Algemene inleiding Leefwereld, een methode voor natuur en techniek, is herzien. In deze nieuwe editie is met name het onderdeel techniek aanzienlijk uitgebreid. Daarmee voldoet de derde editie van Leefwereld ruimschoots aan de nieuwe kerndoelen: van de vijf kerndoelen gaan er drie over techniek. Nieuw is de aandacht voor onderzoeksvaardigheden. Zo leren de kinderen een eenvoudige hypothese te formuleren om deze vervolgens met een experiment of proef te toetsen. Leefwereld is daarmee nu al klaar voor het onderwijs van morgen!
1 Leerstof groep 3 t/m 8 De leerstof van de derde editie is voor groep 3 t/m 8 gebaseerd op de nieuwste kerndoelen en de domeinbeschrijving van het Cito. Daarbij is rekening gehouden met de voorstellen van het SLO voor tussendoelen en leerlijnen, en met de nieuwste soortenlijst van het Cito. Leefwereld biedt voor groep 1/2 activiteiten waarmee de kinderen spelenderwijs enkele basisprincipes uit de natuur en techniek ontdekken. Bij deze editie is veel aandacht besteed aan de opbouw van de leerinhoud over de verschillende leerjaren. Ook is gekeken naar belangrijke leerdoelen en ontwikkelingsgebieden vanuit de natuur- en milieueducatie. Hiervoor is gebruikgemaakt van adviezen uit een onderzoek naar leerlijnen door Wageningen University, Universiteit Utrecht en Stichting Veldwerk Nederland. In dit onderzoek, gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, is een ‘kern-leerlijn’ geformuleerd voor natuur- en milieueducatie op de basisschool. Zie voor meer informatie over deze kern-leerlijn op www.nmeonderzoek.nl. De leerstof is opgedeeld in kennis en vaardigheden.
Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht.
Vaardigheden De vaardigheden laten zich indelen in onderzoeksvaardigheden en vaardigheden voor ontwerpend leren. In Leefwereld zijn dat:
A Onderzoeksvaardigheden Waarnemen • Ter zake doende aspecten kiezen. • Bij classificeren zelf criteria bedenken. • Kunnen classificeren aan de hand van relevante (abstracte) begrippen. • Determineersleutels toepassen. • Situaties op een ander tijdstip en andere plaats vergelijken. • Herhaald meten om meetfouten te vereffenen. • Herhaald meten om variatie zichtbaar te maken. • Meetinstrument ijken. Experimenteren • Onderzoekbare vragen stellen. • Voorspellingen en hypotheses opstellen. • Werken met hulpmiddelen. • Vergelijkend onderzoek doen met één variabele. • Onderzoek doen met geleidelijke veranderingen van een variabele. • Werken met modellen. • Experiment ontwerpen als toets voor een eigen verklaring, voorspelling of hypothese. Verwerken en concluderen • Gegevens verwerken in lijngrafieken met een x- en y-as. • Verbanden leggen tussen waargenomen verschijnselen. • Conclusies trekken uit een grafiek.
B Vaardigheden ontwerpend leren Ontwerpen • Een probleem verkennen. • Problemen verhelderen. • Eisen voor een oplossing formuleren. • Een oplossing voor een probleem schematisch uitwerken. • Een behoefte naar een oplossing vertalen. • De samenhang tussen onderdelen aangeven. Maken • Oplossingen uitvoeren volgens schema. • Constructies en verbindingen toepassen. • Geschikt gereedschap/materiaal kiezen en gebruiken. • Het maakproces verwoorden. • Zelf tussenstappen bedenken. • Zelf een werkschema opstellen. • Een werkschema uitvoeren. • Een eenvoudig productieproces begrijpen. • Een model bouwen om de werking te begrijpen.
2
3HL3_inleiding.indd 2
29-06-11 08:17
Gebruiken • Relaties leggen tussen oplossing en gestelde eisen (vorm-functie). • Controleren of een product aan gestelde eisen voldoet. • Oplossingen van anderen beoordelen. • Verbeteringen voorstellen. • Reflecteren op toegepaste technische principes. • De bediening van apparaten uitleggen. • Voor- en nadelen van producten aangeven. • Tussenstappen beargumenteren. • Eenvoudige overbrengingsprincipes toepassen. • Besturingssystemen toepassen. Deze vaardigheden zijn ontleend aan het VTB-project ‘Onderzoekend en ontwerpend leren’ van Marja van Graft en Pierre Kemmers (SLO, 2007).
2 Materialen
bekijken. Ze leiden naar de probleemstelling van de les. Verder staan in de handleiding per les ook de sleutelbegrippen, die bij het bespreken van de afbeeldingen aan bod moeten komen. Voor groep 4 bestaat elke les uit vier pagina’s. De les begint met twee pagina’s met daarop één grote en twee tot drie kleinere afbeeldingen en een introductietekst. Op de volgende twee pagina’s staat de eigenlijke lesstof. Deze is verdeeld in een aantal korte tekstblokken met bijpassende afbeeldingen. De sleutelbegrippen zijn in de teksten op deze pagina’s onderstreept. Alle leesteksten in het leerlingenboek zijn op hun leesbaarheid gecontroleerd met de CLIB-leesindex van het Cito. Voor groep 3 ligt de waarde tussen -11 en >7.
Werkboek Groep 1/2 Platenboek Activiteitenmap
Groep 3 en 4 Leerlingenboek Werkboek Handleiding
Groep 5 tot en met 8 Leerlingenboek Werkboek Antwoordenboek Handleiding Digibordsoftware
Toelichting bij de materialen voor groep 3 en 4 Leerlingenboek: kijken en lezen De leerlingenboeken voor groep 3 en 4 bevatten elk veertien lessen met aansprekende afbeeldingen en korte, duidelijke teksten. De teksten zijn zakelijk-informatief, alleen de introductie is meestal verhalend.
Voor groep 3 bestaat het werkboek uit één pagina per les. Op deze pagina staan één of twee (doe)opdrachten die de kinderen kunnen uitvoeren na een doeactiviteit die in de handleiding wordt beschreven. De kinderen voeren deze opdrachten in tweetallen of groepjes uit. Het werkboek voor groep 4 bestaat uit twee pagina’s per les. Op de eerste pagina verwerken en oefenen de kinderen de leerstof en de sleutelbegrippen. De tweede pagina bevat een doe-opdracht. Soms is het raadzaam om hiervoor een aparte les in te ruimen, omdat de opdracht meer tijd kost. De opdrachten zijn meestal geschikt om in tweetallen of groepjes uit te voeren.
Handleiding De handleiding voor groep 3 en 4 bestaat uit: • Algemene inleiding; • Lesbeschrijvingen met achtergrondinformatie en verhalen of extra opdracht (alleen in groep 3); • Materialenlijst. Leefwereld 3 © Noordhoff Uitgevers bv
Het materiaal van Leefwereld bestaat uit:
Voor groep 3 bestaat elke les uit twee pagina’s met daarop een grote afbeelding en drie tot vier kleinere illustraties. Vanaf les 5 is er steeds een korte introductietekst. Deze tekst plaatst de leerstof en de afbeeldingen in een bepaalde context. In de handleiding staat bij elke les een aantal kijkvragen beschreven. Deze vragen (Wat zie je?) dwingen de kinderen om de afbeeldingen goed te
3
3HL3_inleiding.indd 3
29-06-11 08:17
De leerlijnen in Leefwereld Legenda
■ ■ ■
leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5
■ ■ ■
leerjaar 6 leerjaar 7 leerjaar 8
Natuur Indeling en eigenschappen Het menselijk lichaam 4 - Les 6
5 - Les 8
5 - Les 11
5 - Les 12
7 - Les 9
8 - Les 17
Huid
Griep
Gebit
6 - Les 13 Proeven, ruiken, voelen
7 - Les 11
Zintuigen
Bloedsomloop
Longen
Zien en horen
3 - Les 1
3 - Les 3
3 - Les 4
4 - Les 1
5 - Les 3
5 - Les 4
6 - Les 2
6 - Les 11
7 - Les 8
8 - Les 13
Bij, hommel, wesp
Slakken
Knaagdieren
Huisdieren
Bodemdiertjes
Spinnen
Insecten
Gewervelde dieren
Bacteriën en virussen
Dierentaal
3 - Les 2
4 - Les 2
5 - Les 1
5 - Les 13
6 - Les 5
8 - Les 14
Een vrucht van de boom
Paddenstoelen
Graan
Knollen en bollen
Zwammen
Planten maken voedsel
Dieren
Planten
Stofwisseling en kringloop 6 - Les 8
7 - Les 3
7 - Les 4
7 - Les 5
7 - Les 10
8 - Les 3
8 - Les 20
Spieren en botten
Hoe leven planten?
Voedselketens
De kringloop van het bos
Spijsvertering
Zorg goed voor je lichaam
Verslaving
Voortplanting en ontwikkeling 3 - Les 9
4 - Les 5
4 - Les 11
4 - Les 12
5 - Les 14
5 - Les 17
6 - Les 4
7- Les 4
7 - Les 15
8 - Les 18
8 - Les 19
Kuiken, kip en haan
Ik groei
Zaaien
Nestbouwers
Zo groeien bomen
Metamorfose: kikkers
Zaden
Eieren
Zwangerschap
Bloemen en bijen
Puberteit
Leefomgeving 3 - Les 8
3 - Les 10
4 - Les 4
5 - Les 7
6 - Les 6
6 - Les 17
6 - Les 18
6 - Les 20
7 - Les 6
8 - Les 4
8 - Les 8
Schapen in het veld
Eenden bij het water
Veiligheid
Huiden van dieren
Vogeltrek
Bescherming
Biotopen
Leven in de Waddenzee
Overwinteren
Dieren en hun omgeving
Ongelukken
5 - Les 15
5 - Les 16
6 - Les 10
7 - Les 17
Afval
Zuinig met energie
6 - Les 16
7 - Les 16
Opruimen
Zorg voor de natuur
Biologische producten
8 - Les 11
Milieu 3 - Les 6 Zuinig met water en stroom
4 - Les 10 Weggooien
Omgaan met water
Duurzaam bouwen
8 - Les 12 Duurzaam gedrag
4
3HL3_inleiding.indd 4
29-06-11 08:17
Techniek Overbrengingen, constructies en besturing 3 - Les 7
4 - Les 13
5 - Les 6
5 - Les 19
6 - Les 14
6 - Les 19
7 - Les 7
7 - Les 19
8 - Les 16
Draaien maar
Verbindingen
Stevig gebouwd
Hefbomen
Constructies
Tandwielen
Chips
Katrollen
Hydrauliek en pneumatiek
5 - Les 2
5 - Les 10
7 - Les 20
8 - Les 6
Productie: brood
Papier maken
Verpakkingen
Het productieproces
Producten
Eigenschappen van materialen 3 - Les 13
4 - Les 14
4 - Les 9
5 - Les 9
6 - Les 15
7 - Les 18
8 - Les 7
8 - Les 15
Zeep en zeepbellen
Materialen: een veilige fiets
Glad en stroef
Vloeistoffen
Materialen
Oplossen en mengen
Vezels
Gassen en vloeistoffen
Wetenschap Energie 4 - Les 8
8 - Les 1
Isolatie
Warmte
Licht en kleur 3 - Les 12
6 - Les 7
7 - Les 1
8 - Les 2
Licht en donker
Spiegels
Licht en kleur
Lenzen
Lucht en geluid 3 - Les 14
4 - Les 3
6 - Les 12
7 - Les 12
Zo maak je muziek
Lucht
Geluid
Luchtdruk
6 - Les 9
7 - Les 2
8 - Les 5
Batterijen
Elektriciteit
Spoelen en magneten
3 - Les 5
5 - Les 18
5 - Les 20
6 - Les 1
7 - Les 13
8 - Les 9
Licht of zwaar
Magneten
Drijven en zinken
Veerkracht
Krachten
Vliegtuigen
3 - Les 11
4 - Les 7
5 - Les 5
6 - Les 3
8 - Les 10
Druppels
Vriezen of dooien
Meet het weer
Weerbericht
Het zonnestelsel
Leefwereld 3 © Noordhoff Uitgevers bv
Elektriciteit
Krachten
Het weer
3HL3_inleiding.indd 5
5
29-06-11 08:17
3 Programma voor groep 3 Flexibele bouwstenen De leerlijnen van Leefwereld bestaan uit een aantal bouwstenen (zie het overzicht op blz. 4-5). Elke bouwsteen is een onderwerp voor een les en staat op zichzelf. Door deze opbouw kunnen de lessen van Leefwereld flexibel worden gegeven. Daardoor is het mogelijk om een les de ene keer te laten aansluiten bij de actualiteit, terwijl diezelfde les een volgend jaar onderdeel kan zijn van een project. In principe houdt u de volgorde aan die we voorstellen, maar u kunt de volgorde van de lessen naar uw eigen behoefte veranderen.
Het basisprogramma Het basisprogramma van groep 3 bestaat uit 14 lessen van elk ongeveer 25 minuten. Een les bestaat uit de stof van het leerlingenboek en de opdrachten van het werkboek. Bij elke les wordt voorafgaand aan de werkboekles de suggestie gegeven voor een doe-opdracht. In die doe-opdracht gaan de kinderen veelal naar buiten om iets te bekijken of onderzoeken. Deze doe-opdracht heeft altijd een relatie met de opdrachten in het werkboek. Als u de doe-opdracht uitvoert, wordt de les automatisch langer. U kunt er ook voor kiezen om de doeopdracht op een ander moment te doen.
Extra activiteiten: verhalen en opdrachten Bij zes lessen staat in de handleiding ook een verhaal dat u kunt voorlezen of vertellen. Bij de andere acht lessen is een extra opdracht beschreven, waarmee u de les kunt uitbreiden.
Werken met combinatiegroepen Wij adviseren bij het werken in combinatiegroepen om het leerlingenboek van één jaargroep te gebruiken. Bij een combinatie 3-4 gebruikt u dan het ene jaar het boek van groep 4 en het andere jaar dat van groep 3. Komt dit niet goed uit, dan bespreekt u met de ene groep de stof van het leerlingenboek en laat u de andere groep de opdrachten van het werkboek maken.
Differentiatie Verdieping en verrijking vinden in de opdrachten zelf plaats. Daar worden tips gegeven om extra onderzoek te doen of om experimenten uit te breiden. Daarmee kunt u kinderen die snel werken of meer uitdaging nodig hebben, extra werk bieden. We kiezen er bewust voor om deze kinderen, die vaak al theoretisch zijn ingesteld, geen extra theoretische uitdagingen aan te bieden. Dit gebeurt te vaak, terwijl het juist voor deze kinderen belangrijk is om praktisch bezig te zijn.
6
3HL3_inleiding.indd 6
29-06-11 08:17
4 Taalbeleid Taal is de sleutel waarmee kinderen zich ontwikkelen. Taalbeleid heeft alleen maar zin als het bewust gebeurt en in samenhang met andere leergebieden. Immers, taal is geen doel op zich. Leefwereld biedt kinderen nieuwe onderwerpen en brengt ze daarmee in nieuwe situaties waarin nieuwe eisen worden gesteld aan de verwerking en vaardigheden. Daardoor worden de kinderen uitgedaagd om zich nieuwe woorden en begrippen eigen te maken. Leefwereld is zo opgebouwd, dat er op gevarieerde wijze taalverwerving plaatsvindt. Elke school heeft haar eigen taalbeleid. Daarom kan hier alleen een algemene handreiking worden geboden bij het schrijven of aanpassen van een dergelijk schoolspecifiek plan.
ervaren, zoals een satelliet of een savanne. Taal wordt dan steeds meer de sleutel tot de werkelijkheid, terwijl voor jonge kinderen de werkelijkheid de sleutel is tot taal. Leefwereld biedt hiervoor handvatten door veel concrete voorbeelden te geven en veel foto’s en tekeningen, maar het is zinvol om waar nodig ook eigen voorbeelden toe te voegen en ook om het geleerde weer toe te passen op nieuwe voorbeelden.
Interactie Kinderen verwerven taal door interacties met anderen. In een onderwijssituatie gebeurt dat met de leerkracht en tijdens het groepswerk met klasgenoten, door te overleggen, verslag uit te brengen of uit te leggen. Ook hiervoor biedt Leefwereld veel mogelijkheden.
Motivatie
Ondersteuning
Het belangrijkste punt bij taalverwerving is misschien wel de motivatie. Kinderen die gemotiveerd zijn, staan open voor nieuwe kennis. Een leerlingenboek is op zich een dood ding. Het is de leerkracht die ervoor zorgt dat de kinderen tijdens de les gemotiveerd zijn en blijven. Leefwereld draagt hieraan bij door boeiende, leuke en interessante leerstof aan te bieden die dicht bij de kinderen staat en ze uitdaagt door nieuwe begrippen, kennis en betekenisvolle activiteiten. Motivatie moet onderhouden worden, door bijvoorbeeld positief aan te moedigen, samen problemen op te lossen en complimenten te geven. Ook blijven kinderen betrokken bij de les als de leerkracht de doelen daarvan helder formuleert. Motivatie ontlenen kinderen ook aan het met elkaar mogen samenwerken en aan verantwoordelijkheid krijgen voor de uitvoering van taken.
Taalonderwijs is iets anders dan taalactiviteiten tijdens een natuur- of techniekles. Toch gebruik je er dezelfde strategieën. Je helpt een kind iets onder woorden te brengen, je evalueert een opdracht of je stimuleert de leerlingen om goed na te denken. Daarbij is het belangrijk dat de leerkracht zich ervan bewust is welke woorden en begrippen lastig of moeilijk kunnen zijn voor kinderen. Want ook al biedt Leefwereld teksten aan op het juiste niveau, het kan niet meer zijn dan een gemiddeld niveau. Voor het ondersteunen van kinderen zijn allerlei strategieën bedacht. Zo ondersteun je een kind door hardop mee te denken, bijkomende vragen te stellen, complimenten te geven, terug te verwijzen naar een eerdere les, een voorbeeld te geven of kleine denkstappen te structureren.
Zinvolle context
Op de volgende pagina’s ziet u hoe u op welke momenten in een les van Leefwereld aan het taalbeleid vorm kunt geven.
Leefwereld 3 © Noordhoff Uitgevers bv
Taalverwerving moet plaatsvinden in een betekenisvolle en zinvolle context. Een kind moet een begrip kunnen verankeren in reeds aanwezige kennis. In Leefwereld gebeurt dat doordat leerlijnen voortbouwen op eerder opgedane kennis. Leerstof vormt een abstractie van de werkelijkheid. Als leerstof wordt vertaald naar concrete ervaringen van de kinderen, zal die betekenis en inhoudsvol worden en tot meer inzicht leiden. Het is de taak van de leerkracht om dit te doen door aan te sluiten bij ervaringen en voorkennis van de kinderen. Als woorden geen verband hebben met de alledaagse realiteit, worden ze inhoudsloos en leiden ze niet tot een beter inzicht. Naarmate kinderen ouder worden, moeten ze zich een voorstelling kunnen maken van iets wat ze nog nooit hebben gezien of
7
3HL3_inleiding.indd 7
29-06-11 08:17
Op deze pagina’s ziet u hoe u op welke momenten in een les van Leefwereld aan het taalbeleid vorm kunt geven.
Motivatie en context: verken het onderwerp met de kinderen. Wat weten ze al over eenden?
10
Roep voorkennis op en vraag de kinderen naar hun eigen ervaring. Maak gebruik van de kijkvragen in de handleiding. Voeg zelf vragen toe.
eenden bij het water
1
kijk, een eend in de sloot! hij zwemt naast zijn moeder. dat gaat al heel goed. maar de eend wordt snel moe. hij klimt op de kant. daar rust hij uit.
22
Noem de lesdoelen. Heldere lesdoelen scheppen verwachtingen en bakenen de leerstof af.
8
3HL3_inleiding.indd 8
29-06-11 08:17
Leg de relatie met de eigen omgeving, geef concrete voorbeelden. Vraag door en breid uit.
Afbeeldingen bieden veel mogelijkheden voor taalverwerving. Laat de kinderen beschrijven wat ze zien. Wat valt ze op? Wat vinden ze vreemd?
WB 11
2
3
Leefwereld 3 © Noordhoff Uitgevers bv
4
23
Benoem de begrippen uit de handleiding: eend, woerd, (eenden)kuiken, zwemvliezen, waggelen, drijven, duiken. Nieuwe begrippen worden verbonden met een concreet voorbeeld.
Evalueer de les. Wat heb je geleerd? Bereid de kinderen voor op de opdracht in het werkboek.
9
3HL3_inleiding.indd 9
29-06-11 08:18