Geer Mul – Library of Babel, 2003
Definitief projectplan
Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 Amsterdam, 23-05-2009
Contact: Emiel Heijnen (projectleider) Mieke Mekkink (secretaris) Jodenbreestraat 3, Postbus 15079 1001 MB Amsterdam Tel: 020-527 7773
[email protected] [email protected]
Amsterdamse Hogeschool v/d Kunsten (penvoerder) ArtEZ Willem de Kooning Academie Museum voor Fotografie Stedelijk Museum Nederlands Instituut voor Mediakunst Museum voor Communicatie Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid V2_ Institute for Unstable Media Digital Playground Kennisnet VKAV Waag Society
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding
2.
Opzet van het project
3.
Doelstelling
4.
Relatie mediawijsheid programmalijnen
5.
Resultaten
6.
Samenwerkingstructuur
7.
Succesfactoren en risicomanagement
8.
Communicatie
9.
Tijdsplanning
10.
Financiën
Bijlage 1
Conceptueel kader MediaCultuur
Bijlage 2
Schema samenwerkingsstructuur
Bijlage 3
De 9 MediaCultuur thema’s
Bijlage 4
Voorbeeld lessenserie (lesbrief leerling)
Bijlage 5
Overzicht deelnemende VO scholen
Aanvraag MediaCultuur
pagina 2
MediaCultuur - kunst als mediacoach heeft tot doel kunstdocenten in het voortgezet onderwijs te voorzien van actueel mediawijs lesmateriaal, dat online beschikbaar is voor leerlingen vmbo, havo en vwo. Het lesmateriaal wordt ontworpen door derdejaars studenten van de deelnemende opleidingen Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Hiervoor zijn HBO-modules Didactiek in Mediacultuur ontwikkeld. ‘Mediawijze’ werken uit collecties van de participerende media- en kunstinstellingen vormen de rode draad in al het lesmateriaal. Met deze opzet voorziet MediaCultuur zowel in de behoefte aan direct bruikbaar en verdiepend lesmateriaal voor de zittende kunstdocenten, als in het opleiden van een nieuwe generatie ‘mediawijze’ kunstdocenten. MediaCultuur is als pilot gestart in mei 2008 en sluit deze verkennende fase af in mei 2009. Het succes van het samenwerkingsmodel en alle daaruit voortvloeiende activiteiten op het gebied van mediawijsheid, vragen om voortzetting met een volgende fase. In deze Fase 2 dient het netwerk van MediaCultuur-partners te worden vergroot, het online lesmateriaal te worden uitgebreid en dient het project te worden verankerd in de HBOopleidingen (zie inzet). Om dat te realiseren doet de projectorganisatie van MediaCultuur een beroep op de Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum. Fasering Project MediaCultuur 1. Inleiding Het thema mediawijsheid heeft in relatief korte tijd opgang gemaakt onder beleidsmakers, educatoren en docenten. Ook in het voortgezet onderwijs krijgt mediawijsheid volop aandacht. Uit de Monitor Cultuureducatie Voorgezet Onderwijs 20081 blijkt dat 80% van de Nederlandse scholen aandacht besteedt aan mediawijsheid. Een groot deel van de mediawijze lessen en projecten wordt uitgevoerd binnen de kunstvakken (55%), daar waar andere vakken 36% voor hun rekening nemen en 23% van het ‘mediawijsheids’onderwijs vakoverstijgend wordt aangeboden. Recente literatuur (Heijnen, 2007; Altena, 2008)2 toont echter ook aan dat de behoefte aan scholing en lesmateriaal op het vlak van mediawijsheid en dia-educatie juist onder kunstdocenten zeer groot is. Veel kunstdocenten missen achtergrondkennis, ervaring en expertise om mediawijsheid werkelijk in hun curriculum te verankeren. De cijfers van de Monitor Cultuureducatie zijn dan ook wat vertekenend: de kunstvakken besteden incidenteel aandacht aan mediawijsheid, maar van substantiële integratie van het thema mediawijsheid binnen het kunstvak is nog geen sprake. Daar waar instellingen als SLO en NIF in de behoefte voorzien van een vakoverstijgende leerlijn mediawijsheid, zijn kunstdocenten vooral gebaat bij kennis en good practice
Fase 1 mei ’08 - mei ’09 (pilot) - Bronnenverzameling uit collecties; - Module ‘Mediacultuur’ op 3 HBO’s; - lezingenserie MediaCultuur; - Selectie en redactie beste lessenseries; - Ontwikkeling website; - Lancering website (6 lessenseries) op symposium MediaCultuur (nov. 2009); Fase 2 mei ’09 - april ’10 (betreft dit projectplan) - Uitbreiden partners culturele instellingen (+1), HBO opleidingen (+1) en VOscholen (+5) - Uitbreiden bronnenverzameling uit collecties; - Module ‘Mediacultuur’ op tenminste 4 HBO’s; - Selectie en redactie beste lessenseries; - Uitbreiding functionaliteit en aantal lessenseries (wordt 16) website mediacultuur.net. Fase 3 april ‘10 - april ’11 - Uitbreiden partners culturele instellingen (+1), HBO opleidingen (+1) en VOscholen (+5) - Module ‘Mediacultuur’ op tenminste 5 HBO’s; - Selectie en redactie beste lessenseries; - Uitbreiding functionaliteit en aantal lessenseries (wordt 25) website mediacultuur.net. Na Fase 3 staat de organisatie van MediaCultuur op eigen benen. De aanvullende subsidie wordt bij elke fase afgebouwd met 50%.
over de wijze waarop ze zo’n leerlijn kunnen invullen. Daarbij gaat het om vragen over inhoud (Op welke media-uitingen ga ik in? Hoe komen mediawijze thema’s terug in kunst en cultuur?) over didactiek (Hoe breng ik een logisch verband aan tussen receptie, productie en reflectie op media? Hoe zorg ik voor een balans tussen kunstzinnige en mediawijze doelen?). De partners in het project MediaCultuur onderkennen dat mediawijsheid op school een belangrijk thema is waar de kunstvakken een grote en inspirerende bijdrage aan kunnen leveren. Om dat te kunnen realiseren is het ontwikkelen van actueel, hoogstaand lesmateriaal nodig en moeten (aspirant)docenten geschoold worden in de wijze waarop ze kunst- en mediawijs onderwijs kunnen integreren. Het project MediaCultuur brengt de behoefte aan lesmateriaal en
1 2
Oomen, Donker, Van der Grinten (2009) Monitor Cultuureducatie voortgezet Onderwijs, meting 2008. Utrecht: Oberon Heijnen, E. (2007). Media Connection. Lessen van kunstdocenten en mediakunstenaars. Amsterdam: SSP. Altena, A. (2008). De computer als creatieve toverdoos. In Kunst en digitalisering. Boekman 75 (20) p. 88-92. Aanvraag MediaCultuur
pagina 3
scholing op organische wijze met elkaar in verband. Het project resulteert in hoogwaardig ‘mediawijs’ kunstzinnig lesmateriaal* voor leerlingen, én draagt bij aan de structurele ontwikkeling van expertise bij huidige en toekomstige docenten. *Zie ook bijlage 1 voor het conceptueel kader van MediaCultuur.
2. Opzet van het project MediaCultuur Binnen het project MediaCultuur werken verschillende partijen samen: HBO-docentenopleidingen, mediakunstinstellingen, VO scholen, media-educatie instellingen en Kennisnet. Voor elk van deze instellingen is mediawijsheid een belangrijk onderwerp. Juist door het vormgeven van deze samenwerking ontstaat de meerwaarde van dit project: Voor de betrokken organisaties bestaat die meerwaarde eruit dat: -
‘Mediawijze’ werken uit zeer verschillende actuele Nederlandse kunst en mediacollecties thematisch bijeen worden gebracht en de ruggengraat vormen van zowel modules op HBO-opleidingen als lessenseries in het voortgezet onderwijs.
-
Culturele instellingen, HBO-docenten, kunstdocenten, docenten in opleiding het thema mediawijsheid een plaats geven in de kunsteducatie en de waarde daarvan middels dit platform continu evalueren en bediscussieren.
De meerwaarde van deze samenwerking voor de doelgroep van docenten(in opleiding) is: -
Dat de professionalisering tot ‘mediawijs kunstdocent’ plaats vindt aan de hand van actueel en inspirerend lesmateriaal, afkomstig uit de collecties van vooraanstaande Nederlandse media(kunst) instellingen;
-
Dat deze scholing zowel top down (aanbod van lessen via mediacultuur.net) als bottom-up plaatsvindt (modules op de HBO-opleidingen met stage in de regio).
De meerwaarde van deze samenwerking voor de doelgroep van leerlingen is:
Dat het thema mediawijsheid een stevige plek krijgt binnen het kunstvak, waarbij het lesmateriaal is gebaseerd op media(kunst) uit vooraanstaande Nederlandse collecties. Door de samenwerkingsvorm van MediaCultuur zijn deze lessen altijd afwisselend en actueel en wordt de leerling telkens uitgedaagd in samenhang media(kunst) te analyseren, zelf te produceren en erop te reflecteren.
Elke instelling levert vanuit zijn specifieke taakstelling, en gefinancierd met eigen middelen, een bijdrage aan dit project. Deze projectaanvraag betreft die werkzaamheden die nodig zijn om deze samenwerking blijvend te continueren, expertise uit te wisselen, kwaliteit te bewaken en de resultaten overdraagbaar te maken. De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten fungeert daarbij als penvoerder en levert tevens de projectleider en de projectsecretaris. Welk probleem wordt er opgelost? De partners in dit project hebben een samenwerking en investering toegezegd van drie jaar, verdeeld over drie fases. In elke fase wordt de hoeveelheid aanvullende bekostiging omlaaggebracht met 50%. Aan het einde van fase drie moet het project op eigen kracht kunnen worden gecontinueerd. De eerste fase van MediaCultuur wordt in mei 2009 afgesloten. Deze fase is gerealiseerd met een kortlopende subsidie van 110.000 euro van de Mondriaanstichting en VSB Fonds. Het project is succesvol en levensvatbaar gebleken en kan dus naar een fase 2. In fase 2 wordt het netwerk van partners vergroot, de website met mediawijs kunstzinnig lesmateriaal uitgebreid en krijgt de scholing van jonge mediawijze kunstdocenten een vastere plaats in de curricula van Nederlandse docentenopleidingen. Om Fase twee te realiseren is een aanvullende bekostiging vereist, waarvoor de projectorganisatie van MediaCultuur een beroep doet op de Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum.
3. Doelstelling Doel van het project MediaCultuur is om vanuit kunsteducatie een structurele en concrete bijdrage te leveren aan mediawijsheid van jongeren. Daartoe werken HBO-docentenopleidingen en culturele instellingen op het gebied van (media)kunst en media-educatie met elkaar samen in een hecht verband. Meer concreet betekent het dat de volgende subdoelstellingen worden gerealiseerd:
Het ontwikkelen van kunstzinnig mediawijs lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs, aangeboden via MediaCultuur.net;
Het construeren van nieuwe kennis t.a.v. het verbinden van kunsteducatie en media-educatie ter bevordering van wijsheid;
Aanvraag MediaCultuur
pagina 4
Het opleiden van een ‘mediawijze’ generatie toekomstige kunstdocenten door het opnemen van de module ‘didactiek in MediaCultuur’ in de curricula van de deelnemende opleidingen tot Docent Beeldende Kunst en Vormgeving;
Het delen van kennis over mediawijsheid met VO scholen, docentenopleidingen en culturele instellingen die zich verantwoordelijk maken voor het mediawijs maken van leerlingen en studenten.
4. Relatie Mediawijsheid Programmalijnen MediaCultuur wil het thema mediawijsheid een stevige plek geven binnen de kunstvakken in het voortgezet onderwijs. Alle activiteiten in het project zijn gericht op een centraal doel: het bieden van uitdagend en actueel mediawijsheidsonderwijs voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Ten eerste draagt MediaCultuur bij aan de programmalijn Mediavaardigheden en –bewustzijn;
Leerlingen doen praktische vaardigheden op door het zelf maken van media(kunst)producten;
Leerlingen doen informatie en strategische vaardigheden op door het online zoeken naar informatie, het verzamelen van beeldmateriaal en het digitaal presenteren en publiceren van eigen mediawerk;
Hoofddoel van alle MediaCultuur lessen is het vergroten van het mediabewustzijn. Leerlingen analyseren het werk van actuele beeldmakers (die met hun werk veelal kritisch reflecteren op de mediacultuur), vertalen de opbrengsten van hun analyse naar nieuwe, zelfgemaakte mediaproducties, en reflecteren op de betekenis van hun eigen werk in relatie tot dat van anderen. Kennis over de werking en de (verborgen) betekenis van media wordt vergaard in een doorlopend proces van receptie-productie-reflectie;
Een ander belangrijk aspect van MediaCultuur is dat leerlingen geconfronteerd worden met het verantwoord gebruik en veiligheid van media. (Media)kunstenaars gaan met hun werk veelal in op sociale en ethische conventies in de (media)maatschappij. Met diezelfde conventies worden de leerlingen geconfronteerd wanneer ze zelf mediaproducties maken en analyseren. Leerlingen worden niet ‘gewaarschuwd’ maar worden continu aangezet om zelf de ethische en veiligheidsaspecten in media te exploreren.
Ten tweede draagt MediaCultuur bij aan de programmalijn Stimuleren, activeren participatie;
Participatie en productie: Leerlingen doen binnen de MediaCultuur lessen veel kennis en ervaring op waarmee ze in de maatschappij kunnen participeren als kritisch mediagebruiker en mediaproducent. Zij leren om zelfstandig media te maken en hun eigen werk en dat van anderen kritisch te beschouwen en te (her)gebruiken.
5. Resultaten Binnen de projectperiode (april 2009 – april 2010) worden de volgende resultaten gerealiseerd. 1.
De website mediacultuur.net wordt uitgebreid met tenminste tien lessenseries tot een totaal van 16 en voorzien van extra functionaliteiten (toevoegen foto/video, blog, comments op content, nieuws). Tevens bieden de participerende media(kunst) instellingen actueel relevant ‘mediawijs’ aanbod voor docenten en leerlingen aan op de site;
2.
Ontwikkeling en uitvoering van lesmodules Didactiek in MediaCultuur op ten minste vier opleidingen Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Elke module kent een studielast van tenminste 84 uur (3 EC), waarbij studenten als ‘meesterproef’ een mediawijze lessenserie ontwerpen;
3.
Nieuwe lessenreeksen MediaCultuur worden opgenomen in het programma ’09-’10 van 25 VO scholen in Nederland en in dat schooljaar uitgevoerd door kunstdocenten in opleiding samen met de kunstdocenten van de betreffende scholen;
4.
De ‘bouwstenen’ van de lessenreeksen bestaan uit bronnen (beelden en teksten) die worden geselecteerd door de participerende Media(kunst)instellingen. Deze bronnen worden uitgebreid en geactualiseerd tot een bestand van ten minste 126 bronnen. Een deel van die bronnen zijn afkomstig uit de collectie van een nieuwe MediaCultuur partner waarmee het netwerk wordt uitgebreid (bv Graphic Design Museum of FOAM);
5.
In samenwerking met partner Digital Playground wordt MediaCultuur Offline opgezet: leraren v.o.scholen die nauwelijks ervaring hebben met media-educatie kunnen mediakunstdocenten inhuren die met eigen apparatuur een van de MediaCultuur lessenseries op hun school komen uitvoeren;
6.
Onderhouden en uitbreiden van het Platform MediaCultuur waarin (media)kunstinstellingen samen met kunstopleidingen en kunstdocenten kennis produceren op het gebied van media-educatie en waar de visie op ‘mediawijze kunsteducatie’ steeds wordt bediscussieerd.
Aanvraag MediaCultuur
pagina 5
6. Samenwerkingsstructuur De inbreng van de projectpartners bestaat uit: - Media(kunst)instellingen:
selecteren nieuwe bouwstenen (beelden en teksten) uit eigen collecties voor de modules Didactiek in MediaCultuur (aan HBO-docentenopleidingen) en de uiteindelijke lessenseries op mediacultuur.net;
beschikbaar stellen van actueel mediawijs aanbod in de eigen instelling via mediacultuur.net.
- HBO-docentenopleidingen:
ontwikkeling en uitvoering modules Didactiek in MediaCultuur voor derdejaars studenten;
coördinatie van de uitvoering van deze lessen op scholen in de regio;
lezingencyclus, organisatie en beschikbaarstelling van locatie.
- VO scholen:
organisatie en begeleiding van kunstdocenten in opleiding bij de uitvoering van de lessenseries MediaCultuur, Elke lessenserie wordt minimaal met een klas uitgevoerd en geëvalueerd. (zie bijlage 5 met lijst scholen)
- VKAV:
De VKAV is de vakvereniging voor docenten, consulenten en kunstenaars die werkzaam zijn op het gebied van educatie in audiovisuele en nieuwe media zowel binnen als buiten het reguliere onderwijs. VKAV levert expertise, bemiddelt met VOscholen, av-docenten en beleidsmakers.
- Kennisnet: •
levert inhoudelijke en technische expertise tav het aanbieden van online lesmateriaal;
•
neemt de site MediaCultuur.net op in haar aanbod van mediawijs lesmateriaal.
- Waag Society: 1.
redactie lesmateriaal en didactisch advies voor mediacultuur.net;
2.
Scholingsaanbod docenten VO die ‘mediawijze’ kunstlessen willen geven
- Digital Playground: 3.
ontwikkeling en uitvoering MediaCultuur Offline (mediacultuur-lessenserie wordt door experts op VO-scholen uitgevoerd voor leerlingen.)
Naast interactie tussen de projectpartners vindt er een regelmatige uitwisseling van expertise plaats met de volgende organisaties: - SLO (ontwerpt een doorlopende leerlijn visuele geletterdheid/mediawijsheid); - Lectoraten Kunst- en Cultuureducatie in Arnhem en Amsterdam - ILO / Universiteit van Amsterdam (het Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) voert in 2009 een onderzoek uit naar de leeropbrengsten van MediaCultuur, op basis van een eigen methodiek om de mate van mediawijsheid te meten) (zie ook projectmediacultuur.web-log.nl > onderzoek); - Cultuurnetwerk Nederland (Inhoudelijk advies, literatuurbronnen. Projectleider van MediaCultuur, Emiel Heijnen, zal gastredacteur zijn voor een themanummer van Cultuur + Educatie gewijd aan kunst en mediawijsheid. Verschijningsdatum: eind 2009.)
Het project MediaCultuur fungeert als een vliegwiel die de cirkel van samenwerkingspartners aandrijft. De projectpartners leveren vanuit hun eigen taakstelling en expertise (met eigen financiële middelen) een inbreng in het project. De projectorganisatie draagt zorg voor het samenhangende geheel. (Zie bijlage 2) De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten fungeert daarbij als penvoerder en levert tevens de projectleider en de projectsecretaris.
De projectaanvraag MediaCultuur betreft de volgende onderdelen:
Projectcoördinatie en kwaliteitsbewaking (projectleider, projectsecretaris, Redactieraad en Adviescommissie)
Onderhoud en uitbreiding website MediaCultuur
Kosten voor de redactie, het beschikbaar maken en vermenigvuldigen van lessenreeksen
Kosten publiciteit, promotie en werving partners.
Aanvraag MediaCultuur
pagina 6
7. Succesfactoren en risicomanagement
Het lesmateriaal dat aangeboden wordt via de website MediaCultuur dient aan te sluiten bij het niveau van het voortgezet onderwijs, toegankelijk en direct bruikbaar te zijn door kunstdocenten. Dit wordt geborgd door: het instellen van een ervaren redactie die lessen selecteert en redigeert tot een eindproduct van landelijk niveau. De redactie bestaat uit een afgevaardigde van de VKAV, en afgevaardigden van Kennisnet en Waag Society. Eindredacteur is Moniek Warmer die veel ervaring heeft met (digitaal) lesmateriaal en eerder o.a. werkte voor Het Rijks Museum, Museum voor Communicatie, Teleac en Nova TV. Een extra kwaliteitsborging is het onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam (Talita Groenendijk, Anne Toorenaar en Jantina Huizenga) naar de mediawijze leeropbrengsten van de lessen MediaCultuur voor VOleerlingen. De resultaten van dit onderzoek worden in de loop van 2009 beschikbaar gesteld en verwerkt in de tweede ronde MediaCultuur, waarop deze aanvraag van toepassing is. Het onderzoek is wordt bekostigd en gepubliceerd door Kennisnet.
Het aangeleverde bronnenmateriaal uit de collecties van de culturele instellingen moet ingaan op het thema mediawijsheid. Dit wordt geborgd door het samenstellen van een Redactieraad bestaande uit een media-wetenschapper: Prof. Dr. A. Smelik, HBO-docenten: Ad van Dam (WdKa) en Leontine Broekhuizen (ArtEZ), een medewerker van een instelling: Arie Altena (V2) en een extern adviseur: Michiel Koelink (mediakunstenaar). De Redactieraad heeft de inhoudelijke kaders voor het bronnenmateriaal vastgesteld in de vorm van 9 mediawijze thema’s die in kunst- en cultuuruitingen aan bod komen (zie bijlage 3). Deze thema’s fungeren als richtlijn voor het selecteren van bronnen en als afbakening van de inhoud van MediaCultuur. De Redactieraad evalueert de bronnen en de lijst in samenhang en stelt deze jaarlijks bij.
De vier lesmodules Didactiek in MediaCultuur moeten van HBO-niveau zijn. Dit wordt geborgd door de bovengenoemde Redactieraad. De Redactieraad heeft de didactische kaders voor de HBO-modules vastgesteld in de vorm van een modulebeschrijving, relevante literatuur en een lesformat voor de te ontwikkelen lessenseries. De Redactieraad evalueert HBO-modules stelt de didactische kaders jaarlijks bij. Van januari – maart 2009 worden de eerste uitvoeringen van de HBO-modules onderzocht door Christine van Hoorn (student Master Kunsteducatie AHK). De resultaten van dit onderzoek worden voorgelegd aan de Redactieraad.
Het lesmateriaal dat de studenten ontwerpen, dient bruikbaar te zijn in hun VO-stage. Dit wordt geborgd door de begeleiding van de HBO-docenten en de interactie met de scholen waarop de studenten het materiaal in de praktijk brengen.
8. Communicatie In een grootschalig project als MediaCultuur, waarbij zoveel partijen betrokken zijn, is interne en externe communicatie een belangrijke factor. De projectleiding (Emiel Heijnen en secretaris Mieke Mekkink) is hiervoor verantwoordelijk en stuurt alle processen aan. Onderlinge communicatie: 4.
De weblog www.projectmediacultuur.web-log is het platform in de communicatie tussen de partijen. Hier wordt de voortgang van het project gedocumenteerd en worden belangrijke besluiten en stukken gepubliceerd. Tevens wordt er een agenda bijgehouden met relevante tentoonstellingen en lezingen;
5.
Er zijn aparte mailnetwerken voor de communicatie tussen de culturele instellingen, tussen de HBO-docenten, en tussen de VO-scholen;
6.
HBO-studenten documenteren het ontwerp van hun lessenseries op eigen weblogs. Hierdoor kunnen docenten, onderzoekers en andere belangstellenden op elk moment inzicht krijgen in de ontwikkeling van het lesmateriaal;
7.
Afgevaardigden van alle partijen hebben zitting in de Redactieraad die ca. vijf keer per jaar bijeenkomt onder leiding van de projectleider.
8.
Eenmaal per jaar komen alle partijen bijeen voor platform MediaCultuur bijeenkomst waarin de voortgang en resultaten van het hele project besproken worden, zowel plenair als subplenair met specialisten bijeen (medewerkers instellingen, HBO-docenten, VO docenten)
Aanvraag MediaCultuur
pagina 7
Externe communicatie:
Hierin speelt de site www.mediacultuur.net een hoofdrol. Deze site wordt najaar 2009 gelanceerd en aantrekkelijk en direct bruikbaar voor VO-docenten en hun leerlingen. De site wordt ontworpen door een ervaren ontwerp collectief die tevens een publiciteitscampagne ontwerpt. Ook de eigen publicatiekanalen van de projectpartners spelen grote rol bij het onder de aandacht brengen van de website.
In najaar 2009 verschijnt er een publicatie waarin de opzet en resultaten van het eerste jaar van MediaCultuur staan. Het door de UvA uitgevoerde onderzoek zal hierin ook vertegenwoordigd zijn. Het boek wordt verspreid onder VOscholen, HBO’s en media(kunst)instellingen en zal te koop worden aangeboden in de museumwinkels van de verschillende instellingen.
Het project MediaCultuur komt regelmatig voor het voetlicht in publicaties als Indruk (Kennisnet) en Kunstzone. Ook het vakblad Kunst + Educatie (Cultuurnetwerk Nederland) heeft belangstelling getoond voor een publicatie.
9. Tijdsplanning 9.1 Periode 2008 - 2009 (valt buiten deze aanvraag) 1.
Formeren Redactieraad: definiëren inhoudelijke en praktische kaders
2.
Bronnen verzamelen door mediakunstinstellingen
3.
Lessen/keuzevakken Didactiek in MediaCultuur op de HBO-opleidingen
4.
Ontwikkelde lessen worden uitgevoerd door studenten in stages op VO-scholen
5.
Onderzoek door UvA naar opbrengsten van MediaCultuur op scholieren
6.
Selectie van lessen, redigeren en eindredactie, plaatsing op site
7.
Lancering website mediacultuur.net
8.
Landelijke conferentie MediaCultuur
9.
Publicatie MediaCultuur + resultaten onderzoek UvA
9.2 Periode 2009 - 2010 (betreft deze aanvraag) 1.
mei - juni ‘09
- Evalueren HBO-modules en kwaliteit geselecteerde lessenseries voor landelijk aanbod - Selecteren van tenminste een extra HBO’s die meedoen in deze tweede ronde - Selecteren van tenminste een extra culturele instelling die ‘mediawijze’ bronnen uit haar collectie aanlevert. - Bijstellen inhoudelijke en didactische kaders olv adviesraad - Samenstellen reader met literatuur mbt media en kunst in historisch perspectief en mediaeducatie. (voor docenten en studenten)
2.
juni - aug. ’09
- Selectie nieuwe bronnen door mediakunstinstellingen (uitbreiding naar 126 bronnen)
3.
vanaf sept. ’09
- Modules Didactiek in MediaCultuur op 4 HBO-opleidingen - Ontwikkelde lessen worden opgenomen in het programma ‘09-’10 van 25 VO-scholen
4.
okt. ’09
- ontwikkelen MediaCultuur Offline met Digital Playground
5.
jan. - feb. ’10
- Selectie van lessen, redigeren en eindredactie, plaatsing op site (uitbreiding naar 16 lessenseries)
periode 2010 - 2011 (valt buiten deze aanvraag)
Lessen/keuzevakken Didactiek in MediaCultuur worden vast onderdeel van docentenopleidingen beeldend
MediaCultuur wordt uitgebreid naar primair onderwijs
Site mediacultuur.net wordt krijgt een vaste plek en beheer bij een van de deelnemende MediaCultuurpartners.
Aanvraag MediaCultuur
pagina 8
Bijlage 1: conceptueel kader
MediaCultuur: Kunst als Mediacoach De relatie tussen actuele beeldende kunst en vormgeving en mediawijsheid
Recente ontwikkelingen in de beeldende kunst en vormgeving Veel beeldende kunstenaars beschouwen digitale media tegenwoordig als normaal onderdeel van hun gereedschapskist (Heijnen, 2007). De computer biedt de kunsten veel nieuwe mogelijkheden, zoals fotobewerkingen, montage- en animatietechnieken. Het vakgebied van de beeldende kunsten en vormgeving is daarom de afgelopen decennia fundamenteel veranderd. Niet alleen zijn er voor de kunstenaar veel meer middelen om vorm te geven, de digitale media hebben ook inhoudelijk enorme veranderingen teweeg gebracht. Beeldende kunst is onderdeel van een bredere visuele cultuur die ons dagelijks leven omringt en vormgeeft. Kunstenaars zijn zich bewust van de macht van de visuele cultuur in het vormen van voorkeuren, attitudes en meningen. Veel hedendaagse beeldend kunstenaars zien het dan ook als hun taak om te fungeren als spiegel van die visuele cultuur (Gierstberg et al., 2005). Ze gebruiken dezelfde digitale media als jongeren, maar anders: kunstenaars gebruiken die middelen om commentaar te leveren op ons dagelijkse mediagebruik en mediaconsumptie. Voorbeelden zijn kunstenaars als Arnoud Mik, Peter Piller, Jill Magid, Brody Condon. Voor hen is de computer tegelijkertijd medium en onderwerp van hun kunst. We noemen dit gemakshalve ‘mediawijze’ kunst. Tegelijkertijd groeit ook het vakgebied van de vormgevers. Er is sprake van toenemend bewustzijn van de kracht van ontwerpers als vormgevers van cultuur. De beroepen in de ‘creative industries’, waar een groeiend aantal leerlingen terecht zal komen, zijn de afgelopen decennia grotendeels gedigitaliseerd (o.a. Hofstede & Raes, 2006).
Ontwikkelingen in het kunstonderwijs In betekenisvol beeldend onderwijs dienen niet alleen kunstuitingen uit het verleden, maar ook actuele kunstuitingen aan de orde te komen. Er dient tevens een relatie te worden gelegd met de alledaagse beeldcultuur van de leerlingen (Haanstra, 2001). Freedman en Stuhr (2004) propageren daarom een curriculumverandering voor e kunsteducatie in de 21 eeuw:
‘Through technological advancements, visual culture is becoming increasingly pervasive and affecting the lives of students and teachers worldwide. The professional field must respond to the challenge of this significant social change by educating new art teachers and retraining current art teachers to use technology to create students who are aware of the world they live in and to take an active responsible role in improving life for all’ (Freedman & Stuhr, 2004, p. 826 ).
Zo’n ontwikkeling in het kunstonderwijs heeft veel raakvlakken met mediawijsheid. Gek genoeg zijn mediawijsheid en kunstonderwijs niet vaker met elkaar in verband gebracht (Heijnen, 2007). Dit terwijl de doelstellingen van audiovisuele vormgeving (vaak ondergebracht onder de beeldende vorming), veel overeenkomsten vertonen met de doelen van mediawijsheid. De computer is binnen modern beeldend onderwijs een noodzakelijk medium. Het blijkt echter voor veel kunstdocenten niet vanzelfsprekend om daadwerkelijk ICT in te zetten in hun lessen (Altena, 2008).
ICT gebruik in het beeldende kunstonderwijs Zoals hierboven beschreven, is mediawijsheid een nieuw en noodzakelijk thema in het onderwijs dat goed aansluit bij ontwikkelingen in de beeldende kunst en in het beeldende kunstonderwijs.
- In de hedendaagse beeldende kunst wordt mediacultuur (en kritiek daarop) steeds vaker als onderwerp van het kunstwerk gebruikt. Dit moet ook in het hedendaagse kunstonderwijs worden weerspiegeld. Een combinatie van zelf maken (productie), beschouwen (receptie) en reflectie op eigen en andermans digitale beeldende producten Aanvraag MediaCultuur
pagina 9
wordt daarbij het meest effectief geacht (zie onderstaande figuur). Buckingham (2003, p.57) verwoordt dit aldus: ’However, understanding of media language is not only achieved through analysis. Here again, the experience of producing one’s own media texts –and systematically experimenting with the ‘rules’ of media language – can offer new insights, and in a more direct way’. - In de hedendaagse beeldende kunst spelen nieuwe media (als gereedschap) een steeds grotere rol. Dit zou in het hedendaagse kunstonderwijs tot uiting moeten komen. Leerlingen zouden vaker met nieuwe media als ‘gereedschap’ moeten experimenteren. In het creatieve maakproces van de eigen producten verdiepen leerlingen zich in de technische en creatieve mogelijkheden van audiovisuele soft- en hardware. - Het kunstvak dient leerlingen voor te bereiden op kunstengerelateerde beroepen en opleidingen. Hierin speelt ICT en mediawijsheid een steeds grotere rol.
Figuur 1: Leeractiviteiten binnen het project MediaCultuur Receptie: ‘mediawijze’ kunst beschouwen
Productie: ‘mediawijze’ kunst maken.
• •
• • •
•
Nieuwe media als kunstzinnig medium; Kunst die de werking van media tot onderwerp heeft; Nieuwe media om kunst mee te presenteren.
•
Nieuwe media als gereedschap Nieuwe media om materiaal te verzamelen Experimenteren met media om inhoudelijke boodschap vorm te geven Nieuwe media om eigen producten te presenteren
Reflectie: op receptie en productie van ‘mediawijze’ kunst en gebruik van ICT • Reflectie op het eigen werk • Reflectie op het werk van professionele mediamakers en kunstenaars
Literatuur Altena, A. (2008). De computer als creatieve toverdoos. In Kunst en digitalisering. Boekman 75 (20) p. 88-92. Buckingham, D. (2003). Media Education. Cambridge: Polity Press st Freedman, K. and Stuhr, (2004). Curriculum change for the 21 century: visual culture in art education. In E.W.
Eisner, M.D. Day (Eds.), Handbook of research and policy in education, 815-829 Gierstberg, F., van den Heuvel, M., Scholten, H., Verhoeven, M. (2005). Documentaire Nu! Hedendaagse strategieën in fotografie, film en beeldende kunst. Nai uitgevers, Rotterdam Haanstra, F. (2001). De Hollandse schoolkunst: mogelijkheden en beperkingen van authentieke kunsteducatie. Oratie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Heijnen, E. (2007). Media Connection. Lessen van kunstdocenten en mediakunstenaars. Amsterdam: SSP. Hofstede, B. & Raes, S. (2006). De economische potentie van cultuur en creativiteit. Amsterdam: Elsevier. Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid- de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Rutten, P. (2000). De toekomst van de verbeeldingsmachine. De culturele industrie in de eenentwintigste eeuw. Boekmancahier 43 p 7- 25.
Aanvraag MediaCultuur
pagina 10
Bijlage 2 Schema samenwerkingsstructuur
Aanvraag MediaCultuur
pagina 11
Bijlage 3 De 9 MediaCultuur thema’s
Aanvraag MediaCultuur
pagina 12
Bijlage 4 Voorbeeld lesmateriaal (lesbrief leerlingen)
Aanvraag MediaCultuur
pagina 13
Bijlage 5 Lijst deelnemende VO Scholen
Scholen met een * hebben geparticipeerd in de pilot (Fase 1) van MediaCultuur Overige scholen hebben aangegeven te willen deelnemen in Fase 2.
1.
*Almende College, locatie Isala, Silvolde
2.
Amadeus Lyceum, Vleuten
3.
*Arentheem College Arnhem
4.
Cals College, Nieuwegein
5.
Dominicus College, Nijmegen
6.
*Fioretti College, Lisse
7.
Fons Vitae College, Amsterdam
8.
Grafisch Lyceum Rotterdam-afdeling VMBO, Rotterdam
9.
Hervormd Lyceum Zuid, Amsterdam
10. *Huygens College, Amsterdam 11. Ichthus College, Dronten 12. *Ichthus College, Kampen 13. IVKO, Amsterdam 14. Johan de Witt Scholengroep, Den Haag 15. Ludger College, Doetinchem 16. *Lyceum voor Beeldende Vormgeving, Rotterdam 17. *Montessori College Arnhem 18. Mozaïek College Arnhem 19. *Nieuw-Zuid/VMBO, Rotterdam 20. Open Scholengemeenschap Bijlmer, Amsterdam 21. *Pallas Athene College, Ede 22. Pieter Nieuwlandlyceum / Cygnus Gymnasium, Amsterdam 23. Sint Michael College, Koog aan de Zaan 24. Spinoza Lyceum, Amsterdam 25. St. Nicolaaslyceum, Amsterdam 26. *Stedelijk Dalton College, Zutphen 27. *Stedelijke Scholengemeenschap Lelystad 28. *Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Rotterdam 29. Unic, Utrecht 30. *Westburg College, Amsterdam 31. *Wolfert van Borselen College, Rotterdam
Aanvraag MediaCultuur
pagina 14