwoorden medisch specialisten de meest gestelde vragen.
?
Dokter! Dokter! Ik heb al geruime tijd artrose in mijn knieën en lees nu over de mogelijkheid om mijn klachten te verlichten door middel van injecties. Wat doen die injecties precies en is het resultaat hiervan blijvend?
Er bestaan twee soorten injecties die gebruikt worden bij de behandeling van knieartrose: corticosteroïd- en hyaluronzuur-injecties. Corticosteroïd-injecties bevatten een ontstekingsremmend middel dat lijkt op prednison. Bij knieartrose kunnen deze injecties de klachten verminderen. Meestal is dat voor enkele weken, maar soms ook langer. Helaas werken corticosteroïd-injecties niet bij alle patiënten met knieartrose. Indien geïndiceerd worden er maximaal vier injecties per jaar gegeven. Hyaluronzuur-injecties bevatten een bestanddeel van kraakbeen en worden gegeven in series van één tot vijf spuiten, maximaal twee keer per jaar. Hoewel deze injecties geen nieuw kraakbeen blijken aan te maken, kunnen zij bij sommige patiënten met knieartrose wel pijnverlichting geven, gedurende enkele weken tot maanden. Hyaluronzuur-injecties zijn vrij kostbaar en worden vaak niet vergoed door de zorgverzekeraar.
Gijs Snijders, arts-onderzoeker reumacentrum
Tijdens de voorbereiding op de Zevenheuvelenloop liep ik een achillespeesoverbelasting op. Met rust gaat het wel beter, maar ik wil opnieuw gaan hardlopen en dat lukt me niet. Wat kan ik doen?
Achillespeesoverbelasting is een vaak voorkomend probleem bij hardlopers. Vroeger werd gedacht dat de pijn veroorzaakt werd door een ontsteking. In dat geval zou voldoende rust volstaan als behandeling. De ervaring leert echter dat
Excentrische oefening voor de achillespees Ga in neutrale stand op een trapje staan. Laat je hiel in zeven seconden naar beneden zakken, over de rand. Kom daarna met twee benen naar teenstand. Oefen eerst met gestrekte knie, daarna met gebogen knie. De oefeningen opbouwen: - Laat uw hiel dieper zakken en ga hoger op de tenen staan - Voer de snelheid van de uitvoering op - Voer de frequentie van de oefeningen op, bijvoorbeeld 3x10, 3x12, 3x15, 3x20, 3x25, 3x30 - Verhoog de belasting door eerst te oefenen met steun, dan zonder steun, met rugzak 1kg, 3kg, 5kg, etc.
ondanks rust, en soms zelfs ontstekingsremmers, veel mensen pijnklachten houden zodra de belasting opgevoerd wordt. Recent onderzoek doet vermoeden dat dit soort letsels veroorzaakt worden door een verstoord herstelproces na overbelasting. Hierdoor ontstaat er een zwak gebied in de pees. Met excentrische oefeningen heb je de beste kans om weer goed te kunnen gaan hardlopen. De bovenstaande oefe ning kun je het beste drie maanden lang, twee keer per dag uitvoeren.
Els van den Eede, sportarts
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar
[email protected] en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
16 MM | herfst 2010
In beeld
Infectiebespreking bij orthopediecentrum Nijmegen
Rond Woensdagmiddag, 16:30 uur Een kring van orthopeden, arts-assistenten, twee internisten, twee microbiologen en een ziekenhuishygiënist bespreken met elkaar de beste behandelmethode voor de 12 patiënten die op dit moment zijn opgenomen met een infectie na een nieuwe heup of knie. Dat deze infecties lastig te bestrijden zijn, blijkt uit de vele argumenten en medische termen die over en weer vliegen. Orthopedisch chirurg Harald de Man implementeerde dit wekelijkse overleg drie jaar geleden en noemt de bespreking een rustmoment voor het verder bepalen van de behandeling. ‘Een betere combinatie
van verschillende specialismen voor de behandeling van orthopedische infecties heb je eigenlijk niet. Samen bekijken we of we de geprotocolleerde behandelmethode kunnen toepassen, of dat we die moeten aanpassen aan de individuele situatie van de patiënt. Omdat alle aanwezigen hier hun specialistische kennis inbrengen, is deze bespreking ook leerzaam.’ De Sint Maartenskliniek behandelt jaarlijks ongeveer 80 patiënten met infecties na een nieuwe knie of heup. Zo’n 60 daarvan zijn geopereerd in andere
MM | herfst 2010 17
domde patiënt ziekenhuizen, ongeveer 20 patiënten in de Maartenskliniek. ‘Door de enorme toename van het gebruik van prothesen, stijgt ook het absolute aantal infecties. De kans op een infectie bij lichaamsvreemd materiaal, zoals een prothese is namelijk vele malen hoger dan wanneer er geen prothese aanwezig is in het eigen lichaam.’ De behandeling bestaat vaak uit het verwijderen van de prothese, gevolgd door een langdurige antibioticabehandeling en het opnieuw plaatsen van de prothese.
Dit is kostbaar en neemt vaak wel een half jaar in beslag, maar loont volgens De Man de moeite. ‘Infecties bij prothesen verdwijnen nooit vanzelf. Als je ze niet goed aanpakt, blijven patiënten er mee aanmodderen en zitten ze vervolgens heel lang thuis. Een kwalitatief goede – maar daarmee ook dure – behandeling, levert een aanzienlijk beter genezingsresultaat op. En dat betekent dat de kosten voor de maatschappij op lange termijn lager zijn.’ •
18 MM | herfst 2010
Kort nieuws
Met een schone neus naar de OK Ongeveer 30 procent van alle gezonde mensen draagt een bacterie in zijn neus: de Staphylococcus aureus, een onschuldig beestje dat op het eerste oog weinig schade toebrengt. Maar uit recent verschenen wetenschappelijk onderzoek, waaraan de Sint Maartenskliniek een bijdrage heeft geleverd, blijkt dat het neusdragerschap van deze bacterie een grotere kans geeft op het krijgen van postoperatieve wondinfecties. Daarom start het orthopediecentrum binnenkort
Louwerens voorzitter Europese vereniging voetchirurgen In de European Foot- and Ankle Society (EFAS) delen 3000 voet- en enkel chirurgen hun kennis en ervaringen om zo patiënten de beste zorg te kunnen bieden. Sinds kort is dr. J.W. Louwerens van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen benoemd tot voorzitter. Het grote aantal orthopeden dat bij de Maartenskliniek werkt, maakt het mogelijk om te specialiseren in een deel van het menselijk lichaam. Dr. Jan Willem Louwerens en dr. Angelique
binnenkort met het screenen van alle patiënten die op korte termijn geopereerd worden. Wanneer de bacterie in de neus wordt aangetroffen, krijgt de patiënt een neuszalf en een desinfecterende shampoo mee waarmee hij zichzelf gedurende een aantal dagen voor de operatie en een aantal dagen erna behandelt. Zo hoopt de Maartenskliniek de patiëntveiligheid nog verder te verhogen. •
Witteveen, beiden werkzaam bij de Maartenskliniek, richten zich als enige chirurgen in Nederland volledig op de voet en enkel. Voor het contact met andere voetspecialisten gaan zij de grens over. ‘Als Europese voetspecialisten willen we in de EFAS kennis delen en van elkaar leren, om zo het vakgebied verder te ontwikkelen.’ Volgens Louwerens doet Europa het wat voetchirurgie betreft goed, maar valt er ook nog genoeg te leren. Bijvoorbeeld van de Amerikanen. ‘In Amerika hebben ze het onderwijs heel strak georganiseerd. Dat is in Europa anders, een Italiaan pakt het heel anders aan dan bijvoorbeeld een Engelsman. Dat maakt het lastig om zoiets als een Europese basiscursus op te zetten.’ Louwerens heeft zich als voorzitter ten doel gesteld om in de EFAS keuzes vooral op inhoud te maken en minder op de onderlinge verhoudingen. ‘Wie groot of belangrijk is, moet er minder toe gaan doen. We leren meer van elkaar als we ons vooral richten op het verder brengen van ons vak.’ •
Opgenomen patiënten krijgen barcode Je moet er niet aan denken: een patiënt die door verwisseling geopereerd wordt aan het verkeerde lichaamsdeel. Gelukkig is het bij de Sint Maartenskliniek nog nooit gebeurd, maar het voorkomen van verwisseling van patiënten is één van de tien thema’s van het landelijke veiligheidsprogramma VMS waar de Maartenskliniek aan deelneemt. Mede daarom dragen sinds kort alle opgenomen patiënten polsbandjes met een barcode ter identificatie.
In de Maartenskliniek in Nijmegen worden jaarlijks rond de zevenduizend patiënten opgenomen. Al deze patiënten worden op de dag van opname geïdentificeerd en krijgen een polsbandje met patiëntgegevens. Sinds kort is dit polsbandje uitgerust met een unieke barcode. Deze barcode biedt vele mogelijkheden. Door de verpleging en het laboratorium wordt het gebruikt voor bloedonderzoek aan het bed. Daarnaast wordt de patiënt bij binnenkomst op de operatiekamer geïdentificeerd via de barcode. In de toekomst kan het nieuwe polsbandje met barcode ook gebruikt worden bij het verstrekken van medicatie. •
MM | herfst 2010 19
Column |
Opbrengst symposium naar Reumafonds Ter gelegenheid van de promotie van Bart van den Bemt, apotheker bij de Sint Maartenskliniek, organiseerde de afdeling farmacie van de Maartenskliniek het symposium: ‘Doelmatig geneesmiddelgebruik bij chronische aandoeningen: goed voor patiënt en behandelaar’. Alle inschrijfgelden voor het symposium kwamen ten goede aan het Reumafonds. De opbrengst van € 2.000 werd op 13 september overhandigd. Het Reumafonds zet de donatie in om wetenschappelijk onderzoek naar reuma te bevorderen. ‘Wetenschappelijk onderzoek is immers de sleutel tot de genezing van reuma’, aldus Bart van den Bemt. •
Nieuw spasticiteitsprotocol voor behandelaars De behandelmogelijkheden voor volwassenen met spasti citeit veroorzaakt door een herseninfarct (CVA) zijn sinds kort gebundeld in een overzichtelijk boekje. Revalidatie centrum Groot Klimmendaal in Arnhem en de Sint Maartenskliniek in Nijmegen sloegen de handen ineen om behandelaars, assistenten in opleiding maar ook collegarevalidatieartsen beter te informeren over de mogelijkheden en ervaringen in de twee revalidatiecentra. Volgens Frits Lem, revalidatiearts bij de Maartenskliniek, was het boekje gewenst omdat de behandelmogelijkheden van spasticiteit de afgelopen jaren sterk zijn uitgebreid. ‘Vroeger was de definitie van spasticiteit simpel. Het was een verstoorde rekreflex, punt. Tegenwoordig wordt spasticiteit veel meer gezien als een complex probleem waarbij ook een snelle vermoeidheid hoort, verlies van handigheid en verlies van selectiviteit van bewegen.’ Bij de Maartenskliniek worden per jaar ongeveer 100 nieuwe patiënten gezien met spasticiteit, bij veel van hen veroorzaakt door een CVA. • Meer weten over het spasticiteitsprotocol? Kijk op www.maartenskliniek.nl/verwijzers/nieuws.
Over pillen enzo
‘Neem ’s avonds voor het slapen gaan, één lepel levertraan’ Wanneer de ‘R’ in de maand kwam, moest mijn moeder vroeger elke avond voor het slapen gaan een lepeltje levertraan slikken. Dat vond ze zo vies, dat ze nog steeds begint te rillen als ze het woord levertraan hoort. Toch zijn al die slokjes met vettige vissmaak niet voor niets geweest. Levertraan bevat namelijk veel vitamine A en D. En juist vitamine D heb je nodig voor sterke botten, tanden en de opname van calcium en fosfor in het lichaam. De meeste vitamine D maakt het lichaam zelf aan, onder invloed van zonlicht. Daarom kreeg mijn moeder ook alleen levertraan in de winter, als de zonuren beperkt waren. Tegenwoordig weten we steeds meer over vitamine D. Bijvoorbeeld dat ouderen minder goed in staat zijn om voldoende vitamine D aan te maken via de huid. Hierdoor blijkt dat veel ouderen te weinig vitamine D in hun bloed hebben. Vandaar dat de Gezondheidsraad een nieuw vitamine D-advies heeft opgesteld: vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar doen er goed aan toch het hele jaar 10 microgram vitamine D (dat is 400 I.U.) te gebruiken, ook al komen ze voldoende buiten en hebben ze een lichte huidskleur. Mensen die in een verpleeg- of verzorgingshuis wonen en andere ouderen die nauwelijks buiten komen, wordt zelfs 20 microgram per dag geadviseerd. Dit geldt ook voor ouderen met een donkere huidskleur, vrouwen vanaf 50 jaar die een sluier dragen en mensen met osteoporose (botontkalking). Zo is mijn moeder gelukkig bevrijd van de levertraan. Dagelijks slikt ze vitamine D-tabletjes, om haar botten en spieren sterk te houden. En dat gaat haar een stuk makkelijker af. Bart van den Bemt, apotheker
20 MM | herfst zomer 2010
Patiëntervaring
Voor de tweede keer Guillain-Barré
Alles valt we Slechts 150 tot 300 Nederlanders per jaar krij gen de ziekte van Guillain-Barré: een aandoening waarbij plotseling zenuwfuncties uitvallen en het lichaam als het ware ‘stil komt te liggen’. Nog veel minder mensen krijgen de ziekte twee keer in hun leven. Het overkwam Antoine Derksen, toen hij 15 jaar oud was en vorig jaar, vlak nadat hij 38 was geworden. Hij revalideerde meer dan een half jaar bij de Sint Maartenskliniek. ‘Het is ongelofelijk domme pech.’ Het begon vorig jaar met een griep, vertelt Derksen. Twee weken later kreeg hij tintelingen in zijn handen, spierpijn in zijn benen en pijn in zijn rug. Omdat hij de symptomen nog herkende van de vorige keer, wist hij al snel dat het mis was. ‘De eerste keer duurde het langer voordat er een diagnose was’, zegt Derksen. ‘Ik weet nog goed dat ik door de gang van het ziekenhuis liep en plotseling door mijn benen zakte. Ik schreeuwde het uit, had geen idee wat er aan de hand was.’ Dit keer werden zijn vermoedens binnen een dag bevestigd. Beademing Derksen belandde beide keren aan de beademing op de Intensive Care, omdat ook zijn ademhalingsspieren waren uitgevallen. De tweede keer werd hij daar zes dagen lang buiten bewustzijn gehouden vanwege de pijn in zijn rug. ‘Toen ik bijkwam, werkte er niets meer, behalve mijn hoofd. Dat is raar. Je kunt niet bewegen, je kunt niet praten, maar je krijgt alles heel bewust mee.’ Na vijf weken opgenomen te zijn in het CWZ verhuisde hij naar de Maartenskliniek. Daar volgden, na vijf weken opname, nog achttien weken dagrevalidatie. Ruim een half jaar later is hij grotendeels hersteld. Heilig In het dagelijks leven is Antoine Derksen inkoper bij het UMC St Radboud in Nijmegen. Hij is getrouwd met José en vader van twee jongens, Stan en Luke.
ggg
Zij hebben hem door de afgelopen periode heen gesleept. ‘Hun foto was heilig voor me, voor hen deed ik het. Ik wilde er zó graag weer zijn.’ Het herstel ging hem vaak niet snel genoeg: ‘Dan had ik ergens mijn gevoel terug, en dan was dat de volgende dag weer weg. Een paar dagen later was het er dan weer. Daar heb je helemaal geen invloed op. Ik heb echt moeten leren om me over te geven aan dat proces.’ Perspectief Derksen heeft altijd een onverwoestbaar vertrouwen gehad dat het goed zou komen. Dat maakte hem vrij ontspannen tijdens zijn revalidatie, al vond hij het lastig dat de meeste andere revalidanten geen zicht hadden op herstel. ‘Er waren daar zoveel mensen die om moesten leren gaan met hun beperkingen, terwijl ik beter ging worden. Dan was ik heel erg blij dat ik twee stapjes had gezet, maar hield ik dat op mijn kamer toch maar voor me. Daar lag iemand met een hoge dwarslaesie die nooit meer zou kunnen lopen.’ Zijn behandeling bij de Maartenskliniek vond hij erg zinvol. ‘Ik voelde me altijd voldoende uitgedaagd. Al moest ik soms wel om mezelf lachen, als ik een uur lang kraaltjes van het ene in het andere bakje zat te doen.’ Thuis Sinds een week zit de dagrevalidatie voor Derksen erop. Met een wielrenfiets, twee honden en een zwembad om de hoek hoopt hij zijn conditie verder op te bouwen. De zorg voor zijn zoontjes valt hem af en toe zwaar. ‘Een halve papa-dag is voorlopig genoeg. Ik zit snel aan mijn taks.’ Werken zit er voorlopig nog niet in, maar thuis zijn is heerlijk. ‘De afgelopen periode heeft me doen beseffen dat mijn gezin en mijn gezondheid het allerbelangrijkste zijn in het leven.’ En dan, na een korte stilte: ‘Mijn zoon van drie heeft het moeilijk gehad met mijn afwezigheid. Het was mamavoor en mama-na toen ik net thuis was. Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik hem weer naar bed mocht brengen. Daar schoot ik helemaal vol van.’ •
MM | herfst 2010 21
Wat is Guillain-Barré? Guillain-Barré is een zeldzame aandoening die vaak ontstaat als reactie op een ontsteking in het lichaam. Dat kan een buikgriep zijn, maar ook een gewone verkoudheid. Wanneer iemand Guillain-Barré heeft, raken er zenuwen beschadigd en vallen er motorische en gevoelsfuncties uit. In het ergste geval kan iemand ook niet meer zelfstandig ademhalen. Dat proces voltrekt zich soms in enkele uren, soms duurt het een paar dagen voordat de omvang van de uitval duidelijk is. De neurologische uitval is niet blijvend.
50 procent van de patiënten herstelt en heeft geen last van restverschijnselen, bij 5 tot 10 procent van de patiënten zijn de restverschijnselen ernstig. De herstelperiode varieert van een paar maanden tot drie jaar. Bij de Sint Maartenskliniek worden mensen met Guillain-Barré behandeld met immunoglobuline, een eiwit dat het ziekteproces remt. Indien nodig volgt er een revalidatieprogramma, dat gericht is op het weer zelfstandig kunnen functioneren. Door de conditie en de
spierkracht te trainen, verbetert de motoriek en herstelt het lichaam zich. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is om niet teveel over vermoeidheidsgrenzen heen te gaan. ‘Veel revalidanten willen te snel vooruit, omdat ze zicht hebben op herstel. Juist daardoor kunnen mensen soms een terugslag krijgen,’ aldus revalidatiearts Dirk van Kuppevelt. Meer informatie over revalideren bij de Sint Maartenskliniek: www.maartenskliniek.nl/mm
22 MM | herfst 2010
Wetenschappelijk
Nieuwe technologie maakt denkbeeldig aansturen mogelijk
Lopen in gedachten Dwarslaesiepatiënten weer leren lopen met een looprobot, die ze aan kunnen sturen met hun gedachten- dat is het doel van het onderzoeksproject BrainGain. Onderzoekers Marianne Severens en Koen Koenraadt houden zich nu nog bezig met het zoeken naar de beste methode om hersenactiviteit te meten, maar zien een toekomst vol nieuwe mogelijkheden. ‘We staan pas aan het begin.’ Stel, je bent verlamd aan je benen en hebt de beschikking over een elektrische rolstoel of zelfs een loop robot. Je hoeft je alleen maar in te beelden dat je loopt, en daar ga je. Het klinkt misschien als science fiction, maar volgens Severens en Koenraadt ligt het binnen de mogelijkheden. Brain Computer Interfacing is een technologie waarbij er hersenactiviteit gemeten wordt, die een computer vervolgens interpreteert en in acties omzet. De methode werd al gebruikt voor onderzoek naar de mogelijkheid om te communiceren met mensen die volledig verlamd zijn. Zo waren zij in staat om een brief te typen met hun gedachten. Bij de Sint Maartenskliniek zal het onderzoek meer gericht zijn op het aansturen van bijvoorbeeld een looprobot, door middel van het inbeelden van bewegingen. ‘Hopelijk kunnen wij dit over een paar jaar gebruiken bij de revalidatie van dwarlaesiepatiënten.’
De motorische cortex in kaart gebracht.
Metingen in de motorische cortex Koenraadt en Severens zijn op dit moment aan het onderzoeken hoe ze verschillende lichaamsbewegingen het beste kunnen meten in de hersenen. Die metingen verrichten ze aan de motorische cortex, het gebied in de hersenen dat de spieren aanstuurt. Daarin zijn alle verschillende lichaamsdelen al in kaart gebracht (zie afbeelding). Wanneer een proefpersoon zich inbeeldt dat hij loopt, meten Koenraadt en Severens activiteit in het gebiedje dat gekoppeld is aan de benen. ‘Op dit moment kijken we echter vooral naar de armen en de handen’, zegt Koenraadt. ‘Want daar is al veel onderzoek naar gedaan. Daardoor hebben we veel vergelijkingsmateriaal.’ Commando De eerste resultaten van de metingen laten zien dat ingebeelde activiteit in de hersenen te meten is. ‘We zien wel dat het gedetailleerd onderscheiden van lichaamsdelen en de richting van bewegingen niet mogelijk is. We kunnen bijvoorbeeld niet de beweging van duim en wijsvinger of het omhoog of omlaag bewegen van de arm uit elkaar houden’, zegt Severens. De volgende stap in dit onderzoek is het meten van de motorische cortex van de benen. Daarvoor gaan de onderzoekers met gezonde proefpersonen de loopband op. Uiteindelijk moeten de meetresultaten vertaald worden naar een commando voor bijvoorbeeld de Lokomat, de looprobot die gebruikt wordt binnen het revalidatiecentrum. De software die daarvoor nodig is, zullen de onderzoekers in de komende jaren gaan schrijven. Je eigen robot Per jaar revalideren ongeveer 18 dwarslaesiepatiënten met behulp van de Lokomat. Op de Lokomat worden nu de spieren en het uithoudingsvermogen getraind. Met behulp van een Brain Computer Interface wordt tegelijkertijd ook het ‘loopgebied’ in de hersenen geactiveerd. ‘Of mensen daardoor ook beter gaan lopen, moet verder onderzoek uitwijzen’, zegt Koenraadt. ‘Maar het is ook niet uitgesloten dat mensen in de toekomst hun eigen looprobot hebben, die ze denkbeeldig aan kunnen sturen. Dit onderzoek speelt in op technische ontwikkelingen die gaande zijn.’ •
MM | herfst 2010 23
Het apparaat
Lesje techniek voor beginners
Het doorlichtapparaat Op de monitor is duidelijk te zien hoe de contrastvloeistof zijn weg vindt in het heupgewricht. Op het eerste oog lijkt het of je naar een filmpje kijkt, maar schijn bedriegt. Sinds kort maakt de afdeling radiologie van de Sint Maartenskliniek gebruik van een nieuw doorlichtapparaat, de Multi Diagnost Eleva. Door razendsnel röntgenfoto’s achter elkaar te maken, kan de radio loog ‘live’ bekijken of contrastvloeistof de goede kant op gaat. Patiënten die tekenen vertonen van een versleten heup- of kniegewricht krijgen vaak een CT- of MRIscan. Soms wordt daarbij contrastvloeistof gebruikt, om het beeld van het gewricht zo duidelijk mogelijk te krijgen. Bij een scan van bijvoorbeeld schouder, knie of heup wordt dit middel in de gewrichtsholte gespoten. Hoe beter deze vloeistof op de goede plek in het gewricht terechtkomt, hoe beter de kwaliteit van de scan. Met behulp van het doorlichtapparaat bekijkt de radioloog vooraf of de naald op de goede plek zit. De Multi Diagnost Eleva wordt daarnaast gebruikt voor gewrichtsverdoving (marcaïnisatie) en tussenwervelschijfonderzoek (discografie). Bij een marcaïnisatie wordt een verdovende vloeistof in een gewricht geïnjecteerd om te testen of pijnklachten na de injectie minder worden of verdwijnen. Dit onderzoek maakt duidelijk of pijnklachten veroorzaakt worden door een aandoening van het gewricht, bijvoorbeeld slijtage, of door een andere aandoening in de buurt van het
gewricht. De radioloog spuit eerst contrastvloeistof in om te kijken of hij op de goede plek zit. Pas daarna wordt de verdoving ingespoten. C-boog Het doorlichtapparaat is kantelbaar en kan de patiënt vanuit allerlei hoeken en in verschillende posities in beeld brengen. De patiënt ligt tussen een ‘C-boog’, waarbij aan het onderste uiteinde een röntgenbuis zit die de straling afgeeft. Deze röntgenstralen gaan dwars door het lichaam heen. Daar waar de straling hard materiaal tegenkomt, zoals botten, wordt de straling tegengehouden. Aan het andere uiteinde van de boog vangt een detector de röntgenstralen op die onderweg geen hard materiaal zijn tegengekomen. Software verwerkt dit tot de beelden die op de monitor te zien zijn. Driedimensionaal Een plek als de onderste tussenwervelschijf in de rug is moeilijk te injecteren met contrastvloeistof. Indien nodig kan het doorlichtapparaat daarom driedimen sionale beelden maken van het menselijk lichaam. Het apparaat maakt tijdens een draai van 180 graden om het lichaam een serie foto’s. Die worden vervolgens samengevoegd tot een driedimensionaal beeld. Zo kan de radioloog vanuit diverse hoeken kijken hoe de naald het beste ingebracht kan worden. •
24 MM | herfst 2010
Behandeling
Handiger worden met wat je nog kan
Vastgelopen na hersen Het gewone leven weer oppakken na een hersen bloeding, ernstig ongeluk of een hersentumor is voor veel patiënten lastiger dan het lijkt. Ieder jaar krijgen ongeveer 32.000 mensen in Nederland te maken met hersenletsel. De meeste patiënten lukt het aardig om de draad weer op te pakken. Maar na verloop van tijd, soms zelfs jaren, lopen ze alsnog vast. Het Ambulant Centrum Hersenletsel Nijmegen (ACHN) helpt deze mensen met speciale programma’s, waardoor ze handiger worden met wat ze nog wél kunnen.
Ernstige vermoeidheid, concentratieproblemen of moeite met opnemen van nieuwe informatie zijn veelgehoorde problemen bij het ACHN. De revalidatiearts en neuropsycholoog bekijken samen of de klachten door hersenletsel zijn ontstaan. Met gesprekken en eventueel neuropsychologische testen zoeken ze naar de oorzaken. ‘Patiënten overzien door hun cognitieve beperkingen soms niet de aard en reikwijdte van hun beperkingen. Zo kunnen ze vergeten dat ze iets vergeten zijn en onderschatten hoe vaak dat voorkomt’, zegt neuropsycholoog Joris van Neijenhof.
Niet standaard Omdat iedere patiënt een andere combinatie van problemen ervaart, bestaat er bij het ACHN geen standaardbehandeling. Naast individuele gesprekken zijn er ruim tien verschillende modules rondom veel voorkomende beperkingen, zoals geheugenproblemen of concentratiestoornissen. Iedere patiënt krijgt een behandeling op maat. Zes maanden lang, ongeveer drie keer per week, gaan deelnemers individueel en in groepen aan de slag. Hersenletsel verandert niet alleen je leven op praktisch vlak, maar soms ook je persoonlijkheid. Voorlichting is dan belangrijk. De psychologen leggen uit wat er in het brein gebeurd is en wat dit voor het dagelijkse leven betekent. Voor veel patiënten is dit een open baring. ‘Eindelijk erkenning voor problemen die voor de buitenwereld niet zichtbaar zijn’, aldus een patiënt. Ook voor familieleden staat het leven soms op zijn kop. De partner van vroeger is veranderd. Elkaar net als vroeger woordeloos begrijpen, is er vaak niet meer bij. Door informatie uit te wisselen weten gezinsleden beter hoe ze met hun veranderde vader, moeder of partner om kunnen gaan.
MM | herfst 2010 25
10 jaar ACHN, wetenschappelijk bewezen Tien jaar geleden konden hersenletselpatiënten die na behandeling vastliepen in het dagelijks leven, nergens terecht. Daarom ontwikkelde dr. Luciano Fasotti voor deze patiëntengroep een wetenschappelijk bewezen behandeling en richtte het Ambulant Centrum Hersenletsel Nijmegen op. Het eerste jaar was het pionieren. Het centrum had nog geen eigen plek en er waren slechts drie modules in ontwikkeling. De behandelmogelijkheden zijn de afgelopen tien jaar enorm gegroeid. Het wetenschappelijk onderzoek heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van effectieve modules voor het ACHN. Verder onderzoek blijft nodig. Volgens Fasotti is het nog mogelijk om de behandelduur te verkorten en de effectiviteit verder te verbeteren. E-health biedt kansen aan hersenletselpatiënten die de reis naar het ziekenhuis als belastend ervaren. Binnenkort start een project om de module geheugenstrategieën via internet aan te bieden. Of bij het 20-jarig jubileum alles via internet gebeurt? Fasotti denkt van niet. ‘Het contact van mens tot mens blijft belangrijk.’
letsel Rode energieslurpers Hersenen van patiënten met hersenletsel moeten harder werken om hetzelfde te doen. Hierdoor zijn patiënten eerder moe. In de module beweging wordt gewerkt met een aangepast fitnessprogramma om de conditie te verbeteren. Al bewegend leren deelnemers ook hun fysieke grenzen kennen. Maar ook
‘We schrijven een soort recept maar dan voor koffie zetten’ ontspanning is van belang. Van Neijenhof hoort vaak verbaasde reacties over het effect van mentale inspanning: ‘Dat mijn hartslag zo hoog wordt door alleen te denken aan veterstrikken!’. Met ontspanningstechnieken leren deelnemers weer te luisteren naar hun eigen lichaam. ‘Ik weet nu hoe ik mijn accu weer kan opladen’, vat een deelnemer de module relaxatie samen. Veel vermoeidheidsproblemen komen doordat patiën ten constant meer willen dan ze aankunnen. Een week
lang houden deelnemers daarom hun activiteiten en energieniveau bij met een kleurenschema. Al snel zijn er dan patronen van overbelasting zichtbaar. ‘Als je halve dag rood is, dan is er werk aan de winkel.’ Patiënten maken vervolgens een schema waarbij ze hun energie en ‘energieslurpers’ bewust anders over de dag verdelen. Recept voor koffiezetten Hersenletselpatiënten voelen zich vaak alsof ze in een versneld afgespeelde film terecht zijn gekomen. Het verwerken en onthouden van de dagelijkse stroom informatie is vaak lastig. Van Neijenhof legt uit dat deelnemers in de module geheugenstrategieën leren om de informatie te ordenen en op het juiste moment tot zich te nemen. ‘Als je niet moe bent, je in een rustige omgeving bent en je de tijd neemt, sla je informatie beter op’, noemt hij als voorbeeld. Ook de module ‘Planning en regulatie’ helpt hierbij. Patiënten hebben vaak moeite met het verzinnen van een goed plan om een activiteit uit te voeren. ‘Ze vergeten stappen of zetten ze in de verkeerde volgorde. Als je vergeet de koffiekan onder het apparaat te zetten, staat het hele aanrecht blank. Het stappenplan dat we schrijven, is eigenlijk net een recept, maar nu voor koffiezetten of grasmaaien.’ ‘De combinatie van individuele begeleiding en de modules helpt patiënten handiger omgaan met wat ze nog wél kunnen na hersenletsel’, benadrukt van Neijenhof. Wat het resultaat daarvan is, verschilt per patiënt. Het hersenletsel is blijvend en ook niet alle klachten verminderen door behandeling. Deelnemers leren er wél makkelijker mee leven. •
Het kleurenschema dat gebruikt wordt voor de module ‘Omgaan met beperkte belastbaarheid’, waarin patiënten leren hun energie beter over de dag te verdelen. actief productief, actieve ontspanning, passieve ontspanning, rust
26 MM | herfst 2010
Dagboek
Revalideren na een hersenbloeding
‘Ik kan me steeds beter uitdrukken’ Antoinette van Roekel (57) verblijft na een hersenbloeding al drie maanden op de revalidatieafdeling van de Sint Maartenskliniek. Ze heeft onder andere een afasie, een taalstoornis die de communicatie bemoeilijkt. In de eerste periode na haar hersenbloeding kon ze niet praten. Inmiddels is ze behoorlijk hersteld en is een gesprek weer mogelijk. Een week lang houdt ze haar belevenissen bij in een dagboek.
Maandag In het begin kon ik door de afasie niet spreken en schrijven. Ik begreep de mensen wel. Maar ik kon niet antwoorden, omdat ik de woorden niet kon vinden. Dat is moeilijk. Nu merken veel mensen niet eens dat ik afasie heb. Ik probeer korte zinnen te maken. Ik praat ook het liefst met één of twee personen. Het schrijven van dit dagboek is een goede oefening. De logopedist helpt me erbij. Sinds kort kan ik ook weer typen met 10 vingers. Dat is fijn, want ik ben secretaresse en wil graag weer aan het werk.
Fysiotherapie
Dinsdag Eenmaal per week kook ik samen met de andere patiënten. Wij overleggen vooraf wie het vlees bakt, de groenten snijdt en wie een toetje maakt. Wij koken onder begeleiding van de logopedist, de ergotherapeut en de verpleegkundige. Daarna eten we gezamenlijk. Dat gaat best goed. Ik vind koken heel erg leuk en kan het ook goed. Het liefst maak ik pasta.
n l op koke Ik ben do
MM | herfst 2010 27
Woensdag Vandaag heb ik een uitje gehad, naar de Watersportdag 2010. Deze dag werd gehouden op het watersporteiland Robinson Crusoë van de NEBAS. Dit eiland ligt midden in de Loosdrechtse Plassen en is speciaal ingericht om mensen met een lichamelijke beperking kennis te laten maken met diverse vormen van watersport, zoals zeilen, catamaranzeilen, kanoën en roeien. Ik heb zelf gezeild, samen met twee andere deelnemers en een begeleider. Het weer was erg slecht, dat was jammer. Maar de vrijwilligers waren top! Zij gaven veel steun als wij dat nodig hadden. Het buiten zijn was super.
Mijn man Nico wordt bet rokken
Donderdag Ik heb individueel logopedie en logopedie in groepsverband, de afasiegroep. Bij de afasiegroep is er gesproken over het begrijpen en uiten van taal. We hebben het gehad over non-verbaal, gesproken en geschreven taalbegrip en taal uiten. Ik kan me steeds beter uitdrukken, maar merk dat het minder goed gaat als ik het eng vind. Als er bijvoorbeeld veel mensen bij elkaar zijn. Er is ook een afasiegroep met mantelzorg. Daar is mijn man Nico ook bij. Er worden opdrachten gedaan om de communicatie te verbeteren tussen Nico en mij, samen met een neuropsycholoog. Er is ook een keer een videoopname gemaakt om te laten zien hoe de communicatie tussen ons verliep.
Heerlijk buit en zijn
Vrijdag In het weekend ben ik thuis. Op vrijdag wordt met mij en Nico besproken wat wij in het weekend willen doen. Voor mij is het belangrijk dat ik voldoende rust pak. Als ik binnenkort met ontslag ga, ga ik Nico nodig hebben. Ik wil teveel en hoop dat hij me kan helpen mijn grenzen te bewaken. Hierbij krijg ik ondersteuning van de neuropsycholoog. Nico wordt er ook bij betrokken. Hij is een grote steun. Op maandagochtend is er altijd een nabespreking van het weekend. Hierbij zijn ook de ergotherapeut, logopedist en verpleegkundige aanwezig. Wij bespreken wat er goed ging en niet goed gegaan is. Dit is niet altijd leuk, maar wel zinvol.
de boot Slecht weer op
28 MM | herfst 2010
Patiëntervaring
Voetoperatie voor (bijna) langste man van Nederland
‘Ik maak graag gebruik van mijn lengte’ Rob Bruintjes is officieel niet meer de langste man van Nederland, maar het scheelt maar enkele centimeters. Met zijn 2,21 meter was hij een opvallende verschijning in de Sint Maartenskliniek. Daar werd hij geopereerd aan zijn voet- op een extra lange operatietafel. ‘Ik ben misschien niet meer de langste van Nederland, maar wel de best gebekte. Ze weten me voor interviews nog altijd goed te vinden, want ik ben een ervaren spreker en ik ben thuis in de media. Zelf geef ik een tijdschrift uit, OpMaat. Dat is een consumentenblad voor alle mensen die qua afmetingen buiten de norm vallen. Verbazing Niet lang geleden ben ik geopereerd in de Maartens kliniek, aan mijn voet. Mijn voorgeschiedenis begint al jaren terug- ik had ontstekingen aan mijn voet die ze eerst in verband brachten met mijn suikerziekte, maar die later toch een orthopedische oorzaak bleken te hebben. Dat ging na een operatie over, maar toen stapte ik ongelukkig van mijn fiets af. Een gebroken middenvoetsbeentje, constateerde de orthopeed in Blaricum. Dat deed veel meer pijn dan ik had gedacht, en de pijn ging niet weg. De orthopeed kon niets bijzonders vinden en stuurde me door naar de Maartens kliniek. Daar ben ik van verbazing bijna van mijn stoel gevallen. Want op de foto die hier in het ziekenhuis in Blaricum was gemaakt, en waar de orthopeed niets op zag, zag dokter Louwerens in één oogopslag zes punten die gecorrigeerd moesten worden. ‘Logisch dat je niet kunt lopen,’ zei hij. Ik vond dat bizar. Mijn voet stond helemaal scheef, daardoor bleef de wond aan de buitenzijde van mijn voet bestaan. Daarom is tijdens de operatie mijn voet rechtgezet en gestabiliseerd, zodat ik niet meer zijwaarts kan kantelen. Ik kan mijn enkel nog wel op en neer bewegen. Verder is mijn grote teen op drie plaatsen gebroken en vastgezet, en werd mijn achillespees verlengd. De operatie heeft 2,5 uur geduurd. Er zitten nu drie schroeven in het hielgedeelte, een soort van lasso om mijn middenvoetsbeen en nog twee stalen pinnen in
mijn teen. Ik kom de securitypoortjes bij Schiphol niet meer ongemerkt door, maar ik kan weer lopen. Lange schroeven Ik ben te lang voor een gewone OK-tafel en ook voor een gewoon ziekenhuisbed. Daar zijn allemaal aanpassingen voor nodig geweest. Na afloop van de operatie had ik ook een extra grote rolstoel nodig, die weer in een extra grote taxi moest. Die bracht me dan heen en weer naar controle-afspraken in het ziekenhuis. Een hoop geregel, maar het is gelukt. Met dokter Louwerens heb ik natuurlijk veel grappen gemaakt over de extra lange schroeven die hij nodig had. ‘Gelukkig is de Gamma nog open’, zei hij dan. De revalidatie heeft langer geduurd dan ik had gedacht. Dat had met mijn lengte te maken, maar het gips heeft er ook langer omheen gezeten om me extra rust te geven. Ik ben erg actief en was al snel de grenzen aan het opzoeken van wat ik allemaal nog kon. Inmiddels hebben we weer door de bergen gelopen, maar beurzen bezoeken gaat minder goed. Het lange staan en lopen geeft nog klachten. Obstakelvrij Ik houd me beroepsmatig geregeld bezig met klantvriendelijkheid in ziekenhuizen. Ik heb een eigen bedrijfje in communicatie en geef lezingen, presentaties en cursussen. Mijn ideaal is een obstakelvrije samenleving, waarin iedereen zelfstandig kan functioneren- of je nu jong, oud, lang, klein, dik, dun, blind, of gehandicapt bent. Op beurzen probeer ik daarom fabrikanten te bewegen hun producten aan te passen. Zoiets futiels als een onhandig lipje van een pak sap kan voor veel mensen een bron van frustratie zijn. Maak daar een draaidop van met vleugeltjes, denk ik dan. De Maartenskliniek heb ik ervaren als een bijzonder klantvriendelijk en kwalitatief hoogwaardig ziekenhuis. De hele behandeling heb ik als prettig ervaren. Natuurlijk kom je wel eens iemand tegen die minder welwillend is, maar dat die opvallen, zegt genoeg. In veel zieken huizen valt het juist op als mensen vriendelijk zijn.’ •
MM | herfst 2010 29
Voor alle mensen die anders zijn Het belangrijkste wat je te doen staat als je als mens afwijkt van de norm- of dat nu door je afmetingen, je handicap of je psychische beperkingen komt – is dit volledig te accepteren, aldus Rob Bruintjes. ‘Alleen dán kun je gebruik gaan maken van het feit dat je anders bent.’ Zelf ervaart hij vooral heel veel prettige kanten aan lang zijn. Hij kijkt over iedereen heen en heeft voordeel bij conflicten. Ook in zijn werk maakt hij gebruik van zijn lengte. ‘Ik geef regelmatig lezingen met een extreem kleine man. Als ze ons dan samen binnen zien komen, lijken we wel een clownsact. Maar we hebben wél de aandacht.’ Meer informatie over het tijdschrift OpMaat of de activiteiten van Bruintjes: www.uniform.nl
30 MM | herfst 2010
Vervolg van pagina 10
En zo gaat het nu …
Na een reconstructie van de voorste kruisband
Leon Verschoor blikt terug De tuin bij zijn huis in Lelystad kleurt in roodbruine tinten. Leon Verschoor heeft volop de tijd om van de herfst te genieten. Hij is herstellende van een operatie aan zijn voorste kruis band. Tegen de operatie en de reva lidatieperiode zag hij vooraf behoor lijk op. Hoe gaat het nu? Op de dag van de operatie, nu twee weken geleden, is hij alleen naar Woerden gereisd. ‘Ik ben om zes uur in de trein gestapt, om half negen ging ik de OK in en om tien uur kwam ik weer bij. Ik heb behoorlijk wat pijn gehad en ook de dagen erna had ik last van de narcose. Ik merk dat ik wat vergeetachtig ben. Mijn buurman op de verpleegafdeling had veel minder last. Hij koos voor een ruggenprik. Ik denk dat ik dat de volgende keer ook doe.’ De ochtend na de operatie werd hij opgehaald door zijn vrouw. De eerste week sliep hij slecht en slikte hij veel pijnstillers. Die is hij nu aan het afbouwen. Verder is hij beperkt in zijn mogelijkheden. ‘Ik zit veel te lezen in de boeken die ik van uitgevers toegestuurd heb gekregen en loop met mijn krukken wat rond in het huis. Ik mag mijn knie nog niet belasten. Mijn vrouw moet het werk in het gezin alleen doen. Meestal kook ik, maar dat kan nu niet omdat ik niet lang kan staan.’ Vanmiddag komt de fysiotherapeut weer aan huis. ‘Doordat ik voor de operatie ook al getraind heb, is mijn lichaam bekend met de oefeningen die ik moet doen om mijn knie weer sterker te maken. Zo hoop ik wat sneller van de krukken af te zijn. Pas na vier weken mag ik mijn knie weer belasten. Ik zal de rust moeten vinden om het de tijd te geven die het nodig heeft.’ Verschoor heeft zijn baas wel even laten weten dat hij geen vier maar zes weken uit de running is. ‘Ik dacht dat ik na vier weken
wel weer aan het werk kon, maar dat is te optimistisch. Mensen die ook zo’n operatie hebben gehad, vertellen me dat ze achteraf toch te snel zijn begonnen. Dat je er zes tot negen maanden voor moet uittrekken, voordat het helemaal hersteld is.’ Wat hoopt hij straks, als hij hersteld is, met deze operatie gewonnen te hebben?
‘Ik hoef echt niet te kunnen skiën of wedstrijden te voetballen. Mijn knieën zullen altijd wel een zwakke plek blijven. Goed kunnen lopen, een potje voetballen in de tuin en fietsen vind ik al genoeg. Misschien, als het allemaal mee zit, kan ik volgend jaar met de fiets de Mount Ventoux beklimmen. Dat zou heel mooi zijn.’ •
MM | herfst 2010 31
Kort nieuws
Revalidatiecentrum hoog gewaardeerd
Wij verhuizen niet! De Sint Maartenskliniek staat al bijna 75 jaar bekend als een ziekenhuis dat gevestigd is in Nijmegen. Weinig mensen zullen dan ook weten dat de Maartenskliniek officieel gebouwd is op grondgebied van de gemeente Ubbergen. In verband met nieuwe wetgeving verandert daarom vanaf 1 juli 2011 ons officiële bezoekadres. Maar wij verhuizen niet! Vanaf 1 juli 2011 is het wettelijk verplicht om gebruik te maken van de
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Omdat ‘Hengstdal 3 te Nijmegen’ officieel niet bestaat, kan deze niet geregistreerd worden. Dit betekent dat we ons bezoekadres moeten aanpassen. Het nieuwe bezoekadres wordt vanaf 2011: Sint Maartenskliniek, Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen). Ons postadres (postbus 9011, 6500 GM Nijmegen) blijft onge wijzigd.
Het NIVEL heeft een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de revalidatiezorg in de revalidatiecentra van ons land. Er werd gemeten met de CQ-index, een gestandaardiseerde methodiek voor klantervaringsonderzoek in de zorg. De revalidatie van volwassenen van de Sint Maartenskliniek scoort een tweede plaats. De kinderrevalidatie behaalde de derde plaats onder de 19 revalidatiecentra met een kinderafdeling.
Contactinformatie Winnaar
| Oog voor detail zomer 2010 De afbeelding is genomen in de binnentuin van de Sint Maartenskliniek, tussen de sporthal en restaurant het Rondeel. Dit aansluitpunt voor brandslangen staat vlakbij het beeld van de nonnetjes, bovenop een heuveltje. Het gele vlak dat achter het aansluitpunt zichtbaar is, is de droge brandkast.Onder de vele goede inzendingen is geloot: Ina Timmer uit Driel is de gelukkige winnaar van deze prijsvraag. De prijs wordt u zo snel mogelijk toegezonden.
Volg de Maartenskliniek op twitter! www.twitter.com/ maartenskliniek
De Sint Maartenskliniek is volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen bij ons terecht voor aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde en pijnbestrijding. Daarnaast hebben wij een sport medisch centrum. Orthopedie Polikliniek Nijmegen Voor het maken van een afspraak in Nijmegen belt u (024) 365 96 59. U kunt ook een afspraak maken via onze website: www.maartenskliniek.nl/ praktische-info/afspraakmaken. Second opinion orthopedie Voor de aanvraag van een second opinion dienen zowel de patiënt als de verwijzer een registratie formulier in te vullen. Dit formulier kunt u vinden op onze website. Voor een afspraak kunt u bellen met (024) 365 96 59. Polikliniek Woerden Voor Woerden belt u (0348) 42 78 00 of maakt u een afspraak via de website: www.maartenskliniek.nl/ praktische-info/afspraakmaken. Spoedeisende Orthopedisch Hulp (SOH) Met acute letsels (kneuzingen, verstuikingen, snijwonden en botbreuken, uitgezonderd breuken aan het hoofd) kunt u 24 uur per dag terecht bij de SOH. U kunt de SOH bereiken via telefoonnummer (024) 365 93 91.
Pijnbehandelcentrum Nijmegen Voor een afspraak op het pijnbehandelcentrum heeft u een verwijsbrief nodig met daarin opgenomen uw medische gegevens. Verwijzingen kunt u richten aan het pijnbehandelcentrum, t.a.v. het secretariaat. Voor meer informatie belt u (024) 365 97 72 (ma - vrij 09.00 12.00 uur). Reumatologie Polikliniek Nijmegen Patiënten met een verwijsbrief van hun huisarts kunnen bellen voor het maken van een afspraak: (024) 365 94 09 (ma - vrij 08.30 12.30 en van 13.00 - 16.30 uur). Voor meer informatie: www.maartenskliniek.nl/ professionals/reumatologie/ polikliniek/ Polikliniek Woerden Voor een afspraak op de polikliniek Reumatolgie in Woerden belt u (0348) 42 78 00. Polikliniek Boxmeer Voor een afspraak op de polikliniek Boxmeer belt u (0485) 56 73 82.
Revalidatiegeneeskunde Polikliniek Patiënten met een verwijsbrief kunnen een afspraak maken via telefoonnummer (024) 365 94 00 (ma - vrij 08.00 - 16.30 uur). Sport Medisch Centrum Patiënten kunnen met en zonder verwijskaart terecht bij de sportarts voor een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde pakket worden de kosten hiervoor al dan niet vergoed. Voor het maken van een afspraak belt u (024) 378 65 44 (ma - vrij 08.30 - 16.30 uur). Voor meer informatie: www.smc.maartenskliniek.nl. Patiëntenadviesraad Voor vragen aan de patiënten adviesraad kunt u contact opnemen via
[email protected] of
[email protected].
Oog voor detail Een verloren poppenschoen op de kinderafdeling? Een werkstuk van de activiteitentherapie? Of kunst? Het antwoord is te vinden in of rondom de Sint Maartenskliniek. Denkt u te weten om welk detail het gaat, en waar dit detail zich bevindt? Mail dan naar
[email protected], o.v.v. uw naam, adres en telefoonnummer. Onder de juiste inzendingen wordt een leuke prijs verloot.