L U I S T E RO G E N P RO J E C T VO E D I N G HANDLEIDING AAD, KAMISHIBAI
&
GASV
L U I S T E RO G E N P RO J E C T VO E D I N G HANDLEIDING AAD, KAMISHIBAI
HANDLEIDING ontwikkeld door Oliva Moors I N O P D R A C H T VA N D E D A G E N , W W W . D E D A G E N . B E
&
GASV
COLOFON Luisterogen, project VO E D I N G is een uitgave van D E DAG E N . Het project werd uitgewerkt en ontwikkeld door Oliva Moors en Mieke Willaer t. D E DAG E N
Somméstraat 26 2060 Antwerpen www.dedagen.be Algemene coördinatie: Ems Depreeuw, Oliva Moors en Silvie Moors Grafisch ontwerp: Marjon Bellen, E P O drukkerij Coverbeeld en kamishibai: Edelweiss Beeldcoördinatie kamishibai: Els Beer ten en Oliva Moors Handleiding revisie: Hilde Verleyen Beeld actieve voedingsdriehoek: ©VIGeZ In samenwerking met KO C A V Z W , KO C A V Z W Speciale Beroepsschool Emmaüs www.koca.be Erika Vanhauwaer t en Bruno Buytaer t voor VIGeZ www.vigez.be Met dank aan: Stichting Lezen Vlaanderen, S L O Nederland, Laika, Jo Smeekens, Inge Lootens, Nicole Soberon
ABC,
Marjan Langewouters,
De pictogrammen in deze uitgave werden ontworpen door Sclera vzw en bewerkt, of in sommige gevallen ontworpen, door Marjon Bellen ( E P O drukkerij). Op deze pictogrammen is een creative commons licentie van toepassing dat commercieel gebruik verbiedt. Voor meer info en pictogrammen: www.sclera.be of
[email protected] . Alle beelden werden opgenomen met medeweten van de eigenaar. Mocht een beeld alsnog gebruikt zijn zonder copyright, dan kunt u contact opnemen met D E DAG E N , Somméstraat 26, 2060 Antwerpen.
O V E R L U I S T E RO G E N
Geachte dames en heren
Het hele jaar door hebben we trek. Zin. Goesting. In chocolade. In boterhammen met speculaaspasta. In warme broodjes met mozzarella. In pasta met zeevruchten. In druiven, meloen, bloedsinaasappelen, sappige peren en kersen. Elke dag vullen we ons lijf met lekkers. Met gezonde hapjes. Met nu eens aardappelen en vis, dan weer rijst en vlees. Of tofuburgers met couscous. Het ligt in onze winkels. Het behoort tot ons vaste voedingspatroon. Afwisseling. Een mix van granen, peulvruchten, groenten, fruit, vlees, vis en zoet- en zoutigheden. De hele wereld ligt op ons bord. Met dit derde LUI STERO GEN -project rond gezonde voeding brengen wij een evenwichtig bord voedsel naar alle uithoeken van de wereld. Wij willen onze jongeren, uit alle windstreken, laten proeven van gezonde maaltijden. Eenvoudig, speels, interactief en muzisch. Het volledige project bestaat uit drie stappen: AAD (Alfabetisering Allochtone Doven), het kamishibaiverhaal (Honger van Els Beerten) en GAS V (Geïntegreerde Algemene Sociale Vorming). In deze handleiding begeleiden wij u graag in het traject. Heeft u dan nog vragen, dan vindt u ons via de website www.luisterogen.be.
Smakelijk! Silvie Moors Artistiek leider DE
DAGEN
–5–
P RO J E C T V O E D I N G , E E N B E W U S T E K E U Z E
Voeding: cultureel bepaald, budgetgebonden, situatie afhankelijk, emotioneel gevoelig en nog zoveel meer. Geen evidente keuze om het project voeding uit de leerlijnen te selecteren. Toch hebben we bewust dit thema uitgewerkt. Omdat we in het dagdagelijkse leven voortdurend omringd worden door boodschappen die met voeding en beweging te maken hebben. Omdat we daaruit moeten filteren wat goed en juist is. En omdat dit enige kennis en begeleiding vereist. Diverse projecten helpen de leerkracht bij het vertalen van algemeen vormende thema’s. Maar dit specifiek onderwerp, op maat van deze doelgroep, vergt een bijzondere zoektocht naar een juist evenwicht tussen inhoudelijk correct zijn en een nood aan eenvoud in boodschap. Luisterogen wil graag de eerste tools aanreiken om artistiek, creatief en muzikaal het thema voeding te proeven.
–7–
DOELGROEP
&
DOELSTELLINGEN
Doelgroep Luisterogen werd ontwikkeld voor taalzwakke of niet-gealfabetiseerde dove en slechthorende jongeren. Deze jongeren hebben heel specifieke noden. Bovendien is deze minderheidsgroep erg heterogeen zodat niet alle methodes voor elke leerling werken. Alles hangt ook af van de leeftijd, intellectuele mogelijkheden, voorschoolse en culturele geschiedenis. De verschillen zijn eindeloos. Doel Luisterogen editie drie tracht via AAD (Alfabetisering Allochtone Doven) de kennis van het Nederlands en de Vlaamse Gebarentaal rond het thema voeding te verbeteren of te verwerven. Daarbij experimenteren we met het kamishibaiverhaal Honger van Els Beerten als leesbevorderingsmethode. Deze Japanse vertelvorm resulteerde eerder al in “zin” in boeken. Luisterogen project voeding wil de leefwereld en sociale vaardigheden van deze bijzondere doelgroep op een creatieve manier verruimen. Enkele strategieën: -
aansluiten bij de belevingswereld van jongeren; visueel aantrekkelijk zijn; praktijkgericht zijn; ouders en leefgroep bij het thema betrekken; praktijksituaties naspelen; vakoverschrijdend, klasoverschrijdend werken; breed toepasbare picto’s creëren.
–8–
A A N D E S L AG
Wat is AAD? Voor dove allochtonen is het dubbel zo moeilijk om Nederlands te leren. Bovendien willen zij én wij dat ze integreren. Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) ontwikkelde daarom samen met ROC Zadkine en doveninstituut Effatha de praktische taalmethode “Alfabetisering Allochtone Doven” (AAD). Via deze methode leren ze lezen en schrijven in het Nederlands. In september 2005 testten we de nieuwe leermethode in het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Antwerpen vzw Speciale Beroepsschool Emmaüs, een secundaire school voor dove en slechthorende jongeren. In 2007 lanceerden we de eerste Vlaamse professionele versie binnen het luisterogenproject met als thema STATION. AAD werd volledig uitgewerkt met bijbehorende instrumenten voor de klas, zoals woordposters, semantische oefenkaarten en digitale oefeningen. Een jaar later volgde de tweede editie rond INTERNET. De jarenlange praktijkervaring heeft ons niet alleen geleerd dat de AAD-leermethode het lesgeven heel wat gemakkelijker maakt. Ook het enthousiasme van de leerlingen werkt inspirerend en motiverend. Bovendien groeit hun kennis van het Nederlands overduidelijk, terwijl hun zelfvertrouwen toeneemt. Waarom AAD? Doel is dat de leerlingen, na het doorlopen van deze taallessen, de nodige basiswoordenschat beheersen die nodig is om het GASV-project voeding te kunnen aanvatten. De rode draad doorheen dit proces zijn tien picto’s die later in project voeding als hoofdstukken verder worden uitgediept. De beelden zijn bepaald na regelmatig overleg met het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw (VIGeZ). De verhouding tussen inhoud en beeld moet immers nauwgezet uitgebalanceerd worden om tot het ontwikkelen van picto’s te komen die niet alleen toepasbaar zijn in schoolse en andere settings maar ook de abstracte betekenis correct weergeven. Doelen: Begrijpen van concrete /abstracte woorden in een geschreven boodschap. Leesbegrip bevorderen. Taal verwerven of uitdiepen van taal rond een maatschappelijk relevant thema, ontleend uit de ontwikkelingsdoelen.
–9–
ALGEMEN E VOO R B ER EI DI N G
-
scharen oefendoosjes voor de losse kaartjes potloden dvd dvd-speler
PRA AT - PLA AT STR ATEGI E :
(p.2): Voorkennis activeren en opbouwen.
OEFEN I NG :
1. Rond je eigen ervaring: Wat zie je? Wat weet je? 2. Vragen ja/ nee: Zie je een bord? Ligt er een mes? 3. Vragen: waar/ niet waar 4. 2 aan 2 vragen: waar/ niet waar (p.3): STR ATEGI E : Voorkennis activeren en opbouwen. OEFEN I NG : 1. Bekijk het verhaal op de dvd. 2. Plaatje voor plaatje vertellen. 3. Bekijk voor de 2de keer het verhaal op de dvd. 4. De leerlingen bekijken de strip. 5. Samen het verhaal navertellen. 6. Verhaal losknippen en weer op de juiste volgorde leggen. S T RI P
(p.4+5): STR ATEGI E : Herkennen picto = gebaar. OEFEN I NG : 1. Bekijk oefening 1 op dvd en verbind het juiste gebaar met juiste plaatje. WERKBLA D
OEFEN K AARTJ ES : STR ATEGI E :
Herkennen picto = gebaar.
OEFEN I NG :
1. Leerkracht laat plaatje zien, leerling toont gebaar. 2. Leerkracht toont gebaar, leerling zoekt het juiste plaatje. 3. 2 aan 2 4. Leerkracht kan nu de magnetische bordplaatjes ophangen in de klas. 5. Leerling stopt losse plaatjes in een oefendoosje en kan zo thuis oefenen.
– 10 –
(p.6): STR ATEGI E : Begrijpen van verhaal. OEFEN I NG : 1. Kijken naar verhaal op dvd. 2. Verhaal klassikaal navertellen. 3. Verhaalinhoud linken aan strip. 4. 2 aan 2 verhaal navertellen. 5. Het verhaal individueel voor de klas brengen. S T RI P
(p.7+8): STR ATEGI E : Herkennen gebaar = vingerspelling. OEFEN I NG : 1. Bekijk oefening 2 op dvd en verbind het juiste gebaar met de vingerspelling. WERKBLA D
(p.9): STR ATEGI E : Herkennen (vingerspelling-woord) en (vingerspelling-schrijven) OEFEN I NG : 1. ‘Matchen’. 2. Schrijven. WERKBLA D
WERKBLA D STR ATEGI E :
(p.10-19): Woordbeeld inoefenen.
OEFEN I NG :
1. Analyseren. 2. Synthetiseren. 3. Schrijven. 4 Omcirkel het juiste woord. WERKBLA D STR ATEGI E :
(p.20+21): Herkennen gebaar = woord.
OEFEN I NG :
1. Bekijk oefening 3 op dvd en verbind het juiste gebaar met het woordbeeld. OEFEN K AARTJ ES : STR ATEGI E :
Herkennen picto = woord.
OEFEN I NG :
1. Leerkracht laat plaatje zien, leerling toont woordbeeld. 2. Leerkracht toont woordbeeld, leerling zoekt het juiste plaatje. 3. ‘Matchen’ (de oefenkaartjes hebben een zelfcorrectie). 4. Memory met oefenkaartjes. 5 2 aan 2 met oefenkaartjes 6. Leerkracht hangt de woordposters op in de klas.
– 11 –
De woordposters hangen nu gedurende het hele project op in de klas. In de eerste plaats confronteren de woordposters de leerlingen elke dag opnieuw met de nieuwe woorden. WERKBLA D STR ATEGI E :
(p.22): Leren lezen en woordherkenning.
OEFEN I NG :
1. Bekijk het verhaal op de dvd. 2. De leerling leest het verhaal voor zichzelf. 3. De leerling vertelt het verhaal na. 4. De leerkracht gebaart de zinnen en de leerling wijst ze aan. 5. De leerkracht gebaart de woorden en de leerling wijst ze aan. 6. 2 aan 2 (p.23): STR ATEGI E : Begrijpend lezen. OEFEN I NG : 1. Zinnen van het verhaal losknippen. 2. Op volgorde leggen van de zinnen. 3. 2 aan 2 (leerling A gebaart een zin, leerling B zoekt de zin op) WERKBLA D
(p.24): STR ATEGI E : Herkennen van de woorden en ze kunnen plaatsen in de tekst. OEFEN I NG : 1. De leerling schrijft de juiste woorden op de stippellijntjes. WERKBLA D
(p.25): STR ATEGI E : Herkennen van de tekst en de ontbrekende woorden kunnen schrijven in de tekst. OEFEN I NG : 1. De leerling schrijft de ontbrekende woorden op de stippellijntjes in de tekst. WERKBLA D
WERKBLA D STR ATEGI E :
(p.26): Woordbeeld (herkennen van het juiste woord).
OEFEN I NG :
1. De leerling vinkt het juiste woord aan. (p.27): DO EL : Begrijpend lezen. OEFEN I NG : 1. De leerling vinkt de juiste zinnen aan. WERKBLA D
– 12 –
(p.28+29): STR ATEGI E : Huiswerkblad. OEFEN I NG : 1. De leerling schrijft iedere dag de woorden. 2. De leerling ontcijfert de vingerspelling. WERKBLA D
– 13 –
KAMISHIBAI
Kamishibai is een traditionele Japanse vertelvorm, die letterlijk “papieren drama” betekent. Elk kamishibaiverhaal bestaat uit een aantal prent-platen die cruciale momenten uit een verhaal afbeelden. Telkens wanneer het verhaal een wending neemt, verschuift de verteller een plaat. De prenten bevinden zich op A3-formaat in een houten theatertje dat je makkelijk op een tafel of stoel kan plaatsen. De verteller zit ernaast en verschuift ook de platen. In Vlaanderen volgt Art Basics for Children het kamishibai-gebeuren op de voet. Zij verkopen ook de houten kastjes en enkele sets met prentplaten en het bijbehorende verhaal. www.abc-web.be Boeken behoren niet tot de dagelijkse realiteit van dove allochtone leerlingen, niet omwille van hun desinteresse voor literatuur maar omdat ze slechts een beperkte kennis hebben van de Nederlandse taal. Dankzij de theatrale vorm en de grote visuele aantrekkelijkheid biedt een kamishibai mogelijkheden om verhalen te brengen in de klas.
Els Beer ten over Honger Oh ja, zei ik. Oh ja, jazeker. Het woord alleen al. Luisterogen. Natuurlijk wilde ik een verhaal voor hen schrijven. Voor je echt begint neem ik je mee naar mijn school, zei Oliva. De klas bombardeerde me meteen tot outsider. Zij is niet doof? Ach. En zij kent geen gebarentaal? Tja. Zij kan wel mooi vertellen? Hun luisterogen spitsten zich. En hoe. Nog meer wilde ik voor hen een verhaal schrijven. Hoe ‘Honger’ is ontstaan? Ik wist dat het gebeurde. Mensen die zoveel honger hebben dat ze de bus, de boot, of enig ander voertuig namen naar ‘hier bij ons waar het goed is’. Mensen zonder keuze. Want geen mens met honger kiest ervoor om van honger dood te gaan. Ik had hen ontmoet. Mensen op bezoek in het huis vol eten die de toevallige graantjes onder de vogelkooi van de dikke kanarie veel te gulzig van de grond raapten. Mensen met honger konden mensen zonder honger worden. En eenmaal de honger weg, konden mensen weer zijn wie ze waren. Zoals mijn Nora.
– 14 –
Nora is een rekenwonder. Voor haar zijn getallen vrolijk, niets om zich triestig om te voelen. Ze snapt nog lang niet alle woorden, maar de taal van de getallen is ze duidelijk meester. En met die taal zal ze een vriend vinden. En vrienden boren een nieuwe honger aan. Een waar je niet zonder kunt. Een om nooit meer te missen.
Wa t j e k a n d o e n v o o r d a t j e h e t k a m i s h i b a i v e r h a a l b r e n g t in de klas? 1. Introduceer je leerlingen in de wereld van boeken. Ga met hen naar de bibliotheek en verzamel enerzijds kookboeken (opdracht 1) en anderzijds boeken van Els Beerten (opdracht 2). Maak met deze stapel een thematafel. 2. Vertel je leerlingen over Els Beerten of laat hen zelf informatie opzoeken. Els Beerten werd geboren op 27 maart 1959 te Hasselt. Ze bracht haar kindertijd en jeugd door in Koersel. Aan de KU Leuven studeerde ze Nederlands en Engels (1977-1981) en volgde tegelijkertijd een lerarenopleiding aan dezelfde universiteit. Daarna liep ze een aantal jaren dagschool aan de Toneelacademie van Maastricht. Sinds 1985 onderwijst ze Nederlands en Engels en geeft ze lesblokken in creatief schrijven en theater aan het Sint-Jozefscollege van Aarschot. Ze is getrouwd met Koen Jaspaert, samen hebben ze drie kinderen: Eva, Ben en Thijs. Tussen 1976 en 1984 was ze als freelance medewerker verbonden aan TOPmagazine, waarvoor ze verhalen en gedichten schreef. In 1985 won ze de John Flandersprijs met het kortverhaal ‘Vreemde Eend.’ Haar debuut ‘SCENES’ (uitgeverij Df-Infodok) verscheen in 1987. Haar jongste boek, ‘Allemaal willen we de hemel’, (uitgeverij Querido) verscheen in mei 2008. www.elsbeerten.com 3. Introduceer het verhaal zonder het voor te lezen. 4. Geef een doos rond met voorwerpen erin. Als jij je hand opsteekt neemt degene die de doos vast heeft er een voorwerp uit. Laat ze raden waarover het verhaal zal gaan. 5. Verspreid korte zinnen uit het kamishibai-verhaal op willekeurige plaatsen in de school (bijv. klaslokaal, rapport, test, toilet, gang…), zonder commentaar te geven.
– 15 –
Wa t k a n j e n a h e t k a m i s h i b a i v e r h a a l d o e n ? Laat de leerlingen voorwerpen linken aan een fragment uit het nieuwe kamishibaiverhaal. Vraag aan de leerlingen om een literair alfabet te maken. Verdeel daarvoor de letters van het alfabet onder de leerlingen en laat hen woorden zoeken in het verhaal van Els Beerten die beginnen met de gekregen letter. Nadien kun je eventueel kernwoorden uitpikken en verklaren. Verstop boeken van Els Beerten op verrassende locaties in de school. Geef de leerlingen de kans om na te denken over welke locatie een leuke of een rare leesplek is. Sla de handen in elkaar met de lokale bib: laat de leerlingen het kamishibaiverhaal van Els Beerten in Vlaamse gebarentaal vertellen aan toevallige bibliotheekbezoekers. En neem zeker eens een kijkje op www.boekenzoeker.be en www.fahrenheit451.be voor nog meer inspiratie.
Kamishibai in de klas Breng je zelf de kamishibai in de klas, oefen dan eerst een paar keer op voorhand met een collega. Een persoon brengt het verhaal in Vlaamse Gebarentaal, de andere verschuift de prenten. Zorg voor een intieme ruimte, een spotje op de kamishibai, gemakkelijke kussens voor je leerlingen, een theatrale sfeer, een bijzondere hoek. En dan, genieten! Nodig de auteur uit! Een schrijver ontmoeten is een bijzondere belevenis voor alle jongeren. Je kan een bijdrage in de kosten aanvragen bij Stichting Lezen. Dat kan via de website www. stichtinglezen.be. Daar lees je ook hoe je de auteur best onthaalt.
– 16 –
GASV Wa t i s G A S V ? GASV staat voor Geïntegreerde Algemene en Sociale Vorming. Ze wil de algemene kennis en sociale vaardigheden verbreden en verdiepen. Het taalaanbod is in dit stadium miniem. De nadruk ligt op de verwerving van de praktische inhoud aan de hand van visuele hulpmiddelen. In de praktijk Er zijn acht hoofdstukken: evenwicht, variatie, water, beweging, samenstelling, bereiden, regelmaat, genieten. Deze basiswoorden uit het AAD-lespakket voeding worden in deze fase inhoudelijk uitgediept. Elk van de acht hoofdstukken bevat duidelijke doelen, lessuggesties, verwijzingen naar websites of kopieerbladen en extra oefenmateriaal. Elk onderdeel begint met een verwijzing naar een spin-diagram waarop per hoofdstuk kloksgewijs de te behandelen thema’s worden samengevat. Daarnaast werken we met praktijksimulaties en -opdrachten, online-oefeningen, klas- en vakoverschrijdende taken, interactieve opgaven en huiswerktaken. Met behulp van functionele weloverwogen pictogrammen en strakke afbeeldingen wordt belangrijke informatie toegankelijk gemaakt. Er gaat veel aandacht naar vormgeving en opbouw, zodat het hele proces van informatie vergaren en zelfstandig kunnen toepassen vanzelf gebeurt. Daarnaast zetten we in deze editie de bekende picto’s van AAD lesbundel voeding in watermerk en wordt het bijpassende Nederlandse woord centraal in het vet geplaatst.
– 17 –
Project voeding Voorbereiding Het volledige project presenteren we in een spin-diagram (zie pagina 2). Elk van de acht hoofdstukken worden kloksgewijs hierop aangeduid. We stellen voor om deze te kopiëren op A3 en ze op te hangen in de klas. De verschillende onderdelen zijn een uitdieping van de AAD woorden. Daarom zetten we in deze fase de bekende picto’s van AAD lesbundel voeding in watermerk en wordt het bijpassende Nederlandse woord centraal in het vet geplaatst. Verzamel vooraf verschillende tijdschriften. Maak vooraf actieve voedingsdriehoek-puzzels, een 2D actieve voedingsdriehoek, en een 3D actieve voedingsdriehoek (voor meer info zie www.luisterogen.be). VO E D IN G
DO ELEN :
Taalverwerving stimuleren en oriëntatie in de leefwereld vergemakkelijken. Taal verwerven of uitdiepen van taal rond een maatschappelijk relevant thema, ontleend uit de ontwikkelingsdoelen (www.ond-vlaanderen.be). Sociale en functionele vaardigheden toepassen en verruimen. Zelfredzaamheid bevorderen. SU B DO ELSTELLI NGEN :
Leerlingen weten wat evenwicht betekent. Leerlingen weten wat gevarieerde voeding is. Leerlingen kennen het belang van water en van evenwichtige gevarieerde voeding. Leerlingen leren het belang van bewegen. Leerlingen weten dat voedingsmiddelen zijn samengesteld uit 3 belangrijke onderdelen. Leerlingen kunnen gevarieerde, evenwichtige, budgetvriendelijke maaltijden bereiden. Leerlingen kennen de ideale regelmaat van voeding. Leerlingen genieten van maaltijden. 1 (p.1) PRA AT - PLA AT STR ATEGI E : Voorkennis activeren en opbouwen. Wat zie je? Wat weet je? De leerkracht controleert aan de hand van eenvoudige vragen de voorkennis van de leerlingen. LES
– 18 –
E V E N W IC HT
Leerlingen weten wat evenwicht betekent.(p. 4-18) LES
2 (p. 6)
CREA ACT I VI T EI T STR ATEGI E :
Een auto-collage maken. Andere suggesties zie www.luisterogen.be 3 (p. 7-9) STR ATEGI E : De leerlingen komen tot een vergelijk: auto/brandstof en mens/energie via picto's. De leerkracht bespreekt dit aan de hand van werkbladen 7-9. Op pagina 7 plakt elke leerling een foto van zichzelf. LES
LES
4 (p. 10-13)
WI S KUND E STR ATEGI E :
De leerlingen leren driehoeken herkennen, zelf tekenen en meten om inzicht te krijgen in actieve voedingsdriehoek. Werkbladen 10-13 LES
5 (p. 14-16)
VO O RB EREI D I NG PRA KT I J KLES STR ATEGI E : De leerlingen leren de verhoudingen van de actieve voedingsdriehoek meten en correct noteren. Werkbladen 13-16
LES
6 (p. 17)
(vakoverschrijdende taak) De leerlingen maken actieve voedingsdriehoek-puzzels, een 2D actieve voedingsdriehoek, en een 3D actieve voedingsdriehoek.
PRA KT I J KLES STR ATEGI E :
Voor meer concrete info hieromtrent zie onze website: www.luisterogen.be 7 (p. 18) STR ATEGI E : De leerlingen herkennen de verschillende groepen uit de actieve voedingsdriehoek en leren het begrip evenwicht uit de actieve voedingsdriehoek. LES
– 19 –
AC TI EVE VOEDI N GSDR I EH O EK - PUZZELS :
De leerlingen stellen de actieve voedingsdriehoek samen en visualiseren de juiste plaats van elke voedingsgroep. 2 D AC TI EVE VO EDI N GS D RIEHOEK : Leerlingen plaatsen voedingsmiddelen op de juiste groep van de actieve 2D voedingsdriehoek. We raden aan om een selectie van voedingsmiddelen te nemen uit onderstaande boodschappenlijst samengesteld door VIGeZ. Deze lijst bevat voedingsmiddelen uit alle subgroepen en houdt rekening met culturele verschillen. Bovendien voegt het bij elk voedingsmiddel de juiste groep van de actieve voedingsdriehoek. EEN
Frisdrank (restgroep) Fruitsap 100% sap (fruitgroep) Bier (restgroep) Koekjes (restgroep) Mayonaise (restgroep) Noten (vleesgroep) Eieren (vleesgroep) Feta (melkproducten) Karnemelk (melkproducten) Olijven (fruit) Appel (fruit) Paprika (groenten) Tomaat (groenten) Aardappel (aardappelen en graanproducten) Plat brood (aardappelen en graanproducten) Muesli (aardappelen en graanproducten) Rijst (aardappelen en graanproducten) Water (water) Thee (water) 3 D AC TI EVE VO EDI N GS D RIEHOEK : De leerlingen bouwen een 3D actieve voedingsdriehoek op en ervaren de juiste plaats en de verhouding van elk onderdeel. EEN
– 20 –
VA R IATIE
Leerlingen weten wat gevarieerde voeding is. (p. 19-24) 8 (p. 21-24) Leerlingen leren variatie in voedingsmiddelen kennen, leren deze voedingsmiddelen plaatsen in de juiste groep van de actieve 3 D voedingsdriehoek en experimenteren met voedingsmiddelen. LES
STR ATEGI E :
p. 21: voor aankopen: zie boodschappenlijst uit les 7. p. 22: plaatsen voedingsmiddelen in de juiste groep in de 3 D actieve voedingsdriehoek p. 23: experimenteren met voedingsmiddelen Hierbij maken we graag enkele kanttekeningen − Deze pagina naar believen kopiëren zodat meer dan vier nieuwe voedingsmiddelen aangeboden kunnen worden − Deze les kan doorlopen gedurende het gehele project, de experimentele fases moeten niet achtereenvolgens gebeuren − Houd steeds rekening met sociale, culturele en persoonsgebonden eetverschillen en geef voldoende tijd om angsten voor het onbekende te overwinnen. Geef ook achtergrondinfo over de aangeboden producten p. 24: kennis van variatie in voeding opbouwen aan de hand van volgende site www.vigez.be (thema voeding) en www.gezondheidstest.be. WATE R
Leerlingen kennen het belang van water en van evenwichtige gevarieerde voeding. (p. 25-31) 9 (p. 27) STR ATEGI E : Leerlingen onderkennen het verschil in suikerniveau in verschillende dranken. Leerlingen kunnen een eenvoudige staafdiagram interpreteren en invullen. LES
p. 27: experimenteren met dranken Leerlingen noteren hun schatting van het aantal suikers per glas. Leerkracht geeft het juiste aantal aan de hand van onderstaande tabel opgesteld door VIGeZ. Leerkracht benadrukt dat de hoeveelheid suikers steeds voor eenzelfde hoeveelheid (glas) wordt weergegeven. Hierbij maken we graag nog enkele kanttekeningen − Deze pagina naar believen kopiëren zodat meer dan vier nieuwe dranken aangeboden kunnen worden − Het begrip staafdiagram zal worden hernomen bij een ander thema
– 21 –
Een overzicht van dranken en de aanbreng van energie en suiker. Drank
Groep van de actieve voedingsdriehoek
Aantal suikerklontjes per 100 ml
Aantal suikerklontjes per portie
Energie (in kcal) per 100 ml
Water (dit omvat alle vormen van mineraal en spuitwater)
water
0
0
0
Koffie/thee
water
0
0
0 Koffie en thee bevatten zelf geen energie of suiker. Wat je eraan toevoegt (suikerklontjes) wel.
Light frisdranken, enkel gezoet met kunstmatige zoetmiddelen
Water
0
0
0
Frisdrank gezoet met kunstmatige zoetmiddelen en suiker
restgroep
1
Glas van 150 ml: 1,5 Glas van 200 ml: 2 Blikje van 330 ml: 3,3
20 kcal
Isotone sportdranken
Restgroep
1,5
Blikje van 330 ml: 4,7 Flesje van 0,5 l: 6,3 klontjes
30 kcal
Melk
Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
0,5*
Glas sojadrank natuur van 150 ml: 0,75 Glas melk (mager, halfvol of vol) van 150 ml of 1 kop: 1,5
40 kcal
Een brikje van 200 ml van chocomelk of fruitmelkdrank = 4 klontjes suiker Brikje sojadrink met suiker van 250 ml = 5 klontjes suiker
66 kcal
1 suikerklontje = 5 gram suiker = 20 kcal
-
Calciumverrijkte sojadrank natuur Magere melk of ongesuikerde karnemelk Halfvolle melk Volle melk
1* 1* 1* 2 2 2
Chocomelk (gem. halfvolle) Fruitmelkdrank Calciumverrijkte sojadrank met suiker
33 kcal 46 kcal 65 kcal 73 kcal 73 kcal
Fruitsap
Fruit
2
Glas of brikje van 200 ml: 4
40 – 45 kcal
Frisdrank gezoet met suiker
Restgroep
2
Blikje van 330 ml: 6,6 Flesje van 0,5 l: 10
45 kcal
Hypertone sportdrank
restgroep
3
Flesje van 300 ml: 9
65 kcal
* Melk bevat per 100ml van nature (o.v.v. lactose) ongeveer 1 klontje of 5gram suiker. ** Light-frisdranken bevatten geen toegevoegde suikers maar toegevoegde zoetmiddelen o.v.v. bv. aspartaam. Lightfrisdranken zijn niet nodig in onze dagelijkse voeding. – 22 –
10 (p. 28) STR ATEGI E : Leerlingen ervaren de verschillende smaken van water. Werkblad LES
LES
11 (p. 29-30)
REKENLES STR ATEGI E : Leerlingen leren het begrip “herleiden”, leerlingen leren enkele basis inhoudsmaten (1L, 50cl, 25cl). Leerlingen ervaren verschillen in hoeveelheden. Werkblad: Leerkracht geeft praktische voorbeelden via verschillende vormen van PET-flessen, brikjes, blikjes, maatbeker en dergelijke.
12 (p. 31) STR ATEGI E : Leerlingen filosoferen over hoe water attractiever te presenteren en drinken thuis, op school, in leefgroep. Werkblad: leerkracht laat het antwoord van de leerlingen komen. LES
B E W E G IN G
Leerlingen leren het belang van bewegen. (p. 32-37) 13 (p. 34-35) STR ATEGI E : leerlingen begrijpen dat bij de actieve voedingsdriehoek ook beweging hoort. Via lessen LO maar ook dagdagelijks sensibiliseren we jongeren om te bewegen. Werkbladen LES
14 (p. 36-37) Leerlingen filosoferen over de relatie beweging /eten en beweging / energiedranken. Werkbladen : leerkracht laat het antwoord van de leerlingen komen. Meer informatie hieromtrent zie site VIGeZ: www.vigez.be. LES
STR ATEGI E :
– 23 –
SA M E N STE LLI N G
Leerlingen weten dat voedingsmiddelen zijn samengesteld uit 3 belangrijke onderdelen. (p. 38-41) CREA ACT I VI T EI T
15 (p. 40) STR ATEGI E : Via een crea activiteit onderkennen leerlingen het begrip “samenstelling” bij voedingsmiddelen. Leerlingen leren de drie essentiële begrippen: suikers, vetten en vezels. Werkblad Suggesties voor deze activiteit zie www.luisterogen.be LES
16 (p. 41) STR ATEGI E : Leerlingen onderkennen de samenstelling van verschillende gelijkaardige voedingsmiddelen. Leerlingen kunnen een eenvoudige staafdiagram interpreteren en invullen. Werkblad Leerlingen noteren in potlood hun schatting van het aantal vezels en vetten per voedingsmiddel. Leerkracht geeft het juiste aantal weer aan de hand van onderstaande tabel opgesteld door VIGeZ. Leerkracht benadrukt dat de hoeveelheid vetten en vezels steeds voor eenzelfde hoeveelheid (per portie) wordt weergegeven. LES
Hierbij maken we graag nog enkele kanttekeningen − Deze pagina naar believen kopiëren zodat meer dan vier nieuwe voedingsmiddelen aangeboden kunnen worden − Het begrip staafdiagram zal worden hernomen bij een ander thema − Extra achtergrondinfo zie bijlage
– 24 –
Een overzicht van tussendoortjes en hun samenstelling per portie Product
Groep van de actieve voedingsdriehoek
Energiegehalte per portie (kcal)
Vetgehalte per Koolhydraten per Vezelgehalte per portie portie portie (g) (g) (g)
Stuk vers fruit bv. appel, peer, banaan
Fruitgroep
60
0
13,9
2.9
Potje magere yoghurt zonder fruit of suiker Potje magere yoghurt met fruit en suiker
Melkproducten en calicumverrijkte sojaproducten
51
0,85
6,31
0
87
0,97
15,7
0.3
Droge koek type Restgroep vitabis (1 stuk = 10 g)
45
1,3
7,8
0,1
Cake, 1 plak van 30 g
Restgroep
133
6.6
16.6
0.3
Vanillepudding, 125 g
Melkproducten en calicumverrijkte sojaproducten
151
4.4
25
0
Boterham, belegd met magere kaas en groenten
Graanproducten + smeervet + melkproducten + groenten
142
5.1
15.9
2
Chips light, 1 pakje van 30 g
Restgroep
151
7.8
18.3
2
Chips, 1 pakje van 30 g
Restgroep
168
10.5
16.5
0.3
Snoepreep, gemiddeld, Restgroep 1 stuk van 45 g
216
10.7
27.3
1.3
Croissant, 1 stuk van 50 g
Restgroep
233
17.7
25.2
1.2
Chocoladewafel, 1 stuk van 50 g
Restgroep
316
17.8
35.3
0.5
Koffiekoek
restgroep
411
25.3
37.9
3.9
Suikersnoep, zakje van Restgroep 100 gram
183
0
44.8
0
Opm: Koek en gebak wordt steeds in de restgroep geplaatst, onafhankelijk van de samenstelling ervan. Bron samenstelling producten: Belgische voedingsmiddelentabel of verpakkingen.
– 25 –
B E R E ID E N
Leerlingen kunnen gevarieerde, evenwichtige, budgetvriendelijke maaltijden bereiden (p. 42-54). 17 (p. 44) STR ATEGI E : Leerlingen leren via site verschillende gevarieerde, evenwichtige maaltijden samenstellen. Werkblad Leerkracht voorziet ICT lokaal. Voldoende ondersteuning bij toepassen van site is onontbeerlijk. LES
18 (p. 45-47) Leerlingen filosoferen over de relatie IK /vers, blik, diepvrieswaren en A ND EREN /fast food, diepvriesmaaltijden, kant en klaar, restaurant. Werkbladen: Leerkracht laat het antwoord van de leerlingen komen. Meer informatie hieromtrent zie site VIGeZ: www.vigez.be of www.gezondheidstest.be (informatiepagina van de test “mijn actieve voedingsdriehoek”) LES
STR ATEGI E :
19 (p. 48-54) STRATEGIE : Leerlingen bereiden een gevarieerde, evenwichtige, budgetvriendelijke maaltijd Werkblad LES
R E G E L M A AT
Leerlingen kennen de ideale regelmaat van voeding. Leerlingen kennen de ideale regelmaat van voeding (p. 55-61). 20 (p. 57-60) STR ATEGI E : Leerlingen leren het begrip “tijdsas”kennen en het verschil tussendoortje/hoofdmaaltijd, leerlingen erkennen het belang van regelmaat. LES
(p. 57) S TA P 1 Leerling duidt op tijdsas aan wanneer hij heeft gegeten en gedronken. Het is niet belangrijk wat hij at/dronk noch of het een hoofdmaaltijd/tussendoortje betreft. We gebruiken hiervoor picto’s knipblad p. 59 (eten/drinken).
– 26 –
(p. 58) S TA P 2 Leerling duidt op tijdsas aan wanneer hij heeft gegeten en gedronken. Leerling noteert of het een hoofdmaaltijd of tussendoortje betreft. We gebruiken hiervoor picto’s knipblad p. 59 (hoofdmaaltijd/tussendoortje). (p. 60) S TA P 3 Leerkracht bespreekt de ideale regelmaat. Hierbij maken we graag nog enkele kanttekeningen − We opteren om niet te laten noteren wat ze aten/dronken aangezien dit voor pijnlijke situaties kan zorgen − We kiezen er ook bewust voor om geen welbepaalde tijdstippen van eten/drinken voorop te stellen − We bespreken de ideale regelmaat op een neutrale manier 21 (p. 61) STRATEGI E : Leerlingen leren het belang van ontbijt. Werkblad Via een klasgesprek geven leerlingen weer hoe ze hun functioneren zonder/met ontbijt ervaren. Zie site VIGeZ voor meer info over het belang van ontbijt: www.vigez.be (zie aparte fiche omtrent ontbijt) LES
G E N IE TE N
Leerlingen genieten van maaltijden (p. 62-64). 22 (p. 63) STR ATEGI E : Leerlingen leren het concept genieten in diverse toepassingen. Werkblad LES
23 (p. 64) Doel: leerlingen leren het concept genieten vertalen naar verschillende settings. Werkblad LES
– 27 –
E X TR A ATJES
Er zijn zoveel leuke, creatieve en educatieve activiteiten rond voeding. Deze tips uit EX libris ABC helpen jou extra op weg (voor meer info
[email protected]) − Breng eens een bezoek aan een museum. Bekijk oude schilderijen. Welke maaltijden stonden er vroeger op het menu? − Stempel met voeding. − Geef een Franse of Engelse “woordenschatles” met als thema voeding. − Link voeding aan herinneringen. − Of bekijk de lijst met verschillende films over eten en leuke YouTubefilmpjes over eten.
– 28 –
B I J L A G E N VA N
VIGEZ:
Bijlage 1 We m o e t e n r e g e l m a t i g d r i n k e n , v o o r w e d o r s t h e b b e n . Wa t k i e z e n w e h e t b e s t ? WAT ER .
Water bevat geen energie of het nu spuit- of mineraalwater is of drinkbaar water van de kraan. Dit is binnen een gezonde voeding de absolute voorkeurdrank. Drink er dagelijks minimum 1 l , beter nog 1,5 liter van. Bij warm weer of sporten moet je vooral het extra vochtverlies aanvullen door meer water te drinken. Andere dranken hebben we niet direct nodig. Ter variatie zijn koffie, thee en soep goede suggesties. bevatten bijna geen energie en zullen bijna gelijk met water staan in de rij. Betekent dit dat deze producten water kunnen vervangen? Ze staan ook in de watergroep van de driehoek. Neen, ze kunnen geen water vervangen. Ze bevatten weinig energie omdat er geen suiker aan is toegevoegd maar enkel kunstmatige zoetstoffen die bijna geen energie leveren. Deze light dranken hebben we niet nodig. Wil je toch eens frisdrank drinken, drink dan een beetje van het ‘echte’ product met suiker. Light frisdranken bevatten net als frisdranken fosforzuur en zijn bijgevolg niet goed voor de tanden. Poets trouwens nooit je tanden binnen het half uur na het drinken van (light)frisdranken. Let op! Wie diabetes heeft of overgewicht kan ter variatie wel eens de light gebruiken als alternatief. Zij hebben immers minder variatiemogelijkheden. Alg: aanbeveling is 1,5 liter per dag te drinken waarvan minstens 1 liter gewoon water. Jongeren hebben geen nood aan light dranken.
LI G HT FRI S D RA NKEN
FRUI T S A P VERS US FRI S D RANK . Fruitsap
en frisdranken bevatten inderdaad evenveel energie. Dus op dat vlak is fruitsap geen alternatief. Fruitsap bevat echter wel natuurlijke suikers, naast ook nog wat vitaminen (afh. van het productieproces en de verpakking) en eventueel wat vezels (zeker als het vers geperst is). Fruitsap bevat geen fosforzuur zoals frisdrank. Besluit: fruitsap bevat evenveel energie als frisdrank, dus met mate te gebruiken en niet elke dag. Omwille van de aanwezigheid van andere voedingsstoffen heeft het toch de voorkeur boven frisdrank. Frisdrank kan je vergelijken met een snoepje, matig het gebruik ervan en drink het niet elke dag.
CHO CO MELK . Chocomelk en andere gesuikerde dranken bevatten vaak zelfs meer energie dat fruitsap of frisdranken. Melk in zijn witte vorm zonder toegevoegde suiker heeft de absolute voorkeur binnen de melksoorten en drinken we dagelijks best voldoende. Melk brengt immers calcium aan. De gesuikerde melkdranken drinken we best met mate omdat ze zoveel extra energie en suiker aanbrengen. Af en toe
– 29 –
maar niet elke dag kan best maar kies voor de witte melksoorten zonder toegevoegde suiker. Hetzelfde geldt voor de calciumverrijkte sojadranken. er zijn 2 soorten sportdranken: isotone en hypertone sportdranken. Hypertone dranken bevatten meer suiker dan frisdranken, isotone bevatten minder suiker. Beide dranken bevatten zouten en suikers om het vocht beter in je lichaam te laten opnemen. Beide dranken hebben we niet nodig. Deze zijn bedoeld voor zeer intensieve sportbeoefening. Op school hebben we deze dan ook niet nodig.
S PO RT D RA NKEN :
– 30 –
Bijlage 2 B e l a n g va n t u s s e n d o o r t j e s i n d e v o e d i n g A a n v u l l i n g o p d e v o e d i n g e n s p r e i d e n va n d e e n e rg i e o v e r d e d a g De theorie achter tussendoortjes: Wie niet of onvoldoende ontbijt, krijgt rond 10 à 11 uur een zwaktegevoel, ook wel een appelflauwte genoemd, met als gevolg concentratiestoornissen wegens een laag bloedsuikergehalte. Na de nachtrust heb je ‘s ochtends nieuwe energie nodig. Mensen die niet of slecht ontbijten, en soms meer dan 12 uur niet gegeten hebben, geven de voorkeur aan voedingsmiddelen die direct energie geven zoals zoete dranken en zoete snacks. Veel energie maar geen of weinig voedingsstoffen zoals voedingsvezels of calcium. Op deze manier kunnen tussendoortjes de oorzaak zijn van een onevenwichtige voeding en overconsumptie, indien ze voornamelijk behoren tot de restgroep van de actieve voedingsdriehoek. Als we daarentegen tussendoortjes kiezen uit de essentiële groepen van de actieve voedingsdriehoek, maakt dat juist onze voeding evenwichtiger. Onze keuze gaat naar tussendoortjes die de voeding aanvullen: fruit, melkproducten, brood e.a. Tussendoortjes kiezen: suggesties
TUSSENDOORTJES
Tussendoortjes die met mate te gebruiken zijn: als middenweg te kiezen
Bij voorkeur te kiezen tussendoortjes
Tussendoortjes als uitzondering te gebruiken
− Bruine boterham met groenten + ham of kaas 20+ of 30+ (bvb. als een engelse sandwich in een driehoek gesneden). − Beschuit (volkoren), crackers, 4-granen toast, … − Vers fruit: appel, sinaasappel, peer, banaan, ... − Kastanjes − Granenkoek, haverkoek − Kinderkoek of droge koek − Ontbijtgranen: ongesuikerd, volkoren, muesli’s − Peperkoek (volkoren) − Rijstwafels − Yoghurt of yoghurtdrank
− − − − − − −
DRANK:
DR ANK :
D RANK :
− Water − Magere en halfvolle melk − Ongezoete vruchtensappen: appelsap, ananassap, sinaasappelsap, ...
− − − −
− −
Cake met vruchtenvulling Gedroogd fruit en noten Gesuikerde ontbijtgranen Gesuikerde melkproducten Sesamkoekjes Studentenhaver Zuurtjes en suikerwaren
−
− − − − − − −
Magere chocomelk Gesuikerde melkdranken Groentesap Tomatensap
© Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie vzw
Alle koeken behalve vermeld in ‘bij voorkeur te kiezen’ en ‘als middenweg te gebruiken’ Wafels (suiker, vanille, chocolade, ..) Snoeprepen of candy bars Energierijke mueslirepen Boterkoeken, koffiekoeken, croissants, ... Chips Chocolade (alle vormen) Popcorn
Frisdranken Energiedranken
Bijlage 3 Meer info: − Vanhauwaert, E. (2008) Praktische voedings- en bewegingsgids. VIG, te raadplegen op www.vigez.be − Moens, O., Neven, L., Vanhauwaert, E. (2008) Kieskeurig. Dranken- en tussendoortjes op school. Brochure en campagne van de Vlaamse Overheid in samenwerking met het VIG en ondersteund door de VLOR. Ook online te raadplegen op www. gezondeschool.be − Costers, R. en Vanhee P. (2009) 8 (on)waarheden over bewegen en voeding. Voor leraren (L.O.). Brochure. Fitte school (SVS, VIGeZ, NICE), ook te raadplegen op www.fitteschool.be. − Martaz, L. (2001) Van cake tot shake: alles over tussendoortjes. Standaard uitgeverij: Antwerpen, en Productiehuis Impressant. Kinderboek, 38 p. − Fitte School. (2006) Fiche tussendoor, te raadplegen op www.fitteschool.be, SVS, VIG en NICE. − VIG. (2001) (W)eet je alles? Een educatieve cd-rom met activiteiten en info rond gezonde voeding voor 12-18 jarigen. Brussel. www.vig.be − www.gezondeschool.be (met info over het uitwerken van een gezondheidsbeleid op school en concrete invulling voor onder andere het thema voeding, drank- en tussendoortjesbeleid op school, info, achtergronden en analyse-instrumenten, enz.) − www.schoolsnakker.be, online toolkit die leerlingenraden van het secundair onderwijs helpt om actief te werken aan een evenwichtig drank-en tussendoortjesaanbod op school − www.fruit-op-school.be − www.gezondheidstest.be (voedingstesten + informatie (pagina’s informatie bij de test ‘mijn actieve voedingsdriehoek’), ook recepten) − www.gezondopschool.be, portaalsite met een uitgebreid overzicht van materialen en acties, van goede praktijkvoorbeelden en organisaties die rond voeding in onderwijs werken − www.nice-info.be − www.nubel.com (voedingsmiddelentabel) − ‘Gezond eten op school’ praktijkgids voor een evenwichtig voedings- en drankenaanbod op school, www.kbs-frb.be
– 32 –
Bijlage 4 Ve r k l a r i n g p i c t o ' s :
L=
crea
lekker / niet lekker
actieve voedingsdriehoek
proeven
vergelijken
aantal suikers
meten
praktijk
inkleuren
voedingsmiddelen
winkelen
budget
internet
hoe
........... ........... .....
dl =
........... ........... .....
cl =
........... ........... .....
– 33 –
ml
herleiden
voeding
klasgesprek
ontbijt
omcirkelen
middagmaal
knippen
winkelen
aanvinken
L.O.
vingerspellen
school / leefgroep
bekijken
uitstap
matchen / linken
thuis
schrijven
– 34 –
HANDLEIDING ontwikkeld door Oliva Moors I N O P D R A C H T VA N D E D A G E N , W W W . D E D A G E N . B E