Lokaal rapport
gemeente Reimerswaal
M.A.M. Vergouwe, K.W. Weterings Goes, augustus 2012
Inhoud Voorwoord.................................................................................................................................................................................................3 Belangrijkste bevindingen..........................................................................................................................................................................4 Inleiding .....................................................................................................................................................................................................6 1.
De inwoners van Reimerswaal .........................................................................................................................................................8
2.
Van levensfase naar levensfase: gezondheid en gedrag ................................................................................................................10 0 t/m 3 jaar: Ouders geven het voorbeeld .........................................................................................................................................10 4 t/m 11 jaar: Werken aan een goed fundament ...............................................................................................................................12 12 t/m 18 jaar: De brug naar volwassenheid......................................................................................................................................15 19 t/m 64 jaar: Gezonde volwassenen, gezonde toekomst ...............................................................................................................20 65 jaar en ouder: gezondheid koesteren ............................................................................................................................................22
3.
Gezonde en veilige omgeving ........................................................................................................................................................26 3.1 Sociale omgeving ..........................................................................................................................................................................26 3.2 Inrichting van de omgeving ..........................................................................................................................................................30 3.3 Buiten- en binnenmilieu ...............................................................................................................................................................31
4.
Maatschappelijke participatie en zorg ...........................................................................................................................................34 4.1 Arbeid ...........................................................................................................................................................................................34 4.2 Vrijwilligerswerk en mantelzorg ...................................................................................................................................................35 4.3 Zorg, begeleiding en voorzieningen..............................................................................................................................................36
5
Extra aandacht voor kwetsbare groepen .......................................................................................................................................40 5.1 Sociaal economische gezondheidsverschillen ..............................................................................................................................40 5.2 Risicogezinnen ..............................................................................................................................................................................41 5.3 Kwetsbare ouderen ......................................................................................................................................................................42 5.4 Meest kwetsbare burgers .............................................................................................................................................................43
Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................................................................................................45 Literatuur .................................................................................................................................................................................................48 Gegevensbronnen ...................................................................................................................................................................................52 Gezondheidsprofiel..................................................................................................................................................................................53
2
Voorwoord Goede gezondheid. Het meest kostbare wat een mens bezit. Tegelijkertijd ook zo kwetsbaar en afhankelijk van vele factoren. Daarom is het een goede zaak dat de verschillende overheden, waaronder de gemeenten, veel energie steken in het in beeld brengen van voorwaarden, die de (publieke) gezondheid kunnen bevorderen. Het is hoopgevend dat via onderzoek is vastgesteld dat de Nederlandse kinderen tot de gelukkigste van Europa en Noord-Amerika behoren (Bron: Health Behaviour in Schoolaged Children/WHO). We zijn dus op de goede weg. Hetzelfde geldt voor de aanpak van overmatig alcoholgebruik onder (jonge)kinderen. Er is een proces van bewustzijn op gang gekomen, waarin steeds meer mensen zich zijn gaan realiseren wat voor schade alcohol kan aanrichten in de hersenen van kinderen. In Reimerswaal voeren we sinds 2006 in deze een actief beleid onder de noemer “Alcohol en Jeugd”. We zien nu dat onze aanpak vruchten gaat afwerpen. Toch zijn er altijd zaken die beter kunnen. Denk hierbij aan het terugdringen van overgewicht en de psychosociale gezondheid. In het voorliggende rapport kunt u lezen hoe het gesteld is met de gezondheidssituatie van de inwoners van Reimerswaal. Het is aan ons allen: individuele inwoners, overheid en betrokken instanties om de zaken die goed gaan te borgen en om de verbeterpunten op te pakken. Dit blijft een continu proces, waarin genoemde partijen samen op moeten trekken. Het zal het zeker waard zijn, want investeren in een goede gezondheid zal immers altijd de beste investering blijken te zijn, die een mens kan doen.
J.J.L. de Kunder Wethouder Gezondheidszorg
3
Belangrijkste bevindingen Lang leve de Zeeuw!
De levensverwachting in Reimerswaal is vergelijkbaar met die in Zeeland. Mannen worden gemiddeld 78 jaar en vrouwen 83 jaar. Naar verwachting neemt de levensverwachting verder toe.
Reimerswaal heeft de hoogste groene druk. De bevolking neemt toe in aantal.
Chronische aandoeningen komen in Reimerswaal minder voor onder jongeren en volwassenen dan gemiddeld in Zeeland: van de jongeren heeft 20% een chronische aandoening en van de volwassenen 33%. Bij ouderen is dit vergelijkbaar met Zeeland en heeft 77% een chronische aandoening.
Het merendeel van de bevolking in Reimerswaal heeft een goede ervaren gezondheid: 84% van de jongeren, 89% van de volwassenen en 73% van de ouderen.
Minder vijfjarigen in Reimerswaal hebben overgewicht (9% vs. 12% gemiddeld in Zeeland). Van de volwassenen heeft 46% overgewicht en van de ouderen 67%. Ouderen in Reimerswaal hebben juist vaker overgewicht (58% in Zeeland).
Minder ouderen in Reimerswaal voelen zich psychisch ongezond (13% vs. 17% in Zeeland) en dit percentage is ten opzichte van 2007 ook gedaald.
Gezonde Zeeuwen: houden zo!
In de Oosterschelderegio start 77% van de vrouwen met borstvoeding.
Ook in Reimerswaal spelen drie op de tien jonge kinderen niet wekelijks buiten.
Kinderen en jongeren in Reimerswaal zijn minder vaak lid van een sportvereniging, maar kijken ook minder televisie en/of computeren minder. Ook volwassenen in Reimerswaal sporten minder vaak.
Vier op de tien jongeren, een derde van de volwassenen en vier op de tien ouderen beweegt onvoldoende.
Eén op de elf jongeren in Reimerswaal rookt dagelijks. Van de volwassenen rookt een kwart en bij ouderen is dat één op de negen.
Het aantal jongeren dat alcohol drinkt is in Reimerswaal nog steeds te hoog, ondanks de daling in het alcoholgebruik onder 14- en 15-jarigen. Van de 16- tot en met 18-jarigen heeft 69% recent alcohol gedronken en 42% is een binge drinker (meer dan vijf glazen alcohol of meer per gelegenheid in de voorgaande vier weken).
Van de seksueel actieve jongeren in Reimerswaal heeft 74% condooms gebruikt bij de laatste keer geslachtsgemeenschap en 73% een ander voorbehoedsmiddel, zoals de pil.
Er is minder acceptatie van seksuele diversiteit onder jongeren in Reimerswaal.
Eén op de tien jongeren in Reimerswaal vertoont meerdere risicogedragingen tegelijk.
Omgeving: vriend of vijand?
De helft van de 9- en 10-jarigen wordt gepest. Dit is vergelijkbaar met Zeeland.
Eén op de zes 14- en 15-jarigen, 15% van de volwassenen en 13% van de ouderen voelt zich wel eens onveilig.
Meer kinderen (9 en 10 jaar) in Reimerswaal voelen zich soms wel eens eenzaam. Van de volwassenen is 5% (zeer) ernstig eenzaam en van de ouderen is dat 7%.
Van de volwassenen in Reimerswaal voelt 39% weinig sociale samenhang binnen hun gemeenschap. Gemiddeld in Zeeland geldt dit voor 42% van de volwassenen.
Ongunstig ventilatiegedrag onder volwassenen is toegenomen ten opzichte van 2005.
4
Alleen samen gezond
Reimerswaal heeft een lagere werkloosheid dan gemiddeld in Nederland.
Ouderen in Reimerswaal zijn sinds 2007 meer vrijwilligerswerk gaan doen (gestegen van 22% naar 29%), net als gemiddeld in Zeeland. Van de jongeren verricht 32% vrijwilligerswerk en bij volwassenen is dat 29%.
Mantelzorg wordt gegeven door 14% van de jongeren, 10% van de volwassenen en 12% van de ouderen.
Meer ontevredenheid over de telefonische bereikbaarheid van de huisarts in Reimerswaal.
In 2007 ging bijna een kwart van de ouderen in Reimerswaal wel eens ergens niet naar toe vanwege vervoersproblemen. In 2010 is dit gedaald naar 16% en dit ligt hiermee lager dan gemiddeld in Zeeland.
Van de ouderen in Reimerswaal gebruikt 23% wel eens Wmo-voorzieningen en 32% welzijnsvoorzieningen.
Oog voor de kwetsbaren
Reimerswaal heeft meer laag opgeleiden (40%) en meer achterstandsleerlingen (20%) dan gemiddeld in Zeeland (respectievelijk 33% en 13%).
Het aantal voortijdig schoolverlaters in Reimerswaal is gedaald van 5,5% in 2004 naar 2,9% in 2010-2011.
Reimerswaal heeft meer risicogezinnen (4,9%) dan gemiddeld in Zeeland (3,6%) (niet significant).
Van de ouderen in Reimerswaal is bijna een kwart kwetsbaar.
De groep meest kwetsbare burgers (OGGz) zal naar verwachting gaan toenemen.
5
Inleiding Inzicht in lokaal gezondheidsbeleid Gemeenten hebben belangrijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de publieke gezondheid. Een aantal daarvan is vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet werken naar vermogen (WWnV), de transitie van de Awbz begeleiding en de structurele verandering van de jeugdzorg is de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de publieke gezondheid verder toegenomen. Door deze en andere ontwikkelingen staan gemeenten voor de uitdaging om met een beperkt budget alle burgers te bedienen. Dat vereist keuzes. Om die goed te kunnen maken, is inzicht nodig in de lokale situatie en in de mogelijkheden om die situatie te beïnvloeden. De GGD Zeeland, adviseur op het terrein van Publieke Gezondheid, adviseert gemeenten bij de keuzes waar ze voor staan. Dit rapport helpt gemeenten om de regie op het gezondheidsbeleid te behouden en samen te werken met die partijen die hier handen en voeten aan kunnen geven. Oog voor de levensloop Elke Zeeuwse gemeente ontvangt een lokale rapportage. Deze rapporten beschrijven de drie niveaus waarop effectief beleid zich richt: het individuele niveau, de directe omgeving en de bredere maatschappij. Binnen deze niveaus hebben we oog voor de levensloop. Dit zijn de levensfasen die iedereen doorloopt: van pasgeborene, peuter, kleuter, schoolkind, puber, jongere, adolescent, volwassene en oudere. Bij deze verschillende levensfasen horen belangrijke gebeurtenissen. Een van de algemene principes is dat gebeurtenissen vroeg in de levensloop een grote invloed kunnen hebben op de verdere ontwikkeling van de levensloop. Een voorbeeld: vroeg succes in het onderwijs geeft een grotere kans om verder te stijgen in de loopbaan. Dit rapport staat niet alleen Dit rapport maakt deel uit van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2012. De regionale VTV van Zeeland bestaat uit verschillende deelrapporten, samenvattende kernboodschappen, een rapport per gemeente waarin de belangrijkste bevindingen voor die gemeente staan en de website www.regionaalkompas.nl. De regionale VTV volgt op de nationale VTV. Deze wordt door het RIVM geschreven, in opdracht van het ministerie van VWS. De regionale en de nationale VTV staan aan de basis van het gezondheidsbeleid van respectievelijk gemeenten en het Rijk. In de regionale VTV staan gegevens uit de monitors van de GGD en tal van andere bronnen. Deze informatie wordt gebundeld en in samenhang gepresenteerd. Aan de hand van de cijfers zijn kernboodschappen voor beleid geformuleerd. De regionale VTV verscheen eerder in 2008. Waar mogelijk worden de huidige cijfers vergeleken met die van toen. De gemeente Reimerswaal Dit rapport schetst de gezondheidssituatie van de inwoners, de invloed van de omgeving en het maatschappelijk klimaat binnen de gemeente Reimerswaal. Daarnaast zet het de belangrijkste aandachtspunten op een rij, beschrijft wat gedaan wordt en wat nog meer gedaan kan worden om de gezondheidssituatie te verbeteren. Tot slot wordt een aantal toekomstige uitdagingen beschreven. Deze verdienen aandacht in het lokale gezondheidsbeleid. Niet alle cijfers worden in de tekst besproken of zijn in de figuren terug te vinden. Daarom vindt u hier het gezondheidsprofiel voor de gemeente Reimerswaal. Daarin zijn alle cijfers gebundeld, inclusief de significante verschillen.
6
Leeswijzer In de tekst wordt gesproken over jonge kinderen (0 t/m 3 jaar), basisschoolkinderen (4 t/m 11 jaar), jongeren (12 t/m 18 jaar), volwassenen (19 t/m 64 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder). Daar waar gemeente en Reimerswaal staat, wordt de gemeente Reimerswaal bedoeld en waar Zeeland staat, wordt de provincie Zeeland bedoeld. In de figuren worden de cijfers van Reimerswaal gepresenteerd. Alleen waar deze significant verschillen van het Zeeuwse gemiddelde wordt ook het Zeeuwse cijfer vermeld. -
Hoofdstuk 1 beschrijft enkele kenmerken van de bevolking van Reimerswaal
-
Hoofdstuk 2 beschrijft de gezondheidstoestand en leefstijl van de inwoners
-
Hoofdstuk 3 gaat in op een gezonde, sociale en veilige omgeving
-
Hoofdstuk 4 bespreekt de invloed van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, participatie en een aantal aspecten van zorg en welzijn
-
Hoofdstuk 5 gaat nader in op aandacht voor kwetsbare burgers en sociaaleconomische gezondheidsverschillen
-
Het rapport sluit af met conclusies en adviezen van de GGD Zeeland aan de gemeente.
7
1. De inwoners van Reimerswaal De opbouw van de bevolking heeft grote invloed op de algemene gezondheidstoestand van die gemeente. Logisch immers want met het ouder worden, nemen de gezondheidsproblemen toe. Dit hoofdstuk beschrijft hoe de huidige bevolking van de gemeente Reimerswaal is samengesteld. Ook werpen we een blik op de toekomst; met welke bevolkingsprognoses moet de gemeente Reimerswaal rekening houden. Natuurlijk spelen ook andere kenmerken, zoals gezinssamenstelling en de sociaaleconomische status, een rol. Deze komen aan bod in de hierop volgende hoofdstukken. Minder 65-plussers dan gemiddeld in Zeeland Reimerswaal heeft ruim 21.000 inwoners. Van de inwoners is 16% 65 jaar of ouder (CBS, 2012). Dit is lager dan het Zeeuwse gemiddelde (20%) en vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. De gemeente Reimerswaal ligt tussen de Ooster- en Westerschelde in en grenst aan Brabant en België. Reimerswaal heeft zeven woonkernen. Reimerswaal heeft veel ruimte en is qua oppervlakte dan ook één van de grootste gemeenten van Zeeland (www.reimerswaal.nl). De levensverwachting in Reimerswaal stijgt De levensverwachting in Reimerswaal is gestegen, net als in Zeeland. De levensverwachting is voor mannen ruim 78 jaar en voor vrouwen ruim 83 jaar (CBS, 2007-2010). Voor zowel mannen als vrouwen is dat vergelijkbaar met de gemiddelde levensverwachting van Zeeuwse mannen en vrouwen. De totale sterfte in Reimerswaal is eveneens vergelijkbaar met Zeeland. Overigens verdient de interpretatie van cijfers over levensverwachting en sterfte op gemeenteniveau enige terughoudendheid. Zeker in kleine gemeenten kan, vanwege de kleine sterfteaantallen, sprake zijn van toevalsfluctuaties. Daarnaast ligt de sterfte in gemeenten met verpleeg- en verzorgingshuizen relatief hoog en is de levensverwachting daardoor relatief laag. Reimerswaal heeft de hoogste groene druk van Zeeland De verhouding tussen het aantal jongeren (0 t/m 19 jaar) en de beroepsbevolking (20 t/m 64 jaar) noemen we de groene druk. Het is een maat om de ontgroening in kaart te brengen. Een lage groene druk duidt op ontgroening. Voor Reimerswaal geldt dat de groene druk in 2012 51% bedraagt, ongeveer 12% hoger dan in Zeeland gemiddeld (CBS, 2012). Reimerswaal ontgroent dus nog niet. Het aantal jongeren (0 t/m 25 jaar) is tussen 2000 en 2010 met 5,3% toegenomen. In heel Zeeland is het aantal jongeren juist afgenomen in die periode. Ook zijn in Reimerswaal relatief veel huishoudens met drie of meer kinderen. Het aantal basisschoolkinderen in de periode 2005-2009 is met 2% afgenomen. De verhouding tussen het aantal ouderen (65+) en de beroepsbevolking (20 t/m 64 jaar) noemen we de grijze druk. Het is een maat voor de vergrijzing. Een hoge grijze druk duidt op vergevorderde vergrijzing. De grijze druk bedraagt in Reimerswaal 28% voor het jaar 2012. Dit percentage is 6% lager dan het Zeeuwse cijfer (34%) (CBS, 2012).
8
1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
Figuur 1 Bevolkingsopbouw in gemeente Reimerswaal (Bron: CBS, 2012)
Reimerswaal blijft groeien in de toekomst Volgens toekomstprognoses van de Provincie Zeeland van 2012 (PRIMOS, 2012) zal de bevolking in Reimerswaal in 2030 met 11% zijn toegenomen. Daarbij neemt de grijze druk toe tot 36% maar ook de groene druk zal nog tot 54% stijgen. Het aantal 20- t/m 64-jarigen (de beroepsbevolking) zal ook nog toenemen (3%).
9
2. Van levensfase naar levensfase: gezondheid en gedrag En ze leefden nog lang en gelukkig…. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: lang en gezond leven. Zelfs als onze gezondheid minder wordt, willen we zo lang mogelijk blijven meedoen. Dat laatste is ook het streven van de gemeente. En terecht, een gezonde en gelukkige bevolking is immers lonend voor de samenleving en de economie. Met de meeste burgers in Reimerswaal gaat het goed. Ze voelen zich gezond, kunnen meedoen in de maatschappij en functioneren zoals ze dat zelf graag willen. Natuurlijk zijn er ook inwoners die zich niet gezond voelen. Omdat de factoren die van invloed zijn op de gezondheid per levensfase veranderen, spitst effectief gezondheidsbeleid zich toe op de verschillende levensfasen. Dit hoofdstuk beschrijft de gezondheidstoestand en de leefstijl van jongeren, volwassenen en ouderen. De cijfers bieden belangrijke aanknopingspunten voor preventie en integraal beleid.
0 t/m 3 jaar: Ouders geven het voorbeeld De meeste kleine kinderen zijn gezond en ontwikkelen zich goed. De ouders hebben door de opvoeding en hun voorbeeldgedrag grote invloed op de leefstijl en de gezondheid van hun kind. Al voor de geboorte wordt de gezondheid van baby’s op tal van manieren beïnvloed. Zo zijn roken, drinken en stress tijdens de zwangerschap schadelijk voor het ongeboren kind. Borstvoeding is voor het pasgeboren kind de beste voeding. Driekwart van de moeders in de Oosterschelderegio start met het geven van borstvoeding. Voor een aantal risicofactoren wijken jonge kinderen in Reimerswaal niet af van Zeeland. Ook in Reimerswaal kijken ze al op jonge leeftijd veel televisie en drinken ze veel frisdrank. Een groot deel van de jonge kinderen speelt niet wekelijks buiten en poetst de tanden onvoldoende. Driekwart van de vrouwen start met het geven van borstvoeding Voor de groei van kleine kinderen is goede voeding belangrijk. Moedermelk is de beste voeding; het kind heeft minder kans op infecties, allergieën en overgewicht. Het Terneuzens Onderzoek naar Preventie (TOP) bevestigt dit (de Kroon, 2011). Bovendien heeft het geven van borstvoeding ook positieve gezondheidseffecten voor de moeder. In Zeeuws-Vlaanderen starten minder vrouwen met het geven van borstvoeding dan in de Oosterschelderegio en Walcheren (zie figuur 2).
10
% dat met borstvoeding start
90
78
77
80
65
70 60 50
40 30 20 10 0 Oosterschelderegio
Walcheren
Zeeuws-Vlaanderen
Figuur 2 Percentage gestart met borstvoeding in Zeeland naar regio (Bron: Peiling Melkvoeding van zuigelingen in 2010. Borstvoeding in de provincie Zeeland. TNO, 2011)
Gezond gedrag begint al op jonge leeftijd Zodra kinderen iets ouder zijn, begint het aanleren van gezond gedrag. Vooral de leefstijl en het gedrag van de ouders is van invloed op de gezondheid van het jonge kind. Wat betreft leefstijl wijken jonge kinderen in Reimerswaal niet af van het Zeeuwse gemiddelde (zie figuur 3). Net als elders in Zeeland kijkt 13% al op jonge leeftijd twee uur per dag of meer televisie. Ook drinkt 12% meer dan drie glazen frisdrank per dag en speelt 28% niet wekelijks buiten.
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 % 0
47
28 20 13
12
11
3 Niet elke dag Eet niet elke Drinkt meer ontbijten dag groente en dan 3 glz fruit frisdrank per dag
Speelt niet wekelijks buiten
Kijkt 2 uur of Poetst de Gaat niet meer per dag tanden jaarlijks naar de televisie en/of onvoldoende tandarts computeren
Figuur 3 Leefstijl van jonge kinderen (3-4 jaar) in Reimerswaal (Bron: Monitor Ouders Jonge Kinderen, 2009. Jeugdmonitor Zeeland)
Bij gezond gedrag hoort ook het (leren) tandenpoetsen. De laatste jaren gaat het echter steeds slechter met de kindergebitten in Nederland (CZV, 2008). Een deel van de, met name jongste, kinderen gaat niet tijdig naar de tandarts. Een gezond gebit heeft gedurende het hele leven positieve invloed op veel gezondheidsaspecten zoals sociale ontwikkeling (Klages et al., 2004) en hart- en vaatziekten (de Oliveira et al., 2010). Verder is er een duidelijke relatie met een gezonde leefstijl. Het is daarom belangrijk om tanden poetsen vroeg in het leven als gezonde gewoonte aan te leren. In Reimerswaal poetst bijna de
11
helft van de jonge kinderen de tanden onvoldoende (minder dan 2x per dag) en één op de negen gaat niet jaarlijks naar de tandarts (zie figuur 3). Vroege opsporing van taal- en spraakproblemen door logopedisch spreekuur Taal is nodig voor het leren organiseren van waarnemingen, bij het richten van gedachten, bij het controleren van handelingen en bij het helpen onthouden en aanpassen van emoties. Het belang van een goed verlopende taalontwikkeling als voorwaarde voor een goede cognitieve, sociaal-emotionele ontwikkeling en de latere leerprestaties is groot. Problemen in de spraak- en taalontwikkeling hebben al vroeg negatieve effecten op de communicatie van en met het kind. De logopedist van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan, door vroegtijdige signalering en interventie, in een vroeg stadium van de ontwikkelingsachterstand ingrijpen. Het doel hiervan is verergering van de achterstand voorkomen en het scheppen van voorwaarden voor een verdere optimale ontwikkeling (Cox et al., 2011; van Agt, 2011). De logopedisten van de JGZ screenen op taal- en spraakontwikkeling bij kinderen van ongeveer vijf jaar in alle Zeeuwse gemeenten. In 2010 had 5% van de 5-jarigen in de Oosterschelderegio een zwakke taalontwikkeling en 6% een twijfelachtige taalontwikkeling. Naast de logopedische screening rond 5-jarige leeftijd vindt in Zeeuws-Vlaanderen maandelijks een logopedisch spreekuur plaats op het consultatiebureau, bedoeld voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Op advies van de jeugdarts en/of -verpleegkundige worden kinderen preventief gescreend. Van de gescreende peuters werd in 2010 bijna de helft (48%) voor behandeling doorverwezen naar een particuliere logopedist. Onderzoek laat zien dat vroege signalering van taal- spraakproblemen bij 2-jarige kinderen zorgt voor aanzienlijke kostenbesparingen (Cox et al., 2011). Deze bedragen ongeveer 2 miljoen euro per jaar. Door vroege interventie daalt het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs met ongeveer 30% (van Agt, 2011). Reimerswaal voert een actief beleid voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) (zie tekstblok 1).
Tekstblok 1 – VVE in Reimerswaal Sinds 2000 voert Reimerswaal een actief beleid Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). In alle dorpen, behalve Oostdijk, werken de peutergroepen met een VVE-programma. Tijdens de afgelopen jaren is het bereik van het aantal peuters die VVE krijgen aangeboden gegroeid door de start van reformatorische peutergroepen. In 2011 zijn ook de kinderdagverblijven gestart met VVE. In de dorpen is er een doorgaande lijn met alle scholen zodat jonge kinderen een optimale start op het basisonderwijs krijgen. Vanaf 2012 wordt zowel in de voorschoolse voorzieningen als de basisscholen een actief taalbeleid ingezet (Aanvalsplan Taal Reimerswaal).
> Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd
4 t/m 11 jaar: Werken aan een goed fundament Op de basisschool leren kinderen de basis van onder andere rekenen en taal en wordt het fundament voor gespreksvaardigheden gelegd. Kinderen leren steeds meer op hun eigen benen staan en bepalen vaker hun eigen keuzes. Gezond gedrag en een gezonde levensstijl verdienen nu alle aandacht. Natuurlijk is het een onderwijstaak om de gezondheid te bevorderen, maar ook het gezin blijft onverminderd
12
belangrijk. Ouders dienen hun kinderen te beschermen tegen ongezondheid en hen weerbaar te maken tegen alle verleidingen die op ze afkomen. In Reimerswaal hebben minder 5-jarigen overgewicht. Kinderen van 9 en 10 jaar zijn minder vaak lid van een sportvereniging en kijken ook minder televisie. Daarnaast voelen meer kinderen in Reimerswaal zich soms wel eens eenzaam. Gezond eten en voldoende bewegen De basis voor een gezond gewicht is gezond eten en voldoende bewegen. Aandacht voor een gezonde leefstijl is al vanaf jonge leeftijd belangrijk. Overgewicht heeft immers op alle leeftijden gevolgen voor de gezondheid. Kinderen hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op diabetes en een vergrote kans op (ernstig) overgewicht op latere leeftijd. Overgewicht kan zowel de oorzaak als het gevolg zijn van psychische problemen. Zo kan het zijn dat kinderen met overgewicht minder goed kunnen meedoen met buiten spelen of sporten. Maar het kan ook zijn dat kinderen gepest worden en daardoor veel gaan snoepen. Reimerswaal richt zich middels het aanbod van een scala aan sportactiviteiten met name op de beweegcomponent. Figuur 4 toont de overgewichtcijfers van een aantal leeftijdsgroepen. Overgewicht neemt toe met de leeftijd. In Reimerswaal zijn er minder 5-jarigen met overgewicht dan gemiddeld in Zeeland. Ten opzichte van de vorige periode 2005-2007 is het percentage kinderen met overgewicht nagenoeg stabiel gebleven.
Zeeland
Reimerswaal
13jr
15
10jr
18 12
5jr
9*
3.9jr
11 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
% overgewicht Figuur 4 Overgewicht bij kinderen en jongeren in Reimerswaal (Bron: Jeugdgezondheidszorg GGD Zeeland, 20082010) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Wat betreft eetpatroon wijken basisschoolkinderen in Reimerswaal niet af van het Zeeuwse gemiddelde. Van de 9- en 10-jarigen eet 5% niet dagelijks een ontbijt. Wel is het aantal kinderen dat lid is van een sportvereniging onder 9- en 10-jarigen in Reimerswaal een stuk lager, namelijk 62% tegenover 72% gemiddeld in Zeeland. Kinderen van deze leeftijd kijken in Reimerswaal minder televisie: een kwart doet dit dagelijks, terwijl dit gemiddeld in Zeeland een derde is. De gemeente Reimerswaal voert een actief beleid op breedtesport. Breedtesport is elke vorm van bewegen, sport en spel, die niet tot topsport wordt gerekend en is gericht op alle leeftijdscategorieën.
13
Het doel is om mensen (weer) in beweging te krijgen. En niet alleen het bewegen, maar ook het plezier om samen met anderen bezig te zijn, is belangrijk. Aan de jeugd wordt binnen breedtesport veel aandacht besteed. Zo worden basisscholen ondersteund bij het uitvoeren en invullen van hun lessen zodat de talenten van het kind ontwikkeld kunnen worden. Verder worden er regelmatig verschillende (sportieve) activiteiten georganiseerd, bijvoorbeeld in de schoolvakanties. Op deze manier kunnen jongeren van Reimerswaal kennismaken met verschillende sporten en de positieve effecten van bewegen ervaren. Ook worden structureel naschoolse activiteiten aangeboden. > Lees hier meer over in hoofdstuk 3 over Gezonde en veilige omgeving Meer kinderen voelen zich soms eenzaam Naast lichamelijke gezondheid is het ook belangrijk dat kinderen lekker in hun vel zitten en weinig problemen ervaren. Psychosociale problemen bij basisschoolkinderen kunnen leiden tot allerlei beperkingen en gedrags- en leerproblemen (Meijer & Schoemaker, 2008). Uit diverse onderzoeken blijkt dat ernstige gedragsproblemen al vroeg in het leven ontstaan. Bovendien blijven deze problemen opmerkelijk vaak bestaan op volwassen leeftijd. Van de 10-jarigen in Reimerswaal heeft 12% een verhoogde SDQ-score1 (zie figuur 5). Dit is een indicatie voor psychosociale problematiek en wordt berekend tijdens het preventief gezondheidsonderzoek van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Kinderen met een verhoogde SDQ-score krijgen in overleg met de ouders een vervolgonderzoek door de JGZ of worden doorverwezen naar andere instanties. Van de kinderen van 9 en 10 jaar in Reimerswaal voelt 28% zich soms eenzaam. Dat is meer dan in Zeeland (19%). Reimerswaal is in Hansweert gestart met ‘veilig opgroeien op het dorp’ (zie tekstblok 2).
Zeeland
Reimerswaal 19
Voelt zich soms eenzaam
28 *
Minder goede ervaren gezondheid
11
Verhoogde SDQ-score
12 0
5
10
15
%
20
25
30
Figuur 5 Psychische gezondheid van basisschoolleerlingen in Reimerswaal (Bron: Monitor Primair Onderwijs 2010, Jeugdmonitor Zeeland; Preventieve Gezondheidsonderzoeken 10-jarigen 2010, Jeugdgezondheidszorg GGD Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
1
Met behulp van de Strength and Difficulties Questionnaire (SDQ) kan het percentage 10-jarigen met een indicatie voor psychosociale problematiek bepaald worden. Deze SDQ-score wordt berekend uit 25 vragen die betrekking hebben op de onderdelen: hyperactiviteit/ aandachtstekort, emotionele problemen, problemen met leeftijdsgenoten, gedragsproblemen en prosociaal gedrag (gedrag dat anderen helpt). Een verhoogde score (boven de 14) betekent dat het kind een indicatie heeft voor psychosociale problematiek, de jeugdverpleegkundige beoordeelt vervolgens of er inderdaad sprake is van psychosociale problematiek.
14
Tekstblok 2 - Veilig opgroeien op het dorp In de zomer van 2011 is besloten om te starten met de Communities that Care-aanpak, lokaal vertaald naar Veilig opgroeien op het dorp. Na de vier Zeeuwse steden is Reimerswaal de eerste plattelandsgemeente waar deze aanpak beproefd wordt. Met Veilig opgroeien op het dorp verwachten we de omgeving, waarin kinderen opgroeien, te optimaliseren, hetgeen aansluit bij de visie van Van Yperen en Stam (‘Opvoeden Versterken’). Preventie wordt als uitgangspunt genomen. Op basis van onderzoek worden beschermings- en risicofactoren benoemd, waarvan er een aantal prioriteit krijgen. Het preventieplan, waaraan met alle betrokkenen uit welzijn, zorg, onderwijs en wonen gewerkt wordt, vormt het hart van de aanpak. Gestart wordt met Veilig opgroeien in Hansweert, omdat in dit dorp een bepaalde behoefte en basis aanwezig is.
> Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd
12 t/m 18 jaar: De brug naar volwassenheid De pubertijd is een fase van grote veranderingen. De overwegend kleinschalige basisschool wordt verruild voor de grootschalige scholen van het Voortgezet Onderwijs. Deze scholen staan meestal verder van de eigen vertrouwde omgeving. Van deze jongeren verwachten we veel. We willen bijvoorbeeld dat ze zich verantwoord gedragen in het verkeer en gezond seksueel gedrag vertonen. Maar er zijn veel verleidingen en de hersenen van jongeren zijn nog volop in ontwikkeling. Daarom verdient hun weerbaarheid alle aandacht. Weerbare jongeren kunnen de verleidingen van telefoon, ongezonde tussendoortjes, roken en alcohol beter weerstaan. Hoewel betrokkenheid van ouders niet altijd meer op prijs wordt gesteld, is deze nog steeds belangrijk. Ouders fungeren als voorbeeld en stellen grenzen. Ook in Reimerswaal zien we dat naarmate jongeren ouder worden, zij minder gezond gaan eten, minder bewegen, meer middelen (roken, alcohol en drugs) gaan gebruiken en ze seksueel actief worden. Jongeren in Reimerswaal kijken minder televisie dan hun leeftijdsgenoten in Zeeland, maar tegelijkertijd eten ze minder groente en fruit, ontbijten ze minder en zijn ze minder vaak lid van een sportvereniging. Minder jongeren met een chronische aandoening Eén op de vijf 14- en 15-jarigen in Reimerswaal heeft één of meerdere chronische aandoeningen vastgesteld door een arts. Dit is minder dan gemiddeld in Zeeland (27%). De meest voorkomende aandoeningen zijn astma, eczeem, buikklachten en migraine. Ten opzichte van 2007 is het aantal 14- en 15-jarigen in Reimerswaal met een chronische aandoening niet veranderd. Eén op de zes jongeren in Reimerswaal ervaart de eigen gezondheid als matig tot slecht (zie figuur 6). Ook wat betreft psychosociale problemen en suïcidegedachten scoren Reimerswaal jongeren vergelijkbaar met Zeeland. Psychische klachten bij jongeren kunnen allerlei gevolgen hebben zoals een verhoogd risico op schooluitval, criminaliteit, slechte fysieke en geestelijke gezondheid en verslaving (Meijer & Schoemaker, 2008).
15
Reimerswaal
Zeeland 20 *
Chronische aandoening
27
16
Minder goede ervaren gezondheid 13
Suïcidegedachten Heeft zich in de put of somber gevoeld
16
0
5
10
15
%
20
25
30
Figuur 6 Lichamelijke en psychische gezondheid jongeren in Reimerswaal (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP; Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Verschillen in eet- en beweegpatroon Van de 13-jarigen heeft 15% overgewicht (zie figuur 4). Voor de bestrijding van overgewicht bij jongeren is het belangrijk dat de gezonde keuze makkelijk en goedkoop is. Jongeren gaan minder gezond eten en minder bewegen naarmate ze ouder worden. Ze worden daartoe op veel plaatsen en op veel manieren verleid. Ook in Reimerswaal is dit zo (zie figuur 7). Het is daarom belangrijk om hen weerbaar te maken tegen deze verleidingen. Ook moet de omgeving uitnodigen tot gezond leven. Van de jongeren in Reimerswaal voldoet 43% niet aan de beweegnorm. Dit is vergelijkbaar met Zeeland. Positief is dat de jongeren vaker ontbijten en minder televisie kijken dan hun leeftijdsgenoten in Zeeland. Daarentegen eten ze minder groente en fruit en zijn ze minder vaak lid van een sportvereniging.
Reimerswaal 80 70 60 50 40 30 20 10 %0
Zeeland
69 59 *
56
49
7*
43
45 *
62 * 45
10
Niet elke dag ontbijten
Eet niet elke dag Drinkt meer dan 3 Voldoet niet aan Kijkt 2 uur of meer Is geen lid van een groente en fruit glz frisdrank per norm gezond per dag televisie sportvereniging dag bewegen en/of computeren
Figuur 7 Leefstijl van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Reimerswaal (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
16
Jongeren drinken te vaak en teveel alcohol Hersenen groeien en ontwikkelen zich tot het 23 e levensjaar. Daarom is alcohol slecht voor jongeren. Alcohol heeft een negatieve werking op hun ontwikkeling en schoolprestaties (Kuunders & van Laar, 2010). Bovendien brengt het jongeren regelmatig in onveilige situaties. Het terugdringen van het alcoholgebruik is ook in de landelijke politiek een belangrijk speerpunt. In Reimerswaal is de startleeftijd van de jongeren die wel eens alcohol hebben gedronken lager dan gemiddeld in Zeeland (respectievelijk 13,6 en 13,9 jaar). Het aantal jongeren dat alcohol drinkt, is nog steeds te hoog. Jongeren die alcohol drinken, drinken te jong, te vaak en teveel. In Reimerswaal dronk 69% van de 16 t/m 18 jarigen recent alcohol, dit is minder dan gemiddeld in Zeeland (76%). Verder is 42% een binge drinker (vijf glazen
% 14-15 jariegn in Reimerswaal
alcohol of meer per gelegenheid in de voorgaande vier weken). 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
82 58
64 43
44 30
ooit alcohol
recent alcohol
2007 2011
binge drinken
Figuur 8 Alcoholgebruik 14- en 15-jarigen in Reimerswaal in 2007 en 2011 (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland)
Positief is dat in Reimerswaal het alcoholgebruik onder jonge jongeren (< 16 jaar) is gedaald vergeleken met 2007 (zie figuur 8). In Reimerswaal is in 2005 via de gemeenteraad een verzoek gekomen om een alcoholproject te starten in de gemeente. Cijfers uit verschillende onderzoeken gaven aan dat ook onder de Reimerswaalse jeugd alcohol genuttigd werd. Eind 2005 is er een projectplan opgesteld met ideeën om het alcoholmisbruik onder jongeren terug te dringen. Op basis van dit projectplan is een werkgroep samengesteld. In deze werkgroep zijn de scholen vertegenwoordigd, maar ook een dominee, een ambulancebroeder en een supermarktmanager. De werkgroep die is samengesteld om de plannen uit het projectplan verder vorm te geven was dusdanig enthousiast dat werd besloten het project voor onbepaalde tijd verder door te zetten. Door de werkgroep zijn al veel verschillende activiteiten uitgevoerd. Zo is er een actie geweest bij de supermarkten, loopt op alle scholen het project ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’, en is er tijdens kerkelijke bijeenkomsten meermalen aandacht geweest voor het onderwerp alcohol en andere genotmiddelen. Ook zijn er gadgets aangeschaft om her en der te verspreiden, zodat de werkgroep zichtbaar wordt, en duidelijk wordt dat de gemeente Reimerswaal zich inspant om het overmatig alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Tevens wordt door de werkgroep regelmatig aangeschoven bij jeugdactiviteiten, bijvoorbeeld door het verstrekken van alcoholvrije cocktails of het geven van voorlichting (in samenwerking met Indigo). Sinds 2010 is ook de Reimerswaalse werkgroep aangesloten bij het Zeeuwse project Jeugd en Alcohol, ‘Laat ze niet verzuipen’ (zie tekstblok 3).
17
Tekstblok 3 – Laat ze niet (ver)zuipen!
Reimerswaal doet mee aan het provinciale project ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’. Dit richt zich op het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren en op het verhogen van de startleeftijd. Door de integrale opzet van het project, zijn ook de beleidsterreinen handhaving en regelgeving betrokken. Dit is belangrijk omdat alleen voorlichting niet werkt. Reimerswaal is al veel langer actief in preventie van alcoholgebruik. Als sinds 2007 werkt Reimerswaal samen met kerken, scholen, horeca en jongeren om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.
Wat betreft andere genotmiddelen zoals roken en het gebruik van drugs verschillen jongeren in Reimerswaal niet van leeftijdsgenoten in Zeeland. Van de jongeren in Reimerswaal rookt 9% iedere dag en 3% heeft recent hasj of wiet gebruikt. Het gebruik van harddrugs is minimaal (<2%). Een klein deel van de jongeren (4%) gebruikt op een avond wel eens alcohol samen met wiet. De combinatie van alcohol en drugs levert vaak extra en onverwachte risico’s op. Het dubbele gebruik kan risicoversterkend werken, en de uitwerking is niet goed te voorspellen. Combigebruik wordt daarom afgeraden (Trimbos, 2012; www.drugsenuitgaan.nl). In de bestaande voorlichting, bijvoorbeeld in het project de Gezonde School en Genotmiddelen, is hiervoor blijvend aandacht nodig. Voorlichting over seksuele gezondheid blijft nodig Verliefdheid, intimiteit en seksuele ontwikkeling spelen een belangrijke rol in het leven van jongeren. Seksueel gedrag heeft zowel positieve als negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van mensen. Van de jongeren in Reimerswaal heeft 14% wel eens geslachtsgemeenschap gehad, minder dan gemiddeld in Zeeland (19%). Bij de laatste keer geslachtsgemeenschap gebruikte 74% condooms en 73% een ander voorbehoedsmiddel of de pil. Net als in Zeeland schiet het kennisniveau op het gebied van voortplanting, soa en hiv, anticonceptie en maagdelijkheid op een aantal punten tekort, met name bij jongeren tussen de 12 en 14 jaar. De acceptatie van homoseksualiteit onder Zeeuwse jongeren blijkt net als elders in Nederland gering te zijn (de Graaf et al., 2012). Jongeren in Reimerswaal zijn minder tolerant dan gemiddeld in Zeeland tegenover homoseksualiteit (zie figuur 9). Ruim een derde van de jongeren in Reimerswaal meent dat als iemand op school homoseksueel is, hij/zij dit niet eerlijk kan vertellen. Momenteel loopt er via het antidiscriminatiebureau Zeeland een project, gesubsidieerd voor drie jaar door de landelijke overheid, om discriminatie op grond van seksuele geaardheid terug te dringen.
18
Zeeland
Als iemand lesbisch/homo zou zijn in de klas dan zou ik...
(zeker) laten merken dat diegene van mij af moet blijven
Reimerswaal
54 67 *
(zeker) in de pauze naast iemand anders gaan zitten
31 43 * 14
(zeker) geen vriendschap sluiten met diegene
26 *
0
20
40
60 %
80
Figuur 9 Houding homoseksualiteit onder jongeren (12 t/m 18 jaar) in Reimerswaal en Zeeland (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar 2010, GGD Zeeland en SCOOP) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Op het gebied van seksualiteit en relaties kunnen ouders hun kinderen al op jonge leeftijd waarden en normen bijbrengen. Ook kunnen zij hen begeleiden bij een gezonde seksuele ontwikkeling. Daarnaast spelen professionals in het onderwijs en het jongeren- en welzijnswerk een belangrijke rol bij het stimuleren van weerbaarheid, seksuele voorlichting en preventie van seksueel ongezond gedrag. Vanaf augustus 2012 is seksuele voorlichting en voorlichting over seksuele diversiteit verplicht in het onderwijs (kamerbrief november 2011, OCW). Eén van de dingen die Reimerswaal kan doen is de basisscholen stimuleren om effectieve lespakketten in te voeren. Verder vinden in het kader van Sense 2 verschillende activiteiten plaats, zoals een maandelijks soa-Sense spreekuur. De gemeente staat op het standpunt dat de vraag uit het onderwijs moet komen en zoekt hiervoor een ingang. Lees voor meer informatie verder in het themarapport Seksuele Gezondheid van jongeren in Zeeland. Eén op de tien jongeren vertoont meerdere risicogedragingen tegelijk Verschillende soorten van ongezond gedrag komen vaak bij dezelfde jongeren voor, al dan niet in combinatie met psychische problemen. Van de jongeren in Reimerswaal vertoont 10% drie of meer risicogedragingen (overgewicht, wekelijks roken, recent alcoholgebruik, ooit gebruik cannabis, ooit seksuele gemeenschap gehad, emotionele problemen en gedragsproblemen). Dit is vergelijkbaar met Zeeland. Het is mogelijk dat de samenhang tussen risicogedragingen verklaard kan worden aan de hand van overkoepelende factoren zoals jeugdcultuur of experimenteergedrag. Interventies gericht op afzonderlijk risicogedrag moeten daarom onderling worden afgestemd, en bij voorkeur worden gecombineerd tot één aanpak (Schoemaker et al., 2008; van Dorsselaer et al., 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Jeugd
2
Op initiatief van het ministerie van VWS worden voor jongeren gratis en anonieme seksualiteitsspreekuren georganiseerd,
zogenaamde Sense spreekuren. Daar kunnen jongeren terecht met vragen over seksualiteit, relaties, vrijen en anticonceptie maar ook met problemen rond seksueel overschrijdend gedrag of onbedoelde zwangerschap. Naast de spreekuren vinden ook andere activiteiten plaats.
19
19 t/m 64 jaar: Gezonde volwassenen, gezonde toekomst Het bevorderen van de gezondheid van volwassenen levert op veel fronten voordeel op: veel volwassenen voeden kinderen op en zij zijn de toekomstige ouderen. Bij de beoordeling van hun eigen gezondheid tillen mensen van middelbare leeftijd zwaar aan lichamelijke en psychische klachten. Een gezonde leefstijl kan veel uitval door ziekte (in zorg en werk) voorkomen. Het doel van het gezondheidsbeleid is dat burgers zo lang mogelijk deelnemen aan de samenleving en zelfstandig zijn, ook al hebben ze één of meer ziekten of aandoeningen. In Reimerswaal hebben minder volwassenen minimaal één chronische ziekte of aandoening dan gemiddeld in Zeeland. Op het gebied van leefstijl valt echter nog winst te behalen. Bijna de helft van de volwassenen heeft overgewicht, ruim een derde voldoet niet aan de beweegnorm en kwart van de volwassenen rookt. Volwassenen in Reimerswaal ontbijten minder vaak en sporten minder dan gemiddeld in Zeeland. Reimerswaal biedt voor deze doelgroep wel interventies aan, maar het bereik is niet groot. In de lokale cultuur is veel zorg voor elkaar. Er is dan ook wel belangstelling voor een cursus tiltechniek. De arbeidsparticipatiegraad voor vrouwen is laag, in vergelijking met de rest van Zeeland; dat maakt dat de problematiek van gezinnen met kleine kinderen niet groot is.
Minder volwassenen met een chronische ziekte In Reimerswaal heeft 33% van de volwassenen minimaal één chronische ziekte of aandoening. Dat is minder dan gemiddeld in Zeeland (zie figuur 10). Ten opzichte van 2005 is het percentage chronisch zieken onder volwassenen in Reimerswaal gedaald van 42% naar 33% in 2009. Dit wil overigens niet zeggen dat mensen die een ziekte hebben, zich niet gezond voelen. Gezond voelen is meer dan niet ziek zijn. Het betekent dat je dingen kunt doen die je wilt doen, dat je onafhankelijk bent, dat je je fit voelt en dat je in balans bent (zowel geestelijk als lichamelijk) (Hoeymans et al., 2010). De meeste volwassenen in Reimerswaal (90%) ervaren hun gezondheid als goed. Van de volwassenen in Reimerswaal met één of meerdere chronische aandoeningen ervaart 74% de eigen gezondheid als goed.
Zeeland
Reimerswaal
Minder goede ervaren gezondheid
11
40
Een of meerdere chronische aandoeningen
33*
0
10
20
%
30
40
50
Figuur 10 Chronische aandoeningen en ervaren gezondheid onder volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reimerswaal (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Naast lichamelijke gezondheid is ook geestelijke gezondheid van belang. Mensen met een goede geestelijke gezondheid zijn in staat een zinvol, betrokken en productief leven te leiden, relaties met
20
anderen aan te gaan en met tegenslagen om te gaan. Een goede geestelijke gezondheid is belangrijk voor het individu, maar zeker ook voor de maatschappij (denk maar aan zorgkosten en productieverlies). Bij bevorderen van de geestelijke gezondheid verdienen ook spanning en stress in de privé- en/of werksituatie aandacht. In Reimerswaal voelt 15% van de volwassenen zich psychisch ongezond (zie figuur 11). Ongeveer een derde van de volwassenen in Reimerswaal (32%) heeft een matig tot hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. 40 35 30 25 % 20 15 10 5 0
32
15
Voelt zich psychisch ongezond
Risico op ontwikkelen angststoornis of depressie
Figuur 11 Psychische gezondheid volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reimerswaal (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland)
Volwassenen ontbijten en sporten minder Nog veel volwassenen gedragen zich ongezond (zie figuur 12). De meeste gezondheidswinst is te behalen door het verminderen van roken, gevolgd door het verminderen van overgewicht en het verminderen van overmatig alcoholgebruik (van der Lucht & Polder, 2010). Beweging is goed, zowel voor de lichamelijke als de geestelijke gezondheid. Volwassenen in Reimerswaal sporten minder dan gemiddeld in Zeeland. Een derde beweegt te weinig, maar dat is niet afwijkend van Zeeland. Ook ontbijten volwassenen minder vaak dan gemiddeld in Zeeland. Wat betreft roken en overmatig alcoholgebruik wijkt Reimerswaal niet af van Zeeland. Van de volwassenen in Reimerswaal heeft de bijna de helft (46%) overgewicht, waarvan 11% zelfs ernstig (obesitas).
Reimerswaal
Zeeland
80
67* 53
60 % 40
34
26
20
19* 9
14
0 Roker
Overmatig alcoholgebruik
Ontbijt niet dagelijks Voldoet niet aan NL Sport minder dan 1x Norm Gezond per week Bewegen
Figuur 12 Leefstijl volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Goes (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Reimerswaal stimuleert bewegen voor volwassenen en ouderen middels het project “Elke stap telt’ (zie tekstblok 4).
21
Tekstblok 4: ‘Elke stap telt’ Middels ‘Elke stap telt’ biedt de gemeente aan de 55+ inwoners een uniek wandelproject, wat als doel heeft binnen 10 weken de conditie te verbeteren. Samen met andere gemeenten en Sport Zeeland is dit project uit België Zeeland binnengehaald. Via het project gaan 55plussers wandelen. Zowel de niet actieve senioren, de minder actieve senioren als de sportieve senioren kunnen meedoen. Bij dit project is de stappenteller essentieel. Alle deelnemers krijgen bij aanvang van het project een professionele stappenteller en een persoonlijk wandelprogramma, afgestemd op de conditie bij aanvang. Eenmaal in de week komen de deelnemers bij elkaar oom hun nieuwe weekplan op te halen (het wandelhuiswerk voor de komende week). Op deze manier bouw je rustig en nagenoeg zonder het te merken je conditie op. Tevens wordt met de groep eenmaal in de week samen gewandeld en krijgen de deelnemers informatie over thema’s die betrekking hebben op de gezondheid. Goed voor de conditie en voor de sociale contacten.
> Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Volwassenen
65 jaar en ouder: gezondheid koesteren Het gaat eigenlijk best goed met de ouderen in Reimerswaal. Gezondheid heeft bij ouderen een andere betekenis dan bij jongeren. Bij gezond ouder worden, gaat het niet alleen om het voorkómen en uitstellen van ziekten en sterfte. Het betreft ook het voorkómen en terugdringen van beperkingen in het functioneren. En om het bevorderen van zelfredzaamheid, participatie en een goede kwaliteit van leven. Driekwart van de ouderen in Reimerswaal heeft een chronische aandoening. In Reimerswaal zijn er minder ouderen die zich psychisch ongezond voelen. Vier op de tien ouderen in Reimerswaal beweegt te weinig en meer ouderen hebben overgewicht. Inzet op het bevorderen van beweging voor deze doelgroep is dus belangrijk. In Reimerswaal zijn minder ouderen beperkt in hun dagelijkse levensverrichtingen Ouderen in de gemeente Reimerswaal ervaren hun gezondheid niet slechter of beter dan ouderen in Zeeland of vergeleken met 2007. Ook zijn er evenveel ouderen in Reimerswaal met een chronische aandoening als in Zeeland, ongeveer driekwart. In Reimerswaal zijn minder ouderen beperkt in hun dagelijkse levensverrichtingen (zoals aankleden, wassen), namelijk 11% tegenover 15% Zeeuws gemiddeld (zie figuur 13).
22
Zeeland
Reimerswaal
Chronische aandoeningen
77
Matig tot slecht ervaren gezondheid
27
Beperkt door lichamelijke gezondheid
34 15 11*
ADL-beperkingen
0
20
40
60
80
%
100
Figuur 13 Lichamelijke gezondheid ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Psychisch ongezondheid onder ouderen gedaald Het aantal ouderen in Reimerswaal dat zich psychisch ongezond voelt is sinds 2007 gedaald van 18% naar 13% en is nu lager dan gemiddeld in Zeeland (zie figuur 14). Het percentage ouderen met een verhoogd risico op angststoornis of depressie is 30%. Onder 75-plussers is dit een stuk hoger dan onder de jongere leeftijdsgroep: 43% tegenover 27%.
% dat zich psychisch ongezond voelt
2007
2010
60 50 40 30 20
19
18
17
13 *
10 0 Reimerswaal
Zeeland
Figuur 14 Psychische gezondheid ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland) *significant verschil (niet berustend op toeval) met gemiddelde van Zeeland
Zet in op bewegen bij ouderen Van de ouderen heeft 67% overgewicht, meer dan gemiddeld in Zeeland (58%). Daarvan kampt 15% met ernstig overgewicht. Dit overgewicht percentages zijn vergelijkbaar met 2007. De problematiek van
23
overgewicht lijkt enigszins te stabiliseren, maar stabiliseert wel op een te hoog niveau. Dit is ook landelijk het geval (Hoeymans et al., 2010). Zelfs op oudere leeftijd levert leefstijlverandering gezondheidswinst op (Zantinge et al., 2011). Zo is bekend dat aanpassingen in bewegen, voeding, alcoholgebruik en roken de kans op de sterfte aan verschillende aandoeningen verkleint. Bewegen is belangrijk; niet alleen voor het behoud van gezondheid maar ook voor het beperken van de gevolgen van ziekten. Daarnaast kan het achteruitgang in het functioneren, zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij voorkomen. Ook om valongevallen te voorkomen, is voldoende beweging van belang.
% dat voldoet aan norm gezond bewegen
2007
2010
80
61 60
63
61
56
40 Reimerswaal
Zeeland
Figuur 15 Bewegen onder ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland)
Tekstblok 5 - Project Vitaal Reimerswaal Aan de gemeente is door de landelijke overheid de schone taak toebedeeld om ook voor ouderen een preventief gezondheidsbeleid op te stellen en deze natuurlijk ook ten uitvoer te brengen. De benaderingswijze van GALM blijkt een effectieve methode om mensen over de streep te trekken om mee te doen aan het project. Om niet alleen op sportief gebied de senioren in Reimerswaal iets te bieden is daar het deel van PGO-O aan toegevoegd. Zo ontstaat er een goede combinatie om alle speerpunten uit de gezondheidsnota na te streven: goed gewicht, psychosociale gezondheid en vermindering van het genotmiddelengebruik. Het combineren van PGO-O en GALM gebeurt als volgt: de fittest van GALM wordt uitgevoerd en de vragenlijst van PGO-O wordt gebruikt. De vragenlijst (inde bijlage) is dusdanig aangepast dat deze geen overlap vertoont met de vragen en meting van de GALM methodiek. Daarnaast zijn er nog twee aanvullingen gedaan. Er is een welzijnsboekje gemaakt, waarin geprobeerd is inzichtelijk te maken welke verenigingen, stichtingen en organisaties er een aabod hebben voor senioren. En er wordt voor de deelnemers de mogelijkheid geboden om na het doen van de fittest en het invullen van de vragenlijst naar een markt te gaan, waar instellingen en verenigingen hun aanbod kunnen laten zien aan de deelnemers. Eventueel kan ook naar aanleiding van het adviesgesprek dat na de GALMtest en de PGO-vragenlijst volgt, direct worden doorverwezen naar een betreffende instelling.
24
Zes op de tien ouderen in Reimerswaal voldoet aan de beweegnorm (zie figuur 15). De 65- t/m 74jarigen bewegen meer dan 75-plussers. Zo beweegt ruim de helft van de 75-plussers te weinig. Vergeleken met 2007 is het aantal ouderen dat aan de norm voldoet licht gestegen. In Reimerswaal zegt 6% van de ouderen gebruik te maken van sport- of bewegingactiviteiten voor ouderen vanuit een activiteiten- of dienstencentrum. Dit is vergelijkbaar met Zeeland. De gemeente zorgt voor aanbod, zoals de projecten ‘Vitaal Reimerswaal’ en ‘Elke stap Telt’ (zie tekstblok 4 en tekstblok 5). Valpreventieprojecten zijn kosteneffectief Aandacht voor valpreventie is belangrijk. De verminderde mobiliteit en balans zijn de belangrijkste oorzaken van vallen bij ouderen. Valincidenten zijn de meest voorkomende privéongevallen bij ouderen met alle gevolgen van dien, zoals lichamelijk letsel en sociaal isolement (VWS, 2011). Van de ouderen in Reimerswaal heeft 10% in de afgelopen 3 maanden letsel opgelopen, 3% heeft een letsel opgelopen door een valongeval. Omdat onderzoek aantoont dat valpreventieprojecten voor gemeenten kosteneffectief zijn, kan de gemeente hier op inzetten. Door samenhang te creëren, extra te investeren in signalering en doorverwijzing naar effectieve interventies (zoals Tai Chi en cursus In balans) kunnen kosten op de Wmo worden bespaard. Reimerswaal doet al het nodige aan valpreventie (zie tekstblok 6).
Tekstblok 6 - Valpreventie in Reimerswaal Aandacht voor valrisico’s en valpreventie is nodig, omdat ook in de gemeente Reimerswaal het aantal oudere inwoners de komende jaren toeneemt. Onderzoek toont aan dat deze bevolkingsgroep steeds vaker ernstig gewond raakt bij een valpartij thuis. Deze valpartijen betekenen vaak een voortijdig einde van de zelfstandigheid van ouderen. Valpreventie is daarom nodig en daar kan een ieder zelf iets aan doen, bijvoorbeeld door de cursus ‘In Balans’ te volgen. Deze cursus wordt door iemand van Ter Weel gegeven en zorgt ervoor dat ouderen alert omgaan met het voorkomen van vallen. Ook de tentoonstelling ‘het zesde zintuig’ past binnen de valpreventie. Bij het ouder worden gaan de zintuigen achteruit, maar gelukkig beschikken we nog over een extra aanvullend zesde zintuig, ons verstand. Dit wordt nog te weinig benut. De tentoonstelling bestaat uit zeven panelen, waarbij men op een ludieke manier de eigen zintuigen kan testen. Per paneel staat informatie over het zintuig, kan men dit testen en worden alternatieve oplossingen gegeven, in het geval het betreffende zintuig niet meer zo goed werk. De algemene boodschap is hier: laat je hersenen werken en gebruik je zesde zintuig, ofwel je gezond verstand en verander je gedrag en schaf hulpmiddelen aan als dat nodig is
Overmatig alcoholgebruik is ook bij ouderen een probleem Op het gebied van roken en alcohol drinken wijkt Reimerswaal niet af van Zeeland en van de situatie in 2007. Landelijk steeg tussen 1999 en 2008 het aantal ouderen met drankproblemen in de verslavingszorg. Onderzoek wijst uit dat ouderen minder goed tegen alcohol kunnen (Kuunders & van Laar, 2010). Ook kan overmatig alcoholgebruik de kans op een val vergroten en in combinatie met medicijnen een risico vormen. Alcoholgebruik is ook van invloed op het krijgen van ruim 60 chronische of acute aandoeningen (Kuunders & van Laar, 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Ouderen
25
3. Gezonde en veilige omgeving Bij een gezonde omgeving gaat de eerste gedachte al snel uit naar frisse lucht. Maar een gezonde omgeving is zoveel meer. Het is een omgeving waarin mensen zich veilig voelen, waar ze graag vertoeven, mensen ontmoeten en waar ze geen overlast ervaren. Ook dat is een verademing. Op het terrein van de leefomgeving kan de overheid een belangrijke rol spelen (de Kok et al., 2011). Dit hoofdstuk beschrijft de sociale omgeving van jongeren, volwassenen en ouderen, het belang van de inrichting van de wijk en de staat van de fysieke omgeving.
3.1 Sociale omgeving De sociale omgeving heeft grote invloed op het welzijn van burgers. Het is van belang dat burgers zich veilig voelen in hun omgeving. De belangrijkste sociale omgeving van kinderen en jongeren is hun gezin, de school en de buurt. Zo is het voor een goede sfeer op school belangrijk dat kinderen elkaar accepteren en elkaar niet pesten. Echter, ook in Reimerswaal worden veel kinderen gepest. Veel volwassenen brengen een groot deel van de tijd op hun werk door. Zij hebben daar contacten, naast hun gezin, de wijk en de verenigingen waarvan ze lid zijn. Toch ervaren vier op de tien volwassenen in Reimerswaal weinig sociale samenhang binnen hun gemeenschap en voelt bijna één op de zes zich wel eens onveilig. Ouderen zijn vaak thuis of in een instelling voor verzorging of verpleging. Sommigen zijn actief in de maatschappij, maar bij veel ouderen krimpt de sociale omgeving. Eenzaamheid is voor veel ouderen een groot probleem. Ook raken veel ouderen afhankelijk van (mantel)zorg. Maatschappelijke organisaties, zoals kerken, sportclubs en (buurt)verenigingen spelen een belangrijke rol in de sociale omgeving. Sociale netwerken beïnvloeden het gedrag van jongeren De sociale omgeving in het gezin, de buurt en de school kan een bron van steun maar ook een bron van stress zijn voor kinderen en jongeren. De opvoeding en de sociale netwerken (waaronder steeds meer online netwerken) van jongeren beïnvloeden hun gedrag. Volwassenen kunnen bijdragen aan de gezondheid van de kinderen door zelf het goede voorbeeld te geven. Ouders ontvangen advies over gezondheid en leefstijl van de Jeugdgezondheidszorg. Maar ook peuterspeelzalen, scholen en kinderdagverblijven spelen een rol in de sociale omgeving van kinderen en jongeren. Een gezond pedagogisch klimaat helpt kinderen zich prettig te voelen op school en beter te presteren. Voor een goede sfeer op school is het belangrijk dat kinderen elkaar accepteren en elkaar niet pesten. Van de 9en 10-jarigen in Reimerswaal wordt meer dan de helft gepest (zie figuur 16). Bij oudere kinderen is 6% slachtoffer van pesten op school (≥2 of 3x per maand). Deze cijfers zijn vergelijkbaar met Zeeland.
26
60
54
40 % 20 6 0 Wordt gepest (9-10 jr)
Slachtoffer van pesten** (14-15 jr)
Figuur 16 Pesten onder kinderen en jongeren in Reimerswaal (Bron: Monitor Primair Onderwijs 2010; Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland) **Slachtoffer van pesten: minimaal 2 keer per maand gepest op school
Gepest worden vergroot gevoelens van eenzaamheid en depressie. Het kan bestaande problemen verergeren. Slachtoffers gaan zichzelf minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan. Die gevoelens kunnen leiden tot een verder isolement en een diepere depressie hetgeen nog meer pestgedrag uitloktn (NJI, 2012). Hoewel zij wel naar school gaan en lid zijn van verenigingen, hebben eenzame kinderen geen ‘betekenisvolle’ sociale contacten (Smit & van Gorsel, 2005). Zeer eenzaam noemen we kinderen die noch een vriend(in), noch iemand anders hebben om ‘alles’ mee te bepraten. Beperkt eenzaam zijn kinderen die geen vriend(in) hebben, maar wel een ander persoon, bijvoorbeeld vader of moeder, om dingen mee te bespreken. Niet eenzaam zijn de kinderen die aangeven in ieder geval een vriend(in) te hebben om mee te praten. Van de 9- en 10-jarigen in Reimerswaal is 2% zeer eenzaam en 17% een beetje eenzaam. Scholen, ouders en verenigingen moeten dit bij deze kinderen kunnen signaleren en helpen bij het ontwikkelen van betekenisvolle contacten. Een vijfde van de jongeren voelt zich wel eens onveilig De buurt waarin kinderen en jongeren opgroeien is belangrijk voor hun ontwikkeling. In een gezonde buurt voelen jongeren zich veilig. Van de 14- en 15-jarigen in Reimerswaal voelt 17% zich wel eens onveilig (overdag en/of ’s avonds/’s nachts) (zie figuur 17).
27
Voelt zich overdag en/of 's avonds/ 's nachts wel eens onveilig 20
17 15
15
12
% 10 5 0 14-15 jr
19-64 jr
65+ jr
Figuur 17 Gevoelens van onveiligheid bij en jongeren (14-15 jaar), volwassenen (19 t/m 64 jaar) en ouderen (65plus) in Reimerswaal (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland, Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland)
Kindermishandeling bestaat helaas ook in Reimerswaal Het gezin zou een veilige plek moeten zijn. Toch is dit in de praktijk niet altijd het geval. Soms leidt stress tot geweld binnen het gezin en zelfs tot kindermishandeling. In 2008 zijn in Reimerswaal 17 kinderen gemeld bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) (CBS, 2008). Dit komt overeen met 0,3% van het totaal aantal 0 t/m 17 jarigen in de gemeente (0,69% in Zeeland). Bij kindermishandeling, huiselijk geweld en overlast is zo snel mogelijk actie vereist. Natuurlijk is preventie belangrijk. De gemeente kan bijvoorbeeld opvoedondersteuning aanbieden. Ook het Centrum voor Jeugd en Gezin kan hierin een belangrijke rol spelen. Huiselijk geweld kan alleen stoppen als mensen er zelf iets aan doen en verantwoordelijkheid nemen voor de eigen veiligheid en voor de veiligheid van anderen. Met vragen over huiselijk geweld kunnen burgers altijd terecht bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland. Het biedt één aanspreekpunt voor slachtoffers, daders en iedereen, die op een of andere manier betrokken is bij huiselijk geweld. De benaderingswijze die veel gebruikt wordt door het steunpunt huiselijk geweld is Sings of Safety (SofS), en is gebaseerd op drie uitgangspunten: -
Het creëren van partnerschap met kinderen en ouders;
-
Eerlijkheid over wat moet veranderen, inventariseren van signalen van veiligheid en het bieden van keuzemogelijkheden aan ouders en kinderen;
-
Rekening houden met het perspectief en wensen van ouders en kinderen, zonder het doel van een veilige opvoedingssituatie uit het oog te verliezen.
SofS is tegelijkertijd een visie en een methodiek die de verantwoordelijkheid voor een groot deel bij het netwerk legt. Er wordt vooral een beroep gedaan op de kracht en oplossingsgerichtheid en oplossingsvaardigheden van het gezin en het netwerk. Vier op de tien volwassenen ervaart een lage sociale samenhang in Reimerswaal Sociale samenhang is de mate waarin mensen zich binnen hun wijk verbonden voelen. Dit is een belangrijke voorspellende waarde als het gaat om het blijven wonen in de buurt. Hoe hoger de sociale samenhang, hoe gezonder de mensen zijn en zich voelen (Ruijsbroek & Verweij, 2009). Van de volwassenen in Reimerswaal is 39% ontevreden over de sociale samenhang in de buurt (zie figuur 18).
28
Is (zeer) ernstig eenzaam
5
<2x contact per maand met vrienden of kennissen
14
<2x contact per maand met familie
7
Lage sociale samenhang
39 0
10
20
%
30
40
50
Figuur 18 Sociale omgeving volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reimerswaal (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland)
In Reimerswaal is 5% van de volwassenen (zeer) ernstig eenzaam, evenveel als gemiddeld in Zeeland. Daarnaast blijkt 7% van de mensen in Kapelle minder dan twee keer per maand contact te hebben met familie en 14% met vrienden of kennissen. Naast een partner kunnen contacten binnen de familie en met vrienden beschermen tegen eenzaamheid (Savelkoul, 2010). Een derde van de Zeeuwse volwassenen die weinig sociale contacten hebben, is (zeer) ernstig eenzaam. Bijna één op de zes volwassenen voelt zich wel eens onveilig Sociale veiligheid betreft zaken als huiselijk geweld en gevoelens van onveiligheid in de buurt (Smit, 2009). Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is, kan mensen belemmeren in hun sociale bezigheden. In Reimerswaal voelt 15% van de volwassenen zich wel eens onveilig in hun buurt (zie figuur 17). Het aantal (zeer) ernstig eenzame ouderen is gelijk gebleven Eenzaamheid is niet alleen voor volwassenen een belangrijke risicofactor, maar ook bij ouderen. Er is sprake van eenzaamheid als er een verschil is tussen de gewenste en de werkelijke sociale relaties. Hierbij kan het gaan om het aantal sociale relaties maar ook om de kwaliteit ervan. Langdurige eenzaamheid heeft directe gevolgen voor de kwaliteit van leven. Het heeft een negatieve invloed op de gezondheid. Het aantal eenzame ouderen (matig t/m zeer ernstig) in Reimerswaal is ten opzichte van 2007 nagenoeg gelijk gebleven. Het is ook vergelijkbaar met het gemiddelde in Zeeland (zie figuur 19). Onder de 75-plussers is het aantal (zeer) ernstig eenzamen bijna twee keer zo groot als onder de jongere leeftijdsgroep. De gemeente Reimerswaal bestrijdt eenzaamheid met de interventie ‘Denken en Doen’, waarvan intussen effecten zichtbaar worden.
29
100% 80% zeer ernstig eenzaam 60%
ernstig eenzaam
40%
matig eenzaam niet eenzaam
20% 0%
2007
2010
Figuur 19 Eenzaamheid onder ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland)
> Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Gezonde en veilige omgeving
3.2 Inrichting van de omgeving De inrichting van onze leefomgeving beïnvloedt onze gezondheid. De aanwezigheid van groen en water, voldoende en veilige speel- en sportvoorzieningen en veilige fiets- en wandelroutes bevorderen een gezonde leefstijl. Een gezonde omgeving is verkeersveilig en nodigt uit tot bewegen en het ontmoeten van buurtbewoners (Wetten, 2010). Reimerswaal is een gemeente met veel groen en een landelijke omgeving. Meer lichamelijk en psychisch welbevinden in een beweeg vriendelijke omgeving Voldoende beweging draagt bij aan een gezond gewicht. Het gunstig beïnvloeden van de leefomgeving draagt bij aan het voldoen aan de beweegnorm en de preventie van gewichtstoename. Het bevorderen van gezonde mobiliteit heeft ook een positief effect op andere omgevingsdeterminanten zoals beperking van de CO2-uitstoot, verbetering van de verkeersveiligheid, de sociale samenhang en psychosociale gezondheid (Hertog, 2012). Reimerswaal werkt aan speelruimtebeleid. (Zie tekstblok 7.)
Tekstblok 7. Speelruimtebeleid van de gemeente Reimerswaal. Aan een speelruimtebeleid wordt gewerkt; de ambitie is om in elke kern een speeltuin te realiseren, en bij het opstellen van bestemmingsplannen wordt hiermee rekening gehouden. Er is budget beschikbaar voor het onderhoud en eventuele vervanging van speeltoestellen.
30
Werken aan verkeersveilige wijken In de periode 1993-2009 is het aantal geregistreerde verkeersongevallen in Reimerswaal gedaald tot 24 gevallen in 2009 (zie figuur 20). Uit gegevens van de Advies Dienst Verkeer en Vervoer (AVV) telde Reimerswaal in 2010 9,95 verkeersongevallen per 1000 inwoners en 0,5 verkeersslachtoffers per 1000 inwoners. Gemiddeld in Zeeland waren dit 8,4 ongevallen en 0,98 slachtoffers per 1000 inwoners. Regionale overheden (zoals gemeenten en provincies) zijn verantwoordelijk voor de inrichting van hun eigen wegen. Zij stellen regionale verkeers- en vervoersplannen op.
Aantal geregistreerde ongevallen
60
50 40 30 20 10 0 93
94
95
96
97
98
99
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
jaar Figuur 20 Aantal verkeersongevallen in Reimerswaal in 1993-2009 (Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Dutch Hospital Data)
Omgeving kan gezonde voeding stimuleren Met het oog op overgewicht kan Reimerswaal basisscholen stimuleren om gezonde producten aan te bieden of een gezond traktatiebeleid te voeren. De gemeente kan daarnaast nog veel meer doen. Een goed voorbeeld is het vestigingsbeleid van snackbars. Ook gezonde sportkantines kunnen bijdragen aan een gezond gewicht. Tot slot is een belangrijke rol weggelegd voor de lokale supermarkt. Deze kan gezonde voeding stimuleren, door de gezonde keus makkelijk en goedkoop te maken. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Gezonde en veilige fysieke omgeving
3.3 Buiten- en binnenmilieu Het buitenmilieu heeft soms onmerkbare invloed op de gezondheid van de bevolking. De gemeente heeft de taak om de bevolking te beschermen tegen de negatieve gevolgen hiervan. Ook het binnenmilieu heeft veel invloed. Mensen zijn immers het grootste deel van de tijd binnenshuis (Jongeneel, 2010). Ongezonde stoffen, zoals tabaksrook, vocht en schimmels kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken. Ook in Reimerswaal ervaren mensen hinder van geluid, geur of stof. Volwassenen in Reimerswaal hebben de meeste hinder van geluid. Zeven op de tien volwassenen ventileren hun woonkamer onvoldoende. De meeste hinder door geluid Volwassenen in Reimerswaal ondervinden net zoals volwassenen elders in Zeeland de meeste hinder door geluid (zie figuur 21). Bromfietsers en auto- en vrachtverkeer veroorzaken de meeste ernstige geluidshinder. Daarnaast ondervindt ruim één op de twaalf mensen in Reimerswaal ernstige geurhinder
31
en ruim één op de zeventien ernstige stofhinder. Allesbranders/open haarden en bedrijven veroorzaken de meeste ernstige geurhinder.
Stofhinder
6
Geurhinder
8
Geluidshinder
23
0
5
10
15
20
25
% Figuur 21 Hinder door geluid, geur en stof onder volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reimerswaal (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland)
De totale geluids-, geur- en stofhinder in Reimerswaal verschilt niet van Zeeland gemiddeld. Kijken we specifiek naar de verschillende bronnen van hinder dan zien we dat volwassenen in Reimerswaal meer hinder hebben van wegverkeer <50 km/uur en relatief meer van treinverkeer dan gemiddeld in Zeeland. Ventilatie woningen veelal onvoldoende De gezondheidsgevolgen van een slecht binnenmilieu zijn zeer divers en variëren van klachten als vermoeidheid, hoofdpijn en geïrriteerde ogen tot (verergering van) astma en hart- en vaatziekten (Jongeneel, 2010). Het binnenmilieu bij volwassenen in Reimerswaal is vergelijkbaar met Zeeland. Ten opzichte van 2005 zijn nu meer volwassenen in Reimerswaal die de woonkamer ongunstig ventileren (van 61% naar 69%).
Ongunstige ventilatie woonkamer
69
Schimmel en vochtplekken
27
Rook in huis door verhoogde kans verbrandingsprodukten (roken in huis/ slecht ventilatiegedrag)
18
0
20
%
40
60
Figuur 22 Binnenmilieu volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reimerswaal (Bron: Volwassenenmonitor 2009, GGD Zeeland)
32
80
Ouderen en kleine kinderen meest kwetsbaar bij ongezond binnenmilieu Ouderen en kleine kinderen zijn het meest kwetsbaar als het binnenmilieu ongezond is. Zij brengen meer tijd binnenshuis door en hun afweersysteem is nog niet of niet meer optimaal (Jongeneel, 2010). Tot nu toe is vooral ingezet op het verbeteren van het binnenklimaat op kinderdagverblijven. Er is weinig bekend over de kwaliteit van het binnenmilieu van seniorenwoningen. Ouderen vormen nog nauwelijks een aparte doelgroep bij het verbeteren van het binnenmilieu (Zantinge et al., 2011).
33
4. Maatschappelijke participatie en zorg Een goede gezondheid vergroot de kans op deelname aan de samenleving. Dit is belangrijk. Immers, door de vergrijzing komen er steeds meer ouderen die hulp nodig hebben terwijl door de krimp het aantal beroepskrachten daalt (Post, 2010). Informele zorg, zoals mantelzorg en vrijwilligerswerk, wordt daarmee steeds belangrijker. Dit hoofdstuk behandelt achtereenvolgens arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg en zorg, begeleiding en voorzieningen.
4.1 Arbeid Werkloosheid vergelijkbaar met Zeeland en lager dan Nederland Investeren in de gezondheid van mensen (en daarmee de beroepsbevolking) is een investering in de economie. In Reimerswaal is het percentage mensen dat kan werken 63% vergeleken met 67% in Nederland (CBS, 2011). Het aandeel niet werkende werkzoekenden in Reimerswaal is vergelijkbaar met Zeeland (zie figuur 23) en lager dan het landelijk gemiddelde. De lichamelijke en geestelijke gezondheid van werklozen is vaak slechter dan van de werkende bevolking. Chronische aandoeningen en beperkingen kunnen obstakels zijn voor deelname aan het arbeidsproces. In samenwerking met MEEZeeland wordt bij de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Reimerswaal bekeken of uitkeringsgerechtigden begeleid kunnen worden naar betaalde arbeid, een leer-werk traject of een ander vorm van dagbesteding. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Volwassenen
Nederland
6
Zeeland
4,5
Reimerswaal
3,8
0
1
2
3
4
5
6
7
% niet werkende werkzoekenden
Figuur 23 Niet werkende werkzoekenden (15 t/m 64 jaar) in Reimerswaal, Zeeland en Nederland (Bron: UWV, december 2011)
De (potentiële) beroepsbevolking zal in de toekomst dalen. Daarom is het belangrijk dat degenen die werken zo gezond en productief mogelijk zijn. Sommige arbeidsomstandigheden, zoals lichamelijke
34
inactiviteit en het eten van ongezonde voeding, verslechteren de gezondheid. Risicogroepen voor psychische klachten zijn werknemers in de gezondheidszorg, het onderwijs, de horeca en de politie. Bewegingsarmoede komt veel voor bij mensen die werken in de transport- en vervoersector en bij beleids- of administratief werk.
4.2 Vrijwilligerswerk en mantelzorg Om mensen zo lang mogelijk zelfredzaam en uit zorg te houden, is het belangrijk om informele zorg zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg te stimuleren. Zowel jongeren, volwassenen als ouderen bieden vrijwilligerswerk en mantelzorg (zie figuur 24 en 25).
% vrijwilligerswerk
33
32
32 31 30
29
29
19-64 jr
65+ jr
29 28 27 14-15 jr
Figuur 24 Vrijwilligerswerk in Reimerswaal (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland; Volwassenenmonitor 2009, Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland)
Ook in Reimerswaal doen jongeren een maatschappelijke stage Het is belangrijk dat jongeren betrokken zijn bij een duurzame leefbare samenleving. Leerlingen die maatschappelijke stage lopen, hebben een hoger niveau van burgerschap. Hierbij gaat het om vaardigheden als respect voor een ander, zelfvertrouwen, bewustwording van de omgeving en waardering voor vrijwilligerswerk. Het is belangrijk om jongeren bewust te maken van hun toekomstige rol in de maatschappij (www.maatschappelijkestage.nl). Van de 14-15 jarigen in Reimerswaal doet 42% een maatschappelijke stage, evenveel als gemiddeld in Zeeland. Ouderen zijn meer vrijwilligerswerk gaan doen Binnen de groep ouderen zijn het vooral de jongste ouderen die relatief veel vrijwilligerswerk verrichten. Het aandeel jongeren, volwassenen en ouderen dat vrijwilligerswerk doet in Reimerswaal is vergelijkbaar met dat in heel Zeeland. Ouderen in Reimerswaal zijn sinds 2007 meer vrijwilligerswerk gaan doen (gestegen van 22% naar 29%), net als gemiddeld in Zeeland. Jongere mantelzorgers verdienen extra aandacht Mantelzorg wordt door 10% tot 14% van de inwoners gegeven (zie figuur 25). Mantelzorg is de zorg die men geeft aan een bekende uit de omgeving, zoals ouders, broer, zus, buren of vrienden, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Veel mantelzorgers verzorgen soms jarenlang hun naasten. Het geven van mantelzorg kan een bron van vreugde maar ook van zorg en spanning zijn. Mantelzorgers kunnen zich echter ook zwaar belast voelen. Bij 0,5 tot 2% van de bevolking in Reimerswaal is dit het geval.
35
Kinderen en jongeren die mantelzorg geven, verdienen extra aandacht. Zij hebben duidelijk meer opgroeien opvoedproblemen en meer lichamelijke en emotionele klachten. Dit is het gevolg van overbelasting en chronische stress door de situatie thuis. Opgroeien met ziekte en zorg kan beschouwd worden als risicofactor. Ook jonge mantelzorgers (kinderen) lopen risico (Mezzo, 2012). Van de jongeren in
% geeft momenteel mantelzorg
Reimerswaal vindt 5% het zwaar om mantelzorg te geven.
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
14 12 10
14-15 jr
19-64 jr
65+ jr
Figuur 25 Mantelzorg geven in Reimerswaal (Bron: Monitor klas 3 voortgezet onderwijs 2011, Jeugdmonitor Zeeland; Volwassenenmonitor 2009, Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland)
Door het toenemen van het aantal ouderen de komende jaren zal de druk op de aanwezige mantelzorgers en vrijwilligers groter worden. Daarnaast zal de behoefte aan informele zorg toenemen. Ouderen gaan in de toekomst een grotere rol spelen bij mantelzorg. Mantelzorgers hebben zelf vaak ook chronische aandoeningen en belemmeringen. Zo heeft 70% van de Zeeuwse oudere mantelzorgers een chronische ziekte en ervaart 28% lichamelijke beperkingen. Dit maakt deze groep extra kwetsbaar. Specifieke aandacht voor de mantelzorger is essentieel (RIVM 2011). Reimerswaal heeft een mantelzorgbestand van 100 mantelzorgers. Uit onderzoek blijkt dat zij het liefst een recreatieve activiteit ondernemen en zo met andere mantelzorgers ervaringen kunnen uitwisselen. Het mantelzorgsteunpunt organiseert jaarlijks diverse recreatieve activiteiten. Hiernaast organiseert dit steunpunt ook andersoortige activiteiten, zoals een workshop tiltechnieken in samenwerking met Buurtzorg en Jeremiasse. Het steunpunt biedt ook respijtzorg aan.
4.3 Zorg, begeleiding en voorzieningen De overheid stelt in de nota volksgezondheid dat ‘binnen de zorg niet alleen aandacht is voor de behandeling van ziekten maar ook voor het bevorderen van de gezondheid en preventie’ (VWS, 2011). Samenwerking met de verschillende disciplines is noodzakelijk. Hierbij moeten bereikbaarheid en toegankelijkheid de leidraad zijn. Het is primair de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars, zorgaanbieders, gemeenten en patiënten en cliënten om dit lokaal op te pakken (VWS, 2011). Meer ontevredenheid telefonische bereikbaarheid huisarts De huisarts is het eerste aanspreekpunt voor mensen met vragen of problemen met gezondheid en ziekte. De huisartsenzorg staat bekend als een toegankelijke voorziening. Maar kan iedereen nu en in de toekomst gemakkelijk bij de huisarts terecht? Toegankelijke zorg betekent dat personen die zorg nodig hebben, op tijd en zonder grote drempels, toegang hebben tot de zorgverlening. In 2010 had de gemeente Reimerswaal 11 huisartsen. Uit berekeningen van de VAAM (Vraag Aanbod Analyse Monitor) blijkt dat in Reimerswaal in 2015 een huisartsentekort van 0,03 FTE zal zijn. Ongeveer een derde (30%)
36
van de volwassenen en meer dan de helft (52%) van de ouderen in Reimerswaal heeft in de afgelopen 2 maanden contact gehad met de huisarts. Het merendeel is tevreden over de huisarts. Wel zijn in Reimerswaal meer mensen dan gemiddeld in Zeeland ontevreden over de telefonische bereikbaarheid van de huisarts voor het maken van een afspraak en over de snelheid waarmee men terecht kan op het spreekuur. De overheid stelt dat in de spreekkamer nog meer aandacht uit kan gaan naar het bieden van ondersteuning en informatie aan mensen die nog niet ziek zijn, maar wel bij een risicogroep horen. Ook kan bij mensen met bijvoorbeeld een chronische aandoening zelfzorg en zelfmanagement worden bevorderd (VWS, 2011). Stimuleer, initieer en ondersteun integrale zorg In de integrale zorg van chronische aandoeningen is preventie een essentieel onderdeel van de behandeling. In Reimerswaal zijn hometeams actief in de kernen Yerseke, Krabbendijke, Hansweert en Kruiningen/Rilland. Er vindt ongeveer eens per maand overleg plaats. In een hometeam wordt kennis met betrekking tot een specifieke situatie/cliënt gebundeld en wordt multidisciplinair beoordeeld wat de meest verstandige manier van handelen is. Vervolgens onderneemt de verantwoordelijke of aangewezen (medische) hulpverlener actie. Het is de bedoeling dat zorgelijke situaties van inwoners tijdig worden herkend en zo mogelijk in een zo vroeg mogelijk stadium worden opgelost. Een hometeam bestaat uit de volgende deelnemers: -
Medische disciplines: o
Huisartsen, verpleegkundigen/zorgaanbieders, Emergis (ouderen psychiatrie), medewerker GGD (Jeugd en Jongeren), medewerker van Ter Weel voor opname en wachtlijstbeheer m.b.t. verzorgings- of verpleeghuis
-
Overigen: o
De gemeente (sociale zaken/wmo)
o
Maatschappelijk werk (smwo)
o
Kerkelijke vertegenwoordiging (predikant)
Een kwart van de ouderen ontvangt professionele hulp Ongeveer een kwart van de ouderen in Reimerswaal ontvangt één of meer vormen van hulp (mantel-, vrijwilligers-, of professionele hulp) (zie figuur 26). Onder 75-plussers is dit percentage veel hoger.
37
krijgt nu mantelzorg
9
krijgt nu hulp van vrijwilliger
11
krijgt nu professionele zorg
23 0
10
20
% ouderen
30
Figuur 26 Hulp ontvangen onder ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland)
> Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Ouderen Minder ouderen met vervoersproblemen Het aantal ouderen dat in de gemeente Reimerswaal fietst of wandelt om ergens te komen is toegenomen ten opzichte van 2007 (zie figuur 27). Dit is ook provinciaal het geval. Ook het gebruik van de regiotaxi/deeltaxi en de eigen auto is toegenomen. Het gebruik van de gewone taxi is net zoals provinciaal flink afgenomen. 2007
2010
fietsen of wandelen eigen auto gehaald/gebracht door familie, vrienden, kennissen gehaald/gebracht door echtgenoot of partner regiotaxi of deeltaxi
openbaar vervoer taxi scootmobiel anders 0
20
%
40
60
80
Figuur 27 Vervoer van ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal in 2007 en 2010 (Bron: Ouderenmonitor 2007 en 2010, GGD Zeeland)
In 2007 ging bijna een kwart van de ouderen in Reimerswaal wel eens ergens niet naar toe vanwege vervoersproblemen. In 2010 is dit gedaald naar 16% en ligt hiermee lager dan gemiddeld in Zeeland. Ook op Zeeuws niveau is deze daling te zien maar minder sterk. Vervoersproblemen komen vooral voor onder de oudste ouderen (75-plus). Ouderen in de gemeente Reimerswaal maken minder gebruik van het openbaar vervoer dan gemiddeld in Zeeland.
38
Wmo- en welzijnsvoorzieningen helpen mensen langer zelfstandig te blijven Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en mee doen in de samenleving. Als meedoen of zelfstandig wonen niet lukt zonder hulp, kan iemand de gemeente vragen om ondersteuning, zoals hulp in de huishouding of een rolstoel. Gemeenten voeren de Wmo uit en iedere gemeente legt andere accenten. In Reimerswaal ontvingen in 2009 gemiddeld 37,7 per 1000 personen van 18 jaar of ouder huishoudelijke hulp (Giesbers, 2011). In Nederland ligt dit aantal op 39. Bijna een kwart van de ouderen in Reimerswaal maakt wel eens gebruik van een wmo-voorziening en een derde wel eens van een welzijnsvoorziening (zie figuur 28). Daarentegen weet ruim één op de zeven ouderen niet waar wmo-voorzieningen te vinden zijn. Reimerswaal heeft een digitaal wmo-loket waar burgers terecht kunnen voor aanvragen voor voorzieningen en verstrekkingen. Het gebruik van welzijnsvoorzieningen is zowel in Reimerswaal als in Zeeland tussen 2007 en 2010 gedaald. Het gebruik van welzijnsvoorzieningen is onder 75-plussers groter (46%) dan bij de jongere groep. Voor een aantal voorzieningen is de wens duidelijk groter dan het daadwerkelijk gebruik, zoals bij algemene gezondheidscheck, advies van een ouderenadviseur, hulp in huis door een vrijwilliger en hulp bij sociale contacten (zie figuur 28). Voor andere voorzieningen is het juist andersom, bijvoorbeeld bij hulp in de huishouding, hulp bij administratieve activiteiten, recreatieve en culturele activiteiten en maaltijdverstrekking. Kennelijk weten de ouderen de weg naar deze voorzieningen (relatief) goed te vinden.
vervulde behoefte (gebruik)
onvervulde behoefte (wens)
WMO-VOORZIENINGEN hulp in de huishouding vervoersvoorziening (regiotaxi of deeltaxi) woningaanpasssing rolstoel of scootmobiel ondersteuning bij geven mantelzorg ondersteuning vanweg werk als vrijwilliger WELZIJNSVOORZIENINGEN algemene gezondheidscheck hulp bij administratieve of financiële activiteiten sport-/bewegingsactiviteiten voor ouderen recreatieve/culturele activiteiten voor ouderen maaltijdverstrekking advies of voorlichting van ouderenadviseur hulp in huis van een vrijwilliger eetpunt hulp bij sociale contacten 0
20
%
40
60
80
Figuur 28 Gebruik en behoefte wmo- en welzijnsvoorzieningen van ouderen (65 jaar en ouder) in Reimerswaal (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland)
39
5
Extra aandacht voor kwetsbare groepen
Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning is het de taak van gemeenten om kwetsbare groepen te ondersteunen. Het begrip ‘kwetsbaar’ is echter een abstract begrip waar iedere beleidsmaker een eigen invulling aan geeft, zo blijkt uit onderzoek van MOVISIE (www.movisie.nl). Voor dit rapport worden er een aantal groepen uitgelicht die vanuit het perspectief van gezondheid, ondersteuning en zorg extra aandacht behoeven. Mensen met een lage opleiding leven in Nederland 6 tot 7 jaar korter dan hoogopgeleiden. Reimerswaal heeft een relatief grote groep laagopgeleide mensen. Ook risicogezinnen verdienen extra aandacht. In Reimerswaal is 4,9% van de gezinnen een ‘risicogezin’. Kwetsbare ouderen nemen vaak veel zorg af en maken meer gebruik van Wmo- en welzijnsvoorzieningen. De meest kwetsbare burgers tot slot vormt de zogeheten OGGz-groep (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). OGGz-zorg is relatief dure zorg. Door problemen in deze groep eerder te signaleren en op te pakken, kunnen kosten worden bespaard.
5.1 Sociaal economische gezondheidsverschillen Het gaat over het algemeen goed met de gezondheid van de Zeeuwen. Deze gezondheid is echter niet gelijk verdeeld over de bevolking. Zowel in Nederland als in Zeeland bestaan aanzienlijke gezondheidsverschillen tussen lagere en hogere sociaaleconomische groepen. De sociaaleconomische status (ses) is een indicatie van opleidingsniveau, hoogte van inkomen of beroepsstatus. Mensen met een lage opleiding leven in Nederland 6 tot 7 jaar korter dan hoogopgeleiden (van der Lucht & Polder, 2010). Bij lagere sociaaleconomische groepen is al op jonge leeftijd meer ongezondheid zichtbaar en zijn meer risicofactoren voor de gezondheid. In de loop der jaren zijn de gezondheidsverschillen in Nederland ongeveer gelijk gebleven. Er zijn geen aanwijzingen dat deze verschillen de komende jaren zullen afnemen (van der Lucht & Polder, 2010). > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Effectieve preventie Reimerswaal heeft meer laag opgeleiden en achterstandsleerlingen dan gemiddeld in Zeeland Reimerswaal heeft relatief veel laag opgeleiden onder 15- t/m 64-jarigen in vergelijking met Zeeland (CBS, 2008-2010) (zie figuur 29). Vier op de tien mensen is laag opgeleid. Het opleidingsniveau van ouders is een belangrijke indicator voor het risico op leerachterstanden bij kinderen. In 2009 is één op de vijf leerlingen op het basisonderwijs in Reimerswaal een achterstandsleerling. Dit is hoger dan gemiddeld in Zeeland (13%). Om deze achterstanden te voorkomen/bestrijden, krijgt de school voor deze achterstandsleerlingen extra personele en materiële ondersteuning. Gemeenten en scholen zijn volgens het landelijk onderwijsachterstandenbeleid verplicht om samen afspraken te maken over het verbeteren van de leerprestaties van leerlingen met een achterstand. Deze afspraken resulteren in programma’s voor voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE).
40
50
43
40 40
33
44
40
31
28
30 %
22 16
20
Reimerswaal Zeeland Nederland
10 0 Laag
Midden Opleidingsniveau
Hoog
Figuur 29 Opleidingsniveau van de beroepsbevolking (15 t/m 64 jaar) in Reimerswaal, Zeeland en Nederland (Bron: CBS 2008-2010)
Gezondheid in achterstandswijken vaker ongunstig De gezondheidsachterstand in lagere sociaaleconomische groepen is voor een deel te verklaren door de vaak ongunstige fysieke en sociale omgeving waarin zij leven. Ook hebben zij vaker een ongezonde leefstijl. Vaak clusteren deze ongunstige factoren zich. Dat vergroot de kans op gezondheidsachterstand (van den Heuvel et al., 2011). In bepaalde wijken wonen veel mensen met een lage ses, maar ook de sociale en fysieke leefomgeving hebben een negatieve invloed op de gezondheid en leefstijl. De wijk is daarmee zowel vindplaats als oorzaak van gezondheidsachterstanden (van den Heuvel et al., 2011). Reimerswaal werkt hier aan middels Communities that Care (zie tekstblok 2). Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Een lagere sociaaleconomische status is niet alleen oorzaak van gezondheidsachterstand. Andersom kunnen gezondheidsproblemen ook de oorzaak zijn van een lage sociaaleconomische status (van den Heuvel et al., 2011). Gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn vaak een belangrijke oorzaak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Het percentage voortijdig schoolverlaters (12- t/m 25jarigen) in Reimerswaal is gedaald van 5,5% in 2004 naar 2,9% in 2010-2011 (CBS, 2004-2010). Voorkomen van schooluitval is beter dan genezen. Jongeren die stoppen met hun de opleiding halen geen startkwalificatie (diploma havo, vwo of mbo niveau 2). Het behalen van een startkwalificatie geeft een beter perspectief op de arbeidsmarkt en daarmee een eigen plek in de samenleving. Dit is niet alleen goed voor de jongere zelf, maar ook voor maatschappij en de economie (www.aanvalopschooluitval.nl).
5.2 Risicogezinnen Meer risicogezinnen in Reimerswaal De kans op een negatieve ontwikkeling bij kinderen is groot wanneer de risicofactoren in een gezin zich opstapelen (Hermanns et al., 2005; Peters & Woldringh, 1993). Van de gezinnen met jonge kinderen in Reimerswaal is in 2005-2009 4,9% een zogenaamd ‘risicogezin’ (verhoogd risico met weinig beschermende factoren3) (Smit & Braat, 2011). In vergelijking met de periode 2001-2005 is het 3
Gebaseerd op elf risicofactoren: eenoudergezin, vier of meer kinderen in het gezin, laag gezinsinkomen, laag geboortegewicht kind, kind in het ziekenhuis opgenomen geweest, kind met gehandicapt broertje of zusje, middelengebruik een van de ouders, kind met moeilijk temperament, een van de ouders is depressief (geweest), laagopgeleide ouders, slechte woonsituatie. Bij drie tot en met elf risicofactoren spreken we van een gezin met een verhoogd risico, een ‘risicogezin’. Naast risicofactoren zijn er ook zogenaamde ‘beschermende’ factoren. Dit zijn factoren die de werking van risicofactoren kunnen ‘dempen’, maar slechts in beperkte mate. Gaat hier om volgende factoren: overeenstemming over de opvoeding tussen de ouders, mogelijkheid om te praten over opvoeding met anderen, mogelijkheid om hulp in te roepen van buiten, ouder is over het algemeen tevreden over de buurt, beide ouders zijn
41
percentage risicogezinnen in Reimerswaal afgenomen van 7,4% naar 4,9%. Het percentage risicogezinnen is hiermee nog steeds hoger dan in Zeeland (3,6%). Naarmate in een gezin meer risicofactoren en minder beschermende factoren aanwezig zijn, is de kans groter dat een kind problemen ontwikkelt (bijvoorbeeld gedrags- of ontwikkelingsproblemen, uitvallen op school of crimineel gedrag gaan vertonen). Versterk de eigen kracht van risicogezinnen Het is van belang om risicogezinnen en risicokinderen in beeld te hebben en waar nodig vroegtijdig hulp te bieden. Het inventariseren en vastleggen van een beperkt aantal risico- en beschermende factoren bij de screening en registratie in de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) kan daaraan een bijdrage leveren (zie tekstblok 7). Dit kan tevens aanknopingspunten bieden om beschermende factoren, zoals overeenstemming over opvoeding of de mogelijkheid om hulp in te roepen bij de opvoeding, te benutten. Deze beschermende factoren vergroten de veerkracht van een gezin. Dit sluit goed aan bij de trend in de hulpverlening om steeds meer te focussen op ondersteuning van het netwerk in plaats van op een (geïsoleerd) probleem. Deze aanpak voorkomt ook dat risicogezinnen te snel gezien worden als gezinnen met problemen. Het is namelijk een verhoogd risico, een verhoogde kans op hobbels in de ontwikkeling.
Tekstblok 8 - Centrum voor Jeugd en Gezin in Reimerswaal Nadat onder de Taskforce Jeugd Zeeland een aantal proeven met een CJG in de provincie Zeeland waren uitgevoerd is er door de zeven gemeenten in de regio Oosterschelde voor gekozen om regionaal samen te werken voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Tevens is de samenwerking met de zorgaanbieders en het onderwijs vastgelegd. In Reimerswaal zijn de CJG’s gepositioneerd in de omgeving van de gezinnen, gekoppeld aan de consultatiebureaus en/of brede scholen. Het eerste jaar is geïnvesteerd in het netwerk van het CJG en de communicatie naar de doelgroepen (ouders/verzorgers, beroepskrachten). Het CJG zal een prominente rol vervullen in de komende decentralisatie van de zorg voor jeugd. Het CJG heeft drie loketten: Hansweert, Krabbendijke en Yerseke.
5.3 Kwetsbare ouderen Bijna een kwart van de ouderen is kwetsbaar Kwetsbaarheid4 bij ouderen is het resultaat van de openstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren. Dit vergroot dat de kans op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden) (van Campen, 2011). Van de ouderen in Reimerswaal heeft 39% een hoge draaglast. Dat betekent dat deze groep niet zelfredzaam is en/of beperkt is door lichamelijke gezondheid. Ouderen met een lage draagkracht zijn ouderen die alleen wonen en/of alleen AOW hebben. Dit betreft 47% van de ouderen in Reimerswaal en ligt hoger dan in Zeeland gemiddeld religieus/levensbeschouwelijk en beide ouders hebben een betaalde baan. Bij vier tot en met zes beschermende factoren spreken we in dit onderzoek van ‘verhoogde bescherming’. (Bron: SCOOP zicht op risicokinderen en hulp 2011) 4
In de Ouderenmonitor Zeeland worden ouderen kwetsbaar genoemd als ze te maken hebben met zowel hoge draaglast als een
lage draagkracht. Van kwetsbaarheid is sprake wanneer de draaglast van een persoon (de problemen en opgaven waarvoor iemand zich gesteld ziet), langdurig groter is dan zijn draagkracht (zijn persoonlijke competenties en de hulpbronnen in de omgeving waarover hij of zij kan beschikken).
42
(41%). Bijna een kwart van de ouderen (23%) in Reimerswaal is een kwetsbare oudere. Het aantal kwetsbare ouderen neemt met de leeftijd toe. Zo is onder 65-74 jarigen 10% kwetsbaar terwijl dit onder 75-plussers al 34% is. Kwetsbare ouderen maken meer gebruik van en hebben meer behoefte aan WMO-welzijnsvoorzieningen (zie tabel 1). Wat met name aandacht verdient, is de zogeheten onvervulde behoefte. Deze ouderen zijn immers al kwetsbaar en juist zij ondervinden ook belemmeringen om deze voorzieningen te gebruiken. Kwetsbare ouderen ontvangen ook meer hulp, zowel professionele hulp, als mantelzorg of vrijwilligershulp. Tabel 1. Zorg en gebruik voorzieningen onder kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen (65 jaar en ouder) (Bron: Ouderenmonitor 2010, GGD Zeeland) niet kwetsbaar
kwetsbaar
Wil informatie over een WMO-voorziening maar weet niet waar deze is te verkrijgen
17%
27%
Heeft het afgelopen jaar gebruik gemaakt van een WMO-voorziening
13%
67%
7%
24%
Gebruikt wel eens een welzijnsvoorziening
29%
54%
Heeft behoefte aan een welzijnsvoorziening maar gebruik deze (nog) niet
26%
41%
5%
35%
15%
68%
5%
24%
Heeft behoefte aan een WMO-voorziening maar maakt daar (nog) geen gebruik van
Ontvangt mantelzorg Krijgt professionele hulp Krijgt hulp van vrijwilliger
5.4 Meest kwetsbare burgers Kwetsbaarheid heeft veel gezichten. Van sociale kwetsbaarheid is sprake als de draaglast van een persoon (de problemen en opgaven waarvoor iemand zich gesteld ziet), langdurig groter is dan zijn draagkracht (zijn persoonlijke competenties en de hulpbronnen in de omgeving waarover hij of zij kan beschikken). Er zijn veel verschillende groepen kwetsbaren te onderscheiden. De meest kwetsbare groepen zijn de doelgroepen voor zorg en opvang die vallen onder de laatste drie prestatievelden van de Wmo (maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg, verslavingsbeleid en de aanpak van huiselijk geweld). Over deze groep gaat deze paragraaf. Het ontwikkelen en uitvoeren van (intersectoraal) beleid ten behoeve van sociaal kwetsbare burgers hoort tot het domein van de OGGz. Alle partijen die binnen het OGGz veld werkzaam zijn, hebben eigen wettelijke kaders en financieringsbronnen, zoals bijvoorbeeld de Awbz, de Zvw, de Wopz, de Woningwet, de Wmo, de Politiewet, diverse justitiële regelingen en in de nabije toekomst de Wet werken naar vermogen. Om binnen dit verkavelde terrein integrale zorg te bieden, zijn er lokale zorgnetwerken. Duidelijke informatie over de exacte omvang van de OGGz groep ontbreekt, evenals kennis over de doelmatigheid en effectiviteit van interventies en resultaten van beleid. In het gezondheidsprofiel staan de beschikbare cijfers voor gemeente Reimerswaal over deze doelgroep. In diverse onderzoeken wordt de omvang van de OGGz groep geschat op ongeveer 1% van de bevolking. Dit zou voor de gemeente Reimerswaal dan uitkomen op ongeveer 215 mensen. OGGz is relatief dure zorg; het is zeer arbeidsintensieve zorg en er worden kosten gemaakt om de samenwerking tussen de verschillende partijen in het veld te organiseren. Het is onbekend hoeveel geld er landelijk aan OGGz wordt uitgegeven. Op basis van registratiegegevens is berekend dat een
43
hulpverleningstraject aan één dak- en thuisloze ruim 13.000 euro kost (Rijksoverheid, 2006). Door problemen eerder op te pakken kunnen kosten worden bespaard. > Meer informatie? Lees verder in het deelrapport Kwetsbare burgers
44
Conclusies en aanbevelingen Bevolking Groene druk onvoldoende om effecten van vergrijzing te compenseren: preventie blijft nodig. Reimerswaal heeft in vergelijking met de andere Zeeuwse gemeenten een hoge groene druk. Ook in de toekomst zal het aandeel jongeren nog stijgen, maar daarnaast zal ook het aandeel ouderen stijgen. De inwoners van Reimerswaal worden steeds ouder en het aantal chronisch zieken neemt toe. In tegenstelling tot veel andere gemeenten stijgt in Reimerswaal de beroepsbevolking met 3%. Toch moet ook Reimerswaal rekening houden met de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van de zorg. Want die dreigt toch in de knel te komen, al zal dit in Reimerswaal misschien langzamer gaan. Dit verklaart de roep om preventie. Want een gezonde bevolking is langer zelfredzaam en is langer in staat om te participeren in de samenleving. Bovendien is een gezonde bevolking goed voor de economie. Reimerswaal moet daarom actief blijven inzetten op preventief beleid. Ook kan Reimerswaal nadenken over het behouden van de jongeren. Gezondheid en gedrag Bij ouderen komt overgewicht meer voor dan gemiddeld in Zeeland Met de meeste burgers gaat het goed maar er zijn wel punten van zorg. Hiervoor is aandacht nodig. Veel inwoners van Reimerswaal kampen met chronische aandoeningen, ook al is dat bij jongeren (20%) en volwassenen (33%) wel minder dan gemiddeld in Zeeland. Overgewicht neemt toe met de leeftijd en tweederde van de ouderen heeft overgewicht. Zet in op bewegen! Een gezonde leefstijl is belangrijk om gezond te zijn en te blijven. Vooral beweging is belangrijk. Dit begint al bij kinderen. Veel kinderen kijken al op jonge leeftijd tv en spelen niet vaak buiten. Jongeren, volwassenen en ouderen in Reimerswaal voldoen net zo vaak aan de beweegnorm als gemiddeld in Zeeland. Wel zijn ze minder vaak lid van een sportvereniging. Het is van belang om de gezonde leefstijl bij alle inwoners van Reimerswaal te stimuleren om chronische aandoeningen en overgewicht terug te dringen. Maar ook samenwerking met het bedrijfsleven en/of samenwerking met supermarkten behoort tot de mogelijkheden om gezond gedrag te stimuleren. In de Handreiking Gezonde Gemeente staan nog veel meer aanbevelingen voor integraal beleid. Ook is hier een overzicht te vinden van geschikte interventies. Reimerswaal besteed al veel aandacht aan bewegen ‘Elke Stap Telt!’. Alcoholgebruik onder jongeren verdient blijvend aandacht In Reimerswaal wordt al veel aandacht gegeven aan het drinken van alcohol. Mogelijk draagt dat bij aan het feit dat het aantal 16- t/m 18-jarigen dat recent alcohol heeft gedronken minder is dan gemiddeld in Zeeland en dat ook het alcoholgebruik onder 14- en 15-jarigen is gedaald ten opzichte van 2007. De trend lijkt gunstig en het is belangrijk om dit vast te blijven houden door het huidige integrale beleid te continueren. Gezonde en veilige omgeving Verbeteringen aan de sociale omgeving zijn mogelijk Sociale samenhang is belangrijk voor gezondheid en voor het met plezier (blijven) wonen in een buurt. Vier op de tien volwassenen in Reimerswaal is ontevreden over de sociale samenhang in de buurt. Reimerswaal zet in op de sociale omgeving met opvoedondersteuning, Signs of Safety en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Handreiking Gezonde Wijk biedt ondersteuning en praktische handvatten om op een integrale manier de leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren.
45
Wees bewust van de risico’s in de omgeving Voor wat betreft het buiten- en binnenmilieu zijn in de gemeente Reimerswaal zijn geen opvallende zaken te zien. Het binnenmilieu is door goed te ventileren vrij eenvoudig te verbeteren. Het is belangrijk om hier aandacht voor te blijven vragen, aangezien het aantal volwassenen dat niet goed ventileert is toegenomen. Aandacht voor kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen is eveneens belangrijk. Ventilatiegedrag kan bijvoorbeeld worden meegenomen in de preventieve huisbezoeken bij ouderen. Een ander risico dat niet zozeer in de tekst wordt besproken is de lagere vaccinatiegraad in Reimerswaal. Deze bevindt zich onder de 90%. Het risico op uitbraak van ziekten (zoals mazelen en de rode hond) is hierdoor groter. Burgers dienen zich hiervan bewust te zijn en de gemeente, GHOR (veiligheidsregio) en GGD dienen voorbereid te zijn op een mogelijke uitbraak. Lees hierover meer in deelrapport Ziektepreventie. Maatschappelijke participatie en zorg Stimuleer bedrijven de gezondheid van werknemers te bevorderen De komende jaren zal in Reimerswaal, in tegenstelling tot veel andere gemeenten, de beroepsbevolking nog iets stijgen. Het is belangrijk dat de mensen die kunnen werken dit ook zo lang mogelijk gezond kunnen blijven doen. Hiervoor is een gezonde en actieve leefstijl belangrijk. Ook voor werkgevers zijn gezonde werknemers belangrijk. De gemeente kan bedrijven stimuleren om na te denken over gezondheidsbevordering bij hun werknemers. Dit kan bijvoorbeeld door sportfaciliteiten te creëren op de werkplek, vroegtijdige signalering van overbelasting of schulden en door een gezonde bedrijfskantine. De Handreiking Gezond Werk kan hierbij behulpzaam zijn. Ondersteun mantelzorgers om zelfredzaamheid te stimuleren Een terugtrekkende overheid vraagt meer inzet van de bevolking. Daarnaast neemt, mede door de veranderende bevolkingssamenstelling, de zorgvraag toe. Hierdoor worden mantelzorg en vrijwilligerswerk nog belangrijker. Cijfers laten zien dat al veel inwoners van Reimerswaal zich bezighouden met vrijwilligerswerk of mantelzorg. Actief vrijwilligers werven, zorgen voor vrijwilligerswerk dat aansluit bij de behoeften van de burgers en het ondersteunen van (jonge) mantelzorgers zijn taken voor de gemeente. Ook is het belangrijk om inwoners ervan bewust te maken dat de verantwoordelijkheid voor het welbevinden bij hen wordt teruggelegd. Door buurtinitiatieven te ondersteunen (met advies, budget en op andere manieren), worden mensen gestimuleerd om samen weer het heft in handen te nemen. Stimuleer netwerksamenwerking in de zorg Daar waar mensen het zelf niet meer kunnen, is professionele zorg nodig. Het is van belang dat zorginstanties deze in goede samenwerking leveren. Netwerksamenwerking is in deze een kernbegrip. De gemeente kan deze samenwerking blijvend stimuleren en faciliteren, zoals ze dat al doet samen met andere gemeenten in de regio. Maar het gaat hier dan niet alleen om de samenwerking tussen formele instanties. Ook samenwerking met het informele circuit (vrijwilligers, sleutelfiguren in de buurt en mantelzorgers) is van belang. De gemeente Reimerswaal kan initiatieven op dit gebied stimuleren. Tenslotte is het belangrijk om ook in de (eerstelijns)zorg aandacht te houden voor preventie. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij mensen met een gezondheidsachterstand Met veel inwoners van de gemeente Reimerswaal gaat het gelukkig goed. Toch zijn er ook inwoners die extra aandacht behoeven. Bij mensen met een lage ses ontstaat al op jong leeftijd gezondheidsachterstand. Deze achterstand wordt met het vorderen van de leeftijd alsmaar groter. Ook
46
risicogezinnen en kwetsbare ouderen verdienen extra aandacht. Tijdige signalering van problemen is hierbij van groot belang. Vervolgens zal intensieve samenwerking tussen instanties nodig zijn om deze groepen op een juiste manier te begeleiden en te ondersteunen. Tot slot zijn er de meest kwetsbare burgers. Dit zijn de mensen die vallen onder de laatste drie prestatievelden van de Wmo. Deze groep wordt de komende jaren groter. Tijdige signalering en een sluitend netwerk voor deze groep is van cruciaal belang.
47
Literatuur Agt van HME. Language disorders in children. Impact and the effects of screening. Erasmus Universiteit Rotterdam, 16 maart 2011. Bergstra A.D. Buitenmilieu. Infokaart Volwassenen Zeeland. Enquête 19 t/m 64 jarigen 2009, Goes GGD Zeeland, 2011. Campen C van (red). Kwetsbare ouderen. Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag, 2011. Cox E, Nannes R, Schulte M, Vakgroep Logopedie Nederland. Preventieve logopedie. Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), Woerden, 2011. CZV, College voor Zorgverzekeringen. Signalementen Mondzorg 2007. Diemen, januari 2008. Deeg DJH (VUmc), Picavet HSJ (RIVM), Galenkamp H (VUmc). Wat is de relatie met ziekten en determinanten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Functioneren en kwaliteit van leven\Ervaren gezondheid, 24 juli 2009 Dorsselaer S van, Looze M de et al. HBSC 2009. Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut, 2010. Giesbers H (RIVM). Personen met huishoudelijke hulp (Wmo) 2009. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Zorgatlas\Zorg\Langdurige zorg, 28 maart 2011. Graaf de et al. Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2012. Rutger Nisso Stichting, SOA Aids, januari 2012. Hermanns J/ Van Dorp, Schrijvers G, Öry F. Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter : een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen : advies uitgebracht op verzoek van Staatssecretaris drs. C. Ross. Utrecht : Inventgroep, 2005. Hertog FRJ den (RIVM). Inrichting buurt/wijk samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\Inrichting buurt/wijk, 30 januari 2012.) Hertog FRJ den (RIVM). Hoe beïnvloedt een gezond ingerichte buurt of wijk de gezondheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\Inrichting buurt/wijk, 27 januari 2012.
48
Heuvel EFM van den, Jacobs-van der Bruggen MAM, van der Lucht F, van Bon-Martens MJH. Gezondheid telt! In Hart voor Brabant 2011. Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning. ’s Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, 2011. Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010: Van gezond naar beter. RIVM-rapport nr: 270061006. Bilthoven: RIVM, 2010. Jongeneel WP. Wat is binnenmilieu? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\Binnenmilieu, 23 juni 2010. Jongeneel WP. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van een slechte binnenmilieukwaliteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Fysieke leefomgeving\Binnenmilieu, 23 juni 2010. Kooijker SE. Nederlanders aan het woord over gezondheid en gezond leven. Achtergrondrapport bij de VTV 2010 Van gezond naar beter. RIVM, Bilthoven en Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag. April 2011. Klages U, Bruckner A, Zentner A. Dental aesthetics, self-awareness, and oral health-related quality of life in young adults. Eur J Orthod (2004) 26(5): 507-514 doi:10.1093/ejo/26.5.507. Kok M de, van Gestel A, Meertens Y, van den Dobbelsteen E, Spijkers K, Dijkema P. Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant. Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2011. Kroon de M. Proefschrift ‘The Terneuzen Birth Cohort. Detection and prevention of adult overweight and cardiometabolic risk from infancy onward’. VU medisch centrum, september 2011. Kuunders MMAP (RIVM), Laar MW van (Trimbos-instituut). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Leefstijl\Alcoholgebruik, 24 maart 2010. Lanting CI, Rijpstra A. Peiling melkvoeding van zuigelingen in 2010. Borstvoeding in de provincie Zeeland. TNO rapport, april 2011. Lucht F van der, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. RIVM-rapport nr. 270061005. Bilthoven: RIVM, 2010. Meijer S (RIVM), Schoemaker C (RIVM). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van psychische problemen bij jeugd? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid
49
en ziekte\Functioneren en kwaliteit van leven\Psychisch functioneren\Psychisch functioneren jeugd, 23 september 2008. Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg. www.mezzo.nl. Geraadpleegd, april 2012. Movisie, landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, sociale zorg en sociale veiligheid. www.movisie.nl. Geraadpleegd, april 2012. NJI, Nederlands Jeugd Instituut. www.nji.nl. Dossier pesten. Geraadpleegd, april 2012. Oliveira de C, Watt R, Hamer M. Toothbrushing, inflammation, and risk of cardiovascular disease: results from Scottish Health Survey. BMJ 2010;340:c2451. Passchier Vermeer W., et al. Milieu en Gezondheid 2001: Overzicht van risico's, doelen en beleid. TNO 2001. Peeters J, Woldringh C. Leefsituatie van kinderen tot 12 jaar in Nederland. Nijmegen : Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen, 1993. Post N (red.). Wat zijn maatschappelijke baten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Bevolking\Maatschappelijke baten, 7 december 2010. Post NAM, Zwakhals SLN, Polder JJ. Maatschappelijke baten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010: Van gezond naar beter. RIVM-rapport nr: 270061009. Bilthoven: RIVM, 2010. Rijksoverheid en de vier grote steden (G4). Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang. Den Haag, februari 2006. Ruijsbroek JMH (RIVM), Verweij A (RIVM). Wat zijn mogelijke gezondheidsgevolgen van sociale cohesie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\Sociale cohesie, 22 juni 2009. Savelkoul M (RIVM), Tilburg TG van (VU). Wat zijn mogelijke gezondheidsgevolgen van eenzaamheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\Eenzaamheid, 20 september 2010. Savelkoul M (RIVM), Tilburg TG van (VU). Welke factoren beïnvloeden eenzaamheid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Nationaal Kompas
50
Volksgezondheid\Gezondheidsdeterminanten\Omgeving\Sociale leefomgeving\Eenzaamheid, 20 september 2010. Schoemaker CG, Schrijvers CTM. Spelen met gezondheid. Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. RIVM, Bilthoven, 2008. Smit A, Braat H. Themarapport ‘Zicht op risicokinderen en hulp’. Jeugdmonitor Zeeland, Middelburg: Scoop, 2011. Smit A, Gorsel van W. Themarapport plus ‘Eenzaamheid bij kinderen’. Jeugdmonitor Zeeland, SCOOP, Middelburg, juni 2005. Smit A. Sociale staat van Zeeland. Provinciaal rapport 2009. Middelburg: Scoop, 2009. Trimbos Instituut. http://www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-en-drugs/cocaine/cocainealgemeen/combinatiegebruik. Geraadpleegd, april 2012. VWS, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag: VWS, mei 2011. Wetten J. van. Brochure: Een groene wijk: inspiratie voor de praktijk. EMGO, LNV, Kenniscentrum recreatie, Plant Publicity, GGD Nederland, 2010. WHO (2006). Preventing Disease Through Healthy Environments - Towards an estimate of the environmental burden of disease. Pruss- Ustun A. and C. Corcalan. WHO, Geneva www.aanvalopschooluitval.nl. Website van ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Geraadpleegd, april 2012. www.drugsenuitgaan.nl. Website ontwikkeld door het Trimbos Instituut en bedoelt voor jongeren vanaf 16 tot ongeveer 25 jaar die uitgaansdrugs en alcohol gebruiken. www.maatschappelijkestage.nl. Website kenniscentrum maatschappelijke stage. Geraadpleegd, april 2012. Zantinge EM, Wilk EA van der, Wieren S van, Schoemaker CG. Gezond ouder worden in Nederland. RIVM-rapport nr. 270462001/2011. Centrum voor Volksgezondheid Toekomstverkenningen. 2011
51
Gegevensbronnen CBS StatLine
De elektronische databank van het CBS; statistieken gezondheidstoestand
CBS-POLS
Periodiek Onderzoek Leef Situatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek
GGD Zeeland
Gezondheidsmonitor Zeeland. Volwassenenmonitor 19-64 jaar (2009), Ouderenmonitor 65+jaar (2010), Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar (2010). www.ggdgezondheidsatlas.nl.
PRIMOS
Bevolkingsprognose Zeeland van de Provincie Zeeland (2012)
SCOOP
Jeugdmonitor Zeeland. Enquête Klas 3 voortgezet onderwijs (2011), Primair onderwijs (2010), Ouders Jonge Kinderen (2009). www.jeugdmonitorzeeland.nl
VAAM
Vraag Aanbod Analyse Monitor
52
Gezondheidsprofiel Hier vindt u het gezondheidsprofiel van de gemeente Reimerswaal. De meeste cijfers komen uit de gezondheidsmonitors van GGD Zeeland. Deze monitors zijn Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar (in samenwerking met de Jeugdmonitor Zeeland), Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jaar en Ouderenmonitor 65 jaar en ouder. Om de vier jaar verzamelt de GGD via een enquête (schriftelijk en/of digitaal) informatie over de gezondheid van deze leeftijdgroepen. Een representatieve steekproef per gemeente levert hiervoor betrouwbare cijfers. De laatst uitgevoerde monitors vonden plaats in 2009 voor volwassenen en 2010 voor jongeren en ouderen. Daarnaast worden cijfers gebruikt uit de registraties van de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Zeeland uit 2008-2010. De JGZ voert op 5-, 10- en 13-jarige leeftijd preventieve gezondheidsonderzoeken uit. Ook worden cijfers gebruikt van de Jeugdmonitor Zeeland (SCOOP). Dit betreft de monitors Ouders Jonge Kinderen – ouders van kinderen van 3 à 4 jaar (2009), Primair onderwijs – groep 6 basisonderwijs (2010) en Onderzoek klas 3 voortgezet onderwijs (VO) – 14- en 15-jarigen (2011). Deze laatste monitors worden uitgevoerd via het onderwijs en de monitor Ouders Jonge Kinderen via een steekproef uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). In het gezondheidsprofiel vindt u een vergelijking van de cijfers van Reimerswaal met die van Zeeland. Waar cijfers gunstig afwijken van het Zeeuwse gemiddelde staat een groen driehoekje () achter het cijfer. Indien het cijfer ongunstig afwijkt, staat een rood driehoekje () achter het cijfer. De belangrijkste bevindingen uit het gezondheidsprofiel staan in de tekst van het rapport vermeld. Voor meer cijfers en achtergrondinformatie kunt u de websites GGD gezondheidsatlas en Regionaal Kompas raadplegen.
Colofon Op uw gezondheid! Lokaal rapport van de Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2012 Tekst: GGD Zeeland Vormgeving: de Wilde Zeeuw en GGD Zeeland Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Zeeland
53