Handleiding Kind in Beeld
Vaste voeding
Wat eet mijn kind?
Wat eet mijn kind? De eerste maanden heeft een baby genoeg met borstvoeding of aangepaste melkvoeding. Vanaf 4 à 6 maanden komt daar verandering in: tijd om nieuwe smaken en voedingsmiddelen te ontdekken met het eerste fruit- of groentepapje. Rond de leeftijd van 6 maanden heeft je baby steeds meer energie en ijzer nodig. Dan volgt wat variatie: vlees, vis, ei en vanaf 8 maanden ook brood.
Borstvoeding 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Als je borstvoeding geeft
10 11 12 maanden Borstvoeding
*
Gluten
∆
Fruit(pap)
∆
Groente(pap)
tofu
Vlees, vis, ei of vervanger Brood
1
* geleidelijk beginnen geven
∆ je kan beginnen geven, maar wordt niet aangeraden
0
7
Flesvoeding 1
2
3
De eerste 6 maanden heeft een baby voldoende aan borstvoeding of een volledige zuigelingenvoeding. Bijvoeding is voor het leveren van voedingsstoffen in principe dan nog niet nodig. Sommige kinderen zijn al eerder toe aan vaste voeding. Dit hangt af van hun groei, rijpheid, behoeften, motorische ontwikkeling en de gewoonten in de omgeving. Een baby laat dit weten door smakkende geluidjes te maken, alles in zijn mondje te stoppen en veel belangstelling te tonen voor eten en drinken.
1. Tabel Het is goed voor jou en voor je baby om 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Glutenbevattende vaste voeding mag geleidelijk worden opgestart vanaf 4 à 6 maanden maar niet later dan 7 maanden. Het voordeel van de invoering van gluten tussen 4 en 7 maanden is enkel bewezen voor kinderen die borstvoeding krijgen. Het verdient aanbeveling met gluten te starten terwijl de baby nog borstvoeding krijgt. Dit kan het risico op coeliakie, diabetes type 1 en tarweallergie verminderen. Tussen 4 à 7 maanden mag je dus je baby geleidelijk fruit(pap) en/of groente(pap) geven. Exclusieve borstvoeding tot 6 maanden kan nog perfect. Vanaf 6 maanden mag je baby vlees, vis, ei (zowel het eigeel als het eiwit) eten. Vanaf 8 maanden mag je baby brood leren eten.
Als je flesvoeding geeft 2. Tabel
4
5
6
8
9
10 11 12 maanden Flesvoeding Gluten
*
°
Fruit(pap)
°
Groente(pap)
Tot (4 à) 6 maanden geef je uitsluitend flesvoeding. Granen die gluten bevatten kan je geven vanaf de leeftijd van 6 maanden. Vanaf (4 à) 6 maanden mag je je baby geleidelijk fruit(pap) en groente(pap) geven. Vanaf 6 maanden mag je je baby vlees, vis, ei (zowel het eigeel als het eiwit) en vervangproducten geven. Vanaf 8 maanden mag je baby brood eten.
Vlees, vis, ei of vervanger tofu
Brood
2
* geleidelijk beginnen geven
° kan gestart worden 1
Eten en drinken vanaf 1 jaar
Eten en drinken vanaf 1 jaar
1. Schema
onbijt tussen- middagdoortje maal
tussendoortje
Geef gezonde, aantrekkelijke maaltijden en tussendoortjes. Spreid vanaf 1 jaar de maaltijden over 3 hoofdmaaltijden en max. 2 tussendoortjes. De meeste kinderen kunnen immers nog maar kleine porties aan. Het is aanbevolen voldoende water te drinken, zeker 4 bekertjes per dag.
avondmaal
Vitamine D tot 6 jaar
+
1. Foto Er wordt aanbevolen alle kinderen tot de leeftijd van 6 jaar het hele jaar door, dagelijks extra vitamine D te geven.
1
Vitamine D tot 6 jaar
Fruit
vitamine D: dagelijks tot 6 jaar
Vanaf 4 à 6 maanden 1
1 tot 13. Foto’s Je kan de afgebeelde fruitsoorten gebruiken.
Fruit
Het is altijd handig wat fruit in huis te hebben. Hou wel rekening met de bewaartijd en de bewaarvoorschriften. Kies altijd voor zacht, vers en rijp fruit. Schil en ontpit het fruit.
Vanaf 4 à 6 maanden
1
2
appel
6
3
banaan
7
mango
11
pompelmoes
4
citroen
9
8
meloen
12
5
perzik
mandarijn
kiwi
10
peer
nectarine
13
pruim
sinaasappel
2
Vanaf 6 maanden Vanaf 6 maanden
1 tot 11. Foto’s Je kan de afgebeelde fruitsoorten gebruiken.
2
1
3
aardbei
4
abrikoos
framboos
braambes
Vanaf 8 maanden 1. Foto Je kan de afgebeelde fruitsoorten gebruiken.
6
5
7
lychee
papaya
8
passievrucht
rabarber
Vanaf 12 maanden 1 tot 7. Foto’s
10
9
sharonvrucht
Je kan de afgebeelde fruitsoorten gebruiken.
11
sterfruit
vijgen
Fruitpap
Vanaf 8 maanden
• Voorbereiden 1
1. Foto
granaatappel
Wat heb je nodig om een fruitpap te bereiden? Een rasp, een citruspers, een mesje, een diep bord of potje, een verse sinaasappel, andere verse fruitsoort (bv. appel, banaan), een vork.
Vanaf 12 maanden
2. Foto 2
1
3
ananas
druiven
Een kinderkoek of kindermeel.
4
kersen
kruisbes
3. Foto Werk zo hygiënisch mogelijk. Was altijd je handen voor je begint en droog ze af met een propere handdoek.
5
6
blauwe bosbessen
7
rode bessen
4. Foto
veenbes
Spoel het fruit af onder stromend water.
Fruitpap • Voorbereiden Kies voor vers fruit en kinderkoek of -meel. Verwijder de rotte delen en spoel het fruit goed onder koud water. kindermeel OF koek 1
2
3
4
3
• Hoeveelheden
• Hoeveelheden Start met enkele lepeltjes fruitpap en een melkvoeding. Gaat dit goed, voer dan de hoeveelheid fruitpap langzaam op tot 150 g. De hoeveelheid verschilt van kind tot kind. 2
1
3
+
4
+
+
1/4
1/4
1/4
kindermeel OF koek 1/4
=
+
1 tot 4. Foto’s 1/4 sap van sinaasappel 1/4 appel 1/4 banaan 1/4 koek of kijk op de verpakking hoeveel kindermeel je nodig hebt.
5 tot 7. Foto’s
7
9
8
Start met:
OF
6
5
Start met enkele lepeltjes fruitpap en een melkvoeding. Gaat dit goed, voer dan de hoeveelheid fruitpap langzaam op tot 150 g. De hoeveelheid verschilt van kind tot kind.
10
+
11
+
+
1/2
1/2
1/2
kindermeel OF koek
Als starthoeveelheid fruitpap is 100 g voldoende. Geef na het papje nog wat melkvoeding (borst- of flesvoeding). Gaat dit vlot, verhoog dan geleidelijk de portie:
1/2
8 tot 11. Foto’s
= 13
12
1/2 sap van sinaasappel 1/2 appel 1/2 banaan 1/2 koek of kijk op de verpakking hoeveel kindermeel je nodig hebt.
14
+
OF
= 16
15
17
+ 1
18
+
+ 1
1
kindermeel OF koek 1
12 tot 14. Foto’s Geef na het papje nog melkvoeding (borst- of flesvoeding). Gaat dit vlot, verhoog dan geleidelijk de portie, naar een volledig fruitpap:
= 19
15 tot 18. Foto’s sap van 1 sinaasappel 1 appel 1 banaan 1 koek of kijk op de verpakking hoeveel kindermeel je nodig hebt.
19. Foto De hoeveelheid van een volledige fruitpap is ongeveer 150 g à 200 g. Hier hoef je geen melkvoeding meer bij te geven.
4
• Bereiden • Bereiden Maak de fruitpap niet op voorhand klaar. Hou geen restjes voor de volgende dag of vries ze niet in.
Maak de fruitpap niet op voorhand klaar. Hou geen restjes voor de volgende dag of vries ze niet in.
1. Foto Verkruimel de koek in een bord. Pers de sinaasappel uit en giet het sap over de koekjes om te weken.
1
2
3
4
niet mixen
2. Foto Rasp bijvoorbeeld de appel en voeg hem toe aan het papje.
3. Foto 5
niet in fles
6
geen honing of suiker toevoegen
7
geen yoghurt of plattekaas toevoegen
Doe bijvoorbeeld de banaan erbij en plet het fijn met een vork.
4. Foto Mix het papje bij voorkeur niet. Dit brengt immers veel lucht in het papje, wat voor vitamineverlies kan zorgen.
5. Foto Doe de fruitpap niet in een zuigfles om aan de baby te geven.
6. Foto Voeg geen suiker of honing aan de fruitpap toe.
7. Foto Voeg geen platte kaasjes of yoghurt, … toe.
5
Groenten
Groenten Het is altijd handig een aantal basisingrediënten in huis te hebben. Hou wel rekening met de bewaartijd en de bewaarvoorschriften.
Vanaf 4 à 6 maanden
Het is altijd handig een aantal basisingrediënten in huis te hebben. Hou wel rekening met de bewaartijd en de bewaarvoorschriften.
Vanaf 4 à 6 maanden 2
1
aardappel
3
andijvie
4
aubergine
1 tot 20. Foto’s
5
Je kan de afgebeelde groentesoorten gebruiken. broccoli
bloemkool
Vanaf 6 maanden 1 tot 10. Foto’s 6
7
Chinese kool
11
8
courgette
12
postelein
16
spinazie
18
venkel
veldsla
14
13
17
kropsla
knolselder
rode biet
10
9
15
tomaat
19
waterkers
Je kan de afgebeelde groentesoorten gebruiken. pompoen
tuinkers
20
witloof
wortelen
Vanaf 6 maanden
2
1
aardpeer
6
3
avocado
7
pastinaak
8
prei
4
champignons
prinsessenbonen
5
doperwt
oesterzwam
10
9
rapen
snijbonen
6
Vanaf 8 maanden
Vanaf 8 maanden
1 tot 5. Foto’s Je kan de afgebeelde groentesoorten gebruiken.
2
1
3
artisjok
asperges
4
bleekselder
Vanaf 12 maanden
5
komkommer
koolrabi
1 tot 13. Foto’s Je kan de afgebeelde groentesoorten gebruiken.
Vanaf 12 maanden
Groentepap 2
1
3
koolraap
maïs
4
• Voorbereiden
5
paksoi
paprika
radijs
1. Foto Wat heb je nodig om een groentepap te bereiden? Een kookpot, een diep bord, een vork, een lepel, een vergiet, zeef, een mesje, een pureestamper en eventueel een roerzeef.
6
7
rodekool
11
8
savooikool
schorseneren
12
spruiten
10
9
sluimererwt
13
uien
sojascheuten
2. Foto Neem een verse groentesoort (bv. broccoli) en aardappelen klaar. Reken een beginhoeveelheid van 100 g: neem 2/3 groenten en 1/3 aardappelen. Voeg een koffielepel olie of mespunt margarine toe. Geef melkvoeding (borst- of flesvoeding) na het papje.
3. Foto wittekool
Werk zo hygiënisch mogelijk. Was altijd je handen voor je begint en droog ze af met een propere handdoek.
Groentepap Kies voor verse groenten. Verwijder slappe en rotte bladeren van groenten. Spoel de groenten onder koud water.
4. Foto Verwijder slappe en rotte bladeren van groenten. Spoel de groenten en de ongeschilde aardappelen af onder stromend water.
• Voorbereiden OF
1
2
2/3
1/3
3
4
7
• Hoeveelheden
• Hoeveelheden Start met enkele lepeltjes groentepap en een melkvoeding. Gaat dit goed, voer dan de hoeveelheid groentepap langzaam op tot 150 g. De hoeveelheid verschilt van kind tot kind.
1. Foto’s Start met enkele lepeltjes groentepap en een melkvoeding. Neem steeds 2/3 groenten en 1/3 aardappelen. Start met ongeveer 35 g aardappelen en 70 g groenten.
2. Foto
1 + 2/3
Gaat dit goed, voer dan de hoeveelheid groentepap langzaam op tot 150 g, zijnde 100 g groenten en 50 g aardappelen. De hoeveelheid verschilt van kind tot kind. Er is dan geen melkvoeding nadien meer nodig.
OF
1/3
hoeveelheid ±100 g
• Bereiden
2
2/3
Maak de groentepap niet op voorhand klaar. Hou geen restjes voor de volgende dag of vries ze niet in.
1/3
hoeveelheid ±150 g
1. Foto Spoel de geschilde aardappel en groenten goed af onder stromend water.
• Bereiden Maak de groentepap niet op voorhand klaar. Hou geen restjes voor de volgende dag of vries ze niet in. Geef groentepap bij voorkeur ’s middags.
2. Foto Doe de groenten met de aardappel in een bodempje koud water en laat ze koken tot ze gaar zijn.
3. Foto Prik met een vork om na te gaan of de aardappel en de groenten gaar zijn.
2
1
3
4
Wanneer de groenten en de aardappel gaar zijn, giet je ze af.
5. Foto
OF
5
4. Foto
6
7
niet mixen
8
geen honing of suiker toevoegen
Doe de groenten en de aardappel in een bord. Voeg een koffielepel (starthoeveelheid groentepap) of een eetlepel (volledige hoeveelheid groentepap) plantaardige olie of mespunt zachte plantaardige margarine toe.
6. Foto Plet alles fijn met een vork.
7. Foto Mix het groentepapje bij voorkeur niet. Dat brengt immers veel lucht in het papje, wat voor vitamineverlies kan zorgen.
8. Foto Voeg geen suiker, honing, zout of peper aan de groentepap toe.
8
Vlees / vis / ei / vegetarisch
Vlees / vis / ei / vegetarisch
Vanaf 6 maanden
Kies voor vers vlees zonder zichtbare vetrandjes, zoals kip, kalkoen, paarden-, kalfs-, rund- of varkensvlees. Zorg voor variatie. Alle verse zeevis, zoals kabeljauw, rog, schelvis, tong, tonijn en zalm, is geschikt voor baby’s. Koop liefst gefileerde vis en pas op voor graten.
Je kan volgende vlees- en vissoorten gebruiken:
Vanaf 6 maanden
Kies voor vers vlees zonder zichtbare vetrandjes zoals kip, kalkoen, paarden-, kalfs-, rund- of varkensvlees. Zorg voor variatie.
1 en 2. foto’s
3. Foto 1
2
gevogelte
3
rundvlees, paardenvlees, ... 1/2
6
50g
30g
11
champignons
15g
8
kikkererwten
12
oesterzwammen
5
vis
worst, gehakt, ...
10g
7
eieren
4
10g
15g
9
quorn
schaaldieren, fishsticks, ...
10
tofoe
linzen
Gebruik geen gemalen of bereide vleeswaren zoals gehakt, salami, worstsoorten, enz. in de voeding van je baby.
4. foto Alle verse zeevis zoals kabeljauw, rog, schelvis, tong, tonijn en zalm is geschikt voor baby’s. Koop liefst gefileerde vis en pas op voor de graten.
5. Foto Schaal- en schelpdieren (garnalen, scampi, mosselen…) en vissticks zijn nog niet geschikt voor een baby dus geef ze nog niet. Vlees/vis kan vanaf 6 maanden vervangen worden door:
6. Foto 1/2 ei. Zowel het wit als eigeel zijn geschikt.
7. Foto 10 g ongekookte kikkererwten (30 g gare)
8. Foto 15 g mycoproteïne (Quorn™)
9. Foto 15 g sojakaas (tofoe)
10. Foto 10 g ongekookte linzen (30 g gare)
11. Foto 30 g gare paddenstoelen
12. Foto 50 g rauwe oesterzwammen 9
Vanaf 8 à 10 maanden
Vanaf 8 à 10 maanden
Je kan naast deze geschikt vanaf 6 maanden, volgende vlees- en vissoorten/vleesvervangers gebruiken:
10g
1
1. Foto
sojabonen
10 g ongekookte sojabonen
Vanaf 12 maanden
1
Vanaf 12 maanden 25g
25g
2
seitan
3
tempé
25g
15g
witte, rode en bruine bonen
4
schaaldieren
Groentepap met vlees
Je kan volgende vlees- en vissoorten/vleesvervangers extra gebruiken:
1. Foto 25 g seitan
2. Foto
Je baby heeft steeds meer energie en ijzer nodig. Varieer daarom de voeding. Voeg mager vlees, magere vis, een half ei of een vleesvervanger toe aan de groentepap.
25 g tempé
3. Foto 15 g ongekookte witte, rode en bruine bonen
• Voorbereiden
4. Foto 25 g schaaldieren
OF
1
2
3
4
Groentepap met vlees • Voorbereiden
5
1. Foto Wat heb je nodig om een groentepap met vlees te bereiden? Een kookpot, een diep bord, een vork, een lepel, een vergiet, zeef, een mesje, een pureestamper, eventueel een roerzeef en een schaar.
2. Foto Neem de groente (bv. witloof), aardappelen, het vlees en de vetstof klaar.
3.Foto Werk zo hygiënisch mogelijk. Was altijd je handen voor je begint en droog ze af met een propere handdoek.
4. Foto Spoel de ongeschilde aardappel goed af onder stromend water.
5. Foto Spoel de geschilde aardappel en groenten goed af onder stromend water. 10
• Hoeveelheden
• Hoeveelheden Begin met 1 eetlepel vlees, verhoog de hoeveelheid langzaamaan tot 25 g (rauw gewogen) op 12 maanden. Start met ongeveer 20 g vis per dag. Op 1 jaar is 30 g vis per dag ruim voldoende. Vervang vlees 1 tot 2 x per week door vis. Vervang 1 x per week vlees of vis door 1/2 ei.
1
2
1/3
2/3
1. Foto
1/3
2/3
15g
Ingrediënten: 2/3 groenten (bv. witloof), 1/3 aardappelen, 15 à 20 g vlees, vetstof (plantaardige olie of zachte plantaardige margarine). Start met ongeveer 100 g pap.
25g
hoeveelheid ±150 g
hoeveelheid ±100 g
2. Foto Gaat dit goed, voer dan de hoeveelheid groentepap langzaam op tot 150 g. De hoeveelheid verschilt van kind tot kind.
• Bereiden Stoom of kook het vlees best in een beetje water met wat zachte tuinkruiden tot de leeftijd van 1 jaar. Bereid het vlees samen met de groenten en aardappelen.
1
2
5
6
• Bereiden Stoom of kook het vlees tot de leeftijd van 1 jaar het best in een beetje water met wat zachte tuinkruiden.
1. Foto
3 OF
4
Start met 1 eetlepel vlees (15 g), verhoog de hoeveelheid langzaamaan tot 25 g (rauw gewogen) op 12 maanden. Start met ongeveer 20 g vis per dag. Op 1 jaar is 30 g vis per dag ruim voldoende. Vervang vlees 1 tot 2x per week door vis. Vervang 1x per week vlees of vis door ½ ei. Dit is al een volledige groentemaaltijd, voeg daarom een eetlepel plantaardige olie of mespunt zachte plantaardige margarine toe.
Snij de groenten en de aardappel in stukjes. Doe de groenten met de aardappel en het stukje vlees in het bodempje water en laat ze koken tot ze gaar zijn.
2. Foto Prik met een vork om na te gaan of de aardappel en de groenten gaar zijn.
3. Foto Wanneer de groenten, de aardappel en het vlees gaar zijn, giet je ze af.
4. Foto Snij het vlees heel fijn met een mes of een schaar. Doe het daarna samen met de groenten en de aardappel in de roerzeef. We gebruiken hier een roerzeef omdat pletten voor sommige groenten niet zo gemakkelijk is.
5. Foto Draai met de roerzeef tot alles tot een glad papje gemalen is.
6. Foto Doe dit papje in een bord. Voeg een eetlepel plantaardige olie of mespunt zachte plantaardige margarine toe. Meng alles goed.
11
Deegwaren
Deegwaren Deze producten kan je ook gebruiken als vervanging van aardappelen. Vraag advies aan je regioverpleegkundige.
1
2
deegwaren
1 tot 3. Foto’s Volgende producten kan je gebruiken ter vervanging van aardappelen: deegwaren, witte rijst en couscous. De introductie ervan hangt af van welke melkvoeding de baby krijgt (borstvoeding of flesvoeding). Meer uitleg vind je in deze handleiding op pagina 1.
3
witte rijst
couscous
Brood Vanaf 8 maanden Je kan je baby ook brood en afgeleiden geven. Vervang 1 melkvoeding geleidelijk aan door een broodmaaltijd met lichtbruin brood. Je kan dit op verschillende manieren:
Brood
Vervang 1 melkvoeding geleidelijk aan door een broodmaaltijd met lichtbruin brood. Je kan dit op verschillende manieren doen.
Vanaf 8 maanden
1. Foto Je kan je kindje een granenpapje geven. Dit maak je door wat kindermeel toe te voegen. Voor de geschikte hoeveelheid, volg je de instructies op de verpakking.
kindermeel
OF 1
2. Foto
Maak een papje van melkvoeding met granen.
Dop een stukje brood in de melkvoeding van je baby.
3. Foto
OF
2
3
Week stukjes brood in melkvoeding.
Geef dit stukje brood aan je baby.
OF 4. Foto
OF
Vanaf 9 maanden mag je baby af en toe eens op een broodkorstje knabbelen. Laat je baby hiermee nooit alleen.
4
Laat je baby af en toe knabbelen op een broodkorstje.
5. Foto Gaat het voorgaande goed, dan kan je je baby een sneetje brood geven. Besmeer de boterham met een beetje margarine. 5
6
Besmeer een sneetje brood met wat vetst of zacht beleg.
6. Foto Beleg het sneetje brood met bv. een beetje banaan. Laat je kindje zelf de boterham in de hand nemen en opeten. Laat je baby nooit alleen met een stukje voedsel.
12
Tussendoortjes
Tussendoortjes Kies voor gezonde tussendoortjes en beperk ze tot maximum 2 per dag.
1. Schema Beperk het aantal tussendoortjes tot maximaal 2 per dag. Geef gezonde, aantrekkelijke tussendoortjes. Het is aanbevolen voldoende water te drinken, 4 bekertjes per dag.
1
+
tussendoortje tussendoortje
Vanaf 12 maanden Vanaf 12 maanden komt er meer structuur in de voeding van een baby en is er pas plaats voor een klein tussendoortje. De meeste kinderen kunnen immers nog maar kleine porties aan.
Vanaf 12 maanden
De volgende tussendoortjes zijn geschikt: 1
2
fruit
rijstwafel, kinderkoekje, ontbijtgranen, …
3
rauwe groenten
1. Foto
4
soep
Een stuk fruit.
2. Foto Een droog koekje zoals een kinderkoek, een rijstwafel, een cracker, een beschuit of cornflakes.
3. Foto 5
6
zoete dranken
snoep, ijs, chocolade, chips, …
Stukjes groenten zoals een tomaatje, stukje wortel, radijsje, komkommer, bloemkool, enz.
4. Foto Kopje soep.
5. Foto Geef je kindje geen gezoete dranken zoals grenadine, fruitsiropen, limonade, cola, gezoete theederivaten, gezoete melkdranken enz. Ze kunnen tandbederf en overgewicht veroorzaken.
6. Foto Geef je kindje geen snoep zoals chips, zuurtjes, chocolade, enz. Ze kunnen tandbederf en overgewicht veroorzaken. Beloon zo weinig mogelijk met snoep. Als eens iets zoet wordt gegeven, beperk dit tot één moment en liefst bij of na een hoofdmaaltijd.
13
Melkproducten
Melkproducten Melk is belangrijk voor kinderen. Ze krijgen bij voorkeur een aangepaste melkvoeding tot de leeftijd van 3 jaar.
Vanaf 18 maanden
Melk is belangrijk voor kinderen. Ze krijgen bij voorkeur een aangepaste melkvoeding tot de leeftijd van 3 jaar (zie KIB flesvoeding).
Vanaf 18 maanden 1. Illustratie
OF
1
2
van 18 maanden tot 3 jaar groeimelk
van 18 maanden tot 4 jaar volle melk
Vanaf 4 jaar
3
halfvolle melk
Vanaf (12 à) 18 maanden kan overgeschakeld worden op groeimelk. Groeimelk is verrijkt met mineralen, vitaminen en essentiële vetzuren t.o.v. koemelk. Geef bij voorkeur groeimelk die niet gezoet is en geen toegevoegde smaak bevat. Bij groeimelk met toegevoegde smaak kan een kindje namelijk de originele melksmaak verleren.
2. Illustratie Als ouders er toch voor kiezen om op de leeftijd van (12 à) 18 maanden over te schakelen naar volle koemelk, dan krijgt het kind best extra vitamine D tot de leeftijd van 2 jaar. Bovendien is een evenwichtige vaste voeding met aandacht voor beperkte eiwitinname noodzakelijk. Volle melk geef je tot de leeftijd van 4 jaar.
Vanaf 4 jaar 3. Illustratie Vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn halfvolle melk en melkproducten goed voor het ganse gezin.
14
Leren eten
Leren eten
Hier vind je enkele tips om je kind te leren eten, hoe je eten geeft, …
Vanaf 4 maanden
Indien je baby al vaste voeding krijgt, vind je hier enkele tips om je kind te leren eten, hoe je eten geeft
Vanaf 4 maanden 1
fijnmalen
5
proeven
2
3
lepel horizontaal in de mond
6
lepel niet aan kind geven
niet verticaal
4
1. Foto
niet afschrapen
Geef alleen fijngemalen/-gemaakte voeding.
2 en 3. Foto’s
7
Geef het lepeltje horizontaal in het mondje van je baby. Zo ziet je baby de lepel aankomen en kan hij z’n mondje al openen. Laat de baby zelf afhappen van de lepel en haal de lepel weer horizontaal uit de mond van je baby.
kind heeft eigen lepel
4. Foto Schraap de mondstreek niet constant af met de lepel. Baby’s kunnen dat soms als heel negatief ervaren.
5 en 6. Foto’s De ouder proeft de maaltijd voor om te zien of het niet te warm is. Voorproeven gebeurt met een eigen lepel. De ouder geeft de lepel waarmee ze voorproefde, niet aan de baby. Zo worden bacteriën uit de volwassen mond niet overgebracht naar de mond van de baby. Een baby heeft nog geen bacteriën in zijn mond die zijn tandvorming kan aantasten. Het is goed om dit zo lang mogelijk proberen te behouden. Eens die bacteriën wel aanwezig zijn in de mond, zetten zij voedingssuikers om in zuren (zuurstoot) die de tand aantasten. Daarom moeten regelmatig de tanden gepoetst worden om deze bacteriën in de mond te verwijderen. Want hoe meer bacteriën hoe groter het risico op tandbederf.
7. Foto Ieder kind gebruikt zijn eigen lepeltje.
15
Vanaf 6 maanden
Vanaf 6 maanden
1
open beker met water
3
geen tuitbeker
1. Foto Je baby kan nu uit een beker leren drinken. Gebruik een gewone beker. Zo leert een baby de vloeistof aan te zuigen, juist te doseren en zijn lippen rond de bekerrand te sluiten. Dit is goed voor zijn latere taalontwikkeling. Geef een baby de tijd om deze nieuwe vaardigheid te leren.
2
melk in de fles
2. Foto Vóór het eerste jaar is het niet nodig om alle voeding uit een beker te laten drinken. Indien je flesvoeding geeft, krijgt het de melkvoeding nog uit de fles.
4
geen zoete drank in fles
5
geen fles in bed
3. Foto Geef je baby geen tuitbeker.
4. Foto
Vanaf 8 maanden
Doe geen zoete dranken in de zuigfles want dit geeft meer kans op tandbederf.
5. Foto 1
pletten
2
geen fles in buggy
Laat de fles nooit achter in het bedje of in de wieg, zodat je baby er niet voortdurend kan van drinken. Dat is niet goed voor de tanden. Gun het gebit zijn rustpauze: de tanden moeten herstellen van de vorige maaltijd. Zo niet verhoogt de kans op tandbederf. Bovendien bestaat het gevaar dat je baby zich verslikt.
Vanaf 8 maanden 1. Foto Vanaf nu kan een baby stilaan ook grover gemalen en vast voedsel gaan eten. Ga geleidelijk aan van fijngemalen naar geplet (geprakt) voedsel. Maak eerst de groentepap steeds minder vloeibaar, zodat speeksel moet worden bijgemengd. Begin hiermee vóór 12 maanden, anders leert een baby niet meer automatisch kauwen.
2. Foto Geef geen flesje met zoete dranken mee in de wandelwagen, zodat je baby er niet voortdurend kan van nippen. Dat is niet goed voor de tanden. Gun het gebit zijn rustpauze: de tanden moeten herstellen van de vorige maaltijd. Zo niet verhoogt de kans op tandbederf. Bovendien bestaat het gevaar dat je baby zich verslikt.
16
Vanaf 12 maanden
Vanaf 12 maanden
1. Foto Je mag geleidelijk aan wat meer structuur in de pap laten, bv. de groenten niet meer zo fijn maken, maar er wat zachte brokjes in laten.
1
kleine stukjes
2
zelf eten met lepel
3
geen fles tussen de maaltijden
2. Foto Het kind leert een lepel naar de mond brengen. Hij kan stilaan zelfstandig leren eten.
3. Foto Laat je kind niet rondlopen met zijn flesje met om het even welke drank (ook geen melkvoeding) buiten de maaltijdmomenten. Zodat hij er niet voortdurend van kan drinken. Dit verhoogt de kans op tandbederf. Ook langdurig contact met melk is nadelig voor de doorbrekende tanden die tussen de maaltijden tijd nodig hebben om op adem te komen. Bovendien bestaat het gevaar dat je kind zich verslikt.
17
Actieve voedingsdriehoek
Actieve voedingsdriehoek Gezonde voeding levert alle voedingsstoffen die nodig zijn voor de groei en ontwikkeling. Hoe groter de groep, hoe meer voedingsmiddelen je uit deze groep mag eten.
1
1. Illustratie Een gezonde voeding stel je samen door de actieve voedingsdriehoek te gebruiken. Die laat je zien hoe je elke dag evenwichtig kan eten en voldoende kan bewegen. • De driehoek bestaat uit 7 essentiële voedingsgroepen (water; graanproducten en aardappelen; groenten; fruit; melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten; vlees, vis ,ei en vervangproducten; smeer- en bereidingsvet), de restgroep en 1 bewegingslaag. • De bewegingslaag wijst op het belang van voldoende beweging. • Hoe groter de groep is afgebeeld, hoe meer voedingsmiddelen je uit deze groep mag eten. • Varieer voldoende tussen alle groepen en varieer ook binnen 1 groep. • De restgroep (het topje van de driehoek) staat los van de driehoek en bestaat uit producten die niet noodzakelijk zijn in een gezonde voeding, zoals chips, snoep, alcohol, enz. en het beperken van het sedentair gedrag.
tofu
Naast voedingsmiddelen die strikt genomen niet nodig zijn in een evenwichtige voeding, is in de top ook sedentair gedrag opgenomen. Sedentair gedrag betekent niet hetzelfde als een gebrek aan fysieke activiteit, maar wel een teveel aan zittende bezigheid. Ook iemand die heel actief is, moet immers periodes van te lang stil zitten of beeldschermactiviteiten vermijden. Er blijkt een relatie te zijn tussen sedentair gedrag en overgewicht en obesitas. Onder sedentair gedrag wordt gedrag verstaan met een erg laag energieverbruik zoals televisie kijken, computeren, zittend werk of in de auto zitten. In de praktijk worden in studies vooral beeldschermactiviteiten gerekend tot sedentair gedrag.
Bron: VIGeZ Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie, www.vigez.be. Bewerking: Kind en Gezin.
18
Hallepoortlaan 27 l 1060 BRUSSEL
Verantwoordelijke uitgever: Kind en Gezin, Katrien Verhegge, administrateur-generaal - Vlaams agentschap
Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 www.kindengezin.be EEN GEZONDE START
20
Editie 2014 D/2014/4112/11 04/2014