M CCA
Foto: Anouck Wolf
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Internationale Cultuureducatie
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Inhoud 1. Inleiding
3
2. Cultuureducatie in Amsterdam
4
3. Wat is internationale cultuureducatie?
4
4. Waarom internationale cultuureducatie? • Onderwijs • Gemeente
5 5 5
5. Randvoorwaarden voor nieuwe projecten • Algemene aandachtspunten • Voor het begin • Inhoud • Organisatie • Betrokken docenten • Ouders • Leerlingen • Valkuilen en knelpunten • VMBO
6 6 6 6 7 7 7 7 7 8
6. Subsidieregeling Internationale Cultuureducatie Projecten • Voorwaarden voor projectplannen • Interne organisatie • Advies en ondersteuning • Centrale coördinator of coördinatie per school? • Pilotjaar • Vervolgtraject • Kosten
8 8 8 9 9 9 9 9
Bijlagen I - Twee voorbeelden van ‘Best Practices’ • Het Baarnsch Lyceum • Muztheater
10 11 14
II - Aanvraagformulier subsidie
17
III - Groslijst van organisaties voor ondersteuning en advies • Europees Platform • Stichting Leerplan Ontwikkeling • European Cultural Foundation
19 19 21 21
Koepelorganisaties • VO Raad; ECNAIS • ESHA; SICA
22 22 23
1
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
25 25 25 26 26 27 27 29 29 30 30 31 31
Instellingen die projecten opzetten en uitvoeren • Talenacademie; MUZtheater • Dario Fo College; European Children’s Film Association • Cre8 East Africa; Click F1
32 32 32 33
IV - Geraadpleegde scholen Pallas Athene College; Het Baarnsch Lyceum; Montessori College Oost Spinoza Lyceum; Huygens College; Cheider; Het Amsterdams Lyceum Ignatius Gymnasium
34
• Internationale uitwisseling in de Amsterdamse praktijk
35
V Voorbeelden op thema • A. Gedeelde religie of onderwijsvisie • B. Op basis van een stedenband • C. In het kader van een internationaal festival • D. In het kader van ontwikkelingssamenwerking • E. Op basis van profilering
36 37 38 39 40 41
Foto: Anouck Wolf
Instellingen voor informatie en advies • Maison Descartes • The John Adams Institute • Goethe instituut • The British Council • De Brakke grond • Italiaans Cultureel Instituut in Amsterdam • NCDO • Platform de Levante • Xplore! • Youth in Action • Magic-Net • EUnetArt
2
M CCA
© Cre8 East Africa
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Internationale cultuureducatie 1. Inleiding Na het verschijnen van de eerste versie van deze publicatie in september 2007, heeft de gemeente Amsterdam met voortvarendheid gehandeld. Met ingang van het schooljaar 2008-2009 ondersteunt de gemeente vier jaar lang de internationalisering van cultuureducatie voor scholen in het voortgezet onderwijs met de Stimuleringsregeling Internationalisering Cultuureducatie. Een bijzondere regeling die past bij deze stad. Met deze publicatie biedt Mocca, het cultuureducatie expertisenetwerk in Amsterdam, een overzicht van de uitgangspunten voor een gedegen opzet van een internationaal cultuureducatie project. Het is een weergave van gesprekken met scholen die projecten hebben uitgevoerd en culturele organisaties die zich bezig houden met advies, ondersteuning en training bij internationale uitwisseling. Mocca heeft voorafgaand aan deze gesprekken onderzocht welke scholen en instanties in het veld werkzaam zijn op het gebied van internationale culturele uitwisseling, waar deze uitwisseling succesvol verliep en wie goede gesprekspartners konden zijn. De ervaringen van de scholen zijn in de bijlagen uitgebreid beschreven. Hoewel Mocca het overzicht voor Amsterdamse scholen heeft geschreven, zijn de aanbevelingen echter geschikt voor elke school en geeft het suggesties en inspiratie voor nieuwe projecten. Peggy Brandon Directeur Mocca www.mocca-amsterdam.nl
Tweede versie september 2008
3
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
2. Cultuureducatie in Amsterdam Cultuureducatie speelt een belangrijke rol in de vorming van jonge Amsterdammers tot een nieuwe generatie bewuste, veelzijdige en betrokken burgers. Cultuureducatie draagt bovendien bij tot behoud en versterking van vraag en aanbod in de Amsterdamse culturele sector en tot de verdere uitbouw van de rol van Amsterdam in de nationale en internationale cultuur. Met internationalisering van cultuureducati, wordt de volgende stap in de cultuureducatie gezet. Voortbouwend op de toegenomen rol van cultuureducatie in het Amsterdamse onderwijs zorgen internationale projecten ervoor dat scholieren zich bewust worden dat cultuur in Nederland onlosmakelijk is verbonden met buitenlandse culturen en dat sprake is van verregaande wederzijdse beïnvloeding. De gemeente Amsterdam streeft naar cultuurverbondenheid en ‘cultural bridging’. Deze kunnen onder andere worden bereikt door internationale cultuureducatie. Cultuurverbondenheid en ‘cultural bridging’ kunnen voorvloeien uit historische verwevenheid, zoals met Indonesië, en uit stedenbanden, zoals die met Paramaribo. Verder ontstaat cultuurverbondenheid door leerlingen van elkaars verschillende, Nigeriaanse, Marokkaanse of Tunesische, herkomst te laten leren. En door de contacten die ontstaan door moderne economische betrekkingen zoals met China en met de nieuwe EU-landen, bijvoorbeeld Polen of Griekenland. Mocca heeft onderzocht welke Amsterdamse scholen internationale culturele uitwisselingsprojecten hebben en welke dat wellicht zouden willen. Daarnaast heeft Mocca een voorstel geformuleerd voor de opzet van een pilot-jaar waarin scholen in de gelegenheid worden gesteld om met subsidie van de gemeente een aantal uitwisselingsprojecten uit te voeren. Na het verschijnen van de eerste versie van dit onderzoek in 2007, heeft de gemeente Amsterdam een regeling ingesteld waarbij internationale projecten worden gestimuleerd voor een totaal van 1 miljoen euro gedurende vier jaar. De suggestie van Mocca om een pilot-jaar in te stellen, met een coördinator om de regeling te ondersteunen, is opgevolgd. Na vier jaar zullen de jaarlijks terugkerende kosten door de scholen zelf gedragen moeten worden. 3. Wat is internationale cultuureducatie? Internationale cultuureducatie heeft twee componenten: • leren over cultuur en culturen buiten Nederland; • leren over Nederlandse cultuur door te bestuderen hoe deze samenhangt met (of juist anders is dan) internationale cultuur. Vaak vindt internationale cultuureducatie plaats door culturele uitwisseling waarbij leerlingen uit Nederland met leerlingen uit andere landen middels een actieve kunstzinnige component vaardigheden opdoen, zoals het reflecteren op kunst- en cultuuruitingen in een veelheid van disciplines en door kunst uit te voeren en te ervaren. Deze wederkerigheid levert veelal de beste resultaten op. De uitwisseling kan op verschillende manieren plaatsvinden: fysiek (door elkaar te bezoeken of op een plek ontmoeten), via e-mail of door andere vormen van directe communicatie; of via indirecte communicatie, bijvoorbeeld door het bestuderen van elkaars werk over een bepaald onderwerp. De uitwisseling kan tussen scholen onderling plaatsvinden, maar ook tussen een school en een culturele instelling of een andersoortige instelling, en tussen een school en een kunstenaar en/of een ander individu. Cultuureducatie en cultuurbeleving in een internationale context kunnen ook plaatsvinden zonder dat sprake is van uitwisseling, essentieel is echter een actieve beleving. Bijvoorbeeld, een bezoek aan het Louvre om
4
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
“plaatjes te kijken” is een culturele reis die cultuureducatie wordt zodra een kunstenaar of conservator uitleg geeft over de context van de werken en de leerlingen bijvoorbeeld inzicht krijgen in hoe de ideeën van de Verlichting, ook in Nederland, de kunst van die tijd hebben beïnvloed en vice versa. Vaak worden uitwisselingsprojecten op basis van de volgende vijf uitgangspunten geformuleerd: A. Uitwisseling op basis van verbondenheid door religie of onderwijsvisie. B. Uitwisseling in het kader van een stedenband (grensstreek scholen, herkomstlanden scholen). Vaak gaat het hier om uitwisselingen die door overheden worden geïnitieerd. C. Uitwisseling in het kader van een internationaal cultuur/ kunst project (wedstrijd, festival, estafette etc.) D. Uitwisselingen in het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking. E. Uitwisselingen op basis van schoolpopulatie. 4. Waarom internationale cultuureducatie? Onderwijs Scholen hebben uiteenlopende redenen voor het uitvoeren van internationale cultuureducatie. Veelgenoemde motieven: • Profilering van de school als aantrekkelijk voor (nieuwe) leerlingen • Verbreden van de horizon (“wereldburgerschap”) en vergroten van kansen op de opleidingsen arbeidsmarkt voor de leerlingen • Verbetering van de leerprestaties en verhoging van de motivatie van de leerlingen (geldt met name voor het taalonderwijs en cultuurgerelateerde vakken) Uitwisselingsprojecten, maar ook andere vormen van internationale cultuureducatie, blijken leerlingen te stimuleren om: • • • •
de ‘horizon’ te verbreden beter te reflecteren op en begrip te hebben voor de eigen en andere culturen een vreemde taal te leren en te gebruiken de kennis over en het gebruik van vaardigheden en competenties in cultuureducatieve disciplines te verbeteren • nieuwe perspectieven voor de beroepstoekomst te ontwikkelen • meer te leren van elkaar Gemeente Het gemeentebestuur van Amsterdam hecht groot belang aan de continue profilering van de stad als mondiale “hub” voor internationale culturele ontwikkeling. Toerisme, internationale bedrijvigheid en de aantrekkingskracht van de stad als woon- en werkplaats voor wereldburgers staan hierbij centraal. Daarnaast heeft Amsterdam historische en recente banden met steden als Paramaribo, Riga, Fez en Istanbul en heeft de komst van nieuwe Amsterdammers in de laatste decennia geleid tot nauwe relaties met de zogenaamde herkomstlanden, met name Suriname, de Nederlandse Antillen, Marokko en Turkije. Internationale cultuureducatie ondersteunt de rol van Amsterdam in de wereld door zowel op individueel niveau als op schoolniveau internationale betrekkingen te laten ontstaan en te laten floreren. Daarnaast draagt cultuureducatie bij aan de vorming van jonge Amsterdammers tot nieuwe generaties bewuste, veelzijdige en betrokken burgers. Cultuureducatie faciliteert bovendien het behoud en de versterking van vraag en aanbod in de Amsterdamse culturele sector, wat weer tot grotere internationale prominentie leidt.
5
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De gemeente Amsterdam wil cultuurverbondenheid stimuleren. Cultuurverbondenheid ziet zij als een mentaliteit die uitgaat van ontvankelijkheid en openstaan voor anderen, zodat er een verfijnd weefsel van verbindingen in de stad ontstaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen. “Het gaat over een mentaliteit die leidt tot cultural bridging; reden waarom Prins Claus denk ik de Sahel-opera verzon, in de zomer van 2007 uit te voeren tijdens het Holland Festival. Hij wilde kunstenaars uit Afrika de gelegenheid geven hun eigen excellente kwaliteiten te tonen waarmee tegelijk een poging wordt gedaan een culturele brug te slaan tussen Europa en Afrika” (Carolien Gehrels, wethouder Kunst en Cultuur, Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2009 2012). 5. Randvoorwaarden voor Nieuwe Projecten In bijlage IV zijn diverse voorbeelden opgenomen, die als uitgangspunt voor nieuwe projecten kunnen dienen. Hierbij valt op dat Amsterdamse scholen nog weinig actief zijn op het vlak van internationale cultuureducatie. De gemeente verwacht deze achterstand fors te kunnen verkleinen door de inzet van de stimuleringsregeling alsmede door de activiteiten van Mocca en andere Amsterdamse organisaties op het vlak van de cultuureducatie in het algemeen. Bij het formuleren van projecten moeten in ieder geval de volgende vragen worden beantwoord: 1. Wat is het doel van het project en welke vorm past daar het best bij (Uitwisseling of niet? Reis naar buitenland of niet? Fysieke, directe of indirecte communicatie?) 2. Is het project eenmalig of zal het later worden uitgebreid en/of herhaald? 3. Voor welke groepen (leeftijd, schoolniveau, achtergrond) is het project bedoeld en welke partner-groep/school past daar het best bij? 4. Haakt de school aan bij een bestaand project of ontwerpt zij een project naar eigen inzicht? 5. Wat is het verwachte/geëiste resultaat van het project? (Werkstukken, groepsproject etc.) 6. Wat vereist de realisatie van het project in de zin van geld, tijd en menskracht? Kan de school dit aan? 7. Wat is het tijdspad? 8. Wat zijn de risico’s? Hoe kunnen die worden aangepakt? 9. Wat maakt het project tot een succes? Hoe wordt dat geëvalueerd? Algemene Aandachtspunten Uit de gesprekken die zijn gevoerd met diverse scholen en instellingen zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen, waar het gaat om projecten in internationale cultuureducatie. Voor het begin: • Zoek contact met fondsen en/of ondersteunende organisaties, doe het niet alleen. • Houd het hanteerbaar. • Bij een uitwisseling: zoek een school met een vergelijkbaar profiel. • Neem de tijd om elkaars cultuur te leren kennen, elkaar persoonlijk te leren kennen en vertrouwen te kweken. • Wissel uit op basis van gelijkwaardigheid. Inhoud: • Denk na over het waarom, het wat, het hoe en over de effecten en redeneer daarbij vanuit de pedagogiek en de ontwikkelingspsychologie. Kies voor een integrale benadering van projecten als onderdeel van het onderwijsprogramma, gekoppeld aan doelstellingen en inhouden. Kijk naar de inzet in diverse vak- en leergebieden. Zorg voor feedback over en evaluatie van de gerealiseerde uitkomsten.
6
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
• Kies voor een inhoudelijk thema en laat leerlingen van de gekoppelde scholen en andere deelnemers gezamenlijk werken aan dat thema. • Zorg voor voorbereidende opdrachten, theaterbezoeken of uitwisselingen per e-mail voordat de reizen plaatsvinden. • Laat leerlingen een verslag van de reis in woord en beeld maken, bijvoorbeeld in de vorm van een boekje of een PowerPointpresentatie. • Zorg dat deelnemers ook op langere termijn contact houden, bijvoorbeeld via e-mail of chat-sessies. Organisatie: • Zorg voor betrokkenheid en steun van de schoolleiding. • Informeer alle docenten van de school vanaf het begin en zorg dat een voldoende groot aandeel van hen actief betrokken raakt en blijft. • Draagvlak dient te worden gegarandeerd, bijvoorbeeld door van iedere sectie minstens één vertegenwoordiger in de organisatiecommissie te plaatsen. • Train leraren in het begeleiden van leerlingen tijdens het project, zowel op school als op reis. • Plan voldoende uren in. • Ondersteun docenten met concrete hulp (b.v. voorbereidend materiaal). Betrokken docenten: • Docenten moeten bereid zijn veel tijd in het project te steken. • Een zeker idealisme is nodig om het project tot een succes te maken. • De overtuiging dat het project bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen is essentieel. • Zonder goede wil geen succesvol project. Ouders: • Kondig reizen op tijd aan bij de ouders. Hierdoor blijft voldoende gelegenheid om te communiceren met de ouders over het karakter van de reis. Indien nodig hebben ouders dan ook de gelegenheid om te sparen. • Ouders maken zich vaak zorgen over uitspattingen tijdens schoolreizen. Bespreek dit beeld in alle openheid en overtuig de ouders ervan dat een reis naar het buitenland in het voortgezet onderwijs een normaal onderdeel uitmaakt van het programma. Leerlingen: • Bied thuisblijvers eventueel een aangepast programma aan. • Koppel leerlingen op basis van achtergrond of interesses, dit kan helpen om terughoudendheid te overwinnen. Valkuilen en knelpunten • Geloof en cultuur van de ouders, of de terughoudendheid om hun kinderen zelfstandig te laten reizen, brengen soms met zich mee dat ouders geen toestemming geven voor een buitenlandse reis. • Als jongeren van buiten de Europese Unie worden uitgenodigd, kan het verkrijgen van paspoorten en visa voor problemen zorgen. • Het ontvangen van docenten en leerlingen bij medewerkers of gastgezinnen thuis blijkt vaak lastig te organiseren. • Leerlingen uit gezinnen met lagere inkomens zijn soms krap behuisd. Dat maakt het soms moeilijk om gastgezin te zijn. • Als leerlingen kunnen kiezen voor deelname aan verschillende projecten en bestemmingen heeft dat zowel voordelen als nadelen: een nieuwe of ongebruikelijke en daardoor minder populaire reisbestemming kan gevaar lopen door te weinig inschrijvingen. 7
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
• • • •
Er is geen ruimte voor een gezamenlijke en verplichte voorbereiding als de deelnemende leerlingen uit verschillende klassen komen. Inbedding in het curriculum is daarom moeilijk. Een groot project kan een verstoring van het schoolritme betekenen. De inzet van uren kan snel uit de hand lopen. Het is moeilijk om telkens docenten mee te krijgen als begeleiders. Soms is het moeilijk om scholen in het buitenland te vinden voor uitwisseling, vanwege het imago van Amsterdam (“een stad waar alles mag”).
VMBO • Besteed aandacht aan het VMBO. Gun ook de zwakkere leerlingen, die zowel thuis als op school minder financiële middelen hebben, een kans om iets van de wereld te zien. • Uitwisselingen met de herkomstlanden zijn wellicht een manier om VMBO-leerlingen meer bij internationaliseringprojecten te betrekken. • VMBO-leerlingen zijn jong (3e jaars VMBO-leerlingen zijn pas 14 of 15, terwijl de bovenbouwleerlingen van havo/vwo 15, 16 en 17 jaar zijn). VMBO leerlingen zijn mede daardoor gebaat bij meer structuur en een strakkere begeleiding.
6. Subsidieregeling Internationale Cultuureducatie Projecten 2008-2009 en 2009-2012 Op basis van de verworven inzichten is door Mocca een projectplan geformuleerd om scholen te faciliteren bij het opzetten van projecten op het vlak van internationale cultuureducatie. Hieronder worden de belangrijkste componenten besproken. Voorwaarden voor projectplannen In het voorgaande hoofdstuk is ingegaan op de voorwaarden om te komen tot een goed internationaal cultuureducatieproject. Bij het formuleren van projecten moeten in ieder geval de volgende vragen worden beantwoord, gebaseerd op de ervaringen van al actieve scholen: 1. Wat is het doel van het project en welke vorm past daar het beste bij (Uitwisseling of niet? Reis naar het buitenland of niet? Fysieke, directe of indirecte communicatie?) 2. Is het project eenmalig of zal het later worden uitgebreid en/of herhaald? 3. Voor welke groepen (leeftijd, schoolniveau, achtergrond) is het project bedoeld en welke partner-groep/school past daar het beste bij? 4. Haakt de school aan bij een bestaand project of ontwerpt zij een project naar eigen inzicht? 5. Wat is het verwachte/geëiste resultaat van het project? (Werkstukken, groepsproject etc.) 6. Wat vereist de realisatie van het project in de zin van geld, tijd en menskracht? Kan de school dit aan? 7. Wat is het tijdspad? 8. Wat zijn de risico’s? Hoe kan daarop worden geanticipeerd? 9. Wat maakt het project tot een succes? Hoe wordt het project geëvalueerd? Interne organisatie Een goede voorbereiding en keuzes gebaseerd op realistische verwachtingen zijn voorwaarden om een cultuureducatieproject te doen slagen. Dat kost tijd, geld, energie en doorzettingsvermogen. Het is daarom aan te raden om binnen de school een coördinator en/of een werkgroep in te stellen die met de voorbereiding en eventuele uitvoering zijn belast.
8
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Advies en Ondersteuning Verschillende organisaties, ieder met een eigen doelstelling, zijn beschikbaar voor (Amsterdamse) scholen. Een overzicht is te vinden in bijlage III. Organisaties als het Europees Platform in Alkmaar, zijn goede informatiebronnen. Deze stellen eventueel subsidie beschikbaar en kunnen ondersteunen bij de training en begeleiding van de betrokken leerkrachten en coördinatoren. Andere organisaties, zoals het Nederlands Jeugdinstituut/Xplore hebben weer specifieke kennis over en subsidie voor een bepaald soort uitwisselingen. Centrale coördinator of coördinatie per school? Mocca stelt voor om in Amsterdam gedurende minimaal een jaar een centrale coördinator internationale cultuureducatie aan te stellen die aanspreekpunt is voor alle scholen. Een andere variant is dat de coördinatie binnen de school zelf ligt en daar budget voor beschikbaar is. De coördinator, centraal of per school, zal het volgende als taak hebben: • Het verzamelen en toegankelijk maken van informatie. • Het begeleiden van het maken van projectplannen en subsidieaanvragen. • Het leggen van contacten met uitwisselingspartners in het buitenland. Pilotjaar Gedurende het pilotjaar wordt een beperkt aantal scholen begeleid bij de voorbereiding en uitvoering van een aantal internationale cultuureducatieprojecten. Deze projecten worden deels vanuit de subsidieregeling gefinancierd. Wederkerigheid en actieve deelname aan cultuureducatieve activiteiten alsmede het testen van verschillende projectvormen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Vervolgtraject Gedurende de drie jaren volgend op het pilotjaar zal een subsidieregeling beschikbaar zijn voor alle scholen uit het Amsterdams voortgezet onderwijs, om bij te dragen aan de realisatie van internationale cultuureducatieprojecten door de scholen. Kosten Een uitwisselingsproject op basis van 80 – 100 leerlingen kost rond de € 10.000. Daarbij komen nog de uren van de coördinator en de docenten. De gekapitaliseerde waarde hiervan is ook ongeveer € 10.000 op jaarbasis. De kosten voor een centrale coördinator zijn op jaarbasis € 45.000. Een budget van € 250.000 op jaarbasis wordt in het eerste jaar als volgt besteed: € 200.000
€ 5.500
Facilitering scholen (uren) en activiteitskosten projecten (6–8 scholen in het eerste jaar) voor de aanstelling van een centrale coördinator internationale cultuureducatie (2008 – 2009) voor het voorliggende onderzoek in 2007 (toegevoegd aan projecten v.a. 2008)
€ 250.000
totaal 2008 - 2009
€ 44.500
In de volgende jaren zal het budget voor coördinatie worden verminderd. De gelden die dan niet meer aan coördinatie worden besteed, kunnen dan worden ingezet voor de projecten.
9
M CCA
© Cre8 East Africa
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage I ‘Best Practices’ internationale uitwisselingen cultuureducatie In deze bijlage worden twee voorbeelden van internationale uitwisselingen cultuureducatie beschreven. Dit zijn slechts twee mogelijkheden uit een groot arsenaal van verschillende uitwisselingen. De eerste beschrijving betreft een school, de tweede is een beschrijving van een uitwisseling tussen theatergezelschappen. Beide adviseren in aanvang te investeren in het leren kennen van elkaar en in elkaars gebruiken en zienswijze. Het advies is om te investeren in langdurige samenwerkingsverbanden. En beide kiezen voor een vorm waarin de partners in de uitwisseling elkaar jaarlijks ontmoeten om inhoud en vorm af te stemmen. Bij de ontmoeting wordt een begin gemaakt met het organiseren van de komende uitwisseling. De motivatie om aan uitwisseling te doen is gelegen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de jongeren en in de meer vakinhoudelijke ontwikkeling van de jongeren. Tevens geven beide aan dat uitwisselingen ook inspirerend en stimulerend zijn voor de leerkrachten, vakdocenten en andere partners. Uitwisselingen bieden nieuwe gezichtspunten, inzichten en samenwerkingsverbanden die vaak verder reiken dan het specifieke thema van een uitwisseling en/of de concrete uitwisseling zelf. Uitwisselingen zijn wel tijdrovend en verlangen een gedegen planning en inzet van betrokkenen. Een korte samenvatting van stappen die in de komende ‘best practices’ beschreven worden is: 1. onderzoek wie geschikte uitwisselingspartners zijn (begin klein), denk ook aan eventuele aansluiting bij een internationaal opererend theater- of muziekgezelschap 2. neem contact op met deze partners en neem de tijd om elkaar te leren kennen 3. spreek bij wederzijdse interesse met elkaar af en bezoek indien mogelijk elkaars locatie, onderzoek wat de gezamenlijke mogelijkheden en belangstellingen zijn om met elkaar een uitwisseling op poten te zetten 4. bespreek de gemaakte plannen in het eigen team en pols de interesse 5. bespreek de gemaakte plannen met eventuele subsidiegevers en maak een inschatting van de mogelijkheden 6. werk een eerste uitwisseling uit en plan deze in (voor wie wordt de uitwisseling, voor hoeveel leerlingen en voor welke groepen), wie organiseren de uitwisseling, wanneer zal die plaatsvinden, waar verblijven de leerlingen en begeleiders, wat gaan ze doen tijdens de uitwisseling, welke doelstellingen worden beoogd met de uitwisseling, wie betaalt de uitwisseling etc) 7. de daadwerkelijke uitwisseling 8. evaluatie van de uitwisseling (leerlingen, begeleiders, andere teamleden) 9. plan een bijeenkomst met de partners om af te stemmen hoe verder etc.
10
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
1. Het Baarnsch Lyceum (www.hetbaarnschlyceum.nl) Dhr. De Wijs, decaan en inspirator internationale uitwisseling Algemeen: Het Baarnsch Lyceum is ruim twintig jaar geleden begonnen met internationale uitwisselingen. Allereerst heeft de school contact opgenomen met het Europees Platform met de vraag of er al scholen waren die aan internationale uitwisselingen deden. Vervolgens heeft zij contact opgenomen met verschillende scholen in Europa. Gezocht is naar scholen die qua identiteit en niveau zoveel mogelijk overeen komen met elkaar en met het Baarnsch Lyceum. “Voor goede uitwisseling is een voorwaarde dat je de tijd neemt om elkaars cultuur goed te leren kennen en vertrouwd met elkaar te raken.” De eerste uitwisseling was een sportwedstrijd. Deze vorm is na een keer losgelaten. De strijd en competitie tussen de leerlingen droegen niet bij aan het doel om met elkaar uit te wisselen en van elkaar te leren. De school wil een cultuurschool zijn en heeft haar uitwisselingen als speerpunt voor beleid genoemd. Doelstellingen die aan de internationale uitwisselingen ten grondslag liggen zijn: • Verbreden horizon van de leerlingen. • Verbreden mogelijkheden van leerlingen voor de toekomst (voor vervolgopleidingen en arbeidsmarkt) • Leren kennen van elkaars cultuur, waaronder taal, tradities, gebruiken en gewoonten. • Stimuleren van zelfvertrouwen en zelfexpressie • Voor langere tijd contact met elkaar leggen. E-mail en internet maakt dit goed mogelijk. Vormen van internationale uitwisseling: Drie vormen van internationale uitwisseling maken een vast onderdeel uit van het schoolprogramma, namelijk:
1. Uitwisselingsproject (= UP) Het UP is gebaseerd op regelmatige en intensieve contacten met scholen in: - Engeland (Norwich en East-Dereham) - Duitsland (Dortmund en Gelsenkirchen) - Frankrijk (Lille) - Belgie (Franstalig Brussel) - Spanje (Zaragoza) In het UP staat de individuele leerling centraal. Een UP-leerling verblijft twee tot drie weken in een gastgezin (met een leeftijdgenoot) en maakt intensief kennis met een ander land, een andere taal, een andere school(cultuur) en een ander gezin. Omgekeerd zijn de leerlingen ook gastvrouw of gastheer voor buitenlandse UP-leerlingen. Deze uitwisseling is voor bovenbouwleerlingen. De uitwisseling is niet verplicht, maar een vrijwillige keuze. Aan de keuze zijn wel verplichtingen verbonden, zoals een tijdsinvestering buiten schooluren om.
2. Mini exchanges Dit zijn lange weekeinden (4 dagen), waarin een groep 1e en 2e klassers naar East-Dereham (Engeland) en een aantal leerlingen van klas 3 naar Dortmund (Duitsland) gaan om hun eerste internationale schoolervaringen op te doen. Ook bij deze mini-exchanges komen buitenlandse leerlingen in Baarn op bezoek
11
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Deze uitwisseling is voor de onderbouwleerlingen. De uitwisseling is niet verplicht, maar een vrijwillige keuze. Aan de keuze zijn wel verplichtingen verbonden, zoals een tijdsinvestering buiten de schooluren.
3. European Art Festival Het EAF is ontstaan als “spin-off” van het uitwisselingsproject en is nu een jaarlijks terugkerend festival. Het EAF wordt afwisselend gehouden in East-Dereham, Dortmund en Baarn. Leerlingen uit alle jaarlagen nemen hier aan deel. Door middel van workshops en presentaties wordt er gezamenlijk gemusiceerd, gedanst, toneel gespeeld etc. Leerlingen kunnen zich inschrijven voor deelname aan het festival en de workshops. Uiteindelijk bepaalt het docententeam wie wat gaat doen. Talent en/of belangstelling zijn selectiecriteria. Naast deelname aan het festival zelf is het mogelijk om te fungeren als gastgezin voor een buitenlandse gast (als het festival in Baarn wordt gehouden). Effecten van de uitwisselingen blijken uit hogere scores in de taalvakken van de leerlingen die mee hebben gedaan, meer interesse in maatschappelijke discussies, meer zelfvertrouwen en zelfexpressie. Leerlingen bouwen een netwerk op en meer leerlingen dan voorheen gaan na hun eindexamen eerst een jaar naar het buitenland, voordat ze gaan studeren. Veel leerkrachten hebben een taak binnen een van de uitwisselingsvormen. Bij de taakverdeling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met belangstelling en interesse. Hoe organiseer je een uitwisseling? Elk jaar organiseert een van de scholen uit het uitwisselingsproject een “Teachers Conference”. Hier komen de verschillende organisatoren en begeleiders uit de verschillende landen samen. Afspraken, planningen en nieuwe plannen worden hier gemaakt. Ook wordt er voor de verschillende festivals aan merchandising gewerkt. Naast de Teachers Conference is er regelmatig contact tussen de verschillende deelnemende scholen. De uitwisselingen zijn jaarlijks. Het European Art festival is één maal in de twee jaar. Dit festival was eerst jaarlijks, maar naast de uitwisselingen is dit te veel gebleken voor de organisatie. Met het organiseren van het European Art Festival wordt ongeveer anderhalf jaar van tevoren gestart. Tijdens een Teachers Conference wordt begonnen met het maken van plannen en afspraken. Het European Art Festival duurt vier dagen. Vaak wordt begonnen op donderdag. Dan worden de buitenlandse leerlingen ontvangen. Alle gasten worden ondergebracht in gastgezinnen. Op vrijdag begint dan het festival met een officiële opening voor iedereen die meedoet en is er een plenair gedeelte waarin iedereen kennis kan maken met elkaar. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door middel van een gezamenlijke ‘theater warmingup’. In de middag beginnen de eerste workshops. Deze worden vervolgd op zaterdag en zondag. Workshops worden geleid door kunstenaars en vertegenwoordigers van culturele instellingen. Verschillende disciplines komen aan bod. De leerlingen van de verschillende landen volgen gezamenlijk workshops. Zondagavond is de presentatie- en voorstellingsavond voor leerlingen, ouders, docenten en schoolleiders. Het budget voor het European Art Festival is ongeveer 10.000 euro. De uren van de verschillende leerkrachten en verblijfskosten bij de gastgezinnen zijn hier niet in meeberekend. Het Baarnsch Lyceum betaalt de reiskosten uit de ouderbijdrage en vraagt voor een gedeelte van de kosten subsidie aan bij het Europees Platform.
12
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De stappen die moeten worden gezet om een uitwisseling op te zetten 1. Contact maken met fonds/organisatie. 2. Leerkracht aanstellen om leerlingen te begeleiden (Het Baarnsch Lyceum heeft via het Europees Platform de leerkracht laten trainen om leerlingen te begeleiden bij internationale uitwisselingen). 3. Voorbereiding: leren over de zeden en gewoontes van het land van de school waarmee de uitwisseling plaatsvindt. 4. Elk land vormt zijn eigen leerkrachtenteam dat aan de uitwisseling gaat deelnemen. 5. Teams bij elkaar brengen om elkaar te leren kennen en afspraken te kunnen maken. 6. Data en vorm van de uitwisseling vastleggen en afstemmen met elkaar. 7. Leerlingen selecteren om aan de uitwisseling mee te doen. 8. Uitvoeren van gemaakte plannen.
© Cre8 East Africa
Tips en adviezen bij het starten met internationale uitwisselingen: • Begin er alleen aan als je er achter staat en tijd en ruimte hebt om de uitwisseling op te zetten. • Zorg voor genoeg draagvlak binnen team en directie. • Denk na over hoe je het project wil financieren (nu en in de toekomst). • Wissel uit op basis van wederkerigheid (gastgezinnen). • Wissel uit op basis van gelijkwaardigheid. • Begin klein en voorzichtig, hoe kleiner hoe beter, ontwikkel ‘fingerspitzengefühl’. En bouw geleidelijk uit, door elkaar beter te leren kennen en samen te werken wordt samenwerken ook steeds gemakkelijker. Zorg dat een vertrouwensband wordt gevormd en dat vanuit gezamenlijkheid wordt gehandeld. • Plan voldoende uren in (Het organiseren van een mini-exchange kostte de eerste keer bijvoorbeeld 100 uur) • Houd het hanteerbaar. • Via het Europees Platform is er een opleiding tot buitenlandcoördinator.
13
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
2. MUZtheater (www.muztheater.nl) Weergave van het gesprek met Jan-Willem van Kruyssen en Rick Nanne Het MUZtheater bestond in 2004 twintig jaar en is inmiddels diep geworteld in de Zaanstreek. Het MUZtheater was destijds een van de weinige professionele theatergezelschappen dat specifiek was gericht op een publiek van 12 tot 18-jarigen. Naast het maken en spelen van theaterproducties, ontwikkelt het MUZtheater bij alle voorstellingen educatieve activiteiten. Het MUZtheater huist Jongerentheatergroep NEST, waarin geen professionele acteurs, maar scholieren zelf op de planken staan. Jongeren kunnen cursussen theater bij het MUZtheater volgen. Het MUZtheater was de laatste twee jaar regelmatig in het buitenland. Het was daar niet alleen om voorstellingen te spelen, maar vooral om ervaringen uit te wisselen en samen te werken met collegatheatergezelschappen uit Europa. Door het lidmaatschap van EUnetART (European Network of Art Organisations for Children and Young People) raakte het MUZtheater actief betrokken bij diverse Europese uitwisselingsprojecten. Sinds 2001 maakt het MUZtheater deel uit van www.magic-net.org, een netwerk dat streeft naar een grensoverschrijdende artistieke samenwerking tussen dertien theaters uit twaalf Europese landen, teneinde meerdere coproducties op de planken te brengen. Het MUZtheater wil het publiek meer betrekken bij de producties en de professionele groepen. De uitwisseling met verschillende landen past daarbij. Binnen de uitwisseling komen publieksgroepen (de jongeren) samen met de professionele groepen. De uitwisselingen worden niet alleen als belangrijk gezien voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren en om hen te laten kennismaken met de professionele theaterwereld. Vakinhoudelijk groeien de jongeren ook. De uitwisseling van jongeren uit verschillende landen leidt tot verruiming van repertoirekennis en tot meer vaardigheden. Elk jaar organiseert één van de landen een uitwisseling. Niet elk land doet elk jaar mee. Van elk land kunnen ongeveer zes a zeven jongeren meedoen, het professionele gezelschap en een ‘educator’.
© Cre8 East Africa
Om de mate van uitwisseling zo groot mogelijk te houden, worden alle deelnemers op één locatie gehuisvest. Elk theater dat meedoet, heeft een eigen groep jongeren die door middel van jongerenproducties aan het theater is verbonden.
14
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Beschrijving vorm en inhoud internationale uitwisseling Youth Event 2006 Water, alles stroomt Van 21 tot en met 29 oktober 2006 kwamen meer dan zestig jongeren uit negen Europese landen in Nederland samen voor een internationale theateruitwisseling, geïnitieerd door het MUZ. Het thema ‘Water, alles stroomt’ vormde de leidraad voor een week vol internationale cultuur, improvisatie, muziek en dans. De jongeren gingen door het vertellen van verhalen, op zoek naar hun eigen ‘roots’ en naar die van elkaar. Het resultaat van die zoektocht is aan het einde van de week voor publiek gepresenteerd in Heemskerk en Zaandam. Het vertellen van verhalen is in deze moderne tijd bijna verloren gegaan. Tijdens het Youth Event zullen vele nationale mythes, sagen en legendes weer nieuw leven worden ingeblazen. Daarbij staan niet alleen de Nederlandse en Zaanse cultuur centraal, maar ook die van andere Europeanen. Het thema van de theateruitwisseling is ‘Water, alles stroomt’ naar het Griekse ‘Panta Rhei’. Water verbindt alle deelnemende landen, zowel historisch als geografisch. Bovendien is het een metafoor voor de veranderingen in onze huidige Europese maatschappij. Het Youth Event is een ‘stroom’ van Europese verhalen uit andere culturen, gezien door de ogen van jongeren. De landen, die worden vertegenwoordigd door zes à zeven jongeren, zijn Duitsland, Engeland, Estland, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije en Turkije. In elk land bevindt zich een partner van MagicNet, een Europees theaternetwerk dat jaarlijks diverse coproducties op de planken brengt. Voor Nederland zullen zes leden van NEST, de jongerengroep van het MUZ, hun visie op water theatraal verbeelden. Deze is gebaseerd op het bekende verhaal over Hansje Brinker, die zijn vinger in de dijk stak en daarmee een overstroming voorkwam. Alle jongeren en hun begeleiders verblijven tijdens het Youth Event in Heemskerk. Op de laatste dag worden alle negen internationale bijdragen samengevoegd tot een presentatie, waarin spelenderwijs oplossingen worden gegeven voor obstakels als taal- en cultuurverschillen. Op 27 en 28 oktober zullen alle zestig deelnemers laten zien dat er geen unieke Europese identiteit bestaat, maar dat kennis van de verscheidenheid aan culturen leidt tot wederzijds begrip en een onvergetelijke theaterervaring.
Jaarlijkse uitwisseling Het thema is iedere keer verschillend, de aanpak is vaak hetzelfde: ieder land bereidt een eigen presentatie voor, geïnspireerd op het thema. Deze presentatie laten ze aan elkaar zien. Vervolgens worden er kleine gemixte workshopgroepen gemaakt, die onder begeleiding van een workshopleider/educator aan de presentatie gaan werken. Tijdens het verblijf worden er ook theatervoorstellingen bezocht en workshops gevolgd. Deze zijn gekoppeld aan de voorstellingen. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Magic-net-leden wordt bepaald welke landen er meedoen. Daarna bereiden de educators tijdens een weekeinde alles voor: de workshops, het activiteitenprogramma, zij bekijken de locaties, bespreken het conceptplan en stemmen met elkaar af wat de gezamenlijke regels zullen zijn. Engels is de voertaal. Het MUZtheater wordt vanaf 1993 structureel gesubsidieerd door het ministerie van OCW en de provincie Noord-Holland en vanaf 1997 ook door de Europese Commissie. Het Youth Event wordt gesponsord door het Europees Subsidieprogramma Jeugd (www.youthinaction.nl). In principe is het hostland verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van het project. De deelnemende landen bereiden het voor.
15
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
“What I got out of this week? Tulip bulbs for my granny, plenty of new friends, adresses and of course lots of insight into other cultures and new ways of making theatre.”(Steffi, Schwerin, Germany/ Magic net. Yearbook 2007, at the doors of Europe) “I want to discuss my and your way of working and therefore I need to reflect on myself and form an opinion about you. We need to discuss and fight, only then we can really learn so much about ourselves and each other.”(Rick Nanne, educator of hetMUZ Theater, Netherlands/ Magic net. Yearbook 2007, at the doors of Europe)
© Cre8 East Africa
Voor de realisering van een uitwisselingen adviseren we een aantal stappen: Aansluiting zoeken bij een gezelschap in Amsterdam of in de eigen omgeving en dan samen zoeken naar een theatergroep in het buitenland. Het maken van een voorstelling is niet de reden, maar een aanleiding om bij elkaar te komen. Vrije tijd inlassen tijdens de uitwisseling is belangrijk vanwege de sociale component, culturele uitwisseling. Goede faciliteiten zijn ook belangrijk Engels als voertaal kiezen (taalbarrière geldt vaak alleen voor de professionals en niet voor de jongeren) De begeleiders moeten twee weken voor de uitwisseling bij elkaar komen. Alles wat zij bespreken, moeten zij schriftelijk vastleggen, om misverstanden te voorkomen.
16
M CCA
© Cre8 East Africa
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage II Aanvraag formulier Internationalisering Cultuureducatie 2008 – 2009 I. Basisgevens U wordt verzocht de basisgegevens altijd in te vullen, ook als u geen gebruik maakt van het overige format. U kunt volstaan met korte antwoorden. Basisgegevens School Naam School Schoolbestuur Adres/Postcode
Directeur/rector
Naam contactpersoon Functie contactpersoon Contactgegevens tel. Email
Datum aanvraag
Basisgegevens Aanvraag Werktitel project
Begin- en einddatum
Aantal leerlingen (j/m) dat actief deelneemt, klassen, type onderwijs Discipline(s) cultuureducatie Naam instellingen in Nederland met wie wordt samengewerkt Naam instellingen met wie in het buitenland wordt samengewerkt (welk land) 17
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Basisgegevens Begrotingg Totale kosten project Gevraagde subsidie Eigen bijdrage Overige financiering II Toelichting op de aanvraag In dit onderdeel wordt een uitgebreide toelichting gevraagd op diverse onderdelen. U kunt desgewenst een eigen projectomschrijving gebruiken op voorwaarde dat alle gevraagde toelichtingen hierin opgenomen zijn. 1a. Omschrijving van het project. 1b. Doelstellingen van het project voor de school en de leerlingen. Op welke wijze worden de doelstellingen bereikt. 2a. Toelichting verbinding met het reguliere curriculum/cultuureducatie beleid en (vorm van) voortzetting daarvan na afloop van de projectperiode. b. Toelichting op samenstelling van deelnemende leerlingen en selectiecriteria voor deelname. c. Planning (draaiboek) voor de uitvoering (voorbereiding, uitvoering, evaluatie). 3 Organisatie a. Wie (functies) zijn in de school verantwoordelijk voor de ontwikkeling/uitvoering van het project en welke taken worden uitgevoerd. b. Toelichting op de samenwerking met organisaties in Nederland en in het buitenland. c. Toelichting op motivatie/keuze voor samenwerking met betreffende instellingen. Krijgt deze samenwerking een (vorm van) voortzetting na afloop van de projectperiode en zo ja welke? d. Communicatie: hoe wordt over het project gecommuniceerd naar de leerlingen/ouders op de school (nieuwsbrieven, website ) III Begroting Voeg uw projectbegroting als bijlage toe! Naast vermelding van de totale kosten en gevraagde bijdrage van de Gemeente dient de begroting gespecificeerd en gedetailleerd te zijn zodat het voor de beoordelingscommissie duidelijk is wat waaraan wordt uitgegeven. Binnen de begroting neemt u in ieder geval op: • voorbereiding en organisatiekosten • reis en verblijfskosten (er wordt verwacht dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van betaalbare voorzieningen voor jongeren (zoals jeugdhostels/gastouders). • activiteiten kosten en materiële kosten (cultuureducatie) • kosten voor (externe) begeleiding en externe personeelskosten • interne personeelskosten (maximaal 10% van de aanvraag. Van de school wordt een eigen bijdrage verwacht in de vorm van uren en inzet eigen personeel) • eigen bijdrage leerlingen (van ouders van deelnemende leerlingen wordt een bijdrage verwacht voor ‘zakgeld’) • Eigen bijdrage school (voor activiteiten die niet direct binnen het project vallen, zoals het bezoeken van musea en de inzet van eigen personeel) • Bijdragen uit andere bronnen (fondsen e.d.)
18
M CCA
© Cre8 East Africa
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage III Groslijst van organisaties voor ondersteuning en advies Europees Platform Het doel van het Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs is het versterken van de Europese dimensie en het bevorderen van de internationalisering van het Nederlandse onderwijs. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het onderwijs. Het Europees Platform heeft veel verschillende taken, waarvan het functioneren als agentschap voor gesubsidieerde internationaliseringprogramma’s tot de belangrijkste behoort. Het betreft hier onder andere het Europese Levenlang Leren Programma (LLP), gefinancierd door de Europese Commissie, en de nationale programma’s en bilaterale programma’s, gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs. Voor advies aan het onderwijs is de Euroschool actief. Bij de Euroschool kunnen leerkrachten en schoolleiders een cursus “beginnen met internationaliseren” volgen. Zie voor meer informatie: www.euroschool.nl Deze cursus is speciaal opgezet voor scholen die met internationalisering willen beginnen of die een doorstart willen maken. De cursus wordt zoveel mogelijk aangepast aan de wensen van de deelnemers. Hun wensen worden na inschrijving geïnventariseerd. Het adagium is: Think big, start small. Het gaat om de vraag hoe men een langetermijnvisie op internationalisering kan ontwikkelen en hoe men deze door kleinschalige projecten kan realiseren. In deze cursus wordt aandacht besteed aan praktische aspecten, zoals de subsidiemogelijkheden van het Europees Platform, het opzetten van een uitwisseling, het voorbereiden van een Comeniusproject, het koppelen van een project aan de leerstof, het belang van het didactisch gebruik van ICT in Internationale projecten enz. Daarnaast wordt ingegaan op de voorwaarden die op schoolniveau gerealiseerd moeten worden om tot een succesvol internationaliseringbeleid te komen: het bepalen van de doelstellingen, de rol van de commissie internationalisering, het verbreden van het draagvlak. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden krijgen de cursisten een beeld van de boeiende mogelijkheden voor leerlingen en docenten Adres Tel: Fax: E-mail:
Nassauplein 8, 1815 GM Alkmaar +31 (0)72 5118502 +31 ()072 5151221
[email protected]
Adres Tel: Fax: E-mail:
Bezuidenhoutseweg 253, 2594 AM Den Haag +31 (0)70-3814448 +31 (0)70-3831958
[email protected] www.europeesplatform.nl
19
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
20
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Stichting Leerplan Ontwikkeling De SLO is destijds opgericht om de onderwijskwaliteit en het beleid van de overheid te implementeren. Het SLO oriënteert zich internationaal op onderwijsbeleid, op innovatie en op andere zaken, zoals bijvoorbeeld nieuwe concepten voor vakgebieden Het SLO bouwt aan een internationaal netwerk door middel van seminars en conferenties en door te participeren in internationale projecten. Het SLO kijkt, op het gebied van vak en leergebieden, naar buitenlandse voorbeelden bij zaken als taalontwikkeling en de wetenschap van het taalonderwijs of vakkenintegratie. Dit alles op beleidsniveau, vak- en inhoud niveau en op theorie vorming. Het SLO heeft een netwerk opgezet waarin o.a. informatie wordt uitgewisseld over cultuureducatie. Boulevard 1945 3 7511 AA Enschede Tel: +31 (0)53 4840840 www.slo.nl European Cultural Foundation The ECF is one of the leading independent organisations devoted to cultural development, and is a passionate advocate of cultural cooperation. We campaign for, initiate, develop and support cultural cooperation activities across the broader Europe • We develop new cultural experience and media activities by offering grants and by initiating and coordinating programmes for organisations and individuals. • We are actively involved in cultural policy development, particularly for the integration of European society. • We strive to give culture a stronger voice and profile at all levels. • We work in partnership with other leading European cultural organisations. The ECF’s grant scheme supports independent cultural projects by small to medium-sized organisations. There is a particular emphasis on projects which explore ways of improving our understanding of the role that culture can play in shared identity and citizenship
© Cre8 East Africa
Jan van Goyenkade 5 1075 HN Amsterdam Tel: +31 (0)20 573 38 68 Fax: +31 (0)20 675 22 31 www.eurocult.org
21
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Koepelorganisaties VO raad De VO-raad behartigt de collectieve belangen van het voortgezet onderwijs en de werkgeversbelangen van zijn leden. De vereniging vertegenwoordigt haar leden bij de overheid, andere onderwijssectoren en maatschappelijke organisaties. De VO-raad richt zich op drie centrale werkterreinen of taakgebieden: • kwaliteit, ontwikkeling en vernieuwing van het voortgezet onderwijs • beleidsontwikkeling en beleidsbeïnvloeding • collectieve belangenbehartiging Bezoekadres Postadres
St. Jacobsstraat 430-440, 3511 BT Utrecht Postbus 8282, 3503 RG Utrecht
Tel: +31 (0)30 232 48 00 Fax: +31 (0)30 232 48 48 E-mail:
[email protected] www.vo-raad.nl ECNAIS Founded in 1988, ECNAIS is a non-political, non-confessional, international association for collaboration between national associations of independent schools in European countries. ECNAIS encompasses 28 national associations representing 24.000 schools and 5.4 million pupils. ECNAIS is recognized by the Council of Europe and the European Union Commission as a non-government organisation with constative status. ECNAIS’ principal objectives are: • To bring together national associations of independent schools in European countries. • To assist its members in promoting understanding of the rights of pluralism in the national systems, of education and of parental choice of education for their children and of the vital role of independent schools in a modern democratic society. • To further the interests of all kinds of independent education, confessional and lay, whose principles conform to those set out in the Universal Declaration of Human Rights. • When so requested, to make agreed representation to the Council of Europe, the European Parliament, the European Union Commission and other international organisations on matters of joint concern. Mr. Per Kristensen, Secretary General
[email protected] Tel: +45 70 20 26 42 www.ecnais.nl
22
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
ESHA ESHA, the European School Heads Association, is a professional organisation for European School Heads. Members of ESHA are national organisations for school heads and deputy school heads within primary and secondary education. Nearly all European countries (both EU and non-EU) are represented within ESHA by one or more organisations. ESHA is an international community in which experiences, visions and views between the members are exchanged and in which new ideas are born. Aims for ESHA are: • discussing and developing views within the ESHA-membership on innovative education and on school leadership • promoting these views on the European level • influencing the policy of the European institutions (Commission, Parliament) • promoting international exchange and cooperation • supporting the member organisations to play their role on the national level • emphasizing the particular role of the school head and promoting conditions that improve the quality of school leadership Dr. Mielke (president of ESHA) c/o Geschwister-Scholl-Gesamtschule Römerstr. 522, D 47443 Moers, Germany Tel: + 49 2841 931070 Fax: +49 2841 93 10 777 www.esha.org Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA) De SICA is een onafhankelijk centrum dat advies geeft over alle aspecten van internationale culturele activiteiten en cultureel beleid. De SICA geeft advies, organiseert ruim twintig bijeenkomsten per jaar, verzorgt bezoekersprogramma’s voor buitenlandse cultuurdeskundigen en brengt het kwartaaltijdschrift SICAmag uit.
© Cre8 East Africa
Adres Keizersgracht 324 (Felix Meritis), 1016 EZ Amsterdam Tel: +31 (0)20 61 64 225 Fax: +31 (0)20 61 28 152 E-mail:
[email protected] www.sica.nl
23
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
24
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Instellingen die projecten opzetten en uitvoeren Maison Descartes, Institut Français des Pays-Bas Het Maison Descartes is een cultureel instituut opgericht en gefinancierd door het Franse Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen. De opdracht van het instituut is het bevorderen van de uitwisseling tussen Frankrijk en Nederland, voornamelijk door het bevorderen van studie in vele gradaties van de Franse taal. Als een Nederlandse leraar een uitwisseling zou willen organiseren met een Franse school om de leerlingen op deze manier kennis te laten maken met de Franse taal en cultuur, kan deze door Maison Descartes bijgestaan en geadviseerd worden in het proces van het vinden van een passende partner school. Ook kan Maison Descartes als tussenpersoon optreden bij het leggen van contacten met de afdelingen internationale betrekkingen van de Franse Académies. Bovendien is er via de website een mogelijkheid tot een échange électronique, een elektronische uitwisseling, tussen leerlingen. Op deze manier kunnen Nederlandse en Franse leerlingen alvast met elkaar corresponderen, voordat ze daadwerkelijk de uitwisseling aangaan. Vijzelgracht 2A 1017 HR Amsterdam Tel: +31 (0)20 531 95 01 Fax: +31 (0)20 531 95 15 www.maisondescartes.com The John Adams Institute The John Adams Institute is the centre for American culture in Amsterdam. We are an independent, non-profit foundation dedicated to presenting some of the most compelling speakers in the world to European audiences. From poetry to political debate, film to finance, hyperpower hegemony to hip-hop hype, each of our events lights up a different part of the endlessly complex, constantly shifting cultural landscape of the U.S.A. West-Indisch Huis Herenmarkt 97 1013 EC Amsterdam The Netherlands Tel: +31 (0)20 624 7280 Fax: +31 (0)20 638 1145
[email protected] www.john-adams.nl
25
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Goethe Instituut Het Goethe-Institut is de wereldwijd actieve culturele instelling van de Duitse Bondsrepubliek. We bevorderen de kennis van de Duitse taal in het buitenland en onderhouden de internationale culturele samenwerking. We verstrekken informatie over het Duitse culturele, maatschappelijke en politieke leven en geven zo een veelomvattend beeld over Duitsland. We putten inspiratie uit alle aspecten van onze open maatschappij en uit de levende Duitse cultuur. We combineren onze deskundigheid met de ervaringen en ideeën van onze binnen- en buitenlandse partners. Dialoog neemt bij deze samenwerking een centrale plaats in. We zijn dienstverlener en partner voor iedereen die zich actief met Duitsland en de Duitse taal en cultuur bezighoudt. We werken daarbij onder eigen verantwoordelijkheid en zijn politiek ongebonden. Herengracht 470 1017 CA Amsterdam, Nederland Tel: +31 (0)20 5312900 Fax: +31 (0)20 6384631
[email protected] www.goethe.de/amsterdam The British Council The British Council is de vertegenwoordiging in Nederland van het Verenigd Koninkrijk die zich bezighoudt met educatie en cultuur. Het doel is om de relatie tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk te versterken en het creatieve culturele gedachtegoed van het VK in Nederland uit te dragen. Door middel van een reeks creatieve en educatieve projecten voor en met jongeren tussen de 15 en 25 proberen zij wederzijds begrip en respect te creëren tussen beide culturen. Daarbij houden zij zich bezig met centrale thema’s als actief burgerschap en identiteit. The British Council organiseert diverse projecten voor jongeren op verschillende culturele gebieden. Op het gebied van sport en wetenschap organiseren ze projecten voor jongeren van verschillende leeftijden. Binnen het zogeheten INDIE project (Inclusion and Diversity in Education) bestaat de mogelijkheid door onderlinge samenwerking van de participerende scholen een cultural exchange program op te zetten. Weteringschans 85a 1017 RZ Amsterdam The Netherlands Tel: +31 (0)20 550 6060 Fax: +31 (0)20 620 7389
[email protected] http://www.britishcouncil.org/netherlands/
26
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
De Brakke Grond Het Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond is eerst en vooral een presentatieplek en een thuishaven, een partner en een inspirator, een steun en een toeverlaat voor kunstenaars uit Vlaanderen, Nederland en de wereld. De Brakke Grond richt zich daarbij op kenmerkende ontwikkelingen in alle actuele kunstdisciplines. Van beeldende kunst, architectuur en literatuur over dans, theater en muziek tot film en nieuwe media. Vernieuwing, kruisbestuiving, interdisciplinariteit en artistieke durf gaan daarbij voorop. De Brakke Grond presenteert, promoot en ondersteunt met veel enthousiasme de meest kenmerkende actuele kunstproductie. Maar eveneens is het een oord van reflectie en bezinning, van debat en discussie. De Brakke Grond voedt en stimuleert kritische analyse en bevraging, voert zelf onderzoek uit en realiseert studies, onderhoudt de dialoog tussen genres, vakgebieden en gemeenschappen. De Brakke Grond gelooft in internationale samenwerking en uitwisseling, en vervult daarin een dynamische, proactieve rol. Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond is onder andere lid van IETM, het International Network for Contemporary Performing Arts. Nes 45 1012 KD Amsterdam Tel: +31 (0)20 622 90 14 (kantoor) Tel: +31 (0)20 626 68 66 (kassa) Fax: +31 (0)20 625 32 79
[email protected] www.brakkegrond.nl Italiaans Cultureel Instituut in Amsterdam Het Istituto Italiano di Cultura in Amsterdam heeft als officiële instelling van de Italiaanse overheid als doelstelling het bevorderen en verspreiden van de Italiaanse taal en cultuur in Nederland. Deze verspreiding van kunstzinnige en wetenschappelijke kennis en ideeën vindt plaats door middel van het organiseren van Italiaanse taal- en cultuurcursussen en culturele evenementen. Het Istituto bevordert, organiseert en financiert een breed scala aan culturele activiteiten ter versterking en uitbreiding van de culturele uitwisselingen tussen Nederland en Italië. De culturele programmering heeft tot doel het Nederlandse publiek kennis te laten maken met de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Italiaanse cultuur. Ook organiseert het Istituto, op eigen initiatief dan wel in samenwerking met Amsterdamse musea, workshops en lezingen; biedt het stagemogelijkheden voor studenten van verschillende disciplines en kan men terecht voor het leren van de Italiaanse taal op diverse niveaus. Keizersgracht 564 1017 EM Amsterdam Tel: +31 (0)20 626 53 14/ +31 20 626 39 87 Fax: +31 (0)20 638 35 96 www.iicamsterdam.esteri.it/
27
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
28
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
NCDO NCDO staat voor Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. NCDO betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking en ondersteunt hen met informatie, subsidie en adviezen. De millenniumdoelen zijn de leidraad voor alle activiteiten. Deze doelen zijn in 2000 door 189 landen afgesproken om zo vóór 2015 de wereldwijde armoede te halveren. Om draagvlak voor internationale samenwerking te vergroten, en om meer bekendheid te geven aan de millenniumdoelen, organiseert NCDO campagnes, debatten, onderwijsactiviteiten, exposities, mediaproducties en culturele projecten. Ook brengt NCDO de inspanningen van overheid en burgers om de millenniumdoelen te bereiken onder de aandacht. Wereldburgerschap in het onderwijs is de betrokkenheid van jongeren bij een samenleving die steeds internationaler wordt en hun participatie in deze pluriforme maatschappij. NCDO stimuleert scholen om het thema wereldburgerschap te verankeren in het onderwijs. Door onderzoek te doen komen wij tot visieontwikkeling. Scholen kunnen bij NCDO subsidie aanvragen voor hun internationale activiteiten Postadres Bezoekadres Postbus 9420 Mauritskade 63 (hoofdingang KIT) 1090 GA Amsterdam 1092 AD Amsterdam Tel: +31 (0)20 568 8755 Fax: +31 (0)20 568 8787
[email protected] www.ncdo.nl Platform De Levante Stichting de Levante (Oostenwind) wil iedereen in Nederland laten kennismaken met de rijkdommen van de culturen uit het Midden Oosten. Het is een levendig platform voor kunstenaars, een ontmoetingsruimte en tevens het kantoor van de stichting, van waaruit de toekomstige events georganiseerd zullen worden. Door wisselende aspecten van de rijk geschakeerde cultuur van het Midden Oosten te belichten, en de mensen in Nederland (ook de Nederlanders uit andere culturen) ermee vertrouwd te maken, willen wij de relaties tussen beide culturen bevorderen en hopen wij als inspiratiebron te fungeren voor een vruchtbare kruisbestuiving. Voor de Nederlanders die afkomstig zijn uit het Midden Oosten, willen wij een inspiratiebron zijn die de huidige culturele ontwikkelingen in hun landen van herkomst op de voet volgt en deze toegankelijk maakt voor de diaspora. Voor het primair, het voortgezet en het speciaal onderwijs biedt Stichting De Levante schrijfworkshops aan. Het doel van deze activiteit is om jongeren kennis te laten nemen van de literatuur en het schrijfproces. In kleine workshops leren jongeren de verschillende schrijftechnieken en krijgen ze uitleg over stijl en over de werking van een verhaal. Het uiteindelijke doel is om ze bewust te maken van de kracht van woorden en zo hun taalgevoeligheid en taalvaardigheid te stimuleren. Platform De Levante Hobbemastraat 28 1071 ZC Amsterdam Tel: +31 (0)20 671 5485
[email protected] www.delevante.org 29
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Xplore! Hoe leven mensen in Cambodja, Malawi, Peru of Libanon? Kijk verder dan je neus lang is. Steek je handen uit de mouwen en word wereldburger. Xplore! Xplore is een subsidieprogramma voor jongeren tussen de 12 en 30 jaar. Via Xplore kunnen jongeren uitwisselingen opzetten en stage lopen in ontwikkelingslanden. Om zelf te zien hoe het daar aan toe gaat. Om te zien waarom ontwikkelings-samenwerking belangrijk is. En om die boodschap door te geven aan andere Nederlanders. Want deelnemende jongeren verplichten zich om na hun verblijf in het ontwikkelingsland in Nederland hun bevindingen te delen. Programma Xplore Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht Tel: +31 (0)30 230 6550
[email protected] www.xplore.nl Youth in Action Youth in Action geeft subsidie en ondersteuning aan Europese projecten voor jongeren. Zowel jongeren als organisaties, jongerenwerkers en jongeren-beleidsmakers kunnen bij Youth in Action subsidie aanvragen voor internationale buitenschoolse projecten voor jongeren van dertien tot dertig jaar. Het doel van het programma is de actieve betrokkenheid van jongeren bij de maatschappij en bij Europa te vergroten. Jongeren leren open te staan voor andere culturen en vergroten hun persoonlijke vaardigheden. Het programma wordt gefinancierd door de Europese Commissie en uitgevoerd door de afdeling Internationaal van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). In Nederland is NJi/Youth in Action het Nationale Agentschap van de Europese Commissie die het subsidieprogramma uitvoerd. Ieder programmaland van Youth in Action kent zo’n Nationaal Agentschap; met deze uitvoeringsorganisaties werken wij samen. Postadres: Postbus 19221 3501 DE Utrecht Tel: +31(0)30 230 6550 Fax: +31 (0)30 230 6540
[email protected] www.youthinaction.nl
Bezoekadres: Catharijnesingel 47 Utrecht
30
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Magic-Net Project Magic-Net intends to merge into a network, which strives to develop a transboundary artistic exchange of co-productions with 10 theatres from 10 countries. The productions tour throughout Europe, and are primarily targeted at a young audience aged 16-25. These co-productions are based on myths, legends, sagas and classic dramas of national and regional origin which are produced for the stage and supported by theatre educational activities, reaching out to young audiences. Furthermore, the work focuses on workshops for the professional development of the project's various target groups (actors, stage directors, stage and costume designers, musicians, dramaturges, theatre educators, and teachers). Under leadership of experts, the members of the participating countries interact and exchange their experiences about working procedures, broadening their knowledge about recent developments in the arts while expanding their understanding of new methods. Transnational encounters for a young audience (pupils, apprentices and students) are run by professionals to expand key competences. The training does not only focus on social learning to take a stand towards inhuman attitudes and to further peaceful co-existence in Europe. It also fosters understanding, tolerance and respectfulness towards others who are of different opinion. Moreover, the training encourages the young people to explore their individual competences by creating specific artistic productions (new and old media). Magic-Net c/o Kleist Forum Platz der Einheit 1 15230 Frankfurt (Oder) Tel: +49 (0)335 - 284 70 73 Fax: +49 (0)335 - 401 01 45
[email protected] [email protected] www.magic-net.org EUnetArt EUnetART stimulates exchange, connection and collaboration among art professionals - bringing the arts alive for children and young people in Europe. EUnetART is a place to meet, exchange and learn, a framework for developing co-operation projects, a platform to raise issues and a voice for arts for children and young people in Europe. Founded in 1991 in Bologna, the European Network of Art Organisations for Children and Young People is a multi-disciplinary cultural network of over 100 organisations in approximately 28 countries. Members are professional art organisations that work for children and young people. Disciplines include the performing arts, the visual arts, music, museums, arts heritage centres, children's art and community centres, media for children and festivals. EUnetART adheres to the Convention on the Rights of the Child, adopted by the United Nations General Assembly on 20 November 1989, Children's Rights to education, leisure and cultural activities’ article 31-2 "Children know how to deal with the impossible as if it were the possible" (Goethe). EUnetART office Willinklaan 3-5 1067 SL Amsterdam Tel: +31 (0)20 663 8433
[email protected] www.eunetart.org
31
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Instellingen die projecten opzetten en uitvoeren Talenacademie De Talenacademie Nederland is een expertisecentrum voor het talenonderwijs en voor internationale communicatie. De Talenacademie Nederland is het enige dienstverlenende centrum in Nederland dat volledig gespecialiseerd is in talen. Adres Tel: Fax:
Boschstraat 45, 6211 AT Maastricht +31 (0)43 350 74 00 +31 (0)43 350 74 09 www.talenacademie.nl
MUZtheater Het MUZtheater is de laatste twee jaar regelmatig in het buitenland. Het is daar niet alleen om voorstellingen te spelen, maar vooral om ervaringen uit te wisselen en samen te werken met collega-theatergezelschappen uit heel Europa. Door het lidmaatschap van EUnetART (European Network of Art Organisations for Children and Young People) raakte het MUZtheater actief betrokken bij diverse Europese uitwisselingsprojecten. Sinds 2001 maakt het MUZtheater deel uit van Magic-Net, een netwerk dat streeft naar een grensoverschrijdende artistieke samenwerking tussen dertien theaters uit twaalf landen, teneinde meerdere coproducties op de planken te brengen. Deze producties gaan op tournee door heel Europa en zijn voornamelijk bedoeld voor een jong publiek van 16 tot 25 jaar. Adres Tel: Fax: E-mail:
Peterstraat 1, 1500 AA Zaandam +31 (0)75 7715770 +31 (0)75 7715775
[email protected] www.muz.nl
Dario Fo College Dario Fo, ondernemers in de kunst, verbindt kunst en cultuur met impulsen uit de samenleving. Deze verbinding zorgt voor vernieuwing en voor groei bij mensen, bij ondernemingen en organisaties. Het is een verbinding die uitdaagt tot wederzijds respect en inspiratie. Door jarenlange ervaring kan Dario Fo een breed aanbod van kunst- en cultuurproducten leveren. Naast een uitvoerende rol, treedt Dario Fo ook op bij ontwikkeling van beleid en als adviseur voor overheden en kennisleveranciers van onderwijs- en cultuurinstellingen. Adres Tel: Fax: E-mail:
Voorstraat 88, 2685 EP Poeldijk +31 (0)174 244455 +31 (0)174 240684
[email protected] www.dariofo.nl
Filmfestivals voor de jeugd / European Children’s Film Association /www.ecfaweb.org Europese filmfestivals voor de jeugd waaronder het Olympia International filmfestival Camera Zizanio in Griekenland zijn terug te vinden op de website www.ecfaweb.org
32
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Cre8 East Africa Stichting Cre8 East Africa voert cultuureducatieve projecten en (culturele) uitwisseling met kinderen en jongeren in Oost Afrika en Nederland uit. Cre8 speelt zoveel mogelijk in op de vraag, de behoefte en de mogelijkheden van de gemeenschappen en organisaties waarmee wordt samengewerkt. De stichting werkt met onbetaalde krachten en minimale overhead kosten. Het is een kleinschalige professionele organisatie met een hart voor kinderen, cultuur en Afrika. Cre8 werkt samen met Oxfam/Novib, Stichting Projecten Afrika/Marenyo Friends of the Poor Community Support Group en Youth Talent Advancement Program, www.y-tap.org. De Keniaanse y-tap organisatie laat verschillende theatergroepen in negen Keniaanse steden samenwerken en uitwisselen, onder andere door een nationaal theater festival. Cre8 East Africa Amstel 294K 1017 AN Amsterdam, Nederland Tel: +31 (0)20 6241760 E-mail:
[email protected] www.cre8eastafrica.org Click F1 Click F1 is een netwerkorganisatie die zich inzet voor de versterking van de positie van doelgroepen met kansen en problemen in grote steden. Hierbij zet de organisatie cultuur en sport in als middel. Click F1 jaagt aan, ontwikkelt, bemiddelt en geeft advies. Click F1 neemt deel aan het E-motive/Oxfam Novib netwerk. Dit netwerk levert een bijdrage aan omgekeerde ontwikkelingssamenwerking door over grenzen heen wederzijdse contacten te leggen tussen burgers en maatschappelijke bewegingen, organisaties en ondernemingen. Het traditionele Noord-Zuid denken (overdracht van geld en expertise van Noord naar Zuid) maakt plaats voor wereldburgerschap. Click F1 Adres: Spuistraat 239 1012 VP Amsterdam Tel: +31 (0)20 524 43 44 E-mail:
[email protected] www.clickf1.nl
33
M CCA
© Cre8 East Africa
EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage IV Geraadpleegde scholen Pallas Athene College Adres Koekeltse Boslaan 21, 6715 CW Ede Tel: 0318-624500 Fax 0318 624500 E-mail:
[email protected] Het Baarnsch Lyceum Adres Torenlaan 77, 3742CS Baarn Tel: 035 5416041 Fax: 035 5425748 E-mail: info@hetbaarnschlyceum. Montessori College Oost Adres Polderweg 3, 1093KL Amsterdam Tel: 020 5979899 E-mail
[email protected] Spinoza Lyceum Adres Peter van Anrooystraat 8, 1076BH Amsterdam Tel: 020 5777444 E-mail:
[email protected] Huygens College Adres 2e C Huygensstr 31, 1054NN Amsterdam Tel: 020 7880880 Cheider Adres Zeelandstraat 11, 1082BV Amsterdam Tel: 020 6465564 Het Amsterdams Lyceum Adres Valeriusplein 15, 1075BJ Amsterdam Tel: 020 5747744 Fax: 020 6756861 E-mail:
[email protected] Ignatius Gymnasium Adres Jan van Eijckstraat 47, 1077LH Amsterdam Tel: 020 6763868 Fax: 020 6755185 E-mail:
[email protected] 34
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Internationale uitwisseling in de Amsterdamse praktijk Mocca heeft interviews afgenomen van vertegenwoordigers van diverse Amsterdamse en niet-Amsterdamse scholen. Het beeld is niet volledig maar geeft wel een goede indruk van de huidige stand van zaken. Hierbij een schematisch overzicht van de Amsterdamse scholen waarmee gesprekken zijn gevoerd.
Internationale uitwisseling
Groepen
Financiering
Montessori College Oost
Excursies en werkbezoeken aan het buitenland
4de jaars, alle niveaus
intern
Spinoza Lyceum
Internationale reizen en uitwisseling met scholen in het buitenland
4de jaars, alle niveaus Europees (VMBO leerlingen platform en schrijven relatief weinig in) eigen bijdrage van de leerlingen
Huygens College
Internationale uitwisseling
VMBO, eerste jaars
Niet bekend
Cheider
Internationale uitwisseling
Alle leerlingen
Intern, sponsors en eigen bijdrage leerlingen
Het Amsterdams Lyceum
Internationale uitwisseling
VWO 5 en 6
Intern en eigen bijdrage leerlingen
© Cre8 East Africa
School
35
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Bijlage V Voorbeelden op thema Onderstaand zijn voorbeelden gerangschikt op thema of motief om tot uitwisselingsprojecten te komen. De diverse scholen die zijn bezocht, organiseren op eigen initiatief culturele uitwisselingen met scholen in het buitenland. Zo biedt het Spinoza College in Amsterdam de leerlingen diverse reizen aan. Bij de meeste reizen is sprake van een uitwisseling van de leefcultuur en het dagelijkse leven; de Spinoza-leerlingen gaan een week naar een school in het buitenland en de leerlingen van de buitenlandse partnerscholen brengen op een andere tijd in het jaar een tegenbezoek aan het Spinoza Lyceum. In beide gevallen logeren de leerlingen bij gastgezinnen. Bij een aantal reizen is cultuur, muziek of toneel, het speerpunt, bij andere is dat sport of taal. Op het Baarnsch Lyceum zegt men: “Nederland is een klein land en daarom vinden we het belangrijk over de grens te kijken. We zijn destijds gestart bij het Europees platform met de vraag of er scholen zijn die mee zouden willen doen aan uitwisseling. Er werd op dat moment vooral uitgewisseld op lerarenniveau. We hebben een aantal scholen aangeschreven in België, Frankrijk, Duitsland, Spanje, en Engeland. We kennen die scholen nu dus al een lange tijd, want we zijn twintig jaar geleden begonnen. Doelstelling was de horizon verbreden, elkaars cultuur leren kennen. Taal speelt daarbij een rol. Maar ook gebruiken en tradities. Ons eerste project was een sportwedstrijd. Dat was uiteindelijk niet zo’n geslaagde vorm, omdat leerlingen tegenover elkaar stonden en geen dingen deden met elkaar. We hebben nu diverse culturele uitwisselingen, waaronder een jaarlijkse van twee weken voor de bovenbouw. De Nederlandse kinderen gaan naar het buitenland en vervolgens laten we alle buitenlandse kinderen een week naar Nederland komen (europa week). Tijdens die week doen we allerlei Europese zaken zoals een bezoek aan het Vredespaleis. Een groep van ongeveer honderd leerlingen uit Baarn doet er aan mee. We nemen ook elk jaar een thema. Vorig jaar was dat ‘recht op educatie’. We proberen de thema’s op Europees niveau uit te werken. “ (uit gesprek met Dhr. De Wijs, coördinator internationale uitwisseling van het Baarnsch Lyceum)
36
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
A. Vanwege gedeelde religie of onderwijsvisie Uit een gesprek met de heer Groenewoudt van het Cheider, joods-orthodox voortgezet onderwijs. “Het Cheider is een kleine school van veertig à vijftig leerlingen. Jongens en meisjes volgen gescheiden onderwijs. Als joods-orthodoxe school staat het Cheider redelijk geïsoleerd. Met internationale uitwisselingen probeert het Cheider de leerlingen in de gelegenheid te stellen om meer van de joodse gemeenschap te zien en te leren kennen. 95% van de leerlingen gaat na het eindexamen in het buitenland studeren. De contacten met diverse instituten in onder meer Engeland, Israël en de VS die vervolgonderwijs bieden, zijn goed. De meerderheid van de leerlingen gaat een aantal jaren verder met joods onderricht. Wanneer ze later verder gaan met profane studies, komen ze vaak weer terug naar Nederland om hier naar de universiteit te gaan. Doelstelling van de uitwisseling is het verbreden van de horizon van leerlingen, ze kennis laten maken met de bredere orthodox-joodse gemeenschap. De doelstellingen zijn verschillend voor jongens en meisjes. Bij de meisjes staat het sociale en gezellige karakter centraal. Bij de jongens staat van elkaar leren om elkaar aan te scherpen centraal en speelt competitie ook een centralere rol. De ambitie van het Cheider is uitwisselingen met scholen, waarbij leerlingen voor een bepaalde tijd bij elkaar lessen volgen. Het Cheider is bezig zijn onderwijs zo in te richten dat het aantrekkelijk wordt voor leerlingen van andere, buitenlandse, scholen. Antwerpen, Londen, Manchester en Newcastle maken deel uit van een netwerk van joods-orthodoxe scholen. En buiten Europa zijn er soortgelijke scholen in Israël en Amerika. Bij eindvoorstellingen komen leerlingen van de verschillende scholen bij elkaar. Zo zijn er meisjes uit België en Engeland komen kijken naar de eindmusical van de meisjes van het Cheider. Er is ook een jaarlijkse studiereis, dit jaar naar Praag. De keuze voor een stad is gebaseerd op het belang ervan voor de Joods-Orthodoxe leer en geschiedenis. In aanloop naar het bezoek aan Praag worden de lessen aangepast en probeert men aansluiting te zoeken bij het programma. Cultuur vormt wel een onderdeel van het programma, maar meer consumptief dan actief. In Praag worden onder meer een stadswandeling en een bezoek aan voormalig concentratiekamp Terezin georganiseerd Ook neemt het Cheider deel aan internationale wedstrijden en quizzen. Een overkoepelende Joodse Organisatie organiseert onder meer internationale wedstrijden over Joodse onderwerpen. Op school zijn voorrondes, de selectie die hieruit voorkomt vertegenwoordigt dan de school in de wedstrijd. Tientallen scholen doen mee. De plaats waar de wedstrijden gehouden worden, rouleert. De grootte van de gemeenschap bepaalt hoe vaak ergens een wedstrijd wordt georganiseerd. De wedstrijd heeft ook in Amsterdam plaatsgevonden. Ongeveer 400 deelnemers komen dan naar Amsterdam. De school zoekt voor hen gastgezinnen en stelt een programma samen met weekendactiviteiten. Zo organiseerden we onder meer een bezoek aan de Portugese synagoge, huurden een zwembad en organiseerden we een wandeling door (Joods) Amsterdam. Uitwisselingen die het Cheider organiseert, worden gefinancierd vanuit aanvragen bij privé-personen, Joodse instanties en de gemeente Amsterdam. De reis naar Praag wordt door het stadsdeel gefinancierd. Uitwisselingen zijn voor alle klassen van het VO. Het Cheider is ook een aantal maal naar Israël geweest met de hele school. Een streven is minimaal één keer in de schoolcarrière van een leerling naar Israël te gaan, maar dit is niet altijd mogelijk.”
37
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
B. Op basis van een stedenband De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) is bezig met het opzetten van een internationale uitwisseling rond de ‘creatieve industrie’ met diverse steden, waarmee Amsterdam stedenbanden heeft. Daarbij gaat het vooral om steden die liggen in zogenaamde herkomstlanden, landen waarvandaan veel migranten naar Amsterdam zijn gekomen om er te werken en/of te studeren en er te wonen. Met name de niet-westerse landen hebben de aandacht. Uit ons gesprek met Najah Auaki, medewerker van de dienst maatschappelijke ontwikkeling, afdeling Kunst en Cultuur: “Het programma Creatieve Industrie kent vijf programmalijnen, waaronder de programmalijn ‘het benutten van culturele diversiteit van Amsterdam voor verbreding en groei van de creatieve industrie’. Daarbij wordt de ‘maak’-industrie gekoppeld aan eigentijdse ontwerpers. Algemeen doel van het project is het vergroten van kansen en mogelijkheden voor de cultureel diverse populatie van Amsterdam via het stimuleren van culturele handelsbetrekkingen met herkomstlanden. Specifiek doel is om de ambachtelijke vakkennis in Nederland en/of het land van herkomst in te zetten bij eigentijdse creatieve productie. Ik werk in dit kader momenteel aan de uitwisseling tussen Amsterdam en Fez (Marokko). De rol van het DMO is voornamelijk gelegen in het faciliteren en het scheppen van randvoorwaarden, onder meer via financiering. Nederlandse ontwerpers worden gekoppeld aan Marokkaanse ontwerpers en ambachtslieden. De Nederlandse ontwerpers gaan naar Fez. Ambachtslieden in Marokko werken nog veelal traditioneel, nieuwe input kan zowel inspirerend zijn voor de ontwerpers alsook de mogelijke afzetmarkt vergroten. Belangrijk is het benutten van de diversiteit van de Amsterdamse populatie en het bieden van economisch perspectief. Gelijkwaardigheid en wederkerigheid zijn belangrijke uitgangspunten in het project. Naast het bezoeken van de Nederlandse ontwerpers aan Fez, wordt ook gedacht aan een bezoek van de Marokkaanse ontwerpers aan Amsterdam. Contacten zijn gelegd met Fez en Istanbul. De nadruk ligt op het stimuleren van culturele handelsbetrekkingen met herkomstlanden. Buiten Turkije en Marokko zullen ook projecten worden opgestart met de Nederlandse Antillen en Suriname. De gemeente Amsterdam en Fez hebben een ‘gentlemen’s agreement’. Deze is ontstaan tijdens het bezoek van burgermeester Cohen aan Fez, een stad met een rijke (culturele) historie. Fez is een zeer pro-actieve gemeente en wil dan ook graag snel starten met het project. Het doel is onder andere het creëren van meer kansen voor jongeren. Binnen het project wordt gezocht naar samenwerking tussen verschillende partijen, onder meer tussen kunstenaars en scholen. Gezocht wordt naar een vorm om scholen te betrekken in de uitwisseling. Gedacht wordt aan het betrekken van zowel primair onderwijs, voortgezet onderwijs als beroepsonderwijs (dus gedurende de gehele cultuurloopbaan), met speciale aandacht voor ambachtelijke vakopleidingen. Voor de verschillende doelgroepen zullen verschillende vormen gezocht worden. Verschillende verbindingen zijn mogelijk. Ook hier moet het bieden van economisch perspectief centraal komen te staan. Uitgangspunt voor samenwerking met scholen is het vergroten van de horizon van jongeren, hen wijzen op de mogelijkheden van de creatieve industrie als beroep door een link te maken met de projecten die voortvloeien uit het bovengenoemde beleid. Het doel hiervan is de (allochtone) jongeren te interesseren voor de creatieve beroepen en hun de mogelijkheden binnen deze beroepen kenbaar te maken. In het geval van vakopleidingen is de doelstelling het bieden van economisch perspectief. De culturele diversiteit in Amsterdam en de herkomstlanden speelt hierbij een belangrijke rol.” 38
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
C. In het kader van een internationaal festival Er vindt ook uitwisseling plaats in het kader van kunst- en cultuurfestivals, wedstrijden en dergelijke. Een voorbeeld van een uitwisseling in het kader van een festival is het Youth Event 2006, waarbij het MUZtheater in Zaandam was betrokken. Hierbij was geen sprake van een uitwisseling tussen scholen, maar wel een waarbij dezelfde leeftijdsgroep betrokken was: Water, alles stroomt Van 21 tot en met 29 oktober 2006 kwamen meer dan zestig jongeren uit negen Europese landen in Nederland samen voor een internationale theateruitwisseling, geïnitieerd door het MUZ. Het thema ‘Water, alles stroomt’ vormde de leidraad voor een week vol internationale cultuur, improvisatie, muziek en dans. De jongeren gingen door het vertellen van verhalen op zoek naar hun eigen en elkaars ‘roots’. Het resultaat van die zoektocht werd aan het einde van de week voor publiek gepresenteerd in Heemskerk en Zaandam. Het vertellen van verhalen is in deze moderne tijd bijna verloren gegaan. Tijdens het ‘Youth Event’ werden vele nationale mythes, sagen en legendes weer nieuw leven ingeblazen. Daarbij stond niet alleen de Nederlandse cultuur centraal, maar ook die van de andere Europese deelnemers. Het thema van de theateruitwisseling is: ‘Water, alles stroomt’, naar het Griekse ‘Panta Rhei’. Water verbindt alle deelnemende landen, zowel historisch als geografisch. Bovendien is het een metafoor voor de veranderingen in onze huidige Europese maatschappij. Elk land dat deelnam, werd vertegenwoordigd door zes à zeven jongeren. De deelnemende landen waren: Duitsland, Engeland, Estland, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije en Turkije. De Nederlandse vertegenwoordiging bestond uit zes leden van het NEST, de jongerengroep van het MUZ. Zij kwamen met een theatrale verbeelding van hun visie op water, waarbij het uitgangspunt het bekende verhaal over Hans Brinker was, die zijn vinger in een gat in de dijk stak en daarmee een overstroming voorkwam. (zie Bijlage I voor meer informatie over het MUZ theater) Een voorbeeld van een uitwisselingsprogramma in de vorm van een wedstrijd is het ‘L(anguage) Train’-project van de talenacademie in Maastricht. Hierbij worden aan kleine multinationale groepen jongeren opdrachten meegegeven die ze op een treinreis dwars door Europa moeten uitwerken. Het doel van dit project is in de eerste plaats de jongeren intensief te laten communiceren in een voor hen vreemde taal en in de tweede plaats hen in aanraking te brengen met allerlei culturele aspecten van de steden en gebieden waardoor de treinreis hen voert. Meer informatie hierover op de website www.l-train.net.
39
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
D. In het kader van ontwikkelingssamenwerking Xplore (gecoördineerd door het Nederlands Jeugdinstituut) is een subsidieprogramma voor jongeren tussen de 12 en 30 jaar. Via Xplore kunnen jongeren uitwisselingen opzetten en stage lopen in ontwikkelingslanden; zij kunnen dan een blik werpen op het leven in ontwikkelingslanden en beoordelen of en waarom ontwikkelingssamenwerking belangrijk is. Deze ervaring kunnen zij vervolgens doorgeven aan andere Nederlanders. Want deelnemende jongeren verplichten zich om na hun verblijf in het ontwikkelingsland, in Nederland hun bevindingen over te brengen aan anderen. De subsidieaanvraag aan Xplore moet aan de volgende criteria voldoen:
© Cre8 East Africa
• Minimaal tien jongeren worden uitgewisseld/uitgezonden per aanvraag. De jongeren mogen op een ander moment vertrekken, naar een ander land en naar een ander project gaan. • De aanvraag wordt ingediend door een Nederlandse organisatie, bijvoorbeeld een school. • Een uitwisseling duurt minimaal twee weken en maximaal zes maanden. • Aan het project moet een plan zijn gekoppeld, dat het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland beoogt te versterken. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan vernieuwende activiteiten. Bovendien moeten alle deelnemende jongeren ieder 150 andere mensen bij het project betrekken. • De cofinanciering bedraagt minstens 25%. • De partnerorganisatie bevindt zich in een van de ontwikkelingslanden van de DAClandenlijst • De uitwisseling of stage is naar een land van de DAC-landenlijst zie “ www.xplore.nl • Jongeren mogen maar één keer deelnemen aan een project dat door Xplore wordt gefinancierd.
40
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
E. Op basis van profilering Het Pallas Athene College is een openbare middelbare school in Ede. In 1991 had de school 1190 leerlingen. In dat jaar fuseerde de school met een VMBO-school met een grote populatie migrantenkinderen. Het leerlingenaantal verminderde daarna tot 450 leerlingen. De school besloot vervolgens om zich te profileren op twee terreinen: sport en cultuur. Het is nu een niet-elitaire, gemengde school. Het leerlingenaantal is gegroeid naar 890 leerlingen. CKV2 en 3 HAVO/VWO-leerlingen die voor het profiel Cultuur en Maatschappij kiezen, volgen de vakken CKV2 en 3. Opmerkelijk is dat 25% van de havo/vwo-leerlingen op deze school kiest voor CKV 2 en 3, terwijl het landelijk gemiddelde op 8% ligt. CKV 2 en 3 worden aan filmkunde besteed. Er zijn twee docenten filmkunde op school. Deze werken samen met medewerkers van het IDFA en andere filmfestivals, met medewerkers van het NIF, en met medewerkers van een filmhuis in Ede. CKV VMBO is speciaal op film gericht. De derdejaars vmbo-leerlingen krijgen 40 uur les over film: het kijken naar films, films maken en het reflecteren daarop. In het verleden zijn de derdejaars VMBO-leerlingen naar een filmfestival in Griekenland geweest, het Filmfestival Zizanio in Pyrgos, en naar Tsjechië, Dijon en Kleeft. De coördinator vond internationale uitwisselingsprojecten uiteindelijk te veel tijd vergen. Hij wilde graag efficiënt, professioneel en zakelijk te werk gaan en merkte dat men in het buitenland vooral veel tijd wil besteden aan de sociale contacten. De financiering was geen barrière, mede door de ondersteuning van Fondsen. Door het tijdsbeslag buiten de reguliere schooluren ziet de school voorlopig af van internationale uitwisselingen.
Uren cultuurcoördinator De coördinator, de heer Tim Hoogenbosch, heeft 500 uur op jaarbasis voor zijn taken als cultuurcoördinator. Daarnaast geeft hij vakonderwijs Nederlands. Financiering De coördinator is van oorsprong bedrijfseconoom; zijn benadering is zakelijker dan die van de meeste cultuurcoördinatoren. Om de culturele activiteiten mede te financieren gebruikt hij de opbrengsten van de kantine. De kantinemedewerkers zijn aangesteld als cultuurmedewerkers en vallen daardoor onder een gunstige belastingregeling. De winst die wordt gemaakt op de etenswaren en de versnaperingen gaat naar cultuur. Verder worden alle leerlingen geacht een eigen bijdrage te leveren. Sommige kinderen hebben een bijbaantje om deze bijdrage te kunnen betalen.
41
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE
Spiegelgracht 14-16 1017 JR Amsterdam T 020 620 9567
[email protected] | www.mocca-amsterdam.nl
42