Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 28
Kees Boersma, Hannah Langen en Peer Smets
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies
Studio K: door studenten gerund cultureel centrum
Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 29
De revitalisering van buurten gaat vaak samen met hooggespannen verwachtingen over de uitkomsten ervan. Echter, interventies gericht op het stimuleren van contacten tussen buurtbewoners met verschillende achtergronden pakken niet altijd goed uit. Om dit te illustreren bespreken we in dit artikel de Amsterdamse Studio K: een door studenten gerund cultureel centrum. Deze casus laat zien dat een naar binnen gerichte organisatiecultuur botst met een buurtgerichte focus. Studio K is een belangrijk cultureel centrum in de Amsterdamse Indische Buurt. Het is gevestigd in de oude Timorschool op het Timorplein en maakt onderdeel uit van de revitalisering van de buurt. Door gerichte interventie is het gelukt de Timorschool van binnen en buiten te renoveren waardoor het een nieuwe ontmoetingsplek is geworden. Op dit moment is het gebouw in gebruik door verschillende stakeholders, zoals de hostelketen Stayokay, het digitale trapveld Cybersoek, creatieve ondernemers, woningbouwcorporatie Ymere en Studio K. We kunnen gerust stellen dat de renovatie van het gebouw heeft geleid tot revitalisering van het Timorplein. Het Timorplein is zichtbaar opgeknapt en het effect op de lokale omgeving overstijgt het plein in ruime mate. De Indische Buurt is zichtbaar in ontwikkeling. Studio K heeft daar in belangrijke mate aan bijgedragen en profiteert ook van de nieuwe vitaliteit in de buurt. Studio K is een door studenten gerunde ruimte, met bioscoop, restaurant en bar, die onderdeel is van de Stichting Onderlinge Studenten Steun (SOSS). De oorspronkelijke doelstelling van SOSS, dat in 1945 door studenten werd opgericht, was het bieden van werk aan studenten die daarmee hun studie konden betalen en tegelijkertijd ervaring konden opdoen in de culturele en dienstverlenende sector. In Amsterdam zijn de bioscoop Kriterion, Studio K en tankstation Kriterion daar belangrijke uitkomsten van. Bij de oprichting in 2007 had Studio K de ambitie om
een huiskamer voor de Indische buurt te verwezenlijken. Echter, de bezoekers van Studio K weerspiegelen de bewonerspopulatie van de buurt slechts in geringe mate. De Indische Buurt kenmerkt zich door een grote, etnische diversiteit van bewoners in relatieve achterstandsposities. De meeste bezoekers van Studio K komen van buiten of zijn nieuwe, vaak hoger opgeleide bewoners van de Indische Buurt. Dit artikel stelt dan ook de vraag hoe Studio K zich daadwerkelijk verhoudt tot de buurt en hoe het poogt lokale verbanden en netwerken aan te gaan, maar ook wat de problemen zijn waar Studio K tegenaan loopt als het gaat om haar positionering in de Indische Buurt. Om hierop meer zicht te krijgen is onderzoek verricht bij Studio K, waarbij gesproken is met bestuursleden, gewone leden, bezoekers en buurtbewoners. Een van de auteurs van dit stuk, Hannah Langen, was gedurende een jaar bestuurslid van Studio K en is daardoor in staat de ontwikkelingen van Studio K van binnenuit te begrijpen.
Culturele interventies
De ontwikkelingen op en rondom het Timorplein kunnen we plaatsen in de vele culturele interventies die de laatste decennia zijn gebruikt als katalystor voor stedelijke vernieuwing. In dit verband onderscheiden Trienekens e.a. (2011) verbeteringen van de kwaliteit van de stad en verbeteringen van de kwaliteit van het leven in de stad. Het indirecte gevolg
Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
van het eerste fenomeen is veelal stijgende onroerendgoedprijzen en het aantrekkelijk worden van de buurt voor hogeropgeleiden en creatievelingen. Bij de kwaliteit van het leven in de stad kunnen we denken aan de ontwikkeling van sociale competenties ten behoeve van integratie en opbouw van sociale netwerken. Wat is de reden dat een organisatie als Studio K er niet in slaagt om de huiskamer van alle buurtbewoners te zijn? De auteurs verklaren aan de hand van organisatietheorie waarom het lastig is aandacht voor zowel externe als interne ontwikkelingen goed te waarborgen.
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 30
aan een open identiteit. Dit betekent echter niet zonder meer dat de verbindingen ook een duurzaam karakter krijgen of leiden tot het slaan van bruggen (Putnam e.a., 2003). Veel hangt af van de wijze waarop de leden zich identificeren met de nagestreefde meervoudige identiteit.
Studio K
Het oorspronkelijke idee van Studio K was het combineren van een kosmopolitisch, multicultureel centrum met een huiskamerervaring. Studio K wil volgens het eigen ondernemingsplan de diverse culturele invloeden uit de buurt opzuigen en de diversiteit van buurtbewoners benutten voor de De organisatietheorie leert ons dat culturele vitaliteit van de organisatie: “Wij gaan een interventies directe gevolgen hebben voor plek in de stad bieden waar mensen met verde interne en externe ontwikkelingen van schillende achtergronden met elkaar in conorganisaties die deel uitmaken van de stedetact komen. Kriterion Timorplein [Studio lijke vernieuwing. Als gevolg hiervan zullen organisatieleden zich zowel op de interne als K] wordt een informele ontmoetingsplek in de externe positionering beraden. We spreken Zeeburg [het toenmalige stadsdeel], met een open en uitnodigende sfeer. De doelgroep in dat geval van het werken aan een meervoudige organisatie-identiteit. Die kan leiden die Kriterion Timorplein zal aanspreken is zeer breed. Kriterion Timorplein zal zich tot creativiteit en vitaliteit, mits de leden gedeeltelijk richten op buurtparticipatie. voldoende werk maken van de meervoudigheid van de organisatie. Als dat niet gebeurt, Dit betekent dat een deel van de programraakt de organisatie in de problemen. Zo laat mering van film en theater specifiek gericht zal zijn op de Indische Buurt. Daarnaast zal Gioia (1998) zien dat het niet articuleren en er gehoor gegeven worden aan initiatieven naleven van interne en externe organisatievan buurtbewoners, die samenwerking met doelen moeilijk samen gaat met het gebruik Kriterion Timorplein vereisen.” van meervoudige identiteiten. Pas als de leden in staat zijn de meervoudige identiteit te verankeren in de organisatie en die kunnen Studio K heeft een sterk informeel karakter dat terug te zien is in de beheersstructuur: expliciteren, dan kunnen ze uiteenlopende alle bestuursleden zijn studenten die zich als activiteiten ontplooien zonder dat het de vrijwilliger inzetten voor de stichting. Deze identificatie van de leden met de organisatie structuur betekent een grote betrokkenheid aantast (Ashforth e.a., 2008). van de leden, maar heeft ook een keerzijde, namelijk een traagheid in de besluitvorming De vraag is hoe de leden van Studio K die en gebrek aan continuïteit van de strategie. meervoudige identiteit zien en beleven. In Sinds de start voelen de leden van Studio potentie hebben de leden van Studio K het K een grote financiële druk. De inkomsociale kapitaal dat nodig is om te werken
Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 31
sten van de bioscoop, restaurant en bar lopen achter bij de verwachtingen en de kosten van de huisvesting in het nieuwe Timorpleingebouw zijn hoog. Regelmatig moest stichting Kriterion bijspringen om de organisatie draaiende te houden. Als gevolg hiervan moest Studio K en haar bestuur zich zodanig concentreren op de interne bedrijfsvoering, dat voor het leggen van contacten in de buurt nauwelijks tijd was.
Binding met de buurt?
De gemiddelde bezoeker van Studio K behoort tot de hoger opgeleide, doorgaans autochtone bevolking. Hij of zij houdt van culturele, hippe omgevingen. De beleving staat daarbij centraal en duurzame contacten met medebuurtbewoners zijn daaraan ondergeschikt. En als het bezoekers van buiten zijn, hebben ze vaak afgesproken met gelijkgezinden. Het eten in het Studio K restaurant is toegespitst op de algemene smaak van deze bezoekers. Op geen enkele manier laat het de culturele verscheidenheid van de buurt zien: er is geen halal-eten verkrijgbaar en een Surinaamse schotel zul je er vergeefs zoeken. Hetzelfde geldt voor de films die in Studio K worden vertoond: Europese en Noord-Amerikaanse artfilms. Kortom, de etnische diversiteit van de buurt komt niet terug in het aanbod van Studio K. Dat betekent dat voor het overgrote deel van de bewoners van de Indische Buurt Studio K niet de huiskamer van de buurt is. Sterker nog, het eenzijdige op de hoger opgeleide middenklasse gerichte aanbod staat dat in de weg. Studio K is toevalligerwijs in Amsterdam Oost gevestigd, meer niet. Een vaste bezoeker van Studio K zegt daarover: “Ik denk niet dat ze een negatieve
mening over Studio K hebben en daarom niet naar Studio K komen. Ik denk gewoon dat het geen tent is wat aantrekkelijk voor hen is. (…) Het boeit hen gewoon niet.” Een bij Studio K betrokken student laat weten: “De hele samenwerking met de buurt zie ik inderdaad niet heel erg meer terug. Dat is wel een ding wat beter kan wat mij betreft. Het is niet zo dat de buurtbewoner hier helemaal vervreemd is van Studio K, dat denk ik zeker niet, maar de idealen uit de ondernemingsplannen die zijn wel een beetje weg op dit moment.” In de latere beleidsplannen die het ondernemingsplan moeten concretiseren, is de buurtgerichte doelstelling dan ook niet meer terug te vinden. Dat is merkwaardig, gezien de ideële ambities van Studio K en veel van haar leden. Op geen enkele manier is onwil daarbij de oorzaak. Veel leden van Studio K benadrukken nog steeds de buurtfunctie en laten ook merken dat er in dat opzicht veel is bereikt: “Ik denk dat we hier de buurt heel erg omhoog hebben geholpen. Voordat Studio K hier was, was het eerlijk gezegd hier omheen een grote pauperbuurt. Dus [toen] Studio K kwam, samen met Stayokay, (…) stegen al de prijzen van de huizen en kwamen hier ook veel meer bedrijven zitten en je ziet nu dat de hele buurt er inderdaad van profiteert en opknapt.” De nieuwe leden van Studio K vertellen dat de oorspronkelijke ambitie om verbindingen te leggen met de buurt niet meer zo op de voorgrond staat. Deels komt dat doordat de organisatie van Studio K continuïteit mist: “Ik denk dat het ook wel belangrijk is dat je ook iemand hebt in de vereniging die daar gewoon voor die connecties zorgt. Want wij hadden, we hadden hoe heet ze
Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
nou ook weer, die in het bestuur zat ook, Sandra [gefingeerde naam], ja Sandra die deed dat, Sandra had heel veel contact, ook met de buurt, met de buurtorganisatoren en die had ook het Jalan Jalan festival [een serie van feesten, workshops en bijeenkomsten die allemaal toewerken naar een vrolijke optocht door de straten van de Indische buurt] geïnitieerd en ik denk dat je er misschien ook zo’n figuur mist die ook echt die verantwoordelijkheden heeft.” Maar de vluchtigheid van de contacten is niet het enige probleem. De studenten van Studio K ervaren nog steeds een grote afstand tussen de interne organisatiedynamiek en de externe contacten. Een nieuwe, hoogopgeleide buurtbewoner die Studio K bezoekt, vertelt het volgende: “Toen we de eerste keer hier kwamen, kwamen we ineens allemaal mensen tegen zoals wijzelf en normaal gesproken kwam je de mensen hier in de buurt niet tegen, die gingen altijd ergens anders uit en nu heb je hier allemaal faciliteiten waardoor die mensen zich ook door voelen aangetrokken. We kwamen echt hier en dachten, hé, wonen die mensen allemaal hier? Wat je in het straatbeeld ziet, zijn gewoon toch meer de Antilliaanse, Surinaamse buren, Turkse buren en die mis ik dan weer hier bij Studio K. Die zie je dan hier weer nauwelijks.” Als we vervolgens de oorspronkelijke ambitie van Studio K bespreken, blijkt al snel dat men de interne dynamiek van de organisatie als vanzelfsprekend ziet. Velen zien het niet als problematisch dat Studio K een eenzijdig publiek trekt. Een in de voormalige Timorschool gevestigde ondernemer zegt hierover: “Juist, het verhaal van betrokkenheid bij de buurt. Ik zou zelf een vraag willen stellen: waarom
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 32
zou Studio K een huiskamerfunctie moeten vervullen? (...) Waarom zou Studio K niet ook een voorziening kunnen zijn met wat elitaire ambitie? Ik bedoel mensen zoals ik. We wonen in de buurt, we horen bij de elite en we worden bediend door de producten van Studio K. (...) Je kan natuurlijk de vraag stellen sluit het aan bij het gros van de bewoners of hun cultuur. Nee, ik bedoel we hebben een meerderheid, de mensen die zitten thuis naar tv, naar [een] show te kijken dat is een heel andere soort cultuur (...). Dat is echt een vraag: ‘Moet je als Studio K een huiskamerfunctie hebben?” Dezelfde ondernemer suggereert een mogelijke oplossing: “Als Studio K beslist om zijn visie opnieuw vast te stellen dan zou in termen van professionaliseren moeten worden gedacht aan: hoe zorg je dat je visie duurzaam blijft. (...) Je zou de missie opnieuw moeten vaststellen en niet van bovenaf (...) en dat je dat ook verankert door de samenwerking aan te gaan met anderen.” Het opvallende is dat dit bij Studio K niet gebeurt. Door de naar binnen gerichte identiteit lukt het moeilijk naar buiten te kijken, verbindingen aan te gaan met andere stakeholders en bewoners in de buurt. Een enkele keer is het gelukt, zoals bij het Jalan Jalan festival, maar het overgrote deel van het aanbod aan activiteiten is en blijft gericht op een eenzijdige doelgroep.
Wat leert Studio K
Het primaire doel van Studio K was en is studenten de kans te geven een eigen bedrijf te runnen en ervaring op te doen in de sociaal-culturele sector. Daarnaast wil Studio K ook een concrete bijdrage leveren aan de versterking van sociale cohesie in de buurt. De praktijk is echter weerbarstig. Het lukt Studio K maar niet om zich – ondanks alle
Rooilijn
Jg. 45 / Nr. 1 / 2012
Lokale betrokkenheid als uitdaging bij culturele buurtinterventies P. 33
goede bedoelingen – zodanig te positioneren in de buurt dat het bezoekerspubliek de culturele en etnische diversiteit van de Indische Buurt weerspiegelt. In de actuele beleidsplannen komen we niets meer tegen van de oorspronkelijke ideële plannen uit het ondernemingsplan. Het verhaal van Studio K laat zien dat de culturele interventie die bedoeld was om de kwaliteit van de stad en die van het het leven in de stad te verbeteren, voornamelijk heeft geresulteerd in de verbetering van de kwaliteit van de stad. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Allereerst richt het aanbod, zoals het eten in het restaurant en de films in de bioscoop, zich veel meer op hoger opgeleiden en studenten dan op de diversiteit van buurtbewoners. Zo ontstaat als het ware een parochiale ruimte. Veel lokale bewoners ervaren daardoor een drempel: ondanks en misschien wel juist door de huiskamersfeer treed je Studio K niet zo maar binnen. In de tweede plaats heeft Studio K door de vluchtige interne organisatiestructuur de handen vol aan het bewaken van de continuïteit: de leden moeten vechten om te overleven. Het besef dat de revitalisering van de buurt van belang is, is er wel, maar het is geen vast onderdeel geworden van de identiteit van Studio K. Door de fluctuatie binnen de organisatie neemt niemand binnen Studio K de verantwoordelijkheid om dit specifieke organisatiedoel te bewaken. Ten slotte zijn veel bezoekers van Studio K niet zo met de buurt bezig. Ze zien Studio K als een willekeurige, weliswaar welkome, ontmoetingsplek in de Indische Buurt. Dat het bezoekerspubliek de diversiteit van de buurt niet weerspiegelt, is voor hen niet zo’n probleem.
Deze studie geeft inzicht hoe in een microkosmos een open blik voor diversiteit kan leiden tot een meer gesloten karakter waar soortgelijke mensen elkaar opzoeken en andersgezinden onbedoeld uitsluiten. Voor een andere positionering in de buurt zouden de Studio K leden, veel meer dan nu, moeten openstaan voor de diversiteit in de buurt. Bovendien is het van belang dat de verschillende stakeholders die zijn betrokken bij de revitalisering van de buurt onderling reflecteren op de behaalde resultaten met betrekking tot zowel de kwaliteit van de stad als het leven in de stad. Hierbij is aandacht voor de meervoudige organisatie-identiteiten van cruciaal belang. Met andere woorden, Studio K moet, net als alle andere stakeholders, de eigen organisatie opengooien, wil het een bijdrage leveren aan de revitalisering van de Indische Buurt. Kees Boersma (
[email protected]) en Peer Smets (
[email protected]) zijn respectievelijk universitair hoofddocent bij Organisatiewetenschappen en universitair docent bij Sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hannah Langen (
[email protected]) is afgestudeerd in de master Culture, Organization and Management en werkt voor de stichting Mediamatic in Amsterdam.
Literatuur Ashforth, B., E. Harrison, H. Spencer & K.G. Corley (2008) ‘Identification in organizations: an examination of four fundamental questions’, Journal of Management , jg. 34, nr. 3, p. 325-374 Gioia, D.A. (1998) ‘From Individual to Organizational Identity’, D.A. Whetten & P. Goldfrey (red.) Identity in organizations.
Building theory through conversations, Sage, Londen Putnam, R.D., L. Feldstein & D. Cohen (2003) Better together.
Restoring the American community, Simon & Schuster, New York Trienekes, S., W. Dorresteijn & D.W. Postma (2011) Culturele
interventies in krachtwijken, SWP, Amsterdam