maandelijks aanbod april 2011 Wanneer vieren we? Het joodse paasfeest (Pesach) begint op de avond van de 14de Nisan (maart-april), te beginnen bij de vollemaansnacht. Volgens de christelijke kalender valt Pasen op de eerste zondag na volle maan na het begin van de lente (21 maart) en kent daardoor dus een spreiding van 34 dagen (van 22 maart tot 25 april). Die berekeningswijze is vastgelegd op het Concilie van Nicea in 325. De kalenderhervorming in 1582 in het Westen – men spreekt sindsdien over de „gregoriaanse kalender‟, naar de naam van de initiatiefnemende paus Gregorius XIII – zorgde voor een verschuiving van verschillende dagen ten opzichte van de oosterse of Juliaanse kalender. (Pasen valt dit jaar op 24 april)
Geen winter zonder lentezon geen nacht zonder dageraad Goede Vrijdag blijft niet duren geen steen te groot om weg te rollen wanhoop heeft niet het laatste woord als mensen opstaan het licht niet vrezen kiemkracht niet verstikken woorden spreken opstandig en teder geloven dat leven sterker is dan dood. Dan gebeurt Pasen weer heel dichtbij.
Zalig Pasen PASEN = OPSTAAN Twee jaren geleden vroeg het jongste kleinkind uit onze familie aan oma: “Wat vieren we met Pasen”. En mijn moeder zei, we vieren dat Jezus is opgestaan. „Is dat alles‟, zei de kleine. “Toch niets bijzonders, ik sta elke morgen op”. En toch: dat is de kern, maar het is niet alles. Met Pasen vertellen we dat GOD is opgestaan. De wereld was donker en God is opgestaan om licht te maken en alles wat leeft en ademt te scheppen. Met Pasen vertellen we ook over MOZES die is opgestaan. Omdat hij er zich niet wilde bij neerleggen dat zijn volk in Egypte geen leven had. Hij stond op tegen Farao, en bracht Gods volk naar een nieuw land en een nieuw leven.
En Pasen vertelt over JEZUS, die is opgestaan. Omdat hij er zich niet wilde bij neerleggen dat armen en zieken aan hun lot werden overgelaten. Omdat hij er zich niet wilde bij neerleggen dat het geloven bij de mensen niet te zien was in hun dagelijks leven. Het kostte hem zijn leven. Pasen vertelt over de VROUWEN die zijn opgestaan. De mannen hadden, zo lijkt het, er zich bij neergelegd dat Jezus gestorven was, en het gedaan was. De vrouwen niet! Zij gingen naar het graf en hoorden van de engelen, dat Jezus was opgestaan … opgestaan uit de doden. Engelen … zijn altijd boodschappers van God … dus deze paasengelen … brachten het nieuws van de verrijzenis. Toen zijn alle VRIENDEN van Jezus opgestaan. Opgestaan uit hun teleurstelling en verdriet en zijn ze overal gaan vertellen: Jezus, die gekruisigd werd en gestorven is, is verrezen, opgestaan uit de dood. En Pasen vraagt dat WIJ OPSTAAN. Opstaan uit al wat mensen kwaad en onnodig verdriet doet. Geloven is niet voorbij! Pasen vraagt dat we opstaan en fier vertellen over ons geloof en het beleven. Het is zalig als je dit doet.
beker overwinning herdenken! 1. de
van
: teken
én
Een visuele voorstelling van het maandembleem. (drinkbus, theekop, soepkom, glas melk, champagneglas, 2 rietjes, koffiestop, beker, schelp, veldfles)
Tijdens de cedermaaltijd (de Joodse paasmaaltijd die herinnert aan de nacht waarin het volk van Israël uit Egypte werd bevrijd ) worden er 4 bekers wijn of druivensap gedronken. Wijn als symbool voor blijdschap en dankbaarheid. De vier bekers zijn symbolisch voor de vier woorden van bevrijding die in Exodus 6:6-7 genoemd worden. De vier beloftes die God aan zijn volk deed. “Ik zal jullie uit Egypte bevrijden.” “Ik zal jullie uit de slavernij verlossen.” “Ik zal jullie naar je eigen land brengen.” “Jullie zullen mijn volk zijn.”
2. Aanzetten voor een gebedsmoment, een (KLAS)celebratie. We bieden bewust GEEN totaal uitgewerkte „vieringen‟ aan. We bieden wel teksten, ideeën, … aan die de school kan gebruiken als aanzet om een schooleigen viering mee samen te stellen. Gezien de maand april amper een tiental effectieve schooldagen kent, beperken we ons tot een vijftal impulsen. 2.1: de symboliek achter: „Paaswoorden‟ 2.2: paasviering met kleuters 2.3: het Paasverhaal in goede verwoording voor de derde graad 2.4: kruissymbolen en hun betekenissen 2.5: tangramspel - ei
2.1 Om wegwijs te worden in de symbooltaal van Pasen hier een ‘taal-les’! Bron: www.geloventhuis.be
Bij ons paasfeest horen veel symbolen. Ze komen uit verschillende culturen. Sommige zijn Germaans of heidens. Ze hangen met de natuur samen, met voorjaar en vruchtbaarheid. Pasen betekent dan: na de doodse winter komt het leven weer te voorschijn! Andere symbolen zijn christelijk. Die verwijzen naar het nieuwe leven dat is geopend door de verrijzenis van Jezus. Pasen betekent voor christenen: God is sterker dan de dood, de verrijzenis van Jezus is een belofte aan ons. Ten slotte is er Joodse en bijbelse symboliek te ontdekken.
Het kruis is het bekendste symbool van christenen. Het wijst naar de kruisdood van Jezus Christus op Goede Vrijdag. Tegelijk is het kruis het paassymbool van de verrezen Christus. Soms hangt er een witte doek over de dwarsbalk. Die stelt de lijkwade voor, achtergelaten na de verrijzenis. In de kerk is het kruis op Goede Vrijdag bedekt met een paarse doek. Paars is de kleur van rouw en soberheid. Een kruisvorm wordt ook gebruikt als basis voor de Palmpaasstok.
Palmpasen of Palmzondag is de zondag vóór Pasen. De week daartussen heet de Goede Week. Een Palmpaasstok is leuk om te maken en weg te geven. Maak er ook één voor jullie eigen woonkamer. In de Goede Week kun je op de kijktafel een kruisbeeldje neerzetten. Als je er geen hebt: het is zó gemaakt van twee stukjes lat of tak. Zet er bijvoorbeeld een waxinelichtje, een bloem, een open
kinderbijbel, een gebedje of gedichtje bij. Wat er goed bij past is een „palmtakje‟, meestal buxus.
De palmtak, meestal buxus, verwijst naar de juichende mensen die langs de weg stonden bij Jezus‟ intocht in Jeruzalem. In de kerk wordt dit verhaal op Palmzondag voorgelezen. Dan worden palmtakjes gewijd. Iedereen neemt een gewijd palmtakje mee naar huis en plaatst het bij een kruisbeeld. Daar blijft het een heel jaar staan. Vóór Aswoensdag neem je het weer mee en wordt het verbrand tot as. Het askruisje is dus de as van het palmtakje dat een heel jaar van ons leven heeft „meegemaakt‟. Buxus wordt als symbool van vreugde en boete verwerkt in de palmpaasstok. Als groenblijvende struik is hij tevens symbool voor hoop en onvergankelijk leven.
De haan siert in de vorm van een broodhaantje de palmpaasstok. Hij verwijst naar het verhaal waarin Petrus opschept over zijn trouw aan Jezus en een paar uur later bij hoog en laag beweert dat hij hem niet kent. Hij was gewaarschuwd dat zijn gelofte geen nacht zou standhouden. De haan staat voor de nieuwe dag, vandaar dat je hem vindt op de torenspits. Hij kondigt de verrijzenis aan. Ook is de haan een symbool van vruchtbaarheid. Zonder haan geen kuikentjes.
Het lam heeft als paassymbool een sterk Bijbelse achtergrond. Kleinvee was het belangrijkste bezit voor de gewone mensen in Bijbelse tijden. Ook werd het lam geofferd om God te danken en vergeving af te smeken. Jezus wordt het lam van God genoemd, hij offert als het ware zichzelf. Dit wordt in de eucharistieviering (heilige mis) gevierd. Elke eucharistie is in feite een viering van Pasen in geconcentreerde vorm. Daarnaast is het lammetje voor ons een vrolijke lentebode. Daarom is het boter-lam een graag gezien gerecht op de paasontbijt tafel.
Het kuiken is een paassymbool uit de natuur. Het is een oerbeeld voor nieuw onschuldig leven. Het breekt zelf door de harde eischaal heen. Het ziet er kwetsbaar en sterk uit. Jezus vergelijkt God met een hen die haar kuikentjes onder haar vleugels koestert.
Het ei is wel het allerbekendste paasfenomeen!
De gesloten vorm gevuld met leven is symbolisch voor al het jonge leven. Het wordt in overvloed gegeten in allerlei gerechten. Het wordt als decoratie gebruikt: geverfd, versierd, opgehangen. Het wordt getekend en geknutseld. Het wordt verstopt „door de paashaas‟ en gevonden door kinderen. Het heeft iets van een cadeautje van moeder natuur, een overduidelijk symbool van leven en overvloed, van vrolijkheid.
De haas ten slotte heeft de minste Bijbelse papieren. Hij gaat vrolijk door het leven en vermenigvuldigt zich uitbundig. Vandaar dat hij bij het paasfeest als feest van vruchtbaarheid en overvloed past. Maar waarom nu juist hij eieren rondbrengt...?
De paastak is een opkomende paasdecoratie van de laatste jaren. Het is meestal een tak van een kronkelwilg waaraan betekenisvolle decoraties hangen zoals versierde eieren. Aan het versieren kan het hele gezin meedoen. De doodse tak zelf verrast ons na enige tijd met frisgroene blaadjes.
Bloemen geven Pasen een extra feestelijk karakter. Op Goede Vrijdag worden aan de voet van het kruis bloemen neergelegd, die in paasbloemstukken worden verwerkt. Ook thuis haal je de lente binnen in de vorm van primula‟s, tulpen, narcissen en hyacinten. Ingezaaide tuinkers ontkiemt snel genoeg om kleine kinderen verwonderd te doen staan over de natuur. Alles wat ontkiemt en groeit benadrukt dat we het nieuwe leven vieren!
2.2
Paasviering met de kleuters De kleuters zitten in de kring rondom het Kaarsen branden… Welkom en opening Wat zien jullie hier allemaal ?… … Het grote kruis waarop Jezus geschilderd is (goede Vrijdag)
En nu… ? Jezus is gestorven. Hij werd begraven. Maar wat gebeurt er nu ? Verhaal: op de 1ste dag van de week. Maria, de moeder van Jezus en Maria van Magdala gaan naar het graf. Ze hebben een kruikje met balsem mee. Ze willen Jezus‟ lichaam inwrijven met geurige olie, net zoals Maria en alle moekes doen met een baby… Maar wat zien ze ? De steen is weggerold…. Jezus ligt niet meer in het graf… Ze schrikken, zijn bang…. Maar Maria van Magdala zegt: heeft Jezus niet gezegd dat de dood niet het laatste is… heeft Jezus niet gezegd, dat als hij gestorven is, dat de Vader in de hemel dan heel goed voor hem zou zorgen. Ja, dat heeft Jezus gezegd… maar ze hebben dat toen niet begrepen, en ze begrijpen het nog niet… Ze vinden het een beetje raar. Jezus dood, en Jezus leeft toch verder… Jezus leeft ! Maar Jezus heeft het eigenlijk wel uitgelegd… Kijk… hier is er tarwe…. Wat gebeurt daarmee ? Pletten om bloem te worden en verwerken tot brood. Hier liggen druiven… Wat gebeurt daarmee ? pletten om wijn te worden… Een bloembol…. In de donkere aarde, om een bloem te worden… Een boom in de winter is dood… maar nieuwe blaadjes in de lente… Een rups kruipt in de cocon … om een vlinder te worden ! Een ei ziet er dood uit, maar binnen in groeit nieuw leven! Zo was Jezus dood, maar God doet hem weer leven… anders…. Denk eens aan jullie mama… doe je oogjes dicht… zie je je mama voor je ? Voel je dat je mama je graag ziet ? En denk eens aan je papa… denk eens aan een grapje dat hij met je maakte… Oogjes terug open…. Ben ik juist als ik zeg dat mama en papa ook een beetje in ons hartje leven ? We kunnen aan hen denken, en zij aan ons. We voelen in ons hartje dat ze ons graag zien. We zijn zeker dat ze er vanavond voor ons zullen zijn! Zo is het ook met Jezus. Jezus leeft bij zijn Vader, we zien Hem niet, maar Hij kan aan ons denken, wij kunnen voelen dat Hij ons graag ziet en dat Hij er voor ons wil zijn ! Water en een kruisje Hier is er een waterschaal…. In het water groeit alle leven… de vissen zwemmen in het water…. In mama‟s buik is er water als er een nieuwe kindje in groeit … zonder water kunnen de bloemen en de planten en ook de mensen niet leven. Water maakt ook mooi en fris… Daarom nemen de mensen een beetje water als ze binnenkomen in de kerk. Ze maken een kruisje met water: daarmee zeggen ze: Jezus, Je mag ons mooi maken… want… wij houden van Jou en Jij houdt van ons – van boven naar onder, van hier naar ginder! Alle kinderen maken een kruisje! Vuur en licht Maar hier staat ook vuur… Wat gebeurt er als vuur en water elkaar tegenkomen? Bij God is dit anders. God wil dat alles en allen overeenkomen. Ook water en vuur… Kijk… drijfkaarsje op water…. Het leven is sterker dan de dood… . Jezus is het licht, het vuur…. Het licht zegt ons: Jezus is er altijd voor ons… ook als het eens heel moeilijk en heel donker is, Jezus wil ons altijd blij maken. Zie maar wat een grote paaskaars. Zo‟n groot licht wil Jezus voor ons zijn… We steken een kaarsje aan met het licht van de Paaskaars en bidden even: Lieve Jezus, dank U wel dat je ons graag ziet en een lichtje voor ons wil zijn. Amen. De klokken uit Rome Het is drie dagen stil geweest in de kerk… Jezus was gestorven, begraven, we waren allemaal verdrietig! Maar zaterdagavond luisterden we naar het verhaal dat God voor Jezus blijft zorgen, dat Jezus op een andere manier mag verder leven! We hebben toen de kaars aangestoken, En omdat we zo blij waren, wilden we dat alle mensen het hoorden: we staken de klokken aan En wat gebeurde er? De klokken hebben eieren mee gebracht; eieren die ook vertellen dat er altijd nog iets moois is! Lied over klokken … De kinderen krijgen allemaal een eitje!
2.3 Paasverhaal klas 5 en 6 Uit het graf vandaan Het verhaal vanuit het oogpunt van Maria Van Magdala Samen met Johanna en Maria, de moeder van Jakobus, kom ik het huis binnen waar we ons de laatste dagen hebben schuil gehouden. Ze zitten er allemaal, de leerlingen van Jezus, verslagen en bang. In de deuropening blijf ik staan, met de kruiden in mijn handen. Begrafeniskruiden. Ik kijk de kring rond. Mijn ogen blijven rusten op Petrus. Petrus, onze rots. Nu lijkt hij helemaal niet op een rots. Zijn ogen staan wanhopig, zijn handen trillen. Ik haal diep adem en vertel hem en de anderen hoe ze Jezus van het kruis hebben afgehaald. Hoe we ze gevolgd zijn. Dat ze zijn lichaam in een doek hebben gewikkeld, en in een rotsgraf gelegd. Een steen ervoor. Petrus wil het niet weten. Hij drukt zijn handen voor zijn oren. 'Het is niet waar, Maria!' zegt hij. 'Het kan niet waar zijn. Jezus is niet dood.' Hij schudt met zijn hoofd. Ik wil hem beetpakken. Door elkaar rammelen, en schreeuwen: 'Wel, het is wel waar! Als je niet zo bang geweest was, had je het zelf kunnen zien.' Maar in plaats daarvan begin ik te huilen, ik schreeuw en schreeuw. Johanna slaat haar armen om me heen, ze houdt me stevig vast. Langzaam kom ik tot bedaren. Dan ben ik rustig, en weet ik precies wat me te doen staat. Dat heb ik nou altijd. Ik, Maria van Magdala, ik kan razen en tieren, en de voering uit mijn keel schreeuwen, maar uiteindelijk kom ik weer tot rust. Petrus houdt zich altijd in. De anderen ook. Ze zitten daar maar, ze huilen niet, ze schreeuwen niet, ze willen het gewoon niet weten. Ze schudden hun hoofd alsof ze het nog steeds niet kunnen geloven. 'Kom', zeg ik tegen Johanna en tegen mijn naamgenote, de andere Maria, van Jakobus. 'We gaan de kruiden en de olie klaarmaken. Straks begint de sabbat, dan kunnen we niets meer doen.' We slapen niet, die nacht. Hij duurt eindeloos. Steeds maar zie ik het voor mijn ogen gebeuren: het kruis, zijn dode lichaam, en hoe ze de steen voor het rotsgraf rolden. Dan schiet ik weer wakker. Maar op de een of andere manier gaat de nacht toch voorbij. De volgende dag is het sabbat. We zitten stil bij elkaar, met holle ogen. We huilen, we bidden. Het dringt nu pas echt tot me door dat Jezus dood is. Dood! Ze hebben hem doodgemaakt! De smeerlappen, de schoften! De nacht erop slaap ik een paar uur. Als ik wakker word, zit Petrus aan tafel, zijn hoofd in zijn handen. Alsof hij helemaal niet is gaan liggen. Ook die nacht duurt eindeloos. Dan breekt de derde dag aan. Het is nog donker, maar ik ben al wakker. Ik hoor vogels fluiten. Nu zal het gauw licht worden. Ik stoot Johanna aan. We staan op: ik, Johanna en Maria van Jakobus. Dat hebben we zo afgesproken. We nemen de kruiden en de olie mee. We lopen door de stille straten de stad uit, naar het rotsgraf waar ze Jezus hebben neergelegd. We willen zijn lichaam inwrijven met olie, zoals we altijd doen als er iemand dood is. Vreemd, dat prille ochtendlicht. Het mag niet, het mag eigenlijk niet gewoon licht worden. Het mag niet zo mooi zijn, de zon mag niet schijnen. Ineens moet ik weer huilen. Ik schreeuw en ik schreeuw. Ik zet het kruikje met olie op de grond, en Johanna omklemt me, net zo lang tot ik bedaard ben en weer verder kan lopen. Maar wat is dat? De steen voor het graf is weg. Het graf is open! Wie heeft die steen weggerold? Moeten we dit ook nog meemaken? Dat de steen er niet voor ligt? Dat zijn lichaam er niet meer is! We gaan naar binnen, het rotsgraf in. We kunnen onze ogen niet geloven. Niets! Leeg! Helemaal niemand. Wat moeten we hiervan denken? Heeft iemand hem weggehaald? Ergens anders neergelegd? We gaan weer naar buiten. Ik ga voorop, de twee andere vrouwen achter me aan. Dan ineens staan daarbuiten twee mannen in stralend witte kleren. Ik schrik. Maar ze zeggen: 'Wees niet bang. Waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Die jullie zoeken, is niet hier. Hij is tot leven gewekt.' Ineens schiet het me weer te binnen. Mijn hoofd is heel helder. De derde dag! Dat heeft Jezus gezegd, heel lang geleden, toen ik nog maar net met hem mee was gegaan. Hij zei dat hij op de derde dag zou opstaan! Ik begreep het toen niet. Maar nu wel. Ik wacht niet langer. Ik trek Johanna en de andere Maria mee, en we gaan terug naar de anderen. We vertellen alles, maar ze lachen ons uit. Geen woord geloven ze ervan. 'Onzin', zegt Jakobus. 'Vrouwenpraat', zegt Andreas. Alleen Petrus gaat kijken. Drie dagen is hij als verstijfd op zijn plek blijven zitten. Maar nu komt hij ineens overeind en holt naar het graf. We rennen met hem mee, om het hem te laten zien. Hij durft het graf niet in te gaan. Hij bukt zich en tuurt naar binnen. En als hij zich weer naar ons omdraait, zegt hij dat hij alleen de linnen doeken heeft gezien. Zijn gezicht staat verbaasd. Ik kijk naar hem en ik denk: geen wonder dat hij ons niet gelooft. Hij kan nog niet eens geloven dat Jezus dood is. Huilde hij nou maar, schreeuwde hij nou maar. Dan zou ik hem beetpakken, net zoals Johanna het bij mij heeft gedaan. Ik zou hem net zo lang vasthouden tot hij weer rustig was. Uit Het hoogste woord. Bijbel voor kinderen. Imme Drost, Remco Ekkers, Karel Eykman e.a. Baarn, 2003
In deze bijbel voor kinderen schrijven zeven gerenommeerde auteurs de authentieke verhalen opnieuw. Zonder afbreuk te doen aan de originele teksten worden ze in een eigentijds jasje gestoken. Een keuze van ruim honderd verhalen en gedichten. Elke auteur laat zich daarbij inspireren door de originele Bijbelteksten en kiest voor herschrijving ervan zijn eigen invalshoek. Deze verhalen worden met klare taal ingeleid door vormgeefster Hanna van Dorsen, als een soort handleiding bij het lezen van Bijbelteksten. De indeling is erg overzichtelijk en de fraaie vormgeving en lay-out maken van dit boek een juweeltje. De cover van het boek trekt door kleurgebruik en een simpele, opvallende, leuke illustratie de aandacht. Over de hele lijn bevatten de warme illustraties humoristische elementen. Het 'zware' dat Bijbelteksten kunnen meekrijgen, wordt sowieso verlicht in het letterlijk zwaar boek. Deze uitgave zorgt ervoor dat dit boek ook gewoon kan gelezen worden als verhalenboek. Meer dan de moeite waard!
2.4 Kruissymbolen en hun betekenissen
1. Grieks kruis 2. Latijns kruis 3. Petruskruis 4. Philippuskruis 5. Andreaskruis: Bourgondisch kruis in de heraldiek (St.Andries was de patroonheilige van de Bourgondische hertogen) 6. Cruxmonogrammatica: vereenvoudiging van het chrismon 7. idem als 6 maar gekanteld waarbij de x bewaard blijft 8. Patriarchale kruis 9. Dubbelkruis 10. Pauselijk kruis 11. Taukruis of Antoniuskruis 12. Taukruis van de Antonieten 13. Gaffelkruis, is ook een runeteken 14. Vereenvoudigde gaffelkruis 15. Krukkenkruis, ook Bourgondisch kruis (zie ook 5) 17. Ankerkruis of muurkruis. 18. Maltezerkruis: embleem 'Orde van Malta' 19. Vroeg-christelijk ankerkruis. 20. Hengselkruis of anchkruis. Soms ook koptisch kruis genoemd. Oud-Egyptisch levensteken. 21. Rozenkruis 22. Jeruzalemkruis: embleem 'Orde van het Heilig Graf' en wapenschild van de stad Jeruzalem. 23. Herkruiste kruis 24. Russisch kruis 25. Kruisnimbus: wordt enkel gebruikt als nimbus voor Jezus. 26. Prefatiekruis: gevormd door twee letters van Vere Dignum (V=menselijke natuur van Christus en D=goddelijke natuur)
2.5 Wat komt er uit een ei: Tangramspelletjes Een wat speciale verwerkingsactiviteit voor kinderen is deze ei-tangram. De leerkracht kan met kinderen kijken naar de tangramvogels die uit een ei vandaan komen. De leerkracht kan de kinderen telkens vanuit de eivorm laten vertrekken bij het maken van de vogel. Daarbij kan stil gestaan worden bij het feit dat uit het ei, nieuw leven voortkomt.
Vergroot de afbeelding en snij uit stevig karton de verschillende delen van het ei. Je kan het ook steviger maken door de vormen uit hardbord, triplex of unalit te zagen.
3. Het gebed van de week. Dit is een verdiepend moment voor alle onderwijsverstrekkers. Niet bedoeld dus om te gebruiken op de werkvloer van de klas. Wel bestemd voor persoonlijke overweging en gebed, tijdens personeelsvergaderingen, … . Dit gebed van de week wordt telkens opgebouwd vanuit het maandthema van leeftocht VSKO. woorden van verdieping en verstilling voor de maand april onder de baseline geef Hem door Zie: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal. Rubriek: gebed van de week
4. EXTRA
: een boontje bij de koffie(stop) in het jaar van de vrijwilliger
Een jaar lang zullen overheden en organisaties extra aandacht besteden aan wie zich op één of andere manier inzet als vrijwilliger. De Kerk heeft alle reden om dit ‘jaar van het vrijwilligerswerk’ in dikke letters op haar agenda te plaatsen. Zeker ook op de werkvloer van het onderwijs. Zoveel vrijwilligers als leesouder, in raden van bestuur, in de oudervereniging, bij een uitstap, op een schoolfeest, als klusjesman, … Sommigen zeggen: “Je bent een crème van een vrijwilliger”. Ik hou het echter, in deze aprilmaand met onze drank „koffie‟ uit Leeftocht in het achterhoofd, bij een boontje! Als dat kon, zou ik drie boontjes geven, als ik tijdens deze veertigdagentijd op de koffie ga, bij drie vrijwilligers uit het Evangelie. Mijn eerste boon zou gaan naar de vrouwen die optrokken met Jezus en de apostelen en “die hen uit eigen middelen onderhielden”. Het waren Maria van Magdala, Johanna, Susanna “en nog vele andere vrouwen”, zegt de tekst (Lc 8, 1-3). Ze volgden uit eigen beweging, zomaar uit sympathie. Ze vormden een kring van menselijke steun en zorg rond Jezus en de apostelen. Ze stonden er ook nog onder het kruis, bijna alleen. Ze waren de eersten om de verrijzenis te verkondigen. Die ruime kring van vrouwen staat er vandaag nog, op zoveel plaatsen. Gelukkig maar. Mijn tweede boon zou gaan naar de jongen met “vijf gerstebroden en twee gedroogde visjes” (Joh 6, 1-15). Zijn moeder kende zijn eetlust. Ze had hem genoeg meegegeven om één dag naar Jezus te gaan luisteren. Tegenover die massa mensen met grote honger, kan Jezus niet van niets beginnen. Hij heeft één kleine portie nodig, die hij dan kan vermenigvuldigen. Hij krijgt die portie niet van een
gekende organisatie of een hoge overheid. Hij krijgt ze van een jongen, een kleine vrijwilliger. Zo gaat het vandaag nog steeds. Hoeveel groepen vrijwilligers zetten zich niet in, dag na dag, voor grote of kleine noden? Ze doen het vaak met weinig middelen. Ze voelen zich soms machteloos tegenover wereldwijde vragen. Hoewel: met kleine middelen kunnen ze vaak wonderen verrichten. Wonderen van menselijkheid, wonderen van solidariteit. Mijn derde boon zou ik geven aan Simon van Cyrene. Terwijl Jezus zijn kruis droeg “dwongen ze een voorbijganger, Simon van Cyrene, die van zijn akker kwam, de vader van Alexander en Rufus, om zijn kruis te dragen” (Mc 15, 21-22). Vandaag zouden we Simon van Cyrene een „Chinese vrijwilliger‟ noemen, iemand die verplicht wordt om een vervelende taak op zich te nemen. Simon kwam daar toevallig langs, vermoeid van een voormiddag werk op het land. Hij was liever recht naar huis gegaan, om te eten en te rusten. Toch laat hij zijn dag ondersteboven gooien. Hij helpt Jezus zijn kruis te dragen. Vaak, vooral in crisistijd, hebben we een „Chinese vrijwilliger‟ nodig, iemand voor het minst aantrekkelijke werk. Iemand die „het kruis‟ van anderen of van de hele groep op eigen schouders wil laden. Omdat iemand het moet doen. Ook in en rond de kerk ontmoet ik ze vandaag: de „Chinese vrijwilligers‟. Mensen die met geduld en vertrouwen het kruis van anderen helpen dragen. Zonder hen waren ook wij al gevallen. Maar ik heb veel méér boontjes nodig dan deze drie. Ongetwijfeld ook een boontje voor u, die ergens naast je beroepsactiviteit op de werkvloer van de school, ook daar nog of elders als vrijwilliger actief bent. Een teken van dank en waardering voor uw inzet, gekend of ongekend. Bewerkte tekst van Mgr. Bonny.
Vrijwilliger zijn…. is vrijwillig maar niet vrijblijvend, is verbonden, maar niet gebonden, is onbetaalbaar maar niet te koop, is positief denken. Is positief doen. Met als enig doel voor jezelf en de ander een goed gevoel. een bijzonder boontje voor… …vrijwilligers én pastoraal@school ‘Pastoraal op school’ kan niet zomaar een werkgroep zijn naast andere. Pastoraal behoort tot de „core-business‟ van de katholieke school en heeft alles te maken met de realisatie van het eigen opvoedingsproject. „Pastoraal‟ is niet alleen een „werking‟ die vieringen en acties organiseert, maar eerst en vooral een pedagogische en spirituele grondhouding die het hele schoolleven kleurt. Pastoraal is een zaak van en voor velen. Maar wat zou de pastoraal concreet zijn zonder het gist in het deeg; zeg maar de vele vrijwilligers!
website schoolpastoraal: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal