Commissie Ruimte
26 maart 2012
Aan de leden van de commissie: Ruimte Heerde, 26 maart 2012 Geachte dames en heren, Hierbij nodigen wij u uit tot het bijwonen van de openbare vergadering van de commissie Ruimte. De vergadering wordt gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis, ingang Dorpsstraat te Heerde.
maandag
26 maart
19.30 uur
commissie Ruimte
De stukken liggen voor de raadsleden met ingang van heden ter inzage in de leeskamer. De gezamenlijke voorzitters. AGENDA Algemeen 1. Opening 2. Melding van insprekers bij agendapunten en vaststelling agenda 3. Verslagen commissievergaderingen 13 en 27 februari 2012 4. Lijst met aandachtspunten 5. Spreekrecht publieke tribune over punten die niet op de agenda staan
Pagina 4 45 -
Raadsvoorstellen 6. Beschikbaar stellen krediet grondexploitatie Wezeweg 4 te Heerde 7. Regionaal Samenwerkingsprogramma (Regiocontract) 2012-2016 (RSP) 8. Beëindiging erfpacht en overname VVV-kantoor 9. Archeologische waardenkaart
Pagina 48 53 121 125
Adviezen/bespreken 10. Rotondes Heerde en Wapenveld 11. Huisnummerverwijzing buiten de bebouwde kom
Pagina 136 169
Ter kennisneming/informatieverstrekking 12. Evaluatie wildbeheer 2011 en brieven Faunabescherming en Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 13. Dorpsplan Wapenveld 14. Plan van aanpak centrumvisie 15. Ontwikkeling Bodemkwaliteitskaart
Pagina 176
Slot 16. Rondvraag 17. Sluiting
Pagina -
196 200 202
Algemeen Verslagen en lijsten met aandachtspunten
3
Verslag openbare vergadering commissie Ruimte 13 februari 2012 Aanvang Plaats Aanwezig
Afwezig met kennis geving
19.30 uur raadzaal gemeentehuis te Heerde de voorzitter: J. den Boef-Roeke de leden: S.I. van Amerongen, J. Bijsterbosch, S. Buist, A. van Dijk-Bruins, G.J. van Dijk, J. Grotenhuis-van der Horst, H. Hulsebos, T. Jalink, G. Smit-Rorije, J. Tuinman, W. Visscher, H.R. Visser, W. de Weerdt het college: de wethouders H.G. Van der Stege en A. Westerkamp en burgemeester W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen de griffie: B. Espeldoorn-Bloemendal, M. van der Veer H. Bögemann
5 Algemeen
10
15
20
25
30
35
40
1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen hartelijk welkom. De heer Jalink neemt plaats op de tribune omdat hij namens LTO in zal spreken. Na dit punt zal hij aan de vergadering deelnemen. Er zijn 10 insprekers voor agendapunt 6 en 1 voor punt 12. De behandeling van punt 12 wordt naar voren gehaald en wordt na punt 6 behandeld. 2. Melding van insprekers bij agendapunten en vaststelling agenda Er is een gewijzigde agenda verzonden omdat punt 12 als discussienota geagendeerd had moeten worden. Volgens het behandelvoorstel voor punt 6 krijgen de insprekers het woord, waarna hen vragen gesteld kunnen worden. De voorzitter verzoekt de commissieleden dit zo veel mogelijk te beperken omdat hiervoor tijdens de hoorzittingen al gelegenheid is geweest. Vervolgens kunnen de commissieleden vragen aan het college stellen. Voor 27 februari wordt een extra vergadering uitgeschreven voor verdere behandeling van dit agendapunt en voor punten die vanavond niet aan de orde kunnen komen. De vergadering eindigt om 23.00 uur. Kunnen de commissieleden instemmen met dit voorstel? Antwoord: Ja. De agenda wordt vastgesteld. 3. Verslag commissievergadering van 9 januari 2012 Buist over pagina 5, Natuurkampeerterrein De Tonnenberg. Buist geeft aan opmerkingen gemaakt te hebben over de consequenties voor recreatie en toerisme. Dit is niet goed in het verslag opgenomen. De PvdA. is benieuwd hoe dit verder met de provincie is opgenomen. Visser over pagina 7, inrichting Van Meursweide: Het CDA heeft gevraagd aan de slag te gaan met de inrichtingsplannen voor het Van Meurspark. Wat is er in tussentijd gebeurd? Hulsebos over pagina 5, Natuurkampeerterrein De Tonnenberg: Staatsbosbeheer wilde tot en met december de tijd om over alternatieven na te denken. Is hier meer duidelijkheid over te geven? Van der Stege moet m.b.t. de Van Meursweide het antwoord schuldig blijven. (Toevoeging aan het verslag: Het ambtelijke projectplan is gereed. Het vervolg is, dat er overleg gevoerd wordt met de vrienden van het Van Meurspark en dat jongeren gevraagd worden om mee te denken over de inrichting van de Van Meursweide. Uiteraard worden ook de omwonenden betrokken. Het voornemen is dat gesprekken voor de komende zomerperiode plaats vinden). Over de vragen over de Tonnenberg/Recreatie en Toerisme antwoordt Van der Stege dat Staatsbosbeheer en Groot Stokkert zijn uitgenodigd voor een overleg om dit in een gezamenlijk plan zo mogelijk uit te werken. Het is Van der Stege niet bekend of die datum al geprikt is. Buist: “Zo mogelijk” is wat lastig. Er wordt aan capaciteit ingeleverd. Er ligt nog een uitbreidingsmogelijkheid Commissie Ruimte 13 februari 2012 pagina 1 van 10 4
bij Groot Stokkert. Het is belangrijk te weten wat de provincie wil. Van der Stege: Op het terrein van de Tonnenberg ligt een toezegging m.b.t. recreatie en toerisme. “Zo mogelijk” is meer ingegeven door de vraag wat de andere partijen daar willen doen. Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld. 5
10
15
20
25
30
35
4. Lijst met aandachtspunten Smit over punt 2011-13: De planning afhandeling staat voor 2012. In de Informatienota op pagina 119 wordt gesproken over 2014. Kan de wethouder hier duidelijkheid over geven? Westerkamp: Het convenant is voor een langere periode vastgesteld. Het college heeft behoefte te wachten op de nieuwe huisvestingswet die door het Rijk wordt vastgesteld. Dit wordt eind dit jaar behandeld. Op basis daarvan is afgesproken het convenant in 2014 te herzien. Smit: Wordt de planning hier dan op aangepast en kan het dan zomaar 2014 worden? Van Amerongen: Het convenant is een kwestie van de raad; de jaarplannen zijn een kwestie voor het college. Als het convenant naar 2014 wordt verschoven staat de raad buiten spel. Dit is onwenselijk. Westerkamp: Het convenant is door de raad vastgesteld voor 2008-2015. Als het convenant nu wordt herzien en over een jaar komt de nieuwe huisvestingswet, dan lopen zaken door elkaar heen. Als er eind dit jaar een nieuwe huisvestingswet komt, dan kunnen in de loop van volgend jaar de criteria worden vastgesteld en is het al zo 2014. Als de raad het convenant geactualiseerd wil zien, zal het college dit doorgeven aan het bestuur van Triada. Van Amerongen geeft er voorkeur aan dit in 2012 te herzien. Het is een voortschrijdend proces en het is niet wenselijk tot 2014 te wachten. Buist: Als er een nieuwe woningwet komt, moet dit nu niet naar voren worden gehaald. Zodra die nieuwe wet er is, moet dit punt z.s.m. op de agenda worden gezet. Van Dijk heeft begrip te wachten op de nieuwe woningwet. Als de concept-wet klaar is, moet de raad na gaan denken over het nieuwe convenant. In de aandachtspuntenlijst zou vermeld moeten worden: “Opstarten in 2013, nadat de nieuwe woningwet in concept gereed is”. Voorzitter: Er wordt instemmend geknikt. De Weerdt over punt 2011-21: Het duurt erg lang voordat dit behandeld wordt. Het gaat niet alleen om de verlegging van de komgrenzen, maar ook om de veiligheid van de fietsers. Het raadsvoorstel moet compleet zijn, met daarbij ook de financiën. Van der Stege: Het 1e kwartaal van 2012 wordt gehaald. De verwachting is dat dit op tijd komt. Buist over punt 2012-03: Er zou een brief naar Defensie, Staatsbosbeheer en HGL kunnen worden geschreven met daarin het verzoek aan te geven welke jachthutten, wildkansels en fotografenhokjes zij hebben neergezet. Dit is een kleine moeite en geeft een compleet beeld. Van der Stege: Geen probleem. 5. Spreekrecht publieke tribune over punten die niet op de agenda staan Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. Raadsvoorstellen
40
45
50
20. Bestemmingsplan Buitengebied West De insprekers worden gehoord. Van allen, behalve de heer Vorderman, zijn de inspraakreacties bijgevoegd: - De heer Riphagen namens de heer Dalhuisen van Handelskwekerij de Buurt. - De heer Gunneman over De Rolders 10. - De heer Lowijs over Kanaaldijk 24. - De heer Kanter over de Beatrixweg/ Singelweg. - De heer Baumann. - De heer Vorderman spreekt in over Weteringdijk 10. De heer Vorderman wil graag dat het huisje gelegaliseerd wordt. - De heer Jalink namens LTO Noord afdeling NOV. - De heer Hage over Mussenkampseweg 5. - De heer Hoogendoorn over Broekstraat 7a. - De heer Hofman over Wapenvelderkerkweg nr. 14. Vragen commissieleden aan het college
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 2 van 10 5
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Visser: Het bestemmingsplan gaat o.a. over het legaliseren van woningen. Sommige woningen worden niet gelegaliseerd. De gemeente wil hier actieve beëindiging nastreven. Wat wordt hieronder verstaan? Moet er voor woningen die wel een positieve woonbestemming krijgen meer worden betaald? Voor situaties die gelegaliseerd worden, worden anterieure overeenkomsten afgesloten. Visser ontvangt graag een lijst met alle afgesloten anterieure overeenkomsten. Van Dijk: Het college geeft duidelijk aan dat het een conserverend bestemmingsplan is. Er wordt gekeken naar de bestaande situatie. Kleinschalige ontwikkelingen kunnen hierin worden meegenomen. Uit de stukken blijkt dat er regelmatig afwijkingen zijn, buiten het conserveren om. Hier is geen lijn in te vinden. Waarom werkt het college de ene keer wel mee aan wijzigingen en de andere keer niet? Dit is niet duidelijk gemotiveerd. Verder is het opmerkelijk dat insprekers aangeven dat ambtenaren hen hebben gezegd te wachten op het nieuwe bestemmingsplan en dat zij nu te horen krijgen dat het bestemmingsplan conserverend is en er geen medewerking wordt verleend. In 2007 zijn bouwblokken ingetekend die nu weer zijn verdwenen. Er zijn verwachtingen gewekt. Van Dijk zou graag zien dat wijzigingen op de verbeeldingen worden aangegeven. Nu is het niet te doorgronden welke verschuivingen er zijn geweest. Dit inzicht moeten de raadsleden wel hebben om tot een definitieve besluitvorming te kunnen komen. Ook omtrent de situatie van landhuizen bestaat onduidelijkheid. De bestemming “Galerie/Beeldentuin” is op de ene plek toegevoegd en op een andere weer weggehaald. Van Dijk krijgt hier graag uitleg over. Er zou een definitie van een galerie en een beeldentuin opgesteld moeten worden, net als van alle andere begrippen die in het bestemmingsplan worden genoemd. Dit geeft anders weer aanleiding tot vragen. De VVD wil ook graag dat er een verbeelding wordt gemaakt van de plekken waar in de natuurgebieden gesproken wordt van parkeren. Nu is niet te zien welke plekken men bedoelt. Dit is nu juridisch niet kloppend. Voor de toekomst is het goed als in beeld wordt gebracht welke wijzigingen er de komende 10 jaar nog mogelijk zijn. Bestaat er de komende 10 jaar nog een eenvoudige manier om, daar waar noodzakelijk, een bestemmingsplan te wijzigen? Het bestemmingsplan heet conserverend te zijn, maar bij de Koerberg worden 56 eenheden toegevoegd, omdat er ergens een overeenkomst ligt. Hiervoor moet een goede motivatie worden gegeven. Buist: Een nieuw, conserverend bestemmingsplan biedt ook burgers nieuwe mogelijkheden. Het zou goed zijn als het college een redelijkheidstoets legt op de individuele verhalen. Niet alleen op die van de insprekers van vanavond, maar op de verhalen van allen die een bezwaar hebben ingediend. Daarnaast moet naar de actuele situatie gekeken worden. Vaak zijn situaties in de loop van de jaren aangepast. In het kader van het gelijkheidsbeginsel moet duidelijk uitgelegd worden waarom een ontwikkeling niet gewenst is. Verder moet er goed naar de consistentie worden gekeken. Dit is veel werk, maar toch goed om naar te kijken. De door het LTO voorgestelde algemene aanpassing om voor agrariërs in een conserverend bestemmingsplan een algemene regel toe te voegen, wordt wat de PvdA. betreft moeilijk. Hier zou bij de eerste herziening over 10 jaar naar gekeken kunnen worden. Verder moet goed bekeken worden wat ambtenaren/wethouders hebben toegezegd. Er moet een vertrouwensbeginsel in acht worden genomen. Verder merkt Buist op dat bouwblokken soms zijn vergroot. Dit moet uitgelegd kunnen worden. Wildkansels mogen groeien van 5m2 naar 8m2. Waarom is dit nodig? Observeren van wild kan ook in een klein hutje. Een grote hut misstaat in het landschap. Visscher: ChristenUnie-SGP wil graag een definitieve oplossing voor de “dubbele” nummers. Er zijn 4 bestemmingen voor loon- en grondverzetbedrijven. Dit moet voor alle bedrijven gelijk getrokken worden. Hulsebos: Heeft legalisatie van woningen gevolgen voor KWP III? Over het betoog van de heer Jalink merkt Hulsebos op dat niet alleen naar de boerenbedrijven gekeken moet worden, maar dat er op langere termijn vooruit gekeken moet worden. Hier kunnen economische omstandigheden een rol in spelen. Men moet proberen rechtsongelijkheid te voorkomen. Op pagina 20 wordt gezegd dat er een aanvullend onderzoek zal worden gedaan. De uitkomsten hiervan kunnen betrokken worden bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan wordt nu vastgesteld. Dan moet er niet later nog een onderzoek in mee worden genomen. Van Amerongen: GROENLINKS ziet, in het kader van een conserverend bestemmingsplan, geen reden voor grootschaligheid. Van Amerongen wil graag aandacht voor willekeur, gelijkheidsbeginsel en consistentie. Er moet niet alleen gekeken worden naar consistentie t.o.v. elkaar, maar ook t.o.v. het verleden. Mensen die jarenlang WOZ-belasting hebben betaald, moeten ook de lusten van de woning krijgen. Er zou een soort redelijkheidsbeginsel toegepast moeten worden.
55
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 3 van 10 6
5
10
15
College Westerkamp: Er zijn veel opmerkingen en vragen bij het college neergelegd. Het college neemt deze informatie mee en maakt hier een reactienota van. Op 27 februari wordt een extra commissievergadering gehouden waarin deze nota behandeld wordt. In het kader van zorgvuldigheid is dit een betere procedure. Voorzitter: Kunnen de commissieleden hiermee instemmen? Van Dijk: Krijgen de commissieleden de antwoorden van te voren schriftelijk thuis? Westerkamp: Morgenochtend wordt hiermee begonnen, waarna ze volgende week dinsdag in het college worden vastgesteld en woensdag naar de commissieleden en insprekers worden gezonden. Buist: Er moet niet alleen een verhaal worden gehouden voor de 10 insprekers van vanavond maar voor iedereen die in de procedure heeft meegedaan. Dit is veel werk, maar geeft meer duidelijkheid. Westerkamp: Deze notitie kan naar iedereen die een zienswijze heeft ingediend worden toegezonden. Er is een zienswijzennotitie vastgesteld. Als er geen nieuwe gezichtspunten zijn, gaat men hier op 27 februari over in gesprek. Dan kan nog bekeken worden of er voor de raad, m.b.t. de zienswijzennota, reden is aanpassingen door te voeren. Van Dijk krijgt hier graag een expliciete toezegging voor. Het gelijkheidsbeginsel gaat verder dan de 10 insprekers van vanavond. Dit wordt voor 10 jaar gedaan en moet zorgvuldig gebeuren. Voorzitter: Dit wordt toegezegd door de wethouder. Van Dijk-Bruins: Is het mogelijk de zienswijzennota digitaal te krijgen? Voorzitter: Deze is al digitaal. Adviezen/bespreken
20
25
30
35
40
45
50
12. Stedenbouwkundige visie Hoorn De heer Van Loon spreekt in namens de bewoners van Hoorn. De inspraak is bijgevoegd. Vragen commissieleden aan het college Van Dijk: Het is in Heerde al vaker gebeurd dat er visies gemaakt werden op basis van concrete plannen, zoals bijv. bij de Centrumvisie. Dit is niet de juiste weg. Een visie moet een visie zijn voor datgene wat men wil. Van Dijk zegt verbaasd te zijn dat er plekken aangegeven worden die buiten het bestemmingsplan Veessen/Vorchten/Hoorn vallen. Eén van de insprekers die in Hoorn woont geeft aan geen toestemming te krijgen voor een paardenbak en woning, omdat hij in agrarisch gebied woont. In de Structuurvisie valt te zien dat er in dezelfde omgeving mogelijkheden voor clusters van woningen staan. Dit valt niet met elkaar te rijmen. Van Dijk zegt ook verbaasd te zijn over de aantallen. Daarnaast dient in de visie ook te worden gekeken naar het Apeldoorns Kanaal. Er zou eerst een discussie met de raad plaats moeten vinden voordat deze visie ter inzage wordt gelegd. Mede daar het eerste voorstel van het college was deze visie te zien als verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Wabo. Het college kan dan altijd zeggen dat zaken in de visie passen. Als een dergelijke visie gewenst is, moet er ook een bestemmingsplan voor komen met wijzigingen en waar mensen op in kunnen spreken. Hier moeten de gewone procedures worden gevolgd met inspraak voor de raad. Buist maakt het college zijn complimenten dat dit een discussienota is geworden. Dit moet in de commissie terugkomen waarbij ook bekeken moet worden hoe dit met de bewoners van Hoorn besproken moet worden. Als er een visie wordt ontwikkeld, moet niet alleen naar projectontwikkelaars worden geluisterd, maar ook naar bewoners. Als op bepaalde plekken woningen worden bijgebouwd, waar moet het verkeer dan langs en waar ligt de bebouwde kom grens? Dit heeft bijv. consequenties voor faciliteiten als glasvezel, groenvoorziening, vuilophaal en het wegdek. Visser: Het CDA vindt dit als visie veel te mager. Pas vanaf pagina 41 begint het op een visie te lijken. Er wordt ingezoomd op 2 projecten, terwijl er nog 2 grootschalige ontwikkelingen zijn. Het is jammer dat hier in de visie niets mee gedaan wordt, terwijl er de komende 20 jaar geen nieuwe visie zal komen. Deze visie biedt te weinig handvatten. Er wordt een aantal potentiële locaties voor functieverandering aangewezen. Is er binnen het KWP III nog wel ruimte om woningbouw toe te staan? Heerde zit tot 2019 vol. Verder vraagt Visser waarom bij het knooppunt Beatrixschool lintbebouwing niet wenselijk is. Alle woningen staan daar immers in een lint. Voor wat betreft de locatie achter de coöperatie vindt Visser dat er te weinig aanknopingspunten zijn om van een visie te kunnen spreken. Van Amerongen deelt de mening dat de visie te mager is. Het is goed dat het een discussiestuk geworden is. Zijn er al harde afspraken gemaakt? Men moet niet eerst toezeggingen doen en dan een visie maken. Is het wel een
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 4 van 10 7
wenselijke ontwikkeling? Het moet voor een kleine landelijke kern niet te grootschalig zijn. GROENLINKS vindt dat hier zowel procedureel als inhoudelijk zaken niet helemaal goed gaan.
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
College Westerkamp: In de buurtschap Hoorn vinden 2 grote ontwikkelingen plaats. Het college vindt dat dit niet op basis van ad hoc beleid opgepakt moet worden, maar dat hier een visie voor de kern Hoorn voor moet worden opgesteld. De raad heeft gezegd dat tot 2025 aan de kern Hoorn 25 woningen kunnen worden toegevoegd. Tot 2015 kunnen 15 woningen worden toegevoegd. Bij Van Dommelen gaat het over 8 woningen en bij BVG-Projecten om 9 woningen. Hiervoor zijn al plannen ontwikkeld. Eerst moet de visie worden vastgesteld. Het college wil de discussienota en de visie versterken en zal hierover in overleg gaan met de opsteller. Het college wil echter wel de visie gaan vaststellen, zodat er ook een document is waaraan getoetst kan worden. De locaties Van Dommelen en BVGProjecten zijn hier de grote projecten. De plannen voor de 8 en 9 woningen zijn in het KWP meegenomen. In KWP III is aangegeven dat er 10 functieveranderingsprojecten zijn waar per project 2 woningen gebouwd kunnen worden. Dhr Ortelee zal op de inhoudelijke opmerkingen in gaan. Ortelee: De heer Van Loon sprak over 45 woningen. Deze staan in de kern van Hoorn. Het plangebied waar de visie zich op richt omvat 100 woningen. Er is opgemerkt dat de randvoorwaarden van Van Dommelen niet passen in het beeld van het dorp. In de stedenbouwkundige visie zijn duidelijke kwaliteitseisen opgenomen. Het gaat hier niet om een standaardblok. Van Dijk sprak zijn verbazing uit over de plekken buiten de kernen. In de nota is aangegeven dat dit in strijd is met het beleid. Het gaat hier puur om de stedenbouwkundige randvoorwaarden. Het is geen dorpsvisie. Daarom zijn door het adviesbureau aan de westkant van Hoorn mogelijkheden aangegeven om her en der een woning toe te voegen. Als er ergens een woning verplaatst moet worden waarvan de bewoners in het buitengebied blijven wonen, dan kan dat op die plekken. Dit zou bijv. kunnen voorkomen bij de aanleg van de Hoogwatergeul. Het Apeldoorns Kanaal is uitgebreid meegenomen. Het Stedenbouwkundig Knooppunt neemt ook de overkant van het kanaal mee. De andere 2 projecten zijn ook in de visie opgenomen, maar zijn verwoord in het Knooppunt bij de brug. In dit knooppunt zijn 3 van de 4 projecten meegenomen. Dat niet voor lintbebouwing is gekozen, is een specifieke keuze. Hoorn wordt gekenmerkt door de lintbebouwing tussen de 2 knooppunten. Als dit buiten de knooppunten wordt doorgetrokken, ontstaat er een eindeloos lint. Om dit soort structuren te voorkomen, is er een wet tegen lintbebouwing. Over de opmerking van de heer Buist over het verkeer merkt Ortelee op dat de verkeersbewegingen door de bedrijfsactiviteiten bij zowel Van Dommelen als BVG-Projecten worden overgenomen door de activiteiten die bij de woningen ontstaan. Er vindt geen toename van verkeersactiviteiten plaats, maar een verschuiving van zwaar vrachtverkeer naar woon-werkverkeer. Van Dijk: De commissieleden vinden dit onvoldoende voor een stedenbouwkundige visie. Er worden nergens aantallen genoemd. Deze had men er in moeten zetten, omdat er ook al harde afspraken zijn gemaakt. De projecten 1 en 4 zijn in een vergevorderd stadium en moeten draagvlak krijgen. Men is er al wel uit wat het moet worden, maar gaat nu een stedenbouwkundige visie vaststellen om draagvlak te krijgen. Dit is het paard achter de wagen spannen. Voor mensen uit de geul staat er in het buitengebied genoeg te koop. Wat nu in de stedenbouwkundige visie is opgenomen, zijn clusters van 3 of 4 woningen. Dit past niet met het functieveranderings beleid van het KWP. De visie moet onderbouwd zijn. De VVD vindt het onvoldoende om de visie ter inzage te leggen. Van Amerongen zegt geen antwoord te hebben gekregen op haar vraag. Liggen er verplichtingen aan ontwikkelaars? Buist: De PvdA heeft nog een vraag rondom de bebouwde kom. Westerkamp: Er ligt een collegebesluit m.b.t. de aantallen. Er zijn wel afspraken gemaakt m.b.t. BVG-Projecten voor de ontwikkeling op die locatie. Voor de locatie Van Dommelen heeft het college afspraken gemaakt over de te bouwen aantallen. Hier heeft het college principe uitspraken over gedaan. Aan de hand van de gemaakte opmerkingen zal het college de stedenbouwkundige visie gaan versterken. Als dit is vastgesteld, zal het opnieuw ter visie worden gelegd, waarna iedereen 6 weken de tijd heeft om een reactie te geven. Het college komt daarna met een reactienota terug in de commissie ruimte. Over de opmerking van de heer Buist over de bebouwde komgrenzen merkt Ortelee op dat de locatie Van Dommelen niet als functieverandering, maar als saneringssituatie van een milieuhinderlijk bedrijf
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 5 van 10 8
5
10
wordt gezien. Dit staat los van de verkeerskundige bebouwde komgrens. Die discussie vindt nu plaats in het kader van de wegenlegger. Buist: Het gaat om een visie voor Hoorn. De stedenbouwkundige visie mag wel wat breder. Men moet niet alles uit elkaar trekken. Het gaat er ook om wat mensen vinden. Het is belangrijk waar de bebouwde kom komt. Dit heeft consequenties voor bijv. de aanleg van een voetpad of kabel, of voor de verkeerssnelheid. Dit moet men breder trekken dan alleen de stedenbouwkundige aspecten. Westerkamp: Er is juist gekozen voor verenging en dus voor een stedenbouwkundige visie. De raad wilde geen dorpsvisie opstellen. Van Amerongen: De raad wordt nu als verlengstuk gebruikt van het college. Dit is procedureel onelegant. Dit kan niet ter visie gelegd worden. Voorzitter: Willen de commissieleden een advies per fractie geven? Van Dijk: De VVD geeft als advies dit nog niet ter visie te leggen. Eerst moet het terug naar de commissie. Visser merkt over de locatie Van Dommelen op dat de commissie hier bij betrokken is geweest, ook over de aantallen en soorten woningen. De commissie is hier niet door overvallen. Het CDA heeft hier geen moeite met een uitwerking. Raadsvoorstellen
15
20
25
30
7. Bestemmingsplan Heerde-Dorp, herziening Vosbergerweg 28a Conclusie: de commissie stemt in met behandeling in de raad als A-onderwerp. 8. Vaststelling bestemmingsplan “Wezeweg 4 - Kooiweg” Van Dijk: De VVD betreurt dat een beeldbepalende locatie teniet wordt gedaan. Het herbestemmen van de waardevolle bomen roept vraagtekens op. De VVD mist een exploitatieopzet en wil deze alsnog graag hebben. Als een bestemmingsplan wordt vastgesteld, moet de raad zekerheid hebben dat het een financieel haalbaar plan is. Het beeldkwaliteitsplan hoort ook door de raad vastgesteld te worden, maar dit zit er ook niet bij. Voor de 4e kavel zou een anterieure overeenkomst getekend moeten zijn. Is deze er al? Westerkamp: Een gedeelte van het perceel is ingebracht voor Bovenkamp 2. Om het voor de gemeente kostendekkend te maken, is dit opgesplitst in een aantal percelen. De exploitatieopzet wordt voor de volgende raadsvergadering vastgesteld en wordt bij de stukken ter inzage gelegd. Het beeldkwaliteitsplan is al vastgesteld en is onderdeel van Bovenkamp 2. De anterieure overeenkomst is al getekend. Hulsebos: Kan de exploitatieopzet op de digitaal beveiligde site komen? Westerkamp zal dit meegeven. (Toevoeging aan het verslag: de grondexploitatie en een raadsvoorstel voor de raad van 16 april is in de kluis vertrouwelijk ter inzage neergelegd). Conclusie: de commissie stemt in met behandeling in de raad als B-onderwerp.
35
40
45
50
9. Nota van toelichting evaluatienota Recreatie en Toerisme gemeente Heerde 2007-2011 Grotenhuis: Op pagina 41 worden alleen de arbeidsplaatsen genoemd van 2007 en 2009. Waarom staat 2010 hier niet bij? Het CDA maakt zich zorgen over het fors teruggelopen aantal overnachtingen. Wat is hiervoor de oorzaak? Uit de cijfers blijkt dat er wel 10% minder overnachtingen zijn geweest. Dit wordt in de toekomst alleen maar minder door de verdwijning van De Tonnenberg. Welke stappen onderneemt het college om verdere inkrimping tegen te gaan en een uitbreiding van de recreatieve sector te bereiken? Op pagina 42 wordt niet duidelijk waarom men van een werkgroep naar een platform is overgestapt. Wanneer wordt het platform/werkgroep ingesteld en gaat men aan het werk? Op pagina 44 staat dat het centrum van Heerde niet aantrekkelijk is. Ondernemers moeten zelf kwaliteitsverbetering realiseren. Door de teruglopende economie staan veel winkelpanden leeg, vooral bij de entrees van het centrum. Deze leegstand en verloedering van panden en omgeving baart het CDA zorgen en ziet er voor toeristen niet aantrekkelijk uit. Het CDA vindt de omschrijving van de doelstellingen te vrijblijvend. Welke stappen gaat het college nemen tegen deze negatieve ontwikkelingen? Smit: Het centrum moet verbeteren voor de toeristen. Het VVV-kantoor gaat echter niet naar Primera maar naar de Wereldwinkel. Deze locatie is moeilijker te vinden voor toeristen. De Wereldwinkel ligt niet in het dorp en is niet dagelijks open. Toeristen moeten richting de terrassen gelokt worden. Primera is hier een betere locatie voor. Bovendien wordt hiermee een ondernemer ondersteund. De Wereldwinkel heeft een andere doelstelling op basis van vrijwilligheid. Is dit een definitief besluit? Zo ja, kan de wethouder
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 6 van 10 9
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
aangeven wat hiervoor de argumenten waren? Op pagina 37 staat: “Als algemene conclusie..... tot recreatie en toerisme”. Welke ontwikkeling bedoelt de wethouder? Het aantal overnachtingen is fors gedaald. Smit zegt de vorige keer gevraagd te hebben wie er in het platform plaats gaan nemen. Hier is in de stukken niets over terug te vinden. Hoe haalbaar is het op pagina 43 gegeven antwoord over de stand van zaken omtrent het Veluwetransferium? Het op pagina 45 genoemde ondernemersloket was eerst een actiepunt. Wat is het nu? Smit krijgt graag een nadere uitleg van de wethouder over de laatste zin: “Dit zal worden meegenomen ...... centraal ondernemersloket”. Van Dijk-Bruins is verbaasd dat het Platform niet betrokken is bij de opstelling van de Evaluatienota. Het Platform heeft een jaar niet vergaderd, in afwachting van de oprichting van een nieuw platform. Is hier met het oude platform over gecommuniceerd? Als de gemeente faciliterend wil optreden, moet zij ook in gesprek gaan met ondernemers en inwoners. Wordt in het nieuwe platform het promotieteam Citta Slow benoemd? In de notitie toeristische promotie 2012-2015 wordt gesproken over een resultaat gericht uitwerkingsplan. Wat kan er in gang gezet worden? De wethouder heeft gezegd dat er in maart 2012 een audit over Citta Slow wordt gehouden. Het staat geagendeerd voor augustus 2012. Dan gaat er weer een toeristisch seizoen verloren. Wanneer gaat de wethouder aan de slag met het nieuwe platform? Tuinman: Boven aan pagina 41 wordt de datum 28 november 2012 genoemd. Dit moet 2011 zijn. ChristenUnie-SGP vraagt ook extra aandacht voor de verloedering in het centrum van Heerde. Langs de toegangswegen naar het centrum staan leegstaande winkels die slecht onderhouden worden. De gemeente moet hier aandacht aan besteden. Wat wordt verstaan onder de faciliterende rol van de gemeente? De gemeente zou meer moeten initiëren. Gezien de lage economische bedrijvigheid, moet de gemeente alles uit de kast halen om dit weer aan te zwengelen. Hiervoor zou een task force-commissie in het leven geroepen kunnen worden. De nota is nu te mager. ChristenUnie-SGP is verheugd te zien dat er m.i.v. 2012 een volledige fte is vrij gemaakt. Van Amerongen: De discussie wordt over gedaan. Dit komt omdat er niet veel is gewijzigd aan de evaluatienota, behalve de nota van toelichting. Van Amerongen sluit zich aan bij de voorgangers. Er zou een actieplan gemaakt moeten worden. Wat nu voorligt, is als kader onvoldoende. Hulsebos: Op pagina 38 staat: “Met ingang van …...recreatie en toerisme”. Met € 19.000,= komt het niet van de grond. Er moet bekeken worden hoe er middelen vrij gemaakt kunnen worden om recreatie en toerisme van de grond te krijgen. Hoe was de situatie rondom de overnachtingen in 2011? Nu wordt er 1 fte vrijgemaakt voor recreatie en toerisme. Hoe is dit in het verleden dan vormgegeven? Waar is deze persoon nu dan mee bezig? Op pagina 46 staat: “Daarnaast zijn in ….... van de gemeente Heerde”. Waar is geld beschikbaar gesteld voor toeristische activiteiten? Op pagina 61 wordt in de groene vlakken aangegeven wat men heeft gedaan. Wat is er concreet gedaan, buiten het faciliteren? Het moet niet alleen bij plannen maken blijven. Als het hem gevraagd werd, zou een gemiddelde burger uit Heerde niet aan kunnen geven wat de toeristische ontwikkelingen zijn geweest in de afgelopen 4 jaar. Van der Stege: Het gaat om een evaluatienota. Dan wordt er teruggekeken. Nu worden er veel vragen gesteld over de toekomst. De in de evaluatie gepresenteerde cijfers geven een trend aan. In het teruglopen van het aantal overnachtingen speelde vooral de ontwikkeling bij de Koerberg een rol. De Koerberg van nu is totaal anders dan die van 2 jaar terug. De Koerberg staat nu anders in de markt. Op de vraag wat er wordt gedaan antwoordt Van der Stege dat er een overleg geïnitieerd wordt met Staatsbosbeheer en Groot Stokkert over de Tonnenberg. Daarnaast is er een ontwikkeling in gang gezet voor Bed & Breakfast. Op de vragen over de werkgroep antwoordt Van der Stege dat is bekeken hoe het platform tot nu toe werkte. Bij dit platform was de gemeente initiërend bezig. Er werd alleen vol verwachting naar de gemeente gekeken, terwijl de ondernemers het zelf moeten doen. De gemeente vult de randvoorwaarden in. Voor het overlegorgaan is op korte termijn een datum geprikt. Het wordt concreet ingevuld. Dit heeft geen directe relatie met Citta Slow, maar staat los van elkaar. Citta Slow is bedoeld om een soort keurmerk te krijgen op het beeld dat de gemeente uitstraalt. Dit is een denkpatroon en gaat verder dan recreatie en toerisme. Over de uitstraling van de leegstaande winkels in het centrum vertelt Van der Stege dat de eigenaar/verhuurder van het pand aan het begin van de Dorpsstraat is benaderd. Het VBT heeft overleg gevoerd met 2 partijen over de locatie van het VVV-kantoor. De eisen m.b.t. beschikbaarheid en bereikbaarheid konden door de Wereldwinkel beter ingevuld worden dan door Primera. Het gaat hier om de concurrentieverhouding. Organisaties moeten vervolgens zelf beslissen. Over het Veluwetransferium heeft recentelijk overleg plaats gevonden op het provinciehuis. Hierbij is aangegeven dat de
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 7 van 10 10
5
10
15
20
gemeente Heerde eraan hecht dat de locatie die destijds is gekozen wordt ingevuld. De provincie is nu aan zet. Waarschijnlijk komt hier rond april duidelijkheid over. De genoemde € 19.000,= is extra. Dit is een extra stimulans voor deze projecten. Er wordt aansluiting gezocht op regionale ontwikkelingen en op H2O niveau. Grotenhuis: De commissieleden spreken een stuk bezorgdheid uit en willen graag wat sneller. Heerde is een mooi dorp en dit moet zo blijven. Het college moet kijken naar wat er verbeterd kan worden. Hulsebos: Als de ontwikkelingen bij de Koerberg zo'n enorme boost hebben gehad, moeten de cijfers van 2011 er zijn. Welke bijdragen zijn er gegeven aan de ontwikkeling van recreatie en toerisme? Wat gaat de medewerker met 1 fte doen? De VBT wordt betaald. Bepalen zij dan de locatie van het VVV-kantoor? Smit: De commissieleden kijken naar de toekomst. De wethouder heeft het hier zelf ook over. De VVV wil de toerist zo goed mogelijk bedienen. Primera is dan een betere locatie. De Wereldwinkel is gedeeltelijk geopend; Primera van 9 uur tot 6 uur. De VVV krijgt subsidie via het VBT. Er zijn veel partijen druk om de gemeente Heerde recreatief op de kaart zetten. De VVV is hierin een belangrijke speler. Dan moet zij goed bereikbaar zijn. Kan het college hier nog sturing in geven? Van Dijk-Bruins: De wethouder laat weten dat de houding van de mensen in het oude platform niet gewenst was. Zij waren toch gemotiveerd? Als dit doodbloedt, kan dat mensen ervan weerhouden plaats te nemen in het nieuwe platform. Aantrekken van actieve participanten is vaak een kwestie van communicatie en een goede voorzitter. Van Dijk: Wat betaalt Heerde aan het VBT, wat komt hiervoor terug en wat zijn de contracten? Van der Stege: De openstaande vragen worden in het verslag opgenomen. (Toevoeging aan het verslag: een reactienota is als bijlage aan het raadsvoorstel toegevoegd). Conclusie: de commissie stemt in met behandeling in de raad als B-onderwerp.
25
30
35
40
45
10. Vaststelling beleidskaart archeologie van de gemeente Heerde en regels voor bestemmingsplannen Visscher: Wat kost het de burger nu meer als hij een vergunning wil aanvragen? Visser: Gaat het bij de relatie oppervlakte/diepte om èn... èn... of om òf...òf...? 40 cm is niet erg diep. Dan zouden mensen een vergunning aan moeten vragen voor het plaatsen van een trampoline. Dit komt niet uit de stukken naar voren. 40 cm is te weinig. Een kruipruimte onder het huis gaat vaak al dieper. Ploegen van land gaat vaak ook dieper. Dit is te streng. Veel gebieden hebben een hoge archeologische waarde. Hier is dan onderzoek nodig. Wie gaat dit doen en wat kost dit? Wat gaat dit de burger kosten? Een dergelijk rapport kost enkele duizenden Euro's en legt allerlei beperkingen op. Sipman: De oppervlakte is leidend voor het onderzoek. Het gaat om èn...èn...; èn 100 m2 èn een diepte van 40cm. De aanvrager moet aantonen dat de werkzaamheden geen nadelige gevolgen hebben voor eventuele archeologische resten. Over de werkwijze vertelt Sipman dat de gemeente Heerde een goed contact heeft met een regionaal archeoloog. Als de aanvrager kan aantonen dat onderzoek niet nodig is, kan een afwijkingsbevoegdheid afgegeven worden. De kosten voor deze afwijkingsbevoegdheid zijn Sipman niet bekend. Er wordt gekeken naar wat er al bekend is over de locatie. Er hoeft niet altijd een onderzoek uitgevoerd te worden. Visser: Mag iemand dan binnen 100 m2 onbeperkt de diepte in? Sipman: Ja, dan geldt er geen archeologisch onderzoek. De oppervlakte is leidend. Visser: Is er nog ruimte binnen de maatvoering van 40 cm? Sipman: Dit zou meer moeten zijn. Visser: Binnen de bebouwde kom zou dit 1 mtr. moeten zijn. In het buitengebied moet het minmaal 50 cm zijn. Buist: Waar komen die normen vandaan? Als dit door een archeoloog bedacht is, moet er over gepraat worden. Hoe fanatiek is Heerde? Sipman: Het antwoord hierop wordt opgenomen in het verslag. Het Verdrag van Malta verplicht de gemeente dit op te nemen in de bestemmingsplannen (Toevoeging aan het verslag: de beantwoording is als bijlage 2 bij het verslag opgenomen). Conclusie: de commissie stemt in met behandeling in de raad als B-onderwerp.
50
55
11. Groenbeleidsplan Buist: De PvdA maakt zich zorgen over de handhaving. Kan de wethouder hier iets over zeggen? Visscher: Was er geen geschikt bedrijf binnen de gemeentegrenzen te vinden? Van der Stege: Nee. Grotenhuis sluit zich bij de voorgangers aan. Van Dijk: Dit wordt een lijvig rapport. Moet het zo uitgebreid? Hulsebos sluit zich hierbij aan. Er wordt een plan gemaakt, maar misschien moet eerst
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 8 van 10 11
5
10
15
bekeken worden of er vanuit het college en de raad bereidheid is geld in een dergelijk plan te stoppen. Van Amerongen is het met de vorige sprekers eens en stelt voor er een actieplan van te maken. Hoe verhoudt zich het opmaken van dit plan tot het totale budget? Er zou in H2O-verband bekeken moeten worden hoe verschillende ambities gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Hoe worden belangenorganisaties hier bij betrokken? Van der Stege: Het groenbeleidsplan is de kapstok waaraan het kapbeleid, het inrichtingsbeleid en het beeldkwaliteitsplan opgehangen worden. Het is niet de bedoeling dat er een lijvig rapport wordt gemaakt. Inrichting en onderhoud moeten de lead zijn voor uitvoering en handhaving in de gemeente Heerde. Een ander bedrijf binnen de gemeente Heerde is niet bekend. Van Dijk is nog niet gerustgesteld over een zinvolle inhoud van het rapport. Dit gaat veel te ver. Voorzitter: Denkt de meerderheid van de commissie hier ook zo over? Visser wil de wethouder het voordeel van de twijfel geven. Buist: De wethouder moet het stuk over de handhaving hier wel in meenemen. Van der Stege zegt niets aan een rapport te hebben dat in de la blijft liggen. Hulsebos: Er moet ook antwoord worden gegeven op de vraag of er wel de intentie is financiële middelen beschikbaar te stellen. (Toevoeging aan het verslag: Het groenbeleidsplan vormt een kader, enerzijds toetsing zoals bijvoorbeeld voor het kappen van bomen en anderzijds bij toekomstige herinrichting van de openbare ruimte). Conclusie: de commissie stemt in met behandeling in de raad als B-onderwerp.
20
25
30
Adviezen/bespreken 13. Beeldkwaliteitsplan en visie Kerkdijk Van Dijk: Hoe wordt later de juridische status van dit beeldkwaliteitsplan? Er is een welstandsnota gemaakt waarin is aangegeven dat er zo min mogelijk moet worden vastgelegd. Dit beleid moet niet worden ondergraven door beeldkwaliteitsplannen. Men moet binnen het kader van het bestemmingsplan buitengebied blijven. Als een schuur en bijgebouwen in verhouding moeten staan tot de kavel, moet dit vast worden gelegd in het bestemmingsplan buitengebied. Westerkamp: Er is een bijeenkomst geweest met bewoners van de Kerkdijk. Dit is één van de 38 projecten uit de gebiedsontwikkeling die zijn afgesproken en nu zo worden uitgevoerd. Hier heeft de raad vorig jaar januari toe besloten. Van Dijk begrijpt niet waarom op een vervolg moet worden gewacht, het plan is nu toch ter advisering aan de commissie aangeboden. Ter kennisneming/informatieverstrekking door college De voorzitter stelt voor, vanwege de tijd, de punten 14 tot en met 19 door te schuiven naar de extra vergadering van 27 februari.
35
14. Regionaal Programma Bedrijventerrein Noord-Veluwe 15. Voortgangsbericht Veessen-Wapenveld
40
16. Samenwerkingsovereenkomst Triada, uitwerking 2012 17. Nota van uitgangspunten bestemminsplan bedrijventerrein Wapenveld Noord 18. Voortgang project afkoppelen regenwater
45
19. Voortgangsnotitie actualisatie wegenlegger Slot
50
20. Rondvraag Visser: Is er al iets meer te vertellen over de tijdelijke busroute? Van der Stege: Het hele plan is van de baan. De provincie heeft aangegeven dat Heerde in de herinrichtingsperiode een halte heeft bij het transferium en bij de Molenweg/Zwolseweg. De omleiding gaat over de snelweg; er komt geen
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 9 van 10 12
5
10
15
20
25
30
35
bus meer door het dorp. Op de vraag of er een pendeldienst in het leven geroepen moet worden, antwoordden De Wendhorst en de school vooralsnog negatief. Zij gaan nog wel inventariseren of er behoefte bestaat aan een pendeldienst tussen hun locaties en het transferium. Visser: Er moet wel goed gecommuniceerd worden. Jalink: Eigenlijk kunnen de insprekers terug komen in de 2e termijn en nog een reactie geven. Voorzitter: Dit is niet gedaan omwille van de tijd. Mensen hadden in de hoorzittingen al de mogelijkheid gehad om hun verhaal te doen. Buist: Aan de Europaweg zijn bomen gekapt. Waarom is dit gedaan? Hier zou meer publiciteit aan gegeven moeten worden. Voor de Hoogwatergeul moet veel grond worden aangevoerd. Er moet een plan komen aan wat voor eisen deze grond moet voldoen. De PvdA wil dit graag vroegtijdig terug zien in de commissie ruimte. Van der Stege: De kwestie over de bomen wordt in het verslag meegenomen. De communicatie over een dergelijke ingreep wordt in de toekomst beter opgepakt. (Toevoeging aan het verslag: aan twee verschillende wegen in Heerde zijn bomen gekapt, aan de Kasteelweg en de Europalaan. Bij controle bleek dat de beuken aan de Kasteelweg slecht waren. Voor de veiligheid zijn deze bomen in de afgelopen weken gekapt. Binnenkort worden hier Hollandse lindes aangeplant. Daarvoor wordt eerste de bodem verbeterd.Aan de Europaweg stonden een paar bomen die erg slecht waren en vergroeiingen vertoonden. Andere bomen vertoonden achterstallig snoeiwerk. En omdat daarnaast ook nog verschillende soorten bomen door elkaar stonden, was het totaalbeeld niet mooi. Omdat de Europaweg een nieuwe riolering krijgt en opnieuw wordt ingericht kan ook het groen worden aangepakt. Het plan is om, als de herinrichting klaar is, daar moeraseiken te planten. Deze publicatie is ook in de Schaapskooi opgenomen). Westerkamp: Het antwoord m.b.t. de vraag over de grond wordt in het verslag opgenomen. (Toevoeging aan het verslag: Het risico bij de aanvoer van de grond wordt door de projectorganisatie HWG volledig onderkend. Waterschap, provincie, RWS en gemeente stellen gezamenlijk een toezichtplan op. Dit plan zal zowel systeem, proces als productelementen (SCB) in zich hebben. Dit SCB moet door de aannemer worden ingericht en de projectorganisatie zal hierop toezien. Er worden prikkels ingebouwd, ondermeer in de vorm van betalingen, als niet voldaan wordt aan de voorwaarden. Bij het Besluit Bodemkwaliteit dat van toepassing is, hoort de bewijslast dat de grond(stoffen) geschikt zijn voor de toepassing. Door steekproefsgewijze controle van de bewijsmiddelen en het combineren van gegevens tussen de toezichthouders krijgt de gemeente een goed beeld van de naleving. Als de resultaten van deze controle hiertoe aanleiding geeft, zal de inzet van de gemeente in overleg met de andere bevoegde gezagen worden aangepast. Preventief willen wij de aannemer mee geven, dat niet alleen controle plaats vindt door de projectorganisatie, maar ook door de bevoegde gezagen en dat daarbij repressieve middelen ( boetes) kunnen worden ingezet. Gemeentelijk toezicht voor dit project wordt meegenomen in het handhavingsplan van het betreffende jaar). 21. Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor zijn of haar inbreng en sluit de vergadering om 23.00 uur. U
40
45
50
U
Bijlagen: 1. Bijlagen insprekers 1a Betoog de heer Riphagen 1b Betoog de heer Gunneman 1c Betoog de heer Lowijs 1d Betoog de heer Kanter 1e Betoog de heer Baumann 1f Betoog de heer Jalink 1g Betoog de heer Hage 1h Betoog de heer Hoogendoorn 1i Betoog de heer Hofman 1j Betoog de heer Van Loon 2. Memo beantwoording vragen raadsvoorstel 10. beleidskaart archeologie
Commissie Ruimte 13 februari 2012
pagina 10 van 10 13
14
15
16
17
18
19
Leden van de commissie,
Namens de heer Kooij wil ik graag een reactie geven op de beantwoording van de zienswijze. Het betreft nummer 158040.
De reactie richt zich op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie G, nr. 734.
In de beantwoording stelt het college bereid te zijn het perceel aan te passen om de bereikbaarheid van de schuur te vergroten. Naar ik heb begrepen betreft deze aanpassing niet het gehele perceel, maar een klein gedeelte. Graag zie ik alsnog een aanpassing die betrekking heeft op het gehele perceel. Hiertoe voer ik de volgende argumenten aan.
Ten eerste. Het bestemmingsvlak ‘Wonen’ lijkt redelijk groot, maar gezien de situering van de voorgevelrooilijn aan de Kanaaldijkzijde, valt een deel van dit vlak ten behoeve van het realiseren van bebouwing weg. Immers, er moet achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd. Ik vraag u dan ook het niet te benutten deel te compenseren met het perceel met nummer 734. Hierdoor wordt het mogelijk om bij het agrarisch hobbybedrijf behorende gebouwen en bouwwerken, zoals een stalling voor landbouwwerktuigen en –machines, een opslag voor kuilvoerbalen en mest en een carousel voor paarden, te realiseren.
Ten tweede. Het college geeft aan niet bereid te zijn om een bestemmingsvlak toe te kennen aan het perceel met nummer 1365 voor het realiseren van bebouwing voor stalling van landbouwwerktuigen en – machines en de opslag van materialen, dit ten behoeve van het agrarisch hobbybedrijf. Ik vraag u deze bebouwingsmogelijkheid te creëren op het perceel met nummer 734.
Pagina 1 van 6 20
Ten derde. Het college wil vast houden aan de bestemming ‘Agrarisch’ voor wat betreft een groot deel van het perceel met nummer 734. Gezien de ligging van het perceel, dat grotendeels is ingeklemd door percelen met een bestemmingsvlak ‘Wonen’, is het onmogelijk om invulling te geven aan de in de omschrijving van deze bestemming neergelegde activiteiten. Ik vraag u om die reden het perceel met nummer 734 te betrekken bij het bestemmingsvlak ‘Wonen’.
Ten vierde. Het ten zuidoosten gelegen perceel, aan de Gagelkampweg, heeft een groot oppervlak voor wat betreft bestemmingsvlak ‘Wonen’. Onderdeel hiervan vormt het perceel met nummer 1367, dat in het vigerende bestemmingsplan een agrarische bestemming heeft. In het nieuwe plan wordt dit perceel betrokken bij het bestemmingsvlak ‘Wonen’. Kijkend hiernaar vraag ik u niet te terughoudend te zijn bij het volledig bestemmen van het perceel met nummer 734 als bestemmingsvlak ‘Wonen’. Immers, met het perceel met nummer 1367 is het college ook niet conserverend geweest, dus waarom wel met het perceel met nummer 1367? Geldt hier niet het gelijkheidsbeginsel?
Samenvattend stel ik dat er voldoende argumenten zijn aangevoerd om het perceel met nummer 734 als ‘Wonen’ te bestemmen. Wat is voor het college nog de meerwaarde om dit stukje grond agrarisch te houden?
Ik dank u voor uw aandacht.
Lowijs advies,
Bert Lowijs.
Pagina 2 van 6 21
Perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie G, nr. 734
Pagina 3 van 6 22
Kadastrale situatie
Pagina 4 van 6 23
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat: a.
intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan binnen bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
b.
binnen een bouwvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
c.
mestvergistingsinstallatie van bedrijfseigen mest met een maximale capaciteit van 36.000 ton per jaar;
d.
de bestaande gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van voorzieningen ten behoeve van voorzieningen ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, een boerderijterras en een boerderijwinkel tot een oppervlakte van niet meer dan 150 m²;
2. de hierna genoemde nevenactiviteiten, op de hierna genoemde percelen: a.
Bruggenhoek 2, landbouwmechanisatiebedrijf;
b.
Meenseweg 4, landbouwmechanisatiebedrijf;
c.
Meenseweg 10, loonbedrijf;
d.
IJsseldijk 1, vergader- en opleidingsplaats, met dien verstande dat:
de activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing;
de agrarische bedrijfsfunctie primair is en blijft;
de maximale gezamenlijke bebouwingsoppervlakte die voor deze activiteit wordt gebruikt niet meer dan 375 m2;
3. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor de instandhouding van de aanwezige karakteristieke hoofdvorm van bouwwerken; 4. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', een gebruiksgerichte paardenhouderij; 5. de instandhouding van wegen, paden (inclusief kabels en leidingen) en infrastructurele voorzieningen en de aanleg van infrastructurele voorzieningen; 6. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen sprengen en beken, en voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers; 7. extensief recreatief medegebruik; 8. agrarisch beheer van gronden; 9. instandhouding van de per gebiedstype voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden zoals hierna ter plaatse van de aanduiding is aangegeven:
Pagina 5 van 6 24
aanduiding
landschaps- en natuurwaarden
'specifieke vorm van agrarisch met
- Kleinschalig halfopen landschap
waarden - dekzandruggen en oude
- Reliëf van bolle akkers / enken
bouwlanden'
- Enken open houden, randen markeren met beplanting - Aanplant langs wegen en paden - Erfbeplanting, bosjes en houtwallen
'specifieke vorm van agrarisch met
- Brede beekdalen: openheid behouden
waarden - beekdalen'
- Natte ondergrond - Kavelbeplanting alleen langs perceelsgrenzen - Open houden bij directe overgang naar dekzandrug
'specifieke vorm van agrarisch met
- Openheid behouden
waarden - hooilanden'
- Terughoudend met erfbeplanting / bebouwing - Grasland - Kavelbeplanting op grens gebiedstype hooiland
'specifieke vorm van agrarisch met
- Karakteristieke verkaveling: wegen langs
waarden - broeken'
ontginningsassen aanplanten met populieren, essen of iepen - In verrommelde delen: heggen als kavelgrens en erfbeplanting toepassen
10. met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen - niet zijnde windturbines - andere werken, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs-natuur' geen teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan.
Pagina 6 van 6 25
13 februari 2012, Reactie op ongegrond verklaren zienswijze Buitengebied West nummer 157065 Familie Baumann, Wapenvelder Kerkweg 12b en 12c
Overwegingen en conclusie gemeente Heerde Overwegingen van de gemeente Heerde: De aangedragen argumenten geven geen aanleiding om de woningen als vrijstaand te bestemmen. Voor de legalisatie van de woning is de huidige feitelijke (en niet de historische of gewenste) situatie van belang. De woningen zijn verbonden door middel van een bijbehorend bouwwerk en daarom te beschouwen als aaneen gebouwd. Conclusie: de ingediende zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing in het bestemmingsplan.
Reactie familie Baumann Kern van de overwegingen van de gemeente Heerde om de zienswijze ongegrond te verklaren, is de huidige feitelijke (en niet de historische of gewenste) situatie . De huidige situatie is echter vrijstaand. Dit wordt nog een bevestigd door de op 29 april 2009 door de gemeente Heerde verleende reguliere bouwvergunning ten behoeve van restauratie van de boerderij uit 1716. Deze reguliere bouwvergunning heeft het mogelijk gemaakt om de woning Wapenvelder Kerkweg 12 B te gebruiken als burgerwoning en te verbouwen conform de bij de bouwvergunning behorende bescheiden. Uit de bijbehorende bescheiden blijkt dat de vergunning voorziet in het verbouwen van een vrijstaande woning. Bijgaand een citaat uit Zienswijze 157065 daaromtrent: “Tenslotte wordt gewezen op de op 29 april 2009 door uw gemeente verleende reguliere bouwvergunning. Deze reguliere bouwvergunning maakt het mogelijk om de woning Wapenvelder Kerkweg 12 B te gebruiken als burgerwoning en te verbouwen conform de bij de bouwvergunning behorende bescheiden. Uit de bijbehorende bescheiden blijkt dat de vergunning ziet op het verbouwen van een vrijstaande woning. Het bouwen conform de bouwvergunning verplicht cliënten dus om een vrijstaande woning te (ver)bouwen. Door de aanduiding ‘twee aaneen’ op te nemen in het bestemmingsplan wordt afbreuk gedaan aan het historische karakter van de percelen en de zich daarop bevindende bebouwing alsmede worden de cliënten gedwongen in strijd met de aan hen verleende vergunning te handelen. “ Conclusie De feitelijke situatie is dat er geen sprake is van aaneenschakeling van de woningen.
26
Land- en Tuinbouw Organisatie Noord
Notitie
Onderwerp: Datum: Auteur: Referentie:
Inspreeknotitie bestemmingsplan Buitengebied Heerde-West 13 februari 2012 T. Jalink 13-02-2012.GF.bc
Beste raadsleden, Mijn naam is Tonnie Jalink, voorzitter van LTO Noord afdeling Noordoostveluwe. LTO Noord afdeling Noordoostveluwe is van mening dat het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Heerde-west voldoende ruimte moet bieden voor de agrarische sector. Het bieden van goede uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector is noodzakelijk. Daarin schiet het bestemmingsplan op een aantal punten tekort. Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik om een aantal aandachtspunten nader aan u toe te lichten. Voldoende bouwblokgrootte De trend is dat het aantal bedrijven de komende jaren verder zal afnemen. Om sterk te blijven, is schaalvergroting noodzakelijk voor de agrarische ondernemers. Hierbij hoort een voldoende groot bouwblok. Schaalvergroting is voor veel ondernemers in de land- en tuinbouw een voortgaande en noodzakelijke bedrijfsstrategie om inkomen en continuïteit te verzekeren. Veranderingen in de markt en de samenleving en de noodzaak van verduurzaming vergen investeringen, die deze bedrijven alleen kunnen dragen door tevens het bedrijf op te schalen. Ook in de komende jaren zal dit proces voortgaan. Door een te streng planologische regime in het bestemmingsplan kunnen bedrijven worden gehinderd om te investeren in verduurzaming. Geef de agrarische sector in onze gemeente dan ook de ruimte. Ruimte in de zin van voldoende grote bouwpercelen. Het bestemmingsplan heeft een looptijd van 10 jaar. Er moet dus niet alleen gekeken worden naar de bedrijfsomvang van nu, maar naar het tijdsbestek van 10 jaar. Houd als gemeente rekening met de moderne welzijns- en milieueisen. Het dierenwelzijn vereist in de toekomst meer ruimte per dier dus meer ruimte op het bouwblok. Daarnaast komt er steeds meer vraag naar energieopwekking op locatie; ook dit vraagt om ruimte. Daarnaast vragen de aan- en afvoerwegen ruimte op het bouwblok. Daarbij zijn de bouwblokken in het ontwerp bestemmingsplan beperkt in omvang met een bovengrens van 0,5 tot 1 ha. Op dit moment zijn er bedrijven in de gemeente die hier al tegen aanlopen. De gemeente geeft aan dat via een afwijkingsbevoegdheid agrarische ondernemers ten westen van het Apeldoorns kanaal hun bouwblok kunnen uitbreiden tot maximaal 1,5 ha en ten oosten van het Apeldoorns Kanaal tot 2 ha. Wij pleiten ervoor dat de gemeente bij recht een bouwblokgrootte van 1,5 ha bij recht toestaan en agrarische ondernemers de mogelijkheid biedt om onder voorwaarden hun bouwblok kunnen uitbreiden tot 2 ha voor het gehele buitengebied West van de gemeente Heerde. Ruimte mestsilo’s LTO Noord verwacht dat veehouders in toenemende mate mest moeten opslaan is mestsilo’s. Hiervoor zijn meerdere redenen aan te wijzen. Door de verplichting tot emissiearm bouwen zullen veehouders stalsystemen gaan toepassen met dichte vloeren waarbij de mest in een afgesloten silo wordt opgeslagen. De minimale mestopslagcapaciteit is dit jaar verhoogd van 6 naar 7 maanden. Dit heeft te maken met het verkorten van de periode waarin mest uitgereden mag worden. Veehouders zullen daarom moeten beschikken over een grotere mestopslagcapaciteit zodat mest later kan worden uitgereden. Ook leiden de verscherpte aanwendingsnormen ertoe dat mest vaker zal worden gescheiden in verschillende fracties die apart worden opgeslagen.
LTO Noord - Zwartewaterallee 14 - 8031 DX Zwolle - Postbus 240 - 8000 AE Zwolle T 088 - 888 66 66 - F 088 - 888 66 34 - E
[email protected] - I www.ltonoord.nl Het hoofdkantoor is gevestigd in Zwolle
27
Tenslotte verwachten wij dat meer veehouders mestvergisting zullen toepassen voor het opwekken van duurzame energie. LTO Noord pleit er voor dat de gemeente mestvergisting op grotere schaal dan enkel erfvergisting onder voorwaarden mogelijk maakt. Agrarische ondernemers kiezen in de toekomst steeds meer voor samenwerking. De capaciteit is voor samenwerkingsverbanden een kritische factor. Ook hiervoor zijn mestsilo’s nodig. Mestsilo’s moeten worden opgericht binnen het bouwblok. Veel bouwblokken bieden hiervoor onvoldoende ruimte. In het bestemmingsplan zou een afwijkingsmogelijkheid moeten worden opgenomen, gelijk aan de regeling voor kuilvoerplaten en sleufsilo’s, zodat door het verlenen van een omgevingsvergunning een mestsilo buiten het bouwblok kan worden toegestaan. In de regels is een maximale bouwhoogte opgenomen voor mestsilo’s van respectievelijk 4 meter. De wandhoogtes van standaard mestsilo’s variëren van 4 tot 7 meter, waarvan de onderzijde onder het maaiveld komt. De goothoogte van een standaard mestsilo zal daarom 3 tot 6 meter bedragen. Het hoogste punt van de kap zal tot 3 meter boven de wand komen. De bouwhoogte is dan circa 9 meter. Dat houdt in dat in veel gevallen de goothoogte hoger zal zijn dan de maximale hoogte die het bestemmingsplan toestaat. Voor de maximale bouwhoogte zal regelmatig een afwijking nodig zijn en is de afwijkingsruimte zeer beperkt. Wij stellen daarom voor om de maximale bouwhoogtes voor mestsilo’s een goothoogte te hanteren van maximaal 6 meter en een bouwhoogte maximaal 10 meter. Wij verzoeken u deze maatvoering aan te passen in de bouwregels. Tot slot Kortom, wij pleiten voor meer ontwikkelingsruimte voor de agrarische sector in de gemeente Heerde. Alleen dat geeft garantie voor een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied van Heerde, zowel in economisch en milieuopzicht als voor het welzijn van dieren. Ik dank u voor uw aandacht. Tonnie Jalink Voorzitter LTO Noord afdeling Noordoostveluwe
282
H.J. Hage, Mussenkampseweg 5, 8181 PJ HEERDE telefoon: 0578-690432 mobiel: 0653.30.45.83 e-mail:
[email protected] fax. : 0578-690452
Datum : 12 februari 2012 Onderwerp : Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buitengebied West; inspreken tijdens de commissievergadering van 13 februari 2012 n.a.v. zienswijzenota paragraaf 4.63 Ref.: 2012-02-12 gemeente Heerde zienswijze Uw ref.: LO/Ontwikkeling dossiernummer 6455
Aan de leden van de commissie Ruimtelijke Ordening van de gemeente Heerde,
[email protected]
Geachte Commissie, In reactie op het verslag van de hoorzitting 17/1/2012 ben ik van mening dat de volgende punten niet op juiste wijze aan de orde zijn geweest, dan wel zijn onderbelicht: 1. Middels mijn schrijven d.d. juli 2003 heb ik juist géén informatie kunnen inwinnen m.b.t. de mogelijkheden van het pand Mussenkampseweg 5/5a. Ik had juist behoefte aan informatie en gaf daarom in genoemd schrijven punt voor punt aan wat onze bedoeling was na eventuele aankoop. Onder punt 3 in hetzelfde schrijven heb ik aangegeven het huisje 5a voor bewoning van onze dochter beschikbaar te zullen stellen. Ambtenaren waren niet bereid op mijn vragen in te gaan vanwege werkdruk. 2. Nadat wij begin oktober 2004 de voorlopige koopakte akte hadden getekend, vond op 15 november 2004 een gesprek plaats met de gemeente, met het onder punt 1 genoemd schrijven als uitgangspunt. Er is op geen enkele wijze aangegeven, dat huisje 5a niet bestemd zou mogen worden voor bewoning. 3. De gemeente heeft op 9 februari 2005 een brief verzonden “waarin opgenomen is dat de bewoning van het bijgebouw niet gelegaliseerd is.” - Wij werden op 1 maart 2005 eigenaar van het pand Mussenkampseweg 5/5a - Aan wie is deze brief verzonden? Immers, wij waren al bekend als toekomstige eigenaar. - Wat wordt bedoeld met bijgebouw? - Thans wordt steeds gesproken van bakhuis. - Het bakhuis is en was een ander gebouw op het erf dan het bijgebouw c.q. bakhuis zoals bedoeld door de gemeente. 4. T.a.v. de WOZ verzoeken wij u duidelijkheid te verschaffen. - Eerst wordt wel afzonderlijk WOZ berekend (tot 2000); welke grondslag? - Ook vóór 1989 werd WOZ in rekening gebracht, onder de naam OG-belasting. Hoe was hiervoor de grondslag? - Vanaf 31 december 2003 zijn WOZ-objecten samengevoegd; geldt dit voor elk object in de gemeente? 29
-
Zijn er taxatierapporten beschikbaar van vóór en ná 31 december 2003 en zijn deze ter inzage?
5. Het huisje is niet op 1 mei 2005 door onze dochter in gebruik genomen, maar op 1 maart 2005. 6. Wij voelen ons door de nu ontstane situatie ernstig benadeeld. Een situatie, die ons vertrouwen in de rechtstaat ondermijnt. Onze afwegingen destijds om tot aankoop over te gaan kende (zoals zo vaak) positieve en negatieve kanten. Nu bewoning van 5a mogelijk niet gelegaliseerd wordt, zou dat het doorslaggevende aspect geweest zijn het pand niet te zullen kopen, naast de negatieve punten zoals de staat van onderhoud en de ligging van de snelweg A50 op minder dan 50 meter. Waarom waren ambtenaren niet bereid om al in juli 2003 te reageren? 7. T.a.v. de rol van de rol die bakhuisjes vroeger vervulden, wordt géén reëel beeld geschetst. Immers, het was algemeen gebruikelijk dat familie of anderen deze voor bewoning gingen bestemmen. Nu nog zijn er daarom overal in den lande en dus ook in de gemeente Heerde - veel bakhuisjes bewoond. Zoals ik eerder heb aangegeven, was dit aspect ook bij ambtenaren en rechtsdienaren algemeen bekend en geaccepteerd. 8. Ik herhaal mijn woorden uit een eerder betoog: Wij kunnen begrip hebben voor het beëindigen van gedoogsituaties, maar doe dit met het oog op de toekomst en niet vanaf een willekeurig moment uit het verleden. Op grond van alle informatie, die wij hebben aangedragen en toegelicht, verzoeken wij u het bestemmingsplan zodanig vast te stellen, dat bewoning van het huisje 5a is toegestaan. Hoogachtend, H.J. Hage.
30
31
32
33
Geachte heer/mevrouw, Het betreft Wapenvelderkerkweg 14 Het volgende wil ik graag op de commissievergadering mededelen: 1. Mag bedrijf`s bestemming worden opgesplitst zodat woning als woon bestemming blijft. 2. Kan het worden omgezet naar woon bestemming met een neven functie.
Met vriendelijke groet Edwin Hofman
34
Verslag extra openbare vergadering commissie Ruimte 27 februari 2011 Aanvang Plaats Aanwezig
Afwezig met kennisgeving
19.30 uur raadzaal gemeentehuis te Heerde de voorzitter: J. den Boef-Roeke de leden: S.A. van Amerongen, J. Bijsterbosch, S. Buist, G.J. van Dijk, A. van Dijk-Bruins, J. Grotenhuis-van der Horst, H. Hulsebos, T. Jalink (vanaf agendapunt 14), G. Smit-Rorije, W. Visscher, H.R. Visser en W. de Weerdt het college: de heren H.G. Van der Stege en A. Westerkamp en burgemeester W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen de griffie: B. Espeldoorn-Bloemendal, J. van der Beek-van Weeghel De heer J. Tuinman
5 Algemeen
10
1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen hartelijk welkom. Deze vergadering is een vervolg van de vergadering van 13 februari. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
15
20
25
30
35
40
6. Bestemmingsplan Buitengebied West Hulsebos: er zijn vele uren in dit plan gestoken. Belanghebbenden hebben ingesproken of zijn gehoord. De 13e was een leuke commissievergadering. Een belanghebbende heeft daarna mevrouw Sipman gesproken. Die heeft gezegd dat er niet wordt gekeken naar de zienswijzen en de reactie van de insprekers. Het college heeft het afgetimmerd. Ze zou niet weten waar te moet beginnen. Toen spreker de reactienota zag, moest hij constateren dat er inderdaad niets was meegenomen. Klopt dit, mevrouw Sipman? Westerkamp: het is niet de bedoeling dat commissieleden ambtenaren bevragen. De ambtenaar zit er ter ondersteuning van het college. Hij vindt het ook heel jammer dat de heer Hulsebos een ambtenaar zo heeft neergezet. Het college heeft veel bewondering voor haar. Het college legt verantwoording af. De manier waarop de heer Hulsebos over haar spreekt, verdient de medewerker zeker niet. Hulsebos: stelt dan dezelfde vraag aan de heer Westerkamp. Westerkamp: is niet bij het gesprek geweest dat de heer Hulsebos met de inwoner heeft gehad. Het college heeft een reactienota gemaakt, waarin het heeft beschreven wat er is gedaan. Het college is unaniem van mening dat de reactienota verduidelijking van het bestemmingsplan geeft. Hulsebos: wil graag verduidelijking van de zin op blz. 5 van 8: In het kader van KWP 3 … administratieve correctie. Westerkamp: dat wordt inderdaad als een administratieve correctie beschouwd en maakt geen onderdeel uit van het KWP 3. Afgewacht moet worden hoe de provincie hier mee omgaat. Deze woningen zullen niet als zodanig bij de provincie worden aangemeld. In onze buurgemeenten is dit op dezelfde manier naar voren gebracht. Visser: had gevraagd om een overzicht van anterieure overeenkomsten die zijn gesloten. Dit mist hij bij de stukken en wil die graag alsnog. Waarom hoeven de mensen niet te betalen voor een woning die ze gelegaliseerd krijgen? Uit de tekst op bladzijde 7 van 8 maakt hij op dat bedrijven wel moeten betalen. Waarom is dit onderscheid gemaakt? Wat betreft de archeologie is het van belang bij de vaststelling van de raadsagenda eerst de nota archeologie vast te stellen en dan dit plan aan de orde te stellen. Sipman: de overeenkomsten worden beschikbaar gesteld in de leeskamer. Er zijn drie bedrijven waarvoor legalisatie plaatsvindt. Daar zijn aparte overeenkomsten voor gesloten. Er mag niet twee keer iets onder het overgangsrecht geplaatst worden. Het is niet mogelijk om geen beslissing te nemen. Het is inderdaad goed dat de nota archeologie eerst wordt vastgesteld en dan het bestemmingsplan
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 1 van 9 35
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
buitengebied. Buist: de klus die geklaard is, is een hele grote geweest. Waarderend woord voor diegenen die dat hebben gedaan. Maar daar horen wel kritische vragen bij. De PvdA heeft gevraagd om een soort van herbeoordeling van de zienswijzen die waren ingediend. Daarbij moet het college kijken naar het totale verhaal. Dat zou een redelijkheidtoets kunnen heten. Over die suggestie wil hij graag een uitvoeriger verhaal van het college horen. Op pag. 4 van de reactienota van het college staat dat er geen nieuwe feiten of inzichten zijn. Wie vindt dat? In de afgelopen periode is er onder het oude bestemmingsplan best een aantal gevallen geweest dat mensen op het erf mochten bijbouwen, als dat met zorg te maken had. Als de zorg niet meer noodzakelijk of gestopt werd, moest worden overgegaan tot sloop. In hoeveel gevallen is er zo’n toezegging gedaan en in hoeveel gevallen is overgegaan tot sloop? Het maken van een nieuw bestemmingsplan is een hele klus. Wat ziet hij gebeuren: mensen maken een plan, diezelfde mensen voeren gesprekken. Dan komen er officiële zienswijzen. Diezelfde mensen verwerken die. Als dat gebruikelijk is dan heeft hij daarmee te dealen. Maar hij kan zich voorstellen dat de heroverwegingstoets door anderen gemaakt wordt. Dat kan wel veel zeggen over de acceptatie van de mensen die de zienswijze hebben ingediend en de mensen die gehoord zijn. Hij hoort graag wat de wethouder hier van vindt. Westerkamp: niet alle zienswijzen zijn opnieuw naast de meetlat gelegd. Er is intern door verschillende mensen naar de reactienota en naar de reactie van de insprekers gekeken. Het college komt tot de conclusie dat er geen nieuwe feiten zijn die de reactienota moeten wijzigen. Er zijn veel mensen bij de bestemmingsplannen betrokken, zowel in- als extern. Dit wordt niet door 1 ambtenaar getrokken. Van alle kanten wordt zo’n procedure belicht door verschillende ambtenaren. Er is al het mogelijke gedaan om dit zo goed mogelijk voor de commissie neer te leggen. Sipman: gaat het met betrekking tot het gevraagde overzicht om de gevallen van mantelzorg? Buist: juist, en het daarvoor bijbouwen. Sipman: zal voor 12 maart kijken of de antwoorden te geven zijn. De Weerdt: dacht dat de commissie vanavond een verbetering kon hebben op de inhoud. Hij krijgt geen goed gevoel bij de opmerking van de heer Hulsebos. Hij heeft zich al een tijdje afgevraagd wat de invloed van de raad zou kunnen zijn. Er moet wel in de lijn van de wet gewerkt worden. Hij had graag gezien dat er aangegeven werd dat er mogelijkheden tot ontheffing zouden zijn. De gemeente had nu schoon schip kunnen maken. Vage dingen uit het verleden hadden nu verhelderd kunnen worden. Veel mensen hebben het uit de krant moeten lezen. Wat is de rol van de raad in de besluitvorming? Westerkamp: over de communicatie zijn afspraken gemaakt. Ook in de commissie. Er is een aantal keren gepubliceerd. Er is afgesproken dat er geen persoonlijke benadering zou plaatsvinden. Hij herkent zich niet in de gevoelens van de heer De Weerdt. De raad is om de kaders vast te stellen en heeft 12 maart alle invloed om iets in te brengen om een wijziging in het plan door te voeren. Van Dijk: heeft grote moeite met dit agendapunt. Ten aanzien van de besluitvorming gaat het nog niet goed. In de vorige commissie heeft hij het college gevraagd deze moeilijke materie nog eens tegen het licht te houden. Daarbij moet het niet alleen kijken naar de insprekers en de indieners van de zienswijzen. Maar er moet gekeken worden of er geen willekeur in zit. Hij vindt het bijzonder teleurstellend dat dit niet gebeurd is. Het was niet de bedoeling alleen de zaken van de tien insprekers nog eens tegen het licht te houden. Er is totaal niets gewijzigd in het plan na de vorige commissievergadering. Er ligt nu wel een goede reactienota. Daar maakt hij de complimenten voor. Maar de inhoud verdient nog niet de complimenten. Het is een conserverend plan, maar dan nog vindt hij willekeur al heel breed in de stukken. Bij de ene worden zaken wel en bij de andere niet gehonoreerd, terwijl het om een zelfde soort vraag gaat. Het belang van de gemeente wordt daar bij gewogen. Het grote probleem is ontstaan doordat er in de afgelopen 20 jaren niet gehandhaafd is door de verschillende colleges. Als dit nu vastgesteld is, dan is er een aantal zaken dat gehandhaafd moet worden. Hoe denkt het college dit te doen, als dat al 19 jaar niet gebeurd is? Dat is nagenoeg onmogelijk. Mensen die 19 jaar in een woning wonen kunnen er niet zomaar uitgezet worden. Op blz. 2 van 8 staan legalisatiecriteria ten aanzien van bekende illegale situaties. Als deze bekend zijn, dan had het college kunnen handhaven. Maar er zullen ook nog onbekende zijn. Ten aanzien van de recreatie, blz. 3, bouw en gebruiksmogelijkheden dagrecreatiebedrijven: met betrekking tot de beschikking van de Koerberg wordt zonder verdere motivatie uitgegaan van 260 in plaats van 90. Hoezo conserverend? De VVD vindt dat onvoorstelbaar dat dit moet gaan gebeuren. Legaliseren van woningen, blz. 6 van 8, 2e regel: is een pand meer dan 20 jaar aanwezig? Is dat bestemmingsconform of conform de oorspronkelijk beoogde functie? In de bezwaren is veel voorgekomen dat er een bouwvergunning is verleend, terwijl dat niet mocht op basis van het
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 2 van 9 36
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
bestemmingsplan. Er staat niet in het schema dat er permanent bewoond moest worden. Hoe is dat te controleren en te handhaven? Het is niet eerlijk als mensen die de laatste drie jaar bewust het pand niet bewoond hadden, in afwachting van het bestemmingsplan, nu de woning niet gelegaliseerd krijgen. Hoe denkt het college de criteria te handhaven om te legaliseren als een recreatiewoning niet permanent bewoond is geweest omdat dit niet mocht? Wat gaan er gedaan worden met alle ambtelijk doorgevoerde wijzigingen? Is er overlegd met de eigenaren van de plannen als bestemmingen er zijn afgehaald? De raad zit niet te wachten op claims etc. Ten aanzien van het verschuiven van bouwblokken is er bij de een eenvoudig gehandeld en bij de ander kan het niet. Hier wordt willekeur toegepast. Hoe moeten de burgers en de raad daar mee omgaan? Dat had hij graag tegen het licht gehouden gezien. Hij vindt het van de zotte dat het niet gebeurd is. Het college heeft niet gedaan wat de commissie gevraagd heeft. Er zijn geen definities uitgewerkt. Alle woningen in het buitengebied mogen nu een beeldentuin hebben, omdat er geen beschrijving van is. Hij zit er mee hoe het nu verder moet. Er zijn nog een heleboel situaties waar de raad ja of nee moet zeggen. Hij heeft een lijst van 30 punten. De vraag is of die nu te behandelen of in de raad. De macht van de raad is om hier over te beslissen. Hij is geneigd te vragen om een aparte raadsvergadering voor dit agendapunt, want dan is hij nog wel een paar uur bezig. Westerkamp: benadrukt dat de reactienota veel vragen van de commissie wel beantwoord. Hij kan zich niet vinden in de benadering “willekeur”. Het college is niet tot andere conclusies gekomen, dan het had aangegeven. Conserverend betekent niet dat er geen wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke bestemmingsplan worden aangegeven. Er is een aantal nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Dat is in de reactienota ook uitgelegd. Hij herkent zich niet in de opmerking dat als het belang van de gemeente groot is de wijziging sneller of niet doorgevoerd zou zijn. Handhaving is in Heerde niet het sterkste punt geweest. Wat niet bekend is, is moeilijk in beeld te brengen. Het college kent niet alle illegale situaties. Er is zo’n 7 à 8 jaar geleden ingezet op handhaving. Als het bestemmingsplan is vastgesteld, dan zal het college de situaties bekijken. Er wordt dan getoetst hoe er met een bepaalde situatie omgegaan moet worden. Het bijgevoegde schema komt uit de stukken die de raad heeft vastgesteld. Op basis hiervan moest het college toetsen of iets gelegaliseerd moest worden of dat e reen woonbestemming moest worden gegeven. Daar is zorgvuldig mee omgegaan. Hij weet niet of de ambtelijke wijzigingen 1 op 1 teruggekoppeld zijn. De definities zullen in de nota van wijzigingen meegenomen worden. Die is bij de stukken meegestuurd. Het college zal trachten meer helderheid te geven in de vragen die onvoldoende beantwoord blijken te zijn. Sipman: met betrekking tot de Koerberg is voor het toekennen van kampeereenheden gekeken naar mogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan en de WOR-beschikking. Voor de Koerberg heeft dat geen vermindering opgeleverd. In beleid is vastgelegd dat een pand meer dan 20 jaar aanwezig moet zijn. In de toepassing is het gebruik meegenomen. In alle situaties is gekeken of het gebruik meer dan 20 jaar is geweest, gemeten vanaf het moment dat het beleid is vastgesteld. Als de wijziging voortkomt uit een zienswijze is een brief gestuurd met de reactie op de zienswijze. Als er een ambtelijke wijziging is doorgevoerd is de reactie gepubliceerd op het internet. Van Amerongen: er zijn drie oppositiepartijen die kritische geluiden hebben laten horen over dit plan. Zij voegt zich hier graag bij. Al veel van haar vragen zijn ook gesteld. GroenLinks vindt het heel jammer dat de raad zo weinig invloed heeft op een bestemmingsplan als dit. Ze vindt het teleurstellend hoe met de reacties van de zienswijzen wordt omgegaan. De boodschap is dat de raad zich hier niet zo goed raad mee weet. In de memo die is toegevoegd staat op blz. 9 een passage over de MER. De commissie vindt dat de gemeente net met de hakken over de sloot dit plan kan laten ingaan. Het is nodig geweest dat Arcadis hierop een onderbouwing heeft gegeven. GL is hiervan niet overtuigd. LTO heeft aangegeven, dat op de Noord Veluwe het ammoniakgehalte is gestegen, terwijl het in de rest van Gelderland daalt. Er moet geen intensieve veeteelt meer worden toegestaan. In Heerde zijn er nu nog tien. Het is jammer dat toch tot 2 ha uitbreiding mogelijk is, terwijl andere provincies 1,5 ha voldoende vinden. Het gaat niet alleen om Natura 2000 maar ook om Humana 2012. Hoe wordt er gekeken naar de omgevingsfactoren, genoemd op blz. 10? In hoeverre gaan de tien intensieve veeteeltbedrijven voldoen aan de nieuwe eisen van 2013? Westerkamp: verwijst naar het raadsvoorstel en de reactienota. Daarin is aangegeven hoe de raad invloed heeft kunnen hebben en nog heeft. De raad is bij het inzetten van het beleid betrokken geweest. De uitgangspunten zijn door de raad vastgesteld. Sipman: de wet bepaalt dat ook de milieueffecten in beeld gebracht moeten worden. De bedrijven hebben de milieueffecten in beeld gebracht. In de MER is opgenomen dat de
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 3 van 9 37
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
ruimte die geboden wordt effecten heeft op Natura 2000. De grootte van de bouwblokken differentiëren. Er is volgens de MER niet inzichtelijk gemaakt wat daar de effecten van zijn. Dat heeft Arcadis onderzocht. Als theoretisch gebruik wordt gemaakt van alle mogelijkheden uit het bestemmingsplan, dan is er voldaan aan het doel van de MER-regelgeving. Het is niet het geval dat nieuwe bedrijven worden toegestaan in het verwevingsgebied. Alleen als binnen het plangebied een bedrijf vanuit een slechtere locatie weggaat, mag deze verplaatsen naar een ander gebied. Die mogen maximaal 1 ha zijn. Door de scherpe formulering van de omgevingstoets, wordt rekening gehouden met de afstanden tussen de bedrijven. Van Dijk: is nog niet veel blijer geworden van de beantwoording. In de hele nota zijn geen criteria te vinden waaraan het college gaat toetsen aan daadwerkelijke bewoning als het gaat om wel of niet legaliseren. Het is terecht dat de raad het plan vaststelt. Het is ook terecht dat hij er op terugkomt dat er alleen maar iets in staat over de aanwezigheid van het pand en niet over de bewoning. De mensen moeten ambtelijke wijzigingen zelf maar uitzoeken. Dat moet wel duidelijk richting de burger worden aangegeven. Juridisch klopt het wel, maar de gemeente mag niet verwachten dat de burger alles zelf maar uitpluist. Ook met de ambtelijke toezeggingen in de aanloop naar het plan is niets gedaan. Er zijn verwachtingen gewekt. De burger heeft al jarenlang rechten betaald bijvoorbeeld. Al die argumenten worden weggewuifd. Hij durft de strijd aan te gaan of dit juridische argumenten zijn. Van een illegale woning in onbewoonde staat wordt gezegd dat het geen woning is omdat er niet gewoond wordt. Het huidige gebruik is in tegenspraak met de voorwaarden voor de WOZ-waarde. Hij verwacht nog heel veel claims over teruggave van de WOZ-betalingen. WOR beschikkingen: blz. 7, ten aanzien van de Koerberg vindt hij een aantal van 90 of 260 een aanmerkelijk verschil. Daar moet beter naar gekeken worden. Als de raad op 12 maart het bestemmingsplan moet goedkeuren moeten ook de definitieve teksten beschikbaar zijn. Waarom elke woningen een beeldentuin mag hebben is niet duidelijk. Er staat een aantal malen dat in het kader van het LOP (=landschaps ontwikkelingsplan) een inrichtingsplan vereist wordt. Hoe gaat het college handhaven dat het ook uitgevoerd wordt? Hij vraagt aan de andere partijen of zij het acceptabel vinden om dit plan op 12 maart te behandelen. Westerkamp: de omschrijving komt nog en er zal specifiek op de procedure worden ingegaan. Hij is blij dat de heer Van Dijk tot de conclusie komt dat het juridisch wel klopt. Aan een mondelinge toezegging van een wethouder, raadslid of ambtenaar kan niemand recht ontlenen. Dat is in de reactienota ook toegelicht hoe hier mee is omgegaan. Van Dijk: verzoekt het college dan om in de eerstkomende Schaapskooi aan te geven dat geen enkele vraag mondeling moet worden gesteld, maar dat dit schriftelijk gedaan moet worden. Westerkamp: zal dit niet in de Schaapskooi opnemen en dit in het college bespreken. Buist: het is jammer dat de sfeer wat minder aangenaam wordt. Er zitten tientallen mensen te wachten op een aantal extra vierkante meters bebouwing. De fractie vraagt zich af wat nu het belang is om de vergadering van 12 maart te halen. Een aantal mensen kan niet instemmen met wat er nu ligt. Er moet rekening gehouden worden met allerhande belangen. De PvdA vraagt alsnog om een redelijkheidtoets. Het zou goed zijn om er nog eens goed en in alle rust naar te kijken. De fractie heeft er geen bezwaar tegen om het nog een raadsvergadering op te schuiven. Het is beter er meer tijd in te stoppen en er goed naar te kijken, dan dat er veel mensen richting de rechter gaan. De heer Van Dijk heeft wel een punt als het gaat om de ambtelijke aanpassingen in het plan en het persoonlijk informeren van de belanghebbenden. Richting de GBP-fractie geeft hij aan te proberen er bij te zijn als er hoorzittingen zijn. De Weerdt: is bij de hoorzittingen aanwezig geweest. Hij wil graag uitleg. Buist: doet geen insinuaties. De GBP is niet bij alle sessies aanwezig geweest als het om de hoorzittingen gaat. De Weerdt: vraagt wat het nut is van de opmerkingen. Westerkamp: heeft geprobeerd uit te leggen hoe het tot stand is gekomen. Het is jammer als het uitgesteld moet worden. Een uitstel voegt niets toe. Er zijn ook inwoners die wachten met hun plannen op de behandeling van 12 maart. Het college zal niet tot meer legalisatie komen of tot een andere beoordeling wat betreft het ontwerpbestemmingsplan als nu wordt voorgelegd. Hij pleit er voor het in de raad van 12 maart wel te behandelen. Visser: het is vooral belangrijk dat hier een zorgvuldig proces bewandeld is. Dat idee heeft de fractie wel. De gang naar de rechter staat nog open. Het proces verdient heel veel waardering. Er zullen best fouten of onvolkomenheden in zitten. Daar zal de rechter zich dan wel over uitspreken. Er is geen reden nu op de rem te stappen. Hulsebos: de fractie stelt voor dat het college dit plan terugneemt. De totale commissie heeft gevraagd te kijken naar al die lossen situaties. Visser: de heer Hulsebos kan niet namens iedereen spreken, maar moet dat vooral voor zichzelf doen. Het CDA heeft daar niet om
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 4 van 9 38
5
10
15
20
gevraagd. Hulsebos: vraagt het college hier nog eens naar te kijken. Het gaat om vele tientallen gezinnen die de commissie in de kou laten staan als dit niet serieus genomen wordt. Er moeten ook andere dingen geregeld worden. Op blz. 5 staat wat over handhaven. Daar moeten dan ook criteria voor zijn. Anders neigt er weer willekeur te ontstaan. Naar de heer Westerkamp merkt hij op dat volgens de wethouder de raad vanaf 2004 inspraak heeft gehad. In deze raad zitten 7 van de 17 raadsleden die in die periode in de raad zaten. Hij is er flauw van dat daar steeds op terugverwezen wordt. Hijzelf en meerdere zitten er in vanaf 2010. Hij heeft het gevoel dat het er nu ineens heel snel doorheen gejast moet worden. Westerkamp: handhaving wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. Dat is vaak maatwerk. Daar zal het college ook zeker proberen om een zo consistent mogelijke lijn in door te voeren. Daar waar mogelijk zal gekeken worden naar de menselijke maat en een persoonsgebonden beschikking worden afgegeven. Hij heeft de raad meegenomen vanaf 2004. Hij neemt aan dat het niet de bedoeling is dat alles van voor 2010 dan komt te vervallen. Ook de inwoners hebben recht op een consistente lijn. Voorzitter: het voorstel van een aantal partijen is om de behandeling door te schuiven naar de raad van april. Van Dijk: VVD handhaaft het gedane voorstel. De Weerdt: GBP idem, er moet zorgvuldigheid betracht worden en persoonlijke benadering gezocht. Het is goed in gevoelige gevallen gesprekken aan te gaan. Visser: CDA vraagt niet om uitstel. Visscher: ChristenUnie-SGP ook niet. Buist: heeft de suggestie gedaan het allemaal nog eens langs te lopen. De fractie PvdA vindt het van belang dat dit alsnog gebeurt. Als dat voor 12 maart kan is dat prima. Anders is het handig om zes weken uit te stellen, om richting de burgers een signaal af te geven en het aantal procedures proberen te beperken. Hulsebos: D66 stelt voor het zes weken uit te stellen en goed af te maken. Van Amerongen: GL sluit zich bij de laatste sprekers aan. De meerderheid van de commissie adviseert het voorstel door te schuiven naar een vergadering na 12 maart. Ter kennisneming/informatieverstrekking
25
30
35
40
45
50
14. Regionaal Programma Bedrijventerrein Noord-Veluwe Van Dijk: de provincie Gelderland heeft op 20 december 2011 een brief gestuurd naar de regio Noord Veluwe in het kader van de bedrijventerreinen in Heerde en omgeving. In H2O verband is gesproken over het Bedrijvenpark H2O en de risico’s daarvan. De provincie geeft aan dat er in de hele regio een overaanbod van 22 ha aan bedrijventerrein is. Dat zal ook betrekking hebben op de bezettingsgraad van het Bedrijvenpark H2O en de financiële kant. Daar waar groene licht wordt gegeven voor verdere planvorming vormt zich een risico voor gemeente en marktpartijen. Het is belangrijk dat in het achterhoofd te houden als het gaat over de verdere ontwikkelingen ten aanzien van het Bedrijvenpark H2O. In de brief van de provincie wordt ook gesproken over groen licht voor Eeuwlandseweg Zuid. Daar gaat het over 2 ha. In de gemeentelijke stukken wordt gesproken over 4,5 ha. Als dat anders is dan moet het verschil wel uit de wereld geholpen worden. Er moet nog wel getoetst worden of er voldoende vraag is in de regio en gekeken worden naar de SER ladder waarnaar verwezen wordt. Voordat er geld in gestopt wordt, moet de noodzaak en de financiering goed in beeld gebracht worden. Een derde punt is dat in de totale regio geen enkel bedrijventerrein is waar milieucategorie 6 geplaatst mag worden, met uitzondering van het voormalige bpf terrein. Wat zijn daar in regionaal verband, voor Heerde en voor aanspraak op planschade de gevolgen van door dat eraf te halen? Richting GroenLinks merkt hij op dat het milieutechnisch gezien heel goed als het er af zou gaan. Westerkamp: het stuk geeft de stand van zaken aan. Het is in de regio vastgesteld en door GS akkoord bevonden. Over het wel of niet bouwrijp maken van een volgend deel van het Bedrijvenpark H2O beslist de raad van commissarissen. Het college komt daar graag in een ander verband op terug in de loop van het jaar. Eeuwlandseweg-zuid gaat om het deel Molenweg/Zwolseweg. Als morgen het bestemmingsplan zou worden vastgesteld dan is het grootste deel wel verkocht. Het college maakt zich daar geen zorgen over. Het is volop in gesprek hierover met autobedrijven. Aan de andere kant ligt grond van drie particuliere eigenaren en daar is het college ook volop mee in gesprek. Het college komt met een ontwerp bestemmingsplan naar de raad. Wat betreft de milieucategorie op het voormalig BPF terrein is het zo, dat als een bedrijf zich meld met een heel zware categorie deze doorverwezen wordt naar Harderwijk. In de gemeente Heerde wordt die categorie straks niet meer toegestaan. Hij zal in het verslag laten opnemen tot
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 5 van 9 39
welke milieucategorie men zich in Harderwijk moet melden. Hij weet niet in welk verband de gemeente een schadeclaim zal krijgen. De provincie heeft een deel van het terrein gekocht. Van Dijk geeft aan in de stukken staat dat de categorie voor Harderwijk 5 is (pag. 7). 5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
15. Voortgangsbericht Veessen-Wapenveld Smit: de fractie maakt zich zorgen over de kwaliteit van de grond waar de dijken van gemaakt gaan worden. Van welke kwaliteit is de grond en hoe wordt hier toezicht op gehouden? Ze vraagt hierover in de commissie antwoord te geven. Westerkamp: het is gebruikelijk dat er een schone grondverklaring voor afgegeven wordt. De informatie komt in de volgende informatienota (Toevoeging aan het verslag: Omdat de vraag ook in de commissie van 13 februari was gesteld, kan het antwoord aan het verslag worden toegevoegd. Het risico bij de aanvoer van de grond wordt door de projectorganisatie HWG volledig onderkend. Waterschap, provincie, RWS en gemeente stellen gezamenlijk een toezichtplan op. Dit plan zal zowel systeem, proces als productelementen (SCB) in zich hebben. Dit SCB moet door de aannemer worden ingericht en de projectorganisatie zal hierop toezien. Er worden prikkels ingebouwd, ondermeer in de vorm van betalingen, als niet voldaan wordt aan de voorwaarden. Bij het Besluit Bodemkwaliteit dat van toepassing is, hoort de bewijslast dat de grond(stoffen) geschikt zijn voor de toepassing. Door steekproefsgewijze controle van de bewijsmiddelen en het combineren van gegevens tussen de toezichthouders krijgt de gemeente een goed beeld van de naleving. Als de resultaten van deze controle hiertoe aanleiding geeft, zal de inzet van de gemeente in overleg met de andere bevoegde gezagen worden aangepast. Preventief willen wij de aannemer mee geven, dat niet alleen controle plaats vindt door de projectorganisatie, maar ook door de bevoegde gezagen en dat daarbij repressieve middelen ( boetes) kunnen worden ingezet. Gemeentelijk toezicht voor dit project wordt meegenomen in het handhavingsplan van het betreffende jaar). 16. Samenwerkingsovereenkomst Triada, uitwerking 2012 Van Dijk: het is jammer dat het jaarplan zo weinig inhoud heeft. Er wordt niets afgesproken ten aanzien van het beleid als het gaat om volkshuisvesting. Het is allemaal zo vrijblijvend. Hij zou graag zien dat het gaat over de huisvestingstaak van de corporaties en hoe de gemeente dat wil in combinatie met de corporaties. Hij beseft ook dat het veroorzaakt wordt door het convenant dat afgesloten is, want daar stond ook weinig in. Westerkamp: de constatering is voor de heer Van Dijk. Voor het college is het voldoende. Huurprijzen worden landelijk vastgesteld. In het KWP3 staat de verhouding tussen koop- en huurwoningen. Het college kan met het jaarplan leven. 17. Nota van uitgangspunten bestemmingsplan bedrijventerrein Wapenveld Noord Van Amerongen: er wordt gesteld dat door het verdwijnen van de warmtekrachtcentrale (WKC) vestiging mogelijk is van bedrijven met een hogere milieucategorie. Is er door het verdwijnen van de WKC niet juist de mogelijkheid om de milieucategorie wat terug te dringen? De tijd vraagt wat milieuvriendelijker te gaan werken. Ook in het kader van de ligging van het terrein naast het Natura 2000 gebied. Van Dijk: is de nota al besproken met de ondernemers en bewoners? Er is altijd gezegd dat een woon-werklandschap aan de Eeuwlandseweg zou gelden als compensatie voor de aankoop van dit terrein. Dat zou gelijk op moeten lopen. Is dat raadsbreed aangenomen? En is er wel sprake geweest die koppeling er in te leggen? Heeft de provincie het terrein al daadwerkelijk aangekocht? Moeten we daar op wachten tot het bestemmingsplan gewijzigd gaat worden en wie gaat dat betalen? Westerkamp: weet niet of de transportakte gepasseerd is. De laatste details moesten besproken worden met de fa. Goudkuil. Hij kent de exacte knelpunten met betrekking tot de overdracht en de afspraken tussen de provincie en Goudkuil niet. De bestemmingsplannen lopen niet exact met elkaar op. Eeuwlandseweg loopt iets vooruit op dit plan. Het college heeft er alle vertrouwen in dat de provincie de afspraken nakomt. Er hebben nog geen gesprekken plaatsgevonden met de ondernemers en omwonenden. In de notitie is aangegeven, dat dit gebeurt na vaststelling van de nota van uitgangspunten door het college. Met betrekking tot de categorieën zal het antwoord in het verslag opgenomen worden (Toevoeging aan het verslag: de beantwoording is als bijlage bij het verslag opgenomen).
55
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 6 van 9 40
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
18. Voortgang project afkoppelen regenwater Van Amerongen: is blij dat het onderzoek doelmatigheid in een kleine stroomversnelling terecht komt. Ze is dankbaar dat dit vanuit Apeldoorn zo voortvarend wordt opgepakt en in Heerde wordt aangehaakt. Er wordt ingezoomd op het kostenaspect. De raad moet zich realiseren dat het in de toekomst ook heel veel kosten kan besparen. Juist via particulieren dit stimuleren is de goedkoopste manier voor de gemeente. Doordat de gemeente meebetaald aan onderzoek heeft ze ook invloed. Op welke manier komt dit tot uiting? Wordt de commissie of de initiatiefnemer hier ook bij betrokken? Van der Stege: weet niet wat het op gaat leveren. De invloed is met name de breedte van het onderzoek. De ervaringen van andere gemeenten worden ingebracht. Ambtenaren participeren in het onderzoek en dat is de invloed. Diegene die betrokken is bij het proces doet mee en heeft wat te zeggen. Buist: kan het college bij het verslag nog iets laten weten over de tussenrapportage in week 7? (Toevoeging aan het verslag: Fase1 (over de technische en juridische haalbaarheid en de financiële doelmatigheid in kaart brengen) van de businesscase is afgerond, op 5 maart is er een bijeenkomst geweest waarin fase 1 is uitgelegd voor de opstellers van fase 2 (inschakelen van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt). Planning is dat fase 2 in week 13 gereed is en in week 14 een samengesteld rapport gereed is). 19. Voortgangsnotitie actualisatie wegenlegger Buist: de PvdA heeft toentertijd gevraagd om de koppeling tussen bestemmingsplan Buitengebied West en de wegenlegger. De “wegenwethouder” heet besloten die koppeling ongedaan te maken. Hij snapt het wel, maar was graag gekend in die beslissing als aanvrager. Alles wat nu op de wegenlegger staat komt kennelijk ook op de nieuwe wegenlegger. Het gaat er om welke wegen aangemerkt worden als openbare wegen. Wellicht zijn dat er meer of minder dan nu. Misschien is het handig om voor de vergadering dat het bestemmingsplan wordt behandeld de oude wegenlegger te overleggen in combinatie met de nieuwe wegenlegger. Behoort dat tot de mogelijkheden? Van der Stege: heeft niet het beeld of de nieuwe op dat moment al ter beschikking is. Anders zal hij motiveren waarom deze er niet is. Hij zal in het verslag laten opnemen of het redelijkerwijs haalbaar is. Slot 20. Rondvraag Buist: hoe zit het met de weg naar de Schaapskooi? De parkeerplaats aan de Elburgerweg wordt vergroot. Het fietspad zou verhard gaan worden, zodat de gehandicapte medemens daar gebruik van kan maken. Het onverharde pad zou dan worden afgesloten. Van der Stege: het overleg gehandicaptenplatform heeft dit in een brief aangemerkt als een van de punten voor een gesprek. Het platform is van mening dat deze weg moet worden afgesloten. Dat is misschien de basis voor het gerucht. Hierbij wordt gedoeld op de intentie die de wethouder heeft uitgesproken in de bosnota dat deze weg wordt afgesloten, en compensatie plaatsvindt doordat de parkeerplaats vergroot wordt aan de Elburgerweg en de parkeerplaats aan de andere kant. Er is geen beeld van afsluiting. Dat is onderdeel van de bosnota, die nog behandeld moet worden. Er is ook geen besluit over vergroting van de parkeerplaats. Er is een aantal palen geplaatst. Er is op dit moment geen sprake van definitieve afsluiting. Van Dijk: wat is de moverende reden van het platform voor afsluiting? Van der Stege: het is hinderlijk bij droog weer dat er nogal stof opwaait vanaf de toegangsweg door autoverkeer, als zij over het verharde fietspad ernaast zullen rijden. Zij willen exact gelijk behandeld worden. Buist: er zijn ook veel mensen die juist de voorkeur hebben om wel de weg open te laten om er zo met de auto te kunnen komen. Die discussie moet bij de bosnota gevoerd worden. Buist: het valt hem op dat de verbindingsweg Elburgerweg en nieuwe Zuidweg al afgesloten is. Het is vreemd als daar nog niet over gesproken is. Van der Stege: dat geldt ook om dezelfde moverende redenen. Het gaat om de schademeldingen door de slechte toestand van de wegen. Buist: de weg is halverwege afgesloten. Het is geen slecht wegdek. Het is wat vreemd dat wegen worden afgesloten, terwijl gezegd wordt in het kader van de bosnotitie dat er geen wegen worden afgesloten. Van der Stege: de weg was slecht en bij doorgaand gebruik zou er teveel schade ontstaan. Daarom is deze afgesloten. Mevrouw Van Dijk: kreeg een brief van de gemeente met als onderwerp Gewoon gemak.
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 7 van 9 41
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Deze past helemaal in het WMO beleid. De brief is ondertekend door de heer Westerkamp. Waarom niet door de heer Bögemann? Uit de brief bleek iets over huur- en koopwoningen. Dat is waarschijnlijk de reden. De fractie maakt zich zorgen over de integrale benadering van zaken binnen deze gemeente. In de commissie samenleving is uitgebreid gesproken over de organisatiestructuur etc. Hoe vindt afstemming plaats, omdat deze brief onderdeel zou moeten zijn van het WMO gebeuren? Westerkamp: heeft de brief ook in de bus gehad en zag toen dat zijn naam er onder stond. In het portefeuillehouderoverleg volkshuisvesting is dit onderwerp aan de orde geweest. Er is regiobreed afgesproken dit met een wervende folder te doen. Hier had ook de naam van de heer Bögemann onder gekund. Er vindt wel afstemming plaats. De insteek van de regio was dat het om een stukje bewustwording ging. Vandaar dat het naar alle 50 plussers is gestuurd. Van Dijk: het VVV-kantoor wordt weer agentschap. Kan het college een notitie overleggen over welke subsidie de gemeente nog verstrekt aan de VVV en het Veluws Bureau voor Toerisme? Wat doen de instanties voor die subsidie ten behoeve van de gemeente Heerde? Van Dijk: de wijziging van de busroute heeft wel behoorlijk impact. De bus kan Heerde niet meer in straks. De haltes die overblijven liggen wel een heel eind weg. Waarom kan de bus vanaf de afrit Heerde-Noord niet verder de Kamperweg over, door de Wilhelminalaan en over de rotonde Kamperweg/Molenweg. Dan ligt een groot deel van het gebied Heerde dichter bij de bushalte. Dat zal qua tijd en geld niet zoveel schelen. De bus kan er langs, want dat is bij de vorige afsluiting gepresenteerd. Als er niet gewerkt wordt, wordt ook via de omleiding gereden. Hij vraagt zich af of wel twee maanden pauze ingelast moet worden, zodat de route weer gereed is als het nieuwe schooljaar begint. Er is hier gevochten voor een verbeterde dienstregeling en dan is het nu heel sneu als geregeld de bus het dorp niet inkomt. Van Amerongen: sluit hierbij aan. Smit: in de vorige commissie is gezegd dat dit in overleg met de Noordgouw en Wendhorst bekeken is. Met wie is overlegd met de Noordgouw en de Wendhorst. Bij navraag wist niemand er namelijk van. Van der Stege: heeft de namen niet paraat. Hij heeft wel dezelfde conclusie kunnen trekken, dat er wel overlegd is maar dat er intern bij de organisaties niets bekend is. Als iemand namens de organisatie overlegt is diegene intern verantwoordelijk voor de communicatie. De route is zo strak omdat de dienstregeling qua tijd zo strak is. Als Syntus afwijkt van de nu voorgestelde route kost dat zoveel tijd dat ze standaard te laat op de wisselplaats in Zwolle en Apeldoorn komen. Dan moet Syntus extra bussen inzetten en dat betekent € 7 ton voor de omleidingperiode. Hij heeft ervoor bedankt dat de gemeente hiervoor zou betalen. Er is qua tijd geen mogelijkheid om anders te gaan rijden zoals nu aangegeven. Met de aannemer zijn zo ver afspraken gemaakt dat, als alles meezit, het traject voor 1 augustus klaar is. De aannemer is bereid op zaterdag door te werken. Het enige moment waarop de werkzaamheden (deels) stilliggen zal in de bouwvak zijn. Dat zijn twee heel belangrijke ontwikkelingen van het laatste moment. Er is geen alternatief. Visser: refereert aan laatste commissievergadering. De wethouder gaf toen aan bezig te zijn met alternatieve mogelijkheden. Zou de buurtbus nog wat kunnen betekenen in deze? Van der Stege: naar de regiotaxi is gekeken. Mensen die heel slecht ter been zijn, kunnen goedkoop reizen. Valies is een optie. Dat is een bestaande optie die los van de omleiding al loopt. Mensen met een beperking hebben voor noodzakelijk vervoer naar ziekenhuis etc. vanuit hun ziektekostenverzekering mogelijkheden. Er is een aantal voorzieningen beschikbaar voor de zwakkeren in de samenleving. Het college is daar nog volop mee bezig. De buurtbus heeft binnenkort haar jaarvergadering en daar staat dit fenomeen op de agenda. Daar gaat spreker naar toe en daar is ook Syntus aanwezig. Het college blijft actief zoeken naar alternatieven. Als er wat is wordt dat direct op de website gepubliceerd. En ook in de Schaapskooi. Van Dijk: constateert dat de werkzaamheden versnelt worden en dat het mogelijk gereed is voor het nieuwe schoolseizoen. Het is positief dat te horen. Het is goed te monitoren of er tijd over is of niet, als ze via de Molenweg rijden. Van der Stege: de suggestie is expliciet met Syntus besproken. Van Dijk: het is goed na te gaan, hoe het bij de scholen gebracht is. Van der Stege: er is gevraagd of een pendeldienst voor extra vervoer van en naar het transferium nodig geacht werd. (Toevoeging aan het verslag: na afloop van de vergadering heeft de wethouder toegezegd informatie bij de busmaatschappij op te vragen. Dit wordt in de raadsinfo van week 12 opgenomen). Hulsebos: augustus is heel mooi, maar wil de wethouder meegeven een boeteclausule op te nemen. Hij vindt het diep triest dat zeker de helft van de bussen leeg is die langs zijn huis rijden.
55
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 8 van 9 42
21. Sluiting De voorzitter sluit om 21.45 uur de vergadering. 5
Bijlage: 1. Beantwoording vraag agendapunt 17 Nota van uitgangspunten bestemmingsplan bedrijventerrein Wapenveld Noord
Commissie Ruimte 27 februari 2012
pagina 9 van 9 43
Beantwoording vraag uit commissie Ruimte Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan bedrijventerrein Wapenveld Noord Vraag: Kan de milieucategorie worden terug gebracht naar milieucategorie 2 of 3? Antwoord: De milieucategorie kan niet zo maar terug gebracht worden. a. Rechten in vigerende regelingen In het vigerende bestemmingsplan heeft het gebied tussen de oude spoorbaan en het Apeldoornskanaal de bestemming “Industrie”, zonder dat daar een milieucategorie aan is verbonden. In verband met de aanwezigheid van de Warmtekrachtkoppelingscentrale (WKC) ligt er bovendien een geluidszone rondom het gehele bedrijventerrein waardoor bedrijven uit de zwaarste milieucategorie (de voormalige categorie A-inrichtingen ) zijn toegestaan. Het voorstel is om deze contour te beperken tot een kleinere contour rondom alleen de WKC. In de Nota van Uitgangspunten zijn de bestaande en de nieuwe contouren aangegeven. b. Bestaande bedrijven De bestaande bedrijven op het bedrijventerrein Wapenveld Noord maken gebruik van de milieuruimte die het oude bestemmingsplan biedt. De milieumaatregelen die de bedrijven hebben getroffen zijn mede daarop afgestemd. Daarnaast is met de bestaande milieumaatregelen rekening gehouden met de op en rondom het terrein aanwezige burgerwoningen. Het terugdringen van de zone zou kunnen betekenen dat bedrijven aanvullende maatregelen moeten treffen. Omdat dat niet altijd mogelijk is, is in de Nota van Uitgangspunten vermeld dat daar waar niet voldaan kan worden aan de standaardgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit de bestaande situatie via maatwerkvoorschriften zal worden ingepast. c. Planschade De nieuwe eigenaar van de voormalige Berghuizerpapierfabriek heeft een bedrijventerrein gekocht waar bedrijven mogen worden gevestigd in de zwaarste milieucategorie. Als de gemeente de milieucategorie terug zou brengen naar een lagere categorie, waardoor de exploitatiemogelijkheden van het terrein worden beïnvloed, zou er aanspraak gemaakt kunnen worden op planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Ook bestaande bedrijven die beperkt worden in hun uitbreidingsmogelijkheden en/of maatregelen moeten treffen om te kunnen voldoen aan strengere milieueisen, zouden een planschadeclaim neer kunnen leggen bij het college. Artikel 6.1 Wro bepaalt dat burgemeester en wethouders op aanvraag een tegemoetkoming toekennen aan degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden o.a. als gevolg van een bepaling in een bestemmingsplan, een planwijziging of een planuitwerking, onderscheidenlijk een ontheffing of nadere eis. Uitgangspunten Met de nieuwe eigenaar zijn over de gewenste milieucategorieën wel afspraken gemaakt. Uitgangspunt is dat de milieucategorie wordt teruggebracht naar milieucategorie 3.2 (noordelijk gedeelte) en milieucategorie 3.1 (zuidelijk gedeelte). Bovendien zal in het nieuwe bestemmingsplan rekening gehouden moeten worden met de bestaande bedrijfs- en burgerwoningen op en rondom het terrein. Dit betekent dat sprake is van een inwaartse zonering (rondom een burgerwoning worden cirkels getrokken waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden beperkt tot een bepaalde milieucategorie). Dit levert al aanzienlijke beperkingen op voor de bedrijfsvoering op het bedrijventerrein. Omdat de bestaande rechten moeten worden gerespecteerd zal in het bestemmingsplan worden opgenomen dat de bestaande bedrijven met een zwaardere milieucategorie (bijvoorbeeld Euroma) bij recht op het bedrijventerrein gevestigd mogen blijven. Euroma heeft bovendien aangegeven dat zij op het eigen terrein uit willen breiden. In de nota van uitgangspunten is opgenomen dat zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de gewenste uitbreidingen. Om rekening te kunnen houden met bestaande rechten en uitbreidingswensen zal in het nieuwe bestemmingsplan een afwijkingsbevoegdheid worden opgenomen tot milieucategorie 4.1 voor het zuidelijk deel en 4.2 voor het noordelijk deel. Bijlage 1
44
Aandachtspuntenlijst commissie Ruimte vergadering van 26 maart 2012 Nr
Vergadering
Onderwerp
Toelichting
Planning afhandeling
Afdeling /team
Maart 2012
Relatie met Meerjarenplanning Ja
160 17 augustus 20.. 28 november 2011 2010- 26 januari 05 2010 3 oktober 2011 2010- 14 juni 15 6 juni 2011
Centrumvisie
Plan van aanpak
Kapbeleid
Herziening kapbeleid toegezegd bij bespreking APV
Juni 2012
Nee
LO/RL
Brede Integrale notitie bosbeleid
Discussienota besproken, doorgeschoven naar november
2e kwartaal 2012
Nee
LO/RL
2010- 22 november 22 28 maart
Veluwetransferium
Basisnotitie MER
Ja
LO/ON
2011- 14 februari 09 28 maart 2011- 28 maart 10
Dorpsplan Wapenveld Veessen en Vorchten
Planning gekoppeld aan structuurvisie Afspraken woningbouw convenant provincie (raadsbesluit 14 maart 2011)
In afwachting van ontwikkelingen provincie Maart 2012
Ja
LO/ON
Maart 2014
Nee
LO/ON
2011- 9 mei 13 14 februari 2012
Concept geactualiseerde samenwerkingsconvenant Triada
Opstarten in 2013, nadat de nieuwe woningwet in concept gereed is
2013
Nee
LO/ON
2011- 9 mei, 15 27 februari 2011- 29 augustus 19
Bestemmingsplan Buitengebied Ontwikkeling Bodemkwaliteitskaart Komgrenzen
Ter vaststelling
Raad april
Nee
LO/ON en
Memo inzake uitwerking en impact en gemeentelijke risico’s Teruggenomen raadsvoorstel Rapporteren over uitkomsten project goede huisnummering (in overleg met hulpdiensten ) Werkdocument besproken in commissie, na uitwerking met platform terug in commissie Evaluatie
1ste kw 2012
Nee
LO/RL
1ste kw 2012 1ste kw 2012
Nee
LO/ON
Nee
LO/RL of ON
Augustus 2012
Nee
LO/ON
Maart 2013
Nee
LO/RL
2011- 9 mei 21 2011- 19 22 september (raad)
Huisnummering buitengebied
2011- 28 november 25
Nota toeristische promotie gemeente Heerde 2012-2015
2012- 9 januari 01
Herinrichting Brinklaan
Versie, 14 maart 2012
LO/ON
45
Blad 1
2012- 30 januari 03 (raad) 13 februari
Jachthutten
2012- 9 mei 2011, 04 27 februari
Wegenlegger
Versie, 14 maart 2012
Ingekomen brieven 3. en Maart 2012 9. bespreken en vraag inventarisatie jachthutten Incl. brief aan grootgrondbezitters Actualiseren Eind 2012
Nee
LO/RL
Nee
LO/RL
46
Blad 2
Raadsvoorstellen
47
Raadsvoorstel Raadsvergadering 16 april 2012 Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller Leefomgeving/B.J. Wijtsma 0578-699 531/
[email protected] Portefeuille A. Westerkamp/ H.G. van der Stege Programma Ruimtelijke en economische ontwikkeling
Agendapunt 6
Onderwerp Beschikbaar stellen krediet grondexploitatie Wezeweg 4 te Heerde
De raad besluit om: 1. een krediet van € 793.668 beschikbaar te stellen voor uitvoering van het complex Wezeweg 4 te Heerde en de kosten te dekken uit de grondexploitatie Wezeweg 4;
2. de voor de voorbereiding reeds beschikbaar gestelde kredieten Wezeweg 4 van in totaal € 717.525,- in te trekken.
Inleiding Momenteel is het complex Wezeweg 4 zover in ontwikkeling, dat het bestemmingsplan ‘Wezeweg 4Kooiweg’ op 12 maart 2012 door de raad is vastgesteld. Nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is, kan met de kaveluitgifte van 3 vrije kavels gestart worden. Bevoegdheid / Juridisch kader Artikel 189 Gemeentewet Eerdere besluitvorming en kaders Op 26 januari 2010 heeft het college besloten om de grond aan te kopen en te dekken uit het budget strategische grondaankopen. De raad heeft bij de behandeling van de najaarsnota 2010, een voorbereidingskrediet van € 50.000,- ter beschikking gesteld. Op 12 maart 2012 heeft de raad bestemmingsplan “Wezeweg 4-Kooiweg” vastgesteld. Beoogd effect Het op korte termijn uitgeven van 3 vrije kavels in het complex Wezeweg 4 te Heerde. Argumenten 1.1 Het complex Wezeweg 4 is economisch uitvoerbaar Uit de als bijlage 1 toegevoegde grondexploitatie Wezeweg 4 blijkt dat het project op basis van de gehanteerde parameters economisch uitvoerbaar is. De totale kosten kunnen worden gedekt uit de totale opbrengsten, waarna er een positief saldo van ongeveer € 43.500 overblijft. Er is een totale risicoafdekking van ongeveer € 53.500 in het project geraamd. Dit bedrag is naast het positieve saldo van € 43.500 opgebouwd uit € 10.000 onvoorzien.
1/3
48
1.2 Het voorgestelde krediet dekt de totale kosten van het complex Het krediet per project dekt naast de nog te maken kosten van eventuele planschades, interne kosten en verkoopkosten, maar ook de reeds gemaakte kosten van grondaankopen en voorbereiding. De berekening van het benodigde krediet is als volgt: Benodigd krediet Wezeweg 4: Boekwaarde (excl. rente*) Nominale waarde (excl. rente*) Totaal benodigd krediet *
€ € €
716.142 (BW = reeds uitgegeven) 77.526 + (NW = nog uit te geven) 793.668
Bij een kredietaanvraag hoeft de rente niet te worden meegenomen.
2.1 de voorbereidingskosten zijn opgenomen in het kredietvoorstel. Omdat de gemaakte en nog te maken voorbereidingskosten zijn opgenomen in de nieuwe kredietaanvraag, kan het ter beschikking gestelde voorbereidingskrediet worden ingetrokken. De berekening is als volgt: Boekwaarde en voorbereidingskrediet Wezeweg 4: Strategische grondaankoop 2010 (CB 26/01/2010) Voorbereidingskrediet najaarsnota 2010 Totale voorbereidingskrediet Boekwaarde 1 januari 2012 (excl. rente) Restant voorbereidingskrediet
€ € € € €
667.525 50.000+ 717.525 716.142 – 1.383
Kanttekeningen 1.1 Er zitten risico’s aan het complex. De verkoopsnelheid van de vrije kavels in Wezeweg 4 is afhankelijk van de conjunctuur. Financiën De gehanteerde parameters zijn zorgvuldig gekozen en voorzichtig ingestoken. Het opbrengstpercentage (% stijging VON prijs/jaar) is op 0% gezet, het kostenstijgingspercentage op 2% en het rentepercentage op 4,5%. Daarnaast is er van uitgegaan dat het nog anderhalf jaar duurt voordat de 3 kavels verkocht zijn. De grondexploitatie Wezeweg 4 is op 21 februari 2012 vastgesteld door het college en ligt vertrouwelijk ter inzage in de leeskamer. Communicatie N.v.t. Uitvoering Nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is, zal met de kaveluitgifte van de in totaal 3 vrije kavels gestart worden.
2/3
49
Advies commissie Dit wordt ingevuld nadat het advies is behandeld in de commissievergadering. Heerde, 21 februari 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Raadsbesluit; 2. Overzicht gebied grondexploitatie Wezeweg 4 Ter inzage: 3. Grondexploitatie Wezeweg 4 (vertrouwelijk in kluis voor raadsleden).
3/3
50
Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 21 februari 2012; gelet op artikel 189 Gemeentewet; besluit: 1. een krediet van € 793.668 beschikbaar te stellen voor uitvoering van het complex Wezeweg 4 te Heerde en de kosten te dekken uit de grondexploitatie Wezeweg 4;
2. de voor de voorbereiding reeds beschikbaar gestelde kredieten Wezeweg 4 van in totaal € 717.525,- in te trekken.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 16 april 2012. griffier,
Bijlage 1: 15-03-2012
voorzitter,
1/1 51
52
Raadsvoorstel Raadsvergadering 16 april 2012 Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller LO-ON/J. Spronk 0578 - 699441
[email protected] Portefeuille A. Westerkamp Programma Ruimtelijk en economische ontwikkeling
Agendapunt 7
Onderwerp Regionaal Samenwerkingsprogramma 2012-2016 (RSP)
De raad besluit om: 1. de aanvraag te onderschrijven in het kader van het RSP 2012-2016 die door de Regio NoordVeluwe (RNV) aan het provinciaal bestuur is verzonden;
Inleiding Vanaf de zomer van 2011 is in regionaal verband de aanvraag voor het RSP (Regiocontract) voorbereid. Het RSP is een provinciaal programma, waarbij aan de Regio’s bijdragen ter beschikking worden gesteld om regionale projecten uit te voeren. Om voor een bijdrage van de provincie in aanmerking te komen, moet door de regio’s een concreet programma worden ingediend. Ter invulling van dit programma hebben gemeenten op de Noord-Veluwe projecten en projectideeën in kunnen brengen. Ook de gemeente Heerde heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en heeft een aantal projecten ingebracht. Uiteraard hebben ook de andere gemeenten projecten aangedragen en zijn ook in regionaal verband een hoeveelheid projectplannen opgesteld. De RNV heeft met een programmatische aanpak en door het opstellen van criteria de kaders voor het regionale samenwerkingsprogramma vastgesteld. Op basis hiervan zijn 3 programma’s opgesteld (Mens, Economie en Omgeving) en is op projectniveau een concrete afweging gemaakt door de portefeuillehouders en het dagelijks bestuur dat in dit kader was aangevuld met vertegenwoordigers van de gemeenten Heerde en Hattem. Daarnaast zijn ook raadsleden van de verschillende gemeenten uitgenodigd om zitting te nemen in een klankbordgroep. Uit de gemeenteraad van Heerde heeft de heer Van Dijk hieraan deelgenomen. Vanaf 1 december 2011 zijn de programma’s met de concrete invulling onderwerp van overleg geweest tussen het provinciaal bestuur en de RNV. Op basis van dit overleg zijn aanvullende keuzes gemaakt. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aantal projecten niet door de provincie gesubsidieerd zal worden. Ook is van enkele projecten de subsidie verlaagd. Alle besprekingen hebben uiteindelijk tot een definitieve aanvraag geleid. Deze aanvraag moet voor 1 maart 2012 door de RNV bij de provincie zijn ingediend, hetgeen inmiddels is gebeurd. Een afschrift van deze aanvraag treft u bijgaand aan. De aanvraag bestaat uit een aanbiedingsbrief een preambule en de zogenaamde fiches. In de preambule is met name de motivatie van de aanvraag opgenomen, waarbij nadrukkelijk de aandacht is gelegd op de Care Valley, de regionale visie op de ontwikkeling van het gebied. In de fiches zijn de 3 programma’s nader uitgewerkt in doelen, resultaten en effecten. De concrete
1/3
53
projecten die de gemeenten hebben ingebracht, zijn niet in de aanvraag opgenomen, maar vormen wel de basis van de aanvraag. Het is bekend welke aanvragen zijn gehonoreerd. In een bijlage wordt hiervan een overzicht gegeven.
Bevoegdheid / Juridisch kader Het RSP moet voor een groot deel worden uitgevoerd door de gemeenten, waarbij de gemeenten de co-financiering voor de verschillende projecten moeten regelen. Dit betekent dat met name het budgetrecht van de gemeente aan de orde is. Dit is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Eerdere besluitvorming en kaders Op 31 oktober 2011 heeft uw raad een besluit genomen over de gemeentelijke inbreng in het RSP. Daarbij heeft u de prioriteit van de verschillende projecten aangegeven en ook dat de co-financiering voor de verschillende projecten uiterlijk bij de perspectiefnota voor 2013 geregeld zal worden. Beoogd effect Het verkrijgen van provinciale middelen ten behoeve van het uitvoeren van projecten binnen de gemeente Heerde die bijdragen aan de regionale gebiedsontwikkeling op de Noord-Veluwe. Argumenten 1. de aanvraag voorziet in een aanzienlijke bijdrage voor belangrijke projecten binnen de gemeente. In de gemeente Heerde zijn de volgende projecten positief beoordeeld: Gebiedsontwikkeling Apeldoorns Kanaal, herinrichting centrum Heerde, herinrichting centrum Wapenveld, fietspad tussen Apeldoorns Kanaal en Grift, toeristisch overstappunt en het klompenpadennetwerk in Hattem, Heerde en Oldebroek. Het herstel van de twee watermolens in Heerde en de fietsverbinding Achterseweg-Nijensteen krijgen geen bijdrage van de provincie. Dit houdt in dat de gemeente voor een aantal belangrijke projecten een financiële bijdrage kan krijgen, waardoor een aanzienlijke kwaliteitsverbetering kan worden gerealiseerd. 2. de bijdragen worden redelijk over de gemeenten verdeeld. Uit de lijst met projecten blijkt dat de provinciale bijdragen redelijk evenredig over de gemeenten worden verdeeld. Dit was overigens ook een van de criteria die de RNV heeft gehanteerd bij de selectie van de projecten. 3. andere ontwikkelingen zijn doorgeschoven. De provincie heeft aangegeven dat een aantal zaken niet in het RSP passen. Een daarvan is de afslag A50 bij Hattemerbroek. Dit geldt ook voor glasvezel. De provincie heeft wel aangegeven een pilot te willen starten. De RNV heeft daarop aangegeven in aanmerking te willen komen voor deze pilot. Hierop is nog geen antwoord ontvangen. Verder is er nog een aantal projectideeën naar voren gebracht die nog niet voldoende zijn uitgewerkt om nu al in het RSP op te nemen. Deze zullen regionaal in overleg met de gemeenten verder uitgewerkt worden. Bij de evaluatie halverwege de termijn komen opnieuw provinciale middelen ter beschikking. In dat kader zullen deze projecten dan naar voren gebracht worden. Kanttekeningen 1. er is nog geen definitief provinciaal besluit. Provinciale Staten nemen op 25 april 2012 een besluit over het RSP. Alle toezeggingen en afspraken zijn derhalve onder voorbehoud.
2/3
54
Financiën Alle projecten binnen de gemeente Heerde die in het RSP zijn opgenomen, worden voor 50% door de provincie gesubsidieerd op basis van de opgegeven investeringsbedragen. De andere 50% moet door de gemeente worden gefinancierd. Voor het project Gebiedsontwikkeling Apeldoorns Kanaal zijn al middelen in de begroting opgenomen. Voor de andere projecten niet. U heeft op 31 oktober 2011 besloten om dit uiterlijk bij de perspectiefnota voor 2013 te regelen. Voor projecten die nog dit jaar moeten starten, zullen de benodigde middelen nog dit jaar in de begroting moeten worden opgenomen. Dit geldt ook voor de projecten op basis van de Regionale Sociale Agenda en de Regionale projecten in het kader van het programma Economie. Communicatie Wij hebben verschillende malen met u van gedachten gewisseld over dit onderwerp via de commissie Ruimte. Voor de inbreng van de gemeentelijke projecten heeft u een besluit genomen. De besluitvorming van Provinciale Staten over de aanvraag wordt verwacht op 25 april 2012. Wij zullen van de uitkomsten op de hoogte brengen. Ook zullen wij financieringsvoorstellen voorbereiden voor de co-financiering van de projecten. Uitvoering Zodra het contract is getekend tussen de provincie en de RNV kan gestart worden met de uitvoering van de projecten. Per project zal een projectplan worden opgesteld, waarin de uitvoering zal worden beschreven. Belangrijk is om tijdig te starten met de projecten omdat de projecten volledig uitgevoerd en afgedaan moeten zijn op 1 januari 2016. Advies commissie Dit wordt ingevuld nadat het advies is behandeld in de commissievergadering. Heerde, 13 maart 2012. Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Raadsbesluit; 2. Brief Regio Noord Veluwe d.d. 22 februari 2012 inclusief Preambule en Fiches Ter inzage: 3. Brief Regio Noord Veluwe d.d. 18 januari 2012 4. Advies college
3/3
55
Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 13 maart 2012;
besluit: de aanvraag in het kader van het RSP 2012-2016 te onderschrijven die door de Regio Noord-Veluwe (RNV) aan het provinciaal bestuur is verzonden; Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 16 april 2012. griffier,
Bijlage 1: 15-03-2012
voorzitter,
1/1 56
RE^t Noor J-Vel uwe
Gemeente beerde Kenmerk:
2 3 FEB 2012 Aan:
Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de RNV gemeenten en Hattem en Heerde
Kenmerk Behandeld door
: LO/1 2/1 2 0 / c d u / m t i I C. Duine
Datum Betreft
: 22 februari 2 0 1 2 : Stads- en Regiocontract gemeente Harderwijk en Regio Noord-Veluwe
Geacht college. Op 22 februari 201 2 zijn namens het college van Harderwijk en ons DB, de Preambule en de formats/fiches van het Stads- en Regiocontract aangeboden aan het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Een exemplaar van de betreffende stukken en de toezendbrief treft u hierbij ter kennisneming en ter verdere behandeling aan. Het is de bedoeling dat de Stads- en Regiocontracten op 25 april a.s. behandeld worden in Provinciale Staten. Zodra de uitkomsten van deze behandeling bekend zijn zullen wij u hierover informeren.
idelijke groet, het dagelijks bestuur Regio Noord-Veluwe
Bijlage(n)
diversen
Oosteinde 17, 3842 DR Harderwijk • Postbus 271, 3840 AC Harderwijk T 0341 47 44 00 « F 0341 47 44 99 • E
[email protected] • I www.regionoordveluwe.nl
57 Regio Noord-Veluwe is een samenwerkingsverband van de gemeenten • Elburg • Ermelo • Harderwijk • Nunspeet • Oldebroek • Putten
REGIO "
gemeente harderwijk
Aan het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9 0 9 0 6 8 0 0 GX ARNHEM
Kenmerk
: LO/1 2/104/cdu/mjo
Behandeld door
: C. D u i n e
Datum Betreft
: 2 2 februari 2 0 1 2 : Stads- en Regiocontract gemeente Harderwijk en Regio Noord-Veluwe
Geacht college, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk en het dagelijks bestuur van Regio Noord-Veluwe bieden u hierbij aan de Preambule en de formats/fiches van het Stads- en Regiocontract gemeente Harderwijk en Regio Noord Veluwe. Op 3 0 november 2 0 1 1 hebben wij u het eerste concept van de Preambule c a . toegezonden. De nu voorliggende stukken wijken in detail af van het eerder toegezonden concept. Een aantal in de Preambule genoemde ontwikkeltrajecten is aangepast, evenals bedragen genoemd in tabellen en in de formats/fiches. In de formats/fiches zijn de 'resultaten meer SMART' geformuleerd en zijn de 'Beoogde Maatschappelijke Effecten' duidelijker gedefinieerd. Ambtelijk is met u afgesproken dat over de 'Beoogde Maatschappelijke Effecten' samen met u een monitor zal worden ontwikkeld. De Preambule en de formats/fiches hebben wij ook aangeboden aan de colleges van burgemeester en wethouders van de regiogemeenten en Hattem en Heerde. Naar verwachting zal de behandeling in de gemeenten medio april zijn afgerond. Wij verwijzen u graag naar de inhoud van de Preambule en de formats/fiches. Met vriendelijke groet, Dagelijks bestuur Regio Noord-Veluwe
College vt
ir. D.H.A. van VoorzitteT~Ê
dns/J.C.G: rge^6ste
burgemeester en wethouders rderwijk
^ivifSi
r. E. Okkema Loco-secretaris
Ocmeinde 17, 3842 DR Harderwijk a Postbus 271, 3840 AC Harderwijk T 0341 47 44 00 » F 0341 47 44 99 e E
[email protected] • i www.regionoordveluwe.nl Regio Noord-Veluwe is een samenwerkingsverband van de gemeenten s Elburg o Ermelo o Harderwijk • Nunspeet e Oldebroek • Putten 58
Heerae Nunspeet Eipurg^: oiaeoroeK ^ Harderwijk i
u
r
structuunersterKing Puttenen'"
^
Preambule en Fiches Stads- en Regiocontract Gemeente Harderwijk en Regio Noord-Veluwe
29 februari 2012
RrcTo
yVoori/-Veluwe
• /VOOrfl-VeiUWe
g B B Hl
gemeente harderwijk
59
60
Inhoud Een vitale Stad en een vitale Regio 1.1 1.2 1.3 1.4
Verbinden van regio, stad en sleutelproject Provinciale kaders Uitgangspunten Totstandkoming
Programmatische opbouw 2.1 2.2 2.3
Doelgericht werken Overeenkomsten in doelen, samenhang in de uitvoering Programma's, deelprogramma's, majeure projecten en projecten
Via Gebiedsagenda naar Stads- & Regioprogramma 3.1 3.2 3.3
Gebiedsagenda (i.o.) Stads- en regioprogramma De overige opgaven
Het Regiocontract 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Inleiding De selectie van projecten De projecten voor het regiocontract De focus in de regio De Investeringen in de regio Overige te agenderen projecten
Het Stadscontract 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Inleiding De selectie van projecten De projecten voor het stadscontract Verdiepen in de stad, verbreden naar de regio De gemeentelijke investeringen
De uitvoering 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Inleiding Programmamonitor Stad- en Regiocontract De uitvoering, bestuur en raad De uitvoeringsorganisatie Kennisdelen in de regio
Het programma en de fiches I II II
Programma Stad en Regio, Harderwijk en Noord Veluwe Fiches Regiocontract Fiches Stadscontract
61
62
Een vitale Stad in een vitale Regio 1.1
Verbinden van regio, stad en sleutelproject
Stedelijke opgaven vragen steeds vaker om een regionale benadering. Op hun beurt worden kleinere steden en dorpen vaker geconfronteerd met de problemen van de grotere stad. Vanuit de overtuiging dat de ontwikkeling van de gemeente Harderwijk niet los gezien kan worden van de ontwikkeling van en in de regio Noord-Veluwe en omgekeerd, hebben Gemeente en Regio Noord-Veluwe de samenwerking geïntensiveerd en een programma ontwikkeld als basis voor het stads- en regiocontract. De Regio Noord-Veluwe doet dit namens de acht gemeenten Elburg, Ermelo, Hattem, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Met dit programma kan, mede door de inzet van provinciale middelen, gezamenlijk, samenhangend en gecoördineerd gewerkt worden aan een duurzame versterking van de structuur van de Noord-Veluwe op het ruimtelijke, economische en sociale domein. Het sleutelproject Waterfront is geen onderdeel van dit gezamenlijke regionaal/stedelijk programma dat de gemeente Harderwijk en RNV ontwikkelen. De specifieke positie van het project, de hoge complexiteit en de gescheiden geldstromen zijn hiervoor de belangrijkste redenen. De aparte positie van het sleutelproject betekent nadrukkelijk niet dat er geen relatie ligt met de regio. Realisering van het Waterfront is immers een structuurversterkende impuls voor de stad en voor de regio. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van Harderwijk als stad aan het water en daarmee als toeristenstad heeft betekenis voor dit deel van de Veluwe. De samenhang is getracht in onderstaande figuur weer te geven. Bij de afspraken met de provincie over de vorm en inhoud van de contracten kan dan zowel het regiocontract, de GSO-status van Harderwijk en het Sleutelproject afzonderlijk zichtbaar blijven, maar is er wel sprake van een samenhang op inhoud en uitvoering.
Gezamenlijke" Opgaven • 1
N -=.;,"- .-'
« *.-• *.
.'*•,/>".!>"•..•'.• ' * *.?•• *•• *V-
in «Stads-'en '". vVsR<ïQ ioDroQ ra m ma '•. i . * • f*, •, — ^ • • • ™^ 1 r
-:
- i r •Temne^ioi net Sleutë'fprbj'ëct.' -
t'*-*•'
63
Concreet betekent dit dat er een: - Regiocontract komt tussen de Provincie en de Regio Noord-Veluwe (RNV). Het voorstel voor de inhoud hiervan wordt toegelicht in hoofdstuk 4 en uitgewerkt in de programmafiches in hoofdstuk 7, deel I I . - Stadscontract komt tussen de Provincie en de gemeente Harderwijk. Het voorstel voor de inhoud hiervan wordt toegelicht in hoofdstuk 5, en uitgewerkt in de programmafiches in hoofdstuk 7, deel I I I . - Sleutelprojectcontract komt tussen de Provincie en de gemeente Harderwijk. De inhoud hiervan wordt toegelicht in een aparte notitie, en uitgewerkt in het bijbehorende programmafiche. 1.2
Provinciale kaders
Samen met de provincie is de afgelopen jaren veel in gang gezet in de regio NoordVeluwe (Regiocontract) en de gemeente Harderwijk (Stadscontract). Deze samenwerking leidde tot veel gerichte investeringen met als doel de vitaliteit van regio en stad te vergroten. Deze investeringen hebben aantoonbaar hun vruchten afgeworpen. Er is veel bereikt, maar er kan nog veel meer bereikt worden. Het coalitieakkoord 'Uitdagend Gelderland' biedt de mogelijkheden om de regionale en stedelijke ontwikkeling voort te zetten. Dit Coalitieakkoord, maar ook de brief van Gedeputeerde Staten van juli 2011, geven een aantal inhoudelijke lijnen aan die van belang zijn voor het opstellen van de nieuwe contracten. Bijvoorbeeld: Het (door)ontwikkelen van het partnerschap tussen provincie, regio en gemeente door afstemming, samenwerking en ondersteuning - Het benadrukken van het belang van samenwerken op regionaal niveau tussen gemeenten en de regio's. De relatie tussen 'stad en ommeland' wordt als een belangrijk thema gezien. - Het gezamenlijk werken aan structuurversterking, of dusdanig investeren dat er sprake is van een blijvend en toekomstbestendig maatschappelijk rendement. Door de provincie is nadrukkelijk aangegeven dat bij het tot stand komen van de nieuwe stads- en regiocontracten er sprake moet zijn van een zogenaamd proces 'van binnen naar buiten'. Niet de provincie zou moeten aangeven waar de investeringen plaats zouden moeten vinden, maar de steden en de regio zelf. Het Coalitieakkoord geeft voor het opstellen van nieuwe stads- en regiocontracten een specifiek financieel kader aan van 150 miljoen voor de komende vier jaar. Daarnaast worden extra investeringen voorgesteld voor taakvelden Mobiliteit (275 mil.), Economie (200 mil.), Gebiedsontwikkeling (100 mil.) en Cultuur (30 miljoen). Voor de sleutelprojecten is 70 miljoen beschikbaar. v
Op 17 januari 2012 heeft het college van Gedeputeerde Staten onder voorbehoud van instemming door Provinciale Statenbesloten besloten voor welke bedragen uit de stadsen regiomiddelen de provincie in principe bereid is een bijdrage te leveren. Dit voorstel voor de provinciale bijdragen vormt het financiële kader voor deze nieuwe aanvraag van de RNV en de gemeente Harderwijk voor respectievelijk het regiocontract en het stadscontract. 64
1.3
Uitgangspunten
De RNV en de gemeente Harderwijk hebben een aantal uitgangspunten gehanteerd bij het tot stand komen van het programma voor stad en regio: - Voortbouwen op wat er al is (bestaand beleid), dus aansluiten bij: o Provinciale uitgangspunten (o.a. Coalitieakkoord, Kansen voor Gelderse regio's) o Regionale uitgangspunten (o.a. Care Valley Veluwe, Regionale Sociale Agenda) o Stedelijke uitgangspunten (Stad- en Structuurvisie, Waterfront, Wijkaanpak) - Inhoud voor vorm : o Zorgen voor interne samenhang en consistentie van een programma, o en dus geen 'samenraapsel' van projecten - Versterken van de uitvoering: o De samenwerking moet leiden tot concreet te maken activiteiten die vraagstukken/problemen oplossen, maar die ook bijdragen aan de kennisuitwisseling en -ontwikkeling tussen en van de acht gemeenten. o Op voorhand moet duidelijk zijn wie de kar gaat trekken en op welke wijze. o Programmatisch denken en werken is de leidraad (zie ook hoofdstuk 2). 1.4
Totstandkoming
De provinciale wens dat steden en regio's intensiever gezamenlijk optrekken sluit sterk aan bij de al langer bestaande bestuurlijke wensen van de RNV. Met het visieontwikkelingtraject, uitmondend in de Care Valley Veluwe, zijn belangrijke stappen gezet om als gemeenten samen te werken aan gezamenlijke belangen. Het nu samen optrekken in het kader van het stads- regiocontract past uitstekend bij de wens om te komen tot een gezamenlijke gebiedsagenda voor de Noord Veluwe. Bij het proces om te komen tot een programma en een aanvraag voor het Stads- en Regiocontract zijn colleges, raden, ambtelijke organisaties en maatschappelijk middenveld op verschillende manieren betrokken, bijvoorbeeld: -
Bestuurlijk traject RNV: Zowel in aanvang als gedurende het gehele proces heeft het dagelijks bestuur van de RNV, het portefeuillehoudersoverleg Regiocontract en de colleges van burgemeesters en wethouders meerdere keren kennis genomen van de stand van zaken, meegedacht en besluiten genomen ten aanzien van de inhoud van het stads- en regiocontract. Dit gebeurde in reguliere overleggen maar ook bijvoorbeeld in een bijeenkomst waarvoor alle colleges gezamenlijk waren uitgenodigd op 30 augustus 2011. Daarnaast heeft tijdens dit proces meerdere malen bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de gedeputeerde JJ. van Dijk namens de provincie en de regionaal bestuurlijk trekker J.C.G.M. Berends namens de regio. Daarbij waren vanuit de regio ook de heren Van Hemmen en Lambooij en voor het Waterfront de heer Daamen aanwezig.
65
Betrokkenheid van de raden: Lokaal is per gemeente een keuze gemaakt op welke wijze en wanneer het college de raad informeerde over de ontwikkelingen rondom stads- en regiocontract. Daarnaast is door de provincie een bijeenkomst belegd voor alle raadsleden in Ulft op 9 september 2011 en hebben de bezoekende raadsleden uit de regio op basis van die bijeenkomst besloten een klankbordgroep van raadsleden in het leven te roepen die betrokken is bij het proces van stads- en regiocontract. Deze Klankbordgroep heeft zich op 10 en 30 november 2011 over het proces en de stand van zaken gebogen. Op 8 december 2011 is er een bijeenkomst voor alle raadsleden geweest waarin zij gezamenlijk over het stads-en regiocontract worden geïnformeerd. De raden van de gemeenten in de regio zullen deze aanvraag in maart 2012 behandelen. In Harderwijk is de commissie Beleid Algemeen gedurende het proces drie keer geïnformeerd over de voortgang en de resultaten (oktober, november 2011 en februari 2012). De gemeenteraad van Harderwijk zal op 1 maart 2012 een besluit nemen over de aanvraag. Een kerngroep, bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigers van de provincie, regio en gemeente heeft de uitvoerende werkzaamheden verricht. Het komen tot deze aanvraag was daarmee ook een gezamenlijke zoektocht waarbij open, constructief, maar ook kritisch is samengewerkt. Wij zijn de provincie dankbaar voor hun inbreng en ondersteuning, waarmee de kwaliteit van de aanvraag is vergroot. Maatschappelijk middenveld en Essenburghberaad: Het Essenburghberaad bestaat uit acht personen, vanuit diverse disciplines, die vanuit een breder perspectief en denkkader meedenken over de toekomst van de regio Noord-Veluwe. Deze personen zijn aangezocht door de gemeenten. Dit Essenburghberaad, in het leven geroepen voor de begeleiding van de Care Valley Veluwe, is gevraagd ook in het proces van stads-en regiocontract mee te denken. Dit borduurt immers voort op de gedachte van Care Valley Veluwe. Daarnaast is vooral in de voorbereidende fase van de sociale agenda en bij diverse projecten het maatschappelijk middenveld actief betrokken.
66
Programmatische opbouw
2.1
Doelgericht werken
Er komt een aanpak waarmee door gemeenten, maatschappelijke partners, regio en provincie gezamenlijk op een samenhangende en gecoördineerde wijze gewerkt wordt aan een duurzame versterking van de structuur van de Noord-Veluwe op het ruimtelijke, economische en sociale domein. Los van de inhoudelijke vraagstukken is dit ook in organisatorische zin geen eenvoudige opgave. Het betreft immers veel verschillende onderwerpen, er zijn (zeer) veel partijen en groepen bij betrokken, de na te streven doelen zijn soms wel helder, maar de route er naar toe is nog niet altijd even scherp. En er gebeurt natuurlijk al veel in de gemeenten dat ook een relatie heeft tot de onderwerpen die in het Stads- en Regioprogramma aan de orde komen. Het uitgangspunt is immers doorbouwen op bestaande inspanningen en aansluiten bij wat nodig is. Deze complexiteit maakt dat er voor is gekozen om op een programmatische manier de aanvraag op te bouwen, om straks ook bij de uitvoering zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Een programma wordt hierbij gezien als een samenhangend stelsel van inspanningen (projecten, routines etc.) dat doelgericht moet worden uitgevoerd. Doelgericht is hierbij een kernbegrip. Richt een project zich op een vooraf overeengekomen resultaat, een programma richt zich op het nastreven van een of meerdere doelen. De programmatische benadering sluit goed aan bij de wijze waarop de provincie wil werken, en past ook helemaal bij recente keuzes van de gemeente Harderwijk. Zij ziet het introduceren van programmatisch werken als één van de belangrijkste organisatorische doelen (en dit is mede een verworvenheid van de GS03 periode). 2.2
Overeenkomsten in doelen, samenhang in de uitvoering
De verbinding tussen regio en stad wordt duidelijker als gekeken wordt naar de doelen die zij zichzelf stellen. Of wat zijn de belangrijke thema's en opgaven waar alle gemeenten, inclusief de stad Harderwijk, in de regio Noord-Veluwe mee te maken hebben of krijgen? En waar dus gezamenlijke antwoorden en aanpakken voor meerwaarde kunnen zorgen. Vanuit een regionaal perspectief is de visie Care Valley Veluwe (CVV) de belangrijkste kapstok voor het nieuwe stads- en regiocontract. De visie voor 2030 spreekt van: 'een regio waar de zorg voor mens, omgeving en economie centraal staat'. Vanuit een stedelijk, Harderwijks, perspectief spreekt de stadsvisie 2031 van Harderwijk over het verdiepen op een viertal thema's (woonklimaat, maatschappelijke voorzieningen, economische structuur en bereikbaarheid) en het ontwikkelen van een aansprekende regionale agenda. In de Integrale Structuurvisie (ambtelijk concept) is dit verder geconcretiseerd rondom begrippen als sociale, economische en ruimtelijke kwaliteit.
67
Vanuit een provinciaal perspectief wordt gewezen op kansen voor de toekomst, zoals: aantrekkelijke woonomgeving, groene energie, bijzonder landschappelijke waarden, sterke sectoren recreatie en zorg. Care Valley/Care Connection en de positieve gevolgen van de klimaatverandering. Een vergelijking van de doelen op dit hogere abstractieniveau leert dat er sprake is van een hoge mate van 'doelcongruentie'. Provincie, regio en stad zien op hoofdlijnen dezelfde mogelijkheden en leggen vergelijkbare accenten. Vanzelfsprekend zijn er ook verschillen, maar de overeenkomsten zijn groot en dit versterkt het idee dat samenwerking kan leiden tot daadwerkelijke synergie. Binnen het programma zijn op verschillende niveaus doelstellingen geformuleerd (voor de drie programma's en voor de zeven deelprogramma's), deze zijn opgenomen in de fiches. Naast de overeenkomsten in doelen wordt nadrukkelijk gewerkt aan het creëren van samenhang in de uitvoering. Dit betekent dat er voor gezorgd moet worden dat de inspanningen (bestaande en nieuwe) elkaar versterken zodat er een meerwaarde ontstaat. 2.3
Programma's, deelprogramma's, majeure projecten en projecten
Voor de hoofdlijn van het stads- en regiocontract wordt onderscheid gemaakt tussen drie programma's (mens /sociaal, omgeving/ruimte en economie) waarmee aangesloten wordt bij provinciale, regionale en lokale 'ordeningen' in beleidsdocumenten. Deze ordening zorgt voor een heldere indeling in programma's maar laat onverlet dat er ook vooral gedacht en gewerkt wordt vanuit een integrale benadering. Dit betekent concreet dat (majeure) projecten die volgens de gevolgde ordening binnen een (deel) programma vallen ook betekenisvol kunnen zijn voor één of meer andere (deel) programma's.
I
I
: In bovenstaand figuur is de opbouw van een programma aangeven. 1. Binnen een programma worden verschillende deelprogramma's onderscheiden. Deze deelprogramma's weerspiegelen op hoofdlijn de opgaven waar zo goed als alle gemeenten in de regio mee te maken hebben of krijgen. 68
10
2.
3
Onder de deelprogramma's 'hangen' de zogenaamde majeure projecten. Dit zijn veelal omvangrijke projecten die een bovenlokaal karakter hebben (zij vragen om een bovenlokale wijze van organiseren en/of hebben in de effecten een bovenlokale uitwerking). Majeure projecten krijgen vervolgens weer een vertaling in concrete projecten, deze spelen deels op regionaal en deels op lokaal niveau.
69
11
70
12
Via Gebiedsagenda naar Stads- & Regioprogramma 3.1
Gebiedsagenda (i.o.)
De regiovisie Care Valley Veluwe, de collegeprogramma's van de gemeenten en de Regionale Sociale Agenda zijn belangrijke bouwstenen voor de regionale agenda. Vanuit stedelijke optiek zijn dit ondermeer de Stadsvisie Harderwijk 2031, het collegeprogramma en de ervaringen met GS03 (en dan concreet het verstreken van de leefbaarheid in brede zin door middel van de wijkaanpak). Vanuit provinciaal perspectief is onder andere het rapport 'Gelderland 2040: Kansen voor de Gelderse Regio's' een belangrijke bron. Zoals in paragraaf 2.2 al is beschreven zien provincie, regio en stad op hoofdlijnen dezelfde opgaven en mogelijkheden. In het stad- en regioprogramma moet het gaan om extra investeringen en concrete maatregelen die bijdragen aan het realiseren van zowel de regionale als de stedelijke agenda. Het doel van het gehele programma is te omschrijven als: het gezamenlijk uitvoeren van inspanningen gericht op een duurzame versterking van de structuur van de regio NoordVeluwe en stad Harderwijk op het ruimtelijke, economische en sociale domein. Het resultaat van de vergelijking van wat Regio, Stad en Provincie bindt in gezamenlijke doelen (waar willen we heen) en opgaven (waar moeten we aan gaan werken) is weergegeven in de onderstaande figuur. Eerste proeve gebiedsagenda
Noord
Veluwe
'éi sense's Dit is een omvangrijk overzicht met een groot aantal gezamenlijke opgaven, dat overigens nog niet eens compleet is. Dit overzicht is te zien als een eerste proeve van een gebiedsagenda voor de Noord-Veluwe gegroepeerd rondom de bekende driedeling Mens, Omgeving en Economie . 1
Deze opzet is in brede kring besproken (o.a. in het Dagelijks Bestuur van de RNV, met GS, in het Essenburghberaad, ambtelijk met regiogemeenten en provincie). Duidelijk was dat deze opzet een goede basis is voor de nog te ontwikkelen gebiedsagenda voor stad 1
Dit is hiermee te zien als een waardevol 'bijeffect' van de samenwerking tussen regio en gemeenten de afgelopen maanden, waarvan het belang ook met een Bestuurlijke intentie is onderschreven.
71
13
en regio, maar dat dit voor het Stads- en Regiocontract veel te breed is. Een verdere focus is absoluut noodzakelijk om tot een programma te komen waarmee concreet en gericht gewerkt kan worden aan de structuurversterking van Stad en Regio. 3.2
Stads- en regioprogramma
In de figuur hieronder is het programma weergegeven dat als basis dient voor het af te sluiten stadscontract én voor het af te sluiten regiocontract. In dit programma komt de samenhang tot uiting tussen de RNV en de stad Harderwijk daar waar het gaat om doelen op het sociale, economische en ruimtelijke domein. Stads- en regioprogramma Programmi
Mens Jeugd Eigen kracht Participatie naar Vermogen
Deelprogrimma
Gezond Fundament
M.j.ura projartar
Harderwijk/Noord Economi
Ondernemend Noord Veluwe
Gastvrije regio
Veluwe Omgeving Aantrekkelijke dorpen en steden
J
Verbindend Landschap
StatiDniomgevtnpen
froet
Vltata
NV O
(darpa)nntra
SurparkraehT^)
(^MrtieipaBaliuia
C
Aeadami* waar
Pro)artan
Op het niveau van de programma's, de deelprogramma's en de majeure projecten worden de opgaven gedeeld en zijn de doelstellingen van stad en regio min of meer gelijk. Op het niveau van de projecten ontstaat verschil. Onderaan het schema komen de projecten die opgenomen worden in het stadscontract of in het regiocontract. Hierover meer in de volgende hoofdstukken. 3.3
De overige opgaven
Zoals al eerder aangegeven omhelst dit programma voor Stad en Regio niet alle opgaven waar Harderwijk en RNV voor staan de komende jaren, er heeft immers een inhoudelijke focus plaatsgevonden waardoor bijvoorbeeld vraagstukken op het terrein mobiliteit niet opgenomen zijn in dit programma, terwijl dit wel zeer urgente vraagstukken betreft. Hierover willen Regio en gemeente graag met de provincie in overleg om te bezien op welke wijze het partnerschap hieraan een bijdrage kan leveren. Ook zijn er tijdens de selectie van projecten waardevolle ideeën naar voren gekomen die nog niet concreet zijn uitgewerkt maar waarover regio en stad graag bij de 72
14
midterm review met de provincie willen spreken of er mogelijkheden zijn deze alsnog een plek te geven in het stads- en/of regiocontract. We noemen dit de ontwikkelprojecten. In hoofdstuk 4 (regiocontract) en 5 (stadscontract) worden die concreet aangegeven. Tenslotte zijn er belangrijke projecten die de Regio en de gemeente Harderwijk apart willen agenderen voor verder overleg en onderhandeling met de provincie. Deze staan in de afsluitende paragraaf van hoofdstuk 4.
73
15
74
16
Het Regiocontract 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op het voorstel voor het Regiocontract dat de RNV indient namens de acht deelnemende gemeenten: Elburg, Ermelo, Hattem, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Dit hoofdstuk kan gezien worden als een aanvulling op, en achtergrondinformatie bij de provinciale fiches waarin de contractuele afspraken tussen regio en provincie worden vastgelegd. Achtereenvolgens komt aan de orde: - De selectie van projecten - De projecten voor het regiocontract - De regionale investeringen - Overig te agenderen projecten 4.2 De selectie van projecten Eén van de belangrijkste uitgangspunten is dat de regio Noord-Veluwe wil voortbouwen op de inspanningen waarmee ze al bezig is en dat het regiocontract een extra impuls moet zijn om deze te versterken o f t e versnellen. Om tot goede en relevante projecten te komen is daarom gestart met het opstellen van een eerste contourennota voor het regiocontract. Deze werd geschreven op basis van de regiovisie Care Valley Veluwe, de provinciale verkenningen en de lokaal vastgestelde visies. In die contourennota werden de eerste hoofdlijnen beschreven, die moeten leiden naar de stip die op de regionale horizon is gezet voor 2030. Deze contourennota is breed uitgezet naar alle gemeenten, het dagelijks bestuur van de regio en de provincie en vormde de basis voor meerdere gesprekken met de gemeenten waar gezamenlijk gekeken werd met welke projecten de voornemens concreet kunnen worden uitgewerkt. Vervolgens gewerkt aan de nadere verfijning van de contourennota. Dit resulteerde zoals in hoofdstuk 3 beschreven, via het opstellen van een gebiedsagenda, in het aanbrengen van een focus op die onderwerpen die voor het stads-en regiocontract kunnen worden meegenomen. De projecten zijn tot slot beoordeeld op hun geschiktheid voor het regiocontract. Dat is gebeurd aan de hand van diverse criteria, waarbij de provinciale aanwijzing dat er sprake moet zijn van structuurversterking in belangrijke mate leidend was. Daarnaast hebben de colleges in de gezamenlijke bijeenkomst van 27 augustus 2011 aanvullende criteria bepaald. Globaal gaat het daarbij in totaal om de volgende set van criteria waaraan projectvoorstellen werden getoetst: - Inhoudelijke criteria (bijdrage aan structuurversterking, bijdrage aan een vitale stad in een vitale regio, voortbouwend op bestaand beleid) - Praktische criteria (kan er op korte termijn concreet gestart worden en kunnen er ook binnen de werkingsperiode van het stads- en regiocontract concrete resultaten behaald worden) - Financiële criteria (is er sprake van een concrete bijdrage van de gemeente of van derden). 4.3
De projecten voor het regiocontract
Het selectieproces leidt tot meerdere projecten verbonden aan de doelstellingen van de programma's voor het regiocontract waarvoor een provinciale bijdrage wordt gevraagd
17
75
(zie tabellen 1 en 2). In de tabellen zijn ze gegroepeerd volgens de indeling naar programma, deelprogramma, majeur project en project. Deze lijst is door het Dagelijks Bestuur van de regio Noord-Veluwe geaccordeerd op 30 november 2011. Op basis van bestuurlijk overleg met de provincie, het besluit van Gedeputeerde Staten op 17 januari 2012 en de daaropvolgende afstemming is onderstaande lijst opgesteld.
Tabel
1
Projecten
"re
5
Toeristische infrastructuur
regiocontract,
programma
I.
I
2 S «=(9 A
Kwaliteitsimpuls Veluwetransferium (Nunspeet)
350.000
175.000
Klompenpad (Putten) Klompenpadennetwerk (Hattem)
80.000 122.000 120.000
40.000
305,000
152.500
40,000
20.000
Herinrichting museum Elburg
475.000 350.000
150.000 175.000
Restauratie Dijkpoort (Hattem)
500.000
250.000
Renovatie molen en molenhuis (Hattem)
200 000
100.000
Toeristisch overstappunten P-Veluwe (Heerde) Klompenpadennetwerk (Hattem, Heerde Oldebroek) Verbeteren recreatieve uitstraling Krachtighuizen (Putten) Uitkijktoren P-Veluwe (Harderwijk) Hanzesteden
Aanpassing verkentoren (Hattem) Duurzaam aanlichten monumenten (Hattem)
100.000
150 000
75.000 400.000
Restauratie zeebeer (Harderwijk)
300.000
150.000
100.000
50.000
Versterken Havengebied Elburg (fase 1)
2.230.000
920.000
Apeldoorns kanaal (Heerde) inclusief fietspad naar Grift
1.100.000
550.000
50 000
25.000
Museum aan Zuiderzeestraatweg (Putten) Molen de Hoop (Oldebroek)
Groene Economie
20.000
200.000
800.000
Dnelandenstrand (Harderwijk)
Care Academy Veluwe / Leren vanuit de praktijk
40.000
Herinrichting Markt en kerkplein (Hattem)
Eigenwijs water: aanlegplaatsen historische boten Apeldoorns kanaal (Hattem) Zuiderzeestraatweg
61.000 60.000
Botterwerf en Vischafslag (Harderwijk)
Restauratie Kloostermuur (Harderwijk) Veluws water
economie
Uitwerking Care Academy Veluwe
100.000 600.000 1.045.158 660.000
50.000 275.000 225.000 330.000
Regionale bedrijfsschool voor de Metaal, Electro, Installatie en Mechatronica branches: techniek Aacademle Veluwe
2.280.000
400.000
Regionale duurzame energie- en ontwikkelingsmaatschappij
2.540.000
1.000.000
14.737.158
5.753.500
18
76
Tabel 2
Projecten regiocontract, programma omgeving en mens
I o.
i
Stationsomgevingen Vitale (dorps)centra
5 Versterking landschappelijke waarden
i
ee (9 A
Stationsomgeving Ermelo Stationsomgeving Putten
2,000.000
750.000 250.000
10,000,000
500.000
Gebiedsontwikkeling centrum Nunspeet
1,000,000
500.000
Herontwikkeling winkelcentrum Meidoornplein Wezep (Oldebroek)
2,700.000
250.000
Herinrichting centrum Heerde
500,000
250.000
Herinrichting centrum Wapenveld (Heerde)
500,000
250.000
Upgrading recreatiedoelen tracé halfweg, Stakenbergweg, Oude Zwolseweg Nunspeet en Ermelo (Nunspeet)
700.000
350.000
Realiseren nieuwe schaapskooi (Nunspeet
600.000
300.000
Uitloopgebied Assenrade en ijsbaan, functies en landschapsbouw (Hattem)
450.000
225.000
7.000.000
300.000
30.450.000
3.925.000
Versterken detailhandel, versterken verblijfsgebied, herpositionering winkels, parkeeroplossingen en versterken beeldkwaliteit (Ermelo)
Gebiedsontwikkeling Groene Zoom (Harderwijk)
Opvoeden Versterken
ra ra
Gezonder fundament
320.000
100.000
Opvoeden versterken
400 000
Doorbraak
640.000 260,000
Risicovolle relaties
200,000
50.000
Zwerfjongeren
100.000
50.000
Leefstijl
600.000 100.000
360.000
1.000.000
475.000
ra «
5&
60.000
40.000
Burgerkracht
Burgerkracht
Informele zorg
Time Out
240.000
Ruim baan voor jonge mantelzorgers
190.000
De zorg gaat door
240.000
120.000 95.000 120.000
1.068.000
534.000
323.000
166.195
5.290.000
2.570.195
Participatiehuis
4.4
Kansrijk wonen (Nunspeet)
Alcoholontmoediging
I
S.OOO.OOO
Academie voor Zelfstandigheid
Participatiehuis Academie voor Zelfstandigheid
De focus v a n de regio
Met deze projecten voor het regiocontract is sprake van een evenwichtig samengesteld programma waarin, in relatie tot onze visies, voldoende focus is aangebracht op de belangrijke opgaven voor de komende vier jaar. Daarnaast is de relatie met de stad Harderwijk nadrukkelijk aanwezig waardoor gezamenlijke resultaten (sterkere structuur van stad en regio) zijn te behalen doordat programma's elkaar ook onderling positief kunnen beïnvloeden. 77
19
Er ligt in aantallen projecten een zwaartepunt bij het programma economie, hier wordt een breed pakket aan samenhangende maatregelen voorgesteld waarmee daadwerkelijk de structuur van de regionale economie versterkt zal worden. Binnen het economische programma ligt de nadruk op investeringen in de Gastvrije regio, waarbij het verbeteren en vermarkten van het toeristische product van de regio Noord-Veluwe voorop staat ('De Veluwe op 1'). De tweede peiler, Ondernemend Noord-Veluwe, richt zich vooral op het versterken van het ondernemerschap en het stimuleren van innovatie, het versterken van de daarbij noodzakelijke structuren. Daarbij denken we in termen van zorg, innovatie, groene economie, leren in de praktijk en techniek. Bij het ruimtelijke programma is in de regio vooral gezocht naar projecten waarmee de vitaliteit van de dorpen en kernen versterkt kan worden, en waarbij de provinciale bijdrage net even een extra stimulans kunnen geven. Speciale aandacht is er voor de stationsomgevingen. Bij het sociaal programma vormt de vastgestelde sociale agenda, die tot stand is gekomen na een zorgvuldig doorlopen traject met alle betrokkenen de basis. Deze agenda is omgezet naar een concreet uitvoeringsprogramma met de thema's 'Eigen Kracht', 'Jeugd' en 'Participeren naar vermogen', omgezet in een uitvoeringsprogramma. Naast deze concrete projecten wil de regio ook een aantal ontwikkelprojecten opvoeren. Deze projecten zijn op dit moment (op onderdelen) nog niet in het stadium dat er concreet uitgevoerd kan gaan worden. De regio wil de provincie betrekken in deze ontwikkelingen voor wat betreft denkrichting, planontwikkeling en indien nodig ook financieringsmogelijkheden. Het betreft o.a.: - de stationslocaties: naast de introductie van Randstadspoor, wordt voor alle stationsomgevingen gedacht aan de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid als toegangspoorten naar De Veluwe en in het bijzonder de ontwikkelingen in het gebied van de stationsomgeving in Wezep, waar een grotere gebiedsopgave ligt; de revitalisering van de verblijfsrecreatie: op meerdere punten is aandacht voor dit onderwerp noodzakelijk waarbij nadrukkelijk ook de ondernemers moeten worden betrokken bij de vraagstukken die hier spelen; - de leefbaarheid van kernen en wijken: een belangrijk thema voor alle gemeenten waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is te komen tot actieve uitwisseling van kennis en ervaringen. - buitengewoon sportief: de Noord-Veluwe heeft de potentie om verder te groeien op het gebied van buitensporten/outdooractiviteiten. Wij zien dit in relatie tot de economische waarde van de buitensporten/outdooractiviteiten, in relatie tot toerisme en recreatie en gezondheid.
4.5
De regionale investeringen
De RNV dient samen met de gemeente Harderwijk een aanvraag in voor middelen in het kader van het Stads- en Regiocontract. Dit gebeurd op basis van het proces waarin via programma's en deelprogramma's, majeure projecten zijn gedefinieerd. Samen maken deze duidelijk voor welke opgaven de gemeenten samen gaan en in de komende vier jaar willen investeren.
78
20
De regio Noord-Veluwe vraagt in het regiocontract een aanvullende provinciale bijdrage van de provincie. Aanvullend betekent dat de gemeenten zelf, samen met elkaar en met eventuele andere projectpartners, een groot aandeel in de financiering van de projecten hebben. In de programmafiches is zichtbaar hoe dit op programmaniveau er uitziet. Per project werkt dat verschillend uit maar is wel gewerkt vanuit de opdracht dat de provinciale bijdrage nooit meer dan 50% van de kosten mag bedragen. Ondanks de economisch moeilijke tijden, gaat het om flinke maar ook verantwoorde investeringen in de toekomst. De gezamenlijke investeringen vanuit de regio bedragen met ruim 56 miljoen een veelvoud van het bedrag dat aan de provincie gevraagd wordt. De gevraagde bijdrage van de provincie voor de uitvoering van deze projecten bedraagt € 12.248.695,00. In de programmafiches (hoofdstuk 7) worden de investeringen in de regio weergegeven. 4.6
Overige te agenderen projecten
Zoals eerder aangegeven, spelen er naast de projecten die nu zijn aangedragen voor het Stads- en regiocontract, nog andere belangrijke ontwikkelingen en projecten waar binnen de regio Noord-Veluwe aan (verder)gewerkt moet worden vanuit de brede gebiedsagenda. Voor een aantal van deze projecten vragen wij speciale aandacht omdat deze naar ons inzicht vragen om samenwerking met de provincie, voor wat betreft de uitvoering en middeleninzet. Vanuit een regionaal perspectief gaat het dan bijvoorbeeld om: Mobiliteit en infrastructuur In de regio spelen meerdere mobiliteit/infrastructurele opgaven zoals o.a. de aansluiting van bedrijventerrein H20 op de A50. De aansluiting is van groot economisch belang voor de regio. De verkoop van de terreinen en daarmee de werkgelegenheid in de regio is gebaat bij een goede ontsluiting van dit bedrijventerrein. - de Zuiderzeestraatweg: er is een streefbeeld opgesteld om de oude grandeur van de weg terug te brengen en daaraan gekoppeld via andere investeringen een economisch rendement te genereren. De aanpassing van deze weg aan het streefbeeld ligt zowel op het gebied van infrastructuur als van cultuurhistorie. - Fietspaden: naast fietspaden die vooral een toeristisch-recreatief karakter hebben, liggen in het gebied van de regio Noord-Veluwe ook utilitaire fietspaden. Er is behoefte ook aan deze paden aandacht te geven vanwege veiligheid van fietsers in het woon-werkverkeer en die van de schoolgaande jeugd. Goede fietspaden bevorderen het gebruik van de fiets, dit is ook vanuit milieuoogpunt een extra reden om aandacht voor dit onderwerp te hebben.
Glasvezel In op komst en wordt op dit moment op de Noord-Veluwe uitgerold. Probleem is daarbij de uitrol in de buitengebieden vanwege de kosten. Het belang om de buitengebieden wel te voorzien van glasvezel is van belang vanwege de leefbaarheid en gebruiksmogelijkheden van vastgoed op het platteland. De provincie heeft aangekondigd een pilot glasvezelproject op te zetten. De RNV heeft aan de provincie gevraagd de mogelijkheden om daarin te participeren te bespreken.
79
21
Innovatiecentrum Groen Economie Noord-Veluwe Dit is een programmatische samenwerking tussen verschillende typen stakeholders (ondernemerschap, overheid, onderzoek & onderwijs) met als doel substantiële versnelling in de transitie naar een duurzame energiehuishouding, gebruik van groene grondstoffen en stimulering van de lokale werkgelegenheid. Naast de financiering door ondernemers, onderwijs en gemeenten en de cofinanciering vanuit het Regiocontract is er voor de uitvoering van dit majeure project nog aanvullende financiering nodig. Hiervan is € 330.000 gekoppeld aan de realisatie van een innovatief integraal duurzaam veehouderijsysteem (demoproject KoeLAND). De RNV doet hiervoor een beroep op het provinciale revolving fund voor een bedrag van € 330.000. Voor de ontwikkeling van het onderdeel Broedplaatsen start-ups doet de RNV een beroep op het programma Innovatie van de provincie Gelderland voor € 50.000. Voor de onderdelen Platform Groene Economie en voor de opstartfase van de regionale Duurzame energie- en ontwikkelingsmaatschappij (DE&OM), wil de RNV voor respectievelijk € 20.000 en € 250.000 een beroep doen op het programma Energietransitie van de provincie Gelderland. NOG-Veiligerhuis Als onderdeel van het landelijke netwerk heeft de veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (22 gemeenten in drie regio's Achterhoek, Noord-Veluwe en Stedendriehoek) vier zogenaamde veiligheidskamers, verspreid over de veiligheidsregio. Het takenpakket van al deze kamers is gelijk, en richt zich in hoofdlijn op: - veelplegers - huiselijk geweld - jeugd - overlastgevende groepen en - nazorg ex-gedetineerden Door het NOG Veiligerhuis is voor twee thema's een projectvoorstel uitgewerkt om de aanpak hiervan te verbeteren en te versterken in de hele veiligheidsregio, deze aanvraag wordt gedaan via de regio Stedendriehoek. Het betreft de thema's Jeugd en Exgedetineerden. Meer concreet gaat het om projecten als: • Inrichting coördinatiefunctie Jeugd • Opzet en doorontwikkeling loket ex-gedetineerden • Overbrugging periode detentie - wonen • Terugkeer van ex-gedetineerden met hoog risicoprofiel • Verkenning afbreukrisico eigen bijdrage in tweedelijns GGZ De kosten van dit projectvoorstel bedragen globaal ongeveer 3,4 miljoen, de cofinanciering van 1,7 miljoen is geregeld via het NOG-Veiligerhuis. De Regio Noord Veluwe (en dus de gemeente Harderwijk) ondersteunt de aanvraag NOGVeiligerhuis die ingediend wordt vanuit de regio Stedendriehoek. Het proces dat leidde tot de huidige aanvraag voor stadscontract en regiocontract van Harderwijk en RNV maakte dat opname van het projectvoorstel NOG Veiligerhuis in deze aanvraag niet passend was. Graag gaan wij daarom apart met de provincie en het NOG Veiligerhuis in overleg om te bezien welke mogelijkheden er zijn.
80
22
81
23
Het Stadscontract
5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op het voorstel voor het Stadscontract dat Harderwijk indient. Dit kan gezien worden als een aanvulling op, en achtergrondinformatie bij de provinciale fiches waarin de contractuele afspraken tussen stad en provincie worden vastgelegd. Achtereenvolgens komt aan de orde: - De selectie van projecten - De projecten voor het stadscontract - De inhoudelijke doelen van het stadscontract - De gemeentelijke investeringen - Overig te agenderen projecten 5.2
De selectie van projecten
Eén van de belangrijkste uitgangspunten is dat Harderwijk wil voortbouwen op de inspanningen waarmee ze al bezig is, en dat het stadscontract een extra impuls moet zijn om deze te versterken of te versnellen. Om tot goede en relevante projecten te komen is daarom gestart met het in beeld brengen van bestaande ideeën, voornemens en projecten uit ondermeer de stadsvisie Harderwijk 2031, het collegeprogramma, de concernplanning etc. Daarnaast is de ambtelijke organisatie gevraagd om project ideeën aan te leveren volgens een format gebaseerd op een aantal criteria. Globaal gaat het bij de beoordeling van de projecten op hun geschiktheid voor het stadsen regiocontract om de volgende set van criteria: Inhoudelijke criteria (bijdrage aan structuurversterking, bijdrage aan een vitale stad in een vitale regio, voortbouwend op bestaand beleid) - Praktische criteria (kan er op korte termijn concreet gestart worden en kunnen er ook binnen de werkingsperiode van het stads- en regiocontract concrete resultaten behaald worden) - Financiële criteria (is er sprake van een concrete bijdrage van de gemeente of van derden) 5.3
De projecten voor het stadscontract
Het selectieproces leidt tot de volgende projecten (binnen de programma's) voor het stadscontract waarvoor een provinciale bijdrage wordt gevraagd (zie tabel 3). De samenstelling en financiële omvang van de programma's past binnen de kaders van het besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland op 17 januari 2012. Deze projecten zijn door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Harderwijk geaccordeerd op 25 januari 2012.
82
24
Tabel 3
Harderwijker
projecten
stadscontract
ra
£ E 2
ra
E
1 :
« c e
2 o. .2, 5 Binnenstad Harderwijk
19
c
O
52
2 Versterken economie (incl. nieuwe winkelen) Kwaliteitsslag Binnenstad Evenementen Versterken Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Weekmarkt/cultuur
Stationsomgevingen
Stationsplein Harderwijk
Leefbare kernen en wijken
Lekker Groen
0)
Avontuurlijk Spelen
I 1
Woningen Zeebuurt KVO-nieuwe stijl
Wijkeconomie
Herstructurering en herbestemming
5
c
Is
je
Groot Sypel MOB-complex
650.000 1.500.000 355.000 126.000 135.000 2.766.000 10.325.000
II
270.000 750.000 115.000 90.000 75.000 1.300.000 500.000
150.000
150.000
50.000
50.000
230.000
230.000
80.000 63.000
50.000 63.000
5.675.000
475.000
185.000
185.000
16.758.000
1.703.000
Opvoeden Versterken
Preventief Jeugdbeleid en participatie (Uitrol&verfareding CtC)
195.000
150.000
Burgerkracht
Harderwijker Ontwikkelingsmij.
150.000
150.000
Ondernemerschap bij Sportverenigingen
100.000
100.000
Sport en bewegen in Maatschappelijke zorg
110.000
110.000
1.200.000
360.000
230.000
230.000
1.985.000
1.100.000
21.509.000
4.103.000
Het idee van Harderwijk Multiprobleemgezinnen
* Naast de bijdrage vanuit de Stad en Regio middelen zoals opgenomen in de bovenstaande tabel, zegt de provincie toe zich in te spannen voor een bijdrage van € 2.200.000 voor het project Stationsomgeving vanuit sectormiddelen.
83
25
Een paar hoofdlijnen: - Met deze 19 projecten is sprake van een evenwichtig samengesteld programma met voldoende focus dat belangrijke opgaven waar stad voor staat adresseert. - De relatie met regio is nadrukkelijk aanwezig waardoor gezamenlijke resultaten (sterkere structuur van stad en regio) zijn te behalen doordat programma's elkaar ook onderling positief kunnen beïnvloeden. - Bij het economische programma ligt het zwaartepunt bij investeringen in de binnenstad van Harderwijk. Van belang voor de stad, maar ook voor de regio. - Bij het ruimtelijke programma is in Harderwijk vooral gezocht naar projecten waar een extra bijdrage van de provincie een proces op gang zou kunnen helpen dat anders stil dreigt te vallen, of waar sprake kan zijn van het zogenaamde multiplier effect. Daarnaast wordt voortgebouwd op de resultaten van de GS03 met een aantal initiatieven om de integraliteit van de wijkaanpak te vergroten en de wijkaanpak uit te rollen over de hele stad. - Bij het sociale programma wordt door Harderwijk in regioverband veel samengewerkt met de andere gemeenten. De specifieke projecten die Harderwijk wil starten binnen dit programma hebben veelal te maken met de bijzondere (centrum)positie van Harderwijk in de regio, bijvoorbeeld bij het activeren van moeilijke groepen, etc. - De gevraagde bijdrage van de provincie voor de uitvoering van deze projecten bedraagt € 4.103.000 (overeenkomstig) het aanbod van Gedeputeerde Staten). In paragraaf 5.5 zijn de gemeentelijke investeringen weergeven. Naast deze concrete projecten wil Harderwijk ook een viertal zogenaamde ontwikkelprojecten opvoeren (in het projectenboek zijn deze beschreven), namelijk: - Het Stadsdistributiecentrum - Het Huis van de Stad - De verbindingszone Binnenstad-Waterfront - Het theater Theater in het Waterfront De basis voor de afspraken met de provincie over de provinciale bijdrage voor het theater in het Waterfront wordt gevormd door de afspraken uit GS03 (d.d. 25 april 2008), te weten: • Beoogd resultaat: Het realiseren van een uitgebalanceerd leisurepakket (circa 22.000 m2), aantrekkelijk ingepast in de openbare ruimte. Bestaande uit een theater met bijbehorende voorzieningen (weiness, restaurant, expositiemogelijkheden) en een bijbehorend evenementenpakket. • Middeleninzet: - Provincie: na 2012: € 5.000.000,00 (50% realisatie kosten theater); - Gemeente: Theater in WF besluit 12 juni 2007 € 2.000.000,00 (50% voorbereidingskosten tot 2011), Realisatiekosten na 2011: € 5.000.000,00). Provincie en gemeente treden gedurende deze uitvoeringsperiode in overleg over de specifieke inpassing van het Waterfront-theater en het plangebied en de culturele infrastructuur van de Noord-Veluwe in bredere zin. Dit ter voorbereiding van resultaatsafspraken over het Waterfront-theater in de volgende uitvoeringsperiode. Deze afspraken worden door de gemeente als uitgangspunt gehanteerd voor de nadere concretisering van de hierin genoemde provinciale bijdrage. 26
84
In het kader van deze specifieke inpassing van het nieuwe theater in het Waterfront is de gemeente (zoals ook al aangekondigd bij de herijking van GS03) in overleg getreden met de provincie over de voorbereiding van het maken van deze resultaatsafspraken. In onze visie betekent dit dat de provinciale bijdrage vanuit de provincie ook uit andere geldstromen kan komen en niet per definitie uit de eerste tranche van de stads- en regiomiddelen. Onze inzet blijft onverkort het in stand houden van de provinciale bijdrage ad € 5.000.000,00 voor het theater. Deze lijn wordt ook binnen het (nieuwe) Stads- en Regiocontract gevolgd. De afspraken over het theater zijn daarom afzonderlijk in deze preambule opgenomen. In het najaar van 2011 heeft er ook bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen Gedeputeerde Traag van de Provincie Gelderland en Wethouder de Kleine van de gemeente Harderwijk. De Provincie staat positief tegenover de plannen voor een onderscheidend theater met een regionaal karakter in het Waterfront van Harderwijk. De plannen zullen de komende periode nader worden uitgewerkt zodat een concrete invulling van de resultaatafspraken met de provincie kunnen worden gemaakt. 5.4
Verdiepen in de stad, verbreden naar de regio
In deze paragraaf wordt op hoofdlijn de inhoudelijke context beschreven van de projecten die Harderwijk in wil dienen voor het Stadscontract. Om effectief te kunnen zijn en daadwerkelijk bij te dragen aan de structuurversterking van de stad kent het stadscontract een aantal speerpunten waaronder zo goed als alle projecten te scharen zijn, namelijk: - Versterken van de centrumfunctie van de binnenstad van Harderwijk - Leefbaarheid vergroten van de wijken - Stationsomgeving - Versnellen van de herstructureringsopgaven - Activeren van de harderwijkers rond een aantal thema's Deze speerpunten sluiten ook aan bij de onderwerpen van de stadsvisie en conceptstructuurvisie van Harderwijk. Versterken centrumfunctie Binnenstad Harderwijk In het programma is het verstreken van de centrumfunctie van de binnenstad van Harderwijk opgenomen als een majeur project binnen het deelprogramma Gastvrije Regio, dat weer onderdeel is van het programma Economie. Door het een majeur project te noemen wordt aangegeven dat de binnenstad een belangrijke functie vervult voor de stad Harderwijk en voor de regio. De binnenstad is een belangrijke 'attractie' in de regio en trekt vele toeristische en recreatieve bezoekers (gericht bezoek, of in combinatie met het Dolfinarium, Zwaluwhoeve e t c ) . Kortom, een goed bereikbare, economisch sterke en toekomstbestendige binnenstad met een goed en gevarieerd aanbod aan winkels, horeca en andere functies in een aantrekkelijke en veilige (historische) omgeving is voor de bewoners van Harderwijk zelf van groot belang, maar ook voor de gehele regio. Dit inzicht wordt door de gemeente Harderwijk, regio en de provincie al langere tijd onderschreven en vertaald in concrete investeringen. Voorbeelden daarvan zijn de recent geopende parkeergarage Vuldersbrink, de herinrichting van het Hortuspark etc. 85
27
De binnenstad is nog niet af, en zal ook nooit afzijn. Er zijn meerdere ontwikkelingen die maken dat er continue gewerkt zal moeten worden door overheid, ondernemer en eigenaren om het centrum up to date te houden. Het stadscontract biedt de mogelijkheden om een aantal specifieke aspecten op te pakken door verschillende typen projecten gelijktijdig uit te voeren. Allen gericht op het versterken van de economische structuur (winkels, horeca, markt), de panden en het openbaar gebied. Hiermee ontstaat een krachtige impuls om de positie van het centrum te versterken. Voor wat betreft de inrichting van het openbaar gebied vindt dit plaats op basis van een door de gemeenteraad vastgestelde inrichtingsvisie. Leefbaarheid vergroten van de wijken Onder het majeure project Leefbare kernen en wijken valt in Harderwijk een aantal projecten die voortbouwen op de ervaringen die zijn opgedaan met, en de resultaten die zijn bereikt met de wijkaanpak, onder andere door de inzet van GS03 middelen. In het kader van de borging van de wijkaanpak zal de gemeente structureel middelen vrijmaken (functionarissen, wijkbudgetten). Hiermee wordt een solide basis gelegd om de wijkaanpak in Harderwijk verder op door te ontwikkelen, uit te rollen over de stad en te verbreden met een aantal thema's zoals zelfbeheer van groen, wijkeconomie (met daarbij aandacht voor het winkelcentrum Stadsweiden) en veiligheid. Hiermee worden niet alleen de resultaten van GSO geborgd, maar wordt integraler gewerkt aan de leefbaarheid van de wijken. Stationsomgeving Als gevolg van het doortrekken van Randstadspoor naar Harderwijk zal het Stationsplein moeten worden herontwikkeld met nieuwe benodigde locaties, ontsluitingsstructuur en vormgeving voor P&R, fietsenstalling, taxistandplaats, busstation, etc. In 2014 en 2015 zullen volgens planning de werkzaamheden plaatsvinden. Stationsomgevingen is een majeur project in het regionale programma omdat er in meerdere gemeenten ontwikkelingen spelen, en omdat ideeën zijn om vanuit regionaal verband te kijken naar een gezamenlijke uitstraling als onderdeel van het recreatief profiel van de Noord Veluwe. Het is voor Harderwijk een belangrijk en omvangrijk project, zeker als ook naar de opgaven voor de zogenaamde 'schil 3' worden gekeken waar op termijn mee gestart moet worden (dit betreft dan de integrale gebiedsontwikkeling van de omgeving van het station). Naast belangrijk is het ook urgent omdat er in de komende jaren de herinrichting van het stationsplein plaats moet vinden. De gevraagde provinciale middelen zullen hiervoor worden ingezet. Herstructurering en herbestemming De keuze voor het opnemen van twee onderling sterk verschillende herstructurerings- en herbestemmingprojecten is vooral ingegeven door de overweging dat met een extra impuls van de provincie hier een ontwikkeling op gang gebracht kan worden die tot veel aanvullende investeringen zal leiden. - Creatieve bedrijvigheid. Bij het MOB-complex gaat het om het geschikt maken van een oud defensie gebouw voor de creatieve bedrijvigheid. Hiervoor zijn met meerdere betrokkenen al plannen gemaakt. De provinciale middelen zullen aangewend worden om een deel van de fysieke aanpassingen uit te voeren. - Gebiedsgewijze herstructurering. Bij het project Groot Sypel gaat het om een ingrijpende gebiedsgewijze herstructurering waar de komende 5-10 jaar vele
28
86
miljoenen in geïnvesteerd zullen worden. Bijna 5,2 miljoen voor de brandweerkazerne door de gemeente, investeringen in infrastructurele maatregelen door de gemeente (o.a. verleggen beek, aanleg park) en daarnaast nog aanzienlijke investeringen door onderwijsinstellingen. Een belemmering voor het op gang komen van de gewenste herontwikkeling is het aanwezige Ipgbrandstofvulpunt. Het amoveren en saneren hiervan is een trigger voor de herstructurering, hiervoor wordt een provinciale bijdrage gevraagd. Sociaal Zoals al eerder aangegeven wordt bij het sociale programma door Harderwijk in veel samengewerkt met de andere regiogemeenten. De opgenomen sociale projecten in het stadscontract hebben veelal te maken met de bijzondere (centrum)positie van Harderwijk in de regio (bijvoorbeeld bij het activeren van moeilijke groepen), de voortrekkersrol die Harderwijk graag op zich wil nemen (bijvoorbeeld het Participatiehuis) of zijn gericht op het continueren van ingezet beleid uit de GS03 periode (bijvoorbeeld uitrol, verbreding en verbinding preventief jeugdbeleid en participatie). Verbreden naar de regio (Harderwijk in het Regiocontract) Veel van de projecten die zijn opgenomen in het stadscontract hebben ook een regionale component en kennen bovenlokale consequenties. Het is van belang de inspanningen die Harderwijk met het stadscontract wil uitvoeren in relatie te blijven zien met de projecten waar Harderwijk in het kader van het regiocontract aan meedoet. Juist door de combinatie ontstaat de meerwaarde, voor de stad en voor de regio. In het regiocontract zoals dat in het vorige hoofdstuk is beschreven is Harderwijk één van de acht gemeente die onder regie van de RNV samen werken aan majeure projecten Groene Economie, Noord Veluwe Onderneemt, Gezond Fundament, Opvoeden versterken, Burgerkracht, Informele zorg, participatie). Daarnaast is een aantal Harderwijker projecten onderdeel van majeure projecten (bijvoorbeeld Hanzesteden, toeristische infrastructuur en Veluws Water), en daarmee automatisch onderdeel van regionale benadering en belang. Of gaat het om projecten die een samenwerking met een andere gemeente veronderstellen, zoals het versterken van de landschappelijke waarden in de Groene Zoom tussen Ermelo en Harderwijk. 5.5
De gemeentelijke investeringen
Samen met de RNV dient de gemeente Harderwijk een aanvraag in voor middelen in het kader van het Stads- en Regiocontract. De gevraagde provinciale bijdrage zal gebruikt worden om meer te kunnen investeren in structuurversterkende maatregelen met als doel: 'een Vitale stad in een vitale regio' in economisch, ruimtelijk en sociaal opzicht De afgelopen maanden is op basis van een zorgvuldig proces een programma opgesteld en zijn passende projecten geselecteerd waarvoor Harderwijk in het stadscontract een aanvullende provinciale bijdrage vraagt. Geheel terecht vraagt de provincie aan gemeenten aan te geven welke investeringen zij zelf gaat doen, dit op projectniveau en op programmaniveau. De bijdrage van de provincie dient immers nadrukkelijk gezien te worden als een mede-investering Naast de provinciale bijdrage wordt door de gemeente Harderwijk en derden, ook in deze financieel-economisch moeilijke tijden, aanzienlijk geïnvesteerd. Deze investeringen zijn
29
87
echter niet altijd op projectniveau 'op te voeren' als cofinanciering, zeker niet in een 50/50 verhouding. Het gaat dan bijvoorbeeld om investeringen die zich richten op hetzelfde doel als waar het nieuwe project zich op richt (bijv. Harderwijk investeert jaarlijks bijna 6 ton aan preventief jeugdbeleid, en vraagt een bijdrage van 155.000 aan de provincie voor 4 jaar voor een project op dit beleidsterrein dat het geheel aan inspanningen sterk ondersteunt). Daarnaast gaat het om concrete investeringen door de gemeente (t.b.v. aankoop grond, infrastructuur, openbaar groen) of anderen (bouw panden) die gedaan zijn of die plaats gaan vinden om de gewenste ontwikkeling mogelijk te maken. Ook kan gedacht worden aan de kapitaallasten van dergelijke investeringen. In de onderstaande tabel wordt een globaal beeld gegeven van de gemeentelijke investeringen op programmaniveau die direct een relatie hebben met de projecten waarvoor een provinciale bijdrage gevraagd wordt. Tabel 4: Stadscontract Harderwijk, Investeringen
0
«3
E E
i 75
SI
! ; «
1
-vo-
a.
Q. ' Economie
2.766.000
1.300.000
Omgeving
16.785.000
1.703.000
1.985.000
1.100.000
21.509.000
4.103.000
Mens
Totaal
a o
if.
.
a
2
•
en bijdragen
OL,-.
O 3 ai ra
•co • 0 "O 3 t w ,0 0
« 0 01 >
•ö > 0 c
O c
£g
2 0
If
s?
co a
! E 0 0 w • O» £ •0 = T3 v S? O m -o
1 0 0
E
0 Ol :C 0 O».
c 0
1B 0 > ' .e
0
ï0 •
;^-x '. .C '
0 -
„
'.
•mw. • • > C • .;
'ï, 0 'Al''
>
EB a 1.146.000
260.000
162.000
500.000
30.000
720.000
795.000
90.000
1.750.000
2.441.000
380.000
2.632.000
5.200.000
7.125.000
5.200.000
7.125.000
* I n deze cijfers is rekening gehouden met een investering voor de stationsomgeving van € 10.325.000 euro en een bijdrage van in totaal 2.200.000 miljoen van de provincie uit sectormiddelen.
88
30
89
31
De uitvoering
6.1
Inleiding
In dit afsluitende hoofdstuk van de preambule wordt nog ingegaan op een aantal aspecten van belang voor de uitvoering van het programma door de RNV, de gemeente Harderwijk en de provincie Gelderland. Dit zijn op dit moment nog eerste ideeën die in gezamenlijk overleg verder uitgewerkt zullen worden, Het betreft hier: - Het monitoren van de effecten - De betrokkenheid van bestuur en raad - De uitvoeringsorganisatie - Kennisdeling in de regio 6.2
Programmamonitor Stads- en Regiocontract
In het provinciale fiche moeten naast de doelstellingen en resultaten ook de beoogde maatschappelijke effecten aangeven worden. Hoewel dit niet altijd eenvoudig is om exact aan te geven, onderschrijven RNV en Harderwijk wel het belang hiervan omdat dit een scherpte meegeeft die voor de uitvoeringsrichting zeer relevant is (dit nog los van de overweging dat de maatschappelijke effecten altijd in het vizier van overheidsinspanningen zouden moeten staan). In het ambtelijk overleg tussen provincie, regio en gemeente is ook over dit onderwerp gesproken, en is afgesproken dat dit voor de indiening van de aanvraag van 1 maart 2012 nog niet in detail uitgewerkt hoeft te zijn.
Om gedurende de contractperiode op een zorgvuldige en verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het stads- en regiocontract ontwikkelen. Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk kwantitatief in beeld gebracht worden fmeetbaar').
6.3
De uitvoering, bestuur en raad
Zowel de totstandkoming als de uitvoering van de aanvraag is te zien als een nieuwe manier van werken en een ontwikkeltraject voor provincie, regio en de gemeenten. Er is de afgelopen periode nadrukkelijk aandacht geweest voor de bestuurlijke relatie tussen provincie, regio en gemeenten op collegeniveau en op niveau van de raden (zie ook paragraaf 1.4). Van belang is dat dit ook gedurende de uitvoeringsperiode goed wordt vormgegeven. Hierover zal verder overleg plaatsvinden. 6.4
De uitvoeringsorganisatie
Het opbouwen van efficiënte uitvoeringsorganisatie vraagt ook nadrukkelijk ambtelijk om aandacht. Het behelst een pakket van opgaven die relevant zijn maar ook complex. De
32
90
komende tijd wordt gebruikt om ideeën hiervoor uit te werken, bijvoorbeeld dat van een regionaal programmateam (aandachtspunten hierbij zijn ondermeer: programmatische werken, tijdelijke organisatie, 'vullen' met mensen uit deelnemende gemeenten en RNV, de verbinding met RNV goed definiëren). 6.5
Kennisdeling in de regio
De vele gesprekken en discussies die hebben plaatsgevonden met en tussen gemeenten gedurende de totstandkoming van deze aanvraag hebben opnieuw aangetoond dat de gemeenten in de regio vele vergelijkbare opgaven en vraagstukken kennen, en dat met het delen van kennis en ervaring veel 'winst' te behalen valt. Een groot aantal onderwerpen leent zich erg goed voor een regionaal traject gericht op het actief uitwisselen van ervaringen, succesvolle en minder succesvolle benaderingen delen etc. Hierbij kan gedacht worden aan leefbaarheidsbeleid en -initiatieven. Daarnaast zijn er onderwerpen die meer vragen om het verkennen van de mogelijkheden om hier gezamenlijk in op te treden (bijvoorbeeld de vraagstukken rond herstructurering) De RNV zal het hiertoe het initiatief nemen.
91
33
92
Programma Stad en Regio, Harderwijk en Noord Veluwe
Fiches Regiocontract
Fiches Stadscontract
I
II
III
7 P r o g r a m m a en F i c h e s
34
93
Projecten
Participatie naar Vermogen
Jeugd
Mens
Eigen kracht
Academie voor zelf*tandi«heid^ '
Majeure projecten
Deelprogramma
Programma
|
Gastvrije regio
Economie
Ondernemend Noord Veluwe
|
P r o g r a m m a Stad en R e g i o , H a r d e r w i j k e n Noord V e l u w e
\v
Aantrekkelijke dorpen en steden
waarden
Verbindend Landschap
Omgeving
J
35
94
•
Het doel voor het deelprogramma "Gastvrije
•
•
•
•
verbeteren van de kwaliteit van het bestaande toeristisch-recreatief product; vergroten van het aanbod van recreatieve producten; beter vermarkten van de recreatieve producten. met bijzondere aandacht voor de versterking van de kwaliteit en aantrekkingskracht van de Harderwijker binnenstad.
landelijke aantrekkingkracht door het:
afgeleid doel Is het bereiken van een grotere
provinciale doel: Veluwe op 1. Een daarvan
voor de vrijetijdssector die bijdraagt aan het
concurrerend aanbod van voorzieningen
unspeet, Oldebrod*', Putter
Zuiderzeestraatweg: voor 2016 is in aanvulling op de infrastructurele ingrepen gestart met het terugbrengen van de oude grandeur van de Zuiderzeestraatweg door het uitvoeren van twee cultuurhistorische projecten. (Putten: museum in combinatie met ter plaatse aanpassen aan streefbeeld, Oldebroek: molen De Hoop).
Veluws water: voor 2016 Is de kwaliteit van het product 'Veluws water' versterkt, uitgebreid en beter onder de aandacht gebracht, door de uitvoering van watergerelateerde projecten. (Apeldoorns Kanaal: aanlegplaats historische schepen, fietspad en verdere gebiedsontwikkeling conform gebiedsagenda, Elburg: 1* fase versterken havengebied, Harderwijk: opwaardering Drielandenstrand).
Hanzesteden: voor 2016 is de kwaliteit van het product 'Noord Veluwse Hanzesteden' verbeterd door cultuur historische restauratie of realisatie van acht elementen (Elburg: museum Elburg, Hattem: Dijkpoort, Molen en Molenhuis, Verkentoren, herinrichting markten marktplein. Harderwijk: Botterwerf/visafslag, zeebeer, kloostermuur). Verder wordt gestart met het verduurzamen van het aanlichten van de monumenten (Hattem).
Majeure projecten:
Deelprogramma "Gastvrije regio"
regio" is een modern, duurzaam en
Beoogde resultaten
Doel(en)
Ermeic, Elburg. Harderwijk, Hattem, H«
Programma: Economie
Fiches Regiocontract
Regiocontract
II
Toename toeristische bestedingen; Verbetering toeristisch-recreatief product; Toename werkgelegenheid; Aantrekkelijker gebied
Beoogde maatschappelijke effecten
36
95
Deelprogramma "Ondernemend Noord
•
Versnelling in de omschakeling naar een duurzame energiehuishouding, benutting van groene grondstoffen en het sluiten van kringlopen Nieuwe bedrijvigheid op vlak van groene economie.
Het bundelen van krachten tussen werkgevers en onderwijsaanbieders op het gebied van techniek en zorg waardoor beter tegemoet wordt gekomen aan de vraag op de arbeidsmarkt en h e t verzilveren van kansen op innovatief gebied
'Ondernemend Noord-Veluwe' is:
Het doel van het deelprogramma
Veluwe"
Collectieve richting in acties van individuele actoren
Innovatiecentrum Groene Economie Noord-Veluwe (IGEV): Programmatische samenwerking door ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid op het gebied van 'gebouwde omgeving' en 'biobased economy' vanuit het Innovatiecentrum en vla de volgende functionaliteiten:
in bij investeringen en bedrijfsvoering die passen in
37
Ondernemers en onderwijs zetten kennis/competenties
economie komt tot stand
Vereiste samenwerking voor investeringen in groene
(transitiemanagement) naar een groene economie
Toename aantal gediplomeerden aansluitend bij de vraag op de Noord Veluwse arbeidsmarkt. meer jongeren kiezen een technische MBO opleiding; integratie van theorie en praktijk; groeiende innovatiekracht en aansluiting bij technische ontwikkeling in de zorg en techniek; positief imago voor zorg en techniek;
De Care Academy / Leren vanuit de praktijk beoogt voor 2016 het aanbod van onderwijs aan te doen sluiten op de vraag naar passend geschoolde arbeidskrachten in de sectoren zorg (Care Academy) en techniek (Techniek Academie). Regionale werkgevers in deze sectoren bieden dan opleidingen aan. Door middel van een gezamenlijke aanpak vanuit werk en onderwijs is een leeraanbod/onderwijsinhoud en een personeelmanagementool gerealiseerd waarmee we 1 op 1 aansluiten op de (personeels)vraag. Via netwerkenbijeenkomsten wordt innovatie en kennisuitwisseling gestimuleerd. Realiseren van moderne en inspirerende leeromgevingen/werkvloeren.
Majeure projecten:
Toeristische infrastructuur: de kwaliteit van de toeristische infrastructuur is voor 2016 verbeterd door het uitbreiden van het wandelpadennetwerk (Klompenpaden Putten, Hattem, Oldebroek en Heerde), de realisatie van 3 overstap- en/of rustpunten (upgrade Veluwe transferium Nunspeet, P-Veluwe Heerde en Krachtighuizen) en een uitkijktoren (Harderwijk).
96
Marktintroductie van minimaal 3 technologieën, productie- of ketenconcepten binnen speerpunten van biobased economy in de Noord-Veluwe Start van 3 nieuwe bedrijven (joint ventures of nieuwe bedrijfsactiviteiten van MKB, start-ups) Instroom van 8 HBO- en/of universitaire afstudeerders in biobased bedrijvigheid in de regio.
ontwikkelingsmaatschappij
In- en opgericht regionaal duurzame energie en
Ontwikkeling & participatie
•
•
•
Biobased Economy
vanuit een netwerkorganisatie o.a. via routekaarten richting geven aan beleid en acties van actoren die willen investeren in een groene economie op de Noord-Veluwe. Platform Duurzame gemeenten: netwerk voor afstemming, uitwisseling en uitvoering regionaal klimaatprogramma. Minimaal 75 actoren zijn gedurende de looptijd van het project als netwerkleden op de hoogte van wie wat doet in de transitie naar een groene economie op de Noord-Veluwe. Groei van de kennis en kunde van minimaal 20 ondernemers en directie/stafleden van ondernemingen die werkzaam zijn/worden binnen biobased economy en duurzame bouw. Verbeterde HRM, training en opleiding met 20 leertrajecten in samenwerking tussen ondernemingen en onderwijsinstellingen
Praktijklaboratorium
•
•
•
•
•
Platform Groene Economie • bedrijfsleven.
meer werkgelegenheid en een sterkere positie van het
duurzame ontwikkeling van de regio Noord-Veluwe,
transitie groene economie
38
97
De vrijetijdssector van de Veluwe behoort tot de belangrijkste van Nederland. Zij vormt een
De Noord-Veluwe wil kansen verzilveren waar het gaat om het versterken van haar economische
Ondernemend Noord-Veluwe
is beide thema's op te pakken en in nauw overleg met de provincie uit te werken.
sportieve potentie van de regio en de revitalisering van de verblijfsrecreatie. De wens van de regio
of kansen liggen, maar waarvoor nog niet direct projecten in de benen zijn geholpen. Dit is de
Naast uitvoeringsprojecten benoemt de regio een aantal thema's waar zich problemen voordoen
kernbegrippen in het deelprogramma.
regio gelegen aan groot oppervlakte water. Cultuurhistorie en toeristische bereikbaarheid zijn
worden kansen benut op het gebied van water. De Noord-Veluwe is immers de enige Gelderse
hebben gezamenlijk een projectenboek gemaakt en een promotieplan opgesteld). Tegelijkertijd
geïnvesteerd in het voortbestaan van de iconen van de Veluwse Hanzesteden (De gemeenten
in nieuwe kansen en initiatieven. Het deelprogramma Gastvrije regio bevat beide. Zo wordt
nodig zijn het toeristisch product up-to-date te houden. In andere gevallen gaat het om investeren
worden is een aantal investeringen noodzakelijk. In sommige gevallen zijn dit investeringen, die
Om een gastvrije, moderne, duurzame en concurrerende vrije tijdssector werkelijkheid te laten
regiocontract ruim aandacht te schenken aan dit thema.
zorg, in de brede zin des woords, de belangrijkste pijlers van de regio. Reden om in het
belangrijk deel van het 'DNA' van de Noord-Veluwe. Toerisme en recreatie vormen samen met
4.203.658
regio en ondernemend Noord Veluwe. 5.753.500
(2012:2015)
Provincie: (2012-2015)
Het programma Economie van de Noord-Veluwe bestaat uit twee deelprogramma's: de gastvrije
Gastvrije regio
Gemeente(n):
Middeleninzet
Toelichting
4.780.000
(2012-2015)
Derden:
39
98
1. Platform Groene Economie; 2. Praktijklaboratorium Groene Economie 3. Ontwikkeling en participatie
gebied van gebouwde omgeving en biobased economy en kent drie functionaliteiten:
regio. Het Innovatiecentrum wordt gekenmerkt door een programmatische samenwerking op het
onderwijs- en onderzoeksinstellingen, overheden en ondernemers, op weg naar een duurzame
innovatiecentrum voor Groene Economie (IGEV). Hierbij worden telkens verbanden gelegd met
afgelopen jaren is veel werk verzet op dit terrein. Dit wordt bestendigd en verder uitgewerkt in een
De groene economie is daarnaast een belangrijke pijler van Ondernemend Noord-Veluwe. De
voordelen behaald worden tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
voor het bijdragen in passend onderwijs. Met deze projecten kunnen blijvend synergetische
oudsher goed vertegenwoordigd zijn in de regio en de mogelijkheden die deze sectoren hebben
Leren uit de praktijk. Hierbij wordt een nadrukkelijke koppeling gemaakt tussen sectoren die van
Leren en werken dichter bij elkaar brengen is een van de doelen van het project Care Academy /
ondernemers, kennisorganisaties en overheden en te investeren in de groene economie.
structuur. Zij doet dit door te investeren in onderwijs, het bundelen van krachten van
40
99
•
•
Het doel van het deelprogramma
toeristen en recreanten.
gebruikswaarde te verhogen voor bewoners,
toegankelijk(er) te maken en de
waarborgen, waar mogelijk te versterken,
kwaliteiten van de Noord-Veluwe te
landschappelijke groene en blauwe
Versterking landschappelijke waarden: In 2016 zijn vier (herstructurering omgeving Stakenbergerweg, verplaatsing Schaapskooi Elspeet, uitloopgebied Assenrade bij Hattem, uitloopgebied Groene Zoom bij Harderwijk) landschapsversterkende projecten uitgevoerd.
Majeure projecten:
'Verbindend Landschap' is om de
Putter
Stationsomgevingen: de Noord-Veluwe heeft voor 2016 drie (Ermelo, Putten en Harderwijk) stationsomgevingen opgewaardeerd tot aantrekkelijke, goed bereikbare, op- en overstappunten voor inwoner en bezoeker, waar rekening is gehouden met de komst van RandstadRail en voldoende parkeermogelijkheden. Stationsomgeving Harderwijk is uitgewerkt in het stadscontract. Vitale (dorps)centra: De Noord-Veluwe heeft voor 2016 vijf (Ermelo, Nunspeet Centrum, Oldebroek (Wezep), Heerde Centrum en Heerde (Wapenveld) dorpskernen gerevitaliseerd, door o.a. een eigentijdse inrichting openbare ruimte en het aantrekkelijk maken van de winkelfunctie.
Majeure projecten:
Beoogde resultaten
fattem, Heerde, Nunspe^
Programma: Omgeving
Deelprogramma "Verbindend landschap"
behouden en waar mogelijk te versterken.
kwaliteit van de fysieke omgeving te
gebied van mobiliteit, leefbaarheid en de
structuurversterkende maatregelen op het
recreatiegebied met een aantal
van de Noord-Veluwe als woon-, werk- en
aantrekkingskracht van de dorpen en steden
'Aantrekkelijke dorpen en steden' Is de
Het doel van het deelprogramma
steden".
Deelprogramma "Aantrekkelijke dorpen en
Doel(en)
Regiocontract
•
•
•
•
•
•
en recreanten
41
Verhoogde aantrekkelijkheid voor bewoners, toeristen
landschap;
Betere ruimtelijke inpassing van functies in het
Verhogen landschappelijke kwaliteiten;
Toegenomen toegankelijkheid openbaar vervoer
woon-, werk en recreatiegebied;
Toegenomen waardering voor de Noord-Veluwe als
Verbeterd vestigingsklimaat;
Beoogde maatschappelijke effecten
100
preambule opgenomen.
financieringsmodellen, vormen daarbij een zeker onderdeel van studie. Dit hebben wij in de
worden door middel van een regionale aanpak op dit thema. Kennisdeling, ontwikkel- en
daarom in overleg met de provincie de komende tijd bezien waar meerwaarde gecreëerd kan
deze terreinen liggen. Een inventarisatie onder de gemeenten heeft dit bevestigd. De Regio wil
herbestemming en daarnaast leefbare kernen en wijken, maar erkent de grote opgaven die er op
De Noord-Veluwe heeft nog geen uitgekristalliseerd programma herstructurering en
het visitekaartje van de regio. Hier wordt dan ook werk van gemaakt.
concentreren, zoals stads- en dorpscentra en stationsomgevingen. Beide soorten locaties vormen
opknappen en hergebruiken van een aantal locaties waar bewoners en bezoekers zich
waarin een aantal fysieke projecten wordt aangekondigd, dat zich richt op het versterken,
Voor de Noord-Veluwe resulteert dit in een deelprogramma 'Aantrekkelijke dorpen en steden',
hergebruik van bestaand vastgoed.
van bestaande gebiedskwaliteiten als aanleiding voorontwikkeling, duurzaam ruimtegebruik en
uitleglocaties), maar belangrijker: een nieuwe kijk op gebiedsontwikkeling, die veel meer uitgaat
demografische ontwikkelingen (deze leiden niet meer tot de noodzaak voor grootschalige
Voor de bebouwde omgeving ligt de focus op herstructurering. Aanleiding hiervoor zijn
Aantrekkelijke dorpen en steden
25.075.000
Veluwe. Met een aantal structuurversterkende maatregelen in de komende vier jaar wordt de
3.925.000
(2012-2Ö15) .
Provincie: (2012-201S)
Het programma omgeving richt zich op de bebouwde omgeving en het landschap van de Noord-
Noord-Veluwe aantrekkelijker gemaakt voor bewoners en bezoekers.
Gemeente(n):
Middeleninzet
toelichting
1.450.000
(201212015) _
Derden:
42
101
deelprogramma, namelijk om de gebruikswaarde van het landschap te vergroten.
Deze projecten hebben alle vier een belangrijke functie in het bereiken van een van de doelen van
Binnen het regiocontract worden vier grotere landschapsversterkende projecten aangedragen.
financieringsvraagstukken.
landschapsontwikkelingsplannen (LOP's). De uitvoering van plannen stuit vaak op
voor zowel de bezoeker als de bewoner. De afgelopen jaren is in de regio hard gewerkt aan
Het landschap is een van de belangrijkste en onderscheidende kwaliteiten van de Noord-Veluwe,
Verbindend Landschap
43
102
Programma: Mens
»
versterken van de eigen kracht van
samenleving. Met aandacht voor:
wonen en deel blijven uitmaken van de
waardoor zij zelfstandig kunnen blijven
zorgen meer voor elkaar en voor zichzelf
mogelijkheden van mensen. Mensen
gebruik maken van de eigen
vroegtijdig ingrijpen en maximaal
instellingen. Kenmerken zijn: preventie,
nieuwe stijl bij gemeenten en
kracht' is voor 2016 Invoeren van Welzijn
Het doel van het deelprogramma 'Eigen
Deelprogramma "Eigen kracht".
kracht, jeugd en participeren.
is uitgewerkt in 3 deelgebieden: Eigen
individu en als gemeenschap. Dit thema
inwoners van de Noord Veluwe, als
versterken van de eigen kracht van de
Doel van het programma MENS Is het
Doel(en)
•
•
•
•
ten opzichte van 2012. (meetinstrument: SROI, ID)
44
2016, in weerwil van de bezuinigingen op de zorg, niet gedaald
Het welbevinden van zorgbehoevenden en mantelzorgers is in
Beoogde maatschappelijke effecten
Putter
Een plan van aanpak Welzijn Nieuwe Stijl opgesteld door gemeenten en welzijnsinstellingen, gezondheidszorg en organisaties voor vrijwilllgerszorg en bekrachtigd in een convenant tussen deze partijen. Er is een gezamenlijke taakverdeling van hulpverleners, welzijnsorganisaties en gemeente ontwikkeld en geïmplementeerd Welzijn nieuwe stijl is integraal ingevoerd op de Noord Veluwe. Nieuwe ontwikkelde methodieken en werkwijzen voor preventief werken en vroegsignalering, meedoen van kwetsbare mensen, versterken van eigen kracht van mensen, mobiliseren burenhulp, Eigen kracht conferenties bij dreigende hulsuitzettingen. Netwerk bouwen met mensen zonder netwerk. Er is een methodiek ontwikkeld en geïmplementeerd door een onderzoeks- of ondersteuningsinstelling die het rendement van maatschappelijke investeringen meetbaar en zichtbaar maakt.
Burgerkracht:
Majeure projecten
Beoogde resultaten
E-meio, E'burf, H a r d e r w i j k , H s t t e m . Heerde, Nunspeet. Oldebroek
Regiocontract
103
(verder) versterken van de ondersteuning van mantelzorgers
•
ketenaanpak (voorlichting, preventie, hulpverlening) voor risicovolle
relaties bij jeugd, zwerfjongeren begeleiden naar een zelfstandig
bestaan.
het aantal jongeren dat doorstroomt
naar jeugdzorg. Jongeren maken
gezondere leefstijlkeuzen op het gebied
van voeding, bewegen en
gesteund door hun omgeving (school,
vereniging, buurt, horeca)
verantwoordelijkheid en eigen kracht van burgers. Dit gebeurt door
via integrale samenwerking en gebruik makend van de eigen
geïmplementeerd. Met beweeg- en bewustwordingsprogramma's,
en werkwijzen op het gebied van gezonde leefstijl bij jeugd
Gezonder fundament: Regionaal worden gezamenlijke methodieken
situaties (licht verstandelijke beperking, kindermishandeling),
hulpverlening zorgen voor een daling van
alcoholgebruik. Zij worden daarbij
opvoed-ondersteuning voor ouders met kinderen In kwetsbare
van gezinnen. Verbeterde preventie en
financieren ontwikkeling van nieuwe werkwijzen op het gebied van
van preventieve opvoedondersteuning
positief coachen door sportorganisaties, opvoedondersteuning,
het beschikbaar stellen van scholing, stimuleren van afstemming,
vroegsignalering en preventief werken door GIG en ketenpartners,
(door)ontwikkeld, geïmplementeerd en ingevoerd. Dit gebeurt door
versterkt door de inzet op verbreding
en de versterking van de eigen kracht
en werkwijzen op het gebied van opvoed-ondersteuning
regio Noord-Veluwe. De
Opvoeden versterken: Regionaal worden gezamenlijke methodieken
Majeure projecten
formele en de informele zorg.
van jonge mantelzorgers en verbetering van afstemming tussen de
verbeterd aanbod van respijtzorg voor mantelzorgers, ondersteuning
Voor 2016 Is de ondersteuning aan mantelzorgers versterkt door
Informele zorg:
opvoedcompetenties van ouders worden
opgroeiklimaat voor alle jeugd in de
is het versterken van het opvoed- en
Het doel van het deelprogramma 'Jeugd'
Deelprogramma "Jeugd"
verbeteren van de onderlinge verbondenheid en samenwerking in de wijk/kern (civil society)
•
burgers, met specifieke aandacht voor kwetsbare burgers.
45
In 2016 is het percentage jongeren van 6 tot 16 jaar met overgewicht gedaald ten opzichte van 2011 (EMOVO, GGD). In 2016 is het drankgebruik onder jongeren tot 16 jaar gedaald ten opzichte van 2011. (EMOVO, GGD).
In 2016 is het percentage van het totaal aantal jeugdigen dat gebruik maakt van de jeugdzorg gedaald ten opzichte van 2012. We zijn tevreden als dit percentage niet gestegen is.
104
versterken en inzetten van de eigen kracht in wijken en dorpen versterken van de sociale, professionele en vrijwillige infrastructuur
zelfstandigheid en maatschappelijke
scholingstrajecten biedt richting
verstandelijke beperking
gerealiseerd die mensen met een
Academie voor zelfstandigheid
bemiddeld naar werk. Ook is een
via publieke arbeidsbemiddelaar Match
ontwikkelen. Indien mogelijk worden zij
arbeidsmarkt zich op één plaats kunnen
burgers met een kwetsbare positie op de
participatiehuis maakt het mogelijk dat
deze manier gerealiseerd
leerwerktrajecten in de regio. Het op
participatievoorzieningen en
zichtbare samenhang tussen diverse
efficiënt en effectief inzetten tot een
structureren van voorzieningen en deze
Participeren naar Vermogen is
Het doel van het deelprogramma
vermogen"
Deelprogramma "Participeren naar
•
•
Belangrijkste speerpunten:
•
Eind 2012 zijn minstens 12 individuele scholingstrajecten gerealiseerd voor studenten met een verstandelijke beperking.
Academie voor zelfstandigheid
Er is meer structuur en samenhang aangebracht in leerwerktrajecten in de regio. Waardevolle projecten worden effectiever en efficiënter Ingezet, beter gecoördineerd en alles is gericht op een goede aansluiting tussen arbeidsmarktkansen en kandidaten.
Eind 2014 is een totaalconcept 'participatiehuis' gerealiseerd waarin participatiemogelijkheden beschikbaar zijn op alle treden van de participatieladder; van dagbesteding tot bemiddeling naar werk. Instroom in participatievoorzieningen is op elke trede van de participatieladder mogelijk; er zijn per trede minimaal 3 voorzieningen beschikbaar in de regio. Minimaal 200 regionale werkgevers zijn actief verbonden aan het participatiehuis
Participatiehuis:
Majeure projecten
worden op het gebied van gezonde leefstijl
alcoholgebruik door jeugd. Stimuleren van buurten om actief te
ouders, horeca, gemeente in de preventie van schadelijk
gezondheidszorg. Stimuleren van verbeterde samenwerking tussen
stimuleren van verbeterde samenwerking tussen preventie en
van vrijwilligersorganisaties, sportorganisaties en peuterspeelzalen,
implementatie van gezonde leefstijl programma's in de werkwijze
in te zetten op beschikbaar stellen van training/begeleiding bij de
Twaalf mensen met een verstandelijke beperking doen minder be roe p op zorg en ondersteuning, (evaluatierapport)
Ten minste 10% meer mensen weten de weg naar participatievoorzieningen te vinden. Ten minste 10% meer mensen stijgen op de participatieladder.
46
105
EIGEN KRACHT: De decentralisaties - die gepaard gaan met forse bezuinigingen - maken het noodzakelijk dat de
deze decentralisaties gezamenlijk op.
jeugd en zorg een omvangrijk deel van de taken te decentraliseren. De gemeenten op de Noord-Veluwe pakken
In de Bestuurlijke Afspraken tussen rijk, provincie en gemeenten is overeengekomen om op het gebied van werk,
Daarvoor zijn extra investeringen noodzakelijk.
anderen helpen, iets bijdragen aan de samenleving, zelf hulp zoeken en niet direct naar overheid kijken.
burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Er is een mentaliteitsverandering in de samenleving nodig:
maatschappelijke organisaties is niet meer 'zorgen voor*, maar 'zorgen dat'. Dat vraagt om een cultuuromslag: bij
ondersteuningsinstellingen
€50.000 inzet uren
middelen waarvan
hulpbieder (familie, buurt, vrienden, vrijwilligers). Gemeenten en maatschappelijke organisaties zullen een
steeds groter beroep doen op eigen kracht en het eigen netwerk van mensen. De rol van de overheid en
€ 330.000 sectorale
'zorg voor elkaar' hebben. Zowel vanuit het perspectief van de hulpvrager als vanuit het perspectief van de
bij de identiteit van onze regio. Een van de uitgangspunten van de regiovisie is dat op de Noord-Veluwe mensen
zoveel mogelijk zelf aan zet blijven en zelf de ondersteuning regelen die ze nodig hebben. Deze ontwikkeling past
huidige manier van zorgen en hulpverlenen in de toekomst onbetaalbaar. Het Is daarom noodzakelijk dat mensen
financiële motieven spelen mee: vooral door de vergrijzing, maar ook door de economische crisis, wordt de
€2.240.195 +
Provincie: (2012-2015)
De visie op de samenleving en de rol van de overheid is veranderd. In een samenleving waar echt samengeleefd
wordt, staat niemand buitenspel, ledereen doet betekenisvol mee, midden in de zorgzame samenleving. Ook
Middeleninzet
De aanpak Academie voor zelfstandigheid Is geëvalueerd door een onderzoeks- of ondersteuningsinstelling en wordt geborgd in 2013 mits de resultaten daartoe aanleiding geven.
Toelichting
Participeren naar vermogen gemakkelijker gemaakt wordt voor de burgers van de NoordVeluwe Zelfredzaamheid van burgers wordt bevorderd Werkloosheid en inactiviteit worden teruggedrongen.
participatie.
€2.353.000
(2012-2015)
Gemeente(n):
€366.800
(2012-2015)
Derden:
47
106
twee majeure projecten: Participatiehuis Noord Veluwe en Academie voor zelfstandigheid
Bevordering van de zelfredzaamheid staat centraal. Het realiseren van deze doelstelling wordt vormgegeven via
streven de gemeenten naar een situatie waarin alle burgers in de regio kunnen participeren naar vermogen.
PARTICIPATIE: In aansluiting op de regiovisie Care Valley Veluwe en passend bij de visie op de rol van de overheid
projecten: Opvoeden Versterken en Gezonder Fundament.
naar coach/begeleider verschuift. Het realiseren van deze doelstelling wordt vormgegeven via twee majeure
professionele keten van zorg en hulpverlening. Een ambitie, waarbij de professionele handelswijze van expert
weefsel in dorpen en wijken en daarnaast de (gezins) krachtversterkende methoden stimuleren in de hele
semiprofessionele kader In de wijken, de verenigingen en sport in combinatie met het versterken van het sociale
burger en over hun eigen grenzen heenstappen, het preventiewerk verbreden naar het vrijwillige en
ondersteuningsstructuur aan ouders/gezinnen. Dit betekent dat organisaties werken vanuit de vraag van de
transformatieproces in de jeugdzorg door in te zetten op verbreding en flexibilisering van de
JEUGD: De gemeenten willen doorgaan op de ingeslagen weg en in 2012-2015 inspelen op het
mantelzorg.
aan respijtzorg en het verbeteren van de afstemming tussen de formele en informele zorg: majeur project
mantelzorgers die door alle ontwikkelingen in de knel dreigen te komen, het doorontwikkelen van het aanbod
gemeenten op de Noord-Veluwe in 2012-2015 voortgaan op de ingeslagen weg van 2008-2011 en focussen op
project: burgerkracht. Door deze ontwikkeling zal de druk op mantelzorgers verder toenemen. Daarom willen de
gemeenten de komende jaren "De Kanteling" en "Welzijn Nieuwe Stijl" handen en voeten zien te geven: majeur
48
107
verbeteren van de kwaliteit van het bestaande recreatief product; vergroten van het aanbod van recreatieve producten; beter vermarkten van de recreatieve producten; met bijzondere aandacht voor de versterking van de kwaliteit en aantrekkingskracht van de Harderwijker binnenstad
afgestemd aanbod koopavonden, aanpak leegstand vestiging van landelijke ketens stimuleren door samenvoeging
onder andere:
stroomlijnen en plaatsen in regionale context. Concrete resultaten zijn
bestaande activiteiten en programma's gericht op de binnenstad te
• Versterken economische positie: Het versterken van de regionale functie van de binnenstad door het
vergroten. De projecten zijn:
kwaliteit en aantrekkingskracht van de binnenstad voor stad en regio te
verschillende projecten, aanvullende op de bestaande inzet, om de
Dit majeur project betreft het in samenhang uitvoeren van een vijftal
Toename (combinatie)bezoek aan het centrum Toename van de bestedingen in het centrum Toename bezoek aan evenementen
dan om scherpere informatie over beoogde effecten als:
49
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar'). Het gaat hier
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
stads- en regiocontract ontwikkelen.
gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de
het:
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en
grotere landelijke aantrekkingkracht door
(centrumfunctie):
concurrerende vrijetijdssector met een
Binnenstad Harderwijk
Het doel voor het deelprogramma "Gastvrije
verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
Majeure project:
Deelprogramma "Gastvrije regio".
Beoogde maatschappelijke effecten
regio" is een gemoderniseerde, duurzame en
Beoogde resultaten
Doel(en)
Programma: Economie
Fiches Stadscontract
Stadscontract
Ill
108
binnenstad om het uitgaan veiliger en gezelliger te maken. Concrete
• Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan: Het toepassen van het proces instrument KVU in het uitgaansgebied
een groot evenement naar Harderwijk halen (en/of) aan de hand van jaarlijks wisselende thema's de bestaande evenementen te verbeteren en de uitstraling te vergroten. Het organiseren van workshops voor organisatoren en ondernemers gericht het verbeteren van communicatie, marketing en pr van evenementen, mede gericht op het komen tot een gezamenlijke communicatie uiting.
resultaten:
• Evenementen versterken: Het versterken van het evenementen aanbod met als concrete
resultaat is een viertal heringerichte straten binnen de contractperiode.
refereren aan het historische karakter van de binnenstad. Concreet
• Kwaliteitstag binnenstad: Het opnieuw inrichten van het openbaar gebied met materialen die
bestaande panden deelname aan verkiezing 'beste winkelstad van NL' themabijeenkomsten/workshops gericht op meer gebruik van nieuwe media door ondernemers. ingericht en functionerend webwinkelcentrum Harderwijk. Daarnaast zal de gemeente zich inspannen om de samenwerking tussen ondernemersverenigingen en het Centrummanagement Harderwijk te versterken en om de eigenaren actiever bij het functioneren van de binnenstad te betrekken.
50
Toename van de waardering van de bewoners en bezoekers van het centrum Versterking cultuurhistorisch karakter (o.a. in relatie tot de Hanze) Verbreding van het aanbod aan voorzieningen Meer ondernemersinnovatie (o.a. digitaal) Afname van Overlast en Openbare Orde problemen als gevolg van het uitgaan Grotere betrokkenheid van ondernemers en eigenaren bij het centrum
109
Deelprogramma "Ondernemend Noord
•
•
•
•
het verzilveren van kansen samen met het bedrijfsleven op economisch gebied. Het beter tegemoetkomen aan de vraag op de arbeidsmarkt door een goede Interactie tussen werkgevers en onderwijsaanbieders. Het bundelen van krachten op het gebied van innovatie en arbeidsmarkt. Substantiële versnelling in de omschakeling naar een duurzame
'Ondernemend Noord-Veluwe' is:
Het doel van het deelprogramma
Veluwe".
voor het stadscontract.
Harderwijk heeft bij dit deelprogramma geen eigen projectvoorstellen
maatregelenplan (sociaal cultureel, economisch en ruimtelijk); uitvoeren maatregelen (bv. volkscultuur op de markt, levende historie, streekproducten, branchering, pleininrichting).
Concrete resultaten zijn:
verbindingen te leggen met cultuur en cultuurhistorische aspecten.
• Weekmarkt: Het versterken van de economische positie van de weekmarkt door
convenant en plan van aanpak; uitvoeren van gezamenlijk te bepalen maatregelen monitoring en evaluatie van de Inspanningen en effecten, en nieuw plan van aanpak Daarnaast zal de gemeente zich Inspannen voor een actieve samenwerking tussen ondernemers, eigenaren, politie en anderen op de lange termijn zodat resultaten geborgd kunnen worden.
resultaten zijn:
51
110
.-*,
' ^.-a, '^;',f-.-.'
Versterken van de economische positie van het winkel- en horeca aanbod (nieuw innovatieve formules, bestrijden leegstand, verbeteren van de routing, meedoen aan competitie beste winkelstad) Het nieuwe winkelen; het gebruik van nieuwe media door ondernemers vergroten, onder meer door het webwinkelcentrum Harderwijk te openen. Herinrichting van het openbaar gebied zodanig dat het cultuur historische karakter van de Hanzestad vergroot wordt.
Het stadscontract biedt de mogelijkheden om een aantal specifieke onderwerpen aan te pakken door verschillende typen projecten gelijktijdig uit te voeren. Allen gericht op het versterken van de economische structuur (winkels, horeca, markt), de panden en het openbaar gebied. Hiermee ontstaat een krachtige impuls om de positie te verstreken. Concreet gaat het om de volgende projecten waar de gemeente, samen met anderen in gaat investeren en waar een provinciale bijdrage van groot belang is:
Dit inzicht wordt door de gemeente Harderwijk, regio en de provincie al langere tijd onderschreven en vertaald in concrete investeringen. Voorbeelden daarvan zijn de recent geopende parkeergarage Vuldersbrink, de herinrichting van het Hortuspark etc. De binnenstad is nog niet af, en zal ook nooit af zijn. Er zijn meerdere ontwikkelingen die maken dat er continue gewerkt zal moeten worden door overheid, ondernemers en eigenaren om het centrum up to date te houden.
De binnenstad van Harderwijk vervult een belangrijke functie voor de stad Harderwijk én voor de regio. De binnenstad is een belangrijke 'attractie' in de regio en trekt vele toeristische en recreatieve bezoekers (gericht bezoek, of in combinatie mét het Dolfinarium, Zwaluwhoeve etc). Kortom, een goed bereikbare, economisch sterke en toekomstbestendige binnenstad met een goed en gevarieerd aanbod aan winkels, horeca en andere functies in een aantrekkelijke en veilige (historische) omgeving is voor de bewoners van Harderwijk zelf van groot belang, maar ook voor de gehele regio.
De Binnenstad; van belang voor stad en regio
it"-"'. - \
Toelichting
energiehuishouding, benutting van groene grondstoffen en het sluiten van kringlopen Groei van bedrijvigheid op het terrein van groene economie.
1.308.000
(2012-2015)
1.300.000
Gemeente(n):
Provincie: (2012-2015)
Middeleninzet
52
260.000
(2012-2015) '
Derden:
111
Het versterken van het toeristisch-recreatief profiel door het verbeteren van evenementen. Het uitgaan in de binnenstad veiliger en gezelliger te maken (en te houden). De positie van de weekmarkt te versterken.
53
112
Majeure projecten:
Deelprogramma "Aantrekkelijke
busbuffer, busstation en aansluiting van de vernieuwde situatie op het
woon-, werk- en recreatiegebied met
herstructurering van de wijdere omgeving van het station (ondermeer de
van de fysieke omgeving te behouden
en waar mogelijk te versterken.
projecten opgenomen in het stadscontract. Dit betreft:
te bezien of een regionale aanpak zinvol is. Harderwijk heeft binnen dit thema
vindt in samenspraak met de provincie een verkenning plaats op dit thema om
Herstructurering en Herbestemming: vanuit regionaal perspectief
herontwikkeling van Weiburg).
uitvoering van deze activiteiten moeten nadrukkelijke gezien worden als
voorloper van de volgende fase (de zogenaamde 3' schil), de aanpak en
mobiliteit, leefbaarheid en de kwaliteit
bestaande wegenstelsel. Volgens de huidige planning zullen de
resultaten zijn: een nieuw stationsplein, fietsenstalling, P&R, taxistandplaats,
steden van de Noord-Veluwe als
werkzaamheden starten en afgerond zijn binnen de contractperiode. De
gebied rondom het station (de zogenaamde 2* schil). Concrete beoogde
aantrekkingskracht van de dorpen en
maatregelen op het gebied van
en bezoeker. Het project betreft vooral de herstructurering van het openbaar
'Aantrekkelijke dorpen en steden' Is de
een aantal structuurversterkende
op tot een aantrekkelijk en goed bereikbaar op- en overstappunt voor inwoner
Het doel van het deelprogramma
S t a t i o n s o m g e v i n g e n : De stad Harderwijk waardeert de stationsomgeving
Beoogde resultaten
Doel(en)
dorpen en steden".
Programma: Omgeving/Ruimte
Stadscontract
54
Verbeterd vestigingsklimaat Toegenomen waardering voor Harderwijk als woon-, werk- en recreatiegebied Betere toegankelijkheid station en een hoger gebruik van het OV Toename creatieve industrie Vergroting van de ruimtelijke kwaliteit Verbetering van de leefbaarheid van de wijken (sociale
dan om scherpere informatie over beoogde effecten als:
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar'). Het gaat hier
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
stads- en regiocontract ontwikkelen.
gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en
Beoogde maatschappelijke effecten
113
Avontuurlijk spelen: Het onder begeleiding van een buurtsportwerker stimuleren van kinderen tot sport en spel met als doel een betere motorische-, sociale en cognitieve ontwikkeling. Concrete resultaten zijn: plan maken in overleg met kinderen (houden van workshops) en het plan uitvoeren (inrichting en routing).
Lekker groen: wijkbewoners gaan aan de slag In groenstroken/plantsoenen met als doel mensen betrekken bij de groene (en 'eetbare') woonomgeving. Concrete resultaten zijn minimaal 3 locaties waar dit initiatief plaats vindt. Daarnaast zal de gemeente zich met betrokkenen inspannen om een efficiënte beheervorm te ontwikkelen voor deze initiatieven.
projecten opgenomen in het stadscontract. Dit betreft:
bezien of een regionale aanpak zinvol is. Harderwijk heeft binnen dit thema
samenspraak met de provincie een verkenning plaats op dit thema om te
Leefbare kernen en wijken: vanuit regionaal perspectief vindt in
MOB-complex: De omvorming van het gebouw tot een locatie voor creatieve industrie. Concrete resultaten zijn het verbeteren van het casco en ingebruikname van het gebouw. Daarnaast zal de gemeente zich inspannen om samen met de gebruikers te komen tot een duurzame vorm van exploitatie en beheer van het complex.
Groot Sypel: Het amoveren en saneren van een tankstation met LPGvulpunt in de nabijheid van schoolgebouwen waardoor verdere gebiedsontwikkeling mogelijk wordt (zoals (ver)nieuwbouw van delen van onderwijsgebouwen, sportvoorzieningen, het aanleggen van infrastructurele werken en de inrichting van een stadspark en evenemententerrein. Concrete resultaten zijn het opheffen van het tankstation en een start van de verdere gebiedsontwikkeling.
55
kwaliteit, kwaliteit woningen en woonomgeving, voorzieningenniveau en veiligheid) Grotere betrokkenheid van bewoners bij hun woon- en leefomgeving Versterken van het MKB in de wijken
114
de komst van RSS, een inhaalspoor voor de intercity verbinding moet worden aangelegd, is ook de komst van een
gebracht en is Harderwijk naar voren geschoven om als kopstation voor RSS te gaan fungeren. Vanwege het feit dat met
krijgen. Als gesprekspartner binnen het programma van Randstadspoor zijn deze belangen meerdere keren naar voren
1.703.000
6.420.000
(2012-2015) 2015)
Harderwijk heeft zich, gesteund door de provincie, altijd sterk gemaakt om een betere bediening van het station te
Gemeente(n):
Provincie: (2012-
Stationsomgeving
56
7.155.000
(2012-2015)
Derden:
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar').
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
stads- en regiocontract ontwikkelen.
gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en
Middeleninzet
stadscontract.
Harderwijk heeft bij dit deelprogramma geen eigen projectvoorstellen voor het
Majeure project:
Toelichting
maken voor de toerist en de recreant.
versterken en toegankelijk(er) te
waarborgen, waar mogelijk te
kwaliteiten van de Noord-Veluwe te
landschappelijke groene en blauwe
'Verbindend Landschap' is om de
Het doel van het deelprogramma
landschap"
Deelprogramma "Verbindend
Wijkeconomie: opstellen van een actieplan wijkeconomie en het nemen van maatregelen. Concrete resultaten zijn het opzetten van een economische wijktafel (actief samenwerkingsverband), uitvoeren bestaand revitaliseringsplan voor winkelcentrum Stadsweiden (dit betreft een procesgerichte aanpak gericht op het betrekken van eigenaren en ondernemers bij de herontwikkeling en uitbreiding van het winkelcentrum), aanpak leegstandbestrijding, innovatieve bedrijvigheid, etc. Woningen Zeebuurt: het bieden van deskundige ondersteuning aan huurders in het kader van renovatie/nieuwbouw en inrichting van de buurt. Keurmerk Veiling Ondernemen nieuwe stijl: In twee winkelcentra het volgen van een KVO-traject nieuwe stijl. Concreet resultaat is de zogenaamde 1* ster van het KVO in beide winkelcentra.
115
basis gelegd om de wijkaanpak in Harderwijk verder op door te ontwikkelen, uit te rollen over de stad en te verbreden
wijkaanpak zal de gemeente structureel middelen vrijmaken (functionarissen, wijkbudgetten). Hiermee wordt een solide
bereikt met de wijkaanpak, onder andere door de inzet van GS03 middelen. In het kader van de borging van de
Met een aantal projecten wil Harderwijk voortbouwen op de ervaringen die zijn opgedaan met, en de resultaten die zijn
Leefbaarheid vergroten van de wijken
Creatieve bedrijvigheid. Bij het MOB-complex gaat het om het geschikt maken van een oud defensie gebouw voor de creatieve bedrijvigheid. Hiervoor zijn met meerdere betrokkenen al plannen gemaakt. De provinciale middelen zullen aangewend worden om een deel van de fysieke aanpassingen uit te voeren. Gebiedsgewijze herstructurering. Bij het project Groot Sypel gaat het om een ingrijpende gebiedsgewijze herstructurering waar de komende 5-10 jaar vele miljoenen in geïnvesteerd zullen worden. Bijna 6,5 miljoen voor de brandweerkazerne door de gemeente, 5 miljoen voor infrastructurele maatregelen door de gemeente (o.a. verleggen beek, aanleg park) en daarnaast nog aanzienlijke investeringen door onderwijsinstellingen. Een belemmering voor het op gang komen van de gewenste herontwikkeling is het aanwezige Ipgbrandstofvulpunt. Het amoveren en saneren hiervan is een trigger voor de herstructurering, hiervoor wordt een provinciale bijdrage gevraagd.
kan worden die tot veel aanvullende investeringen zal leiden.
vooral ingegeven door de overweging dat met een extra impuls van de provincie hier een ontwikkeling op gang gebracht
De keuze voor het opnemen van twee onderling sterk verschillende herstructurerings- en herbestemmingsprojecten is
Herstructurering en herbestemming
adequate parkeermogelijkheden voor de P en R reizigers.
spoor, een vernieuwd Stationsplein, voldoende fietsenstalling mogelijkheden voor de openbaar vervoerreizigers en
In 2015 beschikt Harderwijk dan over een RSS kopstation, een ongelijkvloerse kruising van het autoverkeer met het
Volgens de huidige planning zouden eind 2015 de eerste treinen van RSS in Harderwijk moeten stoppen.
vastgesteld. In 2013 zal de reconstructie verder worden voorbereid, waarna ze in uitvoering kunnen worden genomen.
nieuw bestemmingsplan om de geschetste aanpassingen mogelijk te maken. Dit bestemmingsplan moet in 2012 worden
overleg met de provincie Gelderland, Prorail en NS is de gemeente Harderwijk gestart met de voorbereidingen voor een
daarbij voor de gemeente Harderwijk een essentiële partner om de genoemde ontwikkelingen gerealiseerd te krijgen. In
aanwezige fietsenstallingen en de P en R voorzieningen een nieuwe locatie moeten krijgen. De provincie Gelderland is
ondertunneling van dit spoor noodzakelijk geworden. Vanwege de benodigde ruimte zal ook het Stationsplein, de
(sectormiddelen t.b.v. Stationsomgeving)
2.200.000
(uit S&R middelen)
57
116
Lekker Groen; bewoners een actieve rol laten vervullen bij het 'eetbaar maken' van groenvoorzieningen in de woon- en leefomgeving. Het gezamenlijk werken hieraan vergroot de sociale kwaliteit en is ook een middel om bewustwording van het groen te vergroten en de zelfwerkzaamheid te stimuleren. Avontuurlijk Spelen; het samen met kinderen creëren van een groene speelomgeving die attractiever en spannender is dan de al bestaande speel locaties. Avontuurlijk spelen staat voor een integrale vormgeving, waarbij de gebruiker door routing en sturing geprikkeld wordt tot sport en spel binnen eigen fantasie en creativiteit, en voor kinderen ontwikkeling centraal staat Wijkeconomie: Onder de noemer 'nieuwe economisch elan in de wijken' start een traject gericht op het verstreken van de wijkeconomie in Harderwijk. Concreet gaat het om het bieden van ruimte aan kansrijke bedrijven en innovatieve ideeën/thema's, 'mensen aan werk helpen' (verbetering bemiddeling mensen met een zekere afstand tot arbeid en scholing) en 'versterken van het kleinschalig ondernemen (stimulering initiatieven vanuit MKB)'. Bovendien kunnen (onderscheidende) wijkeconomieën een bijdrage leveren het economisch profiel van de gemeente Harderwijk. Keurmerk Veilig Ondernemen; het invoeren van dit keurmerk in meerdere wijkwinkelcentra in Harderwijk
De volgende projecten zijn onderdeel van het stadscontract:
met een aantal thema's. Hiermee worden niet alleen de resultaten van GS03 geborgd, maar wordt integraler gewerkt aan de leefbaarheid van de wijken.
58
117
verbeteren van de onderlinge verbondenheid en samenwerking in de wijk/kern (civil society)
(verder) versterken van de ondersteuning van mantelzorgers
•
•
Plan van aanpak Per doelgroep 2 activiteiten per jaar ( 8 in totaal) uitvoeren.
IS jaar). Concrete resultaten zijn:
welzijnsinstellingen gericht op activiteiten voor ouderen en jongeren (IS-
• Ondernemerschap bij sportvereniginKen Opstellen plan van aanpak in samenwerking met sportverenigingen en
-
organisatie-en activiteitenplan oprichting H.O.M. uitvoeren activiteiten.
(doel: versterken civil society). Concrete resultaten zijn:
het activeren en creëren van actieve sociale netwerken in Harderwijk
• Harderwijker OntwikkelinKsmaatschappii Oprichten van een netwerk ('RvC') en doe-organisatie ('makelaar') voor
59
toename van het aantal vrijwilligers en mantelzorgers toename van nieuwe 'coalities' die bijdragen aan een groter welzijn welbevinden van zorgbehoevenden blijft minimaal gelijk etc.
dan om scherpere informatie over beoogde effecten als:
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar'). Het gaat hier
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
stads- en regiocontract ontwikkelen.
stadscontract:
versterken van de eigen kracht van burgers, met specifieke aandacht voor kwetsbare burgers.
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
project heeft Harderwijk een drietal projecten opgenomen in het
een structuur voor het:
•
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
Burgerkracht: Aanvullend op de regionale activiteiten bij dit majeure
stedelijk opzetten en Implementeren van
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
kracht' Is het integraal, regionaal en
Majeure projecten:
Deelprogramma "Eigen kracht".
ngspro
Beoogde maatschappelijke effecten
Het doel van het deelprogramma 'Eigen
Beoogde resultaten
Programma: Mens/Sociaal
Doel(en)
Stadscontract
118
versterken en inzetten van de eigen kracht in wijken en dorpen versterken van de sociale, professionele en vrijwillige infrastructuur
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar'). Het gaat hier dan om scherpere informatie over beoogde effecten als:
Concrete resultaten zijn:
60
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
creëren van een veilig opvoedklimaat In de wijken.
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
van een verbinding met curatief en repressief jeugdbeleid gericht op het
'communities that care' over de gehele gemeente Harderwijk, het leggen
• Preventief Jeugdbeleid en participatie. Het betreft hier het verder uitrollen van de preventiemethodiek
stadscontract:
speerpunten:
stads- en regiocontract ontwikkelen.
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
majeure project heeft Harderwijk één project opgenomen in het
Noord-Veluwe, met als belangrijkste
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
Opvoeden versterken: Aanvullend op de regionale activiteiten bij dit
opgroeiklimaat voor alle jeugd In de regio
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
het versterken van het opvoed- en
Majeure projecten:
Het doel van het deelprogramma 'Jeugd' is
Deelprogramma "Jeugd"
drie keer de organisatie van Veluwe games het begeleiden van minimaal 20 mensen per jaar
kwetsbare positie. Concrete resultaten zijn:
• Sport en bewegen door maatschappelijke zorg Het organiseren van sportactiviteiten (breedtesport) voor mensen in een
Structurele borging van dit Initiatief bij verenigingen.
119
Deelprogramma "Participeren naar
de zelfredzaamheid van burgers wordt bevorderd Werkloosheid en inactiviteit worden teruggedrongen.
•
•
elke burger in de regio Noord Veluwe kan participeren naar vermogen
•
"Participeren naar Vermogen"is dat:
Het doel van het deelprogramma
vermogen"
gezinnen
- Uitvoeren van concrete projectplannen gericht op personen en/of
- Vastleggen afspraken hulpverleningsaanbod (relatie dwang en drang)
- Plan van aanpak
Concrete resultaten zijn:
overlastgevende of criminele personen of gezinnen.
• PGA/GGA (Persoon en gezinsgerichte aanpak) Het doel is om te komen tot een aanpak voor stelselmatig
Het jaarlijks activeren van 30 personen; Het doorgeleiden van 18 personen per jaar naar een vaste baan in de horeca.
horeca, met als concrete resultaten:
• Het idee van Harderwijk Het betreft hier het continueren van al functionerende bedrijfsschool
P.m.
dan om scherpere informatie over beoogde effecten als:
61
kwantitatief in beeld gebracht worden ('meetbaar'). Het gaat hier
Met behulp van deze monitor kunnen effecten zoveel mogelijk
(zie ook de preambule paragraaf 6.2).
stads- en regiocontract ontwikkelen.
gemeente Harderwijk in samenwerking een monitor voor het
zullen de provincie Gelderland, de Regio Noord Veluwe en de
voeren projecten en programma's in beeld te kunnen brengen
Om gedurende de contract periode op een zorgvuldige en verantwoorde wijze de (maatschappelijke) effecten van de uit te
Binnen dit deelprogramma heeft Harderwijk, aanvullend op de regionale
Minder probleemgedrag bij jongeren (schooluitval, criminaliteit, alcohol- en drugsgebruik) Efficiënter inzet van de interventies gericht op het voorkomen van probleemgedrag
activiteiten, twee projecten opgenomen in het stadscontract:
5. Formaliseren jongerenplatform
4. introductie van nieuwe interventies
3. Analyse en gemeentebreed preventieplan
2. Afname scholierenenquête;
1. Plan van aanpak;
120
Preventief Jeugdbeleid en Participatie Harderwijker Ontwikkelingsmaatschappij Ondernemerschap bij sportverenigingen Sport en bewegen in de maarschappelijke zorg Het Idee van Harderwijk Persoons- en gezinsgerichte aanpak
De volgende projecten zijn onderdeel van het stadscontract:
Bij het sociale programma wordt door Harderwijk veel samengewerkt met de andere regiogemeenten. De opgenomen sociale projecten in het stadscontract hebben veelal te maken met de bijzondere (centrum)positie van Harderwijk in de regio (bijvoorbeeld bij het activeren van moeilijke groepen), de voortrekkersrol die Harderwijk graag op zich wil nemen of zijn gericht op het continueren van ingezet beleid uit de GS03 periode.
Centrumpositie van Harderwijk
fbelichting
2.548.600
(2012-2015) •
1.100.000
Gemeente(n):
Provincie: (2012-2015)
(2012-2015)
Derden:
62
86.400
Raadsvoorstel Raadsvergadering 16 april 2012 Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller Leefomgeving/J. Dijkslag-Esselink/0578-699523/
[email protected] Portefeuille Westerkamp Programma Ruimtelijke en economische ontwikkeling
Agendapunt 8
Onderwerp Beëindiging erfpacht en overname VVV kantoor
De raad besluit om: 1. Een bedrag van € 50.000,- beschikbaar te stellen voor de beëindiging van de erfpachtovereenkomst en overname van het VVV kantoor met bijkomende kosten. 2. Een bedrag van € 33.800,- te activeren op de balans en de structurele rentekosten van € 1.350,te verwerken in de begroting. 3. Een bedrag van € 16.200,- te dekken uit onvoorzien 2012. Inleiding Op 22 februari 2011 hebben wij in principe besloten het erfpachtrecht voor de ondergrond van het VVV kantoor aan de Kerkstraat 1 te Heerde te beëindigen en het kantoor over te nemen tegen exploitatielasten. Tevens is besloten een extern deskundige opdracht te geven een marktconforme huurprijsindicatie te berekenen. In haar brief van 14 juli 2011 heeft het Veluws Bureau voor Toerisme (VBT) geïnformeerd op welke basis zij eventueel het kantoor aan de Kerkstraat te Heerde voor 5 jaar kunnen huren. Diverse gesprekken met het VBT hebben geleid tot overeenstemming over beëindiging erfpacht en overname van het kantoor door de gemeente. Het VBT heeft daarnaast een verkenning uitgevoerd om een agentschap in Heerde te zoeken. In dat geval stopt de VVV in zijn huidige vorm en op de huidige locatie en zal intrekken bij een zo goed mogelijke ondernemer. Bevoegdheid / Juridisch kader Erfpachtovereenkomst van 7 september 1987, aangegaan voor 50 jaar. Beoogd effect Behoud gemeentelijk bezit met strategische ligging voor ontwikkeling centrumvisie zoals vastgelegd in de beleidsintenties coalitie periode 2010-2014 onder Impulsen voor Heerde. Argumenten 1.1. Het volledig eigendom versterkt gemeentelijke positie bij ontwikkeling centrumvisie. De locatie ligt strategisch nabij de totaalontwikkeling van de verbinding tussen het Van Meurspark en het centrum en de ontwikkeling huidige gemeentewerf aan de Dorpsstraat te Heerde. Bij volledig eigendom is volledige regie te voeren op de totaalontwikkeling.
1/3
121
1.2 Vergoeding is gebaseerd op de restant hypotheekschuld en overnamekosten. Het bedrag bestaat uit de lopende hypotheekschuld (ca. € 12.500,-) en overnamekosten (kosten overgang van VVV Heerde naar VVV Veluwe IJsselvallei en later VBT, ca. € 26.500,-). 1.3 Optie sloop kantoor is in bedrag kredietaanvraag meegenomen. Zie kanttekening 2.1. 1.4 Optie (tijdelijke) verhuur kantoor is in onderzoek. Er is (telefonisch) belangstelling getoond voor de huur van het kantoor door zowel maatschappelijke instellingen als commerciële partijen, mede na de berichtgeving in de pers over het sluiten van het VVV kantoor. Dit heeft tot nu toe geleid tot 1 formeel (per mail) ingediend verzoek. Zie ook kanttekening 2.1. De huidige bestemming van de locatie is ‘centrum’. Hieronder vallen de volgende al dan niet gecombineerde bestemmingen: detailhandel, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen. 1.5 Bereikte overeenstemming is vastgelegd in beëindigingsovereenkomst. De overeenkomst is eenzijdig ondertekend door huidige VVV bestuur op basis van ons principebesluit van 22 februari 2011. Dit principebesluit is genomen op basis van overname van het kantoor en verhuur aan het VBT. In de overeenkomst is de ontbindende voorwaarde opgenomen voor het geval u besluit geen financiële middelen beschikbaar te stellen. Uw besluit dient wel vóór 1 mei 2012 genomen te worden. Kanttekeningen 1.1 Het kantoor komt leeg te staan. Bij beëindiging wordt het kantoor per 1 mei 2012 gemeentelijk eigendom en komt leeg te staan. Het VBT heeft namelijk definitief besloten de VVV in Heerde voort te zetten als agentschap. Leegstand brengt verloedering van het centrum. Antikraak verhuren (bruikleen) lijkt niet haalbaar, gezien de leegstand in het centrum op dit moment. De optie sloop of (tijdelijke) verhuur dient afgewogen te worden. Recent is vastgesteld dat gezien de bouwkundige staat van het kantoor voor de komende 35 jaar nauwelijks onderhoud wordt verwacht. De huurprijs is getaxeerd op € 135,- per m2 exclusief BTW (marktconform). De netto huuroppervlakte bedraagt 80 m2. De grondwaarde is getaxeerd op € 33.800,-. 1.2 Centrumvisie en visie op Van Meurspark is niet vastgesteld. In de visie op het Van Meurspark is de locatie Kerkstraat 1 genoemd als onderdeel van de verbinding tussen het centrum en het park. Deze visie is meerdere malen in de raad besproken. 1.3 Overname is in strijd met de uitgangspunten van de in gang gezette bezuinigingen. We zijn bezig met bezuinigingen, daarom is besloten om eigendommen af te stoten en dit is precies tegengesteld met waar we mee bezig zijn. Financiën Er is overwogen of deze overname ondergebracht kan worden in de grondexploitatie. Want het is mogelijk dat deze overname in de toekomst een onderdeel kan uitmaken van de ontwikkeling van de huidige gemeentewerf (Dorpsstraat). Maar er is een aantal argumenten om dit niet te doen. 1. Bij grondexploitatie is altijd sprake van een bestemmingsplanwijziging en verandering van de functie van grond. Daar is hier (voorlopig) geen sprake van. 2. Verder moet er een “tentatieve berekening” gemaakt kunnen worden om een gevoel te krijgen wat de uitkomst is van het financieel resultaat van de overname (en de latere verkoop). Daar is op dit moment niets van te zeggen.
2/3
122
3. En de boekwaarde in de grondexploitatie mag niet hoger zijn dan de marktwaarde. Ook daar voldoet dit niet aan want de grond is getaxeerd op € 33.800,- en de kosten zijn hoger, namelijk € 50.000,-. Dat zou betekenen dat er direct een verlies genomen zou moeten worden. Dit overwegende betekent dit dat deze overname opgenomen moet worden in de normale exploitatie van de gemeente. Er van uit gaande dat het kantoor gesloopt gaat worden kan de boekwaarde niet hoger bedragen dan € 33.800,-. Hier hoeft niet op afgeschreven te worden omdat het “grond” betreft. Wel zal jaarlijks bekeken moeten worden of de taxatiewaarde op peil blijft. Bij een daling zal verlies genomen moeten worden voor het verschil. De rentelasten van de boekwaarde bedragen 4% x € 33.800,- = € 1.350,-. Dit bedrag zal verwerkt moeten worden in de begroting. Het verschil van € 50.000,- minus € 33.800,- = € 16.200,- moet éénmalig als last worden genomen en kan gedekt worden uit onvoorzien 2012. Wanneer dit bedrag uit onvoorzien wordt betrokken, resteert nog een bedrag van € 13.300,-. Aangezien het bedrag dat gedekt moet worden uit onvoorzien hoger is dan € 10.000,-, zult u hierover een besluit moeten nemen. De jaarlijkse canon ad € 317,65 komt door beëindiging van de erfpachtovereenkomst te vervallen. Communicatie In de gevoerde gesprekken met het VBT is afgesproken dat een deel van de overnamekosten (ca. € 26.500,-) door het VBT gelabeld worden voor extra promotionele activiteiten voor Heerde. Het VBT zal hiertoe een voorstel doen. Uitvoering Over de opties sloop of (tijdelijke) verhuur nemen wij een apart besluit. Advies commissie Dit wordt ingevuld nadat het advies is behandeld in de commissievergadering. Heerde, 13 maart 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Raadsbesluit; Ter inzage: 2. Advies college; 3. Beeindigingsovereenkomst.
3/3
123
Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 13 maart 2012; gelet op artikel; besluit: 1. Een bedrag van € 50.000,- beschikbaar te stellen voor de beëindiging van de erfpachtovereenkomst en overname van het VVV kantoor met bijkomende kosten. 2. Een bedrag van € 33.800,- te activeren op de balans en de structurele rentekosten van € 1.350,te verwerken in de begroting. 3. Een bedrag van € 16.200,- te dekken uit onvoorzien 2012.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 16 april 2012. griffier,
Bijlage 1: 15-03-2012
voorzitter,
1/1 124
Raadsvoorstel Raadsvergadering 16 april 2012 Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller Leefomgeving/R. Bijsterbosch-van’t Einde/ 0578-699447/
[email protected] Portefeuille H.A.M. Bögemann Programma Onderwijs en Cultuur/Monumentenzorg
Agendapunt 9
Onderwerp Vaststelling beleidskaart archeologie van de gemeente Heerde en regels voor bestemmingsplannen.
De raad besluit om: 1. de archeologische beleidskaart gemeente Heerde vast te stellen; 2. de regels voor archeologie op te nemen in nieuwe bestemmingsplannen. Inleiding Op grond van de nieuwe Monumentenwet is de gemeente verantwoordelijk voor de omgang met archeologische waarden van het gemeentelijk grondgebied. Centraal daarbij staat de verplichting om archeologische waarden in bestemmingsplannen vast te leggen. Om dit op een goede en correcte manier te doen, is vanuit het Rijk en de provincie in de afgelopen jaren volop geadviseerd om een gemeentelijke waarden- en verwachtingskaart op te stellen. In 2009 is vervolgens besloten om een gemeentelijke waarden- en verwachtingskaart op te stellen en hiervoor eenmalig een bedrag te reserveren van € 30.000,00. Deze gemeentelijke waarden- en verwachtingkaart is inmiddels opgesteld en kan nu vertaald worden in een gemeentelijke archeologische beleidskaart. Bevoegdheid / Juridisch kader Herziene Monumentenwet 1988 (2007) bij vaststelling van bestemmingsplannen houdt de gemeente rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (Monumentenwet artikel 38a); de gemeente is verantwoordelijk voor, en aanspreekbaar op haar archeologische beslissingen en keuzes; de gemeente stelt voorwaarden voor de omgang met archeologie bij de vergunningverlening (waaronder de omgevingsvergunning); de gemeente ziet toe op de naleving van de vergunningvoorschriften (handhaving). Wet ruimtelijke ordening/Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.1.6,sub 2a Bro; met de inwerkingtreding van de Wro is de opname van archeologie in bestemmingsplannen als eis geformuleerd. Het Besluit ruimtelijke ordening stelt dat de Toelichting dient te bevatten: ‘een beschrijving van de wijze waarop met de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden’. Eerdere besluitvorming en kaders 15 november 2010 themabijeenkomst commissie Ruimte 12 december 2011 informatienota commissie Ruimte
1/5
125
Beoogd effect Archeologie goed verankeren in beleid en bestemmingsplannen. Argumenten 1. Gemeentelijke archeologische kaarten In 2010 is door het bureau RAAP (Archeologisch adviesbureau) ter ondersteuning van het op te stellen gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg, twee archeologische kaarten vervaardigd, te weten: 1. Archeolandschappelijke eenhedenkaart 2. Archeologische waarden- en verwachtingskaart. De archeolandschappelijke eenhedenkaart biedt inzicht in de geomorfologische en bodemkundige opbouw van het landschap in de gemeente Heerde (voor zover relevant voor de archeologie). De geomorfologische opbouw wordt hiervoor gecategoriseerd in diverse archeolandschappelijke eenheden. De archeologische waarden- en verwachtingenkaart geeft de bekende archeologische waarden in de gemeente weer en geeft voor het gehele gemeentelijke grondgebied vlakdekkend de archeologische verwachtingszones. De archeologische waarden- en verwachtingskaart maakt op perceelsniveau inzichtelijk waar archeologische waarden zich bevinden en/of wat de kans is deze aan te treffen, zowel in de bebouwde kom als in het landelijke gebied. Deze kaarten zijn dan ook de wetenschappelijke onderlegger voor de vast te stellen beleidskaart archeologie van de gemeente. De kaarten zijn aan u gepresenteerd (concept) tijdens een thema bijeenkomst op 15 november 2010. Op basis van deze kaarten is een concept archeologische beleidskaart opgesteld. Deze is ter kennis name aan u voorgelegd op 12 december 2011. Het grondgebied is opgedeeld in een viertal waarden, te weten: 3. hoge archeologische verwachting 4. middelhoge archeologische verwachting 5. lage archeologische verwachting 6. archeologische monumenten (AMK-terrein) Aan deze vier waarden worden regels verbonden, die worden opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen. Zie hiervoor punt 2. Naast deze vier waarden bestaan er ook nog beschermde rijksmonumenten (staan wel op de beleidskaart). Deze monumenten krijgen hun bescherming via de Monumentenwet en vallen buiten de gemeentelijke verantwoordelijkheid om daarvoor regels op te stellen. Bijgaand treft u de vast te stellen archeologische beleidskaart aan, waarop de verschillende verwachtingen staan aangegeven met de bijbehorende voorschriften. 2. Oppervlakte ontheffing archeologisch onderzoek Een archeologievriendelijk (of Malta-proof) bestemmingsplan beschrijft welke terreinen vanuit archeologisch oogpunt bescherming verdienen, en welk beschermingsregime bij de verschillende soorten terreinen van toepassing is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de criteria voor ontheffing voor vergunningplichtige ingrepen zoals de diepte en de oppervlakte van de bodemverstoring. De monumentenwet (artikel 41a) bevat een algemene ontheffing voor bodemingrepen kleiner dan 100m2. Het doel hiervan is te voorkomen dat ook huis, tuin, en keuken ontwikkelingen (serres, garages) onder de reikwijdte van de wet komen te vallen. De genoemde 100m2 is echter een indicatie. Het betreffende wetsartikel geeft tevens aan dat de gemeenteraad een hiervan afwijkende andere oppervlakte kan vaststellen. Voorwaarde bij de invulling van deze mogelijkheid is dat een eventueel gemeentelijk ontheffingsbeleid archeologisch inhoudelijk is onderbouwd door onder andere bijvoorbeeld een gemeentelijke verwachtings- of beleidskaart en niet strijdig is met het belang van de AMZ (archeologische monumentenzorg). Tot op heden hebben wij in onze geactualiseerde bestemmingsplannen (vb. Wapenveld Dorp, Heerde Dorp, Groene woongebieden, Ontwikkelingsgebieden, etc.) voor alle waarden de algemene wettelijke ontheffingsregime van 100m2 gehanteerd.
15-03-2012
2 / 5126
Op grond van de nu opgestelde kaarten wordt voorgesteld om de volgende afwijkende oppervlakte, gecombineerd met een dieptemaat te hanteren voor de onder punt 2 genoemde waarden: 1. hoge archeologische verwachting: bij ruimtelijke ontwikkelingen met een verstoringsoppervlak groter dan 100m2 en die dieper gaan dan 40cm beneden maaiveld is archeologisch onderzoek verplicht. Een omgevingsvergunning voor bouwen of aanleggen (werken/werkzaamheden) is benodigd. 2. middelhoge archeologische verwachting: bij ruimtelijke ontwikkelingen met een verstoringsoppervlak groter dan 1.000m2 en die dieper gaan dan 40cm beneden maaiveld is archeologisch onderzoek verplicht. Een omgevingsvergunning voor bouwen of aanleggen (werken/werkzaamheden) is benodigd. 3. lage archeologische verwachting: bij ruimtelijke ontwikkelingen met een verstoringsoppervlak groter dan 10.000m2 en die dieper gaan dan 40cm beneden maaiveld is archeologisch onderzoek verplicht. Een omgevingsvergunning voor bouwen of aanleggen (werken/werkzaamheden) is benodigd. 4. archeologische monumenten (niet beschermd/AMK terreinen): bij ruimtelijke ontwikkeling met een verstoringsoppervlak groter dan 50m2 en die dieper gaan dan 40cm beneden maaiveld is archeologisch onderzoek verplicht. Een omgevingsvergunning voor bouwen of aanleggen (werken/werkzaamheden) is benodigd. Zowel voor bouwen als aanleggen worden dezelfde oppervlakte en dieptemaat gehanteerd. De voorgestelde ontheffing voor de bodemingrepen zijn, behalve voor AMK terreinen, gelijk dan wel ruimer dan de algemene ontheffing zoals opgenomen in de wetgeving. Dit houdt in dat bijvoorbeeld voor een bouwplan of voor een aanlegvergunningstelsel in een gebied met een middelhoge archeologische verwachting met een oppervlakte kleiner dan 1.000m2 en een diepte tot max. 40cm beneden maaiveld, geen archeologisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd. Op grond van het algemene ontheffingsregime had dit wel gemoeten. Voor de AMK-terreinen is een zwaardere ontheffing opgenomen, omdat dit terreinen zijn waar onder andere archeologische monumenten met een wettelijke bescherming voorkomen of terreinen zijn die al wel eerder zijn onderzocht en archeologisch waarden zijn vastgesteld, maar geen rijksbescherming genieten. Bij de kleinste ingrepen in de bodem kunnen deze archeologisch monumenten al verstoord worden. De meeste regio gemeenten van de regio Noord Veluwe (gezamenlijke regionaal archeoloog) hanteren voor deze waarde 50m2 dan wel zwaarder. De voorgestelde ontheffing voor oppervlakte en dieptematen voor de verschillende waarden zijn gebaseerd op de opgestelde waarden- en verwachtingskaart en zijn dus inhoudelijk goed onderbouwd. 3. Regels voor bestemmingsplannen De onder punt 2 voorgestelde ontheffing voor oppervlakte en dieptematen moet vervolgens worden vertaald in juridische planologische regels voor de bestemmingsplannen. Bijgaand treft u een bijlage aan waarin de regels voor de vier verschillende waarden zijn opgenomen. Met het vaststellen van deze regels voor al nieuwe bestemmingsplannen, wordt voldaan aan het wettelijke vereiste dat gemeenten zelf regels moeten stellen voor het gemeentelijke archeologiebeleid. Het eerste bestemmingsplan waarin de regels worden opgenomen is het bestemmingsplan Buitengebied West. 4. Archeologiebeleid De gemeente heeft een behoorlijk bevoegd gezag op het gebied van archeologie. De gemeente heeft een sleutelrol in de uitvoering van de zorg voor het bodemarchief. Naast het opstellen van een gemeentelijke beleidskaart en regels voor bestemmingsplannen, is het noodzaak dat de gemeente heldere beleidsuitgangspunten stelt om de rol van bevoegd gezag op transparante en rechtmatige wijze in te vullen. Voor de inrichting van archeologiebeleid binnen de gemeente zijn verschillende
15-03-2012
3 / 5127
varianten denkbaar, afhankelijk van de ruimtelijke ambitie op het gebied van ruimtelijke ordening, het belang dat wordt gehecht aan de lokale cultuurhistorie, de aard van het bodemarchief en de beschikbare middelen. De wetgeving geeft gemeenten een brede beleidsruimte bij de vormgeving van de archeologische monumentenzorg op gemeentelijk grondgebied. Voor een goede invulling/uitvoering van de gemeentelijke AMZ-taak (archeologische monumentenzorg) is het van belang dat gemeenten: 1. bekend zijn met de aard, locatie en kwaliteit van archeologische resten binnen hun grondgebied. Dit kan bijvoorbeeld door het opstellen van een gemeentelijke archeologische waardekaart -> hieraan wordt voldaan met dit raadsvoorstel. 2. een formeel en transparant afwegingskader creëren, op basis waarvan archeologische waarden in de gemeentelijke besluitvorming over ruimtelijke plannen kunnen worden meegewogen -> hieraan wordt voldaan met dit raadsvoorstel en dit werd in het verleden ook al uitgevoerd. 3. een procedurele koppeling tussen archeologie en ruimtelijke ordening maken (bestemmingsplan, vergunningstelsel) -> hieraan wordt voldaan met dit raadsvoorstel. 4. hun toezichthoudende en uitvoerende taken op het gebied van AMZ duidelijk vormgeven -> dit wordt opgenomen in een beleidsplan. 5. de procedurele en financiële consequenties van het beleid vroegtijdig inzichtelijk maken voor alle betrokken partijen -> dit wordt opgenomen in een beleidsplan. Het streven is om het concept van de archeologische beleidsplan/nota aan de commissie Ruimte voor te leggen van 26 maart 2012. Daarnaast wordt archeologie ook nog opgenomen in de erfgoedverordening. Dit heeft niet zo’n haast omdat archeologie voor de meeste gebieden al is/wordt verankerd in bestemmingsplannen. 5. Vragen commissie 22 december 2011 1. deskundigheid: op grond van het opnemen van regels voor archeologie in bestemmingsplannen is het voor burgers vooraf ook duidelijk dat zij (bouw)plannen hebben in een archeologisch waardevol gebied. Hierdoor weten ze vooraf waaraan ze dan moeten voldoen bij de uitvoering van hun plannen. Bij planologische procedures (vrijstellingen, bestemmingsplannen) in het verleden werd archeologie ook altijd al afgewogen en waarnodig werd een onderzoek vereist. Nu kan de burger vooraf al zien dat archeologie een afwegingspunt is. De beoordeling van onderzoeken, het opstellen van programma van eisen en de afweging dat een onderzoek alsnog niet nodig is op grond van actuele informatie (lid 2, sub c van de voorgestelde regels), etc. geschiedt door regioarcheoloog van de Noord Veluwe. Wij hebben de ambtelijke deskundigheid hiervoor niet in huis. 2. dieptemaat bij bouwen: net als bij het uitvoeren van werken/werkzaamheden (aanleggen) geldt voor bouwen naast een oppervlakte maat ook een dieptemaat. Bij de uitvoering van het plan wordt gekeken wat er wordt gedaan, waar dit plaatsvindt en waar en hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden. De regioarcheoloog zal hierover adviseren. Er wordt dus altijd gevraagd om maatwerk en er zal eerst altijd overleg met de regioarcheoloog worden gevoerd voordat het onderzoek wordt uitgevoerd. Het kan namelijk zo zijn dat op grond van andere onderzoeken de regioarcheoloog alsnog adviseert om geen onderzoek uit te voeren. Daarnaast kan de regioarcheoloog ook adviseren over het soort onderzoek en aangeven hoe het uitgevoerd moet worden. Op deze manier worden eigenaren niet met teveel onderzoekskosten opgezadeld en met het feit dat er telkens aanvullende onderzoeken moeten worden gedaan. Er wordt dus altijd maatwerk geleverd.
15-03-2012
4 / 5128
3. onderzoeksbevindingen: alle onderzoeksbevindingen worden bijgehouden door regionaal archeoloog, wat bijvoorbeeld kan resulteren in het wijzigen van de waarden voor een bepaald gebied na verloop van tijd. Tevens kunnen bijzondere constateringen en gevonden resten worden gebruikt als informatiewijzer voor onze inwoners en toeristen. Dit aspect zal ook verdere worden meegenomen in de nog op te stellen beleidsnota. Financiën De hiervoor genoemde werkzaamheden zullen worden uitgevoerd binnen de bestaande begroting. Communicatie De vaststelling van de beleidskaart zal worden bekend gemaakt via een kennisgeving in het huisaan-huisblad “Schaapskooi”. Uitvoering Mocht na verloop van tijd op grond van aanvullende of definitieve onderzoeken blijken dat aan bepaalde gebieden de toegekende archeologische waarde geheel of gedeeltelijk moet komen te vervallen, dan kan dit worden gewijzigd via een wijzigingsbevoegdheid, zoals is opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. Daarnaast worden alle bevindingen van uitgevoerde onderzoeken door de regionaal archeoloog vastgelegd, zodat bij elke beoordeling alle informatie actueel voor handen is en er maatwerk kan worden geleverd. Advies commissie Naar aanleiding van de vragen vanuit de commissie Ruimte wordt aan lid 2 onder de bouwregels en de regels voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden het volgende sublid toegevoegd: sub b of d: de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het uitbreiden van bestaande bebouwing tot maximaal 2,5m uit de bestaande fundering, met behoud van bestaande funderingen;
Heerde, 31 januari 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Raadsbesluit; 2. Memo regels archeologie voor bestemmingsplannen; Ter inzage: 3. Archeologische beleidskaart gemeente Heerde; 4. Archeologische landschappen en waarden- en verwachtings kaart gemeente Heerde; 5. Rapport Archeologische monumentenzorg in de gemeente Heerde.
15-03-2012
5 / 5129
Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 31 januari 2012; gelet op herziene Monumentenwet 1988; besluit: 1. de archeologische beleidskaart gemeente Heerde vast te stellen; 2. de regels voor archeologie op te nemen in nieuwe bestemmingsplannen. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 12 maart 2012. griffier,
Bijlage 1: 15-03-2012
voorzitter,
1/1 130
Memo Datum 25 januari 2012
Van Riëtte Bijsterbosch-van 't Einde
Aan gemeenteraad
Onderwerp Regels archeologie voor bestemingsplannen
Waarde - Hoge archeologische verwachting Bouwregels Op de tot ‘Waarde – Hoge archeologische verwachting’ bestemde gronden gelden voor het bouwen van bebouwing de volgende regels: 1. bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk groter dan 100m2, dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 2. in afwijking van het gestelde onder 1 hoeft de aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwen geen rapport als bedoeld onder 1 te overleggen, indien één van de volgende situaties van toepassing is: a. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing (waaronder een bestaande ondergrondse kelder), waarbij de oppervlakte aan bebouwing niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut (met uitzondering van nieuwe kelders); b. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het uitbreiden van bestaande bebouwing tot maximaal 2,5m uit de bestaande fundering, met behoud van bestaande funderingen; c. de aanvraag om omgevingsvergunning voor bouwen betrekking heeft op het bouwen in de bodem tot een diepte van 0,4m onder het bestaande maaiveld; d. naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. 3. Indien het onder 1 genoemde rapport of de beschikbare informatie als bedoeld in 2 onder c daartoe aanleiding geeft, dient op advies van een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd te stellen kwalificaties zonodig archeologisch vervolgonderzoek plaats te vinden. 4. indien uit het onder 1 genoemde rapport of uit de beschikbare informatie als bedoeld in 2 onder c of uit het vervolgonderzoek bedoeld in 3 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; b. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; c. de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet
Bijlage 2
131
aan bij die voorschriften te stellen kwalificaties op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; d. de verplichting om na beëindiging van de werken en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is omgegaan.
Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, teneinde: 1. De dubbelbestemming Waarde- Hoge archeologische verwachting geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief onderzoek is aangetoond dat op de betrokken gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan el er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is; 2. De dubbelbestemming Waarde – Archeologische monumenten op te nemen, indien uit nader onderzoek blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn. Waarde - Middelhoge archeologische verwachting Bouwregels Op de tot ‘Waarde – Middelhoge archeologische verwachting’ bestemde gronden gelden voor het bouwen van bebouwing de volgende regels: 1. bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk groter dan 1.000m2, dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 2. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 3. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 4. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting Wijzigingsbevoegdheid Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting, maar lees bij dubbelbestemming dan Waarde - Middelhoge archeologische verwachting. Waarde - Lage Archeologische verwachting Bouwregels Op de tot ‘Waarde – Lage archeologische verwachting’ bestemde gronden gelden voor het bouwen van bebouwing de volgende regels: 1. bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk groter dan 10.000m2, dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 2. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 3. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 4. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting Wijzigingsbevoegdheid Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting, maar lees bij dubbelbestemming dan Waarde - lage archeologische verwachting.
2/4
132
Waarde – Archeologische monumenten Bouwregels Op de tot ‘Waarde – archeologische monumenten’ bestemde gronden gelden voor het bouwen van bebouwing de volgende regels: 1. bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk groter dan 50m2, dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 2. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 3. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting 4. Idem aan Waarde – hoge archeologische verwachting Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, teneinde de dubbelbestemming Waarde – Archeologische monumenten geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken gronden geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Uitvoeren werken of werkzaamheden (aanlegstelsel)-> separaat artikel 1. Behoudens het bepaalde in lid 2 is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangewezen gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en de werkzaamheden uit te voeren: a. Aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen b. Verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is krachtens de Ontgrondingenwet en het ophogen en egaliseren van de gronden; c. Aanleggen en dempen van watergangen en poelen d. Aanbrengen van ondergrondse transport-, energie en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, het ingraven of indrijven van voorwerpen dieper dan 3m; e. Diepploegen, zijnde het extra diep – meer dan circa 0,4m onder het maaiveld – omploegen, het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering; f. Bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters. 2. Het in lid 1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. Werken en werkzaamheden in het kader van het normale (agrarische) beheer, onderhoud en exploitatie; b. Werken en werkzaamheden waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
3/4
133
c. Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 1 bij d, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist voor bouwen; d. Voor werken en werkzaamheden binnen een afstand van maximaal 2,5m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; e. In het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie; f. Voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 0,4m onder het bestaande maaiveld met een maximale oppervlakte van: 1. 100m2 in geen gebied met een Waarde - Hoge archeologische verwachting 2. 1.000m2 in een gebied met een Waarde - Middelhoge archeologische verwachting 3. 10.000m2 in een gebied met een Waarde - Lage archeologische verwachting 4. 50m2 in een gebied met een Waarde – Archeologische monumenten 3. De onder lid 1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover de archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld; 4. Indien het onder 3 genoemde rapport of de beschikbare informatie daartoe aanleiding geeft, dient op advies van een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd te stellen kwalificaties zonodig archeologisch vervolgonderzoek plaats te vinden.
4/4
134
Adviezen/ bespreken
135
Discussienota commissie Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller Leefomgecing/J. Schuurman/0578-699521/
[email protected] Portefeuille Van der Stege Programma 7
Agendapunt 10
Onderwerp Ombouw rotondes Heerde en Wapenveld
De commissie geeft als advies: De twee rotondes gelegen buiten de bebouwde kom niet aan te passen. Inleiding Er moet een helder beeld worden gegeven van de verkeerskundige consequenties, om de twee huidige rotondes buiten de bebouwde kom in Heerde binnen de bebouwde kom te situeren. Wij stellen voor om de ligging van de twee rotondes buiten de bebouwde kom te handhaven Bevoegdheid / Juridisch kader n.v.t. Eerdere besluitvorming en kaders In de raadsvergadering van 30 mei 2011 is het voorstel om de bebouwde komgrenzen vast te stellen teruggenomen door het college. In de raad is de voorkeur uitgesproken voor een uniforme voorrangsregeling op de rotondes binnen de gemeente Heerde te realiseren. Om dit mogelijk te maken is door verkeerskundig bureau BVA een nader onderzoek verricht die consequenties heeft om de rotonde aan de Kamperweg/Molenweg en Groteweg/Klapperdijk binnen de bebouwde kom te situeren. Essentie van de problematiek In het kader van de herziening van de wegenleger moeten eerst de bebouwde komgrenzen opnieuw worden vastgesteld. Bij de vaststelling van de komgrenzen is de discussie in de raad ontstaan over de eenduidige voorrangsregeling op de rotondes binnen de gemeente Heerde. De wens van de raad is echter, dat op deze locaties wel sprake is van een voorrangssituatie in het voordeel van de fietser. Hoewel niet noodzakelijk is het vanuit uniformiteit en veiligheid wel wenselijk, dat de rotondes in dat geval binnen de bebouwde kom liggen. Argumenten 1. De omgevingskenmerken voor een bebouwde kom situatie zijn niet aanwezig. De aanwezige bebouwing nabij deze rotondes zijn minimaal. De omgevingskenmerken geven onvoldoende aanleiding tot het verleggen van de bebouwde komgrens.
1/3
136
2. De verkeersveiligheideffecten zijn niet geheel duidelijk. Volgens de richtlijnen lenen deze twee rotondes zich niet op alle aspecten om binnen de bebouwde kom te worden gesitueerd. Het fietspad loopt niet volledig rond en evenwijdig aan de rijbaan op de rotonde. Om de voorrangssituatie goed te kunnen beoordelen is primair de vormgeving van de oversteek van belang. Het volledig laten rondlopen van het fietspad accentueert dat het fietspad een onderdeel vormt van de rotonde en dat de fietser op het fietspad, net als de auto’s op de rotonde, voorrang hebben op het verkeer dat de rotonde nadert of verlaat. De ruimte op gemeentegrond voor de rotonde Groteweg/Molenweg ontbreekt om deze vormgeving te realiseren. Wel is het zo, dat het in de voorrang zetten van het fietsverkeer niet direct zal leiden tot verslechtering van de verkeersafwikkeling op de rotondes, omdat de intensiteiten van het gemotoriseerde verkeer niet dermate groot zijn. 3. Er hebben de afgelopen 5 jaar geen ernstige ongevallen plaatsgevonden. Overigens geven de cijfers m.b.t. de ongevallenregistratie over de afgelopen 5 jaar geen aanleiding om tot aanpassingen van de rotondes over te gaan. 4. Aan de zuidzijde van de rotonde ontbreekt de grond voor een kombord. Om de komborden langs de Groteweg te kunnen plaatsen is er extra ruimte nodig. Aan de zuidzijde ontbreekt deze ruimte in ieder geval. Wanneer de komgrens wordt verplaatst moet hier grond worden aangekocht en dient het fietspad te worden verlegd. Dit zijn extra kosten waarmee nog geen rekening is gehouden. 5. De positie van de bromfietser is met name bij de rotonde Groteweg/Klapperdijk onduidelijk. Er zijn twee varianten uitgewerkt, maar geen van beide varianten is ideaal. Bij de eerste variant blijft de bromfiets op het fietspad. Dit is niet conform de richtlijnen en komt de verkeersveiligheid en eenduidigheid niet ten goede. De tweede variant wordt de bromfietser ter plaatse van de rotonde van het fietspad gehaald en gaat ongeveer 50 meter verderop langs de Groteweg weer het fietspad op. Voor de doorgaande bromfietser langs de Groteweg is dit geen ideale en verkeersveilige oplossing. 6. De vormgeving van de rotonde Groteweg/Klapperdijk is niet optimaal. In de huidige vormgeving ligt het fietspad te dicht op de rotonde; het beslismoment voor de fietsers, afslaan of doorgaan, ligt te dicht bij de rotonde. Voor de Klapperdijk en Molenweg is dit op te lossen door de afrijfietspaden te laten vervallen. Voor de Groteweg niet, omdat daar sprake is van vrijliggende fietspaden. 7. De kosten voor de aanpassing zijn niet opgenomen in de investeringslijst. In de meerjaren investeringsbegroting zijn geen middelen opgenomen om deze twee rotondes aan te passen. Als de wens wordt uitgesproken voor aanpassing moeten hiervoor ook de middelen ter beschikking worden gesteld. Daarnaast is ook in het afdelingsplan Leefomgeving 2012 geen rekening gehouden met deze werkzaamheden. Kanttekeningen 1. Bij het halteren van de bussen nabij de rotonde Groteweg / Molenweg hebben deze voorrang. Bij het verplaatsen van de komgrens op de Groteweg komen de bushalten nabij de Klapperdijk binnen de bebouwde kom te liggen. De bussen hebben bij het uitrijden van de halteplaats binnen de kom voorrang op het overige verkeer. Dit bevordert de doorstroming van het openbaar vervoer.
2/3
137
2. De gemeente hanteert een ‘pro fietsbeleid’. Door het instellen van voorrang voor fietsers op de twee rotondes neemt het aantal stops op een verplaatsing voor de fietsers af. Door het wijzigen van de voorrang zal het comfort van de fietsers toenemen. Dit past dan ook binnen de gemeentelijke doelstelling. Heerde, 28 februari 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Rapportage: ombouw rotondes Heerde/Wapenveld.
3/3
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
Discussienota commissie Ruimte Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller BV/J. Dijkhuizen/0578-699453/
[email protected] Portefeuille H.G. van der Stege Programma Beheer openbare ruimte
Agendapunt 11
Onderwerp Huisnummerverwijzing buiten de bebouwde kom
De commissie geeft als advies: Selectief huisnummerverwijsborden te plaatsen in het buitengebied van Heerde. Inleiding Tijdens de vergadering van commissie Ruimte van 29 augustus 2011 is er aandacht gevraagd voor de huisnummering in het buitengebied naar aanleiding van de behandeling van de nieuwe verordening naamgeving en nummering gemeente Heerde. Deze verordening is vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 19 september 2011 met de toezegging dat, in overleg met de hulpdiensten, er voor goede huisnummering in het buitengebied zorg werd gedragen. Bevoegdheid / Juridisch kader Verordening straatnaamgeving en huisnummering gemeente Heerde, raadsbesluit 19 september 2011. Eerdere besluitvorming en kaders Het voorstel om het gehele buitengebied van huisnummerborden te voorzien is in de commissie Ruimte van 17 december 2007 behandeld. Besloten is destijds om hiervoor geen aanvullende voorzieningen te treffen. (zie bijlage) Essentie van de problematiek In het verleden was de vindbaarheid van woningen eigenlijk geen probleem. De lokale bekendheid zorgde ervoor dat bijvoorbeeld de postbode, de bakker, de huisarts en de brandweer wisten wie op welk adres woonde. De dienstverlenende instanties die tegenwoordig in het buitengebied haar werkzaamheden moeten doen hebben nog wel eens problemen om het juiste adres te vinden. Vooral voor ambulance, brandweer en politie zijn dit ongewenste situaties. Zeker in de duisternis kan er kostbare tijd verloren gaan door dit zoeken. De gemeente Heerde biedt de burgers op dit moment de mogelijkheid om, via de gemeente, voor eigen rekening een huisnummerpaaltje met huisnummerplaatje aan te schaffen. Het voorstel is om adressen in het buitengebied met onlogische nummering of meerdere adressen aan één oprit pro-actief als gemeente te voorzien van een huisnummerverwijsbord.
1/3
169
Argumenten Het investeren door de gemeente van huisnummeraanduiding in het gehele gebied buiten de bebouwde kom, kosten destijds geraamd op € 80.000,-, staat niet in verhouding tot het effect. De hulpdiensten maken gebruik van een navigatiesysteem en dit werkt over het algemeen goed zoals blijkt uit informatie van de hulpdiensten. Er zijn adressen die vanuit het oogpunt van veiligheid in aanmerking komen voor verbetering van de vindbaarheid: onlogische volgorde in de huisnummering, woningen die voor vernummering in aanmerking zouden komen; meerdere woningen ontsloten op één uitweg; woningen bereikbaar vanaf twee verschillende wegen. De gemeente kan een bord met (eventueel straatnaam en) huisnummers, daar waar meerdere woningen via één uitweg op de hoofdweg ontsluiten, aan brengen aan de hoofdweg. Deze methode kan ook toegepast worden bij een verwijzing naar een woning of woningen waarbij de ontsluiting op een andere weg is dan het adres van de woning. Dit bord wordt dan ook aan de hoofdweg geplaatst. Er is voor deze adressen een inventarisatie uitgevoerd met behulp van kaarten en luchtfoto’s.
Daarnaast zijn er adressen waarbij, vanuit het oogpunt van de hulpverlenende instanties, vernummering gewenst is. Dit is niet alleen in het buitengebied aan de orde maar ook binnen de bebouwde kom. Omdat een vernummering veel gevolgen heeft voor de bewoners vraagt dit voor uitgebreide communicatie. Voordat dit kan plaatsvinden is onderzoek nodig naar de hoogte van de tegemoetkoming. Op dit moment heeft de organisatie geen capaciteit om een dergelijke opdracht op te pakken. Kanttekeningen Voor deze discussienota is een is er een globale inventarisatie uitgevoerd. Het is mogelijk dat er meer situaties naar voren komen die ook voor een huisnummerverwijsbord in aanmerking komen. Als u ons opdracht geeft om over te gaan tot het plaatsen van huisnummerverwijsborden, zullen wij u bij de verantwoording van 2012 hierover informeren. Ook is het mogelijk dat inwoners van Heerde, die voor eigen rekening een huisnummerpaaltje met huisnummerplaatje hebben aangeschaft, alsnog een beroep doen op de gemeente voor een vergoeding van de gemaakte kosten. Wij gaan er van uit, dat wij dit niet behoeven te honoreren. Financiën Er zijn circa 50 van deze adressen in het buitengebied van gemeente Heerde die in aanmerking komen voor een verwijsbord met huisnummering. De kosten hiervoor bedragen € 200.00 per locatie inclusief plaatsing. Bij een advies om over te gaan tot het plaatsen van een verwijsbord wordt in de voorjaarsnota voorgesteld hiervoor een bedrag van € 10.000,- beschikbaar te stellen uit de post onvoorzien.
Communicatie De adressen waarop de huisnummerverwijsborden betrekking hebben worden geïnformeerd over het voornemen als u ons opdracht geeft om deze huisnummerverwijsborden aan te brengen.
2/3
170
Vervolg Afhankelijk van uw advies nemen wij het besluit om in de voorjaarsnota wel of niet met een voorstel voor huisnummerverwijsborden te komen. Heerde, 13 maart 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: 1. Besluit 2007 huisnummering buitengebied.
3/3
171
!"##$%$&""'()$# *$+$$,)$ -$$'.$ /,.$'0$'1
-45(,4++$'5,% <45)$,%$<5$.
;$%5()':)5$,4++$'
2"')$3$45##$6"4.$' 7$(1'"8$, +$) 1369
=> &:, /++$, ?: & $
P3.$#5,%Q$,R ;45+)$
C"++5((5$ ;45+)$
!"++5((5$&$'%:.$'5,% ;::.(&$'%:.$'5,%
' % : . $ ' 5 @A A B
.>.
,>&>)>
>E>>F>>>G>H!>>>>IF
,$$ 7$,".5%.$ 1:':3$, $, 5,5)5:#$,
J>C"K'.5,:)"'
,$$
LM:.&5($4'
D('>
,$$
NM:.&5($4'
2M:.&5($4'
?:O
G:)4+ ETMEEMTUUF
!M:.&5($4'
/1$,<::' ?:
P3.> 6""3. 7V
P3.>
P3.>6""3. ;45+)$
6""3. SW
P#%> .5'$C)$4' S$C'$):'5(
7$(#5((5,% <4'%$+$$()$' $, 0$)6"4.$'( .>.> X
L>=L> I$5$,6"'()
/1+$'85,%$,
/V> AW AUF
7
0
=
=
C>
P> =$()$'8:+1
L>!> W5$(8$
&:, /++$,
&:, .$' V#5$)
P88""'.
/;
G ?: U ,$$
) !"
P4)$4'Q(R L> SC644'+:,
#$
0>
%
7$(1'$8$,
7$(#45) X X
$Y
P, C YD Z X
X['\
X]VXZ"Z^ ! / X X
C5CMZ
4 X X V X Y =
UX!_V`X/aVM
V""'%$()$#. <$(#45) -$) <$()::,.$ <$#$5. &""' 645(,4++$'5,% 6:,.6:&$,^ 2$'5".5$8 Q E 8$$' 1$' 80:')::#R <$#$5. 14<#5C$'$, 5, .$ SC6::1(8""5^ P.&5$( &':%$, ::, .$ !"++5((5$ ;45+)$^
E 172 &:, b
Toelichting Aanleiding. In-de commissie Ruimte van 24 september 2007 is aandachLgevraagd voor de zichtbaarheid van de huisnummering in het buitengebied. Historie. In het verleden was de vindbaarheid van percelen geen probleem. Elke gemeente of dorp had haar eigen politie, brandweer, huisarts, postbode, bakker, melkboer enz. Allemaal mensen en instanties die overal in hun eigen woon- en werkgebied bekend waren. Iedereen wist hoe iedereen heette en waar iedereen woonde, door de vele bijnamen en de oude woonboerderijnamen op het platteland. Tegenwoordig zijn veel agrarische bedrijven afgestoten en omgebouwd tot woningen en worden veelal bewoond door nieuwe eigenaren. De dienstverlenende instanties die nu in het buitengebied haar werkzaamheden doen, hebben vaak grote moeite om het juiste adres te vinden. Het grootste knelpunt in het buitengebied is dat de dienstverlenende instanties (ambulance, brandweer, politie) te veel tijd kwijt zijn, om het juiste adres te vinden waar hulp wordt gevraagd, vooral in de duisternis. Het doel is dan ook om te komen tot betere huisnummerinformatie in het buitengebied. De oplossing is het plaatsen van reflecterende huisnummerpaaltjes die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Beleidsnotitie huisnummering. Op 18 april 2000 is de beleidsnotitie huisnummering vastgesteld (kopie bijgevoegd). Doel van deze beleidsnotitie is het toekennen van nummers aan percelen en bewerkstelligen van een duidelijke adressering. Dit laatste punt vraagt nu opnieuw aandacht. De bewoners hebben naast hun eigen (veiligheids)belang, een eigen verantwoordelijkheid. In de notitie zijn onder IV uitvoeringsregels vastgesteld, deze zijn: 1. Het aan een object toegekende nummer wordt door een van gemeentewege verstrekt huisnummerplaatje aan het object aangebracht door naar keuze: de rechthebbende op het perceel of; de gemeente. 2. Indien het van gemeentewege verstrekte huisnummerplaatje wordt vervangen door keramische nummers, een verlicht nummerbord of anderszins, dan dienen deze te worden aangebracht overeenkomstig het bepaalde onder 1; 3. Indien het perceel op zodanige afstand van de openbare weg is gelegen dat het huisnummer van daar af redelijkerwijs niet is af te lezen, is de rechthebbende op het perceel verplicht tevens een nummer aan te brengen op een voorwerp geplaatst op de grond behorende bij het object, op zodanige wijze dat het nummer alsnog vanaf de openbare weg duidelijk zichtbaar en leesbaar is; 4. Eenmaal aangebrachte huisnummerplaatjes en/of paaltjes en dergelijke mogen, anders dan wegens vervanging of dringende redenen, niet meer worden verwijderd of aan het zicht worden onttrokken door bomen, struiken, begroeiingen of voorwerpen geplaatst op, aan, voor of tegen het object. Onder punt 3, zoals in de beleidsnotitie is verwoord, is de rechthebbende van het perceel verplicht om het huisnummer duidelijk zichtbaar en leesbaar vanaf de openbare weg aan te brengen. Dit beleidsuitgangspunt is in april 2000 vastgesteld. Gevolgen/maatregelen. In praktijk blijkt van dit beleidsuitgangspunt weinig te zijn terechtgekomen. Middels publicaties in de schaapskooi kunnen de inwoners van de gemeente Heerde nogmaals worden gewezen op hun eigen veiligheid en verantwoordelijkheid. De gemeente kan beslissen om op eigeninitiatief op openbaarterrein een reflecterende huisnummerpaaltjes te plaatsen. Het nadeel van deze oplossing is dat de gemeente de verantwoordelijkheid op zich neemt en daarop kan worden aangesproken. De kosten voor het 2 van 3 173
leveren en plaatsen worden geraamd op € 50,- per stuk. Buiten de bebouwde kom zijn ongeveer 1600 huisnummers. Hetgeen neerkomt op een totale investering van € 80.000,- excl. BTW. De onderhoudskosten worden geraamd op € 2,- per paaltje (totaal € 3.200,- op jaar basis). Daarnaast zijn er extra kosten voor het maaien van de bermen (obstakels). Dit is moeilijk in geld uit te drukken, maar is wel een nadeel. In de investeringslijst en beheersbegroting is geen rekening gehouden met deze kosten. . Een alternatief kan zijn om de rechthebbende van de percelen om een bijdrage te verzoeken van bijvoorbeeld € 15,-. Het nadeel is dat niet iedereen zal meedoen (nog geen eenduidigheid) en het grote administratieve handelingen vergt. Het uiteindelijke financiële voordeel is daardoor waarschijnlijk minimaal.
Bijlagen
- M *fe ^ ^ ^ * w ^ > , ^ w ^ y > « i » H * ) ^ t » v « « t . ^ « » » i . « * ^ ^ . - » - ' w ^
^ww-^w-a
Beleidsnotitie huisnummering 18-04-2000 Voorbeeld publicatie Schaapskooi
3 van 3 174
Ter kennisneming/ informatieverstrekking
175
Informatienota commissie Raadsvergadering n.v.t. Commissie Ruimte 13 februari 2012
Afdeling en opsteller Leefomgeving / P.Horstman ( 0578-699599 ) Portefeuille H.G. v/d Stege Programma
Agendapunt 12
Onderwerp Evaluatie wildbeheer 2011 en brieven Faunabescherming en Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging
De commissie neemt kennis van: Het verslag evaluatie wildbeheer 2011 voor de periode 1 april 2011 tot 28 november 2011. Inleiding In de overeenkomst wildbeheer is vastgesteld dat er elk half jaar een evaluatie wildbeheer dient plaats te vinden. Op 28 november 2011 is het evaluatiegesprek gehouden. Er is door het college afgesproken dat het verslag evaluatie wildbeheer ter informatie wordt aangeboden aan de Commissie Ruimte. Kernboodschap Kennis te nemen van het verslag van evaluatie wildbeheer 2011. Overige Ten behoeve van de bespreking van de ingekomen brieven 3 en 9 is gevraagd om een inventarisatie van de jachthutten. In het gemeentebos staan zeven gesloten hoogzitten en zes open ladders. Het Gelders Landschap heeft op het eigen grondgebied en op het grondgebied van een tweetal particulieren 10 observatiehutten staan. Staatsbosbeheer heeft vier hoogzitten in het Zwolsebos en op de Polberg staat er één. Bijlagen: 1. Evaluatie verslag wildbeheer 2011 voor de periode 1 april 201 tot 28 november 2011 2. Brief De Faunabescherming d.d. 19 december 2011; 3. Brief Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging d.d. 12 januari 2012; 4. Brief van de gemeente Heerde aan de Stichting De Faunabescherming d.d. 2 maart 2012.
1/1
176
EVALUATIE WILDBEHEER 2011
Maandag 28 november 2011 Aanwezig: de heren
H.Huurnink ( toestemmingshouder ), H.van der Stege(wethouder) P. Horstman (verslag).
Er dient elk ½ jaar een evaluatie gehouden te worden. Dit verslag gaat over de periode 1 april 2011 tot 28 november 2011. Wethouder van der Stege opent het gesprek en heet de heer Huurnink van harte welkom.
Samenwerking toestemminghouders / jachthouder Van beide kanten geldt dat er afgelopen periode een zeer goede samenwerking is geweest. De beheerder heeft als jachthouder bijna dagelijks contact met de toestemminghouder, de heer Huurnink en lopende zaken worden besproken. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van elkaars terreinkennis en ervaringen. Er wordt met respect en begrip met elkaar omgegaan. De jagers zijn bijna dagelijks in het veld aanwezig. De wethouder geeft aan geen negatieve geluiden te horen van de beheerder / jachthouder. Dit wordt als zeer positief ervaren. Gasten en medecombinaten De heer Huurnink geeft aan dat ook de medecominaten en hun gasten zeer te spreken zijn over de voorzieningen. Alle aangebrachte voorzieningen zoals hoogzitten zijn veilig en voldoen aan de eisen. Voorzieningen / onderkomen Het onderhoud van de wildweides ligt in handen van de gemeente. Momenteel liggen de (wild ) weides er netjes bij gelegen. Gerealiseerd afschot De gemeente heeft als jachthouder via de provincie toestemming gekregen voor het bejagen van totaal 31 wilde zwijnen, 8 edelherten en 14 reeën. Het seizoen voor de wilde zwijnen is begonnen op 1 juli 2011 en eindigt op 31 januari 2012. Momenteel hebben de toestemmingshouders 60 % van de wilde zwijnen gerealiseerd, overigens het hoogste percentage Veluwe breed. Sinds een aantal jaren is er druk van de wilde zwijnen op o.a de Elburgerweg. Door goed overleg tussen de toestemminghouder en de beheerder / jachthouder worden deze problemen momenteel goed opgepakt. De toestemminghouder is tevreden en goed te spreken over de aansturing en doet er alles aan om de druk op de omgeving van het viaduct bij de Elburgerweg te beperken. Voor de edelherten is er een toewijzing van 8 stuks. Momenteel heeft men daarvan 37 % gerealiseerd. Het seizoen loopt door tot 15 februari 2011. Voor de reeën is er een toewijzing van 7 bokken en 7 geiten. De toestemminghouder heeft 57 % van de bokken gerealiseerd. Doordat er in het jachtveld een 2 tal bokken zijn doodgereden is de toestemminghouder gestopt met het schieten van de laatste bokken. Het seizoen voor de reegeiten is net geopend, momenteel heeft de toestemminghouder 14 % van de reegeiten toewijzing gerealiseerd.
Bijlage 1: 15-03-2012
177
Evaluatiegesprekken In de lopende overeenkomst is vastgelegd dat er elk ½ een evaluatiegesprek dient plaats te vinden. Omdat de toestemminghouder en de beheerder / jachthouder bijna dagelijks contact hebben is een tweede evaluatiegesprek minder zinvol. Wethouder v/d Stege geeft aan niet te willen vergaderen omdat het is afgesproken. In dit overleg is afgesproken om 1 x per jaar een evaluatie gesprek te houden. Indien er tussentijds zaken aan de orde zijn welke in een evaluatiegesprek besproken dienen te worden kan dit door zowel de toestemminghouder als de gemeente worden aangegeven. De toestemminghouder de heer Huurnink nodigt de wethouder uit om bij gelegenheid een bezoek te brengen aan het onderkomen gelegen aan de Kamperweg. Wethouder v/d Stege geeft aan dit zeker te zullen doen. Lopende huurovereenkomst De huidige huurovereenkomst loopt op 31 maart 2012 automatisch af. In de overeenkomst is opgenomen dat beide partijen streven naar een langdurige relatie en dat de jaarlijkse evaluatie een leidraad dient te zijn voor een nieuwe overeenkomst. De toestemminghouder, de heer Huurnink geeft aan graag in aanmerking te komen voor een nieuwe overeenkomst. Momenteel zijn er géén belemmeringen om met de huidige toestemminghouder en zijn gasten een nieuwe overeenkomst aan te gaan. Wethouder v/d Stege geeft aan gezien de prettige samenwerking en het behaalde resultaat geen problemen te hebben met een aangaan van nieuwe jaarlijkse overeenkomst. Verder is er gesproken over de prijs van de nieuwe overeenkomst. Afgesproken is dat de wethouder en de beheerder daar onderling nog over zullen spreken. Pers en media Gesproken is er over de aandacht welke het wildbeheer afgelopen periode heeft gekregen in de pers en de gemeenteraad. Wethouder v/d Stege geeft aan dat een ieder zijn eigen mening en visie mag geven over het wildbeheer in het gemeentelijk bosgebied. Wethouder v/d Stege geeft aan politiek verantwoordelijk te zijn voor het bos en wildbeheer en er dan ook volledig achterstaat.
Akkoord toestemminghouder De heer H. Huurnink
Bijlage 1: 15-03-2012
Akkoord wethouder De heer H. van der Stege
178
S i n e e n t e i r . ^.rd-r. feu rn er!-':
)k DE van
1 9 DEC 2011
M
Aan:
FAUNABESCHEKTvTITTG vogelvrij
naar
kogelvrij
a
V
Gemeente Heerde t.a.v. het College van B&W Postbus 175 8180 AD Heerde Datum: 19 december 2011 Onderwerp: verzoek tot handhaving Geacht College, De officiële opening van het illegale jachthutten-museum op 14 oktober 2011 door De Faunabescherming is voor ons het startsein geweest voor de actie "alle illegale jachthutten het land uit". Uit onze inventarisatie is gebleken dat er ook op het grondgebied van de gemeente Heerde een groot aantal jachthutten cq bouwwerken ten behoeve van de jacht zijn geplaats. Uit nadere informatie is gebleken dat een deel van deze bouwwerken is geplaatst in opdracht van de gemeente, en ook in eigendom is van de gemeente Heerde. Aanleiding voor onze actie is het feit dat de buitengebieden, en dan met name de bossen, steeds meer worden ingericht als jachtterreinen. Door het ontbreken van een bouwvergunning is er sprake van illegale bouwwerken. Bovendien is er sprake van een gebruik in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Deze ontwikkeling is naar onze mening ongewenst. Het zorgt voor een voortdurende verstoring van de rust in deze gebieden, doordat met regelmaat gebruik wordt gemaakt van deze bouwwerken voor de jacht op het aanwezige wild. Bovendien is er sprake van een ongewenste ontwikkeling door de plaatsing van deze bouwwerken in de buitengebieden, omdat ze zorgen voor een verstoring van de beoogde inrichting van deze gebieden. Het college van de gemeente Heerde heeft dit tot uitdrukking gebracht in de beleidsintenties van de coalitie 2010-2014 onder punt 6.5 "het behoud van het specifieke karakter van het buitengebied". Zoals u ongetwijfeld bekend is, is er sprake van een beginselplicht tot handhaving van de door het college en de raad vastgestelde regels. Afzien van handhaving brengt de geloofwaardigheid van de regelgeving en van de gemeente in gevaar, zeker als de gemeente zelf de jachthutten plaatst zonder bouwvergunning. Ook binnen het gehele grondgebied van de gemeente Heerde hebben wij, na onderzoek, een groot aantal illegale bouwwerken aangetroffen in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en zonder bouwvergunning. De inventarisatie en de locaties kunt u terug vinden op de website www.jachthutten.nl. Hierbij verzoeken wij u dan ook een einde te maken aan deze illegale situatie en het illegale gebruik van de bossen en tot handhaving cq. verwijdering van de illegale bouwwerken (jachthutten) over te gaan, ook die in eigendom van de gemeente Heerde zijn. Hoogachtend,
Mr. H. Aslander De Faunabescherming
Stichting De Faunabescherming (voorheen Stichting Kritisch Faunabeheer) Secretariaat: Amsteldijk Noord 135 1183 TJ Amstelveen Informatie: Telefoon (020) 6410798 Telefax (020) 6473700 Penningmeester: Postgiro 3522188 Renkum 179
Kopie: aan de leden van de gemeenteraad van de gemeente Heerde Bijlage: foto's van een aantal jachthu tten met de betreffende coördinaten.
'>■>'"*'
■?*KV •.
. » > ; - - ' » - ,■
Slichting De Faunabescherming (voorheen Stichting Kritisch Faunabeheer) Secretariaat: Amsteldijk Noord 135 1183 TJ Amstelveen Informatie Telef oon (020) 6410798 Telef ax (020) 6473700 Penningmeester: Postgiro 3522188 Renkum 180
zuidweg oprijden, vervolgens de elburgerweg oprijden plm 1300meter tot aan bospad links,vervolgens haaks t.o.v. de weg 300 meter het bos in. Coordinaten:52.39547,5.98391[zie google maps, hoe gebruiken zie site jachthutten plus]
ligt plm 1900 meter elburgerweg op [vanaf nieuwe zuidwegjvervolgens linksaf en haaks op de weg plm 400 meter het bos in. Coordinaten:52.39473,5.99097
Stichting De Faunabescherming (voorheen Stichting Kritisch Faunabeheer) Secretariaat: Amsteldijk Noord 135 1I83TJ Amstelveen Informatie: Telefoon (020) 6410798 Telefax (020) 6473700 Penningmeester: Postgiro 3522188 Renkum 181
ligt plm 1900 meter elburgerweg op [vanaf nieuwe zuidwegjvervolgens linksaf en haaks op de weg plm 400 meter het bos in. Coordinaten:52.39473,5.99097
- ^
S2.30473.5.8000T
nieuwe zuidweg op vanaf Wezep,doorrijden tot plm 250 meter voorbij de dellenweg[linkerkant],vervolgens plm 250 meter haaks het bos in.
52.39076.5.96408
Stichting De Faunabescherming (voorheen Stichting Kritisch Faunabeheer) Secretariaat: Amsteldijk Noord 135 I183TJ Amstelveen Informatie: Telefoon (020) 6410798 Telefax (020) 6473700 Penningmeester: Postgiro 3522188 Renkum 182
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging
KNNV afdeling Epe-Heerde Struikstuk 58 8162 JN Epe
[email protected] website www.knnv.nl/epe-heerde
Epe, 12 januari 2012 Aan:
Gemeente Heerde Raadsgriffier mevr. B. Espeldoorn-Bloemendal Postbus 175 8180 AD Heerde
Geachte mevrouw Espeldoorn, De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Epe-Heerde doet onderzoek naar de flora en fauna in de natuur van ons werkgebied en draagt de resultaten uit in rapporten. De vereniging telt ca 140 leden die zich in de diverse werkgroepen actief inzetten voor de natuur. De KNNV is een landelijke vereniging met regionale afdelingen. Leden van onze vereniging hebben vernomen dat Heerde een nieuw beleidsplan ontwikkelt voor het bosbeheer van de gemeente Heerde. Graag willen we u wijzen op een rapport over de Renderklippen en het gebied rondom de sprengen dat de eerste helft vandit jaar gaat verschijnen. In het rapport staat ook een beheersadvies voor dat gebied. Wij zijn van mening dat de resultaten uit dat rapport een bijdrage kunnen leveren in de oordeelsvorming over het beleid en geven u ter overweging om de behandeling van de notitie Bosbeleid hierop af te stemmen. KNNV Epe-Heerde doet vaker onderzoek voor natuurbeherende instanties. Onlangs heeft het Geldersch Landschap ons verzocht om het Vossenbroek te inventariseren, waar eerder een rapport door KNNV over is uitgegeven. In de gemeente Heerde is eerder een rapport verschenen over het landgoed Bonenburg. De gegevens van onze vereniging worden opgenomen in de nationale databanken. Wij hebben deze brief ook gestuurd naar wethouder van der Stege. Graag informeren wij u over de inhoud als het rapport is verschenen. We zien uw antwoord met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, H. Snoek Secretaris KNNV Epe-Heerde
183
l^r^f Gemeente Heerde
Marktstraat 1 Heerde Postbus 175,8180 AD Heerde Tel. 0578 - 69 94 94 E-mail
[email protected] www.heerde.nl
Stichting De Faunabescherming Mevrouw A.P. de Jong Amsteldijk Noord 135 1183 TJ AMSTELVEEN
Contactpersoon F. Vorselman Telefoon ( 0 5 7 8 ) 699432
Uw brief v a n / u w kenmerk 6 februari 2012 Ons k e n m e r k Publiek/V&H/
Onderwerp
Bijlagen Blauwe bezwaarbijlage Zaaknummer 162309/ 15 flóiM Datum verzonden
- 2 MRT 2012
Verzoek handhaving bouwwerken voor de jacht
Beste mevrouw De Jong, Op 19 december 2011 heeft uw Stichting de gemeente Heerde verzocht een eind te maken aan het illegale gebruik van bossen op Heerder grondgebied en over te gaan tot verwijdering van illegale bouwwerken (jachthutten). Via mijn brief verzonden op 1 februari 2012, kenmerk Publiek/V&H/161786, heb ik uw Stichting in de gelegenheid gesteld om uw belang bij een handhavingsbesluit aan te tonen. Op 7 februari 2012 heb ik uw brief ontvangen waarin u een toelichting geeft op uw mening dat uw Stichting belanghebbende is. Ook heeft u de statuten van uw Stichting en een machtiging om namens de Stichting op te treden en deze te vertegenwoordigen in juridische procedures meegestuurd. In deze brief informeer ik u over het gemeentelijk standpunt. Zoals ik al in mijn vorige brief heb aangegeven, dient de aanvrager van het verzoek om handhaving belanghebbende te zijn zoals bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het college van Heerde is van mening dat uw Stichting, gelet op de doelstellingen uit uw statuten en uw feitelijke werkzaamheden, niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Het statutaire doel van uw Stichting is, zowel functioneel als territoriaal, zo veelomvattend dat het onvoldoende onderscheidend werkt om op basis daarvan aan te kunnen nemen dat het belang van uw Stichting rechtstreeks is betrokken of in verband staat met de bevoegdheid van het college om in dit geval handhavend op te treden. Ook wat in uw statuten wordt vermeld over uw activiteiten en op uw website over uw feitelijke werkzaamheden leidt niet tot een ander oordeel. Daarnaast is het college van mening dat uw verzoek om handhaving onvoldoende gespecificeerd en concreet is door uitsluitend een verwijzing te doen naar een website.
184
Op grond van artikel 4 : 5 l i d l onder a kan het college van Heerde besluiten een aanvraag niet te behandelen wanneer de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Gelet op het voorgaande heeft het college van Heerde besloten uw verzoek om handhaving niet te behandelen. U kunt tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank Zutphen. Voordat u dit echter kunt doen, dient u, op basis van artikel 7 : 1 van de Algemene wet bestuursrecht, bezwaar te maken tegen dit besluit door b i n n e n z e s w e k e n na v e r z e n d d a t u m h i e r v a n een bezwaarschrift bij het college van Heerde in te dienen. Voor nadere bijzonderheden verwijs ik u naar de bijlage bij deze brief. Ik ga ervan uit u op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan gerust contact op met het team Vergunningen en Handhaving, de heer Fred Vorselman, telefoon (0578) 699432 of
[email protected]
Met vriendelijke groet, namens het college van Heerde,
;rghuis, teamcoördinator Vergunningen en Handhaving.
2/2
éé
AA
v
185
4IB
Burgemeester en Wethouders van Heerde t.a.v. de heer F. Berghuis teamcoordinator Vergunningen en Handhaving Postbus 175 8180 AD Heerde Betreft: motivatie belang van De Faunabescherming bij handhavingsverzoek Uw kenmerk: PubliekA/&H/161788 Zaaknummer: 158824
Amstelveen, 6 februari 2012
Geachte heer Berghuis, Bij brief van 19 december jl. hebben wij uw college verzocht om handhavend op te treden tegen de, in het bultengebied van de gemeente Heerde aanwezige, illegale jachthutten (bouwwerken) die zonder bouwvergunning zijn geplaatst en die strijdig zijn met het bestemmingsplan. Op 1 februari jl. hebben wij van u het verzoek ontvangen om aan te tonen dat wij kunnen worden aangemerkt als zijnde belanghebbende. Hierblj sturen wij u de Statuten van De Faunabescherming en de toelichting waarom wij van mening zijn belanghebbende te zijn. Belanghebbende Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ten aanzien van rechtspersonen geeft lid 3 van genoemd artikel aan dat bepalend is of krachtens de statutaire doelstellingen en blijkens de feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder wordt behartigd. Blijkens artikel 2 van de Statuten van De Faunabescherming is het doel van de stichting "het bevorderen van een ethisch en wetenschappelijk verantwoord beleid en beheer cum annexis van met name - in het wild levende fauna binnen Nederland en bij uitzondering ook daarbuiten". In artikel 3 zijn de wegen en middelen genoemd die ens daarbij ter beschikking staan, waaronder het toetsen van beheersmaatregelen cum annexis en beheerplannen cum annexis, die op de in het wild levende dieren betrekking hebben of van invloed zijn. Maar ook het volgen en zonodig bemvloeden van het beleid en beheer cum annexis van de overheid en terreinbeherende en bezittende instanties. Ingevolge artikel 10 en 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om dieren die behoren tot een beschermde Inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Hieronder valt ook, zo blijkt uit de
Secretarlaat Amsteldljk-Noord 135 1183 TJ Amstelveen Telefoon (020) 641 07 98 Telefax (020) 647 37 00 186 E-mail:
[email protected] Donateursadmlnlstratle
[email protected] Website: www.faunabescherming.nl Informatie Telefoon (0317) 31 68 79 Pennlngmeester ING Bank 116072 Renkum
^ DE FAUNABESCHERMING van
vogelvrij
naar
kogelvrij
toelichting het verstoren van rust- of verblijfplaatsen. Hiertoe zijn, met name in het bultengebied percelen aangewezen waar het ongewenst is dat hier veelvuldig menselijke activiteiten plaatsvinden. Bij de gemeentelijke overheid heeft de wetgever de taak neergelegd om zorg te dragen voor een goede ruimtelijke ordening en het toezicht en de handhaving op de bouwregelgeving. Het nalaten van handhaving door de gemeente Heerde van dit illegaal gebruik en de plaatsing van bouwwerken, zorgt direct voor een aantoonbare verstoring van de aanwezig fauna in het gebied. Naast de aanwezigheid van mensen worden de bouwwerken gebruikt voor afschot. Activiteiten De Faunabescherming Ter uitvoering van onze doelstelling voert De Faunabescherming al sinds vele jaren juridische procedures tegen besluiten maar ook het nalaten van het nemen van een besluit door overheidsorganen. In casu heeft ons verzoek tot handhaving betrekking op het afzien van de wettelijke verplichte handhavingstaak van de gemeente Heerde. Zonder bouwvergunning en in strijd met het bestemmingsplan worden er bouwwerken/jachthutten in het buitengebied geplaatst. Zoals wij eerder in ons verzoek naar voren brachten, zorgen deze bouwwerken voor een illegale verstoring van de rust- en verblijfplaatsen van de aanwezig dieren. Zoals bekend maken genoemde jachthutten onderdeel uit van het Faunabeheer omdat deze door jagers gebruikt worden voor het afschot. Naast het voeren van juridische procedures is De Faunabescherming in 2004 de website 'jachthutten.nl' gestart. Op deze site hebben wij een landelijk dekkende inventarisatie geplaatst van aanwezige jachthutten. Daarbij worden mensen opgeroepen om melding te maken van constateringen in het veld en worden zij geinformeerd over de juridische mogelijkheden met voorbeeldbrieven om zelf actie te ondernemen. Het geven van adviezen en voorlichting is als doelstelling expliciet genoemd in de Statuten van De Faunabescherming. Zoals te lezen is in Argus van december 2011, het tijdschrift van De Faunabescherming, hebben wij op 14 oktober jl. de actie gestart "alle illegale jachthutten het land uit". Ook het uitgeven van Argus is als doelstelling genoemd in onze Statuten. Conclusie Gezien hetgeen is genoemd in onze Statuten en onze feitelijke werkzaamheden zijn wij van mening dat onze organisatie, De Faunabescherming, kan worden aangemerkt als zijnde belanghebbende zoals bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Wij verzoeken u ons verzoek tot handhaving dan ook alsnog in behandeling te nemen. Bijgaand sturen wij u de Statuten toe.
P. de Jong, secretaris Stichting De Faunabescherming
C
187
MACHTIGING Geldig tot 1 januari 2013 of tot eerdere opzegging Ondergetekenden, de heer H.H. Niesen, wnd. voorzitter van de Stichting De Faunabescherming geboren op 14 april 1944, wonende te Bergen (NH) en mevrouw I.J. van den Abeele-Busser, penningnneester van Stichting De Faunabescherming geboren op 5 maart 1952, wonende te Renkum en • mevrouw A.P. de Jong, secretaris van de Stichting de Faunabescherming geboren op 5 augustus 1965, wonende te Amstelveen machtigen bij deze mevrouw A.P. de Jong Amsteldijk Noord 136 te Amstelveen om namens voornoemde Stichting op te treden en deze te vertegenwoordigen bij het insteilen, behandelen en eventueel intrekken van bezwaarschriften, beroepschriften en vooriopige voorzieningen terzake van'kwesties op het terrein van faunabeleid en faunabeheer. Ondergetekenden verlenen de gemachtigde het recht zich te laten vervangen. Datum: 9 december 2011
(H.lfl.(l^esen)
/^
!^
(I.J. ;vaiyaen'Ab,eele'-Busser)
.,. # t c / : ^ ^ £
:::?
(A.P. de Jong) ,
^'/ i-'
/
/
Secretariaat Amsteldijk-Noord 135 1183 TJ Amstelveen Telefoon (020) 641 07 98 Telefax (020) 647 37 00 188 E-mail;
[email protected] Donateursadmlnlstratle
[email protected] Website: www.faunabeschermlng.nl Informatie Telefoon (0317) 31 68 79 Pennlngmeester ING Bank 116072 Renkum
Kopie
97a20.499-571-K/CS-031097 Heden, de veertiende oktober negentienhonderd zevenennegentig verschener^. voor mi j , Mr WILLEM LEENHARD DOCTER, notaris ter standplaats GOSTERBEEK: ■1. mevrouw MARIE ANNIE BANT, zonder beroep, rijbewijs nummer 0078477941, wonende 1244 PS Ankeveen, Bergse Pad 6, geboren te Beets op negenentwintig april negentienhonderd tweeendertig, gehuwd met de heer Boeve; 2. mevrouw MARIA JOSEPHA VAN LEEUWEN, zonder beroep, rijbewijs nummer 3111275812, wonende te -6871 NR Renkum, Renkumseheide 12, geboren te -Rotterdam op twee, oktober negentienhonderd drieenveertig, gehuwd met de heer Stockmann. De comparanten verklaarden het volgende: -^ : De op zestien juli negentienhonderd zevenennegentig gehouden bestuursvergadering van de in de gemeente Amstelveen gevestigde stichting: Stichting K ritisch Faunabeheer heeft besloten: ;—^^ — - tot wijziging van de artikelen 1,2 en 3 van de statuten; :-' - tot machtiging van hen, comparanten, om voormelde besluiten uit te voeren. Van voormelde besluiten blijkt uit het aan deze minute te hechten afschrift van de notulen van -bedoelde vergadering. De comparanten verklaarden ter uitvoering van voormelde besluiten de statuten van de stichting te wijzigen, zodat zij met ingang van heden in hun ---geheel luiden als volgt: -■. . NAAM, ZETEL. OPRICHTING EN DUUR: rArtikel 1. De stichting draagt de naam: STICHTING DE ■ FAUNABESCHERMING, Zij is opgericht bij notariele akte op elf december negentienhonderd vij fenzeventig verleden en is gevestigd in de gemeente Amstelveen. De stichting is opricht voor onbepaalde tijd. DOEL: Artikel 2. Het doel van de stichting is de bevordering van een ethisch en wetenschappelijk verantwoord beleid en --. beheer cum annexis van - met name - de in het wild levende fauna. Het werkterrein van de stichting is Nederland, maar kan zich - bij uitzondering - ook -uitstrekken tot buiten onze landsgrenzen. "WEGEN EN MIDDELEN: ■ -Artikel 3. De stichting tracht haar doel te bereiken door:
189
a. het toetsen van beleids- en beheersmaatregelen cum annexis en/of beleids- en beheersplannen cum annexis, die op de in het wild levende dieren betrekking hebben of van invloed zijn, . aan wetenschappelijke ethische criteria, zoals die uit de doelstelling voortvloeien en het meewerken aan zulke toetsen door ahderen met hetzelfde of vergelijkbaar doel; b. het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek naar het beheer van de in het wild levende fauna en het zonodig verbreiden van onderzoeksresultaten onder belanghebbenden en b'elangstellenden; r c. het geven van advies en voorlichting inzake faunabeleid en faunabeheer aan belanghebbenden . en belangstellenden; d. het beinvloeden van de publieke opinie; e. het (doen) maken/organiseren van films, acties, -lezingen, demonstraties, excursies, studiedagen, symposia, tentoonstel.lingen en --'■ dergelijke; -f. het vervaardigen en ten verkoop aahbieden van artikelen ter. verbreiding van de doelstelling van de stichting, het verwerven van inkomsten of het vergroten van de naambekendheid; g. het participeren in overlegorganen; h. het volgen en zonodig beinvloeden van het beleid en beheer cum annexis van de overheid en -terreinbeherende en bezittende instanties en personen; -: ' ^ i. het kopen, in eigendom of bruikleen hebben, ^ huren of beheren van roerende of onroerende zaken; . j . het uitgeven van een of meerdere periodiek( en); -k. het stimuleren en/of coordineren van werkzaamheden van derden die voor de doelstelling van de stichting bevorderlijk kunnen zijn; ; 1. het aanwenden van allerlei andere wettige geoorloofde, middelen. ■' GELDMIDDELEN: ' ■ Artikel 4. -: De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. subsidies en donaties; b. vrijwillige bijdragen van personen en/of organisaties; c. vergoeding voor verrichte diensten; d. verkoop van goederen; ■ e. hetgeen de stichting door erfstelling, legaat,
190
schenking of op enigerlei andere wettig geoorloofde wijze. verkrijgt. , BESTUUR: ; ; Artikel 5 . a. De leiding van de stichting berust bij het bestuur bestaande uit tenminste drie leden. b. Het bestuur stelt het aantal bestuursleden vast.
^^-
■
c. Benoeming van bestuursleden geschiedt door het in functie zijnde bestuur. ^ d. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een : ■ pennlngmeester. Deze drie bestuursleden, eventueel aangevuld met andere leden van het bestuur, vormen het dagelijks bestuur. e. De leden van het bestuur genieten geen beloning -voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op -vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. f. Periodiek zullen de leden van het bestuur aftreden. In het Huishoudelijk Reglement wordt een regeling van aftreden opgenomen. BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN: Artikel 6. a. leder kalenderjaar worden tenminste twee vergaderingen gehouden. b. De oproeping tot de vergadering geschiedt behoudens in het Huishoudelijk Reglement bepaalde - door of namens de voorzitter, tenminste tien dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. -c. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te : behandelen onderwerpen. d. Van het verhandelde in de vergaderingen. worc3en notulen gehouden door de secretaris, of door een der andere aanwezigen door de vergadervoorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. . e. Bij afwezigheid van de voorzitter wijzen de aanwezigen een vergadervoorzitter aan. Dit geschiedt bij gewone meerderheid van stemraen. f. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van een stem. Voor zover het ■' Huishoudelijk Reglement geen grotere ;~ meerderheid voorschrijft worden alle
191
bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. g. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een : ■ schriftelijke stemming gewenst acht, of een der -stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. -Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. h. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. i. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden zich over het desbetreffende onderwerp hebben kunnen -uitspreken. -j . In alle geschillen omtrent stemmingen, waarin zowel deze statuten als het Huishoudelijk ■-Reglement niet voorzien beslist het bestuur. Bij staking van de stemmen beslist de ■ voorzitter. ■■ BESTUURSBEVQEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING: Artikel 7. ■ a. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. . b. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsook tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een.derde sterk --' maakt of zich tot zekerheidstelling voor een .-schuld van een derde verbindt. Dit alles binnen -het kader van de doelstelling van de stichting, — c. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur. -^ d. Het bestuur kan voor bepaalde, in de volmacht omschreven handelingen, volmacht verlenen aan een bestuurslid of een derde. : e. Het bestuur kan zich in de uitoefening van zijn -taak doen bijstaan door commissies, welke commissies het doel .der stichting dienen te onderschrijven. In elke van deze commissies zal, tenminste een lid van het bestuur moeten worden benoemd. : : f. Het bestuur kan ook besluiten tot de oprichting -van regioafdelingen. Deze afdelingen onderschrijven het doel van de stichting en beperken haar activiteiten tot een bepaalde regio of provincie.
192
g. Het dagelijks bestuur kan een of meerdere commissieleden de bevoegdheid toekennen om de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen. h. Het bestuur kan zich ter uitvoering van zijn taken zonodig doen bijstaan door bezoldigd en/of pnbezoldigd personeel. . ;___ ^ EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP: Artikel 8 . -, Het bestuurslidmaatschap eindigt: - door overlijden yan het bestuurslid; - bij verlies van het vrije beheer over zijn--vermogen ---. - bij schriftelijke of - tijdens een •'-bestuursvergadering - mondelinge ontslagneming (bedanken); ; - bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van -het Burgerlijk Wetboek; - door een daartoe door het bestuur genomen besluit met twee/derde meerderheid. . BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN: Artikel 9. — ' ■ a. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het -kalenderjaar. b. Per einde van ieder kalenderjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit worden door de pennlngmeester een balans en een -staat van baten en lasten over het geeindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vergezeld -van een rapport van een registeraccountant of van een accountant-administratie-consulent, danwel een schriftelijke verklaring van een kascontrole commissie, binnen drie maanden'na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden HUISHOUDELIJK REGLEMENT: Artikel 10. a. Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen waarin de onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. b. De reglementen mogen niet met de Wet of deze statuten in strijd zijn. ■' ,c. Het bestuur is te alien tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te heffen. d. Op de vaststeliing, wijziging en opheffing van de reglementen is het bepaalde in Artikel 11 lid a van toepassing. '■ STATUTENWIJZIGING: Artikel 11.
193
aL.. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met een meerderheid van drie/vierde van -de in functie zijnde bestuursleden. b. De wijziging van de statuten moet op straffe van nietigheid bij notariele akte tot stand komen. c. Het bestuur is verplicht een authentiek --afschrift van de wijziging, alsmede de --: gew.ijzigde statuten, binnen twee maanden na ingang van de wijziging, neer te leggen ten -kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en -Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft. ONTBINDING EN VEREFFENING: Artikel 12. . ; a. Het bestuur is bevoegd de stichting te ^ ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in Artikel 11 lid a van •' toepassing. '■ b. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. :-c. De veref fening geschiedt door het bestuur. " d. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de -ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in Artikel 11 lid c. e. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. f. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting. g. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tien jaren berusten onder de jongste --veref fenaar. ■SLOTBEPALING: Artikel 13. --■ In alle gevallen, waarin zowel de Wiet, deze statuten alsook het eventueel in te stellen Huishoudelijk Reglement niet voorzien, beslist het bestuur. De comparanten zijn mi j, notaris, bekend; hun identiteit is door mi j, notaris, aan de hand van voormelde documenten vastgesteld. __WAARVAN AKTE IN MINUTE, verleden te Oosterbeek op de datum in het hoofd ---dezer akte vermeld. Na zakelijke opgave van de
194
inhoud van deze akte aan de verschenen personen hebben dezen eenparig verklaa:rd van de inhoud van -deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige -voorlezing daarvan geen prij's te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mi j, notaris, ondertekend. Volgt ondertekening. VOOR AFSCHRIFT:
195
Informatienota commissie Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller LO/ON J. Spronk/0578 699441/
[email protected] Portefeuille H. van der Stege Programma Ruimtelijke en economische ontwikkeling
Agendapunt 13
Onderwerp Dorpsplan Wapenveld
De commissie neemt kennis van: het besluit van het college om: 1. Kennis te nemen van de ontwikkelingen rond het Dorpsplan Wapenveld en de oprichting van de Stichting Dorpsraad Wapenveld; 2. eenmalig een startsubsidie voor organisatiekosten beschikbaar te stellen van € 2.500,-- uit het budget Wijkgericht werken. Inleiding Op 22 november 2011 heeft de projectorganisatie het Dorpsplan Wapenveld aan ons college aangeboden. Op 2 maart 2012 is een brief ontvangen van de Stichting Dorpsraad Wapenveld i.o. (hierna Stichting i.o.) met ondermeer een verzoek om startsubsidie beschikbaar te stellen. Het Dorpsplan geeft allereerst een overzicht van de historie van Wapenveld, de aanleiding voor het Dorpsplan in de kansen die er liggen op het terrein van recreatie en toerisme, de wensen van de Wapenvelders. Dit leidt tot een visie en identiteit voor Wapenveld : de Wapenvelders wonen in een dorp waar anderen vakantie willen vieren en waarvan het dorpse karakter, ruimtelijk maar ook sociaal, behouden moet blijven. Het actieplan is gericht op recreatie en toerisme, voorzieningen, het centrum en economie en werkgelegenheid met als doel het versterken van de leefbaarheid, door een aangenamer leefklimaat voor inwoners, een uitbreiding van het voorzieningenaanbod, het aantrekken van meer bezoekers en een bijdrage aan de werkgelegenheid en economie van het dorp. Uitvoering van het actieplan vraagt om de inzet van meerdere partijen waaronder de gemeente. In een aantal gesprekken met de betrokkenen is het vervolg van het dorpsplan aan de orde geweest. Centrale vraag daarbij is: Hoe moet nu uitvoering worden gegeven aan het dorpsplan en wat is de rol van de gemeente daarin. In het vervolg van deze notitie wordt ingegaan op de organisatie van het overleg met de Stichting Dorpsraad Wapenveld i.o. en de facilitering.
Eerdere besluitvorming en kaders In de ontwerp-structuurvisie is aangegeven, dat voor de kern Wapenveld een dorpsplan wordt opgesteld. De uitkomsten van het Dorpsplan passen binnen de ontwerp-structuurvisie hoewel natuurlijk nog een nadere invulling moet plaatsvinden op planniveau. Het Dorpsplan is geen
1/3
196
centrumvisie. Zoals in de ontwerp-structuurvisie is aangegeven, zal zowel voor Heerde als Wapenveld een centrumvisie worden opgesteld. Daarbij worden uiteraard de uitkomsten van het Dorpsplan gebruikt. Kernboodschap 1. vanuit Wapenveld is een definitieve organisatie opgezet. Bij de projectorganisatie die het dorpsplan heeft opgezet, is heel duidelijk het besef aanwezig dat nu een goed vervolg moet worden gegeven aan het dorpsplan. Het moet verder uitgewerkt worden. Daartoe hebben ze in eerste instantie nagedacht over een organisatiestructuur die recht doet aan de situatie. Het moet een overlegplatform zijn op plaatselijk niveau met voldoende draagkracht en daarnaast moet het ook een gesprekspartner voor andere partijen waaronder de gemeente, zijn. Dit heeft geleid tot het voornemen om een Stichting Dorpsraad Wapenveld op te richten. De stichting bestaat uit een bestuur, een coördinatieteam en een aantal werkgroepen (rond een thema). De stichting kent een bemensing die zo goed mogelijk de gemeenschap van Wapenveld weerspiegelt. In het bijgaande organigram is de structuur en de bemensing weergegeven. Een stichtingsvorm maakt het mogelijk om, als rechtspersoon, subsidies aan te vragen. 2. er moeten projecten worden uitgevoerd. In het dorpsplan zijn projecten opgenomen met een korte of lange termijn planning. Over deze projecten heeft het gemeentebestuur zich nog niet uitgesproken. Daarnaast heeft het gemeentebestuur een aantal projecten op stapel staan voor Wapenveld. Twee belangrijke daarvan zijn de herinrichting van het centrum van Wapenveld en de uitvoering van de gebiedsontwikkeling rond het Apeldoorns Kanaal. Beide projecten zijn opgenomen in het regiocontract. Het is zaak om voor het gebied Wapenveld een gezamenlijke projectkalender op te stellen, waarin alle projecten worden opgenomen die door de verschillende partijen zijn gepland. Immers ook derden als bijvoorbeeld Schutte Bouw hebben plannen in dit gebied. Op deze wijze kan afstemming plaatsvinden. Deze projectkalender moet uiteraard voldoende flexibel zijn om te kunnen inspelen op de mogelijke ontwikkelingen. Denk in dit kader bijvoorbeeld aan nieuwe verblijfsrecreatie rond Wapenveld, een mogelijk outdoorcentrum en de aanleg van de kanoroutes, maar ook aan de mogelijke realisatie van het dynamische zuivelmuseum. In de brief van de Stichting Dorpsraad Wapenveld i.o. wordt de uitvoering van het eerste project aangekondigd. De Stichting gaat een voorstel doen voor een opfrisbeurt van het dorp. 3. integratie is nodig. De Stichting Dorpsraad i.o. geeft aan dat zij namens de gemeenschap van Wapenveld kunnen spreken en als overlegpartner van de gemeente kunnen dienen. Dit is een waardevol aanbod. Het is ook wenselijk om de stichting te betrekken bij de uitvoering van de gemeentelijke plannen. Bijvoorbeeld door deelname in gemeentelijke projectgroepen waar sprake is van burgerparticipatie. Het is van belang dat de Stichting i.o. er voor zorgt, dat zij, ook in de toekomst, de representant van de Wapenvelder gemeenschap blijft. 4. er is een startsubsidie aangevraagd De Stichting Dorpsraad heeft gevraagd om een startsubsidie toe te kennen van € 10.000,--. Dit bedrag is met name bedoeld om de Stichting op te richten en de komende tijd te starten met de uitwerking van het Dorpsplan. Een uitgewerkte begroting treft u als bijlage bij de brief van de Stichting i.o. aan. Daarnaast wordt ook aangekondigd dat er jaarlijks een bijdrage van de gemeente gevraagd zal worden, gebaseerd op ervaringscijfers. De aanvraag om een bijdrage past niet binnen de subsidieverordening van de gemeente. Op basis hiervan kan dan ook geen bijdrage worden verleend.
2/3
197
Een bijdrage kan worden verleend uit de post wijkgericht werken. De raad heeft op 7 november 2011 besloten het bedrag van € 55.000,-- voor 2012 grotendeels te reserveren c.q. bestemmen voor de uitvoering van Dorpsplan Wapenveld, waarbij de nadruk ligt op het faciliteren en ondersteunen van nader te bepalen projecten. Wij hebben besloten op basis van de aanvraag en het besluit van de raad een bijdrage toe te kennen van € 2.500,-- een startsubsidie voor de organisatiekosten en de eerstvolgende werkzaamheden ter beschikking te stellen. Verdere bijdragen aan de Dorpsraad zullen beoordeeld worden aan de hand van de ingediende projecten in het kader van de uitvoering van het dorpsplan. Dit binnen de financiele ruimte die u in de begroting voor 2012 heeft aangegeven en voor zover mogelijk binnen de ruimte van het project voor het centrum van Wapenveld uit het Regiocontract. Voor een Dorpsraad mag ook draagvlak vanuit de samenleving worden verwacht. Daarom achten wij het opportuun de Stichting i.o. te vragen om aan te geven of sponsoring, bewonersbijdragen en andere bijdragen van derden verkregen kunnen worden. Dit met name ook voor de jaarlijks terugkerende kosten van de Dorpsraad. Communicatie Wij gaan ons besluit met het bestuur van de Stichting Dorpsraad Wapenveld i.o. bespreken. Vervolg Wij zullen u in het kader van de PenC-cyclus op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Heerde, 13 maart 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen ter inzage: 1. Raadsbesluit 7 november 2011 Ter inzage en voor raadsleden beschikbaar in de leeskamer van de raad: 2. Brief Stichting Dorpsraad Wapenveld met bijlagen.
3/3
198
199
Informatienota commissie Commissie Ruimte 26 maart 2013
Afdeling en opsteller Leefomgeving/ Johan Dijkhuis (0578699442,
[email protected]) en Jacob Jan van Burg (0578699548,
[email protected]) Portefeuille A. Westerkamp Programma Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling
Agendapunt 14
Onderwerp Aanvulling Centrumvisie Heerde
De commissie neemt kennis van: 1. De projectopdracht ‘Aanvulling Centrumvisie Heerde’ (concept); 2. Het projectplan ‘Aanvulling Centrumvisie Heerde’ (concept). Inleiding In de commissie Ruimte is op 28 november 2011 de notitie “Evaluatie Centrumvisie Heerde” besproken, waarbij is geadviseerd om: 1. Een aanvullende notitie bij de huidige Centrumvisie op te stellen, met daarin: a. een visiedeel waarin voor het centrum van Heerde een ‘stip op de horizon’ wordt gezet; b. een beleidskader met daarin de uitgangspunten om aan deel a. invulling te geven. 2. Bij het opstellen van de aanvullende notitie uit te gaan van de in de notitie “Evaluatie Centrumvisie Heerde” omschreven keuzes en uitgangspunten. Daarbij heeft de commissie een aantal aandachtspunten geformuleerd. Kernboodschap Op de totstandkoming van de gevraagde aanvullende notitie bij de Centrumvisie zijn de principes van projectmatig werken van toepassing. Daarvoor wordt binnen de gemeentelijke organisatie een aantal standaarden gehanteerd. Het commissieadvies van 28 november 2011 is daarom vertaald in een projectopdracht en een projectplan. Hiermee wordt bereikt dat de opdracht helder is en de verwachtingen eenduidig zijn. Uitgaande van het in het projectplan opgenomen stappenplan en tijdschema, kan de ontwerpnotitie in de raadscommissie ruimte van 1 oktober 2012 worden besproken, waarna de formele inspraakprocedure kan worden gevolgd. De definitieve vaststelling kan dan plaatsvinden in de raadsvergadering van januari 2013. Communicatie De projectopdracht en het projectplan zijn besproken met het bestuur van de Ondernemersvereniging Heerde. Vervolg In het projectplan is aangegeven wat de werkwijze is en welke beslismomenten er zijn.
1/2
200
De raadscommissie ruimte zal weer worden geïnformeerd op 27 augustus (concept aanvullende notitie) en op 1 oktober (bespreken ontwerp aanvullende notitie) Heerde, 13 maart 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Ter inzage en voor de raadsleden ook beschikbaar in de digitale leeskamer: 1. Projectopdracht ‘Aanvulling Centrumvisie Heerde’ (concept), d.d. 27 februari 2012; 2. Projectplan ‘Aanvulling Centrumvisie Heerde’ (concept), d.d. 13 maart 2012.
2/2
201
Informatienota commissie Commissie Ruimte 26 maart 2012
Afdeling en opsteller Ruimte/P.H.E. Timmer-Holdinga/0578-699431/
[email protected] Portefeuille Van der Stege Programma -
Agendapunt 15
Onderwerp Bodemkwaliteitskaart en gemeentelijke risico’s
De commissie neemt kennis van: Onderstaande nota. Inleiding In de commissie van 29 augustus 2011 is de volgende vraag gesteld. “Er is een bodemkwaliteitskaart in ontwikkeling die het mogelijk maakt om grond uit te wisselen. Hoe zorgvuldig gaat dat? Als dat niet goed wordt afgedekt kun je als gemeente risico’s lopen. Graag ontvangen wij in de volgende commissie ruimte meer informatie hoe dit in H2O verband wordt opgepakt.” Bevoegdheid / Juridisch kader Wet bodembescherming en de nader uitwerking in Besluit bodemkwaliteit. Kernboodschap Voor het grondgebied van de gemeente Heerde heeft het college op 17 november 2009 de bodemkwaliteitsklassenkaart vastgesteld. Deze kaart is op 7 december 2009 aangeboden in de commissie ruimte ter informatie. De bijbehorende notitie "Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet" geeft aan hoe de kaart gebruikt moet worden. Hierdoor worden de risico's ingeperkt. Samenwerking met Hattem en Oldebroek, zou goed tot de mogelijkheid kunnen behoren. Alleen heeft Hattem geen bodemkwaliteitsklassenkaart. Indien we gebruik willen maken van de kaart van Oldebroek en vice versa dan moet dit via college en raad geregeld worden. Met betrekking tot de aanvoer van grond in het HWG gebied gaat ook gebruik gemaakt worden van een bodemkwaliteitskaart. Deze moet nog gemaakt worden en wordt dan eveneens bij het college ter vaststelling neergelegd. Om de controle op het toepassen van grond in het HWG gebied te structureren ligt er het voornemen om een toezichtsplan op te stellen. Dit laatste is nader uitgewerkt in het laatste verslag van de commissie.
1/2
202
Heerde, 13 maart 2012 Het college van Heerde drs. W.R.J.M. Pijnenburg-Adriaenssen F. Dijkstra MBA
, burgemeester , gemeentesecretaris
Bijlagen: Geen.
2/2
203