Lokale Duurzame Energie Bedrijven Negen lessen van de Community of Practice
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorwoord 44
In dit e-boek vindt u ’een opwekkende boodschap’. Een boodschap die gaat over energie en een boodschap die energie geeft. Energie om samen aan de slag te gaan. Aan de slag met het opwekken van duurzame energie en het besparen van energie. Energie in samenwerkingsverbanden die nieuw zijn. In de energieke samenleving komen ondernemende en energieke burgers, bedrijven en overheden in nieuwe netwerken bij elkaar. Daarbij bepaalt niet de overheid alles, maar wordt ieders kracht optimaal benut. In de Community of Practice (CoP) hebben koplopende gemeenten hun ervaringen gedeeld, inspiratie opgedaan, hun nek uitgestoken en zijn ze verder gegaan. Nieuwe kennis is door ontwikkeld. Er is terug gegrepen op oude concepten en deze zijn opnieuw en hernieuwd
44
44
toegepast. De burger is hierbij betrokken en de ondernemer worden nieuwe economische kansen geboden. In dit e-boek leest u over deze nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen. We hopen dat het inspiratie geeft om zelf aan de slag te gaan. Want er is nog een lange weg te gaan naar een klimaatneutrale samenleving. Deze samenleving heeft een 100 procent duurzame energie opwekking nodig. Dit e-boek geeft hoop dat we op de goede weg zijn.
Augustus 2012 Ministerie Infrastructuur en Milieu Joke de Vroom Afdelingshoofd Klimaat
44
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Een opwekkende boodschap 44 4
Lokale Duurzame Energiebedrijven (LDEB’s) zijn ‘hot’. Overal in Nederland 44 ontstaan initiatieven vanuit particulieren, gemeenten en bedrijven. Er is een grote dynamiek. Verschillende initiatieven bundelen zich in de vereniging E-decentraal. Gemeenten krijgen verzoeken voor medewerking aan burger initiatieven. Er worden Kamervragen gesteld over belemmerende regelgeving zoals saldering. Kortom de wereld rond lokale duurzame energie-opwekking is in beweging.
44
Gemeenten volgen deze ontwikkeling om ver- 44 schillende redenen met grote belangstelling. De vergaande ambitie om klimaatneutraal te worden vraagt om een innovatieve aanpak. Een lokaal duurzaam energiebedrijf kan daar invulling aan geven. Daarnaast worden gemeenten ‘geconfronteerd’ met particuliere initiatieven, waarbij een rol van hen wordt gevraagd.
44
Bij gemeenten is er behoefte aan informatie over dit onderwerp. Niet alleen wat betreft kennis over juridische, technische en financiële aspecten. Deze nieuwe ontwikkelingen vragen ook om reflectie op de rol van de gemeenten in dit soort processen. Het is een gezamenlijke zoektocht.
44
Een Voorwoord opwekkende boodschap 44
De negen lessen in het kort
1
2
Om gemeenten te ondersteunen bij die zoek- 44 tocht is op initiatief van Agentschap NL in het voorjaar van 2010 een Community of Practice gestart, de CoP LDEB. De deelnemende gemeenten zijn pioniers op het gebied van lokale duurzame energiebedrijven. Door de CoP zijn belemmeringen benoemd en kernvragen gesteld. Kennis en ervaringen zijn gedeeld en verder ontwikkeld over hoe een LDEB succesvol opgezet kan worden. Eind 2011 is de CoP afgerond. De belangrijkste ervaringen zijn vervolgens gebundeld in dit e-boek. Dit geeft inzicht in de lessen die geleerd zijn. Het geeft de opbrengst weer van deze CoP, een beschouwing vanuit deze groep gemeenten. Het is dan ook uitdrukkelijk geen handleiding. Daarvoor is iedere situatie te specifiek. Maar de lessen uit deze CoP zijn wel handig voor iedereen die vaart wil zetten achter de lokale energieproductie zonder zelf alles opnieuw uit te hoeven vinden. De gemeenten die deelnamen aan de CoP waren allen, op een of andere manier, betrokken bij een LDEB. Tijdens de CoP bleek dat de onderlinge verschillen groot zijn. Het ene LDEB komt voort uit particulier initiatief, bij anderen is de lokale politiek leidend. Een LDEB kan een onderneming zijn, maar ook een samenwerkingsverband tussen partners in duurzame energie. Lokale duurzame energieproductie is door de leden van de CoP opgevat als: opwekking met behulp van lokale bronnen voor niet-fossiele energie (zonne-energie, windturbines, bio massa, biogas, warmtekracht koppeling en warmte koude opslag).
3
4
5
6
7
8
9
“Een LDEB kan een onderneming zijn, maar ook een samenwerkingsverband tussen partners in duurzame energie.” 44
44
De belangrijkste les van de CoP voor ons als deelnemers was dat lokale energieproductie deel is van een bredere ontwikkeling in de samenleving. Dat is de opwekkende boodschap: lokale duurzame energie wordt opgewekt in een nieuw samenspel van ondernemende burgers, bedrijven en overheden. Een energiek samenspel met nieuwe mogelijkheden.
Irma Straathof, Agentschap NL Marc Coenders, Netwerk Leerarchitectuur Jeroen Saris, De Stad BV
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
44
44
Community of Practice Lokale Duurzame Energiebedrijven Negen lessen in het kort 44
1 Vier functies Een lokaal duurzaam energiebedrijf (LDEB) is een zelfstandige organisatie die klanten in haar verzorgingsgebied duurzame energie levert en helpt bij het besparen van energie. Een LDEB kan vier functies vervullen: makelaar, producent, leverancier en dienstverlener. Deze vier functies worden lokaal ingevuld.
44
2 Ondernemerschap in de samenleving Het LDEB is een middel om de opwekking en het gebruik van lokale duurzame energie te bevorderen. Dat LDEB kan op vele manieren gestalte krijgen. Landelijke en lokale overheden kunnen een bijdrage leveren in het ontstaan van verschillende varianten. Ondernemerschap in de samenleving is daarbij leidend. De lokale overheid kan één van de partners zijn en is zeker niet de enige risicodragende partij.
3 Transitie vraagt om een lange termijn visie Duurzame energieproductie vereist een ingrijpende systeemtransitie met een grote impact op de hele energieketen. Beslissingen en investeringen vragen een visie op de lange termijn. Institutionele en sociale innovatie zullen doorslaggevend zijn om grote instel lingen en bedrijven te laten meebewegen.
Een Voorwoord opwekkende boodschap 44
De negen lessen in het kort
1
4 Van regels dicteren naar speelveld creëren Om ondernemende burgers meer ruimte te geven in de energiemarkt, is het nodig dat zowel lokaal als nationaal wordt ingespeeld op dit ondernemerschap. De landelijke en lokale overheid heeft vooral een taak in het herformuleren van de regels van het spel. Op die manier ontstaat een nieuwe markt met voldoende massa. Zolang de landelijke overheid concurrentie voordeel geeft aan de grootverbruikers ontstaat er geen level playing field.
5 Consument = producent De burgers veranderen door hun betrokkenheid bij de lokale energie bedrijven van consument in producent: ze gaan hun eigen energie produceren en leveren. Dat biedt kansen voor meer sociale cohesie. Er ontstaat meer lokale sociale samenhang en verantwoordelijkheids gevoel voor de omgeving.
6 Mede eigenaarschap Nieuwe maatschappelijke vraagstukken, zoals duurzaamheid en energie, worden niet meer automatisch neergelegd bij de overheid. Initiatiefrijke burgers treden steeds autonomer op om deze kwesties zelf aan te pakken. Mede eigenaarschap versterkt de duurzame samenleving.
7 De herontdekking van de coöperatie als ondernemingsvorm In een traditionele coöperatie komen gelijke belangen samen. In de heden-daagse coöperatie komen ook verschillende belangen samen die verenigbaar zijn. Door deze invulling lijkt de coöperatie een geschikte ondernemingsvorm voor de lokale duurzame energie bedrijven.
2 44
3 44
4
5
6
7
8
9
8 De energieke samenleving De ondernemende burger laat zich niet dwingen tot duurzame energie. Voor een systeemverandering in de energiehuishouding is meer ruimte nodig vanuit de maatschappij.
9 De drive van de innovator De voorlopers in de ontwikkeling van Lokale Duurzame Energie Bedrijven hebben in de Comunity of Practice een ruimte gevonden om de professionele grenzen te verleggen. De innovator heeft zo’n ruimte nodig om in de eenzaamheid van de zoektocht een nieuwe taal en nieuwe expertise te ontwikkelen. De CoP werkt als een ‘opwerkingsfabriek’ voor experts voor wie kennisoverdracht alleen niet meer werkt.
44
Een Voorwoord opwekkende boodschap
1
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
Vier functies Een lokaal duurzaam energiebedrijf (LDEB) is een zelfstandige organisatie die klanten in haar verzorgingsgebied duurzame energie levert en helpt bij het besparen van energie. Een LDEB kan vier functies vervullen: makelaar, producent, leverancier en dienstverlener. Deze vier functies worden lokaal ingevuld.
Vlak voor het begin van de CoP LDEB stond er een artikel in het Financieel Dagblad1 (FD) met de vraag waarom gemeenten die nog maar net hun aandelen in de energiebedrijven verkocht hebben, nu overheidsgeld steken in lokale energie opwekking. Dat heeft te maken met ambitieuze klimaatdoelstellingen die gemeenten zichzelf hebben gesteld. Wethouders en ambtenaren die deze ambitie serieus nemen, hebben het LDEB bedrijf hoog op de agenda gezet. Uit het artikel bleek dat niet iedereen in de energiesector daar even gelukkig mee is. Het idee is dat energieproductie beter aan de NUON en Essents kan worden overgelaten, aangezien deze toch niet voor niets geprivatiseerd zijn. Ook werd in het artikel de twijfel uitgesproken of ambtenaren wel goede ondernemers kunnen worden. Moet de gemeente wel een dergelijk risico willen lopen? De kritische kanttekeningen bij de ontwikkelingen van LDEB’s werden niet
1
Financieel dagblad 25/5/2010: “Gemeenten op glad ijs met nieuwe energie”
alleen in het FD gezet. Ook in veel gemeente raden werd getwijfeld aan de wenselijkheid van LDEB’s. De deelnemende gemeenten aan de CoP zien grote kansen in de ontwikkelingen, maar zijn ook reëel over hun mogelijkheden. In de praktijk maken zij verschillende keuzes over de rol die zij oppakken.
9
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
Tijdens de CoP LDEB hebben voorlopers op het gebied van het oprichten van LDEB’s een analyse gemaakt van de (maatschappelijke) ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van dergelijke lokale initiatieven. Duidelijk werd daarbij dat lokale energie productie deel is van een bredere ontwikkeling in de samenleving. Burgers worden steeds ondernemender en nemen het heft in eigen handen. De rol van de lokale overheid verandert van regisseur naar facilitator. Zo ontstaat een nieuw samenspel van ondernemende burgers, bedrijven en overheden.
“De mogelijkheid om zelf energie te produceren is sterk afhankelijk van lokaal beschikbare bronnen”
LDEB’s variëren sterk wat betreft de verschijningsvorm vanwege lokale mogelijkheden en de vindingrijkheid van lokale initiatiefnemers. De overeenkomst is dat het bij een LDEB altijd om lokale duurzame energie gaat. Zowel bij opwekking als levering staan lokale hernieuwbare bronnen in de regio centraal: windmolens, zonnepanelen, biomassacentrale, warmtekracht koppeling en warmte koude opslag of een combinatie daarvan.
2
3
4
5
6
7
8
In het bonte palet van huidige kleinere en grotere LDEB’s zijn vier functies te onder scheiden die worden vervuld: • Makelen en schakelen tussen (lokale) partijen. • Produceren van duurzame energie. • Leveren van duurzame energie. • Dienstverlener en ontzorgen. Niet elk LDEB verenigt deze vier functies. Sommige LDEB’s beginnen als makelaar om lokale initiatiefnemers te verbinden om het LDEB op te zetten en verder uit te bouwen. De mogelijkheid om zelf energie te produceren is sterk afhankelijk van lokaal beschikbare bronnen. De gemeente Apeldoorn heeft een overvloed aan mogelijkheden. Op Texel betekent het leveren van duurzame energie zoals dat nu gebeurd onder meer inkoopvoordeel. Er ligt ook een taak voor LDEB’s om aandacht te besteden aan de mogelijkheden van energiebesparing. Want ook duurzame energie moet niet verspild worden. Onder andere in de bestaande bouw zijn nog gigantische besparingsmogelijkheden. ‘Ontzorgen’ is in zo’n traject belangrijk. Mensen krijgen dan een ‘offer they can’t refuse.’ Het kost minder moeite en het levert geld op.
Dordrecht: Energie Coöperatie Dordrecht
In Dordrecht is gekozen voor een combinatie van opwekken van duurzame energie en het verleiden van burgers en bedrijven met een dienstenpakket. De gemeente werkt voor de productie van energie samen met HVC, het afvalverwerkingsbedrijf produceert tegelijk stroom. Daarnaast wordt door HVC een dienstverleningsconcept uitgewerkt dat over een groot gebied met lokale partners kan worden uitgevoerd. Kijk hier voor meer informatie
9
Een Voorwoord opwekkende boodschap
2
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Ondernemerschap in de samenleving Het LDEB is een middel om de opwekking en het gebruik van lokale duurzame energie te bevorderen. Dat LDEB kan op vele manieren gestalte krijgen. Landelijke en lokale overheden kunnen een bijdrage leveren in het ontstaan van verschillende varianten. Ondernemerschap in de samenleving is daarbij leidend. De lokale overheid kan één van de partners zijn en is zeker niet de enige risicodragende partij.
Burgers en ondernemers zoeken naar ruimte voor eigen initiatief. De overheid kan en wil niet langer alles bepalen voor de burger. De behoefte om lokaal duurzame energie te produceren en leveren, heeft geresulteerd in een waaier aan oplossingen die gebaseerd zijn op lokale mogelijkheden en allianties. In elke gemeente gaat het om maatwerk. Dat geeft ruimte voor sociale innovatie. Samen met lokale partijen worden ondernemende coalities gevormd, die een business case voor het lokale duurzame energiebedrijf ontwikkelen. De gemeente is daarbij zeker niet de enige die investeert. Er is niet één beeld van hoe een LDEB er uit zou moeten zien. Wel is er een duidelijke verschuiving te zien van het beeld van een gemeentelijk bedrijf dat een dienstverleningsfunctie combineert met een productietaak, naar een beeld van de gemeente als bemiddelaar. De terugtrekkende overheid biedt kansen voor initiatieven uit de samenleving, van burgers of private partijen. De veranderende rol van de
“De terugtrekkende overheid biedt kansen voor initiatieven uit de samenleving, van burgers of private partijen.” lokale overheid is daarbij geen belemmering, maar past juist bij het opzetten van LDEB, waarbij de gemeente één van de gelijkwaardige partners is. Het gevoel van urgentie bij de voorlopers wordt niet ingegeven door angst, maar uit een ‘sense of opportunity’. Voor professionals met een passie voor de publieke zaak en expertise op het terrein van duurzaamheid en energie biedt een terugtrekkende overheid een kans. Duurzame energieproductie is een maatschappelijke innovatie die niet meer alleen door overheidssturing tot stand kan komen, maar wel door samenwerkende professionals, zowel van buiten als binnen de landelijke en lokale overheid.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Nieuwveense Landen in Meppel: productie en levering
Op 26 januari 2012 heeft, in aanwezigheid van staatssecretaris Atsma, de oprichtingshandeling van MeppelEnergie plaatsgevonden. Gemeente Meppel en Rendo Duurzaam vormen samen het lokaal duurzaam energiebedrijf voor Nieuwveense Landen, de wijk van de toekomst! Duurzaamheid wordt gezien als een extra kwaliteit die de wijk aantrekkelijk maakt voor haar bewoners. Vandaar dat het project het predicaat ‘aangenaam duurzaam’ meekrijgt. De toelevering van duurzame energie aan de bewoners is ‘ingebouwd’ in het plan. De wethouder speelt het spel hard en duidelijk, een nieuwe wijk moet toekomstbestendig en dus duurzaam zijn. Wanneer de business case niet sluit, gaan we opnieuw aan de slag om hem sluitend te krijgen. De markttest was positief maar met een slag om de arm. De terughoudendheid zit deels in de lange terugverdientijd (marktpartijen hanteren kortere terugverdientijden), maar ook in de hoge ambities met lagere maandlasten en het opzetten van een revolving fund. Daarnaast in de planning en fasering. Vandaar dat gekozen is om het LDEB in een aparte BV onder te brengen met Rendo Duurzaam en de gemeente als aandeelhouders. Deze partijen willen het commitment voor een lange termijn aangaan. In de tussentijd zullen er allerlei nieuwe uitdagingen opdoemen. De provincie blijft via de Drentse Energie Organisatie betrokken bij het LDEB, door het bedrijf in financiële zin te faciliteren. Het Waterschap wordt energieleverancier van biogas en effluent (water) en zal om deze reden eveneens niet direct deelnemen in het LDEB. De succesfactoren zitten vooral in de samenwerking, de aanwezige competenties bij de partners en de ambitie van de wethouder en ambtenaren. De wethouder en de ambtenaren van de gemeente Meppel en de projectleider vanuit Rendo Duurzaam zagen de komst van de CoP als een manier om de uitgangspunten en het technologisch concept te laten toetsen. Is ‘aangenaam duurzaam’ inderdaad het splijtende concept waar de nieuwe bewoners voor zullen gaan? Vraag aan de wethouder: Waar haalt u de bestuurlijke moed vandaan om een dergelijk project ondanks de crisis in de woningbouw overeind te houden. Laat de gemeenteraad dat toe? Ton Dohle: “Bestuurlijke lef is niet waar het om gaat. Je moet eerst zorgen voor draagvlak. De ideeën in de week leggen, toetsen, kritiek verwelkomen en als je dan een koers hebt: de rug recht houden en een termijn stellen. Kleine groepen aan het werk zetten en tegelijk zelf het hele netwerk bespelen, van Energy Valley tot de Crisis en Herstel wet.” Kijk hier voor meer informatie
“De succesfactoren zitten vooral in de samenwerking, de aanwezige competenties bij de partners en de ambitie van de wethouder en ambtenaren.”
Een Voorwoord opwekkende boodschap
3
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Transitie vraagt om een lange termijn visie Duurzame energieproductie vereist een ingrijpende systeemtransitie met een grote impact op de hele energieketen. Beslissingen en investeringen vragen een visie op de lange termijn. Institutionele en sociale innovatie zullen doorslaggevend zijn om grote instellingen en bedrijven te laten meebewegen.
Voor een succesvolle grootschalige duurzame energieproductie is visie op de lange termijn nodig. Zo zal een netbeheerder zich nu al af moeten vragen wat de behoeftes en technologie over ongeveer 40 jaar zijn. Stel dat de energiemarkt grondig verandert, wat is dan de behoefte? Bij zelfproducerende lokale energie bedrijven is een net nodig dat deze energie kan toelaten. Wat is daar voor nodig en wat is nodig om de pieken en dalen op te vangen? Peter Molengraaf, algemeen directeur van Alliander, is van mening dat een netwerk beheerder zich op zijn minst moet afvragen welke beslissingen onder alle omstandigheden goed zijn. Zijn advies is de no-regrets op te zoeken, dat wil zeggen rekening houden met ontwikkelingen die straks geaccommodeerd moeten worden. Lokale duurzame energieproductie is zo’n ontwikkeling die de netbeheerder mogelijk wil maken. Daarom zoekt Alliander naar samen werking met gemeenten, bedrijven en bewoners. In Europees verband wordt hard gewerkt aan
peak shaving, waarbij de pieken in vraag verlaagd worden. Smart grids is een interessante ontwikkeling, omdat de vraag naar energie makkelijker te sturen is dan de opwekking ervan. De verwachting is dat in 2050 vooral elektriciteit gebruikt wordt, het gebruik van gas en olie neemt af. Alleen als nu een lange termijn visie wordt ontwikkeld, kan ingespeeld worden op de komende ontwikkelingen. Een lange termijn visie met een gevoel voor de grote schaal waarop de energietransitie nodig is, is volgens Peter Oei, Programmadirecteur Stichting Innovatie Glastuinbouw van het InnovatieNetwerk, cruciaal. Hij betwijfelt of een optelsom van kleine initiatieven van onderop wel genoeg tegenkracht kan bieden aan de fossiele dominantie. Het gaat bovendien om meer dan alleen maar energie.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
In het plan voor Schiebroek wordt de hele omgeving meegenomen in een grote fundamentele transformatie van een verouderde naoorlogse wijk, naar een wijk waar geluk en gezondheid van de bewoners leidend is; stadslandbouw en lokaal opgewekte energie zijn daar een invulling van. Peter Oei stelt dat de technologie de schaal bepaalt waarop het LDEB kan werken. “Wil je iets met warmtenetten dan heb je minimaal een blok van vijftig woningen nodig. Op dit moment is er wel nieuwe technologie ontwikkeld, waarbij tuinders warmte in een soort rubber zak onder de grond opslaan. Dan zou, net als bij zonnepanelen, het particulier initiatief weer meer in beeld komen.” Oei ziet een gevaar als beleidsmakers teveel van de techniek uitgaan. “Je moet aansluiten bij de behoeften van mensen. Mensen willen naar buiten kijken, meer rust of groter wonen. Dat soort behoeften dienen we met nieuwe duurzame technologie mogelijk te maken.” Oei pleit tegelijkertijd voor gedurfder denken met spectaculaire oplossingen, zoals het overkappen van steden. Op wijkniveau is dat nu mogelijk. “Als we blijven hangen in dubbel glas en isolatie komen we nooit bij een duurzame stad uit.” Buckminster Fuller bedacht het al in 1975; nu hebben we betaalbare tech nieken daarvoor. Dat leidt tot compleet andere stadsbeelden, waar je driekwart van het jaar ‘buiten’ kunt zitten.
Bron: visieboek ‘Mooi & Duurzaam Schiebroek-Zuid’
Kijk hier voor meer informatie
2
3
4
5
6
7
8
9
“Je moet aansluiten bij de behoeften van mensen. Mensen willen naar buiten kijken, meer rust of groter wonen.” Een derde voorbeeld dat het belang van lange termijn denken onderstreept, wordt gegeven door de rol van de Unie van Waterschappen. De waterschappen hebben een klimaatakkoord gesloten over energieproductie en klimaat beleid. Waterschappen willen meer in (eigen) energieproductie investeren. Een voorbeeld is de ontwikkeling van de rioolwaterzuivering tot Energiefabriek. De fabriek draait op vergisting van (riool)slib (ontlasting, urine, bedrijfsmatige lozingen). Daarmee hebben de waterschappen potentieel de capaciteit om energie te produceren vergelijkbaar met het stroom verbruik van 200.000 huishoudens. Zij hebben hiervoor met het Rijk een Green Deal gesloten. De waterschappen vinden duurzaamheid belangrijk en verwachten dat dit ook steeds belangrijker zal worden. Op welke wijze en met welke partij(en) kan de energieproductie worden geoptimaliseerd en hoe kan de vergisting het beste worden georganiseerd? Dit is vaak afhankelijk van lokale omstandigheden. Energie kan worden geleverd aan het net, maar bijvoorbeeld ook aan het gemeentelijk vervoersbedrijf, voor stadsverwarming of een naburig bedrijf. Synergievoordelen met huishoudelijk afval en mest zijn denkbaar. Decentrale concepten worden eveneens verkend. De waterschappen zoeken steeds meer de ruimte om samen te werken met lokale initiatieven voor duurzame energie productie. De gemeenten zijn een van de belangrijkste partners.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
4
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Van regels dicteren naar speelveld creëren Om ondernemende burgers meer ruimte te geven in de energiemarkt, is het nodig dat zowel lokaal als nationaal wordt ingespeeld op dit ondernemerschap. De landelijke en lokale overheid heeft vooral een taak in het her formuleren van de regels van het spel. Op die manier ontstaat een nieuwe markt met voldoende massa. Zolang de landelijke overheid concurrentievoordeel geeft aan de grootverbruikers ontstaat er geen level playing field.
De vraag is hoe bij een terugtrekkende overheid maatschappelijke innovatie bevorderd kan worden. Het antwoord uit de praktijk luidt: geef ruimte aan burgers en ondernemers die beginnen met lokale energieprojecten. Geef ze ruimte om te oefenen en te experimenteren en met nieuwe oplossingen te komen. Zo ontstaan goede en creatieve oplossingen voor lastige problemen. Deze ervaringen kunnen worden gebruikt bij volgende projecten in het sociale netwerk en de stad.
De overheid kan hierin een faciliterende rol spelen door het delen van kennis, het verbinden van initiatieven en het meedenken over mogelijkheden. Er zijn talloze burgers en ondernemers met kennis en expertise. Er is veel initiatief en ondernemerschap in de maatschappij. De overheid denkt nog vaak in termen van draagvlak voor het beleid, maar tegenwoordig gaat het daar niet meer om.
Interview Peter van Waveren Peter van Waveren (projectgroep ADEL), de initiatiefnemer voor Armhoede evalueert: “De gemeente moet geen draagvlak willen creëren om een oplossing te ‘verkopen’. Betrek mensen van meet af aan bij de invulling van de doelstelling. Maak eerst samen een analyse en verkoop daarna pas de oplossing, dan voelen de mensen zich ook probleemeigenaar en dat levert betrokkenheid op. Betrokkenheid en sociale cohesie in het gebied zijn van enorme invloed op het slagen van dit project. Dit is een randvoorwaarde want merendeel van de mensen komt oorspronkelijk niet uit Lochem, maar het project bevordert absoluut de sociale cohesie.” Kijk hier voor meer informatie
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
Participatie van burgers is niet meer ingekaderd door het overheidsbeleid. De overheid heeft vooral een taak in het bepalen van de regels van het spel en deze af te stemmen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Op deze manier is er ruimte voor systeeminnovatie.
2
3
4
5
6
7
8
9
Zolang de landelijke overheid grootverbruikers korting geeft op de energieprijs, ontneemt de overheid de financiële prikkel bij groot verbruikers om over te stappen op groene en duurzaam opgewekte energie. Er ontstaat geen level playing field waarin nieuwe initiatieven en ondernemende burgers kracht kunnen bij zetten aan een duurzaam en klimaatneutraal Nederland.
Interview Thijs de La Court De logica van duurzame ontwikkeling “Wij betalen hier in Lochem met z’n allen 20 miljoen euro per jaar aan energie”, vertelt Thijs de la Court, wethouder in Lochem. “Tegelijkertijd betalen onze boeren steeds hogere prijzen voor stikstof en fosfaat. De helft van onze agrarische bedrijven zal de komende jaren beëindigd worden. We verliezen biodiversiteit, vogels, landschap en natuur. Hoe kunnen we energie besparen en zelf opwekken, hoe houden we de stikstof en fosfaat in ons systeem, hoe gebruiken we de mest en de grond duurzaam? Hoe kan Lochem ervoor zorgen dat ze die 20 miljoen euro in zijn eigen lokale economie behoudt?” Al deze “De uitdaging is om aan te tonen of de vragen leiden naar het uitgangspunt ‘Niet duurzaam beoogde verduurzaming van de lokale verdwijnt, duurzaamheid blijft’.
economie haalbaar is.”
De huidige financiële crisis is volgens De la Court ontstaan omdat het systeem niet duurzaam is in zichzelf. De uitdaging is om aan te tonen of de beoogde verduurzaming van de lokale economie haalbaar is. Daarvoor zijn betere verdienmodellen nodig. Verandering in regelgeving en structuur is noodzakelijk, duurzaamheid zit nog niet in de overheidsregels ‘ingebakken’. Weerstand kan overwonnen worden door kennis en macht - en dus ook projecten - over te dragen aan mensen. Zij zijn degenen die het ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren.
Wij krijgen kippen
“Wij krijgen Kippen!” is een project waar initiatiefnemers, burgers, bedrijven en andere organisaties én ambtenaren in stadsdeel Zuid samen werken en samen ontdekken hoe lokaal duurzame energie opgewekt kan worden. Ondernemende burgers, bedrijven en instellingen brengen ideeën, kennis, plannen en/of middelen in. Samen ontdekken ze waar haken en ogen en hindernissen op de loer liggen – die ze vervolgens met steun van elkaar oplossen of aankaarten bij bijvoorbeeld stadsdeel Zuid. Het is een bottom-up project: de behoefte van de energieproducenten in spé staat centraal. Het ‘wakker maken van de markt’ – de energieafnemers in stadsdeel Zuid – is onderdeel van het project. “Wij krijgen Kippen” werkt volgens de principes van open source: kennis is vrij toegankelijk en te gebruiken, en credits worden gegeven volgens het ‘ere wie ere toekomt’-principe. De doel stelling is dat in 2012 vijftig lokale initiatieven duurzame energie produceren. Kijk hier voor meer informatie
Een Voorwoord opwekkende boodschap
5
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Consument = producent De burgers veranderen door hun betrokkenheid bij de lokale energie bedrijven van consument in producent: ze gaan hun eigen energie produceren en leveren. Dat biedt kansen voor meer sociale cohesie. Er ontstaat meer lokale sociale samenhang en verantwoordelijkheidsgevoel voor de omgeving.
Het LDEB brengt consument en producent dicht bij elkaar, het ene moment leverend en het andere moment gebruikend. Dat vereist aan passing van de regels (wetten, belastingen, technische voorschriften) die juist op het onderscheid tussen beide gebaseerd zijn. De meerwaarde van het LDEB wordt uitgedrukt in cyclische begrippen als zelflevering, smart grid, open netwerken, zelfvoorziening en behoud van waarde. Frans Stokman, hoogleraar sociologie in Groningen en één van de initiatiefnemers van GrunnegerPower, een project van buurt bewoners voor duurzame energie, stelt dat het beeld dat de burger een klant is achterhaald is. De burger is in deze rol een co-producent, wat actief burgerschap tot stand brengt. Duurzame energievoorziening kan kleinschalig worden vormgegeven, waardoor het kansen biedt voor sociale cohesie. Volgens Stokman moeten we niet alleen in termen van energie en
duurzaamheid denken, maar tegelijkertijd ook over sociale cohesie. Dat vraagt van professionals dat ze vanuit een geïntegreerde vraag stelling gaan denken. De asymmetrische maatschappij (eenzijdige relatie met grote bedrijven) voldoet niet langer. Het gaat om het leveren van een concrete bijdrage aan een duurzame samenleving en meedoen in de samenwerking.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
Samenwerken in het creëren van Welzijn (‘Joint Production’)
Sociale cohesie
Solidariteit
Gevoelens van betrokkenheid
Figuur 2: Sociale cohesie Dit schema ziet niet de productie (van lokale energie) als beginpunt, maar de leefbaarheid binnen een wijk of het algemene welzijn van
3
4
5
6
7
8
9
mensen. Als daarvoor energieproductie nodig is, dan komt het animo vanzelf. Leefbaarheid en algemeen welzijn kan niet geheel voor mensen geregeld worden. Het vraagt betrokkenheid met de wijk en onderlinge solidariteit. Stokman ziet hier een gedragsverandering bij de burger; van consumptief naar productief. Joint Production, met elkaar samenwerken in allerlei constellaties roept discussies op over welke organisatie daarvoor het meest geschikt is. Voor Stokman staat de burgercoöperatie voorop, bijvoorbeeld Grunneger Power. Maar er zijn verschillende organisatievormen naast elkaar denkbaar.
Grunneger power
Grunneger Power is een energiecoöperatie van burgers, organisaties en bedrijven in de gemeenten Groningen en Haren, een organisatie zonder winstoogmerk. Grunneger Power wil de inwoners en organisaties in deze gemeenten helpen duurzame energie op te wekken. Als burgerbeweging stelt zij zich de vraag: hoe kunnen wij zélf de schone energie opwekken die we gebruiken? Het doel van Grunneger Power is alle noodzakelijke informatie te verstrekken die burgers, bedrijven en organisaties in de gemeenten nodig hebben om met succes en zonder onnodig risico over te schakelen op de eigen productie van schone energie: bijvoorbeeld via zonnepanelen. De eerste actie van Grunneger Power bestaat uit een aanbod zonnepanelen met aanzienlijke kortingen voor onze leden. Extra korting wordt gegeven als leden aanschaf samen met anderen doen. Grote sociale effecten zijn vooral te verwachten als zelf-levering ook vanuit andere locaties dan achter de eigen elektriciteitsmeter mogelijk wordt. De volgende stap zal bestaan uit inkoop van duurzame elektriciteit voor levering aan de leden, waarbij wij de leden garanderen dat winsten uitsluitend worden besteed aan lokale projecten voor duurzame energieopwekking. Kijk hier voor meer informatie
De film van Grunniger power is hier te bekijken
Een Voorwoord opwekkende boodschap
6
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Mede eigenaarschap Nieuwe maatschappelijke vraagstukken, zoals duurzaamheid en energie, worden niet meer automatisch neergelegd bij de overheid. Initiatiefrijke burgers en bedrijven treden steeds autonomer op om deze kwesties zelf aan te pakken. Mede-eigenaarschap versterkt de duurzame samenleving.
Initiatieven vanuit burgers en bedrijven zijn in staat om een grote omslag in de maatschappij tot stand brengen. Op Texel speelt TexelEnergie in op het ‘Wij-Texel- gevoel’. Door aan te sluiten bij de identiteit van de lokale gemeenschap kunnen veranderingen snel gaan. TexelEnergie is een kleinschalig energiebedrijf dat duurzame stroom en duurzaam gas levert aan particulieren en bedrijven op Texel en – zoals ze dat op Texel zeggen – ‘aan de overkant’. www.texelenergie.nl In Lochem is in 2010 samen met bewoners en de gemeente een pilot gestart in het buurtschap Armhoede. De rol van de bewoners in dit project zorgt voor zekerheid, een wethouder kan immers elk moment vervangen worden. Voor de continuïteit is het van belang om de positie van de bewoners veilig te stellen. Bewoners zijn een enorme bron van kennis. Gaandeweg is de rol van de gemeente veranderd. Bewoners, binnen de projectgroep, staan nu inhoudelijk en procesmatig aan het roer en de gemeente schept de brede kaders.
Het samenspel tussen overheid, burgerinitia tieven en markt, daar draaien de projecten voor lokale duurzame energie om. Op de achtergrond spelen twee meer algemene trends. De eerste trend is de verschuivende verhouding tussen overheid en burger. De tweede trend betreft de wijze waarop de burger zich organiseert in relatie tot de markt. De terugtredende overheid betekent niet vanzelfsprekend een verschuiving naar de markt. Ondernemende burgers, ondernemers maar ook professionals springen steeds meer in het gat dat terugtredende overheid achter laat. Dat vraagt om nieuwe definities van rollen en nieuwe vormen van samenwerking. In het verleden zorgde de overheid voor de burger, waarbij deze consument werd van overheids beleid. Ook in de energievoorziening was dat het geval tot de privatisering van de energie- bedrijven.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
Op het terrein van duurzaamheid is een duidelijke beweging waarneembaar waarbij de burger zoekt naar vormen om eigenaarschap te verwerven in de ruimte die de overheid daarvoor schept. De markt krijgt niet alleen meer te maken met de burger als consument, maar ook Verzorgende overheid
Initiatiefrijke burger
Burger als consument
Ruimte scheppende overheid
2
3
4
5
6
7
8
9
als co-producent. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met de ontwikkelingen in de ICT. Daar is de relatie tussen de megacomputers en de consument drastisch veranderd door het internet. Via het internet bepaalt de consument welke vragen hij stelt aan de informatievoorziening, maar ook middels welke functionaliteiten hij bediend wil worden. In sommige gevallen (Linux) gaat dit zover dat de consument zelf de programma’s mee schrijft. In andere gevallen bepaalt hij de geboden content zoals bij wikipedia, of vormt zelf communities via socialmedia rond een gemeenschappelijke interesse.
LochemEnergie
Het initiatief LochemEnergie is ontstaan in september 2010. Het is binnen enkele maanden gegroeid van zes initiatiefnemers naar 35 actieve vrijwilligers en 930 aspirant-leden. Als eerste stap is er een business plan ontwikkeld voor een grootschalig zonne-energie park op een voormalige vuilstort. Door obstakels op het gebied van regelgeving is realisatie van dit park nu nog niet haalbaar, maar de noodzakelijke voorbereidende stappen worden gezet. Om het businessplan rendabel te maken moet het mogelijk worden dat de opgewekte energie verrekend kan worden met de ingekochte stroom (saldering). De coöperatie is officieel opgericht in augustus 2011. Sindsdien zijn enkele mijlpalen bereikt: collectieve inkoop van zonnepanelen voor bedrijven en particulieren, het leveren van groene stroom en gas en het geven van tips en besparingsadviezen. Andere manieren om collectief in Lochem duurzame energie te produceren worden voortvarend aangepakt. In november 2011 is een klassieke korenmolen in het buurtschap Zwiep omgebouwd voor het produceren van elektriciteit. Het produceren van stroom door waterkracht in Berkel en Twente-kanaal wordt op haalbaarheid onderzocht. Er is een routekaart ontwikkeld om als burgerinitiatief te komen tot realisatie van lokale windenergie. LochemEnergie neemt deel aan een van de proeftuinen Intelligente Netwerken. In dat kader wordt een collectief zonnepark gerealiseerd, waardoor burgers zonnestroom kunnen afnemen als dat niet mogelijk is op het eigen dak. Op dit moment zijn zo’n 60 Lochemse burgers als vrijwilliger actief. Kijk hier voor meer informatie
Een Voorwoord opwekkende boodschap
7
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De herontdekking van de coöperatie als ondernemingsvorm In een traditionele coöperatie komen gelijke belangen samen. In de hedendaagse coöperatie komen ook verschillende belangen samen die verenigbaar zijn. Door deze invulling lijkt de coöperatie een geschikte ondernemingsvorm voor de lokale duurzame energie bedrijven.
Initiatiefrijke burgers willen hun belangen verbinden met die van andere burgers om tot ‘joint production’ te komen (zie les 5). De coöperatie biedt hen de mogelijkheden om te ondernemen met zeggenschap. In een coöperatie van burgers komt bovendien de expertise beter tot zijn recht. De advocaat brengt bijvoorbeeld juridische expertise in, terwijl de systeemanalist zijn passie voor smart grids kan botvieren. De coöperatie biedt daarnaast meer mogelijkheden om samenwerking met andere partijen structureel vorm te geven en daarmee energieproductie te koppelen aan doelen op het gebied van wonen, mobiliteit en groen.
Een coöperatie kent twee aspecten: het verenigings- en het ondernemingsaspect. Een coöperatie is een organisatievorm waarmee mensen zich van een dienst of product voorzien, die zonder coöperatie niet of lastig toegankelijk zou zijn. Een coöperatie gaat over rechten en plichten, waarbij men zowel lid als klant is. Je doet het voor elkaar en niet voor aandeel houders, maar als het bedrijf failliet gaat dragen alle leden het risico. De coöperatieve gedachte gaat uit van een aantal uitgangspunten: a. Het ‘Pareto-principle’: men heeft vaak het gevoel dat de ander er meer aan heeft. In het geval van een coöperatie kunnen de voordelen scheef liggen, maar het basis principe blijft dat iedereen er beter van wordt, de een wellicht wat meer dan de ander. b. Een coöperatie kan bestaan uit verschillende categorieën van leden, zoals de overheid, bedrijven, rechtspersonen en natuurlijke personen.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
Er komt een nieuwe generatie coöperaties op met verschillende soorten leden, die ook heel verschillende bijdragen leveren, maar ze hebben allen rechten en plichten. Het principe van toetsing is ook van groot belang voor een succesvolle coöperatie. Dat betekent eigenlijk toezicht op de macht, het is een democratisch aspect in de coöperatie.
2
3
4
5
6
7
8
9
Met toetsing wordt bedoeld dat de coöperatie ook bij toestroom van nieuwe leden blijft doen waarvoor hij opgericht is. Transparantie en verantwoording zijn sleutelwoorden. Binnen een coöperatie zorgen actieve leden voor een permanente dialoog.
“Transparantie en verantwoording zijn sleutelwoorden. Binnen een coöperatie zorgen actieve leden voor een permanente dialoog.”
Interview Gert van Dijk Gert van Dijk hoogleraar aan Nyenrode Business Universiteit over de actualiteit van de coöperatie: Nederland heeft veel ervaring met coöperaties, maar in Lochem worden nieuwe ervaringen opgedaan met veel grotere heterogeniteit. Gert van Dijk geeft aan dat de balans in voordelen nooit in evenwicht is. Dat vraagt om zorgvuldig optreden van het bestuur en de directie. Daarnaast is het begrip van wederkerigheid van groot belang. De coöperatieve beginselen worden steeds populairder in het bedrijfsleven. Een te grote heterogeniteit van belangen kan een punt bereiken waarop het privaatrecht geen oplossing meer biedt en dan moet de overheid inspringen. De overheid kan dan de macht van het woord “Zorg dat je zelf aansprakelijk blijft, toepassen en als dat niet werkt de macht van het zwaard inzetten. elk lid van de coöperatie gaat
aansprakelijkheid aan, dit is het principe van de coöperatie.”
Gert van Dijk citeert Tocqueville: elke grens van eigen belang is te verleggen door samen te werken, alleen is dit een lang proces. Een coöperatie doet dat op een gestructureerde manier. Het coöperatiemodel is in 100 tot 200 jaar geheel uitgerijpt. De oude principes van het goed functioneren van een coöperatie blijken te passen in de moderne ‘gedragseconomie’. Je kunt mensen keuzes voorleggen die zij kunnen beïnvloeden en andersom hen kunnen beïnvloeden. Dat is wat je als bestuurder altijd in de gaten moet blijven houden, hoe beïnvloedbaar mensen zijn. Tot slot een laatste advies, zorg dat je zelf aansprakelijk blijft, elk lid van de coöperatie gaat aan sprakelijkheid aan, dit is het principe van de coöperatie. Er mag dus nergens UA (uitgesloten aan sprakelijkheid) in de statuten of belangrijke documenten staan. Doe je dit toch, dan geef je aan dat je er zelf niet in gelooft, dan gelooft een bank er vanzelfsprekend ook niet in en moet je het dus ook geen coöperatie noemen.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
8
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De energieke samenleving De ondernemende burger laat zich niet dwingen tot duurzame energie. Voor een systeemverandering in de energiehuishouding is meer ruimte nodig voor innovatie vanuit de maatschappij.
Het verbinden van lokale projecten aan de schaal van de grote wereld is een kwestie van gebruik maken van je hele netwerk. In Tilburg wordt dit gerealiseerd door de Middenbrabantse ontwikkelingsmaatschappij voor energie en duurzaamheid (MOED). MOED is een onderneming die lokaal werk aflevert én een bovenlokaal netwerk waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid zorgen voor doorbraken die de projecten op de markt gaan zetten. Social innovation noemen ze dat in Tilburg. Co-creatie is daar ook een vorm van. Waar het verschil tussen producenten en consumenten lijkt te vervagen, kunnen oude ondernemingsvormen als coöperaties opnieuw worden benut. Ook andere projecten, zoals ‘Wij krijgen kippen’ in stadsdeel Amster dam Zuid werken in op de sociale innovatie.
“MOED is een onderneming die lokaal werk aflevert én een bovenlokaal netwerk waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid zorgen voor doorbraken die de projecten op de markt gaan zetten.” Onlangs verscheen ‘De Energieke samenleving. Op zoek naar een sturingsfilosofie voor een schone economie’, een publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving. In dit rapport wordt gesteld dat de overheid niet meer in staat is om een duurzame ontwikkeling af te dwingen. Grootschalige opwekking en gebruik van duurzame energie is geen kwestie van een paar grote technologische doorbraken die geïmplementeerd kunnen worden met zware overheidsinvesteringen.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
De tijd van de topdown benadering van grote maatschappelijke vraagstukken is voorbij. De burger is daarvoor niet alleen te mondig geworden, maar is ook te goed geïnformeerd om zicht tot iets te laten dwingen. De in de maatschappij aanwezige creativiteit en inno vatiekracht van burgers en bedrijven biedt kansen voor groene groei, maar vraagt een nieuwe rol van de overheid.
2
3
4
5
6
7
8
9
De rol vanuit de overheid is om voldoende aanknopingspunten in het nationale beleid te verwerken zodat ‘De Energieke samenleving’ daadwerkelijk binnen de kaders aan de slag kunnen gaan.
Kijk hier voor meer informatie
MOED en Klimaatschap Klimaat: makelaar van partijen
In Tilburg is een bedrijf genaamd MOED opgericht. Het bedrijf heeft vooral een versnellingsfunctie toebedeeld gekregen. MOED berust op de samenwerking tussen overheden, ondernemers en kennisinstellingen. MOED bemiddelt en makelt tussen private initiatieven, bedrijfsterreinen en energieproducenten of leveranciers van installaties voor duurzame energie. Het is een onder nemend, dienstverlenend bedrijf op de schaal van Midden Brabant dat het gat opvult van de ‘sociale innovatie’ die nodig is om de duurzame energie van de grond te krijgen. Voor de samen werking tussen de partijen heeft Tilburg een Klimaatschap opgezet. Hoe stoer kan MOED optreden? Anita van der Looij (gemeente Tilburg) geeft aan hoe de overheid te werk gaat: “Door over hekjes heen samen te werken en alle zintuigen te gebruiken. Dat wil zeggen luisteren naar mensen, vragen verhelderen, kansen opsporen, de dialoog faciliteren en belangen aan elkaar koppelen zodat uiteindelijk een levensvatbare business case ontstaat.” MOED is opgericht om effectief te kunnen opereren in een samenleving die initiatiefrijker wordt. Kijk hier voor meer informatie
Een Voorwoord opwekkende boodschap
9
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De drive van de innovator De voorlopers in de ontwikkeling van Lokale Duurzame Energie Bedrijven hebben in de Comunity of Practice een ruimte gevonden om de professionele grenzen te verleggen. De innovator heeft zo’n ruimte nodig om in de eenzaamheid van de zoektocht een nieuwe taal en nieuwe expertise te ontwikkelen. De CoP werkt als een ‘opwerkingsfabriek’ voor experts voor wie kennisoverdracht alleen niet meer werkt.
In de woorden van Albert Anijs, gemeente Arnhem: “Het interessante aan de CoP was juist het toetsen van voorbeelden in andere situaties om dan te concluderen dat je toch bijna helemaal opnieuw moet beginnen met het doorgronden van het speelveld. Met dit soort denk oefeningen kun je je eigen proces versnellen.”
Het spannende aan collectieve leerprocessen is dat er zoveel tegelijk en onvoorspelbaars gebeurt. Bijvoorbeeld op een zomernamiddag in Amsterdam-Zuid wordt gezamenlijk het initiatief genomen om in het kader van de ‘Green deal’ een voorstel rond zelfregeling in te dienen. Dit was in voorbereiding van dit leertraject en zelfs van deze specifieke expeditie naar ‘Wij krijgen kippen’ niet voorzien. Collectief leren in Community of Practice verloopt niet als een georganiseerde reis, maar eerder als een ontdekkingstocht. De gezamenlijke leerexpedities naar lokale projecten zijn ‘denkoefeningen’ voor de deelnemers. De inzichten die dat oplevert kunnen niet rechtstreeks toegepast worden in eigen projecten, maar ze kunnen wel het proces versnellen.
Een Voorwoord opwekkende boodschap
De negen lessen in het kort
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De CoP fungeert als een spiegel voor het eigen project. De andere projecten dienen niet als voorbeeld, maar zijn eerder een inspiratie tot een meer dynamisch proces.
elkaar, ook op terreinen waar zij zelfs nog niet over nagedacht hebben. “Ik kreeg veel antwoorden op vragen die ik nog niet eens gesteld had,” zei een van de deelnemers tijdens de evaluatie.
De voorlopers hebben zich tijdens de CoP LDEB verdiept in de nieuwe vragen waarvoor de samenleving, de burgers, de ondernemers en politici zich gesteld zien bij lokale duurzame energieproductie. De nieuwe vragen blijken vooral te liggen op het terrein van de coproductie, tussen disciplines, tussen burgers in hun verschillende rollen als consument en producent, tussen bedrijven en overheid.
In deze CoP is gekozen voor leerexpedities op locatie, opgezet volgens een vergelijkbaar format. Een sessie duurt drie dagdelen inclusief een overnachting. Om de blik te verruimen zijn externe experts als gast uitgenodigd, zoals de directeur van Alliander, een hoogleraar in burgerschap en in coöperatieve samenwerkings vormen, een innovatie expert, een ondernemende partner in crime en een wethouder die blaakte van energie om een duurzame wijk te realiseren. Wat dit aan inzichten heeft opgeleverd vindt u terug in dit e-boek.
“Het interessante aan de CoP was juist het toetsen van voorbeelden in andere situaties om dan te concluderen dat je toch bijna helemaal opnieuw moet beginnen met het doorgronden van het speelveld. Met dit soort denk oefeningen kun je je eigen proces versnellen.” De CoP heeft de weg verkend waarlangs de energieke burger of ondernemer en de overheid beter op elkaar kunnen inspelen. In elke sessie van de CoP onderzoeken de deelnemers de specifieke verhoudingen en kwali teiten van elk project middels gestructureerde intervisie. Elke casus geeft een specifiek antwoord op de vraag wat een LDEB is en daardoor leren alle deelnemers in een hoog tempo van
Colofon Deelnemende gemeenten Almere: Ivo Booijink, Erwin Lindeijer Stadsdeel Amsterdam Zuid: Marion Bloem, Heidi de Boer, Anne Stijkel, Pauline Westendorp en Siward Zomer Apeldoorn: Barbera van der Hoek, Carola Hoogland en Henk Kuijpers Arnhem: Albert Anijs Breda: Jan Dirk Geschiere, Barbet Hendriks-Punt en Frits Raaphorst Dalfsen: Melanie van der Loo Deventer: Pieter van Bentum, Eric Mackay, Ben Voorhorst Dordrecht: Roosmarijn Sweers Eindhoven: Cor Luykx Groningen: Ferdi Hendriks Groningen (RUG): Frans Stokman Haarlem: Sjoerd Andela Heerhugowaard: Frank Schuitemaker Hoogeveen: Wilbert Hermans, Harry Kiers Lochem: Peter Kelder en Henk Kieft Meppel: Frits Dijkstra, Kees Offringa Texel: Robbert Jan Piet Tilburg: Pieter Biemans Wageningen: Ine Botman, Rogier Coenraads en Sanne Meelker Begeleiding en ondersteuning Ministerie van Infrastructuur en Milieu: Charlotte van Slagmaat Agentschap NL: Irma Straathof De Stad B.V.: Jeroen Saris Netwerk Leerarchitectuur: Marc Coenders
Dit e-boek is een uitgave van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht t 088-60257000 (ma t/m vrij 9.00 – 21.00 uur) Agentschap NL | juni 2012 Publicatie-nr. 2FLOK1212