maartensmagazine | zomer 2010
Rubriek
Onderwerp
Van jongs af aan reuma Leren lopen na een dwarslaesie
MM | zomer 2010 3
In beeld Marvin de la Croes
‘Pijn telt niet bij deze sport’
‘
Toen ik nog geen vijf jaar was, vroeg een vriendje me mee naar judo. Ik vond het meteen een leuke sport. Zo rond mijn zestiende werd duidelijk dat ik talent heb. Toen ben ik gaan werken aan mijn topsportcarrière, sinds een aantal jaren bij Topjudo Nijmegen. Ik train zo’n tien uur per week. Sinds ik bij de senioren judo, is het serieuzer geworden. Nu gaat het om de knikkers, daar moest ik wel aan wennen. Pijn telt niet bij deze sport, je moet er vol voor gaan. Blessures heb ik eigenlijk altijd wel ergens. Je komt soms op de raarste manieren terecht. Zo heb ik onlangs de banden in mijn knie gescheurd. Dat was net hersteld toen ik een blessure kreeg aan mijn pols. Het belangrijkste wat je kunt doen om blessures te voorkomen, is je lichaam sterk maken zodat je de klappen goed kan opvangen. Ik kom sinds een jaar bij het Sport Medisch Centrum van de Maartenskliniek. Ze hebben daar veel kennis over hoe je je lichaam optimaal kunt ontwikkelen. Fysiotherapeut Mike Kattenbelt bood aan om te kijken of ik nog meer uit mijn lichaam zou kunnen halen. Uit testen bleek dat ik baat kon hebben bij het verbeteren van mijn conditie en rompstabiliteit. Sinds die tijd train ik twee keer per week in het SMC. Ik volg de adviezen goed op. Alleen rust houden, dat past niet in mijn straatje. Dat kan ik gewoon niet. Ik ben nu bezig met de kwalificatierondes voor de Olympische Spelen in 2012. Nerveus voor een wedstrijd ben ik niet. Van nature ben ik heel relaxed, ik luister een muziekje en ontspan wat. Op de mat, dan komt het erop aan. In die vijf minuten moet ik laten zien wat ik in huis heb.
’
4 MM | zomer 2010
08 Van jongs af aan reuma Jos van den Heuvel weet niet beter dan dat hij reuma heeft. Op de jongerenpoli van het reumacentrum wordt hij gecoacht.
07 15
12 Plaatselijk verdoven verdient de voorkeur Steeds vaker wordt bij operaties gekozen voor plaatselijke verdoving. Wat zijn de voor- en nadelen?
18 Leren lopen na een dwarslaesie
30
De bestuurders leken na de botsing allebei met de schrik vrij gekomen te zijn. Maar anderhalf jaar later leert Paul Boeren opnieuw lopen.
28 Weer tweehandig na herseninfarct
08
12
Eén van de gevolgen van een herseninfarct is vaak een halfzijdige verlamming. Forced Use leert de revalidant om weer beide handen te gebruiken.
28
Colofon
Maartensmagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het Maartensmagazine vindt u nieuws en actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 16, of mail:
[email protected]. Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het Maartensmagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
MM | zomer 2010 5
Inhoud
Raad van Bestuur
column
Nieuw kabinet spannend voor zorg
18
26 Verder in deze MM 10 11 15 16 20 21 24 26 30
Column
In afwachting van… Ervaringsdeskundige deelt kennis Uit de oude doos In beeld Dokter dokter Het apparaat Dagboek Wetenschappelijk En zo gaat het nu…
Redactie Astrid van de Laar, Jesse Boon, Tjerk Romkema, Paul van Dijk, Evelyn Fransen, Rian Grutters Fotografie Cover, p 2,3, 9, 11, 12, 14, 16, 17, 18, 21, 27, 28, 30, 32: Dennis Vloedmans; p 22 (LNV-smaakprijs): Levien Willemse; afdeling communicatie Illustratie Roel Seidell Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Roos en Roos, Arnhem
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
De kabinetsformatie wordt door ons, als Raad van Bestuur van een ziekenhuis, met meer dan gemiddelde belangstelling gevolgd. Het ziekenhuis is een particuliere organisatie, maar op het gebied van de gezondheidszorg is de invloed van de overheid groot. Het nieuwe regeerakkoord vertelt ons waar wij de komende vier jaar aan toe zijn. Wat zijn voor ons de meest spannende thema’s die in de kabinetsformatie aan de orde komen? Ten eerste speelt de vraag of er méér of minder overheidsbemoeienis moet komen. Mijn woordkeus verraadt mijn voorkeur al. Kaders rond veiligheid, kwaliteit en privacy-regels: ja, daar zie ik een belangrijke rol voor de overheid. Maar als het gaat om de organisatie binnen het ziekenhuis, het spelverloop tussen zorgaanbieders en zorg verzekeraars en de vraag welke zorg ziekenhuizen aan mogen bieden, dan heb ik graag maximale vrijheid om mij zoveel mogelijk te richten op de wensen van de klant (de patiënt). Een andere belangrijke vraag die beantwoord moet worden, is of een ziekenhuis mag groeien. Er zijn partijen die vinden dat ieder ziekenhuis slechts enkele procenten mag groeien in omzet, om zo de kosten in de hand te houden. Andere partijen pleiten voor meer marktwerking: groei voor ziekenhuizen die kwaliteit leveren, krimp voor ziekenhuizen die het minder goed doen. Door onze excellente zorg groeit de Sint Maartenskliniek harder dan veel andere ziekenhuizen. Als wij maar een paar procent mogen groeien, zullen onze wachtlijsten langer worden. Als ziekenhuis houden wij de ontwikkelingen in Den Haag dus goed in de gaten. Ook u, als patiënt, zult veel van de uitkomst gaan merken. Maar hoe de formatie ook uitpakt, wij blijven ons uiterste best doen om u de best mogelijke zorg te leveren. Dat is iets wat zeker is. Peter Hoppener Raad van Bestuur
6 MM | zomer 2010
Kort Nieuws
Over de finish Vijf kilometer hardlopen in 32 minuten, daar had Gwen van Rosmalen krap een jaar geleden niet op gerekend. Ze was altijd een enthousiaste hardloopster en ze was heel bewust bezig met gezond en verantwoord leven. Maar in juli 2009 kreeg ze een herseninfarct en zag haar leven er plotseling heel anders uit. Met in het begin vooral veel onduidelijkheid: ‘Wat heb ik eraan overgehouden, wat kan ik nog wel en wat niet meer?’ Toen bleek dat ze motorisch nog alles kon, nam
Gwen zich meteen voor dat ze zeker weer zou gaan hardlopen. Krap een jaar geleden revalideerde ze tien weken lang bij de Sint Maartenskliniek. De revalidatie was met name gericht op het trainen van cognitieve vaardigheden zoals tijdsbesef en dagplanning. Daarnaast was het voor Gwen heel belangrijk om haar conditie en zelfvertrouwen weer op te bouwen, zodat ze weer plezier in sport zou kunnen beleven. Dat is haar gelukt, en hoe. Nog geen
jaar nadat Gwen een herseninfarct heeft gehad, loopt ze de Nijmeegse Marikenloop uit. ‘Ik was niet eens moe toen ik de finish overkwam’, zegt Gwen ietwat verbaasd. Ze beschouwde de Marikenloop als een test: ‘Het was vooral spannend omdat ik van tevoren geen idee had of het me zou lukken om de finish te halen, en of ik het weer leuk zou vinden.’ Inmiddels heeft ze zich samen met haar hardloopmaatje Marscha ingeschreven voor de volgende wedstrijd. •
Voetklachten Vierdaagse te voorspellen? Voorspellen of mensen tijdens de Nijmeegse Vierdaagse last krijgen van voetklachten, dat is wat de onderzoekers van de Sint Maartenskliniek binnenkort hopen te kunnen. Tijdens de Vierdaagse 2010 testten zij een computersysteem dat aan de hand van het drukpatroon van de voet en de afwikkeling van de voet voorspelt of mensen klachten krijgen bij hoge belasting. De uitkomsten van deze testfase worden eind dit jaar verwacht. Eerder onderzoek Van de 40.000 wandelaars die ieder jaar van start gaan bij de Vierdaagse, krijgt ongeveer de helft te maken met voorvoetklachten. De Maartenskliniek heeft in 2008 de eerste stap gezet in het kunnen voorspellen van voorvoetklachten. Uit het onderzoek dat gedaan werd onder Vierdaagse-lopers, bleek dat het drukpatroon en de afwikkeling van de voet fors veranderde door het lopen van de Vierdaagse. Op basis van de gegevens is een computersysteem ontwikkeld dat grotendeels kan voorspellen of mensen voorvoetklachten krijgen.
Als blijkt dat dit computersysteem goed werkt, kunnen voetklachten in de toekomst mogelijk voorkomen worden door het nemen van preventieve maatregelen, zoals steunzolen. • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
MM | zomer 2010 7
Maartje
| Operaties steeds vaker onder plaatselijke verdoving
Maartenshoeve viert groot feest Het geschater, gejoel en gegil was niet van de lucht tijdens de theatervoorstelling waarmee de feestweek van de Maartenshoeve werd afgetrapt. Ter ere van het 40-jarig bestaan van de Maartenshoeve genoten kinderen, begeleiders en ouders van de kunsten van theatergroep Hilaria, in de rijbak van de manege. Na de theatervoorstelling volgde een sponsorlunch en een veiling, waarvan de opbrengst direct naar de Maartenshoeve ging. De rest van de feestweek staken gehandicapte en niet-gehandicapte kinderen gezamenlijk de handen uit de mouwen in het bouwdorp, en waren er tal van andere activiteiten georganiseerd. De feestweek stelde iedere geïnteresseerde in de gelegenheid om een kijkje te nemen op de Maartenshoeve. Voor jong en oud was het een groot feest. •
40
Meer informatie: www.maartenshoeve.nl
Nieuwe locatie kinderpoli Kinderen die een bezoek brengen aan de polikliniek van de Sint Maartenskliniek, worden sinds kort op een aparte locatie ontvangen. Op 12 mei opende de nieuwe kinderpoli haar deuren, inmiddels zijn er al meer dan vierhonderd kinderen gezien.
te gaan samenwerken. Op deze manier kunnen kinderen sneller en beter geholpen worden. ‘Als de lijnen kort zijn en er veel overleg plaatsvindt, kan de zorg beter afgestemd worden op de wensen en behoefte van de patiënt en de ouders’, aldus projectleider Sara Schildkamp.
Voorheen zaten de kinderpoli’s van de kinderorthopeed en kinderrevalidatiearts verspreid door het ziekenhuis. De kinderreumatoloog hield haar polispreekuren in het UMC St. Radboud. Nu de verschillende disciplines op dezelfde locatie spreekuur draaien, is het makkelijker om in de toekomst meer met elkaar
Op dit moment worden er op de kinder poli kinderen gezien door kinderortho peden en kinderrevalidatieartsen. Vanaf september houdt ook de kinderreumatoloog spreekuur op deze locatie. De nieuwe kinderpoli bevindt zich aan de achterkant van het ziekenhuis, bij de huidige poli kliniek revalidatiegeneeskunde. •
8 MM | zomer 2010
Patiëntenervaring
Van jongs af aan reuma
‘Stappen
is een fysieke uitda
Reuma is een ziekte die vooral ouderen treft, wordt vaak gedacht. Minder bekend is dat jaarlijks driehonderd kinderen de diagnose jeugdreuma krij gen. Jos van den Heuvel heeft al sinds zijn zevende reuma. Zijn beperkingen ervaart hij niet als een belemmering, want hij is niet anders gewend. ‘In de kroeg weten ze ook dat ik soms een kruk nodig heb.’ Jos van den Heuvel (24) was als kind op vakantie met zijn ouders en zus toen hij ziek werd. Vijf weken lang lag hij in het ziekenhuis, toen bleek dat hij reuma had. Hij kwam onder behandeling in het ziekenhuis in Veghel, dat samenwerkte met het UMC Radboud en de
Sint Maartenskliniek. Hoe het voor hem was om als kind reuma te hebben, weet hij niet meer zo goed. ‘Alleen dat ik in de winter niet kon voetballen.’ Rond zijn veertiende bereikte de reuma-activiteit een hoogtepunt. Jos miste veel van school en moest rust nemen. De pijn is
Coaching op de jongerenpoli Jongeren met reuma maken doorgaans op hun 18e de overstap van de kinderarts naar de volwassenenreumatoloog. Omdat deze overstap vaak als erg abrupt wordt ervaren, heeft de Sint Maartenskliniek sinds een jaar een jongerenpoli. Jongeren tussen de 16 en 25 jaar leren hier om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen behandeling en er is veel aandacht voor de gevolgen van de ziekte voor hun dagelijks leven. Reumatoloog Marcel Franssen richtte het spreekuur op. ‘Op de jongerenpoli worden patiënten eerst door mij en dan door de verpleegkundig reumaconsulent gezien. Ik beoordeel de aandoening en de behandeling, de reumaconsulent kijkt naar de gevolgen voor het dagelijks leven’, vertelt Franssen. ‘Wat jongeren bijzonder maakt, is dat ze enorm in ontwikkeling zijn. Er speelt vaak van alles op het gebied van school, gezin, vriendschappen, seksualiteit en emoties.’ Dat vraagt volgens Franssen een andere benadering in de omgang: ‘Jongeren zijn zo enorm bezig, dat je niet teveel eisen moet stellen. Dus niet boos worden als ze een keer een spreekuur zijn vergeten, maar ze een beetje coachen en uitleggen waarom het belangrijk is.’ Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
hem niet erg bijgebleven. ‘Ik denk dat je went aan pijn.’ Lange tandenborstel Een paar jaar later zakten de ontstekingen weg, maar kwamen zijn gewrichten vast te zitten. Daar bleek weinig aan te doen te zijn. Hij droeg tijdelijk om beide polsen een brace, maar voelde zich toen letterlijk onthand. Ook een chirurgische ingreep was geen optie voor Jos. ‘Dan zetten ze je gewrichten vast en komt het nooit meer los. Terwijl ik nu merk dat er toch nog vooruitgang in zit.’ Zijn elleboog kan hij niet buigen, zijn polsen staan in een hoek van 45 graden en ook zijn enkels en knieën zijn stram. ‘Mijn grootste beperking is dat ik niet bij mijn gezicht kan,’ zegt Jos. ‘Daarom heb ik een hele lange tandenborstel. Maar gel in mijn haren doen, dat lukt niet.’
‘Ik denk dat je went aan pijn’ Fokuswoning Jos studeert HBO-Rechten en hoopt daar volgend jaar mee klaar te zijn. Hij kan zelf niet meer fanatiek voetballen, maar hij coacht nog steeds een jeugd elftal en trapt sinds kort op goeie dagen een balletje. Hij gaat graag stappen en is laatst nog op een festival geweest. Dat is een fysieke uitdaging voor hem. ‘Ik heb het van drie tot twaalf uur volgehouden,’ vertelt hij. ‘Ik mag natuurlijk niet klagen, maar ik baalde dat ik niet tot het einde kon blijven.’ Jos woont nog thuis, en dat was volgens hem
MM | zomer 2010 9
ging’ anders geweest als hij geen reuma had gehad. ‘Ik sta op de wachtlijst voor een fokuswoning. Daar woon je zelfstandig, maar is er altijd iemand in de buurt die je te hulp kan schieten met kleine dingen. Zoals gel in mijn haar doen’, lacht hij. Jongerenpoli De reuma-activiteit in zijn bloed is inmiddels helemaal verdwenen, maar Jos gaat regelmatig op controle bij de jongerenpoli van de Maartenskliniek. Daar ziet hij dokter Franssen, die hem al vanaf zijn zevende kent. Niet lang geleden, toen de jongerenpoli van start ging, kreeg hij ook een afspraak met verpleegkundig reumaconsulent Lieneke Colijn. ‘Ik vond het eerst niet nodig,’ zegt hij, ‘maar ik dacht: misschien ziet zij wel dingen waar ik tegenaan loop, die ik zelf niet zie. En dat bleek ook, want zij attendeerde me bijvoorbeeld op het bestaan van de fokuswoning. Het gesprek ging over veel meer dan reuma alleen, dat was prettig.’ Niet anders Een leven met reuma betekent voor Jos vooral veel organiseren. ‘Ik moet altijd rekening houden met mijn conditie. Als ik vandaag iets wil doen wat me veel energie kost, weet ik dat ik dat morgen moet bezuren.’ Soms vindt hij het lastig dat er op school of in het dorp rekening met hem wordt gehouden. ‘Ze geven me een kruk in de kroeg of helpen me met opstaan. Dat is fijn, maar ik wil niet anders gevonden worden. Zo voel ik me ook niet.’ Slechts af en toe lukt het hem niet om positief te zijn. ‘Dan baal ik ervan. En dan ga ik naar bed, en dan moet het de volgende dag maar over zijn.’ •
Feiten rondom jeugdreuma • Jeugdreuma is een auto-immuunziekte en kenmerkt zich door langdurige ontstekingen aan één of meer gewrichten • Eén op de duizend kinderen krijgt jeugdreuma. In Nederland zijn twee- tot drieduizend kinderen met jeugdreuma. • Jeugdreuma kent verschillende vormen. De gunstige vorm dooft uit in de puberteit, maar de meeste reuma kan terugkomen. 25 tot 50 procent van de kinderen met jeugdreuma groeit over de ziekte heen.
10 MM | zomer 2010
In afwachting van …
Pijnbehandeling
Kim Nuy kijkt vooruit Het begon allemaal met een hernia, nu drie jaar geleden. Een operatie was onvermijdelijk, maar de pijn verdween niet. Na een lange zoektocht krijgt Kim Nuy nu haar derde pijnbehandeling bij de Sint Maartenskliniek. ‘Ik heb de afgelopen jaren zo ongeveer al het mogelijke ge probeerd om van mijn pijnklachten af te komen. Manuele therapie, acupunctuur, fysiotherapie; niets helpt. Een pijn behandeling is het laatste wat ik op medisch gebied nog kan. In 2007 kreeg ik een hernia. De orthopedisch chirurg in Roermond vond opereren te risicovol, omdat de hernia bekneld zat in het zenuwkanaal. Hij wilde afwachten of het vanzelf zou herstellen. Toen de klachten verergerden, ben ik voor een second opinion naar Viasana in Mill gegaan. Daar wilden ze acuut opereren, maar ik was nog erg huiverig. Niet lang daarna kreeg ik het Cauda equina-syndroom. Dat treedt op wanneer de hernia de zenuwen zo beknelt, dat ze geen pulsen meer door kunnen geven. De onderkant van mijn lichaam werd helemaal koud en ik kon niet meer plassen. Er is nog diezelfde dag een operatieteam uit Duitsland gehaald om mij te opereren. Na de operatie had ik nog steeds pijn in mijn onderrug, en na een maand was dat niet over. In Mill konden ze me niet meer
verder helpen, dus heb ik me door laten verwijzen naar de anesthesioloog van de Maartenskliniek. Die constateerde dat ik facetartrose heb. Dat betekent dat er slijtage zit in de kleine ruggewrichten die zich aan de achterkant van de wervels bevinden. Dat geeft een continue rugpijn. De anesthesioloog stelde voor om deze zenuwen gevoelloos te maken door middel van stroomgeleiding. Dat heet een facetdenervatie. Ik heb inmiddels twee behandelingen gehad. De uitstralingspijn aan de linkerkant was na één behandeling verdwenen. De behandeling aan de rechterkant heeft ook een tijdje goed gewerkt, maar is helaas weer terug. Daarom krijg ik nog een behandeling. Daar kun je niet eindeloos mee doorgaan- het is aan de anesthesioloog om in te schatten of een volgende behandeling nog zinvol is. Ik ben niet angstig voor de ingreep. Het is een vervelend gevoel, maar de anesthe sioloog is vakkundig en meestal ben ik in tien minuten klaar. Ik vind het vooral fijn dat het gaat gebeuren. Ik geloof niet meer dat het probleem helemaal opgelost gaat worden, maar ik wil wel alles geprobeerd hebben voordat ik het opgeef. Ook als het niet werkt, geeft het rust. Dan zal ik moeten leren accepteren dat ik mijn leven lang pijn zal houden.’ •
MM | zomer 2010 11
Patiëntenervaring
Ervaringsdeskundige deelt kennis op het web
Van hulphond tot boekentips Het leven met een handicap vraagt veel organisatietalent, dat werd Marit Dohmen al snel duidelijk na haar ongeluk. Sinds een aanrijding in 1994 heeft Marit Dohmen een hoge dwarslaesie en zit zij in een elektrische rolstoel. Via haar website deelt ze informatie over instanties waarmee ze bijna dagelijks te maken heeft. Na haar revalidatieperiode bij de Sint Maartenskliniek wilde Dohmen de grip op haar leven terugkrijgen. Ze dook in de wereld van zorgverlening en ging op zoek naar haar mogelijkheden. ‘Toen ik gehandicapt raakte, was internet nog niet zo ver ontwikkeld als nu. Dat maakte het een stuk moeilijker om alle informatie te achterhalen die ik nodig had’, aldus Dohmen. Toch werd ze, door veel te lezen en met andere ervaringsdeskundigen te praten, steeds wijzer en lukte het om haar leven opnieuw op de rails te krijgen. Ze regelde de zorg die ze nodig had, rondde haar studie af en ging aan het werk. In 2008 besloot ze haar eigen website te gaan bouwen, www.doompie.come2me.nl. ‘Daarin vond ik de ideale combinatie van iets nieuws leren en mijn kennis delen’, aldus Dohmen. Schoonheidsspecialiste Al snel groeide de website uit tot een uitgebreide informatiebron over leven met een handicap. Je vindt er informatie over zorginstanties, hulphonden, persoonsgebonden budget, therapieën, hulpmiddelen en vakanties. Ook deelt Dohmen via haar website handige tips en links. Zo verwijst ze naar een schoonheidsspecialiste die aan huis komt en vind je websites van rolstoelvriendelijke vakantieadressen. Onder het kopje ‘boekentips’ staat een overzicht van mooie boeken over leven met een handicap, die Dohmen allemaal heeft gelezen. Ook vertelt ze persoonlijke verhalen over haar studie, haar werk en uitjes. Zelfstandig De totstandkoming van de website verliep snel: ‘Ik wilde het niet te ingewikkeld maken en koos voor een kant- en klare website waarmee ik direct aan de slag kon’, vertelt ze. Met behulp van spraakherkenning, een touchpad en een aangepast toetsenbord
–––––
–––––
––––––––––– ––––––––––––––––––––––––m–– 2me.nl www.doompie.co––e ––––––––––– ––––––––––––––––––––––– –
Marit Dohmen met haar hond Odin.
ontwikkelde en beheert ze de website zelfstandig. Dohmen: ‘Als ik ergens niet uit kom, vind ik mijn antwoord bijna altijd op internet.’ Tips Marit Dohmen heeft naar eigen zeggen een mooi leven opgebouwd. Al tien jaar werkt ze met plezier in een bouw- en ontwikkelingsbedrijf in Arnhem en in juni 2002 trouwde ze met haar grote liefde Albrecht. Hulphond Odin is een belangrijk onderdeel van het gezin: ‘Wij hebben geen kind, maar Odin is ons kind.’ Haar website is inmiddels behoorlijk compleet en Dohmen weet haar weg binnen de zorg goed te vinden. Tips voor boeken, hulpmiddelen, vakantieadressen en meer, ontvangst ze nog altijd graag. •
12 MM | zomer 2010
Kennis
Patiënt beter af met regionale anesthesie
Nieuwe heup onder pla Nieuwe heupen plaatsen, enkels vastzetten en kruisbanden vervangen: het zijn grote ingrepen, en toch krijgt maar tien procent van de patiënten bij de Sint Maartenskliniek algehele narcose tijdens de operatie. De regionale anesthesie, waarbij slechts delen van het lichaam verdoofd worden, verdient meer en meer de voorkeur. ‘Onze filosofie is dat je niet meer moet verdoven dan nodig is,’ zegt medisch hoofd anesthesiologie Ruud Stienstra.
Wie bij de Maartenskliniek geopereerd wordt, krijgt voorafgaand aan de operatie een gesprek met de anesthesioloog. Daarin wordt besproken welke vorm van verdoving er tijdens de operatie toegepast gaat wor-
den. In veel gevallen zal de anesthesioloog een zenuwblokkade adviseren, een verdoving van een gedeelte van het lichaam. Alleen operaties aan de rug vinden standaard plaats onder algehele narcose. ‘Het is onze
MM | zomer 2010 13
Algehele narcose of plaatselijke verdoving? Algehele narcose
Regionale anestheie: de ruggenprik
Regionale anesthesie: perifere zenuwblokkade
Wat gebeurt er? De patiënt wordt in een gecontroleerde toestand van bewusteloosheid gebracht. Hierdoor merkt de patiënt niets van de operatie. Narcose heeft de voorkeur als plaatselijke ver doving vervelend of niet mogelijk is.
Wat gebeurt er? De patiënt krijgt een klein verdovings prikje in de onderrug. Op deze plek wordt een naald ingebracht, in de buurt van het ruggenmerg. Door de naald wordt verdovingsvloeistof ingespoten, waardoor de patiënt geen gevoel meer heeft in zijn onderlichaam. De verdoving werkt vaak na enkele minuten en houdt twee tot zes uur aan.
Wat gebeurt er? Bij het verdoven van één been krijgt de patiënt twee prikken: één in de bil en één in de lies of boven de bil. Met kleine elektrische stroomstootjes en een echoapparaat worden de juiste zenuw banen opgezocht. Dit kan soms een vervelend gevoel geven, maar dat duurt maar enkele seconden. In de zenuwbanen wordt verdovingsvloeistof gespoten. Afhankelijk van de gebruikte vloeistof kan de duur van de verdoving variëren van enkele uren tot wel 24 uur.
Voordelen • Goede pijnstilling na de operatie • Prettiger wakker worden na grotere ingrepen • Waarschijnlijk een sneller herstel met minder complicaties na grotere operaties
Voordelen • De patiënt kan zich makkelijker bewegen dan bij een ruggenprik • De nadelen van een ruggenprik ontbreken • Er kan een slangetje achtergelaten worden waarmee de verpleegkundige ook achteraf nog gemakkelijk pijnstilling kan geven
Nadelen • Een enkele keer treedt hoofdpijn op • De bloeddruk kan dalen • Soms heeft de patiënt op de dag van de operatie moeite met plassen • Misselijkheid komt minder vaak voor, maar is niet uitgesloten
Nadeel • Het komt voor dat een been of arm niet totaal gevoelloos is. Dat hoeft niet te betekenen dat de patiënt pijn voelt, maar wel voelt dat er iets gebeurt. Indien de patiënt dit vervelend vindt, geeft de anesthesioloog er een lichte slaap bij
Voordeel • Voor kleine operaties is narcose veilig en eenvoudig Nadelen • Narcose veroorzaakt bij sommige mensen misselijkheid • Na een operatie onder algehele narcose heeft de patiënt meestal meer pijn dan bij regionale anesthesie • Er kunnen concentratie- of geheugenstoornissen optreden. Deze verdwijnen meestal na zes tot negen maanden Vaak toegepast bij operaties aan de rug, operaties aan de schouder
Toegepast bij operaties aan de heup, operaties aan de knie
Toegepast bij operaties aan de hand of arm, operaties aan de knie, operaties aan de voet of enkel. In combinatie met een lichte narcose ook bij schouderoperaties.
atselijke verdoving overtuiging dat je met regionale anesthesie beter af bent,’ vertelt Stienstra. ‘Algehele narcose is een grotere belasting voor het lichaam. Bovendien is de pijn na een operatie met plaatselijke verdoving vaak veel minder dan na een operatie onder algehele narcose. Een zenuwblokkade zit langer en verdooft beter.’ Aantoonbaar Dat regionale anesthesie beter is dan algehele anes thesie, is in de wetenschappelijke literatuur nog niet goed terug te vinden. Dat komt volgens Stienstra
omdat de studies tot nu toe over hele grote groepen patiënten gaan, waarin geen onderscheid gemaakt is naar bijkomende gezondheidsproblemen. ‘Maar op individueel niveau is er wel degelijk verschil te maken. Want iemand die aan een teen geopereerd moet worden en slechte longen heeft, is met een narcose veel slechter af. Dat is ook aantoonbaar.’ De keuze voor regionale of algehele anesthesie wordt samen met de patiënt gemaakt. Dat gaat meestal in goed overleg. Maar af en toe komt Stienstra patiënten tegen die goed met een zenuwblokkade geopereerd >
14 MM | zomer 2010
Patiënt beter af met regionale anesthesie vervolg
kunnen worden, maar dat absoluut niet willen. ‘Als je van mening bent dat een zenuwblokkade echt het beste is voor de patiënt, moet je de afweging maken of je argumenten daarvoor zwaarwegend genoeg zijn om druk te zetten op de patiënt,’ vertelt Stienstra. ‘Bij iemand met longproblemen zal ik daarin verder gaan dan bij iemand die kerngezond is, omdat de risico’s veel groter zijn. Het is ons vak om daar een goede beoordeling in te maken.’ Angst Stienstra ziet regelmatig mensen op zijn spreekuur die angstig zijn voor regionale anesthesie. Zo zou het
zetten van een zenuwblokkade pijnlijk zijn en hebben mensen soms het idee dat ze wakker moeten blijven tijdens de operatie. ‘Het is aan ons om mensen gerust te stellen,’ zegt Stienstra, ‘want bijna iedereen vindt het zetten van een zenuwblokkade heel erg meevallen. “Is dat alles?”, krijgen we dan te horen.’ Ook hoeft er niemand wakker te blijven tijdens de operatie. Met een roesje brengt de anesthesioloog patiënten in enkele seconden in slaap. Stienstra raadt het de meeste mensen zelfs af om wakker te blijven. ‘Niet iedereen heeft er een goed beeld van. Mensen vinden het dan leuk om naar operaties op televisie te kijken. Maar je eigen operatie meekrijgen, is toch iets heel anders. Als mensen het toch graag willen proberen en het valt tegen, is het ook mogelijk om mensen tijdens de operatie snel in slaap te brengen.’ Beleving Het geruststellen van mensen is een aspect van zijn werk waar hij veel genoegen aan beleeft. ‘De patiënt komt niet voor de anesthesie naar het ziekenhuis, die komt voor een operatie. Maar als anesthesioloog speel je een belangrijke rol in hoe de patiënt dat beleeft. Het is een uitdaging dat zo goed mogelijk te doen.’ Ook de vakinhoudelijke kant boeit hem na meer dan dertig jaar nog steeds enorm. ‘Het technische aspect van het zetten van een zenuwblokkade is ontzettend leuk. Je kunt mij altijd roepen voor het zetten van een blok. Ik kom gelijk.’ •
Medisch hoofd anesthesiologie Ruud Stienstra.
Onderzoek zenuwschade na blokverdoving Bij 3 procent van de patiënten ontstaat na een operatie onder blokverdoving (tijdelijke) zenuwschade. De blokverdoving kan daar een rol in spelen. Andere risicofactoren zijn de bloedleegteband, die voorkomt dat het bloed tijdens de operatie door het been blijft stromen en een hoge druk zet op de zenuwen vlak boven de band, en het snijden tijdens de operatie zelf. Het is niet altijd goed te onderscheiden waar de zenuwschade ontstaan is.
In 96 procent van de gevallen verdwijnen de klachten binnen zes weken, bij 99 procent zijn de klachten na zes maanden weg. De Sint Maartenskliniek doet kwaliteits onderzoek naar het ontstaan van zenuwbeschadiging na operaties onder blokverdoving. Hierdoor hopen anesthesiologen meer zicht te krijgen op de precieze percentages zenuwbeschadigingen, zodat patiënten nog beter voorgelicht kunnen worden over de eventuele risico’s.
Klachten die kunnen wijzen op zenuwbeschadiging zijn onder andere een doof gevoel, tintelingen en spierzwakte. Herkent u deze klachten en heeft u een operatie onder blokverdoving gehad bij de Maartenskliniek? En is uw operatie langer dan zeven dagen geleden? Neem dan contact op met de orthopedieconsulenten, tel. (024) 365 96 60.
MM | zomer 2010 15
Uit de oude doos
Fysiotherapie anno 1948
Wachten op je beurt Waar tegenwoordig de revalidant een belangrijke stem heeft in het revali datieproces, hadden vroeger vooral de artsen en de behandelaars het voor het zeggen. Op de foto, gemaakt in 1948, zijn twee vrouwen met een been prothese aan het touwtjespringen, terwijl de fysiotherapeut het touw rond draait en andere revalidanten op hun beurt wachten. Touwtjespringen is er tegenwoordig niet meer bij; alles draait om de individuele hulpvraag en reïntegratie. De foto toont op de voorgrond twee vrouwen die schijnbaar zonder moeite touwtjespringen. Ze kijken niet naar hun protheses, maar lachen naar elkaar. Ze zijn vertrouwd met hun nieuwe been: ze weten hoe ze hun prothese kunnen gebruiken zonder dit te controleren. Hieruit valt af te lezen dat zij al ver gevorderd zijn in hun revalidatieproces. Maatwerk Het lijkt erop dat de ene vrouw een amputatie vanaf het bovenbeen heeft gehad en de andere vanaf haar knie. Na een amputatie waren er destijds beperkte mogelijkheden voor een prothese. De prothese bestond vaak uit grote houten of ijzeren onderdelen. Tegenwoordig bestaat een prothese
uit meerdere onderdelen en is deze gemaakt van siliconen of een ander soort kunststof. Bij het vervaardigen van de prothese wordt er waar mogelijk maatwerk geleverd. De prothese wordt zo samengesteld dat de prothese de revalidant mede in staat stelt om zijn of haar hulpvraag te realiseren. Andere verhouding Terwijl de dames met veel plezier touwtjespringen, wachten hun mede-revali danten op de achtergrond hun beurt af. De verhouding tussen behandelaar en revalidant was in die tijd anders: de arts en de behandelaar bepaalden in grote mate wat de revalidant wel of niet deed en wat voor prothese er gemaakt werd. Tegenwoordig wordt het revalidatieprogramma in afstemming
met de patiënt bepaald, op basis van zijn of haar hulpvraag. De oefeningen zijn gericht op het beter functioneren thuis of op het werk. Een revalidant die dolgraag wil lopen, krijgt daarvoor alle middelen aangereikt, terwijl iemand die behendiger wil worden met een rolstoel oefeningen krijgt die de armen ondersteunen. Therapieën vinden zowel individueel als in groepsverband plaats, maar ieder werkt aan zijn of haar eigen doelstellingen. Touwtjespringen zal er niet snel meer bij zijn. Multidisciplinair In de Sint Maartenskliniek is een team van behandelaars aanwezig om revalidanten in het revalidatieproces zo goed mogelijk te begeleiden. Het behandelteam bestaat onder andere uit een revalidatiearts, een verpleegkundige, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een psycholoog en een orthopedisch instrumentmaker. Elk behandelprogramma wordt individueel en in overleg met de revalidant samengesteld, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de revalidatiedoelen van de revalidant. •
16 MM | zomer 2010
In beeld
Activiteitenbegeleiding Doory Janssen: ‘Ik heb mijn verborgen talent ontdekt.’
Verborgen
talent
‘Ik heb ontdekt dat er meer is in het leven dan alleen dat wat ik niet meer kan’, vertelde een patiënt die na een dwarslaesie revalideerde bij de Sint Maartenskliniek. Daarmee doelde hij op de schilderijen die hij maakte bij de activiteitenbegeleiding. Een typerende omschrijving van dat waar de activiteitenbegeleiding voor staat: mensen zichzelf laten terugvinden na een ingrijpende gebeurtenis als een ongeluk of een herseninfarct. De hulpvraag staat bij de activiteitenbegeleiding altijd centraal. Soms willen mensen hun vaardigheden uit breiden, soms willen ze zich al doende ontspannen en soms zijn ze op zoek naar een nieuwe manier om hun tijd op te vullen. Bij de activiteitenbegeleiding kan dat. Er is contact met lotgenoten, ruimte voor verwerking en de mogelijkheid om nieuw talent te ontdekken. Daarvoor zijn er verschillende technieken in huis. Er wordt gemozaïekt, geschilderd, gebeeldhouwd en gefotografeerd. Buiten worden tomaten gekweekt en wie wil, kan achter de computer werken. Al kijkend, werkend en pratend worden er prachtige dingen gecreëerd, waar de makers soms uitzonderlijk trots op zijn. ‘Ik had nooit gedacht dat ik dit zou kunnen.’ •
David Theobald: ‘Ik heb iets tastbaars gemaakt in deze moeilijke periode, wat me energie geeft om door te gaan.’
MM | zomer 2010 17
Arie Siebenheller: ‘Ik had nooit gedacht dat ik dit zou kunnen.’
Anna Maria Jans Beeke: ‘Activiteitenbegeleiding is voor mij therapie en ontspanning tegelijk. Ik maak er mooie dingen.’
Trudy Janssen: ‘De uren van samen praten, lachen, denken en kijken had ik niet willen missen.’
René van Deutekom: ‘Kettingen maken is voor mij pure ontspanning. Ik kijk haast geen televisie meer.’
18 MM | zomer 2010
Patiëntenervaring
Revalideren na een dwarslaesie
‘Niets is va In een reclamespot van het Revalidatiefonds was de afgelopen maanden een fris ogende en stevig gebouwde man te zien, die leerde lopen met behulp van een grote looprobot- de Lokomat. Paul Boeren is zijn naam, een internationaal zakenman die werd getroffen door een incom plete dwarslaesie. Maandenlang vocht hij voor zijn herstel bij de Sint Maartenskliniek. ‘Ik kan niet accepteren dat het niet beter wordt dan dit.’ Paul Boeren leverde jarenlang topprestaties als commercieel verantwoordelijke van een groot farmaceutisch bedrijf. Met elf landen onder zijn hoede zat hij minstens vier keer per week in het vliegtuig en was hij veel van huis. Zijn weekenden gingen op aan sport en zijn gezin. ‘Een dynamisch geheel, dat alleen maar kon bestaan onder de voorwaarde dat ik gezond was.’ Alarm In december 2008 werd Boeren in zijn auto met grote snelheid van achteren aangereden. De schade was vooral materieel, beide bestuurders leken er ongeschonden vanaf gekomen te zijn en het voorval werd al snel vergeten. Maar in de zomer van 2009 kwamen er klachten. Boeren kreeg rugpijn, die soms zo hevig werd dat hij bijna niet meer kon lopen. Aanvankelijk maakte hij zich weinig zorgen. Maar toen de pijn steeds eerder op de dag kwam opzetten, liet hij zich onderzoeken door een goede vriend, fysiotherapeut van beroep. Die schrok van wat hij aantrof en sloeg alarm. Hernia De orthopedisch chirurg in het ziekenhuis constateerde een hernia in de tussenwervelschijven, ter hoogte van zijn borst. Dat komt niet vaak voor, maar kon volgens de specialist goed geopereerd worden. Boeren was blij dat het probleem opgelost werd. ‘Huppetee, dacht ik. Ik maakte me meer zorgen om mijn bedrijf.’ Maar toen hij na de operatie wakker werd, voelde hij tot zijn grote schrik zijn lichaam niet meer. ‘Ik ben goed genoeg op de hoogte van de medische praktijk om te weten dat het mis was.’
MM | zomer 2010 19
nzelfsprekend meer’ Foute boel Half slapend, maar ook half in paniek werd Boeren teruggereden naar de afdeling. Daar kreeg hij al snel bezoek van de chirurg. ‘Die wist dat het fout was gegaan’, vertelt Boeren. ‘Hij had iets heel anders aangetroffen dan hij had verwacht.’ Boeren bleek een cyste te hebben gehad naast zijn ruggenmerg, waar zoveel spanning op stond dat deze was gesprongen toen de chirurg hem aanraakte. Dat veroorzaakte waarschijnlijk zoveel druk op zijn ruggenmerg dat er zenuwbeschadiging optrad. De chirurg had weinig meer kunnen doen dan schoonmaken. Hoe de cyste er had kunnen komen, was toen nog niet duidelijk. Roes De eerste anderhalve week, waarin Boeren nauwelijks gevoel terugkreeg, ging voor hem in een roes voorbij. ‘Er verandert ineens zoveel. Ik kon niet helder denken, bevond me op onbekend terrein.’ Langzaam maar zeker begon de term ‘dwarslaesie’ tot hem door te dringen. Boos was hij nog niet, wel verdrietig. ‘Je denkt niet dat zoiets jou kan overkomen.’
‘Ik moet accepteren dat het niet veel beter wordt dan dit.’ Maar beetje bij beetje trad er verbetering op. Hij kon zijn tenen bewegen en kwam zelfs een paar seconden tot staan. Al snel besloot hij dat hij weer wilde lopen. ‘Ik had toen nog voor ogen dat ik weer halve marathons zou gaan rennen.’ Overwinningen Na vier weken ziekenhuis begon Boeren met revalideren bij de Maartenskliniek. Zijn revalidatieperiode noemt hij ‘een proces waarin hij continu aan overwinningen heeft gewerkt’. Hij werd begeleid door een multidisciplinair team en bepaalde grotendeels zelf
zijn behandeldoelen. Boeren noemt zijn behandeling uniek. ‘Ze zijn er hier meester in om je uit te dagen en nieuwe dingen aan te bieden, waardoor je steeds weer een nieuwe stap kunt maken.’ Boeren leerde weer lopen met behulp van de Lokomat: een grote robot die het lichaam als het ware voordoet hoe het moet bewegen. Inmiddels loopt hij korte stukjes ongesteund, maar zijn krukken of zijn rolstoel zijn nooit ver weg. Dat is moeilijk te accepteren voor Boeren. ‘Omdat de dwarslaesie nu meer dan zes maanden geleden is, gaat het herstel langzamer. Ik zal moeten accepteren dat het niet veel beter meer wordt dan dit. Maar dat voelt soms als opgeven, en dat kan ik nog niet’, zegt hij. ‘Al ben ik me ook steeds bewuster van wat reëel is. Die halve marathon zit er echt niet meer in.’ Oorzaak Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat het weefsel dat de chirurg aantrof in zijn rug, weefsel was van zijn tussenwervelschijf. Die is beschadigd geraakt tijdens het auto-ongeluk. Dat beschadigde deel is waarschijnlijk ingekapseld en oefende enorme druk uit op zijn zenuwbanen. Deze druk werd nog hoger toen de cyste open sprong, zodat er zenuwbeschadiging optrad. •
Activiteitenbegeleiding Boeren heeft het als uniek ervaren dat er door zoveel mensen zo lang is gewerkt aan zijn herstel. ‘Vergelijk het maar met topsport.’ Maar een speciale onderscheiding zou hij toch uit willen reiken aan de activiteitenbegeleiding, een volgens hem ‘ondergewaardeerde discipline’. ‘Alles in je behandeling is erop gericht om de schade te herstellen,’ licht hij toe. ‘Dat is frustrerend, want dat lukt nooit helemaal. De activiteitenbegeleiding voegt juist iets toe. Ik dacht bijvoorbeeld nooit dat ik creatief was, maar ik ben nu gaan schilderen. En daar ga ik thuis mee door. Ik heb ontdekt dat er meer is in het leven dan alleen dat wat ik níet meer kan.’
20 MM | zomer 2010
Vraag en antwoord
De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie, over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding. In Dokter! Dokter! beantwoorden medisch specialisten de meest gestelde vragen.
?
Dokter! Dokter! Ik krijg een enkele osteotomie, een standsverandering van de heup. Wanneer kan ik weer seksuele gemeenschap hebben?
Bij heupaandoeningen kunnen seksuele activiteiten belemmerd worden door pijn en/of bewegingsbeperking. Vaak hebben patiënten zelf al een positie gevonden die het vrijen zo comfortabel mogelijk maakt. Kort na de operatie zal diezelfde positie de heup meestal ook beschermen tegen te grote belasting. Na ongeveer zes weken is de genezing van het bot en de bindweefsels gewoonlijk voldoende gevorderd om binnen de grenzen van de pijn de activi teiten uit te breiden.
Bart Swierstra, orthopedisch chirurg
Mijn man heeft een CVA (beroerte) gehad en is sindsdien erg emotioneel en bij vlagen depressief. Is dit van tijdelijke aard?
Na een CVA verandert er veel. Als reactie op wat iemand overkomen is, kan hij of zij emotioneel uit evenwicht zijn en kunnen er stemmingswisselingen ontstaan. Dat is op zich een normale reactie, die meestal van tijdelijke aard is. Naarmate iemand herstelt na het CVA en de verwerking vordert, zullen de emotionele reacties en stemmingswisselingen afnemen. Maar er
kan door het CVA ook schade zijn ontstaan in de hersengebieden die onze stemmingen en emoties ‘regelen’. Deze schade zorgt voor blijvende verhoogde emotionaliteit en stemmingswisselingen. Met behandeling zijn deze verschijnselen echter wel te beïnvloeden. Men kan ermee leren omgaan, wat moeilijker zal zijn naarmate de schade aan deze gebieden groter is. Ook medicijnen kunnen de verhoogde emotionaliteit en stemmingswisselingen beïnvloeden. Een belangrijk advies is om te zorgen voor voldoende rust en regelmaat. Hoe vermoeider iemand raakt, hoe sneller de verhoogde emotionaliteit naar voren komt. De Sint Maartenskliniek biedt voor deze problemen ook een gespecialiseerd programma aan. Dit gebeurt op het Ambulant Centrum voor Hersenletsel Nijmegen (ACHN). Onder leiding van de neuropsycholoog wordt hier, individueel of in kleine groepjes, gewerkt aan strategieën om met deze problemen om te gaan.
en anderzijds omdat er teveel krachten op de kruisband komen. Daardoor scheurt de kruisband later toch weer door of rekt hij teveel op. Als de knie instabiel is, zit je dus vast aan een kruisbandreconstructie. Dit gebeurt bij voorkeur als de patiënt uitgegroeid is.
Tony van Tienen, orthopedisch chirurg
Bart Swierstra, orthopedisch chirurg
Marion Verhulsdonck, revalidatiearts
Mijn zoon van 14 heeft zijn voorste kruisband gescheurd tijdens voetbal. Is het mogelijk om die kruisband te hechten?
Nee, het is niet mogelijk om de kruisband te hechten. Dit komt enerzijds omdat de doorbloeding van de kruisband beperkt is
Marion Verhulsdonck, revalidatiearts
Tony van Tienen, orthopedisch chirurg
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar
[email protected] en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
MM | zomer 2010 21
Het apparaat
Lesje techniek voor beginners
De hematologie-analyzer Bloed prikken is in een ziekenhuis een routineklus. Dagelijks worden er honderden buisjes bloed van de poliklinieken en verpleegafdelingen naar het lab getransporteerd. Daar verdwij nen de buisjes onder microscopen, in verdelers, centrifuges en andere apparaten. Een belangrijk technisch hoogstandje in het lab is de hematologie-analyzer.
Bijna iedere patiënt die in de Sint Maartenskliniek een behandeling krijgt, moet bloed laten prikken. Er wordt gekeken naar ontstekingswaarden, naar de bloedgroep, naar de hoeveelheid stollingsplaatjes in het bloed en vele andere zaken. Voor mensen die een operatie krijgen, is het belangrijk dat hun hemoglobine-waarde (Hb) op peil is. Hb is een ijzerhoudend stofje dat zuurstof transporteert. Wie te weinig Hb in zijn bloed heeft, voelt zich zwak en zal na een operatie minder snel herstellen. De hematologie-analyzer meet de Hb-waarde in het bloed. Maar dat is niet het enige. Zo telt het apparaat de hoeveelheid bloedplaatjes, witte bloedcellen en rode bloedcellen in het bloed. Bloedplaatjes zijn stollingsplaatjes die nodig zijn om wonden te laten helen en het bloed te laten stollen. Witte bloedcellen zijn cellen die zich vermeerderen als er een ontsteking in het lichaam zit en houden zich dus bezig met de afweer. Wanneer het apparaat cellen tegenkomt die zeer afwijkend zijn, krijgt de analist een melding en worden de cellen onder de microscoop bekeken.
weerstandje
Het voornaamste wat de analyzer doet, is cellen tellen. Het apparaat zuigt een beetje bloed uit het buisje en leidt dat naar een keramische schijf. Daar wordt het bloed in verschillende concentraties verdund. De analyzer kan de cellen namelijk alleen goed tellen als ze in de juiste mate verdund zijn. En dat is voor de bloedplaatjes en rode bloedcellen anders dan voor de witte bloedcellen. De verschillende verdunningen
Snel en nauwkeurig: de hematologie-analyzer in cijfers • De analyzer heeft slechts 0,15 ml bloed nodig om de analyses te doen. Dat is zoveel als een flinke regendruppel. • Uit deze hoeveelheid worden ongeveer 10.000 cellen geteld. Een kleine vergelijking met vroeger: onder de microscoop telde men met het blote oog meestal maar 100 cellen. • Voor het verwerken van één buisje bloed heeft de analyzer 1 minuut en 20 seconden nodig. • Per uur kan het apparaat 80 buisjes verwerken.
worden vervolgens naar de telkamers in het apparaat gestuurd. Daar worden ze één voor één door een kanaaltje geleid (zie tekening). Bij elke cel die voorbij komt, ontstaat er een kleine weerstand. Deze weerstanden worden geteld door een ‘oogje’ dat op het smalste punt van het kanaal gericht staat. De uitslagen verschijnen enkele seconden later op de monitor. Zo wordt de lichamelijke conditie van de patiënt zo nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht. •
22 MM | zomer 2010
Kort nieuws
Tweede plaats in top 10 gastvrije zorg
Jelle Ferwerda (r) neemt de LNV-smaakprijs in ontvangst
De Sint Maartenskliniek behoudt haar vier sterren voor gastvrijheid en heeft een tweede plaats behaald in de Top 10 Sterrengids, een soort ‘Michelingids’ voor gastvrije zorg. Dat werd bekend gemaakt tijdens het Nationaal Gastvrijheid met Sterren Evenement, dat op 3 juni plaats vond in Ede. Het jury rapport was lovend. Genoemd werd de aangename sfeer in het ziekenhuis, de maaltijden van topkwaliteit en de bereidheid nadrukkelijk in te spelen op de wensen van de patiënt. De eerste plaats in de Top 10 ging naar het Elkerliek ziekenhuis in Helmond.
Ook Jelle Ferwerda, hoofd voeding, viel in de prijzen: hij mocht de LNV-smaakprijs in ontvangst nemen. Deze prijs is bedoeld voor de zorginstelling die oog heeft voor duurzaam inkopen, het gebruik van biologische producten en het koken van streekgerechten. Ferwerda is blij verrast: ‘Een mooie opsteker, die bevestigt dat we op de goede weg zitten. We hopen dat nog veel patiënten gaan genieten van onze eerlijke en heerlijke maaltijden, want daar gaat het uiteindelijk om.’ • Meer informatie: www.gastvrijheidszorg.nl
Maarten Spruit terug in Sint Maartenskliniek Orthopedisch chirurg Maarten Spruit is, na tweeënhalf jaar werkzaam te zijn geweest in Dubai, terug bij de Sint Maartenskliniek. Spruit begon zijn loopbaan bij de Maartenskliniek in 1997 en is gespecialiseerd in heup- en wervelkolomchirurgie. Daarnaast was hij ook werkzaam als medisch hoofd van het orthopediecentrum. ‘Na een periode lang in een andere omgeving gewerkt te hebben, voelt mijn terugkomst in de Sint Maartenskliniek als thuiskomen. Ik ben onder de indruk van de efficiëntie en bereidwilligheid om goede orthopedische zorg te leveren. Natuurlijk wist ik dat wel eerder, maar het nemen van afstand en het opdoen van ervaringen in een totaal andere omgeving, heeft dat beeld bevestigd. Hier wil ik werken’, aldus Spruit. •
Goud voor ruiters Maartenshoeve Jonge ruiters van de Maartenshoeve hebben op de Special Olympics Nationale Spelen vier gouden en twee zilveren plakken gewonnen. De Special Olympics worden gehouden voor mensen met een verstandelijke beperking en vonden dit jaar plaats in Noord-Limburg. Onder het motto ‘meedoen is winnen!’ werden wedstrijden georganiseerd in veertien takken van sport. Acht jonge ruiters van de Maartenshoeve namen deel aan de dressuurproef. De jury was onder de indruk en complimenteerde hen met hun stijl. Maartenshoeve De Maartenshoeve is een gespecialiseerde manege in Nijmegen voor kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking. Kinderen die revalideren in de Sint Maartenskliniek of op de Sint Maartenschool speciaal onderwijs volgen, krijgen hier paardrij- en dierverzorgingslessen. De Maartenshoeve bestaat dit jaar 40 jaar. •
MM | zomer 2010 23
Column |
Over pillen enzo
Ik ga op reis en neem mee…
Meer ruimte voor RealHealth RealHealth, het instituut dat trainingen aanbiedt aan mensen met chronische rugklachten, is verhuisd. Deelnemers aan de trainingen worden voortaan welkom geheten op ‘Landgoed de Holthurnsche Hof’ in Berg en Dal. Volgens manager RealHealth Desiree Engelbart biedt de nieuwe accommodatie ruimte voor groei. ‘De faciliteiten bij de Holthurnsche Hof zijn uitstekend en we zijn er qua ruimte op vooruit gegaan.’ Op de nieuwe locatie zijn inmiddels groepen gestart. Bij de Maartenskliniek melden zich jaarlijks ongeveer 6.000 nieuwe patiënten met lage rugklachten. Slechts een klein deel daarvan komt in aanmerking voor een operatie. RealHealth biedt een kortdurend en intensief programma aan mensen met chronische rugklachten, die orthopedisch zijn uitbehandeld. De deelnemers leren hun leven zo in te richten dat de pijn geen allesoverheersende rol meer speelt. Onlangs werd ook wetenschappelijk aangetoond dat deelnemers van RealHealth opvallend snel beter functioneren en dat deze resultaten blijvend zijn. Na het volgen van het programma geeft men aan beter met de klachten om te kunnen gaan, beter te functioneren in het dagelijks leven en ervaart men een grotere kwaliteit van het leven. RealHealth is een onafhankelijk instituut dat verbonden is aan de Maartenskliniek. • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm of www.realhealth.nl
Heerlijk, nog enkele weken en de zomervakantie begint! En als echte apotheker neem ik natuurlijk een halve apotheek aan geneesmiddelen mee (en vaak ook weer terug). Naast onze geneesmiddelen zit er ook altijd een genees middelpaspoort in mijn bagage. In dit geneesmiddelenpaspoort staat een overzicht van de geneesmiddelen die je gebruikt, plus eventuele allergieën. Bij een doktersbezoek of ziekenhuisopname heeft de lokale arts dan meteen de informatie die hij nodig heeft. Daarnaast weet de douane dankzij het geneesmiddelenpaspoort precies dat de meegebrachte geneesmiddelen (en naalden en spuiten) uitsluitend voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt. Zo’n geneesmiddelenpaspoort kan de apotheek voor u uitprinten. Een andere handige tip: neem, als u gaat vliegen, altijd voor enkele dagen aan geneesmiddelen mee in de handbagage. Uw koffer kan immers kwijtraken. Bedenk ook dat het laadruim ijskoud is, waardoor sommige geneesmiddelen kunnen bevriezen. Vloeibare geneesmiddelen kunt u daarom beter niet in het laadruim terecht laten komen. En bent u eenmaal aangekomen, dan is het zaak de geneesmiddelen niet te warm te laten worden. Voor sommige reumamiddelen (‘biologicals’) is het daarom raadzaam om een koeltas of koelbox mee te nemen. Ook adviseer ik altijd om iets te veel geneesmiddelen mee te nemen op vakantie. Mocht uw terugkeer vertraagd zijn, dan heeft u in ieder geval genoeg geneesmiddelen. Houdt verder rekening met tijdverschillen en overleg eventueel van te voren met de apotheker hoe u hiermee het beste kunt omgaan. Ik wens u een goede reis en een fijne vakantie! Bart van den Bemt, apotheker
24 MM | zomer 2010
Dagboek
Alphons Coolen
‘Ik moet het de tijd geven’ Alphons Coolen (58) had al last van zijn gewrichten toen hij begin twintig was, maar pas in 2001 kreeg hij de diagnose reumatoïde artritis. Zijn zelfstandig ondernemerschap moest hij opgeven. Coolen heeft veel pijn en kreeg begin juni zijn vijftiende operatie: het vastzetten van zijn bovenste staartwervel en de onderste twee lendenwervels moet zorgen voor verlichting van de pijn in zijn rug.
Vrijdag 4 juni De dag begint vroeg. Ik heb de nacht doorgebracht op de verpleegafdeling en word om 6.30 uur gewekt om te douchen en me klaar te maken voor de operatie. Om 7.00 uur nog even gebeld met het thuisfront, om 7.35 uur word ik naar de ope ratieruimte gereden. Daar staat dokter Horsting en zijn ploeg op me te wachten. Ze wensen mij succes. Ik wens juist hen succes, zij moeten het gaan doen. Na de operatie blijkt dat de operatie viereneenhalf uur heeft geduurd, in plaats van de geplande drie uur. Dokter Horsting vertelt dat hij vier wervels heeft vastgezet en ruimte heeft gemaakt voor de hernia in mijn rug, zodat de zenuwen niet meer beklemd zitten. Omdat ik veel bloed heb verloren, moet ik een nacht op de PACU blijven ter controle.
Na de operatie op de PA CU
Zondag 6 juni Inmiddels lig ik op verpleegafdeling G1. Gisteren heb ik samen met de fysiotherapeut al op het randje van mijn bed gezeten en vandaag heb ik zelfs mijn eerste stappen op mijn kamer gelopen. In de middag kreeg ik bezoek van mijn vrouw, zoon, schoondochter en twee kleindoch ters van drie en één jaar oud. De kleine meiden genoten erg van de aandacht die ze kregen van het personeel. Het was fijn om even met de meisjes te knuffelen.
peratie n na de o e p p a st e Eerst
MM | zomer 2010 25
Woensdag 9 juni Gisteren voelde ik mij een vrij man: alle toeters en bellen mochten van mij af. Helaas ging het in de avond minder en vanochtend ging het mis. Ik trans pireerde erg en dreigde het bewustzijn te verliezen. Het bed werd gekanteld om meer zuurstof naar het hoofd te krijgen. Tijdens de ronde van de orthopeden werd er een internist bij geroepen, omdat het niet goed ging. Er werd een hartfilm gemaakt, bloed afge nomen en een foto van mijn rug en longen gemaakt. Daar was niets op te zien. Uiteindelijk kreeg ik een CT-scan met contrastvloeistof en daaruit bleek dat ik een paar longembolieën heb. Ik moest weer terug aan de zuurstof en mag voorlopig niet naar huis. Balen. Ook krijg ik nu elke dag twee injecties met een dubbele dosis tegen trombose, dit om de bloed stolsels op te lossen.
Schrijven voor het dagb oek
Donderdag 10 juni Ik heb een slapeloze nacht achter de rug, waarin ik heb liggen piekeren hoe het nu verder moet. Er wordt mij verteld dat het allemaal goed komt. Therapie staat op een laag pitje om me niet te veel in te spannen. Het is dus erg rustig. In de middag komt mijn reumatoloog onverwacht op bezoek, erg leuk. Eind van de middag komt ook de orthopeed nog even kijken. Hij vertelt mij dat er ontzettend veel gebeurd is in mijn rug en dat ik alles de tijd moest geven om te helen. Ook geeft hij aan dat ik het met mijn longen rustig aan moet doen en niet te veel mag praten. Dat is moeilijk voor mij, maar we gaan het proberen.
Personeel be danken
Zondag 13 juni Gisteren ging het weer beter met me. De therapeut ging met me wandelen en de zuurstof mocht eraf. Vandaag is mijn wond ook dicht en kreeg ik het goede nieuws dat ik naar huis mag! Mijn zoon haalde me om 10.00 uur op. Thuis hebben we heerlijk gebarbecued met de hele familie.
eën Thuis barbecu
26 MM | zomer 2010
Wetenschappelijk
Risicofactoren infecties rugpatiënten in kaart gebracht
Meer licht op
infectierisico’s Wanneer na een rugoperatie een infectie optreedt, is dit voor zowel de patiënt als het ziekenhuis erg vervelend. Vaak moet een patiënt opnieuw geopereerd worden en verloopt het herstel moeizamer. Voor ziekenhuizen brengen infecties een extra belasting van de capaciteit en extra kosten met zich mee. Daarom wordt er veel aan gedaan om infecties na de operatie bij patiënten te voorkomen. Onderzoekers brachten onlangs nieuwe risicofactoren voor een infectie na een rugoperatie aan het licht. Voor het treffen van de juiste maatregelen is het nodig om te weten welke patiënten een hoger risico lopen op een infectie na een rugoperatie. Om deze risicofactoren in kaart te brengen, startten onderzoekers van de Sint Maartenskliniek een grootschalig onderzoek onder 1566 rugpatiënten die een lumbale spondylodese ondergingen. Een lumbale spondylodese is een operatie waarbij een aantal rugwervels worden vastgezet. Van alle rug patiënten die aan het onderzoek deelnamen, kreeg 2,2 procent van de patiënten na de operatie een infectie. Uit internationaal onderzoek is bekend dat de infectiecijfers voor rugoperaties variëren van 0.7% tot 11.9% afhankelijk van de complexiteit van de operatie en het gebruik van implantaten. Onderzocht werd of er naast deze factoren nog andere zaken een rol spelen bij het ontstaan van een infectie. Nieuwe risicofactoren De onderzoekers vergeleken twee groepen patiënten met elkaar: patiënten die na de operatie een infectie kregen en patiënten die na eenzelfde operatie geen infectie kregen. Er werden gegevens verzameld over onder andere de medische geschiedenis, de leefstijl en operatiegerelateerde factoren van patiënten. Dit bracht een aantal nieuwe risicofactoren aan het licht.
Laboratoriumkweek Staphylococcus aureus.
Patiënten die al eerder een rugoperatie hebben ondergaan in hetzelfde gebied in de rug, blijken vier keer meer kans hebben op een infectie. Daarnaast blijkt dat patiënten waarbij een groter aantal wervels werd geopereerd en patiënten met diabetes vaker een infectie krijgen na een rugoperatie. Roken Ook bevestigde het onderzoek dat rokers een tweemaal grotere kans hebben een infectie op te lopen na de operatie. Daarom wordt er bij de Maartenskliniek van patiënten gevraagd om minimaal drie maanden voor en drie maanden na de operatie niet te roken. Zo kunnen patiënten zelf ook bijdragen aan een lager infectierisico. • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
MM | zomer 2010 27
Valtraining Wetenschappelijk
ook veilig voor mensen met osteoporose
Het aanleren van judovaltechnieken kan oudere men sen met osteoporose (botontkalking) helpen om hun val te breken, zodat breuken mogelijk worden voor komen. Onder bepaalde condities is het verantwoord om deze mensen een valtraining aan te bieden. Dat concludeert Brenda Groen, onderzoeker bij de Sint Maartenskliniek. Haar onderzoek kreeg onlangs inter nationale aandacht en werd opgepikt door kranten als the Guardian (UK), The Times of India en Los Angeles Times. Het is voor oudere mensen al langer mogelijk om bij de Maartenskliniek een valpreventieprogramma te volgen. Een onderdeel van dit programma is de valtraining, die gebaseerd is op judovaltechnieken. Mensen met osteoporose werden tot voor kort uitgesloten van deze training, omdat het risico op botbreuken voor deze mensen tijdens de training te groot werd geacht. ‘Terwijl juist zij het meeste baat zouden kunnen hebben bij de training’, zegt Brenda Groen. Meetplatform Groen onderzocht samen met andere onderzoekers van de Maartenskliniek de impact van een val op de heup bij gezonde mensen. In het onderzoek werd de zijwaartse en voorwaartse judoval opgenomen. Een kenmerk van de judoval is dat je in een rolbeweging neerkomt op de mat. Voor het meten van de kracht van de val gebruikten de onderzoekers een meetplatform. De resultaten werden vergeleken met gegevens over hoeveel kracht een heupbot met osteoporose kan opvangen. Daaruit bleek dat deze valtechnieken ook
veilig aangeleerd kunnen worden bij mensen met osteoporose, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Veilig trainen De valtraining voor deze groep mensen moet op drie belangrijke punten worden aangepast, volgens de onderzoekers. Ten eerste moet er tijdens de training altijd geoefend worden op een dikke mat. Daarnaast moeten mensen heupbescherming dragen en kan de val in voorwaartse richting alleen geoefend worden vanuit een positie op de knieën, niet vanuit een staande positie. Heeft de training dan wel zin, aangezien de meeste mensen vallen terwijl ze zonder heupbescherming op straat lopen? ‘We meten nu niet of iemand met osteoporose bij een val op straat ook minder kans heeft om een heup te breken,’ zegt Groen. ‘Het gaat er in eerste instantie om dat je mensen veilig kunt trainen. Wat we wel weten, is dat mensen met deze manier van vallen minder hard op hun heup terecht komen. We hopen dan ook dat de kans dat mensen een heup breken na een valtraining kleiner is. Bovendien zijn mensen na deze training minder bang om te vallen. Dat is ook winst.’ Het valpreventieprogramma dat gegeven wordt bij de Maartenskliniek is inmiddels aangepast en wordt gegeven aan mensen met osteoporose. Plaatsing voor deze training gebeurt op indicatie van de reumatoloog. Het reguliere valpreventieprogramma voor gezonde ouderen wordt gegeven in het Sport Medisch Centrum van de Maartenskliniek. Bij voldoende aanmeldingen start er een groep. • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
28 MM | zomer 2010
Smokkelen is er Behandeling
Weer beide handen gebruiken na herseninfarct
Een van de gevolgen van een herseninfarct is vaak een halfzij dige verlamming van de linker- of rechterarm en -hand. Veel mensen gebruiken daardoor alleen nog de goed werkende hand. Deelname aan het Forced Use-programma van de Sint Maartens kliniek brengt daar verandering in. Door intensieve therapie leren revalidanten hun ‘slechte’ arm en hand weer gebruiken.
Bij een halfzijdige verlamming na een herseninfarct, bijvoorbeeld een beroerte, verloopt de aansturing van bewegingen van de verlamde arm moeizaam. De kracht, coördinatie en het gevoel zijn vaak duidelijk verminderd. Grove bewegingen lukken meestal nog wel, maar fijnere bewegingen, zoals vingerbewegingen, zijn een stuk lastiger. Dat merk je goed bij het pakken en loslaten van voorwerpen. Wil je bijvoorbeeld het zoutvaatje dat op tafel staat in een keukenkastje zetten, dan doe je dat eerder met de goedwerkende hand. Dat gaat makkelijker en kost minder energie. De goede hand neemt daardoor steeds meer
over en de aangedane arm komt steeds meer buitenspel te staan. Napoleon In het Forced Use-programma worden revalidanten gestimuleerd om intensief hun aangedane arm en hand te oefenen en activiteiten uit te voeren. De gezonde arm en hand worden vastgezet in een sling en een spalk. Uit onderzoek blijkt dat door het gedwongen gebruik van de aangedane arm en hand, deze na verloop van tijd vaker spontaan worden ingeschakeld. De manier waarop de gezonde arm vastzit in de sling, lijkt veel op het beeld van Napoleon met zijn rechterhand in zijn vest. Niet gek dat revalidanten de sling al snel ‘Napoleon’ noemen. Alledaagse voorwerpen Tijdens het programma leren revalidanten gecoördineerde bewegingen maken met hun aangedane arm en hand. Ze oefenen met alledaagse voorwerpen en
‘Het was hard werken’ Jo Janssen uit Venlo was er niet best aan toe, net na haar beroerte. Ze kon haar rechterarm en -hand nauwelijks gebruiken, bovendien maakte een taalstoornis het praten voor haar erg moeilijk. Toch lukte het haar om, na een revalidatieperiode in de Sint Maartenskliniek, thuis de draad weer op te pakken. Ze woont weer op zichzelf en kan zich met hulp van haar dochter prima redden.
niet bij activiteiten, zoals ontbijt klaarmaken en spelletjes doen. Dat lijkt eenvoudig, maar het is een hele opgave. Vaak hebben de revalidanten praktisch doelen voor ogen. Bijvoorbeeld weer zelfstandig kunnen koken, schrijven of in de tuin werken. De eenhandige oefenperiode duurt 14 dagen, daarna volgt een driedaagse training waarin revalidanten leren beide handen goed in te zetten. Na het programma krijgt elke revalidant adviezen en oefeningen mee naar huis over hoe hij de aangedane arm en -hand het best kan gebruiken. Bovendien wordt direct na afloop van het programma en 12 weken na afloop met een aantal testen gekeken of het resultaat blijvend is. Smokkelen De revalidanten worden in een groep van ongeveer vier personen tweeënhalve week opgenomen in het revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek. De groep wordt begeleid door een ergotherapeut, fysiotherapeut en verpleegkundige. Daarnaast krijgen de
Ook Janssen nam deel aan het Forced Use-programma. Inmiddels heeft ze deze intensieve therapie achter de rug. ‘Het was hard werken’, vertelt ze, maar ze plukt nu de vruchten van het vele oefenen. ‘Ik kan mijn verlamde rechterhand weer gebruiken bij het breien, strijken, uit een beker drinken, een handtekening zetten, noem maar op.’ Ondanks dit succes mist ze wel het koken, dat ze niet meer zelf kan. ‘Omdat ik weinig kracht heb in mijn rechterarm, wil ik niet het risico lopen dat ik een hete pan uit mijn handen laat vallen.’ Tafeltje-dek-je biedt gelukkig uitkomst. Janssen kijkt tevreden terug op het programma. ‘Wat ik fijn vond was de goede begeleiding en de aandacht van de medewerkers in het revalidatiecentrum. Dat heb je wel nodig, want er wordt veel van je gevraagd.’ Dat ook de familie bij het programma betrokken wordt, vindt ze een goede zaak. ‘Dat is echt belangrijk, omdat je thuis vaak op elkaar aangewezen bent.’
revalidanten therapie van een bewegingsagoog en een activiteitenbegeleider. Dat de groep in het revalidatiecentrum verblijft is niet voor niets. De meeste deelnemers ervaren het als een zwaar programma, zowel lichamelijk als geestelijk. Ze moeten bereid zijn een deel van hun zelfredzaamheid tijdelijk in te leveren en waar nodig hulp te vragen. Door dit samen in een groep te doorlopen hebben de revalidanten veel steun aan elkaar. In de weekenden gaan de deelnemers naar huis, waar ze gewoon door oefenen. Smokkelen is er zeker niet bij, de sling blijft ook thuis voor een groot gedeelte van de dag om. • Meer informatie: www.maartenskliniek.nl/mm
30 MM | zomer 2010
Vervolg van pagina 10
En zo gaat het nu …
Pijnbehandeling
Kim Nuy blikt terug Kim Nuy bleef na een herniaoperatie uitstralingspijn in haar been houden. Anesthesioloog Vonhögen van de Sint Maartenskliniek constateerde facet artrose: artrose aan de gewrichten in haar rug. Nuy kreeg onlangs haar derde pijnbehandeling. ’Het gaat goed met me. Ik voel sinds een paar weken geen uitstralingspijn meer, zoals verwacht. Het is normaal dat de pijn de eerste weken na de behandeling erger wordt. Alles voelt beurs en pijnlijk aan. Maar de laatste weken voel ik me steeds beter. Ik heb niet meer de hele dag het gevoel alsof ik op een egel zit. Ik beweeg beter en functioneer normaler. Pijn kost zo ontzettend veel energie. De vorige behandeling heeft kort gewerkt, maar een maand of drie. Meestal is dat vier tot zes maanden. Ik hoop dat ik er dit keer langer profijt van heb. Of dit de laatste behandeling is, weet ik niet. Dokter Vonhögen maakt die inschatting. De facetdenervatie, zoals deze behandeling heet, is na één of twee keer bij 75 procent van de mensen blijvend succesvol. Ik hoop dat ik daar bij ga horen. De pijn in mijn onderrug blijft helaas, en gaat ook niet meer weg. Daarom heb ik me onlangs aangemeld voor het RealHealth-programma. De essentie van het programma is, wat ik begrepen heb, dat je de pijn niet meer uit de weg gaat of bevecht, maar dat je ermee gaat leven. Dat je dingen gaat doen en de grenzen opzoekt van wat er allemaal wél kan. Zodat je een normaal leven op kunt bouwen in de maatschappij. Vroeger accepteerde ik totaal niet dat er iets mis was en ging ik maar door. Dan werd ik moe en kwam ik in een vicieuze cirkel terecht. Ik probeer al wat beter
voor mezelf te zorgen, want ik wil dolgraag de touwtjes weer in eigen handen nemen. De pijn beheerst me al drie jaar lang. Ik hoop dat ik na dat programma in staat ben de zoektocht naar een op-
lossing achter me te laten. Zodat ik volgend jaar een nieuwe baan kan gaan zoeken en er weer wat van kan gaan maken.’ •
MM | zomer 2010 31
Kort nieuws
Sint Maartenskliniek publiceert jaarverslag 2009 De Sint Maartenskliniek heeft het jaar 2009 afgesloten met een negatief resultaat. Dit blijkt uit het jaarverslag 2009 dat onlangs verschenen is. Een tegenvallende productie en omzet in Nijmegen en oplopende kosten zijn de oorzaak. Het is ook een jaar waarin zeer veel patiënten geholpen zijn en de waardering voor de diagnostiek en behandeling hoog is. Patiënten beoordelen de Maartenskliniek met een 8,1 en de specialisten van de Maartenskliniek werden door hun collega’s genoemd als beste
op hun vakgebied. Maartenskliniek Woerden groeide sterk door. In 2010 wil de Maartenskliniek de lijnen uit voorgaande jaren doortrekken en versterken. Qua bekostiging is 2010 een overgangsjaar. Gezien de economische situatie en de door de regering aangekondigde bezuinigingen wordt in 2010 scherp aan de financiële wind gevaren. Het volledige jaarverslag is te vinden op www.maartenskliniek.nl
Volg de Maartenskliniek op Twitter Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de Sint Maartenskliniek? Volg ons dan via twitter. com/maartenskliniek. Twitter is een internetdienst waarmee korte nieuwsberichten verstuurd kunnen worden. Heeft u nog geen Twitter account? Ga dan naar www.twitter.com.
Contactinformatie Winnaar
| Oog voor detail lente 2010 De afbeelding is genomen bij de achteringang van de Sint Maartenskliniek en toont een klein stukje van de rugleuning van de halfronde bank die links naast de uitgang staat. Helaas bleek dit detail te hoog gegrepen te zijn: wij kregen niet één juiste inzending. Onze excuses voor deze lastige puzzel, wij hopen dat het volgende detail makkelijker voor u is.
De Sint Maartenskliniek is volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen bij ons terecht voor aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde en pijnbestrijding. Daarnaast hebben wij een sport medisch centrum. Orthopedie Polikliniek Nijmegen Voor het maken van een afspraak in Nijmegen belt u (024) 365 96 59. U kunt ook een afspraak maken via onze website: www.maartenskliniek.nl/ praktische-info/afspraakmaken. Second opinion orthopedie Voor de aanvraag van een second opinion dienen zowel de patiënt als de verwijzer een registratie formulier in te vullen. Dit formulier kunt u vinden op onze website. Voor een afspraak kunt u bellen met (024) 365 96 59. Polikliniek Woerden Voor Woerden belt u (0348) 42 78 00 of maakt u een afspraak via de website: www.maartenskliniek.nl/ praktische-info/afspraakmaken. Spoedeisende Orthopedisch Hulp (SOH) Met acute letsels (kneuzingen, verstuikingen, snijwonden en botbreuken, uitgezonderd breuken aan het hoofd) kunt u 24 uur per dag terecht bij de SOH. U kunt de SOH bereiken via telefoonnummer (024) 365 93 91.
Pijnbehandelcentrum Nijmegen Voor een afspraak op het pijnbehandelcentrum heeft u een verwijsbrief nodig met daarin opgenomen uw medische gegevens. Verwijzingen kunt u richten aan het pijnbehandelcentrum, t.a.v. het secretariaat. Voor meer informatie belt u (024) 365 97 72 (ma - vrij 09.00 12.00 uur). Reumatologie Polikliniek Nijmegen Patiënten met een verwijsbrief van hun huisarts kunnen bellen voor het maken van een afspraak: (024) 365 94 09 (ma - vrij 08.30 12.30 en van 13.00 - 16.30 uur). Voor meer informatie: www.maartenskliniek.nl/ professionals/reumatologie/ polikliniek/ Polikliniek Woerden Voor een afspraak op de polikliniek Reumatolgie in Woerden belt u (0348) 42 78 00. Polikliniek Boxmeer Voor een afspraak op de polikliniek Boxmeer belt u (0485) 56 73 82.
Revalidatiegeneeskunde Polikliniek Patiënten met een verwijsbrief kunnen een afspraak maken via telefoonnummer (024) 365 94 00 (ma - vrij 08.00 - 16.30 uur). Sport Medisch Centrum Patiënten kunnen met en zonder verwijskaart terecht bij de sportarts voor een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde pakket worden de kosten hiervoor al dan niet vergoed. Voor het maken van een afspraak belt u (024) 378 65 44 (ma - vrij 08.30 - 16.30 uur). Voor meer informatie: www.smc.maartenskliniek.nl. Patiëntenadviesraad Voor vragen aan de patiënten adviesraad kunt u contact opnemen via
[email protected] of
[email protected].
Oog voor detail Kunst? Een aansluitpunt voor een brandslang? Of een speeltoestel? Het antwoord is te vinden in of rondom de Sint Maartenskliniek. Denkt u te weten om welk detail het gaat, en waar dit detail zich bevindt? Mail dan naar
[email protected], o.v.v. uw naam, adres en telefoonnummer. Onder de juiste inzendingen wordt een leuke prijs verloot.