M CCA
Digital Playground. Foto: Karina Bogaerds
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
KENNISKRING MEDIA-EDUCATIE
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Inleiding Hoe kan media-educatie worden verankerd in het Amsterdamse onderwijs? Ons dagelijks leven staat in het teken van de invloed van beeld en media. Het gedrukte woord als medium voor kennisoverdracht krijgt serieuze concurrentie van het visuele beeld. Het visuele beeld is er in uiteenlopende verschijningsvormen: in fotografie, internet, blogs, reclame, design, graffiti, beeldende kunst, video en in andere nieuwe media. Nieuwe media zoals televisie en internet overspoelen ons met visuele informatie. Deze visuele informatie ondergaan wij niet zomaar, vooral jongeren zijn zowel mediaconsument als mediaproducent. Wij moeten ons daarom afvragen hoe mediawijs jongeren zijn en hoe wij hun de weg kunnen wijzen in mediawijsheid. Mocca heeft deze trend opgepikt en eind augustus 2008 zijn Anouck Wolf en Kiran Sukul begonnen met de eerste voorbereidingen voor de kenniskring over media-educatie. Zij hebben gesprekken gevoerd met de volgende experts: Jan Ensink van Cultuurnetwerk, Emiel Heijnen van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Martine Wiebenga van Beeld en Geluid, Saranna Maureau van de Stichting Breedband Onderwijs Amsterdam, Cathy Brickwood van Virtueel Platform, Frank Verveen van ETV en ROC Mondriaan, Marieke Hochstenbach van het Creative Learning Lab, Remco Pijpers van Mijn Kind Online, dat hij ook heeft opgericht, en Florine Wiebenga van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie. De informatie die de Moccamedewerksters in deze gesprekken hebben gekregen gaf richting aan de gedachtevorming en heeft geleid tot de volgende centrale vraag voor deze kenniskring: Hoe kan media-educatie worden verankerd in het Amsterdamse onderwijs? Met deze centrale vraag als leidraad zijn drie kenniskringgesprekken georganiseerd in het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMK), met docenten in het primair onderwijs, met leerkrachten in het voortgezet onderwijs en met cultuuraanbieders.
Foto: Mirna Ligthart
Tijdens de kenniskringbijeenkomst voor docenten uit het primair onderwijs hebben de aanwezige leerkrachten, Kirsten Bouwmeester, Esther Daggelder, Gabriël Maassen, Sashi Murli en Wendy Snaauw, onder leiding van gespreksleidster Saranna Maureau gediscussieerd over drie relevante stellingen en ervaringen uitgewisseld.
De frisse blik
1
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Tijdens het kenniskringgesprek met leerkrachten uit het voortgezet onderwijs is een ‘ideale situatie’ uitgewerkt, een school met een ideaal mediaprofiel. De aanwezige leerkrachten, Nathalie Hunting van het Cartesius Lyceum, Frank de Roon van het Berlage Lyceum, Jeannette Jansen Hendriks van het Westburg College en Jeanet Snijders van het Huygens College, zijn bevlogen te werk gegaan onder leiding van gespreksleider Emiel Heijnen. De uitkomst van dit kennismakingsgesprek is opgenomen in dit verslag. Cultuuraanbieders konden in deze verkenning natuurlijk niet uitblijven. In het kenniskringgesprek werd kennis ingebracht door Fifi Schwarz van Stichting Krant in de Klas, Jacqueline de Gruyter namens het Multimedialab, de mediakunstenaar Michiel Koelink, Lucas Westerbeek van De frisse blik, Arijjan Verboon van Digital Playground, Yannick van Balen van Edutainment Nederland, Saranna Maureau vanuit BOA, Joek van Montfort van Xota en Anouk Laverge van het NIMK. Met deze gevarieerde groep aanbieders van media-educatieve projecten en lessen heeft discussieleider Emiel Heijnen gezocht naar antwoorden op de centrale vraag. In dit verslag zijn citaten en aanbevelingen uit de individuele gesprekken en de kenniskringbijeenkomsten opgenomen en een overzicht van informatieve websites. Met deze kenniskring wil Mocca kennis uitwisselen, informatie verschaffen over media-educatie in het onderwijs, en zowel leerkrachten als cultuuraanbieders ondersteunen bij het mediawijs maken van schoolgaande kinderen en jongeren. Anouck Wolf en Kiran Sukul Mocca 2008/2009
“Jongeren hebben op hun 21ste al gemiddeld 250.000 mails en sms'jes ontvangen, 5000 uur achter de spelcomputer gezeten en 3500 uur op internet gesurft. Zo blijkt uit onderzoek van Logica CMG.” - www.mediawijsheid.nl “Voor het eerst is er een hele generatie die opgroeit met altijd video-, foto- en audioapparatuur op zak en duizend machines waar ze dat allemaal mee kunnen. We hoeven niets te kopen om meteen lekker te gaan kleien en mooie en zinvolle dingen te maken.” - Michiel Koelink, mediakunstenaar “Het wereldwijde web, zoals we dat nu kennen is, in tegenstelling tot alle andere technologieën waar we tot nu toe als mensheid gebruik van hebben gemaakt, niet langer een 'extension of man', het is een tool, een tool die je kunt gebruiken. Het is een wereld, die vorm krijgt terwijl we erover praten, waar wij onderdeel van worden op het moment dat je het erover hebt. Wat zou je, een kind, is te eng gesteld, wat zou je ieder mens mee willen geven die een nieuwe wereld gaat verkennen?'' - Arijjen Verboon, Digital Playground
2
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Inhoudsopgave Inleiding
1
1. Conclusies Conclusies Algemene aanbevelingen Aanbevelingen voor scholen
4 5 6
2. Mediawijsheid Mediawijsheid Media-educatie en cultuureducatie Mediawijsheid en media-educatie
8 9 9
3. Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts Mediawijsheid volgens de experts Waar gaat media-educatie over? Wat hebben docent en school nodig om media-educatie vorm te geven?
10 11 13
4. De kenniskringen 4.1 De kenniskringen Media-educatie is geen onderdeel van kunsteducatie Actuele media-educatie moet zich alleen richten op artistieke kwaliteiten Media-educatie moet vooral buitenschools plaatsvinden
15 15 17 19
4.2 De ideale situatie Een mediaprofiel voor een basisschool Een mediaprofiel voor een school voor voortgezet onderwijs Randvoorwaarden voor media-educatieve projecten van cultuuraanbieders
21 21 22 23
5. Bijlagen I Experts media-educatie II Deelnemers kenniskring media-educatie III Belangrijke websites IV Literatuur
25 27 28 31
3
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Conclusies
De standpunten van de docenten in het primair en het voortgezet onderwijs, en de cultuuraanbieders komen in grote lijnen overeen. Een belangrijke overeenkomst De frisse blik tussen de docenten uit het primair en voortgezet onderwijs waarmee is gesproken, is dat structuren op scholen kunnen kunstzinnig zij allen affiniteit hebben met media-educatie. Veel initiatieven mediagebruik bemoeilijken, wat nog wordt versterkt door te weinig voorbereidingstijd komen voort uit de eigen interesse van deze docenten. Zij voor docenten. hebben deze interesse tot de aanjager voor het onderwerp binnen school gemaakt. De meerderheid van de aanwezige docenten in het primair onderwijs is cultuurcoördinator op hun Sommige aanwezigen zien techniek en school. Een groot verschil met het voortgezet onderwijs is dat apparatuur als een onterecht obstakel. Veel jongeren beschikken tegenwoordig zelf over een kunstvakdocent binnen het basisonderwijs eerder film- en fotoapparatuur op hun mobiele uitzondering is dan regel. In het voortgezet onderwijs daarentegen, zijn alle docenten vakdocenten, dus ook voor de telefoon. Met weinig middelen kan op school al aardig wat worden bereikt. De vraag is kunst- en cultuurvakken. dan of professionele apparatuur wel noodzakelijk is en de voorkeur dus uitgaat De invulling van het cultuurbeleid binnen scholen en dus ook naar een camera voor elke leerling of dat van media-educatie, hangt nog erg aan bepaalde personen. met een camera voor enkele leerlingen kan Wel wordt opgemerkt dat het proces om tot beleid te komen worden volstaan. sterk heeft bijgedragen aan de eigen vraagontwikkeling en aan de verankering van cultuureducatie binnen de scholen. Uit de gesprekken en bijeenkomsten zijn verschillende aanbevelingen voortgekomen. Tijdens de bijeenkomst met leerkrachten uit het voortgezet Deze zijn onderverdeeld in algemene onderwijs wordt duidelijk zichtbaar hoe het niveau van de aanbevelingen en aanbevelingen speciaal leerling een rol speelt bij de keuze voor een bepaald aanbod voor scholen. en voor bepaalde doelstellingen. Op het vmbo wordt bijvoorbeeld vanuit praktisch naar beschouwend gewerkt. Techniek is en blijft een struikelblok. Scholen lopen vaak tegen praktische problemen aan, zoals computers die niet goed werken of een niet goed functionerend netwerk. Voorts wordt opgemerkt dat de ontwikkelingen snel gaan en dat passende bijscholing ontbreekt. Er zijn grote verschillen tussen docenten wat betreft ICT-vaardigheden en mediaskills, en niet iedereen ziet de noodzaak van media-educatie in. De
4
Foto: Mirna Ligthart
De verschillende bijeenkomsten en gesprekken hebben inzicht gegeven in hoe de betrokkenen aankijken tegen media-educatie en hoe zij haar idealiter vorm willen geven in het onderwijs.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Aanbevelingen • Media-educatie gaat over het ontwikkelen van een kritisch bewustzijn door leerlingen. Dit kritisch bewustzijn moet hen in staat stellen om beeld grondig te analyseren en eigenhandig te produceren en om er achteraf op te reflecteren. • Nieuwe media zorgen voor een omgeving die niet meer tijd- en plaatsgebonden is. Media zijn inmiddels een netwerk. Netwerken zijn belangrijk voor het ontstaan van nieuwe ideeën. Mensen kunnen via netwerken op verschillende plekken aan een gezamenlijk project werken. • Media-educatie heeft meerdere facetten. Er zijn veel raakvlakken met kunsteducatie, maar vaak heeft mediaeducatie niets met kunsteducatie te maken. • Media-educatie moet via school lopen. Docenten vinden de combinatie van een binnen- en een buitenschools programma interessant. Verder staan zij ervoor open om aanbod van externe cultuuraanbieders de school binnen te halen.
Foto: Joek van Montfort
Algemene aanbevelingen • Clustering van kennis en informatie is belangrijk. Er bestaan veel websites en er is leuk aanbod, maar de informatie daarover is nog niet bijeengebracht. • Kennisdeling is essentieel. Een systeem dat toepasbare en op niveau afgestemde kennis deelt en inzichtelijk maakt, komt ten goede aan de ontwikkeling van media-educatie. • Een belangrijke ontwikkeling is dat consumenten zijn veranderd in producenten. Door de voortschrijdende techniek heeft bijna iedereen nu altijd een fototoestel en een videocamera op zak. Dankzij nieuwe en gratis toepassingen kan iedereen die het wil mediaproducent zijn: op blogs en internetfora, via Hyves, met YouTube, of in de virtuele online wereld van Habbo Hotel of Second Life. • Het Nederlands Instituut voor Filmeducatie heeft samen met Digital Playground en Kunstgebouw/ Mediafabriek een doorlopende leerlijn ontwikkeld. De webapplicatie bij deze leerlijn komt september 2009 online onder de naam Mediawijsheid: Kern en Doel, doorlopende leerlijn voor media vaardigheden en bewustzijn op www.mediawijsheid.nl . • Produceren, betekenisgeving, beleving, reflecteren, beeldanalyse (beeldtaal en codering) en identiteitsvorming zijn belangrijke onderdelen van media-educatie. • Productie door de leerlingen zelf is van groot belang bij media-educatie als onderdeel van cultuureducatie.
Cinekid
5
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Aanbevelingen • Docenten zien een aantal voordelen als leerlingen deelnemen aan buitenschoolse activiteiten en projecten van cultuuraanbieders. Leerkrachten kunnen taken uitbesteden aan professionals (“je kunt als docent niet alle vaardigheden in huis hebben”); leerlingen nemen kennis van een andere visie, en verwerven zo een bredere blik; leerlingen kunnen zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat; het is een uitje om de school uit te gaan en dat werkt motiverend. • Het is belangrijk dat een onafhankelijke partij een overzicht kan geven van trainingen en cursussen. • Ontwikkelingen op mediagebied gaan steeds sneller,waardoor het voor veel docenten moeilijk is om deze ontwikkelingen bij te houden en om geschikte bijscholing te vinden. • Het ontwikkelen van een breed gedragen visie en kijk op het thema (media-educatie). • Opleiden en trainen van docenten tijdens de lerarenopleidingen. Afgelopen jaar is een aantal pilots van start gegaan. Als er meer aandacht is voor media-educatie tijdens hun opleiding krijgen de toekomstige leerkrachten meer tools en handreikingen om in hun toekomstige lespraktijk een plek te geven aan media-educatie. • Ontwikkelen van modules voor bijscholing in media-educatie voor leerkrachten in het primair en voortgezet onderwijs. Deze modules moeten zijn afgestemd op hun specifieke behoeften en zijn gekoppeld aan hun eigen lespraktijk. • Media-educatie moet breder worden opgevat. Media moeten ook als doel worden behandeld en niet slechts als middel. Media-educatie moet zowel over de creatieve kant gaan als over burgerschap. • Leerkrachten zijn moeilijk te mobiliseren op terreinen waar zij nog niet veel van af weten. Als leerkrachten zelf ervaren wat media-educatie is en kan zijn, geeft dat hen de kans om het terrein beter te leren kennen. • Voor docenten is het soms moeilijk in te schatten wat leerlingen kunnen en wat zij aankunnen. Het kan bijvoorbeeld moeilijk voor hen zijn om te bepalen of een film geschikt is voor leerlingen of niet? Hiervoor zou een systeem kunnen worden ontwikkeld dat rekening houdt met de verschillende niveaus van leerlingen. • Het schoolniveau van de leerlingen bepaalt voor een deel welk aanbod en welke lessen mogelijk zijn. Een programma van een vmbo-school is anders van vorm en inhoud dan dat van een vwo-school. Voor vmbo-leerlingen is zelf produceren bijvoorbeeld heel belangrijk.
6
Aanbevelingen voor scholen • Voor het verankeren van mediawijsheid op school is een gedeelde visie van belang. Docenten moeten achter deze visie staan en moeten worden begeleid in het ontwikkelen van deze visie. Voorts moeten zij worden opgeleid. Zij moeten de ruimte krijgen om de ideeën over mediawijsheid gestalte te geven. Op school moet hiervoor ruimte worden ingepland. • Als een team werkt aan een gezamenlijke visie over media-educatie zorgt dit voor verankering in het schoolcurriculum en ondersteunt dit het proces van vraagontwikkeling. • Als je op school de enige bent die zich met mediawijsheid bezighoudt, is het moeilijk om iets te bereiken. Vaak zijn er meerdere personen nodig om iets van de grond te krijgen. • Voor het verankeren van media-educatie in het schoolcurriculum en voor het verder ontwikkelen ervan is het van belang dat docenten worden opgeleid in media-educatie en dat zij op maat worden getraind. Zij hebben behoefte aan deze scholing en hebben specifieke en praktische kennis nodig om mediaeducatie optimaal te verankeren in het onderwijs. • Verbinding tussen de einddoelen van media-educatie en de eigen vakken is essentieel. Door die verbinding te leggen, wordt voorkomen dat men het gevoel krijgt dat het bereiken van deze einddoelen iets extra’s wordt. Ook is het van belang dat een school kijkt welke onderdelen van mediawijsheid hij van belang vindt en dat de bij media-educatie betrokken leerkrachten in de school hiervoor gezamenlijk een plan maken.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Aanbevelingen • Het gebruik van ICT op school kan • Een belangrijke voorwaarde is dat de docenten interesse effectiever. Daaraan kan worden hebben in media-educatie. Als docenten zelf hun leerlingen bijgedragen door leerkrachten te laten ervaren wat media-educatie behelst, kan dit ondersteunen bij de inzet van ICT in hun stimulerend en inspirerend werken. lessen en door hen te wijzen op de • Docenten ontbreekt het vaak aan voorbereidingstijd. mogelijkheden. ICT-beleid en -protocollen • Media-educatie kan binnen verschillende (kunst)vakken aan kunnen daaraan ook een bijdragen bod komen. Het kan ook vakoverstijgend onderwezen leveren. worden. • In de meeste beeldendevorminglokalen • Om media-educatie een plek te geven op school is ook staat wel een kleioven, maar staan geen ruimte in de lesprogramma’s nodig. computers. Elk kunstlokaal zou eigenlijk • Er zijn verschillende competenties en vaardigheden tien computers met daarop de juiste genoemd die nodig zijn voor het onderwijzen van software moeten hebben. Binnen het mediawijsheid, zoals: inlevingsvermogen in de beeldend onderwijs wordt te weinig belevingswereld van leerlingen, het vermogen om goede media-onderwijs gegeven. vragen te stellen en actief te luisteren, inzicht in wat een goed audiovisueel product is, reflecteren met leerlingen op • Veel scholen doen al veel aan mediaeducatie, maar docenten zijn zich daarvan eigen werk en werk van anderen, produceren van beelden niet altijd bewust. Op studiedagen kan samen met leerlingen, en een creatief proces in gang zetten een school dieper ingaan op wat er al voor leerlingen. wordt gedaan op media-educatief gebied, • Richt je niet op de gevaren van mediagebruik, maar op het dit bevordert deeigen bewustwording. bewust maken van leerlingen van het gebruik van media. Door bewustwording leren leerlingen zelf hoe zij het beste met media kunnen omgaan. Bewustwording is een van de kerntaken van de leerkracht. • Leerlingen zijn vaak experts in het gebruiken en bedienen van media, maar op het gebied van betekenisgeving zijn zij dit niet. • Technische zaken, zoals het ontbreken van apparatuur en software, zijn vaak een knelpunt. Ze maken het implementeren van media-educatie lastiger, maar niet onmogelijk. Beginnen met wat er is kan vaak al tot heel mooie resultaten leiden. Starten en gaandeweg uitbouwen is het advies. • De noodzaak van media-educatie op school wordt niet door iedereen als even noodzakelijk gezien. Docenten vragen zich af: “Moet het op school, moet het binnen mijn vak, moet het binnen mijn les?” Een veel gehoorde vraag is ook wát leerlingen binnen wélke vakken moeten leren. Voor het ontwikkelen van media-educatie op school is het wenselijk dat men het eens is over de noodzaak ervan. Het is belangrijk dat een schooldirectie deze noodzaak inziet. • Scholen hebben een goede infrastructuur (computers e.d.) nodig. Er is echter niet altijd goede soft- en hardware. Veel scholen zijn bovendien nog niet aangesloten op het glasvezelnetwerk, waardoor internetverkeer en online Schoolbieb werken vaak minder soepel verlopen.
7
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Mediawijsheid Mediawijsheid De Raad voor Cultuur (2005) definieert mediawijsheid als het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld1. De Raad voor Cultuur en het ministerie van OCW hebben gekozen voor het begrip mediawijsheid. Zij zien dit als een ruimer begrip dan media-educatie2, ook omdat mediawijsheid voor een bredere doelgroep geldt dan media-educatie en omdat mediawijsheid het gebruik van media bewust plaatst in de context van burgerschap3. ‘Volgens de Raad voor Cultuur is de leefomgeving van de Nederlandse burger dermate ‘gemedialiseerd’ geraakt, dat de media steeds meer de context, inhoud en bemiddelaars worden van informatie, kennis en ervaring. Om te kunnen participeren in de democratische samenleving zijn volgens de Raad tegenwoordig ook bepaalde kennis en vaardigheden en een bepaalde houding met betrekking tot media nodig. De overheid volgt de Raad voor Cultuur in haar adviezen om de burger mediawijzer te maken.‘4. David Buckingham, London University, pleit voor mediaeducatie waarbij een kritische en analytische houding centraal staat. Voor Buckingham zijn de belangrijkste aspecten van media-educatie: critical understanding, freedom of expression and civic participation5.
1
Tevens is er door de huidige ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media een participatory culture ontstaan. Het zelf produceren en online publiceren van foto’s, filmpjes en blogs biedt jongeren en volwassen de mogelijkheid om onderdeel te zijn van de mediacultuur en deel te nemen aan nieuwe sociale gemeenschappen. Mensen zijn meer dan ooit zowel mediagebruiker als mediamaker. Media zijn niet alleen tools maar vormen steeds meer een omgeving. Expressie en reflectie zijn belangrijke begrippen binnen mediawijsheid. Minister Plasterk geeft de volgende definitie: ‘Bij Mediawijsheid gaat het om de gewenste vaardigheden, kennis en houding om vanuit ten minste drie perspectieven goed met media om te kunnen gaan: functioneel (als voorwaarde voor participatie en ontwikkeling), inspirerend (om nieuwe kansen en mogelijkheden te ontdekken) en alert (het met kritisch oog omgaan met de media)’6.
Raad voor Cultuur, Advies 'Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap', 12 juli 2005. Volgens de Raad voor Cultuur is het begrijp media-educatie erg verbonden aan onderwijs. Hij vindt het daarom te beperkend. 3 'De plaats waar burgerschap in de praktijk wordt gebracht verschuift volgens de Raad voor Cultuur steeds meer van het politieke en economische domein naar dat van de cultuur. De Raad schrijft: 'Burgerschap en maatschappelijke participatie zijn niet louter een kwestie van - ooit verworven - formele rechten en van economische zelfstandigheid. Het zijn zaken die dag in dag uit moeten worden bevochten en waargemaakt, en daarbij spelen cultuur en culturele participatie een cruciale rol.' '(bron: Mediawijsheid en de e-cultuursector, naar nieuwe vormen van expressie en reflectieve mediawijsheid, Levien Nordeman, Virtueel platform). 4 Bron: webiste www.medialessen.nl. 5 Bron: Media-educatie in een tijd van nieuwe media, verslagen, 28 juni 2007, www.virtueelplatform.nl. 6 Minister Plasterk, 'Kunst van het Leven: hoofdlijnen cultuurbeleid' (2007). 2
8
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Mediawijsheid In 2008 is het Mediawijsheid Expertisecentrum opgericht7. Het Mediawijsheid Expertisecentrum is opgebouwd volgens een netwerkconstructie8. Voor de oprichting is een scan gemaakt van wat er momenteel gebeurt op het terrein van mediawijsheid en een mediawijsheidskaart9. In de scan worden drie programmalijnen onderscheiden, namelijk: 1. Mediavaardigheden en - bewustzijn 2. Stimuleren/ activeren van participatie 3. Innovatie Media-educatie en cultuureducatie Cultuureducatie wordt vaak gebruikt als een verzamelbegrip. Media-educatie valt daaronder, net als kunsteducatie en erfgoededucatie10. De ruimste omschrijving van cultuureducatie is: alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet. Vormen van cultuur zijn onder andere: beeldende vorming, audiovisuele kunst, media, letteren, dans, toneel, drama, muziek, en materieel en immaterieel erfgoed. Cultuureducatie kan actieve, receptieve en reflectieve componenten bevatten.
7
Mediawijsheid en media-educatie De begrippen mediawijsheid en mediaeducatie worden vaak door elkaar gebruikt. Hierdoor ontstaat veel verwarring. Mediawijsheid van leerlingen stimuleren is het doel. Media-educatie is een middel om dat doel te bereiken. Mediawijsheid is dus het eindpunt van het traject. Media-educatie wordt in de definiëring onder cultuureducatie geschoven, maar is alle media-educatie een onderdeel van cultuureducatie? Waar gaat media-educatie over? Hoe krijgt media-educatie een plek in het curriculum van de school? Er kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen educatie over media en educatie door media. Media-educatie richt zich vooral op het eerste. Onduidelijkheden kunnen voornamelijk ontstaan door het ontbreken van een heldere definitie van media-educatie: wat houdt kritische analyse van media precies in? Is het zelf produceren van foto’s, filmpjes of radio-uitzendingen noodzakelijk om met media-educatie bezig te zijn?11
In oktober 2008 heeft het expertisecentrum een mediawijsheidmarkt georganiseerd voor eenieder die met het terrein bezig is. Tijdens de markt is ook met een aantal werkgroepen gestart , waaronder de werkgroep Onderzoek, de werkgroep Veilig(heid), de werkgroep Media-educatie/ doorlopende leerlijn en de werkgroep Innovatie. De werkgroepen richtten zich in 2008 vooral op de programmalijn 'mediavaardigheden en -bewustzijn', en op de doelgroepen kinderen, jongeren, ouders en leerkrachten/ docenten. 8 Het Mediawijsheid Expertisecentrum bestaat uit een kerngroep en een breed netwerk van organisaties. Daarnaast is er een adviserende programmaraad. Het netwerk bestaat uit netwerkpartners die aangeven dat zij willen bijdragen aan de doelstellingen van het expertisecentrum. De netwerkpartners zullen de komende periode geworven worden. Ouderorganisaties kunnen op verschillende niveaus onderdeel uitmaken van het expertisecentrum. Momenteel hebben al 132 organisaties de intentieverklaring getekend. De kwartiermakersgroep van het Mediawijsheid Expertisecentrum bestaat uit Beeld en Geluid, ECP.NL, Kennisnet, de Publieke Omroep en de Vereniging Openbare Bibliotheken. 9 www.mediawijsheidkaart.nl . Deze website geeft een overzicht van initiatieven in Nederland op het gebied van mediawijsheid. De kaart is samengesteld op basis van een in 2007 door Kennisland verricht verkennend onderzoek in opdracht van de kwartiermakers van het Mediawijsheid Expertisecentrum. 10 In sommige omschrijvingen valt ook literatuureducatie onder deze verzameling. 12 Bron: Media-educatie in een tijd van nieuwe media, verslagen, 28 juni 2007, www.virtueelplatform.nl .
9
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Mediawijsheid volgens de experts Media-educatie valt niet slechts binnen het terrein van cultuureducatie. Veel experts waarmee is gesproken vinden dat media-educatie is verbonden met alle vakken, niet alleen met de kunstvakken. De meerderheid van de experts is het er over eens dat media-educatie geen eigen vak hoeft te zijn, maar juist tot zijn recht komt als het met andere vakken wordt verbonden. Wel zien veel experts de kunstvakken als een uitgelezen plek om media-educatie te verankeren binnen het onderwijs. Nieuwe digitale media hebben kunsten voorgoed veranderd. Voor veel kunstenaars zijn nieuwe media een verrijking van het arsenaal aan gereedschappen. Veel beeldend kunstenaars werken in hun praktijk met media als gereedschap en als artistieke vorm. In de huidige lespraktijk van de kunstvakken zijn deze extra gereedschappen er op de meeste scholen nog niet. In veel beeldendevorminglokalen staat wel een kleioven, maar staan geen computers met bijbehorende software. Emiel Heijnen van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK)12 pleit voor kunstlokalen die naast verf en klei ook tien computers en de juiste software hebben. Hij ziet een belangrijke rol voor media in het beeldend onderwijs. Hij vindt het belangrijk dat jongeren media leren ‘lezen’ en tegelijkertijd leren maken.
12
Digital Playground Het Nederlands Instituut voor Filmeducatie (NIF) ontwikkelt samen met een aantal partners een doorgaande leerlijn mediawijsheid13. ‘Alle kerndoelen en eindtermen van alle vakken zijn hiertoe onder de loep genomen, zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Zo kan ook het besef ontstaan dat mediaeducatie al vaker wordt ingezet dan dat men denkt. Het doen van een behoorlijk bronnenonderzoek bijvoorbeeld, komt in veel doelen terug14.’ Kinderen communiceren online al vanaf 7/8 jaar, vertelt Remco Pijpers van de stichting Mijn Kind Online.15 Belangrijk hierbij is om goed voor ogen te houden dat online communiceren in feite een soort van publiceren en produceren is. ‘Online zijn’ betekent dat men in een nieuwe publieke sfeer verkeert en is hierdoor sterk verbonden met burgerschap.
De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) is dit jaar gestart met een pilot om medialessen te verankeren binnen de beeldendekunstvakken in het voortgezet onderwijs. Studenten van de AHK krijgen een module waarin zij aan de hand van kunst over media leren en een module over het maken van een goede mediales (een mediakunstles). Uiteindelijk gaan zij de 'mediawijze kunstlessen' uitvoeren op een aantal Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs. 13 Bij de doorgaande leerlijn komt een webapplicatie waarin zichtbaar wordt hoe docenten binnen het bestaande curriculum aan media-educatie kunnen doen. In dit overzicht krijgt ook reeds bestaand aanbod een plek. Alle kerndoelen zijn bekeken in relatie tot media-educatie. In de leerlijn worden de doelen verbonden aan projecten en lessen media-educatie. Het doel van het uitwerken van de doorgaande leerlijn voor het NIF is: media-educatie verder te ontwikkelen, zodat media-educatie geïmplementeerd kan worden in alle relevante vakken en niet alleen een plek krijgt binnen de kunstvakken. 14 Bron: Florine Wiebenga, 15.10.2008. 15 Stichting Mijn Kind Online onderhoudt een weblog over de vragen: wat doen kinderen en jongeren op internet en hoe ga je daar als ouder en professional mee om. Daarnaast wordt de website medialessen.nl onderhouden. Medialessen.nl is een initiatief van stichting Kennisnet, Stichting Mijn Kind Online en de Vereniging Openbare Bibliotheken. De site is bestemd voor leraren die mediawijsheid in hun lessen willen integreren of apart willen behandelen. 10
Foto: Karina Bogaerds
Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts Waar gaat media-educatie over? ‘Het zelf maken en zelf produceren is het belangrijkste aspect van mediawijsheid’16.
analyseren van beeld, en om beeld zelf te kunnen gebruiken en inzetten als expressiemiddel. “Weten hoe een programma werkt zou niet de doelstelling moeten zijn”19. Jan Ensink vindt dat mediaAlle experts vinden dat zelf produceren en reflecteren op eigen werk en het werk van anderen, belangrijke componenten educatie te snel als ‘knoppenkunde’ wordt zijn van media-educatie. Produceren genereert bewustzijn. bestempeld. Men moet meer aandacht Produceren hangt samen met creëren. Creëren wordt gezien vestigen op beeld en op de kracht van als produceren waarbij creativiteit en technologie beeld. Literatuur en tekst ziet hij ook als samenkomen. onderdeel van media-educatie. Deze komen volgens hem redelijk samen in de term Martine Verstraete van het Nederlands Instituut voor Beeld en visuele geletterdheid20. Geluid17 onderstreept het belang van betekenisgeving. Zij vindt dat techniek ondergeschikt is aan betekenisgeving. Door zelf Media hebben ook te maken met te creëren en te produceren leren leerlingen keuzes te maken identiteitsvorming. Dit komt door de invloed, het grote bereik en de die hieraan ten grondslag liggen, en te begrijpen dat keuzes mogelijkheden van media en doordat nu altijd onderdeel zijn van een ontwerp- en productieproces. iedereen met media kan produceren, maar Vanuit het zelf doen zetten leerlingen de stap naar kritisch bewustzijn. ook door de steeds grotere verwevenheid tussen mens en internet21. Volgens Jan Ensink van Cultuurnetwerk is beeld een belangrijke component van media-educatie18. Audiovisuele media-educatie moet zich toespitsen op het omgaan met beeldtaal en beeldcodering, en heeft zowel een kunstzinnige als een maatschappelijke inslag. Daarnaast gaat het bij audiovisuele media-educatie om het bewust en kritisch
16
Cathy Brickwood van het Virtueel Platform, gesprek 29.10.2008. Sinds 1 januari 2009 is Virtueel Platform het sectorinstituut voor e-cultuur van Nederland. Dit instituut krijgt tot taak het ondersteunen en stimuleren van e-cultuur in de brede cultuursector. Het Virtueel Platform heeft niet zozeer een publieksfunctie, maar richt zich voornamelijk op het professionaliseren van de sector. Tevens is zijn taak het leggen van links tussen wat er gebeurt om verkokering tegen te gaan en meer cross-overs te stimuleren. Het Virtueel Platform verzamelt veel kennis en onderzoek, en doet ook zelf onderzoek. Virtueel Platform definieert e-cultuur als nieuwe ontwikkelingen in de cultuursector die voortkomen uit de kruisbestuiving tussen technologie en samenleving. 17 Bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid licht de nadruk van de educatieve programma's op de actieve kant van media-educatie. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid wil dat media beleefd worden en dat kinderen zich realiseren dat zij zelf producent zijn. 18 Cultuurnetwerk richt zich met name op het artistieke aspect van media-educatie. De actieve, reflectieve en receptieve houding van kinderen ten opzichte van media staat centraal. 19 Jan Ensink, Cultuurnetwerk Nederland, gesprek 15.10.2008. 20 Mediageletterdheid is begrijpen hoe beelden betekenissen krijgen en hoe die betekenissen invloed hebben op jezelf en op de groep, gemeenschap of maatschappij waarin ze voorkomen. Een leerling die visueel geletterd is, kan op een kritische en actieve manier naar beelden kijken, beelden gebruiken en beelden produceren. Bron: SLO, www.slo.nl/vg . 21 'De term 'digitale identiteit' verwijst naar dat deel van de identiteit dat zich manifesteert op het internet, inclusief normen en waarden, gedrag en levensbeschouwing, en tegelijkertijd door het internet beïnvloed wordt. Hoe meer je gebruik maakt van het sociale internet, des te meer invloed het heeft op je leven.' Bron: Freek Zwanenberg, www.freekzwanenberg.nl . 11
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts Media zijn niet alleen een middel, maar ook een doel op zichzelf. Dit wordt onderstreept door Florine Wiebinga van het NIF. Media-educatie gaat in haar optiek over: A - Kennis (receptie/ reflectie/ analyse) B - Vaardigheden (zelf films maken, wat breng je in beeld, hoe vertaal en construeer je) C - Attitude (kritische houding tegenover wat je ziet, ethische kwestie, reflectie, verdiepende laag) Een mediawijs persoon zou moeten beschikken over alle bovenstaande competenties.
kant zijn kinderen experts omdat ze de dingen goed en makkelijk kunnen bedienen, aan de andere kant ook niet omdat ze geen experts zijn als het gaat om de betekenisgeving en de beleving’, aldus Martine Verstraete van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Ook Marieke Hochstenbach van Creative Learning Lab24 geeft aan dat leerlingen zeker wel mediabekwaam zijn, maar voornamelijk op punten die zij leuk vinden. De oog-handcoördinatie is vaak goed, maar op het vlak van bewustwording en informatieverwerking zijn leerlingen vaak nog niet bekwaam.
Saranna Maureau van Stichting Breedband Onderwijs Amsterdam (BOA)22 legt de nadruk binnen media-educatie op een verantwoorde omgang met de informatie die tot je beschikking staat en op goed weten wat te geloven en wat niet. Ook ziet zij veiligheid en privacy als een onderdeel van media-educatie. Leerlingen moeten leren om niet alles zomaar De huidige tendens binnen mediawijsheid is erg gericht op ‘beschermen’ en ‘veiligheid’. online te plaatsen. Veel experts waarmee Mocca heeft gesproken, vinden dat jammer. Liever kijken Uit een onderzoek onder kinderen van acht tot dertien jaar van stichting Mijn Kind Online blijkt dat 70% van de leerlingen zij naar de mogelijkheden van mediawijsheid in plaats van naar de gevaren. vindt dat zij op school niets over internet leren. De 30% die er wel iets zegt te leren, vertelt dat zij alleen leren hoe zij Nieuwe media25 genereren inmiddels steeds moeten zoeken op internet en hoe zij er veilig gebruik van kunnen maken. Op de vraag ‘Wat wil je leren van internet?’, vaker netwerken en zijn niet meer tijd- en antwoordt de meerderheid: filmpjes en websites maken. Uit dit plaatsgebonden. Netwerken zijn een antwoord blijkt dat leerlingen willen produceren23. belangrijk onderdeel van nieuwe ideeën. Mensen kunnen via netwerken op Eind 2007 heeft Virtueel Platform met veel partijen gesproken verschillende plekken aan hetzelfde werken. Cathy Brickwood vertelt over verschillende over mediawijsheid. Tijdens een expertmeeting bleek dat de kunstprojecten die via een online netwerk meerderheid van de genodigden vond dat de kennis van tot stand zijn gekomen. Dit soort samenleerlingen vaak wordt overschat, vooral op het gebied van werkingsvormen wordt steeds gewoner. betekenisgeving en beleving. Tijdens gesprekken die Mocca heeft gevoerd met experts, werd dit bevestigd. ‘Aan de ene
22
De Amsterdamse schoolbesturen, georganiseerd in de coöperatieve vereniging BOA, realiseren gezamenlijk een breedbandnetwerk voor het Amsterdamse onderwijs. Bovendien wil BOA scholen voorlichten en enthousiasmeren om de onderwijskundige mogelijkheden van het nieuwe netwerk optimaal te gebruiken. 23 - Next Level, dossier over online spelletjes voor kinderen, Onder redactie van Remco Pijpers en Justine Pardoen, 2009; Klik en Klaar, een onderzoek naar surfgedrag en usability bij kinderen; Stichting Mijn Kind Online + 2C Usability, 2008. 24 Creative Learning Lab is een expertisecentrum op het gebied van creativiteit, technologie en educatie. Creative Learning Lab inspireert en mobiliseert het onderwijs om meer gebruik te maken van digitale leermiddelen. Het wil het onderwijs laten ontdekken hoe het effectief digitale middelen kan inzetten. Creative Learning Lab helpt het onderwijs ook bij het vergroten van vaardigheden en kennis op dit gebied. 25 Sinds de jaren '80 is nieuwe media een veelgebruikte term, vooral om het verschil met de oude media te onderstrepen. Een echt vaststaande definitie is er niet. Meestal wordt er de digitale media mee bedoeld. Het internet, videogames, e-mail, virtual reality maar ook de mobiele telefoon vallen eronder. Bron: www.mediawijsheid.nl . 12
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts Wat leerlingen moeten leren en ervaren om mediabekwaam te worden, hangt af van de school waarop zij zitten en of het om basis-, voortgezet, of vervolgonderwijs gaat. Frank Verveen van het ROC Mondriaan, een beroepskwalificerende opleiding, geeft aan dat bij verschillende beroepskwalificerende richtingen ook verschillende vaardigheden en competenties passen op het gebied van media. Voor alle studenten is het van belang dat zij goed de weg weten in de informatiemaatschappij en dat zij verantwoord kunnen omgaan met informatie. Het analyseren en reflecteren op mediagebruik vindt Frank Verveen minder belangrijk op het mbo. ‘Kwalificeren is het belangrijkst, er is niet veel tijd voor andere dingen, want 50% van de tijd zitten de kinderen van deze school op de stage. Het moet stimulerend zijn voor de leerlingen. Beroepspraktijk is het uitgangspunt van mbo. Dus bijvoorbeeld sociaal werker die de buurt moet mobiliseren. Media kan daar een belangrijke rol in spelen, dus onderwijs hierin is belangrijk.’ Frank Verveen, ROC Mondriaan26.
Verbindingen tussen de einddoelen en de eigen vakken zijn essentieel en voorkomen dat mediawijsheid iets ‘extra’s’ wordt voor de docent. Van belang is ook dat de docenten van een school gezamenlijk bepalen wat zij belangrijke onderdelen vinden van mediawijsheid en dat zij hiervoor gezamenlijk een plan maken. In de woorden van Remco Pijpers: “Om succes te hebben op school met media-educatie moeten scholen een visie hebben die breed gedragen wordt en een kijk ontwikkelen op het thema. Docenten moeten erachter staan en opgeleid worden. Ook moet er op school ruimte worden ingepland om het te doen. Het moet zowel over de creatieve kant als over burgerschap gaan. De expressieve mediawijsheid en de reflectieve kant”28.
Tijdens de gesprekken met de experts komt naar voren dat veel docenten zich onzeker voelen op het gebied van nieuwe media, Wat hebben docent en school nodig om media-educatie deels door de techniek en deels doordat zij vorm te geven? Als Media-educatie wordt verbonden aan alle vakken betekent het gevoel hebben dat leerlingen bekender dit dat alle docenten zich moeten bekwamen in mediawijsheid, zijn met nieuwe media dan zijzelf. Ook zijn er docenten die zich afvragen wat het nut is met name de kunstvakdocenten. van media-educatie. Niet alle docenten zijn Wat heb je als docent nodig om media-educatie vorm te van het belang ervan doordrongen. geven? Hoe integreer je het in je dagelijkse lespraktijk? Hoe Sommigen vinden dat media-educatie een ga je om met beperkingen van een systeem (gemis aan onderdeel dient te zijn van hun eigen apparatuur, ICT-systeem, tijd, ruimte, etc). Veel docenten moeten nog leren omgaan met nieuwe media. In lessen. Nederland zijn docenten daartoe niet verplicht en is onderwijs De rol van de leerkracht is aan het veranderen. De docent is, in tegenstelling in de omgang met nieuwe media nog niet ingebed in het tot vroeger, niet slechts een programma van de lerarenopleidingen. Sinds afgelopen jaar kennisleverancier, maar vooral een coach. wordt wel steeds meer geïnvesteerd in het ontwikkelen van 27 mediabekwaamheid bij studenten aan docentenopleidingen .
26
Volgend jaar start het ROC Mondriaan met een specialisatie mediawijsheid voor onderwijsassistenten. Deze specialisatie is ontstaan nadat de scholen er om hadden gevraagd. Ze wilden meer met media en ICT. Leerlingen die worden opgeleid tot onderwijsassistent krijgen: informatievaardigheden, gebruik van media en gebruik van media als didactisch middel. Alle leerlingen van het ROC Mondriaan krijgen vijf weken lang anderhalf uur per week een soort media snuffeltraining. Tijdens deze training kunnen zij kort 'ruiken' aan media. Daarna kunnen zij kiezen voor de specialisatie. 27 Er worden steeds meer programma's gemaakt op pabo's en hogescholen om toekomstige docenten beter toe te rusten voor media-educatie. De meeste van deze projecten staan nog in de kinderschoenen, maar een start is gemaakt. 28 Bron: Remco Pijpers, 12.11.2008. 13
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Media-educatie en mediawijsheid volgens de experts
Foto: Gerlinde de Geus
Het ‘leren’ verandert en daardoor het onderwijs. ‘Je hoeft niet • Er bewust van zijn dat in een creatief proces meerdere oplossingen (keuzen) alles te weten om kennis te begeleiden/ genereren’, zegt ook mogelijk zijn en leerlingen hierin Martine Verstraete. Het gaat meer om coachen dan om begeleiden. kennisoverdracht pur sang. • Een (kunst)docent moet globaal gebruik kunnen maken van de techniek Voor media-educatie is nogal wat nodig: (photoshop e.d., website bouwen, filmpje • Inlevingsvermogen in de belevingswereld van de leerlingen. maken e.d.). • Het vermogen om goede vragen te stellen en actief te • Vermogen te reflecteren op actueel werk, luisteren. eigen werk en werk van anderen. • De capaciteit om ‘kritisch bewustzijn’ bij leerlingen te • Belangstelling voor (actuele) kunst en stimuleren. ontwikkelingen binnen de kunst. • Ruimte in het lesprogramma om mediawijsheid een plek te • Vermogen leerlingen te coachen. geven. • Begeleiding bij het verbinden van mediawijsheid aan de dagelijkse lespraktijk. • Het verkrijgen van inzicht in wat een goed audiovisueel product is. • Op de hoogte zijn van wat er speelt in medialand, • In staat zijn leerlingen aan het denken te zetten over bepaalde onderwerpen. • Leerlingen stimuleren om zelf na te denken hoe zij bepaalde onderwerpen kunnen verbeelden (visualiseren) en realiseren.
Cinekid
14
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen 4.1 DE KENNISKRINGEN Mocca heeft drie bijeenkomsten georganiseerd over mediaeducatie, met docenten in het primair onderwijs, met docenten in het voortgezet onderwijs en met cultuuraanbieders van media-educatieve projecten. Tijdens deze bijeenkomsten is aan de hand van de volgende stellingen gesproken over media-educatie: • media-educatie is geen onderdeel van kunsteducatie • actuele media-educatie moet zich alleen richten op artistieke kwaliteiten • media-educatie moet vooral buitenschools plaatsvinden In de bijeenkomsten met de docenten is ook gekeken welke invulling zij willen geven aan media-educatie binnen het curriculum van een ‘denkbeeldige school’. In de bijeenkomst met de cultuuraanbieders is ook gesproken over randvoorwaarden voor het uitvoeren van projecten en over de vraag wat zij van scholen en van Mocca verwachten. Media-educatie is geen onderdeel van kunsteducatie De meerderheid van de deelnemers aan de verschillende bijeenkomsten ziet media-educatie als een ruimer begrip dan kunsteducatie. Media-educatie kan onderdeel uitmaken van cultuureducatie, maar dat hoeft niet. Veel hangt af van de doelstelling, de intentie en de invulling. Aan media-educatie kan vorm worden gegeven binnen de kunstvakken, maar zij kan ook worden ingebed in andere vakken, zoals maatschappijleer, geschiedenis, filosofie etc. Media-educatie als onderdeel van kunsteducatie bevat de volgende elementen: • verbonden aan een creatief proces • niet alleen beschouwend maar ook makend/ producerend • plaatsbaar binnen een kunstbeschouwende context • stimuleren van bewust kijken • reflecteren • het gaat om beeldvorming door middel van media • het gaat om betekenis geven aan beeld • het gaat om het leren herkennen van de constructie achter een beeld
29 30 31
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Docenten PO, 18 februari 2009. Docenten VO, 19 maart 2009. 15
‘Het mediawijsheidsbegrip moet niet verward worden met media-educatie, kunsteducatie of met zelfs mediakunst. Cultuureducatie verband houdend met media-educatie heeft twee kanten. Aan de ene kant is media-educatie een onderdeel van kunsteducatie. Aan de andere kant is media-educatie een vorm van educatie waarbij media een tool is en gebruikt wordt als middel om mediawijsheid te genereren. Men kan heel veel doen met media-educatie om zo mediawijze personen te creëren, maar dat is niet altijd (media)kunst’29. ‘Media-educatie is een onderdeel van kunsteducatie. Het is niet een op zichzelf staand iets maar overlapt elkaar en raakt elkaar. Het een staat niet apart van het ander en is niet minder belangrijk dan het ander’30. ‘Media-educatie kan je ook in andere vakken behandelen, bijvoorbeeld bij maatschappijleer. Dat zullen ze trouwens ook wel doen, hoe ga je om met propaganda, Irakoorlog etc., maar dan zit er geen kunst in. Er zit eigenlijk een soort overlap in, een maatschappelijk deel en een kunstdeel en soms overlappen die elkaar‘31. In de bijeenkomst van Mocca met de cultuuraanbieders vergelijken sommige aanbieders media-educatie met leren lezen en mediakunst met literatuur. De cultuuraanbieders zien het als hun taak om media-educatieve projecten aan te bieden op scholen, en zo scholen te helpen hun leerlingen mediawijs te maken.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen Media-educatie gaat volgens de aanwezigen inhoudelijk over het volgende: leerlingen moeten een kritisch bewustzijn ontwikkelen dat hen in staat stelt beeld grondig te analyseren; zij moeten eigenhandig leren produceren en achteraf reflecteren. Het lezen van teksten op de juiste manier, zowel online als op papier, is volgens sommige aanbieders ook een manier om mediawijs te worden. Zo leren scholieren al op jonge leeftijd de juiste (internet)bronnen op de juiste wijze te raadplegen. Ook inhoudelijk heeft media-educatie meerdere facetten. Er zijn veel raakvlakken met kunsteducatie, maar vaak heeft media-educatie niets met kunsteducatie te maken. Zelf produceren van media is een vereiste voor mediaeducatie als onderdeel van cultuureducatie. Produceren wordt door de docenten in het primair onderwijs ook gezien als een van de belangrijke vaardigheden waaraan media-educatie bijdraagt. Film wordt bijvoorbeeld vaak ter illustratie van een onderwerp gebruikt. ‘Een filmpje over pesten in een les over pesten is geen mediaeducatie’. Pas als leerlingen zelf produceren en creëren, zullen zij media daadwerkelijk begrijpen. Bewust kijken is ook een van de vaardigheden. Een aantal leerkrachten in het basisonderwijs denkt dat zij de hulp van een professional nodig hebben, om dit aan de leerlingen uit te leggen. Enkelen menen echter dat leerkrachten ook samen met de kinderen kunnen leren kijken. Kinderen maken foto’s zoals hun ouders dat doen. Met een digitale camera maken zij hier en daar snapshots. Als docent kun je daarop inspelen door in te tekenen op een fotografieproject. ‘Je kunt ze gericht leren kijken. Leren kijken naar wat ze fotograferen, hoe ze het fotograferen en waarom je dat op die manier zou doen’32. ‘Elk vak is meer en meer tegenwoordig met beelden bezig, omdat de wereld gewoon meer en meer uit beelden gaat bestaan, dus ik vind dat elk vak zich leent voor mediaeducatie en dat gaat ook steeds een belangrijkere rol spelen, maar bij kunsteducatie is het misschien wat logischer’33.
32 33 34
Docenten PO, 18 februari 2009. Docenten VO, 19 maart 2009. Docenten VO, 19 maart 2009. 16
‘‘Er wordt zelden op school aandacht besteed in de les aan de media zelf. Ook onder media-educatie wordt snel het gebruik van middelen, de apparatuur, de vormtaal verstaan. En dat gaat vrij makkelijk. We kunnen allemaal een vak bedenken waar we gewoon het gebruik van film, audio en beeld en dergelijke kunnen invoegen. Maar een vak waar de media zelf centraal staan is ingewikkelder en snel abstracter’34. Aanbieders opperen dat het een kwestie van wennen en van tijd is, voordat mediaeducatie ingebed zal zijn in het onderwijs. Je kunt het vergelijken met de inbedding van de boekdrukkunst. Er is een nieuw medium en men weet nog niet precies hoe dit nieuwe medium op een positieve manier kan worden ingezet. Aan leerlingen zou men kunnen meegeven dat media een tool zijn waarmee zij hun mening aan het grote publiek kenbaar kunnen maken. President Obama hield tijdens zijn campagne speeches via You Tube. Leerlingen moeten hieruit kunnen opmaken dat zij media ook zelf op een positieve manier kunnen inzetten om hun mening te ventileren. Bij media-educatie hoort ook het beoordelen van informatie of het beheren van de knoppen (zogenoemde ‘knoppenkunde’). Sommigen menen dat een leerling zich niet met de ontwerpkant van media-educatie hoeft bezig te houden om mediawijs te zijn of te worden. Anderen vinden zelf produceren een van de belangrijkste aspecten van media-educatie.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen Actuele media-educatie moet zich alleen richten op artistieke kwaliteiten De meerderheid van de docenten en aanbieders is het er over eens dat media-educatie zich moet richten op vaardigheden en artistieke kwaliteiten. ‘Het een kan niet zonder het ander’. Alleen over de vraag wat precies een vaardigheid is en wat een artistieke kwaliteit wordt verschillend gedacht. De meerderheid van de aanbieders vindt dat vaardigheden en artistieke kwaliteiten bij elkaar horen. Je kunt vaardigheden en artistieke kwaliteiten niet los van elkaar zien, want om een mediaproduct te vervaardigen zijn uiteindelijk artistieke kwaliteiten nodig. Bijvoorbeeld “vaardig in het neerzetten van de camera, maar artistiek in hoe je de set belicht”35.
toepassen bij maatschappijleer, bij geschiedenis, bij aardrijkskunde. Net zo moeten ze leren een PowerPointpresentatie te kunnen maken. Maar ik zou echt gruwelen als alle vaardigheidsdingen binnen de kunstvakken zouden vallen”38. Docenten van verschillende vakgebieden zouden leerlingen deze vaardigheden zelf moeten bijbrengen.
De kunstvakdocenten in het voortgezet onderwijs rekenen zowel het begeleiden van het creatieve proces als het ontwikkelen van aan media-educatie gerelateerde artistieke kwaliteiten tot hun deskundigheid. Toch hebben sommige aanbieders moeite met deze stelling. Zij De docenten in het basisonderwijs vinden dat leerkrachten soms te veel aandacht vinden dat media-educatie meer behelst dan alleen het ontwikkelen van artistieke kwaliteiten of vaardigheden. Media- besteden aan de technische vaardigheden. Alle docenten zijn het er over eens dat educatie moet gericht zijn op het bevorderen van kritisch ontwikkelingen op mediagebied steeds bewustzijn. Daar is niet altijd artisticiteit voor nodig. sneller gaan, waardoor het soms moeilijk is “Bij het vergelijken van teksten uit verschillende om ze bij te houden en geschikte bijscholing nieuwsbronnen gaat het in eerste instantie niet om het te vinden. ontwikkelen van artistieke kwaliteiten maar om het kritisch kunnen vergelijken van nieuwsmedia of om het analyseren van Leerlingen groeien op in een beeldencultuur, ze produceren makkelijk beelden en maken teksten. Deze basisvaardigheden kunnen gezien worden als gebruik van bestaande beelden. Voor artistieke kwaliteiten, zeker als je gaat kijken naar bepaalde docenten is het soms moeilijk in te schatten uitdrukkingsvaardigheden (bij bijvoorbeeld het schrijven van op welk niveau op het gebied van mediaeen tekst, of het op een bepaalde manier uiten van een educatie leerlingen zich bevinden. mening, denk aan een recensie voor een krant), maar het hoeft niet”36. ‘Op school buigen we ons nog over hoe veel camera’s we op school moeten aanschaffen Sommigen menen wel dat als scholieren bepaalde en leerlingen halen net zo makkelijk hun basisvaardigheden snel oppakken, je hen daarna kunt telefoon uit hun zak en maken een foto, aanspreken op hun artistieke kwaliteiten. Die twee samen mailen deze en gaan er mee aan de slag. Op zouden “een leuke mix vormen”. “Als je mensen aanzet tot welk niveau steek je je educatie in en wat is zelf creëren naast snappen hoe de knopjes werken, dan je doel, dat vindt ik wel lastig om altijd aan worden zij warm van binnen”37. ‘Knoppenkunde’, op zichzelf staand, zou je kunnen vergelijken met het vasthouden van een te kunnen voelen, omdat het soms heel snel gaat. En aan de andere kant denk ik: dat pen. Het gaat daarbij om basisvaardigheden om verder te kunnen ze nog helemaal niet. Inhoudelijk leren creëren of produceren. iets over een beeld zeggen of een beeld sterker maken. Maar het is bewustwording, Er zijn aanbieders die menen dat leerlingen “skills moeten wat kan je er voor jezelf mee en wat leren om bijvoorbeeld een video te monteren. Dat kunnen ze betekent het?’39.
35 36 37
38
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Cultuuraanbieders, 26 november 2008.
39
17
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Docenten VO, 19 maart 2009.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen “Wat ik denk is dat als we in die vaardigheden blijven hangen, dan zouden die leerlingen het ons beter kunnen leren. Dat monteren van die films dat hebben ze zo door, dat is een uur en je bent klaar met die montage, maar op het moment dat je laat zien hoe je met die beelden kunt manipuleren en hoe je kunt spelen en hoe je andere effecten krijgt op de kijker, dan wordt het natuurlijk pas echt interessant en daar kun je ze wel nog een heleboel in bijbrengen (…) vaardigheden vallen onder het leren omgaan met die techniek, maar de effecten die je daarmee bewerkstelligt, dat zijn artistieke kwaliteiten volgens mij”40. Leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat het geven van betekenis aan informatie belangrijker is dan het zoeken naar die informatie. Bij betekenisgeving hoort ook ‘kritisch leren kijken’. Of kritisch kijken een artistieke vaardigheid is, blijft in het midden. “Bij informatievaardigheden is de betekenisgeving een heel belangrijk aspect, informatie zoeken is niet het belangrijkste”. “Media-educatie is niet wezenlijk anders dan wat je al doet op school op andere vlakken, de kerntaak van de leraar is immers onderwijzen in betekenis geven aan informatie”. Kinderen kunnen een heleboel dingen al goed, maar men moet ze niet overschatten41 42. Op de vraag of leerkrachten samen met hun leerlingen na afloop ook evalueren of reflecteren hebben de docenten uit het primair onderwijs het volgende te zeggen: “Mediaeducatie kan door middel van reflectie naar een hoger level getrokken worden, om op die manier de artistieke kwaliteiten van leerlingen te stimuleren”. Het is erg belangrijk te reflecteren met leerlingen, want de kinderen moeten leren
40
kritisch en bewust te kijken. Het geven van een eindbeoordeling hoort daar niet bij, want dit stimuleert de creativiteit van de leerlingen niet. Bovendien, “wat kunst is voor de een is nog geen kunst voor de ander, en verschillende werken kunnen op verschillende kinderen verschillende effecten teweeg brengen”43. Met betrekking tot kunstgerelateerde projecten zijn leerkrachten het erover eens dat een eindbeoordeling niet wenselijk is44. Evaluatie en reflectie zijn echter wel heel belangrijk. Een van de docenten in het voortgezet onderwijs volgt momenteel de opleiding tot mediacoach. Studenten aan deze opleiding werken aan het ontwikkelen van inzicht in media en aan de mogelijkheden om media in te zetten. Zij werken ook aan het ontwikkelen van beleid en activiteiten, met als doel het verbeteren van de mediawijsheid van de jeugd, de collega’s, ouders en andere doelgroepen. De opleiding gaat ervan uit dat er in media-educatie vier fasen kunnen worden onderscheiden: bewustzijn, begrip, attitude en gedrag.
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Docenten PO, 18 februari 2009. 42 Een enkele school kiest ervoor om vanuit vastgesteld ICT-beleid een team van ouders te begeleiden in het verbeteren van hun eigen ICT-kwaliteiten. Dit team kan op zijn beurt op school meewerken aan de begeleiding van leerlingen bij het ontwikkelen van hun technische vaardigheden. Zo kan de school met media-educatie meer aandacht schenken aan het ontwikkelen van artistieke kwaliteiten of bepaalde online gedragscodes bij leerlingen. De meeste andere leerkrachten reageren enthousiast op dit praktijkvoorbeeld, maar zijn bang dat zij zelf te weinig weten van technische vaardigheden om ouders of leerlingen hierin te begeleiden. Zij zouden graag hulp krijgen van een professional. (Docenten PO, 18 februari 2009). 43 Men werkt soms wel met een klein evaluatieformulier dat de kinderen meteen na afloop van een project zelf moeten invullen, zodat zij elkaar niet napraten. Een andere docent koppelt met betrekking tot technische vaardigheden, zoals e-mails leren schrijven, wel een eindbeoordeling aan de opdracht. Het schrijven van een e-mail is immers een taalopdracht. Docenten PO, 18 februari 2009. 44 Een van de docenten koppelt met betrekking tot technische vaardigheden, zoals emails leren schrijven, wel een eindbeoordeling aan de opdracht. 41
18
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen Media-educatie moet vooral buitenschools plaatsvinden Deze stelling gaat vooral over ‘verankering’. Het is moeilijk media-educatie te verankeren in het onderwijs. De vraag die rijst is of wij wel moeten willen dat media-educatie jongeren via de school moet bereiken, misschien zijn er andere wegen.
Docenten zien de volgende voordelen als hun school deelneemt aan buitenschoolse activiteiten en aan projecten van cultuuraanbieders van buiten de school: • Leerkrachten kunnen taken uitbesteden De meeste cultuuraanbieders en docenten vinden dat mediaaan de professional, bijvoorbeeld educatie wel via schoolkanalen onderwezen moet worden. De informatievaardigheden. “Je kunt als docenten vinden met name de combinatie binnenschoolsdocent niet alle vaardigheden in huis buitenschools interessant. Tevens vinden zij het belangrijk dat hebben”. er aanbod van buiten de school wordt binnengehaald. Wel • Leerlingen nemen kennis van een andere vinden vooral de docenten uit het voortgezet onderwijs het visie. “Als beeldend docent breng je toch lastig dat een project niet voor meerdere jaren kan worden vaak je eigen visie op ze over”, is de ingezet. De vluchtigheid van het aanbod van buiten maakt ervaring van de docenten. “De bredere plannen en verankeren binnen school lastig. De continuïteit blik, buiten de school kun je toch meer van het aanbod is volgens de docenten gewaarborgd als een laten zien”. project ‘ingebed’ in het curriculum doorloopt. Bij inroostering • De kinderen komen eindelijk eens een moet daarvoor ruimte worden gereserveerd. keer op een werkvloer. Zij zien dan pas De meerderheid van de docenten in het primair onderwijs hoe het er in praktijk aan toe gaat. “Dat vindt het belangrijk dat aan media-educatieve projecten wordt is een ervaring”. gewerkt aan de hand van een leerlijn. Een doorlopende leerlijn • Voor veel kinderen is het een uitje om werkt beter. Gebleken is, meent een van de leerkrachten, dat naar het centrum te gaan. “Het werkt “het proces dat docenten doorlopen om tot die leerlijn te motiverend”. komen al erg nuttig is. Een ieder voelt zich op die manier betrokken bij het maken van het beleid en wordt automatisch De docenten uit het primair onderwijs geven enthousiast om er op een of andere manier binnen zijn lessen ook aan dat ICT en cultuur op school veel mee aan de slag te gaan”45. meer met elkaar verbonden zouden moeten zijn. “Het mooiste zou zijn als cultuur en ICT ‘Ik wil dingen in school hangen, zelf dingen voorbereiden en ik in elkaar grijpen en er een lijn zou zitten in wat men aan media-educatie op school wil met leerlingen naar buiten. Met CKV hebben we doet”. Docenten menen dat zij nog veel meegedaan aan de FOAM-mobiel. Probleem van buitenschool moeten doen en leren om dit te naar binnen halen is de vluchtigheid van het aanbod. Veel verwezenlijken. Het proces vergt tijd, aanbod is maar voor een jaar. Ik wil graag dat het voor bijvoorbeeld vijf jaar is, je moet ergens op kunnen bouwen. Nu geduld en samenwerking. De docenten zijn het erover eens dat concrete voorbeelden moet ik voor elk ding onderhandelen met bijvoorbeeld de en projecten de lesstof van veel vakken schoolleiding over lesuitval. Als ze nou zouden zeggen, dit verduidelijken en dat je leerlingen er aanbod is voor vijf jaar zeker, dan bouw je een gedegen makkelijker door mee krijgt. lesaanbod op. En dat is nu zeldzaam. Meer praktisch zou ik ook graag met de leerlingen naar bijvoorbeeld Open Studio gaan. Die bieden heel goedkoop cursussen aan als photoshop en dergelijke. Dat kan je dan uitbesteden, maar dan zit je gelijk weer vast in een stramien als hoe doe je dat in het rooster, wat kost het, etc. Dus er is veel wil, maar het loopt vaak vast op praktische zaken’46.
45 46
Docenten PO, 18 februari 2009. Docenten VO, 19 maart 2009. 19
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen Doordat scholen media-educatie niet direct integreren in hun curricula laten zij volgens de aanbieders kansen liggen. De aanbieders signaleren obstakels die het opnemen van mediaeducatie in de curricula bemoeilijken. Niet elke leerkracht is bijvoorbeeld even vaardig op het gebied van media-educatie en de faciliteiten op school zijn vaak niet optimaal, roosters liggen erg vast en het komt regelmatig voor dat de school geen geld heeft.
Allen zijn het er over eens dat de school niet de enige plek is om mediawijs te worden. “Media-educatie kan buitenschools plaatsvinden, maar moet gewoon op school gebeuren”49.
Foto: Karina Bogaerds
De snelheid van de ontwikkelingen op technologisch vlak en de veranderlijkheid van de nieuwe technologie vereisen dat Volgens de aanbieders zouden veel kunstdocenten heel goed media-educatie in de onderwijscurricula medialessen kunnen geven. “Bij medialessen gaat het over wordt opgenomen. Kinderen brengen nu dezelfde begrippen als bij kunstlessen, alleen wordt dit vaak eenmaal veel tijd op school door. “In de niet zo gezien (…). Ze hanteren twee compleet verschillende nieuwe 3D-wereld hebben we sociale begrippen, beeldscherm en kunst, maar deze moeten vaardigheden nodig, het gaat over samengebracht worden, zodat medialessen ook binnen de menselijke interacties op het gebied van kunstvakken kunnen worden gegeven”47. communicatie”50, en de school is een onmisbare speler als het gaat om de Aanbieders merken op dat veel docenten niet weten wat een ontwikkeling van sociale vaardigheden bij videokunstenaar doet. “Als het gaat over kunst, denken kinderen. Bovendien leren kinderen op docenten niet vaak aan mediakunst. Men is stomverbaasd over school hoe zij deel kunnen uitmaken van de abstract videowerk (…) abstracte schilderijen zijn algemeen samenleving. Ze hebben vaardigheden nodig geaccepteerd als kunst. Van videokunstenaars wordt niet om later optimaal te functioneren in de begrepen dat ze een ander middel hebben gekozen om maatschappij. abstracte kunst te maken”48. “Het is niet meer de leerkracht die alles weet en overdraagt, maar de leerkracht die verschillende leerstrategieën aanreikt” 51.
Digital Playground 47 48 49
50
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Cultuuraanbieders, 26 november 2008.
51
20
Cultuuraanbieders, 26 november 2008. Cultuuraanbieders, 26 november 2008.
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen 4.2 DE IDEALE SITUATIE
Als een leerling van school komt, moet hij Tijdens de bijeenkomsten is aan de docenten uit het primair en een aantal basisvaardigheden beheersen. voortgezet onderwijs gevraagd hoe zij invulling zouden willen Ten eerste vinden de aanwezigen dat leerlingen na het doorlopen van het primair geven aan media-educatie binnen het curriculum van een onderwijs geleerd moeten hebben om ‘denkbeeldige school’. ‘kritisch te kijken’. Ten tweede dat leerlingen zelf media moeten kunnen Een mediaprofiel voor een basisschool produceren. Ten derde vinden zij het De leerkrachten in het basisonderwijs verschillen vaak van belangrijk dat leerlingen betekenis kunnen visie, afhankelijk van het type onderwijs van hun school. De geven aan informatie. Tot slot vinden zij het meeste aanwezigen zijn het er over eens dat media-educatie van belang om leerlingen weerbaar te geen apart vak is, maar vakoverstijgend moet worden verweven in de reguliere vakken. Wel is er een verschil tussen maken. Weerbaar maken betekent voor de scholen die thematisch en scholen die methodisch werken. De leerkrachten niet dat leerlingen niet methodische werkwijze kan belemmerend werken, omdat een blootgesteld mogen worden aan de mogelijke gevaren van media, bijvoorbeeld docent daarbij alles wat gedaan wordt op media-educatief aan de gevaren van internet, maar dat zij gebied moet inpassen in de lesprogramma’s en gebruikte methoden. Een groot voordeel van de methodische werkwijze leren ermee om te gaan. Iedereen is het er over eens dat het thema ‘gevaar’ moet is echter dat er gemakkelijker een doorlopende leerlijn door worden behandeld, maar dat het niet de de opeenvolgende klassen kan worden gevolgd. hoofdtoon mag voeren. De aanwezigen vinden het van belang dat kinderen kritisch De docenten zijn het er in meerderheid over eens dat in een leren analyseren. ‘Door middel van kritisch school met een mediaprofiel de nadruk moet liggen op analyseren leren kinderen de gevaren mediawijsheid, media-educatie en bewustwording. inschatten voor wat ze zijn en kunnen ze Vaardigheden die leerlingen moeten beheersen liggen op het productieve, analyserende en artistieke vlak. Ook de attitude eigenhandig een mening hierover vormen”. van waaruit je produceert, analyseert of creëert is een Media-educatie omvat voor de docenten onmisbare factor om een leerling mediawijs te maken. ‘Attitude volgt na de bewustwording, want je gaat eerst dingen waarmee is gesproken zowel de laten zien en laten aandragen en dan pas kunnen de leerlingen ontwikkeling van artistieke kwaliteiten als het aanleren van technische vaardigheden. een attitude vormen om te produceren’. Als leerkracht moet je je niet richten op de gevaren van mediagebruik. ‘Leerlingen vinden het toch wel, ook al zeg je ze dat het gevaarlijk is, sterker nog, daar wordt het alleen maar interessanter van.’ De aanwezigen vinden dat leerkrachten leerlingen bewust moeten maken. Door bewustmaking leren leerlingen zelf hun keuzes te maken. De leerkrachten zien dat als een van hun kerntaken.
21
Een positief effect van media-educatie is volgens de aanwezigen dat intensief mediagebruik samenwerking bevordert tussen de kinderen. Ook kunnen zij gemakkelijker hun mening uiten op de verschillende jongerenfora. Een ander voordeel is dat zij door nieuwe media nieuwe indrukken kunnen opdoen en toegang kunnen krijgen tot andere culturen en kunst. Bovendien bieden internetcommunities soms heel veilige werelden, waarin niemand weet wie je bent, waar je vandaan komt of wat je doet. Je kunt in de virtuele wereld een andere persoon zijn dan op het schoolplein, wat voor sommige
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
kinderen een voordeel is. Daardoor kunnen zij gemakkelijker vriendschappen sluiten dan bijvoorbeeld op het schoolplein. Leerlingen kunnen door het gebruik van nieuwe media via vrij toegankelijke kanalen ook hun talenten etaleren. ‘Het zijn gratis oefeningen sociale vaardigheid, als je het een keertje verkeerd doet, kan je opnieuw beginnen’. Docenten zijn er om leerlingen hierin te begeleiden.
Foto: Joek van Montfort
De Kenniskringen
Cinekid
Media-educatie kan goed geïntegreerd worden in het taalonderwijs. “Binnen het taalonderwijs kun je makkelijk verbindingen naar media maken. Men noemt mediawijsheid ook wel ‘visual literacy’ ofwel visuele geletterdheid. Schrijven is produceren, spreken is interpreteren en begrijpen is analyseren. Als je deze vaardigheden als leerling weet te beheersen dan spreek je taal, namelijk beeldtaal. Dan ben je mediawijs”. Docenten zien verder veel mogelijkheden om media-educatie te verbinden aan beeldende vorming en wereldoriëntatie. Het is grotendeels afhankelijk van de kwaliteit en de kundigheid van docenten of media-educatie daadwerkelijk en volledig wordt geïntegreerd in de bestaande vakken. De aanwezige leerkrachten denken dat de meeste docenten huiverig zijn hun vaste lesprogramma’s los te laten. Docenten doen overigens al veel aan media-educatie op school, maar zijn zich er niet altijd van bewust. Zij moeten dus aan hun bewustwording werken om media-educatie in het onderwijs te verankeren. Een school kan bijvoorbeeld studiedagen organiseren om het hele team te laten kijken naar wat de school al doet aan media-educatie. De onderlinge samenwerking moet optimaal zijn om media-educatie goed te integreren in het onderwijs. Op dit moment is de samenwerking tussen leerkrachten op scholen nog niet altijd optimaal. Dat is een verbeterpunt voor het onderwijs. Als iedereen zich bij een project betrokken voelt, motiveren docenten elkaar. Hier komt het idee van ‘teaminventarisatie’ dagen terug. Ook vinden leerkrachten het soms moeilijk ontwikkelingen in nieuwe media bij te houden.
22
Een mediaprofiel voor een school voor voortgezet onderwijs De aanwezige docenten werkten samen om het mediaprofiel voor een denkbeeldige school neer te zetten. Men is het erover eens dat in de ideale situatie geen rooster wordt gehanteerd. Het staat leerkrachten vrij hun tijd in te delen hoe zij willen. Omdat leerlingen wel aan de eindexameneisen moeten voldoen, stelt een aantal docenten voor om toch een paar uur roostermatig te werken. In de ideale school wordt het onderwijs aan de leerlingen aangeboden in projectmodules. Deze hoeven niet per definitie vakoverstijgend te zijn. Leerkrachten werken vanuit een ‘mediawijsheidteam’. Dit team bestaat idealiter uit een kunstdocent, een taaldocent en een docent filosofie of maatschappijleer, “mensen die graag met groepen praten en leerlingen vragen stellen”. De kwaliteiten van deze docenten op het gebied van mediawijsheid komen in een dergelijke samenstelling goed tot hun recht. Enkele docenten menen echter dat het, afhankelijk van de inhoud van het
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen er ook een netwerkprobleem. Vaak is het netwerk té beveiligd en kunnen programma’s niet worden gedownload of kunnen websites niet worden geopend, waardoor het werk van de aanbieder wordt bemoeilijkt. Dit leidt tot de vraag of de In projectmodules werken vereist een bepaalde structuur. Een aanbieders hun eigen materiaal, zoals aanwezige stelt voor om elk ‘mediawijsheidteam’ volgens een laptops, moeten meenemen. Onderling zijn vaststaand stappenplan leerlingen mediavaardigheden te laten de aanbieders het daar niet over eens. De ene aanbieder vindt dat je met elk middel in bijbrengen. de school zou moeten kunnen werken, de ander heeft er geen bezwaar tegen om Leerkrachten hebben behoefte aan scholing op mediaeigen materialen mee te nemen. Iedereen is educatief gebied. Zij hebben specifieke en ook praktische kennis nodig om media-educatie optimaal te verankeren in het het erover eens dat het zowel voor de school als voor de aanbieder belangrijk is onderwijs. “Iemand moet mij bijpraten, ik zoek nog naar de dat de school beschikt over netwerk en ICTdialoog”. Dit kan ook door het houden van functionaliteit. Overigens beschikken intervisiegesprekken met collega’s. Een van de aanwezigen scholen voor voortgezet onderwijs vaak rondt momenteel de Nationale Opleiding MediaCoach af. over meer materialen dan scholen voor Tijdens deze opleiding praten de deelnemers veel met elkaar praten over verankering van media-educatie. Hierdoor zijn zij primair onderwijs. goed op de hoogte van het medialandschap waarin de Een tweede aandachtspunt is de docent. De leerlingen zich begeven. De docenten zijn het er echter niet gemiddelde leerkracht heeft vaak geen over eens of deze opleiding aansluit bij hun behoeften. theoretische kennis over media-educatie. Er Zowel havo- en vwo-leerlingen als vmbo-leerlingen reflecteren zijn aanbieders die dit een groot probleem vinden. Andere aanbieders menen echter op uitgevoerde projecten. De meerderheid vindt dat de dat docenten geen theoretische kennis kunstdocenten meer en beter reflecteren met hun leerlingen nodig hebben, omdat zij deze zelf kunnen dan andere vakleerkrachten. De kinderen reflecteren op hun inbrengen. De aanbieders signaleren dat eigen werk, maar ook op dat van hun klasgenoten. docenten het vaak te druk hebben met het afwerken van hun reguliere curriculum. Afsluitend is men het erover eens dat een goede werkplaats Docenten klagen er volgens de aanbieders onmisbaar is in de ideale school. over dat zij het ‘al zo druk hebben’, en dat ‘het boek uit moet’. Scholen zitten Randvoorwaarden voor media-educatieve projecten van gevangen in structuren en hebben een vast cultuuraanbieders tijdsbestek. Door hoge werkdruk zijn Met de aanbieders is besproken wat zij verwachten van leerkrachten niet direct gemotiveerd om scholen in het primair en voortgezet onderwijs en wat zij zich nog met iets extra’s bezig te houden. nodig hebben om hun projecten goed uit te voeren. De aanbieders kwamen met tips, aanbevelingen en adviezen over Een oplossing zou een urenvergoeding voor wat er beter kan op school op het gebied van media-educatie. het extra werk kunnen zijn. Als de schooldirectie leraren daarmee steunt, zijn zij ook gemotiveerder. Uiteraard zijn er ook Een eerste aandachtspunt is volgens de aanbieders het bevlogen, enthousiaste leerkrachten. tekortschieten van ICT-voorzieningen op scholen. Computerlokalen zijn vaak verouderd en er is geen ICT’er op school. Voor de aanbieders kan het gebrek aan ICTvoorzieningen als een hobbel op hun weg liggen. Bovendien is project, verrassender is om telkens in verschillende samenstellingen te werken. “Steeds met een ander oog kijken, maar wel vanuit een gezamenlijk bedacht didactisch kader”. Docenten moeten wel op dezelfde wijze op het werk reflecteren.
23
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Kenniskringen Idealiter zou een media-educatief project moeten passen binnen het curriculum van een school. Aanbieders zien graag een context voor hun project. Zij denken hierbij aan doorlopende leerlijnen of aan een langetermijnvisie. Aanbieders komen graag op school met hun project, maar hun boodschap blijft het beste hangen bij de leerlingen als het niet een eenmalig project is.
kunnen vanuit dit standpunt bezien een ‘gidsfunctie’ vervullen. Dat betekent dat je “kritisch reflectief en technologisch inhoudelijk, als aanbieder, een mediatraject aanbiedt binnen het bestaande lespakket”.
Er doen zich twee problemen voor. Ten eerste het probleem dat mediatools snel opkomen, maar ook weer snel verouderen. Ten tweede het probleem van de ‘onwillige leerkracht’. De leerkracht kan door de aanbieders via “zijn vakinhoud verleid worden om nieuwe technologie te gebruiken”. Aanbieders
Sommige aanbieders menen dat het aan alle partijen ten goede zou komen als wij gezamenlijk van de verwarrende terminologie zouden afstappen. Dat voorkomt een hoop verwarring.
Foto: Mirna Ligthart
De aanbieders zien voor zich dat Mocca al het lesmateriaal bundelt in een soort ‘modulaire reisplanner’, waarin alle actieve Aanbieders vinden media-educatie vakoverstijgend. Als docenten media zien als een tool, kan media-educatie binnen en passieve vaardigheden waarover zij moeten beschikken worden uitgediept. elk vak worden ingezet en blijft ze niet beperkt tot de Hierin zouden alle lesprogramma’s kunstvakken. Daar docenten de nieuwe technologie niet gerangschikt per onderwerp moeten worden blijken te kunnen gebruiken, zouden zij een andere dan de opgenomen, zodat zowel aanbieders als traditionele rol op zich kunnen nemen. De leerkracht moet “niet bang zijn te coachen”. Het gebruik van media als tool wil scholen er iets aan hebben. Aanbieders kunnen aan de hand van de reisplanner namelijk niet zeggen dat de onkundige leerkracht buitenspel wellicht eerder besluiten met elkaar samen wordt gezet. Sommige aanbieders denken dat het onderwijs te werken als blijkt dat zij met hun project momenteel verandert. Leerkrachten vinden het niet meer zo hetzelfde doel beogen. Dan kunnen zij erg als vroeger om iets van hun leerlingen te leren. gezamenlijk subsidies aanvragen en De cultuuraanbieders opperen het idee alle docenten ontvangen. Leerkrachten worden door vaardigheden mee te geven. Zij weten nog niet helemaal hoe samenwerking tussen de aanbieders hieraan vorm te geven. Het moet uit de leerkrachten zelf bovendien minder belast, omdat zij van komen. Als leerkrachten eenmaal een positieve ervaring minder kanten van informatie worden hebben gehad met het gebruik van bepaalde mediatools, voorzien. kunnen zij deze zelf aan hun collega’s doorgeven.
De frisse blik
24
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage I EXPERTS MEDIA-EDUCATIE 1. Cathy Brickwood - Virtueel Platform Sinds 1995 werkt Cathy Brickwood in Nederland doorgaans in de ‘nieuwe mediacultuur’-sector bij Virtueel Platform. Als programmamanager richt zij zich veelal op ‘e-culture’ in de erfgoedsector. 2. Frank Verveen - ROC Mondriaan Frank Verveen is pedagoog. Hij is werkzaam als projectmedewerker bij Educatieve Televisie (ETV). Daarnaast is hij docent aan het ROC Mondriaan in Den Haag. Hij zet zich in voor opname van media-educatie in het middelbaar beroepsonderwijs. 3. Remco Pijpers - Stichting Mijn Kind Online Remco Pijpers (1969) is specialist Jeugd en Media van KPN en de drijvende kracht achter de stichting Mijn Kind Online. Samen met Justine Pardoen (Ouders Online) onderzoekt en beschrijft hij de digitale jeugdcultuur. Hij is onder andere verantwoordelijk voor de Gouden @penstaart-verkiezing. 4. Emiel Heijnen – Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Emiel Heijnen is vanaf 2003 werkzaam als senior docent vakdidactiek aan de Academie voor Beeldende Vorming en de Masteropleiding Kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Daarnaast werkt hij als zelfstandig adviseur kunsteducatie voor verschillende instellingen en scholen. Hij behaalde zijn tweede- en eerstegraads bevoegdheid voor docent beeldende vorming aan de Fontys Hogeschool Sittard en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ooit begonnen als docent op een middelbare school in Den Haag, richt Emiel zich momenteel op het opleiden van mediawijze kunstdocenten. 5. Martine Verstraete - Beeld en Geluid Martine Verstraete is werkzaam op de afdeling educatie van Beeld en Geluid en is verantwoordelijk voor programma’s voor het primair onderwijs. Martine heeft Cultuurwetenschappen gestudeerd, de pabo afgerond en volgt nu de master Kunsteducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Zij heeft vier jaar les gegeven op een basisschool. 6. Marieke Hochstenbach – Creative Learning Lab, Waag Society Marieke Hochstenbach heeft zowel de pabo afgerond als onderwijskunde gestudeerd. Voorheen heeft zij bij TELEAC en bij het NIF gewerkt. Ook heeft zij enige tijd voor de klas gestaan. Op dit moment is zij werkzaam bij Creative Learning Lab. Het Creative Learning Lab stelt zich ten doel dat leerlingen zelf ‘leren creëren’. Technologie en creativiteit vallen zo samen. 7. Saranna Maureau - Stichting Breedband Onderwijs Amsterdam Saranna Maureau, lid van de stuurgroep BOA (Breedbandnetwerk Onderwijs Amsterdam) en voormalig portefeuillehouder Onderwijs in stadsdeel Amsterdam Oud-West, is een warm pleitbezorger voor de aanleg van een supersnel glasvezelnetwerk op alle Amsterdamse scholen. Zij heeft veel affiniteit met ICT en haar hart ligt bij het onderwijs.
25
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage I 8. Florine Wiebenga - Nederlands Instituut voor Filmeducatie Florine Wiebenga heeft Theater-, Film- en Televisiewetenschappen gestudeerd en studeert momenteel onderwijskunde. Zij is medewerker Educatie bij het NIF en verantwoordelijk voor het vernieuwingsproces van de didactische inhoud van materialen en activiteiten van het NIF. Ze werkt onder andere mee aan de Doorlopende Leerlijn ontwikkeld door het NIF en het Kohnstamm Instituut. 9. Jan Ensink - Cultuurnetwerk Jan Ensink is senior medewerker bij Cultuurnetwerk Nederland en kunsthistoricus. Hij is begonnen als docent aan de Academie voor Beeldende Vorming. Binnen Cultuurnetwerk houdt hij zich veelal bezig met nieuwe media. Zijn aandachtsgebied is media-educatie.
26
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage II DEELNEMERS KENNISKRING MEDIA-EDUCATIE Yannick van Balen Edutainment Nederland
Joek van Montfort XoTa
Cathy Brickwood Virtueel Platform
Sashi Murli Leerkracht PO
Kirsten Bouwmeester Leerkracht PO
Remco Pijpers Stichting Mijn Kind Online
Esther Daggelder Leerkracht PO
Frank de Roon Leerkracht VO
Jan Ensink Cultuurnetwerk Nederland
Fifi Schwarz Krant in de Klas
Jacqueline de Gruyter Multmedialab
Wendy Snaauw Leerkracht PO
Emiel Heijnen Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
Jeanet Snijders Leerkracht VO
Nathalie Hunting Leerkracht VO
Arijjan Verboon Digital Playground
Jeannette Jansen Hendriks Leerkracht VO
Martine Verstraete Beeld en Geluid Hilversum
Marieke Hochstenbach Creative Learning Lab, Waag Society
Frank Verveen ROC Mondriaan Den Haag
Michiel Koelink Mediakunstenaar
Lucas Westerbeek Stichting De frisse blik
Anouk Laverge Nederlands Instituut voor Mediakunst
Florine Wiebenga Nederlands Instituut voor Filmeducatie
Nico Markus Leerkracht VO Gabriel Maassen Leerkracht PO Saranna Maureau Stichting Breedband Onderwijs Amsterdam, BOA
27
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage III BELANGRIJKE WEBSITES http://www.boa-amsterdam.nl/nl/glas_in_de_klas/ Stichting Breedband Onderwijs Amsterdam (BOA) organiseert verschillende activiteiten in het kader van de voorlichting over en het stimuleren van het gebruik van de onderwijskundige mogelijkheden van het nieuwe netwerk. Als scholen zich hebben aangesloten op het breedbandnetwerk van BOA krijgen ze digilab en schooltvzender één jaar gratis. www.creativelearninglab.nl Creative Learning Lab is een expertisecentrum op het gebied van creativiteit, technologie en educatie. Creative Learning Lab inspireert en mobiliseert het onderwijs om meer gebruik te maken van digitale leermiddelen. Het laat onderwijskrachten ontdekken hoe zij effectief digitale middelen kunnen inzetten. Creative Learning Lab helpt onderwijskrachten ook hun kennis en vaardigheden op dit gebied te vergroten. www.digischool.nl/flash.html De Digitale School is een stichting die tot doel heeft leerlingen alternatieve leerwegen aan te bieden. Tevens ondersteunt zij leraren die deze leerwegen willen ontwikkelen en gebruiken. Daartoe heeft de stichting een educatieve website ontwikkeld die wordt onderhouden door ongeveer 35 docenten uit het primair en voortgezet onderwijs in heel Nederland. In Vaklokalen bieden deze docenten gratis digitaal lesmateriaal aan. www.ed-it.nu ED*IT ontsluit een enorme schat aan video’s, foto’s en achtergrondartikelen uit de collecties van archieven en musea. ED*IT is een initiatief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Docenten en leerlingen kunnen geschreven bronnen, filmpjes, televisieprogramma’s en foto’s online bekijken en bewerken tot werkstukken, presentaties en digitale lessen. http://education.mit.edu/drupal/ar Het MIT Teachers Education Program en The Education Arcade werken samen aan de ontwikkeling van ‘Augmented Reality’ simulaties. Het doel van dit project is om mensen te stimuleren gebruik te maken van games die realiteit en virtual reality combineren. www.educationarcade.org The Education Arcade (TEA) doet onderzoek naar educatieve games met een speels karakter. De onderzoeksen ontwikkelingsprojecten van TEA richten zich zowel op educatie in populaire games als op traditionele educatieve spellen. www.kennisnet.nl Kennisnet is het expertisecentrum op het gebied van ICT en onderwijs. Op de website staat veel informatie en lesmateriaal. http://www.krantindeklas.nl/ Stichting Krant in de Klas wil van jonge mensen kritische nieuwsconsumenten maken door hen via het onderwijs kranten te laten lezen. Daarom zet de stichting de krant in als lesinstrument in het onderwijs ter bevordering van taal- en leesvaardigheid, mediawijsheid en burgerschap. Zij doet dit zowel op papier als online. Het lesmateriaal is gratis te downloaden via de website.
28
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage III www.medialessen.nl Medialessen.nl is een initiatief van stichting Kennisnet, stichting Mijn Kind Online en de Vereniging Openbare Bibliotheken. De site is bestemd voor leraren die mediawijsheid in hun lessen willen integreren of apart in een les willen behandelen. Op deze site voor het primair en voortgezet onderwijs worden bestaande medialessen op één plek verzameld. Er staan medialessen van professionele organisaties op de site, maar ook van leraren zelf. Het aanbod is zeer gevarieerd: van een les over modellenprogramma’s op televisie tot lessen over beeldmanipulatie in kranten en publiceren op internet. www.mediawijsheid.nl Mediawijsheid.nl is een website van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie (NIF). Het NIF heeft samen met Digital Playground en Kunstgebouw/ Mediafabriek gewerkt aan een doorlopende leerlijn. De webapplicatie voor de leerlijn komt september 2009 online onder de naam: Mediawijsheid: Kern en Doel, doorlopende leerlijn voor media vaardigheden en bewustzijn. www.mediawijsheidexpertisecentrum.nl In het Mediawijsheid Expertisecentrum verbinden partijen zich rond een brede maatschappelijke visie op mediawijsheid en de daarbij behorende doelstellingen met betrekking tot de versterking van mediawijsheid in de samenleving. www.mediawijsheidinperspectief.nl Deze website van de Raad van Cultuur hoort bij het in 2008 uitgebrachte advies van de Raad: Mediawijsheid in perspectief. Op deze website vind je veel informatie over mediawijsheid, gepubliceerd door de Raad. www.mediawijsheidkaart.nl Mediawijsheidkaart.nl geeft een overzicht van initiatieven in Nederland op het gebied van mediawijsheid. De kaart is samengesteld op basis van een verkennend onderzoek dat Kennisland in 2007 heeft verricht in opdracht van de kwartiermakers van het Mediawijsheid Expertisecentrum. www.mediawijzer.net Mediawijzer.net is een online loket voor iedereen met vragen over media. Het loket is van het Mediawijsheid Expertisecentrum. Op de site worden verschillende thema’s behandeld. Het thema dat momenteel centraal staat is: ‘lekker beroemd’. Door internet krijgt iedereen de kans om een publiek imago te creëren. Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de valkuilen? Vanaf oktober 2009 gaat het volgende thema online: Wie Leert Wie. In dit thema staat kennisuitwisseling centraal. De thema’s worden afgesloten met een speciale krantuitgave van Kidsweek: Mediawijzer.net. www.mijnkindonline.nl De stichting Mijn Kind Online is een kennis- en adviescentrum over jeugd en (nieuwe) media. Het heeft tot doel meer inzicht te verschaffen in de mogelijkheden van nieuwe media en het bevorderen van een verantwoord gebruik ervan. Op de website staat veel informatie en lesmateriaal. www.mocca.nl Op de website van Mocca zijn veel projecten van aanbieders op het gebied van media-educatie opgenomen in de database met bijbehorende zoekmachine.
29
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage III www.pegionline.eu/nl/index/id/79 Biedt een soort kijkwijzer voor online spellen. www.picnicyoung.nl Picnic Young is een samenwerkingsverband tussen Waag Society, creative learning lab, Stichting Kennisnet en het SURFnet/ Kennisnet innovatieprogramma. Picnic Young is onderdeel van de internationale Picnic Cross Media week (www.picnicnetwork.org). Picnic Young wil nieuwe media en creatieve technologie ondersteunen en talent- en competentieontwikkeling stimuleren. http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/media/internetbronnen.doc/ Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) is het nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling. SLO geeft al dertig jaar inhoud aan leren en innovatie in de driehoek tussen overheid, wetenschap en onderwijspraktijk. SLO beschikt over expertise op het terrein van leerplannen: het omschrijven van doelen, inhoud en organisatie van leren. Internetbronnen en handige sites voor docenten zijn via deze link gemakkelijk op te zoeken. www.virtueelplatform.nl Het Virtueel Platform, het sectorinstituut voor e-cultuur, heeft een dossier aangelegd over mediawijsheid. Het Virtueel Platform richt zich op alle instellingen en bedrijven die e-cultuur willen gebruiken als motor voor innovatie. Het informeert, adviseert en organiseert inspirerende activiteiten op plekken waar mensen uit verschillende sectoren elkaar ontmoeten.
30
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage IV LITERATUUR Bakker, Mariet (2007). Film en nieuwe media. Amsterdam: Stichting Mocca. Bulletin Cultuur & School (2008). Scholieren Filmlab: hard werken aan een film, jezelf en elkaar. Utrecht: Redactiesecretariaat: Cultuurnetwerk Nederland: Bulletin Cultuur & School, november 2008. Bruggen van, Wietse (2008). Best Practice, Virtuele omgevingen in het onderwijs. Utrecht: Universiteit Utrecht in opdracht van Stichting Kennisnet innovatieprogramma (SURFnet). Cultuurnetwerk Nederland (2005). Zicht op …. Media-educatie en mediawijsheid, Achtergronden, literatuur, projecten en websites. Utrecht: Cultuurnetwerk. www.cultuurnetwerk.nl & http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/Publicaties/pdf/ZichtopMediaeducatie.pdf Cultuurnetwerk Nederland (2008). Mediawijsheid - literatuurselectie ter gelegenheid van de Mediawijsheid Markt 2008.Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. www.cultuurnetwewerk.nl Dubbelman, Teun, Smelik, Anneke, Wervers, Eeke (2005). Geletterd kijken, werken met beelden in de nieuwe onderbouw. Enschede: SLO. Gerrits, Antoine en Dam van, Ad (2006). Media-educatie, Good practices van media-educatie binnen de cultuurprofielschool. Onderdeel uit van ‘Cultuur leert Anders’ – projectbundel ‘Cultuurprofielscholen in het VO’. ’s Hertogenbosch: KPC Groep/ Begeleidingscommissie Cultuurprofielscholen. Heijnen, Emiel (2007). Media Connection, lessen van kunstdocenten en mediakunstenaars. Amsterdam: Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Huizenga, Jantine, Hordijk, Rinske en Lubsen, Astrid. De wereld als leeromgeving, speels en creatief gebruik van GPS en mobiele techniek in het onderwijs. Amsterdam: Creative Learning Lab en Instituut voor de Lerarenopleiding van de UVA. Utrecht: SURFnet bv. Zoetermeer: Kennisnet. Jansen, Sjaak en Dixhoorn van, Frank. Het kan: Mediawijsheid op school: leerplan audiovisuele vorming. Hilversum: Teleac NOT. Keller, Paul, Eijnden van der, Joanne en Steenhoven van den, Joeri (2008). Mediawijsheidkaart.nl, Onderzoeksverslag ‘Mediawijsheid Kaart’. Amsterdam: Stichting Nederland Kennisland. http://www.kennisland.nl/binaries/documenten/rapporten/080215verslag_mediawijsheid.pdf Kerngroep Mediawijsheid (2008). Concept Regeling Mediawijsheid, Expertisecentrum 2009. Versie 0.5, december 2008. Hilversum: Mediawijsheid Expertisecentrum. Klopfer, Eric, Osterweil Scot and Salen, Kate (2009), With contributions by Haas, Jason, Groff, Jennifer and Roy, Dan. Moving learning games forward, obstacles, opportunities & openness. Education Arcade Paper: http://education.mit.edu/papers/MovingLearningGamesForward_EdArcade.pdf
31
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage IV Klopfer, Eric, Osterweil Scot, Groff, Jennifer, Haas, Jason (2009). Using the technology today, in the classroom today, The instructional power digital games, social networking and simulations and how teachers can leverage them. Education Arcade Paper: http://education.mit.edu/papers/GamesSimsSocNets_EdArcade.pdf Kwartiermakersgroep Mediawijsheid (2008). Programma Mediawijsheid, De inrichting van een expertisecentrum voor Mediawijsheid. Meerjarenplan 2008-2010 en jaarplan: versienummer: 1.0 (14 maart 2008). Lenhart, Amanda, Madden, Mary, Macgill, Alexandra Rankin, Smith, Aaron (2007). Teens and Social Media. Washington: PEW Internet & American Life Project. www.pewinternet.org Madden, Mary (2008). The Internet & The Arts: How new technology affects old aesthetics. Washington: Pew Internet & American Life Project. www.pewinternet.org Nationale opleiding MediaCoach en Stichting Reclame Rakkers (2008). Evaluatierapport Nationale Opleiding MediaCoach. Amsterdam: NOMC/ Stichting Reclame Rakkers. Nordeman, Levien (2008). Mediawijsheid en de e-cultuursector, Naar nieuwe vormen van expressieve en reflectieve mediawijsheid. Virtueel Platform: http://www.virtueelplatform.nl/#2316 Oud, Will en Schoonenman, Judith (2006). Proeve van een Leerlijn Audiovisuele Media-educatie, Uitgangspunten en invulling. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Pijpers, Remco en Pardoen, Justine (2009). Next Level, Dossier over online spelletjes voor kinderen. Den Haag: Stichting Mijn Kind Online. www.mijnkindonline.nl & http://www.mijnkindonline.nl/uploads/Spelletjesdossier.pdf Pijpers, Remco en Marteijn, Thomas (2008). Klik en Klaar, Een onderzoek naar surfgedrag en usability bij kinderen. Den Haag: Stichting mijn Kind Online en 2C Usability. www.mijnkindonline.nl & http://www.mijnkindonline.nl/1552/surfgedrag-kinderen-onderzocht.htm Plasterk, R.H. en mr. Rouvoet A.(18 april 2008). Mediawijsheid, aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. www.minocw.nl & http://www.minocw.nl/documenten/5242.pdf Sleurink, Hans (2008). Mediawijsheid, de wereld achter een woord. Staatscourant nr.21, 26 juni 2008. Sleurink, Hans (2008). Beleidsbrief ‘Mediawijsheid’ veel te defensief. Staatscourant nr. 144, 29 juli 2008. Sleurink, Hans (2008). Geef jongeren actieve rol in mediawijsheid. Staatscourant nr. 149, 5 augustus 2008. Sleurink, Hans en Berg van den, Arjen (2000). Media-educatie, een kennisinventarisatie. Emmen: Stichting Media-educatie.
32
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage IV Stoel van der, Anne Lize (voorzitter), Eijk van, Nico, Hoogland, Duco, Noorduyn van, Els, Wermuth, Mir: Advies Commissie Jeugd, Geweld en Media (2005). Wijzer Kijken, Schadelijkheid, geschiktheid en kennisbevordering bij het gebruik van audiovisuele producten door jeugdigen. http://www.minocw.nl/documenten/wijzer_kijken.pdf Uitgeverij Kidsweek en Stichting Mijn Kind Online (2008). Kidsweek Mediawijzer. Amsterdam: Uitgeverij Kidsweek en Stichting Mijn Kind Online. Raad voor Cultuur (1996). Advies Media-educatie. Den Haag: Raad voor Cultuur. Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid – de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Den Haag: Raad voor Cultuur. www.cultuur.nl & http://www.cultuur.nl/adviezen_vervolg.php?id=4&advies=3997 Raad voor Cultuur (2008). Mediawijsheid in perspectief. Den Haag: Raad voor Cultuur. www.cultuur.nl & http://www.cultuur.nl/files/pdf/advies/Mediawijsheid_in_Perspectief.pdf / www.mediawijsheidinperspectief.nl Rexwinkel, Roel en Wagner, Joni (2007). Inspiratie door Innovatie, SURFnet Kennisnet jaaroverzicht 2007. Utrecht: SURFnet Kennisnet. www.surfnetkennisnetproject.nl Vaart van der, A.C.R. (2005). Media-educatie in het vmbo, een aanbeveling, (afstudeerscriptie). Utrecht: Universiteit Utrecht, Faculteit der Letteren, Theater-, Film- en Televisiewetenschap. Virtueel Platform (2007). Media-eduactie in een tijd van nieuwe media. Amsterdam: Virtueel platform. www.virtueelplatform.nl & http://www.virtueelplatform.nl/#1408 Wiebenga, Florine (2008). Leerlijn audiovisuele media-educatie. Utrecht: Nederlands Instituut voor Filmeducatie. Zwanenberg, Freek (2007). Mediawijsheid op school: de mogelijkheid om jongeren kritisch te laten reflecteren op hun digitale identiteit (afstudeerscriptie). Utrecht: Universiteit van Humanistiek. www.freekzwanenberg.nl & http://www.freekzwanenberg.nl/media/text/822fed273691c616653f5739db94893f_ScriptieFreek_total.pdf
33
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Kleine Gartmanplantsoen 21 1017 RP Amsterdam T 020 620 9567
[email protected] | www.mocca-amsterdam.nl
34