VORMENKINDEREN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 2 T/M 4
VOOR DE LEERKRACHT MUSEUMLESBESCHRIJVING In deze museumles speelt het beeldaspect ‘vorm’ de hoofdrol. De wereld om ons heen bestaat uit eindeloos veel vormen. De oren van de kat zijn driehoekjes, ogen hebben de vorm van amandelen en een schoolschrift is een rechthoek. Sommige vormen hebben vaste aanduidingen zoals ovaal, ruit en cirkel, voor andere kun je zelf woorden verzinnen, bijvoorbeeld:‘druppelvorm’ of ‘wolkvorm’. We beginnen de les met houten stukken in organische en geometrische vormen om het verschil te voelen en te leren benoemen. Kunstenaars werken met vormen en lijnen om voorstellingen te maken. Deze bepalen mede de sfeer van een kunstwerk. Die kan rustig zijn zoals bij de stillevens van Morandi. Of druk zoals bij de composities van Kandinsky, vol diagonalen en grillige vormen. Aan de hand van kijkopdrachten en spelletjes leren de kinderen vormen benoemen en typeren. Het op de grond uitleggen van grote geometrische puzzelstukken naar aanleiding van wandschilderingen van Sol Lewitt helpt daarbij. Er zijn ook beelden en reliëfs om te bekijken bijvoorbeeld van Carel Visser, Jan Schoonhoven of Jean Arp. Zo ervaren de kinderen het verschil tussen twee- en driedimensionaal. Voor de groepen 3 en 4 is er ook tijd voor het vormenspel. De kinderen krijgen stoffen zakjes in handen met een beeldje of voorwerp erin. Door goed te voelen, tekenen ze wat zij vermoeden dat erin zit. Dat is spannend: tekenen wat je voelt maar niet kunt zien! Leerlingen van groep 2 maken een vrije tekening, gebaseerd op één van de kunstwerken.
plaatje voorkant: Wassily Kandinsky, Schilderij met witte vorm, 1913
LESDOELEN
KERNDOELEN
PRAKTISCHE TIPS
De kinderen kunnen basisvormen herkennen, benoemen en beschrijven – dit naar aanleiding van schilderijen, beelden, reliëfs en voorwerpen;
1 NEDERLANDS
Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust niet samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld (gedeeltelijk) voorlezen, laten lezen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Voor groep 2 zult u dit materiaal uiteraard op een andere manier kunnen gebruiken dan voor groep 4.
De kinderen kennen de begrippen: horizontaal, verticaal, diagonaal (groep 4);
MONDELING TAALONDERWIJS De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
12 NEDERLANDS De kinderen ervaren het verschil tussen geometrische en organische vormen aan de hand van kunstwerken, en voorwerpen die aangeraakt kunnen worden. NB Bij groep 2 wordt dit minder benadrukt. De kinderen doen korte opdrachten die met vormen te maken hebben; De kinderen vertalen driedimensionale vormen door te tasten en te tekenen naar tweedimensionale vormen (niet voor groep 2) De kinderen maken een tekening gebaseerd op de vormen van een kunstwerk (groep 2).
TAALBESCHOUWING, WAARONDER STRATEGIEËN De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de kinderen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje op hun kleding werkt goed.
Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. De inrichting van het museum is aan wisselingen onderhevig. Daardoor kan het voorkomen dat er tijdens de museumles andere voorwerpen worden behandeld dan in deze lees- en verteltekst afgebeeld staan. Mocht het voorkomen dat u met de kinderen ruim voor aanvang van de museumles arriveert in het museum, dan kunt u de Bewaking of de Informatiebalie in de hal vragen om tekenspullen. Zo kan de wachttijd plezierig en zinvol worden besteed. Het is toegestaan tijdens de museumles foto’s van uw leerlingen te maken – zónder flits/ statief.
55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE
Deze lees- en verteltekst is ook
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
gemeentemuseum.nl
te downloaden vanaf onze site:
Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.
VOOR DE LEERLING VORMEN
IN DE KUNST
De wereld bestaat uit dingen die we kunnen zien en aanraken. Sommige dingen zijn gegroeid in de natuur. Andere zijn gemaakt met mensenhanden. Alles om ons heen heeft een bepaalde vorm. Er bestaan dus eindeloos veel soorten vormen. Je hoofd heeft een eivorm. De oren van de kat zijn een soort driehoekjes. Het smartboard of schoolbord heeft de vorm van een rechthoek. Ga zo maar door. Om te weten welke vorm iets heeft, kijk je naar de omtreklijn. Dat is de buitenste lijn. Zo weet je wat het is. Een cirkel, een ovaal, een vierkant of een andere vorm. Je kunt ook zelf woorden bedenken voor wat je ziet, bijvoorbeeld druppelvorm of hartjesvorm.
In schilderijen, tekeningen en beelden zien we ook vormen. Kunstenaars tekenen of schilderen ze. Een raam is meestal een rechthoek en een torenspits vaak een driehoek. Maar ook boetseren kunstenaars dingen in een bepaalde vorm. Of ze hakken vormen uit steen. Soms zijn vormen hoekig en hebben rechte lijnen. Andere keren zijn vormen afgerond. Vormen zijn er altijd, als je om je heen kijkt en ook in kunst.
OM TE HERKENNEN Kijk naar de plaatjes van kunstwerken uit het Gemeentemuseum Den Haag. Welke vorm(en) kun jij herkennen? Vertel het in de klas (of schrijf het op).
Constant, Hangende sector, 1960
Vorm(en) die ik zie:
Vorm(en) die ik zie:
Josef Albers, Blauwe diepte, 1961
LIJNEN Bij vormen op schilderijen en tekeningen horen (omtrek)lijnen. Maar een lijn kan ook vrij in het vlak voorkomen – alleen maar als lijn. Lijnen zijn er in soorten. Allereerst is er de rechte lijn. Daar zijn drie soorten van:
OM TE DOEN Maak vier lijntekeningen
golvendelijn:
zigzaglijn:
Deze lijn loopt horizontaal
stippellijn:
Deze lijn loopt verticaal
Deze lijn loopt diagonaal
Niet alle lijnen lopen zo kaarsrecht. Er zijn ook hoekige, golvende en nog weer andere. Vormen en lijnen bepalen samen met andere dingen, zoals kleur, de uitstraling van een kunstwerk. Die kan bijvoorbeeld rustig of druk zijn.
En verzin er zelf één! lijn:
Odilon Redon, Citroen en paprika, 1901
PLAT OF NIET?
Jean Arp, Hamerbloem, 1916
OM TE TESTEN Snap je het? Welk kunstwerk is plat?
o Plat o Niet plat
Henri Laurens, Vrouw met Spiegel, 1929
Tekeningen en schilderijen zijn plat. Logisch, want een stuk papier of een schildersdoek is plat. Toch kun je dat wel eens vergeten wanneer een kunstwerk aan de wand hangt. De paprika en citroen van de kunstenaar Redon lijken bijvoorbeeld helemaal niet plat. Maar juist ‘bol’ en ‘net echt’. Je zou ze zo willen oppakken. Dat komt door de manier waarop Redon ze heeft geschilderd. Je ogen worden in de maling genomen. Maar, laat je niet bedotten: tekeningen en schilderijen zijn zo plat als wat. Kunstwerken die niet ‘plat’ zijn, zijn beelden. Beelden kunnen gemaakt zijn van hout, klei, steen, brons of nog weer een ander materiaal. Beelden - groot of klein - staan in de ruimte en je kunt er van alle kanten naar kijken. Je noemt ze daarom ruimtelijk. Er bestaat ook nog iets dat er tussenin zit. Dat noemen we een reliëf. Een reliëf hangt aan de wand, maar steekt wel een stuk naar voren uit. Tijdens de museumles gaan we niet alleen schilderijen en beelden bekijken. We speuren naar vormen in het museum en gaan van alles doen!
o Plat o Niet plat
Ernst Ludwig Kirchner, Csardasdanseressen, 1908- 1920
VOOR DE LEERKRACHT KINDERBOEKEN OVER BEELDENDE KUNST
VERVOLGOPDRACHT VOOR IN DE KLAS
Q. Blake, Engelkrijt, uitg. De Fontein, 2004,
VORMEN IN WASCO EN ECOLINE De kinderen tekenen met wasco allerlei vormen groot en klein - op een wit vel stevig papier. Ze kunnen ze afwisselend wel en dan weer niet inkleuren of met lijnen - dik en dun - arceren. Laat hen hierna met een contrasterende kleur ecoline over de tekening heen schilderen.
ISBN 9026130775 K. Couprie, A. Louchard, In het museum. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, uitg. Lannoo, 2006, ISBN 9789020966114 A. van Haeringen, De Koningin die niet kon kiezen, uitg. Leopold- Gemeentemuseum Den Haag, 2010, ISBN 9789025857608 C. d' Harcourt, Kunst in de kijker, uitg. Lemniscaat, 2001, ISBN 9789056373757 C. Johnson , Paultje en het paarse krijtje, uitg. Lemniscaat, 2001, ISBN 9056372890 M. Mannig, Gratis toegang. De leukste ideeën voor je
VORMEN IN COLLAGE De kinderen knippen allerlei verschillende vormen – geometrische – en maken hiermee een compositie – collage. Daarna maken ze een tweede werkstuk waarin ze juist alleen organische vormen gebruiken.
eigen museum, uitg. Ploegsma, 1999, ISBN 9021615223 W. Pijbes, A is van appel. Een kunst ABC, uitg. Lemniscaat , 2004, ISBN10: 9056375946 | ISBN13: 9789056375942 D. Remmerts de Vries, Meneer Kandinsky was een schilder, uitg. Leopold - Gemeentemuseum Den Haag, 2010, ISBN 9789025856243
VORMENTOREN De kinderen maken diverse vormen van klei, die zij stapelen tot een toren. De grootste vorm komt onderop, de kleinste bovenop. Wat past goed op elkaar? Een rechthoekig blok onder met een bol erop of kan het ook andersom?
A. le Saux, G. Solotareff (samenst.), Het kleine museum, uitg. Querido, 2004, ISBN-9045100975 S. Postuma, De draad van Alexander, uitg. LeopoldGemeentemuseum Den Haag, 2012, ISBN: 978 90 258 6013 4
KINDERKUNSTBOEKEN! Het Gemeentemuseum Den Haag brengt sinds 2010 samen met uitgeverij Leopold een serie kinderkunstboeken uit. Jaarlijks komen er 2-4 nieuwe titels uit. Kijk op www.gemeentemuseum.nl. Te bestellen via onze webshop en te ook te koop bij alle boekhandels.
DIGITALE NIEUWSBRIEF EDUCATIE Wilt u op de hoogte blijven van al onze educatie activiteiten, inspiratieworkshops voor leerkrachten, kinderkunstboeken en nog veel meer? Abonneer u dan op onze gratis digitale nieuwsbrief Educatie via www.gemeentemuseum.nl bij ‘voor bezoekers’.
IK ZIE IK ZIE… EN HET IS EEN VORM Speel ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’ in de klas en richt het spel op vormen. Bijvoorbeeld: ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is een ovaal of een rechthoek.
Juli 2015 © Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Jet van Overeem Productiebegeleiding: Joep Overtoom Vormgeving: Afdeling Foto&Vorm Gemeentemuseum Den Haag Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl