Studiereis 2012 Aostadal/Piemonte, Italia. zondag 22 juli t/m donderdag 26 juli door Fred Lorsheijd met medewerking van Cyp Wagenaar en Jan Hartman De studiereis van 2012 was er weer eens een die wat verder over de grens keek. Ditmaal voor de 2e maal in 18 jaar studiereis helemaal naar het verre Italië. Hoewel ver? Iets meer dan 1000 km want we zaten echt in het meest uiterlijke noordwesten van Italië. Het dal van de rivier de Aosta die vanaf de Mont Blanc langs de Grand st Bernard richting zuiden het Po-dal in stroomt. We hadden ons basis kamp opgeslagen op de camping Montbaronne te Settimo Vittone. Een klein oeroud dorpje halfweg tussen Pont st Martin en Ivrea. Deze stad is bekend van het carnaval dat ze hier vieren en de ontzettende hoeveelheid sinaasappels waar mee men elkaar bekogeld en van de destijds bekende Olivetti elektronische schrijfmachines die hier geproduceerd werden. Voor de wat jongeren onder ons dat is eens soort oer computer met ingebouwde printer die zonder lastig stuurprogramma en internet verbinding werkt. De streek van het Aosta dal officieel onder de Piemonte valt maar het bijzondere hier is dat men de druiven op een speciale manier kweekt op typische pergola constructies. Verder dat de regio rond Aosta het een relatief koele streek (cool climat) is doordat het letterlijk aan de voet van de Alpen ligt en dat men hier een aantal zeer speciale lokale druivenrassen teelt. Reden genoeg om een polshoogte te gaan nemen want Nederland ligt ten slotte ook hoog hoewel
laag wat hoogte betreft maar wel hoog noordelijk en is een typisch “cool climat” land en ook bij ons worden tegenwoordig diverse onbekende druivenrassen geteeld. Zaterdagavond was iedereen aanwezig, ondergetekende kwam als laatste de camping op scheuren. Nu ja scheuren? Met een niet te al jonge bus en caravan is het niet echt scheuren. ’s Avonds 10 uur was de 1e bijeenkomst voor een kennismaking en voorbespreking. Zondag Zondag is zoals gebruikelijk voor de culturele kant van de reis en was een “rustige” dag na de lange reis voor velen best wel prettig. Ditmaal niet alleen cultureel maar ook spiritueel, artistiek en bij vlagen zeer zweverig. Het 1e bezoek was aan de leefgemeenschap Damanhur in het Chiusella dal. Deze gemeenschap is pas een kleine 35 jaar oud en werd juist in dit dal opgericht vanwege de 8 verschillende aardse energiebanen die hier samen komen. De gemeenschap bestaat nu uit vele communes van zo’n 20 personen die verspreid over de nabijgelegen dorpen wonen en werken. Er zijn rond de 500 leden die gezamenlijk een kleine 60 verschillende bedrijven runnen van boerderijen tot een drukkerij van een kapper tot aan een zonnepaneleninstallatie bedrijf. Men werkt op ecologische grondslag en probeert zoveel mogelijk self supporting te zijn. De gemeenschap heeft overeenkomsten met de Israëlische kibboets en het communisme en heeft uit alle grote wereld religies en culturen wat opgepikt. Zo is er geen één god maar is god aanwezig in alles wat leeft dus ook in ons, de
planten en dieren, in wereld en de aarde, in de lucht en het water. Men promoot het gebruik van zonnepanelen, het met respect omgaan met de aarde, hergebruik van materialen, vernieuwbare energie bronnen enzovoort. Ideeën die 20 tot 30 jaar geleden heel vernieuwend waren en nu eigenlijk door de tijd zwaar achterhaald. Verder heeft men het geloof dat de energiebanen in de wereld communicatiekanalen zijn met buitenaards leven, geeft men workshops in communicatie met bomen, het aanleggen van energie labyrinten, geneeskrachtige kruiden en alternatieve geneeswijzen. Ook al weer deels achterhaald sinds we in Nederland een prinses hebben die regelmatig met de bomen in het park rond haar huis praat, we Jomanda hebben meegemaakt en we op tv programma’s hebben als het zesde zintuig. Helaas ging men niet echt diep in op de ecologische kant van het verhaal en de onderzoeken die men zegt te doen naar
hernieuwbare energiebronnen. Wel kregen we te horen hoe de sekte georganiseerd is in groepen van 20 die allemaal een kapitein kiezen die weer in een kapiteinsraad besluiten nemen enzovoort. Heel aardig verhaal tot je gaat nadenken over 500 mensen 60 bedrijven die allemaal geld binnen brengen, zo’n 20 % van hun inkomen! Dan is dit systeem niet meer haalbaar daar boven staat op een gegeven moment wel een kleine groep of slechts een persoon die de leiding moet hebben, Het wordt een soort van kleine Unilever. Met de
kans dat die kleine groep of die ene persoon wel heel erg de leiding gaat nemen!
Waar we ontvangen werden hebben we eerst de zonnetempel gezien en diverse labyrinten. En vooral veel, heel veel terracotta (voor meer dan 90 % vrouwen) beeldjes. Overal waar je keek kwam je die dingen tegen, je struikelde er nog net niet over. Dit bleek van alle mensen te zijn die hier een workshop hadden gevolgd of verbleven hadden. Die maken allemaal een beeldje en laten deze achter zodat zij toch “aanwezig” zijn als ze vertrekken. Alle gebouwen hebben enorme schilderingen op de muren, van hele grote bloemen, vooral de paardenbloem is favoriet. Deze staat voor de kracht door samenwerking, een bloem van de paardenbloem bestaat immers uit tientallen kleine bloempjes. En als deze uit gebloeid is veranderd het geheel in een grote pluisbol die zich verspreid over de wereld. Als de mensen die hier geweest zijn , allemaal een verandering onder gaan en zich dan verspreiden en het “woord” de gedachte uitzaaien. Tot hier het wat zweverige deel van het bezoek. Het meest bijzonder zijn de tempels die men heeft uitgegraven in de berg. Grote ruimte geheel uitgegraven door vrijwilligers die een kleine 2 miljoen emmers rots de berg heeft uitgedragen. En het 1e dat in je opkomt is hoe krijg je in vredesnaam zoveel vrijwilligers zo enthousiast of is het gewoon gek?) dat ze zo’n enorme klus aanpakken?
Binnen gekomen door een onooglijk lelijk houten deurtje beland je, via lift naar niveau -2 en gaande weg liep je via trappen weer naar de beganegrond, in de smalle gang met mooie (zie ook www.tempio.it (voor doorsnede klik op link rechts boven, map)) Egyptische muurschilderingen en kom je al snel bij een van de 1e verrassingen een geheime doorgang waarvan er nog vele zouden komen. Van hal naar hal van tempel naar tempel, alles even mooi beschilderd, fantastische mozaïeken op de vloer van de meest mooie soorten marmer.
heel apart. Heel veel afbeeldingen, muurschilderingen en beelden gebaseerd op Egyptische, Romeinse, Griekse basis, maar ook Stonehenge, hindoeïsme en veel oer natuurculturen. En overal die onderhand haast storende terracotta beeldjes. Wat wel opviel was dat er geen “gekleurde” mensen waren en bijvoorbeeld ook geen afbeeldingen gebaseerd op de Chinese cultuur te vinden waren. En ook dat de oprichters van het geheel wel heel vaak afgebeeld waren. In een cultuur als deze zou zelfverheerlijking niet moeten voorkomen. Dat komt al zo wat vreemd over. Afgezien van het zweverige waren de kunstuitingen hier van zéér hoog niveau, ik heb nog nooit zulk mooi en verfijnt mozaïek gezien zulke enorme mooie glasvensters. En dat alles uitgegraven, wel 40 tot 50 meter diep in de rots van deze berg! Iedereen was zéér onder de indruk! Maandag
Schitterende glas vensters, koepels met glas in lood, gebrandschilderde ramen, beelden, kunstzinnige schilderingen. Te veel om op te noemen! Alles gebaseerd op de vier elementen aarde vuur water en lucht en om de mens als middelpunt van het geheel. En gebaseerd op de aardse energiebanen die hier juist in deze berg, juist op deze plaats samen komen. Overal dus ook grote glazen bollen, sferen genoemd die de verbinding moeten zijn tussen deze aardse energie en de buitenaardse energie en buitenaards leven. Erg goede akoestiek ook in deze tempels, men had een zaal met een gong, wij moesten midden in de zaal gaan zitten en de gong werd geluid. De geluidstrillingen zwollen aan en werden sterker en sterker als of er een straaljager naast je stond,
De eerste echte wijndag. Reisdoel Biella, Castello di Montecavallo, aanwezig zijn om 9 uur, dus vertrek al voor 8 uur ‘s ochtends! Dat was voor veel medereizigers al een opgave, “het is toch ook een beetje vakantie?” Nee, het is een studiereis!. Op het kasteel werden we ontvangen door de eigenaresse Maria Chiara Reda die ons eerst vertelde over de geschiedenis van het familie erfgoed. Waarna we een rondleiding kregen door de oude wijnmakerij en kelders van het wijngoed. Prachtige mooie oude wijnpersen, oude wijnvaten, kan zo het eerste de beste wijnmuseum in! Deze locatie wordt niet meer gebruikt voor de commerciële wijnproductie, wel door wat kleinere hobbyisten, en zou een prima toeristen trekker zijn. Leuk om te zien, de koelkast van het kasteel. Of wel de ijskelder zoals je die hier in Nederland bij kastelen en landhuizen ook nog wel aantreft, deze had enorme afmetingen en zat direct onder het woongedeelte van het kasteel. In de winter werd de ruimte geheel
volgestouwd met ijsblokken dat dan tot ver in de zomer als koeling voor vlees groenten en fruit kon dienen.
Vervolgens ging de toer verder naar de wijngaard. Nu slechts twee ha, komend jaar wordt nog een extra ha aangeplant. Alles stond er strak bij. Duidelijk biologisch of minstens milieuvriendelijk geteeld. Onderweg zagen we zelfs nog een vos en even later een jonge ree in de wijngaard. De geteelde rassen hier Nebiollo, Vespolina en Neretta Cuneese (een ras met rood sap), waarbij de Nebiollo bedoeld is voor de beste kwaliteit wijn, net zoals dit gebeurd in de streek rond Asti en Alba nabij Torino met dit verschil dat de wijnen daarvandaan wel een klasse beter zijn. De naam Nebbiollo slaat op de mist (nevel = nebbloso) die in het gebied tijdens de oogst vaak voor komt. Verder naar de nieuwe wijnkelder, ingericht in de voormalige paardenstallen, netjes, strak, mooie nieuwe rvs zwemdekseltanks, nieuwe barrique’s. Nieuwe rupstractor naast de deur. Veder naar de proeverij boven de kelder op het terras naast de oranjerie. Heel gezellig met lekkere lokale kaas en vleessoorten. Prima verzorgt! Alleen………… de wijn……… tja wat moet je daar van zeggen, laten we het maar op matig
houden wat de twee rode wijnen betreft en ronduit slecht als het over de rosé gaat. Jammer! En dan ga je toch denken. Zeker als je met een commercieel oog naar het geheel kijkt. Toiletten in de privévertrekken, niet erg praktisch. Oranjerie waarvan alle ijzeren deuren vervangen moeten worden (en dat waren er nogal wat) , tientallen m² pleisterwerk dat vervangen moet worden, over het gehele gebouw, balustrades die vervangen moeten worden. Kortom: leuk zo’n prachtig familie erfstuk, zo’n Castello, maar een molensteen om je nek. En dan slechts 2 ha in productie een volgend ha pas komend jaar aanplanten met alle kosten van dien. En dan wel behoorlijke prijzen rekenen voor je wijn, die het eigenlijk totaal niet waard is, ga naar de super en je koopt betere wijn voor de helft van de prijs. Hoe kom je daar in hemelsnaam mee uit?
We hebben wel bedacht dat de prijs van de wijn eigenlijk opgesplitst moest worden in twee delen, een helft voor de wijn zelf en dan betaal je wat het waard is en de andere helft als ondersteuning van dit prachtig stuk erfgoed. En met die gedachte in je achterhoofd is de prijs redelijk. Na dit bezoek hebben we de stad Biella bezocht, leuk met de cabine lift omhoog naar de bovenstad, en daarna door naar parco Burcina, een 54 ha groot arboretum. Een arboretum is een
park vol met bomen en struiken, vaak hele bijzondere. Mooi park maar een beetje te groot om geheel te lopen, dus eindigden de meeste studiereisgangers vroeger of later op het terras van de trattoria voor een koel drankje, voor de geïnteresseerden € 2,00 voor een fles bier van 0,66 l, moet je in Nederland eens voor komen. We blijven Hollanders niet waar? ’s Avonds de gezamenlijke onvermijdelijke traditionele oergezellige BBQ, waarbij een groot aantal BBQ’tjes onder de grote feesttent geplaatst worden ( de groep is zo groot dat we er niet allemaal meer onder kunnen) (en iedereen op eigen houtje de meest uiteenlopende soorten vlees probeert gaar te krijgen, dan wel op te warmen ?!?.. Wat de een duidelijk beter afgaat dan de ander. Uiteraard wordt het geheel rijkelijk overgoten met een ruim assortiment wijn, vooral Italiaans maar ook diverse Nederlandse wijnen die zeker niet voor de Italianen onderdoen! Verder tijdens de BBQ de al traditioneel wordende quiz, weer geweldig in elkaar gezet door quizmaster Wouter, met vragen over wijn, over de regio waar we zijn, over politiek, ja zelfs over voetbal, ik, geen voetballiefhebber zijnde, zat daarop zeker niet te wachten! Dinsdag De dag voor het onderzoek. Op naar Aosta, naar het IAR, het proefstation van de streek Aosta. Hier doet men zeer heldhaftig pogingen de lokale druivenrassen in stand te houden. Rassen als Petit Rouge, Arvine, Cornalin, Furmin en anderen. Nooit van gehoord ? Dat is logisch ze worden alleen in dit wijngebied geteeld, nergens anders! interessant genoeg om er eens over te horen en om er eens wijn van te proeven. Op het proefstation ontstond enige verwarring, we hadden niet bevestigd dat we daadwerkelijk zouden komen. Nu organiseer ik deze reis samen met Cyp en die is zeer accuraat in het versturen van echt alle info en bevestigingen aan alle te bezoeken adressen. Zeer kort voor ons vertrek zodat we absoluut zeker weten dat men weet dat we er aan komen en men ook weet wat het programma inhoudt. Nu ja, na enig geklungel in
het Engels met iemand die wel goed Italiaans en Frans sprak (ik dus niet) en me niet erg goed leek te begrijpen kwam de juiste man en kon de tour starten. Deze man sprak in ieder geval redelijk Engels en bleek de leider van de afdeling wijnbouw te zijn. Het proefstation teelt 7,3 ha druiven voor wijn, doet onderzoek naar de autochtone rassen, voert hier selectie onderzoek in uit, is bezig met een proef naar plantafstanden en onderstammen. Men verkoopt ook commercieel gezien 22 soorten wijn, en is verder verbonden aan de agrarische school geeft les en begeleid studenten bij stageprojecten. Veel werk! Met slechts 10 man waarvan er daadwerkelijk slechts twee in het onderzoek zitten en dat zijn die gene die ook les geven. Bezuiniging!, waar niet?, maar soms komen de klappen hard aan op de verkeerde plaatsen. Kortom, de wijngaard in en daar het wel enigszins bekende verhaal over de teelt aangehoord. Over wat men onderzoekt enzovoort. Plantdichtheid van 10.000 tot 11.000 stokken / ha! Onderzoek naar mechanisatie, rijen niet loodrecht naar benden maar juist zoveel mogelijk horizontaal met de berg mee zodat er met een tractor doorheen gereden kan worden, gebruik van de juiste onderstammen. Men gebruikt in deze streek nagenoeg geen onderstammen, phylloxera blijkt hier niet voor te komen. Maar de groei blijft vaak erg achter dus een geschikte onderstam kan wat dat betreft wel uitkomst bieden. Opvallend veel oidium in de trossen, ook hier is het geen geweldig jaar en heeft het meer geregend dan normaal. Opvallend vooral dat men vrijwel geen contact heeft met Duitse stations en ook helemaal niet bezig is met schimmeltolerante rassen. Terug op het proefstation hebben we de kelders bekeken, typisch proefstationwerk heel veel tanks in relatief kleine maten kleine persjes.
geproefd. Maar slechts een enkeling kon overtuigen. En dat waren dan wel de meest dure wijnen. Helaas voor de heren Grosjean erg weinig verkoop dus. En op de terug weg als verrassing een file op de snelweg waardoor een aantal van ons ruim drie uur heeft stil gestaan. Woensdag
Maar ook grote professionele vaten want men werkt ook als profi wijngoed. En daarna het proeven! In het keurige steriele proeflokaal met een zeer slechte akoestiek waarvan het beetje haar dat ik nog op mijn hoofd heb recht overeind ging staan. Wat galmde dat en wat een kakofonie aan klanken. Wat evenwel opviel waren de wit gelakte tafels, hierdoor kon je direct via de tafel de kleur van de wijn beoordelen. Een goed idee. Leuk, we konden zelf uitzoeken wat er geproefd zou worden. Uiteindelijk een 10 tal verschillende wijnen van autochtone rassen die soms heel verrassend uit de bus kwamen, maar soms ook tegen vielen. Twee witte, een rosé, 3 rode op RVS, en 4 rode op hout gerijpt. Een rode die gerijpt op RVS absoluut niet geweldig was maar gerijpt op hout juist veel beter. Al met al een heel interessante proeverij van al deze totaal onbekende rassen. Niet zeer geschikt voor ons klimaat maar wel leuk om eens te proeven en onze smaakervaring uit te breiden. Na enkele rust uren, omdat het volgende bezoek een week vooraf plots was afgezegd wegens verbouwing, hebben we de gebroeders Grosjean bezocht. Niet de wijngaard in, gelukkig, het was al niet meer te harden zo warm. Wel de kelder gezien, begeleid door het zeer gebrekkige Engels van een van de broers die duidelijk aangewezen vrijwilliger was omdat hij nu eenmaal nog iets sprak dat op Engels leek. Gevolg zeer weinig uitleg, weinig enthousiasme en of het hierdoor nu kwam, de wijn leek ook duidelijk minder van kwaliteit. We hebben er een redelijk aantal
Dag van de techniek en redelijk wat rijden dus heel vroeg opgestaan en vertrek al rond half acht, hoezo vakantie? Zoals al eerder geschreven, een studiereis is werken, is af zien! Op naar het hart van de Piemonte wijnstreek in de omgeving van Asti waar we om 10 uur met het 1e bezoek bij Gamba een houten vaten producent begonnen. Blijft toch altijd weer interessant te zien hoe een stapel planken in diverse stadia veranderd in een houten wijnvat. men maakt uiteraard barrique’s van 225 lt maar ook 114 lt en grotere maten 300, 350, 500 en 700 liter. Tot aan bijzonder grote wijnvaten van 10.000 en 11.000 liter. Waar de gewone vaatjes met behulp van vuur in vorm gebracht worden en zo hun kenmerkende toasting krijgen wordt het hout voor de hele grote vaten 3 dagen lang gekookt om daarna onder druk in vorm te worden gebogen. Resultaat is dus dat een heel groot wijnvat nooit de typische houttonen zoals vanille enzovoort zal afgeven, en ook duidelijk minder tannine want dat wordt er grotendeels uitgekookt. Interessant om te zien hoe in hoog tempo barrique’s geproduceerd worden en hoe met enorme machines de hele grote vaten. Na dit bezoek stond Cantina Beccaria in Ozzano de Monferrato op het programma. Hier aangekomen werden we uiterst vriendelijk ontvangen door mede eigenaresse Silvia die ons in een inleidend praatje vertelde over het bedrijf. 70 ha waarvan 10 ha wijnbouw en de rest akkerbouw, gerund door vader en moeder, twee zussen en een broer. Hierna is de wijngaard bezichtigd, in de volle Italiaanse zon. Mochten we nog geen week ervoor de wens voor goed weer gehad hebben vanwege het typisch Nederlandse zomer weer. Nu dachten we er al snel anders over, achteraf hoorden we van de wijnboer of is het wijnbroer dat het maar liefst 43 graden was. Beetje heet dus. We hebben daardoor niet alle wijngaarden gezien. Snel terug naar de kelder die ook al niet echt koel meer was. Ondertussen was
de familie hevig in overleg, waar laten we die Hollanders?. Buiten wordt te warm, binnen is te weinig plaats, dan maar midden tussen de grote wijnvaten in. Stoelen en tafels werden overhaast naar binnen gezeuld, het was passen en meten maar het ging. Die 30 Hollanders gingen er in als haringen in een tonnetje en vervolgens starten we met de wijnproeverij. We hebben het gehele assortiment door geproefd van een heerlijk koele witte Arneis, via de rode Grignolino en Freisa naar de Barbera’s. Stuk voor stuk heel goede wijnen tegen (te) lage prijzen, waar we ons zeer over verbaasden. Helemaal prima. Na de proeverij werd de lunch geserveerd, of beter doorgegeven want door de beperkte ruimte was serveren geen optie. En wat een lunch! Het een nog lekkerder dan het ander, alles uit eigen moestuin zo vers als maar zijn kan. Met voor mij als hoogte punten een overheerlijk tomaten prutje voor op het stokbrood, een bijzonder lekkere ingekookt druivenmost smeerseltje (Mustard d 'Uva) met appel, peer, vijg en pompoen en noten (zie bijgevoegd recept) voor bij de heerlijke kazen en als afsluiter zelf gemaakt perzikijs uiteraard van eigen overrijpe perziken. Daarbij geserveerd de laatste wijn een licht mousserende rode zoete wijn van Malvasia druiven, ook deze wijn was voortreffelijk. Moeder had haar stinkende best gedaan om die Hollanders eens te laten zien wat Italiaans genieten is, ze had zelfs rekening gehouden met het dieet van sommige van ons. Leven als god in Frankrijk? Doe mij maar Italië! Dat het bevallen was bleek wel aan het applaus dat moeder en daarna de dochters en de broer ontvingen en aan de enorme hoeveelheid dozen wijn die op transport naar Nederland zijn gegaan. Prima verkocht en zonder meer verdient. Wat mij opviel was dat het zeer waarschijnlijk de eerste keer was dat men een groep op deze wijze ontving en dat ook hier geen apart toilet voor bezoekers was maar dat van de privé badkamer gebruik gemaakt moest worden. Geen super steriel bedrijf, niet vreselijk netjes opgeruimd maar gezellig rommelig, een werkend familiebedrijf met een typische familiesfeer waar je je thuis voelt. En vooral dat als je laat zien met passie te werken, je achter je product staat en dit over weet te brengen en je er moeite voor wilt doen, je duidelijk veel meer verkoopt! Voor ons was dit duidelijk een hoogtepunt in de reis.
Als volgend bezoek stond Gimar op het programma, een grote RVS en glasvezel polyester vaten fabrikant. Ook hier werden we uiterst vriendelijk ontvangen en door de directeur zelf rond geleidt. Na een inleidende film over het bedrijf, helaas in Italiaans wat toch wel moeilijk te verstaan is als je de taal niet machtig bent, kregen we nagenoeg het gehele bedrijf te zien. Het blijft fascinerend te zien hoe dit soort enorme vaten ontstaan. Men maakt zwemdekselvaten vanaf 100 liter in RVS en Polyester tot aan ….? Zeg het maar zij maken het! Als laatste zagen we het gepatenteerde rode wijn Selector system. Een vat met ingenieuze rondpomp systeem waar door de schillenlaag tijdens de pulp gisting op allerlei manieren gebroken en door de wijn gemengd wordt. Mooi om te zien zo’n soort van enorme douchecabine, echter, veel te groot voor ons. Het lvolgende programmaonderdeel vandaag was het Castello di Roppolo waar we een proeverij kregen van 6 verschillende wijnen uit de omgeving en de enoteca bezocht hebben. Dit kasteel / enoteca/ restaurant dient als verzamelpunt/ promotie centrum voor de wijnen uit de omgeving. De wijnen die we geproefd hebben waren allemaal van goede kwaliteit maar geen van alle hoogvliegers. In de kelder van de enoteca lagen echter wel heel mooie wijnen, de oudste zelfs van 1844!. Aansluitend was het tijd voor het traditionele afsluitend diner. In een van de prachtige zalen van het kasteel werd een waar feestmaal geserveerd, werkelijk overheerlijk. Tijdens het diner werd de uitslag gemeld van de quiz en de wisselbokaal uitgereikt. Teus was de gelukkige om de fles voor de allerlaatste plaats in ontvangst te mogen nemen, toch ook niet slecht. Nieuwkomer Celine de fles voor de op een na beste en Petra mocht als beste de prachtige wisselprijs, de winnaarsschaal voor een jaar mee naar huis nemen. Wat een bijzondere afsluitende avond van deze mooie woensdag in deze studiereis. Donderdag De laatste dag van de 18e editie van de wijnstudiereis. We mochten uitslapen! We hoefden pas om 9 uur aanwezig te zijn bij de cantina cooperativa di Carema. De lokale
wijncoöperatie van het circa 2 km verderop gelegen dorp. Hier werden we uiterst vriendelijk ontvangen door een van de leden, een dame die redelijk goed Engels sprak en samen met een van de heren van de coöperatie ons een rond leiding gaf door de wijngaarden. Leuk om mee te maken want de lokale teeltwijze is hier de pergolabouw waarbij traditioneel de pergola’s worden ondersteunt met opgemetselde palen van de lokale natuursteen. Voordeel hiervan zegt men is dat de palen overdag warmte opslaan en ‘s nacht weer afgeven waardoor een beter micro klimaat ontstaat. Verder heeft men op deze wijze een groot bladoppervlak wat goed is voor de suikervorming. Natuurlijk ontstaat in vochtige jaren een groot probleem met vochtige lucht onder al dat blad en daardoor de kans op valse en echte meeldauw. Ook de zoninstraling op de trossen is niet optimaal waardoor de rijping en de afbouw van zuren in de bessen anders verloopt dan dat wij tegenwoordig gewent zijn waardoor later wijnen ontstaan met een hoger zuurgehalte dan “normaal”, maar wat is normaal?.
Het is een uniek gezicht al die terrassen met die pergola’s maar economisch gezien volkomen onwerkbaar. Alles is gemiddeld slechts 1.50 m hoog soms nog lager! Goed voor ouderwetse Italiaantjes van 100 jaar geleden. De huidige mens past er gewoon niet meer onder. Lastig ook met gezond houden van de stokken. Bespuitingen gebeuren van onderaf. Dus bukken met de rugspuit, meestal een motorspuit, op de rug en zelf constant door de nevel en in de drup lopen. Hier en daar zie je de kastanjehouten balken totaal groenblauw uitgeslagen van de koperhoudende middelen en kom je toch nog valse meeldauw tegen.
Onderhoud van de onderbegroeiing is een zelfde probleem met de bosmaaier onder de pergola’s door. en de wijngaarden bereik je over diverse zeer smalle paden die met een normale smalspoortractor nog net te bereiken zijn wat breedte betreft maar wat betreft de hellingsgraad en hobbeligheid van de paden dan toch niet lukt. Het mag duidelijk zijn dat zodra een wijngaard versleten is en vervangen moet worden de pergola gesloopt wordt en er zoveel mogelijk op rijen als enkel guyot verder gegaan wordt, we zagen hier al voorbeelden van. Weliswaar in zeer smalle rijafstanden waardoor plant dichtheden ontstaan van 10 tot 11 duizend per ha. Ook niet praktisch maar beter te bewerken als de oude pergola. En tevens duidelijk dat veel wijngaardjes vervallen als de oude eigenaar ermee stopt. Kinderen hebben hier geen zin meer in en kunnen hun geld wel op een betere manier verdienen.
Na de rondleiding hebben we de kelder gezien, een behoorlijke tankruimte heeft men hier, meer dan dat je zou verwachten voor de relatief kleine oppervlakte Carema DOC die men opslaat. Later tijdens de proeverij bleek dat men ook wijn uit een nabijgelegen streek verwerkt en opslaat. De proeverij werd gehouden in een keurige nieuwe zaal vlak onder het dak waardoor het al heel snel onprettig warm werd, maar goed, het zij zo! Diverse wijnen geproefd allemaal met een kenmerkend relatief hoog zuurgehalte waardoor ze toch wat dunner overkomen dan wat we gewend zijn. Zal zeer zeker de traditionele smaak van de ze wijnen zijn. Grappig wel dat de “dunne” smaak wel goed is voor een eigen appellation DOC Carema. Er zijn niet veel coöperatieven die dat kunnen zeggen!
Kortom wijn met een eigen gezicht uit wijngaarden die het gezicht van de streek bepalen. Beiden horen een kans te hebben om te overleven maar dreigen op den duur ten onder te gaan in onze voortschrijdende economische vooruitgang. Zou heel erg jammer zijn als een streek als deze aangepast wordt. Ervaring leert dat men er later spijt van heeft. Zie de verloren gegane terrassen langs de Ahr, Moezel en de “romantische” Rijn die men nu met heel hoge kosten en Europese subsidies her en der toch weer herstelt omdat typische dier en plantsoorten verdwenen en de toerist het “oude” landschap wel heel erg mist. Al met al een leuke afsluiter van een bijzondere reis waarbij weer veel te zien, te leren en te genieten viel. Daar was de gehele groep het unaniem over eens! Op naar de 19e reis in 2013.
De Mustard d 'Uva ingrediënten: Wordt van 'Barbera druivensap, appel, kweepeer,, kalebas, peren (ras martin-sec), vijgen, hazelnoten, geroosterde noten, knoflook, geraspte sinaasappel-, en citroen schil. Gebruik: is de traditionele begeleiding van tradidionele Piemonte gerechten samen met de "bagnet russ" en "bagnet vert" en kunt u vooral gebruiken bij polenta met kaas, zoals Taleggio primosale tome gekruid. In Monferrato was het gemeenschappelijk gebruik om na de oogst ook gebruik te maken van de kleine trossen druiven die als te onrijp aan de wijnstok zijn blijven hangen, dit zullen waarschijnlijk de 3e trossen en de nabloei trosjes zijn. Deze kleine trosjes (Grappolini genaamd) gaf na persing een most dat die werd ingedikt door deze circa 24 uur in de pot op de kachel of open haard te verwarmen.
Andere ingrediënten zijn onrijpe vijgen, de laatste van het seizoen. Deze worden gemengd met de meer geurige rijpe kweepeer, peren martin-sec (klein en roestig), de walnoten, hazelnoten, pompoen, knoflook, zelfs rasp van de schil van citroenen en een aantal zeldzame sinaasappelen. Het geheel gaat bij de ingedikte druivenmost met een aantal kruiden in een pot en wordt verder gekookt voor enkele uren. Het resultaat was de druif chutney ook wel cugnà, die heel goed smaakt met de polenta en met Piemontese kazen.