M 201205
De rekening betalen
Betalen z ak elijk e afnemers en overheden hun M KBleveranciers op tijd?
Ro Braaksma Lia Smit
Zoetermeer, 7 mei 2012
De rekening betalen In deze samenvatting vindt u bulletsgewijs de belangrijkste bevindingen van het onderzoek naar het betalingsgedrag van zakelijke afnemers en overheden.
O mva n g za k e l i jk e ma rk t Vier op de vijf MKB-bedrijven levert ten minste voor een deel aan zakelijke klanten. Deze bedrijven (hierna: B2B-bedrijven) halen er gemiddeld twee derde van hun omzet.
N i e t (o p ti j d ) be ta a l de r e k e ni ng en : 44 % va n he t to ta l e M KB Ruim 60% van de B2B-bedrijven, 44% van alle MKB-bedrijven, heeft het afgelopen jaar te maken gehad met niet of niet op tijd betaalde rekeningen. Van de B2B-bedrijven meldt 45% niet of te laat betaalde facturen van kleine bedrijven, 26% van grote bedrijven, 6% van overheids- en 5% van andere instellingen.
P ro b l em en d oo r wa n b eta l in g b i j éé n op d e v i jf Eén op de vijf B2B-bedrijven in het MKB meldt problemen die het gevolg zijn van niet of te laat betaalde rekeningen. Het gaat om eigen betalingsachterstanden en rood staan bij de bank, en in wat mindere mate om incassoprocedures en leveringsstops.
I n h et k l e in be d r ij f ook p r i vé p ro b le m en do o r wa n b eta l in g Van de ondernemers bij B2B-bedrijven in het kleinbedrijf heeft 18% het afgelopen jaar ook privé problemen ondervonden door niet of te laat betaalde rekeningen, met name zelf rekeningen niet kunnen betalen en geen geld hebben voor noodzakelijke uitgaven.
L i qu id i te i ts p ro b le me n do o r be d in g en la ng e re be ta l in gs te r m ij ne n Ruim één op de drie B2B-bedrijven in het MKB heeft te maken met afnemers die een langere betalingstermijn hebben bedongen dan in de leveringsvoorwaarden staat. Dat zijn vaak afnemers in het grootbedrijf. Bij 42% heeft dat de liquiditeit van deze bedrijven aangetast, met betalingsachterstanden als gevolg en reacties daarop, zoals verhoging van de kredietlimiet en later betalen van eigen leveranciers.
D e e l ov e rh e id n og st e ed s t e la a t m et b e ta l e n Nog lang niet alle overheidsinstanties voldoen aan de verplichting om facturen binnen 30 dagen te betalen. Twee derde van de B2B-bedrijven in het MKB levert (ook) aan overheid en semi-overheid, en 38% van hen krijgt zijn rekeningen doorgaans niet binnen 30 dagen betaald.
2
1
Inleiding
EIM heeft in 2011 de financiering en financierbaarheid van het Nederlandse bedrijfsleven onderzocht in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Uit dat onderzoek komt onder andere naar voren dat bedrijven hun debiteuren eerder manen, en hun eigen rekeningen later betalen1. Dit als reactie op de economische crisis. Maar als een bedrijf of een overheidsinstelling zijn rekening van een leverancier later betaalt, zit die mogelijk met een probleem. Met dat probleem heeft het MKB eerder te maken dan grootbedrijf of overheid. Verschil in macht speelt daarbij een rol. Een grote klant laat zich niet gauw onder druk zetten, en een kleine leverancier denkt ook aan zijn klantrelatie. Daarnaast is er verschil in resources: grote bedrijven en instellingen beschikken, anders dan MKB-bedrijven, vrijwel altijd over een goed geoutilleerde administratie met een standaardaanpak van achterstallige rekeningen en dubieuze debiteuren. En tot slot is bij het kleinbedrijf het persoonlijk inkomen van ondernemers direct afhankelijk van wat er bij het bedrijf binnenkomt. Een klant die niet betaalt is dus een zakelijk, maar vaak ook een persoonlijk probleem. De vraag is in hoeverre het betalingsgedrag van hun grote klanten bedrijven in het MKB met problemen opzadelt: bij de bedrijfsuitoefening bijvoorbeeld aantasting van hun liquiditeit, maar mogelijk ook privé, met name bij zzpers. Bij recent onderzoek naar de financiële situatie van huishoudens zijn voorbeelden aangetroffen van zzp'ers met betalingsproblemen die het gevolg waren van te late betaling van hun rekening door een grote klant. Om meer inzicht te krijgen in het vraagstuk van niet of te laat betaalde rekeningen, zijn in maart en april 2012 vragen gesteld aan het MKBbeleidspanel van EIM over het betalingsgedrag van hun afnemers. Het panel bestaat uit bijna 2.000 ondernemers, dat representatief is voor het Nederlandse MKB. Dit rapport doet verslag van de uitkomsten van dit onderzoek. Alvorens het betalingsgedrag van zakelijke afnemers te behandelen (hoofdstuk 3) komen in hoofdstuk 2 eerst enkele kenmerken van de B2B-relaties van het MKB aan bod.
1
Ro Braaksma, Lia Smit en Wim Verhoeven, Financieringsmonitor 2011. Onderzoek naar de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven, EIM, Zoetermeer, 2011.
3
2
Zakelijke afnemers
R u im 8 0 % va n he t M KB he e ft ( ook ) za k e l ij k e a f ne m er s Het overgrote deel van het MKB verkoopt ten minste een deel van zijn producten en diensten aan zakelijke afnemers: 81%. Bedrijfsomvang en sector zijn hierop van invloed: negen op de tien bedrijven vanaf 10 werkzame personen heeft zakelijke afnemers, evenals negen op de tien industrie- en bouwbedrijven. Bij zakelijke dienstverleners ligt het aandeel zelfs nog wat hoger, en in de sector transport en communicatie maar weinig lager. De overige dienstverlening heeft verreweg het kleinste aandeel zakelijke klanten, gevolg door de horeca. Zie verder figuur 1. Figuur 1
MKB: aandeel bedrijven met zakelijke afnemers, naar sector en grootteklasse
100% 91%
96% 89%
75%
86%
90% 84%
80%
77%
94%
80%
57%
50%
36% 25%
p)
m 9 id w de p) m n id ( 1 de 0n 49 (5 w 0 p) wp en m ee r)
w
(3 -
(1 -2
kl ei n
m ic ro
kl ei n
le di en za st ke en lijk e di en ov st er en ig e di en st en
ns po rt tra fin
an cië
ho re ca
ha nd el
bo uw
in du st ri
e
0%
aandeel zakelijke afnemers Bron: EIM, 2012.
Gemiddeld halen bedrijven met zakelijke afnemers twee derde van hun omzet uit de B2B-markt. In sectoren waar veel bedrijven zakelijke afnemers hebben, is het B2B-omzetaandeel meestal ook hoger. Dit geldt met name voor de sectoren industrie, transport en communicatie, en de zakelijke dienstverlening. In de horeca en overige dienstverlening werken bedrijven minder voor zakelijke afnemers, en bedrijven die dat wél doen behalen er een minder groot deel van hun omzet mee. De bouw is een uitzondering met veel zakelijke afnemers maar een wat geringer B2B-omzetaandeel. Dit is mogelijk te verklaren door de invloed van klussenbedrijven en installateurs, die meer werk voor particulieren doen. Zie figuur 2.
4
Figuur 2
MKB: omzetaandeel van zakelijke afnemers, naar sector en grootteklasse 68%
micro (1-2 wp)
60%
klein (3-9 wp)
71%
klein midden (10-49 wp)
85%
midden (50 wp en meer)
75%
industrie
55%
bouw
49%
handel en reparatie consumentenprodukten
32%
horeca
87%
transport en communicatie
60%
financiële diensten
84%
zakelijke diensten
50%
overige diensten 0%
25%
50%
75%
100%
percentage omzet uit levering aan zakelijke afnemers Bron: EIM, 2012.
Z a k e l i jk e a f ne me r s: voo ra l a n de r e be d r i jv en Tabel 1 laat zien dat het overgrote deel van de MKB-bedrijven producten en diensten levert aan andere bedrijven. Ruim een kwart heeft overheidsinstellingen als klant1. Ook een kwart levert aan instellingen in het onderwijs en eveneens een kwart aan instellingen in de gezondheidszorg. Kleine bedrijven doen minder zaken met de kwartaire sector. Horeca en zakelijke dienstverlening doen er de meeste zaken.
1
'Overheid' betreft het vaakst gemeenten, gevolgd door (instellingen van) de rijksoverheid en op enige afstand door provincies.
5
Tabel 1
Zakelijke klanten, naar sector en grootte
Gewogen percentages
Bedrijf levert aan: Andere
Sector/grootte
bedrijven
GezondOverheid
Onderwijs
heidszorg
Micro (1 of 2 wp)
96%
19%
19%
18%
Klein (3–9 wp)
96%
35%
36%
32%
Klein-midden (10-49 wp)
97%
53%
40%
41%
100%
55%
41%
45%
Industrie
96%
25%
32%
28%
Bouwnijverheid
99%
26%
20%
18%
consumentenartikelen
97%
25%
27%
21%
Logies en maaltijden
98%
37%
48%
34%
Vervoer, opslag en communicatie
99%
17%
13%
15%
Financiële instellingen
93%
12%
9%
23%
Zakelijke dienstverlening
94%
36%
27%
28%
Overige dienstverlening
94%
8%
24%
24%
Alle bedrijven
96%
27%
26%
24%
Midden (50-100 wp)
Handel en reparatie van
Bron: EIM, 2012.
6
3
Betalen van de rekeningen
3.1
Betalingstermijnen Rekeningen dienen volgens de betalingsvoorwaarden van het gemiddelde MKB-bedrijf binnen 22 dagen te worden betaald. Feitelijk gebeurt dat gemiddeld na 38 dagen. Horeca en overige dienstverlening (voor een belangrijk deel consumentgericht) krijgen hun rekeningen het vlotst betaald; industrie, bouw en zakelijke dienstverlening moeten het langst op betaling wachten.
3.2
Te laat of niet betaalde rekeningen 1 M e re nd e e l h e ef t t e ma k e n m et n ie t of t e la a t be ta a lde rek en i ng en Ruim 60% van de MKB-bedrijven met zakelijke klanten (44% van alle MKBbedrijven) heeft in het afgelopen jaar te maken gehad met niet of niet op tijd betaalde rekeningen van zakelijke klanten. Dat zijn vooral andere bedrijven. Bijna de helft van het MKB meldt niet of te laat betaalde rekeningen van kleine bedrijven, dus andere MKB-bedrijven. Een kwart noemt rekeningen van grote bedrijven. Overheid en andere instellingen zoals onderwijs en gezondheidszorg hebben een betrekkelijk gering aandeel. Zie tabel 2. Tabel 2
Niet of te laat betaalde rekeningen, herkomst en gevolgen
Gewogen percentages Kenmerk Heeft afgelopen jaar te maken gehad met niet of te laat betaalde rekeningen
percentage* 62%
Betreft facturen voor kleine bedrijven
45%
Betreft facturen voor grote bedrijven
26%
Betreft facturen voor overheidsinstellingen
6%
Betreft facturen voor andere instellingen
5%
* Percentage van alle B2B-bedrijven (MKB-bedrijven met zakelijke afnemers). Meer antwoordmogelijkheden, dus percentages van herkomst tellen op tot meer dan het totaal van 62%, respectievelijk 19%. Bron: EIM, 2012.
Kanttekening bij de aandelen van grootbedrijf en kwartaire sector: het gaat hier om geringe aantallen bedrijven/instellingen die toch in verhouding veel MKB-bedrijven te laat betalen.
1
Methodologische kanttekening: de in dit hoofdstuk gepresenteerde cijfers zijn gewogen naar sector en bedrijfsomvang om afwijkingen in de steekproef van het MKB Beleidspanel te corrigeren, en de cijfers representatief te doen zijn voor de totale MKB-populatie in Nederland. Het MKB omvat alle private ondernemingen exclusief gezondheidszorg en agrarische sector.
7
Van de bedrijven waar ten minste 10 mensen werken heeft vijf op de zes in het afgelopen jaar te maken gehad met niet of niet op tijd betaalde rekeningen.
Z a k e l i jk e p r ob l em en d oo r u it b l i jv en de o f te la te be ta l in g Eén op de vijf B2B-bedrijven (14% van alle MKB-bedrijven) van wie rekeningen niet of te laat zijn betaald, hebben als gevolg daarvan met problemen te maken gekregen. Betalingsachterstanden en rood staan bij de bank worden het meest genoemd, gevolgd door incassoprocedures. Bij 'andere problemen' worden liquiditeitstekorten genoemd en minder geld voor investeringen, en daarnaast administratieve tijd en moeite die ten koste gaat van het eigenlijke ondernemen, rechtszaken en bedorven relaties met klanten, en in uiterste instantie zelfs faillissement (bij geheel uitblijven van betaling). Zie verder figuur 3. Figuur 3
Zakelijke problemen door betalingsachterstanden
19% van de B2B-bedrijven in het MKB heeft te maken met niet of te laat betaalde
Betalingsachterstand
14%
Rood staan bij de bank 12% Incassoprocedures
7%
Leveringsstop
5%
Andere problemen
3%
rekeningen
Bron: EIM, 2012.
Betalingsachterstanden en rood staan bij de bank worden wat vaker genoemd door kleine bedrijven, incassoprocedures door de wat grotere: die kiezen kennelijk wat vaker voor harde actie en hebben eerder een standaard aanpak voor (dubieuze) debiteuren.
P ro b l em en : sa m enh a ng m et d e l en gt e v a n d e b e ta l in gst e rm i jn Problemen met onbetaalde zakelijke rekeningen houden duidelijk verband met de lengte van de betalingstermijn. Daarbij valt vooral op dat het verschil tussen de betalingstermijn volgens eigen leveringsvoorwaarden en de feitelijke betalingstermijn veel groter is bij ondernemers die problemen hebben door uitblijvende betalingen: zij hebben gemiddeld 20 dagen in hun leveringsvoorwaarden staan, en krijgen pas na gemiddeld 47 dagen betaald. Bij ondernemers zonder problemen door uitblijvende betalingen is dit respectievelijk 23 en 40 dagen.
8
P ro b l em en : sa m enh a ng m et b ed r i jf so ntw ik k e l in g Een minder gunstige ontwikkeling van het bedrijf versterkt problemen als gevolg van wanbetaling: van de bedrijven die omzet of resultaat het afgelopen jaar zagen toenemen meldt 17% problemen door uitblijvende betaling van rekeningen, bij bedrijven die omzet of resultaat zagen afnemen is dit 22%.
P r iv é pr ob l e me n a ls g evo l g va n t e la t e b eta l i ng va n fa c tu r en Te laat betaalde rekeningen kunnen ondernemers in het kleinbedrijf ook in de privésfeer financiële problemen bezorgen. Hiernaar is gevraagd bij bedrijven met minder dan vijf werkzame personen. De groep bedrijven van deze omvang die (ook) levert aan zakelijke afnemers omvat 16% van de totale MKB-populatie. Van deze groep geeft 18% aan dat zij in het afgelopen jaar ook privé problemen hebben ondervonden als gevolg van door hen verstuurde en niet of te laat betaalde rekeningen. Uitgaande van de totale omvang van deze groep bedrijven volgens CBS-gegevens van 20101, zou het gaan om ruim 16.000 bedrijven in het Nederlandse MKB waar betalingsgedrag van klanten heeft gezorgd voor privéproblemen bij ondernemers.
G e en g e ld v oo r no od za k e l i jk e u it ga v en e n on be ta a l de rek en i ng en Voor welke privéproblemen de niet of te laat betaalde rekeningen van zakelijke klanten zorgen is af te lezen uit figuur 4: men kan eigen rekeningen niet betalen en/of heeft geen geld voor noodzakelijke uitgaven. Andere problemen die men noemt zijn: stress en relatieproblemen, minder geld voor 'leuke dingen', uitstel van loonbetaling, spaargeld in de zaak gestoken, en privéhuis moeten verkopen. Figuur 4
Privéproblemen door betalingsachterstanden
18% van de B2B-bedrijven in het MKB met minder dan 5 werkzame personen heeft te maken met privé problemen t.g.v. niet of te laat betaalde rekeningen
Rekeningen niet kunnen voldoen 13% Geen geld noodzakelijke uitgaven 11% Incassoprocedures
6%
Andere problemen
3%
BKR-registratie
0%
Bron: EIM,2012.
1
CBS, StatLine > bedrijven (naar bedrijfsgrootte en rechtsvorm, 1 januari 2010). Er zijn in Nederland volgens deze gegevens 580.865 ondernemingen in het private bedrijfsleven, exclusief agrarische sector, waar minder dan vijf personen werkzaam zijn. Recentere gegevens zijn niet beschikbaar.
9
3.3
Bedingen van langere betalingstermijnen B ed i ng en va n la n ge r e be ta l in gs te r m ij ne n k om t ve e l vo o r Ruim één op de drie MKB-bedrijven heeft één of meer afnemers die een langere betalingstermijn hebben bedongen dan die van de eigen leveringsvoorwaarden. Dit gebeurt vaker naarmate het bedrijf groter is: bij bedrijven vanaf 50 werkzame personen heeft zelfs bijna driekwart te maken met zo'n afwijking van de standaardvoorwaarden. In de sectoren industrie, handel en horeca is het de helft. Zie tabel 3 voor de details. Tabel 3
Langere betalingstermijn dan cf. leveringsvoorwaarden, naar sector en grootteklasse
Gewogen percentages
Eén of meer afnemers hebben een
Sector/grootte
langere betalingstermijn bedongen*
Micro (1 of 2 wp)
27%
Klein (3–9 wp)
50%
Klein-midden (10-49 wp)
62%
Midden (50-100 wp)
74%
Industrie
51%
Bouwnijverheid
39%
Handel en reparatie consumentenartikelen
47%
Logies en maaltijden
50%
Vervoer, opslag en communicatie
41%
Financiële instellingen
25%
Zakelijke dienstverlening
29%
Overige dienstverlening
31%
Alle bedrijven
37%
* Percentages van alle B2B-bedrijven. Bron: EIM, 2012.
V o o ra l g r ot e b ed r i jv en b e d in ge n la ng er e b eta l in gs te r mi j ne n Bedrijven die een langere betalingstermijn bedingen zijn vooral grote bedrijven. Dit is niet rechtstreeks gevraagd, maar wel indirect af te leiden: bij MKB-bedrijven waarvan afnemers een langere betalingstermijn hebben bedongen, zijn niet of te laat betalende afnemers in 49% van de gevallen grote bedrijven, bij bedrijven waar géén langere betalingstermijn is bedongen is dat 37%.
N e ga t i ev e i nv lo e d op de l i qu i di t e it va n v ee l M K B - b ed r i jv en Bij één op de zes bedrijven in het Nederlandse MKB heeft het opleggen van langere betalingstermijnen de liquiditeit negatief beïnvloed. Het meest genoemde gevolg daarvan is dat zij zelf betalingsachterstanden hebben opgelopen. Ook heeft een aantal bedrijven zijn kredietlimiet bij de bank erdoor moeten verhogen. De 'andere gevolgen' zijn onder andere: zelf later betalen van ontvangen facturen, rekening-courant tot het maximum benutten (met extra rentekosten), krappere liquiditeit en daardoor minder werkkapitaal en geld voor investeringen, beroep op (privé-)reserves en een tijdje zuinig aan
10
doen. Eén bedrijf heeft betaling van de directiesalarissen uitgesteld. Zie verder tabel 4. Tabel 4
Gevolg van langere betalingstermijnen
Gewogen percentages
Gevolg langere betalingstermijn
Percentage van MKB-
Percentage van MKB-
bedrijven met lange-
bedrijven met zake-
re betalingstermijnen
lijke afnemers
Geen gevolgen voor de liquiditeit
58%
21%
Heeft liquiditeit beïnvloed*
42%
16%
Eigen betalingsachterstanden Kredietlimiet bij de bank moeten verhogen Andere gevolgen
25%
9%
8%
3%
16%
6%
* Meer antwoorden mogelijk, dus percentages hierna tellen niet op tot totaal van 42%. Bron: EIM, 2012.
De wat grotere bedrijven in het MKB hebben vaker te maken met het bedingen van een langere dan de standaardbetalingstermijn dan het kleinbedrijf. Als het verzoek/de eis van een langere betalingstermijn wordt gehonoreerd, leidt dit in de helft van de gevallen op termijn tot liquiditeitsproblemen.
3.4
Betaling binnen 30 dagen door overheidsinstellingen V e e l ov e rh e id s in sta n t ies b e ta le n h un r ek en in ge n n ie t op t i j d Alle overheidsinstanties zijn vanaf eind 2011 verplicht hun rekeningen binnen 30 dagen te betalen1. In dit onderzoek hebben Nederlandse MKBbedrijven de vraag beantwoord in hoeverre hun afnemers bij overheid en semi-overheid dat ook feitelijk doen. Het blijkt dat 38% van de bedrijven facturen voor overheidsklanten niet op tijd betaald krijgt. Grotere MKB-bedrijven hebben hier vaker mee te maken dan het kleinbedrijf. Daar gaat het vermoedelijk ook om wat grotere bedragen. Dat kan ook worden afgeleid uit het feit dat bedrijven in de industrie en de zakelijke dienstverlening vaker te laat betaald krijgen dan in de handel en overige dienstverlening. Deze laatste sectoren bedienen vooral consumenten. Die betalen veelal direct: contant of elektronisch. Financiële dienstverleners zijn een sector apart: zij krijgen hun facturen doorgaans wel op tijd betaald.
1
Zie http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2011/11/11/kabinet-rekening-op-tijd-betalen.html.
11
Tabel 5
Betaling van facturen door overheidsinstanties, naar sector en grootte
Gewogen percentages Sector/grootte
Niet binnen 30 dagen betaald*
Micro (1 of 2 wp)
36%
Klein (3–9 wp)
36%
Klein-midden (10-49 wp)
44%
Midden (50-100 wp)
55%
Industrie
47%
Bouwnijverheid
43%
Handel en reparatie van consumentenartikelen
32%
Logies en maaltijden
39%
Vervoer, opslag en communicatie
27%
Financiële instellingen
15%
Zakelijke dienstverlening
40%
Overige dienstverlening
30%
Alle bedrijven
38%
* Deze percentages hebben betrekking op 48% van de bedrijven: alle bedrijven die leveren aan instellingen van overheid, onderwijs en/of gezondheidszorg. Bron: EIM, 2012.
3.5
Veranderd betalingsgedrag van zakelijke afnemers M KB : be ta l ing sg e dra g va n z a k e l i jk e a fn em e rs is v e rs l ech te r d MKB-ondernemers hebben ook aangegeven in hoeverre het betalingsgedrag van zakelijke klanten (bedrijven en overheid/semi-overheid) in de afgelopen drie jaar is veranderd, ten goede of ten kwade. Slechts 7% ziet verbetering. Volgens 46% is er niets veranderd, en niet minder dan 47% signaleert een verslechtering. Er is weinig verschil naar sector en bedrijfsomvang, maar de wat grotere MKB-bedrijven zien wel wat vaker een sterk verslechterd betalingsgedrag van hun zakelijke klanten.
12
4
Bijdragen aan beter betaalgedrag
4.1
Het probleem Te laat betalen van rekeningen heeft vervelende gevolgen voor ondernemers, voor hun bedrijven en voor de economie als geheel: 'eventjes langs de bank' bij liquiditeitskrapte is anno 2012 minder een optie, en werkkapitaal is niet meer overvloedig te verkrijgen. Als de nu al enigszins zichtbare trend doorzet om van de weeromstuit dan ook de eigen leveranciers maar in de wacht te zetten, dreigt het risico van een zich uitbreidende olievlek van wanbetaling in het bedrijfsleven. Dit hoofdstuk behandelt mogelijke acties voor betrokkenen in de eerste lijn (bedrijven, leveranciers, zakelijke afnemers), de tweede lijn (brancheorganisaties, intermediairs) en de overheid: acties om olievlekwerking te voorkomen, en competenties op het gebied van debiteurenbeheer te verbeteren.
4.2
Acties: Ondernemers − consequent debiteurenbeleid, incl. checken kredietwaardigheid van klanten; − eigen rekeningen op tijd betalen; − alternatieven zoals factoring of gebruik van kredietverzekeringen op nut en noodzaak bekijken.
4.3
Acties: Brancheorganisaties − onderwerp 'tijdig betalen' bij leden op de agenda zetten; − rechten op het gebied van incasso en bijvoorbeeld de verplichte betalingstermijn voor overheidinstellingen onder de aandacht van leden brengen; − gevolgen en omvang van achterstallige betalingen monitoren; − voor de eigen branche geschikte modellen voor debiteurenbeleid ontwikkelen, bijvoorbeeld in samenwerking met (organisaties van) financiële intermediairs.
4.4
Acties: Intermediairs − klanten ondersteunen bij het voeren van een effectief debiteurenbeleid (ook rekening houdend met het belang van de relatie met zakelijke afnemers); − zo mogelijk projecten in de eigen regio voor gezamenlijke actie om naleving van leveringsvoorwaarden te bevorderen.
4.5
Acties: Overheid − tijdige betaling door overheidorganisaties afdwingen; − 'compliance' van de verschillende bestuurslagen en instellingen monitoren.
13