maandelijks aanbod mei 2011
1. Mei-maand = Maria-maand De maand mei wordt traditioneel de Mariamaand genoemd. Haar oorsprong heeft vooral te maken met de propaganda van de Jezuïeten in Rome. In 1724 publiceerde pater Jacolet een boekje dat “Mensis Marianus” (Mariamaand) heette. Een ander Jezuïet, Alfonso Muzzarelli, schreef in 1785 zijn “mese di Maria”, dat 150 uitgaven in verschillende talen kende. Hierin spoort hij de gelovigen niet alleen aan om over Maria te mediteren, maar ook om iedere dag van de meimaand een Marialied te zingen. Misschien was deze maand als tegenhanger van een antiek feest bedoeld. In de Romeinse oudheid was Flora de godin van de lente, de bloemen en planten; Het was een vruchtbaarheidsgodin, van wie het feest, de floralia, rond 1 mei uitbundig met bloemen werd gevierd, en hieruit ontstonden de latere meifeesten. We kunnen er niet naast kijken dat in de lente, en zeker in de meimaand, heel wat (bloemen) in bloei komt te staan. Sommige bloemen worden naar Maria genoemd: mariahartje, mariaklokje, mariaschoen, lievevrouwebedstro en mariadistel. Het madeliefje of meizoentje heette in de middeleeuwen “marienbloemkyn”. Veel bloemen zijn in oude gedichten en liederen een symbool van Maria. Zo zingen we: “God groet u zuiv‟re bloeme”, “Maria lelie reine”, “rooske zonder doren”, “violette zoet” en “bloemke blauw in‟t koren”. Dit is de blauwe korenbloem en blauw is de Mariakleur. Ook Bijbelse uitspraken zijn van invloed geweest. Het hooglied zegt: “Ik ben een veldbloem en een lelie van dalen”. En Jezus Sirach spreekt van “de roos geplant aan de oevers van het water”. Reeds middeleeuwse schrijvers hebben deze bloemen als een symbool van Maria beschouwd. Dit alles heeft de populaire Mariadevotie van de westerse kerk gestimuleerd om de meimaand als haar maand te benoemen en te bezingen: “Gekomen is uw lieve mei, Maria!” (naar T. Brekelmans, kerkhistoricus, PBS)
2. Een visuele voorstelling van het maand-embleem. De meimaand vormt een uitzondering wat betreft de emblemen bij onze tien schoolmaanden. Wat de visuele voorstelling betreft hebben we voor deze maand dus „een buitenbeentje‟. In deze maand waarin de figuur van Maria sterk op de voorgrond kan en mag treden kiezen wij voor een stripverhaal aansluitend bij het Bijbelverhaal van deze maand: „Maria en het eerste teken van Jezus: het wijnwonder van Kana‟. Het Bijbelverhaal zelf kan je weervinden in „het gebed van de week 39‟ of in: „Het grote avontuur van God en mens.‟ Kolet Janssen / Thé Tjong-Khing - uitgeverij KOK – davidsfonds/infodok - ISBN 90 80829 02 1, p. 170-171.
3. Op bedevaart . Misschien ga jij wel met je klas op bedevaart naar een plaatselijke kapel of Maria-grot ? Of trek je naar een nabijgelegen bedevaartsoord ? Hieronder vind je info die je kunt gebruiken ter voorbereiding + aanzetten voor een gebedsmoment, een (KLAS)celebratie. We bieden bewust GEEN totaal uitgewerkte „vieringen‟ aan. We bieden wel teksten, ideeën, … aan die de school kan gebruiken als aanzet om een schooleigen viering mee samen te stellen .
3.1. Voorbereiding in de klas 3.1.1.Wat is een bedevaart? Kennen jullie bedevaartsplaatsen? Op bedevaart gaan, is op stap gaan om na te denken en te bidden, om te genieten van de stilte en van de natuur, om op de eindbestemming samen te mediteren en te bidden en om dan terug te keren met wat meer geloof, meer moed, meer hoop, …. Op bedevaart gaan is een manier van bidden. Niet alle mensen kunnen lang stil zitten om te bidden. Er zijn mensen die liever iets „doen‟. Op stap gaan, een serieuze inspanning leveren om op je bestemming te geraken, tijdens de tocht aan God denken en daartoe af en toe bidden, ook eens stil zijn om over je te bezinnen over het leven, is als geheel een mooie vorm van bidden. Een bedevaart wordt ook pelgrimstocht of pelgrimage genoemd. Een bedevaarder is ook een pelgrim. De bestemming van de tocht is een plaats die doet denken aan Jezus, aan Maria, aan een heilige. Bedevaartsplaatsen die doen denken aan Jezus: Bethlehem, Jeruzalem. Bedevaartsplaatsen die aan heiligen doen denken: Assisi (Italië): Franciscus van Assisi Turijn (Italië): Don Bosco Santiago de Compostella (Spanje): de apostel Jakobus Rome (Italië): de apostelen Petrus en Paulus Lisieux (Frankrijk): Theresia van Lisieux Bedevaartsplaatsen die aan Maria doen denken: Lourdes (Frankrijk), Fatima (Portugal), Medjugorje (Bosnië en Herzegovina), Czestochowa (Polen). In ons land: Dadizele, Oostakker, Scherpenheuvel, Halle, Banneux, Bauraing… Er is een tijd geweest dat een bedevaart een alternatieve straf was. In plaats van in de gevangenis te verblijven, gingen jonge mensen te voet naar Santiago de Compostella in Spanje om zich op deze wijze te bezinnen over hun verdere leven. Ook op vandaag gaan mensen naar Compostella op bedevaart…: bij het begin van hun pensioen om zich te bezinnen over de nieuwe periode in hun leven; om eens goed na te denken over hun leven; voor het nemen van een grote beslissing… Ook de andere godsdiensten kennen bedevaarten. Het meest gekend is waarschijnlijk de bedevaart van de Moslims naar Mekka. Indien het mogelijk is, is de moslim verplicht om één keer in het leven op bedevaart te gaan naar Mekka en dit in de periode van het Offerfeest.
3.1.2 op tocht : in de bijbel. Leidraad: verhaal van Abraham. In de Bijbel staan veel verhalen van mensen die op tocht gaan. Kennen jullie er ? Abraham verlaat zijn land… De Israëlieten in de woestijn… De Wijzen uit het Oosten op zoek naar het Kind… Jezus trekt naar Jeruzalem… De Emmaüsgangers keren naar huis terug… Waarom gaan mensen in de Bijbel op tocht ? Abraham: Om het oude leven los te laten en elders opnieuw te beginnen… De Israëlieten: Om elders een nieuw bestaan te vinden en er gelukkig te worden… De Wijzen: Om op zoek te gaan naar iets… Jezus: Om er het Paasfeest te vieren… Emmaüsgangers: Om het verdriet en ontgoocheling te vergeten… In de Bijbel gaat men niet zomaar op tocht om te wandelen en zich te ontspannen. Men gaat weg van iets en gaat naar iets toe. Men wandelt niet in een lus. De tocht zelf is even belangrijk als het vertrekpunt en de eindbestemming. De eindbestemming betekent vaak: een grote verandering in het leven. Zo‟n zinvolle tochten kennen wij nu ook nog. We noemen ze „gebedstocht‟ of met een ouder woord „bedevaart‟. Het is veel meer dan een wandeling. Op bedevaart gaan, is op stap gaan om na te denken en te bidden, om te genieten van de stilte en van de natuur, om op de eindbestemming samen te zingen en bidden en om dan terug te keren met wat meer geloof, meer moed, meer hoop, …. 3.1.3 Abraham gaat op tocht Abraham is een rijk man uit het Tweestromenland tussen Tigris en Eufraat. Daar is het goed wonen. Er is vruchtbare grond, een goed ontwikkelde cultuur, het schrift werd hier uitgevonden. Abram is getrouwd met Saraï, nu zijn ze oud geworden, maar ze hebben geen kinderen. Abram – zo heet hij aanvankelijk – voelt een vreemde onrust. In het Tweestromenland waar Abram en Saraï leven, heeft elk gezin enkele beeldjes die ze als goden vereren. Maar Abram heeft het door dat deze beeldjes door mensen worden gemaakt en eigenlijk geen betekenis hebben. Wat stellen ze voor? (Het is niet zoals wij nu een Mariabeeldje hebben en weten dat Maria de moeder van Jezus is waarover we kunnen lezen in de Bijbel). De godenbeeldjes in de tijd van Abram stellen niets voor, ze verwijzen naar de seizoenen, naar de dag en de nacht, ze stellen de vruchtbaarheid voor of de donder… Abram voelt dat de seizoenen, de dag en de nacht, alles van de natuur en ook de mens door één God gewild zijn en gemaakt. De seizoenen zelf zijn niet „een god‟, maar God heeft het zo gemaakt. Meer nog, Abram voelt dat die God om de mensen bekommerd is, met mensen begaan is. Abram voelt dat God tot hem spreekt. God legt woorden in het hart van Abram: Ga uit je land weg en bij je familie vandaan. Ik zal je een ander land wijzen. Daar zal het je goed gaan. Je zult er de stamvader worden van een groot volk. Abraham vertrouwt op die belofte en maakt zich klaar…
3.1.4 intenties : op bedevaart gaan doe je niet alleen Abram nam zijn familie mee op tocht. Ook Lot, de zoon van zijn overleden broer ging mee met Abram. Wanneer wij op tocht gaan, kunnen onze ouders en/of grootouders mee gaan, maar in ons hart en in onze gedachten nemen we de mensen mee die we graag zien en waarvoor we op die dag, tijdens de tocht en tijdens de gebedsviering willen bidden. Misschien zijn er ook mensen die speciaal vragen om tijdens de bedevaart aan hen te denken, of voor hen te bidden. Misschien zijn er mensen die je graag „een intentie‟ meegeven. Dit is de reden waarvoor ze wensen dat je bidt. Je kan het vergelijken met de belofte bij Abram. Een belofte is iets dat God jou belooft dat zal vervuld worden. Een intentie is een vraag die wij aan God stellen met de hoop dat deze vervuld zal worden. Op een blad… kunnen jullie eigen intenties of deze van andere mensen neerschrijven. Dit blad draag je tijdens je tocht mee (in je rugzak). Het blad in de rugzak doet denken aan de mensen die je vandaag in je hart meedraagt (en dat kan niemand in jou plaats doen!). Op onze bedevaartplaats krijgen al deze intenties heel bijzondere aandacht.
3.2 Aanzet tot een celebratie rond de ‘vijf blijde mysteries’ Kan in de klas, maar zeker ook zinvol bij een kapel op het schooldomein, langs een rustige straatkant, aan een Maria-grot in een bedevaartsoord, op de parochie, … 1ste mysterie: de engel brengt goed nieuws aan Maria en Maria gaat haar nicht Elisabeth helpen. De engel brengt het goede nieuws dat Maria moeder zou worden van Jezus. Ook wij hebben soms engelen in ons leven. Mensen die goed nieuws brengen,of mensen die iets goeds voor ons doen. Maria is zo blij dat ze moeder mag worden, dat ze dit rap gaat vertellen aan haar nicht, die ook in verwachting is. Maria en Elisabeth zijn nu 2 blije vrouwen die elk een bijzonder kindje verwachten. Ze helpen mekaar zo goed als ze kunnen. Ook wij kennen „engelen van mensen!‟, mensen die voor ons zorgen, die goed nieuws brengen, … We schrijven op de engel de namen van „engelen van mensen in ons leven…‟ We denken aan hen en bidden voor hen: Wees gegroet, Maria… 2de mysterie: de geboorte van Jezus en de opdracht van Jezus in de tempel. Zoals elke moeder is Maria blij wanneer ze Jezus in haar armen houdt. Ze zal goed voor Jezus zorgen, ze zal hem troosten als hij verdriet heeft, ze zal hem helpen als hij het moeilijk heeft, ze zal naar hem luisteren en met hem praten… Wanneer Jezus enkele dagen oud is, brengen Maria en Jozef Jezus naar de tempel om God te danken voor hun kindje. Dat doen papa‟s en mama‟ nu ook nog, wij noemen dit het doopsel. Samen met peter en meter en de familie bidden we voor het nieuwe kindje! Ook wij werden geboren, gedoopt… Schrijf in de schelp de naam van je meter en je peter, en van mensen die jou een plaatsje geven in hun hart. Daarna bidden we samen: Wees gegroet, Maria… 3de mysterie: het terugvinden van Jezus in de tempel en de bruiloft van Kana. Toen Jezus 12 jaar was, bleef hij alleen achter in de tempel. Jozef en Maria waren ongerust. Ze gingen hem zoeken tot ze hem vonden in de tempel. Wat waren ze toen blij! Vanaf toen wisten ze dat Jezus een heel bijzonder kind zou zijn, met een bijzondere opdracht. Toen Jezus 33 jaar was, begon Hij aan die bijzondere opdracht. Johannes vertelt hoe Jezus op een trouwfeest was… Wat het begin moest zijn van een lang en een gelukkig leven, dreigde een grote fiasco te worden: er was geen wijn meer. Jezus zorgde voor de wijn. Met dit wonder toonde Jezus dat hij leven en geluk wil brengen in overvloed Jezus ontdekt langzamerhand zijn eigen opdracht. Jullie zijn nog jong… maar toch ontdekken jullie ook al wat je goed kan, en minder goed… Schrijf in de wolk 3 goede talenten… en 1 talent die je graag beter zou kunnen. Daarna bidden we samen: Wees gegroet, Maria…
4de mysterie: Jezus bidt in de Olijfhof en Jezus draagt zijn kruis. Jullie weten wat er met Jezus gebeurd is. Niet iedereen had Jezus graag. De leiders van het volk wilden hem weg, wilden hem dood. Na het laatste avondmaal ging Jezus bidden… Hij was doodsbenauwd, en vroeg aan zijn Vader in de hemel om hem niet in de steek te laten… Daarna moest Jezus zijn kruis dragen: de loodzware balk van pijn en verdriet… Gelukkig was er Simon van Cyrene die hem kon helpen. Samen verdriet dragen, helpt. Ook wij zijn soms bang, ook wij hebben soms verdriet en pijn… Schrijf in de traan wat je soms bang maakt, waarom je soms pijn en verdriet hebt…. Daarna bidden we samen: Wees gegroet, Maria… 5de mysterie: Jezus sterft aan het kruis. Jezus sterft op Goede Vrijdag aan het kruis. Maria, zijn moeder en enkele goede vrienden zijn erbij. Zij hebben veel verdriet. Ook wij kennen mensen die gestorven zijn! we zien bv. de beelden van de aardbeving in… en de slachtoffers van … een … gestorven in… Schrijf in de ballon de namen van mensen die gestorven zijn… Daarna bidden we samen: Wees gegroet, Maria
3.3 gebedskraal: een oud gebruik nieuw leven in blazen: bidden met ondersteuning van een gebedskraal. 3.3.1 Een kralensnoer als hulpmiddel bij het bidden Het gebruik van een kralensnoer als hulpmiddel bij het gebed is een heel oude traditie. De oudste bekende gebedssnoeren zijn van hindoeïstische oorsprong zijn, De oudste afbeelding van een bidsnoer te vinden in Nineveh, 6de eeuw voor Christus (zie afbeelding). In de 4de eeuw voor Christus, vind je de goddelijke persoonlijkheid Shiva (hindoeïsme) afgebeeld met een kort gebedsnoer in hand, evenals kleine rond de armen en lange om de nek. In India zijn zandstenen beelden uit de 2de eeuw voor Christus teruggevonden van goden en heiligen met dergelijke kralensnoeren. Onze rozenkrans heeft dus heel diepe en universeel verspreide wortels. 3.3.2 . Gebedssnoer in de verschillende godsdiensten Gebedsnoer in het hindoeïsme Binnen de hindoeïstische traditie heeft het bidsnoer 108 kralen. Er zouden 108 namen zijn voor de Hindu-goden. 108 keer de naam van de godheid aanroepen is een heilige bezigheid. Bij elke kraal kan ook een mantra (een met goddelijke kracht geladen spreuk) worden uitgesproken. Mala in het Boeddhisme Mala (krans, bloemenkrans) is de naam van het gebedssnoer bij de boeddhisten. Ze nemen de 108 kralen van het hindoeïsme over. Volgens de boeddhistische leer zijn er 108 wereldlijke verlangens die een mens achter zich moet laten om het Nirwana, de verlossing te bereiken. Door met het bidsnoer in de hand te mediteren en bij iedere kraal de naam van Boeddha te noemen, breng je je verslossing een stukje dichterbij. Iedere kraal staat voor één gebed. Tasbih in de islam De tasbih (krans van gebedskralen) is een middel om de dhikr (het gedenken van Allah) te verrichten. Ook hier is de gebedskraal een hulpmiddel bij het tellen. Een kleine tasbih bestaat uit 33 kralen, een grote uit 99 kralen. We vinden twee betekenissen voor die 99 kralen. De eerste betekenis vertelt dat de 99 kralen staan voor 99 namen van Allah, de sluitkraal, de 100 ste staat voor de geheime naam van Allah. Het snoer wordt gebruikt voor het gebed, waarbij de 99 namen van God, Allah, worden gereciteerd. De 99 namen vormen aspecten van God, zoals de Barmhartige, de Alziende, de Alomtegenwoordige. Drie grote kralen verdelen het snoer in drie (heilig getal) secties van ieder 33 kralen. Dit brengt ons bij de tweede betekenis voor de 99 kralen. Allah gedenken kan ook door 33 keer te bidden: „heilig is Allah‟, daarna 33 keer: „alle lof is voor Allah‟, daarna 33 keer: „Allah is de grootste‟. Om het honderdtal vol te maken zegt de moslim: “Er is geen god dan Allah, de Enige, zonder deelgenoten, van Hem is het Koninkrijk en all lof zij Hem en hij is voor alles machtig.”
Rozenkrans bij de katholieken In de katholieke kerk is „rozenkrans‟ zowel de naam van het gebed, als de naam van het gebedsnoer dat bij dit gebed gebruikt wordt. Het is goed mogelijk dat de gebedskraal ten tijde van de kruistochten (1096-1254) door de kruisvaarders werd meegebracht uit het Oosten. Vast staat dat het rozenkransgebed teruggaat naar het gebruik in de kloosters om de 150 psalmen, het psalter, op regelmatige tijdstippen allemaal te bidden. Voor de religieuzen die niet konden lezen, ontstond er een „volkspsalter‟, nl. het bidden van 150 Onzevaders. De gebedssnoeren die hiertoe werden gebruikt heetten Paternoster, de Latijnse naam van het Onzevader. In de 14de – 15de eeuw werd het Weesgegroet het dominante gebed en verspreidde het bidden van de volkspsalter zich ook buiten de kloostermuren. Het werd snel een gebruik om in “het Psalter van Maria” de reeks van 150 Weesgegroeten op vaste plaatsen te onderbreken voor het bidden van een Onzevader en het overwegen van vaststaande geloofsgeheimen. In de late middeleeuwen, werd het rozenkransgebed zeer populair. Allerlei legenden over het gebed gingen de ronde doen. Aan één daarvan ontleend het gebed zijn naam. Volgens de bewuste legende neemt Maria de Weesgegroeten uit de monden van haar dienaren aan, om ze als rozen aan een snoer te rijgen; met dit snoer bekranst ze zich vervolgens. De Dominicanen hebben veel bijgedragen tot de verspreiding van het rozenkransgebed. In het gehele rozenkransgebed komen alle kralen van het gebedssnoer drie maal voorbij: zo komt de gelovige in zijn gebed op 150 Weesgegroeten en 15 Onzevaders. Bij de aanvang van ieder tientje (een nieuwe reeks van 10 Weesgegroeten) overweegt de gelovige een zogenoemd geloofsgeheim. Van oudsher zijn er vijf blijde Geheimen, vijf droevige en vijf glorievolle geheimen. Paus Johannes Paulus II heeft er in 2002 vijf geheimen van het Licht aan toegevoegd. Vaak bidt de gelovige slechts een derde deel van de rozenkrans, het rozenhoedje. De naam ontleent dit gebed aan de afbeelding van Maria met de krans van rozen uit de legenden: meestal wordt de krans als een „hoed‟ van rozen‟ weergegeven. Dan wordt telkens één reeks geheimen gemediteerd. 3.3.3 Gebedsnoeren op vandaag… In Griekenland zou men een kralensnoer kennen dat enkel dient als rustgevend speeltje. Bij ons vind je ze terug bij meditatiegroepen. Een winkelketen heeft een gebedsnoer voor jonge islamitische kinderen ontworpen. Een bepaalde Protestantse strekking heeft nu ook haar eigen rozenkrans: een armbandje met 18 gekleurde kralen, „de levensparels‟. Je begint bij de Godsparel en draait met de klok mee. De parels hebben allen een andere kleur en staan voor verschillende levensthema‟s. Er zijn geen vaste gebeden aan verbonden. 3.3.4 Een nieuwe gebedskraal Uit: vormselvoorbereiding „in vuur en vlam‟ Zo maak je het snoer: bepaal welke kleur je voor ieder soort kraal wilt gebruiken en schrijf dit op bij de uitleg van de betekenissen. Neem een draad van ongeveer 25 centimeter. Schuif de kralen aan de draad in de volgorde die jij wilt en zorg dat er steeds een (dubbele) knoop tussen twee kralen zit, zodat ze los van elkaar komen te staan. De knopen zorgen ervoor dat er wat afstand tussen de kralen zit, zodat je ze beter kunt vastpakken… 1. De kraal van de rust: als je deze kraal vasthoudt, kun je het stil maken in jezelf. 2. De kraal van de dag: als het avond is, kijk je terug; als het ochtend is, vooruit… 3. De kraal van de spijt: met je fouten en je tekorten mag je bij God komen. 4. De kraal voor andere mensen: je kan altijd bidden voor mensen rondom je 5. De VIP-kraal: bidden voor een heel bijzonder iemand, misschien reeds overleden. 6. De liefdeskraal: met al je liefdeszaken kun je bij god terecht. 7. De twijfelkraal: blijf met God in gesprek over je twijfels en onzekerheid. 8. De schoolkraal: bidden om rust en concentratie kan je helpen. 9. De relaxte kraal: God is er ook als het goed gaat: „God, bedankt, merci!‟ 10. De kraal van je dromen: je kan bidden om kracht om je dromen waar te maken. Bronnen: www.raadvankerkenborne.nl / www.museumkennis.nl / www.katholieknederland.nl
3.3.5 : TIP voor bedevaart : gebedssnoer met 5 kralen Een gebedssnoer met 5 kralen… Tijdens een bedevaart naar… krijgen alle deelnemers een gebedssnoer met 5 kralen. Een blauwe kraal van geloof, de groene kraal van hoop, een rode kraal van liefde. Daarnaast ook twee blankhouten kralen. Ze staan voor de twee formulegebeden uit het christendom: het Onze Vader en het Wees Gegroet. Tijdens een verdiepingsmoment op ene bedevaartsplaats kan dan gewerkt worden rond ‘geloof, hoop en liefde’. -Trouw zijn aan de traditie doe je door ze te leren kennen en te vernieuwen!God, Vader, Moeder in de hemel, we bidden bij de groene kraal van de hoop. Wij zijn jong, maar zien wat de grote mensen in de wereld doen. Zoveel geweld, zoveel ongelukken, zoveel gevaar, oorlog en tegenslagen. Wij bidden om hoop voor ons en voor alle kinderen in de wereld, dat we samen met de volwassenen blijven dromen en werken aan een betere wereld… als wij daartoe een steentje kunnen bijdragen, roep ons dan, God! Laat ons bidden… God, Vader, Moeder in de hemel, we bidden bij de rode kraal van de liefde Wij zijn jong, maar voelen toch al veel pijn en verdriet, we hebben weet van veel eenzaamheid bij jong en oud, van racisme en uitsluiting… Wij bidden om liefde voor ons en voor alle kinderen in de wereld, dat er genoeg liefde mag zijn om alle kinderen graag te zien, genoeg vriendschap om alle eenzaamheid te verbannen, genoeg kameraadschap opdat niet zich uitgesloten voelt… en als wij daartoe een steentje kunnen bijdragen, roep ons dan, God! Laat ons bidden… God, Vader, Moeder in de hemel, we bidden bij de blauwe kraal van het geloof… Wij horen vertellen over christenen die in Uw naam veel goeds doen: pater Damiaan bij de melaatsen, Zuster Jeanne Devos in India, Daniël Alliët bij de vreemdelingen in Brussel … Omdat zij geloven in U, zetten zij zich in voor mensen… Wij bidden om geloof voor ons en voor vele kinderen in de wereld, dat ook wij in U blijven geloven zodat we ons altijd geborgen weten in Uw Liefde… Laat ons bidden…
4. Het gebed van de week. Dit is een verdiepend moment voor alle onderwijsverstrekkers. Niet bedoeld dus om te gebruiken op de werkvloer van de klas. Wel bestemd voor persoonlijke overweging en gebed, tijdens personeelsvergaderingen, … . Dit gebed van de week wordt telkens opgebouwd vanuit het maandthema van leeftocht VSKO. Woorden van verdieping en verstilling voor de maand april: ‘onderstroom’. Zie: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal. Rubriek: gebed van de week
5. Leeftocht 2011-2012VSKO JAARTHEMA: ‘INPAKKEN EN WEGWEZEN’ Leeftocht is een maandelijkse vierkleurige publicatie van het VSKO. Leeftocht is een maandelijkse „tochtgenoot‟ die stilstaat bij de „spirit „van het bewogen bezig zijn op school. Leeftocht put uit de rijke verhalenschat van de joods-christelijke traditie. Leeftocht bevat ernstige en ludieke elementen: een kunstwerk, een bespiegeling, een cursiefje en cartoon, een bezinning of gebed. Leeftocht is in de eerste plaats bedoeld als verdieping van je eigen ‘spirit’. Je kan die „spirit‟ delen met je collega‟s en met de kinderen. Leeftocht kan je gebruiken als moment van bezinning bij personeelsvergaderingen, pastorale vergaderingen, vakvergaderingen (godsdienst). Leeftocht kan je ook inspireren voor het uitwerken van bezinningsmomenten, gebeds- en eucharistievieringen, klascelebraties. Dit schooljaar plaatste Leeftocht zichzelf in de kijker met het thema “Wat zullen we drinken … Elke maand was een drankje een opstapje voor verdiepend voedsel en drank voor onderweg. Volgend schooljaar willen we, geheel in dezelfde lijn, het onderweg zijn, het reizen in de kijker zetten en werken we elke maand aan de hand van een voorwerp een niet voor de hand liggende dimensie uit van dit ‘op tocht gaan’. We gaan a.h.w. op reis, maar dan wel‘voorbij de horizon van de werkelijkheid die we kennen.’
‘inpakken en wegwezen’ maand september oktober november december (advent) januari februari maart (vasten) april (Pasen) mei juni
voorwerp reisgids wegwijzer verrekijker spel wandelstok GPS open slagboom zonnebril sleutelgat ansichtkaart
inhoud verbeelden verdwalen bewonderen ontmoeten ritme gidsen grenzen verleggen genieten thuiskomen herinneren
titel een boek vol dromen naar God weet waar een adembenemend uitzicht de zoete inval stap voor stap op automatische piloot? over de grens even uitblazen oost, west, thuis best? tussen droom en herinnering.
Het jaarthema ‘Inpakken en wegwezen’ roept op om onmiddellijk opnieuw de koffers te pakken en met open vizier de hele werkelijkheid in alle hoeken en kanten te verkennen. In het eigen leven, op school en ver daarbuiten, tot voorbij de horizon van de menselijke realiteit … Het gebed van de week en dit maandelijks aanbod van het DPB Brugge BaO zullen deze thema’s volgen in het schooljaar 2011-2012.
6. extra
6.1. Kom bij ons aan tafel Vanuit een aantal scholen bereikte ons de vraag naar eenvoudige tafelgebeden. Maandag Wij danken U voor het eten van elke dag. Help ons te delen met zij die te weinig hebben. Dinsdag Wij danken U, God, voor het eten dat we krijgen, voor de mensen die het hebben klaargemaakt, voor de vrienden waarmee we samen aan tafel zitten. Vader, dank U wel! Donderdag Vader in de hemel, dank U voor het eten van vandaag. Dank U voor de mensen die voor ons zorgen. Zegen ons en deze maaltijd en maak ons blij en vriendelijk voor elkaar. Vrijdag (kan ook als lied) Dank je, dank je, voor het eten. Lieve Heer, ik ben zo blij, met die lieve zorg voor mij. uit: „een straaltje van de maan‟, zingeving bij kleuters, ISBN 90 317 1617 0, Averbode
6.2. Verdiepingsmoment (personeelsvergadering): Verhaal :Maria en haar zoontje. Het zat er altijd al in. Maar wat wil je ook met zo‟n moeder als ik. Hij was nog geen twaalf. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Helemaal overstuur kwam hij thuis van school. Hij zag er niet uit, snotterend met een bloedneus, huilend met een blauw oog. En wit van woede was hij, tot in het diepst van zijn ziel verontwaardigt. Stotterend kwam het hele verhaal er tenslotte uit: er was gevochten op de speelplaats. Een jongetje uit zijn klas was te grazen genomen door twee oudere knullen, zomaar nergens om. Het was gewoon getreiter om te treiteren. En toen moest die van mij zich er zo nodig mee bemoeien. „Kom eens op!‟ had hij geroepen. „Dat moet je bij mij eens proberen.‟ Met zijn kin omhoog had hij ze zo zijn wang voorgehouden, klaar om te knokken voor een ander. Hij was natuurlijk geen partij voor die knullen van de hoogste klas. Een ram voor zijn kop kon hij krijgen. En nog een. Voor hij het wist lag hij op de grond. En kreeg nog een paar trappen na ook van die rotzakken. Natuurlijk, het was stom van hem. Natuurlijk had hij het kunnen weten. Maar zo is die jongen nu eenmaal. In dat soort dingen houd je hem niet tegen. Ziet hij iemand een rotstreek uithalen, dan springt hij er meteen bovenop. Dat is hem eigen en dat heeft hij van geen vreemde, dat heeft hij van mij. Maar die klappen konden hem niet eens zoveel schelen, het ergste vond hij wat zijn meester, zijn bloedeigen meester, had gezegd. Die zei alleen maar tegen hem: „Rustig nu jongen, waarvoor al die drukte? Een beetje pesten
en een beetje knokken komt overal voor. Daar kun je wel tegen zijn, maar je moet er ook tegen kunnen. Laat maar begaan. Zo is het leven nu eenmaal. Wind je niet op. Terug naar je bank en aan het werk.‟ Dat kon hij nu net niet hebben, dààr was hij écht kapot van. Dat vond hij erger dan zijn bloedneus en zijn blauwe oog. „Dit is toch onrecht, mama!‟ riep hij met grote ernstige ogen. Ik droogde zijn tranen en waste zijn gezicht. Ik wilde zijn woede sussen, ik wilde hem troosten, ik wilde hem zeggen dat hij het zich niet zo moest aantrekken. Maar ik kon het niet. Ik vond dat hij gelijk had, het grootste gelijk. Ik zag hem zo staan en dacht, jongen, wat staat je nog te wachten. Ik heb hem in mijn armen genomen en toen hebben we samen even zitten huilen. Nu is hij al jaren het huis uit. Hij is zijn eigen weg gegaan. Een echt moederskindje is hij beslist niet geworden en eerlijk gezegd ben ik ook niet zo‟n moederende moeder geweest die altijd maar verzorgt en beschermt. Nog steeds is hij iemand die voortdurend op zoek is naar het gevecht voor recht. Nog steeds zit hij erbovenop als eerlijkheid in het geding is. Daarin is hij niet tegen te houden, daarvoor gaat hij door het vuur. Dat is belangrijker voor hem dan al het andere, misschien is de zaak van rechtvaardigheid wel belangrijker voor hem dan zijn eigen moeder. Ik begrijp het best. Ik ben juist trots op hem, ik sta vierkant achter hem. Ik houd van hem zoals hij is, een integere man die recht door zee gaat. Daarin is hij geweldig, dat moet bij vasthouden al kost het hem zijn leven. Toch ben ik juist daarom vaak angstig. Hoe moet dat met hem als het erop aankomt? Is het dat waard, dat hij zijn leven op het spel zet? En hoe moet het dan met mijn verdriet? Daarom denk ik vaak terug aan die keer dat hij zo kwaad van school kwam. Mijn God, bevrijd hem van zijn botte vijanden, verlos hem van zijn lijden, laat die beker van ellende aan hem voorbijgaan. Dit vraag ik U in Jezus’ naam. Amen. K. Eykman
Met hartelijke groet, Carmino Bohez – Rik Depré, domeinbegeleiders schoolpastoraal.
website schoolpastoraal: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal