maandelijks aanbod maart 2011 Tussen Aswoensdag (9 maart) en Pasen (24 april) liggen er zes weken. Vier daarvan vallen op schooldagen. De vasten is een uitgelezen moment om met de hele school aan de slag te gaan. Dat bereid je evenwel voor! Daarom is het goed om al in februari met collega‘s samen na te denken wat de vasten voor jouw school betekent en hoe je hem gestalte kan geven. In maart drinken we koffie. Koffie met een aroma van gebrande eerlijkheid Een kop koffie kan deugd doen. Zwart, met melk of suiker erin. Alleen of in gezelschap van familie, vrienden, collega‘s. Koffie hoort erbij. Thuis na een flinke poetsbeurt, bij een stapel verbeterwerk, languit in de zetel voor de tv. In de leraarskamer. Op een terrasje. Na een goede maaltijd. Als je een oppepper nodig hebt ... Koffie scherpt de geest. De cafeïne doet zijn werk. Wie het drinkt voor hij slapen gaat, kan wakker liggen. Sommige mensen mogen het gezondheidshalve zelfs niet drinken omdat ze hartritmestoornissen krijgen. Krijg je gasten, dan bied je hen een drankje aan. Een tasje koffie doet wonderen. De geur ademt gezelligheid, warmte, gastvrijheid uit. De tongen komen los. Koffie wordt geteeld, geoogst, gemalen. Een lang proces dat niet altijd even eerlijk verloopt. Koffieboeren worden soms uitgebuit. Ben je ooit al eens in een koffiebranderij geweest? Herinner je hoe vroeger echte koffie werd ‗doorgegoten‘ en gefilterd. Koffie zetten was een kunst. ―Dat is maar slappe koffie‖ zeggen we soms om te zeggen dat het de moeite (van het drinken) niet waard is. Een filter of een espresso daarentegen zijn ―straffe kost‖! Zet dus een goed ―potje koffie‖, serveer ―een bakje troost‖ en brainstorm onbevooroordeeld met collega‘s wat koffie voor elk van jullie betekent. Dat is de opstap van een stevig gesprek. (bron: XXL, Leeftocht, maart 2011, Nog Meer)
HAGURUKA ‗sta op‘ campagne broederlijk delen 2011
Wie anders zou de hemel dragen dan zij die van de aarde houden in een zachtmoedige omarming. Zij die knielend groter worden. De wakenden onder de sterren bewogen door een stem hen ingeschapen als hun eigen adem. Die niet kunnen niet willen geloven dat van de liefde één korrel vergaat. Zwaartekracht houdt hen niet gevangen. Hoop gist in hun woorden. Licht trekt hen op uit de grond. Op een dag is het waar: hemel en aarde door niets of niemand te scheiden. En mensen als deze overal opgestaan. Kris Gelaude
Haguruka, Broederlijk Delen campagne voor Burundi, in een notendop
Met ‘haguruka’ - wat letterlijk ‘sta op’ betekent - krijgen we ook van de hardwerkende Burundese plattelandsbevolking een krachtig appèl toegestuurd: ‘Blijf niet hangen bij het bestaande. Laat je niet ontmoedigen door de schijnbaar oneindige spiraal van armoede en onrecht. Hij kan doorbroken worden.’ Dit jaar focust de BD campagne op het Afrikaanse land Burundi en het gezin van Anthère en Sylvie. Via twee lokale projecten die door BD worden gesteund, kon dit gezin zijn inkomen uit de koffieteelt verhogen en zijn landbouwactiviteiten verbeteren. En als actief lid van de Hagurukagroepen – boeren die vooruit willen – deelt Anthère zijn kennis met zijn collega‘s boeren en boerinnen. Dit Burundese ‗opstandingverhaal‘ is een concreet voorbeeld van de wijze waarop BD aan ontwikkelingssamenwerking wil doen. Als je vooruitkijkt voor 1 jaar, zaai je land. Als je vooruitdenkt voor 10 jaar, plant een boom. Als je vooruitkijkt voor 100 jaar, onderwijs het volk. Als je je land zaait, zal je 1 oogst krijgen. Als je het volk onderwijst, zal je 100 oogsten krijgen. Chinees volksgezegde
Mensen geloven vaak dat een leider iemand is die mensen op de been kan brengen, die menigten kan bespelen. Maar Anthère is niet dat soort leider. Anthère is een rolmodel. Hij is bescheiden en zorgzaam. Zijn huis staat open. Zijn kennis geeft hij door. Anthère heeft vast al honderden andere boeren opgeleid. Als hij wou, zou hij voorzitter van de Federatie kunnen worden of een belangrijke functie uitoefenen in de Confederatie van koffieboeren. Maar nee, hij verkiest zijn discrete werk dat de mensen op een heel concrete manier helpt door groepen te adviseren en op te leiden. ‗Paysansferments‘ noemt men mensen zoals hij, boeren die in hun omgeving als bezielers en rolmodellen kunnen functioneren, die in hun gemeenschap werken als gist in het deeg. Geen rijke mensen, maar gewone boeren en boerinnen die in de heuvels wonen en succes boeken. Voorbeelden, intelligente durvers, geëngageerde mensen die respect genieten in de gemeenschap en die hun kennis en hun mentaliteit kunnen overdragen op anderen. Zij spreken mensen aan in wie ze vertrouwen hebben en vormen kleine groepen van tien tot twaalf personen. Dat worden groepen waar ‗verrijzenisverhalen‘ tot leven kunnen komen.
Het centraal symbool is de mand: In Burundi is de mand in de eerste plaats een gebruiksvoorwerp dat voor heel diverse doeleinden gebruikt wordt. Zo gebruikt men de mand om voedsel in te bewaren of om een voorraad aan te leggen. Ook voorwerpen en kledingsstukken krijgen binnenshuis een plek in de mand. Verder zijn manden het ultieme middel om zaken in te vervoeren. Opmerkelijk is ook dat in Burundi bij bijzondere gebeurtenissen een mand ook gegeven wordt met een geschenkje erin en dat nadien de schenker zijn/haar mand terugkrijgt met opnieuw een geschenkje. Een mand geven is in Burundi eigenlijk een wens van voorspoed uitspreken. Een mand staat voor solidariteit. Een mand dient om te bewaren, gaat over dragen en gedragen worden, geven en het onverwachte krijgen, voorspoed wensen aan een ander. Ook deze symbolische betekenis leeft in Burundi. (uit : Handleiding voor de leerkrachten bij de fotoset - BD 2011.)
Op www.broederlijkdelen.be/campagne vindt men alle informatie over de campagne van dit jaar. 2011 is tevens een bijzonder jaar voor Broederlijk Delen. Op 30 april e.k. wordt in Antwerpen immers de vijftigste verjaardag van deze NGO gevierd. Een hongersnood in Congo was vijf decennia geleden het startsein voor de allereerste campagne.
1. Een visuele voorstelling van het maandembleem. (drinkbus, theekop, soepkom, glas melk, champagneglas, 2 rietjes, koffiestop, beker, schelp, veldfles)
2. Aanzetten voor een gebedsmoment, een celebratie. We bieden bewust GEEN totaal uitgewerkte ‗vieringen‘ aan. We bieden wel teksten, ideeën, … aan die de school kan gebruiken als aanzet om een schooleigen viering mee samen te stellen. Voor de maand maart bieden we aan: 2.1.1 én 2.1.2 carnaval… achtergrondinformatie voor de leerkracht 2.2 maskers…aanzet tot klascelebratie
2.1.1 carnaval… achtergrondinformatie voor de leerkracht Carnaval…Op zoek naar de wortels van dit feest, komen we heel wat uiteenlopende tradities tegen. We mogen dan ook zeggen dat de wijze waarop carnaval nu wordt gevierd, een mengelmoes is van heel wat heidense en religieuze tradities. Hoe dieper men graaft, hoe meer verwijzingen men vindt. We geven er enkele aan: Een vroege wortel vinden we in Mesopotamië, ca. 2600 voor Christus. Tijdens de viering van het Nieuwjaarsfeest hoefden de mensen niet te werken. Slaven waren voor een korte periode gelijk aan hun meesters. Een prachtig versierd pronkschip op wielen werd in een processie meegevoerd naar het heiligdom van de god Mardoek. Een gelijkaardig gebeuren komen we tegen bij de Grieken die hun wijngod Dionysus op een schip met wielen rondreden. In de Middeleeuwen was er de zogenaamde ‗Blauwe Schuit‘ (carrus navalis, scheepswagen): rondtrekkende gezelschappen voerden wagenspelen op waarin aanschouwelijk werd gemaakt hoe het de mens verging als hij de tien geboden of de sociale leefregels negeerde. Komen de praalwagens in de carnavalsstoeten hiervandaan? In onze streken, bij de Germanen, werd in het voorjaar de geboorte van de zon gevierd. Na de lange, koude winter werd er feest gevierd omdat het warmer werd en de natuur weer tot groei en tot bloei zou komen! Met maskers en ratels werden de boze geesten, die voor de kou hadden gezorgd verdreven. Omdat men dacht de zielen van de overledenen meevierden, zetten de mensen maskers op zodat het onderscheid tussen levenden en doden wegviel. Ook de Romeinen kenden een feest waarbij ze zich verkleedden en rollen konden worden omgekeerd. In de 18e eeuw hield men in Italië van maskers: anonimiteit, vermomming, spel… . In de 19e eeuw had je overal in Europa gemaskerde bals! Komen de verkleedpartijen met carnaval hiervandaan? Betekent ―carnaval‖- ―vlees vaarwel‖?Dit zou een mogelijkheid kunnen zijn omdat in de vorige eeuw vasten duidelijk gekoppeld werd aan ‗vlees derven‘. Geen vlees eten betekende toen: soberder leven. Maar omdat tot in de late Middeleeuwen de gewone plattelandsbevolking zich geen vlees kon permitteren, verwijst het woord vermoedelijk veel meer naar ‗carrus navalis‘: de scheepswagen die in de optochten voorkwam! En Prins Carnaval?Vele tradities kennen feesten waarbij de rollen worden omgekeerd. Dat was al zo in Mesopotamië. Slaven werden voor een heel korte periode meester. Ook de Romeinen hadden een dergelijk feest. Veertig dagen voor Kerstmis, op 11 november (11de maand) om 11 uur en 11 minuten wordt een nieuwe prins carnaval gekozen. Hij krijgt symbolisch de sleutel van de stad! Het oud-Germaanse woord ‗alf‘ betekent lucht- of watergeest, in de middeleeuwen betekende ‗alfsch‘: zot of dwaas en in Nederland betekent ‗alfen‘ nog altijd: schertsen of iemand beetnemen.Voel je hoe zeer vele tradities verweven zitten in dit carnavalsgebeuren? Wat heeft carnaval nu met de vasten te maken? Wanneer de Germanen christelijk waren geworden, probeerde de Kerk de oude cultuurfeesten ofwel te elimineren ofwel om te buigen tot christelijke feesten. Paus Gregorius de Grote (590-604) liet de vasten ingaan op Aswoensdag. Dit betekent – zonder de zondagen – 40 dagen voor Pasen. Het hele carnavalsgebeuren werd ervoor geplaatst… zo ontstond er een duidelijke scheiding tussen dit heidense gebeuren en de christelijke voorbereidingstijd op Pasen.
Carnaval beantwoordt blijkbaar aan een universeel menselijk verlangen om - over alle tijden en tradities heen - ‗even uit de werkelijkheid te stappen‘ en het leven even te mogen ervaren als één groot feest. Carnaval is dromen van een ‗wereld op zijn kop‘: klein mag er even groot zijn, de prins is voor één dag koning! Is dit niet de boodschap die wij elk jaar meenemen in de veertigdagentijd? Met onze inzet voor Broederlijk drukken we uit: er is geen 1ste, 2de, 3de of 4de wereld! Wij dromen een wereld waar het goed wonen is voor iedereen. Met onze christelijke levenswijze en inspiratie dromen wij jaar in, jaar uit – maar heel in het bijzonder tijdens de sterke tijden van advent en vasten: de ‗wereld op zijn kop‘. ‗Armoede uitsluiten‘ hier… én ook ginder!
2.1.2 carnaval… achtergrondinformatie voor de leerkracht Carnaval Carnaval zet de wereld op zijn kop. Bestaande normen en waarden, regels, wetten en gebruiken worden op de korrel genomen en men drijft de spot met vooraanstaande burgers en de (kerkelijke en maatschappelijke) overheid. Op deze manier kan veel stoom worden afgeblazen en kan men weer met frisse moed het komende jaar ingaan. De rolomkeringsmotieven zijn al te vinden in de oude Romeinse en Babylonische godsdienstige rituelen. De driedaagse periode van zotheid ging en gaat traditioneel vooraf aan de christelijke vastentijd. Het tijdstip van carnaval verschilt naar gelang de plaatselijke gebruiken. Het kan beginnen na Kerstmis, na Driekoningen, op 17 januari (feest van de H. Antonius), op 2 februari (feest van Maria Lichtmis); maar de eigenlijk kern ervan blijft de aan Aswoensdag voorafgaande week. Het omkeren van de bestaande orde stond en staat nog altijd centraal. Prins carnaval en zijn adjudant krijgen voor drie dagen de sleutels van het stadhuis overhandigd en bekleden voor die tijd de functie van burgemeester en raad van stad/dorp. Maar de wanorde is slechts van tijdelijke aard: na enkele dagen van feestvieren is het gedaan met de pret en keert de normale gang van zaken weer terug. Het carnavalssymbool wordt plechtig verbrand of begraven, de sleutels van het Prinsenrijk moeten weer worden teruggegeven en op Aswoensdag rest nog de sobere ceremonie van het haring-happen. Veertig dagen van inkeer en vasten volgen. Het verhaal Carnaval heeft in het verleden verschillende bloeiperioden gekend. Het feest was vooral in de late middeleeuwen ontzettend populair, en zo ongeveer alles was toegestaan. Vooral de geestelijkheid moest het dikwijls ontgelden. Zo werden er bijvoorbeeld "nepmissen" opgedragen, waarbij elk gedeelte werd afgesloten met een luidruchtige boer door het gehele kerkvolk. Of er werden onzinnige liederen tegen elkaar ingezongen, waarna men zich de kerk uit haastte, omdat de laatst overgeblevene zonder pardon de broek omlaag werd getrokken. Zogenaamde predikanten hielden spotpreken en staken de draak met kerkelijke en godsdienstige verordeningen. Flink drinken en het beest uithangen vormden de beste condities om je te verzekeren van een bijzonder plaatsje in de hel. Na de tamelijk ongebreidelde onstuimigheid en uitbundigheid in de middeleeuwen kwam er een eerste voorzichtige reactie van de overheid. Men vond het soms wel erg ver gaan. Veel haalde dat echter allemaal niet uit: het feest bleef bijzonder populair en er werd over het algemeen flink doorgefeest met carnaval. Maar in de twee daarop volgende eeuwen veranderde dat: veel burgers distantieerden zich van het volkse en boerse gedoe. In de 17e en 18e eeuw is er dan ook slechts sprake van een sluimerende subcultuur, die als achterlijk plattelandsvermaak in de stad verboden werd. Aarzelend begint de opbloei van het carnavalsfeest weer onder invloed van de Romantiek: Franse, Italiaanse en Duitse vorsten blazen het feest nieuw leven in. Franse soldaten brengen het feest naar Keulen, van waaruit het overslaat naar onze streken. Religieuze wortels In oorsprong is Carnaval een lente- en vruchtbaarheidsfeest, dat diende om de goden gunstig te stemmen voor een rijke en overvloedige oogst. Er bestaan verschillende etymologische verklaringen: "carne vale" (vlees, vaarwel), "carne levare" (het achterwege laten van vlees eten in de vastentijd) of "carrus navalis" (scheepskar). Niet alleen de etymologie van het woord Carnaval is onduidelijk, maar
ook die van "Vastenavond". Wellicht is het afkomstig van het Duitse "Fastnacht" (de avond voor de vasten) of mogelijk ook van "faseln" (= gedijen, rijke vrucht voortbrengen), wat verbasterd kon worden tot "Vastenavond". In de Germaanse oudheid was Carnaval bedoeld als een overgangsritueel van donker naar licht, van winter naar zomer, het eerste lentefeest. Maskers en vermommingen hebben bij deze traditionele Germaanse feesten steeds een belangrijke rol gespeeld. Met name dierenvermommingen waren geliefd: geiten, beren en paardenmaskers waren bedoeld als personificaties van bepaalde godheden. Het woord "masker" zou van het Germaanse "masca" komen, wat "heks" betekent. Carnaval is nauw verbonden met vroegere Griekse en Romeinse godsdiensten. Van meet af aan is Carnaval een feestelijke periode van vernieuwing geweest, waarin chaos en wanorde uiteindelijk weer leidt tot herstel van de normale orde, die weer tot het einde van de volgende cyclus in stand wordt gehouden. Carnaval is dus een feest van begin en einde van het (zonne)jaar en tezamen met de zuiverende boeteperiode van de vastentijd een inleiding op het paasfeest. Carrus navalis Oud-Germaanse gebruiken maken melding van scheepskarren, waarmee men om de velden trok om bij de goden vruchtbaarheid van de grond af te smeken. Deze scheepskarren kan men zien als de huwelijksboot van Gea, de godin van de aarde en de zonnegod; maar ook als voertuig naar de andere wereld. Ongetwijfeld ligt bij deze scheepskarren de oorsprong van onze hedendaagse carnavalsoptochten. De wagens zijn ook terug te vinden in lenterituelen van oude Egyptische en Babylonische godsdiensten. Zo vierde men in Egypte het feest van de vruchtbaarheidsgodin Isis, die met een blauwe schuit de Nijl afvoer. In het oude Babylonië werd er bij gelegenheid van Nieuwjaar een optocht met een scheepskar georganiseerd ter verering van de god Mardoek. In deze kar werd iemand meegevoerd die voor enkele dagen de rol van koning vervulde. Aan het einde van het feest was hij gedoemd te sterven: een soort reinigingsritueel dus. In veel preken en teksten ten tijde van de middeleeuwen wordt het beeld van een schip gebruikt om de christelijke leer te verduidelijken: het schip van de kerk, de doop, het paradijs, genade, Maria als schip, enz. Met name het beeld van het boete-schip wordt in de middeleeuwen vaak gebruikt: het schip van de doop is uit de koers geslagen en zwaar gehavend door de zonde van de mens. Boetedoening is de enige manier om te ontkomen aan de gevaren van de tocht naar het heil. Vanaf de vroege middeleeuwen is er sprake van boeteschepen, beladen met ruziënde personen die zich aan een losbandig leven te buiten zijn gegaan; met aan het hoofd de grootste nar, verkleed in een uniform van een gezagsdrager. Uit deze traditie stammen waarschijnlijk de latere voorstellingen van het narrenschip en de narrenwagen, als voertuigen van gepersonifieerde zonden en deugden. Boete- en narrenschepen stonden dus model voor de Vastenavondvieringen (carnaval). Vermomd als nar konden burgers bepaalde zaken in de stedelijke samenleving aan de kaak stellen of de spot drijven met burgerlijke en kerkelijke gezagsdragers. Kerk en carnaval De kerk heeft een aantal Germaanse gebruiken en rituelen gekerstend, zoals het vasten als een zuiverende boeteperiode op weg naar Pasen. Het lentefeest werd dan ook al door de eerste christenen gevierd als "christelijk" feest. Maar niet alle gebruiken werden door de kerk overgenomen en gekerstend. Met name de scheepskar, waarop de plaatselijke clerus soms op ongenadige wijze onder schot werd genomen, was een doorn in het oog van de officiële kerkelijke gezagsdragers. Dat leidde in de 8e eeuw zelfs tot een verbod om ermee rond te trekken. Onder invloed van de Reformatie werd het carnavalsfeest steeds verder teruggedrongen, en werd de nadruk gelegd op innerlijke bekering en persoonlijke boetedoening. Sociale functie Carnaval had en heeft door de eeuwen heen een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie gehad. Het feest kan worden gezien als een tijdelijke ontsnappingsmogelijkheid en als uitlaatklep. Carnaval kan in die zin een louterende en bevrijdende functie hebben. Voor even mag je je onttrekken aan ingeslepen sociale kaders en rollenpatronen. Chaos en wanorde als basis voor regelmaat en vaste patronen. In dat opzicht verkeert carnaval in goed Bijbels gezelschap.
2.2 maskers… aanzet tot klascelebratie
1. Opening van de klascelebratie Goede morgen/(na)middag allemaal. Wat staat hier vooraan? Een mand, een Afrikaanse mand: een Agaseke Daar stoppen mensen in Burundi dus allerlei voorwerpen in. Wat zit in onze Agaseke? (Juf haalt uit): een masker! Hebben jullie ook Carnaval gevierd? Misschien was er wel een Carnavalsfeestje of een heuse kinderfuif. Mensen doen gek, verkleden zich, zetten een masker op, gaan uit de bol… Elke stad of dorp waar carnaval gevierd wordt heeft tijdens carnaval een eigen Prins Carnaval. Dat gebeurt vlak voordat carnaval begint. Tijdens het feest is Prins Carnaval even de baas van de stad of het dorp. Carnaval doet ook denken aan maskers. Mensen zetten een masker op. Zo kunnen ze zich even verbergen…
2. Moment van inkeer Maar in de vasten wordt gevraagd of we ons masker ook even kunnen afleggen. We kunnen en mogen niet altijd ons gezicht zomaar verbergen. Ik wil mijn masker wel eens afleggen… Mijn ogen mogen wel wat groter worden om beter te kijken naar mensen rondom mij. Ogen plaatsen Ik wil mijn masker wel eens afleggen… Mijn oren mogen ook wat groter worden zo kan ik beter naar hen luisteren. Oren plaatsen
Ik wil mijn masker wel eens afleggen… Mijn neus mag mee helpen snuffelen naar al die heerlijke dingen rondom mij. Neus plaatsen Ik wil mijn masker wel eens afleggen… Mijn mond mag een beetje kleiner worden, behalve wanneer ik goede dingen van iemand zeg of... wanneer ik eens hartelijk lach. Mond plaatsen… Dit wordt 'ons' gezicht voor de komende vasten.
3. Lied En achter al mijn maskers verschuilt zich mijn gezicht, en achter als mijn grootheid zo klein, zo bijna broos. En achter al mijn maskers verschuilt zich mijn gezicht, en achter al mijn duister –vermoed ik toch- het licht. En achter al mijn maskers verschuilt zich mijn gezicht, een kind in mij vergeten — wie roept het bij zijn naam? bron: T.: Stufkens Hein / M.: Fokke de Vries; gezongen op: 'Roept God een mens tot leven' ZJ 914
4. Sleutels Wat zit nog in onze Agaseke? (Lln halen uit): 3 sleutels! Ik vertelde daarstraks: Tijdens het feest is Prins Carnaval even de baas van de stad of het dorp. Er is iets merkwaardigs met die Prins Carnaval… …Misschien weet je dat niet, maar die prins hij krijgt van de burgemeester de sleutels van het gemeentehuis of het stadhuis. Na Carnaval moet hij die sleutels natuurlijk teruggeven. Wij hebben hier drie sleutels. Het zijn drie belangrijke sleutels die wij moeten meenemen om aan een goede veertigdagentijd te beginnen. Bij elke sleutel hoort een verhaal. De sleutel van de soberheid… Ik vroeg de mannen: ―Wat dragen jullie gewikkeld in dat doek, vrienden?‖ Zij antwoordden: ―We zijn een lijk aan het dragen.‖ Hierop vroeg ik: ―Werd hij vermoord of stierf hij een natuurlijke dood?‖ ―Moeilijk te zeggen, vriend. het lijkt meer op een moord.‖ ―Hoe werd hij dan vermoord? Met een mes of door een kogel, vrienden?‖, vroeg ik hen. ―Noch door een messteek of een kogelwond
kwam hij aan zijn einde. Het was een veel perfectere moord; één die geen sporen nalaat.‖ ―Hoe hebben ze die man dan vermoord?‖, drong ik aan. Op dezelfde kalme toon antwoorden zij mij: ―Honger heeft deze man vermoord, vriend.‖ Josué de Castro (Brazilië)
Kort verslied jama jama tata disambo bajana bajo jama jama tata disambo bajana bajo -Vader in de hemel, denk aan uw kinderenDe sleutel van de solidariteit… De fabel van de kip en het varken. Een kip en een varken keken samen naar TV. Na een nieuwsbericht werd hen door een lieve omroepster verteld dat er vele mensen honger lijden. De kip was ontroerd en weende. Het varken was eerder verveeld, want nu zag het dat het een dikke buik had. De kip snotterde: ―Daar moeten wij iets aan doen.‖ Het varken knikte. ―Ik heb een idee,‖ zei de kip, ―ik zal voor de eieren zorgen, zorg jij voor het spek. Dan kunnen wij aan de armsten spek en eieren geven.‖ Het varken, erg onder de indruk van de vurige oproep van de kip, knikte. De kip vertrok dadelijk en begon ijverig eieren te leggen. Maar het varken zat erg verveeld; want nu snapte het eerst goed dat het een stuk van zijn vel en van zijn dikke hespen moest afstaan. Kort verslied jama jama tata disambo bajana bajo jama jama tata disambo bajana bajo -Vader in de hemel, denk aan uw kinderenDe sleutel van de stilte… ―Goedendag‖, zei de kleine prins. ―Goedendag‖, zei de koopman. Hij verkocht uitstekend dorstlessende pillen. Men slikt eens in de week een pil en voelt nooit meer behoefte aan drinken. ―Waarom verkoop je die?‖, vroeg het prinsje. ―Het is een grote tijdsbesparing‖, zei de koopman. ―De geleerden hebben het uitgerekend. Je bespaart 53 minuten in de week.‖ ―En wat doe je dan met die 53 minuten?‖ ―Daar doe je mee wat je wil…‖ Als ik 53 minuten over had, dacht het prinsje bij zichzelf, dan liep ik heel rustig naar een bron… Antoine de Saint Exupéry
Kort verslied jama jama tata disambo bajana bajo jama jama tata disambo bajana bajo -Vader in de hemel, denk aan uw kinderen-
5. ‗Ons‘ Bijbelverhaal van de maand maart… Jezus (op de koffie?) bij Martha en Maria Soep, een stoofschotel met salade en brood, en vruchtenmoes als toetje? Dat eten we als Jezus er straks is. Ik, Martha, heb het bedacht en voor het grootste deel al klaargemaakt. Mijn zusje Maria is daar niet goed in. Die zit altijd te dromen en aan van alles en nog wat te denken. Als je gasten krijgt, moet je niet dromen, dan moet je je hoofd er goed bij houden. Daar is Jezus al. Ik zorg ervoor dat hij goed zit en vlieg dan weer naar de keuken. Even roeren in de stoofschotel. Een beetje olijfolie mengen door de salade. Waar zit Maria toch? Ja hoor, ik had het kunnen denken! Als ik wijn en water naar Jezus breng, zie ik haar zitten. Vlak bij Jezus. Ze luistert naar hem alsof ze alles begrijpt wat hij zegt. En ik maar in mijn eentje heen en weer rennen! Ik geef haar stiekem een duw, maar ze merkt het niet eens. ―Maria!‖ fluister ik als ik langs haar loop. Ze blijft gewoon zitten. Dan wordt het me te veel. Ik ga voor Jezus staan, met mijn handen in mijn zij. ―Zeg eens tegen Maria dat ze ook iets doet!‖ Ik kook bijna. Jezus kijkt me lachend aan. Hij trekt plagend aan een lint van mijn schort. ―Martha, wat ben je toch weer druk bezig!‖ zegt hij. ―Kom er liever gezellig bij zitten.‖ Maria lacht ermee. Dat steekt me nog het meest. ―Maria en ik zijn zo blij om elkaar weer te zien‖, zegt Jezus. ―We hebben elkaar zoveel te vertellen. Dat wil je toch niet missen? In de keuken strik ik mijn schort weer vast. Het zal allemaal wel waar zijn, wat hij zegt. Maar iemand moet toch voor het eten zorgen. Als het aan Maria lag, was er niets om te eten. Of ze zou alles laten aanbranden. Straks zullen ze blij zijn met het lekkere eten. Jezus heeft makkelijk praten. Ik heb geen tijd om urenlang te zetten kletsen. Werken gaat altijd voor. Of niet soms? Het grote avontuur van God en mens - Kolet Janssen / Thé Tjong-Khing - uitgeverij KOK – davidsfonds/infodok - ISBN 90 80829 02 1, p. 222-224.
6. Woord door de leerkracht -bij de drie verhalen/Bijbellezing -bij het project van Broederlijk Delen 2011 -bij de schoolprojecten (spaaractie, koffiestop, andere solidariteitsacties, …)/klasactie,… -…
7. Gebed Jezus, wij willen goede vruchten voortbrengen in deze vastentijd. Help ons nu Jezus dat wij goed zorg dragen voor onze drie sleutels: dat wij delen: de sleutel van de solidariteit dat wij bidden: de sleutel van de stilte dat wij vasten: de sleutel van de soberheid. Amen.
3. Het gebed van de week. Dit is een verdiepend moment voor alle onderwijsverstrekkers. Niet bedoeld dus om te gebruiken op de werkvloer van de klas. Wel bestemd voor persoonlijke overweging en gebed, tijdens personeelsvergaderingen, … . Dit gebed van de week wordt telkens opgebouwd vanuit het maandthema van leeftocht VSKO. woorden van verdieping en verstilling voor de maand maart onder de baseline koffiepauze van 9 tot 24 Zie: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal. Rubriek: gebed van de week
4. veertigdagentijd op de basisschool: drie bijzonder waardevolle hulpmiddelen! 4.1 Vastenwijzer – catechesemateriaal De vastenwijzer is de opvolger van de kinderkalender, die ieder jaar werd uitgegeven door de dienst parochiecatechese en de pastorale werkgroep Basisonderwijs van het Bisdom Hasselt, in samenwerking met Broederlijk Delen. De vastenwijzer sluit aan bij de campagne van Broederlijk Delen, die dit jaar in het teken van Burundi staat: Haguruka! Sta op! De vastenwijzer wil een zo gevarieerd mogelijk publiek aanspreken. Hij kan zowel in groep als individueel gebruikt worden, in de catechesegroep of in de klas, bij vieringen in de kerkgemeenschap of binnen het gezin. In de eerste plaats richt het materiaal zich tot kinderen binnen de leeftijdsgroep van 10 tot 14 jaar. De werkmethodes zijn echter gevarieerd en aanpasbaar voor een ruimere leeftijdsgroep, zowel jonger als ouder. De gezichten van de vastenwijzer zijn Bast & Vivi. Broer en zus staan op: ze maken de keuze om de vasten intens te beleven en om bewust stil te staan bij hun leven en bij de wereld. De poster is de kern van het materiaal. Het is het referentiepunt om alle inhoud aan te koppelen. Het is een visueel uitnodigende zoekprent, die een centrale plaats kan krijgen in de ruimte waarin er met de vastenwijzer gewerkt wordt. Het boekje is een uitwerking van (een deel van) de inhoud van de vasten. Het is samengesteld op het niveau van de kinderen. Het boekje vertrekt vanuit de vraag: wat kan de vasten betekenen voor jongeren vandaag? Voor de begeleiders en (groot)ouders is er een cd-rom voorzien met materiaal, handleidingen en concrete en leuke suggesties voor gebruik. Het pakket – dat bestaat uit een poster (A1), een vastenwijzer-boekje en een cd-rom – kost € 5 en kan besteld worden bij P.I.C. vzw, Tulpinstraat 75, 3500 Hasselt. Tel. 011 24 90 10 en e-mail:
[email protected]. De boekjes zijn ook apart te koop (€ 0,30 per stuk).
4.2 Een mandvol nieuwe kansen (vieringen) Het basisonderwijs bisdom Hasselt werkte in samenwerking met Broederlijk Delen bouwstenen uit om de vasten te vieren met kinderen. Te vinden op mijn.broederlijkdelen.be. Eenmaal geregistreerd, zoek je onder onderwijs. Je kan de animatiebundel ook vinden door te klikken op: Een mandvol nieuwe kansen. Wij lezen in de inleiding: ―Met deze animatiebundel willen we ondersteunend materiaal aanreiken voor basisscholen om met heel de schoolgemeenschap mee te leven met de christelijke veertigdagentijd. Deze vastentijd appelleert christenen om de relevantie van evangelie en christelijk geloven in onze samenleving en in de school zichtbaar te maken. ‗Een mandvol nieuwe kansen’ is het thema waar dit jaar voor is gekozen. De Agaseke, de mand, biedt verrassend veel kansen tot ontmoeting. Zo maken we kennis met Honnête en haar familie die zich voorbereiden op het bruiloftsfeest van hun broer. We zijn getuigen bij verschillende ontmoetingen, Honnête die op zoek gaat naar haar geitje, de Samaritaanse vrouw die Jezus ontmoet, Broederlijk Delen die de plannen van Burundi steunt, eigen ontmoetingen met mensen uit onze directe omgeving. Blijf niet bij de pakken zitten. Trek je jas en doe het, net als Honnête. HAGURUKA, sta op en ga mee! HAGURUKA, sta op en doe mee! Er worden in deze bundel geen suggesties aangereikt voor de godsdienstles. Zijdelings kan hier en daar wel een elementje uit de vieringen voorbereid worden in de klas. Maar voor het overige suggereren we dat in het godsdienstonderwijs wordt gewerkt met het lesmateriaal van Spoor ZeS, het project HAGURUKA. Men heeft ook dit jaar inspanningen gedaan bij de uitwerking van dit project om levensbeschouwelijk-godsdienstige elementen te integreren. In deze animatiebundel worden voor de vier schoolweken in de vasten bouwstenen en suggesties aangereikt voor twee vieringen, de startviering wordt op schoolniveau gevierd, de ‘viering van de nieuwe kansen’ kan zowel op school- als op klasniveau gevierd worden. In een derde deel reiken we jullie bouwstenen aan om het met de kinderen stil te maken , te bidden of te mijmeren.‖
4.3 Prachtige fotoset voor het kleuter: “Gisèle en Honnête in Burundi
De zusjes Gisèle (8) en Honnête (9) gidsen ons doorheen 1 dag uit hun leven. Haguruka! We volgen hen in hun ochtendritueeltjes, hun weg naar school en hun thuisactiviteiten tot ze ‘s nachts in hun bedje kruipen. We zien dat de zusjes al heel wat zelf kunnen doen. Samen spelen de zusjes de hoofdrol in de fotoset van Studio Globo: 6 euro, 10 prachtige foto‘s van Thomas De Boever, op A3-formaat. De bijbehorende brochure bevat het verhaal van de twee zusjes en heel wat concrete verwerkingsactiviteiten. Deze worden ook aangevuld met tal van levensbeschouwelijke suggesties. De fotoset kan ook gebruikt worden voor de inkleding van lokalen en om andere werkvormen in de klas te verrijken.
5. een tip om in het oog te houden! www.hierzittoekomstin.be.
Wist u dat de sociale netwerksite Facebook in een jaar tijd tweehonderd miljoen gebruikers op zijn teller had? Het internet had daar vier jaar voor nodig, de televisie dertien en de radio 38 jaar. Als Facebook een land zou zijn, dan zou dit het land zijn met het derde hoogste aantal inwoners ter wereld. Een krachtig middel om de Blijde Boodschap te verkondigen dus. Maar ook andere ,,nieuwe media‖, zoals de videosite Youtube of andere sociale netwerksites zoals Twitter en Netlog kunnen hiervoor ingezet worden. Oppervlakkig? „Nee,‖ zegt Koen Vlaeminck, diensthoofd communicatie van het bisdom Gent „want nieuwe media realiseren wat de Kerk al tweeduizend jaar doet, namelijk mensen samenbrengen rond een gemeenschappelijke inspiratiebron. Het kan een ontmoetingsplaats zijn voor mensen die geïnteresseerd zijn in de Kerk.‖ Het bisdom Gent stapte mee op de nieuwe mediaboot en ontwikkelde de site www.hierzittoekomstin.be. Daar kunnen mensen via verschillende nieuwe mediakanalen op terechtkomen. „Bijvoorbeeld via een filmpje dat iemand via Facebook bekijkt en dat op onze site wordt afgespeeld‖, aldus Vlaeminck. Op die site kunt u dagelijks een nieuwe „adventsdag‖ ontdekken. „En nee, spieken kan niet, want enkel de huidige of de al gepasseerde dagen kunt u bezichtigen. Wanneer u klikt op een bepaalde dag, krijgt u een Bijbelvers, een gedachte en een beeld- of geluidsfragment dat aansluit bij de advent of Kerstmis. Klikt u op ,,Meer weten?‖, dan wordt u getrakteerd op boekenof filmtips of interessante adventsactiviteiten.‖ De komende maanden zullen nog meer nieuwe mediatoepassingen, zoals een facebookapplicatie voor de Wereldjongerendagen, het licht zien. Ook tijdens de vasten kunt u de site best in het oog houden. Wordt vervolgd! Bron: kerknet
affiche leeftocht vasten 2011
website schoolpastoraal: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal