maartensmagazine zomer 2016
70-plussers sneller fit Emoties in de spreekkamer
IN BEELD Anja Deenen
Mijn accu is snel leeg Ik zat op de bank en wilde een glas pakken, maar mijn arm deed niet mee. Toen ik even later opstond, viel ik weg. Een beroerte. Ik was 47 jaar, daar was ik toch veel te jong voor? In het ziekenhuis werd de uitval alleen maar erger en werd ik heel duizelig. Alles draaide, ik kon mijn ogen niet open doen. Dat duurde zeker drie dagen. Daarna had ik vooral last van prikkels. Alles was te veel, zelfs als iemand aan mijn bed stond te praten. Na anderhalve week volgde de revalidatie in de Sint Maartenskliniek. Ik kreeg daar een rolstoel. Heel confronterend! De eerste keer wilde ik niet in dat ding, maar ik merkte snel het doel van de rolstoel: energie sparen voor de therapieën. Ik ging de strijd aan voor mijn herstel, omgeven door mensen die begrepen wat ik bedoelde. Dat was fijn. Ik maakte sprongen; lopen en bewegen ging steeds beter. Na 7,5 week mocht ik naar huis. Daar voelde ik me zo verloren, niemand begreep me. Je ziet niks bij mij aan de buitenkant, daardoor moet ik mezelf telkens verdedigen. Men denkt dat ik alles weer kan. Maar ik heb ‘verborgen gebreken’: heel weinig energie, niet meer alles tegelijk kunnen, last van veel prikkels en snel vermoeid. Mijn accu is snel leeg en hij laadt heel langzaam weer op. Ik moet ’s middag dan ook even slapen. Verder wandel ik elke dag in het bos, als training en om mijn hoofd leeg te maken. Ik worstel nog steeds met de acceptatie. Het wordt niet meer beter nu. Mijn belangrijkste doel is dat ik tevreden en gelukkig kan zijn met wie ik nu ben.
INHOUD 8
22
Emoties in de spreekkamer
Jaarlijks krijgen bijna 200 patiënten van ons een brace voor de behandeling van hun scoliose. Hoe wordt zo’n brace eigenlijk gemaakt?
Artsen krijgen in de spreekkamer geregeld te maken met emoties van patiënten en hun naasten. Hoe gaan de ze daarmee om en laten ze hun eigen emoties ook de vrije loop?
12
24
Reumachirurgie Onze orthopedisch chirurgen opereren ook patiënten die een ingreep nodig hebben vanwege hun ontstekingsreuma. Reumachirurgie is een ‘aparte tak van sport’ binnen de orthopedie.
8
Hoe maak je een scoliosebrace?
12
Extra zorg voor oudere patiënten Dankzij de extra zorg en aandacht van ons geriatrisch behandelteam zijn 70-plussers sneller fit na een operatie en lopen ze geen delier op.
22
10 24
Colofon
Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde en pijnbestrijding. Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail:
[email protected]. Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
COLUMN raad van bestuur
30 De tijden veranderen… Dit jaar staat de Sint Maartenskliniek in het teken van het 80-jarig bestaan. Als je probeert terug te denken aan 80 jaar geleden, is het nauwelijks te bevatten wat er allemaal is veranderd. Op mijn werkkamer hangt een foto van een ziekenzaal, naar ik schat uit de jaren ‘60. Een nette zaal, maar met pakweg 20 bedden, allemaal kinderen aan bed gekluisterd. Onvergelijkbaar met de kinderafdeling die we nu in onze Sint MaartensKinderkliniek hebben. Ook de operatietechnieken, geneesmiddelen en revalidatiehulpmiddelen zijn de afgelopen decennia enorm geëvolueerd.
Verder… 8 Fotoreportage Dwarslaesie Challenge Week 10 Patiëntervaring 14 Game Jam voor de GRAIL 15 Fieldlab Revalidatie 16 In beeld: Fotowedstrijd 20 Tien vragen over Guillain-Barré syndroom 26 Patiëntervaring 28 De werkdag van... 30 Portal beroerte 31 Contactinformatie
Wat verder sterk is veranderd in de jaren, is de verhouding tussen patiënt en arts. De dokter staat niet meer op een voetstuk en wil dat zelf ook helemaal niet meer. Hij staat naast de patiënt, naast u. Er is ook steeds meer aandacht voor de mens achter de dokter. Veel artsen zijn hier gelukkig blij mee. Onze artsen (en ook alle andere medewerkers overigens!) werken hard om u als patiënt de beste zorg te geven, zoals u dat samen besproken heeft. En wanneer iets dan niet goed gaat, of juist een prachtig resultaat oplevert, dan doet dat natuurlijk ook iets met de zorgverlener. Daarvoor is in het verleden weinig aandacht geweest, ik heb dat in mijn baan als kinderarts in het verleden wel gemist. Het is mooi om te zien dat emoties bij zorgverleners en patiënten nu een gespreksonderwerp worden (zie pagina 8). Want ook van emoties kunnen we veel leren, en dat helpt om de volgende patiënt nog weer betere zorg te geven. Gert van Enk, raad van bestuur
Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Wouter van der Meer, Rian Grutters, Anniek Paauwen Beeld Dennis Vloedmans (cover, 2, 10, 14, 15, 23, 24, 27, 30, 32), Inge Hondebrink (12, 13, 21), Vlindertijd kindercoaching & fotografie (7), burorub (8) Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Koninklijke Van der Most BV, Heerde
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
6
mm zomer 2016
KORT NIEUWS
Nieuwe toekomst Sport Medisch Centrum Maartenskliniek Sport Medisch Centrum (SMC) Maartenskliniek werkt met ingang van 1 mei 2016 samen met SMC Papendal aan een nieuwe toekomst en is verdergegaan onder de naam SMC Papendal. De betrokken medewerkers komen in dienst van SMC Papendal. Het nieuwe SMC blijft toegankelijk voor patiënten op alle bestaande locaties van (voorheen) SMC Maartenskliniek. Lopende behandeltrajecten worden zonder wijzigingen voortgezet en het behandelaanbod blijft gelijk. De Sint Maartenskliniek en SMC Papendal gaan bovendien kijken naar mogelijkheden voor kennisdeling en gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek. De Sint Maartenskliniek legt zich steeds verder toe op de zogenaamde tweedelijns gespecialiseerde ziekenhuiszorg. Wij wilden de sportmedische zorg in goede handen brengen en tevens toegankelijk houden voor onze patiënten. SMC Papendal is een uitstekende partner, die bovendien de kennis, ervaring en wens heeft om de behandelingen vanuit het SMC verder uit te breiden; voor patiënten van de Sint Maartenskliniek, recreatieve en professionele sporters, en mensen met (chronische) klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat in de regio Oost-Nederland. SMC Papendal is al meer dan 40 jaar hét sport-
medische centrum van Nederland. Het team werkt onder andere voor het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO Papendal) en diverse sportbonden. Bovendien heeft men uitgebreide ervaring in de medische begeleiding tijdens Olympische Spelen. De samenwerking met SMC Maartenskliniek is voor hen een goede aansluiting op de wens om zich te versterken in de regio. De Sint Maartenskliniek startte SMC Maartenskliniek in 2003. Naast de behoefte om een uitgebreider zorgtraject aan te bieden voor patiënten van de Sint Maartenskliniek,
bestond ook de wens om de opgebouwde gespecialiseerde kennis over houding en beweging beter toegankelijk te maken voor sporters. Een grote groep patiënten van het SMC komt vanuit de Sint Maartenskliniek, vooral vanuit de afdelingen Orthopedie en Reumatologie, voor gerichte nazorg. Op het SMC krijgt men sport- en bewegingsadvies en begeleiding op maat. Daarmee kan men na de operatie of behandeling, met de juiste sportieve activiteiten, verder in beweging komen. Daarnaast behandelt het SMC zowel recreatieve als professionele sporters, die zich direct bij het SMC aanmelden.
Nieuwe voorzitter en nieuw lid raad van toezicht De raad van toezicht (RvT) van de Sint Maartenskliniek heeft met ingang van 20 april een nieuwe voorzitter en een nieuw lid. Drs. M.A.M. Leers is benoemd tot voorzitter, en dr. R.G.M. Penning de Vries is als nieuw lid toegetreden tot de RvT. Daarbij is het voornemen uitgesproken dat de heer Penning de Vries binnen afzienbare termijn de voorzittershamer van de heer Leers overneemt. De afgelopen acht jaar heeft drs. V.H.Th.L. Paes met grote betrokkenheid het voorzitterschap van de RvT gestalte gegeven. Hij geeft het stokje over omdat zijn tweede en
laatste zittingstermijn is verlopen. De Sint Maartenskliniek is hem zeer erkentelijk voor zijn bijzondere inzet. Leers is sinds 2009 lid van de raad van toezicht en fungeert al geruime tijd als vicevoorzitter van de RvT. Penning de Vries was onder meer CEO van NXP Nederland en heeft grote ervaring en affiniteit met de toepassing van innovaties in de zorg en het bedrijfsleven. Hij kent de zorg goed en kan een waardevolle bijdrage leveren aan de innovatie-ambitie van de Sint Maartenskliniek.
mm zomer 2016
FOTOREPORTAGE Dwarslaesie Challenge Week
Verzuurde armen, maar een zoete overwinning Tijdens de Dwarslaesie Challenge Week in april klom dwarslaesiepatiënt Koen van Zeeland in een boom. Puur op armkracht dus. Hij deed dat om geld op te halen voor dwarslaesieonderzoek en om te laten zien dat je met een dwarslaesie nog heel veel kunt. Er was veel pers aanwezig
bij zijn challenge. Koen moest flink op zijn tanden bijten, want de verzuring sloeg al vrij snel toe. Maar zijn wilskracht en de aanmoedigingen van het publiek lieten hem uiteindelijk tot grote hoogte stijgen. Petje af (ja, jij ook Arie Boomsma...)!
•
7
8
mm zomer 2016
ACHTERGROND Artsen over emoties in de spreekkamer
Wel meevoelen, niet meehuilen Artsen krijgen geregeld te maken met emoties van patiënten en hun naasten. Verdriet, vreugde, boosheid, trots, hoop en wanhoop: ze komen allemaal langs in de spreekkamer. Hoe gaan de artsen daarmee om en laten ze hun eigen emoties ook de vrije loop?
“Ik ben een emotionele jongen”, beweert reumatoloog Hans Cats. “Als er iets is met kleine kinderen of dieren dan word ik al snel emotioneel. Maar... als je je als arts in het werk door emoties laat leiden, dan kun je beter stoppen.” Zijn collega’s Diederik Groot (wervelkolomchirurg) en Margriet Poelma (revalidatiearts voor kinderen/jongeren) denken daar net zo over. Diederik: “Als arts moet je niet meegaan in de emoties. Ik bewaar zelf altijd afstand en blijf objectief. Ik meld vooral de feiten, uiteraard wel met empathie.” Margriet haakt hierop in. Zij behandelt veel
mm zomer 2016
kinderen/jongeren die een blijvende beperking hebben, of zelfs een levensbedreigende aandoening zoals kanker of een progressieve spierziekte. “Het is niet professioneel als je als arts meehuilt met de patiënt of naaste. Ik benoem het als ik het ook moeilijk vind. Blijdschap en trots laat ik soms wel zien, bijvoorbeeld als een kind grote stappen in het bewegen heeft gemaakt of lekker in zijn of haar vel zit.” Gezien en gehoord Margriet krijgt vooral te maken met emoties van de ouders. “Ouders hebben het zwaar”, vertelt ze. “Een goed contact en goede communicatie is dan heel belangrijk. Daarvoor probeer ik me in te leven en in te schatten hoe zwaar het voor ze is.” Inleven en meevoelen is ook wat Hans doet in zijn spreekkamer. “Dat laat ik onder andere merken via lichaamstaal, toon en woordkeuze”, legt de reumatoloog uit.
“Patiënten hopen vaak op een wonder van mij” “Emoties krijgen de ruimte. Als arts probeer je mensen het gevoel te geven dat ze gezien en gehoord zijn.” Dat doet Hans onder andere door terug te komen op persoonlijke verhalen die patiënten tijdens vorige afspraken vertelden, zoals een bruiloft of overlijden van een dierbare. Zijn patiënten waarderen het dat er ook aandacht is voor de mens achter de patiënt. Laatste kans De meeste rugpatiënten die Diederik ziet, hebben een lang traject achter de rug. Ze hebben al meerdere artsen gezien en zijn ten einde raad. Emoties spelen vaak een rol in zijn spreekkamer. “Ze hopen op een wonder van mij”, zegt de chirurg. “Maar ik kan niet iedereen helpen, ook al zou ik dat graag willen. Niet alles is altijd mogelijk. Zeker als patiënten al eens eerder zijn geopereerd aan hun rug is het heel moeilijk voor ons om dat op te lossen. Het is belangrijk dat je je niet door de emotie en de druk van een patiënt laat overhalen om toch een behandeling te starten waarvan je al weet dat de patiënt daar geen baat bij heeft. De gesprekken waarin ik mensen moet teleurstellen duren ook bijna altijd
langer dan de andere gesprekken. Ik probeer dan heel duidelijk uit te leggen waarom iets niet kan en wat er gebeurt als je iets wel doet.” Helpen bij de acceptatie “Als een kind huilt, benoem ik dat en probeer ik hem of haar te laten praten”, aldus Margriet. “Ik geef aan dat ze goed zijn, zoals ze zijn.” Kinderen gebruiken ook vaak humor om met hun situatie om te gaan. De revalidatiearts noemt als voorbeeld een jongen die zich maar met één vinger kon voortbewegen in een rolstoel. Toen ze hem vroeg of hij nieuwe schoenen had, antwoordde hij: “Ja en ze lopen toch lekker!” Margriet moet er weer om lachen: “Als je zo kunt relativeren, dan ben je al heel ver in je acceptatie.” Die acceptatie is vaak (nog) niet aanwezig bij de rugpatiënten die Diederik ziet. Dat begrijpt hij volkomen. De chirurg erkent het probleem van iedere patiënt. Diederik: “De patiënt heeft pijn, dat staat voor mij vast. Ook als de oorzaak niet op een scan te zien is. Door dat te benoemen, houd je al veel ‘negatieve’ emoties weg uit de spreekkamer. Mensen voelen zich serieus genomen; dat biedt troost, zelfs als ik ze niet kan behandelen.” Niet ongevoelig De artsen gaan dus niet (helemaal) mee in de emoties van patiënten. Ze blijven professioneel, met een grote scheut empathie erbij. Maar hoe zit dat als de patiënt de spreekkamer heeft verlaten? Blijft er wel eens iets rondspoken in hun hoofd? Margriet: “Ja, als een kind met kanker of een spierziekte is overleden, vind ik dat zwaar. Ik bespreek het dan bijvoorbeeld met collega’s om het een plekje te kunnen geven.” Diederik vindt het vooral vervelend als er complicaties, zoals een infectie, optreden na een operatie. Dat blijft bij hem wel even hangen. Hans gaat hier verder op in en sluit daarmee het interview af: “Tijdens de opleiding tot dokter doe je veel medische kennis en vaardigheden op. Maar uiteindelijk moet je ook leren om verantwoordelijkheid te nemen voor de gezondheid en het welzijn van iemand anders. Kun je dat aan? Dat heeft met je persoonlijkheid en eigen ervaringen te maken en of jij je wilt openstellen voor inbreng van anderen, ook van patënten. Ik neem het werk niet mee naar huis, behalve als er een keer in de behandeling of het contact iets niet goed is gegaan. Dat raakt een arts het meest, want boven alles willen we de mensen zo goed mogelijk helpen.”
•
9
10
mm zomer 2016
mm zomer 2016
PATIËNTERVARING Ernstige rughernia voor vrijwilliger Sint Maartenskliniek
“Niet opereren betekende een dwarslaesie, wel opereren mogelijk ook” Piet Geurtjens (72 jaar) uit Nijmegen is sinds 2013 vrijwilliger ‘Coffee on Wheels’ in de Sint Maartenskliniek. Met een karretje met koffie en thee gaat hij de wachtruimtes in het ziekenhuis langs. Dat leek vorig jaar verleden tijd, toen hij bijna een dwarslaesie opliep door een rughernia. Een nachtelijke spoedoperatie moest hem letterlijk op de been houden. Al anderhalf jaar had Piet pijn aan zijn rug met uitstraling naar zijn linkerbeen. Oorzaak: een rughernia. De pijn kwam meestal pas aan het eind van de dag opzetten en belette hem niet om overdag dingen te ondernemen. Piet: “Net toen ik met mijn vrouw Jeanne op vakantie zou gaan voor ons 50-jarig huwelijk kreeg ik steeds meer pijn. In het ziekenhuis waar ik onder behandeling was, konden ze niks meer doen aan mijn rug.” Na veel onderzoek en fysiotherapie werd er besloten om Piet door te sturen naar de Sint Maartenskliniek voor pijnbehandelingen. Niet te houden “De eerste pijnbehandeling stond gepland op 21 oktober 2015”, herinnert Piet zich. “Maar nog vóór die datum was de pijn zo erg dat ik het niet meer kon houden, ook de pijnstillende medicijnen werkten niet meer.” De huisarts stuurde Piet met spoed door naar de Sint Maartenskliniek om onderzoek te laten doen. Het eerste onderzoek leverde niet meteen de oorzaak van de hevige pijn op. Piet: “Die nacht, op de verpleegafdeling, kreeg ik meer zenuwuitval. Een team van specialisten onderzocht mij. Daarna overlegden de orthopeden met de neurologen over mijn situatie. Het zag er niet goed uit.” Nachtelijk avontuur Wervelkolomchirurg dr. Spruit kwam bij Piet met een ‘minder prettige mededeling’. Piet: “De kans dat ik een dwarslaesie zou krijgen was erg groot. Zonder
operatie zelfs binnen zeer korte tijd. Ik kreeg het aanbod om diezelfde avond nog geopereerd te worden. Maar ze konden niet met zekerheid zeggen dat de operatie zou slagen.” Sterker nog, ook bij deze operatie was er risico dat Piet nooit meer zou kunnen lopen. Toch was de beslissing snel genomen. “Het alternatief – niet opereren en vrijwel zeker een dwarslaesie – was voor mij geen optie”, vertelt Piet. “Daarom werd ik rond middernacht de operatiekamer ingereden. Mijn vrouw was erbij aanwezig. Tijdens de operatie zijn er platen en schroeven in mijn rug gezet. Ik was de eerste in de Sint Maartenskliniek die ’s nachts werd geopereerd.” Alleen misselijk “De ochtend na de operatie was de pijn in mijn benen weg”, zegt Piet. “Ik was alleen misselijk, verder was alles in orde; de operatie was geslaagd. Ik was enorm opgelucht dat ik niet in een rolstoel terecht was gekomen.” Vrij snel na zijn operatie liep Piet alweer over de gang bij de verpleegafdeling, waarvandaan hij zijn collega’s in de gaten kon houden. Piet is al enkele jaren vrijwilliger in de Sint Maartenskliniek. Waarom? “Omdat ik ook wat wil betekenen voor de mensen in het ziekenhuis. Ik ben zelf vaak in het ziekenhuis en ik wilde nu wat terugdoen. Daarnaast vind ik het contact met de mensen leuk”, aldus Piet. Te veel hooi... Na een paar weken rustig aan doen en conditie opbouwen, was Piet weer bijna de oude. Inmiddels is hij aan het oefenen voor de honderdste Vierdaagse, waarvoor hij is ingeloot. Piet: “Sinds december 2015 ben ik bovendien weer iedere maandag aan het werk in de Sint Maartenskliniek. Daarnaast geef ik ook nog zwemles. Na mijn operatie kon ik dat weer oppakken.” Zijn revalidatie verloopt dus goed. Soms moet Piet zichzelf een beetje afremmen, omdat hij te veel dingen wil. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. “Ik heb nauwelijks nog pijn en doe eigenlijk alles weer. Zo ook mensen voorzien van een kopje koffie.”
•
11
12
mm zomer 2016
VERDIEPING Reumachirurgie
Prothese plaatsen in broos bot Onze orthopedisch chirurgen voeren diverse operaties uit. Bijvoorbeeld het plaatsen van een nieuwe knie, het corrigeren van een scheefgegroeide teen of het verlengen van een pees. Minder gebruikelijk is het opereren van reumapatiënten die een ingreep nodig hebben vanwege hun ontstekingsreuma. Reumachirurgie heet dat; een ‘aparte tak van sport’ binnen de orthopedie. “We noemen het reumachirurgie als het gaat om het operatief behandelen van ontstekingsreuma”, legt orthopedisch chirurg Marco van der Pluijm uit. Hij is één van de chirurgen van de Sint Maartenskliniek die is gespecialiseerd in reumachirurgie. Mensen met ontstekingsreuma hebben langdurige ontstekingen aan gewrichten (zie kader ‘Ontstekingsreuma’). “Door de ontstekingen kan een gewricht soms dusdanig versleten raken, dat het plaatsen van een prothese noodzakelijk is”, zegt Marco. Kleinere protheses De orthopedisch chirurg ziet veel verschillen in de botstructuur tussen patiënten met en zonder ontstekingsreuma. Marco: “Dat zie je al bij kinderen met jeugdreuma. Hun botten zijn dunner en fragieler dan die van andere kinderen. Dit betekent dat het nieuwe gewricht, de prothese, ook kleiner moet zijn.” Niet alleen bij jonge patiënten, maar ook als reuma op latere leeftijd ontstaat, zijn er duidelijke verschillen zichtbaar. Patiënten met ontstekingsreuma krijgen vaak te maken met artrose, ook wel slijtage genoemd. Ook hebben zij vaker osteoporose (broze botten) dan andere patiënten. “Bij reumapatiënten brokkelt het bot als het ware af, als er sprake is van slijtage. Bij andere patiënten gaat dit slijtageproces geleidelijker”, aldus Marco. Even (iets) rechtzetten “Omdat het bot van mensen met ontstekingsreuma vaak erg broos is, gebruiken we meestal botcement tijdens de operatie van deze patiënten om het bot te
Ontstekingsreuma Mensen met ontstekingsreuma hebben langdurige ontstekingen aan gewrichten. Reumatoïde artritis (RA) en de ziekte van Bechterew horen bij de meest voorkomende vormen van ontstekingsreuma. Bij RA veroorzaakt een ontregeld afweersysteem de gewrichtsontstekingen. De ontstekingen bij de ziekte van Bechterew zitten in de gewrichten van de wervelkolom en het bekken. Hierdoor kunnen de wervels in de rug vastgroeien. Verder zijn er ook nog de zogeheten systeemziekten, zoals sclerodermie en SLE. Bij deze aandoeningen beperken de ontstekingen zich niet alleen tot de gewrichten, maar breiden ze ook uit naar bijvoorbeeld de nieren, huid, slijmvliezen, hart en longen.
versterken”, vertelt Marco. “Soms zijn er ook andere materialen of technieken nodig. Tijdens de operatie is het dan ook belangrijk om erg behoedzaam en voorzichtig te zijn.” Bij sommige reumapatiënten is het nodig om de spieren en/of pezen weer op de juiste plaats te zetten. Dat heeft te maken met scheefgegroeide lichaamsdelen, zoals vingers. Nog een verschil met andere patiëntengroepen: na de operatie moeten reumapatiënten doorgaans langer revalideren. Ze hebben vaak wat langer nodig om te herstellen. Medicatie of operatie? “Langzaamaan is de reumachirurgie aan het veranderen”, geeft Marco aan. “Vroeger, en dan heb ik het over meer dan vijftien jaar geleden, had meer dan de helft van de patiënten met ontstekingsreuma een operatie nodig. Nu is dat veel minder.” Deze ontwikkeling is vooral te danken aan de komst van effectievere reumamedicijnen, met name de zogeheten biologicals. Marco: “Maar het komt ook doordat we de reuma nu vroeger in het ziekteproces behandelen dan voorheen; we beschermen de gewrichten eerder. Vaak overleg ik met de reumatoloog of er toch nog een behandeling met medicatie mogelijk is als
mm zomer 2016
Orthopedisch chirurg Marco van der Pluijm in gesprek met een reumapatiënt
de slijtage van het gewricht al is gestart. Soms is dan alsnog een operatie noodzakelijk.” Handen uit de mouwen Bij deze patiëntengroep werken de orthopeden, reumatologen en andere behandelaars veel samen. Eén keer per week is er een handenspreekuur (een handanalyse). Dit is een gezamenlijke afspraak met verschillende behandelaars. Tijdens het spreekuur ziet het team zo’n drie patiënten. “Het gaat hierbij vaak om patiënten die al langer in behandeling zijn of waar een tweede mening voor nodig is. We bespreken dan hoe we de patiënt het best kunnen behandelen, iedereen met inbreng uit het eigen vakgebied. Dat is leerzaam voor ons allemaal”, meent Marco. Beestachtige bacterie Ook rondom operaties van reumapatiënten werken de verschillende behandelaars samen. “Hierdoor gaan deze patiënten goed voorbereid hun operatie in. Een goede timing van het toedienen van de reumamedicatie is hierbij heel belangrijk”, legt Marco uit. Het komt ook voor dat de orthopedisch chirurg tijdens een operatie weefsel verwijdert om te laten
onderzoeken waar een ontsteking vandaan komt. Marco: “Daar komen soms verrassende resultaten uit. Zo kwamen we er een keer niet uit wat de oorzaak van de ontsteking bij een patiënt was. Later bleek deze bijzondere bacterie te komen door het werk van de patiënt. Hij werkte in een dierentuin...”
•
Complexe ellebogen In de Sint Maartenskliniek opereren we veel patiënten die uit andere ziekenhuizen komen. Volgens Marco plaatsen we als één van de enige zorginstellingen in Nederland veel elleboogprotheses. Bijna veertig procent van de mensen die zo’n operatie ondergaat, heeft de diagnose reumatoïde artritis (bron: LROI). “Het zijn complexe ingrepen”, zegt Marco. “De kennis van alle behandelaars, dus ook van verpleegkundigen en therapeuten, moet hoog zijn voor een goede behandeluitkomst voor de patiënt.
13
14
mm zomer 2016
INNOVATIE Game Jam: spellen ontwikkelen voor de GRAIL
Virtueel de hond uitlaten beste spel voor onze patiënten Maak de game die onze patiënten verder in beweging brengt. Dat was de opdracht aan de deelnemende teams van de Game Jam Sint Maartenskliniek die van 15 tot en met 17 april plaatsvond. Elf teams werkten zich een weekend lang in het zweet om een mooi, effectief en doordacht prototype van een nieuw spel te maken voor onze virtuele loopomgeving GRAIL. Het team Hopscotch Games uit Utrecht won uiteindelijk de hoofdprijs met hun game waarin de patiënt een hond uitlaat en daarbij opdrachten uitvoert en hindernissen tegenkomt. Met de GRAIL, een virtuele loopomgeving, kunnen patiënten die problemen hebben met lopen of balans sneller revalideren. Niet in een oefenzaal of op straat, maar in een veilige (virtuele) omgeving met betere loopbewegingen als resultaat. De GRAIL bevat al enkele games, maar er kwam een verzoek van onze patiënten en behandelaars om nieuwe spellen te ontwikkelen die het oefenen nog leuker en spannender maken. Want hoe leuker de oefeningen zijn, des te langer en beter oefenen de patiënten. Daarom organiseerde de Sint Maartenskliniek de Game Jam. De teams kregen vooraf informatie over medische problematiek en randvoorwaarden van de games voor onze patiënten. Daarnaast gaf MotekForce Link, de leverancier van de GRAIL, specifieke voorlichting over het programmeren van het apparaat. De Game Jam bleek niet alleen heel leuk, maar ook heel waardevol: de leverancier heeft inmiddels besloten om de vier beste games verder te ontwikkelen, zodat ze straks op alle GRAIL-apparaten wereldwijd te gebruiken zijn door patiënten en behandelaars. Een mooie opbrengst van een creatief weekend vol software, snacks en slaapzakken!
•
Het winnende concept: hond uitlaten
mm zomer 2016
15
Innovatiemanager Remco Hoogendijk kijkt toe bij een test in het Fieldlab
INNOVATIE Fieldlab Revalidatie
Testen van innovaties om de zorg te verbeteren Om vernieuwingen in de zorg uit te proberen, startte de Sint Maartenskliniek – samen met partners – eind 2015 het Fieldlab Revalidatie. In Fieldlabs (soort ‘proeftuinen’) testen patiënten en behandelaars nieuwe medische hulpmiddelen in de praktijk om de zorg nog slimmer, beter of goedkoper te maken. Bij ons gaat het hierbij met name om producten op het gebied van dwarslaesie, loopexpertise, zelfrevalidatie en lagerugpijn. “De ervaring van de gebruiker is belangrijk voor bedrijven. Alleen door het inzicht van patiënten en professionals in het product te stoppen, kan het goed gaan”, legt innovatiemanager Remco Hoogendijk van de Sint Maartenskliniek uit. “Zeker in de revalidatiegeneeskunde kan techniek de zorg beter maken. Het Fieldlab verhoogt de slaagkans van innovaties, omdat we een gezamenlijk belang hebben. De zorgverleners, willen de zorg beter maken. En bedrijven willen hun producten beter maken.” Onlangs demonstreerde een leverancier een apparaat voor revalidatie van de arm en hand, dat de spierkracht per vinger kon meten. Remco: “De behandelaars waren zeer geïnteresseerd. We willen nu circa dertig revalidanten selecteren om dat apparaat drie maanden lang te testen.”
Niet bang voor mislukkingen Afdelingen zijn enthousiast over de innovaties, maar zetten ze nog niet heel actief in. Remco: “Behandelaars zijn natuurlijk druk met hun dagelijkse werk. Inbedden in de zorg is gewoon lastig. Bovendien staan de producten nu nog allemaal bij elkaar in een soort showroom in het ziekenhuis. Ik heb wel gemerkt dat het testen op de afdeling zelf moet plaatsvinden. De apparaten moeten naar de patiënten toe en niet andersom.” Uiteraard zijn de apparaten al wel getest op veiligheid. Een bekend voorbeeld van een product uit het Fieldlab is het exoskelet (het ‘robotpak’) van ReWalk. “Ik probeer kritisch te zijn, maar ik ga ook gewoon dingen uitproberen; ik ben niet bang voor mislukkingen. Zo’n proeftuin is nieuw en nog niet goed geregeld en gestructu-
reerd in zorginstellingen. Eigenlijk is het Fieldlab zelf ook een innovatie die we testen”, meent Remco. “Ik hoop dat we hier enkele baanbrekende innovaties kunnen testen en verder kunnen ontwikkelen. Met daarbij op de eerste plaats tevreden patiënten en daarnaast tevreden behandelaars en bedrijven”, besluit hij.
Uitkomsten test Patiënten en behandelaars testen nieuwe zorgproducten in het Fieldlab. Er zijn drie mogelijke uitkomsten van zo’n test: 1. We houden het product, want het is prima en het maakt de zorg beter. 2. We sturen het product terug naar de leverancier, met onze aanbevelingen om het te verbeteren. 3. We sturen het product terug, omdat het niet voldoet aan onze eisen/wensen.
16
mm zomer 2016
IN BEELD Fotowedstrijd Sint Maartenskliniek
Goed geschoten! Eén van de activiteiten die we rondom ons 80-jarig jubileum organiseren, is een fotowedstrijd. Deze wedstrijd staat in het teken van wat de Sint Maartenskliniek voor de patiënt, bezoeker of medewerker betekent. Uit de bijna 80 inzendingen selecteerde de jury deze 10 foto's. De jury keek vooral naar creativiteit en ‘het verhaal achter de foto’.
3
1
4
2
Stemmen In september reiken we een juryprijs en een publieksprijs uit. Voor die laatste prijs kunt u tot en met augustus stemmen via www.maartenskliniek.nl/80jaar/foto Ook mensen die hun stem uitbrengen voor de publieksprijs kunnen in de prijzen vallen. Iedere maand gedurende de stemperiode wint iemand een mooie polaroidcamera.
5
mm zomer 2016
9
6
10
Verhalen achter de foto's: 1 2 3 4 5
7 6
8
7
8 9 10
Dit betekent de Sint Maartenskliniek voor mij. De eerste keer gipsredressie, en als je dan zelf een kleur mag uitkiezen… Dit betekent de Sint Maartenskliniek voor mij. Voor mij is de Sint Maartenskliniek het symbool geworden voor een zonnige kijk op het leven en de vrijheid om te gaan en staan waar ik wil! Met deze foto wil ik laten zien wat alle ingrepen en bijbehorende schroefjes, platen en krammen voor mij betekenen. Alles is oké, dankzij de Sint Maartenskliniek! Mijn dochtertje Kiana vertelde aan de verpleegster dat ze later dokter wil worden. Ze mocht meehelpen met het verwijderen van hechtingen. Een ervaring waar ze het nog steeds over heeft. Die boom staat voor mijn proces, alle veranderingen, mooie momenten, kale, kille momenten en dan toch weer kleurrijke momenten. Die boom staat er nog steeds. Ik ook. Ook de Piratengroep heeft aan het einde van dit jaar een jubileum te vieren. De groep draait inmiddels succesvol gedurende 10 jaar. Terwijl het een ontzettend druilerige dag was, kwam ik dit plaatje tegen. Zoals het licht door de nonnetjes schijnt, zo wil ik een lichtpuntje zijn voor de patiënten die hier in de Sint Maartenskliniek komen. In de vorm van een glimlach, spijs en drank en wat aandacht.
•
17
18
mm zomer 2016
KORT NIEUWS
Informatie over onze scoliosebehandelingen openbaar De Sint Maartenskliniek ontwikkelde enkele jaren geleden een online portal om patiënten te helpen voorbereiden op hun scoliosebehandeling. Tot voor kort was deze portal alleen toegankelijk voor patiënten van de Sint Maartenskliniek. Naar aanleiding van reacties en vragen van zowel patiënten, ouders en verwijzers hebben we besloten deze portal nu open te zetten voor alle belangstellenden. Op deze manier maken we alle informatie over onze scoliosebehandelingen beter beschikbaar voor mensen die zich nog oriënteren op de beste behandeling voor scoliose.
De scolioseportal is te bekijken via www.maartenskliniek.nl/portal/scoliose
Nieuwe leden PAR Sint Maartenskliniek Nijmegen Begin mei vond de eerste bijeenkomst plaats met alle nieuwe leden van de patiëntenadviesraad (PAR), en de raad van bestuur (RvB), van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. De PAR bestaat nu uit vijf nieuwe leden, inclusief een nieuwe voorzitter: Marius Peters. De heer Peters is oud-revalidant van de Sint Maartenskliniek. Hij is enthousiast over zijn nieuwe rol als voorzitter van de PAR: “Ik heb als revalidant goede ervaringen gehad met de Maartenskliniek, maar de tijden veranderen en daarom is het goed dat we als PAR kunnen meehelpen om de patiëntvriendelijkheid continu te
verbeteren. De raad van bestuur deelt die mening en we kijken dan ook uit naar een prettige, constructieve samenwerking.” De overige nieuwe PAR-leden hebben allemaal ervaring met de Sint Maartenskliniek als patiënt of als naaste van een patiënt. Daarnaast hebben de nieuwe leden een achtergrond in de zorg en het bedrijfsleven. Gert van Enk, lid RvB van de Sint Maartenskliniek, is blij met de nieuwe PAR-leden: “Het is een zeer deskundig, betrokken en gemotiveerd team, en ik heb dan ook veel vertrouwen in hun kritische inbreng op het gebied van patiëntenzorg binnen onze kliniek.”
Rookbeleid Sinds 28 maart is de Sint Maartenskliniek, locatie Nijmegen, rookvrij voor patiënten, medewerkers en bezoekers. Alle bestaande rookplekken (zowel binnen als buiten de kliniek) zijn gesloten en vervangen door twee nieuwe overkapte rookplekken buiten op het terrein van de Sint Maartenskliniek: één rookabri is gebouwd buiten bij de ingang van het revalidatiecentrum, de andere rookabri is geplaatst buiten achter het Rondeel.
De Sint Maartenskliniek was in 1992 het eerste ziekenhuis in Nederland met een patiëntenadviesraad. De nieuwe PARleden zijn geworven in samenwerking met de landelijke koepel voor cliëntraden (de LSR) en de PAR van de Maartenskliniek Woerden.
Medewerkers, patiënten en bezoekers mogen alleen maar roken in deze overkapte ruimtes. Het is dan ook niet langer toegestaan te roken op andere plekken in en rondom de kliniek. De belangrijkste reden voor dit aangescherpte beleid is dat roken een slechte invloed heeft op het herstel van onze patiënten. De interne rookruimtes hadden bovendien een slechte invloed op de patiënten die probeerden te stoppen met roken. Verder veroorzaakten de rookruimtes overlast voor de grote meerderheid van (niet rokende) patiënten en gasten.
mm zomer 2016
Gezonde knieën gezocht!
19
COLUMN Over pillen enzo
Voor een wetenschappelijk knie-onderzoek binnen de Sint Maartenskliniek zijn wij op zoek naar:
deelnemers (m/v) van 50 t/m 75 jaar met gezonde knieën Inmiddels weten we door onze wetenschappelijke onderzoeken al een heleboel over ‘zieke’ knieën. De arts probeert de ‘zieke’ knie te herstellen tot een ‘gezond’ niveau. Om dat nog beter te kunnen doen, willen we precies weten wat dat ‘gezonde’ niveau is bij leeftijdsgenoten van patiënten die een nieuwe knie krijgen.
Kalk
Voor dit onderzoek zijn wij op zoek naar vrijwilligers die: • geen merkbare slijtage aan één of beide knieën hebben; • geen grote knie- of heupoperaties gehad hebben; • geen letsel aan de kniebanden hebben; • zonder hulpmiddel langer dan een uur kunnen lopen; • een BMI hebben tussen de 30 en 35 (mannen) of tussen de 25 en 35 (vrouwen);* • zelfstandig wonen binnen een straal van ongeveer 50 km rondom Nijmegen.
De nieuwe schijf van vijf is uit! In de schijf worden 2 à 3 porties zuivel (melk, yoghurt, kaas, kwark) per dag aanbevolen. Zuivel lijkt namelijk de kans op darmkanker en diabetes te verminderen. Maar dat niet alleen. Zuivel is samen met kaas ook een belangrijke bron voor kalk (calcium). Dit zout geeft stevigheid aan ons skelet en het gebit. Ook hebben we kalk nodig voor onze spieren, de bloedstolling en voor de groei van onze cellen. Een belangrijk zout dus!
*Berekening Body Mass Index (BMI): gewicht (in kg) gedeeld door lengte (in m) in het kwadraat. Voor het gewicht van kleding mag 1 kg van het gemeten gewicht afgetrokken worden.
Grofweg hebben we 1 gram calcium per dag nodig. Dat komt neer op 4 à 5 porties zuivel per dag. Hierbij maakt het niet uit of het magere, halfvolle of volle melk is. De meeste mensen krijgen via het voedsel wel voldoende kalk binnen. Soms kan het nuttig zijn om extra calcium te slikken. Bijvoorbeeld wanneer u vegetarisch eet of bij een lactose-intolerantie. Ook wanneer de botten brozer zijn dan normaal, zoals bij botontkalking (osteoporose), wordt gekeken of het verstandig is om extra kalk te slikken.
Tijdens een eenmalig bezoek aan de Sint Maartenskliniek meten we op drie manieren de stabiliteit van uw knie: met röntgenfoto’s, met een klein lichamelijk onderzoek aan de knie én met een krachtmeting van het strekken van de knie (zie foto). Ook krijgt u nog een kleine vragenlijst voorgelegd. Het bezoek duurt hooguit 1 uur. Voor aanmelding of extra informatie kunt u contact opnemen met onderzoeker Malou te Molder, via 024 -365 9073 of
[email protected]
WINNAAR Oog voor detail winter 2016 De afbeelding is een detail van één van de glasin-loodramen in ons restaurant ‘Het Rondeel’. Alle inzenders wisten dit goede antwoord te melden. Toch kan er maar één de winnaar zijn, en dat is mevrouw Zwaneveld-Heddes uit Assen. Ondanks een gebrek aan internet deed zij toch mee aan de prijsvraag. Zij stuurde haar antwoord op via de post. Niet voor niks dus! We sturen haar spoedig de prijs op.
Gebruikt u bijvoorbeeld 2 porties zuivel per dag en u heeft botontkalking, dan kan het raadzaam zijn om extra calcium te slikken. Meestal wordt dan 500 mg calcium geadviseerd. Wanneer u helemaal geen zuivel neemt, wordt soms 1000 mg calcium toegepast. Overigens is te veel aan kalk ook weer niet goed, alleen bij bepaalde aandoeningen aan de maag en/of darmen is het verstandig om meer dan 1000 mg aan extra calcium te slikken. Tot slot nog een weetje: sommige mensen denken dat broze nagels en/of witte puntjes in de nagels komen door een tekort aan kalk... dat is niet waar! Bart van den Bemt, apotheker
20
mm zomer 2016
KENNIS Ontstekingen aan de zenuwen
Tien vragen over
Guillain-Barré syndroom Eerder dit jaar was het Guillain-Barré syndroom flink in het nieuws vanwege een mogelijk verband met het zikavirus. Op onze revalidatie-afdeling behandelen we mensen met het Guillain-Barré syndroom. Revalidatiearts Helma Bongers-Janssen beantwoordt tien vragen over deze aandoening
Wat is het Guillain-Barré syndroom (GBS)? Helma: “Het is een aandoening van de zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel liggen. Bij GBS valt het afweermechanisme van het lichaam niet alleen ziekmakende bacteriën of virussen aan, maar ook de zenuwen. Er ontstaan ontstekingen die de zenuwen aantasten. Daardoor komen signalen vertraagd of gewijzigd door en kunnen spierzwakte en verlamming ontstaan en gevoelsstoornissen optreden.”
Wat is de oorzaak? Helma: “GBS treedt op door een onbedoelde reactie van het eigen immuunsysteem. Ongeveer zeventig procent van de mensen heeft in de weken voorafgaand een infectie zoals een verkoudheid, keelontsteking of diarree gehad. GBS is geen besmettelijke ziekte, maar kan dus wel een gevolg zijn van een infectie. Waarom dit bij een kleine groep mensen gebeurt en bij anderen niet, is niet bekend. GBS is niet erfelijk, maar sommige mensen zijn er mogelijk wat ‘vatbaarder’ voor.”
Wat zijn de symptomen? Revalidatiearts Helma BongersJanssen
Helma: “GBS verloopt in vier fases. De progressieve fase duurt
maximaal vier weken. Spieren worden snel zwakker, meestal eerst in de benen en daarna in de armen. Ook de spieren van het gelaat, de oogspieren en de ademhalingsspieren kunnen verzwakken en verlamd raken. Vaak zijn er ook gevoelsstoornissen, zoals gevoelloosheid en tintelingen, en is er pijn. Dan volgt de plateaufase die enkele dagen tot maanden kan duren. De ziekte is dan stabiel, maar er treedt nog geen herstel op. Vervolgens komt de herstelfase die weken tot vele maanden en soms zelfs jaren kan duren. In de late fase is er geen verder herstel meer. Er kan wel nog sprake zijn van restverschijnselen. De ernst van de ziekte varieert van lichte verschijnselen tot een tijdelijke volledige verlamming.”
Hoe wordt de diagnose gesteld? Helma: “De diagnose GBS is niet altijd eenvoudig te stellen. Vaak is aanvullend onderzoek nodig. De neuroloog test onder andere de peesreflexen, omdat deze verminderd zijn bij GBS. Ook wordt het eiwitgehalte in het lumbaalvocht onderzocht. Bij GBS is dit rond de tiende dag vrijwel altijd verhoogd. Bloedonderzoek moet andere mogelijke oorzaken van de klachten uitsluiten, zoals diabetes of een schildklieraandoening.”
Hoe vaak komt het voor in Nederland? Helma: “In Nederland krijgen circa 200 tot 300 mensen per jaar GBS. Het is dus een zeldzame ziekte. GBS komt zowel bij mannen als vrouwen voor en op alle leeftijden.”
mm zomer 2016
Guillain-Barré syndroom en het zikavirus In mei 2015 begon een uitbraak van het zikavirus in Brazilië. Deze verspreidde zich over verschillende landen in Zuid- en Midden-Amerika. Slechts één op de vijf mensen krijgt daadwerkelijk klachten na een besmetting met het virus. Gegevens uit Frans-Polynesië lijken erop te wijzen dat Guillain-Barré en andere neurologische afwijkingen vaker voorkomen na een besmetting met het zikavirus. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) meldt hierover dat nog onbekend is hoe vaak dit voorkomt, maar dat het waarschijnlijk vrij zeldzaam is. Ergotherapie bij revalidatie
Wat is de behandeling in de eerste fase? Helma: “Mensen met GBS worden vrijwel altijd opgenomen in het ziekenhuis. Soms is opname op de intensive care noodzakelijk om de ademhaling en andere functies voortdurend te kunnen controleren en zo nodig te ondersteunen. Om de ontstekingen in de zenuwen te remmen, krijgen patiënten doorgaans immuunglobulinen toegediend via een infuus. Verder is de behandeling gericht op het voorkomen van complicaties, zoals verkorte spieren of huidproblemen, zodat patiënten uiteindelijk optimaal kunnen herstellen.”
Kun je eraan overlijden? Helma: “Om dat te kunnen bepalen, moet je patiënten een langere tijd volgen. Een wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd in Nederland, volgde twaalf maanden een grote groep patiënten met GBS. Van deze groep overleed 3,9 procent. De kans op overlijden was groter bij patiënten die ouder waren en ernstiger waren getroffen. Opvallend was verder dat de meeste patiënten overleden in de herstelfase.”
Hoe ziet de revalidatie eruit? Helma: “Vanaf de herstelfase komen de meeste patiënten in aanmerking voor revalidatie. Meerdere behandelaars, zoals de revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut en psycholoog begeleiden hen en behandelen pijn en eventuele complicaties. Ook bestaat de behandeling vaak uit psychische begeleiding, leren omgaan met verminderde belastbaarheid
en vermoeidheid, opbouwen van spierkracht, hervatten van activiteiten in het dagelijkse leven en het weer participeren in de maatschappij. De revalidatie kan soms maanden duren.”
Kun je helemaal herstellen? Helma: “Dat is mogelijk. Echter 20 tot 49 procent van de patiënten blijft op de langere termijn last houden van matige tot ernstige gevoelsstoornissen en minder kracht. Ook verminderde conditie, vermoeidheid en pijnklachten zijn vaakgehoorde problemen op langere termijn. De duur van de herstelfase varieert van weken tot maanden, maar ook na enkele jaren kan men nog verder herstellen.”
In hoeverre kun je na de revalidatie je leven weer oppakken? Helma: “De meeste patiënten herstellen weer. Maar bij de patiënten die wel klachten blijven houden, heeft dat gevolgen voor de activiteiten thuis en op het werk. Verder kan twintig procent van de patiënten met GBS na zes maanden nog niet zelfstandig lopen. Ook op langere termijn kan de loopafstand beperkt blijven.”
•
21
22
mm zomer 2016
KENNIS
Hoe maak je een brace voor scoliosepatiënten?
Rechte ‘kachelpijp’ wordt medisch keurslijf op maat Scoliose is een zijwaartse verdraaiing van de wervelkolom die op verschillende manieren te behandelen is. Een operatie is een mogelijkheid, maar binnen de Sint Maartenskliniek werken we heel vaak met een korset of brace, omdat dit mogelijk een operatie kan voorkomen. Jaarlijks krijgen bijna 200 patiënten van ons een brace. Hoe wordt zo’n ding eigenlijk gemaakt? Of je in aanmerking komt voor een brace, hangt af van bepaalde landelijke richtlijnen, waar onze behandelaars ook aan hebben bijgedragen. “Het komt erop neer dat je een brace krijgt, als we op foto’s een bocht in de wervelkolom zien van 25 graden of meer, die aantoonbaar erger wordt. Het doel van de brace is namelijk om te voorkomen dat de scoliose erger wordt”, legt de ervaren instrumentmaker Joanne Evers uit. Joanne is uniek in Nederland met haar uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van braces.
Hard van buiten, zacht van binnen Het maken van een brace begint met meten. Joanne: “Met een meetlint neem ik alle benodigde maten op, net als een soort kleermaker. Die gegevens stuur ik op naar een bedrijf in Ierland dat is gespecialiseerd in het maken van orthopedische hulpmiddelen. Na vier weken krijgen we een brace geleverd, en dan begint voor mij het echte werk.” Een brace bestaat uit twee lagen; de buitenste laag is gemaakt van een harde kunststof (polypropeen) en de binnenste laag van een zacht schuimachtig materiaal (polyethyleenfoam). Polypropeen is goed bestand tegen bacteriegroei en daarom ook geschikt voor allerlei medische hulpmiddelen.
Dikke plak kaas “De brace komt hier aan als een soort rechte kachelpijp”, vertelt Joanne. “Die maken we dan verder op maat voor de patiënt. De brace moet de juiste druk uitoefenen op de bochten in de rug en moet comfortabel zijn voor de patiënt. Ik teken de juiste vorm voor de patiënt op deze ‘kachelpijp’, en dan zaag ik met de hand de juiste vorm uit. Vervolgens bevestig ik drie sluitingen op de brace. Daarna verwarm ik het plastic met een ‘heatgun’. Bij 450 graden Celsius wordt het materiaal zo zacht als een dikke plak kaas, waardoor ik de juiste pasvorm kan aanbrengen. Tot slot rond ik de randen af en maak ik ze glad. Dit hele proces kost me ongeveer vier uur.” Als alles goed zit, krijgt de patiënt de brace twee weken mee naar huis om te dragen. Dat begint met het aantrekken één uur na het eten. Als dat goed gaat, is een nacht erin slapen de volgende stap. Uiteindelijk moet de patiënt de brace achttien uur per dag dragen. Het gaat vaak om jonge patiënten. “Meestal doen ze de brace af als ze van school thuiskomen en trekken ze ‘m weer aan voor het slapen. Dit is ook prettig voor het avondeten, omdat je maag meer ruimte heeft zonder brace”, aldus Joanne.
mm zomer 2016
Joanne Evers aan de slag met een brace
Nog niet klaar
Toekomst van de brace
Na die twee weken is de brace nog niet klaar. Joanne: “De patiënt blijft dan een nachtje slapen in het ziekenhuis, zodat wij zogeheten ‘pelottes’ kunnen maken en toevoegen aan de brace. Dit zijn verdikkingen van een harder schuim, die de bochten in de wervelkolom corrigeren. Ook krijgt de patiënt fysiotherapie-oefeningen tijdens de opname en gesprekken met de pedagogisch medewerker. Naast het leren bewegen met een brace, is het namelijk ook heel belangrijk dat je leert te ontspannen. Als de brace voldoende correctie biedt, is die in zekere zin af.”
Deze typen braces worden al circa dertig jaar gebruikt bij scoliosebehandelingen. Het materiaal is wellicht iets verfijnd door de jaren heen, maar de principes zijn hetzelfde gebleven. Hoe ziet de toekomst eruit? Joanne: “De mogelijkheden van 3D-printing zijn erg veelbelovend, zo kunnen braces mogelijk lichter worden en comfortabeler om te dragen. Nu is dit echter nog onbetaalbaar. Een andere ontwikkeling, waar we dit najaar mee willen starten, is het laten maken van een brace op basis van een ontwerp in een CAD/CAM-computersysteem. Daarmee kunnen we scannen en correcties op het ontwerp aanbrengen. De fabrikant kan hiermee een brace maken die al beter op maat is. Toch kan ik me niet voorstellen dat computersystemen of 3D-printing een volledig goed corrigerende en goed passende brace kunnen maken. Elke patiënt is anders, zit midden in de groei en het vereist ook jarenlange ervaring en een kundig oog om een goede brace te maken. Dat zie ik een machine niet snel doen.”
Wit of met een kleurtje? Omdat de veelal jonge patiënten vaak nog groeien, gaat de brace niet heel lang mee. Meestal een jaar, maar door een groeispurt soms ook slechts een half jaar. “Daarom onderzoeken we de patiënt elke vier maanden om te controleren of de brace nog goed zit”, geeft Joanne aan. Een brace kan in verschillende kleuren en standaardprints worden geleverd, toch kiezen de meeste patiënten voor een neutrale witte kleur. Joanne: “Een witte brace schijnt niet door de kleding heen. Ik zie wel vaak dat de jongere patiëntjes bijvoorbeeld bij een nachtbrace kiezen voor een opvallend gekleurde print.”
•
23
24
mm zomer 2016
UITGELICHT Geriatrie: extra zorg voor oudere patiënten
70-plussers sneller fit dankzij aangepaste zorg In de Sint Maartenskliniek ziet het geriatrisch behandelteam (zie kader) veel mensen van ouder dan 70 jaar die een operatie moeten ondergaan. Dit team behandelt de oudere, kwetsbare patiënt aanvullend aan de reguliere behandeling. Dankzij deze extra zorg en aandacht zijn patiënten sneller fit en lopen ze geen delier op na een operatie. Het team ziet niet iedere patiënt ouder dan 70 jaar. Voorafgaand aan de eerste afspraak in ons ziekenhuis wordt deze patiëntengroep gescreend om te kunnen beoordelen wie ‘kwetsbaar’ is. Mensen zijn kwetsbaar als er bijvoorbeeld kans is op ondervoeding of verwardheid na de operatie. Voor de screening gebruiken we een enquête. Afhankelijk van de resultaten daarvan beslissen we of onderzoek en behandeling door de geriater wenselijk is. Die bekijkt dan of extra begeleiding gegeven kan worden. Zoals het toedienen van extra voeding vóór de operatie, een vroegere opname voorafgaand aan de operatie, het laten meebrengen van vertrouwde spullen en het geven van (extra) medicatie. Soms wordt ook de pijnstilling rondom de operatie aange-
mm zomer 2016
Zo snel mogelijk uit bed Ook vlak voor én na de operatie is er extra tijd voor de oudere patiënt. Zo bezoekt de geriater bij een vroegtijdige opname altijd de patiënt op de verpleegafdeling. Carolien: “Dit is als het ware een laatste check voor de operatie. Na de operatie raden we patiënten aan om zoveel mogelijk te bewegen en krachttraining te doen met de fysiotherapeut. Ons motto is dan ook: zo snel mogelijk weer het bed uit!” Na hun opname in de Sint Maartenskliniek gaan veel patiënten naar een geriatrische revalidatie in een verpleeghuis, waar ze verder revalideren. Onze behandelaars zorgen dan voor een overdracht voor de huisarts of het verpleeghuis.
Geriatrisch behandelteam
Delier bijna verbannen
past. Geriater Carolien Benraad: “Het kunnen heel verschillende maatregelen zijn, maar altijd zijn ze volledig afgestemd op de individuele patiënt.”
De Sint Maartenskliniek zet sinds 2003 geriaters in. Carolien: “Dat begon met één middag in de twee weken, inmiddels is dat opgevoerd naar vijf middagen per week. Er is steeds meer aandacht voor ouderen en dat is zichtbaar. We maken het eigenlijk nauwelijks meer mee dat een patiënt een delier krijgt.” Vorig jaar wilde de Sint Maartenskliniek het keurmerk ‘Senior Vriendelijk Ziekenhuis’ behalen, maar het ziekenhuis bleek niet aan de voorwaarden te (kunnen) voldoen. “Omdat we geen ‘gewoon’ ziekenhuis zijn”, verklaart de geriater. “We zagen wel hoe we scoren ten opzichte van andere ziekenhuizen. Voor onze voorzieningen voor mensen met een handicap en leesbaarheid van informatie in het ziekenhuis scoorden we bijvoorbeeld heel hoog. De dingen die we in huis hebben en waarop gescoord kon worden, waren goed in orde. We hebben het keurmerk formeel niet behaald, maar menen toch dat we een ziekenhuis zijn dat vriendelijk is voor ouderen.”
Goed voorbereid
Niet altijd zin
“Het komt ook voor dat de behandelend arts tijdens de eerste afspraak de geriater inschakelt voor advies”, zegt Carolien. De geriater bepaalt dan samen met de orthopedisch chirurg of de operatie veilig gedaan kan worden en zinvol is. “We kijken hierbij naar psychisch en fysiek gestel, maar ook of er nog andere klachten zijn die de operatie kunnen beïnvloeden. Tevens bespreken we met de patiënt of de operatie gaat opleveren wat men ervan verwacht. Ouderen zien vaker op tegen een operatie, daarom is het belangrijk om patiënten goed op de operatie voor te bereiden”, aldus Carolien. Een goede voorbereiding zorgt ook voor een kleinere kans op een delier (verwardheid) na de operatie. Bovendien is de patiënt na de operatie sneller fit.
“De meeste patiënten zijn erg blij met de extra aandacht”, geeft Carolien aan. “Maar er zijn ook mensen die niet naar de geriater willen, die voelen zich dan oud. En soms willen ze niet naar de geriater omdat het extra tijd kost om die ook te zien, dat vinden ze dan te veel. Maar als ze eenmaal zijn geweest, zijn ze vaak blij en dankbaar.” Het geriatrisch behandelteam van de Sint Maartenskliniek is van plan om de ouderenzorg in de toekomst nog verder te verbeteren en uit te breiden. Carolien: “We willen dat de 80-jarige Sint Maartenskliniek helemaal klaar is voor de patiënt van 80 jaar en ouder. Die kan bij uitstek veel baat hebben bij de geriatrische behandeling.”
Samen met speciaal opgeleide verpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten vormen de geriaters een behandelteam. “De fysiotherapeut kijkt naar het valrisico en zorgt dat de patiënt snel weer loopt. De diëtiste houdt zich bezig met de juiste voeding. Daarnaast volgt een groep verpleegkundigen een training om op de verpleegafdeling en de polikliniek goed te kunnen omgaan met de oudere patiënt”, legt Carolien uit. Het team komt één keer per maand samen om te overleggen over de ouderenzorg. Carolien: “De samenwerking met meerdere behandelaars vind ik een enorme meerwaarde, omdat we zo de beste zorg voor de patiënt kunnen bieden.”
•
25
26
mm zomer 2016
PATIËNTERVARING Operatie van de achtervoet
“Ik liep op het kootje van mijn kleine teen” Toen hij 17 jaar was, kreeg Wim Hardeman een brommerongeluk. Veertien dagen lag hij zwaar gehavend in het ziekenhuis. Kantje boord was het. Gelukkig kwam hij er grotendeels bovenop. De 32 jaar erna had hij alleen nog veel last van zijn linkervoet. “Je leert ermee omgaan. Helaas werd de pijn steeds erger, tot vorig jaar mijn limiet was bereikt. Van mij mocht die voet eraf”, aldus de inmiddels 49-jarige Wim. We spreken Wim op zijn werk, een leverancier van professionele bouwmaterialen en leidingsystemen in Buurmalsen. Dat hij hier nu rondloopt, is best een wonder. Een auto reed hem 32 jaar geleden met tachtig kilometer per uur in de zijkant aan. Hij had onder andere een hersenkneuzing, bloed achter de longen en een gescheurde milt. Wim: “Ook had de bumper mijn onderbeen verpletterd. Ik ben bij meerdere artsen geweest voor dat been. Drie van hen vonden dat het eraf moest. Eentje dacht het been toch te kunnen redden. Vervolgens ben ik vijf jaar behandeld en kreeg ik aangepaste schoenen.” Doordat zijn verbrijzelde onderbeen heel lang in het gips moest, groeide zijn voet echter vast in de zogeheten klapstand. Hierdoor liep hij op het kootje van zijn kleine teen. En dat zorgde voor heel veel pijn. Houten been Alles in het linkerbeen van Wim zit vast. Hij maakt dat mooi beeldend: “Het voelt alsof ik een houten been heb.” Na het ongeluk heeft hij nooit meer kunnen hardlopen. Best heftig voor een jonge knul, ook al was hij niet echt een sporter. “Ik was wel altijd bezig, altijd aan het werk. We hadden thuis een agrarisch bedrijf”, legt hij uit. “De vijf jaar na mijn ongeluk heb ik veel gemist. Het is toch behelpen met een rolstoel of krukken. Gelukkig had ik zes broers die me overal bij betrokken. Ik ben niks tekortgeschoten hoor.” In die periode van vijf jaar kon hij ook niet werken en geld verdienen. Wim: “Maar ik deed wel meer dan ik mocht. Ik was sterk en gezond en de
artsen vonden mijn herstel verbazend. Ik ben ook niet een type dat gaat zitten klagen.” Afgezaagd Klagen deed Wim ook niet over de pijn in zijn voet. De pijn die helaas steed erger werd. Wim: “Als ik ’s ochtends uit bed kwam, zag ik ertegen op om de eerste stap te zetten. Op een gegeven moment was ik die voet helemaal beu.” Het ziekenhuis in Utrecht kon hem niet meer helpen, maar ze verwezen hem wel door naar dr. Louwerens van de Sint Maartenskliniek. Die opereerde Wim op 16 juli 2015. “Mijn hele voet is open geweest”, vertelt hij enthousiast.
“Op een gegeven moment was ik die voet helemaal beu” “De chirurg heeft delen afgezaagd, mijn hak naar achteren gezet en toen alles weer vastgezet. Er zitten meerdere schroeven in om alles op z’n plek te houden. Ook heb ik nog twee pennen in mijn voet; in de kleine en de grote teen. Echt vakwerk.” Hij begint te lachen. “Het heeft wel raakvlakken met de sector waarin ik werk.” Strandwandeling “Mijn voet is grotendeels recht. Ik heb nu geen botpijn meer en ik kan weer normaal lopen. Uiteraard met heel goede wandelschoenen”, gaat hij verder. “Normaal kreeg ik aan het einde van de dag steeds meer pijn. Nu is dat niet meer. Wel heb ik spierpijn in de voet. Dat komt natuurlijk omdat ik er 32 jaar krom op heb gestaan.” Na de operatie werkte hij eerst ongeveer twee maanden vanuit de rolstoel, vervolgens met krukken en daarna weer zonder hulpmiddelen. Wim: “Ik kan ook weer in losse grond lopen, bijvoorbeeld in de moestuin of op het strand. Dat was eerst niet te doen. Een perfecte voet krijg ik nooit meer. Maar als ik op deze manier stokoud mag worden, dan heb ik er vrede mee!”
•
mm zomer 2016
27
28
mm zomer 2016
Hier knip ik de oude bloeiwijze van vaste planten weg.
DE WERKDAG VAN De tuinman
De Sint Maartenskliniek krijgt altijd veel complimenten over hoe mooi de tuin erbij ligt. Medewerkers, bezoekers en patiënten zijn erg te spreken over de mooie kleuren waarmee ze bij aankomst verwelkomd worden. Alle eer hiervoor gaat naar onze tuinmannen. Tuinman Jan Jacobs schetst in deze rubriek één van zijn werkdagen met behulp van foto’s. Een prachtig meeldauwlieveheersbeestje: de natuurlijke bestrijder van bladluis. Tijdens mijn werk zie ik geregeld mooie dieren rondom de Sint Maartenskliniek. Een echte voorjaarsbode is de Kleine Vos op een bloeiende wilg.
Met mijn collega vul ik nog een laatste aanhanger met geruimd blad.
Helleboris vlakbij onze hoofdingang.
mm zomer 2016
29
Voor de aanleg van een buitenstalling voor paarden bij de manege van Stichting CAP (locatie de Maartenshoeve) leg ik stelconplaten met een shovel.
Bij de afdeling Activiteitentherapie vullen we de bakken met nieuwe grond. Hierin groeien normaal gesproken radijsjes, wortels, sla, tomaten en aardbeien, maar ook bloemen en planten. Mensen die revalideren na bijvoorbeeld een beroerte of dwarslaesie tuinieren hier. Daarmee oefenen ze hun motorische en/of cognitieve vaardigheden. En het geeft positieve energie. Tuinieren als therapie.
Sinds 28 maart is de Sint Maartenskliniek, locatie Nijmegen, rookvrij voor patiënten, medewerkers en bezoekers. Op deze foto tref ik voorbereidingen voor de bouw van één van de twee nieuwe overkapte rookplekken buiten.
Om de dag goed te beginnen, drinken wij altijd échte koffie!
30
mm zomer 2016
DIGITAAL Online ondersteuning bij revalidatie na een beroerte
Een beroerte... en nu? Na het krijgen van een beroerte duurt het maanden om te revalideren. Het is voor patiënten een lichamelijk en psychisch ingrijpend traject, waarbij hulp van hun naasten, lotgenoten en behandelaars heel belangrijk is. Om patiënten en hun naasten nog beter te kunnen ondersteunen, ontwikkelde de Sint Maartenskliniek de portal beroerte: een website met informatie en filmpjes van behandelaars over klachten, behandelmogelijkheden en nazorg.
Dankzij deze website zijn patiënten beter geïnformeerd en kunnen ze zelf aangeven wat ze belangrijk vinden in hun behandeling. Een meerwaarde is bovendien dat patiënten de portal samen met vrienden en familie kunnen bekijken. Die krijgen daardoor een duidelijk beeld van wat de aandoening inhoudt en wat het betekent voor de patiënt. Dat is belangrijk voor de opvang en omgang thuis en voor meer begrip, bijvoorbeeld bij de zogeheten ‘verborgen gebreken’ (zie pagina 3).
Bezoek de portal: www.maartenskliniek.nl/portal/beroerte
Interactiever De Sint Maartenskliniek heeft meerdere portals voor aandoeningen en behandelingen. In de nabije toekomst willen we de interactieve eigenschappen van die portals (en dus ook van de portal beroerte) graag verder uitbouwen. We streven ernaar dat patiënten bijvoorbeeld hun eigen zorgdossier kunnen inzien via de portal of informatie over hun gezondheid via de portal aan de arts kunnen voorleggen.
Weg met de folders! De traditionele patiëntenfolders op het gebied van revalideren na een beroerte gaan nu grotendeels verdwijnen op de afdeling Neurorevalidatie. Alle informatie rondom de revalidatie in de Sint Maartenskliniek na een beroerte staat namelijk bij elkaar op de portal. Die informatie is onderverdeeld in vier hoofdknoppen: • Revalideren na een beroerte – algemene informatie over (het krijgen van) een beroerte, de revalidatie die volgt en de herstelmogelijkheden • Verblijf in de kliniek – informatie over opname, onderzoek, behandelingen en ontslag naar huis • Verblijf thuis – informatie over onderzoek, poliklinische behandelingen en de nazorg • Gevolgen van een beroerte – informatie over de verschillende klachten waar iemand na een beroerte last van kan hebben, onder andere op het gebied van bewegen, communicatie en cognitie Alles weten? Op veel pagina’s kunnen bezoekers ook klikken op 'achtergrondinformatie'. Bijvoorbeeld over risicofactoren en leefstijl, nieuwe ontwikkelingen, het gebruik van medicijnen, de afdeling Neurorevalidatie en de behandelaars. Tevens vinden ze hier praktische informatie, zoals een routebeschrijving en voorzieningen in de Sint Maartenskliniek.
•
mm zomer 2016
CONTACTINFORMATIE
De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde en pijnbestrijding. Verwijzing Voor elke aanvraag voor een afspraak geldt dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts of specialist.
Reumatologie
Revalidatiegeneeskunde
Patiëntenadviesraad
Polikliniek Nijmegen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 94 09 (ma - vrij, 08.30 -16.30 uur)
Telefoon (024) 365 94 00 (ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur)
E-mail PAR Nijmegen:
[email protected]
Polikliniek Woerden
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0348) 42 78 00
Telefoon (0485) 84 52 55
Polikliniek Leidsche Rijn
Polikliniek CWZ
Telefoon (0348) 42 78 00
Telefoon (024) 365 87 68
Polikliniek Mijdrecht
Polikliniek Tiel
Telefoon (0348) 42 78 00
Telefoon (0344) 67 38 80
Polikliniek Boxmeer
ZOOM-IN
Telefoon (0485) 84 53 82
Telefoon (024) 327 27 17 Website: zoom-in.maartenskliniek.nl
E-mail PAR Woerden:
[email protected]
Polikliniek Panningen Telefoon (024) 365 94 09
Pijnbestrijding
Orthopedie
Polikliniek Boxmeer en Sint MaartensKinderkliniek
Pijnbehandelcentrum Nijmegen
Voor het aanvragen van een nieuwe afspraak of second opinion op de locaties in Nijmegen en Woerden kunt u ook het formulier op onze website invullen: www.maartenskliniek.nl > praktische info > afspraken
Telefoon (0485) 84 53 50
Telefoon (024) 365 96 59 (ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur) Website: www.maartenskliniek.nl > behandelingen > pijnbehandelingen
Acute zorgpoli
Telefoon (024) 365 96 59
Met acute letsels (kneuzingen, verstuikingen, snijwonden en botbreuken, uitgezonderd breuken aan het hoofd) kunt u 24 uur per dag terecht bij de Acute zorgpoli. Telefoonnummer (024) 365 93 91
Polikliniek Woerden
RealHealth
Telefoon (0348) 42 78 00
Telefoon (024) 684 16 40 Website: www.realhealth.nl
Polikliniek Nijmegen
Volg de Maartenskliniek op twitter : www.twitter.com/maartenskliniek
Volg de Maartenskliniek op facebook: www.facebook.com/maartenskliniek
31
BEDENK
EEN BIJSCHRIFT We hebben een nieuwe rubriek voor de prijsvraag. Bedenk een bijschrift of tekstballon bij de afgebeelde foto. Mail uw inzending naar
[email protected] o.v.v. uw naam en adres. Tip: hoe harder wij moeten lachen, hoe meer kans u maakt op een prijs. In het volgende magazine ziet u welk bijschrift heeft gewonnen.