M200615 Ondernemen in installatietechniek
drs. R.M. Braaksma Zoetermeer, november 2006
Ondernemen in installatietechniek De markt van bouwinstallatiebedrijven is in beweging, en dat zorgt voor nieuwe uitdagingen, c.q. hoofdbrekens: technische vooruitgang in elektronica en ICT, privatisering en schaalvergroting bij de energiedistributie, nieuwe infrastructuur zoals glasvezelnetwerken, regelgeving vanuit Brussel (en Den Haag). Aanleiding om hun bedrijfsvoering onder de loep te nemen. Installatie-ondernemers leggen méér dan ondernemers in andere sectoren het accent op hun taken als manager. Hun vermogen om te sturen en te regelen is dan ook een essentiële succesfactor: het bedrijfsproces is een complexe combinatie van op locatie uitgevoerde projecten waar intensieve interactie met andere betrokken partijen voor nodig is. Dat stelt hoge eisen aan werkplanning en logistiek. Installateurs hebben bovendien, méér dan ondernemers buiten de bouw, te maken met machtige afnemers en een hoge regeldichtheid. Die legt hun manoeuvreerruimte bij het sturen en regelen aan banden. Installateurs doen binnen de bouw naar verhouding het meest aan producten procesvernieuwing. 'Nieuw' heeft in de bouw dan ook een belangrijke installatietechnische component, via data- en communicatienetwerken, beveiliging, gebouwbeheersystemen en dergelijke. Nieuwe onderdelen en componenten komen van elders (met name de elektrotechnische industrie), maar 'C-3' is de innovatieve inbreng van installatiebedrijven: Creatief Combineren van Componenten. Aldus de resultaten van een vergelijkend onderzoek van verschillen op een aantal elementen van bedrijfsvoering tussen ondernemers in het installatiebedrijf, de overige bouw, en het overige Nederlandse MKB.
3
1
Ondernemen in installatietechniek
1.1
Inleiding In deze minirapportage wordt ingezoomd op het installatiebedrijf: specialisten op het gebied van aanleg, en deels ook ontwerp, van elektrotechnische en werktuigkundige installaties (sanitair, centrale verwarming en luchtbehandeling), met gebouwinstallaties als grootste markt en daarnaast aanleg en onderhoud van industriële installaties. Verandering en vernieuwing in de bouw komt meer dan proportioneel van installateurs: in gebouwen wordt steeds meer 'techniek' verwerkt, van beveiliging en toegangscontrole tot computernetwerken en monitoring van energiegebruik. Daardoor neemt het installatieaandeel in de totale bouwkosten gestaag toe. Aan de andere kant zijn installateurs meestal onderaannemer, en is de bedrijfsvoering een ingewikkelde puzzel van projecten op verschillende locaties, werkplanning in samenhang met die van partijen binnen het bouwteam, et cetera. Welke gevolgen heeft dat voor de bedrijfsvoering? Deze minirapportage probeert een tipje van de sluier op te lichten, door gegevens over de bedrijfsvoering van een groot aantal installatiebedrijven te vergelijken met die van andere bedrijven. Die gegevens betreffen strategie en ondernemerschap (1.2), ondernemerschap (1.3), concurrentie (1.4), marktoriëntatie (1.5), innovatie en investeringsplannen (1.6), en hebben betrekking op ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf: ondernemingen waar minder dan 100 personen werken. Het installatiebedrijf is daarbij vergeleken met de bouw, en met het Nederlandse MKB als geheel1.
1.2
Strategie Deelnemers aan het verrichte onderzoek hebben vragen beantwoord over hun bedrijfsstrategie en over de doelstelling die voor hen het zwaarst weegt: vernieuwing van producten of processen, marketing, kostenoptimalisering, of bieden van goede service. A c c e n t o p m a n a g e me n t / b e h e e r De belangrijkste strategische doelstelling (tabel 1) voor verreweg de meeste bedrijven is het bieden van service aan de klanten. Innovatie is bij installateurs vaker een 'centrale' strategische doelstelling dan bij (andere) onder-
1
4
EIM beschikt over een omvangrijke database van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB), met gegevens over innovatie, concurrentie, investeringsplannen, marktbenadering, strategie en ondernemerschap. Dat biedt de gelegenheid om in te zoomen op branches en bedrijfstakken, en hun scores te vergelijken met die van andere branches en bedrijfstakken. In dit geval zijn installatiebedrijven vergeleken met de overige bouw en met het overige MKB, vertegenwoordigd door respectievelijk 130, ruim 400 en ruim 6.000 bedrijven. Inmiddels is de EIM Monitor Bedrijfsvoering van start gegaan: een enquête onder 2.120 ondernemers in het MKB die medio 2006 voor het eerst is gehouden en jaarlijks herhaald zal worden.
nemers in de bouwnijverheid, maar minder vaak dan in het MKB buiten de bouw. Ook wat betreft hun accent op product- en procesvernieuwing, marketing en verbeteren van de verkoopprestaties nemen installatiebedrijven een tussenpositie in tussen het totale MKB en de bouwnijverheid: méér dan de bouw, maar minder dan het totale MKB.
Tabel 1
'Strategie' installatiebedrijf, (overige) bouw en totaal MKB (percentages)
meest kenmerkende strategische doelstelling:
installatie
bouw
MKB
11
6
11
marketing
3
2
7
kostenoptimalisering
4
6
6
innovatie
service totaal
82
86
75
100
100
100
Bron: EIM, 2006.
C o n c l u s ie : s e r v i ce é é r s t , in n o v a t ie h o ge r g e no t e e r d d a n e l d e r s in de bouw Installateurs hebben met bouw(onder)aannemers én andere ondernemers gemeen dat goede service bieden aan afnemers de belangrijkste strategische doelstelling is. Installateurs noemen vernieuwing van producten of processen vaker als doelstelling dan andere aannemers en onderaannemers in de bouw.
1.3
Ondernemerschap Ondernemerschap is gemeten aan de hand van het gegeven wát ondernemers voor zichzelf beschouwen als het meest kenmerkende accent: management, marketing, innovatie of 'wagen'.
I n s t a l l a te ur z ie t z i c h vo o r a l a l s ma n a g e r Tabel 2 laat zien dat ondernemers in het installatiebedrijf zichzelf het meest zien als manager: degene die zorgt voor management en beheer van de huidige bedrijfsactiviteiten. Het gaat om de helft van de ondernemers, en dat is duidelijk meer dan in de bouw, en in het totale MKB. Marktmogelijkheden opsporen en benutten, vernieuwing en berekende risico's nemen halen benedengemiddelde scores.
W e r k p r o ce ss e n e n m a r k t v e r k l a r e n he t g e l e gd e a c c e n t Dat bij installateurs sterker dan elders het accent ligt op management en kostenbeheersing is te verklaren uit de aard van het werk en de markt: zij voeren vele projecten uit, van wisselende omvang, op locatie, en afhankelijk van de planning van anderen (aannemers, onderaannemers en principalen). Dat zorgt voor een wankel evenwicht dat makkelijk verstoord kan worden als een leverancier te laat komt, een aannemer zijn planning niet haalt, of een monteur ziek wordt. Er is dan direct een ingreep nodig die de schade
5
minimaliseert, rekening houdend met de gevolgen van de ingreep zelf, zoals van een monteur die elders wordt weggehaald. Ondernemers moeten bij die ingrepen bovendien vaak rekenen met verdere complicerende factoren: flexibele arbeidscontracten van werknemers, buitenlandse werknemers (met name Oost-Europese) die extra geïnstrueerd en gecontroleerd moeten worden maar de taal vaak minder goed beheersen, afspraken binnen bouwteams of met consortia, eigen inleen of outsourcing, et cetera.
K w a l i t e i t v an ' s t ur e n e n r e g e le n ' is e e n be l a ng r i j k e s u c ce s f a c t or Succes hangt onder die omstandigheden sterk af van de kwaliteit van 'sturen en regelen': coördinatie met andere partijen, logistiek van levering van materialen en onderdelen, werkplanning en toewijzing van monteurs aan projecten. Dat is te meer het geval aangezien de concurrentie groot is, en de marges derhalve klein. Bovendien verzorgen installateurs 'de techniek' in gebouwen (klimaat, beveiliging en toegangscontrole, computer- en communicatienetwerken, 'domotica' en gebouwbeheersystemen); techniek die niet stilstaat en zorgt voor vernieuwing. Ook dat draagt bij aan de complexiteit van het sturen en regelen.
Tabel 2
Typerende manier ondernemen in installatiebedrijf, (overige) bouw en totaal MKB
Meest typerende manier van ondernemen: management, bestaande bedrijfsactiviteiten sturen
installatie
bouw
MKB
50
36
36
ontdekken en benutten van marktmogelijkheden
13
12
20
vernieuwend bezig zijn
13
15
22
op een gecalculeerde manier risico's nemen totaal
24
36
22
100
100
100
Bron: EIM, 2006.
C o n c l u s ie : b e d r i j f sv o e r i n g is c o mp l e x , m an ag e m e n t s t aa t v o o r o p Installateurs zien méér dan andere ondernemers in de bouw en in het MKB management als hun primaire taak. Dit houdt verband met de complexiteit van het werkterrein waarop zij 'sturend en regelend' moeten optreden.
1.4
Concurrentie Concurrentie is gemeten op zes onderdelen: concurrentie door bestaande aanbieders, dreiging van nieuwe toetreders, institutionele druk, macht van leveranciers en van afnemers, en dreiging van substituutproducten. Die zes onderdelen zijn gecombineerd tot één concurrentieperceptie-index.
M a c h t v a n a f n e me r s e n r e g e l ge v in g s d r u k r e la t i e f gr o o t Afgezet tegen het MKB-totaal hebben installatiebedrijven te maken met een grotere macht van afnemers, en met méér druk van instituties en van weten regelgeving. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een vergelijking waarbij het oordeel van ondernemers over het 'concurrentieklimaat' op hun
6
markt is uitgedrukt in scores. De scores van het installatiebedrijf wijken niet veel af van die van de bouwnijverheid in zijn totaliteit. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de macht van afnemers en de 'bureaucratische druk' waarmee installateurs te maken hebben eerder een kenmerk is van de hele bouwnijverheid dan van alleen het installatiebedrijf. Zie tabel 3. Het gaat om de EIM-concurrentieperceptie-index, met scores van 0-100 die zijn gebaseerd op de antwoorden van ondernemers op vragen naar concurrentie. De scores liggen gemiddeld tussen de 30 en 70. De overall-score op basis van zes concurrentiefactoren (de laatste regel in de tabel) is voor installatie én bouw licht bovengemiddeld. Met name de 'macht van afnemers' is daarvoor verantwoordelijk, en in wat mindere mate de druk van instituties en van wet- en regelgeving. De dreiging van nieuwe toetreders is voor installateurs net als de overall-score licht bovengemiddeld. De bouw heeft hier meer last van dan het installatiebedrijf.
O v e r he i d be l a n gr i j k a ls o p d r a c h t ge ve r é n al s r e ge l g e v e r De bouw is sterk afhankelijk van de overheid als opdracht- én als regelgever: infrastructuur en ruimtelijke ordening, bouw- en woningtoezicht, milieuvoorschriften voor bouwmaterialen, normen voor bouw en installatie, arbowetgeving voor tillen, gebruik van ladders en steigers, et cetera. Een toenemend deel van de regelgeving komt uit 'Brussel', en er komen regelmatig aanvullingen en wijzigingen. In de nasleep van de bouwfraudeenquête zijn er bovendien strengere regels gekomen voor de relatie en omgang tussen bedrijf en (overheids)opdrachtgever.
Tabel 3
Concurrentieperceptie installatiebedrijf, (overige) bouw en totaal MKB
maatstaf
installatie
bouw
MKB
1. concurrentie van bestaande aanbieders
55
54
53
2. dreiging van nieuwe toetreders
50
55
47
3. druk van instituties/wet- en regelgeving
43
45
38
4. macht van leveranciers
51
55
50
5. macht van afnemers
62
61
53
6. dreiging van substituutproducten
45
44
42
perceptie van concurrentie o.b.v. zes krachten
51
52
48
Bron: EIM, 2006.
C o n c l u s ie : m a c h t v an o p d r a c h t g e v e r s , e n d r u k v a n r e ge l g e v i n g Installatiebedrijven hebben net als andere bedrijven in de bouw te maken met een bovengemiddelde concurrentiedruk, waarbij de macht van afnemers / opdrachtgevers en de regelgevingsdruk de hoofdrol spelen. De overheid speelt hierin een dubbelrol: als grote opdrachtgever én als regelgever.
1.5
Marktgerichtheid De marktoriëntatie van bedrijven is vastgesteld aan de hand van activiteiten van bedrijven op dit gebied: aanwezigheid van gespecialiseerde medewer-
7
kers, informatie verspreiden over klantwensen, bespreken van wat concurrenten doen, nadenken over nieuwe producten en diensten.
A a n d a c h t vo o r m a r ke t in g : ' g e m i d d e l d e ' sc o r e s v o o r in s t a ll a t e ur s Uit de lage scores van tabel 4 kan worden afgeleid dat van een 'gestructureerde' strategie of inspanning om de koers van het bedrijf af te stemmen op wat de markt vraagt nauwelijks sprake is. Installatiebedrijven verschillen daarin nauwelijks van de gemiddelde MKB-onderneming, maar komen wél iets beter uit de bus dan andere bedrijven in de bouw. Met name denken zij wat vaker na over nieuwe producten en diensten voor de toekomst. Er zijn minder gespecialiseerde marketingmedewerkers aanwezig, maar daarbij spelen de aard van het werk en de manier waarop men aan opdrachten komt nadrukkelijk mee: installateurs hebben doorgaans niet te maken met een markt waar zij anonieme consumenten moeten lokken met 'onderscheidende producten', maar hebben veel vaste relaties met aannemers en andere opdrachtgevers. Marketing speelt daardoor een minder grote rol dan bijvoorbeeld voor handelsondernemingen, die in het totale MKB sterk vertegenwoordigd zijn. Tabel 4
Marktoriëntatie installatiebedrijf, (overige) bouw en totaal MKB
aspect marktoriëntatie* gespecialiseerde marketingmedewerkers aanwezig verspreidt intern regelmatig informatie over
installatie
bouw
MKB
40%
38%
49%
1,4
1,2
1,4
1,2
0,8
1,3
1,3
1,1
1,4
klantwensen denkt voortdurend over nieuwe producten of diensten voor de toekomst management bespreekt regelmatig sterke punten en strategieën van concurrenten * Scores van 1-5: hoe hoger de score, hoe meer van toepassing (variërend van helemaal niet, via nauwelijks, enigszins, en in sterke mate tot helemaal van toepassing). Bron: EIM, 2006.
C o n c l u s ie : w e i n i g m a r k e t i n g a c ti v it e i t, m a a r oo k w e i n i g a a n l e i d i n g Bij installateurs is een marketingbeleid nauwelijks aanwezig, maar elders in het MKB is dat niet veel anders. Wél heeft het onderwerp bij installateurs iets méér aandacht dan (elders) in de bouw, met name waar het nadenken over vernieuwing betreft.
1.6
Innovatie Innovatie is om te beginnen gemeten aan de hand van de geleverde inspanning: eigen R&D, inzet van medewerkers, samenwerking met andere bedrijven of met kennisinstellingen, en waarborgen dat relevante informatie wordt binnengehaald. Vervolgens is vastgesteld welke vernieuwingen dat heeft opgeleverd.
8
I n n o v at i e bi j i n s t a ll a t e u r s h a n g t sa m e n me t hu n r ol b i n ne n de bouwketen Tabel 5 maakt duidelijk dat het installatiebedrijf qua innovativiteit scoort rond het gemiddelde van het totale Nederlandse MKB, maar wél duidelijk hoger dan bouwbedrijven. Installatiebedrijven brengen minder vaak zelf nieuwe producten op de markt dan de gemiddelde MKB-onderneming, en investeren met het oog daarop eveneens minder vaak in onderzoek en ontwikkeling (R&D). Daarentegen komt leveranciersgedreven innovatie juist vaker voor, en maken installateurs ook bovengemiddeld vaak gebruik van externe netwerken om kennis uit te wisselen met het oog op nieuwe ontwikkelingen. De combinatie bij installatiebedrijven van minder R&D en minder nieuwe producten enerzijds, en anderzijds méér leveranciers-gedreven innovatie en gebruik van externe netwerken houdt verband met hun kerncompetentie: ze zijn deel van een keten (bouw en bouwmaterialen) waarin 'basisinnovaties' doorgaans komen van de leveranciers van elektronica, materialen en componenten, en waarin zij bovendien samenwerken met, en dus voor een deel afhankelijk zijn van, andere partijen zoals bouwaannemers en ingenieursbureaus. Dat legt beperkingen op aan de mogelijkheid om technologisch te innoveren. Wél werken zij met technische competenties aan een technisch product, en kunnen zij daardoor, door hun kennis van de praktijk waarin componenten worden toegepast, én door hun klantcontacten essentiële feedback leveren voor de ontwikkeling van nieuwe componenten. Soms ontdekken zij zélf nieuwe toepassingsmogelijkheden voor onderdelen die voor een ander doel ontwikkeld waren, bijvoorbeeld elektronica-onderdelen. Maar installateurs kunnen door hun kennis van praktijk en markt ook zelf op ideeën komen, en die vertalen in nieuwe producten, al dan niet in samenwerking met een industriële partij.
Voorbeeld: Hans Korstanje van installatiebedrijf IHK uit Wijk bij Duurstede heeft in 2005 de Herman Wijffels Innovatieprijs gewonnen met zijn LegioFreeWater-systeem 1, waarmee waterleidingen kunnen worden beveiligd tegen de legionellabacterie. Die maakte in 1999 tijdens de Westfriese Flora in Bovenkarspel 200 mensen ziek, waarvan er 32 overleden aan de gevolgen. De oorzaak was een op de huishoudbeurs van de Flora geplaatst whirlpool-showmodel. Door een slimme toepassing van een verwarmingslint in de waterleiding kan het water met weinig energie of water worden gedesinfecteerd (milieuvoordeel). De CO 2 -afgifte neemt af en besparingen kunnen oplopen tot wel 90% ten opzichte van andere methoden.
1
Zie http://www.ihklegiofree.com/.
9
Tabel 5
Innovatiemaatstaven installatiebedrijf, (overige) bouw en totaal MKB
maatstaf
installatie
bouw
MKB
input gebruik extern netwerk om kennis uit te wisselen
51%
32%
44%
werkt samen met bedrijven of instellingen
29%
24%
34%
medewerkers in dagelijks werk betrokken bij vernieuwing
51%
36%
51%
doet zelf actief aan R&D
17%
15%
22%
6%
2%
6%
nieuwe producten of diensten op de markt gebracht
23%
15%
34%
verbeteringen doorgevoerd in interne bedrijfsprocessen
48%
41%
54%
nieuwe manieren van distributie / levering aan klanten
17%
10%
19%
leveranciersgedreven innovatie
50%
37%
32%
investeren in nieuwe producten of diensten
0,69
0,59
0,89
investeren in vernieuwing interne processen
0,85
0,71
0,91
lagere, gelijke of hogere uitgaven aan vernieuwingen
1,24
1,13
1,21
in de afgelopen drie jaar innovatiesubsidies gebruikt output
plannen voor het komende jaar*:
* Scores van 0-2: géén plannen, waarschijnlijk, of zéker doen, resp. (m.b.t. uitgaven voor vernieuwing = laatste item) lager, gelijk, of hoger. Bron: EIM, 2006.
Installateurs leveren maatwerk door standaardonderdelen en -componenten samen te voegen tot een complete installatie die de door de klant gewenste prestaties levert. De vrijheid die zij hebben om zelf met iets nieuws te komen heeft dus vooral betrekking op slim combineren van al bestaande, door de industrie ontwikkelde componenten. De creativiteit om dergelijke 'nieuwe combinaties' tot stand te brengen moet wél worden gevoed met up-to-date kennis van de mogelijke componenten daarvan. Dus moet de desbetreffende installatietechnicus niet alleen weten wat er te koop is op zijn eigen vakgebied, maar ook volgen wat er daarbuiten wordt ontwikkeld en op de markt komt aan nieuwe producten en componenten, om ze te kunnen beoordelen op hun mogelijke toepasbaarheid voor zijn installaties. De voorgenomen investeringen in vernieuwing in het komende jaar geven hetzelfde beeld te zien van hogere scores dan (andere) bedrijven in de bouw, maar lagere dan elders in het MKB. Wél zijn installateurs wat vaker van plan om komend jaar méér te investeren in vernieuwing.
C o n c l u s ie : in s t a l l a te ur s z i j n i nn o v at i e f b in ne n d e b o u w De innovatie-inspanningen en -resultaten van installatiebedrijven liggen beneden het MKB-gemiddelde, maar bóven dat van de bouw. Productinnovaties komen van onderdelen- en componentenleveranciers, maar installateurs zorgen wél voor slimme combinaties van die producten, voor feedback naar de producenten, en soms voor toepassingen waar de leverancier nog niet op gekomen was.
10